Beleidsnotitie. Energievoorziening op recreatieparken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beleidsnotitie. Energievoorziening op recreatieparken"

Transcriptie

1 Beleidsnotitie Energievoorziening op recreatieparken Driebergen 22 augustus

2 Inhoudopgave Inleiding 3 1. Achtergrond 3 2. Torenhoge kosten en extreme stijging regeldruk Administratieve lastenverzwaring en regeldrukvermeerdering Aantasting concurrentiepositie Nederlandse recreatiesector Onnodige nationale kop op Europese wetgeving 5 3. Het alternatief van RECRON Energielevering zonder vergunning Het netbeheer Aanleg van nieuwe netten Elektriciteit en gas Conclusie 10 2

3 Inleiding De branchevereniging van recreatieondernemers (RECRON) vraagt met deze beleidsnotitie aandacht voor de problematiek ten aanzien van de energievoorziening op recreatieparken. Ongeveer een jaar geleden heeft het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) ons een conceptwetsvoorstel voorgelegd, waarmee is beoogd de (eisen van) het Derde Energiepakket (de derde elektriciteitsrichtlijn 2009/72/EG en de derde Gasrichtlijn 2009/73/EG) in Nederland te implementeren. RECRON maakt zich ernstige zorgen over de onwenselijke effecten voor de verblijfsrecreatie die de implementatiewetgeving met zich mee zou kunnen brengen. Het ministerie van EL&I heeft getracht een goede specifieke regeling voor de recreatiebranche te ontwerpen. Het uiteindelijk ingediende wetsvoorstel (Kamerstukken II, , , nr. 2) veroorzaakt echter ernstige nadelige gevolgen voor het voortbestaan van de sector. Tijdens de laatste bespreking met een vertegenwoordiging van RECRON hierover op uw ministerie d.d. 5 juli 2011, is RECRON in de gelegenheid gesteld beleidsvoorstellen te doen voor verbetering van de regeling voor de recreatiebranche. Van deze gelegenheid maakt RECRON met deze beleidsnotie graag gebruik. 1. Achtergrond De Europese regelgeving stelt vele eisen aan landelijke en regionale netbeheerders en nationaal en internationaal opererende energieleveranciers en als gevolg van de in Nederland gekozen definities zijn die eisen ook van toepassing op recreatieondernemers, hetgeen naar onze overtuiging als een onbedoeld en ongewenst neveneffect moet worden beschouwd. Recreatiebedrijven worden reeds op dit moment geconfronteerd met een tweetal regels waaraan zij onmogelijk kunnen voldoen, te weten: het verbod aan energiebedrijven om elektriciteit te leveren aan kleinverbruikers zonder vergunning; de plicht om een externe regionale netbeheerder aan te wijzen voor het eigen net. Met het voorgenoemde wetsvoorstel blijft het eerste punt onverkort gehandhaafd en wordt ten aanzien van het tweede punt de mogelijkheid geboden (zij het onder tal van voorwaarden) om het netbeheer zelf te blijven uitvoeren. Allereerst moet eigen beheer ook feitelijk mogelijk zijn. Echter de voorgestelde verplichtingen bestrijken een groot deel van het gereguleerde netbeheer. Een gewone netbeheerder beschikt over de kennis, capaciteit en financiën om aan deze verplichtingen te kunnen voldoen. Voor de eigenaar van een recreatiepark dient de energievoorziening slechts om het gebruik van de woningen en parkfaciliteiten mogelijk te maken. Indien de eigenaar de thans voorgestelde verplichtingen moet gaan naleven, dan vergt dat enorme investeringen, niet alleen in materieel, maar ook in kennis, kunde en mankracht. Een dergelijke last is buitenproportioneel en onevenredig ten opzichte van de aard en het doel van netten en energieleveringen op recreatieparken. De bestaande en nieuwe vergunningplicht en de eisen die aan een netbeheerder worden gesteld zijn zodanig zwaar dat recreatieondernemers daar in alle redelijkheid onmogelijk invulling aan kunnen geven. Recreatieondernemers treden al tientallen jaren zonder problemen op als doorleverancier van energie aan hun gasten. Omdat reguliere netbeheerders daarin geen taak voor zichzelf zagen hebben recreatieondernemers al die jaren zelf moeten investeren in netwerken. Formeel gezien zijn daardoor allerlei eisen van kracht geworden als gevolg van de 3

4 inwerkingtreding van de Elektriciteits- en Gaswet. Het is dus onredelijk bezwarend en daarmee zeer ongewenst (bijna) alle eisen die gelden voor de reguliere elektriciteitsleveranciers en de regionale netbeheerders op recreatieondernemers van toepassing te verklaren. Bovendien staan de mogelijke voordelen die er voor de consument aan verbonden zouden kunnen zijn in geen verhouding tot de vele nadelen die er voor de recreatieondernemer aan verbonden zijn. Voorts ontbreekt de noodzaak tot het opleggen van de voorgestelde verplichtingen. De aard en het doel van een net voor recreatieve doeleinden en de energielevering op recreatieparken alsmede het beoogde gebruik van de recreatiewoning maakt, dat een andere benadering ten aanzien van beheer en levering noodzakelijk is. Recreatiewoningen zijn niet bestemd als woning voor permanent verblijf. Dit betekent dat aan het gebruik hiervan andere eisen (kunnen) worden gesteld, ook door de eigenaren hiervan, aan onder andere de bouwmaterialen, de inrichting en de faciliteiten van de woning zelf. Hetzelfde geldt dus ook ten aanzien van de energievoorziening. De kwaliteit van de energievoorziening is afgestemd op de gebruiksdoeleinden. Het ligt in de rede om de regulering van het beheer en de levering hierop af te stemmen. RECRON ziet de toegevoegde waarde van vele van de nieuwe en vergaande verplichtingen niet, en is er van overtuigd dat de consument er door de gestelde eisen niet op vooruit gaat. De consument zal praktisch gezien zijn energie niet tegen lagere kosten kunnen inkopen (omdat de kleinverbruikertarieven bij de individuele keuze van een leverancier hoger zijn dan de grootverbruikertarieven waar in geval van de collectiviteit van het gehele recreatiepark gebruik van kan worden gemaakt) en ook qua serviceniveau niet beter uit zijn. De totale kosten die gemoeid zouden zijn met het voldoen aan de implementatieregels zullen meer dan 100 miljoen bedragen, ten opzichte van een totale jaarlijkse omzet van ongeveer 2 miljard euro in het gedeelte van de sector dat te maken heeft met deze problematiek en bij een gemiddeld winstpercentage in de recreatiesector van slechts enkele procenten. Als gevolg van overcapaciteit, concurrentie vanuit omringende landen en zeer sterke kostenstijgingen (onder meer ten gevolge van toenemende druk van lokale en centrale belastingen) lopen die marges overigens sterk terug in de laatste jaren. 2. Torenhoge kosten en extreme stijging regeldruk De lastenverzwaring en regeldrukvermeerdering die het huidige wetsvoorstel voor de sector is niet te overzien. RECRON zelf schat de totale eenmalige kosten voor de sector op tenminste ,00 en de jaarlijkse kosten op ,00. D-cision heeft in opdracht van uw ministerie onderzoek gedaan naar de financiële impact van het wetsvoorstel voor de recreatienetten en daarover op 6 juni 2011 gerapporteerd. D-cision is tot de conclusie gekomen dat de eenmalige kosten voor de sector EUR ,00 bedragen en dat daar jaarlijks nog eens een bedrag van EUR ,00 bovenop komt. Een dergelijk kostenniveau is onaanvaardbaar. Zeker gelet op afwezigheid van enige toegevoegde waarde voor de consument en voor de branche. Maar deze kosten zijn echter ook nog veel te laag ingeschat. D-cision is vergeten een aantal belangrijke kostenposten in de beschouwing te betrekken, waaronder de kosten van de verplichte leveringsvergunning voor recreatieondernemers. Ook willen wij in dit verband nog wijzen op de zeer veel voorkomende situatie dat op één net zowel afzonderlijke recreatieobjecten/woz-objecten zijn aangesloten alsook kampeerplaatsen voor toeristisch-, seizoens- of jaarrondgebruik (stacaravans). Een belangrijke vraag is of in dit soort situaties eveneens sprake is van de wettelijke verplichtingen rond de levering van elektriciteit en gas respectievelijk netbeheer. Als dat het geval is (en daar lijkt het wel op), dan is de 4

