CONTROLEVERSLAG Accentuering Klein Pas

Transcriptie

1 CONTROLEVERSLAG Accentuering Klein Pas PROJECTNAAM: AB Wallen van Sluis OM NUMMER: GEMEENTE: Sluis TOPONIEM: Fort Klein Pas / Toren van Bourgondië PLAATS: Sluis PROJECTLEIDER: Frederik D hondt DATUM: RAPPORTEUR: Frederik D hondt BESCHRIJVING PREOBLEMATIEK BESCHRIJVING WERKZAAMHEDEN CONTROLEMOMENTEN RESULTATEN IMPACT VAN DE WERKZAAMHEDEN CONCLUSIE FOTOREPORTAGE Problematiek: Op dit ogenblik worden werkzaamheden uitgevoerd ter plaatse van de voormalige buitenste verdedigingswerken van Sluis. Deze verdedigingswerken werden vanaf de late 16 de eeuw opgeworpen rond de stad. Vanuit de lucht is deze verdedigingsgordel omheen de stad nog goed zichtbaar, maar vanop de begane grond is dit als een stuk moeilijker. Vandaar dat in het kader van natuurontwikkeling en de aanleg van waterberging gekozen is om op enkele plaatsen de aanwezige vestingwerken te accentueren met de vrijgekomen grond. Fort het Klein Pas maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied en wordt geaccentueerd. Ter plaatse van dit fort echter liggen ook de ondergrondse resten van de zogenaamde Toren van Bourgondië een laatmiddeleeuws kasteel dat samen met het grote kasteel van Sluis de haventoegang tot het Zwin bewaakte. De resten van de Toren van Bourgondië bevinden zich zeer ondiep ten opzichte van het huidige maaiveld (circa 10 cm) en zijn daarenboven een beschermd archeologisch monument en. Vandaar dat voorafgaand aan de werkzaamheden bij het Klein Pas een Monumentenvergunning diende te worden aangevraagd. In deze monumentenvergunning zijn verschillende maatregelen opgesomd met betrekking tot de uitvoering van het grondwerk op en rond het archeologisch monument. Één van deze maatregelen is de controle van de werkzaamheden door een archeoloog. Dit verslag is de weerslag van deze controle. Beschrijving werkzaamheden: Voor het opbrengen van het grondlichaam op het Klein Pas werd gebruik gemaakt van een graafmachine op rupsbanden met een gewicht van 15 ton. De grond werd aangevoerd met rupsvoertuigen om de bodemdruk te minimaliseren. Het monumententerrein was verboden voor alle voertuigen en afgezet met een lint. In eerste instantie werd een verhoogde rijroute aangebracht van minimaal 0,5 meter. Op deze route verliep de aanvoer van grond. Ook de graafmachine verliet deze werkstrook niet. Na het voltooien van de werk en transportstrook werd verder grond opgevoerd om het grondlichaam aan te leggen. Zodoende werd naar boven en naar achter toe gewerkt en het grondlichaam opgebracht en geprofileerd. Controlemomenten: De werkzaamheden aan het Klein Pas zijn uitgevoerd tussen 12 en 16 september Elke dag werden de werkzaamheden meermaals geïnspecteerd door de archeoloog en zijn de bevindingen

2 gecommuniceerd met de adviseur van de bevoegde overheid. Tijdens de controlemomenten werden ook foto s gemaakt van de werkzaamheden en de terreingesteldheid, dit ter illustratie. Impact van de werkzaamheden: Tijdens de werkzaamheden aan het Klein Pas waren de weersomstandigheden uitzonderlijk goed voor de tijd van het jaar. Door de voorafgaande droge periode was de bovenliggende kleilaag erg hard en was er van insporing geen sprake. Bovendien bleef het tijdens de uitvoeringsperiode droog en warm, waardoor eventuele schade aan het archeologisch monument uit te sluiten valt. Conclusie: Door de gunstige weersomstandigheden en de combinatie van een verhoogde werk en transportstrook én het gebruik van lichte rupsvoertuigen (zowel voor de aanleg als het transport) is er geen schade aangebracht aan het archeologisch monument. Fotoreportage: Figuur 1 Aanleggen van de werk en transportstrook.

3 Figuur 2 Inzet van rupsdumpers. Figuur 3 Markering van het archeologisch monument.

4 Figuur 4 Werkzaamheden aan het Klein Pas vanuit de lucht. ( Ad van Broekhoven) Figuur 5 Werkzaamheden aan het Klein Pas vanuit de lucht. Bovenaanzich Klein Pas. ( Ad van Broekhoven)

5 Figuur 6 Werkzaamheden aan het Klein Pas vanuit de lucht. ( Ad van Broekhoven) Figuur 7 Zicht op de afgeronde werkzaamheden vanaf de dijk. Naam Senior KNA archeoloog Datum Paraaf Drs. J. Wattenberghe