Lesvoorbereiding. Datum: 5 maart 2013 aantal leerlingen: 33 tijd: Groep: 4

Transcriptie

1 Zakelijke gegevens Naam student: Jessica Gotink Lesvoorbereiding Stageschool: Daltonbasisschool de Vlier Winterswijk Iselinge klas: VR3C mentor/mentrix: Natascha Hulzink Datum: 5 maart 2013 aantal leerlingen: 33 tijd: Groep: 4 Inhoudelijke gegevens Vak of vormingsgebied: Handenarbeid Activiteit: De uiteindelijke opdracht bestaat uit verschillende lessen. Dit is de derde les. De leerlingen gaan deze les verder met het kunstwerk. Er zijn een aantal leerlingen die de achtergrond al klaar hebben. Zij gaan met de wascodieren/voorwerpen verder. De andere leerlingen beginnen eerst met de achtergrond verven. Daarna kunnen ook zij met het wasco aan de slag of ze moeten eerst het verhaaltje nog afmaken. Componenten van de les Beginsituatie van de leerlingen: - De school heeft eens in het jaar een lessenreeks van kunstenares Ine Blok. Iedere groep heeft door het jaar heen een reeks van 6 lessen. - Er is een digibord in het lokaal - Tijdens de uitleg van de juf zijn de kinderen stil. - Het belletje betekent stilte in de klas. Hierbij wordt ook het stilteteken gebruikt. - Handenarbeid wordt in de hal gegeven. - De leerlingen zijn bekend met de opdracht. - Vorige les zijn er 11 kinderen ziek geweest, i.v.m. met de tentoonstelling mogen deze leerlingen ook de opdracht verder afmaken. Persoonlijk leerdoel: - Ik wil door middel van deze les aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen. Dit wil ik bereiken door gebruik te maken van een schilder die gebruik maakt van veel kleuren en door de leerlingen een verhaal te laten bedenken over een eigen ervaring. Lesdoelen proces-/productdoelen; kennis-, vaardigheids-, vormingsdoelen: - De leerlingen hebben aan het eind van de les ongeveer 4 dieren/voorwerpen geschilderd - De leerlingen hebben de verhaaltjes af (productdoel). - De leerlingen hebben allemaal een achtergrond geverfd (productdoel).

2 Opdracht: De uiteindelijke opdracht bestaat uit verschillende lessen. Dit is de derde les. De leerlingen gaan deze les verder met het kunstwerk. Er zijn een aantal leerlingen die de achtergrond al klaar hebben. Zij gaan met de wascodieren/voorwerpen verder. De andere leerlingen beginnen eerst met de achtergrond verven. Daarna kunnen ook zij met het wasco aan de slag of ze moeten eerst het verhaaltje nog afmaken. Betekenis: De kinderen weten welke dieren er zijn en kunnen een verhaaltje schrijven. De leerlingen kunnen aan de hand van het eigen verhaal dieren tekenen. Vorm: De leerlingen delen een vel papier in vellen op. Materiaal: Verf, grote kwasten, eierdozen als verfbakjes, 33 vellen 160 gr., schorten, wasco, vellen voor wasco, voorbeelden Beschouwing: De leerlingen zien op welke manier de kunstenaar de vakken heeft opgedeeld en welke kleuren hij daarvoor gebruikt. De leerlingen herkennen de fantasievormen in het kunstwerk en kunnen benoemen wat de kunstenaar heeft geschilderd. Werkwijze: De leerlingen gaan vlakken verven en bedenken van te voren welke kleur ze willen gebruiken om de omgeving van het verhaal uit te drukken. De voorwerpen worden met wasco getekend. Ze denken hierbij aan de kenmerken van de kunstenaar, zoals zwarte lijnen en witte rand. Onderzoek: De leerlingen onderzoeken op welke manier ze de wasco het beste kunnen gebruiken. Organisatie: Verven in de hal Foto s maken Materiaal klaar leggen

3 lesfase tijd didactische route (wat doen de kinderen?) leerstof leerling leefwereld Inleiding Introdu-ceren 3 Een leerling verteld wat wij vorige week hebben gedaan. interventies van de leerkracht We gaan vandaag weer verder met Corneille. Vorige week waren er 11 kinderen ziek, dus niet iedereen heeft verder kunnen werken. Kan iemand van jullie kort vertellen wat wij vorige week hebben gedaan? organisatie en hulpmiddelen Kern Informeren En instrueren 2 15 De leerlingen luisteren naar de uitleg. De leerlingen luisteren naar de uitleg. Er zijn een aantal kinderen die straks ook nog het verhaaltje moeten afschrijven. Ik zal even uitleggen wat iedereen kan gaan doen. Niet iedereen is namelijk met hetzelfde bezig. Dus dat loopt een beetje door elkaar. We gaan wel allemaal naar de gang. Ik zal eerst alles uitleggen, zodat je weet wat je moet doen. En gelijk verder kunt gaan met het andere. De kinderen die de achtergrond nog niet klaar hebben gaan dat zo eerst doen. Je kiest 3 kleuren uit voor de achtergrond. Net als Corneille maak je 3 vakken. Je spoelt je kwast niet om met water maar met een doekje veeg je het af. De kinderen die de achtergrond klaar hebben, kunnen verder met de wascodieren. Materiaal van vorige keer: wascodieren en verhaaltjes Voorbeeld Corneille Verf, kwasten, schorten, doekjes, tafelkleden, eierdozen, vellen papier. Als je verhaal nog niet af is, moet je die daarna eerst afmaken en de woorden onderstrepen. Je gaat dan bij de computers zitten. Daarna kun je beginnen met de wasco. Ik heb hier zelf een voorbeeld gemaakt. Je gaat de dieren/voorwerpen zo groot mogelijk tekenen met wasco. Op welke manier laat Corneille de dieren opvallen als je naar de De verhaaltjes Wasco en vellen papier

4 voorbeelden kijkt? (zwarte en witte rand) Hoe doe je dat? Je mag zelf weten welke kleuren je gebruikt. Je mag net als Corneille je fantasie gebruiken. Zorg dat je de voorwerpen goed inkleurt. Uivoeringsfase 30 De leerlingen gaan naar de gang en nemen plaats om de plek waar ze mee aan de slag moeten. Ze gaan aan het werk met de opdracht. Als je de dieren klaar hebt zet je je naam erop. Volgende week gaan we ze uitknippen en opplakken Je gaat je verhaaltje netjes overschrijven. Je zet met een ander kleurtje een lijntje onder de belangrijke woorden. En je zet natuurlijk je naam onderaan. Als je helemaal klaar bent laat je dit even zien. Ik neem het belletje mee naar de gang, als je deze hoort luister je naar mij. Dan wil ik graag iets belangrijks zeggen. We gaan nu naar de gang. De kinderen voor de achtergrond trekken een schort aan en gaan achter de lange tafels staan. Daar ligt een vel papier, schrijf eerst je naam op de achterkant! Dan mag je beginnen met verven. De kinderen voor de wasco gaan aan de andere twee tafels staan. Denk ook aan je naam! Achtergrond klaar, leg je deze in het droogrek. Wasco klaar, leg je met paperclip in dit bakje. Lijntjespapier Droogrek en bakje Afsluiting Nabeschouwings- 5 De leerlingen ruimen alle spullen op. (helemaal klaar? Dan mag je een vogelhuisje tekenen. Dit maak je met je kleurpotloden, je maakt een huisje met daarbij voer voor de vogels en een vogeltje natuurlijk.) Opruimen! Iedereen krijgt een taak. We gaan terug

5 fase 5 De leerlingen geven hun mening over de les. naar de klas. Hoe is het gegaan? Wat is af? Wist je goed wat je moest doen? Wat vind je ervan? Hoe evalueer je om na te gaan hoe de kinderen het gedaan hebben? Ik evalueer na de les met mijn mentrix hoe de les is gegaan. Ik evalueer de les met de leerlingen. Ik loop bij de zelfstandige momenten een ronde om kinderen te helpen.