Procesbeschrijving Huisverbod. Uitgave in het kader van de pilot huisverbod in de gemeenten Groningen, Venlo en Amsterdam

Transcriptie

1 Procesbeschrijving Huisverbod Uitgave in het kader van de pilot huisverbod in de gemeenten Groningen, Venlo en Amsterdam

2 TransAct ondersteunt beleidsmakers, managers, opleiders, artsen, hulpverleners en andere intermediairen in de zorg- en welzijnssector, beroepskrachten werkzaam bij politie, Openbaar Ministerie, reclassering en Raad voor de Kinderbescherming. De drie kerntaken van TransAct zijn Kennis en Methodiekontwikkeling, Beleidsanalyse en Agendering, Training en Advies. TransAct bundelt vanaf 1 nuari 2007 haar krachten met vijf andere kennisinstellingen in een nieuw kennisinstituut op het gebied van maatschappelijke inzet. Partners in deze fusie zijn: CIVIQ, TransAct, Landelijk Centrum Opbouwwerk, X-S2 Kennisnetwerk Sociaal Beleid, het Kenniscentrum Lesbisch en Homo-emancipatiebeleid (KCLH) en onderdelen van het NIZW. TransAct Vinkenburgstraat 2a, 3512 AB Utrecht Postbus 1413, 3500 BK Utrecht T: F: E: algemeen@transact.nl I: TransAct Training en Advies T: E: training-advies@transact.nl Doelgroep Deze procesbeschrijving is bedoeld als ondersteuning voor professionals die met het huisverbod te maken kunnen krijgen. Het is een toelichting op het stroomschema huisverbod, (zie achterin), waarin de route, taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van alle betrokken ketenorganisaties zijn opgenomen. Criteria opleggen huisverbod Uit feiten of omstandigheden moet blijken dat de aanwezigheid van een persoon in zijn of haar woning ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van één of meerdere personen met wie hij/zij woont of die daarin anders dan incidenteel verblijven, of op grond van feiten of omstandigheden een ernstig vermoeden van dit gevaar bestaat. Wat is een huisverbod last tot het onmiddellijk verlaten van de woning verbod tot het betreden van, zich ophouden bij of aanwezig zijn in de woning en verbod om contact te nemen met de personen met wie de persoon tot wie de beschikking is gericht, het huishouden deelt In principe houdt een huisverbod tevens een contactverbod in met partner, gezinsleden, of andere personen die daar anders dan incidenteel verblijven. Dus ook een contactverbod met de kinderen van de uithuisgeplaatste. De personen met wie de uithuisgeplaatste geen contact mag hebben, moeten in de beschikking vermeld worden. Het kan zijn dat er vanuit het belang van verdere hulpverlening op een later moment wel een contact nodig is tussen gezin/partner en uithuisgeplaatste. In dat geval mag de hulpverlenende instelling dat contact tot stand brengen bv. om afspraken te maken over het verdere hulpverleningstraject. De uithuisgeplaatste mag dit niet zelf regelen, dan overtreedt hij het contactverbod. Maar hij mag wel aan het contact meewerken onder leiding van de hulpverlening in het belang van het hulpverleningstraject. Taken en bevoegdheden burgemeester/gemeente De burgemeester heeft de volgende bevoegdheden: Colofon Vormgeving: Avant la Lettre Deze brochure is tot stand gekomen met een subsidie van het ministerie van Justitie. Deze brochure is uitgegeven in het kader van de pilot huisverbod in de gemeenten Groningen, Venlo en Amsterdam. Uitgave TransAct, Overname van teksten is toegestaan met bronvermelding. 1. Opleggen huisverbod De burgemeester kan een huisverbod opleggen voor een periode van tien dagen. Dit gebeurt middels een gedagtekende beschikking aan een meerderrige persoon indien uit feiten of omstandigheden blijkt dat zijn aanwezigheid in de woning ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van één of meerdere personen met wie hij een huishouden deelt of op grond van feiten of omstandigheden een ernstig vermoeden van dit gevaar bestaat. 2. Verlengen huisverbod De burgemeester kan een opgelegd huisverbod verlengen tot ten hoogste vier weken na het opleggen van het huisverbod. De beschikking huisverbod kan worden

3 verlengd indien de dreiging van het gevaar, of het ernstige vermoeden daarvan, zich voortzet. 3. Mandaat of machtiging verlenen De burgemeester kan van bepaalde bevoegdheden en taken ingevolge de Wet tijdelijk huisverbod mandaat respectievelijk machtiging verlenen aan een hulpofficier van justitie. Er kan geen ondermandaat worden verleend. 3. Informeren personen en instanties na uitspraak voorzieningenrechter De burgemeester stelt de volgende personen of instanties onverwijld op de hoogte van de uitspraak van de voorzieningenrechter: echtgenoot, geregistreerde partner, andere levensgezel of andere meerderrige personen met wie de uithuisgeplaatste het huishouden als zij niet op de zitting aanwezig waren en de politie Het betreft: het opleggen van het huisverbod het mondeling aanzeggen van het huisverbod als de situatie zo spoedeisend is dat het huisverbod tevoren niet op schrift kan worden gesteld. het contact opnemen met het bureau Jeugdzorg AMK als de hulpofficier van justitie van plan is een huisverbod op te leggen wegens kindermishandeling of een ernstig vermoeden daarvan. het onverwijld mededelen van de inhoud van het huisverbod en de gevolgen van niet-naleving daarvan voor de uithuisgeplaatste aan degene met wie de uithuisgeplaatste een huishouden deelt, de door de burgemeester aangewezen instantie voor advies of hulpverlening en eventueel het bureau Jeugdzorg. het regelen van bijstand door een raadsman voor de uithuisgeplaatste voor de duur van de behandeling van het verzoek om een voorlopige voorziening. De bijstand moet binnen 24 uur zijn geregeld nadat de uithuisgeplaatste daartoe de wens te kennen heeft gegeven. 4. Binnentreden woning De burgemeester (en de politie) zijn met het oog op het opleggen van het huisverbod, bevoegd de woning zonder toestemming van de bewoner binnen te treden, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van de taak nodig is. 5. Intrekken huisverbod De burgemeester kan het opgelegde huisverbod binnen tien dagen intrekken als de uithuisgeplaatste hulp heeft geaccepteerd en zijn aanwezigheid in de woning geen ernstig en onmiddellijk gevaar meer oplevert voor de veiligheid van één of meerdere personen met wie hij een huishouden deelt of dat het ernstig vermoeden van dit gevaar niet meer bestaat. De burgemeester heeft de volgende verplichtingen en verantwoordelijkheden: 1. Contact opnemen met Bureau Jeugdzorg De burgemeester mt contact op met het Bureau Jeugdzorg in de provincie waarin de gemeente zich bevindt om te overleggen als hij van plan is om een huisverbod op te leggen wegens kindermishandeling of een ernstig vermoeden daarvan. 