Marine Protected Areas in Nederland. Wie vindt wat en waarom?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Marine Protected Areas in Nederland. Wie vindt wat en waarom?"

Transcriptie

1 Marine Protected Areas in Nederland Wie vindt wat en waarom?

2 Januari 15 Marine Protected Areas in Nederland: Wie vindt wat en waarom? Jip Vrooman MSc student Aquaculture & Marine Resource Management MSc student Forest & Nature Conservation Wageningen Universiteit Onderzoeksrapport in opdracht van Stichting de Noordzee en het Wereld Natuur Fonds, ter invulling van een stage bij de leerstoelgroep Aquaculture & Fisheries aan de Wageningen Universiteit. Begeleiding: Thomas Rammelt (Stichting de Noordzee) Ingvild Harkes (Wereld Natuur Fonds) Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur openbaar worden gemaakt of verveelvoudigd. Contacteer Foto voorpagina: Jip Vrooman Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

3 Inhoud Introductie... Marine Protected Areas... Nederland... 6 Onderzoeksvragen Materiaal en Methoden...1 Resultaten...16 Definities en doelen...16 Voor- en nadelen van beschermde gebieden op de Noordzee Aanwijzing en maatregelen beschermde gebieden op de Noordzee...19 Percepties over de andere stakeholders...1 Proces... Toekomstvisie... 3 Discussie... 6 De argumenten... 6 Tegenstellingen, misverstanden en gemeenschappelijke delers The way forward... 3 Conclusies Referenties Literatuur Websites Bijlagen... Bijlage 1. Interviewgids... Bijlage. Factsheet... 3 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

4 Introductie Vooralsnog valt slechts 3.% van de oceanen onder beschermd gebied, van de zeeën onder nationale jurisdictie is dit 8.% (Juffe-Bignoli et al., 1). Dit terwijl wetenschappers wereldwijd onderkennen dat veel mariene ecosystemen ernstig lijden onder verschillende antropogene en natuurlijke stressoren zoals overbevissing, klimaatverandering en vervuiling (bijv. Millennium Ecosystem Assessment, 5; OSPAR, 1). Volgens het internationale verdrag The Convention on Biological Diversity dient in 1% van oceanen en kusten beschermd te worden door instelling van een effectief netwerk van beschermde gebieden en het nemen van aanvullende maatregelen (CBD, 1). Naast deze globale (en juridisch bindende) afspraak zijn er tal van regionale en lokale afspraken gemaakt omtrent de bescherming en het gebruik van mariene hulpbronnen. Zo gelden voor de Europese Unie bijvoorbeeld de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn, welke hebben geresulteerd in het instellen van het Natura project; een ecologisch netwerk met als doel de bescherming van bedreigde en/of bijzondere dier- en plantensoorten en leefgebieden in Europa (Europese Commissie, 1a). Ook is de Kaderrichtlijn Mariene Strategie van kracht, welke de Europese lidstaten verplicht om de goede milieu toestand te bereiken. Daarnaast is er The Convention for the Protection of the marine Environment of the North- East Atlantic (de OSPAR Conventie), die de internationale samenwerking rond de bescherming van de Noordoostelijke Atlantische oceaan moet bevorderen (OSPAR, 1a). Marine Protected Areas Het belang van bescherming van de oceanen en verduurzaming van het gebruik van mariene bronnen is algemeen bekend; hoe dit te bereiken staat nog ter discussie. Marine Protected Areas (MPA s, beschermde gebieden) zijn een mogelijk instrument om oceanen te beschermen en duurzaam te gebruiken. De definitie van een MPA is echter niet eenduidig. Volgens OSPAR zijn MPA s areas for which protective, conservation, restorative or precautionary measures have been instituted for the purpose of protecting and conserving species, habitats, ecosystems or ecological processes of the marine environment (OSPAR, 1b). Dit sluit niet uit dat er menselijke activiteiten plaats kunnen vinden. Ook voor Natura geldt dat menselijke activiteiten er tot een bepaalde mate kunnen plaatsvinden, afhankelijk van de aard van het gebied en van de activiteit (Natura, 1a). Zo kunnen er verschillende categorieën van of zones binnen MPA s gedefinieerd worden, afhankelijk van het beleid (Agardy et al., 3; Jones, 1). Er bestaan bijvoorbeeld multiple-use MPA s waar bepaalde vormen van gebruik door de mens mogelijk zijn, en no-take MPA s waar geen enkele vorm van extractie plaats kan vinden. IUCN definieert 7 categorieën van beschermde gebieden, waarvan een aantal ook toe te passen is op het mariene milieu. Deze variëren van streng natuurreservaat, waar in zeer beperkte mate menselijke activiteiten plaatsvinden tot beschermd gebied waar duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen plaats kan vinden (IUCN, 1). De keuze voor welk soort MPA er geïmplementeerd wordt hangt op haar beurt weer af van het doel van de implementatie. Jones (1) onderscheidt 9 verschillende doelstellingen waar de aanwijzing en het beleid van een MPA zich op kunnen richten (tabel 1). Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

5 Tabel 1. Mogelijke doelstellingen MPA's (naar Jones, 1) Verschillende doelstellingen MPA s 1. Het herstellen van mariene ecosystemen. Het herstellen van mariene visbestanden 3. Het bijdragen aan een MPA netwerk. Het bijdragen aan mariene ruimtelijke planning 5. Het beschermen van zeldzame en kwetsbare leefgebieden en soorten 6. Het bevorderen van onderzoek en educatie 7. Het controleren van de impacts van toerisme en recreatie 8. Het behouden van traditionele gebruiken 9. Het onderkennen van de culturele of symbolische waarde van opzij gezette gebieden Voor het mariene milieu raadde IUCN in 3 aan om in 1-3% van elke mariene habitat onder streng natuurreservaat te laten vallen, dus ook wel de no-take MPA s genoemd (IUCN, 3; Jones, 6). Op dit moment valt slechts.5% van de globale oceanen onder deze definitie (1.37% voor oceanen onder nationale jurisdictie) (Jones, 1). Dit is grotendeels te wijten aan de controversiële status van no-take MPA s (en MPA s in het algemeen); er zijn sterke voor- en tegenstanders. Een van de vormen van gebruik die vaak het meeste effect ondervindt van de maatregelen rondom MPA s is de visserij. De visserijsector biedt voedsel en inkomen aan zo n 8 miljoen mensen wereldwijd. Daarnaast is visserij vaak een traditioneel onderdeel van het leven (FAO, 1). No-take MPA s, waarin vissers hun beroep doorgaans niet meer kunnen uitoefenen stuiten dan ook op weerstand. Tegenstanders van no-take MPA s vinden vaak dat moderne visserijmaatregelen zoals quota s, aanpassing van vismaterieel en tijdelijke gebiedssluitingen geschikter zijn om visbestanden te beschermen of herstellen dan no-take MPA s (Jones, 6; 7; 1). Jones beschrijft dat er langs elkaar heen gepraat wordt, ten eerste vanwege uiteenlopende verhaallijnen en objectieven. De verschillende stakeholders zullen volgens hem de kwestie altijd vanuit een verschillende ethiek benaderen, die verschilt in het leggen van een morele focus op het materiële welzijn van de mens ( Utalitarian perspectief) of op het welzijn/de gezondheid van het ecosysteem ( Ecocentric perspecief). Waar argumenten tegen no-take MPA s doorgaans gebaseerd zijn op het gebrek aan bewijs vóór positieve effecten van no-take MPA s op de visserij (doelstelling in tabel 1), hebben deze eigenlijk alleen betrekking op de min of meer secundaire functies van no-take MPA s, terwijl het hoofdobjectief, volgens Jones, de bescherming van de biodiversiteit is (doelstelling 1). Er zijn dus verschillende visies op welk doel van het installeren van een MPA heeft. Ten tweede constateert Jones een uiteenlopende visie op de wetenschap en de rol van de wetenschap in het benaderen van onzekerheid (Jones, 7; 1). Allerlei beleidsvraagstukken herbergen een voortdurende onzekerheid; bestaande (wetenschappelijke) kennis is nooit volledig en lastig te extrapoleren naar andere situaties. Daarnaast is bestaande kennis niet altijd eenduidig te interpreteren en claimen verschillende wetenschappers verschillende dingen. Een voorbeeld van zo n wellesnietes -situatie vormen de artikelen van Pauly (9a) en Hilborn (1), beiden visserijbiologen. Pauly schreef in The New Republic (een liberaal Amerikaans tijdschrift) een artikel genaamd Aquacalypse; the end of fish, waarin hij doemscenario s omtrent de oceanen beschrijft, en een duidelijke beschuldiging richting de visserij uit (Pauly, 9a). In een ander wetenschappelijk artikel dat jaar beschrijft hij (weinig genuanceerd) hoe de visbestanden instorten en de visserij daar verantwoordelijk voor is (Pauly, 9b). Hilborn (1) reageert daar op met een artikel in The Science Chronicles (een opinieblad van een natuur-beschermingsorganisatie). Hij nuanceert (onder andere) de uitspraken van Pauly 5 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

6 waarbij bepaalde feiten als onwaar worden bestempeld. Begrijpelijkerwijs zijn dit soort uiteenlopende visies lastig voor beleidsmakers, maar er moet ook erkend worden dat onzekerheid een inherente eigenschap van de wetenschap is (bijv. Palmer & Hardaker, 11). Voorstanders van no-take MPA s menen dat instelling van deze gebieden nodig is als voorzorgsmaatregel voor behoud omdat deze onzekerheid er altijd zal zijn. Tegenstanders claimen echter dat juist (aangescherpte) conventionele visserij maatregelen deze onzekerheden beter het hoofd kunnen bieden, en dat meer onderzoek de onzekerheden weg zal nemen (Jones, 1). Waar het volgens Jones uiteindelijk op neerkomt is dat visserijwetenschappers zich vaak baseren op specifieke studies en het maximaliseren van de duurzame opbrengst ten behoeve van de groeiende menselijke populatie, terwijl mariene ecologen zich focussen op brede meta-studies en vuistregels, en het beschermen en herstellen van mariene ecosystemen (Jones, 1). De visserijsector (vaak tegen (no-take) MPA s) baseert zich op haar beurt op de visserijbiologen, terwijl de natuurbeschermingsorganisaties (vaak pro (no-take) MPA s) eerder uitgaan van de kennis van de mariene ecologen. Zo vormen wetenschap, visserij en natuurbeschermingsorganisaties een complex netwerk van visies en belangen. Samen met de overheid moeten deze drie tot goede besluiten omtrent het beheer van de oceanen komen. Agardy et al. (3) waarschuwen voor het gevaar van de eindeloze discussie omtrent MPA s en noemen vijf vragen die de verschillende partijen verschillend beantwoorden, en waar volgens de auteurs eenduidigheid over moet ontstaan: (1) Wat is een MPA, () Welk doel dienen MPA s, (3) Zijn no-take MPA s de enige legitieme MPA s () Moet er één richtlijn zijn betreffende het percentage van een MPA dat no-take is en (5) Hoe moeten beleidsmakers en organisaties omgaan met wetenschappelijke onzekerheid? De auteurs concluderen dat het erg belangrijk is om duidelijke definities te hebben en onderliggende aannames te testen, maar vooral ook adaptief management te installeren dat aangepast kan worden aan nieuwe informatie, inzichten en eisen. Ze benadrukken dat de gehele tool-kit rond MPA s van belang is voor effectief en duurzaam beheer van de oceanen, waar dus zowel no-take als multiple-use MPA s onder vallen en er een zonering ontstaat (Agardy et al., 3). Ook Kaiser (5) benoemt dat onduidelijkheid en gebrek aan draagvlak voor de doelen van MPA s het debat vertroebelen. Hij pleit voor voorzichtigheid in het trekken van conclusies; effectiviteit is ernstig afhankelijk van de maatregelen en moet constant gemonitord worden. Een studie naar de visserijsector en de gerelateerde perspectieven in Engeland toonde aan dat slechts 3% van de ondervraagden die werkzaam waren in de visserij no-take MPA s als een goede oplossing zag, en dat werd verwacht dat no-take MPA s sowieso een negatief effect op hun inkomen zouden hebben door vermindering van de vangst. Er werd echter ook aangetoond dat er binnen de visserijsector verschillende opinies bestaan, en dat er vooral vraag is naar meer duidelijkheid en minder hoge verwachtingen (Jones, 8). Agardy () beschrijft dat natuurbeschermingsorganisaties geen voorstanders zijn van het sluiten van de visserij, maar van het aanpassen en verbeteren van het visserijbeheer (inclusief bepaalde MPA s) en het mobiliseren van het publiek om de politiek haar verantwoordelijkheid te laten nemen (Agardy, ). Hierin is dus bovengenoemde onduidelijkheid over definities en objectieven te herkennen. Nederland Of dit soort analyses van en metastudies naar argumenten ook toe te passen zijn op Nederland is een interessante en relevante vraag. Nederland beschikt over een deel van de Noordzee van km (het Nederlands Continentaal Plat). De Noordzee is een drukke zee 6 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

7 met vele functies en vormen van gebruik: waterkwaliteit en biodiversiteit, natuur, scheepvaart, olie- en gaswinning, visserij, oppervlaktedelfstoffenwinning, winning van baggerspecie en windenergie, de aanwezigheid van kabels en leidingen, recreatie en militair gebruik (Rijksoverheid, 11). Als gevolg hiervan is er ook een lange lijst aan belanghebbenden: visserij, scheepvaart, overheid, wetenschap, natuurbeschermingsorganisaties, energiemaatschappijen en burgers. Verschillende betrokkenen hebben verschillende belangen bij de Noordzee, en dus verschillende visies op marine spatial planning (het ruimtelijk beleid). De verschillende stakeholders eisen allen bepaalde delen van de Noordzee op, en een aantal functies en gebruiken gaat niet samen, wat leidt tot conflicten. Daarnaast bestaan er nog allerlei afspraken en conventies waar de Nederlandse overheid zich aan dient te houden. Voor een overzicht van afspraken en reguleringen omtrent Noordzeebeheer geldend voor Nederland, zie bijv. Dotinga & Trouwborst (9). De belangrijkste reguleringen en afspraken waar besluiten momenteel op gebaseerd worden zijn Natura, OSPAR en de Kaderrichtlijn Mariene Strategie. Voor een kort overzicht zie box 1. Box 1. Reguleringen Natura Natura streeft naar een Europees netwerk van beschermde natuur gebieden onder de Habitatrichtlijn (199) en de Vogelrichtlijn (1979). Doel is het beschermen en behouden van Europa s meest waardevolle en bedreigde dier- en plantensoorten en leefgebieden. Middels de natuurbeschermingswet uit 1998 is Natura een vast onderdeel van de Nederlandse Wetgeving (Natura, 1c). OSPAR OSPAR is een conventie waarbij 15 partijen langst de westkust en binnenzeeën van Europa en de EU samenwerken om de Noordoostelijke Atlantische oceaan te beschermen. In 199 ontstond OSPAR uit samensmelting en uitbreiding van het Osloverdrag tegen het dumpen van afval in de oceaan (197) en het bredere Parijsverdrag (197). In 1998 werd OSPAR uitgebreid naar niet-vervuilende activiteiten die een negatieve invloed op de oceaan kunnen hebben. Het voorzorgsprincipe en de ecosysteembenadering staan centraal, en een netwerk van Marine Protected Areas is een van de hoofddoelen (OSPAR, 1a). Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM) Volgens de Europese Kaderrichtlijn Mariene strategie (8) zijn lidstaten verplicht om in hun mariene wateren een goede milieutoestand te bereiken en behouden. De strategie bestaat uit drie onderdelen: (I) initiële beoordeling, beoordeling van de te bereiken goede milieutoestand en beoordeling van de daarbij horende doelen en indicatoren (1), (II) rapporteren over het bijbehorende monitoringprogramma (1) en, (III) rapporteren over het programma van maatregelen (15) (Rijksoverheid, 1). Momenteel zijn in het Nederlandse deel van de Noordzee 6 gebieden aangewezen als beschermd gebied onder Natura ; de Noordzeekustzone, de Vlakte van de Raan, de Voordelta, de Doggersbank, de Klaverbank en het Friese Front. Deze laatste drie zijn zeer recentelijk aangewezen, en de ontwerpaanwijzingsbesluiten lagen onlangs nog ter inzage (Natura, 1b). De eerste vijf zijn sinds 9 ook aangemeld als OSPAR-MPA 7 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

8 (OSPAR, 1b). Daarnaast zijn het Friese Front en de Centrale Oestergronden aangewezen als potentiële bodembeschermingsgebieden onder de KRM. Figuur 1 geeft de ligging van deze en mogelijk aanvullende gebieden aan. In de beheerplannen voor deze Natura gebieden (al voltooid of nog in ontwikkeling) worden de maatregelen uitgewerkt die op het gebied van toepassing zullen zijn, zoals welke activiteiten waar mogen plaatsvinden en hoe deze gehandhaafd dienen te worden. Hierin wordt ook de zonering binnen het aangewezen gebied uitgewerkt: dus of en waar er no-take zones worden geïmplementeerd. Daarnaast worden de visserijmaatregelen binnen de gebieden vastgelegd in de vorm van twee processen: VIBEG voor de Vlakte van de Raan en de Noordzeekustzone (binnen de 1-mijls zone) en FIMPAS voor de Doggersbank, Klaverbank en Friese Front (buiten de 1-mijls Figuur 1. Ligging Natura en KRM gebieden Noordzee (Zee in Zicht, 1). De Voordelta en Vlakte van de Raan zone). Voor een korte uitleg van deze vormen in deze afbeelding de Kustzone voor de kust van processen zie box. De Mariene Strategie voor Zeeland. het Nederlands deel van de Noordzee 1-, deel 1 - de Nederlandse implementatie van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie - heeft zich als beleidsambitie gesteld om in 1-15% van het Nederlandse deel van de Noordzee te vrijwaren van noemenswaardige bodemberoering, waarbij de last voor de visserijsector tot een minimum moet worden beperkt (Rijksoverheid, 1). Deze ambitie wordt ook wel de Bleeker-norm genoemd. 8 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

9 Box. VIBEG & FIMPAS De regiegroep Visserijmaatregelen in Beschermde Gebieden Noordzee (VIBEG) bestond uit vertegenwoordigers van het Wereld Natuur Fonds, Stichting de Noordzee, het Productschap Vis, de Federatie Vissersverenigingen, IMARES en diverse directies van de ministeries van Economie, Landbouw en Innovatie (nu Economische Zaken) en Infrastructuur en Milieu. De groep was bedoeld om elkaar wederzijds te ondersteunen bij het ontwikkelen van nationaal en internationaal beleid aangaande visserij in de Natura- gebieden binnen de 1-mijls zone (Vlakte van de Raan & Noordzeekustzone). In 11 kwam deze groep tot een akkoord (Noordzeeloket, 1c). Momenteel zijn er echter door een aantal garnalenvissers procedures aangespannen tegen de toegangsbeperkingsbesluiten die uit het akkoord voortvloeiden. Ten tijde van dit schrijven was het nog niet duidelijk of het voorgestelde pakket van beschermingsmaatregelen, dat een resultaat was van langdurige onderhandelingen tussen visserij-organisaties en natuurorganisaties, ook zal worden uitgevoerd (Rammelt, 1). Het Fisheries Measures in Protected Areas (FIMPAS)-project onder ICES werd in 8 ingesteld met als doel visserijmaatregelen voor te stellen voor de Natura- gebieden buiten de 1-mijls zone: de Doggersbank, Klaverbank en het Friese Front (Noordzeeloket, 1c). Om tot een pakket van beschermende maatregelen te komen heeft de overheid de visserij, natuur-beschermingsorganisaties en de wetenschap nauw betrokken in het traject. Na langdurige onderhandelingen werden visserij-organisaties en natuurorganisaties het niet eens over de nodige beschermingsmaatregelen. Uiteindelijk heeft de Nederlandse overheid voor de Klaverbank een pakket van maatregelen neergelegd dat hoofdzakelijk was gebaseerd op een voorstel van de vissers. Voor de grensoverschrijdende Doggerbank, heeft uiteindelijk, in 11, een internationale commissie van overheidsvertegenwoordigers en wetenschappers (de Dogger Bank Steering Group) een beschermingsvoorstel gemaakt. Met deze voorstellen zou straks in totaal 3,7 procent van de hele Nederlandse Noordzee zijn gesloten voor bodemberoerende visserij. In Duitsland, Denemarken en Groot-Brittannië werd hierover in 13 politiek akkoord bereikt. In december 1 werd het beschermingsvoorstel voor de Doggerbank, Klaverbank en Friese Front echter in (de Nederlandse) Tweede Kamer afgewezen. Hiermee is de bescherming van ook deze natuurgebieden ten tijde van schrijven nog onduidelijk (Rammelt, 1). Aanvullend is er nog een aantal gebieden op de Noordzee die in aanmerking komen voor bescherming onder één van de richtlijnen (IMARES, 1). Een overzicht van de gebieden en (voorlopige) besluiten is te vinden in tabel. De voor dit onderzoek meest relevante maatregelen betreffen de bodem-beroerende visserij, die na invoering van de maatregelen waarschijnlijk in.3% van het Nederlands Continentaal Plat niet meer toegestaan is (Rammelt, 1). Het aanwijzen van deze gebieden en de gerelateerde maatregelen is ook in Nederland een zaak waar veel sectoren en organisaties bij betrokken zijn. Figuur geeft een overzicht van de partijen. Gedurende het proces van aanwijzing en het opstellen van de beheerplannen wordt getracht zoveel mogelijk stakeholder betrokkenheid te waarborgen, maar dit kan ook leiden tot trage procesvorming en voortdurende onenigheid. Zo bestaat er een vergelijkbaar conflict tussen visserij en natuurbeschermers als wat Jones (6, 1) beschrijft over het wel of niet implementeren van no-take zones (zonder extractieve activiteiten) en waar. Waar een 9 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

10 Andere partijen EU Overheid Visserij Wetenschap Natuurbeschermingsorganisaties Figuur. Conceptueel diagram met relevante partijen. Noordzee beleid aantal natuurbeschermingsorganisaties graag een deel van de Noordzee gesloten ziet voor visserij (no-take zone) of op zijn minst voor bodemberoerende visserij, vreest de visserijsector dat dit soort maatregelen de vissers van werk en inkomen zal beroven (e.g. Hugenholtz, 7). Een voorbeeld is het VIBEGproces voor de Noordzeekustzone. In dit proces moeten de natuurbeschermingsorganisaties en de visserijsector tot overeenstemming komen over waar er no-take zones geïmplementeerd zullen worden, maar dat gaat moeizaam. Er zijn na het ondertekenen van het contract weer rechtszaken aangespannen omdat een deel van de betrokken garnalenvissers het er toch niet mee eens bleek te zijn (zie box ). Om tot een eenstemmig besluit te komen is het belangrijk dat er een duidelijk overzicht is van de verschillende opinies die deze stakeholders erop nahouden en waar deze op gebaseerd zijn. Daarbovenop moet duidelijk zijn welke taal er gesproken wordt door de verschillende stakeholders, en dienen er eenduidige begrippen en definities vastgesteld te worden zodat er minder langs elkaar heen gepraat wordt. Eerdere analyses uitgevoerd in Nederland hebben al bepaalde standpunten over de toenmalige situatie aan het licht gebracht. Hugenholtz (7) concludeert dat de visserijsector grotendeels tegen no-take zones is; deze gebieden zijn/worden allemaal geïmplementeerd op belangrijke visgronden en zullen visserijbedrijven dus de das om doen. De sector is van mening dat no-take zones niet nodig zijn wanneer de visdruk verminderd wordt, en dat no-take zones weinig zullen bijdragen aan het behoud van de visstanden. Ook vindt de sector dat zijn commentaar in het proces vaak niet in beschouwing wordt genomen, en dat het proces teveel gepolitiseerd is. Verder blijkt uit het onderzoek dat de natuurbeschermingsorganisaties de in 7 bestaande maatregelen en plannen juist niet ambitieus genoeg vonden, en dat Greenpeace zelfs graag % van de Noordzee compleet beschermd ziet. Ook vinden zij dat bij de instelling van MPA s de netwerkbenadering mist, en dat de besluiten meer op het ecosysteem als geheel gebaseerd moeten worden in plaats van op specifieke soorten en leefgebieden. Natura zien zij als te beperkt, en OSPAR zien zij graag beter uitgewerkt (Hugenholtz, 7). Voor de verschillen tussen OSPAR en Natura zie Bets (1). Haar analyse laat ook zien dat de geldende opinies in de tussentijd niet sterk zijn veranderd. De natuurbeschermingsorganisaties pleiten nog steeds voor MPA s, en hameren op een ecologische netwerkbenadering. Ecologie, en de bescherming van het ecosysteem staan voor deze organisaties voorop. Voor de visserijsector (in genoemd onderzoek slechts gerepresenteerd door één visveilingorganisatie) staat de economie voorop, en wordt verduurzaming van de vistechnieken als beste oplossing aangedragen (Bets, 1). Deze onderzoeken zijn informatief, maar vrij breed en daardoor relatief oppervlakkig. 1 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

11 Onduidelijk is nog waar de argumenten precies vandaan komen, en of de problemen tussen de stakeholders vergelijkbaar zijn met de door Jones (1) en Agardy (3) gesignaleerde problemen. Daarnaast heeft de situatie zich de afgelopen vier jaar weer verder ontwikkeld. Er zijn nu drie gebieden bijgekomen als Natura gebied, en de beheerplannen zijn onder constructie. De wetenschappelijke kennis over MPA s en hun effectiviteit blijft ondertussen toenemen, en er zijn meer en meer voorbeelden beschikbaar. Onderzoeksvragen Het doel van dit onderzoek is het debat tussen de visserijsector, de natuurorganisaties en de overheid en de rol van de wetenschap daarin onder de loep te nemen. Box 3 geeft een korte introductie van deze stakeholders. Aan de hand van interviews en literatuuronderzoek zullen de volgende verdiepende vragen beantwoord worden: 1. Welke argumenten worden in de discussie rondom de implementatie van MPA s in de Noordzee gehanteerd door betrokken stakeholders?. Kunnen voor- en tegenargumenten worden onderscheiden, en is een verdere verdeling te maken tussen argumenten van ecologische, socio-economische en culturele aard? 3. Klopt de feitelijke onderbouwing van de argumenten, is er sprake van onjuiste aannames?. Wat zijn de (schijn)tegenstellingen tussen de verschillende argumentaties? Hebben de door voor- en tegenstanders gehanteerde argumenten gemeenschappelijke delers van met name ecologische en socio-economische aard? 5. Is er sprake van misverstanden betreffende bepaalde definities en aannames, welke het beste opgehelderd kunnen worden aan het begin van een dergelijk stakeholderproces? 11 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

12 Box 3. Stakeholders Overheid Er zijn twee ministeries betrokken bij de implementatie van beschermde gebieden op de Noordzee: het ministerie van Economische Zaken (EZ) en het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M). Daarnaast is Rijkswaterstaat het uitvoerend orgaan van het ministerie van I&M. Een van de hoofddoelen van de overheid is het voldoen aan de Europese Wetgeving. Verder zegt de overheid bij het ruimtelijke beheer van de Noordzee de belangen van alle gebruikers en stakeholders in aanmerking te willen nemen (Rijksoverheid, 11). Visserijsector Nederland beschikt over een visserijvloot van zo n 6 schepen, die in 1 verantwoordelijk waren voor een opbrengst van naar schatting zo n 5 miljoen euro (LEI, 1), ~.7% van het bruto nationaal inkomen (CBS, 13). De visserij is onder te verdelen in kustvisserij, zeevisserij, grote zeevisserij, schelpdiervisserij en staandwantvisserij. De economisch belangrijkste doelsoorten zijn tong, schol, koolvis, schelvis, tarbot en griet, haring en garnalen (Noordzeeloket, 1a). De visserijsector moet voldoen aan het Europese Gemeenschappelijk Visserij Beleid (GVB), ingesteld in Het GVB is een Europese regeling voor het beheer van vissersvloten en het behoud van visbestanden (Europese Commissie, 1b). Binnen de visserijsector zijn er verschillende verenigingen en bonden, zoals de Nederlandse Vissersbond, VisNed en het Nederlandse Visbureau welke opkomen voor de belangen van vissers. Ook is er een relatief grote sportvisbranche in Nederland, waar Sportvisserij Nederland de belangenorganisatie van is. Natuurbeschermingsorganisaties Nederland kent vele natuurbeschermingsorganisaties, maar voor de Noordzee zijn de meest relevante het Wereld Natuur Fonds, Stichting de Noordzee, Greenpeace, de Vogelbescherming en Natuurmonumenten. De verschillende organisaties hebben verschillende tactieken en rollen binnen het debat. Allemaal maken ze zich echter sterk voor bescherming van de Noordzee, waarbij ze graag 3% van de Noordzee gevrijwaard zien van bodemberoerende visserij (Stichting de Noordzee, 11; Wereld Natuur Fonds, 1). Wetenschap De onderzoeksinstituten welke het meeste onderzoek doen naar de Noordzee en gerelateerde onderwerpen zijn IMARES (Institute for Marine Research and Ecosystem Studies), Deltares, en het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee). Ook is het LEI (Landbouw Economisch Instituut) van belang, en het Vlaamse ILVO (Instituut voor landbouw- en visserijonderzoek) Daarnaast voeren onafhankelijke wetenschappers en wetenschappers van verscheidene universiteiten onderzoek uit. 1 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

13 Tabel. Huidige gebieden in Nederland Gebied Aanwijzing Oppervlakte (km ) Noordzeekustzone Natura (Vogel- en Habitatrichtlijn), 1 OSPAR, 9 Voordelta Natura (Vogel- en Habitatrichtlijn), 8 OSPAR, 9 Vlakte van de Raan Doggersbank (Nederlandse deel) Natura (Habitatrichtlijn), 1 OSPAR, 9 Natura (aanmelding, habitatrichtlijn), 1 OSPAR, 9 Klaverbank Natura (aanmelding, habitatrichtlijn), 1 OSPAR, 9 Friese Front Natura (vogelrichtlijn), 1 Mogelijke bescherming onder KRM Centrale oestergronden Mogelijke bescherming onder KRM Visserijmaatregelen 1 VIBEG (niet uitgevoerd) 1% geen visserij 15% geen bodemberoerende visserij 8% innovatie 7% overig visgebied Per 16 visserij boomkor met wekkerkettingen beëindigd. 9 Bodembeschermingsgebieden (3 ha) (beperkte visserij). Rustgebieden, bijna allemaal in bodembeschermingsgebieden (nagenoeg geen visserij). Overig (nagenoeg alle visserij) Per 16 visserij boomkor met wekkerkettingen beëindigd. 175 VIBEG 3 gebieden tijdelijk gesloten voor bodemberoerende visserij voor onderzoek/monitoring. Per 16 visserij boomkor met wekkerkettingen beëindigd. 715 FIMPAS (Niet aangenomen) Voorgesteld: 33.% vrij van bodemberoerende visserij. 135 FIMPAS (Niet aangenomen) Voorgesteld: 5% vrij van bodemberoerende visserij. 88 FIMPAS (Niet aangenomen) Juni November verbod staandwantvisserij Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

14 Materiaal en Methoden Om de deelvragen te beantwoorden zijn voor dit onderzoek 6 respondenten geïnterviewd binnen de verschillende sectoren. Deze zijn geselecteerd volgens de netwerkmethode (Boeije et al., 9), waarbij gebruik is gemaakt van het netwerk van het Wereld Natuur Fonds en Stichting de Noordzee, en vervolgens van de respondenten zelf. Voor de visserijsector is gekozen voor zowel visservoormannen en -vrouwen als vissers zelf. Voor een hoge representativiteit zijn verschillende vissers geselecteerd, die verschillen vertoonden in gehanteerde vistechniek, grootte van het bedrijf en visgebieden. Binnen de beleidssector zijn respondenten geselecteerd voor de verschillende ministeries en Rijkswaterstaat. Binnen de wetenschap zijn mensen geselecteerd van verschillende onderzoeksinstituten, en uit verschillende expertises (visserij, mariene ecologie, beleid). Daarnaast is een aantal medewerkers van de natuurbeschermingsorganisaties geïnterviewd. Gezien de diversiteit aan visies binnen de visserij en de wetenschap, bevatten deze categorieën meer respondenten. Tabel 3 geeft een overzicht van de geïnterviewde stakeholders. Tabel 3. Respondenten Stakeholdergroep Respondenten Natuurbeschermingsorganisaties WNF SDN Vogelbescherming Nederland Greenpeace Beleid Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ministerie van Economische Zaken (x) Rijkswaterstaat (x) Wetenschap IMARES (3x) NIOZ ILVO Deltares LEI Van Hall Larenstein Visserij Nederlandse Vissersbond VisNed TS 31 Ekofishgroup Vissersverenigingen Hulp in Nood & Ons belang Sportvisserij Nederland Geertruide BV. Zeevisserijbedrijf Jan Kramer BV. PO Texel Ter verhoging van de validiteit is een interviewplan opgesteld, waaruit een vragenlijst is voortgekomen die aan iedereen is voorgelegd (zie bijlage 1). Om de antwoorden van de verschillende stakeholders te kunnen vergelijken en de betrouwbaarheid te vergroten is gekozen voor (semi)-gestructureerde interviews; de vragen en de volgorde zijn zoveel mogelijk gestandaardiseerd. Afhankelijk van de antwoorden werd er af en toe op een bepaalde manier doorgevraagd. De vragen hebben betrekking op de doelen en definities van MPA s, de huidige toestand van de gebieden en de (potentiële) maatregelen. Ook zijn er vragen over de (ideale) toekomst, en over de verwachtingen van de stakeholders aangaande de visie van de ándere stakeholders. Tijdens de interviews zijn notities gemaakt en de gesprekken zijn opgenomen. Om de betrouwbaarheid te verhogen zijn de uitgewerkte interviews naar de respondenten teruggestuurd, waarbij deze de mogelijkheid hadden om

15 aanpassingen te doen. De meeste interviews hebben face-to-face plaatsgevonden, en een viertal vanuit praktische overwegingen via Skype. Voor de overkoepelende analyse is een thema-analyse uitgevoerd (Braun & Clarke, 6). Er is een aantal belangrijke thema s afgeleid uit de vragen en antwoorden. Vervolgens werd per respondent gekeken wat er over deze thema s werd gezegd. Vanuit de thema s werden vervolgens de meest genoemde kernzaken geïdentificeerd, gecodeerd en uitgewerkt. 15 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

16 Resultaten De belangrijkste kernzaken die per thema uit de verschillende interviews naar voren zijn gekomen zijn in tabellen gezet met per sector het aantal respondenten. Wanneer respondenten een thema of onderdeel niet noemden betekende dit niet per se dat het voor hen niet gold; het werd alleen niet door hen in het gesprek opgevoerd en is dus buiten de analyse gehouden. Definities en doelen Omtrent de definitie van een beschermd gebied was iedereen het erover eens dat een bepaald onderdeel van de zee beschermd moet worden (tabel ). Sommigen, met name enkele natuurbeschermingsorganisaties en wetenschappers, hadden het over het beschermen van de natuur in het algemeen, maar de meesten vonden dat het om specifieke natuurwaarden gaat. Een gebied met bepaalde kenmerken waarvan het beschermen de moeite waard is, sprak één beleidsmedewerker. Een aantal respondenten (veelal vissers) kaartte echter aan dat het voor hen nog onduidelijk is wat er precies beschermd moet worden: Een gebied waar iets beschermd wordt, maar wat? of Het is ons nooit duidelijk gemaakt wát er precies beschermd moet worden. Wat betreft de mogelijkheid tot gebruik vonden de meeste respondenten dat er wel (bepaald) gebruik in de gebieden kan plaatsvinden, afhankelijk van de activiteit en de te beschermen natuurwaarden. Er kan dus wel gereguleerde activiteit plaatsvinden, maar de natuur staat voorop stelde één natuurbeschermingsorganisatie. Eén natuurbeschermingsorganisatie en een aantal wetenschappers verstonden een complete no-take zone onder beschermd gebied. Er werd echter vaak aangekaart dat er verschillende delen van beschermde gebieden zijn, waaronder complete no-take zones, maar ook gebieden waar bepaalde vormen van gebruik wel mogelijk zijn. Zo zei één natuurbeschermingsorganisatie Een MPA is niet meteen zeereservaat; er zijn verschillende categorieën/zones. Er was een verschil tussen het noemen van een bepaalde definitie of doel en het er ook daadwerkelijk mee eens zijn. Zo reageerde een aantal vissers (n=) op deze vraag indirect, en gaf aan wat zij verwachtten dat ermee bedoeld werd; Het wordt in onze optiek té vaak gezien als een gebied compleet zonder visserij. Visserijmedewerkers van wie duidelijk was dat ze het wel over hun eigen visie hadden (n=5) waren altijd vóór gebruik; een beschermd gebied was voor hen niet hetzelfde als een gesloten gebied. Tabel. Definitie van beschermde gebied (NB=natuurbeschermingsorganisatie, B=beleid, W=wetenschap & V=visserij). Definitie NB % B % W % V* % Tota al Bescherming van: Natuur algemeen Specifiek onderdeel/waarden Onduidelijk Gebruik mogelijk in delen van de gebieden (zonering): Ja Nee Totaal aantal respondenten *De visserij antwoordde hier vaak indirect; gaf aan wat zij verwachtte dat door anderen als definitie beschouwd zou worden, maar was het hier niet per se mee eens. 16 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom? %

