BIJLAGEN BIJ TOELICHTING

Transcriptie

1 GEMEENTE VLAARDINGEN BIJLAGEN BIJ TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN ZUIDBUURTSEWEG NABIJ NR. 2

2

3 GEMEENTE VLAARDINGEN BIJLAGE 1 BESTEMMINGSPLAN ZUIDBUURTSEWEG NABIJ NR. 2

4

5 PROJECT VERKENNEND BODEMONDERZOEK ZUIDBUURTSEWEG 2 TE VLAARDINGEN Vestiging Kamerik Nijverheidsweg GZ Kamerik t Vestiging Heerhugowaard Galileistraat SE Heerhugowaard t Vestiging Steenwijk Oevers VC Steenwijk t bodemonderzoek saneringsbegeleiding partijkeuringen waterbodemonderzoek arbo/veiligheid wegenbouwadvies

6 Project Titel Projectleider Adviseur Verkennend bodemonderzoek Zuidbuurtseweg 2 te Vlaardingen De heer B. Smeulders De heer M. Kuijf Datum rapport 16 november 2016 Opdrachtgever Contactpersoon Aannemingsbedrijf Verkagrond BV Zuidbuurtseweg KC Vlaardingen De heer J.P. Verkade Het bodemonderzoek is uitgevoerd conform de richtlijnen die zijn opgesteld in de BRL SIKB Grondslag is door KIWA gecertificeerd voor het verrichten van Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek conform deze BRL. Grondslag BV is als opdrachtnemer onafhankelijk van de opdrachtgever. Tussen beide bestaat geen relatie als bedoeld in paragraaf van de BRL SIKB 2000.

7 Project INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING EN DOEL 1 2 TERREINGEGEVENS Afbakening onderzoekslocatie Huidige situatie Historie tot op heden Voorgaand onderzoek Toekomstige situatie Hypothese en onderzoeksopzet 2 3 VELDWERK Uitvoering Resultaten Grond Grondwater 4 4 CHEMISCHE ANALYSES Toetsingskader Analyses grond Analyses grondwater 6 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 7 BIJLAGEN BIJLAGE I BIJLAGE II BIJLAGE III BIJLAGE IV BIJLAGE V : Kaartmateriaal : Boorbeschrijvingen : Toetsingstabellen : Analysecertificaten : Verklarende woordenlijst

8 1 Project INLEIDING EN DOEL Door Aannemingsbedrijf Verkagrond BV is aan Grondslag BV opdracht verleend voor het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek op de Zuidbuurtseweg 2 te Vlaardingen. De aanleiding voor het bodemonderzoek wordt gevormd door de beoogde bestemmingswijziging en voorgenomen aanvraag van een omgevingsvergunning (bouw). Het doel van het onderzoek is het vastleggen van de milieuhygiënische bodemkwaliteit en het beoordelen of de bodem geschikt is voor de beoogde bestemming. Het bodemonderzoek is verricht volgens de richtlijnen uit de NEN 5740 (strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek) en de onderliggende norm NEN 5725 (Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek). 2 TERREINGEGEVENS Voorafgaand aan het bodemonderzoek is er een vooronderzoek conform de NEN 5725 verricht, waarbij het niveau van een standaard vooronderzoek is gehanteerd. De resultaten van het vooronderzoek zijn verwerkt in dit hoofdstuk. Het vooronderzoek richt zich tevens op de direct aangrenzende percelen. 2.1 Afbakening onderzoekslocatie De onderzoekslocatie betreft het perceel dat kadastraal bekend is als gemeente Vlaardingen, sectie D, nummer De x- en y-coördinaten van het perceel zijn 82,1 en 435,9. Het perceel heeft een oppervlakte van circa m². De onderzoekslocatie bestaat uit het gehele perceel. De begrenzing van de onderzoekslocatie is weergegeven op de tekening in bijlage I. 2.2 Huidige situatie De volledige onderzoekslocatie is ingericht als tuin, aan de zuidzijde is een vijver en een sloot aanwezig. De regionale ligging van de locatie is weergegeven in bijlage I. 2.3 Historie tot op heden Voor het historisch onderzoek zijn de volgende bronnen geraadpleegd: - huidige eigenaar/opdrachtgever - oud kaartmateriaal ( - Ten noorden en westen van de onderzoekslocatie zijn meerdere onder- en bovengrondse tanks aanwezig. De milieukundige kwaliteit bij de tanks is beschreven in paragraaf 2.4. Door de opdrachtgever is aangegeven dat het perceel in het verleden is gebruikt als boomgaard. De bovengrond is derhalve verdacht op het voorkomen van bestrijdingsmiddelen. Zover bekend zijn er geen sloten gedempt, is er niet structureel afval gestort of verbrand en is het maaiveld niet opgehoogd. Voor zover bekend zijn er geen (grote) obstakels, zijnde puin, funderingsresten, slakken, sintels en/of asfalt in de bodem aanwezig.

9 2 Project Voor zover bekend hebben zich op of in de directe omgeving van de onderzoekslocatie geen calamiteiten voorgedaan, waardoor mogelijk bodemverontreiniging zou kunnen zijn ontstaan. Bij is geen informatie aangaande de onderzoekslocatie bekend. De locatie bevindt zich binnen zone 1e Ring van de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Vlaardingen. In deze zone zijn in zowel de boven- als ondergrond geen verhoogde achtergrondwaarde vastgesteld. 2.4 Voorgaand onderzoek Ter plaatse van de Zuidbuurtseweg 2 is in 2003 een bodemonderzoek uitgevoerd, Verkennend bodemonderzoek Zuidbuurtseweg 2 te Vlaardingen, uitgevoerd door Kantersgroep, rapport 0920S012, d.d. 17 januari Het onderzoek heeft zich gericht op de verdacht bronlocaties op het terrein. Ten westen van de Zuidbuurtseweg 2a bevinden zich een OBAS, een ondergrondse tank en een bovengrondse tank en. Ter plaatse zijn maximaal lichte verhogingen met minerale olie in grond en grondwater aangetoond. Ten noorden van de Zuidbuurtseweg 2 is een werkplaats aanwezig. Rondom de werkplaats bevinden zich een OBAS, een voormalige pompinstallatie en een HBO-tank. Ter plaatse blijkt de grond licht verontreinigd met vluchtige aromaten en minerale olie. Het grondwater is sterk verontreinigd met minerale olie, benzeen, xylenen en naftaleen. Naar aanleiding van de sterke verhogingen in het grondwater is een aanvullend onderzoek uitgevoerd, Grondwateronderzoek Zuidbuurtseweg 2 te Vlaardingen, uitgevoerd door Kantersgroep, rapport 0920S013, d.d. 21 maart Met het grondwateronderzoek is de verontreiniging afgeperkt. Er is geen uitspraak gedaan over de omvang en/of ernst van de verontreiniging. De verontreiniging is op basis van het grondwateronderzoek deels (enkele vierkante meters) gelegen op onderhavige onderzoekslocatie. 2.5 Toekomstige situatie Op de bestaande locatie zal een woning gerealiseerd worden. De bestemming van het perceel wordt wonen. 2.6 Hypothese en onderzoeksopzet Ter plaatse van de noordelijke hoek van de onderzoekslocatie is een olieverontreiniging in het grondwater bekend. De locatie is hier verdacht op het voorkomen van een verontreinig met olie. Ter actualisatie van de olieverontreiniging binnen de onderzoekslocatie zal een peilbuis worden verricht in de noordelijke hoek van de locatie. Ten aanzien van de voormalige boomgaard is de bovengrond verdacht op het voorkomen van bestrijdingsmiddelen. Ten aanzien van de overige parameters is de locatie onverdacht. De onderzoeksstrategie volgt de "Onderzoeksstrategie voor een onverdachte niet-lijnvormige locatie (ONV-NL)" van de NEN Het standaard analysepakket voor de bovengrond wordt

10 3 Project uitgebreid met een analyse op bestrijdingsmiddelen. De onderzoeksopzet is voldoende om een mogelijke verontreiniging als gevolg van het gebruik van de locatie vast te stellen. Opgemerkt dient te worden dat een verkennend bodemonderzoek volgens een steekproefsgewijze opzet wordt uitgevoerd. Tevens dient het bodemonderzoek beschouwd te worden als een tijdelijk vastgestelde status van de bodemkwaliteit ter plaatse. Derhalve kan in bepaalde situaties (bijvoorbeeld bij een toekomstige bestemmingswijziging of aanvraag van een omgevingsvergunning) de geldigheidsduur van het onderzoek beperkt zijn. 3 VELDWERK 3.1 Uitvoering Het verrichten van de boringen en het plaatsen van de peilbuizen heeft plaatsgevonden op 26 oktober 2016 onder leiding van de heer J.A. Booij. Het grondwater is op 3 november 2016 bemonsterd door de heer J.T. Verhoef. In totaal zijn ter plaatse van de onderzoekslocatie elf boringen verricht (nummers 01 t/m 11). De boringen zijn verspreid over de onderzoekslocatie verricht. Boring 01, verricht nabij de bekende olieverontreiniging, is afgewerkt met een peilbuis. Boring 05 ter plaatse van de bouwkavel is eveneens afgewerkt met een peilbuis. De ligging van de boringen en de peilbuizen is weergegeven in bijlage I. Alle boringen zijn uitgevoerd tot een minimale diepte van 0,5 m-mv. Enkele boringen zijn doorgezet tot onder de heersende grondwaterstand. 3.2 Resultaten Grond Bodemopbouw Vanaf het maaiveld tot de maximale boordiepte van 3,2 m-mv bestaat de bodemhoofdzakelijk uit klei. Ter plaatse van de boringen 01 en 06 is in de bovengrond zand aangetroffen. In de ondergrond van boring 01 is een veenlaag aanwezig. De boorprofielen zijn weergegeven in bijlage II. Zintuiglijke waarnemingen In de bovengrond tot een diepte van circa 1,5 m-mv zijn bij meerdere boringen bijmengingen met baksteen en kolen aangetroffen. De bodemvreemde bijmengingen kunnen duiden op een verontreiniging met zware metalen en/of PAK. Er is visueel geen asbestverdacht materiaal in of op de bodem aangetroffen. Ter plaatse van boring 01 is op een diepte van 0,5 tot 1,0 m-mv een matige oliegeur en oliewaterreactie waargenomen. De waarnemingen duiden op de aanwezigheid van de olieverontreiniging binnen de onderhavige locatie.

11 4 Project Grondwater In onderstaande tabel zijn de gegevens vermeld die zijn verzameld tijdens de monstername van het grondwater. Tabel 3.1: Veldwerkgegevens grondwater peilbuis filterstelling (m-mv) grondwaterstand (m-mv) ph EC (ms/cm) Troebelheid (NTU) 01 1,0-2,0 0,36 6,6 1, ,20-3,20 0,40 6,7 2,50 25 De gemeten troebelheid in het grondwater afkomstig van peilbuis 01is aan de hoge kant. De troebelheid wordt veroorzaakt door in suspensie zijnde vaste (grond)deeltjes in het grondwater ten tijde van de bemonstering. Als gevolg van de verhoogde troebelheid kunnen de concentraties van de onderzochte stoffen mogelijk verhoogd zijn. 4 CHEMISCHE ANALYSES De analyses en bewerkingen zijn uitgevoerd door een RvA-geaccrediteerd laboratorium. 4.1 Toetsingskader De analyseresultaten zijn getoetst aan de normwaarden uit de Circulaire Bodemsanering per 1 juli 2013 en Bijlage B van de Regeling Bodemkwaliteit. Hierin zijn de achtergrondwaarden (grond), streefwaarden (grondwater) en interventiewaarden (grond en grondwater) gedefinieerd. De tussenwaarde is het rekenkundig gemiddelde van de achtergrond- /streefwaarde en de interventiewaarde. Overschrijdingen van de normen kunnen worden geïnterpreteerd als een: lichte verhoging: matige verhoging: sterke verhoging: gehalte > achtergrondwaarde (grond) of streefwaarde (grondwater) gehalte > T-waarde (tussenwaarde) gehalte > interventiewaarde De meetwaarden worden gecorrigeerd naar een standaard bodemtype met 25% lutum en 10% organische stof. Deze gestandaardiseerde meetwaarden worden berekend en getoetst via de landelijke toetsingsmodule BoToVa (Bodem Toets- en Validatieservice). De toetsing is opgenomen in bijlage III. De normen geldend voor grond voor barium zijn ingetrokken. Gebleken is dat de interventiewaarde voor barium lager was dan het gehalte dat van nature in de bodem voorkomt. Alleen als verhoogde bariumgehalten het gevolg zijn van een antropogene bron (menselijk handelen), kan het bevoegd gezag dit gehalte beoordelen aan de voormalige normen. Het gehalte barium moet wel gemeten blijven worden. Conform de Wet Bodembescherming (Wbb) is de ernst van de verontreiniging gerelateerd aan een omvangscriterium. Om van een geval van ernstige bodemverontreiniging te spreken, dient voor tenminste één stof de gemiddelde concentratie van minimaal 25 m³ grond of 100 m³ bodemvolume grondwater de interventiewaarde te worden overschreden.

12 5 Project Voor een geval van ernstige bodemverontreiniging dat is ontstaan vóór 1987 geldt formeel een saneringsplicht. In de praktijk wordt een sanering alleen verplicht gesteld indien sprake is van actuele risico s, of indien dat bij een functiewijziging (bijvoorbeeld bouw) noodzakelijk is. Bij ongewijzigd gebruik en de afwezigheid van risico s wordt bij een historische verontreiniging geen termijn aan de saneringsverplichting opgelegd. Indien de verontreiniging geheel of grotendeels na 1 januari 1987 is ontstaan, is sprake van een nieuw geval van bodemverontreiniging. Vanuit de zorgplicht in de Wet bodembescherming dient een nieuw geval van bodemverontreiniging, ongeacht de mate en omvang van de verontreiniging, in beginsel terstond te worden verwijderd. 4.2 Analyses grond De analyseresultaten zijn weergegeven in tabel 4.1. De analysecertificaten zijn opgenomen in bijlage IV, de toetsing aan de normwaarden in bijlage III. Tabel 4.1: Gestandaardiseerde analyseresultaten grond (mg/kg d.s.) Ref Monsters (m-mv) Waarnemingen Cd Co Cu Hg Pb Mo Ni Zn Olie PAK PCB OCB BETXXSN Bovengrond M01 01 (0,00-0,20) 06 (0,00-0,30) M02 04 (0,00-0,50) 05 (0,00-0,50) 07 (0,00-0,50) 11 (0,00-0,50) Baksteen +, kolen + Baksteen + Baksteen + Baksteen ,4-53 1, ,2 0,054 Drins (0,54) - 0, , ,4 0,035 Drins (0,92) OCB (1,1) Ondergrond M03 02 (1,00-1,50) 05 (1,40-1,70) Baksteen , Oliewaarneming M04 01 (0,60-0,80) Oliegeur ++, oliewaterreactie ref : referentie op analysecertificaat waarneming : + (sporen/zwak), ++ (matig), +++ (sterk), ++++ (uiterst) blanco : geen analyse uitgevoerd : de normen voor barium zijn buiten werking gesteld, toetsing vindt plaats aan de vml. normen (AW=190, T=555, I=920) - : het gehalte is kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde (of detectielimiet) getal : het gehalte overschrijdt de achtergrondwaarde getal* : het gehalte overschrijdt de T-waarde getal** : het gehalte overschrijdt de interventiewaarde Mengmonsters van de boven- en ondergrond zijn geanalyseerd op het standaard NEN-pakket. Door middel van dit analysepakket wordt een breed beeld verkregen van de kwaliteit van de grond. De mengmonsters van de bovengrond zijn aanvullend onderzocht op bestrijdingsmiddelen (OCB s). In mengmonster M01, van de zintuiglijk schone zandige bovengrond, zijn meerdere zware metalen, minerale olie, PAK, PCB s en drins licht verhoogd aangetoond. Uit het oliechromatogram valt af te leiden dat de verhoging met minerale olie wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van PAK. In mengmonster M02, van de kleiige bovengrond met sporen baksteen en kolen, zijn meerdere zware metalen, PAK, PCB en OCB s licht verhoogd aangetoond. In mengmonster M03, van de kleiige ondergrond met sporen baksteen, zijn lichte verhogingen met koper en kwik aangetoond.

13 6 Project Naar aanleiding van de zintuiglijke waarneming van olie in de bodem van boringen 01 (0,5-1,0 m-mv) is een steekbusmonster geanalyseerd op minerale olie en vluchtige aromaten. In het monster van boring 01, met een matige oliegeur en een matige olie-waterreactie, zijn geen verhogingen met minerale olie en/of vluchtige aromaten aangetoond boven de achtergrondwaarde en/of detectielimiet. 4.3 Analyses grondwater De analyseresultaten van grondwater zijn weergegeven in tabel 4.2. De analysecertificaten zijn opgenomen in bijlage IV, de toetsing aan de normwaarden in bijlage III. Tabel 4.2: Analyseresultaten grondwater (μg/l) Peilbuis filterstelling (m-mv) Ba Cd Co Cu Hg Pb Mo Ni Zn VAK Olie VOCl B T E X S N 01 1,00-2, ,20-3, blanco : geen analyse uitgevoerd - : de concentratie is kleiner dan of gelijk aan de streefwaarde (of detectielimiet) getal : de concentratie overschrijdt de streefwaarde getal* : de concentratie overschrijdt de T-waarde getal** : de concentratie overschrijdt de interventiewaarde Het grondwater afkomstig van peilbuis 05 is geanalyseerd op het standaard NEN-pakket. Op deze wijze wordt een breed beeld verkregen van de grondwaterkwaliteit. In het grondwater zijn lichte verhogingen met barium en nikkel aangetoond. In verband met de zintuiglijke waarneming van olie in de bodem van peilbuis 01 en de aanwezigheid van het perceelsoverschrijdende olieverontreiniging van het burperceel, is het grondwater afkomstig uit de peilbuis geanalyseerd op minerale olie en vluchtige aromaten. In het grondwater zijn geen verhogingen met minerale olie en/of vluchtige aromaten aangetoond boven de streefwaarde en/of detectielimiet.

14 7 Project CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN De milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse van de Zuidbuurtseweg 2 te Vlaardingen, is vastgelegd. De gestelde hypothese, dat aan de noordzijde van de locatie een verontreiniging met minerale olie aanwezig is, is deels bevestigd. Zintuiglijk is ter plaatse van boring 01 op een diepte van 0,5 tot 1,0 m-mv een matige oliegeur en olie-waterreactie waargenomen. Analytisch zijn in zowel grond als grondwater geen verhogingen met minerale olie en/of vluchtige aromaten aangetoond. De zintuiglijke waarnemingen worden analytisch niet bevestigd. Vermoedt wordt dat de peilbuis gesitueerd is op de grens van de verontreiniging. De gestelde hypothese, dat als gevolg van het gebruik van de locatie in het verleden als boomgaard de bovengrond verdacht is op het voorkomen van bestrijdingsmiddelen, is bevestigd. In beide mengmonsters van de bovengrond zijn lichte verhogingen met drins aangetoond. In de kleiige bovengrond is tevens de somparameter OCB s licht verhoogd. De gestelde hypothese, dat voor de overige parameters op basis van de bodemkwaliteitskaart geen verhogingen worden verwacht, is niet bevestigd. In grond zijn lichte verhogingen met zware metalen, minerale olie, PAK en PCB s aangetoond. In het grondwater zijn lichte verhogingen met zware metalen aangetoond. De aangetoonde lichte verhogingen vormen ons inziens geen belemmeringen voor de beoogde woonbestemming en/of de afgifte van een omgevingsvergunning. De afgifte van de omgevingsvergunning blijft echter een beleidsmatige afweging van de gemeente zelf. Aanbevolen wordt om de grond die tijdens de bouw vrijkomt te hergebruiken binnen de perceelsgrenzen. Indien dit niet mogelijk is kan de grond op basis van dit rapport worden afgevoerd naar een grondbank of -depot. Als de grond wordt afgevoerd voor hergebruik elders, is (normaliter) eerst een keuring nodig conform het Besluit Bodemkwaliteit. Met name bij grotere partijen grond is dit laatste voordeliger dan afvoeren naar een grondbank of -depot. Indien de gemeente beschikt over een bodemkwaliteitskaart, is in sommige gevallen hergebruik mogelijk zonder aanvullend onderzoek.

15 BIJLAGE I

16 Omgevingskaart Klantreferentie: BV,1 0m 125 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Hier bevindt zich Kadastraal object VLAARDINGEN D 8133 Zuidbuurtseweg 2, VLAARDINGEN CC-BY Kadaster. Schaal 1: 12500

17 Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: BV, C 2b A Zuidbuu rtseweg 0m Deze kaart is noordgericht Perceelnummer 25 Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 1 november 2016 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers m 25 m Schaal 1:500 Kadastrale gemeente Sectie Perceel VLAARDINGEN D 8133 Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

18 N Overzichtskaart olie verontreiniging "2003" C toekomstig woonhuis 06 bossage A vijver Zuidbuurtseweg sloot Legenda Kamerik Nijverheidsweg 7, 3471 GZ Tel: Fax: BOORPUNTENKAART Heerhugowaard Galileistraat 69, 1704 SE Tel: Fax: Steenwijk Oevers 16, 8331 VC Tel: Fax: Opdrachtgever: Verkade Vlaardingen B.V. Project: Zuidbuurtseweg 2 te Vlaardingen Project nummer: 26230, MKu - boorpunt - boorpunt met peilbuis - onderzoekslocatie - perceelsgrens m Schaal: 1:500 Formaat: A4 Bestandsnaam: 26230tek.dwg Getekend: B.V. Datum :

19 BIJLAGE II

20 Legenda (conform NEN 5104) grind klei geur Grind, siltig Klei, zwak siltig geen geur zwakke geur Grind, zwak zandig Klei, matig siltig matige geur sterke geur Grind, matig zandig Klei, sterk siltig uiterste geur Grind, sterk zandig Klei, uiterst siltig olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie Grind, uiterst zandig Klei, zwak zandig matige olie-water reactie sterke olie-water reactie Klei, matig zandig uiterste olie-water reactie zand Zand, kleiïg Klei, sterk zandig p.i.d.-waarde >0 >1 Zand, zwak siltig Zand, matig siltig leem Leem, zwak zandig >10 >100 >1000 >10000 Zand, sterk siltig Leem, sterk zandig monsters Zand, uiterst siltig geroerd monster overige toevoegingen ongeroerd monster zwak humeus veen Veen, mineraalarm matig humeus overig bijzonder bestanddeel Veen, zwak kleiïg sterk humeus Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand Veen, sterk kleiïg zwak grindig Gemiddeld laagste grondwaterstand slib Veen, zwak zandig matig grindig water Veen, sterk zandig sterk grindig peilbuis blinde buis casing hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand bentoniet afdichting filter

21 Boring: 01 Boring: braak Zand, zeer fijn, matig kleiïg, matig humeus, bruinbeige Klei, matig siltig, matig humeus, bruin Klei, matig siltig, sporen baksteen, matige olie-water reactie, matige oliegeur, grijs tuin Klei, zwak siltig, matig humeus, matig zandig, sporen schelpen, sporen baksteen, bruin Klei, zwak siltig, matig humeus, sporen baksteen, bruin Klei, matig siltig, zwakke olie-water reactie, grijs Veen, bruin Klei, matig siltig, grijs Boring: 03 Boring: tuin Klei, matig siltig, matig humeus, sterk zandig, bruin tuin Klei, matig siltig, matig humeus, zwak zandig, sporen baksteen, sporen kolen, bruin Boring: 05 Boring: tuin Klei, matig siltig, matig humeus, matig zandig, zwak baksteenhoudend, sporen grind, bruin tuin Zand, zeer fijn, matig humeus, zwak siltig, bruin Zand, zeer fijn, zwak humeus, zwak siltig, beige Klei, zwak siltig, matig humeus, sporen baksteen, bruin Klei, matig siltig, zwak humeus, bruingrijs 170 Klei, sterk siltig, grijs Klei, matig siltig, zwak humeus, resten planten, grijsbeige Projectnaam: Zuidbuurtsewg 2 Project: getekend volgens NEN-EN-ISO 14688

22 Boring: 07 Boring: tuin Klei, zwak siltig, matig humeus, zwak zandig, sporen baksteen, bruin tuin Klei, zwak siltig, matig humeus, sporen baksteen, bruin Boring: 09 Boring: tuin Klei, zwak siltig, matig humeus, bruin tuin Klei, zwak siltig, matig humeus, sporen baksteen, bruin Boring: tuin Klei, zwak siltig, matig humeus, zwak baksteenhoudend, bruin Projectnaam: Zuidbuurtsewg 2 Project: getekend volgens NEN-EN-ISO 14688

23 BIJLAGE III

24 Project Certificaten Toetsing Toetsversie Pagina 1 van Zuidbuurtseweg T.12 - Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb BoToVa Toetsdatum: 8 november :06 Monsterreferentie Monsteromschrijving Analyse M01 01 (0-20) 06 (0-30) Eenheid Analyseres. Gestand.Res. Toetsoordeel AW T I Lutum/Humus Organische stof Lutum % (m/m ds) % (m/m ds) Droogrest droogrest % 74.6 Metalen ICP-AES barium (Ba) cadmium (Cd) kobalt (Co) koper (Cu) kwik (Hg) FIAS/Fims lood (Pb) molybdeen (Mo) nikkel (Ni) zink (Zn) AW AW AW AW < 1.5 < AW Minerale olie minerale olie (florisil clean-up) AW Sommaties som PAK (10) AW Sommaties som PCBs (7) AW Organochloorbestrijdingsmiddelen heptachloor < < alfa-endosulfan alfa - HCH beta - HCH gamma - HCH (lindaan) delta - HCH hexachloorbenzeen endosulfansulfaat hexachloorbutadieen < < < < < < < < < < < < < < Sommaties som DDD som DDE som DDT som drins (3) som c/t heptachloorepoxide som HCHs (3) som chloordaan som OCBs (landbodem) < AW < <

25 Monsterreferentie Monsteromschrijving Analyse M02 04 (0-50) 05 (0-50) 07 (0-50) 11 (0-50) Eenheid Analyseres. Gestand.Res. Toetsoordeel AW T I Lutum/Humus Organische stof Lutum % (m/m ds) % (m/m ds) Droogrest droogrest % 80.6 Metalen ICP-AES barium (Ba) cadmium (Cd) kobalt (Co) koper (Cu) kwik (Hg) FIAS/Fims lood (Pb) molybdeen (Mo) nikkel (Ni) zink (Zn) AW AW AW AW < 1.5 < AW Minerale olie minerale olie (florisil clean-up) Sommaties som PAK (10) AW Sommaties som PCBs (7) AW Organochloorbestrijdingsmiddelen heptachloor < < alfa-endosulfan alfa - HCH beta - HCH gamma - HCH (lindaan) delta - HCH hexachloorbenzeen endosulfansulfaat hexachloorbutadieen < < < < < < < < < < < < < < Sommaties som DDD som DDE som DDT som drins (3) som c/t heptachloorepoxide som HCHs (3) som chloordaan som OCBs (landbodem) AW < < AW 0.4

26 Monsterreferentie Monsteromschrijving Analyse M03 02 ( ) 05 ( ) Eenheid Analyseres. Gestand.Res. Toetsoordeel AW T I Lutum/Humus Organische stof Lutum % (m/m ds) % (m/m ds) Droogrest droogrest % 74.5 Metalen ICP-AES barium (Ba) cadmium (Cd) kobalt (Co) koper (Cu) kwik (Hg) FIAS/Fims lood (Pb) molybdeen (Mo) nikkel (Ni) zink (Zn) 130 < 0.2 < AW AW < 1.5 < Minerale olie minerale olie (florisil clean-up) < 35 < Sommaties som PAK (10) 0.35 < Sommaties som PCBs (7) < Monsterreferentie Monsteromschrijving Analyse M04 01 (60-80) Eenheid Analyseres. Gestand.Res. Toetsoordeel AW T I Lutum/Humus Organische stof Lutum % (m/m ds) % (m/m ds) Droogrest droogrest % 63.7 Minerale olie minerale olie (florisil clean-up) Vluchtige aromaten benzeen ethylbenzeen naftaleen styreen tolueen < 0.05 < < 0.05 < < 0.05 < < 0.05 < Sommaties aromaten som aromaten (BTEX) som xylenen (o/m/p) < x AW - Geen toetsoordeel mogelijk x maal Achtergrondwaarde <= Achtergrondwaarde Pagina 1 van 1

27 Project Certificaten Toetsing Toetsversie Pagina 1 van Zuidbuurtseweg T.13 - Beoordeling kwaliteit van grondwater volgens Wbb BoToVa Toetsdatum: 8 november :08 Monsterreferentie Monsteromschrijving Analyse ( ) Eenheid Analyseres. Toetsoordeel S T I Minerale olie minerale olie (florisil clean-up) µg/l < Vluchtige aromaten benzeen ethylbenzeen naftaleen styreen tolueen µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l < < < < < Sommaties aromaten som xylenen Toetsoordeel monster : µg/l Voldoet aan Streefwaarde Monsterreferentie Monsteromschrijving Analyse ( ) Eenheid Analyseres. Toetsoordeel S T I Metalen ICP-MS (opgelost) barium (Ba) cadmium (Cd) kobalt (Co) koper (Cu) Kwik (Hg) niet vluchtig lood (Pb) molybdeen (Mo) nikkel (Ni) zink (Zn) µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l S < < < < S Minerale olie minerale olie (florisil clean-up) µg/l < Vluchtige aromaten benzeen ethylbenzeen naftaleen styreen tolueen µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l < < < < < Sommaties aromaten som xylenen µg/l Vluchtige chlooralifaten dichloormethaan 1,1-dichloorethaan 1,2-dichloorethaan 1,1-dichlooretheen trichloormethaan tetrachloormethaan 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan trichlooretheen tetrachlooretheen vinylchloride µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l < < < < < < < < < < < Sommaties som C+T dichlooretheen som dichloorpropanen µg/l µg/l Vluchtige gehalogeneerde alifaten - divers tribroommethaan µg/l Toetsoordeel monster : < 630 Overschrijding Streefwaarde - x S Geen toetsoordeel mogelijk <= Streefwaarde x maal Streefwaarde Pagina 1 van 1

28 BIJLAGE IV

29 Grondslag Kamerik T.a.v. de heer M. Kuijf Nijverheidsweg GZ KAMERIK Uw kenmerk : Zuidbuurtseweg 2 Ons kenmerk : Project (betreft gewijzigd rapport) Validatieref. : _certificaat_v2 Opdrachtverificatiecode : CHEE-VKCF-YPLV-SKAW Wijziging : Project- en/of monsteromschrijving online gewijzigd door opdrachtgever Bijlage(n) : 5 tabel(len) + 3 oliechromatogram(men) + 2 bijlage(n) Amsterdam, 8 november 2016 Hierbij zend ik u de resultaten van het laboratoriumonderzoek dat op uw verzoek is uitgevoerd in de door u aangeboden monsters. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door Eurofins Omegam volgens de methoden zoals ze zijn vastgelegd in het geldende accreditatie-certificaat L086 en/of in de bundel "Analysevoorschriften Eurofins Omegam". De in dit onderzoek uitgevoerde onderzoeksmethoden van de geaccrediteerde analyses zijn in een aparte bijlage als onderdeel van dit analyse-certificaat opgenomen. De methoden zijn, voor zover mogelijk, ontleend aan de accreditatieprogramma's/schema's en NEN- EN- en/of ISO-voorschriften. Ik wijs u erop dat het analyse-certificaat alleen in zijn geheel mag worden gereproduceerd. Ik vertrouw erop uw opdracht volledig en naar tevredenheid te hebben uitgevoerd. Heeft u naar aanleiding van deze rapportage nog vragen, dan verzoek ik u contact op te nemen met onze klantenservice. Hoogachtend, namens Eurofins Omegam, Ing. J. Tukker Manager productie Op dit certificaat zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Dit analyse-certificaat mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Eurofins Omegam B.V. T +31-(0) IBAN NL 16 BNPA H.J.E. Wenckbachweg 120 F +31-(0) BIC BNPANL2A NL-1114 AD Amsterdam-Duivendrecht CSOmegam@eurofins.com BTW nr. NL B01 Nederland KvK nr

30 Tabel 1 van 5 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Zuidbuurtseweg 2 Opdrachtgever : Grondslag Kamerik Monsterreferenties = M01 01 (0-20) 06 (0-30) = M02 04 (0-50) 05 (0-50) 07 (0-50) 11 (0-50) Opgegeven bemonsteringsdatum : 26/10/ /10/2016 Ontvangstdatum opdracht : 26/10/ /10/2016 Startdatum : 26/10/ /10/2016 Monstercode : Matrix : Grond Grond Monstervoorbewerking S AS3000 (steekmonster) uitgevoerd uitgevoerd S gewicht artefact g < 1 < 1 S soort artefact nvt nvt S voorbewerking AS3000 uitgevoerd uitgevoerd Algemeen onderzoek - fysisch S droogrest % 74,6 80,6 S organische stof (gec. voor lutum) % (m/m ds) 6,7 5,2 S lutumgehalte (pipetmethode) % (m/m ds) 8,9 14,9 Anorganische parameters - metalen S barium (Ba) S cadmium (Cd) 1,1 0,69 S kobalt (Co) 5,6 6,3 S koper (Cu) S kwik (Hg) FIAS/Fims 0,93 0,49 S lood (Pb) S molybdeen (Mo) < 1,5 < 1,5 S nikkel (Ni) S zink (Zn) Organische parameters - niet aromatisch S minerale olie (florisil clean-up) Organische parameters - aromatisch Polycyclische koolwaterstoffen: S naftaleen 0,14 0,05 S fenantreen 0,20 0,34 S anthraceen 0,10 0,14 S fluoranteen 0,31 0,50 S benzo(a)antraceen 0,19 0,22 S chryseen 0,27 0,34 S benzo(k)fluoranteen 0,17 0,19 S benzo(a)pyreen 0,25 0,22 S benzo(ghi)peryleen 0,21 0,17 S indeno(1,2,3-cd)pyreen 0,20 0,18 S som PAK (10) 2,0 2,4 Organische parameters - gehalogeneerd Polychloorbifenylen: S PCB -28 < 0,001 < 0,001 S PCB -52 < 0,001 < 0,001 S PCB ,004 0,003 S PCB ,002 0,001 S PCB ,010 0,004 S PCB ,011 0,005 S PCB ,008 0,004 S som PCBs (7) 0,036 0,018 Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. - De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). - De met een 'S' gemerkte analyses zijn op basis van het schema AS 3000 geaccrediteerd. Opdrachtverificatiecode: CHEE-VKCF-YPLV-SKAW Ref.: _certificaat_v2

31 Tabel 2 van 5 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Zuidbuurtseweg 2 Opdrachtgever : Grondslag Kamerik Monsterreferenties = M01 01 (0-20) 06 (0-30) = M02 04 (0-50) 05 (0-50) 07 (0-50) 11 (0-50) Opgegeven bemonsteringsdatum : 26/10/ /10/2016 Ontvangstdatum opdracht : 26/10/ /10/2016 Startdatum : 26/10/ /10/2016 Monstercode : Matrix : Grond Grond Organische parameters - bestrijdingsmiddelen Organochloorbestrijdingsmiddelen: S 2,4-DDD (o,p-ddd) < 0,001 < 0,001 S 4,4-DDD (p,p-ddd) < 0,001 0,004 S 2,4-DDE (o,p-dde) < 0,001 < 0,001 S 4,4-DDE (p,p-dde) 0,003 0,014 S 2,4-DDT (o,p-ddt) 0,002 0,002 S 4,4-DDT (p,p-ddt) 0,004 0,016 S aldrin 0,003 0,009 S dieldrin 0,031 0,43 S endrin 0,002 0,042 S telodrin 0,003 0,018 S isodrin 0,002 0,009 S heptachloor < 0,001 < 0,001 S heptachloorepoxide (cis) < 0,001 < 0,001 S heptachloorepoxide (trans) < 0,001 < 0,001 S alfa-endosulfan < 0,001 < 0,001 S alfa -HCH < 0,001 < 0,001 S beta -HCH < 0,001 < 0,001 S gamma -HCH (lindaan) < 0,001 < 0,001 S delta -HCH < 0,001 < 0,001 S hexachloorbenzeen 0,003 0,002 S endosulfansulfaat < 0,002 < 0,002 S hexachloorbutadieen < 0,001 < 0,001 S chloordaan (cis) < 0,001 < 0,001 S chloordaan (trans) < 0,001 < 0,001 som DDD 0,001 0,005 som DDE 0,004 0,015 som DDT 0,006 0,018 S som DDD /DDE /DDTs 0,011 0,037 S som drins (3) 0,036 0,48 S som c/t heptachloorepoxide 0,001 0,001 S som HCHs (3) 0,002 0,002 S som chloordaan 0,001 0,001 som OCBs (waterbodem) 0,061 0,55 som OCBs (landbodem) 0,061 0,55 Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. - De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). - De met een 'S' gemerkte analyses zijn op basis van het schema AS 3000 geaccrediteerd. Opdrachtverificatiecode: CHEE-VKCF-YPLV-SKAW Ref.: _certificaat_v2

32 Tabel 3 van 5 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Zuidbuurtseweg 2 Opdrachtgever : Grondslag Kamerik Monsterreferenties = M03 02 ( ) 05 ( ) Opgegeven bemonsteringsdatum : 26/10/2016 Ontvangstdatum opdracht : 26/10/2016 Startdatum : 26/10/2016 Monstercode : Matrix : Grond Monstervoorbewerking S AS3000 (steekmonster) uitgevoerd S gewicht artefact g < 1 S soort artefact nvt S voorbewerking AS3000 uitgevoerd Algemeen onderzoek - fysisch S droogrest % 74,5 S organische stof (gec. voor lutum) % (m/m ds) 2,1 S lutumgehalte (pipetmethode) % (m/m ds) 29,2 Anorganische parameters - metalen S barium (Ba) 130 S cadmium (Cd) < 0,20 S kobalt (Co) 8,3 S koper (Cu) 41 S kwik (Hg) FIAS/Fims 0,23 S lood (Pb) 23 S molybdeen (Mo) < 1,5 S nikkel (Ni) 22 S zink (Zn) 89 Organische parameters - niet aromatisch S minerale olie (florisil clean-up) < 35 Organische parameters - aromatisch Polycyclische koolwaterstoffen: S naftaleen < 0,05 S fenantreen < 0,05 S anthraceen < 0,05 S fluoranteen < 0,05 S benzo(a)antraceen < 0,05 S chryseen < 0,05 S benzo(k)fluoranteen < 0,05 S benzo(a)pyreen < 0,05 S benzo(ghi)peryleen < 0,05 S indeno(1,2,3-cd)pyreen < 0,05 S som PAK (10) 0,35 Organische parameters - gehalogeneerd Polychloorbifenylen: S PCB -28 < 0,001 S PCB -52 < 0,001 S PCB -101 < 0,001 S PCB -118 < 0,001 S PCB -138 < 0,001 S PCB -153 < 0,001 S PCB -180 < 0,001 S som PCBs (7) 0,005 Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. - De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). - De met een 'S' gemerkte analyses zijn op basis van het schema AS 3000 geaccrediteerd. Opdrachtverificatiecode: CHEE-VKCF-YPLV-SKAW Ref.: _certificaat_v2

33 Tabel 4 van 5 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Zuidbuurtseweg 2 Opdrachtgever : Grondslag Kamerik Monsterreferenties = M04 01 (60-80) Opgegeven bemonsteringsdatum : 26/10/2016 Ontvangstdatum opdracht : 26/10/2016 Startdatum : 26/10/2016 Monstercode : Matrix : Grond Monstervoorbewerking S AS3000 (steekmonster) uitgevoerd S gewicht artefact g < 1 S soort artefact nvt S voorbewerking AS3000 uitgevoerd Algemeen onderzoek - fysisch S droogrest % 63,7 S organische stof (gec. voor lutum) % (m/m ds) 5,1 Organische parameters - niet aromatisch S minerale olie (florisil clean-up) 80 Organische parameters - aromatisch Vluchtige aromaten: S benzeen < 0,05 S ethylbenzeen < 0,05 S naftaleen 0,06 S styreen < 0,05 S tolueen < 0,05 S xyleen (ortho) < 0,05 S xyleen (som m+p) < 0,10 S som xylenen (o/m/p) 0,10 Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. - De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). - De met een 'S' gemerkte analyses zijn op basis van het schema AS 3000 geaccrediteerd. Opdrachtverificatiecode: CHEE-VKCF-YPLV-SKAW Ref.: _certificaat_v2

34 Tabel 5 van 5 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Zuidbuurtseweg 2 Opdrachtgever : Grondslag Kamerik Opmerkingen m.b.t. analyses Opmerking(en) algemeen Organische stof gehalte (gecorrigeerd voor lutum en vrij ijzer in de vorm van Fe2O3) Het organische stofgehalte is gecorrigeerd voor het in het analysecertificaat gerapporteerde lutumgehalte. Indien het lutumgehalte niet is gerapporteerd is de correctie uitgevoerd met een lutumgehalte van 5,4% (gemiddeld lutumgehalte Nederlandse bodem, AS3010/AS3210, prestatieblad organische stofgehalte in grond/waterbodem). Indien het vrij ijzergehalte is bepaald en groter is dan 5 % m/m, is bij de berekening van het organische stof gecorrigeerd voor dat gehalte aan vrij ijzer. Sommatie van concentraties voor groepsparameters De sommatie is uitgevoerd volgens AS3000 paragraaf en bijlage 3. Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: CHEE-VKCF-YPLV-SKAW Ref.: _certificaat_v2

35 Oliechromatogram 1 van 3 OLIE-ONDERZOEK Monstercode : Project omschrijving : Zuidbuurtseweg 2 Uw referentie : M01 01 (0-20) 06 (0-30) Methode : minerale olie (florisil clean-up) OLIECHROMATOGRAM oliefractieverdeling OLIEFRACTIEVERDELING 1) fractie > C10 - C19 6 % 2) fractie C19 - C29 32 % 3) fractie C29 - C35 48 % 4) fractie C35 -< C40 15 % minerale olie gehalte: 150 ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond : Extractie gebaseerd op NEN 6978, incl. florisil clean-up. Voorbewerking AP04 : Extractie conform NEN 6978, incl. florisil clean-up. Voorbewerking water : Extractie gebaseerd op ISO , incl. florisil clean-up. Analyse : Gaschromatograaf met capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Interpretatie : Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek. De volgende aanvullende clean-up mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen clean-up : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Bij een minerale olie gehalte kleiner dan de rapportagegrens worden geen oliefracties weergegeven. Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: CHEE-VKCF-YPLV-SKAW Ref.: _certificaat_v2

36 Oliechromatogram 2 van 3 OLIE-ONDERZOEK Monstercode : Project omschrijving : Zuidbuurtseweg 2 Uw referentie : M02 04 (0-50) 05 (0-50) 07 (0-50) 11 (0-50) Methode : minerale olie (florisil clean-up) OLIECHROMATOGRAM OLIEFRACTIEVERDELING 1) fractie > C10 - C19 9 % 2) fractie C19 - C29 36 % 3) fractie C29 - C35 44 % 4) fractie C35 -< C40 12 % minerale olie gehalte: 76 oliefractieverdeling ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond : Extractie gebaseerd op NEN 6978, incl. florisil clean-up. Voorbewerking AP04 : Extractie conform NEN 6978, incl. florisil clean-up. Voorbewerking water : Extractie gebaseerd op ISO , incl. florisil clean-up. Analyse : Gaschromatograaf met capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Interpretatie : Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek. De volgende aanvullende clean-up mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen clean-up : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Bij een minerale olie gehalte kleiner dan de rapportagegrens worden geen oliefracties weergegeven. Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: CHEE-VKCF-YPLV-SKAW Ref.: _certificaat_v2

37 Oliechromatogram 3 van 3 OLIE-ONDERZOEK Monstercode : Project omschrijving : Zuidbuurtseweg 2 Uw referentie : M04 01 (60-80) Methode : minerale olie (florisil clean-up) OLIECHROMATOGRAM oliefractieverdeling OLIEFRACTIEVERDELING 1) fractie > C10 - C19 60 % 2) fractie C19 - C29 13 % 3) fractie C29 - C35 14 % 4) fractie C35 -< C40 13 % minerale olie gehalte: 80 ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond : Extractie gebaseerd op NEN 6978, incl. florisil clean-up. Voorbewerking AP04 : Extractie conform NEN 6978, incl. florisil clean-up. Voorbewerking water : Extractie gebaseerd op ISO , incl. florisil clean-up. Analyse : Gaschromatograaf met capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Interpretatie : Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek. De volgende aanvullende clean-up mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen clean-up : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Bij een minerale olie gehalte kleiner dan de rapportagegrens worden geen oliefracties weergegeven. Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: CHEE-VKCF-YPLV-SKAW Ref.: _certificaat_v2

38 Bijlage 1 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Zuidbuurtseweg 2 Opdrachtgever : Grondslag Kamerik Barcodeschema's Monstercode Uw referentie monster diepte barcode M01 01 (0-20) 06 (0-30) AA AA M02 04 (0-50) 05 (0-50) 07 (0-50) 11 (0-50) AA AA AA AA M03 02 ( ) 05 ( ) AA AA M04 01 (60-80) NA Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: CHEE-VKCF-YPLV-SKAW Ref.: _certificaat_v2

39 Bijlage 2 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Zuidbuurtseweg 2 Opdrachtgever : Grondslag Kamerik Analysemethoden in Grond (AS3000) AS3000 In dit analysecertificaat zijn de met 'S' gemerkte analyses uitgevoerd volgens de analysemethoden beschreven in het "Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek (AS SIKB 3000)". Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd volgens de onderstaande analysemethoden. Deze analyses zijn vastgelegd in het geldende accreditatie-certificaat met bijbehorende verrichtingenlijst L086 van Eurofins Omegam BV. Samplemate : Conform AS3000 en NEN-EN Droogrest : Conform AS3010 prestatieblad 2 Organische stof (gec. voor lutum) : Conform AS3010 prestatieblad 3 en gelijkwaardig aan NEN 5754 Lutumgehalte (pipetmethode) : Conform AS3010 prestatieblad 4; gelijkwaardig aan NEN 5753 Barium (Ba) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 en destructie conform NEN 6961 Cadmium (Cd) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 en destructie conform NEN 6961 Kobalt (Co) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 en destructie conform NEN 6961 Koper (Cu) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 en destructie conform NEN 6961 Kwik (Hg) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN-ISO en destructie conform NEN 6961 Lood (Pb) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 en destructie conform NEN 6961 Molybdeen (Mo) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 en destructie conform NEN 6961 Nikkel (Ni) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 en destructie conform NEN 6961 Zink (Zn) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 en destructie conform NEN 6961 Minerale olie (florisil clean-up) : Conform AS3010 prestatieblad 7 PAKs : Conform AS3010 prestatieblad 6 Aromaten (BTEXXN) : Conform AS3030 prestatieblad 1 Styreen : Conform AS3030 prestatieblad 1 PCBs : Conform AS3010 prestatieblad 8 PCBs : Conform AS3010 prestatieblad 8 OCBs : Conform AS3020 prestatiebladen 1, 2 en 3 Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: CHEE-VKCF-YPLV-SKAW Ref.: _certificaat_v2

40 Grondslag Kamerik T.a.v. de heer M. Kuijf Nijverheidsweg GZ KAMERIK Uw kenmerk : Zuidbuurtseweg 2 Ons kenmerk : Project (betreft gewijzigd rapport) Validatieref. : _certificaat_v2 Opdrachtverificatiecode : OLVE-FUAD-IIIB-VFEG Wijziging : Project- en/of monsteromschrijving online gewijzigd door opdrachtgever Bijlage(n) : 3 tabel(len) + 2 bijlage(n) Amsterdam, 8 november 2016 Hierbij zend ik u de resultaten van het laboratoriumonderzoek dat op uw verzoek is uitgevoerd in de door u aangeboden monsters. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door Eurofins Omegam volgens de methoden zoals ze zijn vastgelegd in het geldende accreditatie-certificaat L086 en/of in de bundel "Analysevoorschriften Eurofins Omegam". De in dit onderzoek uitgevoerde onderzoeksmethoden van de geaccrediteerde analyses zijn in een aparte bijlage als onderdeel van dit analyse-certificaat opgenomen. De methoden zijn, voor zover mogelijk, ontleend aan de accreditatieprogramma's/schema's en NEN- EN- en/of ISO-voorschriften. Ik wijs u erop dat het analyse-certificaat alleen in zijn geheel mag worden gereproduceerd. Ik vertrouw erop uw opdracht volledig en naar tevredenheid te hebben uitgevoerd. Heeft u naar aanleiding van deze rapportage nog vragen, dan verzoek ik u contact op te nemen met onze klantenservice. Hoogachtend, namens Eurofins Omegam, Ing. J. Tukker Manager productie Op dit certificaat zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Dit analyse-certificaat mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Eurofins Omegam B.V. T +31-(0) IBAN NL 16 BNPA H.J.E. Wenckbachweg 120 F +31-(0) BIC BNPANL2A NL-1114 AD Amsterdam-Duivendrecht CSOmegam@eurofins.com BTW nr. NL B01 Nederland KvK nr

41 Tabel 1 van 3 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Zuidbuurtseweg 2 Opdrachtgever : Grondslag Kamerik Monsterreferenties = 01 ( ) Opgegeven bemonsteringsdatum : 03/11/2016 Ontvangstdatum opdracht : 03/11/2016 Startdatum : 03/11/2016 Monstercode : Matrix : Grondwater Organische parameters - niet aromatisch S minerale olie (florisil clean-up) µg/l < 50 Organische parameters - aromatisch Vluchtige aromaten: S benzeen µg/l < 0,2 S ethylbenzeen µg/l < 0,2 S naftaleen µg/l < 0,02 S styreen µg/l < 0,2 S tolueen µg/l < 0,2 S xyleen (ortho) µg/l < 0,1 S xyleen (som m+p) µg/l < 0,2 S som xylenen µg/l 0,2 Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. - De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). - De met een 'S' gemerkte analyses zijn op basis van het schema AS 3000 geaccrediteerd. Opdrachtverificatiecode: OLVE-FUAD-IIIB-VFEG Ref.: _certificaat_v2

42 Tabel 2 van 3 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Zuidbuurtseweg 2 Opdrachtgever : Grondslag Kamerik Monsterreferenties = 05 ( ) Opgegeven bemonsteringsdatum : 03/11/2016 Ontvangstdatum opdracht : 03/11/2016 Startdatum : 03/11/2016 Monstercode : Matrix : Grondwater Anorganische parameters - metalen Metalen ICP-MS (opgelost): S barium (Ba) µg/l 310 S cadmium (Cd) µg/l < 0,2 S kobalt (Co) µg/l 14 S koper (Cu) µg/l < 2 S Kwik (Hg) niet vluchtig µg/l < 0,05 S lood (Pb) µg/l < 2 S molybdeen (Mo) µg/l 2,6 S nikkel (Ni) µg/l 19 S zink (Zn) µg/l 46 Organische parameters - niet aromatisch S minerale olie (florisil clean-up) µg/l < 50 Organische parameters - aromatisch Vluchtige aromaten: S benzeen µg/l < 0,2 S ethylbenzeen µg/l < 0,2 S naftaleen µg/l < 0,02 S styreen µg/l < 0,2 S tolueen µg/l < 0,2 S xyleen (ortho) µg/l < 0,1 S xyleen (som m+p) µg/l < 0,2 S som xylenen µg/l 0,2 Organische parameters - gehalogeneerd Vluchtige chlooralifaten: S dichloormethaan µg/l < 0,2 S 1,1-dichloorethaan µg/l < 0,2 S 1,2-dichloorethaan µg/l < 0,2 S 1,2-dichlooretheen (trans) µg/l < 0,1 S 1,1-dichlooretheen µg/l < 0,1 S 1,2-dichlooretheen (cis) µg/l < 0,1 S 1,1-dichloorpropaan µg/l < 0,2 S 1,2-dichloorpropaan µg/l < 0,2 S 1,3-dichloorpropaan µg/l < 0,2 S trichloormethaan µg/l < 0,2 S tetrachloormethaan µg/l < 0,1 S 1,1,1-trichloorethaan µg/l < 0,1 S 1,1,2-trichloorethaan µg/l < 0,1 S trichlooretheen µg/l < 0,2 S tetrachlooretheen µg/l < 0,1 S vinylchloride µg/l < 0,2 S som C+T dichlooretheen µg/l 0,1 S som dichloorpropanen µg/l 0,4 Vluchtige gehalogeneerde alifaten - divers: S tribroommethaan µg/l < 0,2 Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. - De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). - De met een 'S' gemerkte analyses zijn op basis van het schema AS 3000 geaccrediteerd. Opdrachtverificatiecode: OLVE-FUAD-IIIB-VFEG Ref.: _certificaat_v2

43 Tabel 3 van 3 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Zuidbuurtseweg 2 Opdrachtgever : Grondslag Kamerik Opmerkingen m.b.t. analyses Opmerking(en) algemeen Sommatie van concentraties voor groepsparameters De sommatie is uitgevoerd volgens AS3000 paragraaf en bijlage 3. Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: OLVE-FUAD-IIIB-VFEG Ref.: _certificaat_v2

44 Bijlage 1 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Zuidbuurtseweg 2 Opdrachtgever : Grondslag Kamerik Barcodeschema's Monstercode Uw referentie monster diepte barcode ( ) YA ( ) YA MM Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: OLVE-FUAD-IIIB-VFEG Ref.: _certificaat_v2

45 Bijlage 2 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Zuidbuurtseweg 2 Opdrachtgever : Grondslag Kamerik Analysemethoden in Grondwater (AS3000) AS3000 In dit analysecertificaat zijn de met 'S' gemerkte analyses uitgevoerd volgens de analysemethoden beschreven in het "Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek (AS SIKB 3000)". Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd volgens de onderstaande analysemethoden. Deze analyses zijn vastgelegd in het geldende accreditatie-certificaat met bijbehorende verrichtingenlijst L086 van Eurofins Omegam BV. Barium (Ba) : Conform AS3110 prestatieblad 3 en conform NEN-EN-ISO Cadmium (Cd) : Conform AS3110 prestatieblad 3 en conform NEN-EN-ISO Kobalt (Co) : Conform AS3110 prestatieblad 3 en conform NEN-EN-ISO Koper (Cu) : Conform AS3110 prestatieblad 3 en conform NEN-EN-ISO Kwik (Hg) niet vluchtig : Conform AS3110 prestatieblad 3 en conform NEN-EN-ISO Lood (Pb) : Conform AS3110 prestatieblad 3 en conform NEN-EN-ISO Molybdeen (Mo) : Conform AS3110 prestatieblad 3 en conform NEN-EN-ISO Nikkel (Ni) : Conform AS3110 prestatieblad 3 en conform NEN-EN-ISO Zink (Zn) : Conform AS3110 prestatieblad 3 en conform NEN-EN-ISO Minerale olie (florisil clean-up) : Conform AS3110 prestatieblad 5 Aromaten (BTEXXN) : Conform AS3130 prestatieblad 1 Styreen : Conform AS3130 prestatieblad 1 Chlooralifaten : Conform AS3130 prestatieblad 1 Vinylchloride : Conform AS3130 prestatieblad 1 Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: OLVE-FUAD-IIIB-VFEG Ref.: _certificaat_v2

46 BIJLAGE V

47 Verklarende woordenlijst Wet bodembescherming (Wbb): Deze wet is er vooral op gericht om in het belang van het milieu regels te stellen om bodemverontreiniging te voorkomen, te onderzoeken en te saneren. NEN-5725: Richtlijn voor gedegen vooronderzoek. Het vooronderzoek wordt uitgevoerd voorafgaand aan het feitelijke onderzoek van de bodem (= veld- en laboratoriumonderzoek). De bij het vooronderzoek verzamelde informatie dient om te komen tot een adequate invulling van het veld- en laboratoriumonderzoek en draagt bij aan de verklaring van de resultaten van het bodemonderzoek. NEN-5740: Deze norm beschrijft de werkwijze voor het opstellen van de onderzoeksstrategie bij verkennend bodemonderzoek naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging. De norm is van toepassing op verkennend onderzoek van zowel onverdachte als verdachte locaties. Standaard NEN analysepakket grond en grondwater Boven- en ondergrond Metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, zink) * * Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK) * Polychloorbifenylen (PCB) * Minerale olie * * Vluchtige aromaten (BTEXSN) * Vluchtige chlooralifaten (VOCl) * m-mv: diepte in meter minus maaiveld ph en EC: zuurgraad en Geleidingsvermogen Grondwater NTU: de eenheid waarin troebelheid (van onder andere) water wordt uitgedrukt. Conform het Kwaliteitshandboek van Grondslag wordt de troebelheid in afwijking van de NEN5744:2011 direct bij terugkomst op kantoor gemeten in plaats van in het veld. In het Kwaliteitshandboek is hiervoor de motivatie opgenomen. Streefwaarde: deze waarde geeft voor grondwater aan wat het ijkpunt is voor de milieukwaliteit op de lange termijn, uitgaande van Verwaarloosbare Risico s voor het ecosysteem Achtergrondwaarde: deze waarde is voor grond vastgesteld op basis van de gehalten zoals die voorkomen in de bodem van natuur- en landbouwgronden in Nederland die niet zijn belast door lokale verontreinigingsbronnen. Interventiewaarde: Is de waarde die het kwaliteitsniveau aangeeft, waarop de functionele eigenschappen van de bodem, voor mens, dier en plant ernstig zijn verminderd of dreigen tot worden verminderd. T-waarde (tussenwaarde): Is voor grondwater gelijk aan (streefwaarde+interventiewaarde)/2 en voor grond gelijk aan (achtergrondwaarde+interventiewaarde)/2. Overschrijding van de T-waarde geeft aan dat er mogelijk een aanvullend/nader onderzoek nodig is. Maximale Waarde wonen (MWw): deze waarde geeft de bovengrens aan van de kwaliteit die nodig is om de bodem blijvend geschikt te houden voor de functie wonen. Maximale Waarde industrie (MWi): deze waarde geeft de bovengrens aan van de kwaliteit die nodig is om de bodem blijvend geschikt te houden voor de functie industrie. Gebruikte afkortingen van stoffen: Ba Barium Olie Minerale olie Cd Cadmium VAK Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Co Kobalt B Benzeen Cu Koper T Tolueen Hg Kwik E Ethylbenzeen Pb Lood X Xylenen Mo Molybdeen S Styreen Ni Nikkel Naft. Naftaleen Zn Zink VOCl Vluchtige Organochloorverbindingen PAK Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen PCB Polychloorbifenylen Oer: een inspoelingslaag van sesqui-oxiden (aluminium- en ijzeroxiden) boven de hoogste grondwaterstand. De oxiden zijn afkomstig van hoger gelegen bodemhorizonten. Oer is vaak harder dan het bodemmateriaal zelf. Gley: (oranje-bruine) ijzer-/roestvlekken die worden gevormd als gevolg van een fluctuerende grondwaterstand. Gley komt, in tegenstelling tot oer, niet voor in hardere brokjes maar uit zich voornamelijk in kleurverschil. 1

48 Conserveringstermijnen: In enkele gevallen kan analyse van een monster niet plaats vinden binnen een vastgestelde conserveringstermijn. Voorbeelden zijn het uitsplitsen van mengmonsters en het gefaseerd analyseren van monsters bij nader onderzoek. Overschrijding van de conserveringstermijn leidt tot een opmerking in de bijlagen bij een analysecertificaat. De maximale conserveringstermijn is stofafhankelijk. Voor enkele vluchtige verbinden (aromaten, naftaleen) geldt een termijn van 4 dagen. Voor droge stof en minerale olie bedraagt de termijn 7 dagen. Overige stoffen hebben een langere conserveringstermijn (PAK 14 dagen, organische stof 28 dagen, zware metalen 6 maanden). Conserveringstermijnen zijn opgesteld in SIKB-protocol 3001 (versie 3, september 2009). De conserveringstermijn is vastgesteld op de periode waarbinnen de standaardafwijking van het meetresultaat niet meer dan 2,5 of 5 % bedraagt (afhankelijk van het monstertype). Analyse op droge stof vindt bij elke grondanalyse plaats. Overschrijding van een conserveringstermijn vindt derhalve veelal plaats op basis van deze parameter (termijn 7 dagen). Omegam Laboratoria heeft eigen onderzoek verricht naar de conserveringstermijn van droge stof (rapportage juni 2007, verricht conform NEN-ISO en gevalideerd op basis van SIKB project 55). Uit het rapport blijkt dat de gehaltes droge stof bij een conserveringstermijn van tenminste 42 dagen niet afnemen. Overschrijding van een conserveringstermijn bedraagt over het algemeen niet meer dan enkele dagen. In die tijd worden de monsters altijd koel en donker bewaard. Gezien de geringe standaardafwijking van 2,5 of 5 % waarop een conserveringstermijn is gedefinieerd, wordt gesteld dat een meetresultaat bij een geringe overschrijding van de conserveringstermijn, ook slechts in geringe mate kan afwijken van het daadwerkelijke gehalte op het moment van monstername. 2

49

50 GEMEENTE VLAARDINGEN BIJLAGE 2 BESTEMMINGSPLAN ZUIDBUURTSEWEG NABIJ NR. 2

51

52 Zuidbuurtseweg 2, Vlaardingen rapport 4253

53

54 Zuidbuurtseweg 2, Vlaardingen Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek J. Huizer

55 2 Colofon ADC Rapport 4253 Zuidbuurtseweg 2, Vlaardingen Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek Auteur: J. Huizer In opdracht van: Verkade Vlaardingen ADC ArcheoProjecten, Amersfoort, 6 februari 2017 Foto s en tekeningen: ADC ArcheoProjecten, tenzij anders vermeld Status onderzoek: definitief Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. ADC ArcheoProjecten aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. Autorisatie: J. Huizer ISSN ADC ArcheoProjecten Postbus BM Amersfoort Tel Fax info@archeologie.nl

56 3 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 Inleiding en administratieve gegevens 7 2 Bureauonderzoek Doelstelling en vraagstelling Methodiek Resultaten Gespecificeerde verwachting en conclusie 12 3 Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) Plan van Aanpak Resultaten Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) Conclusies 15 4 Aanbeveling 16 Literatuur 17 Lijst van afbeeldingen en tabellen 17 Bijlage 1 Boorgegevens 24 Bijlage 2 Bouwtekening 26

57 4

58 5 Samenvatting In opdracht van Verkade Vlaardingen heeft ADC ArcheoProjecten in december 2016 een bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Zuidbuurtseweg 2 te Vlaardingen. Aanleiding is de voorgenomen realisatie van een woonhuis. Op basis van het bureauonderzoek werd op of direct langs kreekafzettingen uit de Late IJzertijd / Romeinse Tijd archeologisch resten uit perioden vanaf de Late IJzertijd verwacht en in het bijzonder resten van een LME/NT huisplaats. Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen werd in het plangebied een oppervlaktekartering en een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Op basis van het booronderzoek blijkt er inderdaad sprake te zijn van een kreek uit de Late IJzertijd en/of Romeinse Tijd die zich in een onderliggend veenpakket heeft ingesneden. De beddingafzettingen van de kreek worden bedekt en geflankeerd door oeverafzettingen. Deze zijn kalkrijk en vertonen geen tekenen van bodemvorming. Een eventueel oorspronkelijk aanwezige bodem is waarschijnlijk later door grondbewerking (opkuilen van struiken / bomen) opgenomen in de bouwvoor, welke door de (sub)recente ophoogwerkzaamheden vervolgens vermengd is geraakt met uit de gegraven vijver afkomstige grond. Een potentieel archeologisch niveau is in ieder geval niet (meer) aanwezig in het plangebied. ADC ArcheoProjecten adviseert om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 5.10 van de Erfgoedwet. Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies.

59 6 Tabel 1. Overzicht van de verschillende (pre)historische perioden. Periode Afkorting Tijd in jaren Nieuwe tijd NT heden Middeleeuwen: XME na Chr. Late Middeleeuwen LME na Chr. Vroege Middeleeuwen VME na Chr. Romeinse tijd: ROM 12 voor Chr. 450 na Chr. Laat-Romeinse tijd ROML na Chr. Midden-Romeinse tijd ROMM na Chr. Vroeg-Romeinse tijd ROMV 12 voor Chr na Chr. IJzertijd: IJZ voor Chr. Late IJzertijd IJZL voor Chr. Midden-IJzertijd IJZM voor Chr. Vroege IJzertijd IJZV voor Chr. Bronstijd: BRONS voor Chr. Late Bronstijd BRONSL voor Chr. Midden-Bronstijd BRONSM voor Chr. Vroege Bronstijd BRONSV voor Chr. Neolithicum (Jonge Steentijd): NEO voor Chr. Laat-Neolithicum NEOL voor Chr. Midden-Neolithicum NEOM voor Chr. Vroeg-Neolithicum NEOV voor Chr. Mesolithicum (Midden-Steentijd): MESO voor Chr. Laat-Mesolithicum MESOL voor Chr. Midden-Mesolithicum MESOM voor Chr. Vroeg-Mesolithicum MESOV voor Chr. Paleolithicum (Oude Steentijd): PALEO tot 8800 voor Chr. Laat-Paleolithicum PALEOL voor Chr. Midden-Paleolithicum PALEOM voor Chr. Vroeg-Paleolithicum PALEOV tot voor Chr. Bron: Archeologisch Basis Register 1992

60 7 1 Inleiding en administratieve gegevens In opdracht van Verkade Vlaardingen heeft ADC ArcheoProjecten in december 2016 een bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Zuidbuurtseweg 2 te Vlaardingen (afb. 1 en 2). Aanleiding is de voorgenomen realisatie van een woonhuis. Sinds 1 juli 2016 is de Erfgoedwet in werking getreden en is de Monumentenwet 1988 komen te vervallen. De bepalingen van de Monumentenwet zijn echter opgenomen in de Erfgoedwet. Op grond van de Erfgoedwet moeten archeologische (verwachtings)waarden gewaarborgd zijn in het bestemmingsplan. In het op 16 mei 2013 vastgestelde bestemmingsplan Groot Vettenoord en het volkstuinencomplex 1, alsmede in het concept bestemmingsplan Zuidbuurtseweg 2, heeft het plangebied de dubbelstemming Waarde Archeologie 1. Volgens de hierin opgenomen bouwregels is archeologisch onderzoek nodig bij bodemingrepen met een oppervlakte van meer dan 100 m 2 en dieper dan 30 cm -mv. Ten behoeve van het verkrijgen van een omgevingsvergunning dient de initiatiefnemer een rapport te overleggen waarin naar oordeel van de bevoegde overheid de archeologische waarde van het plangebied voldoende is vastgesteld. In het kader van dit proces heeft het in dit rapport beschreven onderzoek plaatsgevonden. In Nederland dient het vaststellen van de archeologische waarde van een plangebied te gebeuren op grond van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA versie 3.3). 2 Gemeenten kunnen hierop aanvullende uitvoeringskaders vaststellen. De gemeente Vlaardingen heeft voor zover bekend echter geen aanvullende uitvoeringskaders vastgesteld voor het uitvoeren van archeologisch vooronderzoek, noch zijn deze voor dit project afzonderlijk opgesteld. Dit onderzoek is dus gebaseerd op de algemene criteria die in de KNA staan geformuleerd. De volgende administratieve gegevens zijn van toepassing: Opdrachtgever: Verkade Vlaardingen dhr. K. Verkade Postbus AA Vlaardingen T: E: koos@verkade-vlaardingen.nl Fase(n) AMZ-cyclus: Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek Aanleiding: bouw woning Locatie: Zuidbuurtseweg 2 Plaats: Vlaardingen Gemeente: Vlaardingen Provincie: Zuid-Holland Kadastrale gegevens: perceelnr Kaartblad: 37G Oppervlakte plangebied 2063 m 2 Coördinaten: / / / / Bevoegde overheid met contactgegevens: Gemeente Vlaardingen Vlaardings Archeologisch Kantoor (VLAK) dhr. R. Terluin Postbus EB Vlaardingen T: E: rutger.terluin@vlaardingen.nl SIKB 2010.

61 8 ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer (CIS-code): ADC-projectcode: VLAK-code: Auteur: J. Huizer Periode van uitvoering: december 2016 Beheer en plaats documentatie: ADC ArcheoProjecten bv, Amersfoort Beheer en plaats digitale documentatie (e-depot): 2 Bureauonderzoek 2.1 Doelstelling en vraagstelling Het bureauonderzoek vormt de eerste stap in het vaststellen van de archeologische waarde van het gebied. Het doel van bureauonderzoek is het aan de hand van schriftelijke bronnen verwerven van informatie over bekende en/of verwachte archeologische waarden in het plangebied, om daarmee te komen tot een gespecificeerde, archeologische verwachting. Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: Zijn mogelijk archeologische waarden in het plangebied aanwezig, en zo ja, wat is de specifieke archeologische verwachting? Is het plangebied voldoende onderzocht en zo nee, welke vorm van nader archeologisch onderzoek kan worden geadviseerd? 2.2 Methodiek Het onderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.3 Landbodems, protocol 4002 Bureauonderzoek. Het bureauonderzoek bestaat uit de volgende elf processtappen: 1. Afbakenen plan- en onderzoeksgebied en vaststellen consequenties van mogelijk toekomstig gebruik; 2. Aanmelden onderzoek bij Archis; 3. Vermelden (en toepassen) overheidsbeleid; 4. Beschrijven huidig gebruik; 5. Beschrijven historische situatie en mogelijke verstoringen; 6. Beschrijven mogelijke aanwezigheid bouwhistorische waarden in de ondergrond; 7. Beschrijven bekende archeologische en aardwetenschappelijke waarden; 8. Opstellen gespecificeerde verwachting; 9. Opstellen standaardrapport bureauonderzoek; 10. Afmelden onderzoek bij Archis: overdracht onderzoeksgegevens; 11. Aanleveren digitale gegevens bij e-depot. De processtappen 1 tot en met 7 leveren gegevens op basis waarvan processtap 8, de gespecificeerde verwachting wordt opgesteld. De gespecificeerde verwachting kan worden beschouwd als een belangrijke conclusie van het bureauonderzoek, omdat hierin wordt aangegeven of, en zo ja, welke archeologische waarden worden verwacht, indien relevant weergegeven op een kaart. De resultaten van processtappen 1 tot en met 8 worden behandeld in de paragrafen 3.1 tot en met 3.5. Processtap 9 resulteert in het voorliggende rapport. De processtappen 10 en 11 hebben betrekking op het voor derden openbaar maken van de resultaten van het bureauonderzoek bij onder meer Archis en het e-depot.

62 9 2.3 Resultaten Afbakening plan- en onderzoeksgebied, beschrijving huidig gebruik en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik Het plangebied is gelegen aan de rand van de bebouwde kom van Vlaardingen. Het wordt in het westen en noordwesten begrensd door de bebouwing van het grondwerkbedrijf Verkade Vlaardingen. In het oosten wordt het begrensd door het volkstuinencomplex Zuidbuurt en in het zuiden door de Zuidbuurtseweg. Het plangebied is momenteel in gebruik als tuin/gazon. Op basis van de opgevraagde gegevens met betrekking tot de milieuhygiënische situatie in het plangebied kan worden geconcludeerd dat er sprake is van een lichte mate van bodemverontreiniging en er geen aanleiding is tot het laten uitvoeren van nader milieukundig bodemonderzoek of sanering. In het kader van het onderzoek zijn gegevens met betrekking tot de aanwezigheid van ondergrondse kabels en leidingen opgevraagd bij het KLIC. Uit de hierop ontvangen gegevens blijkt dat er behalve huisaansluitingen geen relevante kabels en leidingen aanwezig zijn. Van het plangebied zelf zijn onvoldoende archeologische en aardkundige gegevens beschikbaar om een uitspraak te kunnen doen over de archeologische verwachting. Daarom zijn tevens gegevens betrokken uit de directe omgeving, waarmee het onderzoeksgebied kan worden gedefinieerd als het gebied binnen een straal van circa 400 m rondom het plangebied. De begrenzing van deze zone is gebaseerd op het gegeven dat hierbinnen sprake is van voldoende informatie om een uitspraak te doen over de archeologische verwachting die representatief is voor het plangebied. In het plangebied zijn de volgende ingrepen gepland: Aard ingreep: bouw woning Wijze fundering: op palen Onderkeldering: nee Diepte bodemverstoring: ca. 1 m -mv Oppervlakte bodemverstoring: ca. 143 m 2 Verwachte wijziging grondwaterstand: te verwaarlozen Toekomstige ligging boven- en ondergrondse infrastructuur: niet van toepassing, behalve huisaansluitingen nutsbedrijven Toekomstige ligging verharding: niet van toepassing Een bouwtekening van de woning is bijgevoegd in bijlage 2. De consequentie van de voorgenomen ingreep kan zijn dat eventuele aanwezige waardevolle archeologische resten in de ondergrond mogelijk worden aangetast Beschrijving van de aardwetenschappelijke waarden De volgende aardwetenschappelijke informatie is bekend van het plangebied: Bron Geologische kaart van Nederland 1: Geomorfologische kaart van Nederland 1: Bodemkaart van Nederland 1: Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) 6 Informatie Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren op Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket op Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Bebouwd gebied Bebouwd gebied Hoogte maaiveld varieert van ca. 0,8 m NAP in het noordwesten tot ca. 1,5 m NAP in het zuidoosten 3 Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen Alterra STIBOKA

63 10 Het plangebied maakt deel uit van een gebied waar onder invloed van de stijgende zeespiegel een open kust met een krekensysteem ontstond. Deze afzettingen bestaan uit zandige en siltige klei (Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer; afb. 3a). 7 De top van deze afzettingen bevindt zich op een diepte van ca. 5,25 m -NAP. 8 Rond 3000 voor Christus ontstond een kustbarrière met daarachter een groot veengebied, dat zich langzamerhand heeft ontwikkeld tot hoogveen. Op afb. 3c en 3d is te zien dat zich niet ver ten zuiden van het plangebied de voorloper van de huidige Maasmonding (het Helinium) bevond en dat hier rond 100 n. Chr. diverse kreeksystemen in uitmondden. Eén krekensysteem was het Vlaardingenstelsel, waarvan een deel is gereconstrueerd en zich in ieder geval ca. 1 km ten noordoosten van het plangebied (mogelijk ook daarbinnen) heeft bevonden. 9 De top van het veen (Formatie van Naaldwijk, Hollandveen Laagpakket) bevindt zich op een diepte van ca. 4,25 m - NAP. 10 Ter plaatse van de kreken kan de top van het veen zijn geërodeerd en is er sprake van kleiïge kreekafzettingen (Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren). Tot in de Vroege Middeleeuwen was er weer hoofdzakelijk sprake van veenvorming (afb. 3 e ). In de winter van 1163/1164 n.c. vond een grote overstroming plaats, waarbij het zogenaamde Vlaardingendek is afgezet en het cultuurland verloren ging. Nadat het gebied opnieuw bedijkt was, werd het land weer in cultuur gebracht. 11 Op afb. 3f is te zien dat in de Late Middeleeuwen in een groot deel van Zuid-Holland een kleidek (Laagpakket van Walcheren) is afgezet (lokaal bekend als het Vlaardingendek) en dat het plangebied zich rond 1500 n.chr. in binnendijks gebied bevond. Volgens het model GeoTOP van Dinoloket bestaat de bovenste meter uit antropogene afzettingen. 12 Hiermee worden vermoedelijk omgewerkte en/of opgebrachte pakketten bedoeld. De eenheid wordt in het model doorgaans weergegeven in stedelijk gebied. Aangezien het om een model gaat, kan de werkelijke situatie hiervan afwijken. Samengevat bevindt zich in het plangebied een opeenvolging van de volgende geologische niveaus 13 : Geologisch niveau Gemiddelde Omschrijving Ouderdom / periode diepte top niveau (m t.o.v. NAP) Antropogene afzettingen -0,75 Antropogene afzettingen Nieuwe tijd Laagpakket van Walcheren -1,75 Kreek- en dekafzettingen (IJzertijd), Romeinse tijd en Late Middeleeuwen Hollandveen Laagpakket -4,25 Veen Bronstijd / IJzertijd Laagpakket van Wormer -5,75 Wad/kwelderafzetting Mesolithicum / Neolithicum 7 Vos & de Vries De Ridder & Loon Nieuwenhuijsen & Ridder

64 Beschrijving van bekende archeologische waarden In het onderzoeksgebied zijn de volgende archeologische (indicatieve) waarden en ondergrondse bouwhistorische waarden vastgesteld (zie afbeelding 3): Onderzoeksmelding Soort onderzoek Resultaat Advies Archeologische begeleiding Er is een doorsnede gemaakt in de Maassluissedijk, die Het plangebied is vrijgegeven vermoedelijk in de Late Middeleeuwen is aangelegd Bureau- /booronderzoek Plaatselijk sprake van een dun veenlaagje, dat als potentieel archeologisch niveau wordt beschouwd. Daar waar eventueel aanwezige archeologische waarden verstoord dreigen te worden (zoals ter plaatse van de aan te leggen waterpartijen) dienen de graafwerkzaamheden onder archeologische begeleiding te worden uitgevoerd Booronderzoek Er zijn in het plangebied diverse kreken aangetroffen waarop IVO-P en IVO-O (booronderzoek) mogelijk archeologische resten uit Late IJzertijd en Romeinse Tijd aanwezig zijn. Tevens is grotendeels intact Hollandveen aangetroffen, waarop eveneens resten uit de IJzertijd verwacht werden IVO-P Er werd een takkenpad uit de Late IJzertijd aangetroffen niet ingevuld Waarneming Omschrijving Datering 14 Opmerking / Voormalig AMK-terrein nvt Het betreft een waarneming op basis van kaartmateriaal. Vermoed werd dat hier een LME huisplaats aanwezig zou kunnen zijn; er is echter geen veldonderzoek uitgevoerd Houten duiker NT Blauwgrijze kruik LME/NT Aangetroffen tijdens verbouwing van een boerderij. Ca. 100 m ten zuiden van het plangebied is bij een doorsnijding van de Maassluissedijk een archeologische begeleiding uitgevoerd (afb. 3; onderzoeksmelding 50476). Hierbij werd een boomstronk gedateerd die zich in de natuurlijke kleilaag onder de dijk bevond. De stronk kende een ouderdom van v.chr., waarmee het kleipakket chronostratigrafisch gecorreleerd kan worden met het onderste deel van de Binnenpolderlaag (199 v.chr. en 217 n.chr.). 15 Ook bij het onderzoek langs de Marathonweg werden kreken aangetroffen die vermoedelijk uit de Late IJzertijd en Romeinse Tijd zouden stammen. 16 Direct ten westen van het plangebied bevindt zich een locatie waar op basis van kaartmateriaal werd vermoed dat hier sprake zou kunnen zijn van een huisplaats uit de Late Middeleeuwen of Nieuwe tijd. 17 In ARCHISII zijn voor het onderzoeksgebied geen AMK-terreinen, vondstmeldingen of relevante gebouwde monumenten geregistreerd. 14 Voor een verklaring van de afkortingen, zie tabel Louwe, et al Onderzoeksmelding Waarneming

65 12 Op de provinciale verwachtings-/beleidskaart staat de volgende archeologische verwachting voor het plangebied aangegeven: Bron Verwachting Toelichting Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid- Holland (CHS) redelijke tot grote trefkans op archeologische resten Direct ten westen van het plangebied bevindt zich een zone met zeer grote trefkans; deze zone is gebaseerd op de aanwezigheid van een kreek uit perioden vanaf de Bronstijd 18 Samenvattend wordt geconcludeerd dat het plangebied zich direct ten oosten of mogelijk op een fossiele kreek uit de Late IJzertijd of Romeinse Tijd bevindt en er mogelijk historische aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van funderingsresten van bebouwing uit de periode Late Middeleeuwen- Nieuwe tijd Beschrijving van de historische situatie, mogelijke verstoringen en bouwhistorische waarden De historische situatie is op verschillende kaarten als volgt: Bron Jaartal Historische situatie Jan Jansz. Potter 19 (afb. 4) 1577 De Maassluissedijk (Delflandse Maasdijk) is afgebeeld, direct daarachter bevinden zich gorzen. De Zuidbuurtseweg is eveneens afgebeeld met globaal ter plaatse van het plangebied bebouwing. Kruikius 1712 Idem. Het gebied wat in 1577 nog buitendijks was gelegen, is inmiddels ingepolderd (Polder Groot Vettenoord). Kadastrale minuut 1832 Ter plaatse van het plangebied is een boerderij afgebeeld, in bezit van Arend Schellingshout Topografische kaart 1849 Boerderij Bonnekaart (afb. 5) 1877 idem Bonnekaart 1892 idem Bonnekaart 1911 idem Bonnekaart 1917 idem Bonnekaart 1929 idem Topografische kaart 1958 idem Topografische kaart idem. Rond de boerderij is het huidige volkstuinencomplex aangelegd Op het oudste geraadpleegde kaartmateriaal (de kaart van Jan Jansz. Potter uit 1577) is reeds bebouwing te zien in of in de directe omgeving van het plangebied. Deze situatie is tot op heden vrijwel ongewijzigd gebleven. Rondom het plangebied is in het midden van de 20 e eeuw de oorspronkelijke verkaveling verdwenen bij de aanleg van het huidige volkstuinencomplex. Volgens informatie van de opdrachtgever, dhr. K. Verkade, is in het plangebied het terrein ter plaatse van de te bouwen woning ca. 20 à 30 cm opgehoogd met materiaal dat vrijkwam bij het graven van de huidige vijver en zijn in het gebied voordien struiken en bomen opgekuild geweest ten behoeve van het naastgelegen tuincentrum, waardoor de toenmalige bodem zal zijn verstoord. 2.4 Gespecificeerde verwachting en conclusie De eerste, voor het bureauonderzoek opgestelde onderzoeksvraag Zijn mogelijk archeologische waarden in het plangebied aanwezig, en zo ja, wat is de specifieke archeologische verwachting? kan als volgt worden beantwoord: Archeologische resten uit perioden vanaf de Late IJzertijd worden verwacht op of langs een kreekrug (Laagpakket van Walcheren). Volgens de informatie uit Dinoloket bevindt deze zich hoogstwaarschijnlijk onder een ca. 1 m dik pakket antropogene afzettingen (omgewerkte/ ARA s-gravenhage, collectie Hingman

66 13 opgebrachte pakketten). 21 Het verwachte soort vindplaats is een vindplaats bestaande uit een archeologische laag, omdat vindplaatsen in dergelijke begraven landschappen zich doorgaans manifesteren als een herkenbaar niveau (vegetatieniveau). Voor de gespecificeerde verwachting gelden verder de volgende karakteristieken: Karakteristiek Omschrijving Datering: Late IJzertijd Nieuwe tijd Complextype(n): nederzetting, agrarische activiteiten. Voor de periode LME/NT in het bijzonder: huisplaats Omvang: Huisplaats: ca. 500 m 2 Overig: omvang onbekend Landschappelijke en/of geologische context: Op of langs kreekrug Diepteligging: Vanaf ca. 1 m -mv (1,75 NAP); onderdiepte onduidelijk Locatie: gehele plangebied Soort vindplaats: Vindplaats met een archeologische laag Uiterlijke kenmerken: Nederzetting: grote dichtheid aan sporen en vondsten als aardewerk, bouwmateriaal, hout etc. Agrarische activiteiten: kleine dichtheid aan vondsten; redelijk grote dichtheid aan sporen Conservering: Door latere agrarische activiteiten ( opkuilen, zie par ) kunnen archeologische resten zijn aangetast Wordt het archeologisch relevante niveau Onbekend. Ten behoeve van de fundering zal ca. tot 1 m bedreigd door de voorgenomen beneden het huidige maaiveld worden ontgraven; het werkzaamheden: archeologische relevante niveau bevindt zich mogelijk eveneens rond 1 m mv, aangezien de bovenste 1 m vermoedelijk bestaat uit omgewerkte/opgebrachte pakketten De beantwoording van de overige onderzoeksvragen is als volgt: Is het plangebied voldoende onderzocht en zo nee, welke vorm van nader archeologisch onderzoek kan worden geadviseerd? Nee. Onderzocht dient te worden in hoeverre er sprake is van een potentieel archeologisch niveau en op welke diepte dit zich bevindt. Hiertoe dient een verkennend booronderzoek te worden uitgevoerd. 3 Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) 3.1 Plan van Aanpak Inleiding Het doel van het inventariserende veldonderzoek is het aanvullen en toetsen van de op basis van het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde verwachting, zoals deze is geformuleerd in par In dit Plan van Aanpak is de werkwijze van het onderzoek vastgelegd. In lijn met de conclusie naar aanleiding van de gespecificeerde verwachting (par. 2.4) is gekozen voor een verkennend booronderzoek. Met het verkennende booronderzoek zal de bodemopbouw en de mate van intactheid daarvan bepaald worden. Het leidt tot beantwoording van de volgende onderzoeksvragen: Wat is de geo(morfo)logische en bodemkundige opbouw van de ondergrond in het plangebied? In hoeverre is deze opbouw nog intact? Bevinden zich archeologisch relevante afzettingen in het plangebied? Zo ja, op welke diepte ten opzichte van het maaiveld en het NAP? 21

67 14 Alhoewel niet het doel van een verkennend booronderzoek, zijn er desondanks toch archeologische indicatoren aangetroffen? Zo ja: - Op welke diepte ten opzichte van het maaiveld en het NAP zijn deze archeologische indicatoren aangetroffen? - Wat is de horizontaal ruimtelijke spreiding van deze archeologische indicatoren? - Wat is de aard en ouderdom van deze indicatoren? In welk opzicht kan op basis van het veldonderzoek de archeologische verwachting worden bijgesteld? In hoeverre worden de (mogelijk aanwezige) archeologische waarden bedreigd door toekomstige planontwikkeling? Is het plangebied voldoende onderzocht en zo nee, welke vorm van nader archeologisch onderzoek kan worden geadviseerd? Uitvoeringsplan veldwerkzaamheden Voor het beantwoorden van de in par genoemde onderzoeksvragen is de volgende wordt de volgende onderzoeksmethode voorschreven: Aantal boringen: 5 Boorgrid: Verspreid over het plangebied Diepte boringen: Tot in het archeologisch relevante niveau (top kreek-/oeverafzettingen) en indien mogelijk tevens het onderliggende Hollandveen Laagpakket (voor zover niet geërodeerd door de kreek) op max. ca. 3 m -mv Boormethode: Edelman met diameter 7cm / guts met diameter 3cm Bemonstering: Versnijden en/of verbrokkelen De bodemtextuur en archeologische indicatoren worden beschreven volgens SBB 5.1 van het NITG-TNO waarin ondermeer de standaard classificatie van bodemmonsters volgens NEN5104 wordt gehanteerd. 22 De X- en Y-coördinaten worden ingemeten met een GPS met een nauwkeurigheid van 2 m. De hoogte van het maaiveld ter plaatse van de boringen is bepaald aan de hand van AHN-beelden Monsternameplan Hoewel een verkennend booronderzoek niet als primair doel het opsporen van archeologische vindplaatsen en indicatoren heeft, zullen eventuele relevante archeologische vondsten wel worden verzameld en indien mogelijk globaal worden gedetermineerd. Ook voor het onderzoek relevante bodemlagen zullen worden bemonsterd. 3.2 Resultaten Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) In de boringen zijn de volgende pakketten onderscheiden: Pakket Diepte (cm mv) Omschrijving Interpretatie /90 Zwak humeus matig siltige klei met Omgewerkte / opgebrachte grond puinresten 4 70/90-185/250 Matig siltige, onderin sterk siltige kalkrijke grijze klei Laagpakket van Walcheren; oeverafzetting (Binnenpolderlaag) >300 Sterk siltige, sterk humeuze kalkrijke klei met zandlagen (alleen boring 3) Laagpakket van Walcheren, kreekbeddingafzetting (Binnenpolderlaag) 2 185/ /255 Zwak kleiig bruin veen Hollandveen Laagpakket 1 205/255->300 Matig siltige, matig humeuze kalkrijke klei met plantenresten en veenlagen Laagpakket van Walcheren 22 Bosch 2005; Normalisatie-Instituut 1989.

68 15 Het stratigrafisch diepst gelegen niveau (1) bestaat uit matig siltige kalkrijke klei. De top ervan bevindt zich op ca. 320 cm NAP. Het is geïnterpreteerd als een vroege fase van het Laagpakket van Walcheren, ontstaan in een moerassig milieu, getuige de vele plantenresten en veenlagen. Het gaat naar boven toe geleidelijk over in een enkele decimeters dikke veenlaag (Hollandveen Laagpakket; pakket 2). In boring 3 zijn deze pakketten echter niet aangetroffen, maar worden deze doorsneden door een pakket sterk siltige klei met zandlagen (3). Dit pakket is geïnterpreteerd als kreekbeddingafzetting en gaat naar boven toe geleidelijk over in een pakket matig siltige klei (4). Dit zijn de oeverafzettingen van de kreek. Gezien de diepteligging (ca. 150 à 200 cm NAP) kan dit pakket waarschijnlijk stratigrafisch gecorreleerd worden met de Binnenpolderlaag, die ook ca. 100 m ten zuiden van het plangebied is aangetroffen. 23 Dit betekent dat pakketten 3 en 4 zijn ontstaan in de Late IJzertijd / Romeinse Tijd. Het gehele pakket 4 is kalkrijk en vertoont geen tekenen van bodemvorming. Er is dus geen sprake van een begraven bodem of vegetatiehorizont. Tenslotte is pakket 5 aangetroffen. Het betreft een redelijk homogeen pakket dat zich onderscheidt door de aanwezigheid van (recente) puinresten en vlekken. Volgens informatie van de opdrachtgever zijn in het onderzochte gebied lange tijd struiken en bomen opgekuild geweest en is het gebied vervolgens ca. 15 à 20 jaar geleden ca. 20 à 30 cm opgehoogd met grond die afkomstig is uit de gegraven vijver en deels uit het zuidelijke deel van de tuin. Het onderscheid tussen het door opkuilen omgewerkte pakket (voormalige bouwvoor) en het opgebrachte pakket kon op basis van de boringen niet worden gemaakt. Vermoedelijk is het opgebrachte pakket door latere grondbewerking vermengd geraakt met de voormalige bouwvoor. 3.3 Conclusies De in paragraaf gestelde onderzoeksvragen kunnen op basis van de bereikte resultaten als volgt worden beantwoord: Wat is de geo(morfo)logische en bodemkundige opbouw van de ondergrond in het plangebied? Er is sprake van een kreek uit de Late IJzertijd / Romeinse Tijd die zich in een onderliggend veenpakket heeft ingesneden. De beddingafzettingen van de kreek worden bedekt en geflankeerd door oeverafzettingen. Deze zijn geheel kalkrijk en vertonen geen tekenen van bodemvorming. In hoeverre is deze opbouw nog intact? Een eventueel oorspronkelijk aanwezige bodem is waarschijnlijk later door grondbewerking (opkuilen van struiken / bomen) opgenomen in de bouwvoor, welke door de (sub)recente ophoogwerkzaamheden vervolgens vermengd is geraakt met uit de gegraven vijver afkomstige grond. Bevinden zich archeologisch relevante afzettingen in het plangebied? Nee Zo ja, op welke diepte ten opzichte van het maaiveld en het NAP? N.v.t. Alhoewel niet het doel van een verkennend booronderzoek, zijn er desondanks toch archeologische indicatoren aangetroffen? Nee Zo ja: - Op welke diepte ten opzichte van het maaiveld en het NAP zijn deze archeologische indicatoren aangetroffen? N.v.t. - Wat is de horizontaal ruimtelijke spreiding van deze archeologische indicatoren? N.v.t. - Wat is de aard en ouderdom van deze indicatoren? N 23 Louwe, et al

69 16 In welk opzicht kan op basis van het veldonderzoek de archeologische verwachting worden bijgesteld? De archeologische verwachting hoeft niet te worden bijgesteld. De opmerking met betrekking tot de conservering, waarbij rekening gehouden wordt met aantasting als gevolg van grondbewerking, blijkt in ieder geval terecht te zijn. In hoeverre worden de (mogelijk aanwezige) archeologische waarden bedreigd door toekomstige planontwikkeling? De ontgraving van ca. 1 m mv, die nodig is voor het aanleggen van de fundering, zal grotendeels in het 70 tot 90 dikke recentelijk omgewerkte/opgebrachte pakket plaatsvinden. Bovendien is er daaronder geen potentieel archeologisch niveau (meer) aanwezig. Bedreiging van mogelijk aanwezige archeologische waarden is daardoor niet aan de orde. Is het plangebied voldoende onderzocht en zo nee, welke vorm van nader archeologisch onderzoek kan worden geadviseerd? Het plangebied is voldoende onderzocht. 4 Aanbeveling ADC ArcheoProjecten adviseert om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 5.10 van de Erfgoedwet. Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies.

70 17 Literatuur Alterra, 2003: Digitale Geomorfologische Kaart van Nederland. Bosch, J.H.A., 2005: Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode, Versie 5.2. Utrecht (TNO-rapport NITG A). Geowetenschappen, Nederlands Instituut voor Toegepaste, 1998: Geologische kaart van Nederland, schaal 1 : Blad 37 Oost Rotterdam. Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen, Haarlem. Louwe, E., H.J. Pierik & J.P. Flamman, 2013: Dijkdoorgraving Maassluissedijk in het kader van de realisatie van de Doorverbinding Vettenoord - Centrum Westwijk te Vlaardingen. Een archeologische begeleiding (protocol opgraven) van de graafwerkzaamheden. Amersfoort (Vestigia-rapport V1066). Nieuwenhuijsen, K. & T. de Ridder, 2012: Ad Flaridingun - Vlaardingen in de elfde eeuw. Middeleeuwse bronnen over de Slag bij Vlaardingen en andere Vlaardingse gebeurtenissen. Hilversum. Normalisatie-Instituut, Nederlands, 1989: Geotechniek, classificatie van onverharde grondmonsters NEN Delft. Ridder, T. de & C. van Loon, 2007: Het profiel van Vlaardingen. Vlaardingen (VLAK-verslag 44). SIKB, 2010: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) Landbodems. Gouda. STIBOKA, 1972: Bodemkaart van Nederland schaal 1 : : toelichting bij kaartblad 37 Oost Rotterdam. Stiboka, Wageningen. Vos, P.C. & S. de Vries, 2013: 2e generatie palaeogeografische kaarten van Nederland (versie 2.0). Utrecht. Lijst van afbeeldingen en tabellen Afb. 1 Locatie van het plangebied Afb. 2 Detailkaart van het plangebied (tevens boorpuntenkaart) Afb. 3 Locatie van het plangebied (globaal aangeduid met ster) op de paleogeografische kaarten van Vos & De Vries (2013) Afb. 4 Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden, AMK-terreinen en ARCHIS-meldingen Afb. 5 Locatie van het plangebied (globaal) op de kaart van Jan Jansz. Potter (1577) Afb. 6 Locatie van het plangebied op de Bonnekaart uit 1877 Tabel 1. Overzicht van de verschillende (pre)historische perioden.

71 18 Afb. 1 Locatie van het plangebied

72 19 Afb. 2 Detailkaart van het plangebied (tevens boorpuntenkaart)

73 20 Afb. 3 Locatie van het plangebied (globaal aangeduid met ster) op de paleogeografische kaarten van Vos & De Vries (2013)

74 Afb. 4 Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden, AMK-terreinen en ARCHIS-meldingen 21

75 Afb. 5 Locatie van het plangebied (globaal) op de kaart van Jan Jansz. Potter (1577) 22

76 23 Afb. 6 Locatie van het plangebied op de Bonnekaart uit 1877

77 24 Bijlage 1 Boorgegevens nummer x coördinaat (m) y coördinaat (m) maaiveldhoogte (cm) NAP bovengrens (cm onder mv) ondergrens (cm onder mv) grondsoort bijmenging zandmediaan kleur kalkgehalte nieuwvormingen antropogene bijmengingen organische bijmengingen bodemhorizonten overig klei sterk siltig; matig humeus klei matig siltig; zwak humeus kalkloos weinig puinresten bruin-grijs kalkrijk spoor roestvlekken klei matig siltig grijs kalkrijk weinig roestvlekken omgewerkte/opgebrachte grond basis geleidelijk veen zwak kleiig bruin kalkloos weinig kleilagen;basis diffuus klei matig siltig; zwak humeus klei sterk siltig; zwak humeus grijs kalkrijk riet kalkloos weinig puinresten klei matig siltig bruin-grijs kalkrijk spoor roestvlekken klei sterk siltig grijs kalkrijk weinig roestvlekken klei matig siltig; sterk humeus veen zwak kleiig bruin kalkloos klei sterk siltig; zwak humeus spoor puinresten omgewerkte/opgebrachte grond spoor zwarte vlekken;basis geleidelijk bruin-grijs kalkloos weinig plantenresten;basis diffuus donkerbruin-grijs donkerbruin-grijs donkerbruin-grijs kalkloos weinig puinresten klei matig siltig grijs kalkrijk spoor roestvlekken omgewerkte/opgebrachte grond klei matig siltig grijs kalkrijk weinig zwarte vlekken klei sterk siltig grijs kalkrijk spoor schelpmateriaal;basis diffuus klei sterk siltig; zwak humeus bruin-grijs kalkrijk weinig zandlagen

78 25 nummer x coördinaat (m) y coördinaat (m) maaiveldhoogte (cm) NAP bovengrens (cm onder mv) ondergrens (cm onder mv) grondsoort bijmenging zandmediaan kleur kalkgehalte nieuwvormingen antropogene bijmengingen organische bijmengingen bodemhorizonten overig klei matig siltig; zwak humeus klei matig siltig; zwak humeus kalkarm weinig puinresten klei matig siltig grijs kalkrijk spoor roestvlekken klei matig siltig grijs kalkrijk weinig roestvlekken opgebrachte grond; omgewerkte grond basis diffuus klei sterk siltig grijs kalkrijk weinig zwarte vlekken;spoor zandlagen donkerbruin-grijs donkerbruin-grijs kalkloos weinig puinresten klei matig siltig bruin-grijs kalkrijk spoor puinresten klei matig siltig grijs kalkrijk weinig roestvlekken klei sterk siltig donkergrijs omgewerkte/opgebrachte grond basis diffuus kalkrijk spoor zwarte vlekken;basis geleidelijk veen zwak kleiig bruin kalkloos basis diffuus klei matig siltig; matig humeus bruin-grijs kalkrijk weinig plantenresten;weinig veenlagen;riet

79 Bijlage 2 Bouwtekening 26

80 Voorgevel Rechtergevel Achtergevel Linkergevel 1 : : : : 100 RENVOOI 5825 bk 2e verd 5825 ok 2e verd. GEVEL PLINT METSELWERK ANTRACIET GEVEL METSELWERK BRUIN ROOD VOEGWERK PLINT PLATVOL GRIJS VOEGWERK HOOFDBOUW PLATVOL GRIJS MUURAFDEKKER ZINK NATUREL KOZIJNEN MERANTI ANTRACIET GRIJS RAL 9016 RAMEN MERANTI ANTRACIET GRIJS RAL 9016 LUIKEN N.V.T - ACHTERDEUREN MERANTI ANTRACIET GRIJS RAL 9016 VOORDEUR MERANTI ANTRACIET GRIJS RAL 9016 GARAGEDEUR N.V.T. - RAAMDORPELS HARDSTEEN GEZOET BOEIBOORD WESTERN RED CEDAR CREMEWIT RAL9001 DAKBEDEKKING BETON ZWART DAKTRIM ZINK NATUREL HWA ZINK NATUREL SYMBOLEN bk 1e verd 0 Peil= bk 1e verd 0 Peil= = Draai/kiep-raam verplicht vanuit bouwbesluit = (Draai/kiep-)Raam gekozen door opdrachtgever/architect/welstand = Ventilatie boven kozijn middels Ducotop rooster! = Doorvalveilig glas = Screen = Screen elektrisch bediend = Rolluik = Rolluik elektrisch bediend INHOUD Onderdeel Inhoud (m3) Oppervlakte (m2) 1. Hoofdgebouw Inhoud totaal: Bebouwing Perseelsgrens B A B A Woonkamer 1.8 Berging 1.5 Keuken 1.1 Entree 1.3 Toilet CV, MV & Boiler 1.6 Technische ruimte 1.2 Meterkast luifel WD WM 1.7 Werkkamer Perseelgrens B Doorsnede A-A 1 : vl vl. 2.7 Slaapkamer Badkamer vl vl. stalen ligger 2.5 Slaapkamer vl. stalen ligger 2.1 Overloop A stalen ligger 2.4 Slaapkamer Badkamer Inloopkast stalen ligger vl vl. vide vl vl. 2.2 Toilet vl. leiding schacht 2.3 Slaapkamer vl vl. stalen ligger stalen ligger vl vl. B B Doorsnede B-B 1 : vl vl vl vl. 3.1 Zolder vl vl vl vl. A vl vl vl vl. B Bouwlocatie: Vrijstaande woning Opdrachtgever: Kadastrale gemeente: VLAARDINGEN Sectie: D Nr.: 8225 Schaal: 1:500 Familie Verkade PERCEELSGRENS PERCEELSGRENS PERCEELSGRENS Zuidbuurtseweg 2, Vlaardingen P PERCEELSGRENS P PERCEELSGRENS Bouwplan Plattegronden, gevels, doorsnedes Perseelsgrens A A Datum getekend: Laatste wijziging: door: door: JSt BvdZ Verkoopadviseur: Tekeningnummer: SB-04 Projectnummer: Begane grond 1 : 100 Eerste verdieping 1 : 100 Tweede verdieping 1 : 100 Livingstone - Vossenberg BH Breda Tel: Mail: info@livingstone.org Web: