Onderwijs en Examenregeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderwijs en Examenregeling"

Transcriptie

1 Onderwijs en Examenregeling Opleidingsdeel Christelijke Hogeschool Windesheim Calo Bachelor Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie Croho nr: Voor de voltijdse en deeltijdse bachelor degree opleiding Deze onderwijs en examenregeling behoort tot het opleidingsdeel van het Studentenstatuut. De laatste accreditatie geld van tot en met Waar student en hij staat kan ook gelezen worden de studente en zij. De links in dit document werken alleen bij raadpleging van dit document op het intranet van Windesheim 1

2 2 WELKOM 4 3 DOEL EN CONTEXT VAN DEZE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 5 4 DE ONDERWIJSVISIE VAN HET DOMEIN 5 5 WAAR LEIDEN WE VOOR OP Waar leiden we voor op De competenties van de opleiding De relatie tussen de opleiding en het beroepenveld 11 6 HOE ZIET HET ONDERWIJS ER UIT Inrichting van de opleiding Vorm van de opleiding De propedeutische fase van de bacheloropleiding De postpropedeutische of hoofdfase van de bacheloropleiding Bijzondere leerweg: Deeltijd 25 7 DE STUDENT EN HET ONDERWIJS Studiebegeleiding Kwaliteit en studeerbaarheid Toetsing Bijzondere bepalingen 34 8 OVERZICHT ONDERWIJSEENHEDEN 35 9 ACCREDITATIE TOT SLOT Bezwaar en beroep Bijlagen bij onderwijs- en examenregeling overgangsregeling Niet voorziene situaties Inwerkingtreding, openbaarmaking, looptijd en vaststelling 36 2

3 11 BIJLAGEN 38 3

4 2 WELKOM Beste Calo-student, Welkom bij de bacheloropleiding Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie. Voor je ligt het opleidingsdeel van de onderwijs en examenregeling (OER). Dit opleidingsdeel van de onderwijs en examenregeling (OER) vormt, samen met het instellingsdeel OER en andere regelingen, het studentenstatuut. In dit statuut staan de rechten en plichten van de student beschreven die gelden tijdens de inschrijvingsperiode aan Windesheim. In dit opleidingsdeel van de OER staat de inhoud van jouw opleiding beschreven, alsmede de procedures die gelden tijdens het volgen van de opleiding. In het Instellingsdeel van de OER staan rechten en plichten beschreven die voor alle opleidingen van Windesheim gelden. Het gaat hier bijvoorbeeld om vooropleidingseisen, studiebegeleiding en toetsing. Er zijn nog andere regelingen die van belang kunnen zijn voor jou als student. Denk bijvoorbeeld aan regelingen op het gebied van medezeggenschap, financiële uitkeringen, privacy, rechtsbescherming en klachten. Al deze regelingen vind je in het studentenstatuut welke is te vinden op Sharenet. Veel succes met je opleiding! Bert Meijer, directeur domein Bewegen & Educatie Robert Agelink, directeur Calo Thomas Scheewe, hogeschoolhoofddocent PMT Maurits Uijting, coördinator deeltijd PMT 4

5 3 DOEL EN CONTEXT VAN DEZE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING De Onderwijs- en Examenregeling bestaat uit een instellingsdeel en een opleidingsdeel. Het instellingsdeel bevat de hoofdregel, in het voorliggende opleidingsdeel heeft de opleiding deze hoofdregel verder uitgewerkt. Eventuele uitzonderingen op de hoofdregel kun je ook in dit opleidingsdeel lezen. De opleiding heeft één Onderwijs- en Examenregeling. Deze is zo vormgegeven dat iedere doelgroep en student binnen de opleiding kan werken met het deel dat voor hem of haar relevant is. De Onderwijs- en examenregeling, het instellingsdeel en het opleidingsdeel tezamen, mag gezien worden als een contract tussen de opleiding en de student met daarin de rechten en verplichtingen voor beide partijen. Windesheim kiest voor een Onderwijs- en examenregeling die een jaar geldig is, ieder jaar opnieuw wordt deze regeling, als dat nodig is, herzien en opnieuw vastgesteld. Er is voor deze werkwijze gekozen om de actualiteit van het curriculum te borgen. De voorliggende Onderwijs- en examenregeling is het opleidingsdeel van de OER van je opleiding. Deze OER maakt deel uit van het Studentenstatuut. In het statuut horen ook: 1. Het instellingsdeel Master (voor masters) en het Instellingsdeel Bachelor (voor bachelors) van de Windesheim Onderwijs en examenregeling (OER) Het Reglement van de Examencommissie van je opleiding. Deze vind je op de opleidingscommunity van je opleiding (tab examencommissie). 3. De Regels tentaminering Windesheim (hierin wordt nader uitgewerkt hoe de uitvoering wordt gegeven aan artikelen uit de OER met betrekking tot toetsen en tentamens) 4. Het Studentenstatuut is het algemene deel van het statuut waar vele andere regelingen horen. 4 DE ONDERWIJSVISIE VAN HET DOMEIN Het onderwijsconcept van het domein Bewegen en Educatie en dat van de opleiding, is overeenkomstig dat van Windesheim. De visie op onderwijs van Windesheim wordt hierna beschreven. Windesheim is een brede kennisinstelling met de ambitie een inspirerende omgeving voor hoger onderwijs te zijn. De hogeschool biedt studenten een kwalitatief hoogstaande beroepsopleiding aan, die hen theoretisch en praktisch voorbereidt op een succesvolle loopbaan. Windesheim verricht praktijkgericht onderzoek, ten dienste van de kennisontwikkeling in de regio (en daarbuiten) en om de ontwikkeling van het onderwijs verdere impulsen te geven. Kennis en vaardigheden worden voortdurend getoetst aan de praktijk door samen te werken met bedrijven en non-profitorganisaties en te ondernemen. Ondernemen is ook een manier om onderzoeksresultaten te valoriseren. Door onderwijs, onderzoek en ondernemen op deze wijze uitgebalanceerd ten opzichte van elkaar te positioneren, versterken ze elkaar. De onderwijsvisie van Windesheim bestaat uit de volgende vier elementen. 5

6 Ambitieus studieklimaat Windesheim biedt studenten kansen, prikkelt studenten om hun grenzen te verleggen en het maximale uit de studie te halen. De beroepspraktijk is de basis waaraan het onderwijs uitdagende opdrachten ontleent. Om recht te doen aan de verschillende talenten en ambities kunnen studenten binnen de beroepsgerichte curricula een deel van het onderwijs zelf invullen om tot verbreding, verdieping of verzwaring van het onderwijsprogramma te komen. De keuzemogelijkheden voor de student en de flexibilisering van het onderwijsaanbod in dit onderwijsconcept, maken dit mogelijk. Waarde(n)volle professional Windesheim leidt professionals op die hun eigen professionele handelen kritisch ter discussie kunnen stellen en hierover verantwoording kunnen afleggen. Daarbij hanteert de bij Windesheim afgestudeerde professional persoonlijke, institutionele en wettelijke waarden en normen. Door een onderzoekende en reflectieve houding ontwikkelt hij continu zijn professionaliteit, vanuit zijn idealen over goed samenleven. Vanuit de eigen vakbekwaamheid en met die kritische reflectie levert hij een bijdrage aan de kwaliteit van de samenleving. De professional is deskundig op zijn vakgebied en goed voorbereid op de steeds veranderende beroepspraktijk. Hij ziet kansen, weet deze te benutten, kan innoveren en neemt initiatief. Windesheim wil ook een waarde(n)volle organisatie zijn en dit thema ook tot uitdrukking brengen in de cultuur op Windesheim. Studentbegeleiding op maat Windesheim biedt studenten persoonlijke en adequate begeleiding en een omgeving waarin zij zich maximaal kunnen ontplooien. De hogeschool stuurt op resultaat, zodat de student succesvol zijn studie kan doorlopen. Hierbij worden zowel uitzonderlijke begaafdheden als specifieke functiebeperkingen serieus genomen. Het onderwijsconcept benadrukt het belang van een veilige en optimaal vormgegeven leeromgeving, waarin de student zich gekend voelt. Kleinschalig, maar tevens met de faciliteiten en mogelijkheden van een grote hogeschool. Hoge kwaliteit van onderwijs Windesheim handhaaft en verbetert continu de onderwijspraktijk. De student werkt met docenten die didactisch onderlegd zijn, zeer bekwaam zijn op hun vakgebied en nauwe contacten hebben met de beroepspraktijk. Om steeds met de nieuwste inzichten in de diverse vakgebieden te kunnen werken, zijn opleidingen verbonden met kenniscentra en/of Centres of Expertise. Onderwijs, onderzoek en ondernemen zijn met elkaar geïntegreerd en versterken elkaar in kwaliteit en vernieuwingskracht. Windesheim stimuleert de internationale oriëntatie van studenten. Flexibilisering De bacheloropleiding Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie participeert in het experiment leeruitkomsten. Dit experiment duurt van 1 juli 2016 tot en met 30 juni Doel van het experiment is te onderzoeken of een andere inrichting van deeltijdse vormen van onder andere bacheloropleidingen zal leiden tot een toename van studenten aan Hbodeeltijdopleidingen en aansluitend toename van Hbo-certificering. De andere inrichting van die opleidingen betekent dat geen sprake hoeft te zijn van een samenhangend geheel van onderwijseenheden als bedoeld in artikel 7.3 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). In plaats daarvan is sprake van een samenhangend geheel van eenheden van leeruitkomsten. Dit betekent dat de opleidingstrajecten kunnen worden ingericht en afgestemd op de uitgangspositie, eventuele werksituatie, kenmerken en behoeften 6

7 van individuele studenten of groepen van studenten. In studiejaar volgt één groep deeltijdstudenten het reguliere curriculum. Dit 4 e jaars curriculum staat in deze onderwijs- en examenregeling (OER) beschreven. De nieuwe geflexibiliseerde deeltijdgroep staat in een apart OER beschreven. 5 WAAR LEIDEN WE VOOR OP 5.1 WAAR LEIDEN WE VOOR OP De opleiding leidt op voor psychomotorisch therapeut (PMT er). De centrale doelstelling van de opleiding kan omschreven worden als: Het verwerven van de beroepscompetenties die nodig zijn om als beginnend (of junior) PMT er in de diverse werkvelden, onder andere die van de (geestelijke) gezondheidszorg, te kunnen gaan werken. Een aantal kernvaardigheden die de beroepscompetenties illustreren: - De bachelorstudent PMT ontwikkelt een gefundeerde eigen visie op de specifieke aard van het toekomstige werkveld en op de plaats die de psychomotorische therapie, waarvan de bewegingsagogie deel uitmaakt, als discipline inneemt binnen dat werkveld; - De bachelorstudent PMT verwerft voldoende inhoudelijke deskundigheid (waaronder methodische en therapeutische vaardigheden) om als beginnend psychomotorisch therapeut te kunnen gaan werken in de (geestelijke) gezondheidszorg, speciaal onderwijs en nieuwe zich ontwikkelende werkvelden; - De bachelorstudent verwerft vaardigheden om multidisciplinair te kunnen werken en heeft hiertoe adequate gespreksvaardigheden, onderhandelingsvaardigheden en vaardigheden in het schriftelijk rapporteren ontwikkeld; - De bachelorstudent PMT verwerft vaardigheden om kritisch te kunnen reflecteren op zijn professionele handelen en om dat handelen systematisch verder te ontwikkelen in de beroepspraktijk; - De bachelorstudent PMT verwerft een onderzoekende houding en kennis en vaardigheden van praktijkgericht onderzoek om vakliteratuur te kunnen vinden, bestuderen en hiermee relevante nieuwe kennis, werkwijzen en inzichten te integreren in zijn professioneel handelen en een bijdrage te kunnen leveren aan het opzetten en uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. 5.2 DE COMPETENTIES VAN DE OPLEIDING De centrale doelstelling bij Psychomotorische therapie (PMT) luidt mensen met psychische klachten helpen anders met hun klachten te leren omgaan. De psychomotorisch therapeut (PMT er) creëert concrete, hier-en-nu situaties waar de cliënt zijn klachten aan den lijve (lichaamservaringen) of in zijn bewegingsgedrag (bewegingservaringen) kan ervaren en daardoor beïnvloeden. De PMT er en cliënt werken, door middel van herhaling en aanpassing, aan het aanleren en ontwikkelen van gedragsalternatieven. De beroepspraktijk van een PMT er kan weergegeven worden in beroepstaken. Onder beroepstaak verstaan we een betekenisvolle, afgebakende, hele taak zoals deze in alle complexiteit door een beroepsbeoefenaar wordt uitgevoerd. Als opleiding creëren wij een leeromgeving waarin het werken aan deze beroepstaken zo wordt ingericht dat de student op adequate wijze de daartoe benodigde kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes in onderlinge samenhang kan leren toepassen. Werksituaties, stagesituaties, simulaties daarvan, praktijkopdrachten en projecten zijn aangewezen instrumenten daarvoor. 7

8 De eindkwalificaties van onze bacheloropleiding psychomotorische therapie en bewegingsagogie (PMT-BA) (zie Tabel 1) omschrijven waar elke PMT er bij afstuderen toe in staat moet zijn. De drie kleuren in de Tabel (blauw, groen en oranje) komen overeen met de indeling in drie segmenten van beroepstaken (respectievelijk cliëntgebonden, organisatiegebonden en professiegebonden beroepstaken). Voor een compleet overzicht en uitwerking van de eindkwalificaties en beroepscompetenties, verwijzen wij naar Competent aan de Slag 2020 (zie CadS2020 voor versie 2016). Tabel 1. Eindkwalificaties bacheloropleiding PMT-BA, Hogeschool Windesheim Een beginnend, bij de bacheloropleiding afstuderende, bachelor PMT er is in staat om in verschillende meer complexe 1 - beroepscontexten zelfstandig: - Adequaat in contact te treden met de cliënt 2 en; - i.s.m. de cliënt (en indien van toepassing i.s.m. andere professionals) de vraag van de cliënt (en zijn systeem) in kaart te brengen en te formuleren in een bruikbare rationale en; - deze vraag te vertalen naar een adequaat PMT-aanbod en; - dit aanbod uit te voeren, voortdurend te evalueren en waar nodig bij te stellen en; - over het gehele proces adequaat, zowel schriftelijk als mondeling, te communiceren naar de cliënt en voor zover van toepassing diens systeem, andere betrokken professionals en/of de zorgverzekeraar. - zijn visie en handelen af te stemmen op de (beleids)context waarbinnen hij werkt en; - de randvoorwaarden die PMT mogelijk maken te managen (acquisitie, financiering, beheer werkruimte, PR e.d.) en; - het aanbod voortdurend te innoveren en; - zijn handelen professioneel te verantwoorden m.b.v. actuele en voor het werkveld gangbare theorieën en ethische kaders en; - voortdurend d.mv. reflectie en intervisie te leren van zijn eigen handelen en; - een bijdrage te leveren aan (PMT-)onderzoek en; - kennis en ervaring over te dragen aan anderen, bijvoorbeeld in het begeleiden van studenten. 1 De complexiteit van de context wordt bepaald door de ernst van de problematiek van de cliënten c.q. de reikwijdte van het belang voor de cliënt van diens (hulp)vraag en/of door de omvang van het systeem dat betrokken is bij het ontwikkelingsproces van de cliënt en/of het aantal betrokken professionals; 2 Daar waar cliënt staat kan ook afhankelijk van context- gelezen worden klant, deelnemer, leerling, patiënt enzovoorts. De eindkwalificaties zijn gebaseerd op de beroepstaken van een PMT er zoals beschreven in het beroepsprofiel psychomotorisch therapeut (Nederlandse Vereniging Psychomotorische Therapie [NVPMT], 2009) én in het Beroepscompetentieprofiel Gezondheidszorg Vaktherapeut (BCP GZ-vaktherapeut) (GGZ Nederland, 2012). De eindkwalificaties sluiten aan bij recentelijk verschenen Landelijk Domeinprofiel Vaktherapeutische beroepen (LDP VTB) (Landelijk Opleidingen Overleg Vaktherapeutische Beroepen [LOO], 2016) (zie voor overzicht Tabel 2). De eindkwalificaties voldoen, volgens de Commission of Education van het European Forum of Psychomotricity [EFP], aan de door hen vastgestelde bachelorcriteria voor PMT (EFP, 2012). Hiervoor heeft deze commissie de inhoud en eindkwalificaties van onze bacheloropleiding gewogen aan de hand van Europees opgestelde criteria (Lees verder: Initial Education in Psychomotricity Proposal for a Minimum Curriculum). Tabel 2. Samenhang weer tussen beroepsprofiel NVPMT (2009) en Beroepscompetentieprofiel GZ-Vaktherapeut (GGZ Nederland, 2012). OVERZICHT BEROEPSTAKEN PSYCHOMOTORISCHE THERAPIE Beroepstaak (NVPMT, 2009) BCP GZ-vaktherapeut (GGZ Nederland, 2012) 1. behandeling van cliënten Cliëntgebonden beroepstaken: 1. Contact leggen met en opbouwen van een therapeutische relatie met cliënt/cliëntsysteem; 2. Redeneren en opereren vanuit een vaktherapeutische rationale; 3. Verrichten van vaktherapeutische aanmelding, observatie en diagnostiek; 4. Uitvoeren van vaktherapeutisch behandelplan en het effect evalueren; 5. Hanteren van de eigen vakdiscipline t.b.v. behandeling van cliënten. 2. organisatie Organisatiegebonden beroepstaken: 8

9 6. Samenwerken met collega vaktherapeuten en andere disciplines rondom behandeling; 7. Werkzaamheden afstemmen op beleid vanuit de organisatie en meewerken aan innovatie; 8. Beheren van randvoorwaarden betreffende vaktherapie. 3. professionele ontwikkeling Professiegebonden beroepstaken: 9. Vaktherapeutische competenties ontwikkelen en onderhouden, professionaliseren en profileren van de beroepsuitoefening; 4. onderwijs en onderzoek 10. Participeren in praktijkgericht en wetenschappelijk onderzoek; 11. Overbrengen van kennis en ervaring aan anderen. In de visie van de bacheloropleiding PMT-BA zijn de 12 eindkwalificaties niet zozeer losstaande elementen maar integraal verbonden aspecten van het beroep PMT er. Wij hebben dan ook per segment in CadS2020 concreet omschreven wat een student moet kunnen aan het einde van de opleiding. Op grond van zojuist genoemde eindkwalificaties zijn binnen de opleiding 8 beroepscompetenties geformuleerd die de deelaspecten van professioneel handelen van een PMT er beschrijven: Tabel 3. Binnen de opleiding geformuleerde duo s van beroepscompetenties die de deelaspecten van professioneel handelen van een PMT er beschrijven. 1. overleggen en samenwerken; 2. reflecteren en positioneren; 3. observeren en analyseren; 4. ontwerpen en arrangeren; 5. begeleiden en behandelen; 6. evalueren en rapporteren; 7. conceptueel en normatief handelen; 8. reguleren en innoveren. Deze beroepscompetenties zijn geformuleerd als werkwoorden omdat studenten bij het ontwikkelen van competenties handelen en dus actief zijn. Aan de hand van de 8 beroepscompetenties werken studenten aan ontwikkeling van alle (in Tabel 1 geformuleerde) eindkwalificaties. De handleiding bij de Studentbegeleiding CadS2020 geeft een compleet overzicht van en werkt de eindkwalificaties en beroepscompetenties nader uit, onder andere in gedragsindicatoren. De meest recente versie van deze handleiding is voor studenten beschikbaar via de opleidingscommunity onder Studiebegeleiding. De student verwerft beroepscompetenties door de onderwijseenheden van de opleiding te volgen en succesvol af te ronden. Het betreft zowel onderwijseenheden die meer vanuit de opleidingscontext zijn vormgegeven als ook onderwijseenheden die uit contexten van buiten de opleiding komen (bijvoorbeeld stages en profilering). Deze beroeps(gelijkende)- en andere leersituaties nemen in de loop van de opleiding toe in complexiteit, wendbaarheid en doen in toenemende mate een beroep op zelfstandig handelen. Het zwaartepunt van de ontwikkeling van competenties gedurende de opleiding verschuift van het aanreiken van kennis, attitude en vaardigheden vanuit opleidingscontext ( van buiten naar binnen óf deductief leren) naar het toepassen van kennis, attitude en vaardigheden in kritische beroepssituaties en dit in toenemende mate inbrengen binnen de opleidingscontext ( van binnen naar buiten óf inductief leren). Tot slot is gedurende de opleiding een verandering 9

10 zichtbaar (parallel aan elk professioneel veranderproces) waarbij in eerste instantie de competentie overleggen en samenwerken dominant aanwezig is en in tweede instantie conceptueel en normatief handelen en reguleren en innoveren meer dominant aanwezig zijn. 10

11 5.3 DE RELATIE TUSSEN DE OPLEIDING EN HET BEROEPENVELD Netwerk: nationaal De PMT ers in Nederland hebben een eigen beroepsvereniging, de Nederlandse Vereniging voor Psychomotorische Therapie (NVPMT). De opleiding onderhoudt een nauwe samenwerking met de NVPMT en stimuleert collega s om zitting te hebben in diverse gremia van de NVPMT. Een voorbeeld is een docent die zitting heeft in de werkveldgroep Kinder & Jeugd en zo contact onderhoudt met de werkveldgroep Passend onderwijs. Er is op die manier ook directe voeding vanuit het werkveld en zicht op de actuele ontwikkelingen die daarbinnen plaatsvinden. De opleiding participeert daarnaast actief in het overleg van de Federatie Vaktherapeutische Beroepen (FVB), de overkoepelende organisatie van verenigingen voor vaktherapeutische beroepen waarvan de NVPMT lid is, met de opleidingen. De FVB heeft in 2008 de Stichting Vaktherapeutische Beroepen (SRVB) opgericht waar afgestudeerden zich kunnen laten registreren. Studenten die afstuderen van onze opleiding PMT-BA kunnen zich als lid aanmelden bij de Stichting Register Vaktherapeutische Beroepen (SRVB) nadat zij lid zijn geworden van de NVPMT. Om geregistreerd lid te worden bij de SRVB moet voldaan worden op de, op de website van de SRVB aangegeven, werk-, nascholings- en supervisie eisen. De opleiding PMT-BA heeft, via de Hogeschoolhoofddocent PMT, zitting in de Stuurgroep Onderwijs NVPMT. In dit overlegorgaan tussen, door de NVPMT geaccordeerde, opleidingen en de NVPMT participeren vertegenwoordigers van: - Minor PMT, Faculteit Gedrags- en Bewegingswetenschappen, Vrije Universiteit Amsterdam; - Masteropleiding PMT, Hogeschool Windesheim, Calo, Zwolle; - Bacheloropleiding Psychomotorische Therapie - Bewegingsagogie, Hogeschool Windesheim, Calo, Zwolle; - Instituut voor Vaktherapeutische en Psychologische Studies (IVPS), Creatieve Therapie Opleidingen, specialisatie PMT, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN); - Master psychomotorische therapie, Katholieke Universiteit Leuven, België; - NVPMT; - Op uitnodiging: post hbo-opleiding Le Bon Depart, Driebergen en Nederlandse Vereniging Voor Psychomotorische Kindertherapie (NVPMKT). De opleiding PMT-BA heeft, via de Hogeschoolhoofddocent PMT èn de Lector Bewegen, Gezondheid en Welzijn van de Hogeschool Windesheim, zitting in de Stuurgroep Onderzoek van de NVPMT. In dit overlegorgaan participeren medewerkers die zich bezig houden met praktijkgericht onderzoek binnen de landelijke PMT-opleidingen en de NVPMT. Ook buiten bovenstaand verband heeft de opleiding nauw contact met de differentiatie PMT van de CTO-opleiding van de HAN te Nijmegen. De opleiding is vertegenwoordigd in het LOO VTB. Veldadviescommissie De opleiding PMT-BA heeft een Veldadviescommissie (VAC) die de verbinding van de beroepspraktijk met de opleiding vormt. Driejaarlijks worden voorgenomen curriculumvernieuwingen besproken. De VAC is vooral gericht op een directe uitwisseling van vraag en aanbod van het werkveld en de opleiding. Agendapunten zijn onderwerpen gerelateerd aan werkveldontwikkelingen en het opleidingscurriculum. Denk aan de wijziging van het curriculummodel (klassiek major/minormodel), het themagericht onderwijs, Calominoren en de toegenomen aandacht voor onderzoekend vermogen en ondernemende houding. In de conceptfase is vanuit de VAC ook feedback gegeven op het recent verschenen landelijke domeinopleidingsprofiel (LDP VTB). Aandachtspunten vanuit de VAC worden 11

12 verwerkt in (bijstelling van het) curriculum. Aan de VAC nemen vertegenwoordigers uit de verschillende werkvelden deel. Een aantal VAC-leden zijn alumnus van onze opleiding én actief als stagebegeleider en kennen de studenten en de opleiding. Bij- en nascholing Naast de (onbekostigde) Masteropleiding PMT bieden teams van de opleiding PMT-BA diverse bij- en nascholingscursussen aan op het gebied van PMT en hieraan verwante onderwerpen. Hierbij valt te denken aan PMT en systeemtherapie, Acceptance and Commitment Therapy (ACT), ademtherapie, trainer weerbaarheid, ontspanningstherapie in het water en mindfullness. Door dit nascholingsaanbod vindt er uitwisseling plaats van ervaringen, ontwikkelingen en innovaties tussen opleiding en werkveld. In nauwe samenwerking met de (werkveldgroepen van de) beroepsvereniging NVPMT is de afgelopen jaren een pallet aan Masterclasses ontwikkeld en aangeboden. Deze masterclasses worden zowel door studenten van de Master PMT als door professionals uit het werkveld gevolgd. Komend jaar worden op vergelijkbare wijze ook Bachelorclasses ontwikkeld en aangeboden. Deze classes maken bij studenten deel uit van het keuzecurriculum (profileringsruimte) en worden tevens in het kader van bij- en nascholing aangeboden aan professionals uit het werkveld. Stagebegeleidersbijeenkomsten Jaarlijks vindt er een stagebegeleidersbijeenkomst plaats in de vorm van een studie- en nascholingsdag. Hierbij komen stagebegeleiders samen op de opleiding. Er wordt uiteraard aandacht besteed aan het uitwisselen van ervaringen met en tussen stagebegeleiders, het informeren over ontwikkelingen die binnen werkveld en opleiding spelen en de rollen/ verantwoordelijkheden die stagebegeleiders hierbinnen vervullen/dragen. De stage-instellingen van de opleiding PMT-BA spelen een belangrijke rol bij de directe kennisuitwisseling tussen docenten, werkveld en studenten. Een groot deel van de docenten van de opleiding PMT-BA participeert in de stagebezoeken aan stage-instellingen. Ambulatorium Het Ambulatorium is een binnen de PMT-opleiding gepositioneerde leer- werkomgeving waar, in samenwerking tussen studenten, docenten/ ervaren professionals uit het werkveld en organisaties/ opdrachtgevers in het (veranderende) landschap gewerkt wordt aan een antwoord voor een (hulp)vraag of een oplossing van een maatschappelijk vraagstuk waarbij bewegen en lichaamsbeleving een ingangspunt kan zijn. Hierbij gaat het op (hulp)vragen waarmee een antwoord gegeven wordt op de vraag van veelal kwetsbare doelgroepen en wordt ingespeeld op de kansen die er in het veranderend zorglandschap liggen voor leerervaringen van de studenten en beroepsperspectief voor de (toekomstig) professionals. Het Ambulatorium richt zich hierbij vooral op organisaties en doelgroepen van mensen in de sectoren van de geestelijke gezondheidszorg, ouderenzorg, verstandelijk gehandicaptenzorg, (passend) onderwijs, zorg voor vluchtelingen/ asielzoekers en overheidsinstanties (m.n. gemeente). Voor wat betreft het ontwikkelen van een antwoord op de vraag, wordt de wijze waarop dit vorm krijgt afgestemd met het werkveld. Het gaat dan om het realiseren van een opzet en plan van aanpak, uitvoeren van aanbod, ontwikkelen van nieuw inhoudelijk aanbod, advisering en maken van adviesrapportages en uitvoeren van (praktijkgericht) onderzoek et cetera. Hierin zit dus zowel een deel dat zich richt op directe cliëntgebonden taken als een deel dat de focus heeft op organisatie gebonden en professie gebonden taken, zoals in het landelijke domeinprofiel vaktherapeutische beroepen (LDP VTB, 2016) is beschreven. 12

13 Jonge werkers Studenten die afstuderen van de opleiding PMT-BA kunnen lid worden van de NVPMT, maar ook van t Web, een netwerkorganisatie rondom bewegen. Het Web is een acroniem voor Werkgroep Bewegingsonderwijs. t Web is er voor een ieder die geïnteresseerd is in werkvelden waarin (het beïnvloeden van) bewegende mensen centraal staat. Onze PMT-BA studenten zijn binnen t Web onder andere verenigd in de werkgroep Jonge Werkers. De Jonge Werkers organiseren jaarlijks een studie-tweedaagse voor pas afgestudeerden. De opleiding ondersteunt de Jonge Werkers bij de organisatie van de studie-tweedaagse op Hogeschool Windesheim. Internationalisering Op internationaal niveau heeft de opleiding, via een docent, zitting in het bestuur van het Europees Forum Psychomotricity (EFP, Vanuit internationale samenwerkingsverbanden vloeien diverse initiatieven voort, zoals Erasmus Exchange met Denemarken en Zwitserland en studentenuitwisseling met Duitsland, Spanje, Zwitserland, Frankrijk en Portugal. De opleiding participeert actief in het International Program (IP) dat jaarlijks een Summerschool aanbiedt aan Europese PMT-studenten (Lees verder: In 2016 vond de Summer school plaats bij onze opleiding. Jaarlijks wordt tevens de student-academy georganiseerd en eens in de vier jaar een Europees PMT-congres voor professionals. Docenten van onze opleiding en lectoraat waren bij het laatste congres (2015) met 8 bijdragen actief. Denk aan workshops over door ons ontwikkeld zwemonderwijs voor kinderen met autisme en een, ook door ons ontwikkeld, PMT-programma voor Hbo-studenten met autisme spectrum stoornissen of ADHD (Lees verder: Alle studenten komen in de opleiding in aanraking met de internationale facetten van PMT. Echter, de opleiding kiest ervoor internationaal gevolgd onderwijs niet verplicht te stellen maar, bijvoorbeeld via onze minor sport, therapy for empowerment of een Summer school, deel te laten uitmaken van keuzeonderwijs. De minor Sport, Therapy for Empowerment wordt zowel aan studenten van de PMT-BA opleiding, als studenten van andere opleidingen aangeboden. Deze minor richt zich op het werken in de internationale context met als hoofdonderwerp bewegen, sport, therapie en empowerment. Doelen waarop de minor zich richt zijn het mensen uit diverse (ontwikkelings-) landen introduceren/ leren/ laten ontdekken dat sport, bewegen, therapie en empowerment toegankelijk is voor iedereen (mensen met of zonder beperking, in welke mate dan ook). Definitie PMT De omschrijving van PMT zoals die binnen de opleiding PMT-BA gebruikt wordt, is in de basis de, in het beroepsprofiel van de NVPMT (2009) geformuleerde: Psychomotorische therapie is een behandelvorm voor mensen met psychische problematiek, waarbij op methodische wijze gebruik gemaakt wordt van interventies gericht op de lichaamsbeleving en het bewegingsgedrag. In de nieuwsbrief (voorzitter NVPMT, januari 2014) schetst het bestuur, los van de huidige definitie en beroepstaken, dat PMT-ers zich als experts op het gebied van het lichaam/ de lichaamsbeleving en het bewegen op professionele wijze inzetten om op ervaringsgerichte wijze een antwoord te geven op de (hulp)vraag van de klant. Het inzetten op professionele wijze, 13

14 houdt hiermee in dat we op planmatige, methodische en (zoveel mogelijk wetenschappelijk) onderbouwde wijze werken. De beroepspraktijk van de PMT er De visie van de opleiding op PMT kan als volgt omschreven worden: de aan Windesheim opgeleide bachelor PMT er is optimaal in staat in de veranderende werkvelden van Gezondheidszorg, (Passend) Onderwijs en Welzijn, met vakmanschap en met innovatiekracht ten aanzien van het ensceneren van relevante ervaringen, werkzaam te zijn en te blijven in preventieve, begeleidings-, trainingsgerichte en behandelende context. Bij deze ervaringen maakt zij altijd gebruik van interventies, gericht op lichaams- en bewegingservaringen (al dan niet met inzet van symbolische werkvormen) teneinde een gunstig effect te sorteren op het psychosociaal welbevinden en gedrag van de deelnemer. Interventies vinden planmatig, doelgericht en onderbouwd plaats. Aan Windesheim opgeleide PMT ers hebben beroepscompetenties¹ verworven om als junior PMT er aan de slag te kunnen gaan en zullen zich typeren als waarde(n)vol, reflectief /onderzoekend en ondernemend. Daar waar het gaat om de visie op onderzoek en ondernemen wordt aangehaakt bij respectievelijk het lectoraat Bewegen, Gezondheid en Welzijn (zie website lectoraat BG&W; Bewegen en Bewogen worden: over interventies en onderzoek in de psychomotorische therapie) en bij de Calo en onze leer-/werkomgeving, het ambulatorium (zie eerder). Werkvelden van de PMT er Gezondheidszorg Semi- en extramurale gezondheidszorg: - Regionale Instituten voor Ambulante GGZ (RIAGG); - Multi Functionele Eenheden geestelijke gezondheidszorg; - psychiatrische dag- en poliklinieken; - medisch kinderdagverblijven; - vrijgevestigde praktijk; - jeugdzorg (werken vanuit persoonsgebonden budget of Wet Maatschappelijke Ondersteuning); - therapie aan huis projecten; - gezondheidscentra; - fysiotherapiecentra; - psychologen of pedagogen praktijken; Intramurale gezondheidszorg: - algemene psychiatrische ziekenhuizen; - psychiatrische afdelingen van algemene en/of academische ziekenhuizen; - kinder- en jeugdpsychiatrische klinieken/centra; - klinieken voor verslavingszorg; - forensisch psychiatrische klinieken; - medisch kindertehuizen; - psychotherapeutische gemeenschappen; - herstellingsoorden; - epilepsiecentra; - astmacentra; - revalidatiecentra; - verpleeghuizen voor somatisch zieken en psychogeriatrische patiënten; - instellingen voor mensen met een zintuiglijke handicap. 14

15 Instellingen voor mensen met een (licht) verstandelijke beperking - residentiële centra voor (licht) verstandelijk gehandicapten; - instellingen voor sterk gedragsgestoorde, (licht) verstandelijk gehandicapten; - dagverblijven voor kinderen, ouderen en mensen met een meervoudige handicap; Orthopedagogische instellingen - Passend en Speciaal Onderwijs: o Passend en speciaal onderwijs (SO) en speciaal voortgezet onderwijs (SVOcluster 1 t/m 4); o overige schoolvormen. - Instellingen (projecten)voor Jeugdhulpverlening: o instituten voor zeer intensieve behandeling; o opvanghuizen; o dagcentra voor schoolgaande jeugd. Welzijnswerk en vrije tijd sector Instellingen in de welzijnssector: - vormingscentra; - buurthuizen. Gehandicaptensport: - sportmix; - club extra; - G-sportafdeling, reguliere sportvereniging. Justitiële instellingen - Penitentiaire instellingen; - TBS-klinieken. Overige organisaties - instellingen voor seksespecifieke hulpverlening; - instituten voor slachtofferhulp / daderhulp; - instellingen voor hulp aan oorlogsslachtoffers/daders; - vluchtelingenhulp; - transculturele hulpverlening; - uitzending naar buitenland (bijv. voor War Child); - cliniclowns / pleisterclowns (na specialistische training); - hospitium; - re-integratiecentra. Steeds meer PMT ers voeren een eigen praktijk. Ze werken daarbij samen met regionale hulpverleners en verwijzers zoals het huisartsen en POH s. De meeste vrijgevestigde PMT ers zijn aangesloten bij de Werkgroep Zelfstandig Gevestigde Vaktherapeuten van de FVB. PMT ers in een instelling werken vrijwel altijd multidisciplinair en zullen in het behandelteam met alle disciplines en functionarissen samenwerken. Actuele ontwikkelingen in het werkveld Speerpunt voor de opleiding is aan te sluiten bij recente ontwikkelingen in Gezondheidszorg, (passend) Onderwijs en Welzijn. Recente ontwikkelingen laten zich kenmerken door: - een toegenomen behoefte aan effectieve en efficiënte werkwijzen; 15

16 - extramuralisering van zorg (verschuiving 1 e lijnszorg naar huisarts/praktijkondersteunende hulpverlener (POH-geestelijke gezondheidszorg); - toegenomen aandacht voor preventie, signalering en vroeghulp; - herstelondersteunende zorg; - E-mental health; - Ontwikkeling van geïntegreerde zorg (denk aan stepped care, collaborative care en ketenzorg); - Veranderende wet- en regelgeving zoals de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), gericht op bevordering van maatschappelijke participatie en de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten (GGZ Nederland, 2012) en passend onderwijs. De klassieke instituten van de Gezondheidszorg (GZ) en Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) veranderen waardoor de rol van de professional hierin verandert. Traditioneel was de habitat van een PMT er meestal de GGZ en de GZ op die plekken waar mensen verblijven met psychiatrische en/of psychische problemen. Maar de GZ en GGZ instellingen slanken af en er ontstaan gedifferentieerde terreinen zoals de Basis GGZ en de Specialistische GGZ. Bovendien ontstaan er rondom en vlak achter de huisarts (de 1e lijn), wijkcentra en scholen, tal van zorgen welzijnsaanbieders die, samen met cliënten, op zoek gaan naar bij hem passende programma s. PMT ers zijn in dit brede veld actief, waarbij zij met verschillende beroepsbeoefenaren samenwerken, afstemmen en concurreren. Consequenties ontwikkelingen voor onze bacheloropleiding Bij dit veranderende werkveld hoort een flexibele opleiding met een breed perspectief, in onze ogen passend bij een initiële opleiding tot PMT er. In lijn met de geschetste ontwikkelingen in het werkveld zijn bij deze opleiding opgeleide bachelor PMT ers in staat preventief, begeleidings-, trainings- en behandelgericht te werken. De opleiding richt zich zowel op mensen die lijden aan psychische stoornissen als op mensen die last ervaren als gevolg van psychische problemen. De omgeving waar PMT ers zich inzetten varieert van de wereld van Gezondheidszorg, (passend) onderwijs tot aan welzijn. Hierop aansluitend zijn een ondernemende houding en onderzoekend vermogen toenemend van belang. In CadS2020 staat toegelicht hoe deze competenties verwerkt zijn in de beroepscompetenties en eindkwalificaties. In de kern worden de studenten, zich ontwikkelend tot PMT er, vertrouwd gemaakt met steeds complexere situaties op het microniveau, het niveau van de primaire beïnvloeding van het gedrag van de deelnemers (beroepstaken 1 t/m 5 (zie ook Tabel 2)). Echter, van een PMT er tegenwoordig wordt meer gevraagd dan activiteiten op microniveau. Onder andere gezien de zojuist geschetste ontwikkelingen worden er van een PMT er (in toenemende mate) ook andere kwaliteiten gevraagd. Voorbeelden zijn het op- en bijstellen van PMT-behandelprotocollen, het actief profileren in inter- of multidisciplinaire verbanden, het organiseren van outwardbound activiteiten voor een groep jongeren met psychosociale klachten en het organiseren van sportactiviteiten in het kader van een resocialiseringsproces. Aan Windesheim opgeleide bachelor PMT-ers zijn toenemend in staat met behandelproducten (ook wel modulen genoemd) te werken en deze, waar nodig, aan te passen aan de specifieke context en (hulp)vraag. Vanuit het speerpunt praktijkgericht onderzoek worden ook, in afstemming met het werkveld (via Stuurgroep Onderzoek NVPMT) en het Lectoraat Bewegen, Gezondheid en Welzijn 16

17 onderzoeksprojecten opgezet en uitgevoerd door docenten en studenten. In overleg met het werkveld is besloten om opzet, uitvoering en beschrijving van (eenvoudig) praktijkgericht onderzoek met name in het vierde leerjaar te positioneren. Om studenten hierop voor te bereiden is een onderzoeksleerlint geïmplementeerd waarmee studenten een onderzoekend vermogen ontwikkelen. Studenten kunnen in hun vierde leerjaar, mogelijk als een geïntegreerd onderdeel van hun stage bachelor, praktijkgericht onderzoek verrichten. In de uitvoering van praktijkgericht onderzoek wordt ook in toenemende mate samengewerkt met de masterthesisonderzoeken van de masteropleiding PMT en de diverse promotietrajecten die lopen in het werkveld en bij het lectoraat. Positionering van de PMT in het werkveld van de vaktherapeutische beroepen Beroepenstructuur Met de herziening van de beroepenstructuur in de Geestelijke Gezondheidszorg in 2001 werden beeldend therapeuten, danstherapeuten, dramatherapeuten, muziektherapeuten en PMT ers ondergebracht in het cluster vaktherapeutische beroepen. Op verzoek van het Coördinerend Orgaan Nascholing en Opleiding (CONO) is besloten tot het opstellen van een gemeenschappelijk profiel van de vaktherapeutische beroepen. De vijf hierboven genoemde beroepsgroepen zijn per 1 januari 2006 gebundeld in de Federatie Vaktherapeutische Beroepen (FVB). De oprichting van de federatie is een tweede aanleiding om de vaktherapeutische beroepen nader te beschrijven in een profiel. Afbakening De behandeldoelstellingen van PMT-ers vertonen overeenkomsten met die van verpleegkundige-, medische-, agogische- en gedragswetenschappelijke beroepsgroepen werkzaam voor dezelfde doelgroepen. PMT-ers gebruiken echter andere middelen om deze doelstellingen te bereiken. Met middelen wordt verwezen naar het geheel van werkvormen, materialen en technieken dat gebruikt wordt om de problematiek of stoornis van de cliënt te behandelen. Sommige PMT-ers hanteren meerdere vaktherapeutische middelen. In de wandelgangen worden de PMT-ers ook wel als therapeuten die het handelen centraal stellen of als vorm van ervaringsgerichte (ook wel experiëntiële) therapie beschreven. We stellen vast dat er in de praktijk diverse begrippen gebruikt worden om verschillen en overeenkomsten aan te geven tussen vaktherapieën onderling en met andere professionals. Het domein van de vaktherapeutische beroepen kan het best getypeerd worden door de eigen aard van de middelen te benoemen, die worden aangewend om de doelstellingen van de behandeling te realiseren. Deze middelen voor de PMT-BA zijn geen doel op zich. Ze worden door PMT-ers gebruikt als context waarbinnen de problematiek, klachten en/of gedrag van cliënten al doende aan de orde komen en binnen een proces van systematische interventies doelgericht worden beïnvloed. Binnen de verpleegkundige-, medische-, agogische- en gedragswetenschappelijke beroepsgroepen wordt als aanvulling op de eigen werkwijze soms op beperkte wijze gebruikt gemaakt van dezelfde middelen als die door PMT-ers worden ingezet. Omdat PMT-ers gespecialiseerd zijn in het werken met de eigen lichaams- en bewegingsgerichte werkvormen, kunnen zij een gedifferentieerder aanbod aan methoden, werkvormen en technieken inzetten dan de hierboven genoemde hulpverleners. Hbo bachelor PMT aan de Calo ten opzichte van elders 17

18 De bachelor PMT-BA start, méér dan de andere PMT-opleiding in Nederland, vanuit het opdoen van eigen sport-, spel en bewegingservaringen en vaardigheden. Hierbij wordt bewust gestart vanuit een deels gemeenschappelijke propedeutische fase waarin studenten van Lichamelijke Opvoeding, Sportkunde en PMT-BA hetzelfde onderwijs volgen. Studenten komen hierbij direct in aanraking met verschillen en overeenkomsten in het bredere veld van sport, bewegen en lichamelijkheid. Hierbij wordt een dominant ervaringsgerichte werkwijze binnen het onderwijs gevolgd die specifiek is voor de Calo; een didactische opbouw van belevingsgerichte, zelf ervarende, deelnemer naar professionele aanbieder die uit ervaringskennis kan putten. Deze visie en werkwijze legt een sterke basis in brede professionaliteit en vermogen tot multidisciplinair samenwerken. Wat onderscheidt ons van WO-/Master PMT De hbo-opgeleide PMT er onderscheidt zich van de WO-opgeleide psychomotorisch therapeut doordat deze veel uitgebreider kennis en ervaring opdoet in de beroepspraktijk. Tijdens de gehele bacheloropleiding vinden doorlopend stages plaats in uiteenlopende settings waarbij generalistische (basis)kennis en (eigen) vaardigheden uitgebreider dan bij WO-onderwijs, worden opgedaan. Omgekeerd maakt een masterstudent zich meer specialistische kennis (verdieping in de PMT) eigen. Daarbij bestaat het onderscheid dat bij de hbo-opleiding het praktijkgericht onderzoek direct toepasbaar en gekoppeld dient te zijn aan de beroepspraktijk. Dit terwijl onderzoek op WO-niveau ook meer fundamenteel en theoretisch van aard kan zijn. Tevens is de rigor waaraan voldaan moet worden voor wat betreft praktijkgericht onderzoek minder sterk. Zie voor een uitwerking van het onderscheid tussen bachelor en master ook het (LDP VTB) (paragraaf 4.4; LOO, 2016). 6 HOE ZIET HET ONDERWIJS ER UIT 6.1 INRICHTING VAN DE OPLEIDING De voltijdsvariant van de PMT-BA-opleiding kent een major-minor structuur en is opgebouwd uit een major van 210 studiepunten (EC) en een minor van 30 EC. Het totale studieprogramma bestaat uit vier studiejaren van 60 EC met een jaarlijkse studiebelasting van 1680 uur (1 EC komt bestaat uit 28 studiebelastingsuren). De totale studie bestaat daarmee uit 240 EC. Ieder studiejaar is ingedeeld in twee semesters van ieder 30 EC. De opleiding is ook in te delen in een propedeutische (1 e studiejaar; 60 EC) en een postpropedeutische fase (ook wel hoofdfase genoemd; 180 EC). Door het gehele curriculum van studiejaar 1 tot en met studiejaar 4 heen zijn stages gepositioneerd. Zie het overzicht van het curriculum in Figuur 1. 18

19 fase fase post-propedeutische propedeutische Onderwijs en Examenregeling PMT voltijd en deeltijd Curriculum(model) bachelor PMT (voltijdvariant) Leerjaar: Fase: Semester 1 Semester 2 4 Major 6 (30 EC) Major 7 (30 EC) Major 6 en 7: 4 dagen t.b.v. bachelor stage, afstudeeropdracht en profilering (totaal 46 EC) 1 dag t.b.v. ondersteunend onderwijs aan opleiding (14 EC) 3 Major 5 (30 EC) Minor (30 EC) (stagelijn: stage gevorderd 2) (semester 2 kan rouleren met semester 1) 2 Major 3 (30 EC) (stagelijn: doelgroepenstage basis 2 + zwemstage basis) Major 4 (30 EC) (stagelijn: stage gevorderd + stage zwemmen gevorderd) 1 Major 1 (30 EC) Major 2 (30 EC) Gemeenschappelijk onderwijs (22 EC) Beroepsspecifiek onderwijs (8 EC) Gemeenschappelijk onderwijs (16 EC) Beroepsspecifiek onderwijs (14 EC) (stagelijn: oriënterende stage kennismaking) (stagelijn: doelgroepenstage basis) Figuur 1: schematische weergave van het curriculum(model) inclusief de stagelijn van de opleiding bachelor PMT-BA Major (210 EC) De propedeutische fase (Major 1 en 2). Hierin staan studeren, sport & bewegen en leren op de Calo, oriëntatie en kennismaking met het beroep, de eigen ervaring/vaardigheid en de didactische vaardigheden centraal. Een groot deel van het onderwijs vindt gemeenschappelijk plaats met studenten van de opleidingen Lichamelijke Opvoeding en Sportkunde. Daarnaast is sprake van beroepsspecifiek onderwijs waarbinnen de studenten worden geïntroduceerd in de beroepstaken van de PMT er zoals uiteengezet in het Landelijk Domein opleidingsprofiel Vaktherapeutische Beroepen (LDP VTB) (Landelijk Opleidingen Overleg Vaktherapeutische Beroepen [LOO VTB], 2016). De propedeuse maakt in haar geheel deel uit van de basisfase van de opleiding. De post-propedeutische fase (Major 3-7 en Minor). De basisfase loopt door in het 1 e semester van het 2 e leerjaar (Major 3, 30 EC). De gevorderde fase start in semester 2 van het tweede leerjaar (major 4 en 5, samen 60 EC). De bachelorfase beslaat het gehele 4 e jaar (Major 6 en 7; samen 60 EC). In deze fase staan de stage bachelors, het opzetten en uitvoeren van praktijkgericht onderzoek en een aantal ondersteunende onderwijseenheden centraal. Het summatief eindassessment maakt integraal deel uit van één van deze onderwijseenheden. Minor (30 EC) Tijdens de opleiding volgt de student één minor op gevorderd of bachelorniveau. In het eerste dan wel tweede semester van het derde leerjaar volgt de student een keuze (of vrije) minor. In het andere semester van het derde leerjaar wordt onderwijs uit de major gevolgd. De door de student verkozen minor wordt binnen de Calo, binnen Windesheim of een andere hogeschool gevolgd. Zie tevens instellingsdeel Hoofdstuk 5 artikel VORM VAN DE OPLEIDING Het onderwijs in de opleiding wordt voltijds en deeltijds verzorgd. 19

20 6.3 DE PROPEDEUTISCHE FASE VAN DE BACHELOROPLEIDING De propedeutische fase, oftewel het 1 e studiejaar van de opleiding PMT-BA, beslaat de eerste 2 semesters van de major en wordt grotendeels gezamenlijk gevoerd met de twee andere bacheloropleidingen van de Calo, te weten: de eerstegraads lerarenopleiding Leraar Lichamelijke Opvoeding en de opleiding Sportkunde. De propedeutische fase kent daarmee een gemeenschappelijk (heterogeen) gedeelte van 38 EC en een werkveldspecifiek (homogeen) gedeelte van 22 EC. Verwerking algemene doelen propedeuse in curriculum De propedeutische fase kent (wettelijk) drie functies: - Oriëntatie: De student moet een adequaat beeld krijgen van de door hem gekozen opleiding en het latere beroepenveld; - Selectie: Zowel de student als de opleiding moeten een adequaat beeld krijgen van de geschiktheid van de student voor de door hem gekozen opleiding en voor het latere beroep; - Verwijzing: De student die niet geschikt is of te weinig interesse heeft voor de door hem gekozen opleiding en/of het latere beroep, moet worden geïnformeerd over andere studiemogelijkheden. Het gemeenschappelijke deel van het curriculum wordt door alle studenten van de Calo gevolgd, ongeacht de opleiding die zij hebben gekozen. Het specifieke deel van het curriculum is toegespitst op de door de student gekozen opleiding. Oriëntatie De oriënterende functie van de propedeutische fase heeft 2 doelen: - oriëntatie van de student op het werkveld en beroep; - oriëntatie van de student op de opleiding. Binnen het gemeenschappelijke deel van het curriculum wordt door middel van interne specificatie binnen de modulen aandacht geschonken aan de drie opleidingen. In het eerste semester heeft de student een dag in de week een opleidingsspecifieke dag en in het tweede semester zijn dat er twee. Binnen opleidingsspecifiek onderwijs zitten studenten in homogene opleidingsgroepen. Beoordeling aan eind van het propedeutische jaar Is de student tot de opleiding toegelaten, dan worden per praktijkvaardigheidsgebied (bv. spel, turnen et cetera) aan het eind van het eerste studiejaar twee uitspraken gedaan met betrekking tot de eigen bedrevenheid. In de eerste plaats wordt een uitspraak gedaan over het niveau aan het eind van het eerste jaar. Het vereiste niveau staat beschreven in de betreffende moduulbeschrijvingen, zie: (Bijlage leer- en toetsplan bachelor PMT voltijd en deeltijd ) Onderwijseenheden prop 1e sem en Onderwijseenheden prop 2e sem In de tweede plaats wordt aan het eind van het eerste jaar een uitspraak gedaan over de vraag of te verwachten is dat de student het niveau dat in de postpropedeutische fase van de opleiding vereist is, zal kunnen halen. Deze uitspraak wordt als advies aan de student meegegeven zodat de student weet waar mogelijke knel- en verbeterpunten kunnen liggen voor wat betreft praktijkvaardigheid. De student hoeft hier geen conclusies aan te verbinden. 20

21 Bindend Studieadvies Het succesvol doorlopen van de propedeutische fase geldt een drempel om de opleiding te kunnen vervolgen. Studenten die onvoldoende studieresultaten behalen, kunnen aan het eind van het eerste jaar een Bindend Studieadvies (BSA) krijgen waardoor ze de opleiding moeten verlaten. Aan het eind van het eerste jaar dient de student minimaal 54 EC te hebben behaald (inclusief eventuele vrijstellingen); De eisen rondom het Bindend Studieadvies staan in het Instellingsdeel van de Onderwijs- en Examenregeling , zie Hoofdstuk 7 Studieadvies, artikel 23. Als een student niet het vereiste aantal studiepunten heeft gehaald en dus een BSA dreigt te krijgen, wordt uitstel verleend als er sprake is van zwaarwegende bijzondere persoonlijke omstandigheden. Tijdens de begeleiding van de student moet de student zijn/haar mentor/studiebegeleider en/of decaan in een zo vroeg mogelijk stadium op de hoogte brengen van de persoonlijke omstandigheden. Slechts dan worden deze omstandigheden in het besluit om uitstel van het BSA betrokken. Structureel praktijktekort De Calo heeft bepaald dat een student die binnen het propedeutisch programma één activiteitsgebied niet in voldoende mate beheerst, na twee jaar een structureel praktijktekort kan krijgen voor dat ene activiteitsgebied. Lees meer informatie over deze regeling in het Reglement examencommissie. Dit is te vinden op Sharenet bij de opleidingscommunity onder de tab Examencommissie, Verwijzing Mocht de student om de een of andere reden niet op zijn plaats zijn op de opleiding, dan wordt in overleg met hem gezocht naar een andere opleidingen. Hierbij wordt samengewerkt door de mentor/studiebegeleider, decaan en indien gewenst de studentenpsycholoog. Tijdens de begeleiding in het propedeutische jaar wordt steeds als uitgangspunt genomen: Ben je in staat om de postpropedeutische fase te volbrengen? Uiteindelijk is het streven om bij studenten die onvoldoende resultaten behalen gezamenlijk met de student tot de conclusie te komen dat verder studeren aan de gekozen opleiding geen goede keus is. Waar mogelijk wordt bemiddeld in een overstap naar een vervolg opleiding. Switchprocedure Tijdens de gemeenschappelijke propedeuse blijkt een aantal studenten bij nader inzien meer interesse te hebben voor één van de andere Calo-opleidingen dan voor de opleiding waarvoor hij/zij zich heeft ingeschreven. De student krijgt, onder bepaalde voorwaarden, de mogelijkheid om tijdens de propedeutische fase te switchen van de PMT-opleiding naar een andere Caloopleiding. Zie voor meer informatie de bijlage Procedure switchen Pilot optimalisering inhoud van propedeutisch programma Tijdens studiejaar wordt bij een beperkt aantal propedeusegroepen gericht gekeken hoe het onderwijs, voor wat betreft studenten van de opleidingen Lichamelijke Opvoeding, Sportkunde en PMT-BA, verder geoptimaliseerd kan worden. Tijdens deze pilot wordt binnen de bestaande doelstellingen van (met name) praktijkvaardigheidsonderwijs geëxperimenteerd met andere werkvormen, activiteiten, relevante voorbeelden en afrondingsvormen. 6.4 DE POSTPROPEDEUTISCHE OF HOOFDFASE VAN DE BACHELOROPLEIDING De hoofdfase omvat zes semesters. Per semester volgt een student een majorblok of een minor. Alle majorsemesters uit de hoofdfase bestaat uit de volgende componenten: 21

22 - beroepscomponent; - profileringscomponent; - studiebegeleiding (SB, voorheen genaamd SLB). Kenmerken van de beroepscomponent - De student volgt het onderwijs in de beroepscomponent in opleidingsspecifieke groepen; - De beroepstaken (LOO VTB, 2016) en de, door de opleiding geformuleerde, eindkwalificaties en beroepscompetenties vormen het uitgangspunt voor de beroepscomponent. Daarmee sluit het onderwijs binnen de beroepscomponent nadrukkelijk aan bij de vragen vanuit het werkveld; - De beroepscomponent bestaat uit de stage- en ondersteunende modules. De ondersteunende modules in de hoofdfase zijn grotendeels ingericht in themagericht onderwijs (TGO). In TGO-modulen wordt kennis, attitude en vaardigheden geïntegreerd aangeboden en getoetst. Dit met als doel betekenisvol, geïntegreerd leren van de studenten zoveel mogelijk te bevorderen. Naast de TGO-modules is sprake van een supervisie- en vaardigheidslint waarin supervisie, intervisie en coaching èn methodische, training- en therapeutische (basis)vaardigheden centraal staan. In afstemming op het Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) en het Persoonlijk Activiteiten Plan (PAP) van de student wordt op deze wijze gestructureerd gewerkt aan het verwerven van de beroepscompetenties op het niveau van de betreffende studiefase. Concreet geformuleerde POP- en PAP-doelen geven richting aan het geïntegreerd leren in het betreffende semester; - Uitgangspunt is het zo dicht mogelijk bij deze praktijkcontext op te leiden. Het hybride leermodel dat gehanteerd wordt sluit hier op aan. In dit leermodel gaat het inductief leren (van binnen naar buiten, vanuit praktijkcontext startend) en deductief leren (van buiten naar binnen leren, vanuit opleidingscontext startend) samen op; Kenmerken van de profileringscomponent - De student leert activiteiten te kiezen die passen bij de eigen professionele en persoonlijke ontwikkeling en die bijdragen aan de door hem te verwerven beroepscompetenties. Door middel van de gekozen profileringsactiviteiten verbreedt en/of verdiept de student zijn beroepskwaliteiten en geeft daarmee een eigen invulling aan zijn uitstroomprofiel; - De onderwijsinhoud is afhankelijk van de keuze van de student, maar is altijd in overeenstemming met het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en passend bij de desbetreffende opleidingsfase; - Voorbeelden van activiteiten die in de profileringscomponent ondernomen kunnen worden zijn: - profileringscursussen volgen die door de Calo georganiseerd worden; - extra stage organiseren voor zichzelf; - onderzoek doen op het stageadres; - specifieke activiteiten ondernemen om gerichte beroepscompetenties te verwerven; - kampen organiseren en begeleiden; - hogeschoolkeuzemodules, deze modulen zijn facultatief (art. 15 leden 12 en 13 Instellingsdeel Onderwijs- en examenregeling) en kunnen deel uitmaken van profileringsmodulen ofwel gevolgd worden als extra gevolgd onderwijs ; - Indien er aan het volgen van profileringsactiviteiten extra kosten verbonden zijn komen deze ten laste van de student. De eisen waaraan profilering moet voldoen zijn te vinden op Sharenet bij de opleidingscommunity. 22

23 Studiebegeleiding (SB) Tijdens de studiebegeleidingsbijeenkomsten leren studenten leervragen vanuit hun stage formuleren, op grond daarvan leerdoelen te bepalen en een POP en PAP te schrijven. Ook de keuze voor minor en profilering wordt binnen SB begeleid. De student krijgt de mogelijkheid om zijn POP en PAP regelmatig met de studiebegeleider te bespreken. SB hangt als een soort paraplu (persoonsgerichte helikopter view) boven de opleiding. Inhoud van het curriculum van de opleiding PMT-BA: samenhang door leerlijnen In het curriculum worden vier leerlijnen onderscheiden: de conceptuele, de vaardigheden-, de integrale en de regulerende leerlijn. Per module (oftewel onderwijseenheid) is er meestal één dominante leerlijn te onderscheiden. Het onderzoeksleerlint is geplaatst onder de conceptuele leerlijn. Door het volgen van de modulen verwerft de student zich competenties die hem steeds beter in staat stellen om leertaken op een steeds hoger niveau uit te voeren. In een formatief assessment krijgt de student tijdens 2 e en 3 e studiejaar advies of de overstap naar de volgende fase voldoende kansrijk is en waar ontwikkelpunten liggen. Indien een succesvolle overstap niet kansrijk geacht wordt kan besloten worden een studiecontract op te stellen. De stage omvat het centrale deel van het programma. In de stage komt de student het beroep van PMT er in volle omvang tegen. Daarbij gaat het vooral om de onderlinge afstemming tussen de leerlijnen, opdat de student zich optimaal ontwikkelt tot een beginnend PMT er en optimaal leert functioneren in inter- of multidisciplinair verband. Conceptuele leerlijn In de conceptuele leerlijn verwerven studenten kennis van en inzicht in relevante theoretische achtergronden. Het doel is om studenten te stimuleren tot het ontwikkelen van een relevant, professioneel denkkader over de aard van hun toekomstige werksituaties. Studenten worden gestimuleerd om te reflecteren op hun toekomstige beroepspraktijk. Dit gebeurt onder meer door het volgen van hoor- en werkcolleges waarin gewerkt wordt aan opdrachten, literatuur die wordt aangereikt, discussies die plaatsvinden, observaties die worden gedaan, et cetera. In toenemende mate worden (delen van) deze inhouden (ook) in blended learning vorm deels digitaal aangeboden. Vaardighedenleerlijn In de vaardighedenleerlijn verwerven studenten ervaringen en professionele vaardigheden die voor een PMT er essentieel zijn. Beoogd wordt studenten voldoende vaardigheden te laten verwerven om na hun afstuderen te kunnen functioneren als beginnend PMT er. Studenten nemen daartoe deel aan geïntegreerde (praktijk)onderwijseenheden en practica. De student oefent hier beroepsrelevante competenties in gesimuleerde situaties. Integrale leerlijn In de integrale leerlijn leren studenten de kennis, attitudes en vaardigheden die zij hebben verworven, toe te passen in praktijkgetrouwe opdrachten, gesimuleerde praktijksituaties en stages. De integrale leerlijn loopt als rode draad door het hele curriculum. Er vindt een integratie van kennis, attitude en vaardigheden plaats. Tijdens supervisie, intervisie en coaching en (delen van) Basisvaardigheden PMT (2 en 3) en Vaardigheden/ Werkplaats Training en Therapie leert de student zich verder te ontwikkelen. 23

24 Regulerende leerlijn Binnen de regulerende leerlijn leert de student in toenemende mate zelf vorm te geven aan het eigen ontwikkelingsproces gedurende de opleiding. Deze leerlijn sluit nauw aan bij de in het LDP VTB (LOO VTB, 2016) genoemde beroepstaak Vaktherapeutische competenties ontwikkelen en onderhouden, professionaliseren en profileren van de beroepsuitoefening. Het vormgeven van het eigen leerproces en het zicht krijgen op de invloed daarop wordt expliciet gestart tijdens de propedeuse. In de hoofdfase wordt dit proces vooral verder vormgegeven binnen SB. Voortgang van de studie en drempels in de opleiding. De overgang van de propedeuse naar de hoofdfase is geregeld via de overgangsregelingen propedeuse en de regeling Bindend Studieadvies (BSA). Binnen de hoofdfase van de opleiding PMT-BA wordt aan het eind van de propedeutische fase en aan het eind iedere opleidingsfase (basis-, gevorderde en bachelorfase) een formatief dan wel summatief assessment afgenomen. Bij een summatief assessment toont de student de mate waarin deze in staat is een geïntegreerd beeld te geven van het eigen ontwikkelingsniveau en beroepsgeschiktheid als verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces c.q. het hieraan sturing kunnen geven aan. Besproken wordt in welke mate de inhoud van de leerlijnen in de voorgaande opleidingsfase geïntegreerd is. Indien dit niet het geval is, wordt in samenspraak met de studiebegeleider een aangepast studieprogramma voorgesteld. Het doel van dit programma is de slaagkans van de student zo te vergroten dat de volgende studiefase succesvol doorlopen wordt. Aan het einde van de bachelorfase doet de student een eindassessment. In dit assessment geeft de student, aan de hand van een assessmentpaper, POP en PAP, op metaniveau aan in welke context hij zich meer/minder competent de acht beroepscompetenties op bachelorniveau heeft eigen heeft gemaakt en welke factoren hierbij een rol spelen. Het bachelorniveau wordt getoetst met de afstudeeropdracht, stage bachelor en het assessmentpaper en assessmentgesprek (integraal onderdeel van Thema De Ander en Ik in het vierde leerjaar). Deze onderdelen dienen daarmee als bewijslast van het afstudeerniveau en worden als zodanig door de opleiding gearchiveerd. De procedures rondom de assessments zijn vastgelegd in al eerder aangehaalde Competent aan de slag 2020 (Cads2020), handvatten voor de uitwerking bij deze procedures zijn te vinden op de opleidingscommunity. Er zijn geen afstudeerspecialisaties, wel heeft de student via de keuzeminor, de profileringsruimte en de invulling van stages de mogelijkheid in aanvulling op de brede bachelor PMT-kwalificaties een (beginnend) persoonlijk profiel te ontwikkelen. Stagedrempels Een stage in de volgende fase van de opleiding kan enkel worden gestart indien de stages en in bepaalde gevallen aanpalende onderwijseenheden uit de voorafgaande fase zijn behaald. Exacte formulering van vereiste voorkennis/-kunde per stage staat bij vereiste voorkennis vermeld bij de beschrijving van de specifieke onderwijseenheid (VOE). Met het invoeren van de hiervoor genoemde stagedrempels beoogt de opleiding dat er voldoende integratie van kennis, attitude en vaardigheden is uit een voorgaande fase, om in de volgende opleidingsfase te kunnen voldoen aan gestelde en verwachte vragen, beroepsproducten, beroepstaken en -competenties. 24

25 6.5 BIJZONDERE LEERWEG: DEELTIJD Naast de voltijdvariant Bachelor PMT-BA is er een deeltijdvariant. Per start een geflexibiliseerde variant van de deeltijdopleiding. Informatie over deze vernieuwde deeltijdvariant is weergegeven in een separate onderwijs- en examenregeling. In is er ook een groep reguliere 4 e studenten die het laatste leerjaar van de opleiding volgt. Deze paragraaf gaat specifiek in op de inrichting van de deeltijdvariant voor zover deze afwijkend is ten opzichte van de voltijdopleiding. De formulering is niet van toepassing op deeltijdstudenten die deel starten per september 2017 (vallen onder de pilot flexibilisering). De deeltijdopleiding heeft een studieomvang van 240 studiepunten. Elk studiejaar bestaat uit 60 ECTS-studiepunten, oftewel 1680 studiebelastingsuren. Ieder studiejaar is ingedeeld in twee semesters van ieder 30 EC. De studiebelastingsuren worden verdeeld over een onderwijsdag, zelfstudie en opdrachten. Daarnaast is er studiebelasting gerelateerd aan de huidige werk(ervarings)plek en aanvullende stages. De opleiding duurt in principe vier jaar. Gemiddeld doen studenten, afhankelijk van vooropleiding, werkervaring en eventueel toegekende vrijstellingen, ongeveer drie jaar over de studie. Voor toelating geldt een instroomprocedure welke met goed gevolg moet zijn doorlopen om toegelaten te worden tot de deeltijdopleiding PMT-BA. De instroomprocedure is op de opleidingscommunity en de website van Windesheim te vinden. Na afloop van de instroomprocedure wordt vastgesteld voor welke curriculumonderdelen (met name propedeuseonderwijs) bij de examencommissie vrijstelling aangevraagd kan worden op basis van elders verworven competenties. De student dient vervolgens zelf een aanvraag tot vrijstellingen in te dienen bij de examencommissie. Een groot aantal curriculumonderdelen uit het propedeutisch programma wordt, als onderdeel van de instroomprocedure of tijdens de eerste twee jaar van inschrijving, getoetst. De hoofdfase van de deeltijd omvat zes semesters van 30 EC. Elk semester bestaat uit een combinatie van de volgende componenten: - beroepscomponent; - profileringscomponent; - werk (ervarings)plekcomponent en stagecomponent; - studiebegeleiding (SB). Kenmerken van de beroepscomponent - De student volgt het onderwijs in de beroepscomponent in opleidingsspecifieke groepen; - De beroepscompetenties vormen het uitgangspunt voor de beroepscomponent. Daarmee sluit het onderwijs binnen de beroepscomponent nadrukkelijk aan bij de vragen vanuit de samenleving en het werkveld; - De beroepscomponent bestaat uit de stage- en ondersteunende modules. De ondersteunende modules in de hoofdfase zijn grotendeels ingericht in themagericht onderwijs (TGO). In TGO-modulen wordt kennis, attitude en vaardigheden geïntegreerd aangeboden en getoetst. Dit met als doel betekenisvol, geïntegreerd leren van de studenten zoveel mogelijk te bevorderen. Naast de TGO-modules is sprake van een supervisie- en vaardigheidslint waarin supervisie, intervisie en coaching èn methodische, training- en therapeutische (basis)vaardigheden centraal staan. In afstemming op het Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) en het Persoonlijk Activiteiten Plan (PAP) van de student wordt op deze wijze gestructureerd gewerkt aan het verwerven van de beroepscompetenties op het niveau van de betreffende studiefase. Concreet geformuleerde POP- en PAP-doelen geven richting aan het geïntegreerd leren in het betreffende semester; - Uitgangspunt is het zo dicht mogelijk bij deze praktijkcontext op te leiden. Het hybride leermodel dat gehanteerd wordt sluit hier op aan. In dit leermodel gaat het inductief 25

26 leren (van binnen naar buiten, vanuit praktijkcontext startend) en deductief leren (van buiten naar binnen leren, vanuit opleidingscontext startend) samen op; - Aangenomen wordt dat veel studenten de behoefte voelen en hebben om zo dicht mogelijk bij deze praktijkcontext opgeleid te worden. Daarmee sluit het onderwijs binnen de beroepscomponent aan bij de vraag van veel studenten. Kenmerken van de werkervaringscomponent De student doet parallel aan de schoolse opleiding relevante werkervaring op. Deze werkervaringscomponent is een verplicht onderdeel van de opleiding (zie registratie bij DUO) en aan deze werkervaringscomponent worden tevens studiepunten toegekend. Eisen die aan de werkervaringscomponent gesteld worden staan geformuleerd in de desbetreffende VOE s en de instroomprocedure. Door de werkervaringscomponent krijgt de inhoud van de opleiding direct betekenis in het beroepenveld. De student krijgt opdrachten vanuit de onderwijseenheden om uit te voeren in de (dagelijkse) praktijk en brengt ervaringen vanuit die praktijk in binnen de diverse onderwijseenheden. De werk(ervarings)plek is vergelijkbaar met de stagecomponenten in de voltijdvariant van de bachelor PMT-BA met uitzondering van de eindstage waarbij studenten van de deeltijdopleiding stage lopen in een andere werkcontext, onder begeleiding van een externe stagebegeleider, over het algemeen een ervaren PMT er. De student heeft zelf de regie over de koppeling tussen inhoud van het gehele curriculum en de praktijk en heeft de verantwoordelijkheid dit desgevraagd expliciet te maken. In een specifieke opdracht, gekoppeld aan de studiepunten voor Werkervaringsplek, dienen studenten de koppeling te beschrijven tussen het geleerde binnen de opleiding en hun werk(ervarings)plek. Het verslag wordt bevraagd in het assessment. De SB er begeleidt de student hierbij, o.a. door begeleiding bij het samenstellen van het assessmentpaper, POP en PAP. In het jaarlijks assessment wordt de betekenis en integratie van de opleidingsonderdelen in de werkervaringsplek en eindstage getoetst. Bij een positief resultaat worden de studiepunten voor de werk(ervarings)plek en SB toegekend. Kenmerken van de profileringscomponent - Activiteiten die de student in de profileringscomponent onderneemt zijn activiteiten waarmee de student zich wil profileren, zichzelf een persoonlijk profiel wil geven; - In de profileringscomponent kan de student bijvoorbeeld de volgende activiteiten ondernemen: - profileringscursussen volgen die door bureau Q-point georganiseerd worden; - onderwijseenheden uit de prémaster van de Faculteit Bewegingswetenschappen volgen; - extra werk(ervarings)plek organiseren voor zichzelf; - onderzoek doen op het werk(ervarings)plekadres; - hogeschoolkeuzemodules, deze modulen zijn facultatief (art. 15 leden 12 en 13 Instellingsdeel Onderwijs- en examenregeling) en kunnen deel uitmaken van profileringsmodulen ofwel gevolgd worden als extra gevolgd onderwijs ; - specifieke activiteiten ondernemen op de eindstage of werk(ervarings)plek; - specifieke activiteiten ondernemen om gerichte beroepscompetenties te verwerven. - Leidend is steeds de leervraag/ambitie van de student. Deze is altijd afgestemd op het verwerven van de beroepscompetenties op een hoger niveau of het toepassen hiervan in een andere, bij voorkeur meer complexe context. De leervraag die de student heeft formuleert zij in haar POP. De student leert in de loop van haar opleiding de leervraag af te leiden van de beroepscompetenties van de opleiding. Aan de hand van haar leervraag formuleert de student zelf een PAP. In een profileringscontract legt de student samen met 26

27 zijn SB er de afspraken over zijn POP en PAP vast. Na afronding van de profileringsactiviteit en het behalen van de te ontwikkelen competenties, tekent de SB er de studiepunten voor profilering af; - Indien er aan het volgen van profileringsactiviteiten extra kosten verbonden zijn komen deze ten laste van de student. Studiebegeleiding (SB) Tijdens de SB-bijeenkomsten leren studenten leervragen vanuit hun werk(ervarings)plek en opleidingsonderdelen te formuleren, op grond daarvan leerdoelen te bepalen en een POP en PAP te schrijven. Ook de keuze voor profilering wordt binnen SB begeleid. De student krijgt de mogelijkheid om zijn POP en PAP regelmatig met de SB er te bespreken. SB hangt als een soort paraplu (persoonsgerichte helikopter view) boven de opleiding. Afwijkingen in regelingen deeltijd ten opzichte van voltijd De volgende, voor de voltijdstudenten geldende, regelingen zijn niet of afwijkend van toepassing bij deeltijdstudenten: Switchprocedure (geldt niet); Voortgang van de studie in de opleiding: Assessment tweede jaar vindt niet aan het eind van semester 1 maar aan het eind van de semester 2 plaats (wijkt af); Stagedrempels: Gevorderde fase (geldt niet); Bachelorfase: in plaats van Stage gevorderd 1 en 2 (voltijd) dient bij deeltijd Werk(ervarings)plek gelezen te worden (wijkt af); De regeling bindend studieadvies geldt in aangepaste vorm voor de deeltijdopleiding. Bij de deeltijdopleiding geldt dat studenten aan het eind van het derde jaar van inschrijving minimaal 54 EC van de propedeutische fase behaald moeten hebben (inclusief vrijstellingen). Als dit aantal niet behaald is volgt een Bindend Studieadvies (BSA) en moet de student de opleiding verlaten. Als een student niet het vereiste aantal studiepunten heeft gehaald en dus een BSA dreigt te krijgen, wordt uitstel verleend als er sprake is van zwaarwegende bijzondere persoonlijke omstandigheden. Tijdens de begeleiding van de student moet de student zijn/haar mentor/studiebegeleider en/of decaan in een zo vroeg mogelijk stadium op de hoogte brengen van de persoonlijke omstandigheden. Slechts dan worden deze omstandigheden in het besluit om uitstel van het BSA betrokken. 7 DE STUDENT EN HET ONDERWIJS De opleiding kenmerkt zich door competentiegericht en vraaggeleid onderwijs. Onderwijseenheden zijn gegroepeerd in thema s en gekoppeld aan leerlijnen. Op deze manier zijn de onderwijsinhouden op elkaar afgestemd. In het curriculum worden vier leerlijnen onderscheiden: de conceptuele, de vaardigheden-, de integrale en de regulerende leerlijn. In alle onderwijseenheden zijn meerdere leerlijnen aan de orde, meestal is er één dominante leerlijn te onderscheiden. De steeds veranderende beroepspraktijk is richtinggevend voor de opleidingsdoelen van de opleiding (Zie hiervoor paragraaf 4.3). Deze veranderingen in de beroepspraktijk weerspiegelen de trend in de maatschappij en dus ook in hbo-onderwijsland: mensen worden geacht de regie over hun leven in eigen hand te nemen en te houden met behoud van verantwoordelijkheid 27

28 voor het gemeenschappelijke. Dit is binnen Windesheim uitgewerkt in het Windesheim Onderwijsconcept, waarin o.a. 21st century skills veel aandacht krijgen. Studenten worden meer en meer bevraagd zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun leerproces. Consequentie hiervan is dat docenten vanuit een andere studentpositie bevraagd worden. Dit komt volledig overeen met de houding van de opleider die gericht is op competentie-ontwikkeling bij de student. De dynamiek tussen vragen en bevraagd worden, de onderhandelingsmogelijkheden en de noodzaak om verantwoord te kunnen handelen lopen hierbij op een leerzame wijze parallel met het functioneren in de beroepspraktijk. Naast deze ontwikkelingen zijn er een aantal aspecten die de onderwijsvisie van de opleiding PMT-BA kernachtig weergeven. Deze concepten staan hierna kort toegelicht. Sociaal Constructivisme Ons onderwijs is gebaseerd op de principes van de sociaal constructivistische leertheorie. Het sociaal constructivisme gaat ervan uit dat mensen zelf betekenis verlenen aan hun omgeving en dat sociale processen hierbij een prominente rol spelen. De focus ligt op de sociale constructie van kennis. Kennis ontstaat door interacties van interne (cognitieve) factoren en externe (omgevings- en sociale) factoren. De actieve rol van de student bij het verwerken van informatie en het verwerven van kennis wordt benadrukt. Door het delen van zijn ervaringen met anderen zal de student zich breder oriënteren, wat zal bijdragen tot kennis met een hogere mate van objectiviteit. De kerngedachte van het constructivisme is dat leren altijd begint met de verkenning, bewustwording en activering van eigen voorkennis en kijk op de beroepspraktijk. Voor de didactiek betekent dit dat de inzet van docenten gericht is op het coachen van de studenten naar een steeds hogere mate van zelfregulatie (reflecteren op en sturing geven aan het eigen leerproces). Leren als cyclisch proces We gaan ervan uit dat competentiegericht opleiden zich niet zozeer laat karakteriseren door het afwerken van competentielijstjes als wel door het op een competente wijze leren uitvoeren van verschillende beroepsrollen en -taken. Het gaat er niet om dat een student competenties heeft, het gaat er veeleer om dat hij competent handelt in relevante beroeps(opleidings)situaties. Een competente PMT er is in staat adequaat zijn beroepstaken uit te voeren, waarbij hij zijn handelen afstemt op de context waarin hij zich bevindt en dit met een persoonlijke betrokkenheid doet. De afstemming op de context behelst daarbij (1) het kunnen afstemmen op de specifieke doelgroep waarmee of waarvoor wordt gewerkt, (2) de afstemming op de inhoudelijke trainings-, behandel- en/of beleidsdoelen waarbinnen wordt geopereerd en (3) de afstemming op de geldende regels, (behandel)protocollen en verantwoordelijkheden van de specifieke beroepscontext waarbinnen een functie wordt uitgeoefend. De opleiding is er op gericht de student voor te bereiden op het beroep van PMT er. Binnen de beroepscomponent krijgt deze voorbereiding in belangrijke mate vorm door middel van stages, echter ook in andere kenmerkende beroepssituaties zoals bv, het leerlint basisvaardigheden PMT, vaardigheden training en therapie en werkplaats training en therapie waar deze integrerende aspecten expliciet aan de orde komen. De stages zijn richtinggevend voor het onderwijs. In de stage doen studenten leerervaringen op. Binnen Supervisie, intervisie en coaching (SIC) wordt daarop terug geblikt. In thematisch onderwijs ontwikkelt de student zijn competenties door een samenhangend aanbod van lessen die het functioneren op de stages ondersteunen. In de conceptuele, vaardigheids- en integrale leerlijn vindt verdieping en training plaats. Maar ook binnen de lessen zelf wordt ervaring opgedaan en is reflectie en verdieping aan de orde. Het doorlopen van de leercirkel vindt in herhaling en zowel in grotere als kleinere 28

29 eenheden (lessen, opdrachten, stage) plaats. In de optiek van de Calo is competentiegericht leren op te vatten als het doorlopen van een leercirkel (Kolb, 1983). In deze leerspiraalzijn vier fasen te onderscheiden, die weergegeven zijn in de Figuur 2. Figuur 2. De leercyclus volgens Kolb (1983). Het doorlopen van de leercyclus gebeurt idealiter niet in een kort tijdsbestek en eenmalig, maar verspreid over een langere periode met een aantal herhaalmomenten. Op die manier krijgt de student de gelegenheid verschillende ervaringen op te doen in verschillende contexten en op verschillende complexiteitsniveaus waarop gereflecteerd kan worden, verschillende (deel)aspecten te oefenen of conceptueel te verdiepen en meerdere plannen uit te proberen. Leren is -anders gezegd- een cyclisch proces. Niveaus van uitvoering In elke fase van de opleiding dient het daarbij passende niveau van de uitvoering van een beroepstaak te worden vastgesteld aan de hand van criteria als complexiteit, mate van externe sturing, zelfstandigheid en transfer (mate van wendbaarheid). Er worden 3 niveaus onderscheiden: basis-, gevorderd en bachelorniveau. Studievoortgang De onderwijseenheden zijn geclusterd in majordelen en een minor. Iedere student kiest zijn eigen leerroute in overleg met zijn SB er. Hij maakt daarvoor regelmatig een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en een persoonlijk activiteitenplan (PAP) en houdt zijn studieresultaten (producten) bij. Deze behaalde studieresultaten, zowel vanuit stagecontext als vanuit opleidingscontext, gelden als bewijslasten voor de toetsing van verworven competenties. Assessments In een assessment wordt beoordeeld in hoeverre een student in staat is om de verworven competenties op het niveau van betreffende opleidingsfase te integreren en in hoeverre hij daarmee beantwoordt aan de (eind)kwalificaties waartoe opgeleid wordt. We onderscheiden formatieve en summatieve toetsingsmomenten. Aan het eind van de propedeuse en bij de afronding van de opleiding vindt een summatief assessment plaats. Aan het einde van de basis fase (halverwege het tweede studie jaar) en aan het einde van de gevorderde fase (eind derde studiejaar) vindt een formatief assessment plaats. 29

30 Formatief assessment De student krijgt in de loop van zijn opleiding regelmatig feedback van medestudenten, docenten, supervisoren, trainers, collega s of cliënten, ter ondersteuning van zijn leerproces, waarbij uitspraken gedaan worden over zijn competenties. Deze vorm is van belang ter ondersteuning van het ontwikkelingsproces van de student. Een formatief assessment beoogt de student feedback te geven over de stand van zaken ten aanzien van de ontwikkeling van de beroepscompetenties en heeft dus een adviserend karakter. Op basis hiervan kan de student zijn POP en PAP (her)schrijven. Summatief assessment Een summatief assessment heeft een beoordelend karakter en leidt tot een uitspraak over de mate van geschiktheid voor het vervolg van de opleiding of voor het verwerven van de startbekwaamheid bachelor PMT. 7.1 STUDIEBEGELEIDING Door de gehele opleiding heen wordt aandacht gegeven aan studiebegeleiding. De student wordt begeleid door een mentor en een studiebegeleider (SB er). De mentor begeleidt de student in de propedeuse. Het mentoraat heeft tot taak de dagelijkse gang van zaken met de student en de groep waarin deze onderwijs volgt te regelen. Hierbij heeft de mentor in het bijzonder aandacht voor een goede introductie op studeren aan de opleiding, de transitie naar het leven als student en de groepsprocessen die spelen. De mentoren in de hoofdfase hebben slecht een kleine taak t.a.v. de organisatie van de jaarlaag en t.a.v. het proces in de opleidingsgroep. De wijze waarop de studiebegeleiding is vormgegeven is vastgelegd in de handleiding Competent aan de slag Meeste recente versies van SB-documenten worden gepubliceerd via de opleidingscommunity. Documenten die slechts voor een bepaalde jaarlaag gelden staan op N@tschool bij de betreffende module. De SB er begeleidt de student gedurende het gehele opleidingstraject bij zijn studievoortgang, o.a. in de keuzes die de student moet maken voor zijn studieroute, de profileringsruimte en de vrije minor. Eén van de minorkeuzemogelijkheden betreft een premastertraject i.s.m. de VU. Hierdoor is een goede aansluiting op de studie bewegingswetenschappen gegarandeerd. In de bachelorfase van de opleiding begeleidt de SB er de student tevens bij de stap naar de arbeidsmarkt of naar doorstuderen. Dat kan een direct aansluitende wetenschappelijke master (zoals orthopedagogiek, psychologie, gezondheidswetenschappen of bewegingswetenschappen) betreffen óf de (evt. modulair te volgen) professionele master PMT die Windesheim aanbiedt (Figuur 3 geeft overzicht van SB). Jaar Semester 1 Semester 2 1 Na lesweek 6: kennismaking met je SB er. Uitleg studieloopbaanbegeleiding, start POP&PAP (1). 2 September: nieuwe POP&PAP (2.1). Profilerings-plannen, eerste oriëntatie minoren, stagewensen Voorbereiding assessment. Januari: Assessment 2 Opdracht voorbereiding assessment. Juni: Assessment 1 Conclusies verwerken in nieuwe POP&PAP POP&PAP (2.2) Definitieve keuze minor (1 e sem. 3 e jaar) of keuze voor minor in 2 e sem. 30

31 3 In 1 e of 2 e semester op minor. Student kiest desgewenst i.o.m. de SB er- of student een POP&PAP (3) schrijft voor het hele jaar of voor beide semesters apart (3.1 en 3.2). Als student het 2 e semester de minor volgt, kan gekozen worden om Assessment 3 in januari te doen. Als de minor in 1 e semester gevolgd wordt, vindt het assessment plaats in juni/juli. 4 September: laatste POP&PAP (4) voor het hele 4 e jaar. Als (vrijwel) laatste studieactiviteit vindt in juni (of later) Assessment 4 plaats. Assessment 1 Summatief assessment, d.w.z. toetsend. Eén assessor en bij twijfel aan geschiktheid voor het beroep/kunnen voltooien van de opleiding, zoals geuit door studiebegeleider, docent stage doelgroepen en/of docent basisvaardigheden PMT, twee assessoren beoordelen het competentieniveau o.b.v. de ingeleverde opdracht (zie ELO) en het assessmentgesprek. Het gesprek vindt plaats in een groepje. Beoordeling: Voldaan Niet voldaan; in de toelichting bij voldaan wordt onderscheid gemaakt tussen Goed Ruim voldoende Voldoende Assessment 2 Formatief assessment, d.w.z. adviserend. De SB er geeft in samenspraak met student n.a.v. het POP&PAP (2.1), het assessmentpaper en het assessmentgesprek een advies over het vervolg van de opleiding. Het gesprek vindt plaats met het SB-groepje. Afronding: Voldaan Niet voldaan Assessment 3 Formatief assessment. De SB er geeft in samenspraak met student n.a.v. het POP&PAP (3), het assessmentpaper en het assessmentgesprek een advies over het vervolg van de opleiding. Het gesprek vindt plaats met SB-groepje. Afronding: Voldaan Niet voldaan Assessment 4, Summatief assessment. Twee assessoren beoordelen het uitstroomniveau op Eindassessment basis van het assessmentpaper en het assessmentgesprek. Dit is een eindniveaubepalende beoordeling, naast de Afstudeeropdracht en de stage bachelor. Het gesprek vindt individueel plaats, medestudenten en andere gasten mogen uitgenodigd worden. Beoordeling met een cijfer. Figuur 3: overzicht SB-lijn SMF-Beleid De opleiding regelt rechten en plichten tussen student en Windesheim t.a.v. het SMF-beleid (studeren met functiebeperking) van Windesheim. De opleiding heeft een eigen functionaris waar studenten terecht kunnen met vragen over studeren met een functiebeperking. Bij aanmelding voor de studie in Studielink worden studenten geïnformeerd over de wijze waarop zij een functiebeperking, waaronder dyslexie, kunnen melden. Gedurende de studie kan een melding gedaan worden door een meldingsformulier SMF of dyslexie in te vullen en deze te mailen naar decanaatgezondheidenwelzijn@windesheim.nl of in te leveren bij de balie van het Studiesuccescentrum, C0.86 (centrale hal). Studenten ontvangen na melding een uitnodiging voor een gesprek met de decaan en de contactpersoon SMF van de opleiding. In dat gesprek wordt samen met de student gekeken 31

32 naar mogelijke effecten van de ziekte of beperking op de studie en het toekomstige beroep en wordt gekeken welke voorzieningen en acties ondersteunend kunnen zijn tijdens de studie. Wanneer sprake is van dyslexie en extra tentamentijd en/of vergrote tentamenopgaven (A3) volstaan, dan wordt de student na melding niet uitgenodigd voor een intakegesprek. Er wordt dan een tentamenpas gemaakt. De student krijgt bericht over het ophalen van de tentamenpas. 7.2 KWALITEIT EN STUDEERBAARHEID De beoordeling van de onderwijs- en examenregeling als bedoeld in artikel 7.14 WHW Het instellingsbestuur draagt zorg voor een regelmatige beoordeling van de onderwijs- en examenregeling en weegt daarbij, ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast, het tijdsbeslag dat daaruit voor de studenten voortvloeit. Hierbij wordt tevens het oordeel van de opleidingscommissie betrokken. De studielast is bij zowel voltijd als deeltijd vrijwel evenredig verdeeld over de semesters. De totale studielast van de onderwijsheden per semester resulteert in een studiewerkweek van ongeveer 40 uur, verspreid over collegerijke weken, bufferdagen/-weken, projectweken en college-luwe weken. Jaarlaagteams zien toe op een adequate verdeling van de studielast binnen de studiejaren en binnen de semesters. Zij doen dit o.a. door spreiding van inleverdata van opdrachten en tentamendata. Ter bevordering van de studeerbaarheid zijn enkele drempels in het studieprogramma opgenomen. Deze drempels staan in de beschrijvingen van de onderwijseenheden (VOE s). Om het opleidingsprogramma studeerbaar te houden is voorzien in een afwisseling van didactische werkvormen en toetsingsvormen en worden opdrachten en toetsen gespreid aangeboden binnen de periodes c.q. de semesters. Om de overgang van de vooropleiding naar het HBO te vergemakkelijken wordt in de propedeuse met kleinere onderwijseenheden gewerkt (maximaal 3 EC) en zijn sommige tentamens vervangen door deeltoetsen. Vanaf het tweede jaar zijn er grotere onderwijseenheden (tot 10 EC), die met deeltoetsen en een integrale opdracht afgerond worden. Zowel door het organiseren van onderwijsaanbod middels thema s, als door de koppeling van stage-ervaringen aan de inhoud van bv. trainingen en supervisie wordt bewerkstelligd dat de studenten meer samenhang zien tussen de verschillende onderdelen van het curriculum. Dit bevordert ook de studeerbaarheid. Hertentamens en tweede gelegenheden bij andere toetsvormen worden in de regel in de eerstvolgende periode aangeboden. Slechts enkele stages en de afstudeeropdracht ( bachelorthesis ) hebben een grotere omvang dan 10 EC. Dit past echter goed bij de laatste fase van de opleiding, waar de integratie van alle beroepscompetenties optimaal tot zijn recht komt. De student heeft dan inmiddels voldoende inzicht verworven om deze omvang van onderwijseenheden niet nadelig te laten zijn voor de studeerbaarheid. Beoordelingsformats bij de toetsvormen anders dan schriftelijke tentamens zijn via n@tschool (de electronische leeromgeving) beschikbaar voor de studenten, zodat zij vooraf helderheid hebben over de wijze van beoordelen. Het is aannemelijk dat ook dit de studeerbaarheid verhoogt. Doordat het curriculum onderverdeeld is in vier longitudinale leerlijnen en de curriculuminhoud langs deze lijnen vormgegeven wordt, is er ook sprake van samenhang door de jaren heen. Dit komt vanzelfsprekend overeen met de beschreven cyclische visie op leren en heeft tot gevolg dat het voor de studenten gemakkelijker herkenbaar is dat onderwijsinhouden uit de hogere opleidingsjaren bouwen op de basis die in de eerste twee jaar gelegd is. Ook dit maakt, dat het er voor de studenten qua studeerbaarheid beter op wordt. 32

33 Inschrijven tentamens Studenten hoeven zich niet in te schrijven voor tentamens en hertentamens met twee uitzonderingen: de derde kans tentamens van de propedeuse in augustus en digitale tentamens (computertentamen). Daarnaast moeten studenten zich ook aanmelden voor regelingen voor versneld afronden van onderwijseenheden na vier studiejaren om onder die regelingen aan toetsen mee te kunnen doen. Het aanbieden van individuele routes voor studenten met achterstand (studiecontracten) Voor de studenten met achterstanden wordt, binnen grenzen van operationele haalbaarheid, tijdens de vier jaar van de opleiding gezocht naar studieprogramma s met een omvang van 60 EC per studiejaar. De student heeft zelf de verantwoordelijkheid met een voorstel te komen. Het aangepaste studieprogramma omvat beroepsspecifiek onderwijs en/of profileringsactiviteiten en/of stage (als aan de daarvoor gestelde drempels is voldaan). De student mag per cursusjaar per onderwijseenheid aan maximaal twee tentamengelegenheden, zoals aangeboden tijdens het semester dat het betreffende vak gevolgd is, deelnemen. De examencommissie kan onder bepaalde omstandigheden toestemming geven voor een 3 e tentamengelegenheid. Zo is er voor studenten in de propedeuse de augustusregeling en voor studenten die er niet in zijn geslaagd alle onderwijseenheden af te ronden binnen de gestelde termijn van vier jaar, voor cursusjaar tevens twee regelingen getroffen. Doel van de regelingen is om deze groep studenten de kans te bieden versneld af te studeren (zie voor exacte formulering de Bijlage Regelingen voor versneld afronden van onderwijseenheden na vier studiejaren). Indien een student de studie moet verlengen stelt hij met zijn studiebegeleider een plan op waarin beschreven wordt hoe de opleiding verder vormgegeven gaat worden. Dit plan wordt verwerkt in een studiecontract waarin student en opleiding overeenkomen hoe gehandeld wordt als het plan volledig uitgevoerd wordt en als het toch niet lukt. Dit contract wordt besproken met en mede ondertekend door een teamleider of de HHD er. Vaak wordt de student geadviseerd met de decaan contact te leggen in geval van persoonlijke omstandigheden. Omdat er meerdere groepen per leerjaar zijn, het lesrooster flexibel is, in het derde jaar in beide semesters een lesprogramma aangeboden wordt en er in het afstudeerjaar een grote flexibiliteit is de vormgeving van de stage bachelor, zijn er in de regel vrij veel mogelijkheden om individuele routes samen te stellen. Indien in de begeleidingsvergadering van het opleidingsteam zorg uitgesproken wordt over de studievoortgang van een student soms in de vorm van een (niet bindend) advies de studie te staken- wordt door de studiebegeleider i.o.m. de student een studiecontract opgesteld. Dit contract vermeldt zowel de mogelijkheden van een eventueel studievervolg als de sancties (binnen de wettelijke mogelijkheden) die volgen als de afspraken niet nagekomen worden. Ook dit contract wordt afgesloten met teamleider of hogeschoolhoofddocent. 7.3 TOETSING In het Instellingsdeel onderwijs- en examenregeling staan in Hoofdstuk 8 de minimaal te hanteren regels m.b.t. toetsen. Hier staan ook de vier basistoetsvormen: toets met open en/of gesloten vragen, mondelinge toets, vaardigheidsopdracht en een productopdracht. De minimaal te hanteren regels zijn per basistoetsvorm uitgewerkt. De opleiding mag voor haar toetsen en tentamens iedere willekeurige combinatie van deze vier gebruiken. Denk aan een portfolio of een assesment. Het toetsbeleid van de opleiding is gebaseerd op het Toetsbeleidsplan van de Calo. In het Toetsbeleidsplan staan de uitgangspunten van het toetsbeleid voor de drie opleidingen 33

34 uitgewerkt en het beschrijft hoe de opleidingen zorgdragen voor een goede kwaliteit van toetsing. De studenten krijgen tijdens hun opleiding te maken met een variëteit aan toetsvormen, zoals assessments, portfolio, beroepsproducten, schriftelijke kennistoetsen en vaardigheidstoetsen. Zie voor een overzicht van de gehanteerde toetsvormen Bijlage leer- en toetsplan bachelor PMT voltijd en deeltijd. De verschillende toetsvormen worden in het Toetsbeleidsplan inhoudelijk beschreven. De toetsvormen die worden gehanteerd zijn: Schriftelijke toets: een schriftelijke tentamen met open of gesloten vragen Productopdracht: beroepsproduct, portfolio of verslag (bijv. een reflectieverslag of stageverslag) Vaardigheidsopdracht: vaardigheidstoets Mondelinge toets: assessment, mondeling tentamen of presentatie. De borging van het eindniveau staat beschreven in de Afstudeernota. 7.4 BIJZONDERE BEPALINGEN 1) Instellingsdeel OER, Hoofdstuk 4, art. 9.: De deeltijdopleiding kent, zoals eerder gesteld bijzondere vooropleidings- en werk(ervarings)eisen. Deze staan geformuleerd in de instroomprocedure en zijn te vinden op de opleidingscommunity en de Windesheim website; 2) Instellingsdeel OER, Hoofdstuk 4, art. 5.: Aanvullend gelden, op basis van Artikel 7.26 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, specifieke aanvullende eisen aan de vaardigheid van studenten met het oog op het beroep waarop de opleiding voorbereidt. Voor een beschrijving van het selecterend bewegingsassessment wordt hier verwezen naar de Bijlage Aanvullende eisen selecterend bewegingsassessment. Tevens wordt voor toelating van de voltijdvariant van de bacheloropleiding PMT een decentrale selectieprocedure gehanteerd; 3) Instellingsdeel OER, Hoofdstuk 4, art. 11, lid 1 en Hoofdstuk 8, art. 31 lid 1,2 en 3. In aanvulling op deze artikelen geldt dat zij die willen starten met de opleiding en een bepaalde vooropleiding genoten hebben (zoals een propedeuse van een andere hbo- of woopleiding, een verwante mbo-opleiding, of een verwante ad-opleiding) onder voorwaarden in aanmerking kunnen komen voor vrijstelling van een substantieel deel van de opleiding, leidend tot een verkort studietraject. Zie daarvoor Bijlage Procedure Aanvraag vrijstellingen (verkort studietraject)"; 4) Instellingsdeel OER, Hoofdstuk 5, art. 15 lid 7: Calo kent een minorpalet dat vooraf is samengesteld. Voor deze vooraf vastgestelde minors Zie de bijlage Minorpalet en de bijlage Pré-master trajecten ) is geen voorafgaande toestemming nodig. Voor het volgen van buiten de opleiding aangeboden minors, bij Windesheim of bij een andere geaccrediteerde instelling voor hoger onderwijs in binnen- of buitenland, en de door de student samengestelde minors is de voorafgaande instemming van de examencommissie verplicht; 5) Instellingsdeel OER, Hoofdstuk 8, art. 26 lid 5: Regeling is niet voor de opleiding van toepassing. Bij de opleiding PMT-BA geldt een afwijkende regeling voor studenten die er niet in zijn geslaagd alle onderwijseenheden af te ronden binnen de gestelde termijn van vier jaar. Hiervoor wordt verwezen naar Bijlage Regelingen versneld afronden na 4 studiejaren (PMT) ; 6) Instellingsdeel OER, art. 29 lid 4: Studenten worden automatisch aangemeld voor deelname aan toetsing en voor de herkansingen hiervan. Uitzonderingen hierop zijn: tentamens van de augustusregeling propedeuse, digitale tentamens (computertentamen) en Bijlage Regelingen versneld afronden na 4 studiejaren (PMT) ; 34

35 7) Instellingsdeel OER, art. 18 lid 4: De examencommissie kan onder bepaalde omstandigheden toestemming geven voor een 3 e tentamengelegenheid, welke in de zomerperiode gepland wordt. Voor studenten in de propedeuse bestaat er de augustusregeling én voor studenten die er niet in zijn geslaagd alle onderwijseenheden af te ronden binnen de gestelde termijn van vier jaar, gelden voor cursusjaar tevens twee regelingen (zie Bijlage regelingen voor versneld afronden van onderwijseenheden na vier studiejaren); 8) Instellingsdeel OER, Hoofdstuk 7, art. 24 lid 5: Bij de deeltijdopleiding geldt dat het eerste advies door de examencommissie niet na 4 onderwijsperioden wordt gegeven. Bij de deeltijd geldt de tweede regeling Bindend Studieadvies in uitgestelde vorm namelijk na derde jaar van inschrijving. 9) Instellingsdeel OER, Hoofstuk 7, art. 24 lid 6: Deze regeling heeft specifiek betrekking op de PMT-BA (zie de Bijlage Opheffing Bindend Studieadvies); 10) Instellingsdeel OER art. 26 lid 3: Het tentamen voor de volgende onderwijseenheden kan maar één maal per jaar worden afgelegd. Het betreft de volgende onderwijseenheden: Winterkamp (CALO1.WIK.VT.14) en Zomerkamp (CALO1.ZOK.VT.14). Deze onderwijseenheden vinden in een bepaalde, tot 1 week beperkte, periode plaats en om de doelen te kunnen bereiken is voortdurende (actieve) deelname vereist. Daarnaast geldt dat de specificiteit van de activiteit niet zomaar herhaalbaar is. Daarnaast kan het in voorkomende gevallen zo zijn dat bij een stage het tentamen maar één maal per jaar afgelegd kan worden (bijvoorbeeld wanneer aan het einde van de stageperiode pas duidelijk wordt ; 11) Instellingsdeel OER, art. 26, lid 5. Regeling is niet voor de opleiding van toepassing. Bij de opleiding PMT-BA geldt een afwijkende regeling voor studenten die er niet in zijn geslaagd alle onderwijseenheden af te ronden binnen de gestelde termijn van vier jaar (zie de Bijlage Regelingen voor versneld afronden van onderwijseenheden na vier studiejaren (PMT)); 12) Instellingsdeel OER, art. 30 lid 2: Bij onderwijseenheden waar de student leert met en zich ontwikkelt aan medestudenten worden studenten individueel, maar wel tegelijk in groepsverband beoordeeld en getoetst. Het betreft de onderwijseenheden basisvaardigheden PMT 1, 2 & 3, Supervisie Intervisie Coaching, Vaardigheden/Werkplaats Training en Therapie, bepaalde praktische/motorische vaardigheden en lichaamsgeoriënteerde methodieken van Themagerichte onderwijseenheden. Ook de assessments in het kader van de studiebegeleiding worden, behoudens het eindassessment, in groepsverband afgenomen, omdat ook hier de dynamiek tussen de groepsleden van toegevoegde waarde is. In alle gevallen wordt wel een individuele beoordeling gegeven en gedocumenteerd in een beoordelingsprotocol. Deze protocollen staan op N@tschool bij de betreffende module. 8 OVERZICHT ONDERWIJSEENHEDEN Klik hier voor leerroute PMT BA voltijd. Klik hier voor leerroute PMT BA deeltijd. 9 ACCREDITATIE De laatste accreditatie geldt van tot en met

36 10 TOT SLOT 10.1 BEZWAAR EN BEROEP Tegen besluiten op grond van deze regeling genomen staat beroep open bij het College van Beroep voor de Examens Windesheim. Het reglement van het College van Beroep voor de Examens maakt deel uit van het Studentenstatuut BIJLAGEN BIJ ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING De bij deze regeling behorende uitwerkingen vormen tezamen met deze regeling de onderwijsen examenregeling van de opleiding OVERGANGSREGELING Het recht op afronden oude stijl van modulen is 1 jaar. Na het verlopen van het recht op afronden oude stijl worden niet afgeronde modulen automatisch omgezet in de stijl van studiejaar In Bijlage Schema overgangsregeling bachelor PMT-BA staat per voecode weergegeven waar de onderwijseenheid door vervangen wordt én in hoeverre behaalde deelresultaten overgezet kunnen worden. Voor studenten van cohorten éérder dan cohort vervallen per studiejaar alle niet afgeronde onderwijseenheden. Aangezien er vanaf grote curriculumwijzigingen hebben plaatsgevonden geldt voor deze studenten het volgende: alle niet afgeronde onderwijseenheden zijn vervallen en worden verwijderd uit het studieplan; een beperkt aantal vervallen onderwijseenheden wordt omgezet naar daarvoor in de plaats gekomen nieuwe onderwijseenheden (zie voor het overzicht: Bijlage Schema overgangsregeling bachelor PMT-BA); indien na deze omzetting het studieplan minder dan de benodigde 240 EC bevat ligt het initiatief om het studieplan aan te vullen tot 240 EC bij de student. De student moet, in overleg met SB er, een studiecontract opstellen waarin vermeld staat welke nieuwe onderwijseenheden de oude onderwijseenheden vervangen. Let op: het aantal EC voor nieuw te volgen onderwijs kan als gevolg van curriculumvernieuwingen (flink) hoger zijn! Na verkregen positief advies van de hogeschoolhoofddocent wordt het opgestelde studiecontract bij de examencommissie ter goedkeuring ingediend. Het studiecontract wordt aan de hand van een vastgesteld schema ingevuld (zie opleidingscommunity bij examencommissie); Indien het studieplan op méér dan 240 EC uitkomt, wordt een deel van het onderwijs (bv. profilering) omgezet naar extra gevolgd onderwijs NIET VOORZIENE SITUATIES In de gevallen waarin deze onderwijs- en examenregeling niet voorziet, beslist de directeur van het domein INWERKINGTREDING, OPENBAARMAKING, LOOPTIJD EN VASTSTELLING Deze regeling treedt in werking op 1 september 2017 en loopt tot 1 september

37 Dit Opleidingsdeel Onderwijs- en examenregeling behoort tot het Opleidingsdeel studentenstatuut en is als zodanig te vinden op de opleidingspagina s op Sharenet. Daarnaast is het reglement openbaar gemaakt op Het Opleidingsdeel onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding psychomotorische therapie en bewegingsagogie is namens het College van Bestuur door de domeindirecteur op de datum 10 juli vastgesteld, na advies van de opleidingscommissie op de datum 30 juni en met instemming van de deelraad, gegeven op de datum 10 juli. 37

38 11 BIJLAGEN BIJLAGE AANVULLENDE EISEN SELECTEREND BEWEGINGSASSESSMENT Op basis van Artikel 7.26 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, wordt voor toelating tot de bacheloropleiding Leraar Lichamelijke Opvoeding, de bacheloropleiding Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie en de bacheloropleiding Sportkunde specifieke aanvullende eisen aan de vaardigheid van studenten gesteld. Dit gebeurt met het oog op het beroep waarop de opleiding voorbereidt. Dit gebeurt middels een bewegingsassessment. Deze bijlage beschrijft de procedure rondom het bewegingsassessment. De kandidaatstudenten voeren gedurende een dagdeel in vijf ronden verschillende praktijkonderdelen (te weten: turnen, spel, bewegen & muziek, atletiek en zwemmen) uit. Voor de verschillende praktijkonderdelen zijn standaardsituaties ontwikkeld. De opstelling van deze standaardsituaties is voor alle praktijkonderdelen elke dag hetzelfde. Tijdens het uitvoeren van de praktijkonderdelen wordt gelet op de volgende items: Basisniveau van de kandidaat-student; De kandidaat-student moet een voldoende bewegingsvaardigheidsniveau hebben op de verschillende onderdelen. Leerbaarheid van de kandidaat-student; De kandidaat-student moet tijdens het uitvoeren van de verschillende onderdelen laten zien dat hij makkelijk leert in nieuwe situaties. Dit houdt in dat gekeken wordt hoe de student omgaat met opmerkingen van de docent en hoe de student zelfstandig tot oplossingen komt voor nieuwe bewegingsproblemen. Het bewegingsgedrag van de kandidaat-student wordt beoordeeld aan de hand van vooraf vastgelegde criteria. Deze criteria hebben betrekking op de mate waarin de kandidaat-student een bepaald gedrag laat zien. Bij de test op praktische bedrevenheid wordt door twee docenten beoordeeld, namelijk door: één docent die de studenten tijdens alle vijf de rondes begeleidt; en één docent die op locatie samen met de begeleidend docent de studenten beoordeelt. 38

39 BIJLAGE PRE-MASTERTRAJECTEN Binnen de bacheloropleidingen van de Calo is er de mogelijkheid om de minorruimte te gebruiken voor het behalen van een Premaster of een selectieprogramma voor een Premaster op een universiteit. De omvang van het programma dient 30 EC te bedragen om als minor in aanmerking te komen. De student maakt een keuze tot het volgen van een universitair programma in overleg met de studiebegeleider (SB er). Door opleidingen aan de universiteit kunnen nadere toelatingseisen gesteld worden, zoals gevolgde vooropleiding, gekozen profiel en/of huidige studievoortgang. Daarnaast dient de student toestemming van de examencommissie van de Calo te krijgen voor het volgen van het premastertraject als minor. De student dient zich aan te melden als bijvakstudent aan de universiteit en moet hiervoor een bewijs betaald collegegeld aan de universiteit overleggen. De coördinator doorlopende leerlijnen van de Calo is op de hoogte van de instapeisen en aanmeldingsprocedures van onderstaande programma s: - Premaster Bewegingswetenschappen Aanbieder: Vrije Universiteit Amsterdam, Faculteit der Bewegingswetenschappen Naam: HBO-schakelprogramma Bewegingswetenschappen Dit hbo-schakelprogramma wordt grotendeels digitaal aangeboden en in planning en voortgang door de Calo ondersteund. De onderwijseenheden worden verspreid over het jaar aangeboden, waarbij een start in september gewenst is, maar de afronding van het programma in semester 2 plaatsvindt. Het programma bestaat uit de volgende onderwijsheden: 1. Wiskunde, 6 EC 2. Statistiek, 6 EC 3. Verwerken van digitale signalen, 6 EC 4. Meten van fysische grootheden, 6 EC 5. Spierfysiologie, 6 EC - Selectietrajecten voor Premasters van de opleidingen: Orthopedagogiek, Onderwijskunde, Jeugdstudies, Maatschappelijke opvoedingsvraagstukken Aanbieder: Universiteit Utrecht, Faculteit der Sociale wetenschappen Naam: Selectietraject (via inschrijfformulier Bijvakonderwijs Selectietraject) Omvang van de selectietrajecten van de Universiteit Utrecht zijn 22.5 EC. De student dient voor het compleet maken van zijn minor nog 7.5 EC aan bijvakken toe te voegen aan het selectietraject. Deze selectietrajecten vinden alleen plaats in het eerste semester. De verkenning van de mogelijkheid tot het volgen van een minor in semester 1 gaat in samenspraak met de SLB-er en de coördinator doorlopende leerlijnen. Na het behalen van het selectietraject kan de student na het behalen van de hbo-studie starten met de Premaster van bovenstaande studies. 39

40 Bovenstaande programma s vallen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur en examencommissies van de universiteit en zijn daarmee onder voorbehoud van wijzigingen. De student kan bij wijzigingen vanuit de universiteit geen rechten ontlenen aan bovenstaand regeling. 40

41 BIJLAGE PROCEDURE AANVRAAG VRIJSTELLINGEN (VERKORT STUDIETRAJECT) Een student kan op grond van artikel 11 óf artikel 31 van het instellingsdeel van het OER vrijstelling vragen voor (examens van) modulen waarvan hij/zij kan aantonen de inhoud reeds te beheersen. Studenten die binnen komen met een bepaalde vooropleiding (bijv. een propedeuse van een andere HBO- of WO-opleiding, een verwante MBO-opleiding, of een verwante AD-opleiding) kunnen evt. in aanmerking komen voor vrijstelling van een substantieel deel 1 van de opleiding. Deze studenten kunnen onder voorwaarden in aanmerking komen voor een verkort studietraject. De procedure voor de aanvraag hiervoor wordt hieronder beschreven. Bij studenten die via bijzondere instroom toegelaten worden op één van de Caloopleidingen, is het van belang goed in het oog te houden dat: alle Onderwijs Eenheden (VOE s), dus in totaal 240 EC, van de opleiding die ze willen volgen in een (concept) studieplan verantwoord moeten worden; vrijstellingen voor VOE s alleen verleend kunnen worden indien studenten voldoende bewijslast kunnen overleggen. Studenten moeten voldoende bewijs aanleveren dat ze op een andere opleiding vergelijkbare modules (qua inhoud, omvang en niveau) hebben afgerond. Ze moeten hiertoe onderwijsbeschrijvingen aanleveren en de kopieën van diploma en cijferlijst moeten gewaarmerkt zijn als kopie van het origineel met stempel en handtekening van de desbetreffende opleiding. De procedure gaat als volgt: 1. Student meldt zich aan om te verkennen of hij/zij voor vrijstelling in aanmerking komt. De instroomcoördinator legt uit wat er aan bewijslast wordt gevraagd, wil een student in een hoger jaar van de opleiding kunnen instromen; 2. Er wordt, op basis van telefonische uitwisseling en/of (korte) mailuitwisseling tussen (kandidaat)student en instroomcoördinator, een eerste indicatie gevormd van het aantal EC vrijstelling dat grofweg aangevraagd zou kunnen worden; 3. Student vult samen met de instroomcoördinator het format van het curriculum overzicht van 240 EC s in, en bespreekt voor welke curriculumonderdelen hij vrijstellingen aan zou willen aanvragen. Op basis van een inschatting van de instoomcoördinator wordt bepaald hoe de studieroute er dan vervolgens uit zal komen te zien en welk studiejaar het meest passend is om in te stromen; 4. De verantwoordelijke HHD beoordeelt de voorgestelde studieroute; 5. Student verzamelt bewijslast voor vrijstellingen en dient vervolgens het verzoek in bij de examencommissie, vergezeld van de voorgestelde en door de HHD geaccordeerde studieroute; 6. Examencommissie buigt zich over het verzoek tot het verlenen van vrijstellingen: 41

42 Indien de aanvraag wordt goedgekeurd worden de betreffende VOE s in educator vrijgesteld en start de student volgens plan in het studiejaar wat het meest passend is bij zijn situatie; Indien vrijstellingen niet worden toegekend dient de student de betreffende VOE s alsnog op reguliere wijze af te sluiten. De instroom coördinator zal zich, samen met de student, opnieuw moeten buigen over het studieprogramma, waarbij de studeerbaarheid voor de student, maar tevens het complementeren van het volledige curriculum van 240 EC centraal zal staan. Tijdpad: 1. Student die voor verkort studietraject in aanmerking wil komen meldt zich hiervoor aan voor 15 januari (PMT-BA) of voor 1 maart (LO en Sportkunde); 2. Voorverkenning vrijstellingen en mogelijk studietraject met instroomcoördinator: voor 1 mei; 3. Invullen curriculumformat en opstellen studieroute: voor 1 juni; 4. Accordering door HHD: voor 15 juni; 5. Indienen aanvraag vrijstellingen bij EC: voor 1 juli; 6. Uitspraak EC (voorgenomen besluit): voor 1 september; 7. Effectuering besluit (o.a. verwerking in Educator): voor 1 oktober. Kosten instroomprocedure: De kosten van de procedure bedragen 300,-, te voldoen voor 1 april. Deze kosten worden in rekening gebracht indien de procedure verder dan punt 2 wordt doorlopen; Voor een opleiding met een numerus fixus geldt, dat indien een student wordt uitgeloot restitutie van dit bedrag volgt. 42

43 BIJLAGE OPHEFFING BINDEND STUDIEADVIES (BSA) NA MINIMAAL 2 JAAR Op grond van de Wet Hoger Onderwijs kan een student nadat hij een BSA heeft gekregen voor één van de opleidingen van de Calo, zich niet (meer) inschrijven voor deze opleiding van de Calo. Minimaal twee jaar na het verstrekken van het BSA kan een student zich opnieuw aanmelden voor de desbetreffende opleiding van de Calo met het verzoek tot opheffing BSA. In een toelatingsgesprek/assessment zal de student de opleiding (examencommissie) aan de hand van bewijslast van professionele en/of persoonlijke ontwikkeling moeten overtuigen van zijn toegenomen capaciteiten en/of leervermogen voor de betreffende opleiding. Relevante (verwante) opleidingen en/of werkervaring (Elders Verworven Competenties = EVC) zullen daarbij richtinggevend zijn. Procedure: Indien de student in aanmerking wil komen voor opheffing van het BSA, dient hij zich (uiterlijk vóór 1 maart 2018) aan te melden bij de Toelatingscommissie van de Calo en tevens een gemotiveerd, en van bewijslast voorzien, verzoek tot opheffing bindend studie advies aan de examencommissie van de Calo te schrijven: examencommissiecalo@windesheim.nl. Op grond van het verzoek en eventueel een toelichtend gesprek beslist de examencommissie vervolgens of ze overgaat tot een definitieve opheffing van het bindend studieadvies. De student dient er rekening mee te houden dat het verwerken van een verzoek tot opheffing bindend studieadvies voor de opleiding circa een maand verwerkingstijd in beslag neemt. 43

44 BIJLAGE PROCEDURE SWITCHEN Procedure rondom tussentijdse inschrijving bij een andere opleiding binnen de Calo. Voor studenten die tijdens het eerste studiejaar wensen over te stappen naar een andere opleiding bestaat de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, zich tussentijds voor deze opleiding in te schrijven. Dit kan uitsluitend per 1 februari van het lopend cursusjaar. Aangezien de Calo geen tussentijdse inschrijvingsmogelijkheid per 1 februari kent, kan dit alleen met toestemming van de directeur. Hiervoor geldt de onderstaande procedure. Let wel: Tussentijdse inschrijving is alleen mogelijk bij opleidingen zonder numerus fixus 1 ; Bij een switch naar Lichamelijke opvoeding (LO) moet aan de voorwaarden voor toelating tot de LO zijn voldaan. Bij het bewegingsassessment moeten minimaal 4 onderdelen voldoende beoordeeld zijn. Indien aan deze eis niet wordt voldaan, kan een switch alleen plaatsvinden als het volgende aan de orde is: bij minimaal 1 van de 2 onderdelen die onvoldoende waren gescoord moet de betreffende praktijkdocent positief oordelen over de mogelijkheden van de student dit onderdeel in de propedeuse op voldoende niveau af te ronden. Voor atletiek geldt dat deze uitspraak niet gedaan kan worden aangezien deze module alleen in semester 2 plaatsvindt. De student dient bij de toelatingscommissie vóór 1 januari een schriftelijk verzoek voor tussentijdse inschrijving in. De toelatingscommissie wint informatie in bij de Studiebegeleider en evt. mentor van de betreffende student t.a.v. de studieresultaten, de studievoortgang en de motivatie van de student. Op basis hiervan geeft de toelatingscommissie advies aan de directeur over het al dan niet toestemming verlenen voor tussentijdse inschrijving. De directeur geeft hier vervolgens al dan niet fiat aan, waarbij naast het advies van de toelatingscommissie ook organisatorische afwegingen een rol kunnen spelen. Bij toestemming tot tussentijdse inschrijvingen schrijft de student zich per 31 januari uit bij de opleiding waar hij op dat moment staat ingeschreven en meldt zich per 1 februari aan bij de nieuwe opleiding. Vanaf dat moment volgt de student het onderwijs van de nieuwe opleiding. De student krijgt vrijstelling voor alle behaalde onderwijseenheden uit het eerste semester, met uitzondering van het beroepsspecifieke modulen van zijn nieuwe opleiding. De modulen die hier onder vallen zullen (bijv. d.m.v. zelfstudie en/of vervangende opdrachten) alsnog behaald moeten worden. Aangezien de student per 1 februari met de (nieuwe) opleiding begint, is de BSA-regeling van toepassing per 1 februari van het volgend jaar (en dus niet aan het eind van het tweede semester). 1 In studiejaar geldt voor de bacheloropleiding PMT een numerus fixus. Naar PMT switchen is derhalve niet mogelijk. 44

45 BIJLAGE REGELINGEN VOOR VERSNELD AFRONDEN VAN ONDERWIJSEENHEDEN NA VIER STUDIEJAREN. Onderstaande regelingen gelden niet voor achterstand(en) op minoren Voor studenten die er niet in zijn geslaagd alle onderwijseenheden af te ronden binnen de gestelde termijn van vier jaar, zijn voor cursusjaar twee regelingen getroffen. Doel van de regelingen is om deze groep studenten de kans te bieden versneld af te studeren. Regeling 1: vervroegd afronden bij méér dan één onderwijseenheid achterstand Indien een student bij aanvang van studiejaar maximaal drie onderwijseenheden, exclusief afronding van het eindassessment (onderdeel van Studiebegeleiding bachelor óf Thema De Ander en Ik ), verwijderd is van het behalen van zijn afsluitend (bachelor) getuigschrift, verleent de examencommissie de student toestemming deze achterstanden, middels een vervroegde afrondingskans, vóór 1 november 2017 weg te werken. Mits de definitieve cijfers uiterlijk 20 november 2017 ingevoerd zijn in Educator, kan de student dan per eind november 2017 afstuderen. Indien een student met deze vervroegde afrondingskans niet tot afronding van de gehele studie komt, kan vervolgens nog van één regulier afrondingsmoment gebruik gemaakt worden. Om mee te mogen doen aan deze regeling dient de student uiterlijk vrijdag 8 september 2017 per mail goedkeuring aan te vragen onder vermelding van regeling versneld afronden na 4 studiejaren (mail aan: examencommissiecalo@windesheim.nl). Noem in het verzoek je naam en studentnummer, de naam en voe-codes van de modulen, de openstaande toetsonderdelen van de modules en de naam van de beoordelend docent. Regeling 2: één onderwijseenheid achterstand Indien een student aan het eind van studiejaar één onderwijseenheid, exclusief afronding van Summatief (eind)assessment (onderdeel van Studiebegeleiding bachelor (PMT4.SBB.VT.16) of toetsvorm assessment, onderdeel van Thema De Ander en Ik (PMT4.TAI.VT.16 óf PMT4.TAI.VT.17 óf PMT4.TAI.DT.17), verwijderd is van het behalen van zijn afsluitend (bachelor) getuigschrift, verleent de examencommissie de student toestemming voor een extra afrondingskans in studiejaar Deze extra afrondingskans vindt plaats in augustus Definitieve cijfers dienen uiterlijk 17 september 2018 ingevoerd te zijn in Educator. De student studeert dan in september 2018 af en dient zich dus wel in te schrijven voor het nieuwe studiejaar. Regeling 2 geldt niet voor onderwijseenheden die middels een schriftelijk tentamen worden afgerond. De student dient uiterlijk 12 juli 2018 per mail goedkeuring aan te vragen per mail onder vermelding van regeling versneld afronden na 4 studiejaren (aan: examencommissiecalo@windesheim.nl). Noem in het verzoek je naam en studentnummer, de naam en voe-codes van de modulen, de openstaande toetsonderdelen van de modules en de naam van de beoordelend docent. Een student kan eventueel eerst voor regeling 1 en vervolgens voor regeling 2 in aanmerking komen. Mocht je nadere informatie willen hebben over bovenstaande regelingen, dan kun je via de mail contact opnemen met je Studiebegeleider of de examencommissie. 45

46 LEER- EN TOETSPLAN PSYCHMOTORISCHE THERAPIE EN BEWEGINGSAGOGIE VOLTIJD 46

47 47

48 48

49 LEER- EN TOETSPLAN PSYCHMOTORISCHE THERAPIE EN BEWEGINGSAGOGIE DEELTIJD 49

50 BIJLAGE OVERGANGSREGELING PMT

51 51

52 MINORENPALET

Onderwijs en Examenregeling

Onderwijs en Examenregeling Onderwijs en Examenregeling 2016-2017 Opleidinsdeel Christelijke Hogeschool Windesheim Calo Bachelor Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie Croho nr: 34585 Voor de voltijdse en deeltijdse bacholor

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek Studiejaar 2013-2014 Algemeen 1. Deze bijlage bij het algemene gedeelte van de Onderwijs- en examenregeling van Codarts is van toepassing

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Hogeschool Windesheim Zwolle Aandacht voor jeugdzorg en jeugd- en opvoedhulp in hbo-opleidingen en onderzoek.

Hogeschool Windesheim Zwolle Aandacht voor jeugdzorg en jeugd- en opvoedhulp in hbo-opleidingen en onderzoek. Hogeschool Windesheim Zwolle Aandacht voor jeugdzorg en jeugd- en opvoedhulp in hbo-opleidingen en onderzoek. WGV Oost Deventer, 20 maart 2013 Attie Valkenburg van Roon, projectleider Master Zorg voor

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2015-2016

Onderwijs- en Examenregeling 2015-2016 Onderwijs- en Examenregeling 2015-2016 Christelijke Hogeschool Windesheim Calo Bachelor Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie Croho-nr: 34585 Voltijd / Deeltijd De laatste accreditatie geldt van

Nadere informatie

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Gezondheid, Sport en Welzijn Masteropleiding Medical Imaging/ Radiation Oncology Verschillende studies laten zien dat de druk op de gezondheidszorg

Nadere informatie

Onderwijs en Examenregeling

Onderwijs en Examenregeling Onderwijs en Examenregeling 2017-2018 Opleidingsdeel Christelijke Hogeschool Windesheim Master Psychomotorische therapie Croho nr: 70065 Deeltijd Deze onderwijs en examenregeling behoort tot het opleidingsdeel

Nadere informatie

Studentenstatuut 2014-2015

Studentenstatuut 2014-2015 Studentenstatuut 2014-2015 Christelijke Hogeschool Windesheim Calo Bachelor Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie (voltijd/deeltijd) Croho nr. 34585 De laatste accreditatie geldt van 1-12-2008 tot

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1. 1 INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.4 Onderwijs- en examenregeling... 4 2. TOELATING TOT DE OPLEIDING...

Nadere informatie

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd 2019 2020 Sociaal Werk Bachelor of Social Work - Voltijd In het kort Als sociaal werker bied jij ondersteuning aan mensen die in de problemen zitten en er, ook met hulp van familie en bekenden, niet meer

Nadere informatie

Beschrijving van de opleiding Rechten en plichten

Beschrijving van de opleiding Rechten en plichten Onderwijs- en Examenregeling (OER) PMT-BA 2013-2014 Beschrijving van de opleiding Rechten en plichten Christelijke Hogeschool Windesheim Domein Bewegen en Educatie Calo Bachelor Psychomotorische Therapie

Nadere informatie

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Deel 2 Opleidingsspecifiek deel: Master Theologie Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Onderwijs en Examenregeling

Onderwijs en Examenregeling Onderwijs en Examenregeling 2016-2017 Opleidingsdeel Christelijke Hogeschool Windesheim Master Psychomotorische therapie (onbekostigd) Croho nr: 70065 Deeltijd Deze onderwijs en examenregeling behoort

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma PARAGRAAF 1 - ALGEMENE

Nadere informatie

Partnerschap. en scholen werken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met studenten aan hun ontwikkeling tot professional.

Partnerschap. en scholen werken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met studenten aan hun ontwikkeling tot professional. Sinds een tiental jaren hebben we opleidingsvormen ontwikkeld die recht doen aan zowel vakbekwaamheid als praktijkkennis van aanstaande leraren. In toenemende mate doen we dat op basis van opleiden in

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Ambulatorium van Hogeschool Windesheim. Kansen en uitdagingen in het spanningsveld tussen onderwijs en hulpverlening.

Ambulatorium van Hogeschool Windesheim. Kansen en uitdagingen in het spanningsveld tussen onderwijs en hulpverlening. Ambulatorium van Hogeschool Windesheim Kans uitdaging in het spanningsveld tuss onderwijs hulpverling. Visie opleiding Psychomotorische Therapie (PMT) Vanuit de opleiding PMT leid we studt op tot startbekwame

Nadere informatie

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd 2018 2019 Sociaal Werk Bachelor of Social Work - Voltijd In het kort Als sociaal werker bied jij ondersteuning aan mensen die in de problemen zitten en er, ook met hulp van familie en bekenden, niet meer

Nadere informatie

2 ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING Naam

2 ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING Naam SAMENVATTING AANVRAAG DOELMATIGHEIDSTOETS AD OUDERENZORG 1 BASISGEGEVENS INSTELLING Soort aanvraag: Naam instelling Nieuwe opleiding Avans Hogeschool Contact Adres Bezoekadres: Professor Cobbenhagenlaan

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek 2018-2019 Opleidingsdeel voor de bachelor pedagogiek van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief) Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

Master Psychologie en Geestelijke Gezondheid. Voorlichting 19 Maart 2014

Master Psychologie en Geestelijke Gezondheid. Voorlichting 19 Maart 2014 Master Psychologie en Geestelijke Gezondheid Voorlichting 19 Maart 2014 WELKOM Dr. Maaike Cima (Onderwijs Directeur/ Forensische Psychologie) Drs. Liselotte den Boer (Kinderen & Jeugd en Stage Coördinator)

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Geschiedenis Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de Wet

Nadere informatie

Onderwerp: Erkenning HSL afd kunstzinnige therapie door de FVB/NVBT

Onderwerp: Erkenning HSL afd kunstzinnige therapie door de FVB/NVBT Onderwerp: Erkenning HSL afd kunstzinnige therapie door de FVB/NVBT 19 juni 2015 Beste leden van de NVBT, Al sinds 2010 wordt er binnen het bestuur van de FVB en NVBT gesproken over de erkenning van de

Nadere informatie

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten Procedure aangaande de Onderwijs- en examenregeling van Fontys Dit is een uitgave van het Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten. Het CBA ondersteunt de medezeggenschap en inspraak binnen Fontys Hogescholen

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

HBO-BACHELOR (MODULAIR) Social Work DEELTIJD

HBO-BACHELOR (MODULAIR) Social Work DEELTIJD HBO-BACHELOR (MODULAIR) & K E ER DI W TU S Social Work 2019-2020 DEELTIJD WIL JIJ WERKEN ALS ALLROUND SOCIAAL WERKER MÉT SPECIALISTISCHE KENNIS? Social Work Als jij je wilt inzetten voor mensen met alle

Nadere informatie

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING 1 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Doelstellingen competenties Structuur en éénduidigheid Uniformiteit in formulering 2 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Generieke competenties

Nadere informatie

De onderwijs- en examenregeling

De onderwijs- en examenregeling De onderwijs- en examenregeling Algemeen In de onderwijs- en examenregeling (OER) wordt informatie gegeven over het onderwijs van een opleiding of een groep van opleidingen. Heeft de OER betrekking op

Nadere informatie

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM:

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM: FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM: De (G)OC heeft als formele wettelijke vastgelegde taak het adviseren over de OER en het jaarlijks beoordelen

Nadere informatie

Instituut voor Sociale Opleidingen

Instituut voor Sociale Opleidingen Instituut voor Sociale Opleidingen Naar een nieuwe opleiding Social Work In september 2016 start Hogeschool Rotterdam met de nieuwe opleiding Social Work. Dit betekent dat eerstejaars studenten (die in

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) Ruitenberglaan 27, 6826 CC Arnhem. n.v.t. n.v.t. n.v.t. bachelor

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) Ruitenberglaan 27, 6826 CC Arnhem. n.v.t. n.v.t. n.v.t. bachelor Naam instelling Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) Contactgegevens Ruitenberglaan 27, 6826 CC Arnhem Naam opleiding Internationale naam opleiding Taal In geval dat de opleiding in een andere taal

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2018-2019 Opleidingsdeel voor de bachelor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief)

Nadere informatie

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd VISIE OP ONDERWIJS Associate degrees voltijd Voor u ligt de Visie op Onderwijs voor de Associate degree-opleidingen. Deze visie is tot stand gekomen met de partners in het mbo en het hbo in de regio. In

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE MASTEROPLEIDING FILOSOFIE 120 EC (WIJSBEGEERTE VAN EEN BEPAALD WETENSCHAPSGEBIED) FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel

Nadere informatie

professionals in ontwikkeling

professionals in ontwikkeling www.ambiq.nl professionals in ontwikkeling [ samen werken aan innovatie ] Door onze krachten te bundelen kunnen we de kwaliteit van de zorg verder ontwikkelen, versterken we onze strategische positie en

Nadere informatie

REGLEMENT STUDIEKEUZECHECK WINDESHEIM 2016

REGLEMENT STUDIEKEUZECHECK WINDESHEIM 2016 REGLEMENT STUDIEKEUZECHECK WINDESHEIM 2016 Inhoud Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 3 Artikel 1: Begripsbepalingen... 3 Artikel 2: Relatie met de wet en overige regelgeving...

Nadere informatie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Kariene Mittendorff, lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Studieloopbaanbegeleiding Binnen scholen wordt op verschillende manieren gewerkt aan

Nadere informatie

IPS EXCELLENTIEPROGRAMMA S STUDIEJAAR 2014-2015. Domein Health Instituut Paramedische Studies

IPS EXCELLENTIEPROGRAMMA S STUDIEJAAR 2014-2015. Domein Health Instituut Paramedische Studies IPS EXCELLENTIE STUDIEJAAR 2014-2015 Domein Health Instituut Paramedische Studies 2 Instituut Paramedische Studies Domein Health Excellentieprogramma s Paramedische Studies Uitdagende talentprogramma s

Nadere informatie

Bedrijfskunde (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Financiële Dienstverlening (AVD)

Bedrijfskunde (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Financiële Dienstverlening (AVD) Bedrijfskunde (AVD) 80074 Bedrijfskunde MER (AVD) 34139 Financiële Dienstverlening (AVD) 80038 Onderwijs- en Examenregeling AVD 17-18 deel B (opleidingsspecifiek) Academie voor Deeltijd Vastgesteld per

Nadere informatie

Creatieve Therapie Opleidingen Praktijkleren hoofdfase 2

Creatieve Therapie Opleidingen Praktijkleren hoofdfase 2 Creatieve Therapie Opleidingen Praktijkleren hoofdfase 2 December 2015 1 Beste lezer, Voor u ligt de brochure praktijkleren hoofdfase 2 van de opleiding Creatieve Therapie in Nijmegen. Deze brochure geeft

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten Versie 1.0/ november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE MASTEROPLEIDING TAALWETENSCHAPPEN 90 EC PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2015-201 Deel

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. ONDERWIJSVISIE OP HO OFDLIJNEN Geachte collega s, 1 Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. We

Nadere informatie

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING MARIANNE KOK/HERBERT WOLDBERG/HVA Toelichting bij opt opstelellen van eindkwalificaties van een opleiding bij de HvA 1 Het opleidingsprofiel: De beroepspraktijk draagt

Nadere informatie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies. III FACULTEIT COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Vastgesteld door de faculteitsdirectie op 14 maart 2016. Instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 4 juli 2016. Deze versie treedt in werking op 1

Nadere informatie

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar

Nadere informatie

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2018-2019 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2016-2017 Opleidingsdeel voor de bachelor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief)

Nadere informatie

Neerlandistiek CROHO 60849

Neerlandistiek CROHO 60849 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Eamenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding CROHO 60849 voor het studiejaar 2017-2018 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Toelating 3. Inhoud en inrichting van de opleiding

Nadere informatie

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2015-2016

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2015-2016 10 FACULTAIRE OER: FACULTEIT COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Vastgesteld door de faculteitsdirecteur op 2 maart 2015 Met nstemming van de facultaire medezeggenschapsraad A. Nadere facultaire invulling van

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 05-06 Master Pedagogiek CROHO-nummer 443 variant: deeltijd NHL Hogeschool Afdeling: Zorg en Welzijn Versie: Concept besproken met AO-M.Peda 8-4-5 / definitief

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

Master Healthy Ageing Professional (MHAP)

Master Healthy Ageing Professional (MHAP) 1. Basisgegevens Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling(en) Contactpersoon/contactpersonen Contactgegevens Nieuwe Nieuw Ad programma X Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree 1

Nadere informatie

vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012.

vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012. III FACULTEIT Maatschappij en Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart 2012. instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012. A. Hieronder is voor zover van toepassing

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Werkdocument 1 Opleidingsconcept

Werkdocument 1 Opleidingsconcept Samenvatting De basis van de samenwerking binnen Samenscholing.nu is de gezamenlijke visie op de eisen waaraan onderwijskrachten in Rotterdam moeten voldoen. De aard van de opleiding is afgestemd op het

Nadere informatie

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2016-2017 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Financiële Dienstverlening (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Bedrijfskunde (AVD)

Financiële Dienstverlening (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Bedrijfskunde (AVD) Financiële Dienstverlening (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Bedrijfskunde (AVD) Onderwijs- en Examenregeling AVD 17-18 deel B (opleidingsspecifiek) Academie voor Deeltijd Vastgesteld per 9 juni 2017 Instemming

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Slavische talen en culturen Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

POST-HBO OPLEIDING. Forensische psychiatrie. mensenkennis

POST-HBO OPLEIDING. Forensische psychiatrie. mensenkennis POST-HBO OPLEIDING Forensische psychiatrie mensenkennis Post-hbo opleiding forensische psychiatrie Initiatief De post-hbo opleiding is een initiatief van de: Dr. Henri van der Hoeven Stichting (Forum Educatief),

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2015-2016

Onderwijs- en examenregeling 2015-2016 Onderwijs- en examenregeling 2015-2016 Christelijke Hogeschool Windesheim Masteropleiding Psychomotorische therapie (onbekostigd) [Master of Applied Sciences] Croho nr: 70065 deeltijd Deze onderwijs- en

Nadere informatie

0629606863 utrecht@ziemijnederland.nl maikelstaring@gmail.com

0629606863 utrecht@ziemijnederland.nl maikelstaring@gmail.com Curriculum Vitae PERSOONSGEGEVENS Naam Maikel Staring Adres Ondiep 196 Utrecht Telefoon Email Nationaliteit Nederlands Geboortedatum 30-05-1987 0629606863 utrecht@ziemijnederland.nl maikelstaring@gmail.com

Nadere informatie

SCHOOLGERICHT MAATSCHAPPELIJK WERK

SCHOOLGERICHT MAATSCHAPPELIJK WERK SCHOOLGERICHT MAATSCHAPPELIJK WERK TEAMNASCHOLING DOEL DOEL VAN DE NASCHOLING De training heeft tot doel om de taak van de schoolmaatschappelijk werker te professionaliseren, te verlichten en passend te

Nadere informatie

Beperkte opleidingsbeoordeling. hbo-bacheloropleiding Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie voltijd en deeltijd

Beperkte opleidingsbeoordeling. hbo-bacheloropleiding Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie voltijd en deeltijd BEOORDELINGSRAPPORT Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie voltijd en deeltijd Christelijke Hogeschool Windesheim Lange Voorhout 14 2514 ED Den

Nadere informatie

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 13-02- 2014 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 24-04 2014. Deze versie treedt in werking op 1 september 2014

Nadere informatie

Inhoud. Wie zijn wij? Intro (Manon) Fase 1 (Marij) Fase 2 (Martine) Fase 3 (Barbara met Bettina en Anne) Reflectie

Inhoud. Wie zijn wij? Intro (Manon) Fase 1 (Marij) Fase 2 (Martine) Fase 3 (Barbara met Bettina en Anne) Reflectie (Be)leef in de wijk RAAK project (Be)Leef in de wijk Ontwikkeling van een vaktherapeutische wijkgerichte verwijs- en behandelroute voor mensen met een lichte verstandelijke beperking Inhoud Wie zijn wij?

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel. nvao 7 nederiands-aiaam se accreditatie organisatie datum 31 juli 2017 onderwerp Besluit accreditatie hbo-bachelor Creatieve Therapie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (005584) uw kenmerk UITCVB17/20969

Nadere informatie

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum Opleidingsspecfiek deel Art.2.3 colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende vakken op het daarbij vermelde niveau: Nederlands,

Nadere informatie

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied intensive

Nadere informatie

NASCHOLINGSCENTRUM MAATSCHAPPELIJK WERK

NASCHOLINGSCENTRUM MAATSCHAPPELIJK WERK TEAMNASCHOLING SCHOOLGERICHT MAATSCHAPPELIJK WERK 1 SCHOOLGERICHT MAATSCHAPPELIJK WERK DOEL VAN DE NASCHOLING De training heeft tot doel om de taak van de schoolmaatschappelijk werker te professionaliseren,

Nadere informatie

Brede Propedeuse Zorg & Welzijn. Propedeuse - Voltijd

Brede Propedeuse Zorg & Welzijn. Propedeuse - Voltijd 2018 2019 Brede Propedeuse Zorg & Welzijn Propedeuse - Voltijd In het kort Heb jij de ambitie om mensen verder te helpen? Spreekt het jou aan om in de zorg of hulpverlening te werken? Hogeschool Leiden

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE MASTEROPLEIDING MEDIASTUDIES: JOURNALISTIEK EN MEDIA FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel B: opleidingsspecifiek

Nadere informatie

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN Inhoud Eindkwalificaties... 2 Afstudeerrichtingen... 3 Structuur van de opleiding... 3 Beroepsperspectief... 3 Excellentietraject... 4 Toelating en inschrijving...

Nadere informatie

Voor het programma van de opleiding gelden geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Voor het programma van de opleiding gelden geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. Opleidingsspecifiek deel Art.2.1 toelatingseisen opleiding Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs die aantoont te beschikken over

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Onderzoek Muziektherapie in Nederland

Onderzoek Muziektherapie in Nederland Onderzoek Muziektherapie in Nederland Nederlandse Vereniging voor Muziektherapie Onderzoeksdoelstelling Tweeledige doelstelling Inventarisatie van muziektherapeuten in het vak Hoeveel muziektherapeuten

Nadere informatie

hbo-opleiding Engineering - Werktuigbouwkunde

hbo-opleiding Engineering - Werktuigbouwkunde hbo-opleiding Engineering - Werktuigbouwkunde De beste manier om aan goed opgeleid hbo personeel te komen! Informatie en aanvragen Onno Niessen, Programmamanager Vanessa Fleuren, Start People M: 06 13

Nadere informatie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies. III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 26-02-2013 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op. 2013. Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en

Nadere informatie

Congres Brede School 19 april 2016

Congres Brede School 19 april 2016 Congres Brede School 19 april 2016 DEELSESSIE 10: OPLEIDEN VAN PEDAGOGISCH PROFESSIONALS VAN DE TOEKOMST. Even voorstellen.. Opleidingentafel Pedagogisch Pact Landelijke aanpak professionalisering pedagogische

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE MASTEROPLEIDING MIDDEN-OOSTEN STUDIES FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

HET NIEUWE CURRICULUM WERKVELD HBO-V 19 NOVEMBER 2015

HET NIEUWE CURRICULUM WERKVELD HBO-V 19 NOVEMBER 2015 HET GEHEIM VAN GOED BEGELEIDEN IS GOED LUISTEREN NAAR DE STUDENTEN JOHN HATTIE HET NIEUWE CURRICULUM WERKVELD HBO-V 19 NOVEMBER 2015 Beroepsprofiel 2020-Christine Rietveld Aan de slag Wat gaan we doen?

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: XXXX De kleuren worden in definitieve versie verwijderd. Geel: In te vullen door opleiding/ Opleidingsspecifiek

Nadere informatie

Competenties en Gedragsindicatoren

Competenties en Gedragsindicatoren Master Design Willem de Kooning Academie Competenties en Gedragsindicatoren Competentiegericht onderwijs De Master Design heeft competenties geformuleerd om de vormgeving, sturing en onderbouwing van het

Nadere informatie

0629606863 utrecht@ziemijnederland.nl maikelstaring@gmail.com

0629606863 utrecht@ziemijnederland.nl maikelstaring@gmail.com Curriculum Vitae PERSOONSGEGEVENS Naam Maikel Staring Adres Ondiep 196 Utrecht Telefoon Email Nationaliteit Nederlands Geboortedatum 30-05-1987 0629606863 utrecht@ziemijnederland.nl maikelstaring@gmail.com

Nadere informatie

Externe brochure : toelichting

Externe brochure : toelichting Externe brochure : toelichting Doel: profilering Veldzicht Doelgroep: stakeholders Veldzicht Optionele uitwerking: boekje centrum voor transculturele psychiatrie VAARDIG EN VEILIG VERDER HELPEN In Veldzicht

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

OPLEIDINGSDEEL ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VERPLEEGKUNDE

OPLEIDINGSDEEL ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VERPLEEGKUNDE OPLEIDINGSDEEL ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VERPLEEGKUNDE VOOR DE VOLTIJDSE, DEELTIJDSE EN DUALE BACHELOROPLEIDING INHOUDSOPGAVE 1 Welkom... 3 2 doel en context van deze onderwijs- en examenregeling...

Nadere informatie

Gedragsexpert. Doelgroep

Gedragsexpert. Doelgroep Gedragsexpert De Post-HBO opleiding Gedragsexpert heeft tot doel leraren, intern begeleiders en zorgcoördinatoren zo goed mogelijk toe te rusten met kennis, inzichten en vaardigheden op het gebied van

Nadere informatie

KWALITEITSONTWIKKELING GGZ

KWALITEITSONTWIKKELING GGZ KWALITEITSONTWIKKELING GGZ Kwalitatief goede zorg tegen aanvaardbare kosten Door Sebastiaan Baan Korte uitleg animatie: https://youtu.be/dl6n5hix2d Y 2 NETWERK KWALITEITSONTWIKKELING GGZ Landelijk Platform

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

MARKTONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN VAKTHERAPEUTEN AAN ONDERZOEK EN OPLEIDING. Henk Smeijsters

MARKTONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN VAKTHERAPEUTEN AAN ONDERZOEK EN OPLEIDING. Henk Smeijsters MARKTONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN VAKTHERAPEUTEN AAN ONDERZOEK EN OPLEIDING 2007 Henk Smeijsters INHOUD Voorwoord... 3 Respondenten... 4 Resultaten Behoefte aan onderzoek... 6 Behoefte aan opleiding

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Master leraar Algemene Economie Croho: 45275 deeltijd 1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie

Nadere informatie