17 Wanneer de respondenten gevraagd werd wat volgens hen het doel was van beschermde gebieden, werden er verschillende dingen genoemd (tabel 5). Ook hier reageerde een aantal vissers indirect (n=5), en was het niet per se eens met deze doelen. De doelen zijn onderverdeeld in ecologische, socio-economische en culturele doelen. Een belangrijk ecologisch doel was het creëren en herstellen van een natuurlijk systeem. Hier behoren opmerkingen toe met betrekking tot natuurlijk functioneren, een gezonde zee, een robuuste en bestendige natuur. Dit doel refereert met name aan het beschermen van het systeem als geheel. Een voorbeeld is de bewering dat Het hogere doel van zo n netwerk van beschermde gebieden is het beschermen en herstellen van leefgebieden die essentieel zijn voor de gezondheid van de Noordzee en Uiteindelijk leidt dat tot een goed functionerend ecosysteem. Dit argument werd vaak genoemd door natuurbeschermingsorganisaties en de wetenschap. Dit in contrast met de specifiekere doelen die bij de wetgeving horen, zoals de bescherming van bepaalde soorten, habitats of structuren, welke veel genoemd werden door beleidsmedewerkers en de visserij: De natuurwaarden/instandhoudingsdoelen zoals gesteld in de aanwijzingsbesluiten moeten beschermd worden. Vaak werd dan gerefereerd aan de zeebodem. Volgens één wetenschapper is dat ook het enige wat je echt kunt beschermen met de methode van beschermde gebieden. Het socio-economische doel van verbeterde visstanden, mede door het spillover effect, werd door een aantal natuurbeschermingsorganisaties en wetenschappers aangekaart, en door twee mensen uit de visserijsector (opnieuw: de visserij was het hier niet per se mee eens). Met het spillover effect wordt bedoeld dat het aantal vissen binnen het beschermde gebied dermate toeneemt dat er een export van vissen en eitjes naar de naastgelegen gebieden plaatsvindt. Een aantal natuurbeschermers en beleidsmedewerkers noemde ook als doel het in stand houden van de zee voor gebruik op de lange termijn. Ook wij profiteren van zo n gezond ecosysteem; we onttrekken er ons voedsel aan maar er zijn nog meer belangrijke processen waarvan wij afhankelijk zijn. Ook gaf een aantal respondenten aan dat de natuur een intrinsieke waarde heeft, die wij dienen te beschermen, waarbij bijvoorbeeld aangegeven werd dat niet alles meetbaar hoeft te zijn in een ecologische munteenheid. Door een aantal wetenschappers en visserijbetrokkenen werd opnieuw aangegeven dat de doelen van beschermde gebieden voor hen onduidelijk zijn. Tabel 5. Doelen van beschermde gebieden (NB=natuurbeschermingsorganisatie, B=beleid, W=wetenschap & V=visserij). Doel N % B % W % V* % Tot aal Ecologisch: Referentie voor onderzoek Creëren van een natuurlijk systeem Bescherming/herstel van specifieke onderdelen Socio-economisch: Verbeterde visstanden Garantie lange termijn gebruik 5 15 Cultureel: Intrinsieke waarde van de natuur Doelen zijn onduidelijk Totaal aantal respondenten *De visserij antwoordde hier vaak indirect; gaf aan wat zij verwachtte dat door anderen als definitie beschouwd zou worden, maar was het hier niet per se mee eens. % 17 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

18 Voor- en nadelen van beschermde gebieden op de Noordzee Om de voor- en tegenargumenten van beschermde gebieden te achterhalen moeten we kijken naar welke voor- en nadelen worden aangedragen door de verschillende groepen (tabellen 6 en 7). Ook deze zijn weer opgedeeld in ecologische en socio-economische voor- en nadelen. Wanneer we kijken naar de voordelen zien we dat deze redelijk overeenkomen met de gestelde doelen (zie tabel), behalve het argument dat de natuur een intrinsieke waarde heeft. De verdeling van de stakeholders over de voordelen komt echter niet overeen met de verdeling over de doelen. Opnieuw moet opgemerkt worden dat de visserij indirect reageerde, en dat sommige voordelen volgens hen geopperd worden, maar dat dit niet per se betekent dat ze het zelf ook zo zien. Het natuurlijke systeem werd genoemd door natuurbeschermingsorganisaties, beleidsmedewerkers, wetenschappers en een enkele visser. De wetenschap en visserij hadden het vaker over bescherming van specifieke onderdelen. Ook werd als voordeel genoemd dat beschermde gebieden een referentiekader kunnen vormen voor onderzoek. Vanuit socio-economisch perspectief werden verbeterde visstanden weer genoemd, met name door de natuurbeschermingsorganisaties, de wetenschap en een enkele visser. Interessant is dat beleidsmedewerkers dit nooit als doel of voordeel noemden. Wat betreft de nadelen werden er een aantal ecologische, maar met name veel socioeconomische nadelen genoemd. Displacement, waarbij door verplaatsing van de visserij de druk op naastgelegen gebieden vergroot wordt, wordt door de helft van de natuurbeschermers, twee wetenschappers en bijna de helft van de vissers genoemd. Een ander ecologisch nadeel dat genoemd werd is het blindstaren op MPA s. Hiermee werd bedoeld dat er alleen wordt gekeken naar beschermde gebieden, terwijl er volgens sommigen ook andere maatregelen nodig zijn om de Noordzee te beschermen; Het gevaar is dat je zo n gebied aanwijst en er een hekje omheen zet, terwijl in de rest van de zee alles toegestaan is, en Natuurwaarden en hun bedreigingen beperken zich helaas niet tot specifieke gebieden. Dus alleen beschermde gebieden is niet genoeg, je zult meer moeten doen. Maar er is nu de neiging teveel op die beschermde gebieden te focussen, terwijl we ons ook op generieke bescherming zouden moeten richten. Er werden twee nadelen genoemd die met het proces te maken hebben: de discussie die als gevolg van het proces op gang komt, en het verlies van draagvlak bij ongewenst resultaat. Beide argumenten werden een enkele keer door een natuurbeschermingsorganisatie, beleidsmedewerker of wetenschapper genoemd. Er werden twee nadelen voor de visserij genoemd: schade aan de visserij door verlies van ruimte/inkomen (n=19, uit alle groepen) en dat het een negatief/averechts effect zou hebben op de visstand (vissers, n=). Zo stelde een van hen In het algemeen zien wij dat waar minder gevist wordt, er minder voor ons interessante soorten zijn. Dit kun je zien in de Box. Scholbox De scholbox is een gebied aan de kust van Nederland, Duitsland en Denemarken, en is een belangrijke kraamkamer voor jonge schol. Het gebied werd in 1989 geïnstalleerd om de bijvangst van jonge schol te verminderen, en werd in eerste instantie de helft van het jaar gesloten voor de visserijvloot met boten krachtiger dan 3 pk, en vanaf 1995 het jaar rond. De scholbiomassa ging echter achteruit en de jonge vis verplaatste zich naar de randen van de box. Volgens de visserij was dit het gevolg van het gebrek aan bodemberoering en dus minder vrijkomende nutriënten die als voedselbasis kunnen dienen. Een studie naar de scholbox toonde aan dat de verplaatsing van de jonge schol waarschijnlijk het gevolg was van veranderingen in temperatuur en eutrofiering (Beare et al., 1; Beare et al., 13). Een andere studie toonde echter aan dat bodemberoerende visserij het voedselaanbod voor jonge schol inderdaad kan verbeteren, met als gevolg dat de schol met de visserij mee zal bewegen (Hiddink et al., 8). De effectiviteit van de scholbox blijft lastig te beoordelen omdat de zone altijd open bleef voor visserij met schepen kleiner dan 3 pk (Beare et al., 1; Beare et al., 13). 18 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

19 scholbox. Hierbij werd altijd de scholbox als voorbeeld genomen van hoe beschermde gebieden niet zouden werken. Box geeft een korte uitleg van de scholbox, en in de discussie wordt hier verder op ingegaan. Door een aantal beleidsmedewerkers (n=3) werd genoemd dat er belemmeringen zullen zijn voor andere partijen zoals de recreatieve sector. Een illustratieve quote over belemmeringen was Maar zo hebben we ook ooit stoplichten gebouwd; dat was ook een belemmering voor bepaalde mensen, maar die waren wel van maatschappelijk belang. Door vier mensen werd genoemd dat beschermde gebieden complicaties voor de overheid met zich meebrengen met betrekking tot handhaving e.d. Interessant is dat geen enkele beleidsmedewerker dit zelf aangaf. Tabel 6. Voordelen van beschermde gebieden (NB=natuurbeschermingsorganisatie, B=beleid, W=wetenschap & V=visserij). Voordelen NB % B % W % V* % Totaal % Ecologisch: Referentie voor onderzoek Creëren van een natuurlijk systeem Bescherming/herstel van specifieke onderdelen Socio-economisch: Verbeterde visstanden Garantie lange termijn gebruik Totaal aantal respondenten *De visserij antwoordde hier vaak indirect; gaf aan wat zij verwachtte dat door anderen als definitie beschouwd zou worden, maar was het hier niet per se mee eens. Tabel 7. Nadelen van beschermde gebieden (NB=natuurbeschermingsorganisatie, B=beleid, W=wetenschap & V=visserij). Nadelen NB % B % W % V % Totaal % Ecologisch: Displacement Blindstaren op MPA's Negatief effect op de visstand 8 Socio-economisch: Discussie/gevolgen van het proces Verlies draagvlak bij ongewenst/onvoldoende resultaat Schade visserij (economisch/ruimte) Schade andere partijen Complicaties voor de overheid Totaal aantal respondenten Aanwijzing en maatregelen beschermde gebieden op de Noordzee Wanneer we kijken naar de huidige situatie in Nederland zijn de meningen daarover verdeeld (tabellen 8 en 9). Er werden een aantal positieve en negatieve punten genoemd. Ten eerste verwachtten alle natuurbeschermingsorganisaties en alle beleidsmedewerkers dat de huidige afspraken op zijn minst zullen bijdragen aan bescherming van bepaalde onderdelen van de zee, en dat het een stap in de goede richting is. Veel respondenten kaartten echter aan dat 19 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

20 we er nog niet zijn. Wat betreft de ligging van de huidige gebieden (welke op basis van een afweging tussen natuur en economie gekozen is) vonden de natuurbeschermingsorganisaties, beleidsmedewerkers en wetenschap de locaties geschikt. De visserij was echter niet te spreken over de locaties; zij gaven aan dat het vaak juist belangrijke visgebieden voor hen zijn. Wat door een aantal vissers en visserijmedewerkers werd genoemd (n=3) is dat zij zelf een voorstel hebben gedaan of zouden willen doen met ecologisch relevante gebieden, maar dat dit voorstel niet in beschouwing wordt genomen. Volgens één visser weten de andere stakeholders Niet hoe het zit, en een ander noemde dat het nu een beetje voelt als treiterij. Wat betreft de grootte van de gebieden vonden de meeste stakeholders (n=1) de vaststelling daarvan niet goed, al verschilde dit tussen te klein (natuurbeschermingsorganisaties, beleidsmedewerkers en wetenschap, n=8) of juist te groot (visserij, n=). Respondenten die de gebieden te klein vonden noemden ook vaak de versnippering, en de term postzegels is door alle interviews heen zo n 6 keer genoemd. Hierbij refereerden de respondenten echter vaak meer aan de daadwerkelijk gesloten gebieden (no-take zones) binnen de aangewezen gebieden. Hieraan verbonden was de opmerking dat er momenteel een soort handjeklap om procenten plaatsvindt, en dat er veel gepolderd wordt tot een compromis. Volgens sommigen leidt dit tot een halfzachte implementatie, terwijl anderen juist stelden dat het niet anders kan en dat er met alle belangen rekening gehouden moet worden. Door een aantal vissers (n=5) werd gesteld dat de gebieden niet of averechts zullen werken, waarbij opnieuw de scholbox of andere voorbeelden uit het verleden werden genoemd. Ook werd de dynamiek van met name de kustzones als gevolg van stroming, getijden en weersomstandigheden genoemd als reden waarom (vaste) gesloten gebieden niet zullen werken. Door met name natuurbeschermingsorganisaties, beleidsmedewerkers en wetenschappers werd aangekaart dat het van de maatregelen afhangt wat het effect van de gebieden zal zijn. Een aantal vissers (n=5) gaf aan dat de doelen van de aanwijzing van de gebieden voor hen nog steeds onduidelijk zijn. Wat betreft de huidige geplande maatregelen voor de gebieden is het meest opvallende dat 3 van de 6 respondenten noemden dat het effect ervan nog onduidelijk is, dus dat we dat nog moeten zien. Verder vonden 15 respondenten (verdeeld over alle groepen) dat bepaalde maatregelen wel bij zouden kunnen dragen aan bescherming. Alle natuurbeschermers, één beleidsmedewerker en drie wetenschappers vonden dat er nog te weinig maatregelen worden genomen, terwijl één visser vond dat er te veel en te rigoureuze maatregelen worden genomen. Zes van de visserijbetrokkenen verwachtten dat de maatregelen schadelijk zullen zijn voor de visserij, geen van de andere stakeholdergroepen zei daar iets over (terwijl dit door de respondenten wel uitgebreid als nadeel werd genoemd). Een aantal respondenten noemde de huidige situatie niet te handhaven vanwege de vorm en grootte van de daadwerkelijk gesloten gebieden; De habitat moet ergens aan voldoen. Bij de Klaverbank zijn maar delen van het gebied bedekt met een bepaalde habitat, dus worden alleen die delen beschermd. Dit leidt tot een moeilijk te handhaven oppervlakte. Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

21 Tabel 8. Aanwijzing van de gebieden in Nederland (NB=natuurbeschermingsorganisatie, B=beleid, W=wetenschap & V=visserij). Aanwijzing NB % B % W % V % Tot % aal Positief: Het kan bijdragen aan bescherming De locaties zijn goed De grootte is goed Negatief: Het is een (slappe) compromis De locaties zijn niet goed De grootte is niet goed Natura is beperkt Het werkt niet/averechts Neutraal: Het hangt af van de maatregelen De doelen zijn nog onduidelijk Totaal aantal respondenten Tabel 9. Maatregelen van de gebieden in Nederland (NB=natuurbeschermingsorganisatie, B=beleid, W=wetenschap & V=visserij). Maatregelen NB % B % W % V % Totaal % Positief: Het kan bijdragen Negatief: Niet genoeg Te veel/te streng Niet handhaafbaar Schade visserij Neutraal: Effecten onduidelijk Totaal aantal respondenten Percepties over de andere stakeholders Om uit te zoeken of er misverstanden bestaan aangaande de mening van andere stakeholders werd de respondenten gevraagd wat zij dachten dat de andere stakeholders als doel van beschermde gebieden zagen (tabel 1). Als we beginnen met welk doel verwacht werd van de natuurbeschermingsorganisaties, noemden van de respondenten iets wat behoorde tot het thema natuurlijk ecosysteem. Eén visser noemde specifiek de bescherming van de bodem als doel, en twee specifiek de bescherming van de gebieden tegen visserij. Een aantal respondenten noemde dat natuurbeschermingsorganisaties vaak een nogal idealistisch beeld hebben van de Noordzee: Ze hebben soms heel idealistische beelden over hoe de natuur er uit ziet en wat er mogelijk is. Met betrekking tot beleid is het opvallend dat alle natuurbeschermingsorganisaties en bijna alle wetenschappers aangaven dat het doel van de beleidsmedewerkers het voldoen aan de regelgeving is. Hun doel is doorgaans enkel het tegemoetkomen aan de regels die nationaal en vanuit de EU gesteld worden werd er door velen gesteld. Natuurbescherming werd echter ook door een aantal respondenten genoemd, al gaven ze vaak aan dat dat verschilde per beleidsmedewerker: Aan de andere kant zijn het ook mensen, en met ieder persoon kan die doelstelling weer iets anders zijn. 1 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

22 Over de wetenschap werd ten eerste gezegd dat er binnen de wetenschap veel variatie is. Natuurbescherming en kennisontwikkeling werden als doelen genoemd. Daarnaast werd door sommigen aangegeven dat wetenschappers er geen belang bij en dus ook geen mening over (dienen te) hebben. De wetenschap heeft op zich geen belang bij de zaak, zij dienen alleen goede onderzoeksresultaten te leveren. Wat betreft de visserij dachten 1 van de 17 respondenten dat de visserij het nut niet ziet van beschermde gebieden. Zij willen minder al dan niet geen beschermde gebieden, en zien er niet echt het nut van in. van de 17 kaartten aan dat het verbeteren van de visstand een doel van beschermde gebieden zou kunnen zijn, maar ze noemden daarbij bijna allemaal dat het hen niet duidelijk was of de visserij dat zelf ook zo ziet. Tabel 1. Percepties over elkaar (NB=natuurbeschermingsorganisatie, B=beleid, W=wetenschap & V=visserij). Over elkaar NB % B % W % V % Totaal % Over NB: Natuurlijk systeem X X Bescherming bodem X X Idealistisch/onrealistisch X X Bescherming tegen visserij X X 9 Totaal aantal respondenten Over Beleid: Voldoen aan EU wetgeving 1 X X Natuurbescherming 3 75 X X Totaal aantal respondenten Over Wetenschap: Varieert sterk 5 1 X X 1 11 Natuurbescherming 5 X X 6 33 Kennisontwikkeling X X 6 33 Geen mening X X Totaal aantal respondenten Over Visserij: Geen doel X X 1 8 Visstand X X Natuur X X 5 9 Totaal aantal respondenten Proces Wat het proces betreft is kort gekeken naar of mensen zich voldoende betrokken voelden bij de aanwijzing en de beheerplannen/maatregelpakketten (tabel 11). Opvallend is dat de meeste natuurbeschermingsorganisaties, beleidsmedewerkers en wetenschappers zich wel voldoende betrokken voelden, maar de visserijsector niet. De enige respondent die zich hierbij voldoende betrokken voelde, was verbonden aan de sportvisserij. Wat de visserijmedewerkers vaak noemden was dat ze wel inspraak hadden, maar dat ze het idee hadden dat er niets met deze inspraak werd gedaan (n=): Ik heb niet het idee dat de overheid ons voldoende serieus neemt. Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

23 Tabel 11. Betrokkenheid (NB=natuurbeschermingsorganisatie, B=beleid, W=wetenschap & V=visserij). Voldoende betrokken NB % B % W % V % Totaal % Ja Nee Totaal aantal respondenten De respondenten werd ook gevraagd wat zij voorafgaand aan het proces graag verduidelijkt zagen. De onderdelen die daarbij het meest genoemd werden staan in tabel 1. Duidelijk is dat bijna iedereen het belangrijk vond dat de doelen van het proces duidelijk gemaakt worden. Dit werd op verschillende manieren genoemd, van We moeten het eens worden over welke doelen we willen bereiken tot Wat beschermen we en hoe gaan we dit monitoren? Andere belangrijke punten waren de spelregels en de rollen van de verschillende stakeholders daarin. Hiertoe behoorden vragen als Wat zijn de randvoorwaarden van het proces?, en Welke inbreng hebben de stakeholders?. Andere aspecten waren verduidelijking van bepaalde definities, zoals bodemberoerende visserij of habitattype 111. Wat door een aantal vissers (n=3) genoemd werd was dat er een plan B moet zijn: wat gebeurt er als de resultaten niet zijn zoals voorspeld? Zo stelde één visser: En wat gebeurt er wanneer het niet blijkt te werken? Wordt het dan teruggedraaid? We hebben nu heel erg het gevoel dat we een vinger geven en ze nemen onze hele hand, je krijgt nooit meer iets terug. Ook werd het belangrijk geacht dat er een duidelijk tijdpad voor het proces is, met duidelijke deadlines. Tabel 1. Wat moet er vooraf duidelijk gesteld? (NB=natuurbeschermingsorganisatie, B=beleid, W=wetenschap & V=visserij). Vooraf duidelijk NB % B % W % V % Tota al % De doelen van proces Definities Spelregels proces/rol stakeholders Visie stakeholders/overheid Tijdspad Plan B Totaal aantal respondenten Toekomstvisie De respondenten werd ook gevraagd wat zij graag anders zouden zien, en hoe hun ideale toekomst met betrekking tot de Noordzee eruit zou zien (tabel 13). Een aantal respondenten gaf aan dat zij graag een sterkere visie en ambitie zagen, vaak wijzend naar de overheid. Dus dat er een duidelijke keus moet worden gemaakt, en dat er een visie moet zijn op Wat betekent dit nou allemaal, wat is duurzaam, hoe ziet de Noordzee eruit, hoe moeten we haar gebruiken etc.? Een aantal natuurbeschermingsorganisaties, één beleidsmedewerker en twee wetenschappers hadden het graag wat groter en strenger aangepakt zien worden, terwijl de visserij juist aankaartte dat er meer rekening gehouden moet worden met de visserij. Wat verder vaak genoemd werd was meer samenwerking, en een meer internationale aanpak. Daarnaast wordt alles nu op lidstaatniveau geregeld, terwijl een coherent Noordzeebeleid beter zou zijn was een daaraan gerelateerde opmerking. Wat betreft een ideale toekomst werd een gezonde en productieve Noordzee door 18 van de 6 respondenten genoemd, al richtte de visserij zich hierbij dan meer op een visnamige (rijk aan vis) Noordzee ( Hoe ik het graag zie is dat we in een rijke visnamige Noordzee kunnen vissen, op een verstandige manier. ) en de andere stakeholders meer op een robuust, veerkrachtig of natuurlijk functionerend ecosysteem ( Ik zie een zee met een sterk 3 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

24 voedselweb, waarin alle lagen voldoende vertegenwoordigd zijn, zodat het ook klappen op kan vangen. Dus een gedegen en stabiel systeem, met díe habitats die bijdragen aan de diversiteit van de Noordzee. ). Met betrekking tot beschermde gebieden noemden alle natuurbeschermingsorganisaties, een aantal beleidsmedewerkers en de meeste wetenschappers deze gebieden wel als onderdeel van hun toekomstbeeld, al dan niet in verschillende vormen. Echter, van de 6 respondenten hadden het ook over (duurzaam) gebruik in of rond die gebieden. Een aantal vissers zag idealiter helemaal geen beschermde gebieden, en ook één beleidsmedewerker noemde dit, waarbij het volgende werd aangegeven: Ik denk dat we daar in de toekomst geen beschermde gebieden meer voor nodig hebben. Ik denk dat we ze nu nodig hebben omdat we niet in staat zijn de boel duurzaam te beheren. Het is dus een goed tijdelijk alternatief, maar over 3 jaar schat ik dat de technieken en kennis over de systemen zo zijn dat er voldoende duurzaam gebruik plaatsvindt, en het probleem niet meer zo speelt. Door veel vissers en twee wetenschappers werd genoemd dat zij graag beter en meer overleg zien rondom de ruimtelijke verdeling van de Noordzee: Er moet dan intensief overlegd worden door NGO s en vissers over een beheerplan, gefaciliteerd door de overheid. Wat er volgens de natuurbeschermingsorganisaties, beleidsmedewerkers en de wetenschap nu moet gebeuren, is het nastreven van een meer internationale en ecosysteemgerichte aanpak ( We moeten internationaal handelen, kijkend naar het hele systeem ). Daarnaast vond men het belangrijk dat nu aan de slag wordt gegaan met de huidige plannen, dat te monitoren en vervolgens te kijken wat de resultaten zijn ( Er moet uitgevoerd worden wat er nu ligt. Het zal een lange adem zijn en dan kunnen we evalueren of het goed was. Maar als we het niet doen zullen we er nooit achter komen wat er gebeurt. ). Dit in tegenstelling tot de visserij, die vond dat er meer overleg moet plaatsvinden. Volgens sommigen respondenten uit de visserij moet het proces zelfs geheel anders, waarbij gepleit werd voor samenwerking en het ontstaan van vertrouwen tussen de stakeholders ( Idealiter moeten overeenkomsten gevonden worden tussen de wensen van de NGO s en de visserij. Er zijn bijvoorbeeld ook gebieden in de Noordzee waar we niet vissen, waar je dus tot een overeenkomst zou kunnen komen. Er moet directe betrokkenheid zijn, en er moet eerlijk uitgelegd worden wat er aan de hand is en waarom bepaalde maatregelen genomen worden. ). Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

25 Tabel 13. Toekomstvisies (NB=natuurbeschermingsorganisatie, B=beleid, W=wetenschap & V=visserij). Toekomst NB % B % W % V % Tot aal Graag anders: Visie & Ambitie Groter/strenger Meer rekening met de visserij Samenwerking Internationaal Totaal aantal respondenten Toekomst visie: Gezonde/productieve Noordzee , (Strict) beschermde gebieden (Duurzaam) gebruik Geen beschermde gebieden Meer overleg Totaal aantal respondenten Wat moet er gebeuren? Internationale/ecosysteem benadering Heldere visie 5 8 Verduurzaming Aan de slag Overleg/proces Totaal aantal respondenten % 5 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

26 Discussie In deze sectie worden de genoemde argumenten vergeleken met wetenschappelijke onderzoeken (niet te verwarren met de visies van de geïnterviewde wetenschappers). Vervolgens zullen een aantal tegenstellingen en gemeenschappelijke delers besproken worden, en wordt er een mogelijke way forward beschreven. De argumenten MPA s in het algemeen Vóór De argumenten voor MPA s die door de verschillende stakeholders in deze discussie aangekaart worden zijn onder te verdelen in ecologische, socio-economische en culturele argumenten. De ecologische argumenten voor MPA s hangen nauw samen met de verschillende doelen die genoemd worden; referentie voor onderzoek, bescherming van het natuurlijke systeem en bescherming/herstel van specifieke onderdelen. Wat betreft referentie voor onderzoek wordt door verschillende wetenschappelijke auteurs aangekaart dat met name no-take MPA s hier zeer geschikt voor zijn, omdat ze vergelijkingsmateriaal bieden voor gebieden met veel menselijke impact, zodat uitgezocht kan worden wat het effect van die impact is (Murray et al., 1999; Jones, 1). Zo is er onlangs een studie gedaan die het effect van MPA s wereldwijd bekijkt, waarbij bepaalde MPA s als referentie worden gebruikt (Edgar et al., 1). Wanneer we kijken naar het beschermen of herstellen van het natuurlijke ecosysteem als geheel, zijn er vele onderzoeken wereldwijd die beamen dat MPA s deze effecten kunnen hebben. Lester et al. (9) voerden een metastudie uit, waarbij ze het effect van compleet gesloten gebieden (no-take MPA s) op vier biologische aspecten bekeken: biomassa, dichtheid, grootte en diversiteit van de organismen. Ze vergeleken data van 1 verschillende no-take MPA s wereldwijd. Hoewel de resultaten per studie erg verschilden, concluderen ze dat complete no-take zones gemiddeld gezien een positief effect hebben op deze vier factoren. Belangrijker nog is dat in tegenstelling tot wat sommige auteurs claimen, ze deze resultaten ook vonden voor de meer gematigde regio s (en niet alleen voor tropische gebieden). Wat ze wel aankaarten is dat er nog weinig data beschikbaar zijn voor no-take MPA s in gebieden met zachte sediment bodems, zoals de Noordzee. Rabaut et al. (9) beschrijven echter wel hoe juist bepaalde soorten in zachte bodemhabitats gevoelig kunnen zijn voor de effecten van bodemberoering. Ook kunnen beschermde gebieden positieve effecten hebben op het beschermen van bepaalde zeldzame soorten en/of habitats (Jones, 1). Agardy et al. (11) stellen dat MPA s vaak focussen op bescherming van specifieke onderdelen, maar dat de som van veel van dit soort gebieden binnen een wijd strategisch marien plan veel meer kan betekenen, en van belang kan zijn voor ecosysteem-gebaseerd management. Wanneer we kijken naar de socio-economische voordelen komt ten eerste het veel genoemde spillover effect naar voren, en de daaraan verbonden verbetering van de visstanden. Doordat de productie in de beschermde gebieden toe zou nemen, zou er een export van vissen, eitjes en larven naar de omgelegen gebieden plaats kunnen vinden (Gell & Roberts, 3). Het bestaan van dit effect voor gematigde streken -met vaak zeer mobiele soorten- staat nog steeds ter discussie (Kaiser, 5). Door de grote schaal van het habitatgebruik van vissen zoals schol of kabeljauw zouden volgens sommigen onrealistische grote gebieden nodig zijn, willen ze voldoende bescherming bieden (Kaiser, 5). Het aantal wetenschappelijke artikelen wat het spillover effect in gematigde zones ondersteunt is klein, maar wel groeiende. Vandeperre et al. (11) deden een metastudie naar het effect van MPA s op visserij in het nabijgelegen Zuid-Europa, en concludeerden dat de no-take MPA s daar een positief effect 6 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

27 hadden op de vangst per inspanningseenheid van de doelsoorten. Maar er zijn meer voorbeelden te noemen. Zo is de Georges Bank in de VS een goed voorbeeld van een gematigde zandige regio, waarbij er dankzij een aantal gesloten gebieden een spillover van schelvis en een aantal scholsoorten optrad (Reuchlin-Hugenholtz, 7; Murawski et al., ). Voor sterk mobiele soorten kunnen beschermde gebieden helpen wanneer deze zich bijvoorbeeld bevinden op belangrijke paai-, groei- of migratiegronden (Gell & Roberts, 3). Dus hoewel het niet in alle gevallen kan worden aangetoond, zijn er bewijzen die het spillover effect ondersteunen, al moeten de gebieden dan wel goed gehandhaafd worden en groot genoeg zijn (Gell & Roberts, 3). Een ander socio-economisch voordeel wat genoemd wordt is het op lange termijn veilig stellen van de mariene omgeving en haar gebruiksfuncties. Veel studies verwijzen hier ook naar; het is noodzakelijk ons gebruik van de zee te verduurzamen, willen we haar functies veilig stellen voor de toekomst (e.g. Agardy et al,, 11; Weigel et al., 1). MPA s zijn hier echter niet de enige oplossing voor, ook succesvolle verduurzaming van verschillende activiteiten kan hieraan bijdragen. Het culturele argument dat natuur een intrinsieke waarde heeft is lastig wetenschappelijk te onderbouwen. Dit argument gaat uit van een ethische moraal, die stelt dat het goed en belangrijk is om natuur te beschermen, omdat natuur op zichzelf een waarde heeft. Tegen Wanneer we kijken naar de tegenargumenten, dan zien we twee ecologische, maar veelal een aantal socio-economische argumenten. Wat betreft de ecologische nadelen wordt het effect van displacement genoemd, waarbij verwacht wordt dat de visserij zich verplaatst en er als gevolg een hogere druk zal liggen op omgelegen gebieden, met negatieve effecten voor zowel de visserij (concurrentie) als de ecologie (meer impact). Displacement is een effect dat inderdaad kan optreden als gevolg van het sluiten van bepaalde gebieden (Agardy et al., 11; Halpern et al., ). Hoe schadelijk displacement is en of het wel of niet opweegt tegen de voordelen van MPA s is van een aantal zaken afhankelijk, zoals de geldende quota s en TAC s (totaal toegestane vangst). Sanchirico () en Agardy et al. (11) beschrijven bijvoorbeeld de mogelijke economische, sociale en ecologische kosten van displacement. Volgens Agardy kunnen deze opgevangen worden door andere vormen van broodwinning aan te bieden, of financiële compensatie. Er is echter nog niet veel onderzoek gedaan naar de effecten van displacement. Greenstreet et al. (8) deden een modelstudie naar het effect van displacement in de Noordzee, en concludeerden dat zonder bijkomende visserijmaatregelen het installeren van MPA s door displacement een negatief effect zou kunnen hebben op de overlevingskans van bodemdieren op andere plaatsen, en dus niet zal bijdragen aan bescherming van bodemdieren op regionaal niveau. Ook Rijnsdorp et al. (1) concludeerden dat displacement een probleem was bij het sluiten van de kabeljauwbox in de Noordzee, waarbij vissers zich verplaatsten naar gebieden waar eerder nooit gevist werd (Rijnsdorp et al., 1; Kaiser, 5). De angst voor het effect van displacement lijkt dus gegrond, en dit relatief weinig onderzochte gevolg van MPA s moet zeker niet over het hoofd worden gezien in deze discussie. Het argument van zich blindstaren op MPA s is hier eigenlijk aan gelinkt, waarbij het dus belangrijk is om uit te zoeken of toegevoegde maatregelen buiten de beschermde gebieden nodig zijn om het effect van MPA s veilig te stellen. Er zijn ook andere studies die claimen dat MPA s niet in isolatie gezien moeten worden, maar in combinatie met andere visserijmaatregelen (bijv. Agardy, 11; Kaiser, 5). Het argument dat het instellen van MPA s een negatieve uitwerking zou kunnen hebben op de visstand wordt vaak ondersteund met de scholbox als voorbeeld, zie box 3. 7 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

28 Vanuit socio-economisch perspectief wordt ook een aantal factoren genoemd. Ten eerste wordt genoemd dat MPA s op verschillende manieren negatieve effecten zullen hebben voor verschillende partijen. De visserij wordt hierbij als grootste verliezer aangedragen, hoewel een enkeling ook sectoren als recreatie of de overheid als benadeelde sector noemt. De overheid zelf gaf aan dat bepaalde economische activiteiten belemmerd zouden kunnen worden, maar dat de overheid ook complicaties kan ondervinden door meer monitoring e.d. werd door hen niet aangekaart. Wat betreft de visserij werd genoemd dat vissers hun vrijheid zouden verliezen, zoals ze dat zelf formuleren, en eventueel economisch nadeel zouden kunnen ondervinden van de gebieden. Weigel et al. (1) kaarten aan dat beschermde gebieden inderdaad negatieve gevolgen kunnen hebben voor de visserij. Of dit in de Noordzee ook het geval is hangt af van de vangstmogelijkheden in omgelegen gebieden, mogelijke onkosten, en het eventuele spillover effect. Onder de sectie huidige situatie hieronder zal hierop verder worden ingegaan. Vervolgens worden er nog wat nadelen met betrekking tot het proces genoemd: de discussie die het met zich mee brengt, en het verlies aan draagvlak wanneer de resultaten onvoldoende of ongewenst zijn. Dit blijkt in de praktijk ook zo te zijn; door de negatieve effecten van de scholbox is het draagvlak onder de vissers ernstig verminderd, zoals blijkt uit mijn interviews en uit de studie van Beare et al. (13). Huidige situatie in Nederland Vóór Wanneer we specifieker kijken naar de aanwijzing van de huidige gebieden, zien we dat er argumenten voor en tegen de huidige gang van zaken te onderscheiden zijn. Een aantal respondenten vindt de keuze van de locaties goed, gebaseerd op ecologische waarden. In 5 brachten Lindeboom et al. een rapport uit waarin de ecologische waarden van de verschillende gebieden verduidelijkt worden. Tabel 1 laat zien wat volgens dit rapport de belangrijkste ecologische waarden van de verschillende gebieden zijn. Tabel 1. Ecologische waarden van de gebieden (Lindeboom et al., 5) Gebied Ecologische waarden Doggersbank Hoge diversiteit aan bodemdieren Belangrijk gebied voor vogels en vissen (bijv. roggen). Klaverbank Afwijkende bodem (grind) Specifieke bodemorganismen Speciale vogelwaarden Centrale Oestergronden Hoge diversiteit aan bodemdieren Friese Front Samenkomst twee waterstromen Hoge biomassa (vogels en vis) Hoge diversiteit aan bodemdieren Kustzee Hoge diversiteit bodemdieren Belangrijk voor vis, vogels en zeezoogdieren Tegen De visserij sector claimt echter dat juist dit voor hen belangrijke gebieden zijn. Het LEI bracht in 1 een rapport uit waarbij de waarde van de verschillende aan te wijzen Natura gebieden voor de visserij werd uitgerekend (Oostenbrugge, 1). Figuur 3 laat de vangsten en de waarde van de gebieden zien. Hieruit blijkt dat de aangewezen/aan te wijzen gebieden inderdaad van waarde zijn voor de visserij. Wat de effecten van sluiting zal zijn hangt dan weer af van exacte maatregelen en van de mogelijkheid tot verplaatsing van de visserij of aanpassing aan de maatregelen. Eén van de vissers gaf aan dat het nog maar de vraag is of er in andere gebieden daadwerkelijk minder te vangen valt, dus het moet uitgezocht worden in hoeverre zij inderdaad economisch verlies zouden lijden. 8 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

