Bouwplan Gaasperdammertunnel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bouwplan Gaasperdammertunnel"

Transcriptie

1 Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu AAS Bouwplan Gaasperdammertunnel Rol Naam Organisatie Paraaf Datum Voor akkoord Mevr. N.J.A. Scheijven Directeur Netwerkmanagement RWS- / / WNN/operationeel tunnelbeheerder t7 // t o LS Vastgesteld De heer A.P. Delpeut Hoofdingenieur-directeur RWS- 7 / WNN/tunnelbeheerder / /to \( VRIJGEGEVEN VOOR REVIEW :00:00

2 Document register Datum Documentnummer A9GDW-DOC Versie 3.0 Status Definitief Register van wijzigingen Versie Datum Auteur Omschrijving P. Teeuw Initiële versie, IXAS intern P. Teeuw Eerste Concept Tunnel Gebruikers Team (TGT) P. Teeuw Aanpassingen n.a.v. TGT validatie P.Teeuw Aanpassingen n.a.v. TGT validatie H. v. Schaik Aanpassing n.a.v. leessessie Tunnelbeheerder en Steunpunt Tunnelveiligheid R. Scholten Aanpassingen n.a.v. finale TGT validatie H. v. Schaik Definitief S.Lezwijn / H.v.Schaik Verwerking opmerkingen Steunpunt Tunnelveiligheid H.v. Schaik Verwerking opmerkingen veiligheidsbeambte

3 INHOUDSOPGAVE INLEIDING Aanleiding aanleg tunnel Korte beschrijving tunnel, tracé en omgeving Betrokken partijen Eisen Wet- en regelgeving Veiligheidsnorm Afwijkingen van de hoofdregel Historisch overzicht keuzes en besluiten... 0 TUNNELSYSTEEM Tunnel, infrastructuur en bouwmethode Gebruik Verkeer Gevaarlijke stoffen Gebruik tijdens onderhoud....3 Voorzieningen Uitrusting Afwijking standaard Advies Bureau Veiligheidsbeambte Nader ontwerp Organisatie Beheerorganisatie Procedure tunnelveiligheidsdossier Calamiteitenbestrijding... 9 TOETSING Resultaten risicoanalyse Verificatie en validatie... 4 PROCES IN VOLGENDE FASE Te doorlopen besluitvormingsproces Acties en aandachtspunten A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan /76

4 BIJLAGEN Afkortingenlijst Referentiedocumenten... 5 Schematisch overzicht tunnel... 5 Schematische weergave vluchtconcept LTR-issues Contactgegevens betrokken partijen Organogram Rijkswaterstaat West-Nederland Noord Advies veiligheidsbeambte TVP en reactie tunnelbeheerder Tunnelveiligheidsdossier Eisenkader tunnelveiligheidsdossier wegtunnels D-0 Tabel beheerders tunnelveiligheidsdossiers Kwantitatieve risicoanalyse Gaasperdammertunnel Bouwplanontwerp voorzieningen tunnelsysteem... 7 Reviewlogs en verificatie bouwplan... 7 Reviewlogs TGT... 7 Bijlage L.0-I IXAS Review log TGT - Brandweer... 7 Bijlage L.0-II IXAS Review log TGT - Review leessessie... 7 Bijlage L.0-III IXAS Review log TGT - Review RWS SAA-team... 7 Bijlage L.0-IV IXAS Review log TGT TB... 7 Bijlage L.0-V Review log Steunpunt Tunnelveiligheid Bouwplan Verificatietabellen... 7 Bijlage L.0-I A9GDW-DOC-096 Verificatie toetskader veiligheidsbeambte RWS v Bijlage L.0-II Verificatie QRA... 7 Bijlage L.0-III Verificatie TVP... 7 Bijlage L.0-IV Verificatie Leidraad Veiligheidsdocumentatie... 7 Bijlage L.0-V Verificatie projectspecifieke LTS-uitwerking... 7 Bijlage L.0-VI Notitie TNO t.a.v. verificatie... 7 A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan /76

5 TEKENINGEN Tekeningen I Infrastructuur Tekening I.I BP-T-A9-DWM-00 t/m Situatie Infrastructuur Tekening I.II BP-T-A9-DWM-006 t/m 00 - Situatie Tunneldak Tekening I.III BP-T-A9-DWM-0 - Situatie Omgeving Tekening I.IV BP-T-A9-DWM-0 - Wegcategorisering en ontwerpsnelheden Tekening I.V BP-T-A9-DWM-0 - Dwarsprofielen Tekening I.VI BP-T-A9-DWM-0 t/m 03 - Lengteprofielen Tekeningen II Civiel Tekening II.I BP-T-TUN-ALG-00 - Naamgeving tunnelbuizen en wanden Tekening II.II BP-T-TUN-ALG-00 - Tunnel - Bovenaanzicht en langsdoorsnede(n) Tekening II.III BP-T-TUN-ALG Tunnel - Dwarsdoorsneden Tekening II.IV BP-T-TUN-ALG Tunnel - (Principe)details Tekening II.V BP-T-TUN-ALG Tunnel - Vloeistofkelders Tekening II.VI BP-T-DGM-BWK-00 t/m Dienstgebouw Midden Tekening II.VII BP-T-DGO-BWK-00 t/m Dienstgebouw Tekening II.VIII BP-T-DGW-BWK-00 t/m Dienstgebouw West Tekeningen III Fasering Tekening III.I BP-T-TLW-ALG Draaiboek Fasering Fase Tekening III.II BP-T-TLW-ALG Draaiboek Fasering Fase Tekening III.III BP-T-TLW-ALG-00 - Draaiboek Fasering Fase Tekening III.IV BP-T-TLW-ALG-0 - Draaiboek Fasering Fase A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 3/76

6 INLEIDING In de planfase is voor het project weguitbreiding Schiphol Amsterdam Almere (SAA) een tracébesluit vastgesteld. In de fase van het (O)TB is hey Tunnelveiligheidsplan (TVP) opgesteld. Voor de ontwerpfase wordt het ontwerp verder uitgewerkt in het Bouwplan. Dit Bouwplan Gaasperdammertunnel is opgezet en ingericht conform de Leidraad Veiligheidsdocumentatie voor wegtunnels [Bijlage, onderdeel B, behorende bij de artikelen 5 en 6 van de Regeling aanvullende regels veiligheid wegtunnels], zoals bepaald in artikel.3 van de Regeling omgevingsrecht. In het DBFM-contract tussen RWS en IXAS is de verantwoordelijkheid voor het aanvragen van de omgevingsvergunning bouwen tunnel belegd bij IXAS. Op basis van de indieningsvereisten, zoals die zijn vastgelegd in Regeling omgevingsrecht, vraagt IXAS een omgevingsvergunning voor het bouwen van de tunnel aan bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. IXAS stelt het Bouwplan op namens de tunnelbeheerder. In het Bouwplan verantwoordt de tunnelbeheerder dat het mogelijk is een veilig tunnelsysteem te bouwen en in stand te houden, dat aan alle wet- en regelgeving voldoet. Ook wordt aangetoond dat met het ontwerp en het voorziene gebruik aan de veiligheidsnorm wordt voldaan. Daarnaast heeft er een integrale borging en validatie van het Bouwplan en onderliggende documenten Bouwplanontwerp en QRA plaats-gevonden. Hiertoe zijn deze documenten door een onafhankelijke partij geverifivieerd (TNO), de uitkomsten hiervan zijn vastgelegd in separate verificatiedocumenten (zie Bijlage L).. Aanleiding aanleg tunnel Voor de verbetering van de doorstroming in, en daarmee de bereikbaarheid van, de noordelijke Randstad worden de snelwegen tussen Schiphol, Amsterdam en Almere met één of meer rijstroken verbreed (het SAA-project). De leefbaarheid in de omgeving wordt vergroot door een goede inpassing van de weg in het landschap en de aanleg van meer en hogere geluidsschermen. Ter hoogte van Amsterdam Zuidoost wordt de Gaasperdammertunnel aangelegd, tussen rivier de Gaasp en de spoorlijn Amsterdam-Utrecht. Hierdoor neemt niet alleen de capaciteit voor weggebruikers toe, maar wordt ook de leefbaarheid voor omwonenden vergroot: de tunnel zorgt voor een verbinding tussen twee stadsdelen met daarbij een behoorlijke vermindering van het geluid.. Korte beschrijving tunnel, tracé en omgeving Beschrijving werkingsgebied De Gaasperdammertunnel is geprojecteerd op de snelweg A9, onderdeel van het hoofdwegennet binnen het Trans Europees Netwerk (TEN) gelegen tussen knooppunt Diemen (A) en knooppunt Holendrecht (A). Van west naar oost gezien kruist de tunnel de spoorlijn Amsterdam-Utrecht inclusief de metrolijn (Geinlijn), de Huntumdreef, de Gooiseweg (S), de metrolijn (Gaasperplaslijn) en de Kromwijkdreef. Verder worden diverse langzaamverkeerroutes gekruist. Onderstaande figuur toont de geografische ligging van de tunnel. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 4/76

7 Figuur -: Overzicht geografische ligging tunnel (zie Bijlage C voor figuur op A3-formaat) Hoofdkenmerken van de weg De A9 ten oosten van de brug over de Gaasp wordt verbreed naar x5 rijstroken en een Wisselstrook met één rijstrook. Op het gedeelte tussen de Gaasp en knooppunt Holendrecht wordt de weg verbreed naar een hoofdbaan met x rijstroken met een ruimtereservering voor een uitbreiding naar x3 rijstroken, parallelbanen met in totaal x3 rijstroken en een Wisselstrook met één rijstrook. Tussen de Gaasp en de spoorlijn Amsterdam-Utrecht komt de A9 in een tunnel onder maaiveld. De maximumsnelheid in de Wisselbuis bedraagt 00 km/h, de maximumsnelheid op de hoofdrijbaan bedraagt 00 km/h en de maximumsnelheid van de parallelbaan is 80 km/h. De Wisselbuis is uitsluitend voor personenauto s. Hoofdkenmerken van de tunnel Hieronder volgen enkele belangrijke karakteristieken in het kader van tunnelveiligheid van de tunnel. Zie hoofdstuk voor een uitgebreide systeembeschrijving. De tunnel is geprojecteerd tussen km 7. en km 0. en is daarmee circa drie kilometer lang. De tunnel heeft vijf buizen met verschillende lengten, doordat de oostelijke tunnelmonden niet op één l ijn liggen. De exacte lengten zijn terug te vinden in Tabel in paragraaf.. Voor het gebruik van de tunnel zijn er geen beperkingen ten aanzien van het transport van gevaarlijke stoffen (de tunnel is aangewezen als categorie A tunnel conform het ADR), met uitzondering van het gebruik van de Wisselbuis: hier geldt een verbod op het transport van gevaarlijke stoffen (deze buis is aangewezen als categorie E tunnel conform het ADR). Toegankelijkheid knooppunt Gooiseweg S: Om vanuit het knooppunt Holendrecht de Gooiseweg te bereiken en vanuit de Gooiseweg knooppunt Diemen te bereiken, wordt gebruikgemaakt van de linker rijstrook in de parallelbuis links (P Li). Om vanuit het knooppunt Diemen de Gooiseweg te bereiken en vanuit de Gooiseweg knooppunt Holendrecht te bereiken, wordt gebruikgemaakt van de linker rijstrook in de parallelbuis rechts (P Re). A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 5/76

8 Aandachtspunten voor het borgen van de veiligheid Bij het ontwerp en de realisatie van de tunnel wordt rekening gehouden met de volgende aandachtspunten ten aanzien van het veilige gebruik van de tunnel: Kenmerkend voor de omgeving is het stedelijke karakter aan beide zijden van de tunnel en de situering van het stadspark op het dak van de tunnel. In de directe omgeving van de tunnel zijn er kantorenparken, de IKEA en het AMC. De verkeersbewegingen als gevolg hiervan zijn opgenomen in de verkeersanalyses. Verder is er separaat overleg met het AMC over de bereikbaarheid tijdens de bouw en onderhoudsperiode. De oriëntatie van de tunnel is noordoost-zuidwest (aandachtspunt vanwege verblinding door laagstaande zon), zie Figuur -; Zie paragraaf. voor een nadere uitwerking van convergentie- en divergentiepunten nabij de tunnel. De rijrichting van de Wisselbuis is afhankelijk van het tijdstip van de dag. De keuze om gebruik te maken van de wisselbaan en dus ook de Wisselbuis, ligt ruim voor de ingang van de tunnel. De openstelling van de tunnel is in twee fasen gepland. De eerste openstelling betreft de twee afzonderlijke hoofd- en parallelbuizen. Na deze openstelling wordt de Wisselbuis afgebouwd waarna de tweede openstelling volgt (voor nadere uitwerking van de fasering zie paragraaf..), Er is geen tegenverkeer bij onderhoud. Voor de bereikbaarheid voor de hulpverleningsdiensten, zie paragraaf.4.3. Voor de ruimte voor (veilige) opstelplaatsen en vluchtroutes buiten de tunnel, zie paragraaf...3 Betrokken partijen Tabel - toont de partijen die betrokken zijn bij de besluitvorming over tunnelveiligheid en de totstandkoming van het Bouwplan, inclusief hun taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden op basis van wet- en regelgeving. In [Bijlage F] staan de contactgegevens van de belanghebbenden Gaasperdammertunnel. Tabel -: Belanghebbenden Gaasperdammertunnel (incl. taken en verantwoordelijkheden) Functionaris / organisatie Hoofdingenieur-directeur (HID) RWS West Nederland Noord Directeur Netwerkmanagement District Zuid Unit tunnelbeheer Verkeer- en watermanagement (VWM) Veiligheidsbeambte RWS wegtunnels Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Uitvoering wettelijke taken tunnelbeheerder zoals beschreven in de Warvw (Art.5, lid ). Voor wegennet RWS WNN opdrachtgever/eindverantwoordelijke voor: Realisatie aanleg; Beheer en instandhouding; Verkeersmanagement; Incidentmanagement/calamiteitenbestrijding; Namens de tunnelbeheerder operationele uitvoering van taken van de tunnelbeheerder. Ondersteunt direct de tunnelbeheerder en de operationeel tunnelbeheerder bij de uitvoering van tunnelbeheertaken. Beheer TVD. Beheer VBP s (incl. onderliggende plannen). Uitvoeren veiligheidsmanagementcyclus. Uitvoeren van incidentevaluaties en registraties. Verantwoordelijk voor verkeersgeleiding en objectbediening. Operationele uitvoering incidentmanagement. Operationele controle beschikbaarheid en functioneel beheer. Opleiden en trainen eigen operationeel personeel. Uitvoering wettelijke taken veiligheidsbeambte zoals beschreven in de Warvw (Art.5, lid 3). A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 6/76

9 Functionaris / organisatie IXAS, Opdrachtnemer Gaasperdammertunnel RWS Projectorganisatie SAA Bevoegd college van B&W (gemeente Amsterdam) Veiligheidsregio Amsterdam - Amstelland Hulpverleningsdiensten (brandweer, GHOR) Politie Eenheid Amsterdam Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Verantwoordelijk voor ontwerp, realisatie en onderhoud van de infrastructuur beschreven in het contract SAA A9GDW. IXAS stelt het Bouwplan op voor de tunnelbeheerder. Project Uitvoeringsorganisatie / Opdrachtgever (OG) voor de Opdrachtnemer (ON) voor het project SAA-A9GDW. Verantwoordelijk voor uitvoering project SAA-A9GDW (Formele OG is DG RWS). Het college van burgemeester en wethouders (B&W) van de gemeente waarin de tunnel ligt. Zij toetst aan de wetgeving, mede in het kader van de behandeling van de aanvraag om de omgevings- en de openstellingsvergunning voor de tunnel. Het bevoegd college van B&W wordt in dit Bouwplan aangeduid als bevoegd gezag. (Warvw Art., lid 4). Gemandateerd bevoegd gezag voor tunnels is OD NZKG De brandweer is verantwoordelijk voor het redden, bevrijden en bestrijden bij ongevallen en brand. Tevens treedt de brandweer op als adviseur van de gemeente bij de vergunning verstrekking. De GHOR is verantwoordelijk voor de organisatie van de geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen (Warvw Art.). Handhaven of herstellen van de openbare orde, de algemene veiligheid en (strafrechtelijk) onderzoek. De hierboven genoemde partijen hebben een directe relatie met het proces van besluitvorming ten aanzien van de interne veiligheid van de tunnel. In de directe omgeving van de tunnel zijn enkele objecten en beheerders die een meer indirecte relatie hebben met tunnelveiligheid. Het gaat daarbij om de gemeente Amsterdam als beheerder van de kruisende gemeentelijke infra en het park op de tunnel, Dienst Metro en de vervoerder als beheerders van de metrokruising, ProRail als beheerder van de spoorkruising en het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht in verband met de waterkerende functie van de Gaasperdammerweg. De potentieel fysieke impact van calamiteiten in of nabij de tunnel op deze objecten en vice versa is meegenomen in de uitwerking van het ontwerp (zie paragraaf.). De organisatorische en procedurele impact van de interactie wordt meegenomen in de volgende fase, bij de uitwerking van het Calamiteitenbestrijdingsplan als onderdeel van het Veiligheidsbeheerplan. Communicatie en stakeholdermanagement aangaande tunnelveiligheid volgen de overall stakeholdermanagementstrategie van IXAS. Dit betekent dat er gewerkt wordt vanuit accounts en een drieledige structuur: operationeel, strategisch en escalatie. Hierbij wordt Rijkswaterstaat als OG ook als een account gezien. De Integraal Veiligheidsmanager van IXAS is hierbij vanuit tunnelveiligheid het eerste aanspreekpunt voor het afstemmen van de complexe rolverdeling en relatie tussen de tunnelbeheerder, de projectorganisatie en de opdrachtnemer. Om de stakeholders te informeren en consulteren over de voortgang van het Bouwplan en het Ontwerp met betrekking tot de (tunnel)veiligheidsgerelateerde issues, is het TGT gevormd. In het TGT nemen de onderstaande partijen deel: Rijkswaterstaat regionale dienst West Nederland Noord Rijkswaterstaat Verkeerscentrale NWNL Bevoegd gezag: Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (agendalid) Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland (brandweer, ambulance / GHOR, politie) Rijkswaterstaat Steunpunt Tunnelveiligheid; Rijkswaterstaat projectbureau SAA A9 GDW De veiligheidsbeambte en de Landelijk Tunnelregisseur nemen niet deel in het TGT. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 7/76

10 .4 Eisen In deze paragraaf wordt de wet- en regelgeving genoemd die het kader stelt ten aanzien van tunnelveiligheid tijdens de realisatie en instandhouding van de tunnel..4. Wet- en regelgeving Wettelijk kader De Warvw en de Rarvw vormen het belangrijkste kader voor veiligheid in wegtunnels. Hierin zijn niet alleen eisen gesteld aan de aan te brengen technische voorzieningen en de te treffen organisatorische maatregelen, maar ook aan het besluitvormingsproces en de uit te voeren risicoanalyses. Daarnaast vloeien uit de Woningwet, het Bouwbesluit 0 en de Regeling Bouwbesluit 0 eisen voort voor een (brand)veilige constructie en een veilig gebruik van wegtunnels. Tabel - geeft een overzicht van de wet- en regelgeving die van toepassing is op het borgen van de constructieve- en gebruiksveiligheid van de Gaasperdammertunnel. De actuele wet- en regelgeving is te vinden via Tabel -: Wet- en regelgeving voor het borgen van de gebruiksveiligheid van wegtunnels. Document Status Doel i.r.t. Gaasperdammertunnel Inwerkingtreding Wet aanvullende regels veiligheid Wet Borgen veiligheid gebruikers en perso wegtunnels (Warvw) neel voor tunnels langer dan 50 meter Regeling aanvullende regels Ministeriële Regeling Nadere (technische) uitwerking en verduidelijking veiligheid wegtunnels (Rarvw) van de in de Warvw ge- noemde artikelen Woningwet Wet Bouwbesluit 0 Algemene Maatregel Borging veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, 3 mei 0 van Bestuur energiezuinigheid voor ge- bruikers van bouwwerken, alsmede borgen veiligheid voor de omgeving. Regeling Bouwbesluit 0 Ministeriële regeling Borging veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid voor ge- bruikers van bouwwerken, alsmede borgen veiligheid voor de omgeving. Wet algemene bepalingen Wet Totstandkoming van omgevingsvergunning omgevingsrecht (WABO) Regeling Omgevingsrecht Ministeriële Regeling Nadere regels bij uitvoering WABO (indieningsvereisten omgevingsvergunning) Besluit Omgevingsrecht Algemene Maatregel Nadere uitwerking en toevoeging op van Bestuur WABO Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs) Wet Verankering van het ADR in de Nederlandse wetgeving Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen (VLG) Ministeriële regeling waarin o.a. het ADR is verwerkt Beheersing risico s van transport gevaarlijke stoffen Tracéwet Wet Bevat regels voor de besluitvorming met betrekking tot de aanleg of wijziging van hoofdwegen, van landelijke railwegen en van hoofdvaarwegen A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 8/76

11 Document Status Doel i.r.t. Gaasperdammertunnel Wet Veiligheidsregio's (Wvr 00) Wet Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening. Inwerkingtreding Het wettelijk kader voor tunnelveiligheid is opgenomen in de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels (Warvw). In de bijbehorende Regeling (Rarvw) zijn regels opgenomen met betrekking tot de veiligheid en voorzieningen van voor het wegverkeer toegankelijke tunnels. In de Warvw is een overgangsrecht opgenomen. Op basis hiervan geldt voor de tunnel dat de Warvw 03 van toepassing is ( juli 03 herziene Warvw van kracht geworden). Wel geldt dat in artikel 8 lid 3 van de Warvw is gesteld dat het toepassen van de gestandaardiseerde uitrusting, zoals uitgewerkt in de Rarvw (art. 3 en bijlage 4), niet van toepassing is voor tunnels waarvoor op het moment van inwerkingtreding van deze wet reeds een tracébesluit als bedoeld in artikel 9 van de Tracéwet is genomen of waarvoor een bestemmingsplan of een wijziging van een bestemmingsplan is vastgesteld. Omdat dit voor de Gaasperdammertunnel het geval is ( maart 03 TB getekend) hoeft dus niet bij wet aan deze in de Rarvw vastgelegde uitrusting te worden voldaan. Ondanks het ontbreken van de wettelijke verplichting voor het toepassen van de gestandaardiseerde voorzieningen voor de Gaasperdammertunnel in verband met het overgangsrecht uit de Warvw is het RWS beleid in deze situaties om de Landelijke Tunnel standaard toe te passen []. In de LTS is gestandardiseerde uitrusting uitgewerkt..4. Veiligheidsnorm Uit de risicoanalyse moet blijken dat de kans op slachtoffers in de tunnel niet groter is dan 0,/N per kilometer tunnelbuis per jaar, waarbij N het aantal dodelijke slachtoffers onder de weggebruikers per incident is en waarbij dat aantal 0 of meer bedraagt. Deze veiligheidsnorm is vastgelegd in artikel 6, lid van de Warvw. De risicoanalyse is uitgevoerd conform het in de Rarvw voorgeschreven rekenmodel QRA-tunnels v.0. De resultaten en conclusies van de risicoanalyse (QRA) zijn vastgelegd in paragraaf Afwijkingen van de hoofdregel Er is geen sprake van afwijkingen ten opzichte van de reguliere bepalingen uit de wet- en regelgeving. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 9/76

12 .5 Historisch overzicht keuzes en besluiten Tabel -3: Overzicht van gemaakte keuzes en besluiten in tabelvorm (nummers tunnelveiligheidsdossier zijn nog nader te bepalen) Besluit/Document Datum Vastgesteld door Toelichting Bron Kabinetsbesluit SAA oktober 007 Kabinet [] project Tunnelveiligheidsplan Versie.0, d.d. 4 april Tunnelbeheerder [3] 008 Advies Bureau Veiligheidsbeambte Bijlage bij TVP.0 Brief d.d. 0 mei 008 Bureau Veiligheidsbeambte [4] Advies Commissie voor Tunnelveiligheid Tracébesluit SAA-0 Bijlage bij TVP.0 Brief d.d. 4 november 008 TB Definitief, maart 0 Tracébesluit SAA-0 TB onherroepelijk, 4 januari 0 Value Engineeringstudie (VE-studie) Tunnelveiligheidsplan Scenarioanalyse Gaasperdammertunnel Kwantitatieve Risicoanalyse QRA (.5) Advies Bureau Veiligheidsbeambte aangepast TVP Advies Commissie Tunnelveiligheid Brief tunnelbeheerder aangaande advies Commissie Tunnelveiligheid Akkoord Minister, 0 maart 0 Versie.0, d.d. juni 0 Versie., d.d. 5 mei 0 Commissie Tunnelveiligheid Minister IenM [6] Minister IenM [7] Minister IenM Minister IenM Tunnelbeheerder Aanpassen van wisselstrook van x rijstrook in Hoofdbuizen naar één rijstrook in aparte tunnelbuis. Aanpassing n.a.v. VEstudie. Het TVP versie.0 is door de tunnelbeheerder vastgesteld en een bijlage bij het Tracébesluit dat door de minister is vastgesteld. Aanpassing n.a.v. VEstudie; Bijlage TVP.0; Versie 7 mei 0 Tunnelbeheerder Aanpassing n.a.v. VEstudie; Bijlage TVP.0; Bijlage bij TVP.0 9 juni 0 Bijlage bij TVP.0 Brief d.d. 9 november 0 Bureau Veiligheidsbeambte Commissie Tunnelveiligheid augustus 0 Tunnelbeheerder [4] [5] [8] [9] [0] [] [] [3] A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 0/76

13 Besluit/Document Datum Vastgesteld door Toelichting Bron Ontwerp-tracébesluit SAA-0 Tracébesluit SAA-03 Tracébesluit SAA-03, onherroepelijk Ontwerp-tracébesluit SAA-04 Projectspecifieke invullingen Toepassing LTS - Strategisch inkoopplan tunnels (STRIT) OTB vastgesteld, juli 0 TB vastgesteld, maart 03 Minister IenM [5] Minister IenM Wijziging configuratie Gaasperdammertunnel 30 oktober 03 Minister IenM [7] OTB vastgesteld, juni 04 Diverse data Minister IenM LTR Geen invloed op deel SAA A9GDW 30 juni 0 Rijkswaterstaat [] [6] [8] De keuze voor een tunnel in Amsterdam-Zuidoost is door het kabinet op oktober 007 gemaakt en vervolgens door de Tweede Kamer bekrachtigd. Een jaar eerder was de keuze voor het uitbreiden van de capaciteit van het bestaande netwerk in de corridor Schiphol - Amsterdam - Almere reeds gemaakt. Onderdeel van het tracébesluit is het Tunnelveiligheidsplan (versie.0, d.d. 4 april 008). Over dit plan en over onderliggende QRA en Scenarioanalyse werd advies ingewonnen bij de veiligheidsbeambte en bij de Commissie Tunnelveiligheid. Deze reageerden per brief, respectievelijk op 0 mei 008 en 4 november 008. Op maart 0 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu het definitieve Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (TB SAA 0) vastgesteld, dat op 4 januari 0 onherroepelijk is geworden bij uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het TB SAA 0 maakt de wijziging van bestaande wegen en knooppunten in de corridor Schiphol-Amsterdam-Almere mogelijk, teneinde de wegcapaciteit te vergroten. Het gaat hierbij om (delen van) de A9, de A, de A0-oost, de A en de A6 en de knooppunten Holendrecht, Badhoevedorp, Diemen, Amstel, Muiderberg en Almere. Het project voorziet in de aanleg van een drie kilometer lange landtunnel als onderdeel van de A9, te weten de Gaasperdammertunnel, ter hoogte van Amsterdam Zuidoost. In 0 is door Rijkswaterstaat een Value Engineeringsstudie (VE-studie) uitgevoerd, waarbij het voorkeursontwerp is gewijzigd ten opzichte van het ontwerp in het tracébesluit. Het aangepaste ontwerp omvat een wisselbaan met één rijstrook in een aparte tunnelbuis, in plaats van één wisselstrook per tunnelbuis hoofdrijbaan. Op 0 maart 0 ging de Minister akkoord met deze variant. Het Tunnelveiligheidsplan (versie.0, d.d. juni 0) en onderliggende documentatie (Scenarioanalyse Gaasperdammertunnel. d.d. 5 mei 0) en de Kwantitatieve Risicoanalyse QRA (.5) Gaasperdammertunnel (d.d. 7 mei 0) zijn geactualiseerd op basis van het nieuwe voorkeursontwerp. Zie ook [Bijlage H], advies van de veiligheidsbeambte van 9 juni 0 en reactie van de tunnelbeheerder van augustus 0. De adviespunten van de Commissie voor de tunnelveiligheidzijn meegenomen in het voorkeursontwerp van het ontwerp-tracébesluit SAA 0. De tunnelbeheerder heeft op augustus 0 een reactie gegeven op dit advies. Het advies van de Commissie is als volgt verwerkt: Het TB SAA 0 [] voorziet dat halverwege de tunnel verkeer in- en uitvoegt in de parallelbuizen via A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan /76

14 de linkerkant van de weg. In de toelichting op het TB SAA 0 [] is aangegeven dat het advies van de Commissie voor rechts in- en uitvoegen niet wordt opgevolgd omdat daarvoor geen ruimte is. De Commissie vraagt extra maatregelen om weven in de parallelbuis te voorkomen. De Commissie geeft als mogelijkheid daarvoor cameratoezicht en strikte handhaving. In het TB SAA 0 is gekozen voor een oplossing met flexibele paaltjes. Daarmee is een oplossing bereikt die sterker is dan een doorgetrokken streep, maar minder heftig dan een barrier. Tevens blijft effectieve inzet van de hulpverleningsdiensten hierbij mogelijk. Een aantal punten van het advies van de Commissie is niet meer van toepassing omdat het geoptimaliseerde ontwerp daarin niet meer voorziet. Het betreft specifiek het aandachtspunt van de barrier in de hoofdbuis (die de wisselstrook scheidde van de andere rijstroken). Het geoptimaliseerde ontwerp voorziet in een wisselbuis met één wisselstrook. In het ontwerp-tracébesluit 0 en vervolgens in het tracébesluit 03 (TB SAA 03) is de geoptimaliseerde variant voor de Gaasperdammertunnel opgenomen. Het TB SAA 03, vastgesteld op maart 03, is bij uitspraak van 30 oktober 03 onherroepelijk geworden. De aanpassingen in het herziene tracébesluit 04 hebben geen relevantie voor het deelproject A9-GDW. Het OTB SAA 04 is vastgesteld op juni 04. Het TB SAA 04 heeft ter inzage gelegen van oktober t/m november 04. Sinds november 04 is het niet meer mogelijk beroep aan te tekenen. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan /76

15 TUNNELSYSTEEM Dit hoofdstuk beschrijft de Gaasperdammertunnel. Deze beschrijving omvat de ligging van de tunnel in het nieuwe tracé, de constructieve kenmerken van tunnel, de bouwmethode en de in de tunnel aanwezige (technische) voorzieningen. Met betrekking tot de (technische) voorzieningen geldt dat er invulling wordt gegeven aan de beoogde functionaliteit van de voorzieningen zoals beschreven in de Warvw. In dit hoofdstuk wordt ook stilgestaan bij het gebruik van de tunnel in relatie tot verkeer, gevaarlijke stoffen en onderhoud. Tot slot volgt een beschrijving van de Beheerorganisatie, procedure tunnelveiligheidsdossier en calamiteitenbestrijding.. Tunnel, infrastructuur en bouwmethode Beschrijving van de tunnel De A9 Gaasperdammerweg is een onderdeel van het hoofdwegennet tussen knooppunt Diemen (A) en knooppunt Holendrecht (A). De Gaasperdammertunnel wordt aangelegd tussen rivier de Gaasp en de spoorlijn Amsterdam- Utrecht op de snelweg A9 tussen km 7. en km 0.. De tunnel is drie kilometer lang en bestaat uit vijf tunnelbuizen. Van west naar oost gezien kruist de tunnel de spoorlijn Amsterdam-Utrecht inclusief de metrolijn (Geinlijn), de Huntumdreef, de Gooiseweg (S), de metrolijn (Gaasperplaslijn) en de Kromwijkdreef (S3). Verder worden diverse langzaamverkeerroutes gekruist. De tunnel komt alleen ter hoogte van de Gooiseweg boven het maaiveld uit. Hierdoor neemt niet alleen de capaciteit voor weggebruikers toe, maar wordt ook de leefbaarheid voor omwonenden vergroot: de tunnel zorgt voor een verbinding tussen twee stadsdelen met daarbij een behoorlijke vermindering van het geluid. Voor het ontwerp van de tunnel wordt verwezen naar de volgende tekeningen: Documentnummer Onderwerp BP-T-TUN-ALG-00 Naamgeving Tunnelbuizen en wanden BP-T-TUN-ALG-00 Tunnel - Bovenaanzicht en langsdoorsnede(n) BP-T-TUN-ALG-003 Tunnel Dwarsdoorsneden BP-T-TUN-ALG-004 Tunnel - (Principe)details BP-T-TUN-ALG-005 Tunnel Vloeistofkelders Constructietypen De tunnel wordt in-situ gebouwd. Op een tweetal locaties kruist de tunnel spoor- en/of metrolijnen (zie tekening bovenaanzicht BP-T-TUN-ALG-00): - De spoor- en metrokruising Geinlijn (SKG) op km 0,6 - De metrokruising Gaasperplaslijn (MKG) op km 7,99 De spoordragende constructies worden uitgevoerd als losstaande viaducten over de tunnel. Daarmee wordt bereikt dat de spoordragende functie niet door het tunneldak wordt vervuld en er een duidelijke (fysieke) scheiding van functies is. Onder het spoordek wordt een zelfstandige tunnelconstructie gebouwd. Het fysiek scheiden van deze functies biedt de volgende voordelen: Het leidt tot minder beïnvloeding van het tunnelsysteem door zwerfstromen vanuit metro- en treinsysteem (EMC-concept, paragraaf.3 Bijlage paragraaf 4..4.). Voorzieningen worden niet aan de spoordekken bevestigd. Onverhoopt bezwijken van de tunnelconstructie (door een extreme brand, langer dan 0 minuten), leidt niet tot aantasting van de constructieve integriteit van spoorviaducten. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 3/76

16 Aantal en configuratie tunnelbuizen De vijf tunnelbuizen aan de westzijde eindigen in één lijn. Aan de oostzijde eindigen de vijf tunnelbuizen versprongen ten opzichte van elkaar. De tunnelbuizen hebben hierdoor een ongelijke lengte. Aan deze geometrie liggen geluids- en luchtkwaliteitseisen voor het aangrenzend bewoond gebied ten grondslag. Het middentunnelkanaal heeft een lengte gelijk aan de lengte van de langste aanliggende gesloten tunnelbuis. Daarmee wordt geborgd dat over de volledige lengte van een gesloten tunnelbuis een middentunnelkanaal aanwezig is, enerzijds voor vluchtende weggebruikers en anderzijds voor de technische apparatuur. De tunnelmonden van de op- en afrit Gooiseweg sluiten ter weerszijde van de Gooiseweg aan op de aan te leggen rotonde met VRI (km 8.935). Zie bovenaanzicht op tekening BP-T-TUN-ALG-00. Tabel -: Overzicht van breedte en beëindiging van de tunnelbuizen en middentunnelkanalen Gaasperdammertunnel Breedte tussen barrier/wanden Kilometrering West Kilometrering Oost Lengte [m] Snelheid Parallelbuis Rechts (P Re),55m /,5m km 0, km 7,7 550 m 80 km/u Middentunnelkanaal rechts (MTK Re),0m km 0, km 7,5 700 m NVT Hoofdbuis Rechts (H Re),55m /,5m km 0, km 7,5 700 m 00 km/u Wisselbuis (Wi) 8,65m / 0,0m km 0, km 7, 3000 m 00 km/u Hoofdbuis Links (H Li),55m /,5m km 0, km 7, 3000 m 00 km/u Middentunnelkanaal links (MTK Li),0m km 0, km 7, 3000 m NVT Parallelbuis Links (P Li),55m /,5m km 0, km 7,6 600 m 80 km/u Voor de indeling van rijstroken wordt verwezen naar de bovenaanzichttekeningen en de dwarsprofielen in Figuur -3 en onderstaande figuur. Figuur -: Schematisch overzicht wegen Naar S3 S S Van Diemen (Kromwijkdreef) (Gooiseweg) (Muntbergweg) Holendrecht Diemen P Re s3 P Re s P Re s+ s3 H Re s + s+ Wi s S3 (Kromwijkdreef) P Li s S (Gooiseweg) P Li s - - P Re s S (Muntbergweg) P Li s3 + s - - P Re s + s3 Holendrecht H Li s + s + Wi s - P Li s P Li s + s3 Tabel -: HB-matrix (Herkomst-Bestemmingsmatrix) A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 4/76

17 Middentunnelkanaal Zowel tussen de Hoofdrijbaan Links en de Parallelbuis Links, als tussen de Hoofdrijbaan Rechts en de Parallelbuis Rechts loopt een middentunnelkanaal. Halverwege de Gaasperdammertunnel is een aansluiting op de Gooiseweg aanwezig (S). De vrij liggende linker rijstrook in de parallelbuizen takt hier in of uit. Ter plaatse van deze toe- en afritten wordt de totale breedte van de tunnel vergroot. Deze verbreding is nodig om de scheidingswand met bijbehorende objectafstandsmarge tussen de twee doorgaande rijstroken van de parallelbuis en de toe- en afritten in te leiden. De rijstroken van de parallelbuizen (ter plaatse van S) liggen daardoor lokaal niet meer direct naast het middentunnelkanaal. Toegang tot het middentunnelkanaal wordt daar verzorgd door middel van x6 dwarsgangen onder de toe- en afritten van de Gooiseweg met een gelijke lengte van 8 meter. Om de passage met de spoorviaducten mogelijk te maken, lopen de verschillende tunnelbuizen uit elkaar. Hiermee ontstaat ruimte voor de steunpunten van deze spoorviaducten. Gevolg is dat de tunnelbuizen (P Re en H Li) niet meer grenzen aan een middentunnelkanaal. Evenals bij de Gooiseweg wordt toegang tot de vluchtgang verzorgd met drie dwarsgangen per middentunnelkanaal met een lengte van maximaal 8m. Zie ook Figuur -3. De rijbaan in de wisselbuis ligt constant hoger ten opzichte van de naastgelegen hoofdrijbanen. De afstaphoogte vanuit de vluchtdeuren tussen wisselbaan en hoofdrijbaan is over de volledige lengte van de tunnel constant (0,5 meter). Deze maat komt overeen met de vereiste hoogte van de doorlopende onderrand van de stepbarrier. Bovendien leidt de hogere ligging tot minder (grond)waterbezwaar tijdens de bouwfase en kan de lengte van de tunneldelen met waterdichte vloeren worden beperkt. Zie voor details tekening BP-T-TUN-ALG-004, dwarsdoorsnede G, ter plaatse van vluchtdeur. De uitwerking van het vluchtconcept is te vinden in Bijlage K Bouwplanontwerp voorzieningen tunnelsysteem. Beschrijving van de infrastructuur In de overzichtstekeningen BP-T-A9-DWM is de informatie te vinden over de verharding in de tunnel (gesloten deklaag), de verharding buiten de tunnel (ZOAB), het type bermbeveiliging (geleiderail, betonnen stepbarriers), de locatie van opstelplaatsen voor hulpverleningsdiensten, de locatie van wrakkenterreinen, de slagbomen voor de tunnel en de locatie van calamiteitendoorsteken (CaDo s). Voor het overzicht van het wegensysteem wordt verwezen naar de volgende tekeningen: Documentnummer BP-T-A9-DWM-00 tot 005 BP-T-A9-DWM-006 tot 00 BP-T-A9-DWM-0 BP-T-A9-DWM-0 BP-T-A9-DWM-0 BP-T-A9-DWM-0 tot 03 Onderwerp Situatie Infrastructuur Situatie Tunneldak Situatie Omgeving Wegcategorisering en ontwerpsnelheden Dwarsprofielen Lengteprofielen Type rijbanen Voor doorgaand verkeer worden x rijstroken met een Wisselstrook voor doorgaand verkeer gerealiseerd. De Wisselstrook is s ochtends geopend in de richting Amsterdam en in de avondspits richting Amersfoort. In de buitenste twee tunnelbuizen komen x3 rijstroken voor verkeer van en naar de S Muntbergweg en S Gooiseweg. De tunnel is voorzien van in- en uitgangen nabij de spoorkruising Amsterdam-Utrecht (tunnelmond west), de Gooiseweg (tunnelmond op- en afrit Parallelbuis) en de Kromwijkdreef (tunnelmond oost). Er is sprake van een enkele afstaphoogte van 50 mm na de vluchtdeur, zodat mensen bij het openen van de deur geen (onverwachte) trap aantreffen, maar voor de deur moet men eerst over de stepbarrier van de wisselbaan stappen. Het tussenbordes (vlak tussen overstap barrier wisselbaan en afstap barrier hoofrijbaan Links) heeft een breedte van meter. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 5/76

18 Geometrie en dwarsprofiel rijbaan in tunnelbuis De vijf tunnel buizen worden van elkaar gescheiden door een wand of één van beide middentunnelkanalen. Figuur -: Principe dwarsdoorsnede en bovenaanzicht tunnel In Tabel - is de standaardbreedte van elke tunnelbuis en de rijbaan weergegeven. In elke willekeurige dwarsdoorsnede is de bovenzijde van het dak van alle tunnelbuizen gelijk. Anti-verblindingsvoorzieningen De tunnelmonden oost en west worden voorzien van anti-verblindingsvoorzieningen geïntegreerd in de vormgeving van de tunnelmond. In afbeeldingen op tekening BP-T-TUN-ALG-003 zijn de aanzichten van tunnelmond oost en tunnelmond west weergegeven. Aan de hand van een zonlichtanalyse wordt de exacte positie van deze voorzieningen vastgesteld, zodat verblinding bij laagstaande zon wordt voorkomen. Deze analyse is ook uitgevoerd voor de op- en afritten. Horizontale boogstralen en zichtlengte Een weggebruiker dient goed zicht op de weg stroomafwaarts te hebben, zodat hij tijdig kan reageren op onverwachte omstandigheden of gebeurtenissen. Dit stelt eisen aan de minimaal aanwezige zichtafstand. De geometrie in de tunnel is ontworpen conform de NOA en de Basisspecificatie TTI RWS Tunnelsysteem - paragraaf 0 Bijlage E. Qua zicht is getoetst of er wordt voldaan aan de minimale waarde voor uitwijkzicht, rijzicht en stopzicht uit de NOA. Voor het horizontale alignement van de tunnel zie tekening BP-T-TUN-ALG-003. Tabel -3: Toetswaarden Toetswaarde Minimumwaarde Boogstraal Ontwerpsnelheid Rijstroken Voldoet Rijzichtlengte 440 meter Rh=>500m 00km/h Ja Uitwijkzicht lengte 80 meter Rh=>500m 00km/h Ja Stopzicht lengte 850 meter Rh=>500m 00km/h Ja Stopzicht lengte 70 meter Rv=>5000m 00km/h Ja A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 6/76

19 Verticale boogstralen en hellingen Het verticaal alignement van de tunnel bestaat uit een zogeheten W-vorm met twee dieper gelegen delen en drie hoger gelegen delen. Voor het verticale alignement van de tunnel zie tekening BP-T-TUN-ALG-00. Vanaf tunnelmond west loopt de tunnel op het huidige niveau van de bestaande A9 onder de spoorkruising SKG om vervolgens te dalen naar het diepste niveau voor een lengte van 50 meter, vanwege de kruising met de Huntumdreef. Daarna stijgt de tunnel richting Gooiseweg naar het hoogste tussenniveau om een veilige inpassing van de op- en afrit Gooiseweg mogelijk te maken. Na 50 meter daalt de tunnel weer naar de diepe ligging voor een lengte van 550 meter ten behoeve van de inpassing van het park en de kruising met de metro Gaasperplaslijn. Tot slot stijgt het alignement naar tunnelmond oost om aan te sluiten op de brug over de Gaasp. Kamelenbulten De tunnelmoten waarin de ventilatoren zijn geprojecteerd, hebben een verhoogd dak ( kamelenbulten ) om het vereiste profiel van vrije ruimte (PVR) van 4,70 meter te waarborgen en plaatsing van de ventilatoren boven het PVR mogelijk te maken. Uit de berekeningen van de ventilatie zijn de locaties voor de kamelenbulten bepaald, zie tekening BP-T-TUN-ALG-00 (lengteprofiel) en schematisch in onderstaande figuur. Ter plaatse van de kamelenbulten worden tevens overdrukkanalen geplaatst die de beide middentunnelkanalen met elkaar verbinden, zodat robuuste aanvoer van lucht voor overdruk bij geopende vluchtdeuren mogelijk is. De kamelenbulten zijn doorgetrokken over de volledige tunnelbreedte en beslaan de volledige mootlengte van 50 meter, waardoor eventuele toekomstige aanpassingen aan de ventilatieconfiguratie niet tegen beperkingen vanuit de civiele constructie aanlopen. P Re P Re H Re H Re DGW Wi DGM Wi DGO H Li H Li P Li P Li Figuur -3: Locaties kamelenbulten Convergentie en divergentiepunten Het geometrisch ontwerp van convergentie- en divergentiepunten in en nabij de tunnel voldoet aan de betreffende Verkeerskundige Afspraak (VKA) binnen Rijkswaterstaat. IXAS heeft een controle uitgevoerd van de afstanden tussen convergentie- en divergentiepunten in en nabij de tunnel op basis van de minimale afstanden die vermeld staan in het rapport Wegontwerp in tunnels, Convergentie- en divergentiepunten in en nabij tunnels. Het tracébesluitontwerp voorziet in splitsingen en samenvoegingen net voor de tunnelmonden. In de tunnel zijn de toe- en afritten naar de Gooiseweg (S) geprojecteerd. De beslispunten voor deze toe- en afritten Gooiseweg liggen echter buiten de tunnel. Er is één uitzondering: de tweede kamelenbult ten westen van de Gooiseweg in H Li en P Li moet vanwege het kruisende fietspad 0 meter worden ingekort tot 40 meter. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 7/76

20 Tabel -4: Overzicht van convergentie en divergentiepunten Rijbaan Diemen - Holendrecht Uitwisselpunt KM Afstand tot Voldoet Norm tunnel Toelichting Divergentie HRR-PRR m 30m Ja 00km/h, splitsing; voor tunnel X Divergentie PRR m 85m Ja 80km/h; uitvoeger; na tunnel Begin gesloten deel tunnel HRR Begin gesloten deel tunnel PRR Einde gesloten deel tunnel PRR-HRR Convergentie HRR PRR m 40m Ja 00km/h; samenvoeger na tunnel Norm : Bron Wegontwerp in tunnels, Convergentie- en divergentiepunten in en nabij tunnels Tabel -5: Overzicht van convergentie en divergentiepunten Rijbaan Holendrecht - Diemen Uitwisselpunt KM Afstand tot Voldoet Norm tunnel Toelichting Divergentie PRL Afrit S m 85m Ja 80km/h; uitvoeger; voor tunnel Divergentie HRL- PRL m 30m Ja 00km/h; splitsing; voor tunnel Begin gesloten deel tunnel PRL - HRL Convergentie PRL toerit S m 50m Ja 80km/h; samenvoeger; in tunnel Einde gesloten deel tunnel PRL Convergentie PRL toerit S m 00m Ja 80km/h; invoeger; na tunnel Einde gesloten deel tunnel HRL Convergentie HRL - PRL m 40m Ja 00km/h; samenvoeger na tunnel Norm : Bron Wegontwerp in tunnels, Convergentie- en divergentiepunten in en nabij tunnels Bereikbaarheid van de tunnel voor de hulpverleningsdiensten De bereikbaarheid van de tunnel voor de hulpverleningsdiensten is nader uitgewerkt in paragraaf.4.3. Beschrijving van de bouwmethode De nieuwe Gaasperdammertunnel is gedeeltelijk op de locatie van de bestaande rijksweg A9 geprojecteerd. Om de tunnel te kunnen bouwen en een doorstroming van het verkeer op de A9 te garanderen, is een tijdelijke omlegging voor het verkeer op de A9 noodzakelijk. De tijdelijke omlegging wordt gerealiseerd door de volgende stappen uit te voeren: Stap : o Verbreden van de zuidelijke rijbaan tot aan het geluidsscherm. o Het verleggen van het verkeer richting Diemen naar het zuiden (drie rijstroken). o Het verleggen van het verkeer richting Holendrecht (twee rijstroken op zuidelijke rijbaan en twee rijstroken op de bestaande noordelijke rijbaan). o Aanleggen van de weg ter plaatse van toekomstige Wisselbuis. o Het verleggen van het verkeer richting Holendrecht van noordelijke rijbaan naar twee rijstroken op de weg ter plaatse van de toekomstige Wisselbuis. o Heien damwand in de middenberm van de huidige rijksweg. Hiermee ontstaat de volgende tijdelijke situatie: A. Drie rijstroken 00km/h richting Diemen, gedeeltelijk op oude rijksweg. B. Twee rijstroken 90 km/h richting Holendrecht, gedeeltelijk op oude rijksweg. C. Twee rijstroken 90 km/h richting Holendrecht, ter plaatse van toekomstige wisselbuis. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 8/76

21 A B C 3 4 Figuur -4:. Principe schets tijdelijke situatie,. Principeschets voorafgaande aan e openstelling, 3. Principeschets na e openstelling, 4. Principeschets eindsituatie Stap : Er is nu bouwruimte om de noordelijke Parallelbuis (P Re) + Hoofdrijbuis (H Re) inclusief middentunnelkanaal en de zuidelijke Parallelbuis (P Li) + Hoofdrijbuis (H Li) inclusief middentunnelkanaal te realiseren. Ook worden in deze fase de dienstgebouwen gerealiseerd. De Wisselbuis wordt nog niet aangelegd. Tijdens deze tijdelijke situatie is er nog geen sprake van een tunnel. Deze tijdelijke situatie is te beschouwen als een normale wegfasering, waarvoor met de wegbeheerder de maatregelen voor deze tijdelijke situatie afgestemd moet worden. IXAS heeft in overleg met de hulpverleningsdiensten, het Steunpunt Tunnelveiligheid en de RWSwegbeheerder maatregelen voor deze tijdelijke situatie geanalyseerd, afgestemd en de memo Verklaring Veilig Gebruik [9] opgesteld. In de volgende projectfase volgt een nadere uitwerking (technisch en procedureel) van het vluchten achter een scherm op de dijk en vluchten over de bouwplaats tijdens de bouw. Op dit moment zijn er geen besluiten genomen die nadere uitwerking in de weg staan. Op basis hiervan is geconcludeerd dat de wisselbaan in deze situatie te bereiken is voor de hulpverleningsdiensten en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid toereikend zijn. Op het moment dat bij de wegbeheerder een verkeersbesluit wordt aangevraagd om deze tijdelijke wegfasering in gebruik te nemen, dient de memo als onderbouwing van de verkeersbesluitaanvraag. In stap wordt gestart met het civiele werk en vervolgens de complete TTI en test van de vier buizen. Voor het vluchtprincipe van de hoofd- en parallelbuizen van de Gaasperdammertunnel is de Wisselbuis niet benodigd. Bij een calamiteit in de Parallelbuis of de Hoofdbuis wordt het vluchtconcept toegepast zoals beschreven in paragraaf 5... van [Bijlage K] (scenario s en ). Op deze basis zal de eerste openstellingsvergunning worden aangevraagd. In Figuur -5 stap staat de configuratie voorafgaande aan de eerste openstelling weergegeven. Nadat het verkeer omgelegd is in de tunnel, waarbij de verkeersstromen door de hoofd- en parallelbuizen lopen, wordt gestart met de afbouw van de wisselbuis. De tunnel is nog niet compleet, maar wel voor de reeds gerealiseerde en vergunde delen volledig in gebruik en operationeel. Stap 3: De afbouw van de Wisselbuis bestaat uit het realiseren van het dak en het aanleggen van de ontbrekende installaties. Na het testen van de installatie van de Wisselbuis en van het integrale tunnelsysteem met alle vijf de tunnelbuizen, wordt de Wisselbuis opengesteld. Nadat het dak is afgebouwd wordt parallel in tijd het park en het onderliggende wegennet op de tunnel afgebouwd. Deze werkzaamheden zijn onafhankelijk van de tunnel. Nadat de tweede openstellingsvergunning is verleend, is de tunnel volledig te gebruiken voor het verkeer inclusief een operationele Wisselbuis. Onderstaande tabel geeft de bovenaanzichttekeningen van de fasering zoals hierboven beschreven: Tabel -6: Tekeningen fasering A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 9/76

22 Documentnummer Onderwerp SO-T-TLW-ALG-008 Draaiboek Fasering Fase 7 SO-T-TLW-ALG-009 Draaiboek Fasering Fase 8 SO-T-TLW-ALG-00 Draaiboek Fasering Fase 9 SO-T-TLW-ALG-0 Draaiboek Fasering Fase 0. Gebruik Deze paragraaf beschrijft het beoogde gebruik van de tunnel. Beschrijving relevante wegaspecten De A9 is een autosnelweg. Bij het ontwerp van de Gaasperdammertunnel is uitgegaan van een snelheid van 00 km/uur. De A9 buiten de tunnel is gebaseerd op een ontwerpsnelheid van 0 km/uur.de maximumsnelheid in de tunnel bedraagt voor de beide Hoofdbuizen en de Wisselbuis 00 km/uur. Dit is gelijk aan de nu geldende maximumsnelheid op de A9. Voor de Parallelbuizen gaat een maximumsnelheid van 80 km/uur gelden. De Hoofdbuizen kennen twee rijstroken met een ruimtereservering voor een toekomstige derde rijstrook. De Parallelbuizen kennen drie rijstroken: twee rijstroken voor het doorgaande verkeer en één rijstrook voor het inen uitvoegende verkeer van en naar de Gooiseweg. De Wisselbuis kent één rijstrook. Conform de wetgeving heeft deze tunnelbuis minimaal een effectieve rijvloerbreedte van 7 meter, waardoor het mogelijk is dat voertuigen elkaar (in geval van nood) kunnen passeren. De effectieve rijvloerbreedte van de wisselbuis is 8,65m. De Wisselbuis is alleen bestemd voor personenauto s en bestelbusjes (vrachtwagens en lijn- en tourbussen zijn uitgesloten). De keuze voor het gebruik van de wisselbaan is aan de oostzijde op de A6 en de A en aan de westzijde op de A9 ten westen van Amstelveen conform het bedienprotocol Wisselbaan [0]. Middels een verbodsbord wordt deze beperking aangegeven. Er is na het keuzemoment aan de oostzijde nog een afleidingsmogelijkheid. Er is echter geen duidingsmogelijkheid middels signalering voor de afleidingsmogelijkheid... Verkeer Voor het verwachte gebruik van het tunnelsysteem zijn verkeerssimulaties uitgevoerd. De verkeersprognoses zijn opgesteld met behulp van het Nederlands Regionaal Model (NRM). Het NRM+ heeft als basisjaar 04, aan de hand hiervan zijn de verkeersintensiteiten voor het toekomstjaar 030 bepaald, waarbij is uitgegaan van het Global Economy Scenario (hoogste groeiscenario). In de QRA is het effect van een hogere intensiteit op het interne risico onderzocht. Voor het totaaloverzicht en nadere onderbouwing van de verkeersprognoses wordt verwezen naar de QRA, zie [Bijlage J]. In onderstaande tabel zijn de jaarintensiteiten per buis weergegeven. Tabel -7: Overzicht verkeerskundige parameters Parallelbuis (P Re) rechts Hoofdbuis (H Re) Wisselbuis (Wi) Hoofdbuis (H Li) links Parallelbuis (P Li) Verkeersintensiteit per jaar per buis Gevaarlijke stoffen Transport gevaarlijke stoffen: De hoofd- en parallelbuizen van de tunnel zijn aanwezen als categorie A, waardoor het transporten van alle gevaarlijke stoffen is toegestaan. Voor het gebruik van de Wisselbuis geldt een verbod op het transport van gevaarlijke stoffen, omdat deze buis zal worden aangewezen als categorie E tunnel. Voor het vervoer van gevaarlijke A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 0/76

23 stoffen is de gebruiksruimte van het Basisnet Weg [Regeling basisnet] gebruikt voor het transport van GF3 (LPG). Voor het transport van de overige stoffen wordt aangesloten bij de vervoersgegevens op basis waarvan de risicoplafonds Basisnet zijn vastgesteld zoals opgenomen in de Beleidsregels EV-beoordeling tracébesluiten, april 04 [0]. Hierbij is een evenredige verdeling over de beide rijrichtingen aangenomen. Er is geen nadere onderbouwing beschikbaar ten aanzien van de verdeling over de hoofd- en parallelbuizen. In de QRA is daarom het conservatieve uitgangspunt genomen van 50% van de gebruiksruimte per buis, zowel hoofd- als parallelbuis. Hiermee is een zeer conservatieve benaderingswijze gehanteerd, zodat het systeem robuust getoetst wordt. In onderstaande tabel zijn de in de QRA gehanteerde cijfers op basis van bovenstaande referentie weergegeven. Tabel -8: Overzicht waarden gevaarlijke stoffen conform Basisnetweg Naam Basisnetweg (wegnummer: van tot) Liquified Flamable (LF) (voorbeeldstof diesel) Liquified Flamable (LF) (voorbeeldstof benzine) Liquified Toxic (LT) (voorbeeldstof Salpeterzuur) Gas Flamable 3 GF3 (voorbeeldstof LPG) A9: Knp. Holendrecht afrit (S3, Gaasperplas) Tabel -9: Overzicht rekencijfers gevaarlijke stoffen per buis Tunnelbuis ADR categorie Eenheid Liquified Flamable (LF) (voorbeeldstof diesel) Liquified Flamable (LF) (voorbeeldstof benzine) Liquified Toxic (LT) (voorbeeldstof Salpeterzuur) Gas Flamable 3 GF3 (voorbeeldstof LPG) Parallelbuis Rechts (P Re) A [mvt/jaar] Hoofdtunnelbuis Rechts (H Re) A [mvt/jaar] Wisselbuis (Wi) E [mvt/jaar] Hoofdtunnelbuis Links (H Li) A [mvt/jaar] Parallelbuis Links (P Li) A [mvt/jaar] Gebruik tijdens onderhoud Voor het gebruik van de Gaasperdammertunnel tijdens onderhoud worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: Er zal in geen geval sprake zijn van tegengesteld verkeer binnen één tunnelbuis. Blokverkeer wordt uitgesloten. Onderhoud gebeurt s nachts: Bij onderhoud in de Parallelbuis gaat deze buis geheel dicht. Bij onderhoud in de Hoofdbuis gaat deze buis geheel dicht. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan /76

24 .3 Voorzieningen.3. Uitrusting Gestandaardiseerde uitrusting De Gaasperdammertunnel wordt uitgerust conform de gestandaardiseerde uitrusting zoals beschreven in artikel 3 van de Rarvw. Tabel 3. in Bijlage K geeft een overzicht van deze gestandaardiseerde uitrusting. De voorzieningen in de Gaasperdammertunnel staan beschreven in de Systeemdefinitie Tunnelsystem A9 Gaasperdammertunnel. Ze dienen ter ondersteuning van de zelfredzaamheid van weggebruikers, de afhandeling van calamiteiten (door de wegverkeersleider, de weginspecteur en/of de hulpverleningsdiensten), en het voorkomen of beperken van de uitbreiding van incidenten. Landelijke Tunnelstandaard De uitwerking van het ontwerp van de voorzieningen conform de Rarvw is op basis van de Landelijke Tunnelstandaard, versie., service pack, specifiek gemaakt voor het project A9 GDW in document LTS Gaasperdammertunnel. Optiepakketten OP3 Wisselbuis: In 0 is door Rijkswaterstaat besloten een wisselbaan met één rijstrook in een aparte tunnelbuis te realiseren. Voor de Wisselbuis geldt dat voor een aantal voorzieningen in beide rijrichtingen aan alle eisen moet worden voldaan. Afsluitbomen Closed Circuit Television CCTV Detectie snelheidsonderschrijdingen en spookrijders Ventilatie Verkeerslichten Verlichting verkeersbuis Verkeersmanagementsysteem Verkeersmanagementsysteem koppeling verkeersbuis Intercom Luchtkwaliteit meters OP4 Verhoogde beschikbaarheid: Het wegdeel waar de tunnel onderdeel van uitmaakt heeft een hoge beschikbaarheidseis. Daarom is hier het optiepakket verhoogde beschikbaarheid van toepassing. Er dient ten behoeve van LFV Energie Tunnel ofwel een redundante netaansluiting uit een onafhankelijk onderstation (inkooppunt) aanwezig te zijn ofwel noodstroomaggregaten (NSA s). De uitwerking van de Elektrische energiebron is uitgewerkt in Bijlage K en issue #735. OP5 Toegankelijkheid transporten gevaarlijke stoffen categorie A: De tunnel wordt gekenmerkt als categorie A (de wisselbuis wordt nog gekenmerkt als categorie E). De uitvoering van de maatregelen in de civiele constructie voor de bescherming tegen brand zijn uitgevoerd conform de vereisten uit de richtlijnen ontwerp kunstwerken (ROK) []. Er zijn geen aanvullende bouwkundige maatregelen opgenomen voor de explosiebelasting. Omdat de Gaasperdammertunnel geen onderwatertunnel is en de tunnel hoger is dan 4,70 meter zijn optiepakket (economische waarde) en optiepakket (hoogtedetectie) niet van toepassing. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan /76

25 Projectspecifieke toepassing Projectspecifieke kenmerken van de Gaasperdammertunnel worden binnen de scope van de LTS nader ingevuld. De onderstaande projectspecifieke invullingen zijn gerelateerd aan de VKF s, zijn geïnitieerd door Rijkswaterstaat en zijn afgestemd met, en goedgekeurd door, de LTR. Per issue wordt aangeven waar deze in het bouwplan is verwerkt. Alle issues hebben de status closed. Tabel -0: LTR-issues gerelateerd aan een van de VKF-en. VKF tunnelventilatie VKF veilige vluchtweg/overdruk VKF voorkomen onbeheerst afsluiten Ticket Samenvatting #0 Issue Tunnel is lang X #3 Benedenstrooms koppeling Tunnel TTI - externe VRI X #58 Koppeling TTI en VRI X #59 BSTTI - Afstand vluchtdeuren X #304 BSTTI: Interbuiscoordinatie voor A9 Gaasperdammertunnel X #307 SO + TTI + MMI: Koppeling TTI-MMI met bedienapplicatie wisselbaan X #569 BSTTI: Uitwerking details vluchtdeur / kozijn en kozijnen / beton X #709 Algemeen: Invulling vluchtconcept SAA A9-GDT (RARVW) X #7 Algemeen: Overdrukconcept SAA A9-GDT (RARVW) X X #735 SO + BSTTI : Het niet kunnen toepassen van een statische UPS zoals beschreven X X X in de LTS #74 Vluchtconcept SAA-GDT: Rookvrij houden ondersteunende buis X X Zie voor een nadere toelichting Bijlage E. Voor het beheer van de LTS en het toepassen ervan in projecten heeft de LTR een kwaliteitssysteem ingericht. De processen hiertoe zijn vast gelegd in Beheerprocessen Tunnelstandaard (RWS-50030, versie.. d.d 0 februari 04)..Wanneer een project een project specifieke toepassing van de LTS voorstelt, dat wordt deze ingebracht in het issueproces. Het issueproces is er om deze projectspecifieke toepassing op gecontroleerde wijze te beoordelen, af te handelen en te rapporteren. Op deze wijze is geborgd dat de juiste partijen betrokken zijn bij de afhandeling van elke issue. In het onderstaande schema is het issue proces weergegeven. Alle issues voor de Gaasperdammertunnel zijn via dit proces doorlopen en vastgesteld. Voor een gedetailleerde beschrijving van dit proces en toelichting per stap wordt verwezen naar Beheerprocessen Tunnelstandaard. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 3/76

26 START VOOROVERLEG en FILTERING Project identificeert Issues en documenteert probleem en onderzochte alternatieven inclusief impact op tijd, kwaliteit en geld. Informeel afstemmen met LTR ambassadeur is aan te bevelen. INDIENEN ISSUE COMPLEETHEID? PLAATS ISSUE OP AGENDA EERSTVOLGENDE IAB AANPASSEN EXTRA INFO VERZAMELEN EXTRA INFO VERZAMELEN Indieners registreren het Issue in TRAC na overleg met LTR contactpersoon. Gerelateerde problemen kunnen als één issue worden ingediend en/of ontvankelijk verklaard. Door indiener te verzamelen Criteria: Heldere probleemomschrijving Onderzochte alternatieven en impact op: Tijd, Geld, Kwaliteit, Veiligheidsniveau, etc. (optioneel) Voorgestelde alternatief (optioneel) SMART geformuleerd nieuw en uniek Door indiener, expert, etc. ADVIES TOT AFWIJKEN OF VOLGEN ADVIES IAB MEER INFO NODIG Issue Advisory Board (deskundigen). Advies is: Óf: Projectspecifieke afwijking Óf: wijziging van de standaard (WV) Óf: project moet standaard volgen Mandatering ICB besluiten BESLUIT ICB (uitzonderlijke gevallen) Issue Control Board (management) Buiten Issueproces BESLUIT Is beslissingsbevoegd. WIJZIGINGS PROCES AFWIJKING (PSA) PUBLICATIE Publicatie besluit aan betrokkenen. Autorisatie (bij PSA) als formeel getekend document VTA SLUITEN EINDE Algemeen: Issue doorloopt statussen (zie andere tekening) Indiener wordt van alle stappen op de hoogte gehouden door TRAC.3. Afwijking standaard Er zijn geen afwijkingen ten opzichte van de gestandaardiseerde uitrusting in de Rarvw..3.3 Advies veiligheidsbeambte Omdat er geen afwijkingen zijn van de gestandaardiseerde uitrusting heeft hierover geen afstemming plaatsgevonden met de veiligheidsbeambte. Er heeft wel afstemming plaatsgevonden in het kader van het TVP. Zie Bijlage H voor een overzicht advies van de veiligheidsbeambte (van 9 juni 0) op het TVP.0 van 3 mei 0 [9] en de reactie van de tunnelbeheerder (van augustus 0) []. Het ontwerp is daarna uitgewerkt en er heeft overleg en afstemming plaatsgevonden met STV en LTR. Dit heeft geleid tot de projectspecifieke invullingen zoals in.3. beschreven. Bouwplan versie.0 is getoetst door de veiligheidsbeambte. Zijn advies en de reactie van de tunnelbeheerder zijn bijgevoegd bij het Bouwplan als onderdeel van de aanvraag omgevingsvergunning. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 4/76

27 .3.4 Nader ontwerp Veiligheidskritische functies Als onderdeel van de aanbieding- en convergentiefase zijn de veiligheidskritische functies (VKF s) geanalyseerd. De veiligheidskritische functies zijn gedefinieerd als een keten van systeemfuncties die als geheel autonoom (dus zonder tussenkomst van menselijk handelen) een veiligheidsfunctie vervullen. Conform de LTS zijn de volgende VKF s van toepassing: VKF Tunnelventilatie. VKF Veilige vluchtweg/overdruk ( in gereedheid brengen vluchtweg en inschakelen overdruk ). VKF Voorkomen onbeheerst afsluiten. De voor de VKF s in de ontwerpconcepten bepalende logische functievervullers (LFV s) zijn in de convergentiefase reeds uitgewerkt tot baseline-level detailniveau, terwijl voor de standaard LFV s die onderdeel uitmaken van de VKF s het ontwerp conform de LTS (baseline-level 0) wordt ingevuld. In het ontwerp is aangetoond dat alle LFV s inpasbaar zijn in de ontworpen civiele constructie. Het ontwerp en overige specifieke ontwerpzaken zijn nader beschreven in Bijlage K. Overige specifieke zaken De volgende bijzonderdere ontwerpaspecten zijn van toepassing: Vluchtconcept Vanuit het oogpunt van evacuatie en toetreding hulpverlening kan de A9 Gaasperdammertunnel worden gezien als twee naast elkaar gelegen standaardtunnels (rechts en links) met daartussen een wisselbaan. De tunnelconfiguratie van de Gaasperdammertunnel kenmerkt zich door een tweetal buizen (de Hoofd- en Parallelbuis) en het daartussen gelegen middentunnelkanaal. In tegenstelling tot een standaardtunnel rijdt het verkeer bij de Gaasperdammertunnel in beide buizen in dezelfde rijrichting. De evacuatie bij incidenten is hierbij regulier vanuit de incidentbuis naar het direct naastgelegen middentunnelkanaal (veilige ruimte). De wisselbaan is te karakteriseren als een aparte tunnelbuis en verbindt deze twee standaardtunnels zowel constructief als functioneel (vluchtconcept wisselbaan is afhankelijk van aangrenzende buizen). Specifieke kenmerken van de A9 Gaasperdammertunnel op het gebied van evacuatie en hulpverlening: Compartimentering van de vluchtgang: De opdeling van de vluchtgang in langsrichting in drie gescheiden compartimenten leidt tot een daaruit voortvloeiend specifiek vluchtconcept. De wisselbaan: De aanwezigheid van de wisselbaan leidt ertoe dat er vanuit beheersing van incidenten zowel ten aanzien van aanvals- als ook vluchtroute specifieke voorwaarden zijn gesteld en uitgewerkt. Zie voor een verdere toelichting op het vluchtconcept Bijlage K paragraaf 5.. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 5/76

28 Overdruk Het overdrukconcept zorgt voor het voorkomen van het indringen van rook in de veilige ruimte van het middentunnelkanaal van de tunnel, zodat de veilige vluchtroute geborgd blijft. De overdrukventilatie maakt derhalve onderdeel uit van de veiligheidskritische functie Veilige Vluchtweg. In de tunnel zijn twee in langsrichting gecompartimenteerde vluchtgangen (in middentunnelkanaal) voorzien die bij calamiteiten in de tunnel onderdeel zijn van de veilige vluchtroute voor de weggebruikers. Voor het borgen van deze veilige route wordt het middeltunnelkanaal bij calamiteiten op overdruk gebracht. Daarnaast wordt voor de beheersing van de reguliere situatie voorzien in een systeem van luchtverversing. Zie voor verder toelichting Bijlage K. Verlichting Het doel van de verlichting in de tunnelbuis is het zichtbaar maken van verkeer, het verloop van de rijbaan, de verkeersbuis en incidenten voor weggebruikers, tunneloperator en hulpverleningsdiensten. De verlichting van een verkeersbuis bestaat uit: Een toegangszone; Een ingangszone (verdeeld in een drempelzone en een overgangszone); Een centrale zone; Een uitgangszone; Een verlatingszone. Extra ingangszone naar Parallelbuis vanaf Gooiseweg; Extra uitgangszone vanuit Parallelbuis naar Gooiseweg. Zie voor verder toelichting Bijlage K paragraaf 4.. Energie De logische functievervuller Energie voorziet alle tunneltechnische installaties veilig van elektrische energie. Dit is conform Optiepakket OP4 verhoogde betrouwbaarheid. Zie voor verder toelichting Bijlage K paragraaf 4.. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 6/76

29 .4 Organisatie In deze paragraaf zijn alle veiligheidsrelevante gegevens van de beheerorganisatie vastgelegd..4. Beheerorganisatie De hoofdingenieur-directeur (HID) van RWS WNN is de tunnelbeheerder voor alle tunnels in beheer bij RWS WNN. De operationele uitvoering van de wettelijke tunnelbeheertaken heeft de tunnelbeheerder opgedragen aan de directeur netwerkmanagement. De unit tunnelbeheer is ingericht, ter ondersteuning van de tunnelbeheerder en de operationeel tunnelbeheerder. In Tabel - is een overzicht van taken binnen tunnelbeheer gegeven. Figuur -6 toont de tunnelbeheerorganisatie. Figuur -5: Schema Tunnelbeheerorganisatie, maart 04 NB. De lijn tussen veiligheidsbeambte en bevoegd gezag geeft de relatie weer conform art 0 lid 7 Rarvw: De veiligheidsbeambte rapporteert jaarlijks aan de tunnelbeheerder en het bevoegd college van burgemeester en wethouders op hoofdlijnen over het incidentregistratie- en evaluatieproces en hoe wordt omgegaan met het realiseren van geactiveerde verbetermaatregelen uit de evaluaties. Organisatie onderhoud en technische afhandelingen storingen IXAS is verantwoordelijk voor het onderhoud van de tunnel en verhelpen van storingen gedurende twintig jaar vanaf Beschikbaarheidsdatum. De storingsorganisatie is vierentwintig uur per dag, elke dag van de week bereikbaar en beschikbaar om storingen 3 te verhelpen. In het Veiligheidsbeheerplan (VBP) zullen procedures opgenomen worden t.b.v. beheer en onderhoud van de Tunnel door IXAS. 3 Omvat elektrotechnische en civieltechnische storingen en schades. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 7/76

30 Organisatie veiligheid en verkeersgeleiding bij storingen RWS VWM is bij storingen verantwoordelijk voor het veiligstellen van de situatie en voor de verkeersgeleiding. RWS VWM handelt conform de Uniforme primaire processen (UPP) en de faaldefinities uit het systeemontwerp van de LTS. Om het storingsproces te ondersteunen beschikt de tunnelbeheerder over de volgende organisatie: Medewerkers van VCNWN (RWS VWM), bereikbaar en beschikbaar 4x7, met een eigen opschalingsdienst voor escalatie van grootschalige omleidingen en incidenten. Weginspecteurs en Officieren van Dienst (RWS VWM) voor operationele taken langs de weg (veiligheid en doorstroming). Bereikbaar en beschikbaar 4x7, met een eigen opschalingsdienst voor escalatie van grootschalige incidenten. Een bindingsregeling voor escalatie naar het niveau van afdelingshoofden / directeuren / hoofdingenieurdirecteur (diverse GRIP-niveaus 4 ). Relatie technische afhandeling storingen en veiligstellen Veiligheid staat voorop. Dit betekent dat bij de afhandeling van storingen rekening wordt gehouden met het effect van de storing op het veilig gebruik van de tunnel. Het volgende schema (Figuur -7 ) is een weergave op hoofdlijnen van de afhandeling van storingen en de rolverdeling daarbij. Het linker deel van het schema heeft betrekking op het proces van veiligstellen. Het rechter deel van het schema heeft betrekking op het proces van storingsherstel. Veiligheid Beschikbaarheid Tunnelbeheerder Afspraak : Faalcriteria = toetskader District Afspraak : Beschikbaarheid, Functionele eisen netwerk Verkeersleiding Toets op functioneren systeem IPM-team Contract afspraken Opdrachtnemer FALEN Tunnel Verstoring / storing Figuur -6: Rolverdeling bij veiligheid versus beschikbaarheid.4. Procedure tunnelveiligheidsdossier Het tunnelveiligheidsdossier (TVD) is een overkoepelend begrip voor een verzameling deeldossiers (zie Figuur -8: Samenhang ). Deze verzameling bestaat uit een basisdossier, met daarin documenten als het Tunnelveiligheidsplan, het Bouwplan, het VBP, en deeldossiers zoals het as-built dossier, de incidentregistraties en de onderhoudsinformatie. Deze opbouw van het dossier is noodzakelijk omdat verschillende deeldossiers verschillende functies kunnen hebben en aan verschillende eisen moeten voldoen. Het onderhoudsmanagementsysteem is bijvoorbeeld totaal verschillend van het tekeningenarchief en van een documentmanagementsysteem. Het bewerkstelligen van één systeem voor alle delen van het TVD is vooralsnog niet haalbaar. Om te komen tot het op verantwoorde wijze beheren van het TVD heeft de tunnelbeheerder een eisenkader opgesteld, zie [Bijlage I] 4 GRIP: Gecoördineerde regionale incidentenbestrijdingsprocedure A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 8/76

31 met daarin een beheerprocedure voor het TVD, en een beheerder aangesteld. De beheerprocedure beschrijft in het kort de wijze waarop documenten aan het TVD worden toegevoegd. Het eisenkader bevat ook de eisen met betrekking tot toegang tot de deeldossiers, beheer en gebruik. De beheerders van deeldossiers zijn verantwoordelijk voor het op adequate wijze uitvoeren van het eisenkader. Een overzicht van de beheerders van de tunnelveiligheidsdossiers van Rijkswaterstaat West-Nederland Noord is bijgevoegd in [Bijlage I]. In het eisenkader zijn de volgende eisen uitgewerkt: Waar en hoe documenten voor het TVD kunnen worden aangeboden door gebruikers. Waar en hoe documenten kunnen worden opgevraagd. Overzicht deeldossiers. Verantwoordelijkheden voor beheer van (deel)dossiers. Eisen aan beheer van het (deel)dossier. Eisen aan inrichting van het (deel)dossier. Toegankelijkheid voor gebruikers en functionarissen die op grond van de regelgeving bevoegd zijn tot inzage van het TVD. De kwaliteit (beheer, volledigheid en gebruik) van het TVD wordt jaarlijks geëvalueerd. Tunnelveiligheidsdossier Basisdossier in Verkenner Procedures VCNWN Procedures WIS en OVD Tekeningen archief Incident Registraties (Infraweb) Enz. Systeem Loggings (VTTI + DVM) Onderhouds Dossier (DMS) Tekening samenhang TVD versie.0 Figuur -7: Samenhang tunnelveiligheidsdossier..4.3 Calamiteitenbestrijding In deze paragraaf zijn de aanpak en de uitgangspunten ten behoeve van de calamiteitenbestrijding op hoofdlijnen vastgelegd. Het doel is om zeker te stellen dat het tunnelsysteem de voorziene calamiteitenbestrijding mogelijk maakt. De inhoud van deze paragraaf sluit aan bij de opgestelde memo Verklaring Veilig Gebruik [ [9]. Deze memo is opgesteld en afgestemd met de hulpverleningsdiensten, het Steunpunt Tunnelveiligheid en de RWSwegbeheerder. De notitie is gebaseerd op de in het Tunnelveiligheidsplan vastgelegde afspraken ten aanzien van de inzet van de hulpverleningsdiensten. De notitie is vastgesteld in het TGT-overleg van 7 juni 05, onder voorbehoud van een tweetal in de volgende projectfase nader uit te werken zaken (zie ook paragraaf 4.). De hulpverleningsdiensten Brandweer Vestigingslocatie Bij een calamiteit rijdt de brandweer aan vanaf de (nieuwe) kazerne aan de Langbroekdreef en kazerne Maxima/Driemond. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 9/76

32 In de omgeving van de Gaasperdammertunnel liggen de volgende brandweerposten die naast de kazerne aan de Langbroekdreef en kazerne Maxima/Driemond ingezet kunnen worden bij een incident in de tunnel: - Brandweer Amsterdam-Amstelland; kazerne Ouderkerk a/d Amstel (vrijwilligers). - Brandweer Amsterdam-Amstelland; kazerne Amstelveen (beroeps). - Brandweer Amsterdam-Amstelland; kazerne Diemen (vrijwilligers). Figuur -8: Locaties kazernes brandweer Aanrijroute Er zal aangereden worden over het stedelijke en provinciale netwerk. Aan de oostzijde wordt de tunnel bereikt via de toegangsweg/calamiteitenweg voor de OHD. Aan de westzijde wordt aangereden via de toerit S Muntbergweg. De brandweer rijdt in eerste instantie in alle gevallen aan naar het hulpdienstinformatiepaneel (HIP). Tabel -: Aanrijroutes brandweer Incidentlocatie Opstellocatie Route Parallelbuis Rechts (P Re) richting knooppunt Holendrecht Oostelijke tunnelmond, H Re / Hoofdbuis Rechts (H Re) richting knooppunt Holendrecht Oostelijke tunnelmond, P Re / Wisselbuis (Wi) Oostelijke tunnelmond, H Re / Hoofdbuis Links (H Li) richting knooppunt Diemen Westelijke tunnelmond, P Li 3 Parallelbuis Links (P Li) richting knooppunt Diemen Westelijke tunnelmond, H Li 3 De hulpverleningsdiensten rijden voor de Wisselbuis bij alle incidenten via de Oostelijke tunnelmond aan. Om foutief aanrijden op basis van de rijrichting van het moment van de dag te voorkomen, is er een eenduidige aanrijroute gekozen. Aanrijtijd De brandweer is binnen acht minuten (Scenarioanalyse Gaasperdammertunnel) bij beide tunnelmonden aanwezig (conform ervaring aanrijtijd omliggende bebouwing). A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 30/76

33 Figuur -9: Aanrijroute brandweer De kazerne die uitrukt naar de ingang van de naastgelegen ondersteunende buis is de ploeg die de eerste verkenning en (evt. beperkte) inzet zal plegen. De kazerne uitrukkend naar de andere zijde zal enkel door gebruik te maken van de CaDo s bij het incident kunnen komen. Omdat voor deze handeling ook de andere rijrichting moet worden stilgelegd, rijdt de tweeploeg primair preventief aan. Indien inzet van deze ploeg noodzakelijk is, zal de OHD vragen het gehele verkeer stil te leggen en de CaDo te openen. Het stilleggen van het totale verkeer heeft grote invloed op het verkeer in de regio. Ambulancedienst Vestigingslocatie Afhankelijk van de aard en omvang van het incident worden ambulances ingezet die in de omgeving beschikbaar zijn. Er zijn kazernes op de Karperweg, Camperstraat en Meibergdreef. Het AMC ligt nabij de westelijke tunnelmond. Het VUMC ligt op ongeveer 0 km afstand. De dichtstbijzijnde ambulancepost is de Meibergdreef. Vanaf deze locatie kan naar beide tunnelmonden worden aangereden. Aanrijroute De ambulancediensten kennen geen vaste aanrijroutes vanwege het ontbreken van vaste vertrekpunten. Aanrijtijd Door de stedelijke omgeving worden geen knelpunten voorzien in de aanrijtijden. De aanrijtijden vanaf de verschillende kazernes tot de tunnelmonden zijn minder dan 0 minuten. Politie Vestigingslocatie De politie heeft geen vaste kazernes c.q. vertrekpunten voor de inzet naar incidenten. Afhankelijk van het moment en aard/omvang van het incident worden politie-eenheden ingezet die in de omgeving zijn. Aanrijroute De politie-eenheden kennen geen vaste aanrijroutes vanwege het ontbreken van vaste vertrekpunten. Aanrijtijd Door de stedelijke omgeving worden geen knelpunten voorzien in de aanrijtijden. Overige diensten De sleepdiensten, onderhoudspartijen en tunnelbeheerder gebruiken de reguliere wegen. Indien gebruik van calamiteitendoorsteken noodzakelijk is, gebeurt dit in gezamenlijk overleg met de wegverkeersleiding en (indien aanwezig) de hulpverleningsdiensten. Samenwerking Uniforme primaire processen (UPP) Voor de calamiteitenbestrijding wordt aangesloten bij de principes zoals beschreven in de Uniforme primaire processen [] (onderdeel van de LTS). De UPP bevatten de incidentscenario s (calamiteiten en incidenten), met bijbehorende procedures/instructies. Hierin zijn de raakvlakken met de hulpverleningsdiensten opgenomen. Uitwerking A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 3/76

34 ervan vindt plaats in het Calamiteitenbestrijdingsplan (onderdeel van het Veiligheidsbeheerplan VBP en daarmee onderdeel van aanvraag openstellingsvergunning) en daarmee afgestemde aanvalsplan(nen) (inzetplannen en procedures) hulpverleningsdiensten. Communicatie [issue#90, issue#67] De tunnel wordt als C000 Special Coverage Location (SCL) ingericht ten behoeve van onderlinge communicatie tussen hulpverleningsdiensten. Ten behoeve van communicatie van de hulpverleningsdiensten met de wegverkeersleider worden bij de toerit S en aan het einde van de dienstweg N36 hulpdienstpanelen geplaatst. De tunneloperator meldt bij de gemeenschappelijke meldkamer (GMK) dat er een calamiteit is. De centralist van de meldkamer kan op grond van deze melding de inzet bepalen. De beelden uit de verkeerscentrale worden na de melding bij de GMK doorgezet naar de calamiteitencoördinator. De calamiteitencoördinator kan dan de operationeel bevelvoerder zo goed mogelijk inlichten over het incident of de calamiteit. Vervolgens kan de calamiteitencoordinator een besluit nemen over opschaalmogelijkheden Afsluitprincipes Uitgangspunt is dat bij een incident waarbij de brandweer wordt gealarmeerd altijd de twee buizen in dezelfde rijrichting worden afgesloten voor het verkeer, zodat er via de ondersteunende buis en tweezijdig (tegengesteld via de op- en afrit) kan worden aangereden. De beide tunnelbuizen in de andere rijrichting blijven open voor het verkeer. De afsluitprincipes zijn:. Bij incident/calamiteit in parallelbuis wordt de hoofdbuis gesloten.. Bij incident/calamiteit hoofdbuis worden parallelbuis en wisselbuis gesloten. 3. De wisselbaan wordt bij een incident in de parallelbuis alleen afgesloten indien de brandweer dit aangeeft. 4. Bij een zeer grote brand, een (dreigende) BLEVE (boiling liquid expanding vapour explosion) of het vrijkomen van grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen zullen op last van de brandweer ook de overige buizen worden afgesloten voor het verkeer (zowel Hoofd- als Parallelbuizen). Indien de WVL in een eerdere fase dit potentiële risico constateert, zal deze zelfstandig de overige buizen afsluiten. 5. Bij incident / calamiteit in de wisselbuis worden alle buizen gesloten. Zie voor nadere detaillering Bijlage K paragraaf 5.. Kern hulpverleningsconcept Door de hulpverleningsdiensten wordt een aantal uitgangspunten gehanteerd wanneer het gaat om de inzetstrategie ten tijde van een calamiteit. De brandweer is ingericht en opgeleid voor standaardbranden en bestrijdt kleine branden. De brandweer zal beperkt optreden bij een ontwikkelde brand in een tunnel. Hiermee wordt bedoeld dat de repressieve mogelijkheden beperkt en aan een maximum gebonden zijn bij brandscenario s zoals een vrachtwagenbrand, plasbrand en de scenario s met een kleine kans en groot effect (bijvoorbeeld een BLEVE). Uitgangspunten inzetstrategie Bij de uitwerking van de bereikbaarheid van de tunnel voor hulpverleningsdiensten en de mogelijkheid voor het opstellen van voertuigen en materieel/materiaal zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:. Zo veel mogelijk uniformiteit tussen beide tunnelmonden.. De opstelplaatsen voor hulpverleningsvoertuigen dienen vrij van file te zijn en op een veilige plek. 3. De opstelplaatsen dienen zowel via de A9 als via onderliggend wegennet bereikbaar te zijn. 4. Voor de hulpverleningsdiensten dient er op grotere afstand voor de tunnel de mogelijkheid te zijn voor het realiseren van een zogeheten uitgangsstelling 5. Deze worden voor openstelling vastgesteld door de politie. 5. Het is altijd aan de Officier van Dienst ter plaatse om, afhankelijk van de aard en omvang van het incident, de exacte inzet- en aanvalswijze vast te stellen. 5 Uitgangsstelling (UGS) betreft de plaats waar bij opschaling en daarmee inzet van hulpdiensten uit de regio het in te zetten bij de rampbestrijding in te zetten potentieel naar toe worden gestuurd, vanaf hier worden zij ingezet A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 3/76

35 6. Tegengesteld aanrijden gebeurt enkel met uitdrukkelijke toestemming van de politie. Inzetstrategie bij calamiteiten (RWS UPP C0, C0: Scenario, & 3):. Tweezijdig aanrijden naar de hulpdienstinformatiepanelen (HIP).. Opstellen aan en optreden vanuit de veilige zijde, dus voor het incident (bovenwinds van de ventilatierichting). 3. Optreden via de ondersteunende buis. 4. Bij calamiteiten of evacuaties in de Wisselbuis wordt aangevallen via de Hoofdbuis H Re (noordelijk) en de mensen vluchten via de Hoofdbuis H Li (zuidelijk). Dit betekent dat bij een calamiteit of evacuatie in de Wisselbuis de beide naastgelegen Hoofdbuizen als ondersteunende buis zullen dienen. 5. Bepaling daadwerkelijke inzetstrategie gebeurt na verkenning hoogste leidinggevende ter plaatse. 6. Inzet vindt plaats tot een situatie vergelijkbaar met een ontwikkelende lading brand. 7. Wanneer de ambulancedienst slachtoffers niet tijdig kan afvoeren en het aantal slachtoffers de capaciteit overstijgt, wordt in de ondersteunende buizen of buiten de tunnel een gewondennest ingericht als tussenstation voor de slachtoffers. Uitgangspunten inzetstrategie bij incidenten (RWS UPP A06, B0, F0, F0, G0: Scenario 4 en 5):. Optreden via de Incidentbuis. Wanneer dit vanwege omstandigheden (bijv. bereikbaarheid) niet mogelijk is, wordt ook in dit geval ingezet vanuit de ondersteunende buis.. Inzet Wisselbuis altijd vanuit de H Re. Open gedeelte toe- en uitritten Gooiseweg (RWS UPP C0, C0, A06, B0, F0, F0, G0: Scenario t/m 5):. Bij een incident op de toerit zullen de hulpverleningsdiensten langs de voor het incident opgebouwde file moeten rijden of, indien dit niet mogelijk is, tegengesteld aanrijden. Aanrijden levensreddende handeling (UPP C0, B0: Scenario 3 & 4) In het geval van een incident in het middengedeelte van één van de Hoofdbuizen kan het aanrijden via de ondersteunende Parallelbuis een levensreddende voorsprong geven ten opzichte van aanrijden via de kopse kant van de tunnel. Dit kan alleen in de volgende situaties:. Levensreddende handeling, zonder gevaar voor de hulpverleningsdiensten (onwelwording).. Bij een incident in de Hoofdbuis als de Parallelbuis is leeggereden voordat de brandweer start met aanrijden. 3. Bij een incident in de Parallelbuis enkel met zekerheid dat het incident via de Parallelbuis bereikbaar is. Figuur -0: Aanrijroutes via Gooiseweg Aanrijden in de tegengestelde rijrichting (route 3 en 4 Figuur -) gebeurt enkel met uitdrukkelijke toestemming van de politie. In de meeste gevallen zal aanrijden via de reguliere aanrijroutes met het oog op het risico en de extra tijd benodigd voor het toestemming krijgen, de voorkeur hebben. Voor deze handelingen zijn geen aanvullende installaties noodzakelijk. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 33/76

36 Vluchtconcept De geometrie van de Gaasperdammertunnel, zoals beschreven in paragraaf., vergt bijzondere aandacht voor het vluchtconcept. Het vluchtconcept en vluchtprinciepe zijn in basis reeds uitgewerkt in het Tunnelveiligheidsplan (inclusief afstemming met de Veiligheidsregio) [4]. Nadere uitwerking heeft plaats gevonden bij de uitwerking van het VO. Hierbij zijn de verschillende incident scenario s in de verschillende buizen beschouwd. Daarbij is gekeken naar de mogelijkheden voor vluchten en de noodzakelijke voorzieningen daarbij die het gehele proces van zelfredzaamheid ondersteunen. Deze uitwerking heeft ook plaats gevonden in afstemming met de Veiligheidsregio [9]. Onderstaand is het vluchtconcept nader toegelicht, in Figuur - is het principe weergegeven. In bijlage D zijn de afbeeldingen opgenomen van de mogelijke incident scenario s. In paragraaf 5.. vluchtconcept van Bijlage K is het vluchtconcept van de verschillende scenario s meer gedetaileerd uitgwerkt inclusief de compartimentering en het vluchten door ondersteunende buis en de werking van de verschillende systemen (in het bijzonder wordt daarbij ingegaan op de ventilatie en overdruk). De twee buizen (Hoofdbuis en Parallelbuis) in dezelfde verkeersrichting zijn van elkaar gescheiden door een middentunnelkanaal. Dit middentunnelkanaal dient als vluchtroute en is bereikbaar via de vluchtdeuren in beide buizen om de honderd meter en dient als veilige ruimte. De vijfde buis is de Wisselbuis waardoor het verkeer s morgens en s avonds een andere rijrichting kent. Deze vijfde buis ligt ingeklemd tussen de beide Hoofdbuizen. Tussen de Wisselbuis en de Hoofdbuizen zit geen middentunnelkanaal. Wel is deze Wisselbuis voorzien van vluchtdeuren aan één zijde (H Li - zijde) om de honderd meter. Er is geen directe verbinding tussen de twee Hoofdbuizen in tegengestelde verkeersrichting. Figuur -: Schematische weergave tunnel, zie Bijlage D voor schematische weergave vluchtconcept per buis Op de kopse kant/bij de uitgangsdeur, bij de verzamelplaats, op het looppad voorbij de kopdeur en in de ondersteunende buis en bij het einde van de compartimenteringen moeten de vluchtenden worden opgevangen door de OHD. Bij een langdurige stremming moeten weggebruikers vanaf hier worden vervoerd naar een opvanglocatie. Tabel -: Overzicht vluchtprincipes Vluchtprincipe Tunnel Evacuatie Parallelbuis Rechts (P Re) via Middentunnelkanaal A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 34/76

37 Evacuatie Hoofdtunnelbuis Rechts (H Re) via Middentunnelkanaal Wisselbuis (Wi) via Naastgelegen tunnelbuis (=H Li) Evacuatie Parallelbuis Links (P Li) via Middentunnelkanaal Evacuatie Hoofdtunnelbuis Links (H Li) via Middentunnelkanaal A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 35/76

38 Vluchtproces Wisselbuis De Wisselbuis wordt niet voorzien van een middentunnelkanaal waar vluchtende weggebruikers naartoe kunnen vluchten in het geval van een brand. De afwezigheid van een MTK betekent dat vluchtende via de vluchtdeuren direct naar de naastgelegen tunnelbuis vluchten (in dit geval is dat de H Li). De vluchtdeuren voor het vluchten vanuit de Wisselbuis worden conform LTS met een vertraging ontgrendeld. Figuur - Vluchtproces Wi buis Vluchten toe- en uitritten Gooiseweg Ten behoeve van de mogelijkheid voor weggebruikers tot evacuatie is er in de parallelbuizen elke 00 meter een vluchtdeur aanwezig welke aansluit op het middentunnelkanaal. In het middengedeelte van de tunnel waar de parallelbuizen twee rijstroken hebben is de situatie zo dat vluchtenden na de vluchtdeur eerst onder rijstrook (inof uitrit Gooiseweg) doorlopen om in het middentunnelkanaal terecht te komen. Voor vluchtende weggebruikers op de toe-/uitrit Gooiseweg geldt dat zij ofwel terug moeten lopen naar de eerste vluchtdeur in de tunnel of in de lengterichting de tunnel uit kunnen vluchten. In het gedeelte tussen de Gooiseweg en het punt waar de rijstroken in de parallelbuis bij elkaar komen zijn geen vluchtdeuren voorzien. Figuur -3 Vluchten toe- en uitritten Gooiseweg Vluchtconcept onderhoudsmedewerkers A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 36/76

39 De technische ruimten in de dienstgebouwen en in het middentunnelkanaal zijn voorzien van ontruimingsinstallaties. Als er iets in de tunnel aan de hand wordt deze voorziening geactiveerd en kunnen de onderhoudsmedewerkers vluchten naar de aangewezen locaties. Hiervoor worden onderhoudstrappen gebruikt tussen de technische ruimte in het middentunnelkanaal en de dienstgebouwen. Planvorming Ten behoeve van de calamiteitenbestrijding in de tunnel is er de onderstaande planvorming bij de betreffende partijen. Multidisciplinair coördinatieplan De OHD hebben gezamenlijk het multidisciplinair coördinatieplan. Dit plan beschrijft de structuur om te komen tot een gecoördineerde multidisciplinaire inzet bij grote incidenten. Brandweer Brandweer Amsterdam-Amstelland werkt volgens de instructie Incidentbestrijding in autotunnels. Deze instructie geeft generiek de wijze van alarmeren en aanrijden, de eerste verkenning en eerste inzet van de brandweer bij de verschillende scenario s in de tunnel. Nadere uitwerking hiervan zal plaatsvinden bij het opstellen van het Calamiteitenbestrijdingsplan. In de fase voorafgaand aan de openstelling van de tunnel zal voor de brandweer een projectspecifieke aanvalskaart worden opgesteld. Ambulancedienst De ambulancedienst beschikt niet over specifieke planvorming voor calamiteitenafhandeling in de tunnel. Bij de uitwerking van het Calamiteitenbestrijdingsplan zal de projectspecifieke werkwijze zo nodig nader worden beschouwd. Politie De politie beschikt over haar eigen politie tunnelprotocollen. Deze zijn op dit moment nog in de uitwerkingsfase. Bij de uitwerking van het Calamiteitenbestrijdingsplan zullen deze tunnelprotocollen beschikbaar zijn. RWS Rijkswaterstaat beschikt over het Calamiteitenbestrijdingsplan wegtunnels RWS West Nederland Noord. Specifieke procedures voor de tunnel worden opgenomen in het CBP dat wordt opgesteld als bijlage van het Veiligheidsbeheerplan. Gemeenschappelijke meldkamer De gemeenschappelijke meldkamer heeft bij de openstelling een objectplan voor de Gaasperdammertunnel. Ruimtelijke relevante aspecten Dienstwegen Ten behoeve van de bereikbaarheid van de dienstgebouwen zijn dienstwegen voorzien. De toegang tot de dienstgebouwen vanaf het onderliggend wegennet is nodig voor beheer en onderhoud. Calamiteitendoorsteken Aan beide zijden van de tunnel worden calamiteitendoorsteken (CaDo s) gerealiseerd. Middels deze CaDo s is de hulpverlening in staat om alle vijf de tunnelmonden te bereiken. De CaDo s liggen voorbij de afsluitbomen en zo veel als mogelijk op één lijn, zodat hulpverleningsdiensten in een rechte lijn kunnen oversteken. In de initiële inzetstrategie wordt geen gebruikgemaakt van de Wisselbuis. Mocht het in een latere fase (bijvoorbeeld voor berging) noodzakelijk zijn om in de Wisselbuis een inzet te plegen, dan is deze bereikbaar via de CaDo s. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de beperkte breedte ten opzichte van de draai om in de Wisselbuis A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 37/76

40 te komen. Indien er geen verkeer aanwezig is in de wisselbaan kan de reguliere ingang ter plaatse van HM 6. worden gebruikt. De CaDo s zijn bedoeld voor de hulpverleningsdiensten en worden niet gebruikt voor het afvoeren van het wachtende verkeer. Het afvoeren van het wachtende verkeer gebeurt door de politie in samenspraak met de brandweer. De volgende CaDo s worden gerealiseerd: CaDo t/m 4: Aan de westzijde van de A9 Gaasperdammertunnel recht tegenover elkaar om vanaf de aanrijroute voor nood- en hulpverleningsdiensten via de toe- en/of afrit S Muntbergweg alle verkeersbuizen te kunnen bereiken. CaDo 5 en 6: Aan de oostzijde van de A9 Gaasperdammertunnel recht tegenover elkaar om vanaf de aanrijroute via de dienstweg vanaf de N36 aan de noordzijde van de A9 en vanaf de aanrijroute van de toerit S3 Kromwijkdreef aan de zuidzijde van de A9 alle verkeersbuizen te kunnen bereiken. Zie tekeningen BT-T-A9-DWM-00 tot 005. Bebordingsplan Ten behoeve van de naamgeving zal een bebordingsplan worden opgesteld, zodat alle relevante locaties voor zowel de hulpverleningsdiensten als de omgeving eenduidig herkenbaar en bereikbaar zijn. Wrakkenplaatsen In de omgeving zijn voldoende locaties aanwezig die tijdelijk gebruikt kunnen worden voor het bergen van wrakken. Een wrakkenterrein is voorzien onderaan afrit S op het onderliggend wegennet (McDonald s). Voor de linker (zuidelijke) banen wordt op de A9L ter hoogte van HM 7.3 een wrakkenterrein ingericht. Dit terrein heeft een lengte van vijftig meter en een breedte (aanvullend op de vluchtstrook) van vier meter. Opstelplaatsen Er is voldoende ruimte voor het opstellen van voertuigen van hulpverleningsdiensten en het Commando Plaats Incident (CoPi) tussen de slagbomen en de tunnelmonden. In de directe omgeving is voldoende ruimte beschikbaar, of kan beschikbaar gemaakt worden, voor het opstellen van meer wachtende hulpverleningsvoertuigen. In de volgende projectfase worden mogelijke opstelplaatsen in overleg met de hulpverleningsdiensten en aan de hand van calamiteitenscenario s nader uitgewerkt. Toegangswegen Er wordt een toegangsweg voor de hulpverleningsdiensten gerealiseerd vanaf de provinciale weg naar de H Re (noordelijke rijbaan) ten oosten van de ingang van de tunnel. Zie tekening BP-T-A9-DWM-00 & 006. Verzamelplaats De verzamelplaatsen komen nabij de ingang van de tunnel. Er wordt tegen de rijrichting in gevlucht tot honderdvijftig meter vanaf de tunnelmond. Op de rijbanen is vervolgens voldoende ruimte om onder begeleiding van de gearriveerde hulpverleningsdiensten te wachten. Zie tekening BP-T-A9-DWM-000 tot -00. Ruimte voor gewondennest(en) Voor de stabilisatie en eerste behandeling van gewonden kunnen gewondennesten worden ingericht. Hiervoor is geen aanvullende ruimte noodzakelijk. Deze kunnen worden gesitueerd op de vrije rijbanen. Verder geldt dat het AMC in de directe nabijheid is gesitueerd, waardoor inzet van een traumahelikopter niet voor de hand ligt. Interactie omgeving In geval van calamiteiten in of nabij het tunnelsysteem of in de omgeving zal moeten worden afgewogen welke potententiele risico s dit met zich meebrengt en welke maatregelen hiervoor noodzakelijk zijn. In geval van een incident zal door de hulpverleningsdiensten een afweging gemaakt worden tussen de impact op de omgeving en de noodzakelijk handelingen. Calamiteiten waarbij interactie tussen verschillende objecten aan de orde is, zijn bijvoorbeeld incidenten waarbij rookontwikkeling vanuit de omgeving het verkeer in de tunnels belemmert. Het omgekeerde, rook uit de tunnels, kan overlast geven aan naastgelegen gebouwen en de spoorlijn. Hiervoor is geen aanvullend ruimtebeslag noodzakelijk. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 38/76

41 Er is geen directe (systeem)koppeling tussen de verschillende objecten. In het Calamiteitenbestrijdingsplan behorend bij het Veiligheidsbeheerplan worden afspraken gemaakt over het informeren en alarmeren bij incidenten/calamiteiten. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 39/76

42 TOETSING In dit hoofdstuk wordt aangetoond dat de tunnel met de gekozen (gestandaardiseerde) uitrusting voldoet aan de wettelijke veiligheidsnorm. 3. Resultaten risicoanalyse In deze paragraaf zijn de resultaten en conclusies van de kwantitatieve risicoanalyse (QRA) beschreven, inclusief de gevoeligheidsanalyses. De volledige rapportage van de QRA (inclusief de gehanteerde uitgangspunten en invoerwaarden en de onderbouwing daarvan) is opgenomen in [Bijlage J]. Door middel van het uitvoeren van een QRA is getoetst of het tunnelsysteem voldoet aan de gestelde veiligheidsnorm (zie paragraaf..4.). De analyse is uitgevoerd met het wettelijk voorgeschreven model QRA-tunnels.0 [Bijlage J]. Het model QRA-tunnels.0 is een nieuwe versie van het model QRA-tunnels.5, zoals gehanteerd in het Tunnelveiligheidsplan. Bij het opstellen van het rapport is gebruikgemaakt van het format QRA-rapportage. Voor de verkeerskundige invoerparameters in de analyse is gebruikgemaakt van de cijfers uit de verkeersmodellering [3] [Bijlage J]. Uit de berekeningen blijkt dat het risico onder de norm voor het groepsrisico blijft. Dit betekent dat de tunnel aan de wettelijke veiligheidsnorm voldoet (Warvw, artikel 6). In Figuur 3- zijn de groepsrisicocurven voor de vijf tunnelbuizen weergeven. Hierin is tevens de norm voor het groepsrisico (GR), zoals beschreven in artikel 6, lid van de Warvw, aangegeven. Voor de nadere toelichting hierop wordt verwezen naar de QRA-rapportage [Bijlage J]. Naast de basisberekening zijn er ook een aantal parametergevoeligheidsanalyses uitgevoerd. De gevoeligheidsanalyses zijn uitgevoerd voor de invoerparameters waarbij er onzekerheid is over de in te voeren waarden. Het betreft de volgende parameters:. Ongevalsfrequentie en kans op brand.. Filekans (kans op stilstaand verkeer voorbij de tunnel). 3. Verkeersintensiteiten. 4. Transportintensiteit gevaarlijke stoffen. 5. Verkeerssamenstelling: Percentage vrachtverkeer en/of bussen. De uitkomsten van de uitgevoerde gevoeligheidsanalyses voldoen aan de wettelijke norm voor het groepsrisico. Figuur 3-: Groepsriscocurve A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 40/76

43 Bij het uitvoeren van de QRA analyse zijn alle project specifieke kenmerken ten aanzien van de tunnel (ontwerp en voorzieningen) en het verwachte gebruik als invoer parameter gehanteerd. De default waarden waarmee het model rekent zijn niet aangepast. In het Bouwplanontwerp voorzieningen Tunnelsysteem (zie Bijlage K) zijn RAMS aspecten van de VKF s opgenomen. In het deelplan RAMS [4] is onder meer nader ingegaan op de wijze waarop RAMS is ingebed in deze ontwerpfase. Het plan gaat in op de huidige fase, maar geeft ook de stappen aan van de hierna volgende (ontwerp)fase. Ook is hierbij aangeven op welke wijze de veiligheidskritische functies en functieketens middels kwantitatieve RAMS analyses worden getoetst. De RAMS budgetten zijn hierbij verdeeld over de functieketens en zijn o.a. gebaseerd op de eisen uit het SO en BSTTI. De nadere uitwerking van de RAMS budgetten van de veiligheidskritische functies is opgenomen in het document Uitgangspunten RAMS budget GDW [4]. In de DO fase, bij de nadere uitwerking van het ontwerp van de voorzieningen inclusief de nadere specificatie van de RAMS eisen, dient geborgd te worden dat de specificaties van het ontwerp, en de VKF s in het bijzonder, passen binnen de uitgangspunten van het QRA model. Hierbij dient tevens getoetst te worden of de uitgangspunten van de QRA passen binnen de opgestelde RAMS budgetten. In paragraaf 4. is deze toets als activiteit voor de volgende fase benoemd. Een impliciete van het QRA model is het uitgangspunt dat vluchtenden een veilige en rookvrije vluchtroute wordt geboden. Deze aanname is niet expliciet getoetst. In hoofdstuk 5 van het Bouwplanontwerp voorzieningen Tunnelsysteem (zie Bijlage K) is in paragraaf 5. de uitwerking gegeven van de wijze waarop de veilige vluchtroute wordt gecreëerd. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen calamiteiten in de verschillende buizen. Voor het creëren van de veilige vluchtroute is het activeren van een aantal LFV s noodzakelijk. Deze zijn benoemd en nader uitgewerkt, inclusief de wijze van aansturing hiervan. In de nadere ontwerpfase van de tunnel voorzieningen moeten de vereisten voor deze LFV s als randvoorwaarden worden meegenomen. In paragraaf 4. is deze toets als activiteit voor de volgende fase benoemd. 3. Verificatie en validatie Voor de verificatie en validatie is het ontwerp (integraal VO en DO s van de VKF s) getoetst op het voldoen aan wettelijke eisen, gehanteerde uitgangspunten van de risicoanalyse en aan overige in het TVP gehanteerde uitgangspunten. Hiervoor is een onafhankelijke validatie uitgevoerd die inzichtelijk maakt dat het Bouwplan en het bijbehorende ontwerp aan de gestelde eisen voldoen. Middels tabellen is de validatie uitgevoerd. Onafhankelijke auditors van TNO hebben getoetst op de juistheid van invullen van deze tabellen. De resultaten van deze validatie en toetsingen zijn opgenomen in Bijlage L.03, het tunnelveiligheidsdossier en kort samengevat in deze paragraaf. Voldoen aan wettelijke eisen, zoals verwoord in het toetskader veiligheidsbeambte versie. In deze sectie wordt aangetoond dat het ontwerp voldoet aan de in de wet- en regelgeving gestelde eisen, met betrekking tot zowel de constructie als de veiligheidsmaatregelen en -voorzieningen, inclusief de eisen met betrekking tot de gekozen (gestandaardiseerde) uitrusting. Hiervoor is het toetskader van het veiligheidsbeambte gebruikt, met een filter op de vragen voor de fase van het Bouwplan (zie Bijlage L0.I). Voldoen aan in de risicoanalyse gehanteerde uitgangspunten In deze sectie wordt aangetoond dat het ontwerp aansluit op de uitgangspunten en invoerparameters die in de risicoanalyse zijn gehanteerd, met betrekking tot onder andere tunnelgeometrie, tunneltechnische installaties, bediening, besturing en bewaking (3B) en betrouwbaarheid (zie Bijlage L0.II). A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 4/76

44 Voldoen aan in het TVP gehanteerde uitgangspunten In deze sectie wordt aangetoond dat het ontwerp past binnen de in het Tunnelveiligheidsplan vastgelegde uitgangspunten, met name met betrekking tot de ruimtelijke inpassing (zie Bijlage L0.III). Voldoen aan Leidraad Veiligheidsdocumentatie In deze sectie wordt aangetoond dat het Bouwplan voldoet aan de gestelde eisen in de Leidraad Veiligheidsdocumentatie [B-], zowel qua structuur als inhoud (zie Bijlage L0.IV). Voldoen aan projectspecifieke uitwerking LTS., service pack voor A9 Gaasperdammertunnel In deze sectie wordt aangetoond dat het ontwerp voldoet aan de projectspecifieke uitwerking van de LTS voor de Gaasperdammertunnel. Het gaat daarbij in het bijzonder om de projetspecifieke zaken: het veiligheidsconcept Wisselbuis, ventilatie in de Parallelbuizen met op- en afritten, vluchtvoorzieningen in een drie kilometer lang vluchtkanaal (zie Bijlage L0.V). A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 4/76

45 PROCES IN VOLGENDE FASE 4. Te doorlopen besluitvormingsproces Veiligheidsbeheerplan De volgende fase in het proces na het opstellen van het Bouwplan is het opstellen van het Veiligheidsbeheerplan (VBP), conform de Leidraad Veiligheidsdocumentatie van Rijkswaterstaat. Het Veiligheidsbeheerplan is een wettelijk vereiste voor het verkrijgen van de openstellingsvergunning om de tunnel in gebruik te mogen nemen. Het VBP beschrijft hoe de tunnel in de gebruiksfase veilig geëxploiteerd wordt. Hoe gaat de beheerder tijdens gebruik om met de tunnel? Welke partijen zijn waarvoor verantwoordelijk? De uitwerking van de incidentbestrijding in de tunnel vormt hierin een belangrijk onderdeel. De bestaande documenten, procedures en protocollen van Rijkswaterstaat West Nederland Noord, Rijkswaterstaat Verkeerscentrale NWNL en de regionale OHD zullen als uitgangspunten voor het Veiligheidsbeheerplan en onderliggende stukken dienen. De concrete invulling van de uitwerking van het Veiligheidsbeheerplan is uitgewerkt in het Plan van Aanpak Veiligheidsbeheerplan [6]. Tabel 4-: Activiteiten Veiligheidsbeheerplan nr Werkgroep Veiligheidsbeheerplan Veiligheidsbeheerplan, inclusief QRA en systeembeschrijving Beheerorganisatie 3 Calamiteitenbestrijding 4 Verkeersmanagement 5 Opleiding, training en oefening (OTO) 6 Onderhoud en instandhouding 7 Veiligheidsmanagement, inclusief incidentregistratie en -evaluatie en tunnelveiligheidsdossier De organisatorische uitwerking moet nog worden vormgegeven. Het gaat daarbij om de samenwerking tussen IXAS en de verschillende organisatieonderdelen van Rijkswaterstaat, de hulpverleningsdiensten en de IXASinstandhoudingsorganisatie. De activiteiten van IXAS ten aanzien van tunnelveiligheid hebben in Q3 en Q4 05 voornamelijk betrekking op het Bouwplan en het verwerken van de reacties daarin die komen van het Steunpunt Tunnelveiligheid, veiligheidsbeambte en het bevoegd gezag. Vanaf het moment dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning wordt ingediend, zullen de werkzaamheden vanuit tunnelveiligheid een andere scope krijgen; de nadruk komt dan te liggen op de openstelling van de tunnel. De organisatie zal dan een andere bemensing vergen, gericht op het vormgeven van de in deze paragraaf genoemde operationele veiligheid en instandhouding van de voorzieningen, de aantoonbaarheid van een veilige tunnel, het testen en het traject van openstelling. Ontwerpproces Zowel de Opdrachtgever als het TGT wordt bij de DO design reviews per discipline en de baseline review (PDR zoals bedoeld in de WWAT) uitgenodigd. Deze reviews zijn zogeheten hold en witness points waarbij IXAS besluit (onderbouwt) of het wel of niet verantwoord is om door te gaan. De deelnemers worden gevraagd om op basis van vooraf vastgestelde criteria en kaders commentaar te geven welke IXAS meeneemt in haar besluitvorming. De volgende baseline reviews zijn voorzien: PDR, Technische baseline (niveau ) CDR, Uitvoeringsbaseline (niveau ) Deze baseline reviews worden uitgevoerd als de laatste discipline gereed is voor review. De baseline wordt dus integraal afgesloten. In de praktijk kunnen disciplines onderling maximaal één fase uit elkaar lopen. De civiele uit- A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 43/76

46 voeringswerkzaamheden zullen niet starten als de PDR/Technische baseline niet integraal is afgerond met alle afdelingen en disciplines binnen IXAS. De uitvoering van de TTI zal pas dan starten als zowel de PDR als de CDR integraal is uitgevoerd. 4. Acties en aandachtspunten Bij het opstellen van het Bouwplan en het Tunnelveiligheidsheidsplan zijn onderstaande activiteiten geïdentificeerd voor nadere uitwerking bij het opstellen van het Veiligheidsbeheerplan of onderliggende plannen. Tabel 4-: Acties en aandachtspunten voor de volgende fase TGT #40 TGT #4 TGT #43 TGT #45 TGT #46 VVG, TGT #0 TGT #48 Nr Aandachtspunt Bron Werkgroep Kans: Tunnel te gebruiken voor promotie op het moment dat de tunnel klaar is en niet in gebruik is (bijv. Nacht van de tunnel ) TGT # Beheerorganisatie Controle veiligheid na wijzigingen wegbeeld door bouwfaseringen. TGT #8 Verkeersmanagement 3 Aandachtspunt: Registratie aanwezige personen bij een incident/calamiteit t.b.v. ophalen achtergebleven voertuigen (CBP VBP). TGT #33 Calamiteitenbestrijding 4 Eenduidige aanduiding van voorzieningen (o.a. CaDo s, slagbomen, tunnelbuizen, nummering vluchtdeuren / hulpposten etc.) in afstemming met tunnelbeheerder, hulpverleningsdiensten en verkeerscentrale; VVG, #TGT 09 Calamiteitenbestrijding Calamiteitenbestrijding 5 In het opleiding-, training- en oefenplan moet de naamgeving van de tunnel worden opgenomen, waarbij er inzicht moet worden gegeven in de naamgeving zoals gehanteerd bij de objecten in de omgeving. 6 Aandacht besteden aan objecten op en in de omgeving van de tunnel. Onder meer gaat het daarbij om de spoor- en metroverbinding die bij calamiteiten in de tunnel bij escalatie moeten worden stilgelegd. Uitwerking wijze van informeren van de spoor- /metrobeheerder bij een calamiteit. 7 Aandachtspunt in CBP VBP: Tunnel heeft tevens waterkerende functie. 8 Opstellen bebordingsplan. Onderdeel hiervan is de bereikbaarheid van het dienstgebouw. Bijvoorbeeld Bord C0 plaatsen bij toegang, zodat wegsleepregeling van toepassing is 9 Aandacht voor wennen aan nieuwe situatie weggebruiker voor- en in de tunnel. 0 Uitwerken beveiliging van de dienstgebouwen. Mede vanwege de stedelijke omgeving is het van belang ongewenste toetreding tot dienstgebouw te voorkomen, en bereikbaarheid van de gebouwen voor de hulpverleningsdiensten te borgen. Sociale veiligheid: bij de uitwerking van de inrichting van het park en afscherming tot de weg rekening houden met sociale veiligheid en vandalisme. Aandachtspunt in VBP: De toegangscontrole van het dienstgebouw is conform de LTS een taak van de WVL. In bespreking TGT is aangegeven dat dit niet wenselijk is. Calamiteitenbestrijding Calamiteitenbestrijding Verkeersmanagement Verkeersmanagement Beheerorganisatie Beheerorganisatie Zichtbaarheid en verlichting van slagbomen bij wisselbaan. TGT #44 Verkeersmanagement A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 44/76

47 4 Wijzigingen ontwerp moeten worden toegelicht en verwerkt in de verschillende stukken van het Veiligheidsbeheerplan. 5 De bedienprocessen wijken mogelijk in detail af van de UPP s. Controle van bedienprocessen t.o.v. UPP. Review BP met TB & STV, TGT # Review BP met TB & STV, TGT # 6 De vereiste bediencapaciteit is nog niet vastgesteld. Review BP met TB & STV, TGT #5 7 Uitwerken ontvluchten vanaf het talud en van achter de deuren in tijdelijke situatie. 8 Uitwerking werken en vluchten in en van de dienstgangen/ruimten conform Arbowetgeving. 9 In de testfase waarin de Wisselbuis in gebruik genomen zal worden, zullen de vlucht- en aanvalsdeuren van de Wisselbuis getest moeten worden. Voor het openen van deze deuren tijdens testen moeten veiligheidsafspraken worden gemaakt. 0 Tijdens de fase van het VBP dient te worden getoets of nog wordt voldaan aan de uitgangspunten zoals opgenomen in de QRA. Het gaat daarbij om de parameters van het gebruik en het systeem (civiel en TTI). In het bijzonder dient daarbij getoetst te worden of de RAMS karakteristieke van de voorzieningen passen binnen de uitgangspunten van de QRA. Tevens dient aangetoond te zijn dat aan het impliciete uitgangspunt van de QRA van een veilige vluchtweg voldaan wordt. Het vervoer van gevaarlijke stoffen door de tunnel moet tijdens onderhoud mogelijk blijven. Een omleidingsroute voor gevaarlijke stoffen is alleen een optie bij totale blokkade van de tunnel. Onderzoek en vaststellen van de omleidingsroutes dient plaats te vinden in de fase voorafgaand aan de openstelling van de tunnel. Bij onderhoud in de hoofd- of parallelbuis gaat deze geheel dicht. De naastgelegen buis blijft. Men vlucht dus naar een buis waar onderhoudswerkzaamheden plaatsvinden en waar de voorzieningen mogelijk (deels) niet werken. Afspraken maken met OHD, het bevoegd gezag en de gemeente Amsterdam als wegbeheerder. TGT #49 Review BP met TB & STV, TGT #4 Review BP met TB & STV, TGT #5 Review BP STV Review BP Nr Aandachtspunt Bron Werkgroep 3 Monitoring filevorming. Het effect van de op- en afritten in de tunnel op de kans op files is op dit moment onduidelijk en zal in de eerste periode gemonitord moeten worden tot er voldoende inzicht is in de filekans. QRA, TGT # Verkeersmanagement Veiligheidsbeheerplan Opleiding, training & oefening Beheerorganisatie Verkeersmanagement Calamiteitenbestrijding OTO Calamiteitenbestrijding Instandhouding Beheerorganisatie Veiligheidsbeheerplan Verkeersmanagement A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 45/76

48 Opstellen Veiligheidsbeheerplan Conform het proces zoals vastgelegd in de Leidraad Veiligheidsdocumentatie voor wegtunnels [Bijlage, onderdeel B, behorende bij de artikelen 5 en 6 van de Regeling aanvullende regels veiligheid wegtunnels] dient voorafgaand aan de openstelling van de tunnel het Veiligheidsbeheerplan te worden opgesteld. Het VBP is het document waarin de tunnelbeheerder - ten behoeve van de openstellingsvergunning - aantoont dat de tunnel in de gebruiksfase zodanig wordt geëxploiteerd dat blijvend aan de veiligheidseisen wordt voldaan. Tijdens de gebruiksfase is het Veiligheidsbeheerplan het instrument dat de tunnelbeheerder gebruikt om het vereiste veiligheidsniveau te handhaven. Het VBP vormt daarmee onderdeel van de aanvraag van de openstellingsvergunning en geeft de invulling van de wettelijke verplichting van de tunnelbeheerder hierbij. Het VBP bestaat uit onderstaande onderstaande elementen Veiligheidsbeheerplan (hoofddocument) Operationele voorbereiding Verkeersmanagement & bediening Opleiden, trainen en oefenen Paraplu document, opgesteld conform leidraad, nadere invulling Bouwplan, inclusief: - Systeembeschrijving - Actualiseren QRA (zonodig bij wijziging van verkeerscijfers en/of wijziging ontwerp (voorzover impact op de uitgangspunten QRA)). - veiligheidsmanagement; verbetercyclus (planning veilig-heid); Operationele voorbereiding: preventief, preparatief en repressief, zowel door de hulpdiensten (brandweer ambulancediensten po-litie - gemeente) als RWS (geel). Crisisbeheersing beoogt inciden-ten/calamiteiten te voorkomen en te beperken door het treffen van veiligheidsvoorzieningen, en incidenten/calamiteiten naar aard en omvang effectief te bestrijden indien deze zich daadwerkelijk voor-doen. Dit omvat tevens het tot stand brengen van de planvorming en het daar waar gewenst ondersteunen van het opleiden, trainen en oefenen voor het kunnen optreden in de tunnel(s); Verkeersmanagement: het borgen van de doorstroming van zowel het wegverkeer gedurende de normale bedrijfssituatie in de tunnel als de afhandeling van het wegverkeer bij (gedeeltelijke) stremmingen. De tunnel kan gestremd zijn door planmatig onderhoud of door incidenten/calamiteiten. Omdat de tunnel een schakel is in het landelijke hoofdwegennetwerk, dienen de verkeerskundige consequenties van stremmingen, naast lokaal, nadrukkelijk ook landelijk beschouwd te worden. Hiertoe dient een stelsel van scenario s en lokale en landelijke omleidingsroutes beschikbaar te komen; Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO). OTO beoogt zowel de dagelijkse bediening als het afhandelen van storingen / incidenten/calamiteiten te laten plaatsvinden door geoefende functionarissen van de beheerorganisatie (IXAS en RWS). Hiermee wordt bewerkstelligd dat de plannen en procedures in geval van storingen en ook bij calamiteiten soepel kunnen worden uitgevoerd. Dit A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 46/76

49 omvat zowel de noodzakelijke OTO vóór ingebruikstelling, als continu wederkerend gedurende de gehele gebruiksfase van de tunnel. Dit geldt binnen het VBP primair voor de gele (RWS) kolom. Het opleiden, trainen en oefenen van de hulpdiensten is onderdeel van deelgebied crisisbeheersing. Beheer en instandhouding (=assetmanagement) Aantoonbaarheid en dossiervorming Beheer & Instandhouding incl. procedures voor omgang met onderhoudssituaties en storingen, configuratiemanagement: handhaven van afgesproken beschikbaarheid en kwaliteits- en veiligheidsniveau van de tunnel; Het ten allen tijde aantonen dat de tunnel en de organisatie voldoet aan alle wettelijke eisen en het realiseren van de benodigde vergunningen, waaronder de Openstellingvergunning (en eventuele hernieuwde openstellingsvergunning(en) bij ingrijpende verandering(en) van het gebruik van de tunnel. Onderdeel hiervan betreft het Tunnelveiligheidsdossier. De in tabel 4. benoemde acties worden bij het opstellen van de uitwerking van het VBP meegenomen. Voor het opstellen van het VBP en daarbij de uitwerking van de deelprojecten is een Plan van Aanpak opgesteld. Hierin is opgenomen welke partijen betrokken zijn bij de verschillende onderdelen, welke producten opgesteld worden en de aanpak en planning van de werkzaamheden. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 47/76

50 BIJLAGEN Documenten waarnaar wordt verwezen in het Bouwplan, zijn opgenomen in de bijlagen. De bijlagen van het Tunnelveiligheidsplan zijn opgenomen voor zover er in het Bouwplan naar verwezen wordt. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 48/76

51 AFKORTINGENLIJST Term BP CaDo CBP CCTV DGO DGM DGW DVM DWG EMC GHOR GRIP HF HID H Li H Re HRR HRL HWN LFV LF LT LTR LTS MMI MTM mvt NAP NEN NRM OAG OG ON OTO OWN PvR / PVR PBL PBR P Li P Re QRA Rarvw RWS WNN SAA Toelichting Bouwplan Calamiteitendoorsteek Calamiteitenbestrijdingsplan Closed-circuit television Dienstgebouw Oost Dienstgebouw Midden Dienstgebouw West Dynamisch verkeersmanagement Dwarsgang Elektromagnetische compatibiliteit Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen Gecoördineerde regionale incidentbestrijdingsprocedure Hoogfrequent Hoofdingenieur-directeur Hoofdbuis Links Hoofdbuis Rechts Hoofdrijbaan Links Hoofdrijbaan Rechts Hoofdwegennet Logische functievervuller Liquid flammable Liquid toxic Landelijk Tunnelregisseur Landelijke Tunnelstandaard Mens-machine-interface Motorway traffic management Motorvoertuigen Normaal Amsterdams Peil Nederlandse norm Nederlands Regionaal Model Op-/afrit Gooiseweg Opdrachtgever Opdrachtnemer Opleiden, trainen, oefenen Onderliggend wegennet Profiel van vrije ruimte Parallelbaan Links Parallelbaan Rechts Parallelbuis Rechts Parallelbuis Links Quantitative risk assessment Regeling aanvullende regels veiligheid wegtunnels Rijkswaterstaat Dienst West Nederland Noord Schiphol, Amsterdam, Almere A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 49/76

52 Term SOS STV TB TEN TTI TVD TVP UPP VB VBP Snelheidsonderschrijdingsysteem Steunpunt Tunnelveiligheid Tracébesluit Trans Europees Netwerk Tunneltechnische installaties Tunnelveiligheidsdossier Tunnelveiligheidsplan Uniforme primaire processen veiligheidsbeambte Veiligheidsbeheerplan Toelichting VCNWN VWM WABO Warvw Wi VLG Wvgs WVL Verkeerscentrale Noord West Nederland Verkeer- en watermanagement Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels Wisselbuis Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen Wet vervoer gevaarlijke stoffen Wegverkeersleider A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 50/76

53 REFERENTIEDOCUMENTEN [] Rijkswatertaat, Strategisch inkoopplan tunnels (STRIT), 30 juni 0. [] Kabinet, Kabinetsbesluit SAA project, oktober 007. [3] Rijkswaterstaat, TunnelveiligheidsplanVersie.0, 4 april 008. [4] Bureau Veiligheidsbeambte, Advies Bureau Veiligheidsbeambte bij TVP.0, 0 mei 008. [5] Commissie Tunnelveiligheid, Advies Commissie Tunnelveiligheid bij TVP.0, 4 november 008. [6] Minister I&M, Tracé Besluit SAA-0, Definitief, maart 0. [7] Minister I&M, Tracé Besluit SAA-0, onherroeppelijk, 4 januari 0. [8] Minister I&M, Value Engineeringstudie, Akkoord Minister, 0 maart 0. [9] Rijkswaterstaat - ARCADIS, Tunnelveiligheidsplan.0 Gaasperdammertunnel, juni 0. [0] Rijkswaterstaat - ARCADIS, Scenarioanalyse. Gaasperdammertunnel, 5 mei 0. [] Rijkswaterstaat - ARCADIS, Kwantitatieve Risicoanalyse QRA (.5), 7 mei 0. [] Bureau Veiligheidsbeambte, Advies (Veiligheidsbeambte) aangepast TVP Gaasperdammertunnel, 9 juni 0. [3] Commissie Tunnelveiligheid, Brief Commissie Tunnelveiligheid, definitief advies Gaasperdammertunnel, 8 nov 0. [4] Rijkswaterstaat - Tunnelbeheerder, reactie tunnelbeheerder op advies van de veiligheidsbeambte, Augustus 0. [5] Minister I&M, Ontwerp Tracé Besluit SAA-0, juli 0. [6] Minister I&M, Tracé Besluit SAA-03, maart 03. [7] Minister I&M, Tracé Besluit SAA 03 onherroepelijk, 30 oktober 03. [8] Minister I&M, Ontwerp Tracé Besluit SAA-04, juni 04. [9] IXAS, A9GDW-DOC Verklaring Veilig Gebruik, 05. [0] Beleidsregels EV-beoordeling tracébesluiten, 04. [] Rijkswaterstaat, Richtlijnen Ontwerp Kunstwerken (ROK). RTD 00:03, versie., Januari 03. [] Rijkswaterstaat - Landelijke Tunnel Regisseur, Bedrijfsprocessen (UPP) RWS Tunnelsysteem, RWS-4649, 8 oktober 0. [3] Rijkswaterstaat, NRM West.3 (versie 04): Spreadsheet: NRM GE cijfers voor QRA, 04. [4] IXAS, Deelplan RAMS, [5] IXAS, A9GDW-DOC Memo_Uitgangspunten RAMS budget GDW, 05. [6] Rijkswaterstaat West-Nederland Noord, Eisenkader tunnelveiligheidsdossier wegtunnels,versie., 4 april 04. [7] Rijkswaterstaat, West-Nederland Noord, D-0 Tabel beheerders tunnelveiligheidsdossier, 5 mei 05. [8] Rijkswaterstaat, Wegontwerp in tunnels. Convergentie- en divergentiepunten in en nabij tunnels., 008. [9] Rijkswaterstaat, Nota van wijziging TVP.0 Gaasperdammertunnel, aug 0. [30] IXAS, SDR nota, juli 05. A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 5/76

54 SCHEMATISCH OVERZICHT TUNNEL A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 5/76

55 A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 53/76

56 SCHEMATISCHE WEERGAVE VLUCHTCONCEPT In het Systeemontwerp van de Gaasperdammertunnel zijn de verschillende calamiteitenscenario s per buis met de bijbehorende ventilatieregimes en vluchtroutes geïdentificeerd, zie afbeeldingen (A9-GDT) t/m 6. Hierin staan de ventilatierichtingen (zwarte pijlen) en vluchtroute (groene pijlen) aangegeven die horen bij de calamiteit. 3 Parallelbuis Rechts MTK Rechts 3 Hoofdbuis Rechts Ventilat ie richting Vluchtrichting Wisselbaan Hoofdbuis Links 3 MTK Links 3 Parallelbuis Links 3 Afbeelding (A9-GDT) ; Calamiteit in Parallelbuis Rechts 3 Parallelbuis Rechts MTK Rechts 3 Hoofdbuis Rechts Wisselbaan 3 Hoofdbuis Links MTK Links Ventilatie richting Vluchtrichting 3 Parallelbuis Links 3 Afbeelding (A9-GDT) ; Calamiteit in Parallelbuis Links A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 54/76

57 3 Parallelbuis Rechts MTK Rechts 3 Hoofdbuis Rechts Wisselbaan 3 Hoofdbuis Links MTK Links Ventilatie richting 3 Parallelbuis Links Vluchtrichting 3 Afbeelding (A9-GDT) 3; Calamiteit in Hoofdbuis Links 3 Parallelbuis Rechts MTK Rechts Vluchtrichting 3 Hoofdbuis Rechts Ventilatie richting Wisselbaan Hoofdbuis Links 3 MTK Links 3 Parallelbuis Links 3 Afbeelding (A9-GDT) 4; Calamiteit in Hoofdbuis Rechts 3 MTK Rechts Parallelbuis Rechts 3 Hoofdbuis Rechts Wisselbaan Rijrichting 3 3 MTK Links Hoofdbuis Links Parallelbuis Links Ventilat ie richting Vlucht richting 3 Afbeelding (A9-GDT) 5; Calamiteit in de wisselbaan, rijrichting oost-west A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 55/76

58 3 MTK Rechts Parallelbuis Rechts 3 Hoofdbuis Rechts Rijrichting Wisselbaan 3 3 MTK Links Hoofdbuis Links Parallelbuis Links Ventilatie richting Vlucht richting 3 Afbeelding (A9-GDT) 6; Calamiteit in de wisselbaan, rijrichting west-oost A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 56/76

59 LTR-ISSUES Gegevens in de omschrijvingen kunnen niet meer actueel zijn, doordat de issues zijn afgehandeld. Ticket Samenvatting Toelichting Verwerkingswijze #0 Issue Tunnel is lang Indien zich een calamiteit voordoet aan het einde van de tunnel (stroomafwaarts) duurt Compartimentering MTK het minimaal, vanwege de lengte van de tunnel, minimaal 45 minuten voordat vluchtenden Zie Bijlage K via het middentunnelkanaal (MTK) de tunnel hebben verlaten. In het kader van de scenario-analyse hebben de vergunningverlener van de Gemeente Amsterdam en de brandweer aangegeven dat dit naar hun mening te lang is. Volgens RWS bestaat er juridisch geen noodzaak om een kortere vluchtroute aan te beiden, maar is wel onderzocht of er alternatieve mogelijkheden zijn. #3 Benedenstrooms koppeling Tunnel TTI - externe VRI Bij een aantal incidenten bleek dat het afsluiten van een tunnelbuis voor problemen op het hele trace kan zorgen. Dit zelfde geldt voor filevorming door andere oorzaken. Dit brengt een aantal veiligheidsproblemen met zicht mee #58 Koppeling TTI en VRI In de parallelbuizen van de A9-Gaasperdammertunnel (A9-GDT)zijn toe- en afritten van en naar de Gooiseweg. Om bij een calamiteit de tunnel af te kunnen sluiten voor verkeer en de tunnel zo snel mogelijk leeg te kunnen laten rijden, is een koppeling gewenst van de TTI met de VRI op het kruispunt met de Gooiseweg. De TTI moet aan de VRI kunnen signaleren dat de tunnel(buis) wordt afgesloten. Zodoende kan de VRI op de toeritten van de Gooiseweg naar de A9 de verkeerslichten op rood zetten en op de afritten van de A9 naar de Gooiseweg de verkeerslichten op groen zetten. #59 BSTTI - Afstand vluchtdeuren In de parallelbuizen van de A9-Gaasperdammertunnel (A9-GDT)zijn toe- en afritten van en naar de Gooiseweg. Deze zijn gepositioneerd in de linkse rijstrook, tegen het middentunnelkanaal. Zie #58 Koppeling TTI en VRI Zie Bijlage K Door optimalisaties kan de 0m uit het ontwerp worden gehaald. VKF Tunnelventilatie VKF Veilige vluchtweg/overdruk VKF Voorkomen onbeheerst afsluiten X X X X A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 57/76

60 Ticket Samenvatting Toelichting Verwerkingswijze Om vanuit een parallelbuis te kunnen vluchten naar het middentunnelkanaal moeten Zie Bijlage K dwarsverbindingen worden gerealiseerd onder de toe- en afritten. Daarvoor moet echter wel hoogte beschikbaar zijn. In bijgevoegde tekening is een referentie-ontwerp gemaakt. Daaruit blijkt dat gezien de fysieke kenmerken van de A9-GDT de afstand tussen de vluchtdeuren ter hoogte van de toe- en afritten van en naar de Gooiseweg meer dan 00 meter uit elkaar komen te zitten. Het gaat met name over de afstand tussen de laatste vluchtdeur die direct in het middentunnelkanaal uitkomt en de eerste vluchtdeur die in een dwarsverbinding onder de toe- of afrit uitkomt; deze afstand is 0 meter. #304 BSTTI : Interbuiscoordinatie De interbuiscoordinatie zoals beschreven in de Tunnelstandaard gaat uit van een tunnel Is uitgwerkt in TTI ont- voor A9- met twee verkeersbuizen. werp. Zie Bijlage K Gaasperdammertunnel De A9-Gaasperdammertunnel (A9-GDT) heeft 5 verkeersbuizen, waaronder een Tidal Flow buis. Dit issue (de bijlage om precies te zijn) beschrijft het voorstel van de discipline TTI van het SAA-project hoe de interbuiscoordinatie van de A9-GDT te realiseren, zoveel mogelijk gebruikmakend van de principes uit de Tunnelstandaard. #307 SO + TTI + MMI : Koppeling TTI-MMI met bedienapplicatie wisselbaan Binnen het SAA project A9 Gaasperdammerweg worden een tunnel en een door die tunnel leidende wisselbaan gerealiseerd. Beide objecten zullen worden bediend door de VCNWN. Voor zowel de bediening van de wisselbaan als voor de bediening van de Tunnel Technische Installatie (TTI) wordt een bedienapplicatie gerealiseerd. De bedienapplicatie (TTI- MMI) voor de TTI volgt daarbij zoveel mogelijk de basisspecificatie en basisontwerp van de Man-Machine-Interface (MMI) volgens de Tunnelstandaard. De wisselbaan kan door middel van de wisselbaan bedienapplicatie (WBBA) worden geopend in één van beide rijrichtingen of worden afgesloten voor verkeer. Met de WBBA kan de wisselbaan worden geschouwd door middel van de camera's en kunnen de afsluitbomen en dynamische borden worden bediend. Bedienprotocol [0] VKF Tunnelventilatie X VKF Veilige vluchtweg/overdruk VKF Voorkomen onbeheerst afsluiten X A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 58/76

61 Ticket Samenvatting Toelichting Verwerkingswijze Midden in de wisselbaan ligt de A9-Gaasperdammertunnel (A9-GDT), die beschikt over een verkeersbuis met tidal flow (TF) functionaliteit. Deze TF buis is ongeveer 7 meter breed en heeft één rijstrook. Verder is deze voorzien van alle faciliteiten volgens de Tunnelstandaard. Om de wisselbaan te openen of te sluiten of van rijrichting te veranderen, moet ook de TF buis van de A9-GDT bediend worden. De TF buis is hierbij leidend voor de wisselbaan in verband met veiligheid; als de TF buis niet in de gewenste toestand gebracht kan worden, kan ook de wisselbaan als zodanig niet worden gebruikt. In een overleg op donderdag 6-sep-0 met Peter Hoogenboom (TM), Ewald van Dorst (TM TTI), Jan Dirk Voorwinde (DVM) en Martin van den Beukel (TTI) is, op basis van een memo (HB#83395) opgesteld door Arend van Ingen (DVM), de voorkeur uitgeproken voor een technische koppeling tussen de WBBA en de TTI-MMI. Het operationele concept daarvan wordt als volgt voorgesteld: De bedienaar van de WBBA initieert een aanvraagbericht naar de TTI-MMI. De bedienaar van de TTI-MMI controleert de toestand van de TTI en honoreert de aanvraag. De bedienaar van de TTI-MMI voert de aangevraagde functie uit voor de TF buis (openen, sluiten, van rijrichting wijzigen) en stuurt een bevestiging van de nieuwe, aangevraagde toestand naar de WBBA. De bedienaar van de WBBA ontvangt de bevestiging en werkt de verdere procedure af binnen de WBBA. De TTI-MMI zorgt ervoor dat de bevestiging naar de WBBA alleen gegeven kan worden als aan alle voorwaarden is voldaan. Denk hierbij aan de richting van de ventilatie, de TTI-camera's en verlichting, maar ook de toestand van de afsluitbomen, verkeerslichten, MTM-koppeling, CaDo?'s en VeVa?'s. Voor de volledigheid zij opgemerkt dat binnen het technisch team van de A9-GDW (disciplines DVM en TTI) is afgesproken om voor het schouwen van de wisselbaan aparte ca- VKF Tunnelventilatie VKF Veilige vluchtweg/overdruk VKF Voorkomen onbeheerst afsluiten A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 59/76

62 Ticket Samenvatting Toelichting Verwerkingswijze mera's op te laten hangen in de TF buis. Daarvoor worden dus niet de camera's van de TTI gebruikt. Dit levert weliswaar dubbele camera's op, maar er is geen integratie van systemen nodig. #569 BSTTI : Uitwerking Details van de vluchtdeur, zoals dorpel, en details aansluiting vluchtdeur op het beton Zie Bijlage K 4..5 en details vluchtdeur / zijn aangepast en/of verbeterd. tekeningen kozijn en kozijnen / In de BSTTI eis 9637 wordt verwezen naar de SATO artikel en artikel beton #709 Algemeen: Invulling vluchtconcept SAA A9- GDT (RARVW) #7 Algemeen : Overdrukconcept SAA A9-GDT (RARVW) #735 SO + BSTTI : Het niet kunnen toepassen van een statische UPS zoals beschreven in de LTS Het vluchtconcept voor de A9-GDT combineert vluchten vanuit een middentunnelkanaal met einddeuren, met vluchten naar de verkeersvrij te maken ondersteunende buis. Voor een juiste en veilige afwikkeling van het vluchtproces zijn aanvullende voorzieningen in de tunnelbuizen en de middentunnelkanalen noodzakelijk. Het realiseren van de overdruk veilige ruimte binnen de kaders en eisen gesteld door de standaard is voor de lange MTK s van de A9 Gaasperdammertunnel niet zondemeer mogelijk gebleken. Met name het realiseren van de overdruk bij 30% van de vluchtdeuren geopend in combinatie met de maximale luchtsnelheid in het MTK van 5 m/s vormde hierbij een uitdaging. Voor de Gaasperdammertunnel betekent de 30% eis het gelijktijdig geopend zijn van 9 vluchtdeuren (MTK-links 9,3 en MTK-rechts 8,4) in een MTK met een lengte van 3 kilometer. Door IXAS is voor de elektrische energievoorziening een concept voorgesteld waarin gebruik wordt gemaakt van één netaansluiting (0 kv), en als alternatief voor de combinatie statische UPS en NSA, twee DRUPS (redundante opstelling) worden toegepast. Voor de single line wordt verwezen naar bijlage [Single Line]. De eisen met betrekking tot het toepassen van statische UPS systemen zouden hiermee komen te vervallen. Zie Bijlage K 5. Vluchtconcept VKF Tunnelventilatie Zie Bijlage K 5.. X X VKF Veilige vluchtweg/overdruk VKF Voorkomen onbeheerst afsluiten Zie bijlage K hfst 4 x x x X X A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 60/76

63 Ticket Samenvatting Toelichting Verwerkingswijze Eén netaansluiting (0 kv) conform contract. Twee DRUPS (ieder 3000 kva) met eigen Step-Up trafo. Overname netbelasting op 0 kv niveau. Capaciteit van de DRUPS; - beide DRUPS operationeel; voldoende voor calamiteit bedrijf (4 uur) conform LTS. - één DRUP operationeel; voldoende voor voeden van alle kritische verbruikers conform LTS. VKF Tunnelventilatie VKF Veilige vluchtweg/overdruk VKF Voorkomen onbeheerst afsluiten #74 Vluchtconcept SAA- GDT : Rookvrij houden ondersteunende buis Overname belasting van de net voeding bij netuitval zonder nul doorgang (niet door donker ) door het vliegwiel. Daarmee wordt deze functie van de statische UPS ingevuld. Scheiding kritische en niet kritische verbruikers op niveau 690/400V verdelers. Vluchtconcept Gaasperdammertunnel bestaat er uit dat vluchtroute (deels) door de ondersteunende buis loopt. Daarom is het rookvrij houden van de ondersteunende buis van cruciaal belang. Immers, bij QRA-tunnel wordt er van uitgegaan dat zodra een vluchter vanuit de calamiteitenbuis de vluchtdeur heeft gepasseerd, hij zich in een veilige omgeving bevindt. Er is geen eis geformuleerd voor toelaatbaar systeem falen, van het systeem rookvrij houden ondersteunende buis. Om dit probleem op te lossen wordt voorgesteld een systeemfaalkans voor het rookvrijhouden van de ondersteunende buis te formuleren. In de BSTTI is een eis gesteld aan de capaciteit ingeval van omkeerbare ventilatie : o De BSTTI eis 9367 : Als optiepakket 3 niet van toepassing is en als tegen de rijrichting in geventileerd moet worden om de buis rookvrij te houden, dient de geïnstalleerde ventilatiecapaciteit tegen de rijrichting in minimaal 33% (op basis van het elektrische vermogen) te zijn van Zie Bijlage K 5. X X A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 6/76

64 Ticket Samenvatting Toelichting Verwerkingswijze de functioneel benodigde capaciteit. In Systeem Ontwerp A9-GDT is een eis gesteld aan verdeling van ventilatie capaciteit in geval van calamiteit : o Zie paragraaf.5.6 Uitgangspunt voor ventilatie capaciteit in de ondersteunende buis = 33% van het totaal aantal ventilatoren (langs en ingang) als omkeerbaar uitgevoerd en ingeschakeld. Er is geen eis geformuleerd voor toelaatbaar systeem falen, van het systeem rookvrij houden ondersteunende buis. Berekening bij 30% van de tunnelclusterventilatoren geeft faalkans van %. Deze achten wij te groot voor de vluchtroute. Voorstel is :. Inzet van alle omkeerbare ventilatoren (gesteld als 80% van de totaal aanwezige ventilatiecapaciteit in de buis).. Daarbij is de (systeem) faalkans in deze situatie kleiner dan 5xE Om te blijven binnen de totale vermogensbalans wordt het acceptabel geacht als in die situatie niet meer wordt voldaan aan de 50% ventilatievermogen eis voor de overige tunnelbuizen in state ondersteunend. 4. Zie paragraaf.5.6 SO A9-GDT. VKF Tunnelventilatie VKF Veilige vluchtweg/overdruk VKF Voorkomen onbeheerst afsluiten A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 6/76

65 CONTACTGEGEVENS BETROKKEN PARTIJEN Tabel 4-3: Contactgegevens betrokken partijen Actor Hoofdingenieur-directeur (HID) west Nederland Noord, tunnelbeheerder Bevoegd gezag Veiligheidsbeambte Hulpverleningsdiensten Verkeerscentrale Noordwest Nederland Opdrachtgever Contactgegevens Dhr. F. Delpeut Rijkswaterstaat Noord-Holland Toekanweg LC Haarlem Postbus DC Haarlem T: B&W Gemeente Amsterdam Gemandateerd voor tunnels OD NZKG Dhr T. Brandt Postbus EE Zaandam prof. ir. J.W. Bosch Veiligheidsbeambte Rijkstunnels Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur Bureau Veiligheidsbeambte Griffioenlaan, 356 LA Utrecht T: Brandweer Amsterdam-Amstelland Dhr. R. Beij Karspeldreef 6, Amsterdam Postbus AD Amsterdam T: Politie Amsterdam-Amstelland Dhr. G. Gerritsen Postbus CG Amsterdam T: Verkeerscentrale De Wijde Blik Dhr. G. van Calkar Amsterdamseweg 5 98 LE Velsen-Zuid Postbus AC Velsen-Zuid T: RWS Projectbureau SAA-A9GDW Y. Norg Contractmanager A9 Gaasperdammerweg Bureau GHOR Amsterdam-Amstelland Mevr. A. Boer Postbus CE Amsterdam T: A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 63/76

66 Opdrachtnemer Burgemeester Stramanweg 00-B 0 EM Amsterdam T: P. Schouten IXAS - EPCM Directeur Paalbergweg 05 AG Amsterdam A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 64/76

67 ORGANOGRAM RIJKSWATERSTAAT WEST-NEDERLAND NOORD A9GDW-DOC rev. 3.0 Bouwplan 65/76

Tracébesluit SAA Aanvullende beschouwing Externe veiligheid

Tracébesluit SAA Aanvullende beschouwing Externe veiligheid Notitie Datum 30 mei 2012 Kenmerk N001-1207995RTG-pws-V02-NL Tracébesluit SAA Aanvullende beschouwing Externe veiligheid 1 Inleiding Het Tracébesluit Weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (2011) heeft

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Project Holendrecht-Diemen (A9 Gaasperdammerweg)

Informatiebijeenkomst Project Holendrecht-Diemen (A9 Gaasperdammerweg) Informatiebijeenkomst Project Holendrecht-Diemen (A9 Gaasperdammerweg) Malou van der Pal Omgevingsmanager IXAS Zuid-Oost 1 Agenda 1. Veiligheid 2. Wie is IXAS? 3. Projectgebied, kenmerken en aanpak IXAS

Nadere informatie

Bijlagen. Inhoudsopgave bijlagen. Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat

Bijlagen. Inhoudsopgave bijlagen. Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat Bijlagen Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat Inhoudsopgave bijlagen Tunnelveiligheidsplan Bijlage A Referenties Bijlage B Contactgegevens Bijlage C Langs- en dwarsdoorsneden ontwerp Bijlage D Situatietekeningen

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. wetsvoorstel Warvw concept wijzigingsregeling Rarvw - Suzanne Borneman

Wet- en regelgeving. wetsvoorstel Warvw concept wijzigingsregeling Rarvw - Suzanne Borneman Wet- en regelgeving wetsvoorstel Warvw concept wijzigingsregeling Rarvw - Suzanne Borneman Woord vooraf Voor hetgeen deze presentatie informatie bevat over de inhoud van het wetsvoorstel, geldt dat die

Nadere informatie

Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (2013) I Besluit

Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (2013) I Besluit Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (2013) I Besluit Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (2013) I Besluit januari 2013 Vastgesteld op 21 maart 2013 De minister van

Nadere informatie

A9 Gaasperdammerweg stand van zaken t.b.v. bijeenkomst AGG. Lammert Postma

A9 Gaasperdammerweg stand van zaken t.b.v. bijeenkomst AGG. Lammert Postma A9 Gaasperdammerweg stand van zaken t.b.v. bijeenkomst AGG Lammert Postma 22 februari 2012 Inhoud presentatie Programma Schiphol Amsterdam Almere Project A9 Gaasperdammerweg stand van zaken Bouwfasering

Nadere informatie

Veiligheidsbeambte wegtunnels Rijkswaterstaat

Veiligheidsbeambte wegtunnels Rijkswaterstaat Processchema s veiligheidsbeambte -2014-080, 2 juni 2014, versie 1.0 Proces afhandeling Probleem Doel afhandeling Vastleggen van het van de veiligheidsbeambte. Behandeling in B overleg aanvraag Ja aanvraag??

Nadere informatie

Project Zuidasdok. Steven Delfgaauw en Ivo Visser. 28 april 2015 KIVI-TTOW

Project Zuidasdok. Steven Delfgaauw en Ivo Visser. 28 april 2015 KIVI-TTOW Project Zuidasdok Steven Delfgaauw en Ivo Visser 28 april 2015 KIVI-TTOW 1 Inhoud Zuidas en Zuidasdok Stand van zaken Uitdagingen Vragen uit de zaal 2 3 Zuidas Amsterdam Nieuw gemengd stedelijk gebied

Nadere informatie

RIJKSWATERSTAAT NOORD-HOLLAND

RIJKSWATERSTAAT NOORD-HOLLAND TUNNELVEILIGHEIDSPLAN 2.0 GAASPERDAMMERTUNNEL RIJKSWATERSTAAT NOORD-HOLLAND 1 juni 2012 076414033:C - Definitief D01011.000607.0200 Release notes Versiebeheer Datum Auteur(s) Versie Opmerkingen 14-04-2008

Nadere informatie

Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere. I Besluit

Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere. I Besluit Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere I Besluit Pagina 4 van 42 Inhoud I Tracébesluit II Bijlagen III Tracékaarten IV Toelichting Pagina 5 van 42 I Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere

Nadere informatie

Presentatie SIKB 11 oktober 2016

Presentatie SIKB 11 oktober 2016 Project Holendrecht-Diemen (A9 Gaasperdammerweg) Presentatie SIKB 11 oktober 2016 Juanne Rours communicatie en omgevingsmanager bewoners 1 Agenda Veiligheid: safety topic Wie is IXAS? Programma Schiphol

Nadere informatie

Nils Rosmuller Lector Transportveiligheid IFV/TNO. 24 mei 2013

Nils Rosmuller Lector Transportveiligheid IFV/TNO. 24 mei 2013 Nils Rosmuller Lector Transportveiligheid IFV/TNO 24 mei 2013 Onderwerpen 1) Aanleiding 2) Totstandkoming 3) De planfase: wat moet en wat is handig? 4) De ontwerpfase: wat moet en wat is handig? 5) De

Nadere informatie

Bijlage 2 behorende bij de artikelen 5 en 6 van de Regeling aanvullende regels veiligheid wegtunnels en artikel 2.13 van de Regeling Omgevingsrecht.

Bijlage 2 behorende bij de artikelen 5 en 6 van de Regeling aanvullende regels veiligheid wegtunnels en artikel 2.13 van de Regeling Omgevingsrecht. Bijlage 2 behorende bij de artikelen 5 en 6 van de Regeling aanvullende regels veiligheid wegtunnels en artikel 2.13 van de Regeling Omgevingsrecht. Leidraad veiligheidsdocumentatie voor wegtunnels Leidraad

Nadere informatie

Boek over werkzaamheden spoorkruising. 18 mei 2015 mei 2016

Boek over werkzaamheden spoorkruising. 18 mei 2015 mei 2016 Boek over werkzaamheden spoorkruising 18 mei 2015 mei 2016 1 In dit boek Weguitbreiding Schiphol Amsterdam - Almere Project A9 Gaasperdammerweg De werkzaamheden bij de spoorkruising Hinder en maatregelen

Nadere informatie

Ontwerp-Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (2012) I Besluit

Ontwerp-Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (2012) I Besluit Ontwerp-Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (2012) I Besluit Ontwerp-Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (2012) I Besluit juni 2012 Vastgesteld op: De minister van

Nadere informatie

Presentatie Weguitbreiding Schiphol- Amsterdam-Almere, deeltraject A1/A6. Jan Slager projectdirecteur SAA

Presentatie Weguitbreiding Schiphol- Amsterdam-Almere, deeltraject A1/A6. Jan Slager projectdirecteur SAA Presentatie Weguitbreiding Schiphol- Amsterdam-Almere, deeltraject A1/A6 Jan Slager projectdirecteur SAA 24 oktober 2011 Inhoud Schiphol-Amsterdam-Almere (SAA) Planning SAA Deeltraject A1/A6 knp Diemen

Nadere informatie

Presentatie SAA-project A9BAHO. Bedrijvenbijeenkomst Breikers Amstelveen. 27 september Kees Abrahamse Omgevingsmanager RWS. Inhoud presentatie

Presentatie SAA-project A9BAHO. Bedrijvenbijeenkomst Breikers Amstelveen. 27 september Kees Abrahamse Omgevingsmanager RWS. Inhoud presentatie Presentatie SAA-project A9BAHO Bedrijvenbijeenkomst Breikers Amstelveen 27 september 2018 Kees Abrahamse Omgevingsmanager RWS HB3600750 28-9-2018 Inhoud presentatie Voorgeschiedenis programma Schiphol-Amsterdam-Almere

Nadere informatie

Bijlage A: Variantenbeschrijving

Bijlage A: Variantenbeschrijving Bijlage A: Variantenbeschrijving 1 Variant A: Brug huidige locatie Figuur 1: Variant A Figuur 2: Ontwerptekening In deze variant wordt de nieuwe Steekterbrug op de bestaande locatie gerealiseerd (zie figuur

Nadere informatie

Twee weekenden werkzaamheden in knooppunt Holendrecht en op A9 bij Muntbergweg

Twee weekenden werkzaamheden in knooppunt Holendrecht en op A9 bij Muntbergweg Bouwbericht Gaasperdammerweg In opdracht van Rijkswaterstaat werkt IXAS aan de uitbreiding van de tussen de knooppunten Holendrecht en Diemen: de Gaasperdammerweg. De werkzaamheden aan de maken deel uit

Nadere informatie

Tunnelmond A6/A9 nabij knooppunt Muiderberg

Tunnelmond A6/A9 nabij knooppunt Muiderberg abcdefgh Rijkswaterstaat Tunnelmond A6/A9 nabij knooppunt Muiderberg Een beschrijving van de problemen en de mogelijke oplossingen 28 maart 2006 abcdefgh Rijkswaterstaat Tunnelmond A6/A9 nabij knooppunt

Nadere informatie

GAASPERDAMMERTUNNEL - BOUWPLAN

GAASPERDAMMERTUNNEL - BOUWPLAN Project: Gaasperdammertunnel Review door: Ronald Mante Datum: 29-8-2015 Versie: 1.0 Status: Gereviewde documenten: Bouwplan bouwplan ontwerp voorzieningen verificatierapport tunnelconstructie verificatie

Nadere informatie

Weguitbreiding Schiphol- Amsterdam-Almere (SAA) Project A9 Gaasperdammerweg. Lammert Postma

Weguitbreiding Schiphol- Amsterdam-Almere (SAA) Project A9 Gaasperdammerweg. Lammert Postma Weguitbreiding Schiphol- Amsterdam-Almere (SAA) Project A9 Gaasperdammerweg Lammert Postma 22-6-2016 Inhoud 1. Stand van zaken weguitbreiding SAA 2. Start nieuwe fase, namelijk de bouw van de tunnel 3.

Nadere informatie

architectuur stedenbouw landschap

architectuur stedenbouw landschap SAA A9 Projectteam Ernst van Rijn / Paul Kersten / Sacha Buck / Opdrachtgever Rijkswaterstaat Danli Sheng / Svet Gavrilov / Siske van Hoof Noord-Holland Ontwerp vanaf 2011 De Noordvleugel van de Randstad

Nadere informatie

#38 31 mei 2016 TUNNELSPECIAL. Geachte heer, mevrouw,

#38 31 mei 2016 TUNNELSPECIAL. Geachte heer, mevrouw, #38 31 mei 2016 TUNNELSPECIAL Geachte heer, mevrouw, In opdracht van Rijkswaterstaat werkt IXAS aan de uitbreiding van de A9 tussen de knooppunten Holendrecht en Diemen: de Gaasperdammerweg. De werkzaamheden

Nadere informatie

Ontwerp-Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (2012) IV Toelichting

Ontwerp-Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (2012) IV Toelichting Ontwerp-Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (2012) IV Toelichting Ontwerp-Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (2012) IV Toelichting juni 2012 Pagina 4 van 28 Inhoud

Nadere informatie

I AS. Hemelwaterafvoer KW 013. Ontwerprapport A9GDW-DOC Patrick van Os. Projectfase. Definitief Ontwerp. Activiteittyp'e. Ontwerp.

I AS. Hemelwaterafvoer KW 013. Ontwerprapport A9GDW-DOC Patrick van Os. Projectfase. Definitief Ontwerp. Activiteittyp'e. Ontwerp. I AS Ontwerprapport Hemelwaterafvoer KW 013 Revisie Autorisator Patrick van Os DO-B-K13-ALG-004 Projectfase m Definitief Ontwerp Objecten Activiteittyp'e OBJ-000182 Ontwerp Segment - Werkpakket WP-25 VRIJGEGEVEN

Nadere informatie

Colofon. Uitgegeven door: Rijkswaterstaat Noord Holland. Informatie: Telefoon: Uitgevoerd door: Arcadis. Datum: Definitief concept. Versienummer: 1.

Colofon. Uitgegeven door: Rijkswaterstaat Noord Holland. Informatie: Telefoon: Uitgevoerd door: Arcadis. Datum: Definitief concept. Versienummer: 1. ....................................................................................... Colofon Uitgegeven door: Rijkswaterstaat Noord Holland Informatie: Telefoon: Uitgevoerd door: Arcadis Gecontroleerd

Nadere informatie

Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (2013) IV Toelichting

Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (2013) IV Toelichting Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (2013) IV Tracébesluit weguitbreiding Schiphol- Amsterdam-Almere (2013) IV januari 2013 Pagina 4 van 38 Inhoud Inhoud 5 1 Redenen voor wijziging van

Nadere informatie

Praktijkervaring Leidsche Rijntunnel A2

Praktijkervaring Leidsche Rijntunnel A2 Instituut Fysieke Veiligheid Praktijkervaring Leidsche Rijntunnel A2 Reinier Boeree projectmanager veilige infrastructuur IFV 150.000 voertuigen per etmaal dit is ca 50 miljoen voertuigen per jaar

Nadere informatie

3.11 Tracé Prinses Beatrixlaan

3.11 Tracé Prinses Beatrixlaan DHV B.V. 3.11 Tracé Prinses Beatrixlaan 3.11.1 Beschrijving Het Tracé Prinses Beatrixlaan sluit aan op de bestaande afrit 11 Rijswijk en Delft van de A4. De helling van het viaduct over de A4 wordt in

Nadere informatie

Regelgeving brandwerendheid wegtunnels

Regelgeving brandwerendheid wegtunnels Regelgeving brandwerendheid wegtunnels 16 november 2017 Rutger Veldhuijsen Inhoud Omgevingsdienst NZKG, mandaat tunnels Verandermomenten in de tunnelregelgeving Regelgeving brandwerendheid Consequenties

Nadere informatie

Tracé Boortunnel lange variant

Tracé Boortunnel lange variant DHV B.V. 3.5 Tracé Boortunnel lange variant 3.5.1 Beschrijving Vanaf de A13 gaat het Tracé Boortunnel lange variant (BTL) omlaag om de A4, alle aansluitingen van knooppunt Ypenburg en de Laan van Hoornwijck

Nadere informatie

Samen een tunnel bouwen

Samen een tunnel bouwen Samen een tunnel bouwen Benny Nieswaag - Rijkswaterstaat Bernadette Paping - ProRail COB congres 2013 Programma Het project Combiplan Nijverdal Bouwproces van de tunnel Samenwerking ProRail en Rijkswaterstaat

Nadere informatie

> RETOURADRES Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht BEZOEKADRES Mosae Forum DW Maastricht Aan de dames en heren, leden van de gemeenteraad

> RETOURADRES Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht BEZOEKADRES Mosae Forum DW Maastricht Aan de dames en heren, leden van de gemeenteraad > RETOURADRES Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht BEZOEKADRES Mosae Forum 10 6211 DW Maastricht Aan de dames en heren, leden van de gemeenteraad POSTADRES Postbus 1992 6201 BZ Maastricht ONDERWERP DATUM BIJLAGEN

Nadere informatie

Voor de realisatie van voornoemd project worden werkterreinen en bouwwegen ingericht.

Voor de realisatie van voornoemd project worden werkterreinen en bouwwegen ingericht. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 6117 4 februari 2016 Verkeersbesluit plaatsing verkeersborden en aanbrengen verkeerstekens op het wegdek van afrit Harlingen

Nadere informatie

Projectnummer: D Opgesteld door: ing. S Methorst. Ons kenmerk: :B. Kopieën aan:

Projectnummer: D Opgesteld door: ing. S Methorst. Ons kenmerk: :B. Kopieën aan: MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 3515 235 www.arcadis.nl Onderwerp: Addendum QRA filekans en dynamisch verkeersmanagement behorend bij TVP

Nadere informatie

Richtlijn structuur en inhoud tunnelveiligheidsdossier

Richtlijn structuur en inhoud tunnelveiligheidsdossier Richtlijn structuur en inhoud veiligheidsdossier Op basis van de Warvw en Rarvw 2013 Datum 25 juni 2014 Status Definitief Richtlijn structuur en inhoud veiligheidsdossier Op basis van de Warvw en Rarvw

Nadere informatie

Aanvulling toets Natuurbeschermingswet ivm de wijziging van het Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam- Almere

Aanvulling toets Natuurbeschermingswet ivm de wijziging van het Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam- Almere Aanvulling toets Natuurbeschermingswet ivm de wijziging van het Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam- Almere Datum 12 juni 2012 Status Definitief Inhoud 1 Inleiding 5 2 Nadere beschouwing wijzigingen

Nadere informatie

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden 33 Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 34 Veiligheidsregio Haaglanden HlMlIIlil

Nadere informatie

2 Programma Schiphol Amsterdam - Almere

2 Programma Schiphol Amsterdam - Almere Welkom Inloopavond A9 Gaasperdammerweg 11 september 2013 SAA project A9 Gaasperdammerweg 18:00 22:00 uur 19:30 uur presentatie werkzaamheden 2014 11 september 2013 Lammert Postma 11 september 2013 Inhoud

Nadere informatie

Tracébesluit A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting

Tracébesluit A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting Tracébesluit A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting Datum Maart 2015 Status Tracébesluit Pagina 2 van 7 Aanpassingen A1 Apeldoorn-Zuid Beekbergen Voor u ligt de samenvatting van het Tracébesluit A1

Nadere informatie

BESLUIT. Voor de gemeente Almere heeft dit Tracébesluit tot gevolg dat de Steigerdreef wordt aangelegd en de Hogering wordt aangepast.

BESLUIT. Voor de gemeente Almere heeft dit Tracébesluit tot gevolg dat de Steigerdreef wordt aangelegd en de Hogering wordt aangepast. BESLUIT INGEVOLGE ARTIKEL 83 en 110a VAN DE WET GELUIDHINDER TOT VASTSTELLING VAN HOGERE WAARDEN WEGVERKEER VOOR WONINGEN NABIJ DE STEIGERDREEF EN HOGERING TE ALMERE BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ALMERE;

Nadere informatie

Vinger-aan-de-pols-Overleg 008 Stichting Aktie Gezondheid Gaasperdam, RWS, IXAS

Vinger-aan-de-pols-Overleg 008 Stichting Aktie Gezondheid Gaasperdam, RWS, IXAS Vinger-aan-de-pols-Overleg 008 Stichting Aktie Gezondheid Gaasperdam, RWS, IXAS 24 mei 2016 18:30-20:00u, Kantoor IXAS Lammert Postma, Omgevingsmanager RWS Malou van der Pal, Omgevingsmanager IXAS 1 Agenda

Nadere informatie

Aanvullende toelichting over Meest Milieuvriendelijke Alternatief en niet-verbreden van de bak in de A27 bij Ring Utrecht A27/A12

Aanvullende toelichting over Meest Milieuvriendelijke Alternatief en niet-verbreden van de bak in de A27 bij Ring Utrecht A27/A12 Aanvullende toelichting over Meest Milieuvriendelijke Alternatief en niet-verbreden van de bak in de A27 bij Ring Utrecht A27/A12 Datum: 21 juni 2011 Besproken/vastgesteld: Bestuurlijke Stuurgroep Ring

Nadere informatie

Tunnelveiligheid. een introductie

Tunnelveiligheid. een introductie Tunnelveiligheid een introductie Introductie Roel Scholten Coördinator Tunnels & Veiligheid Centrum Ondergronds Bouwen en ruimtegebruik Coördinator Kennisplatform Tunnelveiligheid Directeur NedMobiel Adviseur

Nadere informatie

Tunnels in DBFM. Blankenburgverbinding. Ir. Y.H. Norg Contractmanager BBV. Delft, 10 mei 2017

Tunnels in DBFM. Blankenburgverbinding. Ir. Y.H. Norg Contractmanager BBV. Delft, 10 mei 2017 Tunnels in DBFM Blankenburgverbinding Ir. Y.H. Norg Contractmanager BBV Delft, Inhoud presentatie 1. Korte achtergrond project Blankenburgverbinding 2. Tunnelsysteem in relatie tot tracé keuze 3. Tunnelprocessen

Nadere informatie

Weguitbreiding Schiphol-Amsterdam- Almere (SAA) A1/A6 Diemen Almere Havendreef. Voorzitter: Albert Jan Schiphorst 27 oktober 2015 Almere

Weguitbreiding Schiphol-Amsterdam- Almere (SAA) A1/A6 Diemen Almere Havendreef. Voorzitter: Albert Jan Schiphorst 27 oktober 2015 Almere Weguitbreiding Schiphol-Amsterdam- Almere (SAA) A1/A6 Diemen Almere Havendreef Voorzitter: Albert Jan Schiphorst 27 oktober 2015 Almere Introductie Aanwezige organisaties: Bouwcombinatie SAAone Provincie

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Besluiten: Vast te stellen de Verordening uitsluitend recht weg- en tunnelbeheer N434

PROVINCIAAL BLAD. Besluiten: Vast te stellen de Verordening uitsluitend recht weg- en tunnelbeheer N434 PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Zuid-Holland Nr. 8916 3 december 2018 Verordening van Provinciale Staten van Zuid-Holland van 14 november 2018, PZH-2018-646944240 (DOS-2010-0019784)

Nadere informatie

Figuur 1 Schematisch weergave tijdelijke hulpbrug nabij A1 Muiderberg.

Figuur 1 Schematisch weergave tijdelijke hulpbrug nabij A1 Muiderberg. Groenmarktstraat 39 3521 AV Utrecht T 030 2970391 info@dbvision.nl www.dbvision.nl Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat West-Nederland Noord t.a.v. de heer N. Dollee Postbus 3119 2001

Nadere informatie

Weguitbreiding Schiphol- Amsterdam-Almere (SAA) Project A9 Gaasperdammerweg

Weguitbreiding Schiphol- Amsterdam-Almere (SAA) Project A9 Gaasperdammerweg Weguitbreiding Schiphol- Amsterdam-Almere (SAA) Project A9 Gaasperdammerweg Inhoud presentatie 1. Stand van zaken weguitbreiding SAA 2. Project A9 Gaasperdammerweg 3. Stand van zaken verleggen van kabels

Nadere informatie

Wat wordt de toekomst van de Zuidelijke Ringweg Groningen

Wat wordt de toekomst van de Zuidelijke Ringweg Groningen Wat wordt de toekomst van de Zuidelijke Ringweg Groningen 1 INHOUD Inleiding 3 Vijf oplossingen 4 Beoordelingskader 5 Vervolg 10 INFORMATIE EN CONTACT Voor informatie over de zuidelijke ringweg kunt u

Nadere informatie

Elementaire ontwerpen. MIRT-verkenning corridorstudie Amsterdam- Hoorn

Elementaire ontwerpen. MIRT-verkenning corridorstudie Amsterdam- Hoorn Elementaire ontwerpen MIRT-verkenning corridorstudie Amsterdam- Hoorn Opbouw 1. Doel presentatie 2. Ontwerpen knp Zaandam Functioneel (waarom) Ontwerp richtingen Keuzes in pakketten 3. Overige ontwerpen

Nadere informatie

A9 Gaasperdammerweg. Frans de Kock

A9 Gaasperdammerweg. Frans de Kock A9 Gaasperdammerweg Frans de Kock 10 december 2015 2 Programma Schiphol Amsterdam - Almere Doel: Het verbeteren van de bereikbaarheid en leefbaarheid op de verbinding Schiphol-Amsterdam-Almere Resultaat:

Nadere informatie

0 Voldoet de tunnel in dit plan aantoonbaar aan de eisen?

0 Voldoet de tunnel in dit plan aantoonbaar aan de eisen? 0.0.0.00.00.000 0. ALGEMENE EISEN AAN HET PLAN 0 Voldoet de tunnel in dit plan aantoonbaar aan de eisen? 1 0.1.0.00.00.000 1 Indien er sprake is van een wezenlijke wijziging en deze wijziging vergunningsplichtig

Nadere informatie

Ontwerp-Tracébesluit A16 Rotterdam

Ontwerp-Tracébesluit A16 Rotterdam Ontwerp-Tracébesluit A16 Rotterdam Tunnelveiligheidsplan Bijlage I Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat. Ontwerp-Tracébesluit A16 Rotterdam Tunnelveiligheidsplan Datum Augustus 2015 Status Definitief

Nadere informatie

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit Notitie Vergelijking Plateau- en lagenfurt RWS Limburg juli 2007 1 1. Samenvatting en conclusies Rijkswaterstaat heeft in samenwerking met TNO de effecten in en rond Venlo van Rijksweg 74 op luchtkwaliteit

Nadere informatie

Tracé Haagweg. 3.9.1 Beschrijving. 3.9.2 Bouwfase. >Ø 1500 x 5 >Ø 800 >Ø 1500 x 4 <Ø 800 x 22. 150 KV x 1 10 KV x 9 DHV B.V.

Tracé Haagweg. 3.9.1 Beschrijving. 3.9.2 Bouwfase. >Ø 1500 x 5 >Ø 800 >Ø 1500 x 4 <Ø 800 x 22. 150 KV x 1 10 KV x 9 DHV B.V. DHV B.V. 3.9 Tracé Haagweg 3.9.1 Beschrijving Het Tracé Haagweg gaat vanaf knooppunt Ypenburg direct ondergronds ter hoogte van de bestaande aansluiting van de Laan van Delfvliet op de Laan van Hoornwijck.

Nadere informatie

*15.173770* 15.173770

*15.173770* 15.173770 omgevingsvergunning brandveilig gebruik van het zorgcentrum brandveilig gebruik van het zorgcentrum Beschikking 243812 *15.173770* 15.173770 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING nr. 243812 Uitgebreide procedure

Nadere informatie

Complexe projecten door de van OG. ir. Y.H. Norg, Projectmanager RWS, Contractmanager A9 GDW

Complexe projecten door de van OG. ir. Y.H. Norg, Projectmanager RWS, Contractmanager A9 GDW Complexe projecten door de van OG ir. Y.H. Norg, Projectmanager RWS, Contractmanager A9 GDW Inhoud Integraal projectmanagement IPM-model Programma Schiphol-Amsterdam-Almere (SAA) Inkoopfilosofie SAA Project

Nadere informatie

RAPPORT AKOESTISCH ONDERZOEK

RAPPORT AKOESTISCH ONDERZOEK RAPPORT AKOESTISCH ONDERZOEK behorende bij het wijzigingsplan Duinweg, Drunen gemeente Heusden Kaarten: Bijlage: behorende bij de computeroutput computeroutput SRM II projectgegevens: RAO01-MLX00001-01A

Nadere informatie

Revisiehistorie Revisie Datum Status Wijzigingen

Revisiehistorie Revisie Datum Status Wijzigingen Revisiehistorie Revisie Datum Status Wijzigingen 1.0 05 02 2016 TER GOEDKEURING Eerste uitgave INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 1 1.1 Doel van dit document... 1 1.2 Objectbeschrijving... 1 1.3 Gerelateerde

Nadere informatie

Memo. 1 Inleiding. 2 Uitgangspunten. datum 10 december 2015 aan Johan Vos en Rob van der Vlies

Memo. 1 Inleiding. 2 Uitgangspunten. datum 10 december 2015 aan Johan Vos en Rob van der Vlies Memo datum 10 december 2015 aan van Johan Vos en Rob van der Vlies kopie Henk Otten project A27 Houten - Hooipolder projectnr. 401317 betreft Ontwerpverantwoording aansluiting Gorinchem Noord 1 Inleiding

Nadere informatie

N35 Nijverdal - Wierden Uitgangspunten verkeersberekeningen

N35 Nijverdal - Wierden Uitgangspunten verkeersberekeningen N35 Nijverdal - Wierden Uitgangspunten verkeersberekeningen Datum 2 november 2017 Status definitief 1 Inleiding In deze bijlage vindt u een beschrijving van de gehanteerde uitgangspunten bij het maken

Nadere informatie

PHS Meteren-Boxtel tracédeel Boog Meteren

PHS Meteren-Boxtel tracédeel Boog Meteren Project Meteren-Boxtel Goederentreinen tussen Rotterdam en Venlo gaan via de tot Meteren rijden. Vanaf Meteren rijden de goederentreinen verder via s-hertogenbosch en Boxtel. Zij zullen dus niet meer over

Nadere informatie

Verdubbeling N33. Zuidbroek Appingedam

Verdubbeling N33. Zuidbroek Appingedam Verdubbeling N33 Zuidbroek Appingedam De provincie Groningen en de regio hebben zich gezamenlijk ingezet voor de verdubbeling van de rijksweg N33 tussen Zuidbroek en Appingedam. Dit moet een stimulans

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico

Verantwoording groepsrisico Verantwoording groepsrisico Rapportage actualisatie milieuinformatie - Bijlage 2 Toelichting bestemmingsplan Bijlage 5 Maart 2016 MEMO Onderwerp: Verantwoording groepsrisico Opgesteld door: M. Lubbers

Nadere informatie

Ontwerp Omgevingsverguuning (fase 1)

Ontwerp Omgevingsverguuning (fase 1) Artikel WW. gemeente Dossier: Ï5OMGS1O5 Ontwerp Omgevingsverguuning (fase 1) Burgemeester en wethouders hebben op 8 mei 2015 een aanvraag voor een oingevingsvergunning uitgebreide procedure fase 1 ontvangen

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Ministerie van Infrastructuur en Milieu Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus

Nadere informatie

Colofon. Uitgegeven door: Rijkswaterstaat Noord Holland. Informatie: Telefoon: Uitgevoerd door: Arcadis. Datum: Definitief concept. Versienummer: 1.

Colofon. Uitgegeven door: Rijkswaterstaat Noord Holland. Informatie: Telefoon: Uitgevoerd door: Arcadis. Datum: Definitief concept. Versienummer: 1. ....................................................................................... Colofon Uitgegeven door: Rijkswaterstaat Noord Holland Informatie: Telefoon: Uitgevoerd door: Arcadis Gecontroleerd

Nadere informatie

Ontwerp-Tracébesluit A9 Badhoevedorp

Ontwerp-Tracébesluit A9 Badhoevedorp Tracébesluit omleggingomlegging Ontwerp-Tracébesluit A9 Badhoevedorp Toelichting IV 3837890 RE138 voorpl Bijlage K.indd 1 RWS-voorkant-nieuw.indd 5 30-05-2011 12:25:39 13-04-12 15:01 Tracébesluit omlegging

Nadere informatie

Stand van zaken onderzoek Brienenoordcorridor Zuid

Stand van zaken onderzoek Brienenoordcorridor Zuid RWS INFORMATIE Stand van zaken onderzoek Brienenoordcorridor Zuid 1. Inleiding Het onderzoek naar het verbeteren van de doorstroming op het NMCA knelpunt in de Brienenoordcorridor in momenteel in volle

Nadere informatie

Aansluiten zuidelijke rijbaan A9 op tijdelijke rijstroken tussen S111 en spoorkruising en diverse andere werkzaamheden.

Aansluiten zuidelijke rijbaan A9 op tijdelijke rijstroken tussen S111 en spoorkruising en diverse andere werkzaamheden. 10 mei 2016 IXAS-werkschema Omwonenden van het project A9 Gaasperdammerweg worden met bouwberichten geïnformeerd over de werkzaamheden die in hun omgeving hinder kunnen veroorzaken. Door bijvoorbeeld weersomstandigheden

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 61352 22 november 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 21 november 2016, nr.ienm/bsk-2016/235963,

Nadere informatie

Kracht van Utrecht. De ladder van Verdaas Trede 5. Beter benutten bestaande infra: Opties voor binnen de bak van Amelisweerd

Kracht van Utrecht. De ladder van Verdaas Trede 5. Beter benutten bestaande infra: Opties voor binnen de bak van Amelisweerd Kracht van Utrecht De ladder van Verdaas Trede 5 Beter benutten bestaande infra: Opties voor binnen de bak van Amelisweerd MER 2 de fase en Kosten-Baten-Analyse-Aspecten Ir. Jan Fransen Drs. Jan Morren

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING nr

OMGEVINGSVERGUNNING nr omgevingsvergunning brandveilig gebruik van het zorgcentrum brandveilig gebruik van het zorgcentrum Beschikking 243812 *15.214629* 15.214629 OMGEVINGSVERGUNNING nr. 243812 Uitgebreide procedure Het College

Nadere informatie

Amsterdam Centraal Station Michiel de Ruijtertunnel

Amsterdam Centraal Station Michiel de Ruijtertunnel Amsterdam Centraal Station Michiel de Ruijtertunnel Brussel, 7 januari 2015 Erik Boldingh, E.Boldingh@Amsterdam.nl Ron Beij, R.Beij@BrandweerAA.nl Inhoud presentatie Tunnels in Amsterdam Wettelijk kader

Nadere informatie

Tunnelveiligheidsplan

Tunnelveiligheidsplan Tunnelveiligheidsplan Nota van Antwoord op Formeel Advies van Veiligheidsbeambte behorend bij Tunnelveiligheidsplan versie 1.0 dd 12 maart 2014 G.W.E.B. van Herpen 18 augustus 2014 Provincie Zuid-Holland

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen RUD Utrecht Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen Adviseur : RUD Utrecht Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : Z-AD-2017-0324 Aantal pagina

Nadere informatie

LEESWIJZER t.b.v. de Aanvullende Richtlijnen Ring Utrecht A27/A12 mei 2011

LEESWIJZER t.b.v. de Aanvullende Richtlijnen Ring Utrecht A27/A12 mei 2011 LEESWIJZER t.b.v. de Aanvullende Richtlijnen Ring Utrecht A27/A12 mei 2011 Voorafgaand Opbouw van dit document Deze leeswijzer hoort bij de Aanvullende Richtlijnen Ring Utrecht / onderdeel A27/A12 (vastgesteld

Nadere informatie

Bijlage D bij het OTB Lucht in relatie tot saneringstool

Bijlage D bij het OTB Lucht in relatie tot saneringstool Bijlage D bij het OTB Lucht in relatie tot saneringstool Opsteller Goudappel Coffeng 11 juni 2010 Projectbureau A2-Maastricht Onderzoek luchtkwaliteit project Avenue2' rijksweg 2 passage Maastricht Auteur:

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp)

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp) OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp) verleend aan Rabobank Zuid en Oost Groningen voor het bouwen van een Rabobank geldkiosk aan de Hoofdweg 29 in Bellingwolde Veendam Nummer gemeente: 141114 Nummer Liza: 26644

Nadere informatie

Eén standaard, altijd vlot en veilig. Standaard TTI biedt uniforme richtlijn voor tunnelveiligheid

Eén standaard, altijd vlot en veilig. Standaard TTI biedt uniforme richtlijn voor tunnelveiligheid Eén standaard, altijd vlot en veilig Standaard TTI biedt uniforme richtlijn voor tunnelveiligheid Eén standaard, altijd vlot en veilig We willen vlot en veilig doorrijden, onze leefomgeving beschermen

Nadere informatie

De wet is het probleem niet

De wet is het probleem niet De wet is het probleem niet COB-congres 2018 Meer waarde, minder hinder 22 juni 2018 Roelof Reinders D-day... 1 mei 2019 Artikel 18, lid 1 en 2 Warvw Vóór 1 mei 2019 moeten alle bestaande niet-rijkstunnels

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OMGEVINGSDIENST. Plaatsing opslagloods Maximacentrale IJsselmeerdijk 101 1 0 NOV 2014 FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK

Omgevingsvergunning OMGEVINGSDIENST. Plaatsing opslagloods Maximacentrale IJsselmeerdijk 101 1 0 NOV 2014 FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK 1 0 NOV 2014 OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK Omgevingsvergunning Plaatsing opslagloods Maximacentrale IJsselmeerdijk 101 141106/MvSC/mlu-001 Kenmerk aanvraag: OLO 1496803, dd. 15 oktober

Nadere informatie

IXAS heit zonder mantel

IXAS heit zonder mantel #45 21 juli 2016 Geachte heer, mevrouw, In opdracht van Rijkswaterstaat werkt IXAS aan de uitbreiding van de A9 tussen de knooppunten Holendrecht en Diemen: de Gaasperdammerweg. De werkzaamheden aan de

Nadere informatie

Tracébesluit Weguitbreiding Schiphol - Amsterdam - Almere. Uitbreiding A9, A10-Oost, A1 en A6

Tracébesluit Weguitbreiding Schiphol - Amsterdam - Almere. Uitbreiding A9, A10-Oost, A1 en A6 Tracébesluit Weguitbreiding Schiphol - Amsterdam - Almere Uitbreiding A9, A10-Oost, A1 en A6 Weguitbreiding Schiphol - Amsterdam - Almere Rijkswaterstaat breidt het wegennet tussen Schiphol, Amsterdam

Nadere informatie

Combiplan Nijverdal. Martijn Takken 6 November 2014

Combiplan Nijverdal. Martijn Takken 6 November 2014 Combiplan Nijverdal Martijn Takken 6 November 2014 1 Volker InfraDesign Het Interne integrale ontwerpbureau voor de infrasector van VolkerWessels en voor Volker Construction International / Volker Stevin

Nadere informatie

Tracébesluit A4 Vlietland - N14

Tracébesluit A4 Vlietland - N14 Tracébesluit A4 Vlietland - N14 I Besluit Vastgesteld op: De Minister van Infrastructuur en Milieu mw. drs. M.H. Schultz van Haegen Pagina 1 van 7 Pagina 2 van 7 I Besluit Inhoud 1 Tracébesluit 4 Artikel

Nadere informatie

Aansluiten noordelijke rijbaan A9 op tijdelijke rijstroken tussen S111 en spoorkruising en diverse andere werkzaamheden.

Aansluiten noordelijke rijbaan A9 op tijdelijke rijstroken tussen S111 en spoorkruising en diverse andere werkzaamheden. 26 mei 2016 IXAS-werkschema Omwonenden van het project A9 Gaasperdammerweg worden met bouwberichten geïnformeerd over de werkzaamheden die in hun omgeving hinder kunnen veroorzaken. Door bijvoorbeeld weersomstandigheden

Nadere informatie

Prorail BV Mevrouw J.A.E. Ross Postbus GA Utrecht. Betreft: omgevingsvergunning. Geachte mevrouw Ross,

Prorail BV Mevrouw J.A.E. Ross Postbus GA Utrecht. Betreft: omgevingsvergunning. Geachte mevrouw Ross, Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Postbus 209 1500 EE Zaandam Prorail BV Mevrouw J.A.E. Ross Postbus 2038 3500 GA Utrecht www.odnzkg.nl Betreft: omgevingsvergunning Geachte mevrouw Ross, Op 15 december

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WET GELUIDHINDER

ONTWERPBESLUIT WET GELUIDHINDER ONTWERPBESLUIT WET GELUIDHINDER Vaststelling hogere waarden Bestemmingsplan Sieradenbuurt & Stripheldenbuurt Almere, artikel 83 en 110a Wet geluidhinder en artikel 4.10 Besluit geluidhinder Ontwerpbesluit

Nadere informatie

Uitgangspunten onderbouwen bouw hulpbrug 1

Uitgangspunten onderbouwen bouw hulpbrug 1 MEMO boven Uitgangspunten onderbouwen bouw hulpbrug 1 Revisie 0.1 Auteur P. Renders Controleur Datum: 04-05-2015 Team: TM630 Citeertitel UQ-ALG-630-009 Overig Ontwerp [Tekst] [Tekst] ua VRIJGEGEVEN VOOR

Nadere informatie

Planstudie Ring Utrecht A27/A12 Opbrengstnotitie meedenkbijeenkomsten december Bijlage 2 Aansluiting Utrecht Noord april 2012

Planstudie Ring Utrecht A27/A12 Opbrengstnotitie meedenkbijeenkomsten december Bijlage 2 Aansluiting Utrecht Noord april 2012 Planstudie Ring Utrecht A27/A12 Opbrengstnotitie meedenkbijeenkomsten december 2011 Bijlage 2 Aansluiting Utrecht Noord april 2012 Rijkswaterstaat heeft voor de aansluiting Utrecht Noord een aantal mogelijke

Nadere informatie

Weguitbreiding Schiphol-Amsterdam- Almere (SAA) A1/A6 Diemen Almere Havendreef. Voorzitter: Albert Jan Schiphorst 23 oktober 2014 Almere

Weguitbreiding Schiphol-Amsterdam- Almere (SAA) A1/A6 Diemen Almere Havendreef. Voorzitter: Albert Jan Schiphorst 23 oktober 2014 Almere Weguitbreiding Schiphol-Amsterdam- Almere (SAA) A1/A6 Diemen Almere Havendreef Voorzitter: Albert Jan Schiphorst 23 oktober 2014 Almere Introductie Aanwezige organisaties: Bouwcombinatie SAAone Provincie

Nadere informatie

Beheer en renovatie MAASTUNNEL

Beheer en renovatie MAASTUNNEL Henk van der Maas Beheerorganisatie Maastunnel Stadsbeheer Rotterdam 3 juni 2014 Beheer en renovatie MAASTUNNEL KIVI- TTOW-Lezing Bouw 1937-1942 Historie Bouwperiode: 1937-1942; Intussen 72 jaar oud. Eerste

Nadere informatie

Ontwerp-Tracébesluit A4 Vlietland - N14

Ontwerp-Tracébesluit A4 Vlietland - N14 Ontwerp-Tracébesluit A4 Vlietland - N14 I Besluit Vastgesteld op: De Minister van Infrastructuur en Milieu mw. drs. M.H. Schultz van Haegen Pagina 1 van 7 Pagina 2 van 7 I Besluit Inhoud 1 Ontwerp-Tracébesluit

Nadere informatie

Tunneldoseren Leidsche Rijntunnel A2

Tunneldoseren Leidsche Rijntunnel A2 Tunneldoseren Leidsche Rijntunnel A2 11 december 2014 Alfred Kersaan operationeel verkeerskundige adviseur RWS Verkeer en Watermanagement Midden Nederland mijn achtergrond betrokken bij vanaf 2001 betrokken

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Skarsterlân t.a.v. de heer S.M. Dijkstra Postbus AC JOURE Uw kenmerk:

het college van burgemeester en wethouders van Skarsterlân t.a.v. de heer S.M. Dijkstra Postbus AC JOURE Uw kenmerk: Uw kenmerk: Ons nummer: Ska-woningen Stobbegasterpaad-Hasjerdijken-11a Behandeld door: de heer A.G. Faber Telefoon: 0515-489722 het college van burgemeester en wethouders van Skarsterlân t.a.v. de heer

Nadere informatie

BESLUIT WET GELUIDHINDER

BESLUIT WET GELUIDHINDER BESLUIT WET GELUIDHINDER Vaststelling hogere waarden omgevingsvergunning artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3 Wabo bouwveld A, B en C te Almere Besluit Wet geluidhinder Besluit op grond van de Wet geluidhinder

Nadere informatie

Ontwerp Tracé Besluit Schiphol Amsterdam Almere (OTB-SAA) Externe Veiligheid

Ontwerp Tracé Besluit Schiphol Amsterdam Almere (OTB-SAA) Externe Veiligheid Opdrachtgever: Project: Onderdeel: Projectnummer: Rijkswaterstaat Ontwerp Tracé Besluit Schiphol Amsterdam Almere () Externe Veiligheid INPA 080670 Datum: Filenaam: 13-januari-2010 INPA080670-R-1d Rev.

Nadere informatie