5 problematiek, en daarmee de financiële impact, nog vele malen groter dan tot dusverre in beeld is gebracht. Voldoen aan Europese wetgeving, géén onnodige toevoegingen Vanzelfsprekend begrijpt RECRON dat de te kiezen oplossingen voor de thans voorliggende problematiek moeten voldoen aan de eisen die het Derde Energiepakket stelt, onder meer ten aanzien van consumentenbescherming, transparantie en derdentoegang. RECRON accepteert dan ook een (lichte) set aan voorwaarden voor recreatieondernemers. Het huidige wetsvoorstel houdt echter eisen in die veel verder gaan dan noodzakelijk is en die voor onze branche onredelijk bezwarend zijn, zowel financieel als in administratieve lasten. 2.1 Administratieve lastenverzwaring en regeldrukvermeerdering Vermindering van regeldruk en administratieve lasten is een belangrijk thema bij de evaluatie van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet. De wetswijziging die thans voorligt, brengt evenwel met zich mee dat het pakket aan regels en administratieve lasten voor mogelijk 1000 tot 2000 ondernemers/bedrijven enorm gaat toenemen. Bovendien gaat het om zeer specialistische en ingewikkelde wetgeving die voor recreatieondernemers, die primair zijn gericht op gastheerschap, onmogelijk te doorgronden is. 2.2 Aantasting concurrentiepositie Nederlandse recreatiesector Daarbij komt dat (ten opzichte van de in het buitenland geldende) verdergaande eisen de concurrentie op de communautaire recreatiemarkt ernstig zullen verstoren, omdat de Nederlandse recreatieondernemer de kosten zal moeten doorberekenen in zijn prijzen, terwijl daarvoor eigenlijk gelet op de felle internationale concurrentie rond vrijetijdsbesteding geen ruimte is. Er zal na implementatie van het thans voorliggende wetsvoorstel dan ook geen sprake meer zijn van een Europees level playing field. Sterker nog, er zal een belangrijk concurrentienadeel voor de Nederlandse recreatieondernemer ontstaan, waarvoor in objectieve zin geen rechtvaardiging bestaat. 2.3 Onnodige nationale kop op Europese wetgeving Wij begrepen van onze gesprekspartners bij het ministerie en uit een rondgang onder onze collega-brancheorganisaties in de andere Europese landen (verenigd in EFCO), dat de door RECRON voorziene problematiek zich niet in de ons omringende landen voordoet. Het is de vraag of dit verband houdt met de wijze waarop het Derde Energiepakket in de nationale wet- en regelgeving is of zal worden geïmplementeerd of dat er in andere Europese landen sprake is van een minder grote aandacht voor deze problematiek in de handhavingpraktijk. Wat de oorzaak van dit verschil ook zij, RECRON ziet dat het huidige wetsvoorstel in Nederland een niet onaanzienlijk probleem zal gaan opleveren en dat hiermee forse achterstand zal gaan ontstaan ten opzichte van de buitenlandse concurrentie. RECRON stelt daarom voor dat uw ministerie een rechtsvergelijkend onderzoek doet ter vaststelling van de verschillen in implementatiewet- en regelgeving in Europa. Mogelijk kan van de wijze waarop de implementatie elders in Europa wordt vormgegeven nog iets worden geleerd, dat ook in Nederland kan worden toegepast. 3 Het alternatief van RECRON RECRON biedt een alternatief waarbij wel wordt voldaan aan de Europese wetgeving, maar waarbij de lasten voor de sector zo laag mogelijk worden gehouden. Hieronder worden deze alternatieven voor zowel de energielevering als het netbeheer uitgewerkt. 5

