Regulering riooloverstorten quick-scan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Regulering riooloverstorten quick-scan"

Transcriptie

1 Datum quick-scan

2

3 3 van 45 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 Inleiding Aanleiding Eerder uitgevoerd inspectie-onderzoek Onderzoeksvragen Doelstelling en rapportage 11 2 Uitvoering quick-scan Inleiding Onderzoeksmethode Deelnemende waterbeheerders en respons Betrokkenheid bij opstellen van GRP s Inleiding Resultaten enquête Resultaten interviews Conclusie en aanbevelingen 17 4 Realisatie basisinspanning Inleiding Resultaten Oorzaken voor het niet voldoen aan de basisinspanning Conclusies en aanbevelingen 21 5 Wvo-vergunningverlening voor overstorten Inleiding Adequaatheid van de overstortvergunningen Actualiteit van het vergunningenbestand Vervangen vergunningen door algemene regels Conclusie 26 6 Handhaving Inleiding Handhaving van overstortvergunningen Uitgevoerde handhavingacties met betrekking tot overstorten Lopende handhavingacties met betrekking tot overstorten Conclusies en aanbevelingen 29 7 Relatie tot bevindingen eerdere onderzoeken Inleiding Evaluatie rijksrioleringsbeleid

4 4 van Rioleringsatlas van Nederland Audit gemeentelijke rioleringsplannen 32 8 Conclusies Inleiding Betrokkenheid waterbeheerders bij het opstellen van GRP s Realisatie basisinspanning Wvo-vergunningverlening voor overstorten Handhaving 36 9 Aanbevelingen 37 Referenties 39 Bijlagen 41 Bijlage 1: Overzicht realisatie basisinspanning bij gemeenten 42 Bijlage 2: Overzicht handhaving waterbeheerders 43 Bijlage 3: Enquêtevragen vergunningverlening en GRP s 44

5 5 van 45 Samenvatting Inleiding In 2007 heeft de Inspectie in een vooronderzoek een toets- en een rapportagemodel ontwikkeld om een landelijke inspectie uit te kunnen voeren naar de actualiteit en adequaatheid van overstortvergunningen bij de waterbeheerders. Medio 2007 bleek dat er plannen zijn om de vergunningen voor overstorten in de toekomst te vervangen door algemene regels. De toetsing van overstortvergunningen van alle waterbeheerders is in dat geval niet meer zinvol. Door de Inspectie Waterbeheer is in het vooronderzoek de aanbeveling gedaan om een quick-scan uit te voeren naar de lozingen uit rioleringen, gericht op de toekomstige situatie, waarbij het Gemeentelijk Rioleringsplan en Handhaving een nog belangrijkere rol zullen spelen. In de in 2005 uitgevoerde audit naar de beoordeling van GRP s door waterschappen door de VROM-Inspectie en de Inspectie Verkeer en Waterstaat in 2005 kwam al naar voren dat de actualisatie van de GRP s achterblijft en dat de waterbeheerders zich weinig pro-actief opstellen bij de totstandkoming van de GRP s. Ook de realisatie van de basisinspanning en de vergunningverlening en handhaving van overstortvergunningen bleef achter, met name doordat termijnen en inzichten herhaaldelijk zijn bijgesteld. Doel Het doel van deze quick-scan is om informatie te vergaren over de realisatie van de basisinspanning per gemeente, de handhaving van de in vergunning voorgeschreven maatregelen en om inzichtelijk te maken wat er nodig is om een systeem van algemene regels ten behoeve van overstorten uitvoerbaar en handhaafbaar te maken. Ook is er gekeken naar de kwaliteit van de vergunningen en naar de actualiteit van het vergunningenbestand. Uitvoering De quick-scan is als onderdeel van een breed onderzoek naar diverse aspecten van de sanering van huishoudelijk afvalwater en de zorg van gemeenten voor de riolering uitgevoerd in samenwerking met de VROM-Inspectie. Om de gewenste informatie te verzamelen is aan alle waterbeheerders een enquête toegezonden en met tien waterschappen is een interview gehouden om de resultaten van de enquête te verduidelijken en om een dieper inzicht in de problematiek te verkrijgen. De vragen met betrekking tot de basisinspanning en handhaving van overstorten hebben onderdeel gevormd van de enquête. In de interviews is onder andere nader ingegaan op de vergunningverlening voor overstorten door waterschappen en op hun visie op regulering van overstorten onder een regime van algemene regels.

6 6 van 45 Conclusies Ten aanzien van de realisatie van de basisinspanning is gebleken dat de betrokkenheid van de waterbeheerders bij het opstellen van Gemeentelijke Rioleringsplannen (GRP s) groot is. In GRP s wordt het gemeentelijke beleid ten aanzien van de door de gemeente te realiseren rioolvoorzieningen vastgelegd. Eén van de doelstellingen die met de rioleringsvoorzieningen worden beoogd is realisatie van de basisinspanning. Ondanks de grote betrokkenheid van de waterbeheerders bij het opstellen van GRP s is de basisinspanning bij een groot deel van de gemeenten nog niet gerealiseerd. De redenen hiervoor zijn in kaart gebracht en zijn grofweg in drieën te verdelen: Vertraging omdat in overleg tussen gemeente en waterbeheerder naar een optimaal maatregelenpakket wordt gezocht; Vertraging als gevolg van praktische uitvoeringproblemen en Vertraging vanwege een onvoldoende gemeentelijke prioriteit. Met name in die gevallen waarin de gemeente te weinig prioriteit aan het realiseren van de basisinspanning toekent wordt geadviseerd om handhavend op te treden. Ten aanzien van de overstortvergunningen is het beeld dat is geschetst in de rapportage Vooronderzoek bevestigd. Door verschillende waterbeheerders wordt op een verschillende manier uitvoering gegeven aan de overstortvergunningen en de uitvoering van de basisinspanning. Naast de bevestiging van de conclusies uit het vooronderzoek is uit de quick-scan gebleken dat in relatief veel gevallen BRP s ook als basis voor overstortvergunningen worden gebruikt. Hier dient voorzichtig mee te worden omgegaan omdat BRP s operationele plannen zijn, met een totstandkomingsprocedure waar derden geen zicht op hebben en waarbij waterbeheerders ook niet betrokken zijn. Ook wat betreft de actualiteit van het vergunningbestand van de waterbeheerders zijn de bevindingen van de steekproef, die zijn verwoord in de rapportage van het vooronderzoek bevestigd. Een groot deel van de overstortvergunningen is van vrij recente datum. Op basis van de schriftelijke informatie is echter geen eenduidig oordeel te geven over de actualiteit van het gehele vergunningenbestand van een waterbeheerder. Wel kan op basis van de verstrekte overzichten en de interviews worden geconcludeerd dat er de laatste jaren bij een significant deel van de waterbeheerders overstortvergunningen zijn geactualiseerd. Ten aanzien van de handhaving kan worden geconcludeerd dat er door een grote meerderheid van de waterbeheerders al (op verschillende manieren) handhavend is opgetreden tegen overstortsituaties die in strijd zijn met de

7 7 van 45 vergunning of thans nog wordt opgetreden, maar dat dit nog niet in alle gevallen op basis van een voor alle betrokkenen inzichtelijk plan van aanpak plaats vindt. Ten aanzien van het voornemen om de overstortvergunning te vervangen door algemene regels kan worden geconcludeerd dat een aanzienlijk deel van de waterbeheerders hierbij problemen voorziet wat betreft de handhaving van de overstorten. Aanbevelingen In het rapport doet de inspectie de volgende aanbevelingen. - De waterbeheerders moeten eerder bij het proces van het opstellen van een GRP worden betrokken door de gemeenten. - De provincies zouden een meer actieve rol bij het opstellen van GRP s moeten spelen en de waterbeheerders waar nodig steunen met de aanwijzingsbevoegdheid die de wet biedt. - Ook zouden provincies duidelijk aan de waterbeheerders en gemeenten aan moeten geven hoe de provincie haar rol als toezichthouder uitoefent. - In toekomstige wetgeving acht de inspectie het van belang dat de rol en de verantwoordelijkheden van de waterbeheerders bij het opstellen van GRP s een meer prominente plaats inneemt. - Ook adviseert de inspectie om de voor- en nadelen van het vervangen van de vergunningplicht voor overstorten door algemene regels goed te onderzoeken. Zeker nu wordt geconstateerd dat nagenoeg alle gemeenten beschikken over een actuele vergunning en de waterschappen de handhaving ervan ter hand nemen. Hierbij zou kunnen worden onderzocht in hoeverre de sturing die uitgaat van een vergunning kan worden geborgd met algemene regels. - Indien wordt overgegaan naar algemene regels, moet de invloed van de waterbeheerders bij het vaststellen van het GRP worden verbeterd en geborgd. - De inspectie is van mening dat de waterbeheerders bij hun adviserende rol in het vinden van optimale oplossingen voor het realiseren van de basisinspanning, duidelijke termijnen moeten stellen en de gemeenten aan moeten spreken op de voortgang. Dit om te voorkomen dat het saneringsproces onnodig lang duurt. - De met de realisatie van de basisinspanning achterblijvende gemeenten moeten worden aangesproken en knelpunten bespreekbaar gemaakt. - In voorkomende gevallen moet handhavend te worden opgetreden. Hiervoor zou een handhavingsstrategie voor riooloverstorten moeten worden opgesteld voor de handhaving van de Wvo-vergunningen van de gemeenten.

8 8 van 45

9 9 van 45 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Lozingen van communaal afvalwater staan hoog genoteerd in het risicobeeld waterbeheer van de Inspectie Verkeer en Waterstaat. De laatste jaren was de (politieke) aandacht met name gericht op de risicovolle riooloverstorten (overstorten met risico s voor mens- en diergezondheid). Nu de risicovolle riooloverstorten zijn gesaneerd (Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 34), verschuift de aandacht naar de overige overstorten uit rioolstelsels vanwege hun invloed op de waterkwaliteit. In de genoemde kamerbrief kondigde de Minister aan dat de Inspectie die lozingen aan een nadere inspectie zal onderwerpen. De inspectie heeft hiertoe de volgende acties geprogrammeerd. 1. Een inventarisatie van het beleid en wettelijke kaders voor lozingen uit gemeentelijke rioolstelsels. 2. Een vooronderzoek om te komen tot een toets- en een rapportagemodel voor een landelijk inspectieonderzoek naar de Wvo-vergunningen voor riooloverstorten 3. Een landelijk inspectieonderzoek naar de praktijk van de Wvovergunningverlening voor overstorten. In dit rapport rapporteert de inspectie over fase 3. Hierbij dient vermeld te worden dat af is geweken van de oorspronkelijk opzet. In eerste instantie is gedacht om aan de hand van het toets- en rapportagemodel uit fase 2 de vergunningen van alle waterbeheerders te beoordelen. In fase 2 is echter duidelijk geworden dat de vergunningen voor overstorten in de toekomst zullen worden vervangen door algemene regels. Fase 3 is daardoor uitgevoerd als quick-scan. 1.2 Eerder uitgevoerd inspectie-onderzoek De Inspectie heeft recent diverse onderzoeken uitgevoerd op het gebied van lozingen vanuit rioolstelsels. Risicovolle riooloverstorten (2003, 2004, 2005). De Inspectie heeft meerdere malen aan de bewindslieden en de Tweede Kamer gerapporteerd over de voortgang van de vergunningverlening en sanering van de riooloverstorten die volgens de knelpuntensystematiek van de Commissie Integraal Waterbeheer risicovol zijn voor mens en dier. Dit dossier is door de Inspectie afgesloten met de toezegging dat zij onderzoek zal doen naar de sanering van de reguliere overstorten vanuit rioolstelsels langs de basisinspanning.

10 10 van 45 Audit GRP s (2006) De VROM-Inspectie en de Inspectie Verkeer en Waterstaat hebben in 2006 een audit uitgevoerd naar de betrokkenheid bij het opstellen van GRP s door waterschappen. De belangrijkste conclusies hierin waren dat de actualisatie van de GRP s achterblijft en dat de waterbeheerders zich weinig pro-actief opstellen bij de totstandkoming van de GRP s. Ook constateren de inspecties dat de realisatie van de basisinspanning en de vergunningverlening en handhaving van overstortvergunningen achterblijft, met name doordat termijnen en inzichten herhaaldelijk zijn bijgesteld. Deze conclusies zijn mede de aanleiding geweest om in 2007 nader onderzoek te doen naar de stand van zaken van de realisatie van de basisinspanning, maar dan bij alle waterbeheerders inclusief RWS. Omdat met de komst van algemene regels het belang van het GRP zal toenemen is ook het aspect van totstandkoming van het GRP zeer relevant. Met name om inzicht te krijgen in de mogelijkheden die waterbeheerders nog hebben om invloed uit te oefenen als er geen overstortvergunningen meer hoeven te worden verleend. Verder is er bijzondere aandacht geweest voor de handhaving van de realisatie van de basisinspanning en de overstortvergunningen, met name om te kunnen beoordelen of algemene regels hieraan kunnen bijdragen. Inventarisatie beleid en wettelijke kaders (2007) In 2007 brengt de Inspectie Verkeer en Waterstaat het rapport Lozingen uit gemeentelijke rioolstelsels, inventarisatie beleid en wettelijke kaders uit. De inspectie geeft de resultaten weer van een inventarisatie van de bestaande beleidskaders en van de relevante wet- en regelgeving voor de regulering van riooloverstorten. De inspectie concludeert dat de waterbeheerders over voldoende wettelijke kaders, richtlijnen en uitvoeringskaders beschikken om de vergunningverlening ten behoeve van riooloverstorten adequaat uit te kunnen voeren. Vooronderzoek Wvo-vergunningen riooloverstorten (2007) In het inspectierapport Wvo-vergunningen riooloverstorten vooronderzoek schetst de inspectie de actualiteit en adequaatheid van de aan de gemeenten verleende Wvo-vergunningen voor overstorten uit rioolstelsels. In dit vooronderzoek stelt de inspectie een referentiemodel en een rapportagemodel op voor Wvo-overstortvergunningen. De oorspronkelijke opzet is om met dit referentie- en rapportagemodel de Wvo-overstortvergunningen van alle waterbeheerders in kaart te brengen. Op deze manier kan de inspectie een landelijk beeld van de kwaliteit en het effect van de vergunningverlening opmaken. Tijdens de uitvoering van het vooronderzoek zijn er wijzigingen aangekondigd in de wetgeving voor riooloverstorten. Het voornemen bestaat om lozingen uit

11 11 van 45 rioolstelsels in de toekomst algemeen te regelen in plaats van met vergunningen. Deze aangekondigde wijzigingen zijn in het vooronderzoek zoveel mogelijk meegenomen en hebben invloed gehad op de conclusies en aanbevelingen in het rapport van het vooronderzoek. Eén van de conclusies was dat het uit te voeren inspectieonderzoek naar de inhoud van vergunningen voor riooloverstorten een ander accent zal moeten krijgen. Onderzoek naar de kwaliteit van de vergunningen is immers van weinig waarde, als deze in de toekomst zullen worden vervangen door algemene regels. Onderzoek naar de lozingen uit rioleringen blijft echter nuttig, aangezien de lozingen met een andere regulering zelf blijven voortbestaan. Het accent zal dan meer liggen op de totstandkoming van GRP s en op de handhaving van de algemene regels. 1.3 Onderzoeksvragen Op basis van de aanbevelingen van het vooronderzoek Wvo-vergunningen riooloverstorten is in plaats van een uitgebreid inspectieonderzoek naar de kwaliteit van vergunningen, een quick-scan uitgevoerd naar die elementen die ook na afschaffing van de vergunningplicht van belang zijn voor een adequate regulering. Dit zijn: De realisatie van de basisinspanning De vergunning is nu een belangrijk instrument van de waterbeheerders om de basisinspanning door gemeenten gerealiseerd te krijgen. Met het vervallen van de vergunningplicht is het van belang om een beeld te krijgen van de huidige stand van zaken. De betrokkenheid van waterbeheerders bij het opstellen van GRP s. Het GRP is een belangrijk instrument, voorafgaand aan het vergunningverleningsproces, waarmee de waterbeheerder invloed heeft op de lozingen uit de riolering. De rol van het GRP zal naar verwachting in de toekomst toenemen als de vergunningplicht komt te vervallen. Handhaving van overstortvergunningen Als de vergunningplicht wordt vervangen door algemene regels zal de handhaving nog belangrijker worden dan nu. Het is van belang om te weten hoe de waterbeheerders nu omgaan met de handhaving. De mogelijkheden die waterbeheerders zien om onder een regime van algemene regels hun verantwoordelijkheid voor het reguleren van overstorten vorm te kunnen geven. 1.4 Doelstelling en rapportage De doelstelling van de quick-scan is om een beeld te krijgen van de realisatie van de basisinspanning door gemeenten eind Hierbij wordt ook ingegaan op eventuele problemen die de waterbeheerders ondervinden in hun contacten met gemeenten over dit onderwerp en op de handhaving van overstorten. Verder is de mening van een tiental waterbeheerders gepeild hoe de regulering van overstorten uitgevoerd kan gaan worden als de Wvo-overstortvergunning vervalt en overstorten onder algemene regels gaan vallen.

12 12 van 45 Tegelijk met dit onderzoek lopen andere onderzoeken van de VROM-Inspectie en de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Dit zijn de onderzoeken gericht op de sanering van de lozingen in het buitengebied en op de rioleringszorg door gemeenten. De inspecties rapporteren gezamenlijk over de onderzoeken in een overkoepelende rapportage, waarbij de onderliggende rapporten opvraagbaar zijn bij de Inspectie.

13 13 van 45 2 Uitvoering quick-scan 2.1 Inleiding De quick-scan is gecombineerd met de lopende onderzoeken op het gebied van communaal afvalwater van de inspectie Verkeer en Waterstaat en de VROMinspectie uitgevoerd. De onderwerpen zijn nauw aan elkaar gerelateerd en meestal zijn de zelfde actoren en contactpersonen betrokken. Hierdoor is de toezichtlast voor de waterbeheerders beperkt. 2.2 Onderzoeksmethode In dit onderzoek is gebruik gemaakt van een enquête, die in samenwerking met de Helpdesk Water van Rijkswaterstaat is uitgezet. In deze enquête zijn vragen gesteld over: 1. De stand van zaken van de sanering van het buitengebied en de planvorming met betrekking tot deze sanering. 2. De wijze waarop gemeenten uitvoering geven aan hun taken op het gebied van riolering, waarbij specifiek is ingegaan op de problematiek van verkeerde aansluitingen op rioolstelsels. 3. De realisatie van de basisinspanning voor rioolstelsels en de handhaving van overstorten door de waterbeheerders. Het deel van de enquête dat betrekking heeft op overstortvergunningverlening en de realisatie van de basisinspanning is als bijlage bij deze rapportage opgenomen. Naast de enquête is een tiental waterbeheerders bezocht. In interviews met medewerkers van de waterbeheerders is aanvullende informatie ingewonnen en is een nadere toelichting gegeven over de onderwerpen waarop de enquête betrekking had. Hierbij is onder andere de mening van de waterbeheerders gevraagd over het vervangen van de Wvo-vergunningplicht voor lozingen uit riooloverstorten door regulering door middel van Algemene Regels. 2.3 Deelnemende waterbeheerders en respons. Enquête De enquête is toegezonden aan alle waterschappen en aan alle regionale diensten van Rijkswaterstaat. Het Waterschap Blija Buitendijks is niet benaderd omdat in dat waterschap geen sprake is van het soort lozingen waar de enquête betrekking op heeft. De Waterschappen Roer en Overmaas en Peel en Maasvallei werken wat betreft de onderwerpen die in de enquête aan de orde zijn geweest samen in het Waterschapsbedrijf Limburg. Door dit bedrijf is dan ook de enquête ingevuld voor de twee inliggende waterschappen. Ook aan de 10 regionale diensten van Rijkswaterstaat is de enquête toegezonden.

14 14 van 45 Van de 25 aangeschreven waterschappen heeft er één niet gereageerd. Dit is het Waterschap Veluwe. Van de 9 aangeschreven regionale diensten van Rijkswaterstaat hebben er drie niet gereageerd. Dit zijn de RWS-diensten Noord- Holland, Noord-Nederland, en Limburg. De tiende dienst, RWS-Noordzee, verleent zelf geen Wvo-vergunningen voor overstorten en is niet betrokken in dit onderzoek. De totale respons op enquête komt daarmee op 30 van de 34 (88%). Interviews Naast de uitvoering van de enquête hebben de inspecties tien waterbeheerders bezocht. Tijdens deze bezoeken is in interviews aanvullende informatie ingewonnen en is om nadere toelichting gevraagd over de onderwerpen waarop de enquête betrekking had. De waterbeheerders zijn geselecteerd aan de hand van hun geografische spreiding en eerdere toezichtdruk vanuit de inspecties. De bezochte waterbeheerders zijn: Waterschap Noorderzijlvest; Wetterskip Fryslân; Waterschap Zuiderzeeland; Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden; Waterschap Regge en Dinkel; Waterschap Rijn en IJssel; Waterschap Brabantse Delta; Waterschapsbedrijf Limburg (Waterschappen Roer en Overmaas en Waterschap Peel en Maasvallei). Waterschap Hollandse Delta; Hoogheemraadschap van Rijnland. Met diensten van Rijkswaterstaat zijn geen interviews gehouden, de resultaten die in deze rapportage worden geschetst zijn daarom uitsluitend op de enquêteresultaten gebaseerd.

15 15 van 45 3 Betrokkenheid bij opstellen van GRP s 3.1 Inleiding Volgens artikel 4.23 van de Wet milieubeheer (Wm) moeten de beheerders van de oppervlaktewateren, waarop het ingezamelde afvalwater wordt geloosd bij de voorbereiding van het GRP worden betrokken. In de huidige vergunningenpraktijk wordt de planning van de maatregelen aan het rioolstelsel, die genomen worden om te voldoen aan de basisinspanning en die gevolgen hebben voor de overstortsituatie door gemeenten in hun GRP vastgelegd. In de overstortvergunning worden vervolgens deze te treffen maatregelen, die in principe mede in overleg met de waterbeheerders zijn vastgesteld, inclusief de in de GRP s opgenomen fasering in de tijd als vergunningeis in de overstortvergunning opgenomen. Op basis van de in de vergunning vastgelegde planning van de maatregelen kan de waterbeheerder gaan handhaven als de geplande maatregelen niet of te laat worden uitgevoerd. Als er voor wordt gekozen om de vergunningplicht voor overstorten te vervangen door algemene regels vervalt deze mogelijkheid. In die situatie zullen waterbeheerders rechtstreeks op basis van het GRP moeten gaan handhaven. Hiervoor is het belangrijk dat de waterbeheerders worden betrokken bij de opstelling van het GRP (en dat zij bij deze opstelling ook afdwingbare eisen kunnen stellen wat betreft de in het GRP vast te leggen maatregelen). 3.2 Resultaten enquête Om een beeld te krijgen in hoeverre in de huidige situatie de waterbeheerders worden betrokken bij de vaststelling van het GRP zijn hier in de enquête specifieke vragen over gesteld. In de enquête is gevraagd of de waterbeheerder betrokken is bij het opstellen van GRP s en als hier negatief op wordt geantwoord is de vervolgvraag door welke gemeenten de waterbeheerder niet betrokken is. Alle waterbeheerders die de enquête hebben ingevuld, met uitzondering van RWS Utrecht, geven aan dat zij bij de opstelling van de GRP s worden betrokken. 3.3 Resultaten interviews In de interviews is doorgevraagd naar aanleiding van de gegevens uit de enquête, waarbij de volgende zaken aan de orde zijn geweest. - Wordt de waterbeheerder in een vroegtijdig stadium betrokken bij het opstellen van het GRP? - Wordt de inbreng van de waterbeheerders bij de uiteindelijke uitvoering van de maatregelen altijd meegenomen?

16 16 van 45 - Hoe wordt er gehandeld (en met name hoe reageert de provincie) als gemeente en waterbeheerder het niet eens kunnen worden over de te treffen maatregelen om aan de basisinspanning te voldoen? Uit de interviews zijn de volgende opmerkingen die waterbeheerders ten aanzien van het opstellen van GRP s hebben naar voren gekomen. Te laat betrokken: Opgemerkt is dat de waterbeheerder vaak in een laat stadium wordt betrokken. Ook het feit dat de waterbeheerder geen beslissende stem heeft bij het vaststellen van het GRP wordt genoemd. Uitvoering van maatregelen niet volgens planning Een ander zorgpunt dat door meerdere waterbeheerders is verwoord, is dat op het moment van uitvoering van in het GRP overeengekomen maatregelen, de gemeentelijke prioriteiten soms anders liggen. Hierdoor worden de maatregelen dan niet volgens de planning in het GRP uitgevoerd. Geen steun van de provincie Door enkele waterbeheerders is aangegeven dat zij zich niet ondersteund voelen door de provincie, omdat die als het er op aankomt geen gebruik wil maken van de aanwijzingsbevoegdheid 1. Ook is door enkele waterbeheerders aangegeven dat de zij een extra grote betrokkenheid moeten hebben bij het opstellen van GRP s, omdat de betreffende provincies hier geen actieve rol in spelen. Waterbeheerder heeft verschillende belangen Opgemerkt is dat er een spanning wordt ervaren tussen enerzijds de rol als adviseur bij het opstellen van een GRP en anderzijds de rol als toezichthouder bij de uitvoering van de maatregelen die voortkomen uit het GRP. Relatie met BRP Door enkele waterbeheerders wordt aangegeven dat zij er naar streven dat de maatregelen ook wordt vastgelegd in basisrioleringsplannen (BRP s), omdat die meer op de concrete uitvoering gericht zijn. Ook is gesignaleerd dat met name bij grotere gemeente sprake is van het omzetten van de maatregelen in GRP s naar BRP s. Overig Overige knelpunten die zijn genoemd zijn: 1 In artikel 4.24 van de Wm is geregeld dat GS de bevoegdheid heeft om een aanwijzing te geven voor de inhoud van een GRP als de gemeente en de waterbeheerder er samen niet uitkomen. Deze aanwijzing van GS is bindend voor de gemeente.

17 17 van 45 - De schaalgrootte van de gemeenten. Het lijkt er op dat bij de kleinere gemeenten het opstellen van GRP s moeizamer verloopt. - De evaluatie van het GRP Als ander aandachtspunt wordt nog opgemerkt dat het onderdeel evaluatie in de GRP s nog vaak een zwak onderdeel vormt. - Kwetsbare wateren. Door één waterbeheerder is verder nog opgemerkt dat zij voor overstorten hun activiteiten met name richten op lozingen op kwetsbaar water. 3.4 Conclusie en aanbevelingen Hoewel de uitkomst van de enquête kwantitatief een positief beeld geeft voor wat betreft de betrokkenheid van de waterbeheerders bij het opstellen van GRP s (nagenoeg alle waterbeheerders worden betrokken), is uit de interviews gebleken dat dit beeld genuanceerd moet worden. Uit de interviews blijkt dat er door de waterbeheerders de nodige kanttekeningen worden gezet bij de wijze waarop gemeenten GRP s opstellen en daar vervolgens mee omgaan. Ook zijn er kanttekeningen bij de rol die de Waterschappen hierbij spelen. Verder ist er gewezen op de rol van de provincie en de wijze waarop die wordt ingevuld.

18 18 van 45

19 19 van 45 4 Realisatie basisinspanning 4.1 Inleiding In de enquête is ten aanzien van de basinspanning gevraagd of er in het beheergebied van de waterbeheerder gemeenten zijn, waar de basisinspanning nog niet is gerealiseerd. Verder is gevraagd in welke gemeenten de basisinspanning nog niet is gerealiseerd en wat daar de reden van is. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de resultaten van de stand van zaken met betrekking tot de realisatie volgens de waterbeheerders. 4.2 Resultaten In bijlage 1 zijn de enquêteresultaten wat betreft de realisatie van de basisinspanning weergegeven. Aangegeven is in hoeveel gemeenten in het beheergebied de basisinspanning is gerealiseerd gerelateerd aan het aantal gemeenten in het beheersgebied. In figuur 1 is dat in een grafiek weergegeven. percentage gemeenten in beheersgebied met basisinspanning Aa en Maas RWS-IJsselmeergebied Wetterskip Fryslan Vallei en Eem Zeeuwse eilanden Dommel Velt en Vecht Reest en Wieden Regge en Dinkel RWS-Utrecht Rivierenland Delfland RWS-Zuid-Holland Hunze en Aa's Zeeuws Vlaanderen Stichtse Rijnlanden Amstel, Gooi en Vecht Rijn en IJssel Schieland en de Krimpenerwaard Groot Salland Hollands Noorderkwartier Brabantse Delta Noorderzijlvest Rijnland Zuiderzeeland RWS-Noord-Brabant RWS-Zeeland??? Hollandse Delta Waterschapsbedrijf Limburg RWS-Oost Nederland Figuur 1: realisatie basisinspanning door gemeenten per waterbeheerder

20 20 van 45 Als uitsluitend gekeken wordt naar het percentage gemeenten dat de basisinspanning heeft gerealiseerd, is het beeld dat 56 % van de gemeenten (227 van 409) de basisinspanning volledig is gerealiseerd. Hierbij zijn uitsluitend de gegevens gebruikt van de waterbeheerders die concrete gemeenten hebben gekwantificeerd in de enquête. Opmerkingen bij de grafiek - Door Hollandse Delta, Noorderzijlvest, Hunze en Aa's, Waterschapsbedrijf Limburg zijn geen concrete gemeenten genoemd, maar is een totaalpercentage voor het hele beheergebied in de enquête of in de interviews gegeven (respectievelijk 100%, 90% en 80%). Deze gatallen zijn niet opgenomen in figuur 1, omdat dit feitelijk een ander gegeven betreft. - Rijnland, Noorderzijlvest en Regge en Dinkel geven zowel een totaal realisatiepercentage van de basisinspanning voor het gehele beheergebied (respectievelijk 50%, 80% en 70-80%) alsook het aantal gemeenten, die de basisinspanning hebben gerealiseerd. - Van RWS Oost Nederland zijn geheel geen gegevens over dit onderwerp bekend. 4.3 Oorzaken voor het niet voldoen aan de basisinspanning In de enquête is gevraagd naar de redenen voor het nog niet realiseren van de basisinspanning en in de interviews is dit ook aan de orde geweest. Hieruit is een groot aantal oorzaken naar voren gekomen waardoor de basisinspanning nog niet is gerealiseerd. Deze oorzaken zijn in de volgende tabel opgenomen, waarbij ervan is uitgegaan dat de opgenomen oorzaken minimaal 2 maal zijn genoemd. Oorzaak niet realiseren basisinspanning Aantal keren genoemd Uitvoeren OAS-studie 12 Afkoppelen 6 Financiële beperkingen 5 Combinatie met andere werkzaamheden 4 Heroverwegen van de plannen obv nieuwe inzichten 4 Geen gemeentelijke prioriteit 4 Problemen bij de uitvoering 3 Tekort aan personeel 3 Gemeentelijke herindeling 2 Definitie basisinspanning niet duidelijk 2 Zoeken naar duurzame oplossing 2 Samenloop met waterkwaliteitsspoor 2 Procedures 2 Laat gestart 2 tabel 1: Oorzaken van het nog niet realiseren van de basisinspanning

21 21 van 45 Zoals blijkt uit de tabel 1 is de oorzaak van de late realisatie van de maatregelen vaak terug te voeren op het feit dat er wordt gekozen voor meer duurzame oplossingen. Dit kan op verschillende manieren worden verwoord. De oorzaken OAS-studies, afkoppelen, heroverwegen van de plannen en samenloop met waterkwaliteitsspoor kunnen tot deze categorie worden gerekend. Een tweede categorie oorzaken kan worden gezien als praktische problemen bij de uitvoering. Hiertoe kunnen worden gerekend financiële beperkingen, combinatie met andere werkzaamheden, gemeentelijke herindeling, problemen bij de uitvoering, tekort aan personeel en/of financiën en procedures. Deze oorzaken liggen meer in het operationele vlak. Opvallend is het in de enquête relatief vaak genoemd worden van financiële beperkingen en het relatief weinig genoemd worden van personele problemen, terwijl uit de interviews juist naar voren kwam dat naar de mening van de waterbeheerders financiële beperkingen in het algemeen niet de bottle-neck vormen, maar dat juist het tekort aan voldoende vakbekwaam personeel leidt tot vertragingen in de uitvoering van de rioleringswerkzaamheden. Kennelijk wordt de personeelsproblematiek meer gevoeld ten aanzien van het beheer van rioleringsstelsels dan op het terrein van de aanleg van voorzieningen. Een derde categorie betreft oorzaken waaruit blijkt dat de betreffende gemeenten de realisatie van de basisinspanning niet voortvarend oppakken. Het gaat hier om gemeenten, waarvan de waterbeheerders aangeven dat de basisinspanning geen gemeentelijke prioriteit heeft of dat gemeenten laat zijn gestart met de uitvoering van de werkzaamheden. Ook in de gevallen waarin er op wordt gewezen dat de definitie van de basisinspanning niet duidelijk is kan tot deze categorie worden gerekend. 4.4 Conclusies en aanbevelingen Door slechts enkele waterbeheerders is aangegeven dat alle gemeenten in hun beheersgebied de basisinspanning hebben gerealiseerd. Uit de enquête en de interviews blijkt dat eind 2007 ongeveer 56% van de Nederlandse gemeenten de basisinspanning heeft gerealiseerd. De oorzaken van het niet realiseren van de basisinspanning blijken in drie clusters te kunnen worden verdeeld: - Uitstel door uitvoering van duurzame oplossingen De waterbeheerders kunnen met betrekking tot deze oorzaken een adviserende rol spelen in het vinden van de optimale oplossingen, maar hierbij moeten zij er wel op bedacht zijn dat er termijnen worden vastgesteld en er niet tot het oneindige wordt gestudeerd op het zoeken van de optimale oplossing.

22 22 van 45 - Praktische uitvoeringsproblemen. De waterbeheerders kunnen bij deze problemen niet zozeer een rol spelen in de oplossing ervan, maar zij moeten de gemeenten wel aan blijven spreken op de voortgang. - Lage prioriteit bij de gemeenten. In deze gevallen is het de verantwoordelijkheid van de waterbeheerders om (bestuurlijke) druk op de gemeenten uit te gaan oefenen om de basisinspanning voortvarend uit te gaan voeren. Als blijkt dat deze inspanningen niet tot voldoende resultaat leiden kan over worden gegaan tot handhaving.

23 23 van 45 5 Wvo-vergunningverlening voor overstorten 5.1 Inleiding De Inspectie heeft de waterbeheerders verzocht om een totaaloverzicht te geven van de vigerende Wvo-overstortvergunningen in hun beheersgebied. Ook is gevraagd om een vergunning, die naar de mening van de waterbeheerder voldoet aan de eisen ten aanzien van adequaatheid. In de interviews is geïnformeerd naar de mening van de waterbeheerders over het voornemen om de Wvo-vergunningverlening voor overstorten te laten vervallen en te vervangen door algemene regels. Ook is het aspect adequaatheid van de vergunningen in de interviews aan de orde geweest. Dit is gedaan om na te gaan of het beeld van de inspectie over de vergunningverlening uit het vooronderzoek wordt bevestigd. Met betrekking tot de inhoud van de vergunningen kunnen de volgende conclusies worden getrokken: - Er is weinig uniformiteit in de vergunningen van de verschillende waterbeheerders. De afgegeven overstortvergunningen zijn in verschillende mate gebaseerd op de CIWaanbevelingen. Wel moet worden bedacht dat het CIW-model is bedoeld als algemene leidraad, en het altijd mogelijk is om op basis van lokale omstandigheden invulling aan de vergunningseisen te geven. - In het algemeen wordt in de vergunningen invulling gegeven aan het emissiespoor in de vorm van de basisinspanning. De basisinspanning blijkt nogal verschillend ingevuld te worden. Soms gebeurt dit per gemeente, maar ook wordt de basisinspanning gerelateerd aan delen van gemeenten of clusters van gemeenten, waarvan het afvalwater op een bepaalde rwzi wordt verwerkt. Hierdoor is niet altijd duidelijk in hoeverre de basisinspanning gemeentebreed wordt bereikt. - Het waterkwaliteitsspoor is in veel gevallen niet uitgewerkt. Sommige waterbeheerders leggen een link tussen de overstortvergunningen en de aansluitvergunningen voor gemeentelijke rioolstelsels op rwzi s. Deze vergunningen worden in combinatie met elkaar verleend. Als wordt gekeken naar de adequaatheid van de beoordeelde vergunningen voldoet één vergunning volledig aan het referentiemodel. Vijf vergunningen voldoen in mindere mate aan de geldende kaders en twee vergunningen voldoen niet aan het referentiemodel, de wettelijke en beleidskaders zijn slecht verwerkt. De actualiteit van de beoordeelde vergunningen kan als voldoende worden aangemerkt. De beoordeelde vergunningen zijn allen van een vrij recente datum. Ook blijkt uit deze vergunningen dat de vergunningverlener op de hoogte is van de huidige beleids- en wettelijke kaders. Tabel 2: Beeld van de inspectie uit het vooronderzoek

24 24 van Adequaatheid van de overstortvergunningen Ten aanzien van de adequaatheid van de overstortvergunningen springt een aantal bevindingen in het oog. - Kwaliteit vergunningen: weinig uniformiteit Het beeld dat uit het vooronderzoek naar voren is gekomen over de adequaatheid van de overstortvergunningen (zie tabel 2) is door de nadere toelichting in de interviews niet wezenlijk veranderd. Ook hieruit bleek het reeds uit het vooronderzoek naar voren gekomen beeld dat elke waterbeheerder zijn eigen invulling geeft aan de overstortvergunning, soms per gemeente, soms in relatie tot het gebied waarop een bepaald BRP betrekking heeft, maar ook vergunningverlening per afzonderlijke overstort is genoemd. - Grote rol voor BRP Opvallend is wel dat door 3 van de 10 geïnterviewde waterbeheerders wordt gewezen op het feit dat BRP s een belangrijke basis vormen voor de overstortvergunning. BRP s zijn uitvoeringsgerichte plannen voor de uitwerking van de meer beleidsmatig bedoelde GRP s. Men dient zich echter te realiseren dat het GRP een door de gemeenteraad vastgesteld document is, waar belanghebbenden hun visie op hebben kunnen geven en waarbij waterbeheerders betrokken worden. Het BRP is een intern uitvoeringsgericht plan van de gemeente, waarop derden formeel geen invloed hoeven te hebben gehad. Er moet dus aandacht zijn voor het op een juiste wijze vertalen van de beleidsdoelen uit het GRP naar de BRP s om de overstortvergunningen op een verantwoorde wijze op BRP s te kunnen baseren. - Overstortfrequentie als lozingseis Door enkele waterbeheerders wordt in de vergunningen een overstortfrequentie als vergunningeis opgenomen. Dit om te kunnen beoordelen of de theoretische berekeningen waar de vergunning op is gebaseerd met de werkelijkheid overeenkomen. Dit is niet in overeenstemming met de CIW-aanbevelingen. Hierin is dit juist losgelaten, omdat een dergelijke eis niet handhaafbaar is. Als indicatie voor de juistheid van de rioleringsberekeningen kan een gemeten overstortfrequentie waardevol zijn, maar aanbevolen wordt om voor dit doel de overstortfrequentie niet als vergunningeis op te nemen. - Meten en registeren Ook wordt enkele keren gewezen op het belang van het doen van metingen. Genoemd zijn het opstellen van een meetprotocol, niveaumetingen in het riool en overstortregistratie. Verder is genoemd dat bij overstorten geen metingen worden verricht om de kwaliteit van het afvalwater vast te stellen, omdat in overstortvergunningen geen kwaliteitseis voor het overstortende water is opgenomen. Er wordt wel gemonitord of de overstorten een waterkwaliteitsprobleem voor het ontvangende oppervlaktewater veroorzaken.

25 25 van Actualiteit van het vergunningenbestand In het vooronderzoek is er van 5 waterschappen en van 3 RWS-diensten een overzicht ontvangen van de overstortvergunningen die van kracht zijn. In de quick-scan is hier nog informatie van 10 waterschappen en 1 regionale dienst van RWS bijgekomen. Voor wat betreft de actualiteit van de vergunningbestanden van de waterbeheerders zijn de bevindingen van de steekproef, die zijn verwoord in de rapportage van het vooronderzoek bevestigd (zie kader). Een groot deel van de overstortvergunningen is van vrij recente datum. Op basis van de schriftelijke informatie is echter geen eenduidig oordeel te geven over de actualiteit van het gehele vergunningenbestand per waterbeheerder. Wel kan op basis van de verstrekte overzichten en de interviews worden geconcludeerd dat er de laatste jaren bij de meerderheid van de waterbeheerders die een overzicht van de overstortvergunningen heeft gegeven grote inzet is geleverd aan de actualisatie van het vergunningenbestand. 5.4 Vervangen vergunningen door algemene regels. Aan de vertegenwoordigers van de waterbeheerders is in de interviews hun visie gevraagd op het voornemen van de Unie van Waterschappen, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse gemeenten om bij de invoering van Waterwet de Wvo-vergunningplicht voor overstorten af te schaffen en te vervangen door algemene regels, die worden vastgelegd in een amvb bij de Waterwet. De reacties op dit voornemen zijn wisselend. - Door de vertegenwoordigers van zes geïnterviewde waterbeheerders wordt negatief geoordeeld over het vervangen van de Wvo-vergunningplicht door algemene regels. Zo wordt er gewezen op het feit dat algemene regels over het algemeen een compromis worden. Dit heeft het gevaar in zich dat het inmiddels bereikte niveau wordt aangetast. - Door vier van de tien waterbeheerders wordt als bezwaar gezien dat het vervangen van de Wvo-overstortvergunning door algemene regels een (aanzienlijke) achteruitgang is omdat hiermee een belangrijk drukmiddel van de waterbeheerders voor het afdwingen van maatregelen door gemeenten verloren gaat. - Door twee van de tien waterbeheerders wordt aangegeven dat zij geen bezwaar zien in het vervangen van de vergunningplicht door algemene regels. Als er goede contacten zijn met de gemeenten en er sprake is van een goede en eenduidige handhaving zal regulering door middel van algemene regels net zo effectief zijn als regulering door middel van vergunningverlening. - Twee van de tien geïnterviewde waterbeheerders hebben geen duidelijke mening over dit voornemen uitgesproken. Wel zijn twijfels geuit bij de

26 26 van 45 inspraakmogelijkheden van derden als er algemene regels worden gehanteerd. Verder bestaat er bezorgdheid dat de waterbeheerders de verantwoordelijkheid voor de overstorten kwijt raken. Uit de meeste interviews komt naar voren dat bij afschaffing van de Wvo-vergunningplicht voor overstorten de handhaving van de overstorten gebaseerd zal moeten worden op het GRP. voor algemene regels tegen algemene regels geen mening/twijfels Figuur 2: mening van de 10 geïnterviewde waterbeheerders over afschaffing van de vergunningplicht voor overstorten. 5.5 Conclusie Op basis van de verstrekte overzichten en de interviews kan worden geconcludeerd dat er de laatste jaren bij de meerderheid van de waterbeheerders een grote inzet is geleverd aan de actualisatie van het vergunningenbestand. Door de verschillende waterbeheerders wordt echter op een verschillende manier uitvoering gegeven aan de overstortvergunningen en de uitvoering van de basisinspanning. De vergunningenverlening is daarmee weinig uniform. Geconcludeerd kan worden dat de meerderheid van de geïnterviewde Waterbeheerders negatief staat tegenover het vervangen van de Wvovergunningplicht voor overstorten door algemene regels. Als belangrijkste nadeel wordt beschouwd het verliezen van een instrument om maatregelen aan het riool bij de gemeenten af te dwingen. Het vervangen van de vergunningplicht lijkt tegenstrijdig met de inspanningen die zijn verricht door de waterbeheerders om hun vergunningenbestand op orde te krijgen.

27 27 van 45 6 Handhaving 6.1 Inleiding Handhaving van overstorten zal ook na het eventueel in werking treden van algemene regels van belang blijven en wellicht geïntensiveerd moeten worden. In de enquête is een aantal vragen opgenomen over de handhaving van Wvovergunningen voor overstorten. Ook is in de interviews nader ingegaan op de handhaving van overstortvergunningen. De vraagstelling heeft betrekking op drie onderdelen. - Beschikt de waterbeheerder over een plan van aanpak voor de handhaving van overstorten en zo ja hoe is dit plan opgezet? - Zijn er handhavingacties met betrekking tot overstorten uitgevoerd en zo ja welke? - Zijn er momenteel handhavingacties gaande en zo ja welke. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de resultaten van de enquête en interviews met betrekking tot de handhaving. De resultaten van de enquête zijn samengevat in de tabel in bijlage Handhaving van overstortvergunningen Door 18 van de 30 waterbeheerders is aangegeven dat zij een plan van aanpak voor de handhaving van overstorten hebben. - De Dommel, Groot Salland en Regge en Dinkel hebben een toezichtsplan met sanctiestrategie. - Velt en Vecht zet in op handhaving in combinatie met voorlichting. - Fryslân stelt de handhaving van overstorten afhankelijk van de kwetsbaarheid van het gebied, cq het oppervlaktewater waar de overstort plaats vindt. - De Brabantse waterschappen baseren de handhaving van overstorten op een gezamenlijk met de provincie ontwikkelde handhavingstrategie. - Rivierenland gaat uit van de gebruikelijke handhavingstrategie met daarvoor communicatie op bestuurlijk niveau. - Rijnland geeft uitvoering aan de handhaving door een waarschuwing met een termijn waarbinnen aan de eisen moet worden voldaan bij niet ernstige overtredingen en door direct bestuursrechtelijke handhaving bij ernstige overtredingen. - Schieland richt de sancties met betrekking tot overstorten met name op rapportage- en onderzoeksverplichtingen en het uitvoeren van de maatregelen in het kader van de basisinspanning. - Stichtste Rijnlanden heeft voor het handhaven van de overstorten een aparte werkinstructie opgesteld voor de beoordeling of inhoudelijk aan de voorschriften wordt voldaan; de wijze van handhaving is vervolgens gebaseerd op het algemene handhavingprotocol van het Hoogheemraadschap.

28 28 van 45 - De RWS-diensten Noord-Brabant, Oost-Nederland en IJsselmeergebied hebben van een plan van aanpak voor de handhaving van overstorten. - Bij Noord-Brabant wordt met name ingezet op het opnemen van overstorten in de bemonsteringsplanning en rapportageverplichting in vergunningen. - IJsselmeergebied zet met name in op overleg via vergunningverlening. - Oost-Nederland zet ook in op actualisatie van de Wvo-vergunningen, met overdracht/opleveringsprogramma s van de vergunningen. Verder geeft deze dienst aan dat alle overstorten daadwerkelijk worden gecontroleerd aan de hand van een checklist. 6.3 Uitgevoerde handhavingacties met betrekking tot overstorten Door 22 van de 30 waterbeheerders is aangegeven dat zij al handhavend zijn opgetreden bij overstorten. De aangegeven handhavingacties zijn zeer divers. Bij de waterbeheerders is relatief vaak een waarschuwing gegeven (7 keer genoemd). Vijf keer is er sprake van een dwangsom of van een PV en er is vier keer sprake van de vooraankondiging van een dwangsom; ook vier keer wordt genoemd een brief; drie keer wordt genoemd dat er een bestuurlijk overleg met de gemeente is gevoerd en eveneens drie keer is er een fysieke controle op de aanleg van voorzieningen of de werking van de voorzieningen uitgevoerd. Eén maal worden genoemd overleg met het OM; overleg (zonder verdere toelichting); bestuurlijke voorwaarschuwing; storingssignalering; opruimen na een overstort en grondwaterinstroming. Bij Rijkswaterstaat is bij drie diensten sprake van uitgevoerde handhavingacties gericht op overstorten. Dit gaat om de diensten Zuid-Holland, Oost-Nederland en IJsselmeergebied. In Zuid-Holland zijn er PV s uitgedeeld en is er bestuurlijk voornemen van een dwangsom kenbaar gemaakt. Oost-Nederland geeft aan waarschuwingsbrieven te hebben gestuurd en termijnen te hebben gesteld. 6.4 Lopende handhavingacties met betrekking tot overstorten. Op de vraag of er momenteel handhavingacties lopen antwoorden 14 van de 30 waterbeheerders bevestigend. Ook hier wordt weer een variëteit aan acties genoemd. Zeven keer is sprake van een waarschuwing en 5 keer van een dwangsom. Bestuurlijk overleg met de gemeente is twee maal genoemd. Een maal genoemd zijn een brief, het aanleveren van meetgegevens, een aanmaning en een combinatie van handhaving en voorlichting. Door de meeste waterbeheerders is op één of meerdere manieren geprobeerd om door middel van een vorm van handhaving druk te zetten op de gemeenten om de overstorten te reguleren en wordt dit nog gedaan. Opvallend hierbij is dat bij niet alle waterbeheerders die handhavend zijn opgetreden of dat momenteel nog doen daaraan een plan van aanpak ten grondslag ligt.

29 29 van 45 Bij Rijkswaterstaat is de dienst Oost-Nederland de enige dienst die aangeeft dat er momenteel handhavingacties voor overstorten lopen. Het gaat hier om waarschuwingsbrieven, afkoppelen en het sluiten van overstorten. 6.5 Conclusies en aanbevelingen Uit de enquête en de interviews is gebleken dat er door de meeste waterbeheerders al handhavend is opgetreden met betrekking tot overstorten, of dat er thans nog handhavingacties gaande zijn. De handhavingacties tot nu toe zijn nogal divers van opzet en ook niet altijd gebaseerd op een plan van aanpak. Door de meeste geïnterviewde waterbeheerders wordt gewezen op het belang van handhaving in relatie tot het reguleren van overstorten door algemene regels. Drie waterbeheerders hebben expliciet aangegeven onduidelijkheid bij het handhaven van algemene regels te ervaren. Bij het in de toekomst vaststellen van algemene regels voor overstorten zal duidelijk naar voren moeten komen op welke wijze de waterbeheerders regulerend op kunnen treden ten aanzien van overstorten. Er zal aandacht moeten worden besteed aan een eenduidig handhavingkader. Het ligt voor de hand om bij het vaststellen van algemene regels ook afspraken te maken over een eenduidige handhavingsstrategie.

30 30 van 45

31 31 van 45 7 Relatie tot bevindingen eerdere onderzoeken 7.1 Inleiding Ook in eerdere onderzoeken en inventarisaties is in het aandacht besteed aan de realisatie van de basisinspanning en de vergunningverlening voor overstorten. In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op drie van deze onderzoeken/inventarisaties en worden de resultaten ervan vergeleken met de bevindingen van dit onderzoek. 7.2 Evaluatie rijksrioleringsbeleid 2003 In 2003 heeft VROM met een steekproef bij 50 gemeenten een evaluatie uitgevoerd. Gevraagd is naar de visie van gemeenten op verschillende onderdelen van het rioleringsbeleid. Een van de onderdelen van deze evaluatie was de zorgplicht voor het milieu, waarin onder andere de basisinspanning en de Wvo-vergunningverlening voor overstorten aan de orde zijn geweest. De evaluatie is uitgevoerd bij 50 gemeenten, verdeeld over 5 waterbeheerders. In de evaluatie is niet gekeken naar de stand van zaken in beheergebieden van Rijkswaterstaat. Uit deze evaluatie kwam naar voren dat naar verwachting in 2005 door alle gemeenten gezamenlijk de basisinspanning voor 87 % gerealiseerd zou zijn en dat in 52 % van de gemeenten de basisinspanning volledig gerealiseerd zou zijn. Uit de nu voorliggende resultaten blijkt dat eind 2007 in 56 % van de gemeenten de basisinspanning is gerealiseerd. Wat betreft realisatie van de basisinspanning in de afzonderlijke beheergebieden van de waterbeheerders is een percentage afgeleid van maximaal 80%. Geconcludeerd kan worden dat zeker voor het aantal gemeenten die voldoen, maar ook voor de totale realisatie die voor 2005 werd verwacht de verwachting eind 2007 nog niet is gerealiseerd. De samenwerking tussen waterbeheerders, provincies en gemeenten werd in het onderzoek uit 2003 als zwak ontwikkeld gezien. Als oorzaak voor de gebrekkige samenwerking tussen waterbeheerders, provincies en gemeenten werd het ontbreken van één gemeentelijk aanspreekpunt op regionaal niveau gezien. Als oorzaken voor de problematische samenwerking tussen gemeenten en waterbeheerders en provincie werd in 2003 gewezen op een verschil in benadering: waterbeheerders en provincie benaderen het rioleringsbeleid, waarvan overstorten en basisinspanning als onderdeel worden gezien primair vanuit de waterkwaliteit. Gemeenten benaderen het meer integraal als onderdeel van de zorgplicht voor aanleg en beheer en de zorg voor het milieu en het buitengebied. De samenwerking werd volgens de onderzoekers geremd doordat waterbeheerders en provincies wel formele macht hebben naar de gemeenten toe, maar dat regionale financiële middelen veelal ontbreken. Ook werd in de

ILT-rapportages zorgplicht primaire waterkeringen Eerste landelijke indrukken. November 2018

ILT-rapportages zorgplicht primaire waterkeringen Eerste landelijke indrukken. November 2018 ILT-rapportages zorgplicht primaire waterkeringen Eerste landelijke indrukken November 2018 Introductie > Sinds 2015 trekken waterschappen met elkaar op om te kijken hoe we samen de zorgplicht kunnen verbeteren

Nadere informatie

Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr)

Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) Toelichting Waterschappen onderling, dan wel waterschappen en provincies en/of waterschappen,

Nadere informatie

EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen

EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen Bijlage 2 Bijlage EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen 1. Aanleiding Gegeven de huidige situatie van de overheidsfinanciën en het EMU-tekort van Nederland krijgt het EMU-saldo van de waterschappen

Nadere informatie

Inventarisatie verkiezingen tot 1 januari Herindelingsverkiezingen

Inventarisatie verkiezingen tot 1 januari Herindelingsverkiezingen Inventarisatie verkiezingen tot 1 januari 2008 leden van het Europees Parlement 10 juni 2004 leden van de gemeenteraden maart 2006 leden van de provinciale staten maart 2007 leden van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

INGEKfìMFN ne NOV.?0Î5. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier T.a.v. Algemeen bestuur Postbus AG HEERHUGOWAARD

INGEKfìMFN ne NOV.?0Î5. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier T.a.v. Algemeen bestuur Postbus AG HEERHUGOWAARD INGEKfìMFN ne NOV.?0Î5 Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier T.a.v. Algemeen bestuur Postbus 250 1700 AG HEERHUGOWAARD Datum 5 november 2015 Betreft De BGT: is de finish voor u al in zicht? Geacht

Nadere informatie

Inventarisatie stand van zaken lozingen huishoudelijk afvalwater op Rijkswateren stand van zaken medio oktober 2005

Inventarisatie stand van zaken lozingen huishoudelijk afvalwater op Rijkswateren stand van zaken medio oktober 2005 Bijlage 2 Datum huishoudelijk afvalwater op Rijkswateren stand van zaken medio oktober 2005 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Belangrijkste conclusies 3 2 age 4 2.1 Algemene opmerking 4 3 Stand van zaken

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Vrijwaringsovereenkomst inzake de garantstellingsverplichting ex artikel 41 Gr HWH

Vrijwaringsovereenkomst inzake de garantstellingsverplichting ex artikel 41 Gr HWH Kenmerk: V0051/1988 Vrijwaringsovereenkomst inzake de garantstellingsverplichting ex artikel 41 Gr HWH ONDERGETEKENDEN 1. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,

Nadere informatie

III IIIIIIIIII III IINil 15IN015993-08/05/2015

III IIIIIIIIII III IINil 15IN015993-08/05/2015 III IIIIIIIIII III IINil 15IN015993-08/05/2015 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Waterschap Brabantse Delta T.a.v. Algemeen bestuur Postbus 5520 4801 DZ BREDA Datum 6 mei 2015 Betreft De BGT: ligt

Nadere informatie

Benchmark Waterschapsverkiezingen

Benchmark Waterschapsverkiezingen BENCHMARK ONDERZOEK Benchmark Waterschapsverkiezingen 18 maart 2015 Benchmark Waterschapsverkiezingen 18 maart 2015 Op 18 maart vinden de Waterschapsverkiezingen plaats. Met uitgebreide websites die veel

Nadere informatie

Erläuterung Maßnahmen pro Teilgebiet

Erläuterung Maßnahmen pro Teilgebiet Anlage P Erläuterung Maßnahmen pro Teilgebiet Rijn-Noord Tijdvak 2010-2015 Art. 11-3g aanpakken riooloverstorten m3 30 30 verminderen belasting RWZI stuks 6 6 afkoppelen verhard oppervlak ha 61 28 89 saneren

Nadere informatie

Samenwerking en bestrijding

Samenwerking en bestrijding Samenwerking en bestrijding Onderzoek naar organisatorische grenzen voor de muskusrattenbestrijding 8 april 2009 2009-0962/AS/jg/md Inhoud Inhoud... 2 Samenvatting... 4 1 Inleiding... 7 Achtergrond en

Nadere informatie

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12.1 Inleiding Gemeenten hebben de taak om hemelwater en afvalwater in te zamelen. Het hemelwater wordt steeds vaker opgevangen in een separaat hemelwaterriool. Vanuit

Nadere informatie

Wie bestuurt het waterschap?

Wie bestuurt het waterschap? Wie bestuurt het waterschap? Nederland waterland. Rivieren, kanalen, sloten, beken, meren, grachten Nederland is er vol mee. Bovendien ligt Nederland aan de Noordzee. Al dat water in en om Nederland moet

Nadere informatie

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer MJA-Sectorrapport 2015 Afvalwaterzuiveringsbeheer Colofon Projectnaam: MJA-monitoring 2015 Sector: Afvalwaterzuiveringsbeheer Datum: 161017 Status: Kenmerk: Locatie: Contactpersoon: Definitief HVDK/156024

Nadere informatie

lei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap

lei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap waterschap lei en uwe uw WATERSCHAP Adres Telefoon E-Mail Website Steenbokstraat 10 Postbus 4142 7320 AC Apeldoorn (055) 527 29 11 info@vallei-veluwe.nl \www.vallei-veluwe.nl Register gemeenschappelijke

Nadere informatie

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen Blad 2 van 6 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Huidige situatie; wat is er al bereikt?... 4

Nadere informatie

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Nummer : 2009.09833V Venlo, Bijlage(n) : Het Dagelijks Bestuur heeft op 12 augustus 2009 een aanvraag om vergunning op grond van de Wet verontreiniging

Nadere informatie

Illlllllllllllllllllll

Illlllllllllllllllllll Illlllllllllllllllllll 2IN00872 C VAN WATHRSCHAPPÜN Bezoekadres O. De leden-waterschappen t.a.v. het dagelijks bestuur fk. UI - ~ CK > > (MT A(N@EIM 0 MEI 202 Koningskade 40 29 AA Den Haag Postadres Postbus

Nadere informatie

Kwijtscheldingsbeleid Drents Overijsselse Delta

Kwijtscheldingsbeleid Drents Overijsselse Delta faculteit economie en bedrijfskunde coelo 13-04-2018 1 1 Kwijtscheldingsbeleid Drents Overijsselse Delta Effecten beperken en verruimen kwijtschelding op lastendruk Corine Hoeben Centrum voor Onderzoek

Nadere informatie

iei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap Adres

iei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap Adres waterschap iei en uwe uw WATERSCHAP Adres Telefoon E-Mail Website Steenbokstraat 10 Postbus 4142 7320 AC Apeldoorn (055) 527 29 11 info@vallei-veluwe.nl www.vallei-veluwe.nl Register gemeenschappelijke

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d.) 3 april 2012) Nummer 2644 Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland. Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller De

Nadere informatie

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding Integrale Handhaving Opzet Quick Scan Rekenkamer Weert Oktober 2008 Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. Deelvragen 4. Aanpak en resultaat 5. Organisatie en planning

Nadere informatie

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijnwest ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijn-West 2 Opdrachtgever: Rijn West Begeleidingsgroep / beoordelingsgroep: Provincies, RAO, KRW-Kernteam Rijn

Nadere informatie

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur Opsteller Sanne Hooijer Aantal pagina s 7 Behandelend gremium Algemeen Bestuur Agendapunt, Onderwerp, Begroting 2019 Datum voorgelegd 19 april 2018 Agendering Ter besluitvorming Kopie aan 19-2-2013 Intern

Nadere informatie

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur Opsteller Sanne Hooijer Aantal pagina s 7 Behandelend gremium Algemeen Bestuur Datum voorgelegd 6 juli 2017 Agendapunt, Onderwerp, Actualisatie begroting 2017 Agendering Ter besluitvorming Kopie aan 19-2-2013

Nadere informatie

Wie bestuurt het waterschap?

Wie bestuurt het waterschap? Wie bestuurt het waterschap? 2 Nederland waterland. Rivieren, kanalen, sloten, beken, meren, grachten Nederland is er vol mee. Bovendien ligt Nederland aan de Noordzee. Al dat water in en om Nederland

Nadere informatie

Stand van zaken baggeren. Agrarische avonden 2018

Stand van zaken baggeren. Agrarische avonden 2018 Stand van zaken baggeren Agrarische avonden 2018 Waarom baggert WSHD? Baggeren is het uitvoeren van onderhoud aan het watersysteem door het verwijderen van baggeraanwas. Baggeren is geen doel op zich,

Nadere informatie

CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44

CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44 CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44 Partijen, de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht, vertegenwoordigd door hun commissaris van de Koning, de veiligheidsregio

Nadere informatie

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN Aanpak De opdracht Afstemmen investeringen is voortvarend opgepakt door de werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de Gelderse waterschappen en

Nadere informatie

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur Opsteller Sanne Hooijer Aantal pagina s 7 Behandelend gremium Algemeen Bestuur Agendapunt, Onderwerp, Begroting 2019 Datum voorgelegd 19 april 2018 Agendering Ter besluitvorming Kopie aan 19-2-2013 Intern

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit regionale waterkeringen West-Nederland 2014

Uitvoeringsbesluit regionale waterkeringen West-Nederland 2014 Besluit van gedeputeerde staten van Noord-Holland van 8 juli 2014, van Zuid- Holland van 15 juli 2014 en van Utrecht van 1 juli 2014 houdende nadere regels met betrekking tot regionale waterkeringen (Uitvoeringsbesluit

Nadere informatie

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Wijziging van de Waterwet en de Waterschapswet en intrekking van de wet van 18 december 1985, houdende enige voorzieningen ten behoeve van de inzet en bekostiging van muskusrattenvangers, tot regeling

Nadere informatie

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012 RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 14.48265 postadres: versie: Definitief postbus 156 auteur: Irene van der Stap 2300 AD Leiden oplage: Digitaal telefoon (071) 3 063

Nadere informatie

Nota van toelichting bij de delegatiedocumenten

Nota van toelichting bij de delegatiedocumenten PS2007RGW09 BIJLAGE3 Nota van toelichting bij de delegatiedocumenten Inleiding Met de inwerkingtreding van de Wet van 18 december 1985, houdende enige voorzieningen ten behoeve van de inzet en bekostiging

Nadere informatie

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 21-23 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur Opsteller Sanne Hooijer Aantal pagina s 6 Behandelend gremium Algemeen bestuur Datum voorgelegd 6 juli 2017 Agendapunt, Onderwerp 5.2c, Begroting 2018 Agendering Ter besluitvorming Kopie aan 19-2-2013

Nadere informatie

MPGAD

MPGAD Bezoekadres De Blom boogerd 1, 4003 BX Tiel Postadres Postbus 599, 4000 AN Tiel T (0344) 64 90 90 F (0344) 64 90 99 E info@wsrl.n1 I www.waterschaprivierenland.n1 Bank IBAN NL93 NWAB 0636 7572 69 BIC NWABNL2G

Nadere informatie

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur Opsteller Sanne Hooijer Aantal pagina s 6 Behandelend gremium Algemeen bestuur Datum voorgelegd 6 juli 2017 Agendapunt, Onderwerp.., Begroting 2018 Agendering Ter besluitvorming Kopie aan 19-2-2013 Intern

Nadere informatie

Distributie. Centrale. Laag

Distributie. Centrale. Laag Distributie Centrale Laag Wat levert de CDL: Geografische data van het watersysteem, waterkeringen, kabels/leidingen en administratieve grenzen Eén landsdekkend beeld van alle waterschappen gezamenlijk

Nadere informatie

Mededeling aan het AB

Mededeling aan het AB BRO Algemeen Fout! Ongeldige bes tandsnaam. Mededeling aan het AB Van Dagelijks Bestuur Corsanr. coenene/2017.05745 Onderwerp Voldoen aan afnameverplichting. Agendapuntnr. 3.1 AB-vergadering 5-4-2017 Samenvatting

Nadere informatie

Derde toets primaire waterkeringen. Landelijke toets 2006-2011

Derde toets primaire waterkeringen. Landelijke toets 2006-2011 Derde toets primaire waterkeringen Landelijke toets 2006-2011 Derde toets primaire waterkeringen Landelijke toets 2006-2011 Datum November 2011 Status Definitief Colofon Uitgegeven door Inspectie Verkeer

Nadere informatie

Contra-expertise lastenontwikkeling door Project Gebonden Aandeel waterschappen aan het Hoogwater Beschermingsprogramma

Contra-expertise lastenontwikkeling door Project Gebonden Aandeel waterschappen aan het Hoogwater Beschermingsprogramma Contra-expertise lastenontwikkeling door Project Gebonden Aandeel waterschappen aan het Hoogwater Beschermingsprogramma dr. C. Hoeben prof. dr. M.A. Allers Centrum voor Onderzoek van de Economie van de

Nadere informatie

BESLUIT. Onderwerp Aanwijzing en functietoekenning zwemwateren Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

BESLUIT. Onderwerp Aanwijzing en functietoekenning zwemwateren Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant BESLUIT Onderwerp Aanwijzing en functietoekenning zwemwateren 2016 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 10b, tweede lid, van de wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten: Portefeuillehouder Datum raadsvergadering drs A.J. Ditewig 18 februari 2010 Datum voorstel 05 januari 2010 Agendapunt Onderwerp Gemeentelijke watertaken De raad wordt voorgesteld te besluiten: het bijgaande

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR271513_1. Nota riolering en handhaving. 9 januari Officiële uitgave van Waterschap Rivierenland.

CVDR. Nr. CVDR271513_1. Nota riolering en handhaving. 9 januari Officiële uitgave van Waterschap Rivierenland. CVDR Officiële uitgave van Waterschap Rivierenland. Nr. CVDR271513_1 9 januari 2017 Nota riolering en handhaving Deze nota geeft de stand van zaken weer van de uitvoering van de gemeentelijke rioleringsplannen,

Nadere informatie

De beantwoording van deze vragen vindt u in bijgevoegde memo.

De beantwoording van deze vragen vindt u in bijgevoegde memo. 24 januari 2008 Toelichting bij de PS Voordracht 'provinciale subsidie aan sanering riooloverstorten Wijk en Egmond aan Zee' Aan de leden van de Statencommissie WAMEN door tussenkomst van statengriffier

Nadere informatie

Ons kenmerk 1220039-005-VEB-0007. Aantal pagina's 5

Ons kenmerk 1220039-005-VEB-0007. Aantal pagina's 5 Verslag Datum verslag Project 1220039-005 Opgemaakt door Eric Huijskes Datum bespreking 16 juni 2015 Aantal pagina's 5 Vergadering Bijeenkomst "Noodmaatregelen bij hoogwater" - 16 juni 2015 Aanwezig Zie

Nadere informatie

Samenvatting Voortgangsrapportage Riolering 2006

Samenvatting Voortgangsrapportage Riolering 2006 Bijlage 1, agendapunt III.3 Samenvatting Voortgangsrapportage Riolering 2006 De Voortgangsrapportage Riolering is een jaarlijks terugkerende rapportage waarmee Delfland alle betrokkenen informeert over

Nadere informatie

Onderzoek naar termijnoverschrijding bij afhandeling WOZ-bezwaren

Onderzoek naar termijnoverschrijding bij afhandeling WOZ-bezwaren WAARDERINGSKAMER Onderzoek naar termijnoverschrijding bij afhandeling WOZ-bezwaren Een onderzoek naar overschrijding van de jaargrens bij de afhandeling van WOZ-bezwaarschriften 18 juli 2014 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Ontwerpbesluit Wijziging Reglement waterschap Vallei en Veluwe pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage Nota van toelichting bij ontwerpbesluit pag.

Ontwerpbesluit Wijziging Reglement waterschap Vallei en Veluwe pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage Nota van toelichting bij ontwerpbesluit pag. College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel DATUM 7 juli 2015 NUMMER PS PS2015RGW11 AFDELING FLO COMMISSIE RGW STELLER Gerard Smit DOORKIESNUMMER 3391 DOCUMENTUMNUMMER 81574F6E PORTEFEUILLEHOUDER Verbeek-Nijhof

Nadere informatie

Aan de leden van de verenigde vergadering. Rotterdam, 17 mei 2005 V.V.: 29 juni 2005

Aan de leden van de verenigde vergadering. Rotterdam, 17 mei 2005 V.V.: 29 juni 2005 Aan de leden van de verenigde vergadering Rotterdam, 17 mei 2005 V.V.: 29 juni 2005 Onderwerp: kredietaanvraag stedelijke waterplannen deelgemeente Kralingen- Crooswijk en K5- gemeenten Agendapuntnr: 30

Nadere informatie

Yara Sluiskil B.V. Postbus AA Sluiskil W-MWP170002/ Datum: 13 juni 2017

Yara Sluiskil B.V. Postbus AA Sluiskil W-MWP170002/ Datum: 13 juni 2017 OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Yara Sluiskil B.V. Postbus 2 4540 AA Sluiskil Kenmerk: Afdeling: /00158277 Vergunningverlening Datum: 13 juni 2017 Onderwerp: Besluit tot vaststellen

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. 7 juli 2011 Strategie en Ontwikkeling

ALGEMENE VERGADERING. 7 juli 2011 Strategie en Ontwikkeling V E R G A D E R D A T U M S E C T O R / A F D E L I N G 7 juli 2011 Strategie en Ontwikkeling S T U K D A T U M N A A M S T E L L E R 20 juni 2011 J. Meijerink ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT ONDERWERP

Nadere informatie

Inspectiekader Risico's van onvoorziene lozingen

Inspectiekader Risico's van onvoorziene lozingen 1 Datum Inspectiekader Risico's van onvoorziene lozingen 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Inspectiekader 4 2.1 Doelstelling 4 2.2 Reikwijdte 4 3 Criteria voor de uitvoering 5 3.1 Algemeen 5 3.2 BRZO-bedrijven

Nadere informatie

In D&H: Steller: M. Oppenhuizen BMZ Telefoonnummer: 5883 SKK Afdeling: Overig In AB: Portefeuillehouder: Miltenburg

In D&H: Steller: M. Oppenhuizen BMZ Telefoonnummer: 5883 SKK Afdeling: Overig In AB: Portefeuillehouder: Miltenburg Onderwerp: Onderzoek actualisatie kostentoedeling Nummer: 279444 In D&H: 20-04-2010 Steller: M. Oppenhuizen In Cie: BMZ 25-05-2010 Telefoonnummer: 5883 SKK Afdeling: Overig In AB: 30-06-2010 Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Voorstelnr. : R 6837 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 Stadskanaal, 1 juni 2011 Beslispunten 1. Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015

Nadere informatie

Rapport. Datum: 25 november 2010 Rapportnummer: 2010/335

Rapport. Datum: 25 november 2010 Rapportnummer: 2010/335 Rapport Datum: 25 november 2010 Rapportnummer: 2010/335 2 Klacht Beoordeling Conclusie Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Nunspeet vanaf 1999 onvoldoende actie onderneemt

Nadere informatie

In de bijlage van deze nieuwsbrief vindt u de presentatie over de bijdragen voor het HWBP.

In de bijlage van deze nieuwsbrief vindt u de presentatie over de bijdragen voor het HWBP. Nieuwsbrief voorzitter en secretarissen/directeuren week 9 CBCF van 21 februari Jaarrekening 2013 De CBCF adviseert de ledenvergadering om in te stemmen met de jaarrekening over 2013. Er is hierbij gesproken

Nadere informatie

RWS-2017/328 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschrift 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen. 1. Aanhef

RWS-2017/328 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschrift 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen. 1. Aanhef Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.5e van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor RWZI Piershil, voor het lozen van fosfor op het Spui. Zaaknummer RWSZ2016-00018059 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Klaar voor de zorgplicht!? de Rijtuigenloods

Klaar voor de zorgplicht!? de Rijtuigenloods Klaar voor de zorgplicht!? de Rijtuigenloods 1 Klaar voor de zorgplicht!? Erik Wagener Voorzitter stuurgroep zorgplicht http://zeeuwbouw.nl/portfolio/nieuwbouwdijkwoning herwijnen/# Klaar voor

Nadere informatie

Onderzoeksplan. Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel

Onderzoeksplan. Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel Onderzoeksplan Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel Onderzoeksplan Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel Rekenkamer Oost-Nederland, Juni 2007 Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017

Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017 Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017 Geachte commissie, Stichting Bescherming Leefomgeving Ridderkerk Zuid-Oost wil u graag opmerkzaam maken op het volgende. Sympathisanten

Nadere informatie

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma Communicatie 2016 #Samenwaw Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma Gert Dekker Inhoudsopgave Omgevingswet in vogelvlucht Consequenties stedelijk waterbeheer Hoe anticiperen in organisatie en

Nadere informatie

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen Communicatie 2016 #Samenwaw Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen KNW 25 januari 2018 Gert Dekker De Omgevingswet De Omgevingswet, kerninstrumenten Doelen Maatregelen Regels Waterbeheerprogramma

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 224b 26 235 Wijziging van enige bepalingen van de Waterschapswet NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 18 mei 1999 In het verslag

Nadere informatie

Welke informatie wordt bij het risico-oordeel getoond?

Welke informatie wordt bij het risico-oordeel getoond? Welke informatie wordt bij het risico-oordeel getoond? Het risico-oordeel richt zich op primaire en regionale waterkeringen. Primaire waterkeringen beschermen tegen een overstroming uit zee, de grote meren

Nadere informatie

Lastenontwikkeling als gevolg van de bijdrage door waterschappen aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma

Lastenontwikkeling als gevolg van de bijdrage door waterschappen aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma Lastenontwikkeling als gevolg van de bijdrage door waterschappen aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma dr. C. Hoeben Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden Lastenontwikkeling

Nadere informatie

Inspectierapport Timpaan Kinderopvang B.V. (GOB) Badweg 28 8401 BL GORREDIJK Registratienummer: 147076468

Inspectierapport Timpaan Kinderopvang B.V. (GOB) Badweg 28 8401 BL GORREDIJK Registratienummer: 147076468 Inspectierapport Timpaan Kinderopvang B.V. (GOB) Badweg 28 8401 BL GORREDIJK Registratienummer: 147076468 Toezichthouder: GGD Fryslân In opdracht van gemeente: OPSTERLAND Datum inspectiebezoek: 30-10-2013

Nadere informatie

Themabijeenkomst Innovatie 8 november 2012

Themabijeenkomst Innovatie 8 november 2012 Themabijeenkomst Innovatie 8 november 2012 BEOORDELINGSGRONDSLAG VOOR AFVALWATERSYSTEMEN Hans Korving Witteveen+Bos Waar gaan we het over hebben? Motivatie Context Aanpak Zelf aan de slag Uitwerking grondslag

Nadere informatie

"Voorbeeldig geloosd!?"

Voorbeeldig geloosd!? Vergunningverlening en handhaving door waterschappen voor de eigen RWZI's 3 Inhoudsopgave De kernboodschap 5 1 Inleiding 7 1.1 Centrale vraagstelling 7 1.2 Werkwijze 7 2 Analyse en aanbevelingen 9 2.1

Nadere informatie

ZORGPLICHT; de inspectie komt naar u toe

ZORGPLICHT; de inspectie komt naar u toe ZORGPLICHT; de inspectie komt naar u toe Planning en werkwijze ILT pilot inspecties zorgplicht Arnhem, 20 maart 2014 Frens Dijkman ILT/HWB Rol en positie ILT VI en IVW per 1-1-12: (ILT) (www.ilent.nl)

Nadere informatie

BIJLAGE B NADERE TOELICHTING VERGOEDINGEN FIRST MOVERS. Betreft: Nadere toelichting vergoedingen first movers INLEIDING

BIJLAGE B NADERE TOELICHTING VERGOEDINGEN FIRST MOVERS. Betreft: Nadere toelichting vergoedingen first movers INLEIDING BIJLAGE B NADERE TOELICHTING VERGOEDINGEN FIRST MOVERS Bestuurlijke Commissie TAX-i Datum 25 mei 2012 Onze ref. M13580655/5/20526032 Betreft: Nadere toelichting vergoedingen first movers INLEIDING 1 Als

Nadere informatie

Datum : 14 september 2004 Nummer PS : PS2004WEM07 Dienst/sector : WEM/Water Commissie : WEM Registratienummer : 2004WEM003832i

Datum : 14 september 2004 Nummer PS : PS2004WEM07 Dienst/sector : WEM/Water Commissie : WEM Registratienummer : 2004WEM003832i S T A T E N V O O R S T E L Datum : 14 september 2004 Nummer PS : PS2004WEM07 Dienst/sector : WEM/Water Commissie : WEM Registratienummer : 2004WEM003832i Portefeuillehouder : J. Binnekamp Titel : wijziging

Nadere informatie

Totaalbeeld rekenkameronderzoek naar de positie van de raad bij kaderstelling, sturing en controle van grote projecten Overkoepelende rapportage

Totaalbeeld rekenkameronderzoek naar de positie van de raad bij kaderstelling, sturing en controle van grote projecten Overkoepelende rapportage Totaalbeeld rekenkameronderzoek naar de positie van de raad bij kaderstelling, sturing en controle van grote projecten Overkoepelende rapportage Status: overkoepelende rapportage, vastgesteld door de rekenkamercommissies

Nadere informatie

De rekenkamercommissie zal zich blijven inzetten voor samenwerking met collega rekenkamercommissies bij waterschappen.

De rekenkamercommissie zal zich blijven inzetten voor samenwerking met collega rekenkamercommissies bij waterschappen. ^^^^Waterschap ^přbrabantse Delta 9t iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii 15IN004040-02/02/2015 Waterschap Brabantse Delta Algemeen bestuur Postbus 5520 4801 DZ BREDA Uw schrijven van Uw kenmerk Zaaknummer Ons kenmerk

Nadere informatie

Voorstel besluit Samenvatting toelichting

Voorstel besluit Samenvatting toelichting Raadsvoorstel nr. : 2002/168 Aan de gemeenteraad. Raadsvergadering : 19 november 2002 Agendapunt : 5 Steenwijk, 5 november 2002. Onderwerp: Het opheffen van ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater.

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Yara Sluiskil B.V. Postbus 2 4540 AA Sluiskil Kenmerk: Afdeling: Vergunningverlening Datum: 26 juli 2017 Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond

Nadere informatie

Wijzigingsvoorstel (RfC) voor de Aquo domeintabellen Waterbeheerders (Provincies verwijderd) en BevoegdGezag

Wijzigingsvoorstel (RfC) voor de Aquo domeintabellen Waterbeheerders (Provincies verwijderd) en BevoegdGezag Wijzigingsvoorstel (RfC) voor de Aquo domeintabellen Waterbeheerders (Provincies verwijderd) en BevoegdGezag Indiener: Waterdienst/CBS/IDsW Kenmerk W-0802-0042 Documentbeheer Wijzigingshistorie Datum Versie

Nadere informatie

Ontwerp Watervergunning

Ontwerp Watervergunning Ontwerp Watervergunning Datum : 28 augustus 2014 Documentnummer : 2014025455 Case nr. : WV114.0470 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 25 juni 2014 een aanvraag ontvangen

Nadere informatie

BESTUURSOVEREENKOMST Uitvoeringsregeling POP-3 subsidies Zuid-Holland

BESTUURSOVEREENKOMST Uitvoeringsregeling POP-3 subsidies Zuid-Holland BESTUURSOVEREENKOMST Uitvoeringsregeling POP-3 subsidies Zuid-Holland DE ONDERGETEKENDEN: Waterschap Rivierenland, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer Bassa, lid van het Dagelijks Bestuur, hierna

Nadere informatie

Het waterschap en Grondwater. Bewonersavond 24 maart 2016

Het waterschap en Grondwater. Bewonersavond 24 maart 2016 Het waterschap en Grondwater Bewonersavond 24 maart 2016 Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Verantwoordelijk voor: übescherming tegen overstroming; üpeilbeheer in oppervlaktewater ükwaliteit

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10 Ag nr. : Onderwerp Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Status besluitvormend Voorstel 1. Vast te stellen de Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater; 2. De kosten van het

Nadere informatie

Datum : 16 maart 2004 Nummer : PS2004WEM01 Dienst/sector : WEM/Water Commissie : WEM

Datum : 16 maart 2004 Nummer : PS2004WEM01 Dienst/sector : WEM/Water Commissie : WEM S T A T E N V O O R S T E L Datum : 16 maart 2004 Nummer : PS2004WEM01 Dienst/sector : WEM/Water Commissie : WEM Registratienummer : 2004WEM000883i Portefeuillehouder: Binnekamp Titel : Wijziging van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 32 847 Integrale visie op de Nr. 409 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Aan de Commissie Bezwaar en Beroep p/a Gemeente Horst aan de Maas Wilhelminaplein 6 Horst

Aan de Commissie Bezwaar en Beroep p/a Gemeente Horst aan de Maas Wilhelminaplein 6 Horst Aan de Commissie Bezwaar en Beroep p/a Gemeente Horst aan de Maas Wilhelminaplein 6 Horst Grubbenvorst, 11-3- 11 Betreft: Behandeling klacht Behoud de Parel Geachte commissie, Op 24 november 2009 hebben

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 10 juli 2018 Betreft Monitor Wind op Land 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 10 juli 2018 Betreft Monitor Wind op Land 2017 > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal

Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal Evaluatie onderzoek Externe Inhuur Overveen, 25 januari 2018 Aanleiding De Rekenkamercommissie Bloemendaal evalueert al haar onderzoeken om na te gaan in hoeverre

Nadere informatie

Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk

Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk 1. Inleiding Tijdens de bespreking van de voortgang van de uitwerking van de governance van Havenschap Moerdijk in de gemeenteraad

Nadere informatie

In de kolom "SWS" ziet u of stemmen in een willekeurig stemlokaal (SWS) van toepassing is in de betreffende gemeente.

In de kolom SWS ziet u of stemmen in een willekeurig stemlokaal (SWS) van toepassing is in de betreffende gemeente. In de kolom "SWS" ziet u of stemmen in een willekeurig stemlokaal (SWS) van toepassing is in de betreffende gemeente. 1 = Kiezers kunnen in deze gemeente voor alle waterschapsverkiezingen stemmen in elk

Nadere informatie

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² Raadsvergadering 29 januari 2018 Nr.: 11 AAN de gemeenteraad Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² 2018-2022. Portefeuillehouder: Wethouder P. Prins. Ter inzage liggende stukken: Collegebesluit

Nadere informatie

Inspectierapport Kinderdagverblijf Pommetje, locatie Horsten (KDV) Glazeniershorst TK APELDOORN Registratienummer:

Inspectierapport Kinderdagverblijf Pommetje, locatie Horsten (KDV) Glazeniershorst TK APELDOORN Registratienummer: Inspectierapport Kinderdagverblijf Pommetje, locatie Horsten (KDV) Glazeniershorst 405 7328TK APELDOORN Registratienummer: 188640617 Toezichthouder: GGD Noord en Oost Gelderland In opdracht van gemeente:

Nadere informatie

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor:

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor: Watervergunning Datum : 24 september 2018 Documentnummer : 2018033630 Case nr. : WV118.0311 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 6 april 2018 een aanvraag ontvangen van

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Onderzoeksaanpak

Rekenkamercommissie Onderzoeksaanpak Onderzoeksaanpak Rekenkameronderzoek Feitenrelaas Ligne Status Datum Omschrijving Door Status 26 maart 15 Onderzoeksplan Ligne TH Concept, ter bespreking in RKC 31-3-15 31 maart 15 Vaststelling onderzoeksplan

Nadere informatie

Bestuurlijke integriteit

Bestuurlijke integriteit Bestuurlijke integriteit Onderzoek Bestuurlijke Integriteit Onderzoeksopzet Rekenkamercommissie De Wolden Maart 2014 Status: definitief Versie: 4 Rekenkamercommissie De Wolden 1 A. Wat willen wij bereiken?

Nadere informatie

Quick scan programmabegroting. Bestuurlijk rapport. Rekenkamercommissie Alphen aan den Rijn

Quick scan programmabegroting. Bestuurlijk rapport. Rekenkamercommissie Alphen aan den Rijn Quick scan programmabegroting 2016-2019 Bestuurlijk rapport Goede aansluiting om te sturen en te controleren Rekenkamercommissie Alphen aan den Rijn 1 juni 2016 1 1. Inleiding De gemeenteraad stelt kaders

Nadere informatie

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg Enschede, 13 juli 2004 WD/04/1774/ebt ir. G. Vernhout drs. W. Dragt Inhoudsopgave

Nadere informatie

TOETSING VERBREED GRP

TOETSING VERBREED GRP Dit document beschrijft de toetsing van het verbreed GRP op hoofdlijnen. De toetsing is op volledigheid en niet op inhoud. Het is een hulpmiddel bij het maken van afspraken over het proces van het opstellen

Nadere informatie