STREEKFOTO ZUID-LIMBURG

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STREEKFOTO ZUID-LIMBURG"

Transcriptie

1 STREEKFOTO ZUID-LIMBURG Socio-economische analyse van de streek Zuid-Limburg en haar 14 gemeenten - - JUNI 2012

2

3 INLEIDING Dataverzameling en data-analyse, nodig voor het onderbouwen van een streekanalyse, vormen de basis voor strategische planning. Dit rapport omvat een sociaal-economische analyse van Zuid-Limburg en haar 14 gemeenten met doorgaans als referentiejaar 2003, waarbij meestal een vergelijking wordt gemaakt met de overige 4 Limburgse streken, Limburg en Vlaanderen. Alle data die in deze publicatie aan bod komen, zijn gedetailleerd tot op gemeentelijk niveau terug te vinden in raadpleegbare excel-bestanden op onze website in de rubriek Statistieken bij het desbetreffende onderwerp. Alle verwerkte gegevens in dit rapport zijn de meest recente die op de verwerkingsdatum van 12 juni 2012 beschikbaar waren tot op gemeentelijk niveau. ERSV Limburg en POM Limburg hopen met onderhavige sociaal-economische analyse de werking van Zuid-Limburg en haar gemeenten te ondersteunen en bij te dragen tot de ontwikkeling van een goed onderbouwde streekvisie. -1-

4 INHOUD blz GEOGRAFISCHE SITUERING ZUID-LIMBURG EN HAAR GEMEENTEN 4 A. MENSELIJK POTENTIEEL 6 A.1. DEMOGRAFIE 6 Bevolkingsaantal en -spreiding 6 Bevolkingsdichtheid 7 Evolutie van de bevolking 7 Loop van de bevolking: natuurlijk akkres en migratiesaldo 8 Bevolking per nationaliteit 9 Leeftijdsopbouw 11 Ouderdomscoëfficiënt 11 A.2. ARBEIDSMARKTAANBOD 12 Doorstromingscoëfficiënt 12 Afhankelijkheidsratio 14 Bevolking op beroepsactieve leeftijd naar socio-economische positie 14 Evolutie van de beroepsbevolking 16 Activiteitsgraad 17 Werkloosheid 19 Niet-werkende werkzoekenden 19 Werkloosheidsgraad 21 B. ECONOMISCH WEEFSEL 22 B.1. ONDERNEMERSCHAP 22 Zelfstandigen 22 Evolutie 22 Sectoraandeel 22 Aanwezigheidsindexen 23 Vestigingen met personeel 24 Evolutie 24 Sectoraandeel 25 Aanwezigheidsindexen 25 KMO-aandeel 26-2-

5 B.2. TEWERKSTELLING (Jobs in loondienst) 27 Evolutie 27 Sectoraandeel 27 Aanwezigheidsindexen 28 Tewerkstelling in kennisintensieve sectoren 31 Hoogtechnologische en mediumhoogtechnologische industriële sectoren 33 Kennisintensieve dienstensectoren 34 Tewerkstelling in KMO s 36 Vacatures en spanningsgraad 36 B.3. WERKGELEGENHEID 38 Totale werkgelegenheid 38 Werkgelegenheidsgraad 39 B.4. WERKENDEN 40 Aantal werkenden 40 Werkzaamheidsgraad 41 Tijdelijke werkloosheid 43 B.5. GEMEENTELIJKE PENDELARBEID 45 Uitgaande pendelarbeid 45 Inkomende pendelarbeid 46-3-

6 GEOGRAFISCHE SITUERING ZUID-LIMBURG EN HAAR GEMEENTEN Figuur 1 laat de verdeling van de 44 Limburgse gemeenten over de 5 Limburgse streken zien. Figuur 1 : Kaart van de 5 Limburgse streken met hun respectievelijke gemeenten Figuur 2 illustreert de streekverdeling van de Limburgse oppervlakte van hectaren. Figuur 2 : Verdeling van de Limburgse oppervlakte (in ha.) over de 5 Limburgse streken -4-

7 Zuid-Limburg heeft aldus een oppervlakte van hectaren, waarvan figuur 3 de spreiding over de 14 Zuid-Limburgse gemeenten toont. Figuur 3 : Verdeling van de Zuid-Limburgse oppervlakte (in ha.) over haar 14 gemeenten Alken % % % % % % % % % % Bron : FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische informatie Verwerking : ERSV-Limburg % % 135 0% % Bilzen Borgloon Gingelom Heers Herstappe Hoeselt Kortessem Nieuwerkerken Riemst Sint-Truiden Tongeren Voeren Wellen -5-

8 A. MENSELIJK POTENTIEEL A.1. DEMOGRAFIE Bevolkingsaantal en -spreiding De provincie Limburg telt inwoners op 1 januari 2011 : mannen en vrouwen. Vlaanderen heeft inwoners, waarmee het aandeel van Limburg in de Vlaamse bevolking 13,4% bedraagt. De Limburgse bevolking wordt als in figuur 4 gespreid over de 5 Limburgse streken. Figuur 4 : Verdeling van de Limburgse bevolking over de 5 Limburgse streken op 01/01/2011 Figuur 5 laat dan weer de verdeling van de Zuid-Limburgse bevolking ( ) over haar 14 gemeenten zien. Figuur 5 : Verdeling van de Zuid-Limburgse bevolking over haar 14 gemeenten op 01/01/

9 Bevolkingsdichtheid De bevolkingsdichtheid (figuur 6) van Limburg (349 inwoners per km²) ligt begin 2011 beneden het Vlaamse gemiddelde (466). Binnen de provincie is de dichtst bevolkte streek Midden-Limburg met 545 inwoners per km². Noord-Limburg is het dunst bevolkt (241), voorafgegaan door Zuid-Limburg (279). De dichtst bevolkte gemeenten in Zuid-Limburg zijn Bilzen (411), Alken (401), Sint-Truiden (370) en Tongeren (346). De gemeenten Herstappe (63), Voeren (83), Heers (134) en Gingelom (145) kennen de laagste bevolkingsdichtheid. Figuur 6 : Bevolkingsdichtheid (inwoners per km²) op 01/01/2011 Evolutie van de bevolking In tabel 1 blijkt dat Zuid-Limburg (+4,1%), het Maasland (+4,3%) en Midden-Limburg (+4,5%) de Limburgse regio s met de geringste bevolkingstoename zijn tussen 1 januari 2004 en 1 januari Zij blijven hiermee onder het provinciaal en Vlaams gemiddelde van +4,8%. De grootste bevolkingsaangroei doet zich voor in West-Limburg met +6,6%. De Zuid-Limburgse gemeenten die hun inwonersaantal het sterkst zien groeien zijn: Wellen (+8,8%), Gingelom (+6,4%), Heers (+6,4%) en Bilzen (+5,3%). Opvallend is dat in 2 gemeenten van deze streek de bevolking zelfs is afgenomen, meer bepaald in Voeren (-3,0%) en Herstappe (-2,3%). -7-

10 Tabel 1 : Evolutie van het aantal inwoners tussen 1/01/2004 en 1/01/2011 1/01/2004 1/01/2011 Evolutie T M V T M V T M V Abs. % Noord-Limburg ,9 Midden-Limburg ,5 West-Limburg ,6 Maasland ,3 Zuid-Limburg ,1 Alken ,2 Bilzen ,3 Borgloon ,3 Gingelom ,4 Heers ,4 Herstappe ,3 Hoeselt ,6 Kortessem ,1 Nieuwerkerken ,6 Riemst ,5 Sint-Truiden ,9 Tongeren ,6 Voeren ,0 Wellen ,8 LIMBURG ,8 VLAANDEREN ,8 Bron : FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Verwerking : ERSV-Limburg Loop van de bevolking: natuurlijk akkres en migratiesaldo Uit de loop van de bevolking (tabel 2) blijkt dat, vergeleken met 2003, in alle regio s in 2010 het aantal geboorten, immigraties en emigraties zijn gestegen, terwijl het aantal sterften is gedaald of vrijwel gestagneerd. Uitzondering hierop is Noord-Limburg, waar de mortaliteit is toegenomen met 101 of +10,4%. Binnen Zuid-Limburg wijken vooral volgende gemeenten af van deze algemene trend: Alken (-10,7% geboorten en +3,7% sterften), Heers (+28,1% sterften), Kortessem (+48,1% sterften), Nieuwerkerken Tabel 2 : Loop van de bevolking Evolutie Geboorten Nat. Migr. Totaal Geboorten Sterften Immigr. Emigr. Sterften Akkres Immigr. Emigr. saldo Akkres Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Noord-Limburg , , , ,1 Midden-Limburg ,2 78 4, , ,0 West-Limburg ,9-7 -0, , ,8 Maasland , , , ,1 Zuid-Limburg , , , ,4 Alken ,7 3 3, , ,5 Bilzen , , , ,8 Borgloon , , , ,1 Gingelom , , ,9 18 5,7 Heers , , , ,9 Herstappe NVT 1 NVT 6 NVT 4 NVT Hoeselt , , , ,6 Kortessem , , , ,1 Nieuwerkerken , ,2 24 8, ,7 Riemst ,3 2 1,5 2 0, ,1 Sint-Truiden ,5 3 0, , ,1 Tongeren , , ,6 54 6,1 Voeren , ,0 1 0, ,6 Wellen , , , ,2 LIMBURG ,2 89 1, , ,6 VLAANDEREN , , , ,4 Bron : FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie; Studiedienst Vlaamse Regering SVR Verwerking : ERSV-Limburg -8-

11 (-11,1% geboorten), Riemst (-3,1% emigraties) en Wellen (+48,9% sterften). De hoogste stijgingspercentages inzake geboorten, immigraties en emigraties worden respectievelijk opgetekend in Wellen (+50,8%), Heers (+62,2%) en Nieuwerkerken (+45,7%). Het aantal sterften daalt relatief het sterkst in Borgloon (-27,6%). Bevolking per nationaliteit Op 1 januari 2011 telt Limburg inwoners met een niet-belgische nationaliteit (tabel 3 en figuur 7) of 9,3% van de totale Limburgse bevolking. Voor Vlaanderen is dit of 6,8%. West- Limburg met niet-belgen of 4,5% en het Maasland met of 18,8% kennen binnen Limburg respectievelijk het kleinste en het grootste aandeel allochtonen onder hun bevolking. In Zuid-Limburg wonen er of 5,9%. In nagenoeg elke beschouwde regio groeit het aandeel van de vreemde bevolking sinds 2004, uitgezonderd in Midden-Limburg. Tabel 3 : Evolutie niet-belgen 01/01/ /01/2011 1/01/2004 1/01/2008 1/01/2011 Evolutie Abs. % Noord-Limburg ,4 Midden-Limburg ,7 West-Limburg ,7 Maasland ,1 Zuid-Limburg ,9 Alken ,2 Bilzen ,9 Borgloon ,0 Gingelom ,9 Heers ,5 Herstappe NVT Hoeselt ,5 Kortessem ,4 Nieuwerkerken ,2 Riemst ,1 Sint-Truiden ,0 Tongeren ,4 Voeren ,7 Wellen ,3 LIMBURG ,6 VLAANDEREN ,4 Bron : FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Verwerking : ERSV-Limburg Van alle gemeenten in Zuid-Limburg heeft Riemst (3.040) in absolute termen de meeste vreemdelingen onder haar bevolking. Relatief gezien is dit Voeren (27,3%). Sinds 2004 ziet elke Zuid- Limburgse gemeente het aandeel van de buitenlanders in haar bevolking stijgen. In de periode 01/01/ /01/2011 (tabel 3) neemt het aantal niet-belgen in Limburg toe met personen of +21,6%, tegenover +48,4% ( ) in Vlaanderen. Dit varieert in de Limburgse streken van +3,7% in Midden-Limburg tot +43,9% in Zuid-Limburg. De Zuid-Limburgse gemeenten kennen een stijging gaande van +15,7% in Voeren tot +100,0% in Borgloon. -9-

12 Figuur 7 : %-aandeel niet-belgen in de totale bevolking De meest recente beschikbare cijfers over de buitenlandse bevolking per nationaliteit dateren nog van 01/01/2008. Meer dan de helft van de buitenlandse bevolking in Limburg zijn begin 2008 (tabel 4) Nederlanders ( van of 55,4%). In Noord-Limburg vertegenwoordigen zij 87,0% van alle niet-belgen. In het Maasland is dit 69,8% en in Zuid-Limburg 58,7%. In Midden-Limburg zijn de Italianen (36,3%) het belangrijkst in aantal en in West-Limburg zijn dit de Turken met 27,5% van de niet-belgische bevolking. Van de Nederlanders in Limburg, wonen er of 14,4% in Zuid-Limburg, meer bepaald Tabel 4 : Niet-Belgen per nationaliteit op 01/01/2008 Nederlandernen Italia- Marok- Span- Turken kanen Duitsers jaarden Polen Grieken Overige Totaal Noord-Limburg Midden-Limburg West-Limburg Maasland Zuid-Limburg Alken Bilzen Borgloon Gingelom Heers Herstappe Hoeselt Kortessem Nieuwerkerken Riemst Sint-Truiden Tongeren Voeren Wellen LIMBURG VLAANDEREN Bron : FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Verwerking : ERSV-Limburg -10-

13 vooral in Riemst (2.469 of 6,2% van het aantal Nederlandse Limburgers), Bilzen (1.039 of 2,6%), Voeren (995 of 2,5%) en Tongeren (477 of 1,2%). In Voeren en Riemst bestaat hun buitenlandse bevolking zelfs bijna uitsluitend (ca. 90%) uit Nederlanders. Tabel 4 laat verder zien dat in Zuid- Limburg een vierde van de niet-belgen (2.456 of 25,2%) in de restcategorie overige nationaliteiten is gegroepeerd wat wijst op een grote diversiteit aan nationaliteiten die wonen in Zuid-Limburg. De meesten in deze laatste categorie kiezen in Zuid-Limburg vooral Sint-Truiden (949 van de of 38,6%) als woonplaats, waar ze bovendien ca. 2/3 (66,8%) van de buitenlanders vormen. Leeftijdsopbouw Tabel 5 over de leeftijdsopbouw laat duidelijk zien dat tussen 1 januari 2004 en 1 januari 2011 de vergrijzing in alle regio s toeneemt of m.a.w. het aandeel van de bevolking jonger dan 40 jaar is afgenomen ten voordele van het aandeel vanaf 40 jaar. In Zuid-Limburg blijkt dit verouderingsfenomeen het meest uitgesproken, met vooral een grotere groep 60-plussers dan de rest van Limburg. Binnen Zuid-Limburg worden Herstappe en Borgloon geconfronteerd met de oudste bevolkingspiramides. Tabel 5 : Procentuele leeftijdsopbouw 1/01/2004 1/01/ en + Totaal en + Totaal Noord-Limburg 23,7 27,2 29,5 19,5 100,0 21,7 24,4 31,1 22,7 100,0 Midden-Limburg 22,8 28,3 29,1 19,8 100,0 21,5 26,0 29,8 22,7 100,0 West-Limburg 22,9 28,4 28,9 19,8 100,0 22,2 26,0 29,6 22,2 100,0 Maasland 22,7 27,8 30,2 19,3 100,0 21,5 24,7 31,5 22,2 100,0 Zuid-Limburg 20,9 27,0 30,2 21,9 100,0 20,3 24,3 30,9 24,5 100,0 Alken 22,9 27,7 29,9 19,6 100,0 21,9 23,0 31,1 24,0 100,0 Bilzen 22,7 28,1 29,1 20,1 100,0 21,7 25,3 30,2 22,8 100,0 Borgloon 19,1 26,5 30,7 23,7 100,0 19,1 23,4 31,7 25,8 100,0 Gingelom 20,7 25,9 29,5 23,9 100,0 21,9 24,2 29,8 24,2 100,0 Heers 18,9 27,0 30,3 23,9 100,0 20,1 24,0 31,4 24,5 100,0 Herstappe 17,2 20,7 37,9 24,1 100,0 20,0 23,5 32,9 30,6 107,1 Hoeselt 21,5 28,2 30,2 20,1 100,0 20,9 25,7 30,5 22,9 100,0 Kortessem 22,8 28,4 31,8 17,0 100,0 20,8 25,4 32,4 21,4 100,0 Nieuwerkerken 20,8 27,0 31,1 21,1 100,0 20,4 24,0 31,0 24,6 100,0 Riemst 20,7 27,9 29,4 22,0 100,0 20,2 24,4 30,4 25,0 100,0 Sint-Truiden 19,3 26,4 30,9 23,4 100,0 18,9 24,2 31,2 25,6 100,0 Tongeren 20,1 25,7 30,2 24,0 100,0 19,8 23,4 30,6 26,2 100,0 Voeren 24,9 23,2 30,0 21,9 100,0 21,6 21,8 31,8 24,8 100,0 Wellen 20,7 28,9 31,4 19,1 100,0 20,6 25,4 31,2 22,8 100,0 LIMBURG 22,5 27,8 29,5 20,2 100,0 21,4 25,2 30,5 23,0 100,0 VLAANDEREN 22,3 26,7 28,4 22,5 100,0 21,9 24,8 29,0 24,3 100,0 Bron : FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Verwerking : ERSV-Limburg Ouderdomscoëfficiënt Figuur 8 illustreert de vergrijzing sinds 2004 nog beter aan de hand van de ouderdomscoëfficiënt. De ouderdomscoëfficiënt is de verhouding van de bevolking van 60 jaar en ouder ten opzichte van de bevolking jonger dan 20 jaar. Bovendien worden de verschillen in vergrijzing meer zichtbaar tussen de beschouwde gebieden. -11-

14 Figuur 8 : Ouderdomscoëfficiënt (bevolking 60j. en meer in % van de bevolking 0-19j.) De ouderdomscoëfficiënt neemt forser toe in Limburg dan in Vlaanderen. De vergrijzing in Limburg (107,2%) situeert zich globaal in 2011 voorlopig nog onder het Vlaamse peil van 110,7%. Opvallend is dat in één Limburgse streek, nl. in Zuid-Limburg met een ouderdomscoëfficiënt van 120,6%, de vergrijzing niet alleen verder gevorderd is dan in overig Limburg maar zelfs verder dan in Vlaanderen. Een ouderdomscoëfficiënt van boven de 100 betekent dat er meer 60-plussers dan jongeren zijn. Sedert enkele jaren is dit dus niet alleen zo in Vlaanderen maar zelfs in nog grotere mate ook in Zuid- Limburg. In 2011 blijven er enkel in West-Limburg (100%) voorlopig nog evenveel jongeren dan 60- plussers. In de andere Limburgse streken zijn er nu meer 60-plussers dan jongeren. De hoogste scores in Zuid-Limburg zijn voor Herstappe (152,9%), Sint-Truiden (135,2%), Borgloon (135,1%) en Tongeren (132,1%). De laagste coëfficiënt wordt opgetekend in Kortessem (102,7%), waardoor er in alle Zuid-Limburgse gemeenten minder jongeren zijn dan 60-plussers. Markant is ook dat in de beschouwde periode 2 gemeenten van Zuid-Limburg, namelijk Gingelom en Heers, tegen de algemene tendens in hun ouderdomscoëfficiënt zien dalen. A.2. ARBEIDSMARKTAANBOD Doorstromingscoëfficiënt De structuur van de bevolking is ook van belang voor het aanbod en de vervanging van arbeidskrachten. De doorstromingscoëfficiënt geeft belangrijke aanwijzingen over de mate waarin uittreders uit de arbeidsmarkt vervangen kunnen worden door intredende starters. De doorstromingscoëfficiënt is de verhouding van de bevolking jaar ten opzichte van de bevolking jaar. Deze indicator houdt wel enkel rekening met de leeftijd en zegt niets over de bereidheid om te werken en de competenties van de in- en uittreders. Op 01/01/2011 heeft Limburg een doorstromingscoëfficiënt (figuur 9) van 90,2%. Dat wil zeggen dat per 100 personen die in de leeftijdsklasse van de laatste fase van hun carrière zitten, er afgerond nog -12-

15 90 personen klaarstaan om hun plaats in het arbeidsleven in te nemen. Vanuit demografisch oogpunt is de vervanging op de arbeidsmarkt in Limburg dus niet meer gegarandeerd. Op 01/01/2004 bedroeg deze indicator nog 115,0%. In alle beschouwde regio s is de doorstromingscoëfficiënt de laatste jaren gedaald tot onder de 100%. Hierdoor is de vervanging op de arbeidsmarkt nergens meer verzekerd, wat binnen Limburg al enkele jaren en nog meer uitgesproken het geval is voor Zuid- Limburg (97,9% in 2004 en 80,6% in 2011). De laagste doorstromingscoëfficiënten doen zich in 2011 binnen Zuid-Limburg voor in Herstappe (64,7%) en Heers (69,8%), terwijl de hoogste opgetekend wordt in Bilzen (94,2%). Ook in geen enkele Zuid-Limburgse gemeente is hiermee de vervanging op hun arbeidsmarkt nog gewaarborgd. Figuur 9 : Doorstromingscoëfficiënt (bevolking 15-24j. in % van de bevolking 55-64j.) Op basis van de bevolkingsvooruitzichten van 2010 tot 2060 zal in de nabije toekomst deze doorstromingscoëfficiënt (figuur 10) in Vlaanderen en bij uitstek in Limburg zeer snel blijven dalen. Figuur 10 : Doorstromingscoëfficiënt op basis van waarnemingen en prognose (telkens op 1 januari berekening van de bevolking 15-24j. in % van de bevolking 55-64j.) -13-

16 Afhankelijkheidsratio Zoals blijkt uit figuur 11 kennen Limburg (79,7%) en haar 5 streken (van 77,8% in het Maasland tot 81,4% in Zuid-Limburg) op 01/01/2011 nog relatieve lage afhankelijkheidsratio s vergeleken met Vlaanderen (86,0%). Dat wil zeggen dat er relatief minder inwoners op inactieve leeftijd zijn t.o.v. de potentieel beroepsactieven dan in Vlaanderen. De afhankelijkheidsratio is immers de verhouding van de bevolking jonger dan 20 jaar plus 60 jaar en ouder ten opzichte van de bevolking jaar. Maar volgens de prognoses zullen de gebieden met de laagste waarden vandaag, de sterkste aangroei kennen zodat de druk van de inactieve bevolking op de potentiële beroepsbevolking overal hoog zal worden. Binnen Zuid-Limburg overschrijden Herstappe (89,6%) en Voeren (86,6%) zelfs het Vlaamse gemiddelde. Kortessem (72,9%), Wellen (76,8%) en Hoeselt (78,1%) scoren de laagste afhankelijkheidsratio s. Figuur 11 : Afhankelijkheidsratio (bevolking 0-19j. plus 60j. en meer in % van de bevolking 20-59j.) Bevolking op beroepsactieve leeftijd naar socio-economische positie Tabel 6 en figuur 12 laten de bevolking op beroepsactieve leeftijd (15-64 jaar) naar socioeconomische positie in 2010 zien. Hieruit blijkt dat Limburg en haar streken overal relatief gezien minder werkenden (loontrekkenden, zelfstandigen, helpers en uitgaande grensarbeid) behalve in Zuid-Limburg, meer of evenveel werklozen (niet-werkende werkzoekenden) met uitzondering van Noord- en Zuid-Limburg en meer niet-beroepsactieven uitgenomen in Zuid-Limburg heeft dan Vlaanderen. Zuid-Limburg (66,6%, 4,8% en 28,6%) heeft een iets betere procentuele verdeling dan deze op Vlaams niveau (66,0%, 5,1% en 28,9%). Voor wat betreft de werklozen heeft Noord-Limburg (4,4%) de meest gunstige situatie. Het Maasland scoort het slechtste op elke socio-economische positie (60,6%, 6,3% en 33,1%). Herstappe buiten beschouwing gelaten, heeft Gingelom (69,7%) van alle Zuid-Limburgse gemeenten -14-

17 relatief bekeken de meeste werkenden, Alken (3,8%) het minste werklozen en eveneens Gingelom (26,1%) het minste niet-beroepsactieven. Betrekkelijk het laagste aantal werkenden en het hoogste aantal niet-beroepsactieven heeft Voeren (64,1% en 32,0%), terwijl Tongeren (5,7%) het meeste werklozen telt. Tabel 6 : Bevolking op beroepsactieve leeftijd (15-64 jaar) naar socio-economische positie in 2010 (jaargemiddelde) Absoluut Procentueel Bevolking Werkzoekend Nietberoepsactief Bevolking Werkzoekend Niet- (15-64 jaar) Werkend (nwwz) (15-64 jaar) Werkend (nwwz) beroepsactief Noord-Limburg ,0 65,3 4,4 30,3 Midden-Limburg ,0 62,3 6,2 31,5 West-Limburg ,0 63,6 5,1 31,3 Maasland ,0 60,6 6,3 33,1 Zuid-Limburg ,0 66,6 4,8 28,6 Alken ,0 69,4 3,8 26,7 Bilzen ,0 65,8 5,2 29,1 Borgloon ,0 67,7 4,3 28,0 Gingelom ,0 69,7 4,1 26,1 Heers ,0 66,6 5,0 28,4 Herstappe ,0 72,1 1,9 26,0 Hoeselt ,0 68,6 4,1 27,4 Kortessem ,0 67,8 4,8 27,3 Nieuwerkerken ,0 68,7 4,1 27,2 Riemst ,0 66,5 4,1 29,4 Sint-Truiden ,0 65,4 5,3 29,3 Tongeren ,0 64,9 5,7 29,4 Voeren ,0 64,1 4,0 32,0 Wellen ,0 69,0 4,5 26,5 LIMBURG ,0 63,8 5,4 30,8 VLAANDEREN ,0 66,0 5,1 28,9 Bron : Steunpunt WSE Verwerking: ERSV-Limburg Figuur 12 : %-verdeling bevolking op beroepsactieve leeftijd (15-64 jaar) naar socio-economische positie in 2010 (jaargemiddelde) -15-

18 Evolutie van de beroepsbevolking De beroepsbevolking is het gedeelte van de bevolking op beroepsactieve leeftijd (15-64 jaar) dat daadwerkelijk actief is op de arbeidsmarkt, hetzij als werkenden (loontrekkenden, zelfstandigen, helpers en uitgaande grensarbeid), hetzij als niet-werkende werkzoekenden. Tabel 7 : Evolutie van de beroepsbevolking (15-64 jaar) (jaargemiddelden) Evolutie T M V T M V T M V Abs. % Noord-Limburg ,1 Midden-Limburg ,9 West-Limburg ,2 Maasland ,7 Zuid-Limburg ,2 Alken ,2 Bilzen ,4 Borgloon ,4 Gingelom ,1 Heers ,6 Herstappe ,6 Hoeselt ,1 Kortessem ,3 Nieuwerkerken ,2 Riemst ,2 Sint-Truiden ,0 Tongeren ,3 Voeren ,6 Wellen ,8 LIMBURG ,7 VLAANDEREN ,4 Bron : Steunpunt WSE Verwerking: ERSV-Limburg In de periode (tabel 7) stijgt de Limburgse beroepsbevolking met +5,7% aan een trager tempo dan in Vlaanderen (+6,4%). Met +7,2% is West-Limburg de Limburgse streek met relatief de meest positieve evolutie. In Midden-Limburg bedraagt de groei slechts +3,9%. Zuid-Limburg groeit met +6,2%. Op gemeentelijk vlak wordt het sterkste stijgingspercentage opgetekend in Gingelom (+11,1%). Voeren (+0,6%) kent de zwakste evolutie in haar beroepsbevolking. Figuur 13 : Groei-% van de beroepsbevolking (15-64 jaar)

19 Goed zichtbaar in figuur 13 is dat de mannelijke beroepsbevolking in alle regio s maar weinig meer toeneemt en dat dit het meest uitgesproken is in Midden-Limburg waar zelfs nauwelijks nog groei is. De vrouwelijke beroepsbevolking kent globaal in Limburg (+10,5%) ook een lager groeicijfer dan Vlaanderen (+11,0%). Het laagste groeiritme bij de vrouwen wordt opgetekend in Midden-Limburg (+8,5%) en het hoogste in West-Limburg (+12,1%). In Zuid-Limburg is dit +11,8%. Naast Herstappe (+27,5%) kennen Gingelom (+17,6%) en Heers (+15,1%) de grootste groei bij de vrouwelijke beroepsbevolking. Voeren kent de laagste groei bij de vrouwen met +4,4%. Bij de mannelijke beroepsbevolking valt het toch redelijk forse groeicijfer op in Gingelom (+6,1%). Activiteitsgraad De activiteitsgraad (tabel 8) geeft een idee van de mate waarin de bevolking op beroepsactieve leeftijd (15-64 jaar) actief is op de arbeidsmarkt, d.w.z. een job heeft of een job zoekt. De activiteitsgraad is namelijk de verhouding tussen de beroepsbevolking en de bevolking op beroepsactieve leeftijd. Tabel 8 : Evolutie van de activiteitsgraad (jaargemiddelden jaar) (de beroepsbevolking/bevolking op arbeidsleeftijd) Evolutie M V T M V T M V T Noord-Limburg 76,2 60,4 68,5 75,1 64,1 69,7-1,1 3,6 1,2 Midden-Limburg 75,9 60,5 68,3 73,6 63,3 68,5-2,3 2,8 0,2 West-Limburg 75,0 59,1 67,2 74,5 62,8 68,7-0,5 3,7 1,5 Maasland 72,7 57,7 65,4 72,5 61,1 66,9-0,2 3,4 1,5 Zuid-Limburg 76,8 61,2 69,1 76,3 66,4 71,4-0,5 5,2 2,3 Alken 78,6 62,5 70,7 78,4 67,9 73,3-0,2 5,4 2,6 Bilzen 77,2 61,8 69,5 76,1 65,7 70,9-1,1 3,9 1,4 Borgloon 79,0 62,0 70,7 77,3 66,7 72,0-1,8 4,6 1,3 Gingelom 76,7 61,0 69,0 78,6 68,9 73,9 1,9 7,9 4,8 Heers 80,2 61,7 71,2 77,6 65,4 71,6-2,6 3,7 0,3 Herstappe 74,8 60,3 68,0 70,0 78,7 74,0-4,7 18,4 5,9 Hoeselt 76,1 61,2 68,8 77,9 67,2 72,6 1,9 6,0 3,8 Kortessem 78,2 61,1 69,8 77,6 67,6 72,7-0,6 6,6 2,9 Nieuwerkerken 77,6 61,0 69,4 77,3 68,2 72,8-0,3 7,2 3,4 Riemst 73,5 59,6 66,7 74,0 67,0 70,6 0,5 7,4 3,9 Sint-Truiden 75,8 61,1 68,6 75,4 65,9 70,7-0,4 4,8 2,1 Tongeren 76,6 60,3 68,6 76,0 65,1 70,6-0,6 4,7 2,0 Voeren 75,0 60,7 68,0 71,9 64,0 68,0-3,2 3,3 0,1 Wellen 78,3 64,3 71,5 78,3 68,6 73,5 0,0 4,3 2,0 LIMBURG 75,5 60,0 67,9 74,5 63,7 69,2-1,0 3,7 1,3 VLAANDEREN 76,7 62,2 69,6 75,8 66,2 71,1-0,9 4,0 1,5 Bron : Steunpunt WSE Verwerking: ERSV-Limburg Limburg (67,9%) heeft niet alleen een lagere activiteitsgraad dan Vlaanderen (69,6%) in 2003 maar, zoals figuur 14 illustreert, is de discrepantie in 2010, met voor Limburg en Vlaanderen respectievelijk een activiteitsgraad van 69,2% en 71,1%, nog iets toegenomen. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan Midden-Limburg (68,5%) met een groei van haar activiteitsgraad van slechts +0,2%. Zuid-Limburg (71,4%) daarentegen heeft in de betrokken periode haar achterstand t.o.v. Vlaanderen weten om te buigen in een voorsprong. Binnen Zuid-Limburg blijven enkel Bilzen (+1,4%), Borgloon (+1,3%), Heers (+0,3%) en Voeren (+0,1%) beneden het Vlaamse gemiddelde van +1,5% qua groei van de actviteitsgraad. -17-

20 Aangezien de mannelijke beroepsbevolking maar weinig meer aangroeit, vindt de toename van de activiteitsgraad in de beschouwde regio s nog uitsluitend plaats bij de vrouwen. Drie Zuid-Limburgse gemeenten wijken hier in meer of mindere mate van af, en kennen nog een groeicijfer bij de mannelijke beroepsbevolking: Gingelom (+1,9%), Hoeselt (+1,9%) en Riemst (+0,5%). Figuur 14 : Groei activiteitsgraad (jaargemiddelden jaar) (beroepsbevolking in % van de bevolking op arbeidsleeftijd) Opvallend is ook dat de Maaslandse activiteitsgraad achterop en de Zuid-Limburgse voorop blijft bij de rest van Limburg, zowel bij de mannen als de vrouwen. Figuur 15 laat duidelijk zien dat van de Limburgse regio s in 2010, het Maasland (66,9%) de laagste activiteitsgraad heeft en Zuid-Limburg (71,4%) de hoogste. Dit was in 2003 ook al zo. Figuur 15 : Activiteitsgraad (jaargemiddelden jaar) per geslacht in 2010 (beroepsbevolking in % van de bevolking op arbeidsleeftijd) -18-

21 Globaal met 74,0% en bij de vrouwen met 78,7% heeft Herstappe in 2010 binnen Zuid-Limburg de hoogste activiteitsgraden. Bij de mannen is dit Gingelom met 78,6%. De Voerense bevolking (68,0%) toont zich het minst actief op de arbeidsmarkt en dat geldt daar voor zowel de mannen (71,9%) als de vrouwen (64,0%). Werkloosheid Niet-werkende werkzoekenden Tussen 31/12/2003 en 31/12/2011 (tabel 9 en figuur 16) neemt het totaal aantal niet-werkende werkzoekenden (nwwz) in Limburg (-19,6% of van tot ) sneller af dan in Vlaanderen (- 9,9%). Van de 5 Limburgse streken haalt West-Limburg (-27,3%) het beste resultaat en Noord- Limburg (-14,1%) het minst goede. Zuid-Limburg kent een afname met -14,4% of -943 nwwz. In de Zuid-Limburgse gemeenten daalt het aantal nwwz het sterkst in Alken (-29,5%) en is de afneming het kleinst in Herstappe (-0,0%) en Hoeselt (-2,9%). Sint-Truiden, Tongeren en Bilzen zorgen samen voor bijna 2/3 van de totale daling van de nwwz in Zuid-Limburg. Tabel 9 : Evolutie van de niet-werkende werkzoekenden /12/ /12/2011 Evolutie T M V T M V T M V Abs. % Noord-Limburg ,1 Midden-Limburg ,4 West-Limburg ,3 Maasland ,2 Zuid-Limburg ,4 Alken ,5 Bilzen ,7 Borgloon ,3 Gingelom ,0 Heers ,6 Herstappe ,0 Hoeselt ,9 Kortessem ,2 Nieuwerkerken ,4 Riemst ,1 Sint-Truiden ,9 Tongeren ,8 Voeren ,0 Wellen ,3 LIMBURG ,6 VLAANDEREN ,9 Bron : VDAB Verwerking: ERSV-Limburg Zowel bij de mannen als bij de vrouwen is de werkloosheid in de beschouwde periode in alle regio s gedaald. Het dalingstempo bij de vrouwen is echter overal beduidend hoger dan bij de mannen. West-Limburg kent met -19,3% de grootste afname bij de mannen en Zuid-Limburg met -1,4% de kleinste. In West-Limburg (-33,2%) doet zich ook de relatief omvangrijkste afneming bij de vrouwen voor en in Vlaanderen (-17,2%) de geringste, terwijl in Zuid-Limburg de vermindering -24,3% bedraagt. Binnen Zuid-Limburg daalt de vrouwelijke werkloosheid het snelst in Alken (-42,4%) en het langzaamst in Hoeselt (-3,1%). Bij de mannen kent Heers (-11,7%), Herstappe niet meegerekend, de sterkste daling. In 5 gemeenten stijgt de mannelijke werkloosheid zelfs, gaande van +7,8% in Wellen tot +23,5% in Voeren. -19-

22 Figuur 16 : %-evolutie van de niet-werkende werkzoekenden Eind 2003 zijn vrouwen nog vaker terug te vinden in de werkloosheidsstatistieken dan mannen. Dit patroon wordt dan nog op alle geografische niveaus vastgesteld (figuur 17). Eind 2011 is in Vlaanderen, Limburg en in 3 Limburgse streken tussen de 2 geslachten nagenoeg een evenwicht bereikt. Enkel in Noord- en West-Limburg, met respectievelijk een relatieve vrouwelijke aanwezigheid in de nwwz van 54,8% en 52,3%, bestaat nog een lichte oververtegenwoordiging van de vrouwen in de werkloosheid. In Zuid-Limburg bedraagt dit aandeel vrouwelijke nwwz exact 50%. Figuur 17 : Evolutie %-aandeel vrouwen in niet-werkende werkzoekenden

23 Op gemeentelijk vlak zijn nu in de helft van de gemeenten van Zuid-Limburg nog meer vrouwen dan mannen werkloos. Sint-Truiden (45,8%) heeft het kleinste aandeel van de vrouwen in de nwwz en Hoeselt (59,4%) het grootste. Werkloosheidsgraad Figuur 18 toont dat de werkloosheidsgraad, of het aandeel van de niet-werkende werkzoekenden in de beroepsbevolking, tussen december 2003 en december 2011 niet alleen in Limburg globaal maar ook in al haar streken meer is verminderd dan in Vlaanderen. Eind december 2011 ligt de werkloosheidsdruk in Noord-Limburg (5,6%), Zuid-Limburg (6,2%) en West-Limburg (6,6%) onder of op het Vlaamse niveau van 6,6%. Acht jaar eerder was dit enkel het geval in Noord-Limburg. Zowel in 2003 als 2011 kennen Midden-Limburg (11,5% in 2003 en 8,1% in 2011) en het Maasland (11,0% en 8,2%) het hoogste aantal werklozen t.o.v. hun beroepsbevolking. Nagenoeg alle Zuid-Limburgse gemeenten zien hun werkloosheidsdruk tussen 2003 en 2011 verminderen, uitgezonderd Herstappe waar zich een lichte stijging voordoet van 4,9% tot 5,0%. De laagste werkloosheidsdruk van Zuid-Limburg wordt eind 2011 opgetekend in Alken (4,5%), terwijl in Tongeren (7,3%)de hoogste wordt genoteerd. Figuur 18 : Evolutie werkloosheidsgraad (niet-werkende werkzoekenden in % van beroepsbevolking) -21-

24 B. ECONOMISCH WEEFSEL B.1. ONDERNEMERSCHAP Zelfstandigen Evolutie Volgens de statistieken van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekering der Zelfstandigen (tabel 10) telt Limburg op 31 december 2010 in totaal zelfstandigen (exclusief bijberoepen), onder wie mannen en vrouwen. Hiermee vertegenwoordigt Limburg een aandeel van 12,1% in Vlaanderen ( ). In vergelijking met eind 2003 neemt het aantal zelfstandigen in Limburg (+7,9%) relatief meer toe dan in Vlaanderen (+5,4%). Opvallend is dat het sindsdien overal hoofdzakelijk de mannen zijn die zorgen voor de zelfstandigenaangroei. Binnen Limburg kent West- Limburg (+15,4%) de beste evolutie en Zuid-Limburg (+1,3%) de minst goede. Van alle Zuid-Limburgse gemeenten kan Alken (+13,0%) tussen 2003 en 2010 de meest gunstige ontwikkeling voorleggen en Voeren (-8,1%) de minst gunstige. Tabel 10 : Evolutie van het aantal zelfstandigen, exclusief bijberoepen, per geslacht 31/12/ /12/2010 Evolutie T M V T M V T M V Abs. % Noord-Limburg ,5 Midden-Limburg ,0 West-Limburg ,4 Maasland ,3 Zuid-Limburg ,3 Alken ,0 Bilzen ,3 Borgloon ,3 Gingelom ,4 Heers ,5 Herstappe ,9 Hoeselt ,1 Kortessem ,1 Nieuwerkerken ,9 Riemst ,0 Sint-Truiden ,2 Tongeren ,2 Voeren ,1 Wellen ,9 LIMBURG ,9 VLAANDEREN ,4 Bron : RSVZ Verwerking : ERSV-Limburg Sectoraandeel Uit figuur 19 blijkt dat in 2010 qua zelfstandigen (exclusief bijberoepen) in Midden-Limburg (3,6%) het sectoraandeel van de primaire sector het kleinst is van alle regio s en in Zuid-Limburg (16,0%) het grootst. De zelfstandigenbijdrage van de secundaire sector in het totaal aantal zelfstandigen is het geringste in Zuid-Limburg (14,1%) en het meeste in Noord-Limburg (18,2%). De tertiaire sector (commerciële diensten) levert relatief gezien het grootst aantal zelfstandigen op -22-

25 in Midden-Limburg (60,6%). Zuid-Limburg (52,8%) laat in deze sector het minste aantal zelfstandigen optekenen. Figuur 19 : Sectoraandeel van de zelfstandigen, excl. bijberoepen, op 31/12/2010 Het aandeel van de quartaire sector (niet-commerciële diensten) blijkt dan weer betrekkelijk het omvangrijkst in Midden-Limburg (18,8%). In deze sector bedraagt het aandeel in Zuid-Limburg 15,5% en sluit Noord-Limburg de rij met 14,6%. Binnen Zuid-Limburg vallen vooral de gemeenten Herstappe, Voeren en Heers op met zeer grote sectoraandelen voor de primaire sector en met een eerder bescheiden aanwezigheid van de tertiaire sector. Aanwezigheidsindexen De relatieve omvang van het aantal zelfstandigen (exclusief bijberoepen) in de beschouwde gebieden wordt het duidelijkst uitgedrukt aan de hand van de aanwezigheidsindex. Deze index geeft per gebied weer in hoeverre de zelfstandigen er sterk of minder sterk aanwezig zijn in vergelijking met gemiddeld in Vlaanderen. Daartoe wordt de verhouding tussen enerzijds het aantal zelfstandigen in een gebied en anderzijds het totale aantal personen op arbeidsleeftijd (15-64 jaar) in dat gebied vergeleken met dezelfde verhouding voor Vlaanderen. Een aanwezigheidsindex met waarde 1 betekent dat het betreffende gebied even sterk staat dan gemiddeld in Vlaanderen. Een waarde hoger dan 1 wijst erop dat het gebied sterker staat dan gemiddeld in Vlaanderen. Een waarde lager dan 1 wijst op het omgekeerde. Figuur 20 illustreert dat in 2010 de zelfstandigen (exclusief bijberoepen) minder sterk aanwezig zijn in Limburg in vergelijking met gemiddeld in Vlaanderen. De zelfstandige werkgelegenheid staat in vergelijking met Vlaanderen ook in bijna alle Limburgse streken minder sterk. Enkel in Zuid-Limburg (1,02) staat de zelfstandige werkgelegenheid ongeveer even sterk als in Vlaanderen. Alle Zuid-Limburgse gemeenten hebben een nagenoeg even grote zelfstandige aanwezigheid dan Vlaanderen, met als meest positieve uitschieters Herstappe, Borgloon en Voeren. -23-

26 Figuur 20 : Aanwezigheidsindexen t.o.v. Vlaanderen in 2010 inzake de zelfstandigen, excl. bijberoepen Vestigingen met personeel Evolutie Het aantal vestigingen met personeel (tabel 11) vermeerdert tussen 31/12/2003 en 31/12/2010 in Limburg van tot of met +7,3%, tegenover een toename met +5,5% in Vlaanderen. Hiermee komt eind 2010 het aandeel van Limburg in Vlaanderen op 13,1%. West-Limburg (+12,5%) groeit het snelst en Noord-Limburg (+2,5%) het traagst. Zuid-Limburg groeit met +3,8%. De evolutie in Zuid-Limburg op gemeentelijk niveau varieert van -25,0% in Herstappe tot +19,5% in Heers. Tabel 11 : Evolutie van het aantal vestigingen met personeel 31/12/ /12/ /12/ /12/2010 Evolutie Abs. % Noord-Limburg ,5 Midden-Limburg ,2 West-Limburg ,5 Maasland ,4 Zuid-Limburg ,8 Alken ,3 Bilzen ,5 Borgloon ,1 Gingelom ,0 Heers ,5 Herstappe ,0 Hoeselt ,8 Kortessem ,6 Nieuwerkerken ,0 Riemst ,6 Sint-Truiden ,9 Tongeren ,1 Voeren ,6 Wellen ,9 LIMBURG ,3 VLAANDEREN ,5 Bron : R.S.Z. Verwerking: ERSV-Limburg -24-

27 Sectoraandeel Voor wat betreft het aantal vestigingen met personeel blijkt dat eind 2010 (figuur 21) in Zuid-Limburg (9,6%) het sectoraandeel van de primaire sector het grootst is van alle regio s en in Midden-Limburg (0,6%) het kleinst. Het sectoraandeel van de secundaire sector scoort het hoogst in West-Limburg (26,5%) en het laagst in Midden-Limburg (18,9%), voorafgegaan door Zuid-Limburg (19,6%) en Vlaanderen (19,6%). De tertiaire sector (commerciële diensten) heeft relatief gezien het grootst aantal vestigingen in Vlaanderen (57,5%) en Midden-Limburg (57,2%) en het minst in Zuid-Limburg (50,3%). Noord-Limburg (19,4%) blijkt binnen Limburg het geringste aandeel van de quartaire sector (nietcommerciële diensten) te hebben. De beste score in deze sector wordt opgetekend in Midden- Limburg met 23,3%. In Zuid-Limburg bedraagt dit aandeel 20,5%. De Zuid-Limburgse gemeenten met de hoogste sectoraandelen eind 2010 zijn voor: de primaire sector: Herstappe (33,3%), Nieuwerkerken (25,5%) en Gingelom (24,4%); de secundaire sector: Riemst (30,5%), Alken (27,5%), Hoeselt (26,3%) en Wellen (25,5%); de tertiaire sector: Sint-Truiden (57,5%), Tongeren (55,5%), Bilzen (51,9%) en Hoeselt (50,2%); de quartaire sector: Herstappe (33,3%), Voeren (26,5%) en Kortessem (25,2%). Figuur 21 : Sectoraandeel van het aantal vestigingen met personeel op 31/12/2010 Aanwezigheidsindexen Uit een aanwezigheidsindex van 0,95 voor Limburg t.o.v. Vlaanderen in 2010 (figuur 22), blijkt dat er in Limburg in vergelijking met gemiddeld in Vlaanderen iets minder vestigingen met personeel actief zijn. Van de Limburgse streken kent enkel Midden-Limburg (1,12) een sterkere aanwezigheid van bedrijfsvestigingen dan Vlaanderen. De Zuid-Limburgse aanwezigheidsindex situeert zich met 0,96 op provinciaal niveau. -25-

28 Binnen Zuid-Limburg wordt een hogere vestingenaanwezigheid dan Vlaanderen vastgesteld in vooral Herstappe (1,25), Sint-Truiden (1,23) en Tongeren (1,11). Gingelom kent met 0,64 de laagste aanwezigheidsindex. Figuur 22 : Aanwezigheidsindexen t.o.v. Vlaanderen in 2010 inzake de vestigingen met personeel KMO-aandeel Het aandeel van de KMO s, gedefinieerd als bedrijven met minder dan 50 werknemers, in het totaal aantal vestigingen met personeel bedraagt op 31/12/2010 (figuur 23) in Limburg 95,0% en in Vlaanderen 94,9%. Midden-Limburg (94,3%) heeft het minst hoge aandeel en Zuid-Limburg (96,0%) het hoogste. Sinds eind 2003 is dit KMO-aandeel in alle regio s licht gedaald. De KMO-aanwezigheid in Zuid-Limburg is eind 2010 naar verhouding het grootst in Herstappe (100,0%) en het kleinst in Tongeren (94,3%). Figuur 23 : %-aandeel KMO s (< 50 wns) in het totaal aantal vestigingen met personeel

29 B.2. TEWERKSTELLING (Jobs in loondienst) Evolutie Volgens de RSZ-statistieken (tabel 12) verhoogt tijdens de periode 31 december december 2010 in Vlaanderen de werkgelegenheid in dienstverband met +9,1% van arbeidsplaatsen naar ( ). Het leeuwenaandeel van de nieuwe banen in Vlaanderen wordt ingenomen door vrouwen ( of ruim 80% van de totale groei). De aangroei van de bezoldigde werkgelegenheid in de periode bedraagt in Limburg banen of +8,4%. Het aandeel van Limburg in de Vlaamse groei bedraagt hiermee 11,8%. Bovendien is in de beschouwde periode in Limburg de jobtoename een louter vrouwelijke ( ) aangelegenheid. Bij de mannen zijn er immers banen verloren gegaan. Van de 5 Limburgse streken realiseert West-Limburg met +14,4% (+5.503) relatief de grootste toename qua jobs in loondienst en het Maasland met +5,9% (+1.526) de geringste. In Zuid-Limburg is er een toename met +8,4% of jobs (-379 bij de mannen en bij de vrouwen). Binnen Zuid-Limburg ziet Gingelom haar tewerkstelling met 78,6% toenemen. Enkel de gemeenten Herstappe (-57,1%), Voeren (-6,1%) en Wellen (-6,0%) kennen een afname. Tabel 12 : Evolutie aantal jobs in loondienst (R.S.Z.-tewerkstelling) per geslacht 31/12/ /12/ /12/ /12/2010 Evolutie T M V T M V T M V Abs. % Noord-Limburg ,2 Midden-Limburg ,3 West-Limburg ,4 Maasland ,9 Zuid-Limburg ,4 Alken ,6 Bilzen ,0 Borgloon ,1 Gingelom ,6 Heers ,8 Herstappe ,1 Hoeselt ,3 Kortessem ,2 Nieuwerkerken ,4 Riemst ,1 Sint-Truiden ,7 Tongeren ,4 Voeren ,1 Wellen ,0 LIMBURG ,4 VLAANDEREN ,1 Bron : R.S.Z. Verwerking: ERSV-Limburg Sectoraandeel Inzake loontrekkende banen in 2010 (figuur 24) blijkt dat in Zuid-Limburg (1,9%) het sectoraandeel van de primaire sector het grootst is van alle regio s en in Midden-Limburg (0,1%) het kleinst. De jobcontributie van de secundaire sector in het totaal aantal jobs is het hoogste in Noord-Limburg (33,4%) en het geringste in Zuid-Limburg (22,6%). De tertiaire sector (commerciële diensten) verschaft relatief gezien het grootst aantal arbeidsplaatsen in Vlaanderen (40,2%), Midden-Limburg (37,1%) en Zuid-Limburg (33,8%). In de -27-

30 overige Limburgse streken schommelt dit percentage rond de 30%. De bijdrage van de quartaire sector (niet-commerciële diensten) blijkt dan weer betrekkelijk het hoogst in Zuid-Limburg (41,8%) en het Maasland (41,1%). Noord-Limburg sluit de rij met 34,0% in deze sector. Figuur 24 : Sectoraandeel van de jobs in loondienst op 31/12/2010 De Zuid-Limburgse gemeenten laten een zeer divers beeld zien. Gemeenten met de hoogste sectoraandelen eind 2010 zijn voor: de primaire sector: Herstappe (66,7%), Nieuwerkerken (6,7%) en Heers (6,6%); de secundaire sector: Alken (53,1%) en Wellen (51,1%); de tertiaire sector: Hoeselt (51,5%) en Tongeren (43,1%); de quartaire sector: Voeren (62,9%), Gingelom (60,5%) en Kortessem (54,7%). Aanwezigheidsindexen De aanwezigheidsindex (figuur 25) drukt per gebied uit in hoeverre de loontrekkende werkgelegenheid er sterk of minder sterk aanwezig is in vergelijking met gemiddeld in Vlaanderen. Een verfijning naar sector (tabel 13) laat tevens zien hoe de werkgelegenheid in de betrokken sector van het gebied aanwezig is t.o.v. dezelfde sector in Vlaanderen. Globaal gezien telt Limburg in 2010 in verhouding, met een aanwezigheidsindex van 0,91, iets minder arbeidsplaatsen dan Vlaanderen. Midden-Limburg (1,33) is de enige Limburgse streek waar de loontrekkende werkgelegenheid sterker aanwezig is dan in Vlaanderen. De aanwezigheidsindex in Zuid-Limburg bedraagt 0,71. Sint-Truiden (1,11), Tongeren (0,97) en Alken (0,86) zijn de enige gemeenten in Zuid-Limburg waar de relatieve omvang van het aantal loontrekkende jobs rond het Vlaams niveau ligt. -28-

31 Figuur 25 : Aanwezigheidsindexen t.o.v. Vlaanderen in 2010 inzake de jobs in loondienst De primaire sector staat in Limburg een klein beetje sterker dan gemiddeld in Vlaanderen, gezien een index van 1,09. Dit geldt echter niet voor alle Limburgse streken. Vooral in Midden-Limburg (0,17), maar ook in West-Limburg (0,31) staat de primaire sector beduidend zwakker dan gemiddeld in Vlaanderen. In de andere 3 streken staat de primaire sector daarentegen sterker met als koploper Zuid-Limburg, waar de aanwezigheidsindex voor de primaire sector zelfs 2,73 bedraagt. Alle Zuid-Limburgse gemeenten hebben een sterkere en de meesten zelfs een beduidend sterkere vertegenwoordiging van de primaire sector dan Vlaanderen. Tabel 13 : De aanwezigheidsindexen t.o.v. Vlaanderen per sector in 2010 inzake de jobs in loondienst Primair Secundair Tertiair Quartair Totaal Noord-Limburg 1,32 1,16 0,65 0,79 0,83 Midden-Limburg 0,17 1,39 1,23 1,41 1,33 West-Limburg 0,31 1,04 0,65 0,83 0,80 Maasland 1,03 0,76 0,47 0,74 0,63 Zuid-Limburg 2,73 0,67 0,60 0,84 0,71 Alken 2,79 1,92 0,56 0,47 0,86 Bilzen 1,45 0,52 0,49 0,77 0,60 Borgloon 4,87 0,52 0,56 0,65 0,60 Gingelom 2,59 0,21 0,25 0,70 0,41 Heers 3,31 0,15 0,21 0,30 0,24 Herstappe 25,17 0,00 0,08 0,09 0,18 Hoeselt 3,25 0,52 0,68 0,32 0,53 Kortessem 1,94 0,36 0,23 0,64 0,42 Nieuwerkerken 4,55 0,38 0,23 0,35 0,33 Riemst 2,34 0,32 0,29 0,36 0,33 Sint-Truiden 4,55 1,05 0,87 1,39 1,11 Tongeren 1,01 0,49 1,04 1,22 0,97 Voeren 2,78 0,29 0,33 1,04 0,59 Wellen 1,09 1,19 0,25 0,47 0,56 LIMBURG 1,09 1,04 0,77 0,97 0,91 VLAANDEREN 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 Bron : RSZ, Steunpunt WSE Verwerking: ERSV-Limburg De aanwezigheidsindex wordt berekend als de verhouding tussen enerzijds het aantal arbeidsplaatsen in een bepaald gebied in een bepaalde sector en anderzijds het totaal aantal personen op arbeidsleeftijd (15-64 jaar) in datzelfde gebied vergeleken met dezelfde verhouding voor het Vlaams Gewest -29-

32 In bijna elke Limburgse regio is de aanwezigheidsindex in de quartaire sector lager dan in Vlaanderen. Enkel in Midden-Limburg (1,41) is de betrekkelijke grootte van het aantal arbeidsplaatsen omvangrijker dan in Vlaanderen. Hiermee blijft het provinciaal gemiddelde (0,97) toch maar net onder het Vlaamse. Zuid-Limburg scoort 0,84 op deze index. Alle gemeenten in Zuid-Limburg blijven onder deze score van hun streek, uitgezonderd Sint-Truiden (1,39), Tongeren (1,22) en Voeren (1,04) die bovendien zelfs een beter resultaat neerzetten dan het Vlaams gemiddelde. De secundaire en tertiaire sector worden visueel voorgesteld in figuur 26 voor Limburg en haar streken en in figuur 27 voor Zuid-Limburg en haar gemeenten. Op de horizontale as valt de aanwezigheidsindex van de secundaire sector af te lezen, op de verticale as de aanwezigheidsindex van de tertiaire sector. Het rode kruis doorheen de aanwezigheidsindex 1,0 geeft de gemiddelde Vlaamse verhouding tussen het aantal jobs en de bevolking op arbeidsleeftijd. Een streekniveau rechts van de verticale lijn, telt dus meer dan gemiddeld jobs t.o.v Vlaanderen in industrie en bouw, een streekniveau boven de horizontale lijn, omvat meer dan gemiddeld commerciële dienstenjobs. De grootte van de circel staat voor het totaal aantal loontrekkende jobs. Figuur 26 : Belang van de secundiaire en tertiaire sector voor Limburg en haar 5 streken in 2010 inzake de jobs in loondienst In Limburg (figuur 26) stellen we ongeveer een even sterke vertegenwoordiging vast in de secundaire sector (1,04). In de tertiaire sector zien we dat Limburg minder sterk staat (0,77). Het Maasland (0,76 en 0,47) en Zuid-Limburg (0,67 en 0,60) zijn de enige twee streken waarin zowel de industrie & bouw als de commerciële dienstensectoren minder sterk vertegenwoordigd zijn dan gemiddeld in Vlaanderen. In de secundaire sector hebben binnen Zuid-Limburg (figuur 27) enkel de gemeenten Alken (1,92), Wellen (1,19) en Sint-Truiden (1,05) verhoudingsgewijs meer jobs in loondienst dan gemiddeld in Vlaanderen. In de tertiaire sector blijkt alleen Tongeren (1,04) boven de Vlaamse norm uit te komen. -30-

33 Figuur 27 : Belang van de secundiaire en tertiaire sector voor Zuid-Limburg en haar 14 gemeenten in 2010 inzake de jobs in loondienst Tewerkstelling in kennisintensieve sectoren Innovatie dringt zich steeds harder op als een alternatieve strategie voor economische groei, om zo te komen tot een kenniseconomie. De kenniseconomie is niet zomaar eenduidig te omschrijven. Vele definities gaan in de richting van het al dan niet intensief gebruik van onderzoek en ontwikkeling in het productieproces. Eurostat onderscheidt voor de industrie vier categorieën : hoogtechnologische (farmacie / computers, electronische en optische producten / vliegtuigbouw), mediumhoogtechnologische (chemie / wapens en munitie / elektrische apparatuur / machines, apparaten en werktuigen / motorvoertuigen, aanhangwagens en opleggers / overige transportmiddelen minus scheeps- en vliegtuigbouw/ medische en tandheelkundige instrumenten), mediumlaagtechnologische (reproductie van opgenomen media / cokes en geraffineerde aardolieproducten / rubber en kunststof / overige niet-metaalhoudende minerale producten / metalen in primaire vorm / producten van metaal minus wapens en munitie / scheepsbouw / reparatie en installatie van machines en apparaten) en laagtechnologische industriële sectoren (voedingsmiddelen / dranken / tabaksproducten / textiel / kleding / leer en producten van leer / hout / papier / drukkerijen / meubelen / overige industrie minus medische en tandheelkundige instrumenten). -31-

34 Voor de dienstensectoren bestaan er classificaties die de kennisintensiteit weergeven en door Eurostat worden gedefinieerd als : kennisintensieve high-techdiensten (films en video- en tv-programma's, geluidsopnamen en uitgev. van muziek / programmeren en uitzenden van radio- en televisieprogramma's / telecommunicatie / ontw. en progr. van computerprogramma's, computerconsultancy / dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie / speur- en ontwikkelingswerk op wetenschappelijk gebied), kennisintensieve financiële diensten (financiële dienstverlening, exclusief verzekeringen en pensioenfondsen / verzekeringen, herverzek. en pensioenfondsen, excl. verplichte soc. verzek. / ondersteunende activiteiten voor verzekeringen en pensioenfondsen), kennisintensieve marktdiensten (vervoer over water / luchtvaart / rechtskundige en boekhoudkundige dienstverlening / act. van hoofdkantoren; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeh. / architecten en ingenieurs; technische testen en toetsen / reclamewezen en marktonderzoek / overige gespecialiseerde wetenschappelijke en technische activiteiten / terbeschikkingstelling van personeel / beveiligings- en opsporingsdiensten) en overige kennisintensieve diensten (uitgeverijen / veterinaire diensten / openbaar best. en defensie, verpl. sociale verzek., onderwijs / menselijke gezondheidszorg / maatschappelijke dienstverlening / kunst, amusement, sport, recreatie). Tabel 14 : Evolutie van het aantal jobs in loondienst in de kennisintensieve sectoren 31/12/ /12/ /12/ /12/2010 Hoogtechnologische en Hoogtechnologische en mediumhoogtechnologische Kennisintensieve mediumhoogtechnologische Kennisintensieve industriële sectoren dienstensectoren industriële sectoren dienstensectoren industriële sectoren dienstensectoren Abs. % Abs. % Noord-Limburg , ,1 Midden-Limburg , ,5 West-Limburg , ,4 Maasland , ,5 Zuid-Limburg , ,3 Alken ,5 3 0,3 Bilzen , ,4 Borgloon ,0 52 6,3 Gingelom NVT 99 17,0 Heers , ,4 Herstappe NVT 0 0,0 Hoeselt , ,4 Kortessem NVT 42 6,2 Nieuwerkerken , ,7 Riemst , ,0 Sint-Truiden , ,5 Tongeren , ,0 Voeren , ,3 Wellen , ,6 LIMBURG , ,2 VLAANDEREN , ,4 Bron : RSZ Verwerking: ERSV-Limburg Evolutie Hoogtechnologische en mediumhoogtechnologische Kennisintensieve Op basis van de RSZ-tewerkstellingsdata kunnen al deze sectoren geanalyseerd worden. Echter door de invoering van de nieuwe Europese activiteitennomenclatuur nace 2008, waardoor de vorige gehanteerde sectorcode nace 2003 ingrijpend werd veranderd, is het vanuit statistisch oogpunt aangewezen om als referentiejaar 2007 te gebruiken aangezien dit het eerst beschikbare jaar is waarvan de RSZ-cijfers verwerkt zijn volgens deze nieuwe nace-code Uiteraard heeft dit ook zijn weerslag op de definities van de kennisintensieve sectoren en bovendien heeft men van de gelegenheid gebruik gemaakt om sommige definities hiervan te verruimen, vooral dan voor wat -32-

35 betreft de dienstensectoren. In wat volgt wordt aan de hand van deze RSZ-gegevens dieper ingegaan op de capaciteit van Limburg en Zuid-Limburg met haar 14 gemeenten om toekomstige uitdagingen aan te gaan in het kader van de globalisering van handels- en industriële processen. Een belangrijke kanttekening is de schaal van de gebieden in kwestie. Het kan zinvol zijn om te analyseren of een grote regio of een land relatief meer of minder sectoren telt die toekomstgericht zijn. Op een laag geografisch niveau is dit anders: sommige industriële en dienstenactiviteiten zullen zich clusteren in de nabijheid van grote steden (vb. nieuwe dienstenbedrijven rond de as Brussel-Antwerpen) of zijn omwille van historische redenen tot bloei gekomen in een gebied (vb. textielindustrie in het westen van Vlaanderen). Delen van het Vlaamse buitengebied lenen zich misschien beter voor de vestiging van activiteiten in traditionele sectoren die ruimtebehoevend (vb. fruitsector in Zuid-Limburg) zijn. Dit wil zeggen dat elke regio niet zomaar eenzelfde aandeel van deze of gene sectoren moet tellen. Diversiteit is tot op zekere hoogte troef. Onderstaande is dan ook louter descriptief bedoeld. Hoogtechnologische en mediumhoogtechnologische industriële sectoren Indien de hoogtechnologische en mediumhoogtechnologische sectoren (HT-MHT) samengenomen worden, komt men tot de volgende vaststellingen. De arbeidsplaatsen in de betrokken sectoren maken eind 2010 in Limburg 3,0% uit van de bevolking op beroepsactieve leeftijd (15-64 jaar). Tussen 31 december 2007 en 31 december 2010 (tabel 14) is er in Limburg een daling met -16,5%, tegenover een stijging met +1,0% van de totale provinciale bezoldigde tewerkstelling in dezelfde periode. Zoals uit figuur 28 blijkt, scoort Limburg hiermee even goed dan Vlaanderen qua tewerkstellingsgraad (3,0%) maar wel slechter dan Vlaanderen voor wat betreft de banenevolutie (-12,8%). West-Limburg is de enige Limburgse streek waar de HT-MHT sectoren niet alleen sterker vertegenwoordigd zijn (4,0%), maar waar deze HT-MHT sectoren bovendien ook beter evolueren (-9,0%) dan gemiddeld in Vlaanderen. In Midden-Limburg komen de HT-MHT sectoren het best aan bod (5,0%), maar is de achteruitgang van het aantal arbeidsplaatsen in deze sectoren met -19,8% toch aanzienlijk. De Noord-Limburgse situatie (2,4% als tewerkstellingsgraad en -12,5% als jobontwikkeling) benadert min Figuur 28 : Tewerkstellingsgraad in de hoog- en mediumhoogtechnologische industriële sectoren op 31/12/2010 en %-evolutie van deze sectoren voor Limburg en haar 5 streken -33-

36 of meer de Vlaamse. In het Maasland en Zuid-Limburg is er een eerder zwakke vertegenwoordiging van de HT-MHT bedrijfstakken. Eind 2010 houdt Zuid-Limburg aldus nog jobs over in de HT- MHT sectoren wat overeenkomt met een eerder bescheiden tewerkstellingsgraad van 1,7%. Ruim 80% of van deze HT-MHT banen in Zuid-Limburg bevinden zich in Sint-Truiden wat daar resulteert (figuur 29) in een tewerkstellingsgraad van 6,8%, wat meer dan het dubbele is dan gemiddeld in Vlaanderen. In de rest van Zuid-Limburg is er maar een zeer geringe aanwezigheid van de HT-MHT bedrijfstakken, aangezien de overige 13 Zuid-Limburgse gemeenten zelfs onder de tewerkstellingsgraad van hun streek blijven. Figuur 29 : Tewerkstellingsgraad in de hoog- en mediumhoogtechnologische industriële sectoren op 31/12/2010 en %-evolutie van deze sectoren voor Zuid-Limburg en haar 14 gemeenten Kennisintensieve dienstensectoren De bezoldigde tewerkstelling in het geheel van de kennisintensieve diensten is eind 2010 in Limburg goed voor 21,9% van de bevolking tussen 15 en 64 jaar. Het aantal arbeidsplaatsen in deze sectoren vermeerdert sedert december 2007 met +3,2%, wat 2,2% hoger is dan de aangroei van de totale Limburgse bezoldigde tewerkstelling. Tabel 14 en figuur 30 laten niettemin zien dat Limburg met deze cijfers sinds 2007 haar achterstand inzake kennisintensieve dienstenjobs t.o.v. Vlaanderen (+3,4%) iets groter ziet worden en hiermee haar tewerkstellingsgraad niet heeft verbeterd t.o.v. de Vlaamse (24,6%). Midden-Limburg bewijst dat deze categorie van diensten beter gedijt in een regionaalstedelijk gebied zoals de bi-pool Hasselt-Genk door een meer prominente aanwezigheid (33,7%) van de betrokken bedrijfstakken dan in Vlaanderen. Met een banengroei van +6,3% komt Zuid-Limburg uit op een tewerkstellingsgraad van 17,7% en situeert zich hiermee in de buurt van West- Limburg (17,7%) en Noord-Limburg (17,8%). In het Maasland komen de kennisintensieve diensten blijkbaar minder van de grond. Het aantal arbeidsplaatsen in de kennisintensieve dienstensectoren bedraagt eind 2010 in Zuid-Limburg Ondanks een toch behoorlijke stijging (+6,3% of jobs) sinds eind 2007, is de tewerkstellingsgraad in Zuid-Limburg toch nog de op één na laagste van de Limburgse streken in

37 Figuur 30 : Tewerkstellingsgraad in de kennisintensieve dienstensectoren op 31/12/2010 en %-evolutie van deze sectoren voor Limburg en haar 5 streken Binnen Zuid-Limburg behaalt in 2010 (figuur 31) Voeren (18,9%) een hogere tewerkstellingsgraad in de kennisintensieve dienstensectoren dan haar streekgemiddelde. Sint-Truiden (30,0%) en Tongeren (27,2%) scoren nog beter en situeren zich zelfs boven het Vlaamse niveau. Met respectievelijk 250 en 161 bijkomende jobs in Voeren en Wellen, zijn deze 2 gemeenten sinds 2007 relatief de grootste jobcreators in Zuid-Limburg in deze dienstensectoren. Jobverlies doet zich enkel in Hoeselt (-227 banen) voor. Figuur 31 : Tewerkstellingsgraad in de kennisintensieve dienstensectoren op 31/12/2010 en %-evolutie van deze sectoren voor Zuid-Limburg en haar 14 gemeenten -35-

38 Tewerkstelling in KMO s Uit figuur 32 wordt duidelijk dat eind 2010 het aandeel van de KMO s, gedefinieerd als bedrijven met minder dan 50 werknemers, in de bezoldigde werkgelegenheid in Limburg (44,8%) en haar streken (van 45,4% in Noord-Limburg tot 52,0% in het Maasland) hoger is dan in Vlaanderen (43,1%), met uitzondering van Midden-Limburg (38,6%). Sinds eind 2003 is dit KMO-aandeel in de loontrekkende tewerkstelling in alle beschouwde regio s gestegen. In het Maasland (+4,9%), Zuid-Limburg (+4,7%) en Midden-Limburg (+4,4%) is sindsdien het belang van de KMO s sneller toegenomen dan het provinciale (+4,2%) en Vlaamse (+4,0%) gemiddelde. Behalve in Sint-Truiden (42,2%) en Tongeren (45,8%), blijken eind 2010 de KMO s in de Zuid- Limburgse gemeenten te zorgen voor het merendeel van de tewerkstelling, gaande van 50,4% in Alken tot 100,0% in Herstappe. Dit KMO-aandeel in de bezoldigde werkgelegenheid is sinds eind 2003 het meest gegroeid in Wellen (+14,5%) en Heers (+12,9%). Slechts in 4 gemeenten is het KMOgewicht sedertdien verminderd, te weten in Gingelom (-9,4%), Hoeselt (-5,7%), Kortessem (-2,2%) en Alken (-1,8%). Figuur 32 : %-aandeel van de KMO s (<50 wns) in het totaal aantal jobs in loondienst Vacatures en spanningsgraad Het betreft hier de openstaande vacatures uit het normaal economisch circuit (NEC) zonder uitzendopdrachten. Door de uitzendopdrachten niet mee te tellen worden o.a. dubbeltellingen vermeden, zodat dit volgens de VDAB de beste indicator is om de toestand en evolutie op de vraagzijde van de arbeidsmarkt weer te geven. De verhouding tussen het maandgemiddelde van de niet-werkende werkzoekenden (nwwz) en het gemiddeld aantal openstaande vacatures per maand noemt men de spanningsgraad. Deze spanningsgraad, of m.a.w. het aantal nwwz per openstaande vacature, is een maatstaf voor het al of niet makkelijk invullen van vacatures binnen een gebied, want hoe hoger de spanningsgraad, hoe gemakkelijker een vacature zal ingevuld worden door het groter aanbod aan werkzoekenden. Een hoge spanningsgraad wordt vanuit werkgeversperspectief -36-

39 als gunstig beschouwd; dit impliceert nl. minder knelpunten. Een heel krappe arbeidsmarkt wordt ervaren bij een spanningsgraad kleiner dan 4. Deze indicator moet evenwel met de nodige omzichtigheid geïnterpreteerd worden. De vacatures worden geregistreerd volgens de vestigingsplaats van het bedrijf, wat niet altijd overeenkomt met de plaats van tewerkstelling. In kleine gemeenten kan dit tot een vertekend beeld leiden. Figuur 33 : Evolutie van de spanningsgraden (jaargemiddelden) (aantal NWWZ per openstaande vacature) In Limburg registreerde de VDAB in de loop van 2011 gemiddeld openstaande vacatures per maand (figuur 33 en tabel 15). Afgezet tegen het gemiddeld aantal nwwz (27.900) geeft dit een spanningsgraad van 5,5 nwwz per openstaande vacature. Ten opzichte van Vlaanderen (3,5) is dit Tabel 15 : Evolutie van de niet-werkende werkzoekenden, openstaande vacatures en spanningsgraden (jaargemiddelden) Evolutie Openstaandningsstaandnings- Span- Open- Span- Openstaande Span- NWWZ vacatures nings- NWWZ vacatures graad NWWZ vacatures graad Abs. % Abs. % graad Noord-Limburg , , , ,2-8,2 Midden-Limburg , , , ,7-13,2 West-Limburg , , , ,1-18,0 Maasland , , , ,3-5,6 Zuid-Limburg , , , ,5-1,9 Alken , , , ,3-1,5 Bilzen , , , ,5-6,0 Borgloon , , ,7 5 9,9-0,9 Gingelom , , , ,1-3,6 Heers , , , ,0 10,9 Herstappe , , , ,0-30,0 Hoeselt , , , ,8-12,5 Kortessem , , , ,3-28,5 Nieuwerkerken , , , ,6 2,4 Riemst , ,6 6 1, ,2 3,3 Sint-Truiden , , ,3 0 0,1-0,3 Tongeren , , ,2 13 8,6-1,6 Voeren , , ,3 1 13,0-6,5 Wellen , ,5-3 -1, ,7-8,6 LIMBURG , , , ,6-9,2 VLAANDEREN , , , ,1-5,7 Bron : VDAB Verwerking: ERSV-Limburg Spanningsgraad = de verhouding tussen het maandgemiddelde van de NWWZ en het gemiddeld aantal openstaande vacatures per maand -37-

40 een betere score. Het Maasland (11,2) kent met duidelijke voorsprong de hoogste spanningsgraad van de 5 Limburgse streken. Hekkensluiter is Midden-Limburg met 4,1 werkzoekenden per vacature, wat nog steeds beter is dan het Vlaams gemiddelde. Zuid-Limburg (6,9) situeert zich iets boven het provinciaal niveau. In alle beschouwde regio s is de spanningsgraad sinds 2003 gedaald. De sterkste terugval is te vinden in West-Limburg (-18,0), gevolgd door Midden-Limburg (-13,2). Zuid-Limburg (- 1,9) ziet haar spanningsgraad het minst afnemen. Het grootste aanbod aan werkzoekenden per vacature op het niveau van de Zuid-Limburgse gemeenten wordt in 2011 opgetekend in Heers (20,9), Voeren (16,1), Kortessem (14,6) en Riemst (12,6). De laagste spanningsgraden komen voor in Alken (3,0), Gingelom (4,0), Borgloon (5,2) en Hoeselt (5,5). Sinds 2003 zien enkel Heers (+10,9), Riemst (+3,3) en Nieuwerkerken (+2,4) hun spanningsgraad toenemen. De felste dalingen doen zich, naast Herstappe (-30,0), voor in Kortessem (-28,5) en Hoeselt (-12,5). B.3. WERKGELEGENHEID Totale werkgelegenheid De totale werkgelegenheid (tabel 16) omvat de jobs in loondienst en de zelfstandigen exclusief de bijberoepen. Tussen 31/12/2003 en 31/12/2010 vermeerdert de totale werkgelegenheid in Limburg van tot jobs of met +8,3%, tegenover een toename met +8,4% in Vlaanderen. Het aandeel van Limburg ( jobs) in de Vlaamse groei ( ) bedraagt 12,4%. West-Limburg (+14,6%) groeit inzake werkgelegenheid beduidend sneller dan Vlaanderen. Het Maasland (+6,0%) laat de kleinste stijging zien van alle Limburgse streken. Zuid-Limburg groeit met +6,7%. Het overgrote deel van de sinds eind 2003 gecreëerde werkgelegenheid wordt in alle regio s ingenomen door de vrouwen. Binnen Zuid-Limburg kent Gingelom (+43,6%) in de beschouwde periode de meest positieve werkgelegenheidsevolutie en Herstappe (-29,0%) de meest negatieve. Tabel 16 : Evolutie van de werkgelegenheid (jobs in loondienst + jobs voor zelfstandigen, excl. bijberoepen) 31/12/ /12/2010 Evolutie Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Abs. % Noord-Limburg ,1 Midden-Limburg ,9 West-Limburg ,6 Maasland ,0 Zuid-Limburg ,7 Alken ,8 Bilzen ,4 Borgloon ,6 Gingelom ,6 Heers ,1 Herstappe ,0 Hoeselt ,2 Kortessem ,9 Nieuwerkerken ,5 Riemst ,3 Sint-Truiden ,8 Tongeren ,4 Voeren ,7 Wellen ,9 LIMBURG ,3 VLAANDEREN ,4 Bron : RSZ, RSVZ Verwerking: ERSV-Limburg -38-

41 Werkgelegenheidsgraad Figuur 34 illustreert dat de werkgelegenheidsgraad, of de verhouding tussen het aantal jobs en het aantal inwoners op arbeidsleeftijd (15-64 jaar), tussen 2003 en 2010 overal in de regio s is gestegen, wat wijst op een verbetering van de globale arbeidsmarktsituatie. Tegelijkertijd blijft de werkgelegenheidsgraad vrij veel ruimtelijke spreiding vertonen. Dit laatste komt doordat in deze Figuur 34 : Evolutie van de werkgelegenheidsgraad (aantal jobs in % van de bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 j.)) ratio, die betrekking heeft op de vraagzijde van de arbeidsmarkt, demografische karakteristieken minder een rol spelen. De aanwezigheid van nijverheidstakken en van stedelijke centra zijn bepalend of een streek een werkgelegenheidspool is of niet. Dit komt tot uiting in de hoge ratio van 79,1% eind 2010 voor Midden-Limburg waar de bipool Hasselt-Genk is gelegen. De overige Limburgse streken (allen duidelijk minder dan 60%) kunnen onvoldoende arbeidsplaatsen creëren voor hun Tabel 17 : Evolutie van de werkgelegenheidsgraad per geslacht (aantal jobs in % van de bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 j.)) 31/12/ /12/2010 Evolutie Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Noord-Limburg 59,6 43,8 51,9 58,8 47,6 53,3-0,8 3,7 1,4 Midden-Limburg 87,3 64,3 75,9 84,6 73,4 79,1-2,7 9,2 3,2 West-Limburg 56,9 37,2 47,2 58,6 44,3 51,6 1,7 7,2 4,4 Maasland 45,1 36,8 41,0 43,5 40,7 42,1-1,6 3,9 1,1 Zuid-Limburg 53,3 40,7 47,1 52,0 45,7 48,9-1,3 5,0 1,8 Alken 71,3 39,9 55,9 73,3 41,6 57,7 2,0 1,7 1,8 Bilzen 39,4 35,5 37,4 39,7 44,7 42,2 0,4 9,2 4,7 Borgloon 49,2 35,5 42,5 49,9 40,9 45,4 0,7 5,3 2,9 Gingelom 23,2 24,3 23,8 27,7 38,3 32,9 4,5 14,0 9,1 Heers 25,4 23,5 24,5 26,8 24,5 25,6 1,4 0,9 1,1 Herstappe 80,6 22,2 53,4 38,9 23,9 35,5-41,8 1,7-18,0 Hoeselt 41,1 28,1 34,7 40,3 37,1 38,8-0,7 9,0 4,0 Kortessem 34,5 24,4 29,5 38,1 27,1 32,7 3,5 2,7 3,1 Nieuwerkerken 32,8 24,5 28,7 34,0 24,5 29,4 1,2 0,0 0,6 Riemst 32,5 24,1 28,4 31,9 26,4 29,2-0,5 2,3 0,8 Sint-Truiden 80,8 57,0 69,1 78,1 61,3 69,8-2,8 4,3 0,7 Tongeren 64,4 58,9 61,7 60,7 62,7 61,7-3,7 3,9 0,1 Voeren 61,2 34,4 48,1 45,5 43,7 44,6-15,8 9,3-3,5 Wellen 54,6 34,1 44,7 46,1 34,7 40,5-8,5 0,6-4,2 LIMBURG 63,2 46,6 55,1 62,2 52,8 57,5-1,1 6,1 2,5 VLAANDEREN 69,2 53,1 61,3 69,2 58,2 63,8 0,0 5,1 2,5 Bron : RSZ, RSVZ, Steunpunt WSE Verwerking: ERSV-Limburg -39-

42 beroepsbevolking. Eind 2010 kent Zuid-Limburg een werkgelegenheidsgraad van 48,9%. Ten opzichte van 2003 betekent dit een stijging met +1,8%. De hoogste gemeentelijke werkgelegenheidsgraden eind 2010 worden in Zuid-Limburg opgetekend in Sint-Truiden (69,8%), Tongeren (61,7%) en Alken (57,7%) en de laagste in Heers (25,6%), Riemst (29,2%) en Nieuwerkerken (29,4%). In tabel 17 wordt tevens de inhaalbeweging van de vrouwen inzake werkgelegenheid ook via deze indicator duidelijk zichtbaar, aangezien sinds 2003 de evolutie van de werkgelegenheidsgraden bij de vrouwen praktisch overal gunstiger verloopt dan bij de mannen. B.4. WERKENDEN Aantal werkenden De groep werkenden tussen 15 en 64 jaar (tabel 18) is samengesteld uit de loontrekkenden, de zelfstandigen en de uitgaande grensarbeid. In de periode is het aantal werkenden die in Limburg wonen, toegenomen met (van in 2003 tot in 2010) of met +7,0%, Tabel 18 : Evolutie van het aantal werkenden (15-64 jaar) (jaargemiddelden) Evolutie T M V T M V T M V Abs. % Noord-Limburg ,6 Midden-Limburg ,7 West-Limburg ,9 Maasland ,6 Zuid-Limburg ,8 Alken ,2 Bilzen ,6 Borgloon ,7 Gingelom ,3 Heers ,6 Herstappe ,9 Hoeselt ,8 Kortessem ,2 Nieuwerkerken ,0 Riemst ,9 Sint-Truiden ,2 Tongeren ,3 Voeren ,6 Wellen ,4 LIMBURG ,0 VLAANDEREN ,9 Bron : Steunpunt WSE Verwerking: ERSV-Limburg Werkenden = loontrekkenden + zelfstandigen + uitgaande grensarbeid vrijwel hetzelfde groeiritme als de werkenden woonachtig in Vlaanderen (+6,9%). West- Limburg (+9,9%) is de Limburgse streek met relatief de meest gunstige evolutie en Midden-Limburg (+5,7%) met de minst gunstige. Zuid-Limburg ziet haar aantal werkenden stijgen met +6,8%. Voeren (+2,6%) realiseert binnen Zuid-Limburg procentueel de laagste groei en Gingelom (+12,3%), na Herstappe (+15,9%), de hoogste. Figuur 35 illustreert duidelijk dat de stijging van het aantal werkenden overal voor het merendeel door de vrouwen wordt gerealiseerd. -40-

43 Figuur 35 : Groei-% werkenden (15-64 jaar) Werkzaamheidsgraad De verhouding tussen het aantal werkenden en het aantal inwoners op arbeidsleeftijd (15-64 jaar) noemt men de werkzaamheidsgraad (tabel 19). Deze indicator verwijst naar de aanbodzijde van de arbeidsmarkt en laat zien welk gedeelte van de bevolking op beroepsactieve leeftijd aan het werk is. Verschillen zijn te verklaren door de aanwezige, beschikbare arbeidsplaatsen, maar ook door de pendelbereidheid, de wens tot arbeidsdeelname en de mogelijkheid daartoe. Tabel 19 : Evolutie van de werkzaamheidsgraad (15-64 jaar) (jaargemiddelden) (de werkenden/bevolking op arbeidsleeftijd) Evolutie M V T M V T M V T Noord-Limburg 72,6 54,9 64,0 71,1 59,3 65,3-1,4 4,4 1,4 Midden-Limburg 69,6 52,2 61,0 67,4 57,1 62,3-2,2 4,9 1,3 West-Limburg 69,6 51,6 60,7 69,8 57,4 63,6 0,2 5,8 2,9 Maasland 66,9 50,1 58,7 66,2 54,8 60,6-0,7 4,7 1,9 Zuid-Limburg 72,6 55,3 64,1 71,5 61,5 66,6-1,0 6,1 2,5 Alken 75,4 57,0 66,4 74,9 63,7 69,4-0,4 6,7 3,1 Bilzen 72,9 55,6 64,3 71,1 60,2 65,8-1,8 4,7 1,5 Borgloon 75,4 56,8 66,3 72,8 62,5 67,7-2,6 5,7 1,4 Gingelom 72,8 55,8 64,5 74,6 64,7 69,7 1,8 8,9 5,3 Heers 75,6 55,1 65,7 72,9 60,1 66,6-2,7 5,0 0,9 Herstappe 64,8 59,1 62,2 66,9 78,4 72,1 2,0 19,3 10,0 Hoeselt 72,6 56,0 64,5 74,7 62,2 68,6 2,1 6,2 4,1 Kortessem 74,3 54,5 64,6 73,3 62,2 67,8-1,0 7,7 3,3 Nieuwerkerken 74,1 55,6 65,0 73,8 63,4 68,7-0,3 7,9 3,7 Riemst 70,6 55,1 63,0 69,7 63,1 66,5-0,9 8,0 3,4 Sint-Truiden 71,0 55,4 63,3 70,1 60,6 65,4-0,9 5,2 2,1 Tongeren 71,2 53,4 62,4 69,9 59,9 64,9-1,4 6,5 2,5 Voeren 71,6 53,6 62,8 68,0 59,8 64,1-3,5 6,2 1,3 Wellen 74,5 58,4 66,7 74,1 63,6 69,0-0,4 5,2 2,2 LIMBURG 70,4 53,0 61,8 69,2 58,2 63,8-1,2 5,2 2,0 VLAANDEREN 71,9 56,6 64,3 70,7 61,3 66,0-1,2 4,7 1,7 Bron : Steunpunt WSE Verwerking: ERSV-Limburg Werkenden = loontrekkenden + zelfstandigen + uitgaande grensarbeid -41-

44 De werkzaamheidsgraad in Limburg in 2010 van 63,8% is met +2,0% gestegen t.o.v Hierdoor is de achterstand met Vlaanderen (64,3% in 2003 en 66,0% in 2010) iets kleiner geworden, zoals eveneens uit figuur 36 blijkt. Van de Limburgse streken zien enkel Midden-Limburg (+1,3%) en Noord-Limburg (+1,4%) hun achterstand t.o.v. Vlaanderen nog oplopen. Zuid-Limburg kent een groei van +2,5%. Aangezien de vermeerdering van de werkenden voornamelijk een vrouwelijke aangelegenheid is geworden, wordt dit uiteraard ook weerspiegeld in de evolutie van de werkzaamheidsgraad. Dit beeld wordt uiteraard nog uitvergroot door de in het najaar van 2008 uitgebroken mondiale economische crisis, aangezien er veel meer mannen dan vrouwen aan de slag zijn in conjunctuur- en crisisgevoelige sectoren, zoals de industrie en de bouw. Figuur 36 : Groei van de werkzaamheidsgraad (15-64 jaar) (jaargemiddelden) (de werkenden/bevolking op arbeidsleeftijd) Figuur 37 : Werkzaamheidsgraad (15-64 jaar) per geslacht in 2010 (jaargemiddelden) (de werkenden/bevolking op arbeidsleeftijd) -42-

45 In figuur 37 wordt duidelijk geïllustreerd dat in 2010, zowel bij de mannen als de vrouwen, het Maasland (mannen: 66,2%, vrouwen: 54,8%, totaal: 60,6%) binnen Limburg de laagste werkzaamheidsgraad heeft en Zuid-Limburg (71,5%, 61,5%, 66,6%) de hoogste. In 2003 was dit ook al zo. In de Zuid-Limburgse gemeenten schommelt de werkzaamheidsgraad in 2010 van 64,1% in Voeren tot 72,1% in Herstappe. De grootste groei ten opzichte van 2003 wordt gerealiseerd in Herstappe (+10,0%) en de kleinste in Heers (+0,9%). Tijdelijke werkloosheid Een tijdelijk werkloze is een werkloze die door een arbeidsovereenkomst is verbonden waarvan de uitvoering tijdelijk, geheel of gedeeltelijk, geschorst is. Een werknemer kan tijdelijk werkloos gesteld worden wegens economische oorzaken, technische stoornis, slecht weer, overmacht, collectieve jaarlijkse vakantie, staking of lock-out. Vanaf 25 juni 2009 is de tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken ook voor de bedienden van kracht en aldus sindsdien niet meer beperkt tot de arbeiders alleen. Tussen 31/12/2003 en 31/12/2011 (figuur 38 en tabel 20) neemt het aantal tijdelijk werklozen in Limburg toe van tot of met +2,5%, terwijl zich in Vlaanderen (-6,6%) een daling voordoet. Hiermee vertegenwoordigt Limburg eind 2011 een aandeel van 18,7% in de tijdelijke werkloosheid van Vlaanderen (70.268).Van de 5 Limburgse streken kent het Maasland (+23,0%) sinds eind 2003 de grootste procentuele aangroei van tijdelijk werklozen en Noord-Limburg (-5,3%) de omvangrijkste relatieve daling. Zuid-Limburg kent een afname met -3,4%. Herstappe buiten beschouwing gelaten, evolueert in Zuid-Limburg relatief gezien de tijdelijke werkloosheid het meest gunstig in Voeren (-31,6%) en het minst gunstig in Sint-Truiden (+12,8%). Figuur 38 : %-evolutie van de tijdelijk werklozen 31/12/ /12/

46 Tabel 20 : Evolutie van de tijdelijk werklozen per geslacht 31/12/ /12/ /12/ /12/2011 Evolutie 31/12/ /12/2011 T M V T M V T M V Abs. % Noord-Limburg ,3 Midden-Limburg ,7 West-Limburg ,1 Maasland ,0 Zuid-Limburg ,4 Alken ,3 Bilzen ,5 Borgloon ,3 Gingelom ,2 Heers ,4 Herstappe ,0 Hoeselt ,0 Kortessem ,2 Nieuwerkerken ,3 Riemst ,5 Sint-Truiden ,8 Tongeren ,5 Voeren ,6 Wellen ,3 LIMBURG ,5 VLAANDEREN ,6 Bron : RVA Verwerking : ERSV-Limburg Aangezien er veel meer mannen dan vrouwen aan de slag zijn in conjunctuur- en crisisgevoelige sectoren, zoals de industrie en de bouw, reflecteert zich dit overal door een permanent veel groter aandeel van de mannen in de tijdelijke werkloosheid (figuur 39). Doorgaans blijken nu nog 3 op de 4 tijdelijk werklozen mannen te zijn. Figuur 39 : Evolutie %-aandeel van de mannen in de tijdelijk werklozen 31/12/ /12/