2. Informeren personen en instanties bij opleggen of verlengen huisverbod De burgemeester die een huisverbod heeft opgelegd of verlengd, informeert onverwijld de volgende personen / instanties over de inhoud van de beschikking en de gevolgen van niet-naleving van de beschikking door de uithuisgeplaatste: degene met wie de uithuisgeplaatste een huishouden deelt de door hem aangewezen instantie voor advies of hulpverlening het Bureau Jeugdzorg indien het huisverbod wordt opgelegd wegens kindermishandeling of een ernstig vermoeden 4. Controle huisverbod De burgemeester draagt er zorg voor dat naleving van het huisverbod wordt gecontroleerd door de politie. 5. Bijstand raadsman uithuisgeplaatste De burgemeester die een huisverbod heeft opgelegd, draagt zorg voor het regelen van bijstand door een raadsman voor de uithuisgeplaatste voor de duur van de behandeling van het verzoek om een voorlopige voorziening indien de uithuisgeplaatste daartoe de wens te kennen heeft gegeven. De bijstand moet binnen 24 uur zijn geregeld nadat de uithuisgeplaatste daartoe de wens te kennen heeft gegeven. De praktijk voor de gemeente: De hulpofficier van justitie stuurt direct het opgelegde huisverbod en het bijbehorende risicotaxatie-instrument door naar de burgemeester. Deze informatie wordt vijf ar bewaard ter gemeentesecretarie. De in de loop van deze termijn ontvangen stukken betreffende het huisverbod worden bij de beschikking gevoegd. Na vijf ar wordt de beschikking vernietigd. Als de beschikking niet ten uitvoer wordt gelegd, dan wordt daarop de reden van niet-tenuitvoerlegging aangetekend. Van de gegevens wordt door de juridische afdeling van de gemeente een dossier aangemaakt ten behoeve van evt. behandeling van een beroep of een verzoek om een voorlopige voorziening. De gemeente houdt de termijn van verloop van het huisverbod in de gaten en laat zich tijdig informeren door frontoffice en politie over de stand van zaken en de eventuele opstart/voortgang van hulpverlening. Deze informatie kan hij/zij verkrijgen vanuit gezamenlijke registratie in het Informatieknooppunt Huiselijk Geweld (ook het IHG genoemd). De burgemeester laat zich op die manier informeren over de voortgang van de aangeboden hulpverlening en kan op grond daarvan beslissen of het huisverbod wordt ingetrokken of na tien dagen wordt verlengd. Grond voor een verlenging is altijd gelegen in de voortduring van de dreiging van huiselijk geweld. Bij verlenging is de burgemeester verantwoordelijk voor het (doen) uitreiken van de Verlenging beschikking aan betrokkenen. Deze informatie wordt geregistreerd bij de gemeente en wordt teruggekoppeld aan hulpverlening en politie tbv opname in het IHG. De burgemeester kan ook beslissen om het huisverbod binnen de eerste 10 dagen in te trekken, als blijkt dat de uithuisgeplaatste hulp heeft geaccepteerd. Hij laat zich hierover informeren door de betrokken hulpverleningsinstelling (of via het frontoffice). Als de burgemeester besluit het huisverbod in te trekken, dient hij hiertoe het frontoffice en de politie in kennis te stellen. Tevens dienen afspraken gemaakt te worden over de teruggave van de huissleutel en het vervolg van eventueel gestarte hulpverlening. Het is hierbij van belang dat de regisseur van het Informatieknooppunt voortdurend op de hoogte wordt gehouden van de laatste ontwikkelingen. Zo kunnen uiteindelijk alle betrokken instellingen tijdig over de juiste informatie beschikken.

4 Taken en bevoegdheden hulpof ficier van justitie De gemandateerde hulpofficier van justitie heeft de volgende bevoegdheden en verplichtingen: 1. Opleggen huisverbod De hulpofficier van justitie kan een huisverbod opleggen voor een periode van tien dagen. Dit gebeurt middels een gedagtekende beschikking aan een meerderrige persoon indien uit feiten of omstandigheden blijkt dat zijn aanwezigheid in de woning ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van één of meerdere personen met wie hij een huishouden deelt of op grond van feiten of omstandigheden een ernstig vermoeden van dit gevaar bestaat. 2. Vorderen sleutels, onderzoek aan kleding en ontnemen sleutels De politie vordert van de uithuisgeplaatste de huissleutel of huissleutels en is bevoegd deze zo nodig na de uithuisgeplaatste daartoe aan de kleding onderzocht te hebben-, aan de uithuisgeplaatste te ontnemen tegen afgifte van een bewijs van ontvangst (staat in de beschikkking). De ontnomen sleutels worden op een politiebureau bewaard gedurende de tijd dat het huisverbod van kracht is. De bewaarplaats van de sleutel(s) wordt aan de uithuisgeplaatste medegedeeld. Er dient door de politie een afspraak te worden gemaakt over de teruggave van de sleutel(s). Na afloop van het huisverbod worden de sleutels aan de uithuisgeplaatste terug gegeven. 3. Controle op huisverbod De politie voert de controle op de naleving van het opgelegde huisverbod uit. Daarbij mag de woning alleen betreden worden als de bewoner daar toestemming voor geeft. 2. Informeren burgemeester De hulpofficier van justitie moet de burgemeester onverwijld informeren over het huisverbod dat hij heeft opgelegd. 3. Contact opnemen met Bureau Jeugdzorg De hulpofficier van justitie moet contact opnemen en overleggen met de stichting Jeugdzorg in de provincie waarin de gemeente ligt als hij het voornemen heeft om een huisverbod op te leggen wegens kindermishandeling of een ernstig vermoeden daarvan. 4. Informeren personen en instanties De hulpofficier van justitie die een huisverbod heeft opgelegd, informeert onverwijld de volgende personen/instanties over de inhoud van de beschikking en de gevolgen van niet-naleving van de beschikking door de uithuisgeplaatste: degene met wie de uithuisgeplaatste een huishouden deelt de door de burgemeester aangewezen instantie voor advies of hulpverlening het bureau Jeugdzorg indien het huisverbod wordt opgelegd wegens kindermishandeling of een ernstig vermoeden. 5. Bijstand raadsman uithuisgeplaatste De hulpofficier die een huisverbod heeft opgelegd, regelt dat de uithuisgeplaatste binnen 24 uur wordt bijgestaan - voor de duur van de behandeling van het verzoek om een voorlopige voorziening - door een raadsman, zodra de uithuisgeplaatste daartoe de wens te kennen heeft gegeven. 