6 3.1 Energielevering zonder vergunning De huidige situatie In Nederland levert de recreatieondernemer vaak elektriciteit door en in een aantal gevallen ook gas door aan de bungalows op het recreatiepark. Dit houdt verband met het gegeven dat reguliere leveranciers nimmer bereid zijn geweest tot levering van energie aan recreatiebungalows. De energie wordt door de recreatieondernemer veelal centraal ingekocht omdat daardoor collectief voordeel kan worden genoten van het zogenaamde grootverbruikertarief. Dit is niet alleen in het belang van de recreatieondernemer die zelf een deel van de energie gebruikt, maar ook in het belang van de consument die op het park een bungalow in bezit heeft of gebruikt en geen toptarief behoeft te betalen. De inkoop en levering van de energie is vaak geregeld in langetermijncontracten tussen de recreatieondernemer en de eigenaar van de recreatiebungalow enerzijds en tussen de recreatieondernemer en het energiebedrijf anderzijds. Deze contracten lopen vaak zo n 10 jaar of langer, veelal zonder de mogelijkheid van tussentijdse opzegging in verband met het behoud van solidariteit onder de gebruikers op het park. De recreatieondernemer is dan ook gedurende langere tijd aan twee kanten gebonden. De contracten tussen de recreatieondernemer en de eigenaar van een bungalow houden bovendien vaak ook nog regelingen ten aanzien van andere onderwerpen en diensten dan alleen de levering van energie in. In die gevallen kan het energiedeel niet los worden gezien van de andere afspraken en kunnen de overeenkomsten niet zonder meer worden opengebroken. De administratieve voorwaarden die op grond van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet voor vergunninghouders gelden zijn zeer vergaand en niet toegesneden op de recreatieondernemer en voornoemde contractuele afspraken. De richtlijn eist geen vergunningstelsel; vaststellen uitgangspunten volstaat De Europese richtlijnen schrijven niet voor dat aan een (eventuele) vergunningplicht alle voorwaarden moeten zijn verbonden die de huidige Elektriciteitswet thans aan (de verlening van) de leveringsvergunning verbindt. Ons inziens kan ten aanzien van de levering in de recreatiesector dan ook goed worden volstaan met het (gezamenlijk) vaststellen van een aantal uitgangspunten bij levering, zoals de leveringsplicht, de toepassing van redelijke, objectieve en niet-discriminerende prijzen en de transparantie van prijsstelling, verbruik en afrekening van het verbruik en toetsing achteraf van de praktijk van de recreatieondernemer via de klachtenmogelijkheid bij de NMa en een onafhankelijke geschillenregeling. RECRON kan daarbij eventueel ook komen tot een soort (praktische) gedragscode voor haar leden De gezamenlijk vast te stellen uitgangspunten kunnen zo nodig in de wet worden neergelegd, waarmee kan worden voorkomen dat er onnodig bezwarende eisen en verplichtingen worden gesteld rond de doorlevering van elektriciteit door recreatieondernemers, zonder dat de rechten van de consument en de uitgangspunten van het Derde Energiepakket in geding komen. Aan de wettelijke bepalingen rondom vergunningplicht kan wat ons betreft dan ook een nieuw lid worden toegevoegd, waarin wordt bepaald dat het verbod om zonder vergunning energie te leveren aan kleinverbruikers niet geld ten aanzien van de levering aan afnemers op een net voor recreatieve doeleinden. Vrijwillige vertegenwoordiging biedt eveneens een oplossing Een alternatief voor de vergunningproblematiek is voorts het aansluiten op de ruimte die in de laatste volzin van artikel 3 lid 3 van de Derde Elektriciteitsrichtlijn wordt geboden. 6

7 Deze volzin luidt: Niets in deze richtlijn mag de lidstaten er van weerhouden om de marktpositie van huishoudelijke, kleine en middelgrote consumenten te versterken door de mogelijkheden van vrijwillige gezamenlijke vertegenwoordiging voor deze groep consumenten te bevorderen. In het verlengde van deze bepaling kan de oplossing zijn om de recreatieondernemer te zien als de vrijwillige vertegenwoordiger van de kleine afnemers op het recreatiepark die er op gericht is (in samenspraak met de gasten op het bedrijf) de positie van die gasten ten aanzien van energie-inkoop zoveel mogelijk te versterken. De recreanten hebben zich in overeenkomsten vrijwillig aan deze vertegenwoordiging verbonden. De recreatieondernemer moet zijn energie ook op de markt betrekken en kan niet met de grote leveranciers concurreren. Dat is zijn bedoeling ook niet. Het gaat hem er primair om dat de bungalows op zijn park tegen zo gunstig mogelijke collectieve voorwaarden worden voorzien van energie. Daar wordt over het algemeen vanzelfsprekend een vergoeding voor gerekend. Deze vergoeding is vaak in de energietarieven berekend, maar in andere gevallen in andere servicetarieven vervat. Het zou RECRON goed lijken dat in overleg met uw ministerie wordt gekomen tot een uitgewerkte set voorwaarden waaronder deze vertegenwoordiging door de recreatieondernemer kan worden vormgegeven en waarmee dan de recreatieondernemer van de vergunningplicht kan worden vrijgesteld. Ten aanzien van de thans nog lopende contracten zou een wettelijk vermoeden van vertegenwoordiging in de zin van de richtlijn in de wet kunnen worden opgenomen. Een dergelijk stelsel sluit prima aan bij de vrijstellingsmogelijkheden die thans ook al gelden voor de zogenaamde niet-bedrijfsmatige levering. Hoewel een aan de laatste volzin van artikel 3 lid 3 Derde Elektriciteitsrichtlijn gelijkluidende bepaling niet tevens is opgenomen in de Derde Gasrichtlijn, lijkt het ons voor de hand te liggen dat ook voor een dergelijke oplossingsrichting kan worden gekozen onder de Gaswet. 3.2 Het netbeheer Grotendeels een definitieprobleem: wijziging van wettelijke definities Van belang is de constatering dat de problematiek van de recreatieondernemer als netbeheerder zich uitsluitend in Nederland lijkt voor te doen, omdat de recreatiebungalows die in eigendom van particulieren zijn in Nederland als afzonderlijke WOZ-objecten worden gezien. Op grond van artikel 1 lid 1 aanhef en onder b, c en i Elektriciteitswet 1998 is immers sprake van afzonderlijke aansluitingen, van afzonderlijke afnemers en van een net, indien er sprake is van afzonderlijke WOZ-objecten. RECRON verzoekt de Minister nog eens na te gaan of er ruimte is de relevante definities in de wet te wijzigen, bijvoorbeeld door recreatienetten expliciet uit te sluiten van het begrip net, zodat ten aanzien van de voorzieningen op recreatieparken geen sprake meer hoeft te zijn van een net, waarvoor een netbeheerder moet worden aangewezen. Ons inziens biedt de Derde Elektriciteitsrichtlijn daarvoor de ruimte en het is aan de lidstaten om de wijze van implementatie te kiezen, vanzelfsprekend mits de keuzevrijheid voor de eindgebruiker wordt gewaarborgd. Ook kan worden gedacht aan het niet van toepassing verklaren van de aanwijsplicht door aan artikel 10 van de E-wet (artikel 2 van de Gaswet) een nieuw lid toe te voegen, waarin wordt bepaald dat de verplichting tot het aanwijzen van een netbeheerder niet van toepassing is ten aanzien van de eigenaar van een net voor recreatieve doeleinden. Voorts zou onderscheid kunnen worden gemaakt tussen de levering van elektriciteit en gas aan enerzijds bungalows die in eigendom zijn van een onderneming in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 en die door de eigenaar merendeels aan derden worden verhuurd 7

8 en anderzijds bungalows die merendeels door de eigenaar zelf worden gebruikt. In het eerste geval kan naar RECRON meent worden gesteld dat er geen sprake is van huishoudelijke afnemers die de bescherming van de genoemde richtlijnen genieten. Op vele parken is het merendeel van de recreatiebungalows in eigendom van een onderneming als beleggingsobject en worden deze gedurende het merendeel van het jaar al dan niet door tussenkomst van een boekingsorganisatie of de recreatieondernemer aan derden verhuurd. Alsdan zou er ook wel sprake kunnen zijn van een gesloten distributiesysteem in de zin van de Derde Elektriciteitsrichtlijn, waarvoor mede gelet op artikel 28 lid 4 van die richtlijn ten dele ontheffing kan worden verleend. Dat het geenszins de bedoeling van de Europese wetgever is geweest om de systemen op recreatieparken (althans campings) als gesloten distributiesysteem te kwalificeren blijkt overigens tevens uit de preambule van de Derde Elektriciteitsrichtlijn. Daarin wordt immers overwogen: Waar gebruik wordt gemaakt van een gesloten distributiesysteem om optimale efficiëntie van een geïntegreerde energievoorziening te waarborgen waarbij specifieke exploitatienormen nodig zijn, of waar een gesloten distributiesysteem primair ten behoeve van de eigenaar van het systeem wordt gehandhaafd, moet de distributiesysteembeheerder kunnen worden vrijgesteld van verplichtingen die een onnodige administratieve belasting zouden kunnen vormen gezien de bijzondere aard van de betrekking tussen de distributiesysteembeheerder en de gebruikers van het systeem. Industrie- of commerciële locaties of locaties met gedeelde diensten, zoals spoorwegstations, luchthavens, ziekenhuizen, grote campings met geïntegreerde faciliteiten of chemische-industrielocaties kunnen een gesloten distributiesysteem hebben wegens de specifieke aard van hun activiteiten. [onderstreping toegevoegd]. Opmerkelijk is verder dat de verplichtingen die samenhangen met gesloten distributie distributiesystemen minder ver lijken te gaan dan de verplichtingen die in het wetsvoorstel zijn opgenomen voor recreatienetten. Alternatief. De sector kan aan bepaalde uitgangspunten voldoen; vaststellen uitgangspunten en toetsing achteraf In artikel XI lid 4 van het wetsvoorstel zijn een aantal artikelen van de Elektriciteitswet 1998 van toepassing verklaard op een recreatiepark. De daaruit voortvloeiende verplichtingen behelzen onder meer de verplichting tot het verstrekken van bepaalde gegevens aan de NMa, de implementatie van een klachtprocedure en een meldingsprocedure voor storingen. Met deze verplichtingen zal de recreatieondernemer mogelijk wel kunnen leven. Hoewel een en ander wel een extra administratieve last betekent, kan naar RECRON meent wel worden gesteld dat dit de dienstverlening aan de gebruikers van de bungalows op het recreatiepark bevordert. Het lijkt RECRON gelet op de eisen van de relevante richtlijnen ook voor de hand te liggen dat de recreatieondernemer redelijke, objectieve en niet discriminerende tarieven hanteert en dat hij desgevraagd meewerkt aan het uitvoeren van een wisseling van leverancier conform een ministeriële regeling en het aansluiten van derden, maar het is nog de vraag wat de Minister daar exact onder zal verstaan en of en in hoeverre de recreatieondernemer hier vanwege zijn gebondenheid aan de bestaande overeenkomsten volledig aan kan voldoen. Dit zou ons inziens nog verder moeten worden uitgewerkt. Andere in het wetsvoorstel van toepassing verklaarde eisen zijn echter onredelijk bezwarend voor de recreatieondernemer. Het gaat daarbij om technische eisen zoals de verplichtingen tot het aanhouden van een bepaalde reservecapaciteit, het ter beschikking stellen van een meter (die op afstand uitleesbaar moet zijn), maar ook om het berekenen van een tarief voor de teruglevering van elektriciteit aan het net, het bijhouden van een afzonderlijke 8

9 boekhouding en de veelheid van regels waar de recreatieondernemer aan zal moeten voldoen op grond van de Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet. Kortom, ook met betrekking tot netbeheer zou kunnen worden volstaan met het vaststellen van een zeer beperkte set aan voorwaarden en verplichtingen, zoals die zijn genoemd in de eerste alinea van dit onderdeel, en voorts in het vaststellen van een aantal uitgangspunten rond de transportverplichting, de wijze van bepalen van de transporttarieven c.a., het in werking hebben en houden van het net, de veiligheid van het net en de transparantie in afrekening. Ook op deze punten kan toetsing van de ondernemerspraktijk achteraf plaatsvinden via de NMa-klachtenmogelijkheid en een onafhankelijke geschillenregeling. Wij kunnen voor de aansluit- en transportcontracten eventueel standaarden ontwikkelen en ook op dit onderdeel tot een soort gedragscode voor aangesloten leden komen, een en ander in nauw overleg met het Ministerie. Zo nodig dwingen van regionale netbeheerders om netten tegen redelijke prijs over te nemen Hoewel de recreatieondernemer er in beginsel voor zou kunnen kiezen om zijn net niet langer zelf te beheren en het net aan een regionale netbeheerder over te dragen, is het RECRON bekend dat de regionale netbeheerders niet staan te popelen om een dergelijk net over te nemen. RECRON verwacht op basis van enkele gesprekken die al door recreatieondernemers met regionale netbeheerders zijn gevoerd dat men niet of slechts tegen voor de recreatieondernemer zeer ongunstige voorwaarden bereid zal zijn een recreatienet in beheer (over) te nemen. De recreatieondernemer staat dan voor de keuze om het netbeheer in overeenstemming met de veelheid van (nieuwe) eisen zelf in beheer te nemen of afstand van het net te doen tegen een prijs die mogelijk negatief is en in geen verhouding staat tot de boekwaarde van het net. Voorts geldt dat ook de boekwaarde nog niet eens relevant is voor de recreatieondernemer, omdat het net, hoewel op enig moment mogelijk in fiscale zin afgeschreven, nog decennia lang dienst kan doen voor de distributie van elektriciteit op het recreatiepark zonder al te hoge kosten. Indien de recreatieondernemer er voor zou kiezen afstand te doen van het door hem tegen hoge kosten aangelegde en tot dusver beheerde recreatienet, dan zou de regelgeving die (private) overdracht de facto mogelijk moeten maken door te bepalen dat de regionale netbeheerder daartoe kan worden verplicht tegen een redelijke prijs, indien de recreatieondernemer dat wenst. Een marktfaciliteringsregeling is een alternatieve oplossing RECRON ziet tevens mogelijkheden door de technische eisen die worden gesteld aan een net op een recreatiepark te enten op de gangbare technische eisen van elektrische systemen (NEN 1010). Indien deze en geen andere technische eisen aan het net worden gesteld, zullen de netten (in het kader van een eventuele overdracht of anderszins) veelal niet hoeven te worden aangepast. Zonodig zou daartoe een afzonderlijke regeling kunnen worden gemaakt. Het lijkt RECRON ook voor de hand te liggen dat in het geval van een wijziging van leverancier op verzoek van de individuele eigenaar van het recreatieobject, de nieuwe leverancier op grond van de wet wordt verplicht tot aanwijzing van een EAN-code en tot het plaatsen van de meter (die door hem op afstand afleesbaar is). Eventueel zou daarbij kunnen worden geregeld dat de recreatieondernemer verplicht is de nieuwe leverancier op het recreatiepark toe te laten en de aanwezigheid van de meter te dulden. Dit kan worden opgenomen in een zogenoemde marktfaciliteringsregeling (zie uw brief ter zake aan de Voorzitter van de Tweede Kamer, met kenmerk ETM/EM/ , p.3). Voor het verschaffen van eventuele derdentoegang zou ook een redelijke kostenverdelingsregeling moeten worden ontworpen. 9

