Onderzoek risicoverevening 2018: uitbreiding vereveningsmodellen 2017 geschat op data van 2014 (pre-ot)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoek risicoverevening 2018: uitbreiding vereveningsmodellen 2017 geschat op data van 2014 (pre-ot)"

Transcriptie

1 WOR 859 Onderzoek risicoverevening 2018: uitbreiding vereveningsmodellen 2017 geschat op data van 2014 (pre-ot) Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ibmg-projectteam risicoverevening 1 Eindrapportage, 29 mei Samenstelling projectteam (in alfabetische volgorde): D. Cattel, F. Eijkenaar, R.C. van Kleef, R.C.J.A. van Vliet en A.A. Withagen-Koster.

2

3 Inhoud 1. Inleiding Data en eerder onderzoek Data WOR 824: Uitbreiding AvI-klasse hoogopgeleiden WOR 835: Vernieuwing DKG-criterium WOR 843: Opsplitsing leeftijd/geslacht-klasse nuljarigen WOR 845: Opsplitsing hoogste VGG-klasse Aanpassing PPA-criterium Resultaten Effect op verevenende werking Effect op normbedragen Conclusies Bijlage A. Normbedragen van somatische modelvarianten Bijlage B. Normbedragen van GGZ-modelvarianten Bijlage C. Verevenende werking voor V&V- en LGGZ-kosten sec Bijlage D. Aantal scores op somatische morbiditeitscriteria Bijlage E. Herverdeling vanwege somatische morbiditeit en leeftijd (65-/65+) Referenties... 31

4

5 1 1. Inleiding Het afgelopen jaar zijn er diverse onderzoeken verricht naar de verbetermogelijkheden voor de verschillende vereveningsmodellen. Voor het somatisch model ging het daarbij om: 1. uitbreiding van de AvI-klasse voor hoogopgeleiden (WOR 824); 2. vernieuwing van het DKG-criterium (WOR 835); 3. opsplitsing van de leeftijd/geslacht-klassen voor nuljarigen (WOR 843); 4. opsplitsing van de hoogste VGG-klasse (WOR 845). Daarnaast is inmiddels een betere meting/definitie van het PPA-criterium mogelijk, zowel voor het somatisch model als voor het GGZ-model. Aangezien verzekerden in een institutioneel huishouden bij SES-klasse 1 dienen te worden ingedeeld (zie paragraaf 2.6), heeft dit tevens gevolgen voor het SES-criterium. Ten slotte is het de bedoeling om de afzonderlijke modellen voor de geneeskundige GGZ (gggz) en de langdurige GGZ (LGGZ) te integreren. Dit betekent dat het GGZ-model inclusief het criterium op basis van intramuraal GGZ-gebruik in het voorgaande jaar wordt geschat op de totale GGZ-kosten. Bovenstaande modelverbeteringen zijn in de betreffende onderzoeken steeds afzonderlijk onderzocht; het gezamenlijke effect is dus niet bekend. Inzicht in de gevolgen van het toepassen van alle verbeteringen tegelijkertijd is echter wel van belang bij de besluitvorming over de modellen die in de aankomende Overall Toets (OT) doorgerekend gaan worden op kostendata van Daarom wordt in onderhavig onderzoek de gezamenlijke invloed van de aangepaste vereveningscriteria onderzocht op basis van het onderzoeksbestand van de OT2017, met kostendata van 2014 (WOR 813). Bij deze pre-ot gaat het vooral om het effect op de verevenende werking en normbedragen. Voor het somatisch model worden de analyses in principe beperkt tot de totale somatische zorgkosten (dus inclusief V&V). Voor het GGZ-model, dat dit jaar voor het eerst meeloopt in de pre-ot, gaat het dus om een integratie van de modellen voor de gggz en de LGGZ. Het model voor de eigen betalingen onder het verplicht eigen risico blijft buiten beschouwing. Conform de onderzoeksbeschrijving presenteert dit rapport de resultaten van de volgende vier varianten van het somatisch vereveningsmodel:

6 WOR 859 Pre-OT 2 Model A: het somatisch vereveningsmodel 2017 zoals doorgerekend in WOR 813; Model B: als model A, maar met bovengenoemde modelaanpassingen 1 tot en met 4 en exclusief het GGG-criterium 2 ; Model C: als model B, maar met de aangepaste PPA- en SES-criteria; Model D: als model C, maar exclusief het GSM-criterium. Voor het GGZ-model gaat het om de volgende twee varianten: Model E: het geïntegreerde GGZ-vereveningsmodel 2017 (in WOR 813 afzonderlijk doorgerekend voor de gggz-kosten en de LGGZ-kosten); Model F: als model E, maar met de aangepaste PPA- en SES-criteria. Het volgende hoofdstuk gaat in op de gebruikte data en op de definitie van de aangepaste vereveningscriteria die in dit rapport aan bod komen. Hoofdstuk 3 presenteert vervolgens de uitkomsten qua verevenende werking en normbedragen van de doorrekening van de zes modelvarianten (afzonderlijk voor somatisch en GGZ), waarna hoofdstuk 4 afsluit met de conclusies. De bijlagen bevatten de volgende aanvullende informatie: volledige sets van normbedragen voor alle doorgerekende varianten van het somatisch model en het GGZmodel (respectievelijk bijlage A en B), de verevenende werking voor de varianten van het somatisch model en van het GGZ-model geschat op alleen de V&V-kosten respectievelijk de LGGZ-kosten (bijlage C), prevalenties van de morbiditeitscriteria in alle somatische modelvarianten (bijlage D) en cijfers met betrekking tot herverdeling vanwege somatische morbiditeit en leeftijd (bijlage E). 2 In tegenstelling tot vorig jaar (WOR 789) worden de verbeteringen niet stapsgewijs toegepast; de verbeteringen betreffen veelal kleine groepen en bij het onderzoek naar cliëntprofielen wijkverpleging (WOR 845) is bovendien al rekening gehouden met de vernieuwde DKG s.

7 3 2. Data en eerder onderzoek 2.1. Data Alle modelvarianten zijn doorgerekend op het onderzoeksbestand van de OT2017, met kostendata van 2014 (representatief gemaakt voor het vereveningsjaar 2017). De overall gemiddelde somatische zorgkosten in dit bestand bedragen euro per verzekerdenjaar. De overall gemiddelde (totale) GGZ-kosten bedragen 262 euro per verzekerdenjaar; dit bedrag is opgebouwd uit gemiddeld 248 euro voor de gggz en 14 euro voor de LGGZ WOR 824: Uitbreiding AvI-klasse hoogopgeleiden In WOR 824 is onderzocht of het mogelijk en zinvol is om binnen het somatisch model de AvIklasse hoogopgeleid (thans beperkt tot jarigen) uit te breiden met een leeftijdsklasse jaar. De optie tot uitbreiding is ontstaan doordat de DUO-onderwijsregistratie die voor de risicoverevening wordt gebruikt beschikbaar is vanaf schooljaar 1990/1991. Het onderzoek laat zien dat de benodigde gegevens (vrijwel) volledig en betrouwbaar zijn en dat uitbreiding van de klasse voor hoogopgeleiden een logisch vervolg zou zijn op de introductie van deze klasse in het AvI-criterium in Toevoeging van hoogopgeleide verzekerden van jaar (bijna verzekerdenjaren) aan het AvI-criterium leidt tot een betere compensatie van deze groep; de overcompensatie van 31 euro volgens het model-2017 wordt volledig weggenomen. Hetzelfde geldt voor de referentiegroep van niet-hoogopgeleide verzekerden van jaar (ruim 1,6 miljoen verzekerdenjaren). Schatting van het model inclusief de nieuwe klasse voor hoogopgeleiden van jaar leidt tot een normbedrag voor deze klasse van -82 euro. Het normbedrag voor de referentiegroep stijgt van -43 euro naar -29 euro. Zoals kon worden verwacht heeft toevoeging van de nieuwe klasse (vrijwel) geen gevolgen voor de overige normbedragen en de verevenende werking van het model WOR 835: Vernieuwing DKG-criterium In WOR 835 is een beperkt groot onderhoud aan het DKG-criterium uitgevoerd en is nagegaan of het gebruik van meervoudige DKG s (i.e. meer dan één DKG per verzekerde) kan leiden tot een verbetering van het vereveningsmodel. Het onderzoek bestond uit vier fases: (1) updaten van de huidige DKG s op basis van nieuwe kostendata (van 2014), het gewijzigde FKG-criterium en een simulatie van overloop van DKG s van 2012 naar 2013 als gevolg van de verkorte DBC-looptijd per 2015, (2) uitbreiden van het DKG-criterium met nieuwe Dxgroepen, (3) ontwikkelen en toepassen van meervoudige DKG s en (4) het definiëren en

