DEEL 2: ACHTERGROND 34

Transcriptie

1 DEEL 2: ACHTERGROND 34

2 35

3 6 SITUATIE 6.1 De puinstort De stort van puin heeft in het Buytenpark plaats gevonden in de periode van 1985 tot In deze tijd is gekozen voor een compacte stort met grote hoogteverschillen, rond een centrale ruimte. Met deze stort is letterlijk de basis gelegd van het huidige landschap van het Buytenpark. De puinstort gebeurde in eerste instantie op vier grote heuvels. In het midden van het gebied, op de plaats waar nu de skihal staat, stond een puinbreker. De puinheuvels lagen ten noordwesten van de puinbreker. Rond de puinbreker lag een lagere heuvel, eveneens uit puin opgebouwd, die diende als geluidswal. Het geluid richting Buytenwegh werd hiermee afgeschermd. In het gedeelte ten zuidoosten van de puinbreker waren functies gepland die niet op een puinstort aangelegd konden worden (sportvelden, begraafplaats). Direct langs Buytenwegh was een overgangszone aangegeven, die werd ingevuld als wijkpark voor deze woonwijk. De heuvels zouden aanvankelijk 40 m hoog worden. Hier tegen was echter veel bezwaar. Men vond de heuvels niet in het landschap passen. Bij de besluitvorming over het bestemmingsplan zijn de heuvels uiteindelijk bij besluit van de Kroon teruggebracht tot 20 m. Het ontwerp is hier niet op aangepast, de opbouw van de heuvels is eenvoudigweg gestopt op 20 meter. Dit heeft geleid tot de huidige typische vorm, waarbij de randen van de heuvels redelijk steil zijn en bovenop een vlakte ligt. Echte toppen zijn er niet. Toen meer ruimte voor de puinstort nodig was, was het om reden van het bestemmingsplan niet mogelijk aan de westzijde uit te breiden. De vijfde heuvel is toen aan de zuidzijde van de puinbreker aangelegd. Deze heuvel is direct met een hoogte van 20 meter ontworpen en heeft daardoor niet de afgeplatte vorm van de andere heuvels. Dat deze heuvel anders is wordt benadrukt door de ligging en doordat deze heuvel beplant is. Aanvankelijk was het ook de bedoeling de andere heuvels te 36

4 37

5 beplanten, maar tegen de tijd dat dit zou gaan gebeuren gaf men toch de voorkeur aan het open en ruigere karakter dat de heuvels inmiddels hadden gekregen. De puinstort in de meest westelijke punt van het gebied, tegen de Limietsloot, is nooit gerealiseerd. Voordat men hier aan toe was is het puinbreken gestopt: er waren nieuwere technieken voorhanden om het puin te verwerken. 6.2 Huidige opbouw en karakter Bepaald door de oorspronkelijke opzet en de ontwikkeling van het park, is een tweedeling ontstaan in het heuvellandschap aan de noordwestzijde en het vlakkere deel van het park aan de zuidoostzijde. Deze tweedeling wordt benadrukt door een waterloop, die op het grensvlak ligt. (zie blz: 15) Het heuvellandschap is grotendeel bedekt met een ruige vegetatie en wordt beheerd door begrazing met koeien, paarden en schapen. De heuvels bieden ruimte aan diverse vormen van extensieve recreatie. Vanaf de heuvels heeft men fraai uitzicht over het omliggende landschap. Niet voor niets is op de meest noordelijke top een panoramabord geplaatst en bevindt zich hier een vogeltelpost Binnen het heuvellandschap ligt een complex stelsel van paden. De verbindingen met de gebieden rondom het park zijn beperkt. Het meest westelijke deel, dat aanvankelijk ook bedoeld was voor de puinstort, is nooit in gebruik genomen. Hier zijn ook geen paden naar toe gelegd. Nu puinstort hier definitief van de baan is, kan dit deel een nieuwe bestemming krijgen. De huidige relatie met het aangrenzende agrarische landschap en de hoge natuurwaarden dienen hierbij in het oog te worden gehouden. Het zuidoostelijk deel is minder eenduidig ingericht. Het is eigenlijk een verzameling van functies zonder duidelijke samenhang: (zie figuur blz: 17) - de sportvelden aan de noordzijde - het reserve sportveld/evenemententerrein - het wijkpark langs Buytenwegh; - de begraafplaats aan de zuidzijde 38

6 39 reliëf

7 - de tennisvelden en de sporthal in het midden - klimcentrum Ayers Rock en het paintball- en hondenveld - het sportveld tegenover Ayers Rock - de groene heuvel aan de zuidzijde, in gebruik als (internationaal) mountainbikeparcours. Al deze functies kenmerken zich door een redelijk in zichzelf gekeerde opzet. De toegankelijkheid ervan verloopt indirect, soms over kleine paden, en is niet vanzelfsprekend. De verschillende delen zijn van elkaar gescheiden door brede sloten. Daarnaast is er nog een sloot die vanuit Buytenwegh het park in loopt en daarmee park en woonwijk verbindt. Het wijkpark is ingericht met kleinere open ruimtes, refererend aan de ligging nabij de woonwijk en aan de landschapsstijl. Met name aan de zuidzijde bevindt zich een haast dubbele overgangszone: eerst een rand die bij de lintbebouwing naar de Voorweg hoort en dan voor een deel nog een tweede rand waarin zich volkstuinen, de scouting e.a. bevinden. Ter hoogte van de skihal worden het noordwestelijk en het zuidoostelijk deel met elkaar verbonden. De skihal met de ruimte daarvoor zou hier als hart van het park kunnen functioneren, maar door de verscholen ligging achter de voormalige geluidswal, heeft de plek deze functie niet. De verscholen ligging van SnowWorld wordt mede veroorzaakt door de minimale doorgang die in de voormalige geluidswal is gemaakt, om het parkeerterrein te ontsluiten. Aan de achterzijde is de skihal, met name de derde baan, wel nadrukkelijk aanwezig in het park. Natuur Het gehele noordelijke, begraasde deel van het park, is aangewezen als natuurstergebied. Bebouwing is, volgens het Stadsnatuurplan in de natuurstergebieden niet toegestaan. Het gewenste natuurtype in het heuvelland van het Buytenpark is ruigtestruweel. Dit natuurtype is kenmerkend voor braakliggende terreinen in de stad en langs de raillijn. De mogelijkheid tot struinen is randvoorwaarde voor de natuur in het begrazingsgebied. De inzet van grote grazers in het Buytenpark zorgt ervoor dat dit natuurtype zich hier niet tot bos ontwikkeld. De gemeente laat hier iedere vijf jaar de natuur in beeld brengen. 40

8 41 driedeling binnen Buytenpark

9 Door de permanente aanwezigheid van dit natuurtype en door de schaal waarop het hier aanwezig is levert dit gebied een belangrijke bijdrage aan de biodiversiteit van Zoetermeer en op een hoger schaalniveau aan die van de regio. Niet voor niets wordt aan de natuur van het Buytenpark regionale betekenis toegekend (Stadsnatuurplan, 1999) en is dit park deels onderdeel van de Groenblauwe Slinger. Vogelsoorten waarvoor dit gebied een belangrijk broedbiotoop is zijn: bosrietzanger, kleine karekiet, fazant en grasmus. De volgende soorten van de rode lijst broeden in het gebied: kneu, koekoek, ransuil, groene specht, nachtegaal, ringmus, tureluur, visdief en zomertaling. (bron: broedvogelinventarisatie Buytenpark 2005, vogelwerkgroep Zoetermeer) Door de in de winter overstaande ruige begroeiing komt het zwartsprietdikkopje nergens anders in Zoetermeer in zulke dichtheden voor als juist in dit gebied. Er is hier dan ook sprake van een brongebied. De aantallen van de vijf (spits)muissoorten die in het gebied zijn aangetroffen duiden op een uitstekende leefomgeving voor deze dieren en voor hun muizenetende predatoren als wezel en hermelijn, ransuil, torenvalk enz. In het water dat de heuvels omzoomt zijn de volgende bedreigde en/of beschermde vissoorten aangetroffen: bittervoorn, kleine modderkruiper, riviergrondel en vetje. (bron: Natuurmonitoring Buytenpark, 2005, Stichting Ecologisch Advies). Uit recent trekvogelonderzoek is gebleken dat vogels die op trek langs de kust bewust de route om de verstedelijkte Haagse regio over het Buytenpark kiezen, daar vaak een tussenstop maken om op krachten te komen om daarna hun reis naar het zuiden te vervolgen. In die zin heeft het park ook een nationale functie. Recreatie Het Buytenpark biedt zowel extensieve als intensieve recreatiemogelijkheden, men kan er wandelen of fietsen door het ruige heuvellandschap, maar ook gebruik maken van een aantal hoogwaardige (indoor)recreatievoorzieningen. Van een verwevenheid tussen deze vormen van recreatie is nauwelijks sprake. 42

10 43 functies als losse eenheden binnen het park

11 De huidige bezoekers/gebruikers van het begrazingsgebied zijn ruwweg in twee groepen in te delen: 1. mensen die gebruik maken van het decor om zich sportief te ontspannen (hardlopen, mountainbiken) enz.; 2. rustzoekende mensen die van het uitzicht en de natuur komen genieten. Beide groepen zitten elkaar soms in de weg. In de omnibusenquête 2004 zijn de inwoners van Zoetermeer gevraagd naar hun mening over de groengebieden rond Zoetermeer. Het Buytenpark is het best bezochte park van Zoetermeer na het Noord-Aagebied, het Westerpark en het Balijbos/Florapark. Het Van Tuyllpark en de Zoetermeerse Meerpolder worden ongeveer evenveel bezocht als het Buytenpark. De bezoekers van het Buytenpark zijn relatief sterk op de omgeving gericht. Er zijn veel op (sportieve) prestaties gerichte personen, echter weinigen die een plek zoeken om te zonnen, picknicken, vissen en dergelijke. De ongereptheid en het landschappelijke karakter zijn belangrijke kenmerken voor de bezoekers. De aanwezigheid van de huidige skihal van SnowWorld wordt door veel respondenten in dit kader als negatief gezien. (omnibusenquête 2004) Bodem In het Buytenpark heeft een gecontroleerde stort van bouw- en sloopafval plaats gevonden. Plaatselijk is ook afval uit de land- en tuinbouw gestort. Op de plaats van de skihal, waar vroeger de puinbreker stond ligt zeefzand. Het hele gebied is afgedekt met een leeflaag van ca. één meter dik, bestaande uit voedelsrijke grond. Deze situatie is, met daar binnen een eigen watersysteem, in evenwicht. Wanneer daar geen nadrukkelijke aanleiding toe bestaat, is het niet wenselijk dit evenwicht te verstoren door grond te vergraven of verplaatsen. 44

12 45 Nationaal Landschap Groene Hart

13 7 RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGEN EN BELEID 7.1 Beleid Nota Ruimte De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen. Hoofddoel is ruimte scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies. Een deel van de ruimtevraag moet gezocht worden in benutting van bestaand bebouwd gebied. De ruimte die in het bestaande stedelijk gebied aanwezig is, moet door verdichting optimaal worden gebruikt. In de Nota Ruimte zijn zowel de nationale landschappen (waaronder het Groene Hart) als de rijksbufferzones aangewezen. Op PKB-kaart 9 is de precieze begrenzing van het Groene Hart aangegeven. Uit de kaart blijkt dat Het Buytenpark ligt in het Groene Hart. Tevens blijkt uit deze kaart dat het Buytenpark ligt in de rijksbufferzone Den Haag Leiden Zoetermeer (zie ook de afbeeldingen op pagina 46 en 48). Nationaal landschap Groene Hart Nationale landschappen zijn gebieden met internationaal zeldzame of unieke en nationaal kenmerkende landschapskwaliteiten en in samenhang daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten van nationale landschappen moeten behouden blijven, duurzaam beheerd en waar mogelijk worden versterkt. In samenhang hiermee zal de toeristisch-recreatieve betekenis moeten toenemen. Binnen nationale landschappen is daarom "behoud door ontwikkeling" het uitgangspunt voor het ruimtelijk beleid. De landschappelijke kwaliteiten zijn medesturend voor de wijze waarop de gebiedsontwikkeling plaatsvindt. Uitgangspunt is dat de nationale landschappen zich sociaal-economisch voldoende moeten kunnen ontwikkelen, terwijl de bijzondere kwaliteiten van het gebied worden behouden of versterkt. Het nationaal landschap Groene Hart bestaat uit drie samenhangende delen: de plassen, de waarden en het Hollands-Utrechts veenweidegebied. Voor deze drie delen zijn verschillende kernkwaliteiten gedefinieerd. Het Buytenpark behoort tot dat het deelgebied Hollands-Utrechts veenweidegebied. De kernkwaliteiten van dit gebied zijn de grote mate 46