10 3.3 Aanleg van nieuwe netten Het wetsvoorstel geeft aan dat de infrastructuur op nieuwe recreatieparken die worden aangelegd niet zijn aan te merken als recreatienetten, die door recreatieondernemers zelf beheerd kunnen worden. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is de veelvoorkomende doorontwikkeling van recreatiebedrijven, waarbij afzonderlijke recreatiebungalows worden gerealiseerd (al dan niet voor de verhuur danwel eigen gebruik door de eigenaar) en die op bestaande netten worden aangesloten, danwel waarbij het bestaande net wordt uitgebreid of aangepast. Daarbij ontstaat in feite een nieuwe bedrijfsvoering die zoveel mogelijk zal aansluiten op bestaande infrastructuur. De vraag is dan of het betreffende netwerk daardoor de kwalificatie van recreatienet verliest. Positieve beantwoording van deze vraag impliceert dat in de toekomst zeer lastige vraagstukken rond de overdracht van netten aan regionale netbeheerders, inclusief de financiële compensatie die daarmee samenhangt, zullen plaatsvinden. Opgemerkt wordt dan ook dat een bijzondere regeling voor recreatieparken moet gelden voor alle recreatieparken, ongeacht het tijdstip van de aanleg van het net. Dit dus in tegenstelling tot het huidige wetsvoorstel. Een eenduidige regeling voor recreatieparken waar sprake is van een net in de zin van de E-&Gwet zorgt voor duidelijkheid richting neteigenaren en aangeslotenen. Dit bevordert de naleving en voorkomt dat eigenaren van meerdere parken verschillende systemen qua beheer en levering moeten gaan hanteren. 3.4 Elektriciteit en gas De Derde Gasrichtlijn houdt ten aanzien van de levering en distributie merendeels regelingen van vergelijkbare aard in als die van de Derde Elektriciteitsrichtlijn. Hetgeen hiervoor ten aanzien van de leveringsvergunning en het netbeheer voor elektriciteit door RECRON naar voren is gebracht moet dan ook tevens worden beschouwd als opmerkingen op de implementatieregelgeving tot wijziging van de Gaswet. Hierover kan nog nader overleg met uw ministerie worden gevoerd. 4 Conclusie Het nu voorliggende wetsvoorstel stuit bij de recreatiebranche nog altijd op belangrijke bezwaren. Het zorgt in de praktijk voor zowel de energielevering als het netbeheer voor torenhoge kosten en regeldrukvermeerdering. Deze beleidsnotitie omschrijft hoe deze problemen kunnen worden weggenomen zonder hierbij het belang van de consument aan te tasten. RECRON hoopt dat de beleidsnotitie voldoende helder is en dat haar voorstellen ook daadwerkelijk worden overgenomen door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. RECRON biedt verder aan samen met het Ministerie uitgangspunten verder uit te werken in algemene voorwaarden, gedragsprotocollen, formats en modellen, teneinde op die wijze de belangen van alle betrokkenen optimaal te dienen. 10

Rapport. Datum: 17 februari 2011. Rapportnummer: 2011/055

Rapport. Datum: 17 februari 2011. Rapportnummer: 2011/055 Rapport Rapport betreffende een klacht over het Ministerie van Economische Zaken te Den Haag (thans vallend onder de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie). Datum: 17 februari 2011 Rapportnummer:

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Ons kenmerk WJZ / 12017648 Bijlage 1 Datum 14 februari 2012 Betreft

Nadere informatie

Namens onze cliënt Media Park Enterprise B.V. (hierna MPE), berichten wij u als volgt:

Namens onze cliënt Media Park Enterprise B.V. (hierna MPE), berichten wij u als volgt: Autoriteit Consument en Markt Directie Energie Postbus 16326 2500 BH Den Haag Almere, 25 februari 2014 Betreft : Zienswijze Media Park Enterprise B.V. m.b.t. Ontwerpbesluit Ontheffingaanvraag elektriciteitsnet

Nadere informatie

In artikel 8 vervallen, onder vervanging van de komma aan het slot van onderdeel b in een punt, de onderdelen c en d.

In artikel 8 vervallen, onder vervanging van de komma aan het slot van onderdeel b in een punt, de onderdelen c en d. Regeling van de Minister van Economische Zaken van 8 februari 2013, nr. WJZ/ 12357329, tot wijziging van enkele regelingen in verband met uitvoering van het marktmodel De Minister van Economische Zaken;

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 814 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (implementatie van richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektriciteit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 621 Regels met betrekking tot de productie, het transport en de levering van elektriciteit (Elektriciteitswet...) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 8 september 2003 ME/EM/3051226 1 Onderwerp Besluit tot verlenging termijn beschermde afnemer Gaswet en Elektriciteitswet 1998 E-en G-wet.mbo Besluit van, tot verlenging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 463 Regels omtrent het transport en de levering van gas (Gaswet) Nr. 95 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 4 april 2000 Het voorstel van wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 372 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter uitvoering van richtlijn nr. 2003/54/EG, (PbEG L 176), verordening nr. 1228/2003

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 95c, derde lid, E-wet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 95c, derde lid, E-wet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 95c, derde lid, E-wet. Nummer 102252-1 Betreft zaak: Beleidsregel

Nadere informatie

De Minister van Economische Zaken. Advies over de novelle behorende bij het wetvoorstel 31374

De Minister van Economische Zaken. Advies over de novelle behorende bij het wetvoorstel 31374 POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Economische Zaken

Nadere informatie

Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt)

Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt) Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt: A In artikel 1 vervalt

Nadere informatie

Richtsnoeren Redelijke Opzegvergoedingen Vergunninghouders

Richtsnoeren Redelijke Opzegvergoedingen Vergunninghouders NMa Richtsnoeren Redelijke Opzegvergoedingen Vergunninghouders Nr. 102740/13.BT827 Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit gelet op artikelen 5, 77i lid 1 sub b, 95b lid

Nadere informatie

Inleiding ADVIES. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Inleiding ADVIES. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit ADVIES Advies van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, als bedoeld in artikel 20e, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998. Zaaknummer: 104152/15

Nadere informatie

Beleidsregel Redelijke Opzegvergoedingen Vergunninghouders

Beleidsregel Redelijke Opzegvergoedingen Vergunninghouders Beleidsregel Redelijke Opzegvergoedingen Vergunninghouders Den Haag, maart 2005 Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 1 van 11 PROJECTNAAM: REDELIJKE OPZEGVERGOEDINGEN (ROVER) PROJECTNUMMER: 101948-30

Nadere informatie

Code levering elektriciteit en aardgas en netbeheer recreatiebedrijven 1.0 najaar 2012 (na afstemming met Netbeheer Nederland

Code levering elektriciteit en aardgas en netbeheer recreatiebedrijven 1.0 najaar 2012 (na afstemming met Netbeheer Nederland Code levering elektriciteit en aardgas en netbeheer recreatiebedrijven 1.0 najaar 2012 (na afstemming met Netbeheer Nederland en ANWB/Consumentenbond) 1. Toepassingsgebied 1.1. Deze code is van toepassing

Nadere informatie

Regeling van de Minister van Economische Zaken tot wijziging van enkele regelingen in verband met uitvoering van het marktmodel

Regeling van de Minister van Economische Zaken tot wijziging van enkele regelingen in verband met uitvoering van het marktmodel ssv Regeling van de Minister van Economische Zaken tot wijziging van enkele regelingen in verband met uitvoering van het marktmodel Datum 8 november 2012 Status Concept 'Concept I Regeling van de Minister

Nadere informatie

BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101855-11 Betreft: Besluit op de aanvragen van Elsta B.V. & Co en Delta Netwerk bedrijf B.V. om een bindende aanwijzing te geven als bedoeld in artikel

Nadere informatie

BESLUIT. I. Aanvraag en procedure

BESLUIT. I. Aanvraag en procedure ENERGIEKAMER NMA BESLUIT Nummer: Betreft: 102560_2 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid van de Gaswet aan Gazprom

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 723 Wijziging van de Warmtewet (wijzigingen naar aanleiding van de evaluatie van de Warmtewet) Nr. 5 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 28 juni 2017

Nadere informatie

Op basis van het rapport van Niemann van 25 november 2016 en in de lijn met deze vraagstelling zijn wij tot de volgende overwegingen gekomen.

Op basis van het rapport van Niemann van 25 november 2016 en in de lijn met deze vraagstelling zijn wij tot de volgende overwegingen gekomen. MEMO ONDERWERP Advies Gasunie Transport Services (GTS) 1 GTS is ten aanzien van kleinverbruikers gebonden aan regelgeving omtrent de leveringszekerheid van gas. Dergelijke regelgeving bestaat echter niet

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_19-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. Commissie interne markt en consumentenbescherming

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. Commissie interne markt en consumentenbescherming EUROPEES PARLEMENT 2004 2009 Commissie interne markt en consumentenbescherming 9.11.2007 WERKDOCUMENT over het voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn

Nadere informatie

Amsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw,

Amsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw, Amsterdam, 3 juli 2015 Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II Geachte heer, mevrouw, Namens de Vereniging van Vermogensbeheerders & Adviseurs (hierna: VV&A ) willen wij graag van de gelegenheid

Nadere informatie

Richtsnoeren NMa informatieverstrekking energieleveranciers aan consumenten

Richtsnoeren NMa informatieverstrekking energieleveranciers aan consumenten NMa Richtsnoeren NMa informatieverstrekking energieleveranciers aan consumenten De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit; gelet op de artikelen 5, eerste, tweede en zesde lid, 77h,

Nadere informatie

Betreft Beantwoording vragen van het lid Spies (CDA) over energieprijzen en - contractsvoorwaarden voor consumenten

Betreft Beantwoording vragen van het lid Spies (CDA) over energieprijzen en - contractsvoorwaarden voor consumenten > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Directoraat-generaal voor Bezuidenhoutseweg 30 Postbus 20101 2500 EC

Nadere informatie

Directie Financiële Markten. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. 5 juli 2007 FM 2007-01654 M

Directie Financiële Markten. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. 5 juli 2007 FM 2007-01654 M Directie Financiële Markten De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 5 juli 2007 FM 2007-01654 M Onderwerp Wetgevingsoverleg

Nadere informatie

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader

BESLUIT. I. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101698-12 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 103078_4/20 Betreft zaak: Beslissing op bezwaar tegen het besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van 29 augustus 2008,

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102680 / 82 Betreft zaak: WON Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit gelet op de artikelen 5, 16, eerste en tweede lid,

Nadere informatie

Stand van zaken splitsing energiebedrijven het groepsverbod nader beschouwd

Stand van zaken splitsing energiebedrijven het groepsverbod nader beschouwd schap eming Stand van zaken splitsing energiebedrijven het groepsverbod nader beschouwd Inleiding Op 21 november 2006 is het wetsvoorstel tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (de E-wet) en van de

Nadere informatie

BINDEND ADVIES. van de Geschillencommissie Energie

BINDEND ADVIES. van de Geschillencommissie Energie BINDEND ADVIES van de Geschillencommissie Energie in het geschil tussen: [naam van de consument], wonende te [woonplaats] (verder te noemen: de consument) en [naam van de netbeheerder], gevestigd te [vestigingsplaats]

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33286 25 november 2014 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 november 2014, 2014-0000102276,

Nadere informatie

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: D.E.S. Heijmans Malden

Nadere informatie

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 100595/12 Betreft: Besluit tot (voorlopige) vaststelling van de gereguleerde vastrechtcomponent van de transporttarieven gas voor het jaar 2002 zoals

Nadere informatie

Ons kenmerk z

Ons kenmerk z Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl Autoriteit Consument en Markt Postbus 16326

Nadere informatie

In onderstaand memo licht NBNL het onderwerp Toetsingskader begininkomsten onder de huidige wetgeving toe.

In onderstaand memo licht NBNL het onderwerp Toetsingskader begininkomsten onder de huidige wetgeving toe. 4. Memo toetsingskader begininkomsten bij huidig wettelijk kader Aanleiding Als voorlopige reactie van ACM op de presentatie van NBNL tijdens de klankbordgroep van 29 juni 2015 stelt ACM ter zake van het

Nadere informatie

Warmtewet. Enkele juridische aspecten voor woningcorporaties. mr. drs. J.Chr. Rube Gaastra advocaten

Warmtewet. Enkele juridische aspecten voor woningcorporaties. mr. drs. J.Chr. Rube Gaastra advocaten Warmtewet Enkele juridische aspecten voor woningcorporaties mr. drs. J.Chr. Rube Gaastra advocaten Even voorstellen mr.drs. J.Chr. (Jan) Rube 2006: Nederlands recht (UvA) 2008: Politicologie (UvA) 2004-2005:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 335 Besluit van 12 juli 2012, houdende regels ten uitvoering van de implementatie van richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektriciteit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. Vaste commissie voor EL&I Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Geachte Tweede Kamerleden,

Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. Vaste commissie voor EL&I Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Geachte Tweede Kamerleden, Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. Vaste commissie voor EL&I Postbus 20018 2500 EA Den Haag Datum 0 Contactpersoon Doorkiesnummer Mailadres 1/5 Geachte Tweede Kamerleden, U heeft op 5 december de

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V.

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_9-5 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid van

Nadere informatie

Productvoorwaarden voor verhuur van bedrijfsmiddelen

Productvoorwaarden voor verhuur van bedrijfsmiddelen Productvoorwaarden voor verhuur van bedrijfsmiddelen Fudura B.V. 2017 Artikel 1 Huurder Definities de partij met wie Fudura B.V. een Huurovereenkomst sluit. Verhuurder Fudura B.V., onderdeel van Enexis

Nadere informatie

BESLUIT. I. Aanvraag en procedure

BESLUIT. I. Aanvraag en procedure BESLUIT Nummer: 102548_2/4 Betreft zaak: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid, van de Gaswet aan Qwint B.V. I. Aanvraag

Nadere informatie

Productvoorwaarden voor verhuur van bedrijfsmiddelen

Productvoorwaarden voor verhuur van bedrijfsmiddelen Productvoorwaarden voor verhuur van bedrijfsmiddelen 2016 Productvoorwaarden voor verhuur van bedrijfsmiddelen 2016 3 Inhoudsopgave Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel

Nadere informatie

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: Leemberg Houdster

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

ENERGIEKAMER. Atoomstroom B.V. Informele zienswijze: SWAP-methode bij stroometikettering. Geachte,

ENERGIEKAMER. Atoomstroom B.V. Informele zienswijze: SWAP-methode bij stroometikettering. Geachte, ENERGIEKAMER Aan Atoomstroom B.V. Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 1 Onderwerp Informele zienswijze: SWAP-methode bij stroometikettering Geachte, U heeft de Energiekamer van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102450 / 28.BT253 Betreft zaak: Richtsnoeren NMa informatieverstrekking energieleveranciers aan consumenten De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit;

Nadere informatie

Wat is mogelijk? Karin Schuiling en Femke Heine 26 oktober en 5 november 2012

Wat is mogelijk? Karin Schuiling en Femke Heine 26 oktober en 5 november 2012 Wat is mogelijk? Karin Schuiling en Femke Heine 26 oktober en 5 november 2012 Nederlandse Mededingingsautoriteit 1 Disclaimer: Aan deze presentatie kunnen geen rechten worden ontleend. Agenda 1. Inleiding

Nadere informatie

Bijlage A. Contractvoorwaarden 1 of 3 jaar vast tarief Vandebron

Bijlage A. Contractvoorwaarden 1 of 3 jaar vast tarief Vandebron Bijlage A Contractvoorwaarden 1 of 3 jaar vast tarief Vandebron 1 januari 2016 Artikel 1 Energielevering 1.1 Definities Afgenomen Elektriciteit Het aantal eenheden elektriciteit in kwh dat van het netwerk

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 197 Besluit van 22 juni 2018, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 inzake de aansluiting op het distributienet voor gas 0 Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Advies Betaling via inkooporganisatie

Advies Betaling via inkooporganisatie Advies 16.01 Betaling via inkooporganisatie Aan de Codecommissie van de stichting Gedragscode Medische Hulpmiddelen (hierna: de Codecommissie) is op grond van artikel 37 van het Reglement van de Codecommissie

Nadere informatie

Pagina 1/8. Gasvoorschriften met toelichting

Pagina 1/8. Gasvoorschriften met toelichting Gasvoorschriften met toelichting 1) Definities Tenzij in deze voorschriften anders gedefinieerd, zijn de definities bij of krachtens de Gaswet van toepassing. In deze ontheffing en de daarop rustende voorschriften

Nadere informatie

I. Aanvraag en procedure

I. Aanvraag en procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102570_2/3 Betreft zaak: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

HOE BEOORDEELT ACM DE TARIEVEN VAN EXPERIMENTEN?

HOE BEOORDEELT ACM DE TARIEVEN VAN EXPERIMENTEN? HOE BEOORDEELT ACM DE TARIEVEN VAN EXPERIMENTEN? Inleiding Op 1 mei 2015 gaat het Besluit Experimenten Decentrale Duurzame Elektriciteitsopwekking in. Coöperaties en verenigingen van eigenaren kunnen dan

Nadere informatie

Nieuwsbrief Utilities Special - Particuliere netten na Citiworks

Nieuwsbrief Utilities Special - Particuliere netten na Citiworks Team Energie & Utilities Nieuwsbrief Utilities Special - Particuliere netten na Citiworks 26 februari 2010 De Nieuwsbrief Utilities signaleert ontwikkelingen op het gebied van gereguleerde sectoren in

Nadere informatie

Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011)

Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt: A Artikel I,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 627 (Glas)tuinbouw Nr. 23 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 22 maart 2016 De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal

Nadere informatie

Reactie Groep Graafrechten wijziging Telecommunicatiewet (implementatie herziene Telecomrichtlijnen)

Reactie Groep Graafrechten wijziging Telecommunicatiewet (implementatie herziene Telecomrichtlijnen) Reactie Groep wijziging Telecommunicatiewet (implementatie herziene Telecomrichtlijnen) Groep 28 mei 2010 Feyo Sickinghe INLEIDING 1. Deze reactie volgt artikelsgewijs het concept wetsvoorstel wijziging

Nadere informatie

Pagina. De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK 'S-GRAVENHAGE. Den Haag,

Pagina. De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK 'S-GRAVENHAGE. Den Haag, De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus 20401 2500 EK 'S-GRAVENHAGE Den Haag, Uw kenmerk: Ons kenmerk: ACM/DE/2017/205229 Contactpersoon: [vertouwelijk] Onderwerp: 17.0309.01 Advies

Nadere informatie

ADVIES AR ALGEMENE RAAD COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS. over

ADVIES AR ALGEMENE RAAD COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS. over Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel. : 02/289.76.11 Fax : 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS ALGEMENE

Nadere informatie

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: NS Railinfrabeheer B.V. Postbus GA Utrecht

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: NS Railinfrabeheer B.V. Postbus GA Utrecht Nummer: 100748 Betreft: Advies van de directeur DTe aan de Minister van Economische Zaken, op basis van artikel 15, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager:

Nadere informatie

Pagina 1/8. Gasvoorschriften met toelichting

Pagina 1/8. Gasvoorschriften met toelichting Gasvoorschriften met toelichting 1) Definities Tenzij in deze voorschriften anders gedefinieerd, zijn de definities bij of krachtens de Gaswet van toepassing. In deze ontheffing en de daarop rustende voorschriften

Nadere informatie

Aanleiding. Waarom de Warmtewet

Aanleiding. Waarom de Warmtewet Warmtewet Inhoud Aanleiding Algemeen Status Leverancier, toezicht, systeem Tarief Bemetering Leveringsovereenkomst, geschillen Storingen Handhaving Inventarisatie en dilemma s Aanleiding Waarom de Warmtewet

Nadere informatie

Reglement op het gebruik en toezicht

Reglement op het gebruik en toezicht Het bestuur van CoMore Bedrijfsdiensten B.V., hierna te noemen CBD, heeft, gelet op de Regeling IKB Varken op 26 februari 2007 het reglement op het gebruik en toezicht van het collectieve vleeskeurmerk

Nadere informatie

Betreft: Wetsvoorstel Warmtewet 15 februari 2012

Betreft: Wetsvoorstel Warmtewet 15 februari 2012 Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de leden van de Commissie EL&I Betreft: Wetsvoorstel Warmtewet 15 februari 2012 Geachte commissieleden, Op 5 oktober 2011 hebben Aedes vereniging van woningcorporaties

Nadere informatie

fudura-enexis.nl Productvoorwaarden voor verhuur van bedrijfsmiddelen

fudura-enexis.nl Productvoorwaarden voor verhuur van bedrijfsmiddelen fudura-enexis.nl Productvoorwaarden voor verhuur van bedrijfsmiddelen 2012 Productvoorwaarden voor verhuur van bedrijfsmiddelen 2012 3 Inhoudsopgave Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel

Nadere informatie

CONCEPT (versie 5 juni 2012) WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN

CONCEPT (versie 5 juni 2012) WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN (deze geconsolideerde versie is bedoeld als handreiking ten behoeve van de internetconsultatie; er kunnen op geen enkele wijze rechten aan

Nadere informatie

Pagina 1/8. Elektriciteitsvoorschriften met toelichting

Pagina 1/8. Elektriciteitsvoorschriften met toelichting Elektriciteitsvoorschriften met toelichting 1) Definities Tenzij in deze voorschriften anders gedefinieerd, zijn de definities bij of krachtens de Elektriciteitswet 1998 van toepassing. In deze ontheffing

Nadere informatie

Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Reactie consultatie Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn

Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Reactie consultatie Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie Reactie consultatie Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn ALGEMEEN 1.1 In de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn ('Implementatiewet') worden wijzigingen

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE L 3/41 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE van 5 januari 2016 betreffende het gezamenlijk indienen en het uitwisselen van gegevens overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het

Nadere informatie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 27 november 2000 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissie voor Economische Zaken HERZIENE VERSIE I.V.M. TOEVOEGEN STEMVERHOUDING

Nadere informatie

Aan het Ministerie van Economische Zaken Postbus 20401 2500 EK Den Haag Nederland

Aan het Ministerie van Economische Zaken Postbus 20401 2500 EK Den Haag Nederland Aan het Ministerie van Economische Zaken Postbus 20401 2500 EK Den Haag Nederland Bonaire, 26 augustus 2013 Betreft: internetconsultatie Wet elektriciteit en drinkwater BES Status: openbaar Geachte heer,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 32 768 Implementatie van richtlijn nr. 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures

Nadere informatie

Zaak T-29/92. Vereniging van Samenwerkende Prijsregelende Organisaties in de Bouwnijverheid e. a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-29/92. Vereniging van Samenwerkende Prijsregelende Organisaties in de Bouwnijverheid e. a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-29/92 Vereniging van Samenwerkende Prijsregelende Organisaties in de Bouwnijverheid e. a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Mededinging Non-existentie Besluiten van ondernemersverenigingen

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v.

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101758_10-11 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 904 Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van 2 juni 2003, Stb. 2003, nr. 234, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 5 april 2005, Stb. 2005, nr. 200.

BESLUIT. Besluit van 2 juni 2003, Stb. 2003, nr. 234, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 5 april 2005, Stb. 2005, nr. 200. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102551_2 / 10.BT1290 Betreft zaak: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste

Nadere informatie

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit;

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit; De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit; Gelet op de artikelen 5, eerste, tweede en zesde lid, 77h, eerste lid, 77i, eerste lid, aanhef en onder b, en 95m, eerste tot en met derde

Nadere informatie

PV-gebruiksovereenkomst

PV-gebruiksovereenkomst PV-gebruiksovereenkomst DEZE OVEREENKOMST IS OPGESTELD OP 2012 (1) Bedrijf (2) Buur 1 DE ONDERGETEKENDEN: (1) [Bedrijfsnaam], gevestigd en kantoorhoudende te ([postcode]) [plaatsnaam], aan de [straat en

Nadere informatie

Inleiding. Opmerkingen n.a.v. arrest ECLI:NL:GHAMS:2018:3 6$

Inleiding. Opmerkingen n.a.v. arrest ECLI:NL:GHAMS:2018:3 6$ Opmerkingen n.a.v. arrest ECLI:NL:GHAMS:2018:3 6$ Inleiding Het gerechtshof Amsterdam heeft op 5 februari ji arrest gewezen (ECLI:NL:GHAMS:2018:368] waarin belanghebbenden en derden in de gelegenheid worden

Nadere informatie

Autoriteit Consument & Markt

Autoriteit Consument & Markt BESLUIT Ons kenmerk: ACM/DC/2015/200448 Betreft 14.1262.53: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid, van de Gaswet

Nadere informatie

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning Hieronder wordt ingegaan op de fiscale consequenties van de aankoop en het bezit van een recreatiewoning die zodanig met de (onder)grond is verbonden

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V.

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101689-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

Wat is toeristenbelasting en watertoeristenbelasting en wat zijn de verschillen?

Wat is toeristenbelasting en watertoeristenbelasting en wat zijn de verschillen? Algemeen Wat is toeristenbelasting en watertoeristenbelasting en wat zijn de verschillen? Toeristenbelasting wordt in Leeuwarden geheven voor: o het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente;

Nadere informatie

Nvia. I. Aanvraag en procedure. Nederlandse Mededingingsautoriteit B ES LU IT

Nvia. I. Aanvraag en procedure. Nederlandse Mededingingsautoriteit B ES LU IT Nederlandse Mededingingsautoriteit Nvia B ES LU IT Nummer 102531_3/12 Betreft zaak: Besluit tot wijziging van de voorschriften die verbonden zijn aan de vergunning I. Aanvraag en procedure 1. Bij besluit

Nadere informatie

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord.

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet. Zaaknummer 741/Overeenkomst

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_13-4 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 3 juli 2012

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 3 juli 2012 Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt Publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B-1000 Brussel Gratis telefoon

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5875 5 april 2011 Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 29 maart 2011, nr.

Nadere informatie

Wij maken graag gebruik van de mogelijkheid om to reageren op het betreffende Ontwerpbesluit.

Wij maken graag gebruik van de mogelijkheid om to reageren op het betreffende Ontwerpbesluit. academisch ziekenhuis Maastricht P. Debyelaan 25 postbus 5800 6202 AZ Maastricht telefoon 043.387 68 73 telefax 043-387 68 77 Facilitair Bedrijf azm Autoriteit Consument en Markt Directie Energie Postbus

Nadere informatie

Autoriteit Consument & Markt

Autoriteit Consument & Markt Ons kenmerk: ACM/DC/2016/200282 Zaaknummer: 15.0833.53 Datum: 11 januari 2016 tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid, van

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie Directie Toezicht Energie BESLUIT Nummer: 102467_2-3 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid, van de Gaswet

Nadere informatie

Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 81e, tweede lid van de Gaswet.

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 81e, tweede lid van de Gaswet. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/207112 Zaaknummer: 15.0656.52 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 81e, tweede lid van de Gaswet. 1 Inleiding 1. Met dit besluit geeft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 374 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt Nr. 35 BRIEF VAN

Nadere informatie