Sociaal- Economische Raad

Transcriptie

1 Sociaal- Economische Raad

2 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende organisatie schriftelijk bedenkingen aanvoeren tegen de in dit Mededelingenblad gepubliceerde ontwerpverordening. BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Vee en Vlees Ontwerp- Verordening tot wijziging van de Verordening bestrijding Ziekte van Aujeszky bij varkens (PVV) 2006 en de Verordening varkensleveringen (PVV) 2006 (2007-I) bestrijding Ziekte van Aujeszky bij varkens (PVV) 2006 en de Verordening varkensleveringen (PVV) 2006 (2007-I) Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees; Gelet op de artikelen 93, eerste en tweede lid, onder b., 102 en 104 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, de artikelen 10 en 11 van het Instellingsbesluit Productschap Vee en Vlees; Gezien de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004; Besluit: Artikel I De Verordening bestrijding Ziekte van Aujeszky bij varkens (PVV) 2006 wordt gewijzigd als volgt: A gewijzigd in: een ingevolge de Regeling erkenning en aanwijzing veterinaire laboratoria inzake de Ziekte van Aujeszky erkend dan wel aangewezen laboratorium. Artikel 5, eerste lid, komt te luiden als volgt: 1. In het geval uit het onderzoek bedoeld in de artikelen 3 en 4 blijkt dat er sprake is van de aanwezigheid van de Ziekte van Aujeszky: B a. Is de ondernemer verplicht mee te werken aan nader onderzoek naar de aanwezigheid van de Ziekte van Aujeszky; b. Is de ondernemer verplicht mee te werken aan vaccinatie tegen de Ziekte van Aujeszky; c. Is aan- of afvoer van varkens verboden in door het bestuur bij besluit nader bepaalde situaties; d. Is de ondernemer verplicht ge-positieve varkens ter slacht af te voeren; e. Is de ondernemer verplicht de transportmiddelen waarin zijn varkens zijn vervoerd onverwijld na het transport te reinigen en te ontsmetten.

3 Het bestuur kan deze bestrijdingsmaatregelen nader uitwerken in een door het bestuur vast te stellen besluit. Aan artikel 5 worden een vierde en een vijfde lid toegevoegd die luiden als volgt: 4. De kan een persoon of dienst aanwijzen die namens de de uitvoering van de bestrijding van de Ziekte van Aujeszky ter hand neemt. C 5. Het bestuur stelt bij besluit een commissie van deskundigen in die de en de in het vierde lid bedoelde persoon of dienst adviseert bij de bestrijding van de Ziekte van Aujeszky. Aan artikel 6 wordt een vierde lid toegevoegd dat komt te luiden als volgt: D 4. De in het eerste lid aangewezen personen houden toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde overeenkomstig het bepaalde in afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel II De Verordening Varkensleveringen (PVV) 2006 wordt gewijzigd als volgt: Aan artikel 20 wordt een achtste lid toegevoegd dat komt te luiden als volgt: 8. De kan in het geval van verdenking van een uitbraak van de Ziekte van Aujeszky bij varkens overgaan tot schorsing van de geldigheid van alle op dat moment afgegeven transportdocumenten en aanhouding van de meldingen als bedoeld in het eerste lid. Artikel III Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Zoetermeer, secretaris TOELICHTING BIJ DE ONTWERP-VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING BESTRIJDING ZIEKTE VAN AUJESZKY BIJ VARKENS (PVV) 2006 EN DE VERORDENING VARKENSLEVERINGEN (PVV) 2006 (2007-I) Algemeen De Verordening bestrijding Ziekte van Aujeszky bij varkens (PVV) 2006 is door het bestuur van het Productschap Vee en Vlees vastgesteld op 12 juli Op dat moment waren de handhavingsmogelijkheden en handhavingsbevoegdheden inzake de vast te stellen bestrijdingsmaatregelen nog niet volledig uitgekristalliseerd. In overleg met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is recentelijk de bevoegdheid van het PVV om

4 op autonome basis bestrijdingsmaatregelen vast stellen ook in het geval er sprake zou zijn van een uitbraak nader ingekaderd. De bestrijding van besmettelijke dierziekten, zoals ook de Ziekte van Aujeszky er een is, is in beginsel aan de minister van LNV voorbehouden op grond van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. In het geval van de Ziekte van Aujeszky bij varkens is door de minister van LNV aangegeven dat het productschap de bestrijding van de Ziekte van Aujeszky in deze fase -namelijk formeel nog in de status van artikel 9 van richtlijn 64/432/EEGter hand mag nemen. De minister van LNV blijft uiteraard op grond van artikel 17 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren bevoegd om op te treden en regels te stellen in het geval de Ziekte van Aujeszky zou uitbreken. Artikelsgewijze toelichting Artikel I Artikel 104 van de Wet op de bedrijfsorganisatie stelt tuchtrechtelijke handhaving van autonome regelgeving van het productschap als hoofdregel. Onderhavige wijzigingsverordening beoogt door aanpassing van de artikelen 5 en 6 van de verordening optimaal gebruik te maken van de mogelijkheid van tuchtrechtelijke handhaving. In artikel 6 inzake de toezichthouder en het door deze te houden toezicht is een vierde lid toegevoegd. De toezichtsbevoegdheden van de personen die als toezichthouder zijn aangewezen zijn niet beperkt en zijn de bevoegdheden die zijn opgenomen in afdeling 5.2 Toezicht op de naleving van de Algemene wet bestuursrecht. Dit houdt in dat de toezichthouder bevoegd is elke plaats te betreden, met uitzondering van een woning waarvoor toestemming van een bewoner vereist is. Zo nodig verschaft de toezichthouder zich toegang met behulp van de politie. Voorts is de toezichthouder onder meer bevoegd inlichtingen, zakelijke gegevens en bescheiden te vorderen, zaken te onderzoeken, monsters te nemen en vervoermiddelen te onderzoeken met betrekking tot de toezichthoudende taak. Bij het overtreden van de verplichting tot medewerken aan de door de toezichthouder te verrichten controle zoals opgenomen in artikel 6, tweede lid, van de Verordening is tuchtrechtelijke handhaving aan de orde. Strafrechtelijk handhaving is daarnaast aan de orde strafrecht: Het opzettelijk niet voldoen aan de door een ambtenaar belast met de uitoefening van toezicht gevorderde medewerking, of zelfs het opzettelijk beletten, belemmeren of verijdelen van deze functionaris is een strafbaar feit volgens artikel 184, eerste lid, van het Wetboek van strafrecht in samenhang met artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht. Volgens vaste rechtspraak wordt onder ambtenaar verstaan een ieder die door het openbaar gezag is aangesteld tot een openbare betrekking om een deel van de taak van de staat en zijn organen te verrichten. Of de toezichthoudende persoon ook arbeidsrechtelijk als ambtenaar wordt aangemerkt doet niet ter zake (HR 18 oktober 1949, NJ 1950, 126). Het zich met geweld of bedreiging met geweld verzetten tegen een toezichthouder werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening is strafbaar volgens artikel 180 van het Wetboek van strafrecht. In artikel 5, eerste lid, zijn verplichtingen en een verbod opgenomen die gelden in het geval de aanwezigheid van de Ziekte van Aujeszky is geconstateerd in de onderzoeken zoals bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de verordening. In het geval van verdenking of mogelijke aanwezigheid van de Ziekte van Aujeszky is de ondernemer verplicht mee te werken aan nader onderzoek naar de Ziekte van Aujeszky en aan de maatregel van (nood)vaccinatie. Het bestuur kan bij besluit nadere situaties vaststellen waarin het verboden is varkens aan dan wel af te voeren. In een uitbraakfase is het immers van belang de vervoersbewegingen van varkens te beperken indien het risico van verspreiding daartoe noodzaakt. Het bestuur kan de bestrijdingsmaatregelen nader uitwerken in een door het bestuur vast te stellen besluit.

5 In artikel 5, vierde lid is opgenomen dat de een persoon als hoofd bestrijding kan aanwijzen om namens de de uitvoering van de bestrijding ter hand te nemen. In artikel 5, vijfde lid, is opgenomen dat een door het bestuur bij besluit in te stellen commissie van deskundigen daarbij gevraagd en ongevraagd advies kan geven. Voorts wordt in artikel 3 in het vervolg verwezen naar de Regeling erkenning en aanwijzing veterinaire laboratoria van de minister van LNV in plaats van de situatie dat het productschap zelf zou voorzien in aanwijzing dan wel erkenning van een laboratorium dat voldoet aan door de minister van LNV vastgestelde regelen. Artikel II In het geval er sprake is van verdenking van een uitbraak van de Ziekte van Aujeszky kan het nodig zijn de geldigheid van transportdocumenten zoals bedoeld in de Verordening varkensleveringen (PVV) 2006 op te schorten teneinde de aan- en afvoer van varkens te kunnen reguleren. In de Verordening varkensleveringen (PVV) 2006 geldt een verbod op de aan- of afvoer van varkens zonder geldig transportdocument. Artikel III In dit artikel wordt de inwerkingtreding en de wijze van publicatie vermeld. Zoetermeer, secretaris

6 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Tegen een besluit tot goedkeuring van een begroting of een herziene begroting van een bedrijfslichaam kunnen belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt een beroepschrift indienen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag. BEDRIJFSLICHAMEN Hoofdproductschap Akkerbouw HPA 25 Wijziging II Verordening HPA wratziekte 2003 Verordening van het Hoofdproductschap Akkerbouw van 8 juni 2006 tot wijziging van de Verordening HPA wratziekte 2003 (PBO-blad onder nr. HPA 29) Het bestuur van het Hoofdproductschap Akkerbouw; Gelet op de artikelen 93, 95, 104, eerste en derde lid, 106 en 126, tweede lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikelen 3, 5, 17 en 18 van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen; Gehoord de Commissie Aardappelen; Besluit: Artikel I De Verordening HPA wratziekte 2003 wordt gewijzigd als volgt: Aan bijlage 1 onder B en bijlage 3 onder C1 worden de navolgende rassen toegevoegd: Averia Aviala Hansa Kuroda Smaragd Sofista Annabelle Hommage Burren Shannon Avarna Raja A

7 Aan bijlage 2 onder B worden de navolgende rassen toegevoegd: Bedalin Fontane Marlen Goldika Cecile Daisy Amyla Starter Aan bijlage 3 onder C2 worden de navolgende rassen toegevoegd: Estima Markies Victoria Artikel II B C Deze verordening wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en treedt in werking de tweede dag na publicatie. Den Haag, 8 juni 2006 Th.A.M. Meijer M. Elema secretaris Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 18 december TOELICHTING Bij besluit van de van 9 juni 2005 (PBO-blad , nr. HPA 19) zijn ingevolge artikel 3, eerste lid, van de verordening de in onderhavige wijzigingsverordening genoemde rassen reeds aangewezen. Een uitzondering vormen de in onderdeel B genoemde rassen Goldika, Cecile, Daisy, Amyla en Starter, die thans toegevoegd worden. Voornoemd artikel 3 bepaald tevens dat het besluit ingetrokken wordt indien bij verordening de bijlagen gewijzigd zijn. Deze verordening strekt hiertoe, waarbij tevens de gelegenheid is genomen om eerdergenoemde 5 rassen toe te voegen. Deze rassen zijn opgenomen op basis van onderzoeksresultaten. Het besluit is indertijd gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van Richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij Richtlijn nr. 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217).

8 Gelet op de 5 nieuw toegevoegde rassen wordt de wijzigingsverordening gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van Richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij Richtlijn nr. 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217). Den Haag, 8 juni 2006 Th.A.M. Meijer M. Elema secretaris HPA 26 Verordening HPA herziene begroting 2006 Verordening van het Hoofdproductschap Akkerbouw tot vaststelling van de herziene begroting van baten en lasten voor Het bestuur van het Hoofdproductschap Akkerbouw heeft, gelet op artikel 119 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, de volgende verordening vastgesteld. Besluit: Artikel 1 De herziene begroting van baten en lasten van het Hoofdproductschap Akkerbouw voor het jaar 2006 is als volgt: Totaal generaal Bestuur Product en dienst Arbeid Medebewind Baten Heffingen Retributies Diensten aan derden Rente Vergoeding opgedragen taken Niet bestede subsidies / diensten door derden Overige baten totaal van de baten Lasten Personeelskosten Reis-, verblijf- en representatiekosten Huisvestingskosten

9 Bureaukosten Vergaderkosten Financiële relaties Diensten door derden Overige lasten subtotaal lasten Interne overboekingen - ( ) (37.600) totaal van de lasten Resultaat ( ) 600 ( ) - - Stand van de reserves Reserve 01/ Reserve 31/ Artikel 2 Deze verordening wordt geplaatst in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Artikel 3 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari Artikel 4 Deze verordening wordt aangehaald als Verordening HPA herziene begroting 's-gravenhage, 9 november 2006 Voor het bestuur: TH.A.M. Meijer M. Elema secretaris Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 14 december HPA 27 Verordening HPA begroting 2007 Verordening van het Hoofdproductschap Akkerbouw tot vaststelling van de begroting van baten en lasten voor Het bestuur van het Hoofdproductschap Akkerbouw heeft, gelet op artikel 119 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, de volgende verordening vastgesteld. Besluit:

10 Artikel 1 De begroting van baten en lasten van het Hoofdproductschap Akkerbouw voor het jaar 2007 is als volgt: Totaal generaal Bestuur Product en dienst Arbeid Medebewind Baten Heffingen Retributies Diensten aan derden Rente Vergoeding opgedragen taken Niet bestede subsidies / diensten door derden Overige baten totaal van de baten Lasten Personeelskosten Reis-, verblijf- en representatiekosten Huisvestingskosten Bureaukosten Vergaderkosten Financiële relaties (6.600) - Diensten door derden Overige lasten subtotaal lasten Interne overboekingen - ( ) (34.300) totaal van de lasten Resultaat ( ) (2.600) ( ) - - Stand van de reserves Reserve 01/ Reserve 31/ Artikel 2 Deze verordening wordt geplaatst in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

11 Artikel 3 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari Artikel 4 Deze verordening wordt aangehaald als Verordening HPA begroting 's-gravenhage, 9 november 2006 Voor het bestuur: TH.A.M. Meijer M. Elema secretaris Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 14 december Productschap Vee en Vlees PVV 51 Verordening bestrijding Ziekte van Aujeszky bij varkens (PVV) 2006 Verordening van het Productschap Vee en Vlees van 12 juli 2006 houdende regels ter bestrijding van de Ziekte van Aujeszky bij varkens (Verordening bestrijding Ziekte van Aujeszky bij varkens (PVV) 2006) Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees, Gelet op de artikelen 93, eerste en tweede lid, onder b., 102 en 104 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, de artikelen 10 en 11 van het Instellingsbesluit Productschap Vee en Vlees; Gezien richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (Pb EG L121); Gezien beschikking 2001/618/EG van de Commissie van 23 juli 2001 betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de Ziekte van Aujeszky voor het intracommunautaire handelsverkeer van varkens, betreffende criteria voor de over deze ziekte te verstrekken gegevens en houdende intrekking van de Beschikkingen 93/24/EEG en 93/244/EEG (Pb EG L215); Besluit:

12 1. Begripsbepalingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. Productschap : het Productschap Vee en Vlees; b. Bestuur : het bestuur van het productschap; c. Voorzitter : de van het productschap; d. Varken : dier behorende tot de familie der Suidae (Gray 1821); e. Onderneming : een onderneming waarin de varkenshouderij wordt uitgeoefend; f. ondernemer : de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft; g. Bedrijf : bedrijfslocatie van een onderneming; h. Het Aujeszky-virus : het virus dat de Ziekte van Aujeszky kan veroorzaken; i. ge-test : test door middel van onderzoek van bloedmonsters op antistoffen tegen glycoproteïne E; j. gb-test : test door middel van onderzoek van bloedmonsters op antistoffen tegen glycoproteïne B; k. ge-positief : vaststelling van de aanwezigheid van het Aujeszky-virus in het van het varken genomen monster door middel van een ge-test; l. gb-positief : vaststelling van de aanwezigheid van antistoffen tegen het Aujeszky-virusvaccin, dan wel van het Aujeszky-virus in het van het varken genomen monster door middel van een gb-test; m. besmet bedrijf : bedrijf waar de aanwezigheid van het Aujeszky-virus in daar gehouden varkens is geconstateerd; n. bedrijf waarvoor bestrijdingsmaatregelen gelden Artikel 2 : bedrijf dat varkens levert aan of afneemt van een besmet bedrijf alsmede een bedrijf dat zich binnen een straal van 10 km van een besmet bedrijf bevindt. 2. Verboden 1. Het is verboden varkens te houden die drager zijn van het Aujeszky-virus. 2. Het is verboden varkens te houden die zijn gevaccineerd tegen de Ziekte van Aujeszky. 3. Het verbod in het tweede lid geldt niet voor varkens die worden gehouden door de door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit erkende instantie belast met onderzoek naar het Aujeszky-virus.

13 4. De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing in het geval het aanhouden van deze varkens is gelast, respectievelijk de vaccinatie van deze varkens is gelast krachtens artikel 5. Artikel 3 3. Monitoring 1. De ondernemer is verplicht iedere vier maanden het door het bestuur bij besluit vast te stellen aantal bloedmonsters van door hem gehouden varkens aan te leveren aan een door het bestuur bij besluit aangewezen laboratorium. 2. De verkrijgt het eigendom van de bloedmonsters als bedoeld in het eerste lid. 3. Op kosten van de ondernemer worden de bloedmonsters bedoeld in het eerste lid door middel van een ge test onderzocht op de aanwezigheid van het Aujeszky-virus. 4. Bloedmonsters kunnen steekproefsgewijs op aanwijzing van de door middel van een gb-test worden onderzocht ter controle van de naleving van het verbod gevaccineerde varkens te houden. Artikel 4 De kan de ondernemer gelasten, volgens door het bestuur bij besluit vast te stellen regels, in zijn onderneming aanwezige varkens, door een door het bestuur aangewezen dienst te doen onderzoeken op de aanwezigheid van het Aujeszky-virus, dan wel op de aanwezigheid van antistoffen tegen het Aujeszky-virus. Artikel 5 4. Bestrijdingsmaatregelen 1. Het bestuur stelt bij besluit, vóór inwerkingtreding van de verordening, bestrijdingsmaatregelen vast alsmede de in dat verband op te leggen verplichtingen ter zake van: a. nader onderzoek naar de aanwezigheid van de Ziekte van Aujeszky; b. de vaccinatie tegen de Ziekte van Aujeszky; c. de aan- en afvoer van varkens door ondernemers; d. het ter slacht afvoeren van ge-positieve varkens. 2. Het bestuur legt de maatregelen ter bestrijding van een uitbraak van de Ziekte van Aujeszky neer in een door hem vast te stellen bestrijdingsplan. 3. Het bestuur kan bij besluit de de bevoegdheid geven om in het kader van de bestrijding van een uitbraak van de Ziekte van Aujeszky in bijzondere en individuele gevallen, ondernemers te verplichten varkens tegen de Ziekte van Aujeszky te vaccineren.

14 5. Aanwijzing toezichthouder en verplichting tot medewerking Artikel 6 1. Het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften wordt namens het productschap uitgeoefend door een door het bestuur bij besluit aangewezen dienst en door het bestuur aangewezen personen. 2. Ondernemers zijn verplicht: a. aan de door het bestuur aangewezen dienst en personen al die gegevens te verstrekken of te doen verstrekken, die nodig zijn voor de vervulling van hun taak; b. aan de door het bestuur aangewezen dienst en personen inzage te geven of te doen geven in die boeken en bescheiden, die nodig zijn voor de vervulling van hun taak; c. aan de door het bestuur aangewezen dienst en personen te allen tijde toegang te geven of te doen geven tot hun bedrijfsruimten en tot die plaatsen of vervoermiddelen, waar dan wel waarin voorraden (waaronder begrepen varkens, karkassen, monsters en verpakkingsmateriaal), tot het bedrijf van de ondernemer behorende, zijn opgeslagen dan wel worden vervoerd; d. te gedogen dat de door het bestuur aangewezen dienst en personen monsters nemen uit de voorraden van het bedrijf van de ondernemer (waaronder begrepen varkens, karkassen, monsters en verpakkingsmateriaal), ongeacht de plaats waar of waarin zich die voorraden bevinden en de ondernemer zal alsdan de van hem gevorderde medewerking verlenen overeenkomstig de aanwijzingen van de door het bestuur aangewezen dienst en personen. 3. De in het eerste lid bedoelde personen zijn bevoegd berechtingsrapporten ten behoeve van tuchtrechtelijke afhandeling van overtredingen op te maken. Artikel 7 6. Gegevensverwerking 1. De door het productschap uit hoofde van deze verordening verkregen gegevens omtrent ondernemingen worden in handen gesteld van de. Deze gegevens worden, behoudens aan personeelsleden van het secretariaat van het productschap en personen belast met het toezicht en de handhaving van het bepaalde in deze verordening, niet bekendgemaakt. 2. In het geval van een uitbraak van de Ziekte van Aujeszky worden gegevens bekend gemaakt van besmette bedrijven en bedrijven waarvoor bestrijdingsmaatregelen gelden, dit ter voorkoming van verdere verspreiding van de uitbraak. 3. De dienst en personen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, zijn gehouden de uit hoofde van hun wettelijke taak verkregen gegevens vertrouwelijk te behandelen.

15 7. Bijzondere bepalingen Artikel 8 1. De kan, voor zover het belang van de bestrijding van de Ziekte van Aujeszky zich daartegen niet verzet, in door het bestuur bij besluit bepaalde gevallen van het bepaalde in artikel 2, eerste en tweede lid en 3, eerste lid, op schriftelijk verzoek van de ondernemer ontheffing of vrijstelling verlenen. 2. Aan een vrijstelling of ontheffing kunnen beperkingen, nadere voorwaarden en voorschriften worden verbonden. Zij kunnen te allen tijde worden ingetrokken. Artikel 9 1. De in deze verordening met betrekking tot ondernemers gestelde regelen zijn mede bindend voor natuurlijke en rechtspersonen die vijf of meer varkens aanwezig hebben anders dan in een onderneming. 2. Waar in deze verordening wordt gesproken van ondernemers onderscheidenlijk ondernemingen, worden daaronder mede begrepen de in het eerste lid bedoelde personen, onderscheidenlijk de grond, het erf en de gebouwen waarop en waarin de in het eerste lid bedoelde varkens aanwezig zijn. Artikel Tuchtrechtelijke maatregelen Op overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening worden tuchtrechtelijke maatregelen gesteld zoals voorzien in de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie Artikel Overgangsbepaling Het verbod in artikel 2, tweede lid, geldt niet voor varkens die vóór inwerkingtreding van deze verordening zijn gevaccineerd. Artikel Slotbepalingen De Verordening bestrijding Ziekte van Aujeszky 2002 wordt ingetrokken. Artikel 13 De door het bestuur vast te stellen besluiten bedoeld in de artikelen 3, eerste lid, 4, 5, eerste en derde lid, 6, eerste en derde lid, en 8, eerste lid, worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

16 Artikel Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestrijding Ziekte van Aujeszky bij varkens (PVV) Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Zoetermeer, 12 juli 2006 J.J. Ramekers S.B.M. Jongerius secretaris Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 18 december TOELICHTING BIJ DE VERORDENING BESTRIJDING ZIEKTE VAN AUJESZKY BIJ VARKENS (PVV) 2006 Algemeen In 1993 is het landelijk bestrijdingsprogramma Ziekte van Aujeszky opgesteld. Aanleiding voor het opstellen van het bestrijdingsprogramma waren de behoefte om in te spelen op toekomstige EG-regels, teneinde de uitvoer van varkens vanuit Nederland naar met name andere EGlidstaten voor de toekomst veilig te stellen, en de wens om de schade veroorzaakt door de uitbraak van de Ziekte van Aujeszky te beperken. Het bestrijdingsprogramma is gericht op het bereiken van de situatie waarbij Nederland officieel vrij is van de Ziekte van Aujeszky en er niet meer gevaccineerd wordt. Het bereiken van deze doelstelling is in 3 fasen onderscheiden: 1ste fase: Invoering van een stringent vaccinatie-programma, dat verplicht op alle bedrijven wordt uitgevoerd met een toegelaten vaccin. Het doel van de verplichte vaccinatie is de varkens gedurende het gehele leven voldoende tegen de Ziekte van Aujeszky te beschermen en op die manier de circulatie van het veldvirus sterk te beperken, zo mogelijk stil te leggen. 2de fase: De verplichte vaccinatie blijft gehandhaafd. In deze fase wordt een ontwikkeld Aujeszky-vrij certificeringssysteem verplicht gesteld, waardoor de laatste positieve dieren worden opgespoord en geleidelijk zullen verdwijnen. Op deze wijze zal Nederland vrij worden van het Aujeszky virus terwijl de bescherming door de verplichte vaccinatie wordt gehandhaafd. 3de fase: Een verbod op vaccineren tegen de Ziekte van Aujeszky. Een jaar nadat het vaccinatieverbod is ingesteld kan de status "Officieel vrij van de Ziekte van Aujeszky" na aanvraag worden verkregen. Ter uitvoering van de eerste fase is in 1993 de Verordening bestrijding Ziekte van Aujeszky door het Landbouwschap vastgesteld, waarbij alle varkenshouders verplicht waren de op het bedrijf aanwezige varkens te laten enten tegen de Ziekte van Aujeszky volgens een voorgeschreven entschema. Tevens zijn het op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren gebaseerde Besluit gebruik sera en entstoffen en de op dit besluit gebaseerde regelingen aangescherpt op grond van het veterinair-wetenschappelijk referentiekader waaraan toe te laten vaccins moeten voldoen.

17 In de verschillende fasen is het noodzakelijk maatregelen te nemen teneinde verspreiding van het virus te voorkomen. In de eerste fase was dit de verplichte vaccinatie, in de tweede fase is dit aangevuld met de verplichte certificering, opdat de virusdragers uit de varkenspopulatie geëlimineerd worden. Op deze wijze is het mogelijk uiteindelijk de doelstelling te bereiken dat alle bedrijven vrij zijn van de Ziekte van Aujeszky. Deze situatie is in 2002 bereikt. Overgang naar de derde fase is aan de orde, omdat de kans op herintroductie van het virus, mede door sterke verbetering van de situatie aan de zuidgrens van Nederland minimaal wordt geacht. De Aujeszky bestrijding in de Nederland omringende landen is zo ver gevorderd dat het risico op herintroductie zodanig is verlaagd dat in Nederland kan worden gestopt met vaccineren. Het in de derde fase door Nederland beoogde bestrijdingsprogramma zal, voordat de officiële Ziekte van Aujeszky-vrije status in Brussel wordt aangevraagd, evenwel door de EU geaccepteerd moeten zijn, aangezien het bestrijdingsprogramma is gebaseerd op het gebruik van het markervaccin en zonder vernietiging van voor consumptie geschikte dieren, afkomstig van besmette en/of gevaccineerde bedrijven. Het bovenstaande houdt een vernieuwing in van het voorheen gebruikelijke bestrijdingsbeleid, waarvoor overigens wel de ruimte wordt geboden in de Europese regelgeving dienaangaande. De kern van het stelsel zoals bij onderhavige verordening vastgesteld behelst een verbod varkens te houden die drager zijn van het Aujeszky virus dan wel gevaccineerd zijn tegen de Ziekte van Aujeszky. Dit verbod wordt ondersteund door een monitoringsplicht. Naar aanleiding van de in de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren verankerde meldingsplicht bij vaststelling van de Ziekte van Aujeszky wordt ook het productschap in kennis gesteld van de melding. Vervolgens kunnen bestrijdingsmaatregelen zoals door het bestuur bij besluit nader te bepalen, opgelegd worden. Het Aujeszky-virus kent een zeer besmettelijke karakter en kan zich op grotere afstand via de lucht verspreiden. De aanwezigheid van het Aujeszky-virus wordt vastgesteld door middel van onderzoek naar antistoffen tegen het Aujeszky-virus dan wel door middel van onderzoek naar de aanwezigheid van het Aujeszky-virus. Aan de hand van de ge-test en gb-test wordt, door middel van onderzoek op antistoffen tegen glycoproteïne E en B, de eiwitachtige structuur van het kapsel van het virus onderzocht. De nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening. De bestrijding van de Ziekte van Aujeszky is door de centrale overheid aan het bedrijfsleven overgelaten. Daarbij is overwogen dat het algemeen belang, met name de volksgezondheid, niet in het geding is. Regelgeving op het niveau van de rijksoverheid of met tussenkomst van de rijksoverheid werd om die reden niet noodzakelijk geacht. De Ziekte van Aujeszky is door de rijksoverheid wel aangifteplichtig gemaakt. Op deze wijze wordt tegemoet gekomen aan het meldingsvereiste ten behoeve van de Europese Commissie en de Office International des Épizooties (OIE). Afweging ten opzichte van private alternatieven Bewerkstelligen dat de gehele sector zich aan de verplichtingen houdt is niet mogelijk door middel van private afspraken. De bestrijding van een besmettelijke dierziekte als de Ziekte van Aujeszky heeft uitsluitend kans van slagen als alle ondernemers daaraan deelnemen. Voor het welslagen van de doelstellingen is het vereist dat de verplichtingen algemeen worden nageleefd en ook kunnen worden gehandhaafd door middel van in de wet verankerde handhavingsinstrumenten. Slechts met de inzet van regelgeving zijn de gestelde doelen realiseerbaar. Het algemeen belang van de activiteit Hoewel bestrijding van de Ziekte van Aujeszky bij varkens geen volksgezondheidsbelang betreft, kan het algemeen belang anderszins in het geding zijn. Het uitbreken van een besmettelijke dierziekte heeft immers maatschappelijke gevolgen. Ook kunnen andere diersoorten, zoals runderen, schapen, honden en katten, besmet raken en ten gevolge van een besmetting sterven. Voordat de bestrijding van de Ziekte van Aujeszky bij varkens in Nederland

18 vanuit de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie verplicht werd gesteld kwam dit dan ook wel eens voor. Het verminderen van het risico van verstoring van de gezondheid van (consumptie)dieren en daarmee de noodzaak van medicamenteus ingrijpen teneinde de balans weer te herstellen, dient ook het algemeen belang. De economische belangen die zijn betrokken bij de productie en afzet van varkens worden gediend met het zeker stellen van een Ziekte van Aujeszky-vrije varkensstapel. Deze economische belangen overstijgen het sectorale belang. Het sectoraal belang van de activiteit Daar de Ziekte van Aujeszky een besmettelijke dierziekte is die eenvoudig van het ene varkensbedrijf op het andere varkensbedrijf overgebracht kan worden, zelfs via de lucht, is een goede bestrijding alleen mogelijk indien alle houders van varkens daaraan meewerken. Het is daarom noodzakelijk participatie in het bestrijdingsprogramma dwingend op te leggen. Voor een sterk exporterend land als Nederland is het bovendien een sectoraal belang de exportmarkten in de toekomst open te houden. Het verplichten tot vaccineren (zoals voorzien in de Verordening bestrijding Ziekte van Aujeszky 2002) op het moment dat er geen ernstige dreiging van een uitbraak is, komt de concurrentiepositie van de sector niet ten goede en moet als een te zware maatregel in de dierziektepreventie gezien worden. Het (lokaal) weer verplichten tot vaccineren op het moment dat er wel sprake is van een ernstige dreiging, teneinde de schade te beperken, gaat uit van een zorgvuldig en gericht gebruik van het middel van vaccinatie in de dierziektebestrijding. Deze afwegingen zijn de basis voor het optimale gebruik van vaccins in de bestrijding van besmettelijke dierziekten. De uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening De bereidheid van varkenshouders het bij of krachtens de verordening bepaalde na te leven is groot, dit vanwege het besef dat een uitbraak van de besmettelijke dierziekte de sector grote schade zou toebrengen. De regels gericht op de bestrijding van de Ziekte van Aujeszky bij varkens zijn op deze nalevingsbereidheid afgesteld. Het tuchtrechtelijke handhavingsinstrument wordt sinds aanvang 2002 ingezet als sluitstuk van de bestrijding. Teneinde de naleving te verzekeren wordt het tuchtrechtinstrument ingezet. Daarbij stelt het productschap jaarlijks in zijn handhavingsplan vast welke handhavingsdoelen gesteld worden. Met de inwerkingtreding van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 per 1 april 2004 is het instrumentarium aan tuchtrechtelijk op te leggen maatregelen uitgebreid. Als tuchtrechtelijke maatregelen kunnen worden berisping, het publiceren van de uitspraak op kosten van betrokkene en het onder een regime van verscherpt toezicht stellen. Op basis van door de van het productschap aangewezen toezichthouders wordt na constatering van overtreding van de verordening een berechtingsrapport opgemaakt. De van het productschap maakt een zaak door middel van een schriftelijke verklaring, onder bijvoeging van een berechtingsrapport, aanhangig bij het tuchtgerecht. Het Tuchtgerecht van het Productschap Vee en Vlees is belast met de berechting van door de van het productschap aangebrachte zaken. Tegen de uitspraak van het tuchtgerecht kan in beroep worden gegaan bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De werking naar alle bedrijfsgenoten en derdenwerking Alle bedrijfsgenoten vallen onder de verordening. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen, en voor zover de bestrijding van de Ziekte van Aujeszky bij varkens dit toelaat, is de mogelijkheid van ontheffing of vrijstelling gecreëerd. In deze uitzonderingsgevallen dient op basis van door het bestuur vastgestelde richtlijnen op een ontheffings- of vrijstellingsverzoek te worden beslist. Aangezien de Ziekte van Aujeszky bij varkens zich door de lucht verspreid en varkens besmet kunnen worden ongeacht met welk doel zij worden gehouden strekt deze verordening zich ook uit over derden. Naar aanleiding van opmerkingen van de Nederlandse Belangenvereniging van Hobbydierhouders (NBvH) is rekening gehouden met de belangen van

19 varkenshouders die hun varkens hobbymatig houden. Indien een houder van varkens zijn varkens hobbymatig houdt, niet meer dan vier hobbyvarkens houdt en indien deze hobbyvarkens niet in het consumptiekanaal terecht komen, valt hij buiten de werkingssfeer van de verordening. Verhouding tot andere wetgeving het vaccineren tegen de Ziekte van Aujeszky verplicht stelt of verbiedt. Wel wordt, gelet op de artikelen 9 en 10 van Richtlijn 64/432/EEG inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens van de Raad van 26 juni 1964, onderscheiden of er sprake is van een bindend nationaal bestrijdingsprogramma en of een lidstaat geheel of gedeeltelijk vrij is van de Ziekte van Aujeszky. Voorts zijn door middel van beschikking 2001/618 van de Commissie van 23 juli 2001 aanvullende garanties opgesteld ten aanzien van de Ziekte van Aujeszky voor het intracommunautaire handelsverkeer van status worden vervoerd naar een gebied met de artikel 10 status gelden aanvullende regels, dit ter bescherming van de Aujeszky-vrije status. Notificatie van technische voorschriften Het Hof van Justitie van de EG heeft in zijn arrest van 16 november 2000 in zaak C-37/99 bepaald dat een verplicht entprogramma weliswaar een technische specificatie is, namelijk onderdeel van het productieprocedé, maar dat echter pas sprake is van een bij de Commissie aan te melden technisch voorschrift in de zin van richtlijn 83/189/EEG indien het een voorschrift is dat technische specificaties bevat die de jure of de facto moeten worden nageleefd met het oog op het verhandelen of het gebruik in een lidstaat. Aangezien de entverplichting geen beperking stelt aan het verhandelen of het gebruik van de betrokken producten ingeval de varkens, in strijd met dit voorschrift, niet tegen de Ziekte van Aujeszky zijn geënt, is er geen sprake van een technisch voorschrift in de zin van richtlijn 83/189/EEG dat vóór de vaststelling ervan bij de Commissie aangemeld moet worden. Ook in geval van toepassing van een entverbod geldt dat de varkens vrijelijk kunnen worden verhandeld. Het bestrijdingsprogramma zoals vastgelegd in de verordening en het draaiboek met de concrete bestrijdingsmaatregelen moeten op grond van artikel 9, derde lid, van de Richtlijn van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen Administratieve lasten een geïntensiveerd monitoringsprogramma gekomen. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 In dit artikel zijn de definities gegeven. Artikel 2 In dit artikel is het verbod opgenomen om varkens te houden die drager zijn van het Aujeszky- officiële erkende nationale instantie die is belast met het onderzoek naar het Aujeszky-virus is uitgezonderd van het verbod gevaccineerde varkens te houden. In het geval van opgelegde bestrijdingsmaatregelen zoals voorzien in artikel 5 zijn de in de eerste twee leden van dit artikel vermelde verboden niet van toepassing.

20 Artikel 3 In dit artikel is de verplichting tot het periodiek laten onderzoeken van nader bij besluit te bepalen aantallen bloedmonsters opgenomen. De ondernemer is verplicht bloedmonsters aan te leveren en op zijn kosten te laten onderzoeken op de aanwezigheid van het Aujeszky-virus. Op aanwijzing van de kunnen aangeleverde bloedmonsters worden onderzocht ter controle op de naleving van het vaccinatieverbod. De vaststelling van de aanwezigheid van het Aujeszky-virus geschiedt door middel van onderzoek naar antistoffen tegen het Aujeszky-virus dan wel door middel van gericht onderzoek naar de aanwezigheid van het virus zelf. De hierbij te hanteren testen zijn de ge-test en de gbtest waarbij door middel van onderzoek op antistoffen tegen glycoproteïne E en B, de eiwitachtige structuur van het kapsel van het virus wordt onderzocht. Artikel 4 De kan gelasten op een onderneming aanwezige varkens te laten onderzoeken op de aanwezigheid van het Aujeszky-virus, dan wel op de aanwezigheid van antistoffen tegen het Aujeszky-virus. Artikel 5 Op grond van dit artikel worden concrete bestrijdingsmaatregelen in de vorm van een bestrijdingsdraaiboek bepaald. Het draaiboek wordt voordat er sprake is van een uitbraak al vastgesteld zodat het in het geval van een daadwerkelijke uitbraak duidelijk is wat de te nemen maatregelen zijn. De bestrijding van een eventuele uitbraak zal overeenkomstig het bij besluit vastgestelde bestrijdingsdraaiboek worden uitgevoerd. De bij besluit nader uitgewerkte bestrijdingsmaatregelen betreffen nader onderzoek, vaccinatie, aan- en afvoer door de ondernemer en het ter slacht afvoeren van ge-positieve varkens. De kosten van de bestrijdingsmaatregelen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder a. en b. drukken op het productschap. De kosten van de bestrijdingsmaatregelen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder c. en d. drukken op de ondernemer. De ondernemer is verplicht, indien het bestuur dat in het kader van de bestrijding van een (mogelijke) uitbraak van de Ziekte van Aujeszky noodzakelijk acht, de op zijn vestiging aanwezige varkens door middel van monsters, waaronder bloedmonsters, en/of keelswabs, en/of klinische inspectie op zijn kosten te doen onderzoeken. Het bestuur stelt bij besluit vast in welke gevallen een of meerdere specifieke onderzoeken dienen te worden verricht. Artikel 6 Ten behoeve van het toezicht en tuchtrechtelijke handhaving kunnen op basis van deze verordening een dienst en personen worden aangewezen. De door het bestuur aangewezen dienst is onder meer belast met het bewaken van de gezondheidstoestand van de varkensstapel inzake de Ziekte van Aujeszky en ook de administratieve controle op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde. Daarnaast kunnen personen worden aangewezen die daadwerkelijk de naleving van het bij of krachtens de verordening bepaalde controleren, waarschuwingen kunnen geven aan mogelijke overtreders en berechtingsrapporten kunnen opstellen die aan de van het productschap worden aangeboden. De kan deze rapporten vervolgens aanbrengen bij de primaire kamer van het tuchtgerecht van het productschap. De verplichting tot medewerking door de ondernemer aan het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de verordening bepaalde is in dit artikel opgenomen. Artikel 7 Dit artikel stelt regels aan de verwerking van de verkregen gegevens.

21 Artikel 8 In dit artikel is de mogelijkheid van het verlenen van een ontheffing of vrijstelling op grond van bijzondere omstandigheden opgenomen. Hierbij kan gedacht worden aan groepen dieren met een bijzonder risicoprofiel zoals KI-beren en hobbyvarkens die niet in het consumptiekanaal komen. In beginsel zullen er geen vrijstellingen van de vaccinatieplicht bij de bestrijding van een uitbraak worden verleend. Artikel 9 In dit artikel is de zogenaamde derdenwerking bepaald. De verordening geldt ook voor anderen dan zij die bedrijfs- of beroepsmatig varkens houden met dien verstande dat varkenshouders die hobbymatig maximaal vier varkens houden en deze niet in het consumptiekanaal terechtkomen niet onder de werking van deze verordening vallen. Artikel 10 De naleving van het bij of krachtens de verordening bepaalde wordt tuchtrechtelijk gehandhaafd. Als tuchtrechtelijke maatregelen kunnen worden gesteld een geldboete van betrokkene en het onder een regime van verscherpt toezicht stellen. Artikel 11 Uitgezonderd van het verbod gevaccineerde varkens te houden zijn varkens die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn gevaccineerd. Artikel 12 De verordening treedt in de plaats van de Verordening bestrijding Ziekte van Aujeszky De intrekking van laatstgenoemde verordening is in dit artikel bepaald. Artikel 13 Dit artikel bepaalt dat de door het bestuur vast te stellen uitvoeringsbesluiten worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Artikel 14 J.J. Ramekers S.B.M. Jongerius secretaris PVV 52 Besluit monitoring Ziekte van Aujeszky bij varkens (PVV) 2006 Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees;

22 Artikel 1 Het aantal per periode van 4 maanden, te weten januari tot en met april, mei tot en met augustus, en september tot en met december, te bemonsteren varkens is afhankelijk van het totale aantal per periode gehouden varkens zwaarder dan 25 kilogram en wordt als volgt bepaald: Totale aantal varkens zwaarder dan 25 kg aanwezig in een periode van vier maanden. Tot en met 30 varkens 0 Bij 31 of meer varkens 3 Aantal te bemonsteren varkens per vier maanden ten behoeve van onderzoek naar de Ziekte van Aujeszky Artikel 2 Dit besluit zal worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningblad Bedrijfsorganisatie waarin het wordt geplaatst. Zoetermeer, 13 december 2006 J.J. Ramekers S.B.M. Jongerius secretaris TOELICHTING BIJ HET BESLUIT MONITORING ZIEKTE VAN AUJESZKY BIJ VARKENS (PVV) 2006 Artikel 1 In dit besluit wordt het aantal bloedmonsters vastgesteld dat door de ondernemer iedere vier maanden moet zijn aangeboden ter onderzoek op antistoffen tegen de Ziekte van Aujeszky. De verkregen informatie wordt gebruikt om de Aujeszky-status van Nederland te kunnen vaststellen en in de richting van de Europese Commissie en de OIE te kunnen rapporteren. Artikel 2 Dit artikel bevat de gebruikelijke bepalingen inzake de inwerkingtreding en publicatie van de verordening. Zoetermeer, 13 december 2006 J.J. Ramekers S.B.M. Jongerius secretaris.

23 PVV 53 Besluit ontheffingsmogelijkheden Verordening Ziekte van Aujeszky bij varkens (PVV) 2006 Besluit van het bestuur van het Productschap Vee en Vlees van 13 december 2006 tot vaststelling van gevallen waarvoor een ontheffing van de verplichtingen van de Verordening bestrijding ziekte van Aujeszky bij varkens (PVV) 2006 kan worden verleend (Besluit ontheffingsmogelijkheden verordening bestrijding Ziekte van Aujeszky bij varkens (PVV) 2006) Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees; Gelet op artikel 8, eerste lid, van de Verordening bestrijding Ziekte van Aujeszky bij varkens (PVV) 2006; Besluit: Artikel 1 In de volgende gevallen kan ontheffing worden verleend van het bepaalde in artikel 2, eerste en tweede lid, en artikel 3, eerste lid, van de Verordening: - Bij onderzoek in het kader van de registratie van een vaccin tegen de Ziekte van Aujeszky; - Bij onderzoek ten behoeve van de ontwikkeling van bijvoorbeeld testsystemen, waarbij het noodzakelijk is tegen de Ziekte van Aujeszky te vaccineren; - Bij vaccinatie van KI-beren, die in dat geval niet ter slachting mogen worden aangeboden, teneinde als extra zekerheid de verspreiding van Aujeszky-virus via sperma te voorkomen; - Bij vaccinatie van varkens van hobbyhouders, waarbij de gehouden hobbyvarkens niet in het consumptiekanaal terecht mogen komen. Artikel 2 1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ontheffingsmogelijkheden verordening bestrijding Ziekte van Aujeszky bij varkens (PVV) Dit besluit zal worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningblad Bedrijfsorganisatie waarin het wordt geplaatst. Zoetermeer, 13 december 2006 J.J. Ramekers S.B.M. Jongerius secretaris TOELICHTING BIJ HET BESLUIT ONTHEFFINGSMOGELIJKHEDEN VERORDENING BESTRIJDING ZIEKTE VAN AUJESZKY BIJ VARKENS (PVV) 2006 Toelichting waarom aan genoemde gevallen ontheffing kan worden verleend: - Onderzoek in het kader van de registratie van een vaccin tegen de Ziekte van Aujeszky. Indien het voor de ontwikkeling en of registratie van een vaccin nodig is varkens te vaccineren kan op aanvraag van de betreffende producent voor de duur van het onderzoek voor de varkens binnen dat onderzoek ontheffing van het vaccinatieverbod worden verleend;

24 - Onderzoek ten behoeve van de ontwikkeling van bijvoorbeeld testsystemen, waarbij het noodzakelijk is tegen de Ziekte van Aujeszky te vaccineren. Indien het voor de ontwikkeling van een testsysteem of bijvoorbeeld in verband met het onderzoek naar beïnvloeding van een testuitslag door een vaccinatie nodig is varkens tegen de Ziekte van Aujeszky te vaccineren, kan ontheffing van het vaccinatieverbod worden verleend. - Vaccinatie van KI-beren, die in dat geval niet ter slachting mogen worden aangeboden, als extra zekerheid teneinde de verspreiding van Aujeszky-virus via sperma te voorkomen. Verschillende dierziekten kunnen in principe via sperma worden verspreid. Ook de Ziekte van Aujeszky zou met name in de periode waarbij een uitbraak nog niet is vastgesteld maar de sperma producerende beren al wel geïnfecteerd zijn sterk verspreid kunnen worden. Door de KIberen te vaccineren wordt dit risico bijzonder klein gemaakt. - Vaccinatie van varkens van hobbyhouders, waarbij de gehouden hobbyvarkens niet in het consumptiekanaal terecht mogen komen. De houders van varkens bijvoorbeeld als gezelschapsdier wordt de mogelijkheid gegeven deze dieren extra te beschermen tegen de Ziekte van Aujeszky door middel van een vaccinatie. Teneinde het risico op onverwachte serologische reacties bij een eventuele controle van partijen vlees te voorkomen, kan bij het verlenen van een ontheffing worden bepaald dat de gevaccineerde dieren niet in het consumptiekanaal mogen worden gebracht. Zoetermeer, 13 december 2006 J.J. Ramekers S.B.M. Jongerius secretaris PVV 54 Besluit aanwijzing organisatie voor meldingen met betrekking tot transport varkens (PVV) 2006 Besluit van de van het Productschap Vee en Vlees van 13 december 2006 tot aanwijzing van een organisatie ten behoeve van gegevensverwerking met betrekking tot transport van varkens uit hoofde van de Verordening varkensleveringen (PVV) 2006 (Besluit aanwijzing organisatie voor meldingen met betrekking tot transport varkens (PVV) 2006). De van het Productschap Vee en Vlees; Gelet op artikel 1, onder o, van de Verordening varkensleveringen (PVV) 2006; Besluit: Artikel 1 Als meldingsbureau, bedoeld in artikel 1, onder o, van de Verordening varkensleveringen (PVV) 2006, wordt aangewezen, de Gezondheidsdienst voor Dieren B.V., gevestigd te Deventer. Artikel 2 1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing organisatie voor meldingen met betrekking tot transport varkens (PVV) 2006.

25 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin het wordt geplaatst. Zoetermeer, 13 december 2006 J.J. Ramekers TOELICHTING BIJ HET BESLUIT AANWIJZING ORGANISATIE VOOR MELDINGEN MET BETREKKING TOT TRANSPORT VARKENS (PVV) 2006 De van het productschap heeft de Gezondheidsdienst voor Dieren B.V. (GD) als organisatie voor de verwerking van de meldingen met betrekking tot het transport van varkens aangewezen. De GD beschikt over een databank waarin sinds de invoering van de in te trekken Regeling varkensleveringen (RVL) dergelijke gegevens werden verwerkt. In het kader van de implementatie van de Verordening varkensleveringen (PVV) 2006 zal de GD de volgende clusters van activiteiten uitvoeren, dan wel in de volgende activiteiten betrokken zijn: A. Aanpassingen aan het systeem IRVL. In hoofdlijnen gaat het om de volgende aanpassingen: 1. De invoering van twee nieuwe categorieën varkenshouders: E en F; 2. Wijzigingen (vooral versoepelingen) ten opzichte van de regelgeving voor bestaande categorieën (A t/m D); 3. Een wijziging met betrekking tot de bepaling van periodes (van dagen naar weken) waarin bijvoorbeeld bepaalde hoeveelheden varkens vervoerd mogen worden; 4. Een wijziging met betrekking tot de clustering van bedrijven; 5. Een wijziging waarbij, wat de functionaliteit van IRVL betreft, van ad-hoc oplossingen voor bijvoorbeeld regelgeving tijdens een MKZ-periode gegaan wordt naar een meer generieke oplossing waarbij (delen van) clusters in quarantaine worden geplaatst. B. Aanpassingen in werkwijzen. In het verlengde van de aanpassingen van het systeem, zullen soms ook aanpassingen worden doorgevoerd in handmatige activiteiten om de uitvoering van de verordening correct te doen. C. Communicatie: Het productschap heeft een communicatieplan in voorbereiding voor de communicatie rondom de overgang van RVL naar de verordening. De GD zal hier een rol in hebben. D. Implementatie van de monitoringsverplichting en het toezicht daarop voor klassieke varkenspest en de ziekte van Aujeszky. E. Aanpassingen in de data. Hier wordt gedoeld op het opnieuw vastleggen en onderhouden van de clustering van bedrijven en het vastleggen van statussen voor E en F bedrijven. Aangezien de GD thans de taken in het kader van de RVL voor het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit beheert, ligt het voor de hand om de taken in het kader van de verordening met inbegrip van de bovenstaande aanpassingen eveneens door de GD te laten uitvoeren. Zoetermeer, 13 december 2006 J.J. Ramekers

26 PVV 55 Verordening heffing o & o fonds vleesindustrie (PVV) 2004

27 Zoetermeer, 9 juni 2004 J.J. Ramekers S.B.M. Jongerius secretaris Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 5 april 2006 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij beschikking van 6 december 2006, nr. TRCJZ/2004/4552.

28

29

30 Zoetermeer, 9 juni 2004 J.J. Ramekers S.B.M. Jongerius secretaris