14 47 Rijksbufferzone Den-Haag Leiden - Zoetermeer

15 van openheid, de strokenverkaveling met hoog percentage water-land en het veenweidekarakter. In algemene zin geldt dat binnen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn, mits de kernkwaliteiten van het landschap worden behouden of versterkt. Dit houdt onder meer in dat onder die voorwaarden ruimte geboden mag worden aan regionale en lokale bedrijvigheid. Rijksbufferzone Den Haag Leiden - Zoetermeer Rijksbufferzones zijn open groene gebieden met veelal landbouw en natuur tussen steden. Deze zones hebben twee belangrijke functies: behoud van het open landschap en ruimte voor recreatie. Als open landschap zorgen deze zones ervoor dat steden niet aan elkaar groeien (buffer tussen steden). Daarnaast bieden deze zones mensen uit de stad een plek om van dat open landschap te genieten, te ontspannen en hun vrije tijd te besteden. In de Nota Ruimte is als doelstelling opgenomen dat de dagrecreatieve functie van de bufferzones versterkt wordt. De bufferzones zullen daarmee transformeren tot relatief grootschalige, groene gebieden met diverse mogelijkheden voor ontspanning en dagrecreatie. Ontwerp AMvB Ruimte Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening, ook wel de AMvB Ruimte genoemd, heeft als doel om vanuit een concreet nationaal belang een goede ruimtelijke ordening te bevorderen. De AMvB is het inhoudelijke beleidskader van de rijksoverheid waaraan bestemmingsplannen van gemeenten moeten voldoen. De AMvB Ruimte omvat alle ruimtelijke rijksbelangen uit eerder uitgebrachte planologische kernbeslissingen (PKB's), waaronder de Nota Ruimte. De volgende nationale belangen zijn van belang: bundeling van verstedelijking en economische aspecten, waaronder wordt verstaan optimale benutting van bestaand bebouwd gebied en locatiebeleid bedrijven en voorzieningen; rijksbufferzones vrijwaren van verdere verstedelijking; het beschermen van de ecologische hoofdstructuur; de bescherming van nationale landschappen. De ontwerp-amvb Ruimte wijkt inhoudelijk niet af van de doelstellingen uit de Nota Ruimte. 48

16 49

17 De AMvB Ruimte is nog niet vastgesteld en in werking getreden, maar zal naar verwachting medio 2010 in werking treden. Streekplan Zuid-Holland-West In het streekplan is het Buytenpark opgenomen met de aanduiding Openluchtrecreatiegebied of stedelijk groen, als onderdeel van het Groene Hart en (deels) de Groenblauwe slinger. Verder loopt langs het Buytenpark een provinciale ecologische verbindingszone die ten minste 50 m breed moet zijn, langs de toekomstige aanvoerroute naar de Nieuwe Driemanspolder. Het Buytenpark ligt buiten de rode contour, waar een restrictief beleid ten aanzien van stedelijke ontwikkelingen geldt. De planologische bescherming van de waarden in het groenblauwe raamwerk is vooral gerelateerd aan de natuurgebieden met (inter)nationale status, natuurgebieden met provinciale status, agrarisch gebied-plus en Beschermd stads- of dorpsgezicht. De provincie wil in het kader van de Wro eind 2009 een structuurvisie vast stellen, die het huidige streekplan vervangt. Groenblauwe Slinger De Groenblauwe Slinger is een aaneengesloten open, voornamelijk agrarisch cultuurlandschap tussen het stedelijk gebied van de agglomeraties van Rotterdam, Den Haag en Leiden. De gehele Groenblauwe Slinger is in het streekplan als regionaal park opgenomen. De regionale parken zijn bedoeld om de mogelijkheden van dagrecreatie voor de bewoners van de stedelijke netwerken te vergroten en te verbeteren. De Groenblauwe Slinger vormt een buffer tussen de verstedelijkte gebieden in dit deel van de Deltametropool. De Groenblauwe Slinger kent een grote mate van openheid. In het gebied komen natuurwaarden voor zoals omvangrijke weidevogelpopulaties en bijzondere sloot- en oevervegetaties. Een en ander is veelal gerelateerd aan het agrarisch gebruik. Ter vergroting van de recreatieve belevingsmogelijkheden zal de toegankelijkheid van het gebied worden verbeterd. Daarnaast zullen de recreatieve infrastructuur, de kwaliteit en het aantal recreatieve voorzieningen moeten worden verbeterd. In regionale parken is uitbreiding van het stedelijke ruimtebeslag en uitbreiding en nieuwvestiging van permanente verblijfsrecreatie niet toegestaan. 50

18 structuurvisie haaglanden 51

19 Ingrepen die de dagrecreatieve functie en de publieke toegankelijkheid versterken zijn wel mogelijk. Regionaal Structuurplan Haaglanden In de regio Haaglanden is het percentage buitengebied in 100 jaar teruggelopen van 70% naar 30%. Het resterende buitengebied wordt daarom benoemd als het groene goud van Haaglanden. Het is essentieel voor het welbevinden van de inwoners en voor het internationale vestigingsklimaat van de regio. Deze groene ambitie is, samen met andere ambities, opgenomen in het Regionaal Structuurplan Haaglanden. In het Regionaal Structuurplan Haaglanden is het gehele Buytenpark aangegeven als parklandschap. In het park is een uitkijkpunt aangegeven, als attractiepunt binnen een recreatief rondje Haaglanden. Het park ligt aan de groenblauwe schakel die de regioparken Midden Delfland en Duin, Horst en Weide met elkaar verbindt. Masterplan, Beleidskader Leisure In 1999 is de Toekomstvisie 2025 vastgesteld, waarin de ambities voor Zoetermeer zijn neergelegd. Deze ambities zijn uitgewerkt in het Masterplan Zoetermeer steeds ondernemend dat in 2002 in de raad is vastgesteld. In dit document wordt een toekomstvisie voor Zoetermeer geschetst, gericht op De ruimtelijke hoofdstructuur hierin wordt bepaald door het Ladderconcept. De ladder bestaat uit twee hoofdverbindingen, de Europaweg/Australiëweg en de A12, met dwarsverbindingen daartussen. De ladder is in de eerste plaats een vervoersconcept, de functies zijn hieraan gekoppeld. Belangrijk voor het Buytenpark is de opwaardering van de hoofdverbinding Europaweg/Australiëweg, met het accent op voorzieningen, cultuur en vrije tijd. Deze verbinding is in het Beleidskader Leisure Zoetermeer (2003) uitgewerkt tot Leisure-as. Leisure vormt daarbij een van de thema s waarmee Zoetermeer zich wil profileren. De Leisure-as is een stedelijke strip die van oost naar west door Zoetermeer loopt, met duidelijke bronpunten, die verder dient te worden ontwikkeld als regionaal en bovenregionaal leisuregebied. Daarbij ligt aan de oostzijde, die het best bereikbaar is vanaf het rijkswegennet, het accent op bovenregionale voorzieningen. Aan de westzijde ligt het accent op regionale voorzieningen. 52

20 53 stadsnatuurplan zoetermeer 1999

21 De aanleg van de vierde baan van SnowWorld past goed binnen de ontwikkelingen die in het Beleidskader Leisure Zoetermeer zijn aangegeven. Daarbij is het wel van belang dat de baan voldoende lengte heeft om als erkende wedstrijdbaan te functioneren. Natuurbeleid Het Buytenpark is onderdeel van een regionale groenstructuur en heeft daardoor betekenis voor de natuur op regionaal niveau. De provincie hanteert voor deze gebieden het compensatiebeginsel. Dat betekent dat wanneer een deel van het groen wordt afgehaald, een vergelijkbaar oppervlak aan groen op een andere plek moet worden toegevoegd. In het stadsnatuurplan ( ) is het begrazingsgebied van dit park aangewezen als één van de vier natuurstergebieden. Voor het begrazingsgebied is ruigtestruweel als natuurdoeltype aangegeven. Dit betekent dat hier het compensatiebeginsel niet van toepassing is, maar dat stedelijke ontwikkelingen zijn uitgesloten. Natuur(beleving) staat hier centraal. Iedere vijf jaar worden de actuele natuurwaarden in deze gebieden in opdracht van de gemeente in beeld gebracht en kan op basis van deze gegevens het beleid/beheer worden bijgesteld. Adri de Groot, Stadsvisie en groene kaart Het Masterplan voor Zoetermeer wordt geactualiseerd in een Stadsvisie voor Ter voorbereiding hiervan zijn verschillende deelaspecten bekeken. De groengebieden in en rond Zoetermeer vormen samen een van deze aspecten. De groengebieden zijn uitgewerkt in een groene kaart voor Zoetermeer, die parallel aan deze visie op het Buytenpark is ontwikkeld. In de Groene Kaart voor Zoetermeer, die een bijlage vormt van de Stadsvisie, worden de groengebieden van Zoetermeer gepositioneerd. Daarbij staan twee thema s centraal: - waarborgen van de verschillen tussen de recreatiegebieden onderling; - verbindingen van de recreatiegebieden met elkaar en met hun omgeving. De verschillen tussen de recreatiegebieden onderling vormt al langer een thema. In de loop der tijd doen zich echter verschuivingen voor in de identiteit van de recreatiegebieden. De toewijzing van het Buytenpark als onderdeel van de Leisure-as is hier een voorbeeld van. In de groene kaart wordt voor het Buytenpark het 54

22 55

23 avontuurlijk karakter als thema gekozen. Dit sluit goed aan op het aanwezige reliëf met de ruige natuur, de ligging op de leisure-as, de functies die er zijn en de ontwikkeling daarvan. Daarbij gaat het niet alleen om SnowWorld, ook Ayers Rock en het mountainbikeparcours passen hier goed bij. Ook is de aansluiting op de omgeving van belang. De relatie met de Meerpolder, het Westerpark en de Nieuwe Driemanspolder zijn daarbij van belang, evenals een goede route naar Buytenwegh. Ook de aansluiting op de Europaweg kan verbeterd worden. Richting Drooggemaakte Grote Polder bestaat wel een goede zichtrelatie, maar de routes zouden in deze richting verder kunnen worden doorgetrokken. Tot slot zou een goede aansluiting op Randstadrail bij kunnen dragen aan een betere bereikbaarheid van het Buytenpark en tegelijkertijd ook het Westerpark, de Nieuwe Driemanspolder en de voorzieningen in deze parken. Duurzaam Zoetermeer Voor de gemeente Zoetermeer is het programma Duurzaam Zoetermeer 2030 opgesteld. In dit programma zijn, gericht op 2030, de volgende doelstellingen geformuleerd. 1. CO2-neutrale stad in 2030; 2. Gezond leefmilieu (20% betere luchtkwaliteit dan de EU-norm, rustige woonwijken (< 55 db(a) en geen ernstige geluidhinder (< 65 db(a) langs de hoofdwegen); 3. Behoud en waar mogelijk toename biodiversiteit (realisatie stadsnatuurplan). Voor SnowWorld betekent dit bijvoorbeeld dat de maatregelen zowel bij de uitbreiding als voor de huidige banen kunnen worden getroffen. In de MER voor de eventuele uitbreiding van SnowWorld en een energievisie kan worden onderzocht welke maatregelen en strategieën kunnen worden gevolgd om deze opgave te behalen. De ligging van het Buytenpark ten opzichte van Randstadrail biedt zeker bij grootschalige evenementen en wedstrijden mogelijkheden voor een betere bereikbaarheid met het Openbaar Vervoer. De nieuwe ontwikkelingen leiden tot een toename van het aantal motorvoertuigen. Ontwikkelingen worden getoetst m.b.t. geluid en luchtkwaliteit op het effect op omliggende woningen en moet passen binnen de doelstellingen van duurzaam Zoetermeer. 56

24 57 indicatie ruimtevraag d.d. voorjaar 2008

25 7.2 Programma Vraag naar uitbreiding en nieuw vestiging van functies Een belangrijke functie in het park, die om ruimte vraagt is de begraafplaats. Voor de begraafplaats wordt gezocht naar uitbreidingsmogelijkheden van 1 á 1,3 ha tot In 2013 moet het eerste deel van deze uitbreiding gereed zijn. Ook is er vraag naar een nieuwe locatie voor een rouwcentrum. De voorkeur gaat uit naar een locatie gekoppeld aan de begraafplaats. Daarbij gaat het om een ruimteclaim van ca m2. Dit is exclusief 75 á 100 parkeerplaatsen, ca m2. Het ligt voor de hand de begraafplaats uit te breiden in aansluiting op de huidige begraafplaats. Hier ligt nu een sportveld van 1,2 ha. Voor de hondenclub en de paintball, die een plek hebben op dit veld, zal dan een andere locatie, buiten het park moeten worden gezocht. Binnen het park zijn daartoe geen mogelijkheden, of andere functies, zoals het reserve sportveld annex evenemententerrein, moeten verplaatst worden. Ook is het westelijke weidegebied aanwezen als zoekgebied voor de herhuisvesting van het volkstuinencomplex Seghwaert, van maximaal 6 hectare. Voorwaarde hiervoor is openbare toegankelijkheid en een goede inpassing met ruimte voor natuur op het terrein. De provincie stelt als voorwaarde dat alleen sprake mag zijn van dagrecreatie en dat de bebouwing beperkt is. Ook is alleen ruimte voor verplaatsing van de huurders die over willen. Uitgangspunt voor de provincie is een locatie van maximaal 4 hectare. Voor de meest westelijke punt van het park is ruimte gereserveerd voor een baggerdepot ten behoeve van de Nieuwe Driemanspolder. Verder wordt gezocht naar een locatie voor een camping, waarbij naast de Nieuwe Driemanspolder ook naar het Buytenpark wordt gekeken. Op lange termijn wordt een eventuele uitbreiding van de sportvelden verwacht. Er zijn geen functies die juist zullen verdwijnen in het Buytenpark. Wanneer functies toch moeten verdwijnen voor één van bovengenoemde functies, dan moet elders in Zoetermeer een nieuwe locatie worden gevonden. Functies als paintball of funforrest kunnen een plek krijgen op de heuvel voor SnowWorld. Hiermee wordt ook relatie tussen het park en de leisure-functies verstrekt. Foto Tuinvereniging Seghwaert 58

26 Onder invloed van de ontwikkeling van de Leisure-as zullen in de toekomst mogelijk nog meer functies een plek zoeken in het Buytenpark. Zo zijn er op dit moment tal van aanvragen voor passieve en actieve leisure voorzieningen. Deze functies kunnen mogelijk een plek in het park krijgen. Actieve leisure zou hierbij een plek langs de groene entree moeten krijgen en ook op de lijn gericht moeten zijn. Een mogelijke locatie voor passieve leisure zoals het wellness-centrum is langs de Voorweg. Dit is geen functie die direct op het avontuurlijke karakter aansluit en daarom aan de groene entree zouden moeten worden liggen. DE zonering van het park is hierbij randvoorwaarde. voorbeeld van een Wellnesscentrum (foto Bloemenbeek) Voor het gebied langs de Voorweg is ruimte voor functies die bijdragen aan het recreatieve karakter hiervan. Er kan gedacht worden aan functies als een galerie met beeldentuin, een kleinschalige kampeervoorziening of een theetuin. Ook de volkstuinen kunnen aan deze rand worden gekoppeld, evenals een Wellness-centrum, mits dit goed wordt ingepast. SnowWorld Op de plaats van de puinbreker is uiteindelijk de skihal van SnowWorld gesitueerd. SnowWorld ligt daarmee centraal in het Buytenpark en vervult een belangrijke rol in de Zoetermeerse Leisure-as. Om deze rol te blijven vervullen en de concurrentie voor te blijven wil SnowWorld een vierde (langere) skibaan aanleggen naast de bestaande drie banen. In beginsel wil de gemeente Zoetermeer meedenken met deze ontwikkeling, mits deze ruimtelijk goed wordt ingepast en de ontwikkeling een meerwaarde voor het park betekent. Daarbij kan SnowWorld zich ontwikkelen tot het hart van het Buytenpark. Gelijktijdig met deze visie voert SnowWorld daarom een haalbaarheidsonderzoek uit naar een vierde baan. Ook laat SnowWorld een MER beoordeling opstellen om de milieuconsequenties in beeld te krijgen. Voor deze onderzoeken heeft de Commissie Ruimte op 2 juli 2007 aangegeven dat er aandacht moet zijn voor landschappelijke, stedenbouwkundige, bestuurlijke, juridische, energietechnische, civieltechnische en milieu- en werkgelegenheidsaspecten, met specifieke aandacht voor ontsluiting en parkeergelegenheid, fijnstof, en de hele omgeving van SnowWorld. 59

27 Uit de onderzoeken komt een voorkeursvariant naar voren. De gemeenteraad besluit op basis van de onderzoeken of zij de ontwikkeling van een vierde baan mogelijk wil maken. In dat geval zal het bestemmingsplan worden herzien. De gemeenteraad stelt dit bestemmingsplan uiteindelijk vast, na de gebruikelijke inspraakprocedures. Ook zal in de provinciale structuurvisie en verordening de mogelijkheid voor uitbreiding van SnowWorld mogelijk gemaakt moeten worden. Deze visie vormt in combinatie met een onderbouwing van de uitvoerbaarheid de basis voor opname in de provinciale structuurvisie en verordening. Hierover moet besluitvorming plaatsvinden in de Provinciale Staten. Ter plekke van de mogelijke vierde baan botsen het leisurebeleid en het topsportbeleid enigszins met het stadsnatuurplan. Deze beleidsvisie wijst het begrazingsgebied aan als natuurstergebied. In zo n gebied mag niet worden gebouwd en geldt géén compensatiebeginsel. Dit kan betekenen dat bij uitbreiding van SnowWorld met een vierde skibaan de grens van het natuurstergebied iets moet worden aangepast. Dit wordt beschouwd als acceptabel, mits de ontwikkeling van de vierde baan plaatsvindt binnen de in deze visie gestelde randvoorwaarden. De uitbreiding met een vierde baan moet sowieso voldoen aan de Flora en faunawet. De derde baan gezien vanuit het begrazingsgebied 60

28 LITERATUURLIJST BGSV, H+N+S, PRC e.a Landschap als Podium, hoe maken we Bleizo een succes. Gemeente Zoetermeer Beleidskader leisure Zoetermeer, Gemeente Zoetermeer Omnibusenquête 2004, deelrapport parken en groen- en recreatiegebieden Gemeente Zoetermeer Omnibusenquête 2006, deelrapport leefomgeving Gemeente Zoetermeer Stadsnatuurplan, zoeter meer kleuren Gemeente Zoetermeer Zoetermeer steeds ondernemend, masterplan Gemeente Zoetermeer Stadsvisie 2030, incl. Groene Kaart voor Zoetermeer Gemeente Zoetermeer Topsportnota Gemeente Zoetermeer Nota Buitensport Gemeente Zoetermeer Kadernota Sport en bewegen Haaglanden Regionaal structuurplan haaglanden 2006, atlas kaartbeelden, behorende bij voorlopig ontwerp RSP Haaglanden Provincie Zuid Holland Groenblauwe Slinger, nummer 17, oktober Provincie Zuid Holland Streekplan Zuid-Holland West, 19 februari

29 COLOFON Gemeente Zoetermeer Afdeling stadsontwikkeling Arnout Kruijshaar Simone Diegenbach Zelfstandig landschapsarchitect