29 Ook wordt er vaak aangekaart dat de gebieden waar daadwerkelijk maatregelen worden getroffen momenteel te groot of te klein zijn. Wat betreft de grootte van MPA s is de wetenschap verdeeld. Sommige onderzoeken wijzen op meer effect bij grotere gebieden (Claudet et al., 8) terwijl andere geen (relatief) effect vinden (Halpern, 3; Lester et al., 9). Écht grote gebieden ontbreken echter in hun analyses, en grootte kan voor mobiele soorten een belangrijke rol spelen, zoals ook Agardy et al., (11) stellen. Daarnaast beslaan grote gebieden meer soorten waardoor diversiteit behouden kan worden (Claudet et al., 8). Het absolute effect van grote gebieden zal altijd groter zijn dan van kleine. Daarnaast stelt een nieuwe publicatie dat MPA-effectiviteit afhankelijk is van een vijftal factoren; grootte, leeftijd, wel of niet no-take, handhaving en af of aanwezigheid van een natuurlijke bufferzone (isolatie) (Edgar et al., 1). Opnieuw wordt door de visserij genoemd dat gesloten gebieden een averechts effect zullen hebben op de visstand, refererend aan de scholbox. Als enkel wordt gekeken naar de scholbox kan inderdaad geconcludeerd worden dat een MPA daar wellicht niet de beste manier was om bijvangst van schol te verminderen. Het is dus erg belangrijk om de ecologie van de te beschermen soort mee te nemen in het ontwerp. Wanneer MPA s niet het gewenste effect hebben kan dit het draagvlak ervoor ernstig verminderen. Agardy et al. (11) noemen 5 situaties waarin een MPA inderdaad niet het gewenste effect heeft: (1) MPA s die door hun grootte of slecht ontwerp ecologisch onvoldoende zijn, () MPA s die niet goed gepland of beheerd worden, (3) MPA s die falen door degradatie van omliggende gebieden, () MPA s die averechtse effecten hebben als gevolg van displacement en andere onbedoelde gevolgen en (5) MPA s die de illusie van bescherming wekken terwijl er in feite geen bescherming optreedt. Daarnaast zijn er externe factoren zoals klimaatverandering met onvoorspelbare effecten. Aan de ene kant moet er rekening gehouden worden met dit soort factoren, terwijl aan de andere kant geaccepteerd moet worden dat de effecten ervan vaak lastig van te voren te voorspellen zijn. 9 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

30 6 7 8 Effort Vangst Waarde Figuur 3. Effort, vangsten en waarde van Noordzee voor de Nederlandse vissersvloot. Rode kaders zijn (toekomstige) Natura gebieden (naar Oostenbrugge et al., 1). 3 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

31 Tegenstellingen, misverstanden en gemeenschappelijke delers De doelen van beschermde gebieden zoals gesteld door de respondenten komen overeen met een aantal van de doelen gesteld door Jones (1). Tabel 15 vergelijkt de twee. We zien dat de stakeholders verdeeld zijn over de doelen die zij toekennen aan MPA s. Natuurbeschermers en wetenschappers lijken eerder te kijken naar het systeem als geheel, terwijl de beleidsmakers en vissers meer focussen op specifieke onderdelen. Dit zou kunnen liggen aan het feit dat beleidsmedewerkers zich in verband met hun functie erg direct richten op de doelstellingen verbonden aan de verschillende richtlijnen. Vissers hebben over het algemeen wellicht minder boodschap aan het ecosysteem als geheel, en zien dat graag uitgedrukt in specifieke, minder abstracte onderdelen waarvan de directe waarde voor mensen kan worden aangetoond. We zien hierbij dat er geredeneerd wordt vanuit de verschillende perspectieven die Jones benoemt (zie introductie: de focus op het materieel welzijn van de mens of op het welzijn of de gezondheid van het ecosysteem (Jones, 1)). Ook heerst er nog onduidelijkheid over of MPA s in de Noordzee, met haar hoge dynamiek en veelal mobiele soorten, de visstand zouden kunnen verbeteren. Dit wordt door een aantal stakeholders als voordeel genoemd maar is lastig wetenschappelijk te onderbouwen. Daarnaast is de visstand van de meeste commerciële vissoorten op dit moment goed (ICES, 1). De vraag is dus of verbetering van visstanden wel als doel van MPA s moet worden gezien, of als potentieel bijkomend voordeel (Jones, 1). Wanneer verbetering van de visstand op gelijke voet gezet wordt met natuurbescherming kan dit leiden tot valse verwachtingen en als gevolg minder draagvlak. Tabel 15. Vergelijking van de doelen uit de interviews & de doelen van Jones (1) Doelen interviews Overeenkomende doelen Jones (1) Ecologisch: Referentie voor onderzoek - Natuurlijk systeem Het herstellen van mariene ecosystemen Bescherming/herstel specifieke Het beschermen van zeldzame en kwetsbare onderdelen leefgebieden en soorten Socio-economisch: Verbeterde visstanden Het herstellen van mariene visbestanden Garantie lange termijn gebruik - Cultureel: Intrinsieke waarde Het onderkennen van de culturele of symbolische waarde van opzij gezette gebieden Wanneer we kijken naar wat de stakeholders denken dat de andere stakeholders als doel zien, vinden we de grootste discrepantie in de verwachtingen die bestaan met betrekking tot de beleidsmedewerkers. Met name door natuurbeschermingsorganisaties en wetenschappers wordt genoemd dat zij verwachten dat beleidsmedewerkers met name willen voldoen aan de wetgeving, en niet meer. Dit is blijkbaar het beeld dat de overheid momenteel wekt bij de andere stakeholders. Veel stakeholders noemen dat ze graag een duidelijkere visie en leidersrol van de overheid zien. Aan de andere kant wordt door met name vissers gesteld dat zij graag een meer faciliterende rol van de overheid zien, waarbij er met name een samenwerking optreedt tussen de natuurbeschermingsorganisaties en de visserij. De oorzaak van deze tegenstelling zou kunnen zijn dat de visserij een sterke overheidsrol verbindt aan strenge top-down control waarbij er extern dingen worden opgelegd door mensen die er geen verstand van hebben. Dit is een bekend gevoel onder vissers (Weigel et al., 1). Van de visserij wordt door andere stakeholders verwacht dat zij natuurbescherming niet als doel zullen zien. Of dit klopte was lastig te achterhalen, omdat veel vissers indirect reageerden op deze vraag, en vaak noemden wat zij dachten dat door anderen als doelen werd gezien. Wat 31 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

32 opvallend is, is dat met name vissers de doelen van MPA s nog erg onduidelijk vinden, ook een fenomeen wat volgens Weigel et al. (1) tot verminderd draagvlak kan leiden. Wanneer we kijken naar de toekomstvisies zien we dat die op het eerste gezicht niet heel erg verschillen. Alle stakeholders pleiten voor een gezonde en productieve Noordzee. Verschil is opnieuw, zoals hierboven wordt genoemd, de verschillende ethische uitgangspunten. De invulling verschilt ook drastisch: vissers en visserijvertegenwoordigers pleiten veel minder voor beschermde gebieden in dat toekomstbeeld dan de andere stakeholders. The way forward Ook in de Nederlandse situatie zijn de vragen van Agardy et al. (3) duidelijk te herkennen: (1) Wat is een MPA, () Welk doel dienen MPA s, (3) Zijn no-take MPA s de enige legitieme MPA s () Moet er één richtlijn zijn betreffende het percentage van een MPA dat no-take is en (5) Hoe moeten beleidsmakers en organisaties omgaan met wetenschappelijke onzekerheid? Om het proces te bevorderen is het belangrijk deze vragen gezamenlijk te beantwoorden. Ten eerste moet de overheid en haar medewerkers duidelijk maken waar ze op inzetten, en of wat ze willen bereiken slechts het voldoen aan de richtlijnen is, of meer. Alle stakeholders geven aan dat het erg belangrijk is de doelen van het proces vooraf duidelijk te stellen, evenals de rollen van de verschillende stakeholders en de spelregels van het proces. Uit de interviews blijkt dat deze nog vaak onduidelijk zijn, wat het draagvlak erg kan verminderen. Veel stakeholders kaarten aan dat we nu aan de gang moeten met de huidige plannen, en daarbij kijken wat de gevolgen zijn. Zo kunnen de verschillende argumenten beter getoetst worden aan de werkelijkheid. Een goede monitoring en communicatie zijn hierbij echter essentieel. Bijna alle visserijmedewerkers kaarten ook aan dat voor hen overleg erg belangrijk is. Bijna alle respondenten geven aan dat het nog onduidelijk is wat het exacte gevolg van de maatregelen zal zijn, en voor de visserijsector is dit reden tot protest aangezien de nadelige gevolgen voor hen wel direct duidelijk zijn. Belangrijk is dan ook dat deze nadelen erkend en verder onderzocht worden, waarbij gezamenlijk naar oplossingen kan worden gezocht. Welke vissers zullen economisch nadeel ondervinden en hoeveel? Hoe kunnen we dit opvangen? Ook moeten gevolgen als displacement niet onderschat worden, en ook hierbij moeten van te voren methoden bedacht worden om deze effecten goed op te vangen. Er moet duidelijk gemaakt worden wat het belang van natuurbescherming is, en dat dát het hoofddoel van gesloten gebieden is (en niet het verbeteren van de visstanden, aangezien dit lastig te voorspellen is). De gezondheid van de zee wordt niet alleen bepaald door de visstanden, maar ook door een aantal andere factoren waar MPA s zich dan ook voornamelijk op richten (bijvoorbeeld diversiteit en de aanwezigheid van bodemstucturen). Het is aangetoond dat een hoge biodiversiteit ecosystemen en dus ook de Noordzee kan versterken, en haar veerkrachtiger kan maken in de reactie op externe invloeden zoals klimaatverandering. Hier heeft iedereen voordeel bij. Er moet geaccepteerd worden dat er altijd onzekerheid zal zijn, en dat dit alleen maar te verhelpen is door experimenten uit te voeren, waar we weer gesloten gebieden voor nodig zullen hebben. Ook moet geaccepteerd worden dat het lang kan duren tot een effect meetbaar is. Mariene systemen kunnen decennia nodig hebben om voldoende te herstellen (Jones & Schmitz, 9; Lotze et al., 11), dus na drie jaar het beheer al aanpassen omdat er nog geen resultaat is, is wellicht niet de meest geschikte manier. 3 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

33 Conclusies Uit het onderzoek kan een aantal conclusies worden afgeleid. De meeste stakeholders zien bescherming als primair doel van beschermde gebieden, waarbij bepaalde vormen van gebruik mogelijk zijn, afhankelijk van het te beschermen onderdeel. Een enkeling verstaat een complete no-take zone onder beschermd gebied, de rest gaat uit van een zonering met zowel no-take als gebruikszones. De belangrijkste argumenten vóór MPA s die door de verschillende stakeholders worden aangedragen zijn: Ecologische: o MPA s kunnen bijdragen aan het behoud en herstellen van het natuurlijke systeem. o MPA s kunnen bijdragen behoud en herstel van specifieke onderdelen (bijvoorbeeld de bodem). o MPA s kunnen een referentiekader bieden voor wetenschappelijk onderzoek. Socio-economische: o MPA s kunnen bijdragen aan het verbeteren van de commerciële visstanden. o MPA s kunnen bijdragen aan de garantie van lange termijn gebruik van de Noordzee. Culturele: o Natuur heeft een intrinsieke waarde. Belangrijkste argumenten tégen MPA s zijn: Ecologische: o Er zou als gevolg van MPA s displacement op kunnen treden. o Door het focussen op MPA s wordt voorbij gegaan aan andere benodigde maatregelen. o MPA s hebben een negatief/averechts effect (met de scholbox als voorbeeld). Socio-economische: o De visserij en eventueel andere partijen zullen (economisch) verlies lijden. o Wanneer het resultaat ongewenst/onverwacht is, vermindert het draagvlak. Wetenschappelijke onderbouwing voor de meeste argumenten is voorhanden, behalve voor het verbeteren van de visstanden onder de omstandigheden in de Noordzee, het bestaan van een intrinsieke waarde van de natuur en het averechtse effect van MPA s. Er bestaat veel onduidelijkheid onder de stakeholders over de gestelde doelen en de potentiële effecten van de maatregelen. De huidige onderhandelingen en compromissen zijn volgens een aantal stakeholders ineffectief; er moet nu aan de slag gegaan worden om de effecten te bekijken. Gemeenschappelijke delers zijn dat alle stakeholders graag een gezonde en duurzaam gebruikte Noordzee zien, al wordt dat vanuit verschillende ethische perspectieven benaderd ( Utalitarian & Ecocentric ), en ziet niet iedereen beschermde gebieden als oplossing hiervoor. Er wordt gepleit voor verduidelijking van doelen en visies, samenwerking en overleg, en een internationale aanpak. 33 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

34 De resultaten van deze studie komen redelijk overeen met de eerdere stakeholder analysen van Reuchlin-Hugenholtz (7) en Bets (1). Het feit dat er deze en eerdere studies wordt gevonden dat er nog geen overeenstemming is getuigt van de traagheid van het proces, en laat zien hoe lastig het is om tot een gemeenschappelijke oplossing en samenwerking te komen. Als men het draagvlak voor MPA s in de Noordzee wil vergroten, is het van belang dat de doelen van MPA s verduidelijkt worden; wat moet er beschermd worden en waarom? Hierbij moet voornamelijk gericht worden op natuurbescherming en minder op het verbeteren van de visstand: dit creëert te hoge verwachtingen. Men moet eerlijk zijn over de eventuele voor en nadelen van beschermde gebieden, en de exacte gevolgen voor de visserijsector moeten onderzocht en zo goed mogelijk opgevangen worden. Ook moet er geaccepteerd worden dat er altijd onzekerheid zal zijn, en dat we alleen kunnen ontdekken wat het resultaat is als we met MPA s aan de slag gaan. Er moet vervolgens adaptief management toegepast worden, wat (na het systeem voldoende tijd te hebben gegeven) aangepast kan worden wanneer nodig. Wanneer we tot goede samenwerking kunnen komen op basis van vertrouwen, kunnen we gezamenlijk toewerken naar een gezonde en productieve Noordzee voor de komende generaties. 3 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

35 Referenties Literatuur Agardy, T. (). Effects of fisheries on marine ecosystems: a conservationist's perspective. ICES Journal of Marine Science: Journal du Conseil, 57(3), Agardy, T., Bridgewater, P., Crosby, M. P., Day, J., Dayton, P. K., Kenchington, R.,... & Peau, L. (3). Dangerous targets? Unresolved issues and ideological clashes around marine protected areas. Aquatic Conservation: Marine and Freshwater Ecosystems, 13(), Agardy, T., Di Sciara, G. N., & Christie, P. (11). Mind the gap: Addressing the shortcomings of marine protected areas through large scale marine spatial planning. Marine Policy, 35(), 6-3. Beare, D., Rijnsdorp, A. D., Blaesberg, M., Damm, U., Egekvist, J., Fock, H.,... & Verweij, M. (13). Evaluating the effect of fishery closures: lessons learnt from the Plaice Box. Journal of Sea Research, 8, 9-6. Beare, D., Rijnsdorp, A., Van Kooten, T., Fock, H., Schroeder, A., Kloppman, M.,... & Quirijns, F. (1). Study for the Revision of the plaice box. IMARES Report (C). Wageningen, NL. Bets, L. van (1). Towards Marine Protected Areas in the Netherlands. Master thesis. Wageningen Universiteit, Wageningen, NL. Braun, V., & Clarke, V. (6). Using thematic analysis in psychology. Qualitative research in psychology, 3(), Bos, O.G., Bemmelen, R. van. (1). Aanvullende beschermde gebieden op de Noordzee. Samenvatting onderzoek 9-1. IMARES rapport (C15/1), Wageningen, NL. Claudet, J., Osenberg, C. W., Benedetti Cecchi, L., Domenici, P., García Charton, J. A., Pérez Ruzafa, Á.,... & Planes, S. (8). Marine reserves: size and age do matter. Ecology letters, 11(5), Dotinga, H., & Trouwborst, A. (9). The Netherlands and the Designation of Marine Protected Areas in the North Sea Implementing International and European Law. Utrecht Law Review, 5(1), 1-3. Edgar, G. J., Stuart-Smith, R. D., Willis, T. J., Kininmonth, S., Baker, S. C., Banks, S.,... & Thomson, R. J. (1). Global conservation outcomes depend on marine protected areas with five key features. Nature, 56, 16-. Gell, F. R., & Roberts, C. M. (3). Benefits beyond boundaries: the fishery effects of marine reserves. Trends in Ecology & Evolution, 18(9), Halpern, B. S. (3). The impact of marine reserves: do reserves work and does reserve size matter?. Ecological applications, 13(1), Hiddink, J. G., Rijnsdorp, A. D., & Piet, G. (8). Can bottom trawling disturbance increase food production for a commercial fish species?. Canadian Journal of Fisheries and Aquatic Sciences, 65(7), Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

36 Hilborn, R. (1). Apocalypse forestalled: why all the world s fisheries aren t collapsing. Science Chronicles (Nature Conservancy), 5-9. Jones, P. J. (6). Collective action problems posed by no-take zones. Marine Policy, 3(), Jones, P. J. (7). Point-of-View: Arguments for conventional fisheries management and against no-take marine protected areas: only half of the story?. Reviews in Fish Biology and Fisheries, 17(1), Jones, P. J. (8). Fishing industry and related perspectives on the issues raised by notake marine protected area proposals. Marine Policy, 3(), Jones, P. J. (1). Governing marine protected areas: resilience through diversity. Routledge, Abingdon, UK. Jones, H. P., & Schmitz, O. J. (9). Rapid recovery of damaged ecosystems. PLoS One, (5), e5653. Juffe-Bignoli, D., Burgess, N.D., Bingham, H., Belle, E.M.S., de Lima, M.G., & Kingston, N. (1). Protected Planet Report 1. UNEP-WCMC: Cambridge, UK. Kaiser, M. J. (5). Are marine protected areas a red herring or fisheries panacea?. Canadian Journal of Fisheries and Aquatic Sciences, 6(5), Lester, S. E., Halpern, B. S., Grorud-Colvert, K., Lubchenco, J., Ruttenberg, B. I., Gaines, S. D.,... & Warner, R. R. (9). Biological effects within no-take marine reserves: a global synthesis. Marine Ecology Progress Series, 38(), Lindeboom, H., van Kessel, J. G., & Berkenbosch, L. (5). Areas with special ecological values on the Dutch Continental Shelf. RIKZ Rapport (5.8), Alterra Rapport (13). Den Haag/Wageningen, NL. Lotze, H. K., Coll, M., Magera, A. M., Ward-Paige, C., & Airoldi, L. (11). Recovery of marine animal populations and ecosystems. Trends in Ecology & Evolution, 6(11), Millennium Ecosystem Assessment (5). Ecosystems and human well-being: current state and trends: findings of the Condition and Trends Working Group. ISLAND Press, Washington, VS. Murawski, S. A., Brown, R., Lai, H. L., Rago, P. J., & Hendrickson, L. (). Large-scale closed areas as a fishery-management tool in temperate marine systems: the Georges Bank experience. Bulletin of Marine Science, 66(3), Murray, S. N., Ambrose, R. F., Bohnsack, J. A., Botsford, L. W., Carr, M. H., Davis, G. E.,... & Yoklavich, M. M. (1999). No-take reserve networks: sustaining fishery populations and marine ecosystems. Fisheries, (11), Oostenbrugge, J. A. E. van, Bartelings, H., & Buisman, F. C. (1). Distribution maps for the North Sea fisheries; Methods and application in Natura areas. LEI Rapport (1/67). Den Haag, NL. OSPAR (1). Quality Status Report 1. OSPAR Commission, London, UK. Palmer, T. N., & Hardaker, P. J. (11). Handling uncertainty in science.philosophical Transactions of the Royal Society A: Mathematical, Physical and Engineering Sciences, 369(1956), Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

37 Pauly, D. (9a). Aquacalypse Now The end of fish. New Republic, (18), -7. Pauly, D. (9b). Beyond duplicity and ignorance in global fisheries. Scientia Marina, 73(), 15-. Rabaut, M., Degraer, S., Schrijvers, J., Derous, S., Bogaert, D., Maes, F.,... & Cliquet, A. (9). Policy analysis of the MPA process in temperate continental shelf areas. Aquatic Conservation: Marine and Freshwater Ecosystems, 19(5), Rammelt, T. (1). Persoonlijke communicatie. Reuchlin-Hugenholtz, E. (7). Marine Protected Areas in the Dutch North Sea. Lessons Learned from Stakeholder Analysis and Temperate Sea Case Studies. Master thesis. Vrije Universiteit, Amsterdam, NL. Rijksoverheid, 11. Integraal Beheerplan Noordzee 15, herziening. IDON. Rijksoverheid, 1. Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee 1-, deel 1. Publicatie Ministerie van Infrastructuur en Milieu i.s.m. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie. Den Haag, NL. Rijnsdorp, A. D., Piet, G. J., & Poos, J. J. (1). Effort allocation of the Dutch beam trawl fleet in response to a temporarily closed area in the North Sea. ICES Council Meeting 1/N:1 (1), 1-17 Sanchirico, J. N. (). Marine protected areas as fishery policy: a discussion of potential costs and benefits. Discussion paper -3. Resources for the future, Washington DC, VS. Stichting de Noordzee (11). Noordzee Natuurplan. Vandeperre, F., Higgins, R. M., Sánchez Meca, J., Maynou, F., Goni, R., Martín Sosa, P.,... & Santos, R. S. (11). Effects of no take area size and age of marine protected areas on fisheries yields: a meta analytical approach. Fish and Fisheries, 1(), 1-6. Weigel, J. Y., Mannle, K. O., Bennett, N. J., Carter, E., Westlund, L., Burgener, V.,... & Hellman, A. (1). Marine protected areas and fisheries: bridging the divide. Aquatic Conservation: Marine and Freshwater Ecosystems,(S), Wereld Natuur Fonds (1). Wereldnatuur in Nederland: Visie 1 Websites CBD (1). Strategic Plan for Biodiversity. geraadpleegd op CBS (13). geraadpleegd op Europese Commissie (1a). geraadpleegd op Europese Commissie (1b). geraadpleegd op Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

38 FAO (1). geraadpleegd op ICES (1). geraadpleegd op IUCN (3). Vth IUCN WPC Recommendations. of_wcpa_wpc_3181_1316/, geraadpleegd op LEI (1). Dienstverlening/Onderzoeksinstituten/LEI/Sectoren/Visserij.htm, geraadpleegd op Natura (1a). geraadpleegd op Natura (1b). -gebied.aspx, geraadpleegd op Natura (1c). geraadpleegd op Noordzeeloket (1a). geraadpleegd op Noordzeeloket (1b). geraadpleegd op Noordzeeloket (1c). geraadpleegd op OSPAR (1a). geraadpleegd op OSPAR (1b). geraadpleegd op OSPAR (1c). geraadpleegd op VisNed (1). geraadpleegd op Vissersbond (1). geraadpleegd op Visbureau (1). geraadpleegd op Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

39 Zee in Zicht (1). geraadpleegd op Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

40 Bijlagen Bijlage 1. Interviewgids Context Dit interview behoort tot een onderzoek naar de verschillende perspectieven van waaruit belanghebbenden kijken naar beschermde gebieden in de Noordzee. Dit onderzoek doe ik in opdracht van het Wereld Natuur Fonds en Stichting de Noordzee. Er is veel wrijving omtrent de implementatie en invulling van beschermde gebieden op zee, met name tussen de natuurbeschermingsorganisaties en de visserijsector. Doel van dit onderzoek is het ontcijferen wie wat vindt en waarom, en of de onderliggende aannames kloppen. Er moet gezocht worden naar de belangrijkste knelpunten en gemeenschappelijke delers (ook omtrent het proces) en mogelijke doorbraken in het debat. Hoofdvraag Vanuit welke verschillende perspectieven kijken onderstaande stakeholdergroepen naar de implementatie van Marine Protected Areas in de Noordzee en waar zijn deze op gebaseerd? De stakeholdergroepen zijn natuurbeschermingsorganisaties, visserijsector, overheid/beleid en wetenschap. Strategie Ik zal verschillende belanghebbenden naar hun mening en onderliggende motivatie vragen. De antwoorden worden geanalyseerd, en er zal geprobeerd worden een classificatie van de argumenten te maken, en de argumenten te vergelijken met bestaande literatuur. Verfijning van de onderzoeksvraag 1. Welke argumenten worden in de discussie rondom de implementatie van MPA s in de Noordzee gehanteerd door belanghebbenden? Er zal gefocust worden op de volgende betrokkenen: overheid, visserijsector, milieu- en natuurorganisaties en wetenschap.. Kunnen voor- en tegenargumenten voor de instelling van beschermde gebieden worden onderscheiden, en is een verdere verdeling te maken tussen argumenten van ecologische, socio-economische en culturele aard? 3. Klopt de feitelijke onderbouwing van de argumenten, is er sprake van onjuiste aannames?. Wat zijn de (schijn)tegenstellingen tussen de verschillende argumentaties? Is er sprake van gemeenschappelijke delers in de door voor- en tegenstanders gehanteerde argumenten van met name ecologische en socio-economische aard? 5. Is er sprake van misverstanden rondom bepaalde definities en aannames, welke het beste opgehelderd kunnen worden aan het begin van een dergelijk stakeholder proces? Vertaalslag naar interviewvragen In eerste instantie is het belangrijk te ontcijferen welke betekenis door de verschillende stakeholders wordt gegeven aan beschermde gebieden, om uit te vinden welke taal er gesproken wordt. Ook belangrijk is uit te vinden wat de partijen als doel zien van beschermde gebieden(vraag 5 hierboven). Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

41 Belangrijk is om uit te vinden waar de verschillende meningen op gebaseerd zijn. Waaróm denken ze dat een MPA wel of niet positief is? Waaróm denken ze dat de verschillende doelen wel of niet bereikt zullen worden? Deze onderliggende argumenten kunnen dan weer gecategoriseerd worden en vergeleken met huidige kennis/wetenschap; kloppen ze? We zijn ook benieuwd naar de mening van de belanghebbenden over het proces. Waren ze genoeg betrokken? Wat hadden ze graag anders gezien? De vragen moeten te behappen zijn voor de verschillende partijen; en dus gesteld worden in een passend taalgebruik (aangepast per interview). Het is belangrijk onderscheid te maken tussen wat de respondent persoonlijk vindt, en wat hij/zij namens zijn/haar organisatie vindt of wat hij/zij generaliseert. Opzet structuur interview Introductie Wat is de functie van de geïnterviewde, hoe zijn ze betrokken bij de Noordzee? Inhoudelijk: Wat is hun definitie van MPA? Wat is in hun ogen het doel van een MPA? Wat zijn de voor- en nadelen van MPA s? Zijn ze bekend met de nieuwe gebiedsaanwijzingen en maatregelen? Hoe staan ze tegenover die gebiedsaanwijzingen en maatregelen? Denken ze dat de eerder genoemde doelen hiermee behaald zullen worden? Wat zullen de gevolgen voor henzelf zijn? Vragen over de andere belanghebbenden Wat denken ze dat de andere partijen zien als doel van MPA s? Wat zijn eventuele voor- en/of nadelen voor de andere partijen? Vragen over mate van betrokkenheid Vinden ze dat ze voldoende betrokken zijn? Welke begrippen zien zij graag voor aanvang verduidelijkt? Afsluitend Hoe zien ze de toekomst van beschermde gebieden in? Wat zouden ze graag/anders zien? Aanvullende opmerkingen/vragen? 1 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

42 Interview Algemene gegevens Datum: Uw naam: Functie: Organisatie: Geboortedatum: Telefoon: Opname: Anoniem: Introductie Momenteel zijn in het Nederlandse deel van de Noordzee 6 gebieden aangewezen als beschermd gebied onder Natura namelijk de Noordzeekustzone, de Vlakte van de Raan, de Voordelta, de Doggersbank, de Klaverbank en het Friese Front. Deze laatste drie zijn zeer recentelijk aangewezen en de Tweede Kamer neemt hier binnenkort een besluit over. Daarnaast zijn er nu onder de KRM twee gebieden aangewezen als potentieel bodembeschermingsgebied: het Friese Front en de Centrale Oestergronden. Inleidende vragen 1. Op welke wijze bent u betrokken bij de Noordzee?. Hoelang bent u al in dit beroep werkzaam? 3. Hoelang bent u al bij deze organisatie betrokken?. Wat zijn de belangrijkste veranderingen die u heeft gezien m.b.t. de Noordzee de afgelopen jaren? 5. Hoe ziet u de Noordzee graag over 5 jaar? Inhoudelijk over beschermde gebieden 6. Wat is volgens u de definitie van een beschermd gebied m.b.t. de Noordzee? 7. Wat zijn volgens u de doelen die of het doel dat bereikt moet of moeten worden met de instelling van een beschermd gebied? 8. Wat zijn volgens u de voor- en of nadelen van beschermde gebieden op de Noordzee? Aanwijzing beschermde gebieden Noordzee 9. Bent u bekend met de aanwijzing van de verschillende Natura gebieden in de Noordzee? 1. Hoe kijkt u aan tegen de aanwijzing van de huidige Natura gebieden in de Noordzee? 11. Denkt u dat met het aanwijzen van deze gebieden het bovengenoemde doel behaald zal worden (vraag 6)? Maatregelen beschermde gebieden Noordzee 1. Wat denkt u van de huidige beheerplannen en maatregelen die van toepassing zijn op de beschermde gebieden? Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

43 13. Denkt u dat de maatregelen het doel van de instelling van beschermde gebieden ondersteunen? 1. Wat zullen volgens u de voor- en of nadelen van de maatregelen zijn voor u of voor uw organisatie? 15. Wat had u graag anders willen zien? Vragen over de andere betrokkenen (weglaten vraag over eigen sector) 16. Visserijsector a. Wat is in uw ogen het verschil tussen uw invulling van de doelen en die van de visserijsector? b. Wat is volgens u het voor- en/of nadeel van beschermde gebieden voor de visserijsector? 17. Natuurbeschermingsorganisaties a. Wat is in uw ogen het verschil tussen uw invulling van de doelen en die van de natuurbeschermingsorganisaties? b. Wat is volgens u het voor- en/of nadeel van beschermde gebieden voor de natuurbeschermingsorganisaties? 18. Overheid/Beleidsmakers a. Wat is in uw ogen het verschil tussen uw invulling van de doelen en die van de overheid/beleidsmakers? b. Wat is volgens u het voor- en/of nadeel van beschermde gebieden voor de overheid/beleidsmakers? 19. Wetenschap a. Wat is in uw ogen het verschil tussen uw invulling van de doelen en die van de wetenschap? b. Wat is volgens u het voor- en/of nadeel van beschermde gebieden voor de wetenschap? Vragen over mate van betrokkenheid. Voelt u zich voldoende betrokken bij het proces van aanwijzing van de gebieden? 1. Voelt u zich voldoende betrokken bij het ontwerpen van de beheerplannen rondom de gebieden?. Welke vragen (bijv. omtrent definities of doelen) moeten volgens u ten minste zijn beantwoord aan het begin van een dergelijk stakeholder-proces; wat moet er verduidelijkt worden? Afsluitend 3. Hoe ziet u de toekomst met betrekking tot beschermde gebieden op zee het liefst?. Wat zou er volgens u moeten gebeuren om bovengenoemde situatie te bereiken? 5. Komt deze visie overeen met die van de organisatie waar u voor werkt? 6. Heeft u nog aanvullende opmerkingen of vragen? 3 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

44 Bijlage. Factsheet Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

45 Marine Protected Areas in Nederland Wie vindt wat en waarom? Jip Vrooman 15 Leeswijzer Deze factsheet hoort bij het onderzoeksrapport Marine Protected Areas in Nederland: Wie vindt wat en waarom? door Jip Vrooman, in opdracht van Stichting de Noordzee en het Wereld Natuur Fonds. Voor dit onderzoek zijn 6 respondenten geïnterviewd over hun visie op beschermde gebieden (Marine Protected Areas) op de Noordzee. De respondenten waren verdeeld over vier betrokken sectoren: natuurbeschermingsorganisaties, beleid, wetenschap en visserij. Per onderdeel zijn belangrijke thema s uit de antwoorden gehaald en in tabellen gezet, met per sector het aantal respondenten dat hier iets over zei. Wat is een MPA? Hier werd de respondenten gevraagd wat voor hen de definitie van een beschermd gebied was met betrekking tot de Noordzee. (NB=natuurbeschermingsorganisatie, B=beleid, W=wetenschap & V=visserij) Definitie NB B W V* Totaal Bescherming van: Natuur algemeen Specifiek onderdeel/waarden 1 5 Onduidelijk Gebruik mogelijk in delen van de gebieden (zonering): Ja Nee Totaal aantal respondenten *De visserij antwoordde hier vaak indirect; gaf aan wat zij verwachtte dat door anderen als definitie beschouwd zou worden, maar was het hier niet per se mee eens. Belangrijke conclusies interviews Alle respondenten zijn het er over eens dat er met een beschermd gebied iets beschermd dient te worden. Er is een verschil tussen focus op bescherming van het ecosysteem in het algemeen en bescherming van specifieke onderdelen of natuurwaarden. Voor een aantal respondenten is het nog onduidelijk wát er precies beschermd moet worden. Respondenten verschillen in hun visie op de mogelijkheid tot gebruik binnen de gebieden, er wordt door een aantal gesproken over zonering. Advies Het is belangrijk om te verduidelijken wát er beschermd moet worden en waarom. De nadruk moet gelegd worden op een zonesysteemwaarbij binnen de aangewezen gebieden bepaalde zones geïnstalleerd worden: zones mét en zones zónder bepaalde gebruiksfuncties (no-take zones). 5 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

46 Wat is het doel van een MPA? Hier werd de respondenten gevraagd wat volgens hen het doel was van de instelling van een beschermd gebied. (NB=natuurbeschermingsorganisatie, B=beleid, W=wetenschap & V=visserij) Doel N Ecologisch: 1 Referentie voor onderzoek Creëren van een natuurlijke systeem 1 Bescherming/herstel van specifieke onderdelen Socio-economisch: 3 Verbeterde visstanden Garantie lange termijn gebruik Cultureel: Intrinsieke waarde van de natuur Doelen zijn onduidelijk Totaal aantal respondenten *De visserij antwoordde hier vaak indirect; gaf aan wat zij verwachtte dat B W V* Totaal door anderen als definitie beschouwd zou worden, maar was het hier niet per se mee eens. Belangrijke conclusies interviews Er is een verschil tussen het doel van bescherming van natuur of het ecosysteem in het algemeen, en bescherming van specifieke onderdelen of natuurwaarden. Voor een aantal respondenten zijn de doelen nog steeds onduidelijk. Wetenschappelijke literatuur Het is onzeker in welke mate beschermde gebieden op de Noordzee bij zouden kunnen dragen aan de commerciële visbestanden. Advies Het is belangrijk om de doelen te verduidelijken, met als hoofddoel natuur bescherming. Er moeten geen valse verwachtingen geschept worden over het verbeteren van de commerciële visstanden. 6 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

47 Argumenten vóór MPA s Hier werd de respondenten gevraagd wat volgens hen de voordelen van beschermde gebieden op de Noordzee waren. (NB=natuurbeschermingsorganisatie, B=beleid, W=wetenschap & V=visserij) Voordelen Ecologisch: Referentie voor onderzoek Creëren van een natuurlijk systeem Bescherming/herstel van specifieke onderdelen Socio-economisch: NB B W V* Totaal Verbeterde visstanden 1 5 Garantie lange termijn gebruik Totaal aantal respondenten *De visserij antwoordde hier vaak indirect; gaf aan wat zij verwachtte dat door anderen als definitie beschouwd zou worden, maar was het hier niet per se mee eens. Belangrijke conclusies interviews Er is een verschil tussen het voordeel van bescherming van het ecosysteem in het algemeen, en bescherming van specifieke onderdelen of natuurwaarden. Wetenschappelijke literatuur Beschermde gebieden kunnen inderdaad bovengenoemde ecologische voordelen hebben. Het is onzeker in welke mate beschermde gebieden op de Noordzee bij zouden kunnen dragen aan de commerciële visbestanden. Advies Er moet verduidelijkt worden wat de ecologische voordelen zijn en waarom dit belangrijk is. Kabeljauw, 7 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

48 Schol, Argumenten tégen MPA s Hier werd de respondenten gevraagd wat volgens hen de nadelen van beschermde gebieden op de Noordzee waren. (NB=natuurbeschermingsorganisatie, B=beleid, W=wetenschap & V=visserij) Nadelen NB B W V Totaal Ecologisch: Displacement 8 Blindstaren op MPA's 1 1 Negatief effect op de visstand Socio-economisch: Discussie/gevolgen van het proces 1 1 Verlies draagvlak bij 1 1 ongewenst/onvoldoende resultaat Schade visserij (economisch/ruimte) 7 19 Schade andere partijen 3 3 Complicaties voor de overheid 1 3 Totaal aantal respondenten Belangrijke conclusies interviews Het draagvlak wordt verminderd door eerdere ongewenste of uitblijvende resultaten, vaak met de scholbox als voorbeeld. Wetenschappelijke literatuur Displacement, waarbij de druk verplaatst naar andere gebieden, zou een reëel probleem kunnen zijn. De visserij zou schade kunnen ondervinden van de maatregelen. Advies De exacte gevolgen voor de visserij moeten uitgezocht worden, en hiervoor moet een passende oplossing gevonden worden. Men moet rekening houden met displacement. Er moet duidelijkheid en eerlijkheid bestaan over waarom eerdere voorbeelden niet werkten, en er moet geaccepteerd worden dat er altijd onzekerheid zal zijn. De scholbox Er wordt door vissers vaak verwezen naar de scholbox als voorbeeld van een mislukte MPA. De scholbox werd in 1989 geïnstalleerd om de bijvangst van jonge schol te verminderen. De scholbox werd in 1995 jaarrond gesloten voor schepen > 3pk. De scholbiomassa ging achteruit en de jonge vis verplaatste zich naar de randen van de box. Een studie naar de scholbox toonde aan dat de verplaatsing van de jonge schol waarschijnlijk het gevolg was van veranderingen in temperatuur en eutrofiering. Ook is aangetoond dat bodemberoerende visserij het voedselaanbod voor jonge schol kan verbeteren, met als gevolg dat de schol met de visserij mee zal bewegen. De effectiviteit van de scholbox blijft lastig te beoordelen omdat de zone altijd 8 Vrooman, open bleef J. 15. voor MPA s schepen in < Nederland: 3 pk. Wie vindt wat en waarom?

49 Toekomstvisies Hier werd de respondenten gevraagd wat zij graag anders zouden zien, wat hun toekomstvsie was met betrekking tot de Noordzee en wat er zou moeten gebeuren om dat ideaal te bereiken. (NB=natuurbeschermingsorganisatie, B=beleid, W=wetenschap & V=visserij) Toekomst NB B W V Totaal Sterkere visie & ambitie Groter/strenger Meer rekening met de visserij Samenwerking Internationale aanpak Totaal aantal respondenten Toekomst visie: Gezonde/productieve Noordzee (Strict) beschermde gebieden (Duurzaam) gebruik Géén beschermde gebieden Meer overleg Totaal aantal respondenten Wat moet er gebeuren? Internationale/ecosysteem benadering Heldere visie Verduurzaming Aan de slag Overleg/proces anders Totaal aantal respondenten Graag anders: Belangrijke conclusies interviews Bijna alle respondenten zijn vóór een productieve en gezonde Noordzee, maar vanuit verschillende standpunten (ecologie- of productiegericht). Veel respondenten spreken over duurzaam gebruik in of rondom de gebieden en zonering. Veel respondenten pleiten voor het aan de slag gaan met de huidige plannen, om vervolgens te kijken wat de gevolgen zijn. De visserij pleit voor meer overleg en samenwerking. Advies Er moet duidelijk gemaakt worden hoe (gezoneerde) beschermde gebieden bij kunnen dragen aan een productieve en gezonde Noordzee voor iedereen. Er moet nu aan de slag gegaan worden om te kijken wat de resultaten zijn en op basis daarvan kan het beleid eventueel aangepast worden. Noordzee, Jip Vrooman 9 Vrooman, J. 15. MPA s in Nederland: Wie vindt wat en waarom?

Sportvisserij binnen de grenzen van Natura 2000

Sportvisserij binnen de grenzen van Natura 2000 Sportvisserij de grenzen Vissen binnenbinnen de grenzen van Natura 2000 van Natura 2000 Afspraken over het visserijbeheer in de Noordzeekustzone en Vlakte van de Raan voor de ontwikkeling vanopnatuur en

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011 Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011 Inger Wilms, Pvis. Dit artikel beschrijft de uitkomsten van de Noordzee enquête die afgelopen zomer gehouden is onder Noordzee vissers uit België,

Nadere informatie

IBN 2015, Tweede Kamer, vergaderjaar , nr. 1.

IBN 2015, Tweede Kamer, vergaderjaar , nr. 1. Directie Natuur De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum onderwerp doorkiesnummer bijlagen Aanwijzing Natura 2000-gebieden

Nadere informatie

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage 3 september 2008 08-LNV-96 DN. 2008/3031 8 oktober 2008 Brief Stichting De Noordzee en Wereld Natuurfonds 1 Geachte

Nadere informatie

Openbare raadpleging in het kader van de "fitness check" van de EU-natuurwetgeving (vogel- en habitatrichtlijn)

Openbare raadpleging in het kader van de fitness check van de EU-natuurwetgeving (vogel- en habitatrichtlijn) Openbare raadpleging in het kader van de "fitness check" van de EU-natuurwetgeving (vogel- en habitatrichtlijn) Over u Uw naam of de naam van uw organisatie: Geen censuur op natuur! Mogen wij uw bijdrage

Nadere informatie

Vrij vertrouwd. Redelijk vertrouwd

Vrij vertrouwd. Redelijk vertrouwd Deel 1 Algemene vragen 1. Hoe belangrijk is natuurbescherming voor u? Niet belangrijk Niet erg belangrijk Belangrijk Heel belangrijk Er is een duidelijke maatschappelijke vraag is naar natuurbescherming.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 33 450 Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee Nr. 49 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Intensiteit van de visserij op de Noordzee,

Intensiteit van de visserij op de Noordzee, Indicator 20 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De gebieden met hoge ecologische

Nadere informatie

Ecologische duurzaamheid van de bodemvisserij op de Noordzee,

Ecologische duurzaamheid van de bodemvisserij op de Noordzee, Ecologische duurzaamheid van de bodemvisserij op de Noordzee, 2007-2011 Indicator 20 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Nieuwe strategieën voor mondiale biodiversiteit. Prof. dr. Maarten Hajer

Nieuwe strategieën voor mondiale biodiversiteit. Prof. dr. Maarten Hajer Nieuwe strategieën voor mondiale biodiversiteit Prof. dr. Maarten Hajer Waarom deze studie? 2 Convention on Biological Diversity (CBD) Rio de Janeiro 1992 193 landen, 3 doelen 18-29 oktober 2010: COP10

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden?

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden? Directoraat-generaal Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 e verdieping Victor Hortaplein 40, bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het Adviescomité SEA: Sabine WALLENS t: + 32 2 524

Nadere informatie

Natura 2000: Vogel- en Habitatrichtlijngebieden in Nederland, 2012

Natura 2000: Vogel- en Habitatrichtlijngebieden in Nederland, 2012 Natura 2000: Vogel- en Habitatrichtlijngebieden in Nederland, 2012 Indicator 12 oktober 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Opdracht 1b. Welk soort afval is het meest schadelijk voor de natuur?

Opdracht 1b. Welk soort afval is het meest schadelijk voor de natuur? Opdracht 1a. In de tabel hieronder staan een aantal materialen. Bedenk per type materiaal 3 soorten afval die je tegenkomt onderweg naar school of op het schoolplein. Zoek per categorie van 1 soort afval

Nadere informatie

WILD CAUGHT METHODOLOGY

WILD CAUGHT METHODOLOGY WILD CAUGHT METHODOLOGY ILVO Visserij en Aquatische Productie gebruikt voor het beoordelen van wild gevangen vis op vlak van duurzaamheid de Wild Caught Methodology. Deze internationale methode werd in

Nadere informatie

Omschrijving beleidsruimte

Omschrijving beleidsruimte BIJLAGE 2. TRANSPONERINGSTABELLEN Tabel 1. Vogelrichtlijn Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PbEU 2010, L 20) Vogelrichtlijn

Nadere informatie

Gebruiksfuncties van de Noordzee, 2005/2009

Gebruiksfuncties van de Noordzee, 2005/2009 Indicator 5 januari 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het Nederlands Continentaal Plat

Nadere informatie

SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij ADVIES

SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij ADVIES SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij ADVIES advies naar aanleiding van de studie betreffende het opstellen van een lijst van potentiële Habitatrichtlijngebieden in het 26 maart 2010 2

Nadere informatie

WORKSHOP DUURZAAM BEHEER VAN DE NOORDZEE

WORKSHOP DUURZAAM BEHEER VAN DE NOORDZEE Noordzeedagen Vlissingen, 2 oktober 2015 ARCADIS EN STICHTING TOEKOMSTBEELD DER TECHNIEK WORKSHOP DUURZAAM BEHEER VAN DE NOORDZEE NU EN IN DE TOEKOMST WELKOM! Eline van Onselen Stéphanie IJff Philip Drontmann

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.3.2019 COM(2019) 99 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in

Nadere informatie

NATUUR EN BIODIVERSITEIT

NATUUR EN BIODIVERSITEIT NATUUR EN BIODIVERSITEIT Wat hebt u eraan? Biodiversiteit is de verscheidenheid van leven op onze planeet. Het is het fundament van ons welzijn en de economie. We zijn van de natuur afhankelijk voor ons

Nadere informatie

Remote sensing in perspectief. Van kenniscyclus naar beleidscyclus. Roeland Allewijn. Rijksinstituut voor Kust en Zee

Remote sensing in perspectief. Van kenniscyclus naar beleidscyclus. Roeland Allewijn. Rijksinstituut voor Kust en Zee Remote sensing in perspectief Van kenniscyclus naar beleidscyclus Roeland Allewijn Rijksinstituut voor Kust en Zee Van jonge onderzoeker naar iets oudere manager De informatie- en kenniscyclus Van RS data

Nadere informatie

Omschrijving beleidsruimte

Omschrijving beleidsruimte TRANSPONERINGSTABELLEN Tabel 1. Vogelrichtlijn Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PbEU 2010, L 20) Vogelrichtlijn Omgevingswet/

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 002 Wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet in verband met uitbreiding van de werkingssfeer van beide wetten naar

Nadere informatie

Vandaag vis of morgen ook nog?

Vandaag vis of morgen ook nog? Page 1 of 6 (/) dinsdag 13 december 2016 - Algemeen Visvangst in de Ierse Zee: wetenschappers raden al jaren aan om er niet meer op tong te vissen. Justin Tallis De visquota liggen nog niet vast of sommige

Nadere informatie

Inspraakwijzer. Ontwerpbesluiten voor drie mariene gebieden. Ministerie van Economische Zaken Postbus ek Den Haag

Inspraakwijzer. Ontwerpbesluiten voor drie mariene gebieden. Ministerie van Economische Zaken Postbus ek Den Haag Inspraakwijzer Ontwerpbesluiten voor drie mariene gebieden Deze publicatie is een uitgave van: Ministerie van Economische Zaken Postbus 20401 2500 ek Den Haag Datum ordernummer Ontwerpbesluiten voor drie

Nadere informatie

LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS: EEN HISTORISCHE BRON. Overleg Historische Visserij 4 februari 2010

LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS: EEN HISTORISCHE BRON. Overleg Historische Visserij 4 februari 2010 LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS: EEN HISTORISCHE BRON. Overleg Historische Visserij 4 februari 2010 Doelstellingen LECOFISH Verzamelen van nieuwe en additionele visserij informatie met als doel de kenniskloof

Nadere informatie

Publiekssamenvatting Jaarverslag EFMZV 2017

Publiekssamenvatting Jaarverslag EFMZV 2017 Publiekssamenvatting Jaarverslag EFMZV 2017 Focus van het programma De Europese Unie en de Nederlandse overheid willen met het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) bijdragen aan de verwezenlijking

Nadere informatie

Op 24 april 2013 heeft uw Kamer ingestemd met de Mariene strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee 2012-2020, deel 1 (Tweede Kamer,

Op 24 april 2013 heeft uw Kamer ingestemd met de Mariene strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee 2012-2020, deel 1 (Tweede Kamer, > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Ministerie van Infrastructuur en Milieu Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus

Nadere informatie

TIENPUNTENPLAN DE NEDERLANDSE NOORDZEEVISSERIJ

TIENPUNTENPLAN DE NEDERLANDSE NOORDZEEVISSERIJ TIENPUNTENPLAN DE NEDERLANDSE NOORDZEEVISSERIJ Tweede Kamerfractie ChristenUnie Arie Slob 22 januari 2011 TIENPUNTENPLAN VOOR DE NEDERLANDSE NOORDEEVISSERIJ Het gaat gelukkig beter met de visbestanden

Nadere informatie

Kenniskring garnaal Zuid West

Kenniskring garnaal Zuid West Kenniskring garnaal Zuid West De weg naar bestandsbeheer Noordzeegarnaal Yerseke 30 Oktober 2015 Kenniskring garnaal zuid west AGENDA 14:00 Voorstelrondje en verwachtingen (Marieke / allen) 14:20 Intro

Nadere informatie

ZA5223. Flash Eurobarometer 290 (Attitudes of Europeans Towards the Issue of Biodiversity, wave 2) Country Specific Questionnaire Netherlands

ZA5223. Flash Eurobarometer 290 (Attitudes of Europeans Towards the Issue of Biodiversity, wave 2) Country Specific Questionnaire Netherlands ZA5223 Flash Eurobarometer 290 (Attitudes of Europeans Towards the Issue of Biodiversity, wave 2) Country Specific Questionnaire Netherlands FLASH 290 BIODIVERSITY Q1. Hebt u ooit gehoord van de term biodiversiteit?

Nadere informatie

Aanbeveling 5: Investeer in effectieve gebiedsbescherming

Aanbeveling 5: Investeer in effectieve gebiedsbescherming Aanbeveling 5: Investeer in effectieve gebiedsbescherming De Taskforce Biodiversiteit & Natuurlijke Hulpbronnen adviseert: Het verleden leert dat gebiedsbescherming een succesvolle strategie kan zijn,

Nadere informatie

MARIENE DUURZAAMHEID IN EEN TIJD VAN VERANDERENDE OCEANEN EN ZEEËN

MARIENE DUURZAAMHEID IN EEN TIJD VAN VERANDERENDE OCEANEN EN ZEEËN MARIENE DUURZAAMHEID IN EEN TIJD VAN VERANDERENDE OCEANEN EN ZEEËN EASAC, Samenvatting Inleiding Oceanen en zeeën zijn essentiële onderdelen van de biosfeer. Mariene duurzaamheid en de menselijke samenleving

Nadere informatie

Adaptief Management. Noordzee Dagen 2015. Jessica Reis Leffers Paul Boers Rob Gerits

Adaptief Management. Noordzee Dagen 2015. Jessica Reis Leffers Paul Boers Rob Gerits Adaptief Management Noordzee Dagen 2015 Jessica Reis Leffers Paul Boers Rob Gerits Waarom nu aandacht voor adaptief management? Een van de opgave uit Nationaal energie akkoord: 4500 MW windenergie op NCP

Nadere informatie

VISSERIJ VERDUURZAAMT

VISSERIJ VERDUURZAAMT VISSERIJ VERDUURZAAMT.;.' Maatschappelijk Convenant in uitvoering van de doelstellingen van Vistraject 12015-2020 1 ~\".\ Vlaams~ ILVO!nstituul voor Landbouwen Vis5,erijonderzoek 'l~ \ overheid Rederscentrale

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor de aanwijzingsbesluiten van drie mariene Natura 2000-gebieden. 164 Doggersbank. 165 Klaverbank.

Procedurewijzer. Voor de aanwijzingsbesluiten van drie mariene Natura 2000-gebieden. 164 Doggersbank. 165 Klaverbank. Procedurewijzer Voor de aanwijzingsbesluiten van drie mariene Natura 2000-gebieden 164 Doggersbank 165 Klaverbank 166 Friese Front Inhoudsopgave Wat is Natura 2000 5 Aanwijzingsbesluit 5 In beroep gaan

Nadere informatie

Aan de leden van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus Geachte dames en heren,

Aan de leden van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus Geachte dames en heren, Aan de leden van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 Utrecht, 23 februari 2009 Ons kenmerk: 031.09/tr Contactpersoon: Thomas Rammelt; t.rammelt@noordzee.nl,

Nadere informatie

ID PASSEPORT POISSON

ID PASSEPORT POISSON ID VISPASPOORT ID PASSEPORT POISSON Kies bewust! Motivatie Compass duurzaamheidfiches Om u te helpen bewuste keuzes te maken aangaande uw voeding, heeft Compass, in samenwerking met zijn partners, een

Nadere informatie

VEEL GESTELDE VRAGEN NATURA 2000

VEEL GESTELDE VRAGEN NATURA 2000 VEEL GESTELDE VRAGEN NATURA 2000 1. Algemeen...1 2. Gebieden...3 3. Beheerplan...4 4. Gevolgen...5 5. Europa...6 6. Relatie met andere wetgeving...6 7. Belanghebbende...7 8. Financiering...8 1. Algemeen

Nadere informatie

Ik en de EU Workshop 1. Marieke Verweij (ProSea) Bruinisse 1 maart 2014

Ik en de EU Workshop 1. Marieke Verweij (ProSea) Bruinisse 1 maart 2014 Ik en de EU Workshop 1 Marieke Verweij (ProSea) Bruinisse 1 maart 2014 Welkom! Richard Martens 2 Wie ik ben 3 Even voorstellen Wie ben je Type bedrijf Wat verwacht je van deze workshop(s)? (Wat hoop je

Nadere informatie

Visvangst in de Noordzee,

Visvangst in de Noordzee, Indicator 3 oktober 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De visvangst is de laatste decennia

Nadere informatie

Wereld Natuur Fonds. for a living planet

Wereld Natuur Fonds. for a living planet Wereld Natuur Fonds for a living planet Living Planet Report Making a difference voor onze aarde Iris van Duren WNF Regioteam Twente en Vechtdal Universitair docent bij het ITC Wat kunt u verwachten? Korte

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/288. Amendement. Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee namens de GUE/NGL-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/288. Amendement. Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee namens de GUE/NGL-Fractie 27.3.2019 A8-0176/288 288 Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee Overweging 2 (2) Als wereldspeler in de oceanen en als de op vier na grootste producent van vis en schaal- en schelpdieren ter wereld, draagt

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.3.2019 COM(2019) 98 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in

Nadere informatie

Begrenzing van het Natuurnetwerk en de Natura 2000-gebieden

Begrenzing van het Natuurnetwerk en de Natura 2000-gebieden Begrenzing van het Natuurnetwerk en de Natura 2000-gebieden Indicator 26 september 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Plastics: ontwikkelingen internationaal en activiteiten RWS

Plastics: ontwikkelingen internationaal en activiteiten RWS Plastics: ontwikkelingen internationaal en activiteiten RWS Frederieke Knopperts Water, Verkeer en Leefomgeving Inhoud Beleidskader: Kaderrichtlijn Mariene Strategie Internationale samenwerking: OSPAR

Nadere informatie

Met deze bijlage ga ik dieper in op de uitvoering van de motie TK 32002, nr. 32 van de leden Slob en Geurts van 23 mei 2013.

