Frequentiegebruik Brzo in Rijnmond

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Frequentiegebruik Brzo in Rijnmond"

Transcriptie

1 Frequentiegebruik Brzo in Rijnmond Themaonderzoek naar frequentiegebruik in de regio Rijnmond door bedrijven die onder het Besluit risico zware ongevallen (Brzo) vallen Colofon Datum Februari 2016 Versie 1.0 Copyright Agentschap Telecom 2016

2 Voorwoord Informatie gestuurd en risicogericht Agentschap Telecom houdt informatie gestuurd en risicogericht toezicht. Tijdens waarnemingen en uit analyses zijn in de afgelopen jaren signalen naar voren gekomen, dat er bij draadloze toepassingen in bedrijfscommunicatiesystemen niet toegewezen frequenties worden gebruikt. Daarnaast ontving het agentschap meldingen van verstoringen in - voor de bedrijfsvoering en veiligheid - cruciale draadloze systemen. Ook bij zogenaamde Brzo-bedrijven (Besluit risico zware ongevallen). Dit zijn bedrijven die werken met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen en/of deze in opslag hebben. Deze bedrijven moeten aan strenge veiligheidseisen voldoen. Dit was voor Agentschap Telecom aanleiding om nader onderzoek te doen naar de vraag hoe de draadloze communicatie in deze sector is georganiseerd. De focus van dit beeldvormend onderzoek lag op Brzo-bedrijven in de regio Rotterdam Rijnmond. Signaleren Het resultaat van het onderzoek levert een discrepantie op tussen hoe de onderzochte bedrijven denken hun draadloze communicatie op orde te hebben en de feitelijk door het agentschap aangetroffen situatie. Uit het onderzoek blijkt dat deze bedrijven hun vergunde situatie veelal niet naleven. Het gaat dan om bijvoorbeeld het uitzenden met teveel zendvermogen of op een verkeerde zendfrequentie. Daardoor kan er een onverwachte storing in de draadloze communicatie ontstaan die weer gevolgen kan hebben voor het algemene risicoprofiel van het bedrijf of die van omliggende bedrijven. Uit storingsmeldingen bij het agentschap blijkt overigens niet dat er sprake is van een acute gevaarzetting. Agenderen De onderzochte bedrijven vertrouwen er vaak op dat hun leverancier/installateur de communicatieapparatuur wel goed zal hebben geïnstalleerd. Dit blijkt regelmatig niet zo te zijn. Deze onbewuste afhankelijkheid van (de kennis en ervaring van) deze tussenpersonen is het agenderende van dit onderzoek. Agentschap Telecom gaat in gesprek met betrokkenen over de mogelijke verbeteringen in de afspraken tussen bedrijf en tussenpersoon en in diens kennisniveau. Op die wijze wil Agentschap Telecom een bijdrage leveren aan de verbetering van de risicobeheersing in deze sector. J.T.M. Derksen Plaatsvervangend Hoofdinspecteur Agentschap Telecom Pagina 2 van 39

3 Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Inhoudsopgave... 3 Samenvatting... 4 Leeswijzer Inleiding Motivering onderzoek Onderzoeksvraag Onderzoeksmethodiek Afbakening onderzoek Uitvoering onderzoek Bevindingen vragenlijsten Aanwezigheid radiozendapparatuur Mate van afhankelijkheid Frequentiebeleid Testen en onderhoud Vergunningvrije apparatuur Storing en uitval Overige Bevindingen inspecties Algemeen Toelichting gecontroleerde vergunningen Uitkomsten inspecties Duiding uitkomsten Beantwoording onderzoeksvraag Conclusie Aanbevelingen Pagina 3 van 39

4 Samenvatting Inleiding Het rapport Frequentiegebruik Brzo in Rijnmond beschrijft het themaonderzoek dat de hoofdafdeling Toezicht van Agentschap Telecom in de periode van mei 2014 tot en met juni 2015 heeft uitgevoerd naar frequentiegebruik bij bedrijven die onder het Besluit risico zware ongevallen (Brzo) vallen. Brzo-bedrijven zijn bedrijven die werken met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen en/of deze in opslag hebben. Vanwege de aard van hun activiteiten moeten Brzo-bedrijven aan strenge veiligheidseisen voldoen. De focus van het onderzoek lag op Brzo-bedrijven in de regio Rijnmond. De regio Rijnmond is met de Rotterdamse haven als logistiek knooppunt in haar midden een belangrijke drager van de Nederlandse economie. Van de meer dan 400 Brzobedrijven ligt ruim een kwart in de regio Rijnmond. Telecommunicatie is bij Brzo-bedrijven ondersteunend aan andere processen binnen de organisatie. Communicatiemiddelen worden onder andere gebruikt voor het productieproces, voor de BHV-organisatie en bij sommige bedrijven ook voor de bedrijfsbrandweer. Doel van het themaonderzoek was om Brzo-bedrijven te wijzen op het belang van zorgvuldig frequentiegebruik, het beeld van het frequentiegebruik bij een deel van de Brzo bedrijven te actualiseren en, tot slot, de sector om aandacht te vragen voor telekwetsbaarheid: de onbewuste steeds grotere afhankelijkheid van telecommunicatie. Motivering onderzoek Diverse factoren hebben een rol gespeeld bij het besluit van Agentschap Telecom om proactief onderzoek te doen naar frequentiegebruik bij Brzo-bedrijven. Zo zijn de veiligheidsrisico s bij Brzo-bedrijven groot. Brzo-bedrijven moeten daarom aan strikte veiligheidseisen voldoen, waarin de preventie en de beheersing van de gevaren van zware ongevallen centraal staat. Goede en betrouwbare telecommunicatie speelt hierin een cruciale rol. Onderzoek naar deze doelgroep past ook binnen het kader van het risicogestuurd toezicht op maatschappelijke belangen dat Agentschap Telecom nastreeft. Een deel van de Brzo-bedrijven behoort tot één van de door de overheid aangewezen vitale sectoren. Incidenten en calamiteiten bij bedrijven die onder de vitale infrastructuur vallen, kunnen ernstige maatschappelijke en/of economische impact hebben en zelfs leiden tot maatschappelijke ontwrichting. Tot slot sluit de uitvoering van dit onderzoek aan op de missie en visie van Agentschap Telecom. Het agentschap vindt het vanuit zijn maatschappelijke rol en verantwoordelijkheid belangrijk dat bedrijven die tot de vitale sectoren behoren zich bewust zijn van het belang van zorgvuldig frequentiegebruik en de bijzondere verantwoordelijkheid die zij op dit gebied hebben. Een onzorgvuldige omgang met telecommunicatieapparatuur vergroot het risico op verstoring. Verstoringen kunnen de continuïteit van de bedrijfsprocessen raken ook bij omliggende bedrijven en leiden tot risico s voor veiligheid van mens en milieu. Pagina 4 van 39

5 Onderzoeksvraag De centrale vraag van dit onderzoek luidt: in welke mate zijn de onderzochte Brzobedrijven zich bewust van het belang van zorgvuldig frequentiegebruik voor hun bedrijfsvoering? Om beantwoording van de hoofdvraag mogelijk te maken zijn acht deelvragen geformuleerd. De deelvragen zijn beantwoord aan de hand van een vragenlijst die voorafgaand aan de inspectie aan de te inspecteren bedrijven is gestuurd en door het uitvoeren van inspecties. Uitvoering onderzoek In mei 2014 heeft Agentschap Telecom een informatiebrief naar alle ruim 400 Brzobedrijven in Nederland gestuurd. In de brief is de uitvoering van dit onderzoek aangekondigd en zijn de bedrijven gewezen op het belang van zorgvuldig frequentiegebruik en de bijzondere verantwoordelijkheid die zij op dit gebied hebben. Ook is de bedrijven om aandacht gevraagd voor telekwetsbaarheid: de onbewuste afhankelijkheid van telecommunicatie. Eind januari/ begin februari 2015 heeft het agentschap 29 geselecteerde bedrijven in de regio Rijnmond een brief gestuurd. In de brief is de uitvoering van de inspectie aangekondigd en is de bedrijven verzocht om de vragenlijst die als bijlage bij de brief was opgenomen ingevuld terug te sturen. In de periode van maart tot en met juni 2015 zijn bij 26 bedrijven inspecties uitgevoerd. Bevindingen vragenlijsten De vragenlijst die aan de geselecteerde bedrijven is gestuurd, bevatte 27 vragen die thematisch waren geclusterd. Uit de analyse van de antwoorden komt naar voren dat de betreffende Brzo-bedrijven zich redelijk tot goed bewust lijken te zijn van het belang van zorgvuldig frequentiegebruik. De meeste bedrijven geven aan dat de omgang met radiozendapparatuur deel uitmaakt van het veiligheidsbeleid van het bedrijf. Verder bestaat bij de bedrijven over het algemeen centraal zicht op de apparatuur en is ook het beheer doorgaans centraal geregeld. De bedrijven beschikken niet altijd over een frequentieplan. Wel wordt de radiozendapparatuur periodiek getest en onderhouden. De bedrijven lijken zich goed bewust te zijn van de mate waarin de processen binnen het bedrijf van de apparatuur afhankelijk zijn. In kritieke bedrijfsprocessen gebruiken de bedrijven nauwelijks vergunningvrije frequenties. Dit is verstandig, omdat ze hierdoor geen medegebruik en storingen veroorzaakt door andere legale toepassingen hoeven te aanvaarden. De meeste bedrijven maken gebruik van alternatieve communicatiemiddelen om de risico s bij storing en uitval te beperken. Bij storing of uitval wenden de bedrijven zich op een uitzondering na tot de leverancier/ installateur van de radiozendapparatuur. Bevindingen inspecties De focus tijdens de inspecties lag op het controleren van de technische parameters van de analoge radiozendapparatuur. Pagina 5 van 39

6 Naleving van de technische parameters is belangrijk, omdat dit de vergunninghouder zoveel mogelijk verzekert van storingsvrij gebruik van de apparatuur, ook van de back-upvoorzieningen. Ook kan de vergunninghouder hiermee storingen bij andere partijen voorkomen. Tot slot is naleving van belang voor de planning en uitgifte van nieuwe frequenties door het agentschap. Op het moment dat de geplande en feitelijke situatie uiteen lopen, heeft het agentschap niet langer een actueel en betrouwbaar beeld van het feitelijke frequentiegebruik bij het bedrijf of in het gebied. Nieuwe vergunningen kunnen dan worden verstrekt op basis van onjuiste gegevens, met risico s op storingen van dien. Uit de inspecties komt een ander beeld naar voren van het nalevingsniveau dan op grond van de antwoorden op de vragenlijst mag worden verwacht: bij 21 van de 26 gecontroleerde Brzo-bedrijven (81%) zijn overtredingen vastgesteld. Bij 5 bedrijven (19%) zijn geen overtredingen vastgesteld. Veel geconstateerde overtredingen betroffen afwijkingen van de aard van het vergunde radiozendstation (29 keer), overschrijding e.r.p. 1 zendvermogen (35 keer), overschrijding van antennehoogte (31 keer) en afwijking van de geografische coördinaten (9 keer). Ook is 33 keer een frequentie aangetroffen waarvoor geen vergunning bleek te zijn verstrekt. Daarnaast werd geconstateerd dat bedrijven 23 aan hen vergunde frequenties niet in gebruik hadden. Beantwoording hoofdvraag Waar uit de antwoorden op de vragenlijst het beeld naar voren komt dat de onderzochte bedrijven zich redelijk tot goed bewust zijn van het belang van zorgvuldig frequentiegebruik, daar blijkt uit de inspecties dat het naleefgedrag van de bedrijven niet op orde is. Agentschap Telecom stelt een discrepantie vast tussen hoe de onderzochte bedrijven denken het eigen frequentiegebruik te hebben geregeld en hoe de bedrijven het frequentiegebruik feitelijk hebben geregeld. Vanwege het ontbreken van kennis en kunde van radiozendapparatuur hebben de bedrijven de aanleg en het onderhoud van apparatuur uitbesteed aan leveranciers en installateurs zodat zij hier geen omkijken naar hebben. Zij vertrouwen erop dat het goed geregeld is. Een deel van de bedrijven is zich onvoldoende bewust van de eigen verantwoordelijkheid die zij hebben voor naleving van de vergunningsvoorwaarden. Door het ontbreken van kennis zijn de bedrijven niet tot nauwelijks in staat te controleren of de plaatsing van nieuwe apparatuur of het modificeren van bestaande apparatuur plaatsvindt met inachtneming van de technische parameters. Ze gaan veelal af op het oordeel van de leverancier/ installateur die hetzij bewust, hetzij onbewust, hetzij ook op verzoek van de klant zelf regelmatig kiest of in het verleden heeft gekozen voor een praktische oplossing in strijd met de vergunningsvoorwaarden. Een deel van de bedrijven lijkt zich niet bewust te zijn van de risico s die zijzelf evenals omliggende bedrijven hierdoor lopen, zowel voor wat betreft de continuïteit van de bedrijfsprocessen als de veiligheid 1 E.r.p. vermogen is het effectief uitgestraald vermogen dat uit de antenne komt Pagina 6 van 39

7 Aanbevelingen In de aanbevelingen is onder andere opgenomen om de uitkomsten van dit themaonderzoek terug te koppelen aan alle Brzo-bedrijven in Nederland en diverse brancheverenigingen. Dit met als doel om de bewustwording bij de sector te vergroten van onder andere de gesignaleerde afhankelijkheid van de onderzochte bedrijven van hun leverancier/ installateur en de risico s die bij niet naleving van de vergunningsvoorwaarden. Ook wordt aanbevolen om een voorlichtingstraject richting de leveranciers/ installateurs van radiozendapparatuur te starten. Tot slot wordt aanbevolen om vervolgonderzoek te doen naar frequentiegebruik onder Brzobedrijven in andere economisch belangrijke regio s. Pagina 7 van 39

8 Leeswijzer Het rapport Frequentiegebruik Brzo in Rijnmond 2 is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 1 omvat de inleiding. Hierin wordt onder meer beschreven wat Brzobedrijven zijn en wordt kort de rol van telecommunicatie bij de bedrijven toegelicht. Ook volgt een schets van het Rijnmondgebied. Vervolgens wordt ingegaan op de motivering van het onderzoek. Na de beschrijving van de centrale onderzoeksvraag en de deelvragen volgt een toelichting op de gevolgde methodiek. In de laatste paragraaf van het hoofdstuk volgt de afbakening van het onderzoek. Hoofdstuk 2 beschrijft de stappen volgens welke het onderzoek is verlopen. In hoofdstuk 3 worden de verzamelde antwoorden op de vragenlijst thematisch toegelicht. Hoofdstuk 4 gaat in op de uitkomsten van de inspecties. Ook wordt ingegaan op enkele factoren die (mogelijk) een rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van de aangetroffen situatie. In hoofdstuk 5 wordt de centrale onderzoeksvraag beantwoord. Hoofdstuk 6 bevat de conclusies. In hoofdstuk 7 staan tot slot de aanbevelingen die uit het onderzoek volgen. 2 De afbeelding van het chemisch bedrijf op de voorpagina is illustratief bedoeld. Het bedrijf is niet gecontroleerd. Pagina 8 van 39

9 1 Inleiding Bedrijven die werken met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen 3 en/of deze in opslag hebben vallen onder het Besluit risico zware ongevallen 1999 (Brzo). 4 Het Brzo integreert eisen op het gebied van arbeidsveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding met als doel de kans op een zwaar ongeval of een ramp zo klein mogelijk te maken en het effect van een eventueel incident zoveel mogelijk te beperken. Brzo-bedrijven moeten vanwege de aard van hun activiteiten aan strenge veiligheidseisen voldoen. De hoeveelheid en aard van de gevaarlijke stoffen bepaalt welke verplichtingen dit zijn. Bedrijven die de lage drempelwaarde overschrijden van hoeveelheden chemische stoffen worden als Pbzo-bedrijf aangemerkt (zie afkorting hierna). Deze bedrijven moeten alle maatregelen treffen die nodig zijn om zware ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan voor mens en milieu te beperken. Ze moeten onder andere een Preventiebeleid zware ongevallen (Pbzo) opstellen en voor de uitvoering en bepaling daarvan een veiligheidsbeheerssysteem (Vbs) implementeren. Bedrijven die een hoge drempelwaarde overschrijden worden aangemerkt als Vrbedrijf (zie afkorting hierna). Zij moeten, naast de hierboven genoemde verplichtingen, een volledig veiligheidsrapport (Vr) indienen waarmee wordt aangetoond dat de preventie en de beheersing van de gevaren van zware ongevallen in orde zijn. Van alle Brzo-bedrijven in Nederland (peildatum 1 september 2013: 413 bedrijven) is 30% aangemerkt als Pbzo-bedrijf en 70% als Vr-bedrijf. 5 Voor alle Brzo-bedrijven geldt dat ze de verplichting hebben om een intern noodplan op te stellen en een lijst van gevaarlijke stoffen bij te houden. Sommige bedrijven zijn verplicht een bedrijfsbrandweer te hebben als zij in geval van brand of ongevallen een bijzonder gevaar voor de openbare veiligheid kunnen vormen. Uit bovenstaande beschrijving 6 blijkt dat de activiteiten van Brzo-bedrijven dusdanig risicovol zijn dat van hen een uitstekende performance in de beheersing van risico s verwacht mag worden. In deze risicobeheersing speelt een goede en betrouwbare telecommunicatie een belangrijke rol. Telecommunicatie is bij Brzo-bedrijven ondersteunend aan andere processen binnen de organisatie. Communicatiemiddelen worden onder andere gebruikt voor het productieproces, voor de BHV-organisatie en bij sommige bedrijven ook voor de bedrijfsbrandweer. Zowel in het dagelijkse werk als bij calamiteiten moet de gebruikte communicatieapparatuur goed en storingsvrij functioneren. 3 Onder gevaarlijke stoffen worden stoffen verstaan die giftig, ontvlambaar of explosief zijn 4 Het Brzo 1999 is op 8 juli 2015 vervangen door het Brzo 2015, De wijziging betreft o.a. nieuwe Europese eisen aan het categoriseren van gevaarlijke stoffen. Daarnaast verplicht het besluit om meer informatie uit inspecties openbaar te maken. 5 De lijst van Brzo-bedrijven wordt ieder half jaar geactualiseerd. Op de website is de actuele lijst te vinden. 6 Bovenstaande beschrijving is ontleend aan de website Pagina 9 van 39

10 Dit rapport beschrijft het themaonderzoek dat Agentschap Telecom in de periode van mei 2014 tot en met juni 2015 heeft uitgevoerd naar frequentiegebruik bij Brzobedrijven. Doel van het themaonderzoek was om Brzo-bedrijven te wijzen op het belang van zorgvuldig frequentiegebruik, het beeld van het frequentiegebruik bij een deel van de Brzo bedrijven te actualiseren en, tot slot, de sector om aandacht te vragen voor telekwetsbaarheid: de onbewuste steeds grotere afhankelijkheid van telecommunicatie. De focus van dit themaonderzoek ligt op Brzo-bedrijven in de regio Rijnmond. De regio Rijnmond is met de Rotterdamse haven als logistiek knooppunt in haar midden een belangrijke drager van de Nederlandse economie. Via de haven van Rotterdam vinden dagelijks een groot aantal goederen en grondstoffen hun weg naar afnemers in Nederland en andere landen in Europa. Het vervoer vindt plaats per schip, trein, vrachtauto of via buisleidingen. Rotterdam is met 450 miljoen ton aan jaarlijkse overslag de grootste haven van Europa. 7 Van de ruim 400 Brzo-bedrijven in Nederland is een kwart gelegen in de regio Rijnmond. De bedrijven variëren van complexe chemische procesindustrie en raffinaderijen tot eenvoudige opslagbedrijven. De meeste Brzo-bedrijven in het gebied zijn aangesloten bij Deltalinqs. Dit is de ondernemersvereniging van het Rotterdamse havengebied. Ruim 700 logistieke, haven- en industriële bedrijven in de regio Rijnmond zijn hiervan lid. 8 De ondernemersvereniging beschikt over een eigen meldkamer: de Deltalinqs Centraal Post. Dit is een digitaal UHF-mobilofoonnetwerk waarop leden veiligheidsinformatie kunnen doorgeven en ontvangen over calamiteiten, stankcodes en het weer. Op basis van deze informatie kunnen bedrijven hun werkzaamheden en activiteiten aanpassen om de overlast terug te dringen. 9 De Deltalinqs Centraal Post is ondergebracht bij de AlarmServiceCentrale van Trigion in Schiedam. 1.1 Motivering onderzoek De volgende overwegingen hebben meegespeeld in het besluit van Agentschap Telecom om proactief onderzoek te doen naar frequentiegebruik bij Brzo-bedrijven: De veiligheidsrisico s bij Brzo-bedrijven zijn groot. Bedrijven in de doelgroep moeten aan strenge veiligheidseisen voldoen, waarin de preventie en de beheersing van de gevaren van zware ongevallen centraal staat. Goede en betrouwbare telecommunicatie speelt in deze risicobeheersing een cruciale rol; Met de uitvoering van dit onderzoek verwacht het agentschap het beeld te actualiseren van het feitelijke frequentiegebruik bij (een deel van) de Brzobedrijven. Ook verwacht het agentschap het beeld aan te scherpen van de leveranciers en installateurs, die in deze branche een rol spelen; Het controleren van de Brzo-bedrijven past binnen het kader van het risicogestuurd toezicht op maatschappelijke belangen dat Agentschap Telecom nastreeft. Een deel van de Brzo-bedrijven behoort tot één van de door de overheid aangewezen vitale sectoren, in dit geval de energiesector en de Pagina 10 van 39

11 chemische sector. Incidenten en calamiteiten bij bedrijven die onder de vitale infrastructuur vallen, kunnen ernstige maatschappelijke en/of economische impact hebben en zelfs leiden tot maatschappelijke ontwrichting; De uitvoering van dit onderzoek sluit aan op de missie en visie van het agentschap. De missie luidt: Wij waarborgen de beschikbaarheid van moderne en betrouwbare telecommunicatie in en voor Nederland. Agentschap Telecom vindt het vanuit zijn maatschappelijke rol en verantwoordelijkheid belangrijk dat bedrijven die tot de vitale sectoren behoren zich bewust zijn van het belang van zorgvuldig frequentiegebruik en de bijzondere verantwoordelijkheid die zij op dit gebied hebben. Een onzorgvuldige omgang met telecommunicatieapparatuur vergroot het risico op verstoring. Niet alleen bij het Brzo-bedrijf zelf, maar ook eventueel bij omliggende bedrijven. Verstoringen kunnen de continuïteit van het productieproces in gevaar brengen en in geval van incidenten en calamiteiten leiden tot risico s voor veiligheid van mens en milieu; De uitvoering sluit tot slot aan op de focus die de afdeling Toezicht van Agentschap Telecom legt op het uitvoeren van inspecties in economisch belangrijke gebieden, waaronder de regio Rijnmond. 1.2 Onderzoeksvraag De centrale vraag van dit onderzoek luidt: In welke mate zijn de onderzochte Brzo-bedrijven zich bewust van het belang van zorgvuldig frequentiegebruik voor hun bedrijfsvoering? Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden, zijn antwoorden op de volgende deelvragen van belang: 1. Hoe hebben de Brzo-bedrijven de omgang met radiozendapparatuur ingericht? 2. Voor welke bedrijfsprocessen wordt de apparatuur gebruikt? 3. In welke mate zijn de bedrijven afhankelijk van de radiozendapparatuur? 4. Welke gevolgen zien de bedrijven bij langdurige uitval? 5. Maken de bedrijven gebruik van vergunningvrije frequenties en zijn zij zich bewust van de risico s die aan het gebruik van deze frequenties verbonden zijn? 6. Hebben de bedrijven storingen ondervonden en welke maatregelen hebben zij vervolgens genomen? 7. Maken de bedrijven gebruik van alternatieve communicatiemiddelen? 8. Wat is het nalevingsniveau van de gecontroleerde bedrijven? De eerste zeven deelvragen zullen worden beantwoord aan de hand van analyse van de antwoorden op de vragenlijst die voorafgaand aan de inspectie aan de te controleren bedrijven is uitgezet. Beantwoording van de laatste deelvraag vindt plaats aan de hand van analyse van de uitkomsten van de uitgevoerde inspecties. Pagina 11 van 39

12 1.3 Onderzoeksmethodiek Om de benodigde informatie te verkrijgen heeft Agentschap Telecom zoals hiervoor vermeld gekozen voor het verzenden van een vragenlijst aan de te inspecteren bedrijven. De vragenlijst was als bijlage gevoegd bij de brief waarin de inspectie bij het bedrijf is aangekondigd. De bedrijven is gevraagd de vragenlijst voorafgaand aan de inspectie ingevuld naar het agentschap terug te sturen. Om de betrouwbaarheid te verhogen zijn de vragen in de vragenlijst zoveel mogelijk gesloten gesteld. Nadat de ingevulde vragenlijsten zijn teruggestuurd, zijn de antwoorden op de vragen geanalyseerd. De uitkomsten zijn opgenomen in hoofdstuk 3. Naast het verzamelen van informatie via de vragenlijst heeft Agentschap Telecom inspecties uitgevoerd. Het uitvoeren van inspecties biedt (deels) de mogelijkheid om de door het bedrijf op de vragenlijst ingevulde antwoorden in praktijk te toetsen of beter in perspectief te plaatsen. Voorafgaand aan de inspectie hebben de inspecteurs in veel gevallen de ingevulde vragenlijst met de medewerker(s) van het bezochte bedrijf besproken. Naar aanleiding van deze bespreking zijn enkele eerder gegeven antwoorden op de vragenlijst aangepast. Nadat alle inspecties zijn uitgevoerd, zijn de uitkomsten ervan in samenhang geanalyseerd. De analyse is opgenomen in hoofdstuk 4. Tot slot hebben na diverse inspecties evaluatiegesprekken tussen de projectleider en inspecteurs plaatsgevonden, waarbij de aangetroffen situatie op het bedrijf en/ of de door vergunninghouder, leverancier of installateur verstrekte informatie tijdens de inspectie nader is besproken. In meerdere gevallen heeft de tijdens deze evaluatiegesprekken uitgewisselde informatie geanonimiseerd een plek in dit rapport gekregen. 1.4 Afbakening onderzoek Dit rapport beschrijft de uitkomsten van het themaonderzoek naar frequentiegebruik onder Brzo-bedrijven dat Agentschap Telecom in de periode van mei 2014 tot en met juni 2015 heeft uitgevoerd in de regio Rijnmond. Het rapport geeft een grofmazig beeld weer van hoe de vlag er wat betreft het frequentiegebruik in de gecontroleerde branche bijhangt. Grofmazig omdat het een beeld geeft hoe ruim een kwart van de ruim 100 Brzo-bedrijven in de regio aankijken tegen frequentiegebruik in het algemeen en omgaan met (de aan hen vergunde) frequentieruimte in het bijzonder. De uitkomsten van dit onderzoek zijn dan ook niet direct van toepassing op alle Brzo-bedrijven in Nederland, maar kunnen wel aanleiding zijn om bij Brzo-bedrijven in andere regio s onderzoek te doen. De focus tijdens de inspecties lag op controle van analoge radiozendapparatuur. Digitale landmobiele toepassingen zijn niet of slechts beperkt gemeten. Pagina 12 van 39

13 Tot slot geven de in dit rapport geschetste uitkomsten de situatie weer tot en met de uitvoering van de inspectie. Eventuele interventiemaatregelen die uit de inspecties voortvloeien zijn niet in dit rapport meegenomen. Pagina 13 van 39

14 2 Uitvoering onderzoek De uitvoering van het onderzoek is als volgt verlopen: Informatiebrief In het voorjaar van 2014 heeft Agentschap Telecom een informatieve brief op directieniveau verstuurd naar alle ruim 400 Brzo-bedrijven in Nederland. In de brief is de uitvoering van dit onderzoek aangekondigd en zijn de bedrijven gewezen op het belang van zorgvuldig frequentiegebruik en de bijzondere verantwoordelijkheid die zij op dit gebied hebben. In de brief zijn ook een aantal tips opgenomen over hoe de bedrijven een zorgvuldige inrichting kunnen bereiken, bijvoorbeeld door regie te voeren op telecommunicatie, de technische parameters na te leven en door radiozendapparatuur periodiek te testen. In de brief heeft Agentschap Telecom de bedrijven tevens gewezen op telekwetsbaarheid: de onbewuste steeds grotere afhankelijkheid van telecommunicatie. Het agentschap heeft de bedrijven geadviseerd om rekening te houden met uitval en storing van (landmobiele) communicatieapparatuur en na te denken over alternatieven, perspectief en maatregelen om de risico s op storing en uitval te beperken. Tot slot is in de brief aangegeven dat het agentschap in de tweede helft van 2014 bij enkele tientallen Brzo-bedrijven inspecties zal uitvoeren. In de bijlage bij de brief is meer informatie over uitvoering van de inspecties opgenomen en over de wijze waarop bedrijven zich hierop kunnen voorbereiden. Voorafgaand aan de verzending van de informatiebrief heeft Agentschap Telecom contact gelegd met de Brzo+-organisatie. De Brzo+-organisatie coördineert landelijk de samenwerking tussen partijen 10 die betrokken zijn bij de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving op het gebied van de Brzo-regelgeving met als doel om zo veel mogelijk op te treden als één overheid. Besproken is of Agentschap Telecom in het kader van vermindering van de toezichtlast bij de Brzo-inspecties door de hierbij betrokken bestuursorganen zal aansluiten. De conclusie van dit overleg was dat aansluiting vooralsnog geen meerwaarde heeft. De Brzo-inspecties hebben een auditachtig karakter, waarbij delen van de Vr s of Pbzo s inhoudelijk worden beoordeeld. Ook duren deze inspecties vaak een dag tot meerdere dagen. De inspecties van het agentschap zijn in het algemeen beperkt tot het uitvoeren van metingen aan radiozendapparatuur en kosten doorgaans minder tijd. In de informatiebrief aan de Brzo-bedrijven is een passage opgenomen dat de inspecties naar frequentiegebruik door het agentschap zijn afgestemd met de Brzo+-organisatie en de uitkomsten hiervan indien daartoe aanleiding bestaat gedeeld zullen worden met de bevoegde gezagen voor de Brzo-regelgeving. 10 Het toezicht op de Brzo-regelgeving is belegd bij het bevoegd gezag voor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de Veiligheidsregio's (de brandweer) en de inspectie SZW. De inspecties worden door deze drie partijen uitgevoerd, waarbij het bevoegd gezag voor de Wabo een coördinerende rol heeft. Pagina 14 van 39

15 Aankondigingsbrief inspectie inclusief vragenlijst In de periode van november tot december 2014 heeft Agentschap Telecom uit de ruim 100 Brzo-bedrijven in de regio Rijnmond (of net daarbuiten) 29 bedrijven geselecteerd die volgens het vergunningenbestand in het bezit waren van analoge landmobiele toepassingen. Er is voor een mix gekozen van bedrijven die over één vergunning of meerdere vergunningen beschikten. Eind januari/ begin februari 2015 heeft het agentschap de 29 geselecteerde bedrijven een brief gestuurd. In de brief is de uitvoering van de inspectie aangekondigd en is de bedrijven verzocht om de vragenlijst die als bijlage bij de brief was opgenomen binnen enkele weken ingevuld terug te sturen. In de vragenlijst werd de bedrijven ook verzocht om een contactpersoon voor de inspectie door te geven. 11 Begin maart 2015 zijn naar enkele bedrijven rappelmails gestuurd, omdat deze bedrijven de ingevulde vragenlijst nog niet terug hadden gestuurd. In de periode van februari tot en met april 2015 zijn 29 vragenlijsten ingevuld retour gekomen. Uitvoering inspecties In de periode van maart tot en met juni 2015 zijn inspecties uitgevoerd bij de geselecteerde bedrijven. De inspecteurs van het agentschap werden tijdens de inspectie begeleid door een medewerker van het bedrijf en/of een leverancier/ installateur die in staat was om toegang te verschaffen tot de locaties waar de radiozendapparatuur zich bevond en de radiozendapparatuur te bedienen, zodat de inspecteurs hun meetapparatuur konden aansluiten en ontkoppelen. In totaal heeft Agentschap Telecom bij 26 van de 29 bedrijven een inspectie uitgevoerd. Vanwege uitloop van het project is in juni 2015 besloten de laatste drie inspecties naar een later moment door te schuiven. 11 In de vragenlijst is aangegeven dat de door het bedrijf gegeven antwoorden worden gebruikt om het bedrijf tijdens of na afloop van de inspectie te adviseren over het eigen frequentiegebruik. Ook is aangegeven dat de door het bedrijf gegeven antwoorden geanonimiseerd kunnen worden verwerkt ten behoeve van eventuele voorlichtingsactiviteiten aan andere (Brzo)bedrijven, overheidsdiensten en/ of het algemene publiek. Pagina 15 van 39

16 3 Bevindingen vragenlijsten In dit hoofdstuk worden de antwoorden van de bedrijven op de vragenlijst samengevat weergegeven. De vragenlijst bevatte 27 vragen die thematisch waren geclusterd. 3.1 Aanwezigheid radiozendapparatuur Om beter zicht te krijgen op de radiozendapparatuur waarover het bedrijf beschikte, heeft Agentschap Telecom de bedrijven in de vragenlijst verzocht aan te geven van welke apparatuur zij op de te inspecteren bedrijfslocatie gebruik maken. Hierbij was het mogelijk om meer dan één antwoord aan te kruisen. Figuur 1 Uit de beantwoording (figuur 1) blijkt dat 22 van de 29 bedrijven aangaven gebruik te maken van analoge porto-/ mobilofoonnetwerken die in de VHF- of UHF-band liggen. 21 gaven aan eveneens gebruik te maken van mobiele telefonie. Het aantal bedrijven dat gebruikt maakt van vergunningvrije apparatuur ligt vermoedelijk iets hoger dan de 9 bedrijven die dit nu hebben aangegeven. Tijdens de bespreking van de vragenlijsten voorafgaand aan de inspectie, bleek dat diverse bedrijven zich niet bewust waren van het feit dat WiFi ook in de vergunningvrije band ligt. Naar aanleiding hiervan zijn de eerder gegeven antwoorden bij diverse bedrijven aangepast. Omdat niet met alle bedrijven de vragenlijst is besproken, ligt dit aantal waarschijnlijk hoger. Vraag 2 had betrekking op de processen waarvoor de radiozendapparatuur - met uitzondering van vergunningvrije apparatuur gebruikt werd. Ook hier was het mogelijk om meer dan één antwoord te geven. Pagina 16 van 39

17 Vraag 2: Voor welke processen gebruikt u de bij vraag 1 aangekruiste radiozendapparatuur m.u.v. van de vergunningvrije apparatuur? Productieproces BHV-organisatie Bedrijfsbrandweer Figuur Algemene communicatie voor de medewerkers Anders Het merendeel van de bedrijven (90%) gaf aan de radiozendapparatuur te gebruiken voor de BHV-organisatie. Dit hoge percentage kan worden verklaard uit het feit dat Brzo-bedrijven, net als iedere werkgever in Nederland, op grond van de Arbowet verplicht zijn over bedrijfshulpverlening te beschikken. 25 van de 29 bedrijven (86%) gaven aan radiozendapparatuur te gebruiken in het productieproces. In vier gevallen gaven bedrijven aan de radiozendapparatuur anders te gebruiken dan de vier aan hen voorgelegde processen. Uit de toelichting bleek dat het hier onder ander ging om gebruik door servicemonteurs en communicatie tijdens inspectie- en onderhoudswerkzaamheden. Ook gaf een bedrijf aan de communicatieapparatuur te gebruiken voor ISPS, wat staat voor International Ship and Port facility Security, de beveiliging van schip en havenfaciliteiten. Uit de antwoorden bleek verder dat de meeste bedrijven de radiozendapparatuur voor meer dan één proces gebruikt. 5 van de 29 bedrijven (17%) gaven aan apparatuur in vier processen te gebruiken. Vraag 3 had betrekking op de leveranciers van de aangeschreven Brzo-bedrijven. Vraag 3: Wie zijn de vaste leveranciers van uw radiozendapparatuur? Leverancier A Leverancier B Leverancier C Leverancier D Leverancier E Leverancier F Leverancier G Leverancier H Leverancier I Figuur 3 Het diagram (figuur 3) laat zien dat twee leveranciers een groot deel van de bedrijven bedienen. Enkele bedrijven gaven aan twee vaste leveranciers te hebben. Pagina 17 van 39

18 3.2 Mate van afhankelijkheid De volgende vraag uit de vragenlijst luidde in welke mate de processen binnen het bedrijf afhankelijk zijn van het gebruik van radiozendapparatuur: geheel afhankelijk, deels afhankelijk, niet afhankelijk. Door twee bedrijven zijn op vraag 4 meerdere antwoorden gegeven. Het eerste bedrijf gaf aan voor de BHV-organisatie geheel afhankelijk te zijn en voor het productieproces gedeeltelijk. Het andere bedrijf gaf aan deels afhankelijk te zijn voor het productieproces en de BHV en niet afhankelijk te zijn voor wat betreft algemene communicatie voor de medewerkers. Uit de antwoorden (figuur 4) blijkt echter dat bij het merendeel van de bedrijven een gedeeltelijke tot grote mate van afhankelijkheid bestaat. Vraag 4: In welke mate zijn de processen afhankelijk van het gebruik van de radiozendapparatuur? 3 8 Geheel afhankelijk Deels afhankelijk Niet afhankelijk 20 Figuur 4 Vraag 5 vroeg de bedrijven de potentiële gevolgen te beschrijven indien de aangekruiste radiozendapparatuur langdurig zou uitvallen. Omdat het een open vraag betrof is er een breed scala aan antwoorden gegeven, variërend van het stil komen liggen van het bedrijfsproces tot het ervaren van ongemak. Door één bedrijf werd aangegeven dat de installaties zonder radiozendapparatuur niet veilig kunnen draaien. Een ander bedrijf beschreef dat langdurige uitval kon leiden tot ongewenste en onveilige situaties bij verstoringen van het proces en andere calamiteiten in explosiegevaarlijke afdelingen. Een derde bedrijf gaf aan dat het gebruik van mobiele telefoons verboden was in de installaties. Portofoons zorgden voor snel contact tussen operator buiten en controlekamer binnen. Bij uitval diende het contact te verlopen via vaste speakers die slechtere dekking hadden. Een ander bedrijf gaf aan dat bij langdurige uitval de operationele communicatie werd verstoord, waardoor meer mankracht was vereist en grotere druk op het operationele personeel kwam te staan. Indien dit tijdens operationele werkzaamheden plaatsvond of tijdens calamiteiten bracht dit grote risico's met zich mee. Meerdere bedrijven gaven aan dat bij langdurige uitval zowel voor productie, de BHV-organisatie als voor algemene communicatie op alternatieven moest worden teruggevallen, waaronder op reguliere mobiele telefoons, explosievrij ATEXtelefoons, vaste telefoons en praatpalen. Pagina 18 van 39

19 Eén bedrijf antwoordde dat de gevolgen van uitval nihil waren. Het bedrijf gaf aan dat het productieproces geautomatiseerd is en op afstand volledig te besturen. Ook konden de deelprocessen afzonderlijk gestopt worden en kon de BHV van alternatieve middelen gebruik maken. Ook een ander bedrijf gaf aan dat uitval geen significante gevolgen had, behalve bij verladingen en dan in het bijzonder bij het afpassen van de hoeveelheden. Meerdere bedrijven gaven aan dat door uitval de communicatie zou worden bemoeilijkt maar niet onmogelijk was. Werkzaamheden konden langer duren dan normaal omdat de field operators steeds naar de controlekamer zouden moeten lopen om informatie te geven of te krijgen. 3.3 Frequentiebeleid De vijf volgende vragen zijn gesteld om te achterhalen in hoeverre de Brzobedrijven regie voeren op telecommunicatie en in hoeverre de omgang met telecommunicatie onderdeel uitmaakt van het veiligheidsbeleid van de bedrijven. In vraag 6 en vraag 7 werd de bedrijven respectievelijk de vraag voorgelegd of binnen het bedrijf integraal zicht bestaat op de aanwezige radiozendapparatuur en of de apparatuur integraal wordt beheerd. In de toelichting op beide vragen was opgenomen dat onder integraal zicht wordt verstaan dat centraal overzicht binnen het bedrijf bestaat over de aanwezige (vergunningvrije) apparatuur en dat contacten met Agentschap Telecom over onder andere vergunningen centraal verlopen. Beschikt het bedrijf bijvoorbeeld over een frequentiemanager of frequentiecoördinator? Onder integraal beheer wordt verstaan dat onder andere inkoop, uitgifte, inname, onderhoud en testen van apparatuur centraal is belegd. Van de 29 bedrijven gaven 21 bedrijven (72%) aan integraal zicht te hebben op de radiozendapparatuur. 8 bedrijven (28%) gaven aan dit overzicht niet te hebben. De vraag of de apparatuur integraal wordt beheerd, werd door 22 bedrijven (76%) positief beantwoord. 7 bedrijven (24%) gaven aan geen centraal beheer te hebben. In vraag 8 werd de bedrijven de vraag gesteld of zij beschikken over een frequentieplan. In een frequentieplan kan onder andere staan beschreven hoe het bedrijf omgaat met het gebruik van frequenties, draadloze communicatieapparatuur, kans op storingen en alternatieve vormen van communicatie. Van de 29 bedrijven antwoordden 23 bedrijven (79%) niet over een frequentieplan te beschikken, tegenover 5 bedrijven (17%) wel en één keer werd de vraag niet ingevuld. Eén bedrijf gaf in een toelichting aan een procedure te hebben geïmplementeerd voor juist gebruik van draadloze communicatie. De volgende vraag (nummer 9) die aan de bedrijven werd voorgelegd, was of de omgang met radiozendapparatuur deel uitmaakt van het veiligheidsbeleid binnen het bedrijf. Het antwoord op deze vraag werd 26 keer met Ja beantwoord (90%), tegenover 3 keer met Nee (10%). In de toelichting op het antwoord gaf één bedrijf aan dat de omgang met radiozendapparatuur was beschreven in het bedrijfsnoodplan. Een ander bedrijf schreef dat dit deels was gebeurd via de veiligheidsinstructie. Pagina 19 van 39

20 De laatste vraag was bedoeld om te achterhalen in hoeverre bedrijven rekening hadden gehouden met eventuele stroomuitval en maatregelen hadden genomen om de gevolgen daarvan te beperken door de radiozendapparatuur aan te sluiten op een noodstroomvoorziening. Uit onderstaande diagram (figuur 5) blijkt dat iets meer dan de helft van de bedrijven (52%) van een noodstroomvoorziening gebruik maakt voor de radiozendapparatuur. Bij 6 bedrijven (21%) is de apparatuur hier deels op aangesloten, bij 7 bedrijven (24%) niet. Een bedrijf gaf als toelichting op de gedeeltelijke aansluiting aan dat dit alleen het calamiteitskanaal betrof. Vraag 10: Is de op uw bedrijf aanwezige radiozendapparatuur aangesloten op een noodstroomvoorziening? Ja Nee Gedeeltelijk Weet niet Figuur Testen en onderhoud De volgende twee vragen hadden betrekking op het testen (vraag 11) en onderhoud (vraag 12) van de radiozendapparatuur. Periodiek testen is belangrijk om vast te stellen of de apparatuur goed functioneert. Periodiek onderhoud is relevant om ervoor te zorgen dat de apparatuur ook in de toekomst goed blijft functioneren. Uit de antwoorden blijkt dat het overgrote deel van de bedrijven (86%) de radiozendapparatuur periodiek test. Slechts 4 bedrijven (14%) gaven aan dit niet te doen. Van de 25 bedrijven gaven 4 bedrijven aan de apparatuur continu te gebruiken, waardoor deze feitelijk permanent getest werd. Het merendeel van de bedrijven (15 stuks) gaf aan de apparatuur te testen met een frequentie van één tot enkele keren per jaar. Ten aanzien van het onderhoud gaven 21 bedrijven (72%) aan dat zij de apparatuur periodiek laten onderhouden, tegenover 7 bedrijven niet (24%). Eén bedrijf gaf aan niet te weten of de apparatuur periodiek onderhouden wordt. 3.5 Vergunningvrije apparatuur De volgende vragen hadden betrekking op het gebruik van vergunningvrije apparatuur. De vragen waren onder andere bedoeld om te achterhalen of bedrijven vergunningvrije apparatuur gebruiken en, indien dit het geval is, voor welke processen binnen de organisatie. Pagina 20 van 39

21 Tijdens diverse inspecties die Agentschap Telecom in de periode van 2012 tot 2014 heeft uitgevoerd, bleken bedrijven vergunningvrije frequenties te gebruiken in kritieke bedrijfsprocessen. Agentschap Telecom raadt het gebruik van vergunningvrije frequenties in kritieke bedrijfsprocessen af, tenzij de gebruiker maatregelen heeft genomen om de risico s te beperken. De gebruiker dient op vergunningvrije frequenties medegebruik en storingen veroorzaakt door andere legale toepassingen te accepteren. Maatregelen kunnen onder meer bestaan uit een goede risicoanalyse vooraf en door te zorgen voor redundantie. Hoewel een aantal Brzo-bedrijven op de ingevulde vragenlijst had aangegeven niet over vergunningvrije apparatuur te beschikken, kwam uit de bespreking tijdens de inspectie van de antwoorden op de vragenlijst naar voren dat sommige bedrijven toch over vergunningvrije apparatuur beschikten. In de meeste gevallen bleek het te gaan om het gebruik van WiFi voor kantoorgebruik. Op vraag 13, te weten of door het bedrijf gebruik wordt gemaakt van vergunningvrije apparatuur, werd door 10 van de 29 respondenten (34%) een positief antwoord gegeven, terwijl 17 respondenten (59%) de vraag negatief beantwoordden en 2 respondenten (7%) aangaven dit niet te weten. Vanwege het feit dat de inspecteurs de ingevulde vragenlijst niet in alle gevallen met de vergunninghouder hebben besproken, bestaat het vermoeden dat het aantal Brzo-bedrijven dat aangeeft gebruik te maken van vergunningvrije apparatuur hoger ligt dan uit de gegeven antwoorden blijkt. In vraag 14 werd de bedrijven die hadden aangegeven gebruik te maken van vergunningvrije apparatuur de vraag voorgelegd voor welke processen binnen het bedrijf zij vergunningvrije frequenties gebruikten. Vraag 14: Voor welke processen gebruikt u vergunningvrije radiozendapparatuur? Productieproces BHV-organisatie Bedrijfsbrandweer Algemene communicatie voor de medewerkers Kantoorgebruik Beveiliging Bezoek (guest wifi) Figuur 6 Door sommige bedrijven werden op deze vraag (figuur 6) meerdere antwoorden gegeven. 6 bedrijven gaven aan vergunningvrije apparatuur te gebruiken in het productieproces. Ook gaven 6 bedrijven aan deze apparatuur te gebruiken voor kantoorgebruik. Vervolgens werd de bedrijven de vraag voorgelegd van welke frequentiebanden de vergunningvrije apparatuur gebruik maakte. Ook hier was het mogelijk meerdere Pagina 21 van 39

22 antwoorden te geven. Uit de antwoorden (figuur 7) blijkt dat de WiFi-banden op 2,4 GHz en 5,8 GHz het vaakst door de respondenten werd gebruikt. Vraag 15: Van welke frequenties maakt de vergunningvrije radiozendapparatuur gebruik? MHz 446 MHz 868 MHz 2,4 GHz 5,8 GHz Weet niet Figuur 7 In vraag 16 werd de vraag gesteld in hoeverre de bedrijven zich bewust zijn van de risico s die verbonden zijn aan het gebruik van vergunningvrije apparatuur. In de toelichting op de vraag werd door het agentschap gewezen op het reeds vermelde risico op medegebruik en storingen veroorzaakt door andere legale toepassingen. Ook werd gewezen op het feit dat storingen onder andere kunnen worden veroorzaakt door bezoekers van buitenaf bijvoorbeeld toeleveranciers of installateurs die bij de uitvoering van hun werkzaamheden op de bedrijfslocatie vergunningvrije apparatuur gebruiken. Hoewel beantwoording van de vraag alleen bedoeld was voor de respondenten die hadden aangegeven over vergunningvrije apparatuur te beschikken, bleek de vraag ook door een aantal andere bedrijven te zijn ingevuld (figuur 8). Van de 13 bedrijven gaven 5 bedrijven (38%) aan zich volledig bewust te zijn van de risico s. 7 bedrijven (54%) gaven aan zich deels bewust te zijn van de risico s. Eén bedrijf gaf ten slotte aan zich hier niet van bewust te zijn. Vraag 16: In welke mate bent u zich bewust van de risico s die aan het gebruik van vergunningvrije radiozendapparatuur zijn verbonden? Geheel bewust Deels bewust Niet bewust Figuur 8 Op de vraag of de vergunningvrije apparatuur werd ingezet in kritieke bedrijfsprocessen, antwoordden 12 bedrijven met Nee (92%) tegenover 1 bedrijf met Ja (8%). Pagina 22 van 39

23 De laatste vraag binnen dit cluster van vragen vroeg de bedrijven aan te geven welke maatregelen zij hadden genomen om de risico s van het gebruik van vergunningvrije frequenties in kritieke bedrijfsprocessen te beperken. Hoewel vraag 18 alleen diende te worden beantwoord als het bedrijf bij vraag 17 had aangegeven gebruik te maken van vergunningvrije apparatuur in kritieke bedrijfsprocessen, bleken 9 bedrijven een antwoord op de vraag te hebben gegeven. Omdat slechts 1 bedrijf vraag 17 met Ja had beantwoord, zijn de antwoorden van de overige bedrijven buiten beschouwing gelaten. Het betreffende bedrijf gaf op de vragenlijst aan zowel een risicoanalyse vooraf te hebben gemaakt als redundantie te hebben ingebouwd. 3.6 Storing en uitval De volgende vragen hadden als doel te achterhalen of de bedrijven weleens storing of uitval van radiozendapparatuur hadden ondervonden en welke stappen zij naar aanleiding hiervan hadden ondernomen. Op de vraag (nummer 19) of zij ooit storing of uitval hadden ondervonden, gaven 12 van de 29 bedrijven (41%) aan hiervan wel eens last te hebben gehad. 17 bedrijven (59%) gaven aan hier geen last van te gebben gehad. Vraag 20 vroeg de bedrijven aan te geven hoe vaak zij storing of uitval hadden ondervonden. Drie bedrijven antwoordden dat zij hiermee twee keer per jaar te maken hadden. Bij een ander bedrijf kwam dit jaarlijks voor. Eén bedrijf liet weten sinds 1980 slechts eenmaal last van storing te hebben gehad. Een ander bedrijf gaf aan dat het twee keer per maand last had van medegebruik. Ook door een ander bedrijf werd van regelmatig medegebruik melding gemaakt. Vraag 21 vroeg de bedrijven aan te geven welke stappen zij hadden ondernomen nadat zij storing of uitval hadden ondervonden. Op deze vraag werd door 12 bedrijven een antwoord gegeven, waarbij één bedrijf twee antwoorden gaf. Uit de beantwoording blijkt dat 11 van de 12 bedrijven (92%) zich tot hun leverancier wendden en 2 van de 12 bedrijven zich tot het agentschap richtten. Eén bedrijf gaf aan zich zowel tot zijn leverancier als tot het agentschap te hebben gewend. Vraag 21: Welke stappen heeft u ondernomen nadat u storing of uitval ondervond? 2 Contact leverancier Contact Agentschap Telecom Geen 11 Figuur 9 Pagina 23 van 39

24 In de volgende vraag (nummer 22) werd de bedrijven de vraag gesteld of zij of de leverancier maatregelen had ondernomen om storing of uitval te beperken. 18 bedrijven (62%) gaven aan dat hun leverancier maatregelen had genomen. 8 bedrijven (28%) gaven aan dat dit niet het geval was. Drie bedrijven gaven aan dat zij dit niet wisten. Vraag 23 vroeg de bedrijven of zij de genomen maatregelen konden toelichten. Door 18 bedrijven is deze vraag beantwoord. Meerdere bedrijven gaven aan dat zij met de leverancier een onderhoudscontract hadden afgesloten voor (jaarlijkse) inspectie van de apparatuur, al dan niet met recht op vervangende apparatuur of snelle levering van huurapparatuur. Twee bedrijven gaven aan dat de vervanging van apparatuur was opgenomen in respectievelijk een bedrijfsonderhoudssysteem en een vervangingsplan. Eén bedrijf gaf aan dat het sommige onderdelen van zendapparatuur op voorraad had. Verder waren zwakke onderdelen preventief vervangen of modificaties aangebracht. Om wat voor modificaties het gaat wordt uit de beantwoording niet duidelijk. Meerdere bedrijven lieten weten dat zij een back-up systeem hadden ingericht. Eén bedrijf gaf aan dat de installateur een private line had geprogrammeerd. Een ander bedrijf gaf aan dat de back-up apparatuur redundant was uitgevoerd. Enkele bedrijven gaven aan dat er modificaties aan de apparatuur hadden plaatsgevonden, waaronder het opnieuw instellen of afstellen van apparatuur, de verplaatsing van een repeater en het gebruik van een eigen toegewezen frequentie. Vraag 24 vroeg bedrijven aan te geven of zij gebruik maakten van alternatieve communicatiemiddelen om de risico s op storing en uitval van radiozendapparatuur te beperken. 17 van de 29 bedrijven (59%) antwoordden (figuur 10) dat zij beschikten over een alternatief. 9 bedrijven (31%) gaven aan niet over een alternatief te beschikken. Eén bedrijf gaf aan dit niet te weten. Door twee bedrijven is de vraag niet beantwoord. Vraag 24: Maakt u gebruik van alternatieve communicatiemiddelen om de risico s op storingen of uitval van radiozendapparatuur te beperken? 2 1 Ja 9 17 Nee Weet niet Niet ingevuld Figuur 10 Pagina 24 van 39

25 Op de vraag (nummer 25) om toe te lichten over welke alternatieve communicatiemiddelen zij beschikten, is door 18 bedrijven een antwoord gegeven. Omdat het een open vraag betrof, zijn diverse antwoorden gegeven. Van de 18 bedrijven gaven 15 bedrijven (83%) aan gebruik te maken van mobiele telefoons als alternatief. Van dit aantal gaven drie bedrijven specifiek aan dat het om explosievrije ATEX-mobiele telefoons ging. Twee bedrijven antwoordden als alternatief van vaste telefoons gebruik te maken. Andere antwoorden die door de respondenten werden gegeven, waren het gebruik van een intercom- of oproepsysteem, vaste praatpalen op de bedrijfslocatie, en een evacuatiealarm/verzamelalarm. Tot slot gaf één bedrijf aan over alternatieven voor de bediening van steigerapparatuur te beschikken, maar niet duidelijk wordt om welk alternatieven dat gaat. 3.7 Overige De laatste twee vragen uit de vragenlijst waren algemeen van aard. Vraag 26 vroeg de Brzo-bedrijven aan te geven of zij naar aanleiding van de ontvangst van de in mei 2014 ontvangen brief van Agentschap Telecom maatregelen hadden genomen op het gebied van telecommunicatie. Doel van deze vraag was onder meer te achterhalen of de bedrijven de concrete adviezen die in brief en bijlage waren opgenomen, hadden opgevolgd en zich op de inspectie hadden voorbereid. In de bijlage bij de brief van mei 2014 werd de Brzo-bedrijven onder meer aangeraden te inventariseren over welke (landmobiele) communicatiemiddelen zij beschikten en na te gaan of vergunning voor gebruik van deze apparatuur was verstrekt. Ook werd aangeraden na te gaan of de apparatuur was geïnstalleerd volgens de technische parameters. Tot slot werd bedrijven aangeraden voor eventuele niet vergunde frequentieruimte (opnieuw) vergunning aan te vragen of van niet langer gebruikte frequenties de vergunning in te laten trekken. Agentschap Telecom had de brief uit mei 2014 bewust op directieniveau gericht vanuit de verwachting dat de directie als eindverantwoordelijke voor alle processen binnen een bedrijf het belang van zorgvuldig frequentiegebruik topdown kon doorgeven. Slechts één bedrijf (3%) gaf als antwoord aan maatregelen te hebben genomen. 22 bedrijven (76%) gaven aan geen maatregelen te hebben genomen en 6 bedrijven (21%) gaven aan dit niet te weten. Het aantal bedrijven dat maatregelen had genomen, was lager dan verwacht. Wellicht is de brief door sommige bedrijven als te algemeen beschouwd, waardoor zij geen aanleiding zagen concrete stappen te nemen. In de brief was namelijk opgenomen dat bij enkele tientallen van de ruim 400 bedrijven inspecties zouden worden verricht. Ook kan het zijn dat de brief niet terecht is gekomen bij die personen binnen het bedrijf die verantwoordelijk zijn voor het frequentiegebruik. Tot slot is het mogelijk dat de bedrijven ervan overtuigd waren dat zij het frequentiegebruik intern goed hadden geregeld, waardoor zij een eventuele inspectie met vertrouwen tegemoet zagen. Pagina 25 van 39

26 In vraag 27 werd de bedrijven tot slot de vraag voorgelegd of zij nog zaken (over dit onderzoek) aan Agentschap Telecom kwijt wilden. Door slechts enkele bedrijven is een antwoord op deze vraag gegeven. Deze antwoorden zijn voor dit themaonderzoek niet vermeldenswaardig. Pagina 26 van 39

27 4 Bevindingen inspecties In dit hoofdstuk worden de uitkomsten van de inspecties nader toegelicht. 4.1 Algemeen In de periode van maart tot en met juni 2015 heeft Agentschap Telecom inspecties uitgevoerd bij 26 Brzo-bedrijven. Waar de antwoorden op de vragenlijsten al een beeld gaven hoe de betreffende bedrijven aankeken tegen diverse aspecten met betrekking tot frequentiegebruik, daar bood het uitvoeren van inspecties de gelegenheid om een beeld te krijgen van het feitelijke frequentiegebruik bij de bedrijven. Behalve hun ligging in (of zeer nabij) het havengebied van Rotterdam hadden de 26 bedrijven met elkaar gemeen dat zij volgens het vergunningenbestand van het agentschap allen in het bezit waren van minimaal één of meerdere vergunning(en) voor analoge radiozendapparatuur. Alle inspecties zijn op afspraak uitgevoerd. Bij de meeste Brzo-bedrijven gelden op de bedrijfslocatie immers specifieke veiligheidsmaatregelen of toegangsbeperkende maatregelen. Inspecties kunnen daarom veelal niet onaangekondigd plaatsvinden, maar dienen onder begeleiding te gebeuren. De focus tijdens de inspecties lag op het controleren van de technische parameters 12 van de analoge radiozendapparatuur. Naleving van de voorgeschreven technische parameters is belangrijk, omdat dit de vergunninghouder zoveel mogelijk verzekert van storingsvrij gebruik van de apparatuur, ook van de back-upvoorzieningen. Ook kan de vergunninghouder hiermee storingen bij andere partijen voorkomen. Tot slot is naleving van belang voor de planning en uitgifte van nieuwe frequenties door het agentschap. Op het moment dat de geplande en feitelijke situatie uiteen lopen, heeft het agentschap niet langer een actueel en betrouwbaar beeld meer van het feitelijke frequentiegebruik bij het bedrijf of in het gebied. Nieuwe vergunningen kunnen dan worden verstrekt op basis van onjuiste gegevens, met risico s op storingen van dien. De volgende technische parameters van de radiozendapparatuur zijn tijdens de inspecties gecontroleerd: Aard van het radiozendstation; Frequentie; Zendvermogen (Effective Radiated Power = e.r.p.); Geografische coördinaten; Antennehoogte; Antennetype; Bandbreedte. 12 De technische parameters waaraan de radiozendapparatuur dient te voldoen, zijn opgenomen in de bijzondere bepalingen die bij de afgegeven vergunning horen. Aanvullend kunnen in de voorschriften en beperkingen, die eveneens bij de afgegeven vergunning horen, ook technische en/ of gebruiksvoorschriften zijn gesteld. Daar waar in dit rapport wordt gesproken over technische parameters kunnen hieronder ook de technische voorschriften uit de voorschriften en beperkingen worden verstaan. Pagina 27 van 39

28 Daarnaast is bij een aantal zenders ook steekproefsgewijs carrier sense gemeten. Dit is het automatisch uitluisteren van het basisstation en de daarbij behorende zenderblokkering als het systeem constateert dat een andere zender op dezelfde frequentie zendt. Daar waar tijdens de inspectie bleek dat de vergunninghouder zijn analoge apparatuur vervangen had door digitale apparatuur zijn van deze laatste apparatuur de elementaire parameters gecontroleerd. Naast voornoemde technische parameters is tijdens de inspectie ook gecontroleerd op het gebruik van frequentieruimte zonder vergunning evenals het niet gebruiken van vergunde frequentieruimte. Hoewel dit laatste geen overtreding is, is het niet gebruiken van vergunde frequentieruimte ondoelmatig. Frequentieruimte is namelijk schaars. In die situaties waarin is vastgesteld dat de vergunde frequentieruimte niet langer gebruikt werd, is de vergunninghouder geadviseerd de vergunning in te laten trekken, zodat het agentschap de vrijgekomen frequenties opnieuw kan uitgeven. 4.2 Toelichting gecontroleerde vergunningen Tijdens de inspecties hebben de inspecteurs van het agentschap in totaal 46 vergunningen gecontroleerd, waarop 135 frequenties waren uitgegeven. Van de 26 bedrijven waren 15 bedrijven in het bezit van één vergunning. De overige 11 bedrijven bezaten twee of meer vergunningen. Eén bedrijf beschikte over zeven vergunningen. Het merendeel van de gecontroleerde vergunningen (34 stuks) behoorde tot de categorie VHF-UHF-radiotelefonen individuele planning. Het gaat hier om een categorie waarbij de afgegeven frequenties exclusief aan de vergunninghouder zijn uitgegeven en deze onder bepaalde voorwaarden recht geven op bescherming van ongestoord gebruik. Onder vergunningen in de categorie VHF-UHF-radiotelefonen individuele planning kan het recht op gebruik van frequenties zijn uitgegeven voor zowel basisstations als voor mobiele stations. Onder een basisstation 13 wordt een radiozendapparaat verstaan dat op een vaste locatie is opgesteld. Voorbeelden van een basisstation zijn een mobilofoon in de controlekamer of in de portiersloge van een bedrijf of een repeater die is bedoeld om het bereik op de bedrijfslocatie te vergroten. Onder een mobiel station wordt een radiozendapparaat verstaan dat niet op een vaste locatie is opgesteld. Het gaat hier onder andere om portofoons die met andere portofoons communiceren of die communiceren met de meldkamer of repeater. Ook kan het gaat om mobilofoons die in voertuigen zijn ingebouwd. Omdat de aard van het gebruik anders is, verschillen de technische paramaters van basisstations en mobiele stations. Basisstations zijn vanaf een vast geografisch coördinaat gepland en zijn bedoeld om in een bepaalde straal rondom dit coördinaat 13 Een basispost kan zowel simplex als duplex zijn uitgevoerd. Bij een simplex netwerk zijn zend- en ontvangfrequentie gelijk. Bij een duplex netwerk maakt het basisstation gebruik van een aparte zend- en ontvangfrequentie. Pagina 28 van 39

29 radiodekking te bieden. Het zendvermogen en de antennehoogte zijn erop afgestemd om dit bereik te bieden. Mobiele stations worden niet vanaf een vaste locatie gebruikt, maar vaak in een voorgeschreven werkingsgebied, al dan niet rondom een basisstation. De voorgeschreven technische parameters zijn erop afgestemd om het bereik van de mobiele stations te beperken. De maximale antennehoogte van een mobiel station is begrenst op 3 meter. Naast vergunningen in de categorie VHF-UHF radiotelefonen individuele planning zijn tijdens de inspecties ook meerdere vergunningen in de categorie VHF-UHF radiotelefonen algemene planning gecontroleerd. Onder deze categorie vallen de zogenaamde landelijke portofoonfrequenties. Dit zijn frequenties die de vergunninghouder door het hele land mag gebruiken. Hoewel de vergunninghouder recht op het gebruik van deze frequenties heeft, is dit geen exclusief recht. De vergunninghouder dient medegebruik door andere vergunninghouders op de landelijke portofoonfrequenties te accepteren. Deze vergunning geeft dus minder bescherming dan die in de categorie individuele planning. Onder deze categorie zijn voornamelijk mobiele stations vergund. In onderstaand diagram (figuur 11) is de verdeling van de gecontroleerde vergunningen naar categorie opgenomen. Verdeling gecontroleerde vergunningen naar categorie VHF-UHF-radiotelefonen (individuele planning) VHF-UHF-radiotelefonen (algemene planning) HF oproepinrichting Radio-afstandbesturing 34 Walstation Trunking analoog Figuur Uitkomsten inspecties In totaal hebben de inspecteurs van Agentschap Telecom tijdens de 26 inspecties 75 basisstations en 24 mobiele stations gekeurd. Van de 75 gecontroleerde basisstations bleken 13 basisstations illegaal te zijn. Het ging hier om basisstations waaraan geen of niet langer een vergunning ten grondslag lag. Verder bleken 29 van de 62 resterende basisstations oneigenlijk als basisstation te worden gebruikt. De frequenties die de inspecteurs in de basisstations aantroffen, bleken te zijn afgegeven voor gebruik in mobiele stations en dus bestemd te zijn om Pagina 29 van 39

Naar een veiliger (proces) industrie. Inspecties naar het onderhoudsmanagement en de veilige en juiste uitvoering van onderhoud bij BRZO-bedrijven

Naar een veiliger (proces) industrie. Inspecties naar het onderhoudsmanagement en de veilige en juiste uitvoering van onderhoud bij BRZO-bedrijven Naar een veiliger (proces) industrie Inspecties naar het onderhoudsmanagement en de veilige en juiste uitvoering van onderhoud bij BRZO-bedrijven De Inspectie SZW werkt samen aan eerlijk, gezond en veilig

Nadere informatie

Vraag 1 Wat is uw reactie op de incidenten die zaterdag 29 juli en maandag 31 juli 2017 bij Shell-Pernis hebben plaatsgevonden?

Vraag 1 Wat is uw reactie op de incidenten die zaterdag 29 juli en maandag 31 juli 2017 bij Shell-Pernis hebben plaatsgevonden? Geachte voorzitter, Hierbij beantwoord ik, mede namens de minister van Veiligheid en Justitie, de vragen van de leden Laçin en Futselaar (beiden SP) over de incidenten bij Shell Pernis (ingezonden op 3

Nadere informatie

Bespreking. hoofdafdeling Toezicht. Organisatie voor Lokale Omroepen in Nederland (OLON) 15 dec. 2014 14:00 uur

Bespreking. hoofdafdeling Toezicht. Organisatie voor Lokale Omroepen in Nederland (OLON) 15 dec. 2014 14:00 uur Bespreking hoofdafdeling Toezicht Organisatie voor Lokale Omroepen in Nederland (OLON) 15 dec. 2014 14:00 uur Agenda Inleiding Terugkoppeling project lokale omroepen 2014 Beeld FM-omroeplandschap Informatiegestuurd

Nadere informatie

Resultaat Atex 137 toezicht in 2007

Resultaat Atex 137 toezicht in 2007 Resultaat Atex 137 toezicht in 2007 Pagina 1 van 9 Samenvatting In 2007 zijn door de directie MHC bij 41 BRZO99 en Arie bedrijven Atex 137 inspecties uitgevoerd op een wijze als beschreven in het toezichtbeleid

Nadere informatie

FEB Middelburg. I februari 201 7

FEB Middelburg. I februari 201 7 Archiefexemplaar Gedeputeerde Staten bericht op brief van: De voorzitter van provinciale staten van Zeeland uw kenm*: ons kenmek, 11002884 afdeling: Handhaving Natuur en Milieu bijlage("): 1 behandeladoor:

Nadere informatie

Onderzoek elektratechnische installaties bij ondernemers

Onderzoek elektratechnische installaties bij ondernemers Onderzoek elektratechnische installaties bij ondernemers Inleiding Deze rapportage beschrijft de resultaten en conclusies van de uitgevoerde inspecties van de elektrotechnische installatie bij een groep

Nadere informatie

DE BRANDWEER EN INDUSTRIËLE VEILIGHEID RISICO S BEHEERSEN, MENS EN OMGEVING BESCHERMEN

DE BRANDWEER EN INDUSTRIËLE VEILIGHEID RISICO S BEHEERSEN, MENS EN OMGEVING BESCHERMEN DE BRANDWEER EN INDUSTRIËLE VEILIGHEID RISICO S BEHEERSEN, MENS EN OMGEVING BESCHERMEN BrandweerBRZO DE BRANDWEER EN INDUSTRIËLE VEILIGHEID RISICO S BEHEERSEN, MENS EN OMGEVING BESCHERMEN Nederland telt

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

Werkvergunningen Permit to Work

Werkvergunningen Permit to Work Werkvergunningen Permit to Work Permit to Work Versie 1.1 2 van 9 Over Safety Analyse: Industriële veiligheid QHSE (Arboveiligheid) Certificeringen (ISO, VCA, VCU, etc.) QHSE advies Samenwerking met Academie

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van L. van Aelst (SP) (d.d. 22 maart 2011) Nummer Onderwerp Veiligheid chemiebedrijven

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van L. van Aelst (SP) (d.d. 22 maart 2011) Nummer Onderwerp Veiligheid chemiebedrijven van Gedeputeerde Staten op vragen van L. van Aelst (SP) (d.d. 22 maart 2011) Nummer 2463 Onderwerp Veiligheid chemiebedrijven Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller Veel chemiebedrijven

Nadere informatie

Sjoerd Post DCMR VEILIGHEIDSCULTUUR

Sjoerd Post DCMR VEILIGHEIDSCULTUUR Sjoerd Post DCMR VEILIGHEIDSCULTUUR 1 VEILIGHEIDSCULTUUR Veiligheidscultuur indicatie voor veiligheidsprestatie bedrijven Ook staat technische installaties/onderhoud en organisatie (VMS) indicatoren voor

Nadere informatie

Expertmeeting uitval telecommunicatie / ICT

Expertmeeting uitval telecommunicatie / ICT Expertmeeting uitval telecommunicatie / ICT Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost is een organisatie waarin brandweer, GHOR en RAV (Regionale Ambulancevoorziening) samenwerken om incidenten en rampen te voorkomen,

Nadere informatie

Wet beveiliging netwerken informatiesystemen

Wet beveiliging netwerken informatiesystemen Wet beveiliging netwerken informatiesystemen Meldplicht voor aanbieders van essentiële diensten Meer weten? www.agentschaptelecom.nl/wbni Melden van incidenten aanbieders van essentiële diensten Het lijkt

Nadere informatie

Factsheet Toezicht kermisattracties

Factsheet Toezicht kermisattracties Factsheet Toezicht kermisattracties 2012-2013 Datum: 17 juli 2014 1 Colofon Projectnaam Toezicht Kermisattracties 2012-2013 Projectnummer P3NT12 (2012) en PDNT0000 (2013) Versienummer 8 juli 2014 Projectleiders

Nadere informatie

Grote brand Chemie-Pack: Leren we van ongevallen? Agenda. Het onderzoek. De casus: Wie is Chemie-Pack (filmpje) Wie was Chemie-Pack (nog een filmpje)

Grote brand Chemie-Pack: Leren we van ongevallen? Agenda. Het onderzoek. De casus: Wie is Chemie-Pack (filmpje) Wie was Chemie-Pack (nog een filmpje) Grote brand : Leren we van ongevallen? NVRB, Agenda De casus: Wie is (filmpje) Wie was (nog een filmpje) Het onderzoek Rol in Onderzoeksraad voor Veiligheid Het onderzoek zelf Beschouwing van: Vergunningverlening

Nadere informatie

Odfjell onverminderd onder verscherpt toezicht

Odfjell onverminderd onder verscherpt toezicht Schiedam, 7 februari 2013.++++++BEGIN PERSBERIGHT^-+-^-^"t-+^-^-^-^-^-^-^-^-^.n-.^.^+-^-^-^-n-^-^-n-^-^-^- Odfjell onverminderd onder verscherpt toezicht Tank op- en overslagbedrijf Odfjell kan onderhoud

Nadere informatie

Rijkswet Onderzoeksraad voor Veiligheid artikel 3

Rijkswet Onderzoeksraad voor Veiligheid artikel 3 Rijkswet Onderzoeksraad voor Veiligheid artikel 3 De raad heeft, met het uitsluitende doel toekomstige voorvallen te voorkomen of de gevolgen daarvan te beperken, tot taak te onderzoeken en vast te stellen

Nadere informatie

VOORWOORD. 1 Code voor informatiebeveiliging, Nederlands Normalisatie Instituut, Delft, 2007 : NEN-ISO.IEC 27002.

VOORWOORD. 1 Code voor informatiebeveiliging, Nederlands Normalisatie Instituut, Delft, 2007 : NEN-ISO.IEC 27002. Gesloten openheid Beleid informatiebeveiliging gemeente Leeuwarden 2014-2015 VOORWOORD In januari 2003 is het eerste informatiebeveiligingsbeleid vastgesteld voor de gemeente Leeuwarden in de nota Gesloten

Nadere informatie

Regels voor de continuïteit van telecomdiensten. Zorg- en meldplicht voor openbare aanbieders

Regels voor de continuïteit van telecomdiensten. Zorg- en meldplicht voor openbare aanbieders Regels voor de continuïteit van telecomdiensten Zorg- en meldplicht voor openbare aanbieders Als aanbieder van openbare elektronische telecommunicatienetwerken en/of diensten gelden voor u binnenkort twee

Nadere informatie

Actualiteitendag onderdeel Milieu BRZO 2015. Anna Collignon en Valérie van t Lam 1 oktober 2015

Actualiteitendag onderdeel Milieu BRZO 2015. Anna Collignon en Valérie van t Lam 1 oktober 2015 Actualiteitendag onderdeel Milieu BRZO 2015 Anna Collignon en Valérie van t Lam 1 oktober 2015 Index 1. Het BRZO 2015 2. Reikwijdte 3. Verplichtingen Algemene zorgplicht Kennisgeving PBZO VR Intern noodplan

Nadere informatie

Overlijden van een asielzoeker uit de EBTL Hoogeveen. Plan van aanpak incidentonderzoek

Overlijden van een asielzoeker uit de EBTL Hoogeveen. Plan van aanpak incidentonderzoek Overlijden van een asielzoeker uit de EBTL Hoogeveen Plan van aanpak incidentonderzoek 1 Inleiding 3 1.1 Introductie 3 1.2 Aanleiding 3 1.3 Afbakening 4 2 Doel- en probleemstelling 5 2.1 Doelstelling 5

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Plan van aanpak Vervolgonderzoek vergunningverlening publieksevenementen

Plan van aanpak Vervolgonderzoek vergunningverlening publieksevenementen Plan van aanpak Vervolgonderzoek vergunningverlening publieksevenementen Inleiding Jaarlijks vindt er in Nederland een groot aantal publieksevenementen plaats. Hierbij is een ontwikkeling zichtbaar dat

Nadere informatie

Eindverslag Opslag Ammoniumnitraat

Eindverslag Opslag Ammoniumnitraat Landelijk inspectieproject, uitgevoerd i.s.m. VROM-inspectie Eindverslag Opslag Ammoniumnitraat 2002 Projectnummer A554 Arbeidsinspectie Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Contactpersoon: K. Rheiter, Teamleider

Nadere informatie

Stand van zaken naleving brandveiligheidseisen bij opslagen van gevaarlijke stoffen. Actualisatie 2012

Stand van zaken naleving brandveiligheidseisen bij opslagen van gevaarlijke stoffen. Actualisatie 2012 Stand van zaken naleving brandveiligheidseisen bij opslagen van gevaarlijke stoffen Actualisatie 2012 Stand van zaken naleving brandveiligheidseisen bij opslagen van gevaarlijke stoffen Actualisatie 2012

Nadere informatie

Veiligheid van speeltoestellen op het schoolplein

Veiligheid van speeltoestellen op het schoolplein Veiligheid van speeltoestellen op het schoolplein Inspectieresultaten 2010 31 augustus 2011 Veiligheid van speeltoestellen op het schoolplein - Inspectieresultaten 2010 31 augustus 2011 Colofon Projectnaam

Nadere informatie

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid A. Bonte (Groenlinks) over veiligheid bij chemiebedrijven.

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid A. Bonte (Groenlinks) over veiligheid bij chemiebedrijven. Rotterdam, 24 mei 2011. Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid A. Bonte (Groenlinks) over veiligheid bij chemiebedrijven. Aan de Gemeenteraad, Op 22 maart 2011 stelt het

Nadere informatie

De Brzo-inspectie. Alle informatie over het gezamenlijke toezicht en de handhaving door de Inspectie SZW

De Brzo-inspectie. Alle informatie over het gezamenlijke toezicht en de handhaving door de Inspectie SZW De Brzo-inspectie Alle informatie over het gezamenlijke toezicht en de handhaving door de Inspectie SZW De Inspectie SZW werkt samen aan eerlijk, gezond en veilig werk en bestaanszekerheid voor iedereen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 26 956 Beleidsnota Rampenbestrijding Nr. 115 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Onderwerp Handhavingsbeleid Industriële Veiligheid

Onderwerp Handhavingsbeleid Industriële Veiligheid Bestuursvoorstel Onderwerp Handhavingsbeleid Industriële Veiligheid 2014-2018 Status Gevraagd besluit Besluitvormend Vaststellen van het Handhavingsbeleid Industriële Veiligheid 2014-2018, waarbij het

Nadere informatie

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016 Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016 Brzo 2015, Artikel 10 1. De exploitant van een hogedrempelinrichting stelt een veiligheidsrapport op en

Nadere informatie

Auditstatuut. Systeemtoezicht Wegvervoer

Auditstatuut. Systeemtoezicht Wegvervoer Auditstatuut Systeemtoezicht Wegvervoer Datum: 17 januari 2013 Status: vastgesteld versie 1.0 Pagina 1 van 9 Inhoud 1 Voorwoord 3 2 Audits 4 2.1 Systeemcriteria 4 3 Traject audit 5 3.1 Self-assessment

Nadere informatie

Opslag brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks. Resultaten plan van aanpak implementatie PGS 29

Opslag brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks. Resultaten plan van aanpak implementatie PGS 29 Opslag brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks Resultaten plan van aanpak implementatie PGS 29 Opslag brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks Resultaten landelijke afspraken implementatie PGS

Nadere informatie

Werkvergunningen Permit to Work

Werkvergunningen Permit to Work Werkvergunningen Permit to Work Permit to Work Versie 1.1 2 van 8 Over Safety Analyse: Industriële veiligheid QHSE (Arboveiligheid) Certificeringen (ISO, VCA, VCU, etc.) QHSE advies Samenwerking met Academie

Nadere informatie

Provinciale Staten van Limburg

Provinciale Staten van Limburg Provinciale Staten van Limburg Cluster WL Behandeld M.A.R.G. Knubben-Merkies Ons kenmerk 2018/84599 Telefoon +31 43 389 78 80 Uw kenmerk - Maastricht 11 december 2018 Bijlage(n) 1 Verzonden 20 december

Nadere informatie

Hans Wijnbergen CCZ. Adviseur Veiligheid. Afdeling Advies & Monitoring

Hans Wijnbergen CCZ. Adviseur Veiligheid. Afdeling Advies & Monitoring Hans Wijnbergen CCZ Adviseur Veiligheid Afdeling Advies & Monitoring 1 Doelstelling van de afdeling Advies & Monitoring Ondersteunen van regiodirecteuren op het gebied van naleving van normen die s Heeren

Nadere informatie

SAMENWERKING BOSCH SECURITY PROJECTS & UREASON. Hoe oplossingen voor bedrijfsprocessen en veiligheidsprocessen elkaar versterken

SAMENWERKING BOSCH SECURITY PROJECTS & UREASON. Hoe oplossingen voor bedrijfsprocessen en veiligheidsprocessen elkaar versterken SAMENWERKING BOSCH SECURITY PROJECTS & UREASON Hoe oplossingen voor bedrijfsprocessen en veiligheidsprocessen elkaar versterken INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2 2. Productieproces 3 AlarmExpert 3 SOP-oplossing

Nadere informatie

Samenvatting Integrale Handhaving

Samenvatting Integrale Handhaving Samenvatting Integrale Handhaving Openbare inrichtingen als hotels, cafés en discotheken worden geconfronteerd met verschillende gemeentelijke, regionale en landelijke handhavers. Voorbeelden van handhavers

Nadere informatie

Brzo samenwerkingsverband Gelderland. Samenwerkingsovereenkomst tussen de Gelderse gemeenten en de provincie Gelderland

Brzo samenwerkingsverband Gelderland. Samenwerkingsovereenkomst tussen de Gelderse gemeenten en de provincie Gelderland Brzo samenwerkingsverband Gelderland Samenwerkingsovereenkomst tussen de Gelderse gemeenten en de provincie Gelderland DE ONDERGETEKENDEN De gemeente en het college van Burgemeester en Wethouders van de

Nadere informatie

Inspectieblad uitvoeren initiële inspectie

Inspectieblad uitvoeren initiële inspectie Inspectieblad uitvoeren initiële inspectie Initiële inspectie Een brandbeveiligingssysteem bestaat uit: een brandbeveiligingsinstallatie; gestuurde brandbeveiligingsvoorzieningen (stuurfuncties); bouwkundige/mechanische

Nadere informatie

Vrij gebruik van de vergunningsvrije WIFI banden

Vrij gebruik van de vergunningsvrije WIFI banden Vrij gebruik van de vergunningsvrije WIFI banden Thema avond WiFi KIVI Inhoud Even voorstellen: Agentschap Telecom Wat doet Agentschap Telecom voor WiFi Onderzoek naar drukte WiFi banden Toekomst van de

Nadere informatie

Inspectierapport Gastouderbureau Alles Kids (GOB) Meloengaarde 11 3436GA NIEUWEGEIN Registratienummer 281824757

Inspectierapport Gastouderbureau Alles Kids (GOB) Meloengaarde 11 3436GA NIEUWEGEIN Registratienummer 281824757 Inspectierapport Gastouderbureau Alles Kids (GOB) Meloengaarde 11 3436GA NIEUWEGEIN Registratienummer 281824757 Toezichthouder: GGD regio Utrecht In opdracht van gemeente: Nieuwegein Datum inspectie: 26-10-2015

Nadere informatie

Internationale veiligheidsrichtlijnen Hoofdstuk 6 voor binnentankschepen en terminals. Hoofdstuk 6 BEVEILIGING

Internationale veiligheidsrichtlijnen Hoofdstuk 6 voor binnentankschepen en terminals. Hoofdstuk 6 BEVEILIGING Hoofdstuk 6 BEVEILIGING Binnenvaarttankers laden of lossen vaak op faciliteiten waar zeevaarttankers worden behandeld en waar dus de International Ship en Port Facility Security (ISPS) Code van toepassing

Nadere informatie

Resultaten Wmo toezicht 2016/2017 regio Noord-en Oost-Gelderland Onderzoekers en toezichthouders GGD Noord- en Oost-Gelderland, april 2018

Resultaten Wmo toezicht 2016/2017 regio Noord-en Oost-Gelderland Onderzoekers en toezichthouders GGD Noord- en Oost-Gelderland, april 2018 Resultaten Wmo toezicht 2016/2017 regio Noord-en Oost-Gelderland Onderzoekers en toezichthouders GGD Noord- en Oost-Gelderland, april 2018 Achtergrond Op 1 januari 2015 is de nieuwe Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Provinciaal opdrachtgeverschap voor uitvoering VTH-taken bij majeure risicobedrijven. Onderzoeksopzet

Provinciaal opdrachtgeverschap voor uitvoering VTH-taken bij majeure risicobedrijven. Onderzoeksopzet Provinciaal opdrachtgeverschap voor uitvoering VTH-taken bij majeure risicobedrijven Onderzoeksopzet Amsterdam, oktober 2015 Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding... 3 2. Probleemstelling en onderzoeksvragen...

Nadere informatie

Inspectierapport Groot in Klein b.v. (GOB) Emmastraat CG VLAARDINGEN Registratienummer

Inspectierapport Groot in Klein b.v. (GOB) Emmastraat CG VLAARDINGEN Registratienummer Inspectierapport Groot in Klein b.v. (GOB) Emmastraat 45 3134CG VLAARDINGEN Registratienummer 191891666 Toezichthouder: GGD Rotterdam-Rijnmond In opdracht van gemeente: Vlaardingen Datum inspectie: 09-10-2015

Nadere informatie

GSM- repeaters: vragen en antwoorden

GSM- repeaters: vragen en antwoorden GSM- repeaters: vragen en antwoorden V: Mag ik zelf een repeater aanschaffen en installeren bij slechte GSM-ontvangst? Ik ondervind op bepaalde plaatsen bij mij thuis of in mijn firma slechte ontvangst

Nadere informatie

OHSAS certificaat voor het waarborgen van veiligheid

OHSAS certificaat voor het waarborgen van veiligheid OHSAS 18001-certificaat voor het waarborgen van veiligheid > continue verbetering > voordelen > internationaal erkende norm > eigen verantwoordelijkheid > compleet arbo- en veiligheidsmanagementsysteem

Nadere informatie

Jaarverslag TOEZICHT EN HANDHAVING BOUWEN, RUIMTELIJKE ORDENING, APV EN BIJZONDERE WETTEN

Jaarverslag TOEZICHT EN HANDHAVING BOUWEN, RUIMTELIJKE ORDENING, APV EN BIJZONDERE WETTEN Jaarverslag TOEZICHT EN HANDHAVING BOUWEN, RUIMTELIJKE ORDENING, APV EN BIJZONDERE WETTEN 2010 In de gemeente Zuidplas Vastgesteld door het college bij besluit d.d. 29 maart 2011 1 Inleiding Dit is het

Nadere informatie

Industrietafel Milieu & Veiligheid 14 februari 2012. Theo Wesseling en Alice van Es

Industrietafel Milieu & Veiligheid 14 februari 2012. Theo Wesseling en Alice van Es Industrietafel Milieu & Veiligheid 14 februari 2012 Theo Wesseling en Alice van Es Programma Welkom en inleiding Veiligheid voorop Inhoudelijke samenvatting en afronding Borrel Veiligheid voorop! http://www.youtube.com/watch?feature=player_popout&

Nadere informatie

Inspectierapport BSO van Heemskerckschool (BSO) Jan Huitzingstraat AR HOOGEZAND

Inspectierapport BSO van Heemskerckschool (BSO) Jan Huitzingstraat AR HOOGEZAND Inspectierapport BSO van Heemskerckschool (BSO) Jan Huitzingstraat 4 9601AR HOOGEZAND Toezichthouder: GGD Groningen In opdracht van gemeente: HOOGEZAND-SAPPEMEER Datum inspectiebezoek: 12-09-2013 Type

Nadere informatie

Statenvoorstel 52/15. Voorgestelde behandeling. PS-vergadering : 10 juli Initiatiefvoorstel Elektronisch monitoren van luchtwassers

Statenvoorstel 52/15. Voorgestelde behandeling. PS-vergadering : 10 juli Initiatiefvoorstel Elektronisch monitoren van luchtwassers Statenvoorstel 52/15 A Voorgestelde behandeling PS-vergadering : 10 juli 2015 Onderwerp Initiatiefvoorstel Elektronisch monitoren van luchtwassers Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant Onderwerp Brabantbrede

Nadere informatie

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming Continu veiliger

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming Continu veiliger Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming Continu veiliger Continu veiliger De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) ziet er op toe dat de nucleaire veiligheid en

Nadere informatie

Service & Onderhoud. Een USP

Service & Onderhoud. Een USP Service & Onderhoud Een USP Waar gaat het om? Service en onderhoud is een unique selling point, dat is maar al te waar. Het is een toegevoegde waarde die vaak bepalend is voor keuzes die worden gemaakt

Nadere informatie

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf December 2011 Auteurs: Leonie Oosterwaal, beleidsmedewerker ABU Judith Huitenga en Marit Hoffer, medewerkers Servicepunt

Nadere informatie

Proactief en voorspellend beheer Beheer kan effi ciënter en met hogere kwaliteit

Proactief en voorspellend beheer Beheer kan effi ciënter en met hogere kwaliteit Proactief en voorspellend beheer Beheer kan effi ciënter en met hogere kwaliteit Beheer kan efficiënter en met hogere kwaliteit Leveranciers van beheertools en organisaties die IT-beheer uitvoeren prijzen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065

Rapport. Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065 Rapport Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065 2 Klacht Op 25 augustus 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw V. te IJmuiden, met een klacht over een gedraging van

Nadere informatie

Toezicht kermisattracties

Toezicht kermisattracties Toezicht kermisattracties Inspectieresultaten van 2016 De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt toezicht op de naleving van de veiligheidsregels door kermisexploitanten. Deze controles zijn

Nadere informatie

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Inspectie Jeugdzorg Utrecht, april 2013 Samenvatting Eind december 2012 heeft de Inspectie Jeugdzorg via een digitale vragenlijst een inventariserend onderzoek

Nadere informatie

Implementatie administratieve organisatie en interne controle.

Implementatie administratieve organisatie en interne controle. Implementatie administratieve organisatie en interne controle. BLOK A Algemeen U dient een beschrijving van de interne organisatie aan te leveren. Deze beschrijving dient te bevatten: A3 Een organogram

Nadere informatie

Toets uw eigen continuïteitsplan

Toets uw eigen continuïteitsplan Inspectiebericht Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Jaargang 6, nummer 1 (maart 2010) 9 Toets uw eigen continuïteitsplan Deze vragenlijst is een gecomprimeerde en op onderdelen aangepaste versie van

Nadere informatie

Biedt u openbare telefonie, internettoegang of een netwerk aan?

Biedt u openbare telefonie, internettoegang of een netwerk aan? Biedt u openbare telefonie, internettoegang of een netwerk aan? Biedt u openbare 1) telefonie, internettoegang en/of een netwerk 2) aan? Aanbieders 3) van deze netwerken of diensten 4) hebben op grond

Nadere informatie

Rekenkameronderzoek Veiligheid

Rekenkameronderzoek Veiligheid Rekenkameronderzoek Veiligheid ONDERZOEK ONDER HET BEWONERSPANEL DORDRECHT Inhoud In hoeverre zijn de bewoners op de hoogte van de voorlichting van de gemeente Dordrecht? Wat weten ze van de veiligheidsrisico

Nadere informatie

lé M^l ^ ^ gronmgen JJ». provincie l^iiéiïifciïiirï^f' Onderwerp Risicoanalyses n.a.v. onderzoek Nor Aan Provinciale Staten Geachte dames en heren.

lé M^l ^ ^ gronmgen JJ». provincie l^iiéiïifciïiirï^f' Onderwerp Risicoanalyses n.a.v. onderzoek Nor Aan Provinciale Staten Geachte dames en heren. JJ». provincie lé M^l ^ ^ gronmgen bezoekadres: Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten postadres: Postbus 610 9700 AP Groningen algemeen teleroonnr: 050 316 49 II algemeen faxnr.: 050 316 49 33 www.provinciegroningen.nl

Nadere informatie

VEILIGE LEEFOMGEVING

VEILIGE LEEFOMGEVING Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Samen werken aan een VEILIGE LEEFOMGEVING Continuïteit van de samenleving Veilige leefomgeving Zelfredzame samenleving Veilige bouwwerken Effectieve hulpverlening Beschermen

Nadere informatie

Toekomst frequentiebeleid

Toekomst frequentiebeleid Toekomst frequentiebeleid NFO 15 april 2015 Peter Anker Het project: nota frequentiebeleid 2016 2 1 Uitgangspunten Nota Frequentiebeleid 2005 1. Meer ruimte voor economische groei en innovatie 2. Flexibilisering

Nadere informatie

Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie Een essentieel onderdeel van integrale (brand)veiligheid

Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie Een essentieel onderdeel van integrale (brand)veiligheid Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie Een essentieel onderdeel van integrale (brand)veiligheid 2 Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie: Een essentieel onderdeel

Nadere informatie

Hoe kunnen we leren van ongevallen, klachten en signalen?

Hoe kunnen we leren van ongevallen, klachten en signalen? Hoe kunnen we leren van ongevallen, klachten en signalen? Ministerie van SZW Inspectie SZW Jan Romp Leo Vogelaar Favoriete plannen deelnemers uit sessie 7/9/2017 Analyse van oorzaken van ongevallen. Analyse

Nadere informatie

In deze procedure wordt bij stap IV gesproken van 2 weken wachten. Gezien het feit dat de zienswijzen bij het bevoegd gezag binnenkomen en er tijd

In deze procedure wordt bij stap IV gesproken van 2 weken wachten. Gezien het feit dat de zienswijzen bij het bevoegd gezag binnenkomen en er tijd In deze procedure wordt bij stap IV gesproken van 2 weken wachten. Gezien het feit dat de zienswijzen bij het bevoegd gezag binnenkomen en er tijd zit tussen binnenkomst van de brief bij het bevoegd gezag

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de Voedsel en Waren Autoriteit uit Den Haag. Datum: 4 mei Rapportnummer: 2011/131

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de Voedsel en Waren Autoriteit uit Den Haag. Datum: 4 mei Rapportnummer: 2011/131 Rapport Rapport over een klacht betreffende de Voedsel en Waren Autoriteit uit Den Haag. Datum: 4 mei 2011 Rapportnummer: 2011/131 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Voedsel en Waren Autoriteit

Nadere informatie

Paraaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving

Paraaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving 5 -minuten versie voor Provinciale Staten ZUID Directie DRM Afdeling Mobiliteit en Milieu Registratienummer PZH-2013-428224893 (DOS-2013-0007486) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim

Nadere informatie

Dienstbeschrijving DigiAlarm.net

Dienstbeschrijving DigiAlarm.net Algemeen Deze dienstbeschrijving omvat de specifieke kenmerken van de dienst DigiAlarm.net van ASB-Security BV, hierna te noemen ASB. Inleiding Wat biedt de dienst DigiAlarm.net DigiAlarm.net is een alarmtransmissiedienst

Nadere informatie

Wet beveiliging netwerken informatiesystemen

Wet beveiliging netwerken informatiesystemen Wet beveiliging netwerken informatiesystemen Meldplicht voor digitaledienstverleners Meer weten? www.agentschaptelecom.nl/wbni Melden van incidenten digitaledienstverleners Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend:

Nadere informatie

Inspectie gevaarlijke stoffen

Inspectie gevaarlijke stoffen Inspectie gevaarlijke stoffen Whitepaper De gang van zaken bij een controle door de Inspectie Leefomgeving en Transport www.evofenedex.nl/gevaarlijkestoffen Als de Inspectie langskomt... Wanneer jouw bedrijf

Nadere informatie

Toetsing Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) BS De Klimop

Toetsing Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) BS De Klimop Toetsing Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) BS De Klimop Locatie Rembrandtstraat Ad (A.A.M.) van Zundert Consultant veiligheidskunde Paraaf: ad.van.zundert@arboned.nl 06-46015528 Email sales support:

Nadere informatie

Inspectierapport Timpaan Kinderopvang B.V. (GOB) Badweg 28 8401 BL GORREDIJK Registratienummer: 147076468

Inspectierapport Timpaan Kinderopvang B.V. (GOB) Badweg 28 8401 BL GORREDIJK Registratienummer: 147076468 Inspectierapport Timpaan Kinderopvang B.V. (GOB) Badweg 28 8401 BL GORREDIJK Registratienummer: 147076468 Toezichthouder: GGD Fryslân In opdracht van gemeente: OPSTERLAND Datum inspectiebezoek: 30-10-2013

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad.

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Raadsvoorstel raadsvergadering agendapunt 4.10 nummer 12INT00825 voorstel 1. Kennis te nemen van de memo onderzoek en aanpassing van noodstroomvoorziening 2. Kennis te nemen van het advies voor praktische

Nadere informatie

Voorlichting, onderricht & Toezicht

Voorlichting, onderricht & Toezicht Interne instructie Arbeidsinspectie Voorlichting, onderricht & Toezicht INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 2. AANPAK 2.1 Wettelijke grondslag 2.2 Inspectie 2.3 Handhaving 3. SCHEMA STAPPEN BIJ HANDHAVING Vastgesteld

Nadere informatie

Gemeenten en de spreiding van opdrachten voor schilderwerk

Gemeenten en de spreiding van opdrachten voor schilderwerk Gemeenten en de spreiding van opdrachten voor schilderwerk Gemeenten en de spreiding van opdrachten voor schilderwerk september 2005 COLOFON Samenstelling Drs. M.H. (Mark) Gremmen drs. A.J.H. (Bert Jan)

Nadere informatie

Service Niveau Overeenkomst Digikoppeling

Service Niveau Overeenkomst Digikoppeling Service Niveau Overeenkomst Digikoppeling Versie 1.3 Datum 26 mei 2015 Status Definitief Colofon Logius Servicecentrum: Postbus 96810 2509 JE Den Haag t. 0900 555 4555 (10 ct p/m) e. servicecentrum@logius.nl

Nadere informatie

Resultaten en vervolgacties

Resultaten en vervolgacties 25834 Problematiek rondom asbest 22343 Handhaving milieuwetgeving Nr. 78 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 5

Nadere informatie

Sjoerd Post DCMR VEILIGHEIDSCULTUUR

Sjoerd Post DCMR VEILIGHEIDSCULTUUR Sjoerd Post DCMR VEILIGHEIDSCULTUUR 1 VEILIGHEIDSCULTUUR Veiligheidscultuur indicatie voor veiligheidsprestatie bedrijven Ook staat technische installaties/onderhoud en organisatie (VMS) indicatoren voor

Nadere informatie

Onderzoek naar gevaarlijke stoffen in elektronica. goedkoop speelgoed en grote huishoudelijke apparaten. Datum 1 september 2011 Status Definitief

Onderzoek naar gevaarlijke stoffen in elektronica. goedkoop speelgoed en grote huishoudelijke apparaten. Datum 1 september 2011 Status Definitief Onderzoek naar gevaarlijke stoffen in elektronica goedkoop speelgoed en grote huishoudelijke apparaten Datum 1 september 2011 Status Definitief Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Bodem en Afval

Nadere informatie

Inspectie Jeugdzorg. Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014

Inspectie Jeugdzorg. Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014 Inspectie Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014 Samenvatting Opzet belevingsonderzoek naar klanttevredenheid De Inspectie heeft een belevingsonderzoek naar klanttevredenheid gedaan, om inzicht

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE MEDEDELING VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 13 NOVEMBER 2018 MET BETREKKING TOT DE COMMUNI- CATIE AAN BOORD VAN ZEESCHEPEN IN DE FREQUENTIEBANDEN 457,5125-457,5875

Nadere informatie

Toezichtsarrangement Antenneregister

Toezichtsarrangement Antenneregister Toezichtsarrangement Antenneregister Naleving verplichtingen antenneregister Publicatiedatum: 15 oktober 2014 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Doel antenneregister... 3 Toezicht op het antenneregister...

Nadere informatie

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014 Agendapuntnr.: 14 Nr.: 142585 Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014 Geachte raad, Aan de gemeenteraad Samenvatting:

Nadere informatie

ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO

ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO onderzoeksverslag Rozemarijn van Toly, Annemarie Groot, Andrea Klaeijsen en Patricia Brouwer 01 AANLEIDING ONDERZOEK Er is recent veel aandacht voor werkdruk onder docenten;

Nadere informatie

Inspectierapport Gastouderbureau Oostnederland (GOB) Elerweg RR HELLENDOORN Registratienummer

Inspectierapport Gastouderbureau Oostnederland (GOB) Elerweg RR HELLENDOORN Registratienummer Inspectierapport Gastouderbureau Oostnederland (GOB) Elerweg 27 7447RR HELLENDOORN Registratienummer 819651758 Toezichthouder: GGD Twente In opdracht van gemeente: Hellendoorn Datum inspectie: 24-03-2015

Nadere informatie

Het toezicht in Nederland op majeure risico bedrijven: Ontwikkelingen. Inhoud. veiligheid en het toezicht; veel beelden en meningen

Het toezicht in Nederland op majeure risico bedrijven: Ontwikkelingen. Inhoud. veiligheid en het toezicht; veel beelden en meningen Het toezicht in Nederland op majeure risico bedrijven: Ontwikkelingen Inhoud veiligheid en het toezicht; veel beelden en meningen Waarom toezicht: Bezien vanuit een andere invalshoek! Leo van Tatenhove

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 323478. Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 323478. Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2 RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 323478 Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2 Onderwerp: Achterstanden met betrekking tot de afgifte van gebruiksvergunningen en -meldingen Verantwoordelijk

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 5 juni 2014 Antwoorden Kamervragen met kenmerk 2014Z07915

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 5 juni 2014 Antwoorden Kamervragen met kenmerk 2014Z07915 > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directoraat-Generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties Directie Arbeidszaken

Nadere informatie

Informatieavond Marcogas

Informatieavond Marcogas Informatieavond Marcogas Welkom Doel informatiebijeenkomst Introductie aanwezige partijen Ontwikkelingen Marcogas (Gemeente) Veiligheidsaspecten (Veiligheidsregio) Externe Veiligheid (Omgevingsdienst)

Nadere informatie

Seminar 'Integrale Risicoanalyse Water Water(risico s) in de Industrie. Edwin de Roij Beleidsmedewerker Milieu en Procesveiligheid

Seminar 'Integrale Risicoanalyse Water Water(risico s) in de Industrie. Edwin de Roij Beleidsmedewerker Milieu en Procesveiligheid Seminar 'Integrale Risicoanalyse Water Water(risico s) in de Industrie Edwin de Roij Beleidsmedewerker Milieu en Procesveiligheid Water in de industrie. Water(risico's) in de industrie \ Edwin de Roij

Nadere informatie

Controleresultaten Legionellapreventie Cluster 1: zwembaden en sauna's. Datum 25 september 2009 Status Definitief

Controleresultaten Legionellapreventie Cluster 1: zwembaden en sauna's. Datum 25 september 2009 Status Definitief Controleresultaten Legionellapreventie 2009 Cluster 1: zwembaden en sauna's Datum 25 september 2009 Status Definitief Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Schoon en Veilig water Rijnstraat

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Externe veiligheid Definitief In opdracht van: Vos Zand en Grind BV Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 20 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

Controleresultaten Legionellapreventie Cluster 2: Ziekenhuizen en buitenpoliklinieken. Datum 25 september 2009 Status Definitief

Controleresultaten Legionellapreventie Cluster 2: Ziekenhuizen en buitenpoliklinieken. Datum 25 september 2009 Status Definitief Controleresultaten Legionellapreventie 2009 Cluster 2: Ziekenhuizen en buitenpoliklinieken Datum 25 september 2009 Status Definitief Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Schoon en Veilig

Nadere informatie

Handhavingsprogramma Inspectie Kinderopvang 2015. Volksgezondheid

Handhavingsprogramma Inspectie Kinderopvang 2015. Volksgezondheid Volksgezondheid November 2014 INHOUD 1. Inleiding 3 2. Omgevingsanalyse 4 3. Toezicht en handhaving 2015: prioriteiten 6-2 - 1. Inleiding In 2009 is het programmatisch handhaven ingevoerd in Utrecht. Dit

Nadere informatie

Heerlijk Helder Handhaven?

Heerlijk Helder Handhaven? Heerlijk Helder Handhaven? Vandaag Wie zijn we? Waarom zitten we hier? 2 1. Wat zijn de voorwaarden om te kunnen handhaven op basis van het Brzo? 3 1. Wat zijn de voorwaarden om te kunnen handhaven op

Nadere informatie

Veiligheid als uitgangspunt

Veiligheid als uitgangspunt Veiligheid als uitgangspunt Het brandbeveiligingssysteem dient te zijn afgestemd op het risico dat beschermd moet worden BVI is een geaccrediteerde inspectie-instelling voor brandbeveiligingssystemen Inspectie

Nadere informatie