Leginstructies voor noraplan vloerbedekkingen

Transcriptie

1 Leginstructies voor noraplan vloerbedekkingen De ondergrond moet legklaar volgens VOB, DIN zijn. noraplan vloerbedekkingen moeten vóór het verlijmen geklimatiseerd zijn, d.w.z. de temperatuur van de noraplan vloerbedekking moet overeenkomen met die van de ondergrond en ten minste 15 C zijn. Let er bij opslag op de bouwplaats op dat de rollen staand worden opgeslagen: fout juist Vóór het leggen zichtbare materiaalfouten kunnen bij een klacht na het leggen niet meer worden erkend. Wij adviseren noraplan tegels met een kruisvoeg te leggen. Neem ook onze Algemene instructies voor het leggen en monteren van nora vloerbedekkingen, trapvormen en accessoires in acht. Benodigd gereedschap voor het naadsnijden Benodigd gereedschap voor de verlijming Let op de pijlrichting op de achterkant van de vloerbedekking en leg banen resp. tegels altijd in dezelfde richting 1

2 Alle naden worden in principe vóór de verlijming gesneden. Als kopnaden zijn gepland, moeten deze vóór het naadsnijden worden gesneden. De uitvoering vindt plaats zoals hieronder voor het naadsnijden beschreven. 1. Meet eerst de baanbreedte; deze mag na het naadsnijden niet groter zijn dan 1,22 m resp. 1,20 m (ultra grip). Rol de banen uit, en laat daarbij beide banen zoveel overlappen als nodig is; daarbij de fabriekssnijrand over de niet-gesneden rand leggen. 2. Met een lineaal (op ca. 1 cm afstand tot de gesneden baanrand) wordt met de nora randsnijder of het rechte mes (trapeziummes) de fabriekssnijrand recht gesneden en tegelijkertijd de daaronder liggende baan aangesneden (ingekrast). Naast de nora randsnijder kan ook de Railcut (fa. Wolff) worden gebruikt, echter niet de Linocut. 3. In de praktijk heeft zich de methode bewezen, de onderste ingekraste vloerbedekkingsstrook met het haakmes af te snijden. Wij adviseren de onderrand na het leggen van de vloerbedekking niet af te snijden, omdat het gevaar bestaat dat de naad wordt ingedrukt. 2

3 4. Na het naadsnijden wordt de helft van de banen omgeslagen. Zuig de ondergrond en achterkant van de vloerbedekkingsbanen af. 5. Geschikt zijn met vezels versterkte dispersielijmen; wij adviseren nora fiber 410*. De lijm wordt aangebracht met de meegeleverde getande spatel. 6. Om een omslagrand te vermijden, moet de baan ca cm in de nog verse lijm worden getrokken. 7. De vereiste uitdamptijd is afhankelijk van de temperatuur, de luchtvochtigheid en het zuigvermogen van de ondergrond. Het is daarom zeer belangrijk dat de open tijd van de lijm in geen geval wordt overschreden, d.w.z. dat de vloerbedekking in de verse fase van de lijm worden gelegd. Zorg dat de lijm op de achterkant van de bekleding hecht. Wanneer de lijm tijdens een vingertest draden trekt, is het kritische punt eigenlijk al bereikt en kan een goede hechting vaak niet meer worden gegarandeerd. Let op de aanvullende instructies van de lijmfabrikant. * of een vergelijkbaar product van een andere producent. Of het betreffende product geschikt is en hoe u dit aanbrengt vindt u in de montagehandleiding of het technische gegevensblad. 3

4 8. Bij het plaatsen van de banen moet een volledig hechting aan de achterkant van de vloerbedekking worden bereikt. De randen van de vloerbedekking moeten op hun plaats worden gelegd zonder druk uit te oefenen. In geen geval mogen ze worden geperst of gestuikt. 9. Druk de vloerbedekking vervolgens zorgvuldig en volledig aan, bijv. met een kurkplaat, en rol er vervolgens een geschikte aandrukroller kruislings overheen. Bij dispersielijmen moet het aandrukken afhankelijk van de temperatuur na enige tijd worden herhaald, vooral aan de einden en bij de naden. N.B.: Lijmresten op de bovenkant van de vloerbedekking moeten direct met nora vloeibare was worden verwijderd. noraplan moet tijdens het leggen en de uithardingstijd van de lijm beschermd worden tegen temperatuurveranderingen, bijv. verwarming door zonlicht en vooral bij glazen elementen tot aan de bodem. De vloerbedekkingsnaden kunnen met nora lasdraad worden gevoegd op zijn vroegst 24 uur na het leggen (zie verwerkingsinstructie Voegen ). De vloerbedekking mag pas 72 uur na het leggen weer volledig belast worden. Natte of vochtige reiniging mag pas na het uitharden van de lijm - ca. 72 uur - plaatsvinden. Wij verzoeken u hierbij onze gedetailleerde reinigings- en verzorgingsinstructie voor de betreffende norament -vloerbedekking in acht te nemen, die op onze homepage te vinden is. De gelegde vloerbedekking moet tot aan de oplevering worden afgedekt. In sterk belopen entreeruimtes is het raadzaam voor een voldoende grote vuilopvang resp. schoonloopzones te zorgen. Opmerking: Bij het leggen van noraplan unita en noraplan ultra grip moet rekening worden gehouden met verhoogde slijtage van het mes wegens dubbele naadsneden, insnijden, frezen etc. 4

5 noraplan ed en noraplan ec Naast de norament -leginstructie moet men op het volgende letten: Het gebruik van geleidende voorlagen keuren wij in principe af, omdat het zuigvermogen van de ondergrond wordt verminderd. Voor de verlijming moet een aanbevolen, elektrische geleidende lijm worden gebruikt. Wij adviseren nora fiber ESD 414*. De elektrische afleiding De aansluiting op de potentiaalvereffening (taak van de elektromonteur) vindt zowel bij banen als ook bij tegels plaats door het opplakken van een kopertape (zelfklevend 10 mm x 0,08 mm) op de legklare ondergrond (ca. 1,5 m). Per 40 m² zijn een of meerdere aansluitingen noodzakelijk. Instructies voor de aarding van grote vlakken kunnen desgewenst als PDF-download beschikbaar worden gesteld. Bij noraplan ed vloerbedekkingen moeten de vloerbedekkingsnaden in principe worden gevoegd. Hiervoor is nora 1-K-voegpasta noodzakelijk. Het voegen dient op zijn vroegst 24 uur na het leggen plaats te vinden. Let erop dat de droogtijd van de voegpasta minimaal 12 uur is (zie verwerkingsinstructie Voegen ). Tip: Als een minimumisolatie ter bescherming van personen volgens VDE 0100, deel 410 resp. het harmonisatiedocument HD S2 vereist is, moet ervoor worden gezorgd dat de isolatie van vloeren niet door vocht kan worden aangetast. Bovendien moet voor de naleving van de minimumisolatie bij het voegen nora 1-K-voegpasta worden gebruikt. * of een vergelijkbaar product van een andere producent. Of het betreffende product geschikt is en hoe u dit aanbrengt vindt u in de montagehandleiding of het technische gegevensblad. 5

6 noraplan acoustic Alleen banen Naast de norament -leginstructie moet men op het volgende letten: Voor de verlijming van noraplan vloerbedekkingen met schuimrug zijn dispersielijmen geschikt. Wij adviseren nora fiber 410*. Vanwege de elastische rug is het voegen van de vloerbedekkingsnaden met nora voegpasta of nora lasdraad noodzakelijk; dit moet op zijn vroegst 24 uur na het leggen plaatsvinden (zie verwerkingsinstructie Voegen ). * of een vergelijkbaar product van een andere producent. Of het betreffende product geschikt is en hoe u dit aanbrengt vindt u in de montagehandleiding of het technische gegevensblad. Contactgegevens: Tel.: BE +32 (0) NL +31 (0) DE +49 (0) Link naar de video: info@nora.com 03/2017