4. Telefoonnummer en/of verbijfadres De politie vraagt de uithuisgeplaatste om een telefoonnummer en indien bekend een verblijfadres op te geven waar hij te bereiken is. Deze informatie wordt op de beschikking vermeld. Op deze wijze kan een eventuele raadsman en de betrokken instelling voor daderhulp contact met de uithuisgeplaatste leggen voor het maken van afspraken. Als de uithuisgeplaatste dit niet meteen kan geven, kan hij deze informatie binnen 24 uur alsnog melden bij de burgemeester. In sommige regio s is indien nodig, voor de uithuisgeplaatste tijdelijke opvang georganiseerd waarvandaan soms ook hulp kan worden opgestart. Het huisverbod en de politiepraktijk Startpunt van het huisverbod Het huisverbod kan in twee situaties worden opgelegd: I. naar aanleiding van een melding en de constatering van dreigend huiselijk geweld, waarbij de politie geen aanhouding kan verrichten II. bij een aanhouding terzake huiselijk geweld, indien tijdens de aanhouding of na de invrijheidstelling van de verdachte nog steeds een dreigende situatie bestaat 6. Invullen Risicotaxatie-instrument (RiHG) De hulpofficier van justitie vult bij elke melding van huiselijk geweld een Risicotaxatieinstrument in (RiHG). Aan de hand van dit instrument bepaalt hij of aan de pleger van huiselijk geweld een huisverbod wordt opgelegd. Taken en bevoegdheden politieambtenaar 1. Binnentreden woning Politieambtenaren zijn bevoegd - met het oog op het opleggen van het huisverbod - een woning zonder toestemming van de bewoner binnen te treden, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is. Taken politie in situatie I: surveillancedienst gaat ter plaatse n.a.v. een melding en dient beide partijen in het gezin (en eventuele buren of andere betrokkenen) te horen: vormt zich een beeld van de situatie en verzamelt relevante informatie over het gezin (eerste screening) (Opmerking: in de pilotfase zal bij elke huiselijk geweldzaak zoveel mogelijk een hovj ter plaatse komen) roept in geval van dreigend huiselijk geweld waarvoor niet kan worden aangehouden, de hulpofficier van justitie ter plaatse (indien wel kan worden aangehouden: zie beschrijving situatie II) de hulpofficier van justitie bevraagt het Informatieknooppunt Huiselijk Geweld, politieregistratie en HKS voor informatie over het gezin, hoort de betrokkenen en gebruikt het risicotaxatie-instrument om te beslissen of een huisverbod moet worden opgelegd; voorwaarde is dat organisaties historische gegevens van daders en slachtoffers registreren. In de pilotgebieden zal moeten gaan blijken welke gegevens hiervoor geregistreerd moeten worden

5 de hulpofficier van justitie reikt de beschikking uit (doorslag) plus de benodigde informatie aan betrokkenen, zorgt voor inname van huissleutel, registratie en doorgeleiding naar de hulpverlening de hulpofficier van justitie zorgt dat de uithuisgeplaatste in contact met een raadsman komt en schakelt indien gewenst de Raad voor de Rechtsbijstand in zodat een advocaat kan worden toegevoegd; dit gebeurt als de uithuisgeplaatste daarom verzoekt. de politie controleert of het huisverbod wordt nageleefd, door binnen 5 dagen een huisbezoek af te leggen. tevens een inschatting moeten maken over de noodzaak om al dan niet direct hulp in te schakelen voor de achterblijver(s). Er kunnen zich verschillende situaties voordoen: 1. slachtoffer berust/lijkt te berusten in beslissing: geen acute inzet hulpverlening nodig; start hulpverlening kan volgende (werk)dag 2. slachtoffer behoeft direct steun en informatie: Slachtofferhulp en/of crisisdienst, interventieteam (indien beschikbaar) Invullen risicotaxatie-instrument 3. slachtoffer in paniek, acute crisis: crisisdienst, interventieteam 4. in geval van een weekendmelding: crisisdienst, interventieteam De hulpofficier van justitie vult bij elke melding van (dreigend) huiselijk geweld een risicotaxatie-instrument in (RiHG). Aan de hand van dit instrument bepaalt hij of aan de veroorzaker van (de dreiging van) huiselijk geweld een huisverbod wordt opgelegd. Zie voor de werkwijze de toelichting op het RiHG. Wat krijgt de uithuisgeplaatste uitgereikt Afhankelijk van de regionale werkafspraken met hulpverlenende instellingen, is er de beschikking over een 24-uurs interventieteam dat waar nodig acuut kan worden ingezet. Waar dat niet mogelijk is, kan de politie terugvallen op bestaande crisisdiensten waarmee werkafspraken over de inzet bij een huisverbod moeten worden gemaakt. beschikking + bijlage met alle regiospecifieke informatie over hulp en steun folder U heeft een huisverbod. Wat nu? ontvangstbewijs voor inname huissleutel (indien mogelijk wordt dit vermeld op de beschikking) Wat staat er in de beschikking een omschrijving van de plaats waar het huisverbod geldt de namen van degenen met wie de uithuisgeplaatste een contactverbod heeft de duur van het huisverbod feiten en/of omstandigheden die aanleiding hebben gegeven tot het opleggen van het huisverbod. Indien geen huisverbod wordt opgelegd Als de hulpofficier van justitie aan de hand van de risicotaxatie besluit om geen huisverbod op te leggen, wordt de politie geacht de melding naar bevinden af te handelen. Dat betekent dat gehandeld wordt conform het regionale protocol huiselijk geweld en dat getracht wordt partijen tot (vrijwillige) hulpverlening te motiveren. Bij een dusdanig ernstige dreiging en geen optie voor een huisverbod, zal de politie zorgdragen voor het (doen) plaatsen van slachtoffer en eventuele kinderen in een opvanghuis of elders. De veiligheid van betrokkenen staat in alle gevallen voorop. NB: Het regelen van opvang voor slachtoffer en kinderen gebeurt alleen indien: Bovendien wordt bij de uitreiking van de beschikking vermeld dat beroep kan worden ingesteld. geen mogelijkheid is tot aanhouding van de veroorzaker/verdachte èn geen mogelijkheid is tot opleggen van een huisverbod Wat krijgt het slachtof fer uitgereikt folder ( Achterblijven na een huisverbod: wat nu? ) afschrift van de beschikking bijlage met regiospecifieke informatie over hulp en steun Inschatten hulpbehoefte slachtof fer Om een huisverbod op te kunnen leggen, moet er sprake zijn van gevaar voor huiselijk geweld of een sterk vermoeden daarvan. Dat betekent dat er altijd signalen van huiselijk geweld zijn, nu en/of in het verleden. Als tot een huisverbod wordt besloten, kan dit een enorme impact hebben, ook op het slachtoffer. Een huisverbod kan tevens worden opgelegd tegen de wil van het slachtoffer. Daarbij kan het slachtoffer hulp en steun nodig hebben. De politie is de eerste partij ter plaatse en zal bij de beslissing voor een huisverbod Activiteiten politie op politiebureau Na het opleggen van een huisverbod, zal de politie op het politiebureau de volgende zaken registreren/vastleggen: registratie d.m.v. het koppelen aan de projectcode huiselijk geweld mutatie met algemene informatie en gegevens van betrokkenen incl. kinderen: registreren van relevante gegevens in het Informatieknooppunt Huiselijk Geweld (persoonskaart dader en slachtoffer, informatie over de aangetroffen situatie en genomen beslissing) opmaken van proces-verbaal of formulier bevindingen huisverbod (standaard document waarin bevindingen uitgebreider worden vastgelegd); daarin wordt o.a. afgevinkt of aan het volgende is voldaan: o beschikking uitgereikt? o voorlichtingsfolder aan uithuisgeplaatste uitgereikt? o voorlichtingsfolder aan achterblijver(s) uitgereikt? o verzoek rechtsbijstand? Piketadvocaat in kennis gesteld?

6 o in geval van kindermishandeling: Bureau Jeugdzorg/AMK geraadpleegd? o sleutel(s) ingenomen? Bewaarplaats sleutel? o naar burgemeester (gemeente) en frontoffice/ashg gefaxt: - beschikking? - risicotaxatie-instrument? - pv/formulier huisverbod? Melding op bureau Melding meldkamer Check antecedenten Check BPS X-pol/Genesis Inschakelen surveillance / BPZ Waar gaat de beschikking heen Ter plaatse De burgemeester moet onverwijld op de hoogte worden gesteld van een opgelegd huisverbod. Daartoe wordt de beschikking door de hovj onverwijld samen met het risicotaxatie-instrument en eventueel het proces-verbaal of formulier huisverbod gefaxt naar de burgemeester en wordt de burgemeester direct van de beslissing in kennis gesteld (bijvoorbeeld telefonisch). Voor het einde van de dienst faxt hij deze formulieren tevens naar het frontoffice (ASHG of anders). De doorslag wordt bewaard op het politiebureau (fysiek of digitaal) en de informatie wordt opgeslagen in het Informatieknooppunt Huiselijk Geweld tbv gemeente en frontoffice/hulpverlening. Doordat de verschillende partijen aanvullende gegevens kunnen invoeren in hetzelfde systeem, kan de burgemeester zich over het vervolg van eventueel gestarte hulpverlening laten informeren via het gezamenlijke registratiesysteem (Informatieknooppunt Huiselijk Geweld). Zie ook onder Registratie. Waar mogelijk kunnen regionaal werkafspraken worden gemaakt over de wijze van verzending van de beschikking. Eerste gesprek melder Geen strafbaar feit geen huisverbod (zaak afhandelen volgens protocol) Geen verdere actie Eindmutatie afhandeling volgens protocol Geen strafbaar feit wel huisverbod (ernstige dreiging) Concrete situatie in de woning bekijken Strafbaar feit wel huisverbod (zeer ernstige dreiging) Strafrechtelijke afhandeling: Sepot of Dagvaarding Mogelijkheid tot huisverbod Taken politie in situatie II: huisverbod tijdens/na strafrechtelijk optreden Informatie inwinnen Viadesk / Informatieknooppunt Oproepen van de hulpofficier van justitie de politie komt ter plaatse n.a.v. een melding. Zijkrijgt van de meldkamer informatie mee over antecedenten en eerdere meldingen; zij dient beide partijen in het gezin (en eventuele buren of andere betrokkenen) te horen: vormt zich een beeld van de situatie en besluit over te gaan tot aanhouding van de verdachte Men roept in alle gevallen (wel of niet aanhouden) de hulpofficier van justitie ter plaatse. Die bevraagt ondertussen het Informatieknooppunt Huiselijk Geweld voor meer informatie over het gezin. In geval van een strafbaar feit, wordt de verdachte direct aangehouden. De hulpofficier van justitie gebruikt in alle gevallen waarin mogelijk sprake is van huiselijk geweld, het risicotaxatie-instrument om te beslissen of een huisverbod moet worden opgelegd. De hulpofficier van justitie hoort volgens de procedure slachtoffer(s), betrokkenen en getuige(n). Het horen van de (aangehouden) verdachte en de verdere afhandeling van het huisverbod kan op het politiebureau plaatsvinden. De verdachte krijgt de beschikking dan later mee op het moment dat hij in vrijheid wordt gesteld. Dit kan dus zowel in 6-uurszaken als na de (verlengde) inverzekeringstelling. de hulpofficier van justitie reikt volgens procedure de benodigde informatie aan betrokkenen uit, zorgt voor inname van huissleutel, registratie (Informatieknooppunt Huiselijk Geweld) en doorgeleiding naar de hulpverlening Indien de verdachte wordt aangehouden, gaan de 10 dagen van het huisverbod wel direct tellen, ook al blijft de verdachte op het politiebureau. Dat betekent dat de hulpverlening direct kan worden ingeschakeld en aan de slag kan. Als de verdachte in verzekering wordt gesteld en er wordt tevens een huisverbod opgelegd, vindt er overleg plaats met de officier van justitie. Deze kan daar rekening mee houden in het vervolg van de zaak. Oproepen interventieteam Taken en bevoegdheden Bureau Jeugdzorg Afname RiHG Informeren van hulpverleningsnetwerk 1. Overleg door burgemeester of gemandateerde hulpofficier van justitie Als de burgemeester of een gemandateerde hulpofficier van justitie van plan is een huisverbod op te leggen wegens kindermishandeling of een ernstig vermoeden daarvan mt hij contact op met de het bureau Jeugdzorg in de provincie waarin de gemeente zich bevindt om te overleggen over zijn voornemen. 2. Informatie door burgemeester of gemandateerde hulpofficier van justitie Als het huisverbod wordt opgelegd wegens kindermishandeling of een ernstig vermoeden daarvan informeert de burgemeester of de gemandateerde hulpofficier van justitie het bureau Jeugdzorg.

7 De praktijk: in geval van kindermishandeling De wet geeft dus de mogelijkheid om ook een huisverbod op te leggen aan degene die het kind mishandelt of waarvan wordt vermoed dat hij dit doet. Daarbij moet het primair steeds gaan om het belang en de veiligheid van het kind. De volgende situaties kunnen zich voordoen: kind is zelf slachtoffer van kindermishandeling: het huisverbod kan ook worden opgelegd aan een persoon van wie dreiging tot kindermishandeling uitgaat. De burgemeester of gemandateerde hovj moet dan vooraf (telefonisch) overleggen met het AMK over de beslissing om het huisverbod op te leggen. Dit om te voorkomen dat een lopend traject van AMK of Raad vd Kinderbescherming wordt doorkruist met een huisverbod zonder onderlinge afstemming. De beschikking van het huisverbod zal in dit geval door het frontoffice tevens moeten worden doorgezonden naar het Bureau Jeugdzorg. Jeugdzorg moet te allen tijde contact opnemen met het gezin om te bekijken op welke wijze de kindermishandeling kan worden gestopt. kind is getuige geweest: in het geval dat kinderen leven in een gewelddadig gezin, lopen zij per definitie schade op. Daarvoor hoeven ze niet zelf mishandeld te zijn. Alleen het zien en horen of het voelen van spanningen en dreiging, heeft vaak al schadelijke gevolgen voor kinderen. In alle gevallen van huiselijk geweldmeldingen, vraagt de politie ter plaatse naar de aanwezigheid van kinderen (zien/spreken) en noteert de personalia van de kinderen tbv invoer in het politie registratiesysteem. Op die manier komen deze kinderen ook in beeld bij de hulverlening. Deze werkwijze geldt in het algemeen bij de aanpak van huiselijk geweld, en dus tevens voor die gevallen waarin een huisverbod wordt opgelegd. Het Informatieknooppunt Huiselijk Geweld kent een functie. Geautoriseerde deelnemers kunnen een krijgen met daarin bijvoorbeeld de melding dat er een nieuw huisverbod is opgelegd en dat hulpverlening moet worden opgestart. Het frontoffice heeft vervolgens tot taak zo spoedig mogelijk na ontvangst van het huisverbod de hulp aan alle betrokkenen te activeren en te coördineren. Dit gebeurt in eerste instantie door het direct na ontvangst in kennis stellen van: organisatie voor hulp/steun aan uithuisgeplaatste (daderhulpverlener zoekt binnen 0-12 uur actief contact met uithuisgeplaatste) steun voor slachtoffer en kinderen (frontoffice of instelling voor slachtofferhulp zoekt binnen 0-12 uur actief contact met achterblijvers, uitgaande van 24-uurs bereikbaarheid 7 dagen per week) steun voor kinderen: voor de hulp aan kinderen wordt gebruik gemaakt van bestaande regelingen voor kindsporen of andere routes voor hulp Het frontoffice voert de volgende taken uit: 1. vraagt in het eerste contact met het slachtoffer alle gegevens van betrokken gezinsleden na (personalia, gezinssamenstelling etc.) 2. benut daarbij de mogelijkheden van de risicoscreening vrouwenopvang (veiligheid, psychische belastbaarheid, kinderen) 3. activeert backoffice tbv hulpverlening 4. draagt zorg voor registratie in het Informatieknooppunt Huiselijk Geweld (mbv zgn. 12 Let op: er kan geen huisverbod worden opgelegd als kinderen of een kind alleen in de woning achterblijven. Als dit wel het geval zou zijn, moet gelijktijdig in het gezag over persoonskaarten) of ander systeem; volgt gezin en hulpaanbod en slaat informatie tussentijds op in het Informatieknooppunt Huiselijk Geweld 13 het kind of de kinderen worden voorzien. Er kan ook geen huisverbod worden opgelegd aan een minderrige pleger van huiselijk geweld houdt zicht op afloop van de termijn van het huisverbod kan indien wenselijk casusoverleg organiseren d.m.v. planning in de (gemeenschappelijke) agenda in het Informatieknooppunt Huiselijk Geweld Controle naleving huisverbod De politie is belast met controle op de naleving van het huisverbod. Met name de controle op naleving van het contactverbod zal ambtshalve niet eenvoudig zijn. Maar zodra de uithuisgeplaatste contact zoekt met partner of gezinsleden, kan dit wel actief aan de politie gemeld worden en kunnen maatregelen genomen worden. De wijze waarop de politie het toezicht gaat vormgeven, moet in de pilots verder uitgewerkt worden. Overtreding van het huisverbod is als apart strafbaar feit genoemd en strafbaar gesteld. De politie kan de overtreder (verdachte) hiervan in gevallen buiten heterdaad ook aanhouden. Daarnaast kan het frontoffice (afhankelijk van de regionale organisatie), zelf een coördinerende taak vervullen in de periode van hulpverlening, of dit uitbesteden aan een casemanager of andere coördinator. In beide gevallen zal de coördinerende instelling de betrokken hulpverleners regelmatig met elkaar in contact brengen cq de voortgang van de hulp aan hen bekend maken, zodat geen aparte hulpverleningssporen ontstaan, maar een meersporen-aanpak met zicht op elkaars activiteiten en vorderingen. De coördinator en de hulpverleners kunnen elkaar continu informeren over de voortgang door middel van het plaatsen van informatie in het Informatieknooppunt Huiselijk Geweld. Taken Frontoffice (ASHG of anders) Het frontoffice is de door de burgemeester aangewezen instelling voor hulp en advies waar het huisverbod door de burgemeester of gemandateerde hovj wordt gemeld. In het Informatieknooppunt Huiselijk Geweld is het mogelijk om een opgelegd huisverbod zodanig in dit systeem te registreren dat het frontoffice automatisch een signaal krijgt bij elk nieuw opgelegd huisverbod. Het systeem heeft daarmee ook een signalerende functie. Taken backoffice-instellingen Via het frontoffice worden de benodigde hulpverleningsinstellingen uit het zogenaamde backoffice in kennis gesteld van het opgelegde huisverbod. Deze betrokken organisaties starten met het aanbieden van hulpverlening. Omdat hier sprake is van een huisverbod en dus een termijn van tien dagen waarbinnen de hulp op gang moet zijn gebracht, is het van groot belang dat organisaties outreachend werken. Dat vraagt om een actieve en motiverende benadering van zowel de uithuisgeplaatste als de achterblijvers.

8 Het soort hulpverlening dat kan worden aangeboden, is afhankelijk van het soort huiselijk geweld. Huiselijk geweld is globaal onder te verdelen in drie categorieën: Extreem huiselijk geweld vraagt om: dadergerichte aanpak onder dwang en slachtoffergerichte gezinshulp, justitiële bescherming en (tijdelijke) opvang; dwang kan alleen binnen het strafrechtelijk kader Cyclisch huiselijk geweld vraagt om: dadergerichte aanpak onder drang en slachtoffergerichte aanpak, relationele therapie en externe controle Plotseling huiselijk geweld vraagt om: dadergerichte aanpak door hulp en slachtoffergerichte aanpak en maatschappelijke begeleiding Het huisverbod zal bij extreem huiselijk geweld niet snel worden toegepast; deze vorm van huiselijk geweld zal veelal leiden tot een strafrechtelijke aanpak. Bij de andere vormen van huiselijk geweld zal eerder een huisverbod worden opgelegd. Het hangt dan af van snelheid, efficiëntie en samenwerking tussen de hulpverleningsinstellingen of de eerste tien dagen van het huisverbod kunnen worden benut om hulp op gang te krijgen. Tussen de ketenpartners moeten bindende werkafspraken worden gemaakt over de wijze waarop wordt geregistreerd in het Informatieknooppunt Huiselijk Geweld en de verplichting om de voortgang van de hulpverlening terug te koppelen aan de coördinerende instelling. Dan kan de laatste binnen de gestelde termijn zorgen voor terugkoppeling van informatie aan de burgemeester. Deze informatie kan voor de burgemeester onder meer van belang zijn voor de vraag of hij het huisverbod zal verlangen. Wie Wat Termijn 14 Frontoffice in eigen registratie opnemen; 15 Frontoffice/ activeert hulpverlening voor alle betrokkenen direct na ontvangst, doch uiterlijk binnen 4 uur ASHG in gezin vanaf 1e werkdag na uitreiking huisverbod registreert en volgt gezin en hulpaanbod (of uitbesteed aan andere coördinerende instelling) voortdurend proces Crisisdienst/ gaat ter plaatse voor eerste opvang direct na melding politie Interventieteam/ achterblijver(s) (24 uurs beschikbaarheid) Slachtofferhulp Instelling voor belt met uithuisgeplaatste en doet direct na ontvangst verzoek van frontoffice daderhulp actief aanbod hulpverlening doch uiterlijk binnen 12 uur biedt uithuisgeplaatste eerste intake zo spoedig mogelijk na eerste contact met uithuisgeplaatste, doch uiterlijk binnen 5 werkdagen na uitreiking huisverbod Instelling voor belt met achterblijver(s) en doet direct na ontvangst verzoek van frontoffice, slachtofferzorg actief aanbod hulpverlening doch uiterlijk binnen 12 uur biedt achterblijver(s) eerste intake zo spoedig mogelijk na eerste contact met achterblijver(s), doch uiterlijk binnen 5 werkdagen na uitreiking huisverbod Registratie en privacy Met betrekking tot verwerking van gegevens in relatie tot het huisverbod, is het van belang: A. dat gegevens van verschillende instellingen beschikbaar komen, die door de burgemeester / hulpofficier van justitie geraadpleegd kunnen worden ter ondersteuning van de beslissing tot het opleggen van een huisverbod en B. dat het opgelegde huisverbod en de daarop volgende activiteiten en handelingen geregistreerd worden Ad. A: Van alle geregistreerde informatie dienen de meest relevante gegevens onderling uitwisselbaar te zijn middels het Informatieknooppunt Huiselijk Geweld. Inmiddels is bekend welke informatie geregistreerd zou moeten worden; dit is vastgelegd in een programma van eisen en een informatiemodel. Ook informatie op het gebied van het huisverbod komt daarbij aan de orde. NB: met betrokken partners zal nog heel duidelijk moeten worden afgestemd wat zij in de eigen systemen registreren en wat in het Informatieknooppunt Huiselijk Geweld, om zoveel mogelijk dubbele verwerking van gegevens (en daarmee extra administratieve last) te voorkomen. Ad. B: Daarnaast dient elke betrokken instelling zelf zorg te dragen voor volledige verwerking van gegevens in het eigen systeem: Wie registreert: Politie Gemeente Betrokken hulpverlening Wat registreren in eigen registratie opnemen: - standaard proces-verbaal/formulier huisverbod - projectcode huiselijk geweld - gegevens van alle gezinsleden / huisgenoten - dat huisverbod is opgelegd - personalia betrokkenen - termijn start huisverlening (eerste contact, intake, hulp op gang) - verlenging/opheffing (10dagen/4 weken) - afsluiting in eigen registratie opnemen: - huisverbod opgelegd - beroep/dossier - verlenging/opheffing in eigen registratie opnemen: - aanleiding: huisverbod - start intake/hulp - voortgang hulpverlening - afsluiting hulp Werkafspraken tussen de ketenpartners Instelling voor zoekt in geval van huisverbod bij zo spoedig mogelijk na ontvangst en afstemming Jeugdzorg Kindermishandeling contact met ouder(s) met frontoffice, doch uiterlijk binnen 12 uur (in afstemming met frontoffice) biedt actief hulpaanbod voor betrokken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 5 kinderen werkdagen na uitreiking huisverbod Coördinerende brengt gezin in bij eerst volgende casus zo spoedig mogelijk in eerstvolgende overleg; Instelling overleg of roept partijen indien nodig of ad hoc waar nodig eerder bijeen brengt betrokken hulpverleners bijeen voortdurend proces tbv afstemming en meersporenbeleid registreert en volgt gezin en voortdurend proces hulpaanbod (tenzij uitbesteed aan frontoffice) Behalve in het kader van registratie, dienen ook bindende werkafspraken gemaakt te worden over de wijze en momenten waarop verschillende betrokken ketenpartners elkaar informeren over verloop en voortgang van de contacten. Hiertoe zullen vanuit de pilotgebieden formats voor convenanten worden opgesteld. Privacy en uitwisseling van gegevens Ingevolge de Wet Bescherming Persoonsgegevens (hierna: Wbp) dient de gegevensverwerking binnen een samenwerkingsverband in overeenstemming met de wet en zorg-

9 vuldig te zijn ingericht. In relatie tot het huisverbod is sprake van samenwerkingsconstructies, waarbij persoonsgegevens moeten worden uitgewisseld. Gegevensuitwisseling tussen verschillende organisaties, die het gevolg is van samenwerking, is ingevolge de privacyregelgeving toegestaan wanr deze noodzakelijk is om een gezamenlijk doel te bereiken. Daarnaast dient iedere partner te beschikken over een rechtmatige grondslag in de op hem van toepassing zijnde privacyregelgeving om aan een andere organisatie gegevens te mogen verstrekken in het kader van dit gezamenlijke doel. Alleen die gegevens mogen worden verstrekt die noodzakelijk zijn om het doel te bereiken. De gegevens dienen toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig te zijn. Hieronder volgt een beknopte weergave van aandachtspunten bij gegevensuitwisseling, waarmee de diverse instanties die betrokken zijn bij het huisverbod rekening moeten houden, te weten: politie gemeente betrokken hulpverleningsinstellingen Gemeente Privacyregelgeving met verstrekkingsgrondslag - Wet bescherming persoonsgegevens Taak bij de aanpak van huiselijk geweld handhaving van de openbare orde en uitvoering van het huisverbod Uitleg grondslag De gemeente is gehouden aan de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Ingevolge artikel 8 en 9 Wbp is verwerking van persoonsgegevens (waaronder ook gegevensverstrekking valt) slechts toegestaan indien dit verenigbaar is met het doel en wanr één van de genoemde verstrekkingsgrondslagen van toepassing is. Mogelijke grondslagen bij de aanpak van huiselijk geweld en de uitvoering van het huisverbod voor de gemeente: de betrokkene heeft zijn ondubbelzinnige toestemming verleend; de gegevensverwerking is noodzakelijk voor de goede vervulling van een publiekrechtelijke taak van het betreffende bestuursorgaan (i.c. de gemeente) of het bestuursorgaan waaraan verstrekt wordt; de gegevensverwerking is noodzakelijk voor de behartiging van het gerechtvaardigd belang van de Politie verantwoordelijke of van een derde aan wie de gegevens verstrekt worden. Privacyregelgeving voor verstrekkingsgrondslag - Wet Politieregisters In de praktijk - Besluit Politieregisters Omdat slechts één van deze grondslagen is benodigd en in de Wet tijdelijk huisverbod een publiekrechtelijke Taak bij de aanpak van huiselijk geweld taak wordt toebedeeld aan de burgemeester kan de gemeente op basis van deze grondslag de opsporing van strafbare feiten, handhaving van de openbare orde en hulpverlening aan hen die dit noodzakelijke gegevens verstrekken aan de andere betrokken partijen. Toestemming is hiervoor dus behoeven. niet benodigd. Ook dit wordt nader uitgewerkt in het modelconvenant. 16 Uitleg grondslag 17 De politie is gehouden aan het gesloten verstrekkingenregime in de Wet Politieregisters. Dit betekent dat de ontvanger genoemd moet zijn in dan wel de Wet (Wpol) danwel het Besluit Politieregisters Hulpverlening (Bpol). Toestemming vormt voor de politie géén grondslag om gegevens te mogen verstrekken. Privacyregelgeving met verstrekkingsgrondslag Afhankelijk van de functie die men vervult: Op grond van artikel 15 lid 1 sub b Wpol mag de politie gegevens verstrekken aan de Burgemeester - evt. Beroepscode Maatschappelijk werk voor zover zij dit nodig hebben voor de handhaving van de openbare orde. Op grond van deze bepaling - evt. Wet Geskundige Behandelingsovereenkomst kunnen daarmee politiegegevens aan de gemeente in het kader van het huisverbod worden verstrekt. - evt. Wet op de jeugdzorg Taak bij de aanpak van eergerelateerd geweld en ernstige dreiging Een ASHG of hulpverleningsinstanties staat echter niet genoemd als ontvanger in de Wet of het Besluit. Hierbij Opvang, hulpverlening aan en begeleiding van slachtoffers van huiselijk geweld kan de ventielbepaling van art. 30 WPol uitkomst brengen. Op grond van dit artikel kan de politie in het kader van haar politietaak (opsporing, handhaving openbare orde en hulpverlening) gegevens verstrekken wanr Uitleg grondslag en verenigbaarheid wordt voldaan aan het proportionaliteitsbeginsel en het subsidiariteitsbeginsel. Proportionaliteit houdt in dat Geheimhoudingsplicht niet méér informatie verstrekt mag worden dan strikt noodzakelijk is voor het nagestreefde doel. Subsidiariteit Indien het gaat om een gegevensverstrekking door een hulpverlener die aan de geheimhoudingsplicht betekent dat het doel niet op een andere, minder ingrijpende manier kan worden bereikt. van de Wet geskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) is gebonden of om een gegevensver- strekking door een maatschappelijk werker die aan de geheimhoudingsplicht van de beroepscode Art. 30 Wpol ziet toe op informatieverstrekking in incidentele gevallen en biedt in beginsel geen basis Maatschappelijk Werk is gebonden is gegevensverstrekking aan derden in beginsel niet toegestaan voor structurele verstrekkingen aan een bepaalde instantie/partner. In een samenwerkingsverband waarbij tenzij de betrokkene hier toestemming voor heeft gegeven. zich vaker individuele gevallen voordoen die voldoen aan dezelfde criteria kan in overleg met het Ook voor het Bureau Jeugdzorg geldt ingevolge de Wet op de jeugdzorg (Wjz) dat in beginsel alleen bevoegd gezag besloten worden tot verstrekking op grond van art. 30 Wpol. Dit kan dan worden geregeld met toestemming van de cliënt gegevens mogen worden verstrekt. door het afsluiten van een convenant voor gegevensuitwisseling. In het modelconvenant wordt dit allemaal nader uitgewerkt voor de aanpak van huiselijk geweld inclusief de uitvoering van huisverbod. Conflict van plichten Een uitzondering hierop vormt het conflict-van-plichten, ook wel overmacht genoemd. Hierbij is de In de praktijk hulpverlener van mening dat het belang om te zwijgen voor het betrokken slachtoffer niet opweegt tegen Dit betekent dus dat de politie zonder toestemming -na belangenafweging- noodzakelijke gegevens in het belang om te spreken. Deze situatie kan zich voordoen in geval van een ernstig vermoeden van het kader van de aanpak van huiselijk geweld en de uitvoering van het huisverbod kan verstrekken huiselijk geweld, verwaarlozing of bijvoorbeeld ernstige zorg omtrent een kind. Dus ook bij ernstige aan een ASHG of aan hulpverleningsinstanties. dreiging en gevaar voor lijf en leden wat bij de aanpak van huiselijk geweld aan de orde kan zijn.

10 Van belang voor de hulpverlener of maatschappelijk werker blijft hierbij dat bij de beslissing over het al dan niet doorbreken van de geheimhoudingsplicht zorgvuldig is gehandeld. Hiertoe kan een hulpverlener zichzelf de volgende vragen stellen: Welk gerechtvaardigd doel wil ik bereiken met het geven van informatie? Kan dit doel ook worden bereikt zonder dat ik die informatie aan een ander verstrek? Is het mogelijk en verantwoord om toestemming van mijn cliënt te vragen voor de gegevensverstrekking? Zo, heb ik echt alles gedaan om toestemming te verkrijgen. Is het ernstig nadeel dat ik voor mijn cliënt wilt afwenden zo zwaar dat dit opweegt tegen het belang dat de cliënt heeft bij geheimhouding? Als men besluit te spreken, ga dan na welke informatie de andere partij echt nodig heeft. Verstrek niet meer gegevens dan noodzakelijk om het doel te bereiken. In de praktijk: Voor een hulpverleningsinstantie betekent dit alles dat men in beginsel alleen gegevens mag verstrekken met toestemming van de cliënt. Dat mt echter niet weg dat men -indien toestemming ontbreekt- in het samenwerkingsverband wel bepaalde gegevens mag ontvangen die men verder kan gebruiken bij de hulpverlening of bijvoorbeeld om vast te stellen of wellicht doorbreking van de geheimhoudingsplicht op grond van een conflict van plichten aan de orde kan zijn. De afweging of bij een conflict van plichten het belang van spreken voor moet gaan voor de verplichting tot zwijgen, is een persoonlijke afweging van de medewerker. Advies is om de situatie wel altijd met een leidinggevende te bespreken wanr men zich wilt beroepen op een conflict van plichten en deze afweging in het dossier van de betrokken cliënt vast te leggen. Taken en bevoegdheden rechter Rechten en plichten uithuisgeplaatste De uithuisgeplaatste heeft de volgende rechten en plichten: 1. Bereikbaarheid De uithuisgeplaatste geeft na het opleggen van het huisverbod aan waar of op welke wijze hij bereikbaar is. Indien hij dit niet meteen kan doorgeven, geeft hij dit binnen 24 uur door aan de burgemeester (gemeente). 2. Niet naleven huisverbod De uithuisgeplaatste die zich niet houdt aan het opgelegde huisverbod maakt zich schuldig aan een misdrijf. Bij overtreding van het opgelegde huisverbod is inverzekeringstelling mogelijk en de dader kan worden bestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twee ren, een taakstraf of een geldboete van de vierde categorie. 3. Beroep en voorlopige voorziening Als de uithuisgeplaatste het niet eens is met het huisverbod, kan hij tegen die beslissing in beroep gaan bij de rechter. Om op korte termijn het huisverbod aan de rechter voor te leggen, kan de uithuisgeplaatste een voorlopige voorziening vragen; dit kan hij alleen als hij ook in beroep gaat tegen het huisverbod. Een voorlopige voorziening is een spoedmaatregel van de rechter. De uithuisgeplaatste wordt dan binnen drie werkdagen door de voorzieningenrechter gehoord. De rechter doet onmiddellijk na het horen van de partijen, doch uiterlijk binnen 24 uur na behandeling van de zaak, uitspraak of het huisverbod terecht is opgelegd De praktijk voor de uithuisgeplaatste Voor de taken en bevoegdheden van de rechter geldt dat de Awb (Algemene wet Bestuursrecht) van toepassing is. Hier worden in aanvulling op of in afwijking van de Awb, taken en bevoegdheden van de rechter genoemd ingevolge het wetsvoorstel tijdelijk huisverbod. De rechter heeft de volgende taken en bevoegdheden bij het huisverbod: 1. Horen uithuisgeplaatste De voorzieningenrechter is verplicht de uithuisgeplaatste binnen drie werkdagen te horen, nadat een verzoek om een voorlopige voorziening tegen het huisverbod is gedaan. 2. Uitspraak De voorzieningenrechter moet onmiddellijk na het horen van partijen uitspraak doen tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden in welk geval de rechtbank binnen 24 uur na de behandeling van de zaak uitspraak doet. 3. Ex-nunc toetsing De rechter moet bij de beoordeling van zijn beslissing ook de feiten en omstandigheden betrekken die zich hebben voorgedaan na het opleggen van het huisverbod. 4. Mening kenbaar laten maken door minderrigen De rechter moet minderrigen die tot het huishouden van de uithuisgeplaatste behoren en die de leeftijd van twaalf ren hebben bereikt, in de gelegenheid stellen hun mening aan hem kenbaar te maken, tenzij de spoedige behandeling van de zaak zich hiertegen verzet. Hij kan deze minderrigen die jonger dan twaalf ar zijn in de gelegenheid stellen hun mening kenbaar te maken op een door hem te bepalen wijze. De uithuisgeplaatste kan dus tegen het huisverbod in beroep gaan zonder dat daar een bezwaarschrift aan vooraf gaat. De uithuisgeplaatste kan gelijktijdig een voorlopig voorziening vragen (een voorlopige beslissing van de voorzieningenrechter). Deze rechter moet het verzoek binnen 3 werkdagen behandelen. De rechter beslist dan of het huisverbod terecht is opgelegd. De wet geeft de ruimte aan de rechter om bij zijn beslissing ook mee te wegen wat er gebeurd is na het opleggen van het huisverbod. De uithuisgeplaatste kan kosteloos hulp krijgen van een advocaat voor de duur van de voorlopige voorziening, als hij daar zelf om vraagt. Hij kan dat als volgt doen: direct bij opleggen van het huisverbod: de politie schakelt dan een advocaat in via regeling piketadvocatuur (afspraken Raad voor Rechtsbijstand ivm standaard formulier), binnen 24 uur nadat de uithuisgeplaatste de wens daartoe te kennen heeft gegeven later verzoeken om een advocaat: verzoek indienen bij de burgemeester De uithuisgeplaatste komt slechts in aanmerking voor gratis rechtsbijstand voor de duur van de behandeling van de voorlopige voorziening. Ook het slachtoffer of de huisgenoten kunnen in beroep gaan tegen de beslissing. Mochten zij daarbij juridische hulp nodig hebben, dan kan de hulpverlener die contact met het slachtoffer heeft daarbij adviseren. Informatie over juridische hulp voor slachtoffers die in beroep willen, staat tevens in de folder vermeld.

11 Politie gaat nav melding huiselijk geweld ter plaatse Politie handelt de situatie conform protocol af (ABCDEF) start Politie beoordeelt situatie: horen betrokkenen 1e screening Doorverwijzing naar hulpverlening voor betrokkenen Politie houdt verdachte aan en start strafrechtelijk onderzoek conform Aanwijzing Huiselijk Geweld Aanhouding tz. strafbaar feit mogelijk? Politie doet direct bij aanhouding of tijdens 6 uur / ivs een risicotaxatie Medewerker politie vraagt hovj ter plaatse en maakt PV bevindingen op hovj hoort betrokkenen en vult risicotaxatie-instrument in Bij vermoeden (dreigende) kindermishandeling: eerst overleg AMK/Jeugdzorg hovj voert ter plaatse de volgende acties uit: maakt beschikking tot uithuisplaatsing op reikt doorslag beschikking (incl. bijlage) uit aan uithuisgeplaatste en achterblijvers vordert sleutels van uithuisgeplaatste indien gewenst: schakelt piketadvocaat in reikt informatiefolder uit aan uithuisgeplaatste en achterblijvers Politie schat crisissituatie slachtoffer + kinderen in en beslist: start hulp volgende dag of direct steun/advies nodig: hulp ter plaatse of crisis: interventieteam of crisisdienst ter plaatse hovj voert aan bureau de volgende acties uit: maakt PV huisverbod op in bedrijfsprocessensysteem maakt afspraak op locatie in bedrijfsprocessensysteem originele beschikking, RiHG en PV huisverbod naar burgemeester/ frontoffice/ BJZ/AMK (in geval kindermishandeling) registratie Informatieknooppunt Huiselijk Geweld (IHG) en zaak over naar wijkpolitie Kinderen doorverwijzen via Kindspoor of andere route einde In beroep tegen huisverbod Info via politie naar frontoffice Politie controleert naleving Informatie via politie naar burgemeester Frontoffice: activeert binnen 0-4uur de noodzakelijke hulpinstellingen registreert huisverbod en acties (Viadesk) Burgemeester/gemeente registreert huisverbod coördirt hulp of regelt casemanager/coördinator koppelt < 10 dagen status terug aan de burgemeester/gemeente Backoffice: mt binnen 0-12 contact op met de uithuisgeplaatste en huisgenoten start outreachende begeleiding op start casemanagement op tbv gecoördirde hulp aan uithuisgeplaatste en slachtoffer en kinderen registreert in Viadesk koppelt < 10 dagen status terug aan frontoffice Voorzieningenrechter behandelt <3 werkdgn Is de situatie dreigend? Is de situatie dreigend? Opleggen huisverbod? Burgemeester beoordeelt < 10dgn de status van opgestarte hulpverlening en begeleiding Burgemeester ontvangt informatie van politie en frontoffice over verlenging van huisverbod en reikt verlenging uit aan uithuisgeplaatste Verlenging huisverbod? Frontoffice voert de volgende acties uit: informeert slachtoffer over verlenging beschikking coördirt/volgt voortgang hulpverlening Burgemeester informeert politie en frontoffice over afloop of intrekking huisverbod (registratie IHG) Politie voert de volgende acties uit: verlengt afspraak op locatie in bedrijfsprocessensysteem registreert verlenging huisverbod Politie/wijkpolitie maakt na aflopen van huisverbod een eindmutatie in bedrijfsprocessensysteem (ivm afsluiten proces) Terecht opgelegd Huisverbod wordt vernietigd einde Overtreding huisverbod? einde Politie stuurt ingevuld RiHG op naar gemeente i.v.m. registratie (beroep door slachtoffer kan)