Met deze bijlage ga ik dieper in op de uitvoering van de motie TK 32002, nr. 32 van de leden Slob en Geurts van 23 mei 2013. Bijlage Bij de brief aan de Tweede Kamer betreffende de Bescherming van offshore Natura 2000 gebieden in de Noordzee en start aanwijzingsprocedure mariene Natura 2000-gebieden Moties Slob-Geurts (Kamerstuk

Nadere informatie

Albert Vliegenthart De Vlinderstichting

Albert Vliegenthart De Vlinderstichting Vlinders van A naar beter Albert Vliegenthart De Vlinderstichting Wet- en regelgeving Natuurwet wel of geen problemen? Omgevingswet komt er aan Gedragscodes - Rijksverantwoordelijkheid Handhaving - flexibiliteit

Nadere informatie

De kustpolders: Hoe behoud een essentiële stap is richting duurzame ontwikkeling

De kustpolders: Hoe behoud een essentiële stap is richting duurzame ontwikkeling De kustpolders: Hoe behoud een essentiële stap is richting duurzame ontwikkeling Prof. dr. Patrick Meire Universiteit Antwerpen Ecosystem management research group De polders, tussen de kust en zandig/zandlemig

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.3.2019 COM(2019) 99 final 2019/0049 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Visserijorganisatie

Nadere informatie

Percepties van betrokkenen op het beheer van Natura 2000-gebieden

Percepties van betrokkenen op het beheer van Natura 2000-gebieden Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu Irene Bouwma, Josine Donders, Dana Kamphorst, Joep Frissel, Ruut Wegman, Henk Meeuwsen & Lawrence Jones-Walters Wageningen Environmental Research (Alterra) WOt-paper

Nadere informatie

Draagvlak voor natuur: van verdelen naar verbinden

Draagvlak voor natuur: van verdelen naar verbinden Draagvlak voor natuur: van verdelen naar verbinden CSA (Kris) van Koppen, Universitair hoofddocent Milieubeleid, Wageningen Universiteit 1.Karakterisering 2.Diagnose 3.Hoe verder Karakterisering: trends

Nadere informatie

Gebruiksfuncties van de Noordzee, 2017

Gebruiksfuncties van de Noordzee, 2017 Indicator 20 december 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het Nederlands Continentaal

Nadere informatie

Europese opinie over diergebruik en -handel Een enquête onder 2407 inwoners van zes Europese landen April 2014

Europese opinie over diergebruik en -handel Een enquête onder 2407 inwoners van zes Europese landen April 2014 Europese opinie over diergebruik en -handel Een enquête onder 2407 inwoners van zes Europese landen April 2014 1 Steekproefsamenstelling en methodologie Abacus Data heeft zojuist een enquête afgenomen

Nadere informatie

Programma van Eisen - Beheerplannen

Programma van Eisen - Beheerplannen Programma van Eisen - Beheerplannen Eisen voor de inhoud Inventarisatie 1. Het beheerplan geeft allereerst een beschrijving van de natuurwaarden in het Natura 2000-gebied (de actuele situatie en trends,

Nadere informatie

Advies. Aan: Waddenfonds Van: Waddenacademie Datum: April 2015 Betreft: Garnalenvisserij. Inleiding

Advies. Aan: Waddenfonds Van: Waddenacademie Datum: April 2015 Betreft: Garnalenvisserij. Inleiding Advies Aan: Waddenfonds Van: Waddenacademie Datum: April 2015 Betreft: Garnalenvisserij Inleiding Het Waddenfonds heeft de Waddenacademie gevraagd advies uit te brengen ten aanzien van het thema garnalenvisserij.

Nadere informatie

LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS VAN DE VISSERIJ: PLADIJS IN EEN RUIMER PLAATJE

LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS VAN DE VISSERIJ: PLADIJS IN EEN RUIMER PLAATJE Bron: VLIZ Fotogalerij - Collectie Daniel Moeyaert, 2008 LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS VAN DE VISSERIJ: PLADIJS IN EEN RUIMER PLAATJE An Vanhulle An Vanhulle Universiteit Gent Vakgroep Internationaal Publiekrecht,

Nadere informatie

Essay%Governance%Noordzee%

Essay%Governance%Noordzee% ! De!Noordzee!en!de!energietransitie:!de!betekenis!van!de!Vogelrichtlijn! Harm%Dotinga% Samenvatting! Het% Nederlandse% Noordzeebeleid% zet% in% het% kader% van% de% energietransitie% in% op% de% aanleg%

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.3.2019 COM(2019) 104 final 2019/0054 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Visserijcommissie

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

FACTSHEET. Hoe denken Nederlanders over natuur van het boerenland, in de stad en natuurgebieden?

FACTSHEET. Hoe denken Nederlanders over natuur van het boerenland, in de stad en natuurgebieden? Onderzoeksresultaten Motivaction: FACTSHEET Hoe denken Nederlanders over natuur van het boerenland, in de stad en natuurgebieden? september 2015 Onderzoeksinstituut Motivaction heeft in opdracht van Vogelbescherming

Nadere informatie

Natura 2000 & PAS. Natura 2000 implementatie in Nederland

Natura 2000 & PAS. Natura 2000 implementatie in Nederland Natura 2000 & PAS Natura 2000 implementatie in Nederland Natura 2000 in Nederland 13-6-2016 Dia 2 Natura 2000 in Zeeland 13-6-2016 Dia 3 Natura 2000 in Zeeland Beschermd natuurmonument 13-6-2016 Dia 4

Nadere informatie

Hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB)

Hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) Hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) Bouwen aan een betere toekomst voor vis en vissers Het EC-voorstel kort samengevat Maatregelen tegen overbevissing en ten gunste van duurzaam beheer

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Overheidsidentificatienr

Nadere informatie

Programma. De Noordzee. 17 maart Eelco Leemans Stichting De. Ø Inleiding Ø Stichting De Noordzee Ø De Noordzee: ecosysteem en natuurgebieden

Programma. De Noordzee. 17 maart Eelco Leemans Stichting De. Ø Inleiding Ø Stichting De Noordzee Ø De Noordzee: ecosysteem en natuurgebieden De Noordzee: natuurgebied of wingewest? 17 maart 2008 Eelco Leemans Stichting De De Noordzee Programma Ø Inleiding Ø Stichting De Noordzee Ø De Noordzee: ecosysteem en natuurgebieden Ø Effecten van menselijk

Nadere informatie

Wetgeving en beleid op weg naar een volwaardige bescherming van het erfgoed op zee? Knelpunten en opportuniteiten

Wetgeving en beleid op weg naar een volwaardige bescherming van het erfgoed op zee? Knelpunten en opportuniteiten Wetgeving en beleid op weg naar een volwaardige bescherming van het erfgoed op zee? Knelpunten en opportuniteiten Thary Derudder en Marijn Rabaut Maritiem Instituut Eindconferentie SeArch project Gent,

Nadere informatie

Natuurcompensatie Voordelta

Natuurcompensatie Voordelta Natuurcompensatie Voordelta Ervaringen met gebiedsbescherming in een ondiepe kustzone Mennobart van Eerden Job van den Berg Aanleiding De natuurcompensatie in de Voordelta als gevolg van de aanleg en aanwezigheid

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008 Directoraat-generaal: Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 de verdieping Victor Hortaplein, 40 bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het SEA Adviescomité : Sabine WALLENS t : + 32

Nadere informatie

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie: Conferentie over Biodiversiteit in een veranderende wereld 8-9 september 2010 Internationaal Conventiecentrum

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

ZA4735. Flash Eurobarometer 219 (Biodiversity) Country Specific Questionnaire Belgium (Flemish)

ZA4735. Flash Eurobarometer 219 (Biodiversity) Country Specific Questionnaire Belgium (Flemish) ZA4735 Flash Eurobarometer 219 (Biodiversity) Country Specific Questionnaire Belgium (Flemish) Flash Eurobarometer on biodiversity Flash 219 questionnaire Q1. Kent u de term biodiversiteit? [SLECHTS ÉÉN

Nadere informatie

Typische diersoorten van de Habitatrichtlijn,

Typische diersoorten van de Habitatrichtlijn, Indicator 5 juli 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De laatste 10 jaar is de toestand

Nadere informatie

5.5 Nederland is zuinig met aanmelden van gebieden onder de Vogel- en Habitatrichtlijn

5.5 Nederland is zuinig met aanmelden van gebieden onder de Vogel- en Habitatrichtlijn 5.5 Nederland is zuinig met aanmelden van gebieden onder de Vogel- en Habitatrichtlijn Tekst: M.E.A. Broekmeyer Het aanwijzen, beschermen en beheren van Natura 2000-gebieden is een belangrijk onderdeel

Nadere informatie

Visserijsterfte bij visbestanden in de Noordzee,

Visserijsterfte bij visbestanden in de Noordzee, Indicator 21 augustus 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2017 werden de bestanden

Nadere informatie

11 BELANGRIJKE REDENEN WAAROM RECREATIEVE KIEW- EN WARRELNETTEN MOETEN VERBODEN WORDEN IN BELGIE

11 BELANGRIJKE REDENEN WAAROM RECREATIEVE KIEW- EN WARRELNETTEN MOETEN VERBODEN WORDEN IN BELGIE 11 BELANGRIJKE REDENEN WAAROM RECREATIEVE KIEW- EN WARRELNETTEN MOETEN VERBODEN WORDEN IN BELGIE 1. Dankzij de Habitatrichtlijn van de Europese Unie is de bruinvis een beschermde soort die onder het strengste

Nadere informatie

Enquête waterplanten en sportvisserij

Enquête waterplanten en sportvisserij Sportvisserij Nederland Leijenseweg 115, 37 AD Bilthoven T. -584 www.sportvisserijnederland.nl Rapport (exclusief bijlagen) Enquête waterplanten en sportvisserij Omvang van het probleem en probleemlocaties

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 12.6.2018 COM(2018) 390 final ANNEXES 1 to 5 BIJLAGEN bij Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.5.2017 COM(2017) 214 final 2017/0091 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de

Nadere informatie

Nota van Antwoord. Door de ministerraad vastgesteld in juli 2014

Nota van Antwoord. Door de ministerraad vastgesteld in juli 2014 Nota van Antwoord Naar aanleiding van de ter inzagelegging van de Ontwerp Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee 2012-2020, Deel 2, het KRM-monitoringprogramma Nota van Antwoord -

Nadere informatie

IMARES Wageningen UR. Waardekaarten Borssele. Karin van der Reijden Rapport C002/15. (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

IMARES Wageningen UR. Waardekaarten Borssele. Karin van der Reijden Rapport C002/15. (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies) Waardekaarten Borssele Karin van der Reijden Rapport C002/15 IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies) Opdrachtgever: W. van Broekhoven Postbus 59 8320 AB URK Publicatiedatum:

Nadere informatie

Natura 2000 Vlakte van de Raan

Natura 2000 Vlakte van de Raan Samenvatting maart 2016 Natura 2000 Vlakte van de Raan Beheerplan Leeswijzer In maart 2011 is de Vlakte van de Raan aangewezen als Natura 2000-gebied. Om de zeenatuur in de Vlakte van de Raan te kunnen

Nadere informatie

Onderhandelingen met Europees Parlement en Europese Raad 1 januari 2013 Nieuw GVB van kracht

Onderhandelingen met Europees Parlement en Europese Raad 1 januari 2013 Nieuw GVB van kracht Op weg naar de Herziening Stichting de Noordzee streeft naar een rijke Noordzee, welke een bron is van verse vis en schelpdieren, die op een verantwoorde manier worden gevangen. Het Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Het wettelijke statuut van de meeuw. Michiel Vandegehuchte

Het wettelijke statuut van de meeuw. Michiel Vandegehuchte Het wettelijke statuut van de meeuw Michiel Vandegehuchte Internationale wetgeving AEWA (Overeenkomst over Afrikaans- Euraziatische trekkende watervogels) Intergouvernementeel verdrag (76 verdragspartijen)

Nadere informatie

LEVENDE OCEANEN DOCENTENHANDLEIDING

LEVENDE OCEANEN DOCENTENHANDLEIDING LEVENDE OCEANEN DOCENTENHANDLEIDING Leuk dat je aan de slag gaat met het lesmateriaal van Greenpeace! Leerlingen verwerven inzicht in de oceaanproblematiek en ontdekken wat ze hier zelf aan kunnen doen.

Nadere informatie

provinsje fryslân provincie fryslân b rj,

provinsje fryslân provincie fryslân b rj, - 1 Ons provinsje fryslân provincie fryslân b rj, postbus 20120 8900 hm leeuwarden tweebaksmarkt 52 telefoon: (058) 292 59 25 telefax: (058) 292 51 25 -t J Statenfractie Partij voor de Dieren T.a.v. mevrouw

Nadere informatie

Gebiedsbescherming op de Nederlandse Noordzee

Gebiedsbescherming op de Nederlandse Noordzee Gebiedsbescherming op de Nederlandse Noordzee De stand van zaken in relatie tot visserij Januari 218 Stichting De Noordzee Kreeft op de Doggersbank. Foto: Udo van Dongen Zonsondergang op de Doggersbank.

Nadere informatie

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari 2015. GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari 2015. GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015 NOORDZEE EN ZEELEVEN 2-meting Noordzee-campagne Februari 2015 1 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2. Onderzoeksverantwoording 3. Onderzoeksresultaten 4. Contact 2 1. Samenvatting 3 Samenvatting Houding t.a.v.

Nadere informatie

GVB-hervorming: een nieuwe strategie voor beter wetenschappelijk advies ten behoeve van het visserijbeheer

GVB-hervorming: een nieuwe strategie voor beter wetenschappelijk advies ten behoeve van het visserijbeheer IP/03/297 Brussel, 28 februari 2003 GVB-hervorming: een nieuwe strategie voor beter wetenschappelijk advies ten behoeve van het visserijbeheer De Europese Commissie heeft een Mededeling voorgesteld om

Nadere informatie

DE BOSCHPLAAT TERSCHELLING VAN INTERNATIONALE BETEKENIS

DE BOSCHPLAAT TERSCHELLING VAN INTERNATIONALE BETEKENIS DE BOSCHPLAAT TERSCHELLING VAN INTERNATIONALE BETEKENIS Jan Willem Sneep 30 Mei 2017 Mondiaal 7 miljard mensen (in 2050: 9 miljard) In Europa 800 miljoen Grote diversiteit aan planten en diersoorten en

Nadere informatie

Noordzee 2050 gebiedsagenda

Noordzee 2050 gebiedsagenda Noordzee 2050 gebiedsagenda MUST bijeenkomst Amsterdam Humans do not live @ sea Jeroen Vis g.a.j.vis@minez.nl www.noordzeeloket.nl Hoe gaan we met de (Noord)zee om? Een zee aan ruimte Geen zee te hoog

Nadere informatie

Openbare raadpleging in het kader van de "fitness check" van de EU- natuurwetgeving (vogel- en habitatrichtlijn)

Openbare raadpleging in het kader van de fitness check van de EU- natuurwetgeving (vogel- en habitatrichtlijn) Openbare raadpleging in het kader van de "fitness check" van de EU- natuurwetgeving (vogel- en habitatrichtlijn) Deel 1 - Algemene vragen Vraag 1: Hoe belangrijk is natuurbescherming voor u? Belangrijk

Nadere informatie

Windmolenparken Zichtbaar vanaf de kust

Windmolenparken Zichtbaar vanaf de kust Windmolenparken Zichtbaar vanaf de kust De impact op recreatie en toerisme -Addendum bij de studie uit 2014- Inhoud Blz. 1 Inleiding 1 2 Omvang van de impact (actualisatie) 3 3 Conclusies en aanbevelingen

Nadere informatie

Overlegorgaan Infrastructuur en Milieu. 27 november 2017 Betreft Schriftelijke reacties OIM op consultatie Mariene Strategie

Overlegorgaan Infrastructuur en Milieu. 27 november 2017 Betreft Schriftelijke reacties OIM op consultatie Mariene Strategie Overlegorgaan Infrastructuur en Milieu Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit T.a.v. Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Postbus 20401 Den Haag Postbus 20901 2500 EK Den Haag

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier 2015-5 5

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier 2015-5 5 Samenvatting De Algemene Rekenkamer (AR) heeft aanbevolen dat de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie beter inzicht verschaft in niet-gebruik van gesubsidieerde rechtsbijstand. Onder niet-gebruikers

Nadere informatie

14292/18 JVB/srl/sht LIFE.2.A

14292/18 JVB/srl/sht LIFE.2.A Brussel, 6 december 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0365 (E) 14292/18 PECHE 462 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling, voor 2019,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1749 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Duurzaam werken op zee. Marloes Kraan en Luc van Hoof

Duurzaam werken op zee. Marloes Kraan en Luc van Hoof Marloes Kraan en Luc van Hoof Thinking of the Sea De zee; wat is het allemaal? Thinking of the Sea Geografisch gebied Thinking of the North Sea Politieke ruimte Thinking of the North Sea Locaties voor

Nadere informatie

NOTA VAN DE COMMISSIE OVER DE VASTSTELLING VAN INSTANDHOUDINGSDOELSTELLINGEN VOOR NATURA 2000-GEBIEDEN

NOTA VAN DE COMMISSIE OVER DE VASTSTELLING VAN INSTANDHOUDINGSDOELSTELLINGEN VOOR NATURA 2000-GEBIEDEN NOTA VAN DE COMMISSIE OVER DE VASTSTELLING VAN INSTANDHOUDINGSDOELSTELLINGEN VOOR NATURA 2000-GEBIEDEN Het doel van deze nota is de lidstaten een leidraad te verschaffen voor de vaststelling van instandhoudingsdoelstellingen

Nadere informatie

BIODIVERSITEIT. RECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS VERsnippering, VER. ONRECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS Klimaatsverandering

BIODIVERSITEIT. RECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS VERsnippering, VER. ONRECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS Klimaatsverandering BIODIVERSITEIT RECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS VERsnippering, VER ONRECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS Klimaatsverandering DUURZAME ONTWIKKELING INTEGRAAL WATERBEHEER BIODIVERSITEIT Wat? Belang?

Nadere informatie