47 B.5. GEMEENTELIJKE PENDELARBEID De binnenlandse werkgelegenheid op gemeentelijk niveau of kortweg de gemeentelijke werkgelegenheid heeft betrekking op de arbeid die wordt ingezet in de vestigingen van een gemeente, uitgedrukt in personen of arbeidsvolume. Het verschil tussen de werkende beroepsbevolking en de werkgelegenheid van een gemeente kunnen we verklaren door de intergemeentelijke en internationale (grensarbeid) pendelstromen. Werkende personen die in een gemeente wonen, maar elders werken dragen wel bij tot de werkzaamheid van die gemeente, maar niet tot de economische activiteit van die gemeente (uitgaande pendel). Het omgekeerde geldt voor personen die niet in die gemeente wonen, maar er wel een job uitoefenen (inkomende pendel). Deze pendelstromen geven een aanduiding van de mate waarin gemeenten onderling arbeidskrachten uitwisselen. Aangezien bij zelfstandigen de werkplaats wordt gelijkgesteld met de woonplaats worden voor de pendelstatistieken enkel de loontrekkenden weerhouden. Uitgaande pendelarbeid In 2010 zijn er loontrekkende Limburgers (tabel 21 en figuur 40) die niet werken in de gemeente waar ze wonen. In verhouding tot het totaal aantal Limburgse loontrekkenden ( ) zorgt dit voor een uitgaande gemeentelijke pendelintensiteit in Limburg van 72,7%. Vlaanderen (72,4%) kent nagenoeg hetzelfde gemeentelijke mobiliteitsniveau. Van de Limburgse streken heeft Midden-Limburg (65,1%) de laagste uitgaande gemeentelijke pendelintensiteit. De hoogste wordt opgetekend in West-Limburg (78,1%), gevolgd door Zuid-Limburg (75,4%). Tabel 21 : Uitgaande gemeentelijke pendel bij de loontrekkende beroepsbevolking in 2010 (jaargemiddelde jaar) Loontrekkende beroepsbevolking (15-64 j.) Uitgaande Totaal (A) Uitgaande pendelaars (B) pendelintensiteit (B)/(A)*100 Noord-Limburg ,5 Midden-Limburg ,1 West-Limburg ,1 Maasland ,5 Zuid-Limburg ,4 Alken ,8 Bilzen ,6 Borgloon ,2 Gingelom ,8 Heers ,4 Herstappe ,0 Hoeselt ,5 Kortessem ,6 Nieuwerkerken ,1 Riemst ,8 Sint-Truiden ,1 Tongeren ,1 Voeren ,8 Wellen ,6 LIMBURG ,7 VLAANDEREN ,4 Bron: Steunpunt WSE/Departement WSE Verwerking: ERSV-Limburg -45-

48 De Zuid-Limburgse gemeenten (figuur 40 en tabel 21) met de laagste uitgaande pendelintensiteit zijn: Sint-Truiden (60,1%) en Tongeren (63,1%). De hoogste waarden in dit verband worden opgetekend in de gemeenten: Herstappe (92,0%), Nieuwerkerken (90,1%), Kortessem (88,6%), Heers (88,4%), Hoeselt (86,5%), Gingelom (85,8%) en Riemst (84,8%). Figuur 40 : Uitgaande gemeentelijke pendelintensiteit bij de loontrekkende beroepsbevolking in 2010 (jaargemiddelde jaar) Inkomende pendelarbeid Ruim 2 op de 3 werknemers wonen in 2010 niet in de Limburgse gemeente waar ze werken. Er zijn immers loontrekkenden (tabel 22 en figuur 41) die niet gehuisvest zijn in de Limburgse gemeente waar ze professioneel actief zijn. In verhouding tot de totale loontrekkende Tabel 22 : Inkomende gemeentelijke pendel bij de loontrekkende binnenlandse werkgelegenheid in 2010 (jaargemiddelde - >= 15 jaar) -46- Inkomende pendelaars (B) Totaal (A) (B)/(A)*100 Noord-Limburg ,4 Midden-Limburg ,7 West-Limburg ,1 Maasland ,1 Zuid-Limburg ,7 Alken ,8 Bilzen ,0 Borgloon ,3 Gingelom ,6 Heers ,4 Herstappe ,4 Hoeselt ,1 Kortessem ,0 Nieuwerkerken ,9 Riemst ,5 Sint-Truiden ,8 Tongeren ,8 Voeren ,2 Wellen ,9 LIMBURG ,2 VLAANDEREN ,0 Bron: Steunpunt WSE/Departement WSE Verwerking: ERSV-Limburg Jobs in loondienst, uitgedrukt in personen (>= 15 j.) Inkomende pendelintensiteit

49 werkgelegenheid in Limburg ( ) zorgt dit voor een inkomende gemeentelijke pendelintensiteit in Limburg van 68,2%. In Vlaanderen loopt deze verhouding op tot 70,0%. Van de Limburgse streken heeft Midden-Limburg (72,7%) de hoogste inkomende gemeentelijke pendelintensiteit. De laagste wordt opgetekend in het Maasland (58,1%), voorafgegaan door Zuid-Limburg (62,7%). De volgende gemeenten in Zuid-Limburg (figuur 41 en tabel 22) kennen de laagste inkomende pendelintensiteiten in 2010: Riemst (50,5%), Heers (53,4%), Tongeren (58,8%), Bilzen (60,0%) en Gingelom (60,6%). De grootste scores in deze context zijn voor: Alken (76,8%), Hoeselt (70,1%), Kortessem (70,0%), Voeren (69,2%), Nieuwerkerken (68,9%) en Borgloon (68,3%). Figuur 41 : Inkomende gemeentelijke pendelintensiteit bij de loontrekkende binnenlandse werkgelegenheid in 2010 (jaargemiddelde - >= 15 jaar) -47-

STREEKFOTO ZUID LIMBURG

STREEKFOTO ZUID LIMBURG STREEKFOTO ZUID LIMBURG Socio economische analyse van de streek Zuid Limburg en haar 14 gemeenten - - JUNI 2010 INLEIDING Dataverzameling en data analyse, nodig voor het onderbouwen van een streekanalyse,

Nadere informatie

STREEKFOTO MIDDEN LIMBURG

STREEKFOTO MIDDEN LIMBURG STREEKFOTO MIDDEN LIMBURG Socio economische analyse van de streek Midden Limburg en haar 8 gemeenten - - JUNI 2010 INLEIDING Dataverzameling en data analyse, nodig voor het onderbouwen van een streekanalyse,

Nadere informatie

STREEKFOTO MAASLAND. Socio economische analyse van de streek Maasland en haar 5 gemeenten JUNI 2010

STREEKFOTO MAASLAND. Socio economische analyse van de streek Maasland en haar 5 gemeenten JUNI 2010 STREEKFOTO MAASLAND Socio economische analyse van de streek Maasland en haar 5 gemeenten - - JUNI 2010 INLEIDING Dataverzameling en data analyse, nodig voor het onderbouwen van een streekanalyse, vormen

Nadere informatie

STREEKFOTO ZUID-LIMBURG

STREEKFOTO ZUID-LIMBURG STREEKFOTO ZUID-LIMBURG Socio-economische analyse van de streek Zuid-Limburg en haar 14 gemeenten - - JULI 2014 -2- VOORWOORD Deze streekfoto omvat een sociaal-economische analyse van Zuid-Limburg en haar

Nadere informatie

STREEKFOTO ZUID-LIMBURG

STREEKFOTO ZUID-LIMBURG STREEKFOTO ZUID-LIMBURG Socio-economische analyse van de streek Zuid-Limburg en haar 14 gemeenten - - OKTOBER 2016 -2- VOORWOORD Deze streekfoto omvat een sociaal-economische analyse van Zuid-Limburg en

Nadere informatie

STREEKFOTO WEST-LIMBURG

STREEKFOTO WEST-LIMBURG STREEKFOTO WEST-LIMBURG Socio-economische analyse van de streek West-Limburg en haar 8 gemeenten - - JULI 2014 -2- VOORWOORD Deze streekfoto omvat een sociaal-economische analyse van West-Limburg en haar

Nadere informatie

STREEKFOTO MAASLAND. Socio-economische analyse van de streek Maasland en haar 5 gemeenten OKTOBER 2016

STREEKFOTO MAASLAND. Socio-economische analyse van de streek Maasland en haar 5 gemeenten OKTOBER 2016 STREEKFOTO MAASLAND Socio-economische analyse van de streek Maasland en haar 5 gemeenten - - OKTOBER 2016 -2- VOORWOORD Deze streekfoto omvat een sociaal-economische analyse van het Maasland en haar 5

Nadere informatie

STREEKFOTO MAASLAND. Socio-economische analyse van de streek Maasland en haar 5 gemeenten JULI 2014

STREEKFOTO MAASLAND. Socio-economische analyse van de streek Maasland en haar 5 gemeenten JULI 2014 STREEKFOTO MAASLAND Socio-economische analyse van de streek Maasland en haar 5 gemeenten - - JULI 2014 -2- VOORWOORD Deze streekfoto omvat een sociaal-economische analyse van het Maasland en haar 5 gemeenten

Nadere informatie

STREEKFOTO WEST-LIMBURG

STREEKFOTO WEST-LIMBURG STREEKFOTO WEST-LIMBURG Socio-economische analyse van de streek West-Limburg en haar 8 gemeenten - OKTOBER 2016 -2- VOORWOORD Deze streekfoto omvat een sociaal-economische analyse van West-Limburg en haar

Nadere informatie

STREEKFOTO MIDDEN-LIMBURG

STREEKFOTO MIDDEN-LIMBURG STREEKFOTO MIDDEN-LIMBURG Socio-economische analyse van de streek Midden-Limburg en haar 8 gemeenten - OKTOBER 2016 -2- VOORWOORD Deze streekfoto omvat een sociaal-economische analyse van Midden-Limburg

Nadere informatie

STREEKFOTO NOORD-LIMBURG

STREEKFOTO NOORD-LIMBURG STREEKFOTO NOORD-LIMBURG Socio-economische analyse van de streek Noord-Limburg en haar 9 gemeenten - OKTOBER 2016 -2- VOORWOORD Deze streekfoto omvat een sociaal-economische analyse van Noord-Limburg en

Nadere informatie

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt FEBRUARI 2012 INHOUD Blz 1. Bevolking 2 1.1 Totale bevolking 2 1.2 Doorstromingscoëfficiënt 2 1.3 Bevolking op beroepsactieve leeftijd naar socio-economische

Nadere informatie

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt SEPTEMBER 2012 INHOUD Blz 1. Bevolking 2 1.1 Totale bevolking 2 1.2 Doorstromingscoëfficiënt 2 1.3 Bevolking op beroepsactieve leeftijd naar socio-economische

Nadere informatie

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE. 0. KENGETALLEN Brugge Midden- West-Vlaanderen Oostende Westhoek Zuid- West-Vlaanderen West- Vlaanderen Vlaams Gewest Totale bevolking (01/01/2008) 275.599 233.200 149.287 213.729 278.672 1.150.487 6.161.600

Nadere informatie

Sociaaleconomische analyse van Limburg en haar 5 streken

Sociaaleconomische analyse van Limburg en haar 5 streken Sociaaleconomische analyse van Limburg en haar 5 streken Augustus 2017 INLEIDING Dataverzameling en data-analyse, nodig voor het onderbouwen van een streekanalyse, vormen de basis voor strategische planning.

Nadere informatie

SOCIO-ECONOMISCHE ANALYSE VAN LIMBURG EN HAAR 5 STREKEN

SOCIO-ECONOMISCHE ANALYSE VAN LIMBURG EN HAAR 5 STREKEN SOCIO-ECONOMISCHE ANALYSE VAN LIMBURG EN HAAR 5 STREKEN SEPTEMBER 2015 Socio-economische analyse 1 POM-ERSV Limburg Socio-economische analyse 2 POM-ERSV Limburg Voorwoord Wist u dat meer dan de helft van

Nadere informatie

SOCIO-ECONOMISCHE ANALYSE VAN LIMBURG EN HAAR 5 STREKEN

SOCIO-ECONOMISCHE ANALYSE VAN LIMBURG EN HAAR 5 STREKEN SOCIO-ECONOMISCHE ANALYSE VAN LIMBURG EN HAAR 5 STREKEN FEBRUARI 2014 Socio-economische analyse -1- POM-ERSV Limburg Socio-economische analyse -2- POM-ERSV Limburg VOORWOORD De financiële crisis die in

Nadere informatie

Pendelarbeid in de gewesten, de provincies en in de Limburgse streken en gemeenten FEBRUARI 2010

Pendelarbeid in de gewesten, de provincies en in de Limburgse streken en gemeenten FEBRUARI 2010 Pendelarbeid in de gewesten, de provincies en in de se streken en gemeenten FEBRUARI 21 POM ERSV, Kunstlaan 18, 35 Hasselt, www.ersvlimburg.be 1 De binnenlandse werkgelegenheid heeft betrekking op de arbeid

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

SOCIO-ECONOMISCHE ANALYSE VAN LIMBURG EN HAAR 5 STREKEN

SOCIO-ECONOMISCHE ANALYSE VAN LIMBURG EN HAAR 5 STREKEN SOCIO-ECONOMISCHE ANALYSE VAN LIMBURG EN HAAR 5 STREKEN NOVEMBER 2011 Socio-economische analyse -1- POM-ERSV Limburg VOORWOORD De wereldwijde economische crisis van 2008-2009 en de huidige dreigende eurocrisis

Nadere informatie

Noord-Limburg , , ,2

Noord-Limburg , , ,2 Tabel : Evolutie toeristische aankomsten (bezoekers) 3-7 Toerisme Het aantal personen dat bij alle commer ciële logiesinrichtingen tegen betaling verbleven heeft, levert voor het verblijfstoerisme twee

Nadere informatie

SOCIO-ECONOMISCHE ANALYSE VAN LIMBURG EN HAAR 5 STREKEN. Joël BIJNENS Freddy KYNDT Hilde VANHEUSDEN Luc GHYS Peter RENTMEESTERS Rik NELLES

SOCIO-ECONOMISCHE ANALYSE VAN LIMBURG EN HAAR 5 STREKEN. Joël BIJNENS Freddy KYNDT Hilde VANHEUSDEN Luc GHYS Peter RENTMEESTERS Rik NELLES SOCIO-ECONOMISCHE ANALYSE VAN LIMBURG EN HAAR 5 STREKEN Joël BIJNENS Freddy KYNDT Hilde VANHEUSDEN Luc GHYS Peter RENTMEESTERS Rik NELLES GOM-LIMBURG OKTOBER 2005 INLEIDING Voortvloeiend uit het kerntakendebat

Nadere informatie

STEEKKAART Toelichting Indicator Datum Bron Toelichting

STEEKKAART Toelichting Indicator Datum Bron Toelichting STEEKKAART 2013 - Toelichting Indicator Datum Bron Toelichting DEMOGRAFIE Totale bevolking 1/1/2012 ADSEI Evolutie bevolking 2001-2011 1/1/2002-1/1/2012 ADSEI Aandeel niet-belgen in totale bevolking 1/1/2012

Nadere informatie

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers ) UPDATE CIJFERS DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers 2008-2009) Bron: Vlaamse Arbeidsrekening (Steunpunt WSE / Departement Werk en Sociale Economie) Verwerking: Stad Genk, Dienst Beleidsplanning De data over

Nadere informatie

Hoofdstuk II - 2. De Noord-Limburgse bevolking.

Hoofdstuk II - 2. De Noord-Limburgse bevolking. Hoofdstuk II - 2. De Noord-Limburgse bevolking. 2.1. Totale bevolking Noord-Limburg telde op 01.01.1998 134.962 inwoners. Dit is 17% van de Limburgse bevolking op 25% van de oppervlakte van de provincie.

Nadere informatie

FOTO VAN DE LIMBURGSE ARBEIDSMARKT

FOTO VAN DE LIMBURGSE ARBEIDSMARKT FOTO VAN DE LIMBURGSE ARBEIDSMARKT JANUARI 2009 INHOUD Blz INLEIDING 3 A. MENSELIJK POTENTIEEL 4 A.1. ARBEIDSMARKTAANBOD 4 Doorstromingscoëfficiënt 4 Bevolking op beroepsactieve leeftijd naar socio-economische

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 Geen heropleving van de arbeidsmarkt in 2013 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten 4.530.000 in België wonende personen zijn aan het werk in 2013. Hun aantal

Nadere informatie

Foto van de lokale arbeidsmarkt

Foto van de lokale arbeidsmarkt Regioscan West-Vlaanderen Werkt 1, Foto van de lokale arbeidsmarkt Tanja Termote sociaaleconomisch beleid, WES Er zijn tussen de West-Vlaamse regio s en gemeenten grote verschillen vast te stellen op het

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 Meer 55-plussers aan het werk Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2013 66,7% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage daalt licht in vergelijking met

Nadere informatie

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen De impact van de economische crisis in West Limburg Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen MEI 2009 1. Werkloosheid 1.1 Niet werkende werkzoekenden Een eerste indicator die de economische

Nadere informatie

Zuid-Limburg in cijfers. 22 en 28 mei 2013

Zuid-Limburg in cijfers. 22 en 28 mei 2013 Zuid-Limburg in cijfers 22 en 28 mei 2013 Inhoud Het Steunpunt Sociale Planning: even kort voorstellen Zuid-Limburg in cijfers Nieuwe databank Limburg in cijfers: even kennismaken Het Steunpunt Sociale

Nadere informatie

Werkgroep Arbeidsmarkt Onderwijs

Werkgroep Arbeidsmarkt Onderwijs Werkgroep Arbeidsmarkt Onderwijs Algemeen overzicht : Resoc-Serr Midden-West West-Vlaanderen NWWZ (2004) : 5989 Werkloosheidsgraad : 5,45 5989 werklozen Werkzaamheidsgraad : 72,67 102026 werkenden Activiteitsgraad

Nadere informatie

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers ) UPDATE CIJFERS DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers 2007-2008) Bron: Vlaamse Arbeidsrekening Verwerking: Stad Genk, Dienst Beleidsplanning De data zijn afkomstig van de Vlaamse Arbeidsrekening, d.i. een raamwerk

Nadere informatie

GENKSE BEVOLKING OP ARBEIDSLEEFTIJD NAAR SOCIO-ECONOMISCHE POSITIE

GENKSE BEVOLKING OP ARBEIDSLEEFTIJD NAAR SOCIO-ECONOMISCHE POSITIE De data over de arbeidsmarkt zijn afkomstig van de Vlaamse Arbeidsrekening, d.i. een raamwerk waarin arbeidsmarktstatistieken die zowel de vraag- als aanbodzijde van de arbeidsmarkt beschrijven worden

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten Hoeveel personen verrichten betaalde arbeid? Hoeveel mensen zijn werkloos? Hoeveel inactieve

Nadere informatie

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens Bierings, H., Schmitt, J., van der Valk, J., Vanderbiesen, W., & Goutsmet, D. (2017).

Nadere informatie

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt in de logistiek

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt in de logistiek De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt in de logistiek APRIL 2012 INHOUD Blz 1. Loontrekkende werkgelegenheid 2 1.1 Algemeen 2 1.2 Hoofdsectoren 2 1.3 Logistiek 3 1.3.1 Algemeen 3 1.3.2 Limburgse

Nadere informatie

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

Socio-economische blik op de Kempen

Socio-economische blik op de Kempen Socio-economische blik op de Kempen AAN : CC : AUTEUR : Streekplatform Kempen Kim Nevelsteen, Dominique Van Dijck DATUM : 6 maart 2017 BETREFT : Socio-economische analyse van de Kempen 517.884 inwoners

Nadere informatie

Socio-economische blik op de Kempen

Socio-economische blik op de Kempen Socio-economische blik op de Kempen AAN : CC : AUTEUR : Streekplatform Kempen Kim Nevelsteen, Dominique Van Dijck DATUM : 6 maart 2017 BETREFT : Socio-economische analyse van de Kempen 517.884 inwoners

Nadere informatie

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op 31.03.2017 Genk telde eind maart 3.289 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). Dat zijn er 258 of 7,3% minder dan in maart 2016. In Limburg was er een daling van

Nadere informatie

SECTORANALYSE DIGITALE ECONOMIE IN LIMBURG

SECTORANALYSE DIGITALE ECONOMIE IN LIMBURG SECTORANALYSE DIGITALE ECONOMIE IN MEI 2018 INHOUD blz 1. Definitie en bondig cijferoverzicht van de digitale economie 3 2. Vestigingen met personeel 4 3. Loontrekkende werkgelegenheid 7 4. Zelfstandigen

Nadere informatie

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.

Nadere informatie

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op 31.03.2016 Genk telde eind maart 3.547niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). Dat zijn er 526 of 12,9% minder dan in maart 2015. In Limburg was er een daling van

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 Licht herstel van de arbeidsmarkt? Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2013 67,5% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage stijgt met 0,8 procentpunten

Nadere informatie

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 5 februari 2009 Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal 2008 - Het hoeft geen

Nadere informatie

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied Brussels Observatorium voor de Oktober 2013 FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied De arbeidsmarkten van de 3 gewesten in België zijn erg verschillend en hebben elk hun eigen specificiteit,

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Lokale arbeidsmarktindicatoren in de Vlaamse Arbeidsrekening (VAR)

Lokale arbeidsmarktindicatoren in de Vlaamse Arbeidsrekening (VAR) Lokale arbeidsmarktindicatoren in de Vlaamse Arbeidsrekening (VAR) Seminarie Subregionale en lokale arbeidsmarkt in cijfers Sessie 2 Lokale statistieken over de arbeidsmarkt, mens & maatschappij Wouter

Nadere informatie

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT JANUARI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT JANUARI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT JANUARI 2018 Kerncijfers werkloosheid jan 2018 jaarverschil aandeel NWWZ 209.027-6,0% Categorie WZUA 143.239-7,4% 68,5% BIT 12.646-9,6% 6,0% Vrij ingeschreven 28.999-7,5% 13,9%

Nadere informatie

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op 30.06.2015 Genk telde eind juni 3.807 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). Dat zijn er 343 of 9,9% meer dan in juni 2014. In Limburg was er een stijging van 3,3%,

Nadere informatie

Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013)

Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013) 1 Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013) Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013) 1. Arbeidsmarktstatus van de bevolking van 15 jaar en ouder in 1983 en 2013 De Belgische bevolking van

Nadere informatie

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op 31.12.2015 Genk telde eind september 3.586 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). Dat zijn er 162 of 4,7% meer dan in december 2014. In Limburg was er een stijging

Nadere informatie

Ondernemingen. 1 Meer oprichtingen dan stopzettingen. Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest. Streekpact Cijferanalyse.

Ondernemingen. 1 Meer oprichtingen dan stopzettingen. Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest. Streekpact Cijferanalyse. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Severine Appelmans Ondernemingen Samenvatting Aantal BTW-plichtige ondernemingen blijft stijgen (periode 2003-2013)

Nadere informatie

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op 30.09.2016 Genk telde eind september 3.614 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). Dat zijn er 322 of 8,2% minder dan in september 2015. In Limburg was er een daling

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Op 31 december 2012 telde het arrondissement Turnhout inwoners. Hiermee vertegenwoordigen we 7% van de Vlaamse inwoners.

Op 31 december 2012 telde het arrondissement Turnhout inwoners. Hiermee vertegenwoordigen we 7% van de Vlaamse inwoners. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Demografie Samenvatting Inwonersaantal: 442.508 (2012) 90% van de inwoners heeft de Belgische nationaliteit.

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt INHOUDSOPGAVE Maandverslag November 2013 Inhoudsopgave en kerncijfers...1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau...2 Door de RVA vergoede werklozen...3 Overzicht

Nadere informatie

Leeftijd en geslacht jaar jaar jaar. Studieniveau en geslacht Laag Midden Hoog

Leeftijd en geslacht jaar jaar jaar. Studieniveau en geslacht Laag Midden Hoog De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Activiteitsgraad, werkzaamheidsgraad en werkloosheidsgraad Oktober 2015 A. Activiteitsgraad, werkgelegenheidsgraad en werkloosheidsgraad Deze kerncijfers

Nadere informatie

Demografie SAMENVATTING

Demografie SAMENVATTING Demografie SAMENVATTING 521.701 inwoners groeiend aantal + 23.723 t.a.v. 2010 Verwachting 2035: +45.870 inwoners Bevolkingsgroei grotendeels door internationale migratie (vooral uit Oost-Europa, Nederland

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 Jeugdwerkloosheid gedaald in het eerste kwartaal van 2015 Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2015 In het eerste kwartaal van 2015 was 67,4% van de 20- tot 64-jarigen

Nadere informatie

SUBREGIONALE ANALYSE VAN DE VLAAMSE ARBEIDSMARKT. Departement WSE

SUBREGIONALE ANALYSE VAN DE VLAAMSE ARBEIDSMARKT. Departement WSE SUBREGIONALE ANALYSE VAN DE VLAAMSE ARBEIDSMARKT Departement WSE 1 O. INHOUDSOPGAVE I. Aan de vooravond van de crisis Subregionaal profiel van de aanbod en vraagzijde van de arbeidsmarkt II. Impact van

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten

Regionale economische vooruitzichten 2015/2 Regionale economische vooruitzichten 2015-2020 Dirk Hoorelbeke D/2015/3241/213 Samenvatting Dit webartikel geeft een bondig overzicht van de nieuwe regionale economische vooruitzichten tot 2020.

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 Lichte daling werkloosheid Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2015 De werkloosheidgraad gemeten volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau daalde

Nadere informatie

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt in de bouw

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt in de bouw De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt in de bouw MAART 2012 INHOUD Blz 1. Loontrekkende werkgelegenheid 2 1.1 Algemeen 2 1.2 Hoofdsectoren 2 1.3 Bouwnijverheid 3 1.3.1 Algemeen 3 1.3.2 Limburgse

Nadere informatie

Ontwikkeling werkgelegenheid en werkloosheid 2003

Ontwikkeling werkgelegenheid en werkloosheid 2003 Ontwikkeling werkgelegenheid en werkloosheid O&S december 1 1. Inleiding In voorliggende notitie wordt de stand van zaken ten aanzien van de werkgelegenheid (1 april ) en werkloosheid (1-10-) in s-hertogenbosch

Nadere informatie

NOVEMBER 2014 BAROMETER

NOVEMBER 2014 BAROMETER NOVEMBER 2014 BAROMETER In deze nieuwe editie van de barometer staan we stil bij de Census 2011 die afgelopen maand werd gepubliceerd door Statistics Belgium, onderdeel van de FOD Economie. We vertalen

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2016

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2016 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2016 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 Seppe Van Gils In vergelijking met Europa (EU-15) wordt Vlaanderen gekenmerkt door een gemiddeld aandeel werkenden (63,4%). Ten opzichte van het gemiddelde

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Augustus 2017

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Augustus 2017 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Augustus 2017 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Slagkrachtige stad, rubriek data. Stad Genk Publicatie Inkomens

Voor meer cijfers, zie  beleidsdomein Slagkrachtige stad, rubriek data. Stad Genk Publicatie Inkomens De Algemene Directie Statistiek van de FOD Economie publiceerde de cijfers over het netto belastbaar inkomen van 2014 (aanslagjaar 2015). De cijfers zijn gebaseerd op de aangiften in de personenbelastingen.

Nadere informatie

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 14 mei 2008 Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in 2007 - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - In 2007 Zijn 4,38 miljoen in

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2014

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2014 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2014 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Veroudering in het Waasland. Maart 2017

Veroudering in het Waasland. Maart 2017 Veroudering in het Waasland Maart 2017 Inhoud Evolutie 60-plussers 2000-2016 Evolutie 80-plussers 2000-2016 Prognose 60-plussers tot 2030 Prognose 80-plussers tot 2030 Evolutie en prognose bevolkingscoëfficiënten

Nadere informatie

Algemeen rapport: vergelijk Postzones: Antwerpen Noord (2060), Antwerpen Kiel (2020), Antwerpen Linkeroever (2050), Borgerhout (2140)

Algemeen rapport: vergelijk Postzones: Antwerpen Noord (2060), Antwerpen Kiel (2020), Antwerpen Linkeroever (2050), Borgerhout (2140) Inhoud Algemeen rapport: vergelijk Postzones: Antwerpen Noord (2060), Antwerpen Kiel (2020), Antwerpen Linkeroever (2050), Borgerhout (2140) Dit rapport brengt de Postzones: Antwerpen Noord (2060), Antwerpen

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2018 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2018 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag December 2014

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag December 2014 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag December 2014 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2017

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2017 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2017 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2015 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2015 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs December 29 VLAAMS MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VORMING AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSDIENSTEN (AgODi) Arbeidsmarktbarometer Onderwijs december

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT MEI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT MEI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT MEI 2017 Kerncijfers werkloosheid mei 2017 jaarverschil aandeel NWWZ 201.762-5,3% Categorie WZUA 140.164-8,3% 69,5% BIT 10.091-8,8% 5,0% Vrij ingeschreven 29.063-1,8% 14,4% Andere

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2018 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Demografie Midden-West-Vlaanderen

Demografie Midden-West-Vlaanderen Demografie Midden-West-Vlaanderen 1. Demografie: de demografische prognose voorspelt een lichte achteruitgang. Het aantal inwoners staat onder druk. Er is een sterke veroudering binnen de veroudering of

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2017

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2017 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2017 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

VERSO- Cahier 2/ 2014 Profiel van de medewerkers in de social profit

VERSO- Cahier 2/ 2014 Profiel van de medewerkers in de social profit VERSO- Cahier 2/ 2014 Profiel van de medewerkers in de social profit Een beschrijvende analyse van de kenmerken van de social profitmedewerker Voor vragen en toelichting dirk.malfait@verso-net.be Zie verder

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Februari 2019

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Februari 2019 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Februari 2019 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

De ronde van Vlaanderen

De ronde van Vlaanderen De ronde van Vlaanderen Op de webstek van het Steunpunt WAV vindt men sinds kort een overzicht van de belangrijkste arbeidsmarktcijfers en -indicatoren per Vlaamse en Brusselse gemeente. De tijdreeks strekt

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2019

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2019 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2019 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2015 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2015 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief SEPTEMBER 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag juni 2016

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag juni 2016 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag juni 2016 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens

Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens I. Werkgelegenheid en beroepsbevolking De arbeidsmarkt is gestructureerd rond een aanbod van arbeidskrachten (de beroepsbevolking) en een vraag naar

Nadere informatie

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013 DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013 1 De arbeidsmarkt wordt krapper: alle talent is nodig Evolutie van de vervangingsgraad (verhouding 15-24-jarigen

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie