Installatiehandleiding

Transcriptie

1 Installatiehandleiding Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u deze service gaat gebruiken en bewaar deze op een handige plaats voor toekomstige raadpleging. Neem vóór gebruik van dit apparaat de Veiligheidsinformatie in "Lees dit eerst" goed door. Hierin wordt beschreven hoe u het apparaat op een veilige en correcte manier gebruikt. Belangrijke mededeling De gebruikershandleiding voor Ricoh Unified Communication System P3000 vindt u bij de gebruikershandleidingen die bij dit product worden geleverd, maar dit product werkt niet met videovergadersystemen via Ricoh Unified Communication System. Wij accepteren geen enkele aansprakelijkheid met betrekking tot enig verlies of enige schade als gevolg van het gebruik van dit product voor andere toepassingen dan het videovergadersysteem. Over deze handleiding In deze handleiding wordt uitgelegd hoe Ricoh Unified Communication System P3500M (dit apparaat) moet worden bediend voor het verbinden met een compatibel videovergadersysteem. Raadpleeg de Ricoh website voor meer informatie over de specificaties en besturingsomgeving van dit apparaat. Over dit apparaat Dit apparaat werkt op het besturingssysteem Windows Embedded Standard en kan worden bediend met de muis, het toetsenbord, het bedieningspaneel of met een afstandsbediening. Dit apparaat biedt een videovergadersysteem door via een internetbrowser verbinding te maken met een virtuele vergaderzaal die is opgesteld op een ondersteund videovergadersysteem. Benodigde apparaten De volgende apparaten zijn nodig om dit apparaat te gebruiken. Apparaatnaam Interface Muis USB 0 (type A) Toetsenbord USB 0 (type A) Video-uitvoerapparaat (beeldscherm of projector) Analoge RGB/VGA-, HDMI-aansluiting De volgende apparaten kunnen ook worden gebruikt voor uw omgeving en gebruikstoepassing. Apparaatnaam Analoog audio-invoerapparaat (microfoon, hoofdtelefoon en andere Audio-ingang apparaten) Analoog audio-uitvoerapparaat (luidspreker of hoofdtelefoon en andere Audio-uitgang apparaten) Digitaal audio-in-/uitvoerapparaat (USB-microfoonluidspreker) USB 0 (type A) USB-flashstation (wordt gebruikt om adresboekgegevens te importeren en USB 0 (type A) exporteren, systeembestanden bij te werken en certificaten te importeren) Video-ingangapparaten (USB-camera) USB 0 (type A) Video-ingangapparaten (camera) HDMI-terminal Interface Ook kan een toetsenbord worden gebruikt dat is gekoppeld aan een muis of via USB met een muis is verbonden. 1

2 Het gebruik van het bedieningspaneel DNC001 [Push]-knop Hiermee brengt u de camera omhoog. Zoom-knoppen. Wordt gebruikt om met de camera van het apparaat in of uit te zoomen. Uit-knop van de camera Indicatielampje Power (Aan/Uit) Hiermee schakelt u het display van de camera van het apparaat uit. Dit lampje brandt als het apparaat aan staat. Dit lampje knippert als het apparaat aan het opstarten of aan het afsluiten is. [Power]-knop U kunt deze knop gebruiken om het apparaat aan en uit te zetten. 6. [Disconnect]-knop Hiermee kunt u de browser afsluiten. 7. [Enter]-knop Gebruik deze knop om het menu, de instelling of een ingestelde waarde die met de cursortoetsen geselecteerd is, te activeren. 8. Volumeknoppen Deze knoppen kunt u gebruiken om het luidsprekervolume aan te passen. luidspreker 9. Pijltjestoetsen Hiermee kunt u een menu of instelling selecteren. 10. [Menu]-knop Hiermee kunt u het menu Instellingen weergeven, waar u de apparaatinstellingen kunt wijzigen. 1 [Mute]-knop Gebruik deze knop om de audio-invoer naar het apparaat tijdelijk uit te schakelen. 1 Indicatielampje geluid dempen Dit lampje knippert als de [Mute]-knop wordt gebruikt om de microfoon uit te schakelen. U kunt de afstandsbediening gebruiken om dezelfde bewerkingen uit te voeren als die op het bedieningspaneel van het apparaat. Apparaten aansluiten Sluit het netsnoer van het apparaat aan. Sluit het video-uitgangapparaat op het apparaat aan. Sluit de Ethernet-kabel op het apparaat aan. Sluit de Ethernet-kabel alleen aan bij gebruik van het bedraad netwerk. Sluit het toetsenbord op het apparaat aan. Sluit de muis op het apparaat aan. 2

3 Het apparaat voorbereiden voor gebruik Start dit apparaat, configureer de netwerkinstellingen en andere initiële instellingen en installeer vervolgens de browser. Volg de instructies op het scherm om het systeem met de muis en het toetsenbord te bedienen. Druk op de [Power]-knop. Het apparaat wordt opgestart en het scherm Initiële instellingen wordt weergegeven. Selecteer de regio en taal en selecteer vervolgens [Volgende]. Nadat u de regio en taal heeft geselecteerd, moet u uitloggen en dan weer opnieuw inloggen. Volg de instructies op het scherm voor bediening. Stel de datum en tijd in en selecteer vervolgens [Volgende]. Configureer de vereiste instellingen voor uw netwerkomgeving. Vraag de netwerkbeheerder over welke instellingen in deze stap moeten worden gespecificeerd en voer de juiste waarden in. Als u klaar bent met de configuratie, selecteert u [Volgende (instellingen opslaan en opnieuw opstarten)]. Het apparaat wordt opnieuw opgestart en het venster Initiële instellingen wordt weergegeven. 6. Volg de instructies op het scherm om de URL van het gebruikte videovergadersysteem in te voeren. De ingevoerde URL van het videovergadersysteem is de standaard opstartpagina die wordt gebruikt voor de functie Handmatige invoer. De URL mag maximaal 256 tekens zijn. 7. Stel zo nodig een certificaat in. Als de netwerkomgeving een certificaat vereist, gebruikt u een USB-flashstation om het certificaat van uw computer te downloaden. 8. Als u klaar bent met de configuratie, selecteert u [Klaar (instellingen opslaan en opnieuw opstarten)]. Het apparaat wordt opnieuw opgestart en de Default Startup Page wordt weergegeven. U kunt de apparaatinstellingen ook wijzingen via "Instellingen". Voor meer informatie, zie "De apparaatinstellingen wijzigen". Een vergadering beleggen Scherm Over adresboek Als dit apparaat wordt gestart, wordt het adresboek weergegeven. Het adresboek wordt gebruikt voor het registreren van de URL en naam van een virtuele vergaderzaal met een ondersteund videovergadersysteem als bestemming. U moet het bestemmingsadres in het adresboek registreren voordat u een vergadering belegt. Voor informatie over het registreren van de bestemming, zie "Adresboek beheren" Bestemmingslijst Geeft een overzicht van de bestemmingen die in het adresboek zijn opgeslagen. Knop [Zoeken] Met deze functie kunt u een geregistreerde bestemming in de bestemmingenlijst zoeken. Knop [Handmatige invoer] Met deze functie kunt u de pagina van een videovergadersysteem weergeven die is gespecificeerd als de Default Startup Page. DPW008 3

4 Vergadering starten Druk op de [Power]-knop. Het adresboek wordt weergegeven. Druk op de [Push]-knop en trek aan de arm van de camera om de camera omhoog te brengen. Stel de camera af door deze voorzichtig te bewegen en verticaal en horizontaal te draaien. Selecteer de bestemming waarmee u verbinding wilt maken en start de vergadering. U kunt u de pijltjestoetsen op het apparaat gebruiken om de bestemming te selecteren. Druk vervolgens op de [Enter]-knop. Selecteer [Deelnemen]. De internetbrowser wordt geopend en het geselecteerde videovergadersysteem wordt weergegeven. Voor meer informatie over bediening tijdens de vergadering, zie de handleiding of de Help-functie van het gebruikte videovergadersysteem. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld als er 15 minuten geen activiteit heeft plaatsgevonden. Een bestemming in de bestemmingslijst zoeken Selecteer de knop [Zoeken]. U kunt ook de [ ]-toets van dit apparaat gebruiken om de [Zoeken]-knop te selecteren. Druk vervolgens op de [Enter]-toets van dit apparaat. Voer een trefwoord in om de bestemming te zoeken. Druk op de [Enter]-knop van het toetsenbord. Zoekresultaten met alle relevante bestemmingen worden in de bestemmingenlijst weergegeven. Selecteer de bestemming waarmee u verbinding wilt maken. U kunt ook de [ ]-toets van dit apparaat gebruiken om de bestemming te selecteren. Druk vervolgens op de [Enter]-toets van dit apparaat. De internetbrowser wordt geopend en het geselecteerde videovergadersysteem wordt weergegeven. Trefwoorden mogen tot 100 tekens lang zijn. 4

5 Met een ongeregistreerde bestemming verbinden Selecteer de knop [Handmatige invoer]. U kunt ook de [ ]- en [ ]-toetsen van dit apparaat gebruiken om de knop [Handmatige invoer] te selecteren. Druk vervolgens op de [Enter]-toets van dit apparaat. De internetbrowser wordt geopend en het geselecteerde videovergadersysteem wordt weergegeven. Het computerscherm delen Als u het apparaat via een USB-kabel op uw computer aansluit en Scherm delen gebruikt, kunt u het scherm dat op uw computer wordt weergegeven met de andere partij delen. Om een scherm van een computer met Windows-besturingssysteem te delen, moet u eerst het stuurprogramma voor Scherm delen op uw computer installeren. Voor meer informatie over het installeren van het stuurprogramma, zie de Gebruiksaanwijzing van het Ricoh Unified Communication System P3500. Als het gebruikte videovergadersysteem de functie "Scherm delen" via een browser niet ondersteunt, kan het scherm niet worden gedeeld. Sluit de micro-b-connector van de USB-kabel aan op de USB-poort (type micro-b) van dit apparaat. Sluit het uiteinde A van de USB-kabel aan op een USB-poort (type A) van de computer. De software voor Scherm delen op uw computer start automatisch. Als het niet automatisch opstart, open dan "Computer" op uw computer, klik met de rechtermuisknop op [Scherm delen] en klik vervolgens op [Scherm delen starten]. Klik op [Delen starten]. Start scherm delen op het videovergadersysteem dat wordt gebruikt. Selecteer "Ricoh Screen Share" als een gedeelde toepassing. Voor gebruiksaanwijzigen, raadpleeg de Help-functie van het gebruikte videovergadersysteem. Klik op [Delen stoppen] om te stoppen met het delen van uw computerscherm. De vergadering beëindigen Druk op de [Disconnect]-knop van dit apparaat. De browser wordt gesloten. Druk op de [Power]-knop om dit apparaat uit te schakelen. Selecteer [OK]. Het apparaat wordt uitgeschakeld. 5

6 De apparaatinstellingen wijzigen Wijzig de apparaatinstellingen aan de hand van de omgeving waarin het apparaat wordt gebruikt. Als u de netwerkinstellingen wijzigt, vraag dan de netwerkbeheerder over welke instellingen moeten worden gespecificeerd in bedrade/draadloze netwerkinstellingen en voer vervolgens de juiste waarden in. Druk op de [Menu]-knop. Selecteer het instellingenmenu dat u wilt wijzigen DPW009 Het adresboek beheren Regio- en Hiermee kunt u de taal of regio wijzigen. taalinstellingen Datum en tijd Hiermee wordt de datum, tijd of tijdzone gewijzigd. Instellingen Hiermee worden de instellingen van het bedrade netwerk gewijzigd. bedraad netwerk Met een Hiermee wordt verbinding gemaakt met een toegangspunt. toegangspunt verbinding maken Draadloze Hiermee worden de instellingen van het draadloze netwerk gewijzigd. netwerken beheren 6. Instellingen Hiermee worden de instellingen van de proxyserver gewijzigd. proxyserver 7. Certificaat Hiermee kan het certificaat worden gewijzigd. importeren 8. Systeeminstellingen Hiermee kunnen de systeeminstellingen worden gewijzigd. Opstartpagina Hiermee kan de opstartpagina worden gewijzigd. Verbindingstest Hiermee wordt getest of het apparaat verbinding kan maken met de updateserver van het systeem. Als uw netwerkomgeving een proxyserver-verificatie vereist, wordt een dialoogvenster weergegeven waarin om de verificatie wordt gevraagd. Systeemupdate U kunt controleren of er een systeembestand is dat moet worden bijgewerkt. Als er een systeemupdate beschikbaar is, volgt u de instructies op het scherm om de systeembestanden bij te werken. Hiermee worden de systeembestanden bijgewerkt die op uw computer zijn gedownload. Sla de systeembestanden op het USB-flashstation op en steek deze in het apparaat. Volg de instructies op het scherm om de systeembestanden bij te werken. Logboek verzamelen Hiermee worden de logboeken verzameld. Plaats het USB-flashstation en volg vervolgens de instructies op het scherm om de logboeken te verzamelen en op te slaan. 9. Toegevoegd gegevensbeheer Hiermee wordt het adresboek beheerd. Voor meer informatie, zie "Adresboek beheren" en "Achtergrondafbeelding wijzigen". Het adresboek voorbereiden U moet eerst een tekstbestand maken dat de bestemmingslijst bevat. Maak een Unicode Little Endian tekstbestand (.txt) aan met door tabs gescheiden waarden en voer het bestemmingsadres in. Gebruik hierbij de volgende notatiewijze. Bestandsnaam: Indeling rucs-addrbook-*.txt Voorbeeld rucs-addrbook txt Bestemmingsadres: 6 Indeling Voorbeeld Etiketregel: naam<tab>url 2e en opvolgende regels: bestemmingsnaam<tab>bestemmings-url naam url Zaal1 Zaal2

7 Sla het tekstbestand op een USB-flashstation op om het adresboekbestand naar dit apparaat over te dragen. De bestemmingsnaam is een naam die wordt weergegeven in het adresboek van dit apparaat. Een bestemmingsnaam mag één of meer spaties bevatten. Als er een lege regel is met alleen spaties, worden die regel en opvolgende regels niet geregistreerd. Als er geen bestemming in het adresboek is geregistreerd, wordt alleen een tekstbestand met een etiketregel geëxporteerd. U kunt bestemmingen voor gebruik in het tekstbestand invoeren. Als u een nieuw adresboekbestand importeert, worden bestaande adresboekbestanden verwijderd. Als er meer dan 1000 items in het bestand staan, worden alleen de eerste 1000 items geïmporteerd. Adresboek importeren Plaats het USB-flashstation in dit apparaat. Druk op de [Menu]-knop. Selecteer [Toegevoegd gegevensbeheer]. Selecteer [Importeren] van "Adresboek". Selecteer het tekstbestand dat u wilt importeren en selecteer vervolgens [Importeren]. Als het adresboekbestand is geïmporteerd, wordt een bevestigingsbericht weergegeven. 6. Selecteer [Sluiten]. 7. Selecteer [Klaar (instellingen opslaan en opnieuw opstarten)]. Het apparaat wordt automatisch opnieuw opgestart. Als er een foutmelding wordt weergegeven, controleer dan of de bestandsnaam en de bestemmingsadressen in het bestand juist zijn. Adresboek exporteren Plaats het USB-flashstation in dit apparaat. Druk op de [Menu]-knop. Selecteer [Toegevoegd gegevensbeheer]. Selecteer [Exporteren] van "Adresboek". Als het adresboek is geëxporteerd, wordt een bevestigingsbericht weergegeven. Selecteer [Sluiten]. 7

8 Achtergrondafbeelding wijzigen U kunt de achtergrondafbeelding in het adresboek wijzigen. Om dit te doen, slaat u de gewenste afbeelding op als een JPEG-bestand op een USB-flashstation. Als u een nieuw bestand voor de achtergrondafbeelding importeert, wordt een reeds geïmporteerd afbeeldingsbestand verwijderd. Achtergrondafbeelding importeren Plaats het USB-flashstation in dit apparaat. Druk op de [Menu]-knop. Selecteer [Toegevoegd gegevensbeheer]. Selecteer [Importeren] van "Achtergrondafbeelding". Selecteer het afbeeldingenbestand dat u wilt importeren en selecteer vervolgens [Importeren]. Als de achtergrondafbeelding is geïmporteerd, wordt een bevestigingsbericht weergegeven. 6. Selecteer [Sluiten]. 7. Selecteer [Klaar (instellingen opslaan en opnieuw opstarten)]. Het apparaat wordt automatisch opnieuw opgestart. Achtergrondafbeelding verwijderen Als de achtergrondafbeelding wordt verwijderd, wordt de achtergrond van het adresboek teruggezet naar de fabrieksinstelling. Plaats het USB-flashstation in dit apparaat. Druk op de [Menu]-knop. Selecteer [Toegevoegd gegevensbeheer]. Selecteer [Verwijderen] van "Achtergrondafbeelding". Selecteer [Verwijderen]. 6. Selecteer [Klaar (instellingen opslaan en opnieuw opstarten)]. Het apparaat wordt automatisch opnieuw opgestart. Handelsmerken Microsoft, Windows en Windows Embedded Standard 7 zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Andere productnamen die in dit document worden vermeld, worden uitsluitend gebruikt voor identificatiedoeleinden en zijn mogelijk handelsmerken van hun respectieve ondernemingen. Wij maken geen enkele aanspraak op deze merken Ricoh Co., Ltd. E0A5-7011A NL NL 8