8 WOR 859 Pre-OT 4 doorrekenen van verschillende modelvarianten. Fase 3 heeft onder meer geleid tot een onderscheid tussen primaire DKG s en secundaire DKG s, waarbij ten opzichte van het huidige model feitelijk sprake is van een extra vereveningscriterium met een eigen afslagklasse. In totaal blijkt 9,9% van de totale Zvw-populatie bij één van de vijftien primaire DKG s te worden ingedeeld en 4,5% bij één van de zeven secundaire DKG s, met een overlap van circa 2,5 procentpunt. Het updaten van de huidige DKG s en de uitbreiding met tien nieuwe Dxgroepen (voor vroeggeborenen, niertransplantaties en GRZ-diagnosen) zorgen voor een lichte verbetering van de verevenende werking ten opzichte van het startmodel (i.e. model 2017 exclusief de criteria VGG en GGG). Zo stijgt de R 2 op individuniveau met 0,3 procentpunt en reduceert de ondercompensatie op de groep verzekerden met GRZ-kosten in t-1 (i.e. GGG>0) tot circa 400 euro. Toevoeging van meervoudige DKG s verbetert de verevenende werking verder. Ten opzichte van het model met de geüpdatete/uitgebreide DKG s stijgt de R 2 op individuniveau met 0,4 procentpunt en de CPM met 0,3 procentpunt, lopen de normbedragen van de primaire en secundaire DKG s monotoon op met het nummer, en daalt de ondercompensatie op de groep met GGG>0 tot bijna 0 euro. Het GGG-criterium wordt daarmee overbodig. Toevoeging van VGG aan het model leidt vervolgens echter tot een overcompensatie van circa 700 euro op de groep met GGG>0. Volgens de onderzoekers is deze overcompensatie mogelijk te wijten aan enkele specifieke kenmerken van de OT2017-data, zodat de overcompensatie op de groep met GGG>0 zich bij herschatting in de OT2018 op kostendata van 2015 mogelijk niet of veel minder zal voordoen WOR 843: Opsplitsing leeftijd/geslacht-klasse nuljarigen In WOR 843 zijn de mogelijkheden onderzocht voor verbetering van de risicoverevening voor nuljarigen (i.e. kinderen geboren tussen 1 juli van jaar t-1 en 31 december van jaar t), kinderen tussen 1 en 17 jaar en zwangerschappen/bevallingen. Alleen voor de nuljarigen bleek concrete verbetering mogelijk. Omdat de (geboorte)kosten voor nuljarigen veelal kort na de geboorte liggen, pakt het model voor nuljarigen afhankelijk van het geboortemoment verschillend uit: nuljarigen geboren in jaar t worden gemiddeld met ruim euro ondergecompenseerd, terwijl nuljarigen geboren in jaar t-1 met gemiddeld bijna worden overgecompenseerd. Deze onder- en overcompensaties vormen een bedreiging voor het gelijke speelveld en geven prikkels voor risicoselectie. Dit kan als volgt worden uitgelegd. Ervan uitgaande dat kinderen vaak worden ingeschreven bij de verzekeraar van de moeder, zal een verzekeraar met een gunstige propositie voor zwangere vrouwen (verzekeraar X) te maken krijgen met een oververtegenwoordiging van nuljarigen geboren in jaar t. Als deze vrouwen in jaar t+1 verzekerd blijven bij verzekeraar X is er geen probleem. Immers, de ondercompensatie op nuljarigen in jaar t wordt dan goedgemaakt met een navenante

9 2. Data en eerder onderzoek 5 overcompensatie in jaar t+1. Als deze vrouwen in jaar t+1 echter vertrekken naar een andere verzekeraar ontstaat er wel een probleem. In dat geval wordt verzekeraar X per saldo ondergecompenseerd voor nuljarigen. Dit vormt een bedreiging voor het gelijke speelveld en ontmoedigt verzekeraars om een gunstige propositie te doen voor zwangere vrouwen. Het maken van onderscheid tussen nuljarigen geboren in jaar t-1 en nuljarigen geboren in jaar t binnen het leeftijd/geslacht-criterium lost dit probleem op. In termen van verevenende werking blijkt deze aanpassing te leiden tot een toename van de R 2 op individuniveau van 0,2 procentpunt. Voorts neemt de bandbreedte op verzekeraarsniveau met 18 euro af. Verder zijn de effecten beperkt, wat te verwachten was omdat deze verbetering alleen is gericht op nuljarigen (circa 1% van alle verzekerdenjaren) WOR 845: Opsplitsing hoogste VGG-klasse In 2016 is een vereveningscriterium toegevoegd aan het somatisch model gebaseerd op de (hoogte van) V&V-kosten in het voorgaande jaar (VGG). In WOR 845 is getracht te komen tot een meer zorginhoudelijk criterium dat voorspellend is voor V&V-kosten, onder meer door middel van het opstellen van cliëntprofielen. Helaas blijken de in het onderzoek opgestelde profielen het VGG-criterium slechts voor een beperkt deel te kunnen vervangen. Daarom is besloten het huidige VGG-criterium te handhaven, met één aanpassing om de compensatie voor kinderen die langdurig intensieve (kind)zorg ontvangen te verbeteren: de hoogste klasse (voor verzekerden die in jaar t-1 met hun V&V-kosten tot de top 0,25% hebben behoord) wordt uitgesplitst in 18-minners (normbedrag: euro) en 18-plussers (normbedrag: euro). Deze aanpassing leidt tot een toename van de R 2 op individuniveau met 0,1 procentpunt en tot betere compensatie voor uitgaven aan intensieve kindzorg Aanpassing PPA-criterium In zowel het somatisch model als het GGZ-model bevat het PPA-criterium zes klassen voor verzekerden woonachtig op een adres met meer dan 15 bewoners (drie voor blijvers en drie voor instromers ), gebaseerd op gegevens van de Belastingdienst. Met deze klassen wordt beoogd institutionele huishoudens te identificeren. Echter, in de praktijk worden hiermee (onbedoeld) niet alleen institutionele huishoudens geïdentificeerd, maar bijvoorbeeld ook penitentiaire inrichtingen, woongroepen en grote gezinnen. Andersom worden institutionele huishoudens met minder dan 15 bewoners (onbedoeld) niet geïdentificeerd. Uit eerder onderzoek (WOR 794) blijkt dat in ieder geval voor het somatisch vereveningsmodel de verevenende werking en validiteit van het PPA-criterium verbetert als de definitie van institutioneel huishouden wordt gebaseerd op het al dan niet aanwezig zijn van een Wlzdeclaratie bij verzekerden.

10 WOR 859 Pre-OT 6 De huidige klassen voor institutionele huishoudens zijn gebaseerd op twee peilmomenten: 31 december van jaar t en 31 december van jaar t-1 (van iemand die vóór 31 december van jaar t overlijdt, wordt het laatst bekende adres genomen). Omdat in de Wlz per maand wordt gedeclareerd, is bij de Wlz-declaraties gekozen voor december van jaar t en december van jaar t-1. In de nieuwe definitie komt iedereen die in december van jaar t-1 een Wlz-declaratie heeft gehad in de klasse blijvend terecht; verzekerden met een Wlz-declaratie in december van jaar t maar niet in december van jaar t-1, worden ingedeeld in de klasse instromend. Conform de aanpak van de OT2017 dienen verzekerden in een institutioneel huishouden bij SES-klasse 1 (conform de definitie van het vereveningsmodel van 2017) te worden ingedeeld, onder de veronderstelling dat deze verzekerden over het algemeen een (zeer) lage sociaaleconomische status hebben. Dit betekent dat bij aanpassing van het PPA-criterium ook het SES-criterium wijzigt.

11 7 3. Resultaten 3.1. Effect op verevenende werking Tabel 1 presenteert de uitkomsten qua verevenende werking voor de vier in de inleiding genoemde varianten van het somatisch vereveningsmodel. Modelvariant A is gelijk aan het somatisch vereveningsmodel van Tabel 1. Verevenende werking bij toepassing van vier varianten van het somatisch vereveningsmodel, geschat op de totale somatische zorgkosten (onderzoeksbestand van de OT 2017, data 2014) a Niveau Maatstaf Model A Model B Model C Model D Individu R 2 x 100% 31,5 32,4 32,8 32,8 CPM x 100% 31,0 31,5 31,7 31,7 GGAA Standaarddeviatie van resultaten Sub- GGAA op alle subgroepen b Groep Resultaat 15% laagste kosten in t Resultaat 15% hoogste kosten in t Resultaat GGG> Resultaat VGG> Risico- R 2 x 100% 99,0 99,1 99,1 99,1 drager GGAA van resultaten 21,7 20,5 20,7 20,8 Bandbreedte Allen (24) van resultaten Excl. 2 (22) c Klein (7) Middel (11) Groot (6) Concern (18) Niet-concern (6) a Model A = vereveningsmodel 2017; model B = als model A, maar met uitbreiding AVI-klasse hoogopgeleiden, vernieuwing DKG-criterium, opsplitsing leeftijd/geslacht-klassen nuljarigen, opsplitsing hoogste VGG-klasse, doch exclusief GGG; model C = als model B, maar met aangepast PPA-criterium; model D = als model C, maar exclusief GSM. b Voor alle modellen zijn de subgroepen gedefinieerd op basis van alle vereveningscriteria van het somatisch vereveningsmodel van 2017 (bijna subgroepen). c Op deze regel staat de bandbreedte van de resultaten op verzekeraarsniveau waarbij twee risicodragers (die steeds de feitelijke bandbreedte bepalen) buiten beschouwing zijn gelaten. Model B wijkt af van Model A in de zin dat GGG niet meer meeloopt en de vier genoemde modelaanpassingen zijn toegepast. Op elk van de drie niveaus leiden de aanpassingen tot een betere aansluiting van de normatieve kosten op de werkelijke kosten. Op individuniveau stijgen de R 2 en de CPM met respectievelijk 0,9 en 0,5 procentpunt en dalen de GGAA en de standaarddeviatie met respectievelijk 13 en 44 euro. Op subgroepniveau daalt de GGAA met 13 euro en komen de over- en ondercompensaties op de groepen met de 15% laagste respectievelijk hoogste kosten in jaar t-3 iets dichter bij 0 te liggen. Voor GRZ-gebruikers in t- 1 (GGG>0) ontstaat een overcompensatie van ruim 700 euro, wat kan worden verklaard door de combinatie van (1) het schrappen van GGG in model B, (2) het feit dat in model B de

12 WOR 859 Pre-OT 8 nieuwe DKG s inclusief zes GRZ-diagnosen zijn toegepast en (3) de overlap tussen VGG en GGG (WOR 835). 3 Op verzekeraarsniveau stijgt de R 2 licht (0,1 procentpunt) en nemen de GGAA en de bandbreedte af met respectievelijk 1 en 24 euro. Dit laatste zien we vooral terug bij de kleine en middelgrote risicodragers. De uitkomsten voor model B versus model A komen overeen met die van de betreffende onderzoeken (WOR 824/835/843/845). Ten opzichte van Model B is in Model C het huidige PPA-criterium aangepast door de definitie van institutioneel huishouden te baseren op het al dan niet aanwezig zijn van een Wlzdeclaratie in plaats van op ja/nee woonachtig op een adres met meer dan 15 bewoners. Conform de bevindingen van WOR 794 blijkt dit op het niveau van individuele verzekerden te leiden tot een relatief forse verbetering van de verevenende werking; zo stijgt de R 2 met ruim 0,3 procentpunt ten opzichte van Model B en daalt de standaarddeviatie met 17 euro. Op subgroepniveau is het beeld gemengd: de GGAA daalt met 4 euro en het resultaat op de subgroep met de 15% laagste kosten in jaar t-3 komt iets dichter bij 0 te liggen, terwijl het resultaat op de subgroep met de 15% hoogste kosten in t-3 juist iets daalt en het (positieve) resultaat op verzekerden met GGG>0 met 185 euro stijgt. Kennelijk zorgt de aanpassing van PPA voor extra compensatie voor verzekerden met GRZ-gebruik in jaar t-1 (aanvullend op de compensatie die de nieuwe DKG s en VGG reeds genereren). Op verzekeraarsniveau blijft de R 2 ongewijzigd, terwijl de bandbreedte op basis van alle 24 risicodragers met 4 euro toeneemt (exclusief de twee uitersten neemt de bandbreedte met 6 euro af). In Model D is, ten opzichte van Model C, het GSM-criterium verwijderd. Het effect hiervan op de verevenende werking is op alle drie de niveaus zeer beperkt dan wel afwezig. Alleen op subgroepniveau zijn lichte verslechteringen waar te nemen. In Tabel 1 valt verder op dat de bandbreedte op verzekeraarsniveau in alle modellen met circa 75 euro daalt als we de twee relatief kleine risicodragers buiten beschouwing laten die bij elk van de modellen de feitelijke bandbreedte bepalen. Figuur 1 brengt ten slotte de financiële resultaten in beeld voor de 24 risicodragers van 2017 bij toepassing van de vier somatische modelvarianten. De gewogen gemiddelde absolute resultaatsverschuiving (GGARV) van model A naar model B bedraagt 2,0 euro; vooral bij (de relatief kleine) verzekeraars 1, 2 en 7 zijn duidelijke veranderingen zichtbaar. De aanpassing van PPA in model C blijkt te leiden tot een gemiddelde verschuiving van de resultaten van 2,3 euro (ten opzichte van model B). Dit zien we vooral terug bij verzekeraars 3, 7, 15 en 18. Het schrappen van GSM (model D) laat de resultaten ten slotte (vrijwel) ongewijzigd. 3 Ruim de helft van de verzekerden ingedeeld bij GGG>0 is ook ingedeeld bij VGG>0; model B geeft voor deze groep enerzijds een compensatie via de nieuwe DKG s (waarin zes GRZ-diagnosen zijn opgenomen) en anderzijds via VGG (WOR 835).

13 3. Resultaten 9 Figuur 1. Financiële resultaten in euro's per verzekerdenjaar voor 24 risicodragers, bij toepassing van vier varianten van het somatisch vereveningsmodel a Model A Model B Model C Model D Risicodragers gesorteerd naar oplopend resultaat op model A a Model A = vereveningsmodel 2017; model B = als model A, maar met uitbreiding AVI-klasse hoogopgeleiden, vernieuwing DKG-criterium, opsplitsing leeftijd/geslacht-klasse nuljarigen, opsplitsing hoogste VGG-klasse doch exclusief GGG; model C = als model B, maar met aangepast PPA-criterium; model D = als model C, maar exclusief GSM. model C = als model B maar met aangepast PPA-criterium; model D = als model C maar exclusief GSM. Ten slotte is opvallend dat in model C circa verzekerden(jaren) negatieve normkosten krijgen (het minimum van de normatieve kosten is -672 euro). 4 Dit betreft uitsluitend verzekerden tussen jaar die bijna allemaal in alle afslagklassen van de morbiditeitscriteria zijn ingedeeld. Bovendien verblijft iedereen in deze groep blijvend in een institutioneel huishouden volgens de nieuwe PPA-definitie. Tabel 2 presenteert de uitkomsten qua verevenende werking voor de twee varianten van het (geïntegreerde) GGZ-model, geschat op de totale GGZ-kosten. Model E is gelijk aan het GGZvereveningsmodel van 2017 inclusief het iggz(t-1)-criterium. Tabel 2 laat zien dat de aanpassing van PPA beperkte gevolgen heeft voor de verevenende werking van het GGZ-model. Op individu- en subgroepniveau zijn kleine verbeteringen waar te nemen; zo neemt de R 2 neemt licht toe (+0,04 procentpunt) en de GGAA op alle subgroepen met 1 euro af. Voor het verzekeraarsniveau geldt het omgekeerde: de R 2 daalt met 0,1 procentpunt en de bandbreedte stijgt met 5 euro. Deze patronen komt globaal overeen met die van het somatisch model (zie Tabel 1) 4 In model A, B en D komt het aantal verzekerdenjaren met negatieve normkosten uit op respectievelijk circa 3.400, en

14 WOR 859 Pre-OT 10 Tabel 2. Verevenende werking bij toepassing van twee varianten van het GGZ-model, geschat op de totale GGZ-kosten (onderzoeksbestand van de OT 2017, data 2014) a Niveau Maatstaf Model E Model F Individu R 2 x 100% 22,2 22,3 CPM x 100% 29,3 29,3 GGAA van resultaten Standaarddeviatie van resultaten Sub- GGAA op alle subgroepen b Groep Risico- R 2 x 100% 97,0 96,9 drager GGAA van resultaten 6,1 6,3 Bandbreedte Allen (24) van resultaten Excl. 2 (22) c Klein (7) Middel (11) Groot (6) Concern (18) Niet-concern (6) a Model E = geïntegreerd GGZ-model 2017; model F = als model E met aangepast PPA-criterium. b Voor alle modellen zijn de subgroepen gedefinieerd op basis van alle vereveningscriteria van het GGZ-model 2017 (ruim subgroepen). c Op deze regel staat de bandbreedte van de resultaten op verzekeraarsniveau waarbij twee risicodragers (die steeds de feitelijke bandbreedte bepalen) buiten beschouwing zijn gelaten Effect op normbedragen De volledige sets van normbedragen zijn opgenomen in bijlage A (somatisch) en bijlage B (GGZ). Tabellen 3 en 4 geven daarvan een samenvatting in de vorm van gewogen gemiddelde absolute verschillen (GGAV s) in normbedragen tussen de diverse somatische respectievelijk GGZ-modelvarianten. Tabel 3. Gewogen gemiddelde absolute verschillen (GGAV s) in normbedragen tussen de verschillende somatische modelvarianten, geschat op data-2014 a Model B - Model A Model C - Model B Model D - Model C Leeftijd/geslacht FKG (p)dkg sdkg HKG AvI Regio SES PPA MHK FDG VGG GGG GSM Totaal a Model A = vereveningsmodel 2017; model B = als model A, maar met uitbreiding AVI-klasse hoogopgeleiden, vernieuwing DKG-criterium, opsplitsing leeftijd/geslacht-klassen nuljarigen, opsplitsing hoogste VGG-klasse, doch exclusief GGG; model C = als model B, maar met aangepast PPA-criterium; model D = als model C, maar exclusief GSM.

15 3. Resultaten 11 Uit Tabel 3 blijkt dat de uitbreiding van de AvI-klasse voor hoogopgeleiden, vernieuwing van het DKG-criterium, opsplitsing van de leeftijd/geslacht-klassen voor nuljarigen en opsplitsing van de hoogste VGG-klasse gezamenlijk leiden tot een overall gemiddelde verandering in normbedragen van 25 euro per verzekerdenjaar. De grootste veranderingen treden op bij de (primaire) DKG s, gevolgd door leeftijd/geslacht, de FKG s, MHK en GSM. Uit bijlage A blijkt dat het normbedrag van (p)dkg0 van model A naar model B met ruim 60 euro stijgt (van -274 naar -210 euro), ofwel een verminderde invloed in het model. Daar staat echter een normbedrag van -97 euro tegenover voor sdkg0, wat impliceert dat de pdkg s en sdkg s in model B samen meer geld verevenen dan de enkelvoudige DKG s in model A. Tegelijkertijd wordt minder geld verevenend via de FKG s (het normbedrag van FKG0 stijgt met 19 euro, ondanks forse stijgingen bij FKG19 voor transplantaties en FKG21 voor multiple sclerose), de HKG s (het normbedrag van HKG0 stijgt met 7 euro) en MHK (het normbedrag van MHK0 stijgt met 19 euro). Uit bijlage A blijkt verder dat de normbedragen van GSM in model B een logisch patroon volgen (i.e. een afslag voor verzekerden zonder morbiditeit en een opslag voor verzekerden met morbiditeit), terwijl in model A sprake is van contra-intuïtieve normbedragen voor 65-minners. In model B komen de normbedragen voor nuljarigen geboren in jaar t-1 uit op ruim euro voor jongetjes en ruim euro voor meisjes (zie bijlage A). Voor nuljarigen geboren in jaar t zijn deze bedragen respectievelijk ruim en euro. Het normbedrag voor de nieuwe AvI-klasse hoogopgeleiden, jaar bedraagt -85 euro; voor de betreffende referentieklasse bedraagt het normbedrag -31 euro (in model A: -43 euro). Het normbedrag voor 18- minners binnen VGG-klasse 6 (ruim verzekerdenjaren) komt uit op ruim euro; voor 18-plussers binnen die klasse is dat ruim euro. Ondanks deze uitsplitsing neemt de invloed van het VGG-criterium van model A naar model B iets af (het normbedrag van de VGG-afslagklasse stijgt met 4 euro), wat te maken heeft met het feit dat in model B tevens de vernieuwde DKG s zijn toegepast. Bovengenoemde resultaten komen goed overeen met de bevindingen van de betreffende partiële onderzoeken (WOR 824/835/843/845). Gegeven dat de vier bovengenoemde modelaanpassingen reeds zijn toegepast, heeft de aanpassing van het PPA-criterium een relatief beperkte invloed op de normbedragen (model C versus model B: overall gemiddeld 8 euro per verzekerdenjaar). Logischerwijs treedt de grootste verandering op bij PPA zelf, gevolgd door VGG (minder invloed; het normbedrag van VGG0 stijgt met 10 euro), leeftijd/geslacht (veelal dalingen, met uitzondering van met name vrouwen vanaf 80 jaar) en SES (uitsluitend bij de vier risicoklassen voor 65-plussers, waardoor het verschil in normbedrag tussen 65-plussers in SES-klasse 1 versus 65-plussers in SES-

16 WOR 859 Pre-OT 12 klasse 4 met circa 100 euro afneemt). Verder leidt de PPA-aanpassing tot een minder grote invloed van de FKG s (bijlage A): het normbedrag van FKG0 stijgt met 4 euro, wat vooral is terug te zien in gedaalde normbedragen bij FKG3 voor psychose/alzheimer/verslaving (-168 euro) en FKG17 voor Parkinson (-242 euro). Gezien de aard van deze aandoeningen lijkt dit inhoudelijk goed verklaarbaar. De aanpassing van PPA heeft een relatief forse invloed op de normbedragen van de zes betreffende risicoklassen binnen dit criterium. Voor blijvers in een institutioneel huishouden dalen de negatieve normbedragen met bijna 100 tot ruim 700 euro, terwijl de positieve normbedragen voor instromers flink stijgen: euro voor 80-plussers, euro voor jarigen en euro voor jarigen. Ten opzichte van de oude definitie op basis van al dan niet woonachtig zijn op een adres met meer dan 15 bewoners, leidt gebruik van Wlz-declaraties voor de indeling van verzekerden in een institutioneel huishouden dus tot een groter verschil in normbedrag tussen blijvers en instromers. In combinatie met de toename van het aantal verzekerden dat met de nieuwe definitie wordt ingedeeld in een institutioneel huishouden (van ruim naar bijna verzekerdenjaren, wat goed overeenkomt met de circa personen in een institutioneel huishouden in 2014 volgens het CBS) betekent dit ongeveer een verdubbeling van de invloed van PPA in het model (gemeten aan de hand van de hoeveelheid geld die via PPA wordt verevenend). Ten slotte leidt het schrappen van GSM (model D versus model C) logischerwijs alleen tot (beperkte) veranderingen bij leeftijd/geslacht en de morbiditeitscriteria. Bij leeftijd/geslacht stijgen de normbedragen voor 65-minners, terwijl deze voor 65-plussers dalen. Zoals kan worden afgeleid uit de gedaalde normbedragen van de afslagklassen (zie bijlage A), neemt de invloed van elk van de morbiditeitscriteria toe wanneer GSM wordt geschrapt. Dit geldt vooral voor de FKG s: het normbedrag van FKG0 daalt van -265 naar Ten slotte bedraagt het financieel resultaat op de ongezonden volgens GSM -19 euro voor 65-minners en -20 euro voor 65-plussers. Tabel 4 toont de GGAV s in normbedragen tussen beide varianten van het (geïntegreerde) GGZ-model (zie bijlage B voor alle normbedragen). Overall blijkt de aanpassing van PPA te leiden tot een overall gemiddelde verandering in normbedragen van bijna 3 euro per verzekerdenjaar. Uiteraard treden de grootste veranderingen op bij PPA zelf (bijna 13 euro), gevolgd door SES (ruim 6 euro). Net als bij het somatisch model neemt het verschil in normbedrag tussen de blijvers en instromers in een institutioneel huishouden toe als gevolg van de PPA-aanpassing. De normbedragen voor blijvers nemen af (vooral bij de leeftijdsgroep jaar: euro) en worden daarmee alle drie negatief, terwijl de normbedragen voor instromers toenemen (wederom vooral voor jarigen: euro).

17 3. Resultaten 13 Tabel 4. Gewogen gemiddelde absolute verschillen (GGAV s) in normbedragen tussen twee GGZ-modelvarianten, geschat op data-2014 a Model F - Model E Leeftijd/geslacht 2,5 FKG 0,7 DKG 0,3 AvI 2,6 Regio 1,8 SES 6,4 PPA 12,8 MHK 0,6 ZVZ 0,2 iggz(t-1) 0,5 Totaal 2,8 a Model E = geïntegreerd GGZ-model 2017; model F = model E met aangepast PPA-criterium. Ten slotte is noemenswaardig dat het normbedrag voor verzekerden die in jaar t-1 meer dan 252 dagen gggz ontvingen met ruim euro daalt, terwijl de normbedragen van de andere positieve risicoklassen binnen het iggz(t-1)-criterium met circa 500 euro tot 700 euro stijgen (vanwege de kleine verzekerdenaantallen komen deze veranderingen niet tot uiting in de betreffende GGAV in Tabel 4).

18

19 15 4. Conclusies In dit rapport is de gezamenlijke invloed onderzocht van een aantal vernieuwde/verbeterde vereveningscriteria die eind 2016 en begin 2017 zijn ontwikkeld in diverse onderzoeken. Voor het somatisch model betreft dit de uitbreiding van de AvI-klasse voor hoogopgeleiden (WOR 824), vernieuwing van de DKG s (WOR 835), opsplitsing van leeftijd/geslacht-klassen voor nuljarigen (WOR 843) en opsplitsing van de hoogste VGG-klasse (WOR 845). Voorts is een aanpassing voorzien van het PPA-criterium (en daarmee tevens van het SES-criterium), waarbij de institutionele huishoudens worden gebaseerd op Wlz-declaraties in plaats van op basis van al dan niet woonachtig op een adres met meer dan 15 bewoners. Dit laatste geldt voor zowel het somatisch als het GGZ-model, waarbij het GGZ-model bovendien wordt geschat op de som van de kosten van de geneeskundige en de langdurige GGZ en waarbij het iggz(t-1)-criterium meeloopt. In totaal zijn zes modelvarianten doorgerekend op het onderzoeksbestand van de OT2017, met kostendata van Voor het somatisch model ging het om het vereveningsmodel van 2017 (model A), model A plus de vier bovengenoemde aanpassingen (model B), model B met de aangepaste PPA- en SES-criteria (model C) en model C exclusief GSM (model D). Voor het GGZ-model ging het om het geïntegreerde GGZ-vereveningsmodel 2017 (model E) en model E met het aangepaste PPA-criterium (model F). De belangrijkste resultaten kunnen als volgt worden samengevat. De uitbreiding van de AvI-klasse voor hoogopgeleiden, vernieuwing van het DKGcriterium, opsplitsing van de leeftijd/geslacht-klassen voor nuljarigen en opsplitsing van de hoogste VGG-klasse (model B) leiden gezamenlijk tot een betere aansluiting van de normatieve op de werkelijke kosten, op elk van de drie gebruikelijke niveaus. De aanpassingen leiden tot een verandering in normbedragen van gemiddeld 25 euro per verzekerdenjaar ten opzichte van het vereveningsmodel 2017 (model A). De aanpassing van het PPA-criterium (model C) leidt op het niveau van individuele verzekerden tot een verbetering van de verevenende werking. Op subgroepniveau laten de maatstaven een gemengd beeld zien, terwijl deze op verzekeraarsniveau nauwelijks wijzigen. Ten opzichte van model B leidt de PPA-wijziging tot een overall verandering van de normbedragen van gemiddeld 8 euro, waarbij de invloed van het PPA-criterium in het model toeneemt. Het verwijderen van GSM uit het model (model D) leidt op geen van de drie niveaus tot een duidelijke verandering van de verevenende werking. Ten opzichte van model B veranderen de normbedragen met gemiddeld 4 euro per verzekerdenjaar.

20 WOR 859 Pre-OT 16 Op het niveau van de afzonderlijke risicodragers leiden de vier modelaanpassingen van model B en de PPA-aanpassing van model C tot een vergelijkbare gemiddelde verschuiving van de financiële resultaten (circa 2 euro per verzekerdenjaar). De aanpassing van PPA binnen het GGZ-model (model F) heeft beperkte gevolgen voor de verevenende werking van dat model. Op individuniveau en subgroepniveau treden lichte verbeteringen op, terwijl op verzekeraarsniveau het omgekeerde geldt. De aanpassing leidt tot een verandering in normbedragen van gemiddeld bijna 3 euro per verzekerdenjaar ten opzichte van het GGZ-model van 2017 (model E). Op basis van dit onderzoek kan met betrekking tot het somatisch vereveningsmodel worden geconcludeerd dat de vernieuwde/verbeterde vereveningscriteria vooral op individuniveau leiden tot een verbetering van de verevenende werking. Dit blijkt onder andere uit de stijging van de R 2 met 1,3 procentpunt ten opzichte van het model Ook op subgroepniveau zijn echter (lichte) verbeteringen waar te nemen; daarbij valt wel de overcompensatie van ruim 900 euro van de groep verzekerden met GRZ-gebruik in t-1 op, doch die kan mogelijk worden verklaard door de specifieke eigenschappen van de OT2017-data. Ten slotte zijn ook op verzekeraarsniveau verbeteringen waarneembaar, wat zich onder andere uit in een stijging van de R 2 (+0,1 procentpunt) en een afname van de bandbreedte (-19 euro).

21 17 Bijlage A. Normbedragen van somatische modelvarianten Tabel A.1. Normbedragen van modelvarianten A-D voor totale somatische zorgkosten, geschat op het OT-bestand 2017 met data 2014 Risicoklassen Model A Model B Model C Model D M, 0, t M, 0, t M, M, M, M, M, M, M, M, M, M, M, M, M, M, M, M, M, M, M, V, 0, t V, 0, t V, V, V, V, V, V, V, V, V, V, V, V, V, V, V, V, V, V, V, Geen FKG Glaucoom Schildklieraandoeningen Psychose, Alzheimer en verslaving Depressie Chronische pijn exclusief opioïden Neuropathische pijn complex Hoog cholesterol

22 WOR 859 Pre-OT 18 Risicoklassen Model A Model B Model C Model D 8. Diabetes type II zonder hypertensie COPD/Zware astma Astma Diabetes type II met hypertensie Epilepsie Ziekte van Crohn/Colitis Ulcerosa Hartaandoeningen Auto-immuunziekten (add-on) Reuma Parkinson Diabetes type I Transplantaties CF/pancreasenzymen Aand. hersenen/ruggenmerg: MS Aand. hersenen/ruggenmerg: overig Kanker Hormoongevoelige tumoren HIV/AIDS Nieraandoeningen Psoriasis Pulmonale arteriële hypertensie Kanker (add-on) Groeistoornissen (add-on) EHK cluster EHK cluster EHK cluster Geen (p)dkg (p)dkg (p)dkg (p)dkg (p)dkg (p)dkg (p)dkg (p)dkg (p)dkg (p)dkg (p)dkg (p)dkg (p)dkg (p)dkg (p)dkg (p)dkg Geen sdkg sdkg sdkg sdkg sdkg sdkg sdkg sdkg Geen HKG CPAP apparatuur Therapeutische elastische kousen Voorz. voor stomapatiënten Vernevelaar met toebehoren Middelen voor urine-opvang Injectiespuiten + toebehoren (excl. diabetes)

23 Bijlage A. Normbedragen van somatische modelvarianten 19 Risicoklassen Model A Model B Model C Model D 7. Zuurstofapparaten + toebehoren Voedingshulpmiddelen (excl. zuigelingen) Slijmuitzuigapparatuur Draagbare infuuspompen Referentie 18- en IVA IVA IVA IVA Arbeidsongeschikt Arbeidsongeschikt Arbeidsongeschikt Arbeidsongeschikt Bijstand Bijstand Bijstand Bijstand Studenten Zelfstandig Zelfstandig Zelfstandig Zelfstandig Hoogopgeleiden Hoogopgeleiden Referentie Referentie Referentie Referentie Regio Regio Regio Regio Regio Regio Regio Regio Regio Regio SES SES SES SES SES SES SES SES SES SES SES SES Blijvend in institutioneel huishouden Blijvend in institutioneel huishouden Blijvend in institutioneel huishouden Instromend in institutioneel huishouden Instromend in institutioneel huishouden Instromend in institutioneel huishouden Eenpersoons huishouden

24 WOR 859 Pre-OT 20 Risicoklassen Model A Model B Model C Model D Eenpersoons huishouden Eenpersoons huishouden Overig Overig Overig Geen MHK x kosten in top-10% x kosten in top-15% x kosten in top-10% x kosten in top-7% x kosten in top 4% x kosten in top 1,5% x kosten in top 0,5% Geen morbiditeit Geen morbiditeit Wel morbiditeit Wel morbiditeit Geen FDG FDG FDG FDG FDG Geen V&V-kosten in t V&V-kosten t-1 in top 2,5% V&V-kosten t-1 in top 2,0% V&V-kosten t-1 in top 1,5% V&V-kosten t-1 in top 1,0% V&V-kosten t-1 in top 0,5% V&V-kosten t-1 in top 0,25%, V&V-kosten t-1 in top 0,25%, Geen GRZ-kosten t Wel GRZ-kosten t

25 21 Bijlage B. Normbedragen van GGZ-modelvarianten Tabel B.1. Normbedragen van modelvarianten E-F voor totale GGZ-kosten, geschat op het OT-bestand 2017 met data 2014 Risicoklassen Model E Model F M, M, M, M, M, M, M, M, M, M, M, M, M, M, M, V, V, V, V, V, V, V, V, V, V, V, V, V, V, V, Geen FKG FKG psychose FKG psychose depot FKG chronische stemmingsstoornissen FKG verslaving FKG bipolair regulier FKG bipolair complex FKG ADHD Geen DKG DKG DKG DKG DKG DKG Referentie IVA IVA IVA IVA Arbeidsongeschikt Arbeidsongeschikt

26 WOR 859 Pre-OT 22 Risicoklassen Model E Model F Arbeidsongeschikt Arbeidsongeschikt Bijstand Bijstand Bijstand Bijstand Studenten, Zelfstandig Zelfstandig Zelfstandig Zelfstandig Hoogopgeleiden Referentie Referentie Referentie Referentie Regio Regio Regio Regio Regio Regio Regio Regio Regio Regio SES SES SES SES SES SES SES SES Blijvend in institutioneel huishouden Blijvend in institutioneel huishouden Blijvend in institutioneel huishouden Instromend in institutioneel huishouden Instromend in institutioneel huishouden Instromend in institutioneel huishouden Eenpersoons huishouden Eenpersoons huishouden Eenpersoons huishouden Overig Overig Overig Geen MHK x in 3 jaar kosten> x in 5 jaar kosten in top x in 5 jaar kosten in top x in 5 jaar kosten in top-2, x in 5 jaar kosten in top x in 5 jaar kosten in top x in 5 jaar kosten in top-2, Geen ZVZ ZVZ 1-3 / onbekend ZVZ ZVZ

27 Bijlage B. Normbedragen van GGZ-modelvarianten 23 Risicoklassen Model E Model F ZVZ ZVZ Crisis Geen iggz t gggz t-1 > 252 dagen iggz t-1 met ZZP 3/4/ iggz t-1 met ZZP 6/ Uitstroom naar Wlz in t

28

29 25 Bijlage C. Verevenende werking voor V&V- en LGGZ-kosten sec Tabel C.1. Verevenende werking bij toepassing van vier modelvarianten, geschat op V&V-kosten van het OT-bestand 2017 met data 2014 Niveau Maatstaf Model A Model B Model C Model D Indi- R 2 x 100% 44,4 44,9 45,3 45,2 vidu CPM x 100% 52,3 52,1 50,6 50,9 GGAA Standaarddeviatie van resultaten Sub- GGAA op alle subgroepen groep Resultaat op 15% laagste kosten in t Resultaat op 15% hoogste kosten in t Resultaat op GGG> Resultaat op VGG> Risico- R 2 x 100% 99,1 99,1 99,1 99,1 drager GGAA van resultaten 5,4 5,6 5,6 5,6 Bandbreedte Allen (24) 31,9 32,4 33,5 33,6 v. resultaten Excl. 2 (22) 17,2 18,8 16,1 16,4 Klein 12,4 14,7 8,5 8,9 Middel 30,0 30,2 24,5 24,9 Groot 18,7 18,8 21,1 21,0 Concern 28,9 29,6 24,1 24,4 Niet-concern 19,0 20,9 21,1 21,0 Tabel C.2. Verevenende werking bij toepassing van twee modelvarianten, geschat op LGGZ-kosten van het OT-bestand 2017 met data 2014 Niveau Maatstaf Model E Model F Indi- R 2 x 100% 40,7 41,9 vidu CPM x 100% 42,7 44,5 GGAA 15,5 15,0 Standaarddeviatie van resultaten Subgroep GGAA op alle subgroepen 14,9 14,7 Risico- R 2 x 100% 85,6 85,6 drager GGAA van resultaten 1,2 1,2 Bandbreedte Allen (24) 17,1 16,5 v. resultaten Klein 5,8 6,5 Middel 17,1 16,5 Groot 4,0 3,3 Concern 15,3 15,1 Niet-concern 5,7 4,8

30

31 27 Bijlage D. Aantal scores op somatische morbiditeitscriteria Tabel D.1. Scores op somatische morbiditeitscriteria Model A Modellen B-D Aantal verzekerden dat scoort op: Geen enkel morbiditeitscriterium Exact één morbiditeitscriterium Twee morbiditeitscriteria Drie morbiditeitscriteria Vier morbiditeitscriteria Vijf morbiditeitscriteria Zes of meer morbiditeitscriteria % verzekerden dat scoort op: Geen enkel morbiditeitscriterium 73,0 73,0 Exact één morbiditeitscriterium 15,3 14,7 Twee morbiditeitscriteria 6,0 5,7 Drie morbiditeitscriteria 2,9 3,0 Vier morbiditeitscriteria 1,6 1,7 Vijf morbiditeitscriteria 0,8 1,0 Zes of meer morbiditeitscriteria 0,5 0,8 Tabel D.2. Uniek geïdentificeerde verzekerden via somatische morbiditeitscriteria Aantal verzekerden met: Model A Modellen B-D FKG> FKG>0 en/of pdkg> FKG>0 en/of pdkg>0 en/of sdkg> FKG>0 en/of pdkg>0 en/of sdkg>0 en/of HKG> FKG>0 en/of pdkg>0 en/of sdkg>0 en/of HKG>0 en/of FDG> FKG>0 en/of pdkg>0 en/of sdkg>0 en/of HKG>0 en/of FDG>0 en/of MHK> FKG>0 en/of pdkg>0 en/of sdkg>0 en/of HKG>0 en/of FDG>0 en/of MHK>0 en/of VGG> FKG>0 en/of pdkg>0 en/of sdkg>0 en/of HKG>0 en/of FDG>0 en/of MHK>0 en/of VGG>0 en/of GGG>

32

33 Bijlage E. Herverdeling vanwege somatische morbiditeit en leeftijd (65-/65+) 29 Tabel E.1. Herverdeling vanwege somatische morbiditeit en leeftijd (65-/65+), in miljoenen euro s a Model A Model B Model C Model D FKG pdkg sdkg HKG FDG MHK GSM VGG GGG Totaal via morbiditeit Jong oud a Voor de morbiditeitscriteria berekend als de productsom van het aantal verzekerdenjaren en het normbedrag voor de afslagklasse(n) van het betreffende criterium (voor GSM: de gezonden ). De onderste regel is berekend als de productsom van het aantal verzekerdenjaren en het verschil tussen het normbedrag en de overall gemiddelde kosten voor de leeftijd/geslacht-klassen > 65 jaar.

34

35 31 Referenties WOR 789, ibmg-projectteam Risicoverevening (2016). Onderzoek risicoverevening 2017: uitbreiding van het somatisch model 2016 geschat op data 2013 (pre-ot). Rotterdam: ibmg, Erasmus Universiteit. WOR 794, P. van Drunen, G. Mazzola, S. Boas, J. Hoendervanger, J. Visser en P. Stam (2016). Onderhoud SES/AVI/PPA. Den Haag: SiRM. WOR 813, ibmg-projectteam Risicoverevening (2016). Onderzoek risicoverevening 2016: Overall Toets. Rotterdam: ibmg, Erasmus Universiteit. WOR 824, M. Lammers, L. Kroon en C. Tempelman (2016). Hoogopgeleiden jaar in de risicoverevening. Amsterdam: SEO. WOR 835, R.C.J.A. van Vliet, F. Eijkenaar en M. Kuppen (2017). (Meervoudige) diagnosekostengroepen in het risicovereveningsmodel voor somatische zorgkosten: beperkt groot onderhoud. Rotterdam: ibmg, Erasmus Universiteit. WOR 843, J.A.N. Houtepen, S. Rezaei, K. Maciejewski, D. Sznajder, S.R. Altemuhl en C. Mulder (2017). Onderzoek (jonge) kinderen en bevallingen. Amsterdam: Milliman. WOR 845, E. Schipper, J. Reitsma, L. Koster en Wijnand Plaggenhoef (2017). Onderzoek cliëntprofielen wijkverpleging. Barneveld: Significant.

Onderzoek risicoverevening 2018: Robuustheid eigen-risicomodel

Onderzoek risicoverevening 2018: Robuustheid eigen-risicomodel WBR 787 Onderzoek risicoverevening 2018: Robuustheid eigen-risicomodel Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ibmg-projectteam risicoverevening * Definitieve eindrapportage,

Nadere informatie

Al met al adviseert de WOR om alle drie de doorgerekende uitgangsmodellen toe te passen bij de risicoverevening voor 2018.

Al met al adviseert de WOR om alle drie de doorgerekende uitgangsmodellen toe te passen bij de risicoverevening voor 2018. WOR 877 Betreft: Advies aan de Minister van VWS over de vormgeving van het ex ante vereveningsmodel 2018 Van: Werkgroep Ontwikkeling Risicoverevening (WOR) Datum: augustus 2017 1. Inleiding Voor u ligt

Nadere informatie

Hoogopgeleiden jaar in de risicoverevening

Hoogopgeleiden jaar in de risicoverevening Hoogopgeleiden 35-44 jaar in de risicoverevening Amsterdam, december 2016 In opdracht van het ministerie van VWS Hoogopgeleiden 35-44 jaar in de risicoverevening WOR 824 Marloes Lammers Lennart Kroon

Nadere informatie

Onderzoek risicoverevening 2016: uitbreiding vereveningsmodel 2015 voor variabele zorgkosten inclusief V&V op data 2012 (pre-ot)

Onderzoek risicoverevening 2016: uitbreiding vereveningsmodel 2015 voor variabele zorgkosten inclusief V&V op data 2012 (pre-ot) WOR 738 Onderzoek risicoverevening 2016: uitbreiding vereveningsmodel 2015 voor variabele zorgkosten inclusief V&V op data 2012 (pre-ot) Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn

Nadere informatie

Al met al adviseert de WOR om alle drie de doorgerekende uitgangsmodellen toe te passen in 2019.

Al met al adviseert de WOR om alle drie de doorgerekende uitgangsmodellen toe te passen in 2019. WOR 931 Betreft: Aangepast advies aan de Minister voor Medische Zorg en Sport over de vormgeving van het ex ante vereveningsmodel 2019 Van: Werkgroep Ontwikkeling Risicoverevening (WOR) Datum: augustus

Nadere informatie

Ondercompensatie van verzekerden met V&V-gebruik in het voorafgaande jaar

Ondercompensatie van verzekerden met V&V-gebruik in het voorafgaande jaar WWOR WOR 699 Ondercompensatie van verzekerden met V&V-gebruik in het voorafgaande jaar Eindrapportage Nils Ellwanger Maaike van Asselt Tom Everhardt Onderzoek voor het ministerie van Volksgezond, Welzijn

Nadere informatie

Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport WOR 813 Onderzoek risicoverevening 2017: Overall Toets Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ibmg-projectteam risicoverevening * Definitieve eindrapportage, 29

Nadere informatie

WOR 905. Meerjarige V&V-kosten (MVV) als alternatief voor het VGG-criterium in het risicovereveningsmodel voor de somatische zorg

WOR 905. Meerjarige V&V-kosten (MVV) als alternatief voor het VGG-criterium in het risicovereveningsmodel voor de somatische zorg WOR 905 Meerjarige V&V-kosten (MVV) als alternatief voor het VGG-criterium in het risicovereveningsmodel voor de somatische zorg Onderzoek voor het ministerie van VWS Erasmus School of Health Policy and

Nadere informatie

WOR Inleiding

WOR Inleiding WOR 815 Betreft: Advies aan de minister van VWS over de vormgeving van het ex ante vereveningsmodel 2017 Van: Werkgroep Ontwikkeling Risicoverevening (WOR) Datum: augustus 2016 1. Inleiding Voor u ligt

Nadere informatie

Leeftijdsafhankelijke (co)morbiditeit in het vereveningsmodel voor de variabele zorgkosten

Leeftijdsafhankelijke (co)morbiditeit in het vereveningsmodel voor de variabele zorgkosten Milliman Definitief rapport WOR 733 Milliman Onderzoek leeftijdsafhankelijke (co)morbiditeit in het vereveningsmodel voor de variabele zorgkosten DEFINITIEF RAPPORT Leeftijdsafhankelijke (co)morbiditeit

Nadere informatie

Bijlage bij brief Risicodragendheid zorgverzekeraars in 2016 WOR 750

Bijlage bij brief Risicodragendheid zorgverzekeraars in 2016 WOR 750 Bijlage bij brief Risicodragendheid zorgverzekeraars in 2016 WOR 750 Betreft: Advies aan de minister van VWS over de vormgeving van het ex ante vereveningsmodel 2016 Van: Werkgroep Ontwikkeling Risicoverevening

Nadere informatie

Verbetering van het kenmerk MHK

Verbetering van het kenmerk MHK Verbetering van het kenmerk MHK Eindrapportage WOR 883 Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl Ministerie van Volksgezondheid,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 56601 9 oktober 2017 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 september 2017, kenmerk 1224864-167311-Z,

Nadere informatie

Bijlage : WOR adviezen

Bijlage : WOR adviezen Bijlage : WOR adviezen Deze bijlage bevat de WOR adviezen met betrekking tot de onderzoeken die gedaan zijn in de periode najaar 2014 voorjaar 2015. Het betreft adviezen naar aanleiding van de volgende

Nadere informatie

Bijlage 1 Resultaten onderzoeken risicoverevening

Bijlage 1 Resultaten onderzoeken risicoverevening Bijlage 1 Resultaten onderzoeken risicoverevening In deze bijlage ga ik in op de resultaten van de onderzoeken die zijn uitgevoerd in de periode 2016-2017. Daarbij houd ik de volgorde en speerpunten aan

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 50466 27 september 2016 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 september 2016, kenmerk

Nadere informatie

Ins en Outs van de Risicoverevening. Dr. Richard van Kleef

Ins en Outs van de Risicoverevening. Dr. Richard van Kleef Ins en Outs van de Risicoverevening Dr. Richard van Kleef vankleef@bmg.eur.nl Risicoverevening Wat? Waarom? Hoe? Wat betekent het voor u? Wat is risicoverevening? Het risicovereveningssysteem is onderdeel

Nadere informatie

Het risicovereveningsmodel in de Zvw Werking en bijwerkingen

Het risicovereveningsmodel in de Zvw Werking en bijwerkingen Het risicovereveningsmodel in de Zvw Werking en bijwerkingen Masterclass Nieuwe Zorg 3.0 20 april 2018 Even voorstellen Drs. René Goudriaan Heden Associate partner Equalis B.V. Associate partner SiRM Strategies

Nadere informatie

Bijlage 2: WOR-adviezen

Bijlage 2: WOR-adviezen Bijlage 2: WOR-adviezen Deze bijlage bevat de adviezen van de Werkgroep Ontwikkeling Risicoverevening over de onderzoeken die gedaan zijn in de periode najaar 2015 voorjaar 2016. Het betreft adviezen naar

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2016 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8944 17 februari 2016 Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2016 De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland,

Nadere informatie

houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de vereveningsbijdrage over het jaar 2018

houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de vereveningsbijdrage over het jaar 2018 Besluit van houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de vereveningsbijdrage over het jaar 2018 Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 2017,

Nadere informatie

Onderzoek risicoverevening 2019: Berekening Normbedragen

Onderzoek risicoverevening 2019: Berekening Normbedragen WOR 930 Onderzoek risicoverevening 2019: Berekening Normbedragen Onderzoek voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ESHPM-projectteam risicoverevening * Definitieve eindrapportage, 28

Nadere informatie

Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport WOR 748 Onderzoek risicoverevening 2016: Overall Toets Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ibmg-projectteam risicoverevening * Definitieve eindrapportage, 30

Nadere informatie

Niet-ingezetenen en indeling in meerjarig hoge kosten

Niet-ingezetenen en indeling in meerjarig hoge kosten Niet-ingezetenen en indeling in meerjarig hoge kosten Amsterdam, juni 2018 In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Niet-ingezetenen en indeling in meerjarig hoge kosten WOR

Nadere informatie

Aanpassen DKG s psychische aandoeningen voor de risicoverevening

Aanpassen DKG s psychische aandoeningen voor de risicoverevening Aanpassen DKG s psychische aandoeningen voor de risicoverevening Eindrapportage WOR 945 Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl

Nadere informatie

Meerwerk Onderzoek risicoverevening

Meerwerk Onderzoek risicoverevening WOR 796 Meerwerk Onderzoek risicoverevening GGZ (iggz t-1) rapportnr. 1449 7 juni 2016 Onderzoek in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, directie Zorgverzekeringen Meerwerk

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 39697 4 december 2015 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 november 2015, kenmerk 839984-141498-Z,

Nadere informatie

Onderzoek risicoverevening 2018: Berekening Normbedragen

Onderzoek risicoverevening 2018: Berekening Normbedragen WOR 876 Onderzoek risicoverevening 2018: Berekening Normbedragen Onderzoek voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ibmg-projectteam risicoverevening * Eindrapportage, 2 oktober 2017 **

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 833 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Aanvullende analyse AVI o.b.v. ouders en Zvw-betalingsachterstanden

Aanvullende analyse AVI o.b.v. ouders en Zvw-betalingsachterstanden Notitie Aanvullende analyse AVI o.b.v. ouders en Zvw-betalingsachterstanden datum 27 mei 2019 aan van auteurs Ministerie van VWS SEO Economisch Onderzoek Sandra Muilwijk-Vriend & Lennart Kroon Rapportnummer

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2014 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 28572 15 oktober 2013 Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2014 Het College voor zorgverzekeringen, Gelet

Nadere informatie

Voorspelbaar extreem. rapportnr mei WOR 865 Definitief Eindrapport

Voorspelbaar extreem. rapportnr mei WOR 865 Definitief Eindrapport Voorspelbaar extreem hoge kosten GGZ rapportnr. 1569 31 mei 2017 WOR 865 Definitief Eindrapport Voorspelbaar extreem hoge kosten GGZ WOR 865 Maartje Gielen Maaike van Asselt Nils Ellwanger Onderzoek in

Nadere informatie

WOR 963 Groot onderhoud aard van inkomen en sociaaleconomische

WOR 963 Groot onderhoud aard van inkomen en sociaaleconomische WOR 963 Groot onderhoud aard van inkomen en sociaaleconomische status Amsterdam, april 2019 In opdracht van ministerie van VWS WOR 963 Groot onderhoud aard van inkomen en sociaaleconomische status Eindrapportage

Nadere informatie

Groot Onderhoud FKG s Somatische zorg

Groot Onderhoud FKG s Somatische zorg 1 Groot Onderhoud FKG s Somatische zorg WOR 716 Drs. Johan Visser Lydia van t Veer, MSc Gabriëlle Mazzola, BSc Drs. Jos van Loenhout Drs. Max Sonnen Dr. Piet Stam SiRM Strategies in Regulated Markets B.V.

Nadere informatie

Onderzoek risicoverevening 2018: Berekening Normbedragen

Onderzoek risicoverevening 2018: Berekening Normbedragen WOR 876 Onderzoek risicoverevening 2018: Berekening Normbedragen Onderzoek voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ibmg-projectteam risicoverevening * Eindrapportage, 2 oktober 2017 **

Nadere informatie

Onderzoek risicoverevening 2017: Berekening Normbedragen

Onderzoek risicoverevening 2017: Berekening Normbedragen WOR 814 Onderzoek risicoverevening 2017: Berekening Normbedragen Onderzoek voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ibmg-projectteam risicoverevening * Definitieve eindrapportage, 29 september

Nadere informatie

Risicoverevening 2016

Risicoverevening 2016 Risicoverevening 2016 Uitkomsten op subgroepen uit de Gezondheidsmonitor 2012 Dr. R.C. van Kleef Dr. F. Eijkenaar Dr. R.C.J.A. van Vliet Risicoverevening 2016 Uitkomsten op subgroepen uit de Gezondheidsmonitor

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 juni 2017 Betreft Risicoverevening 2018

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 juni 2017 Betreft Risicoverevening 2018 > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2015 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12203 4 mei 2015 Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2015 De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 32223 7 oktober 2015 Concept voor de Regeling Risicoverevening 2016 ter zake van de vereveningsbijdrage voor Zorgverzekeraars

Nadere informatie

Verbetering risicoverevening voor de GGZ (ZVZ t-1 en iggz t-1)

Verbetering risicoverevening voor de GGZ (ZVZ t-1 en iggz t-1) WOR 772 Verbetering risicoverevening voor de GGZ (ZVZ t-1 en iggz t-1) rapportnr. 1420 18 februari 2016 Onderzoek in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, directie Zorgverzekeringen

Nadere informatie

Verantwoording Verzekerdenraming Datum 21 september 2017 Status definitief

Verantwoording Verzekerdenraming Datum 21 september 2017 Status definitief Verantwoording Verzekerdenraming 2018 Datum 21 september 2017 Status definitief Colofon Volgnummer Contactpersoon Afdeling Team 2017026545, v3 Jeroen Bakker +31 (0)20 797 86 06 Fondsen Team Risicoverevening

Nadere informatie

Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport WOR 874 Onderzoek risicoverevening 2018: Gegevensfase Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ibmg-projectteam risicoverevening * Definitieve eindrapportage, 27 september

Nadere informatie

WOR-advies en verslag van werkzaamheden WOR 708

WOR-advies en verslag van werkzaamheden WOR 708 WOR-advies en verslag van werkzaamheden WOR 708 Van Werkgroep Ontwikkeling Risicoverevening (WOR) Betreft Advies aan de minister van VWS over de vormgeving van het ex ante vereveningsmodel 2015 Datum september

Nadere informatie

Onderzoek risicoverevening 2016: Berekening Normbedragen

Onderzoek risicoverevening 2016: Berekening Normbedragen WOR 749 Onderzoek risicoverevening 2016: Berekening Normbedragen Onderzoek voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ibmg-projectteam risicoverevening * Eindrapportage, 30 september 2015

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 54447 28 september 2018 Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 24 september 2018, kenmerk 1418368-180788-Z, houdende

Nadere informatie

WOR 731. Risicoverevening. Vormgeving van ex ante en ex post verevening V&V-kosten

WOR 731. Risicoverevening. Vormgeving van ex ante en ex post verevening V&V-kosten WOR 731 Risicoverevening Vormgeving van ex ante en ex post verevening V&V-kosten Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl Ministerie

Nadere informatie

Onderzoek gezonde verzekerden : verbetering van de compensatie voor chronisch zieken in het somatisch vereveningsmodel

Onderzoek gezonde verzekerden : verbetering van de compensatie voor chronisch zieken in het somatisch vereveningsmodel WOR 856 Onderzoek gezonde verzekerden : verbetering van de compensatie voor chronisch zieken in het somatisch vereveningsmodel Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Nadere informatie

Risicoverevening voor somatische zorg: Wat is het effect van de modelaanpassingen-2016 voor subgroepen uit de CBS-gezondheidsenquête?

Risicoverevening voor somatische zorg: Wat is het effect van de modelaanpassingen-2016 voor subgroepen uit de CBS-gezondheidsenquête? Risicoverevening voor somatische zorg: Wat is het effect van de modelaanpassingen-2016 voor subgroepen uit de CBS-gezondheidsenquête? WOR 762 Dr. R.C. van Kleef Dr. R.C.J.A. van Vliet Dr. F. Eijkenaar

Nadere informatie

Verantwoording Verzekerdenraming Datum 1 september 2016 Status definitief

Verantwoording Verzekerdenraming Datum 1 september 2016 Status definitief Verantwoording Verzekerdenraming 2017 Datum 1 september 2016 Status definitief Colofon Volgnummer Contactpersoon Afdeling Team 2016096307, v2 H.P.W.A. Creusen +31 (0)20 797 86 48 Fondsen Team Risicoverevening

Nadere informatie

Verantwoording Verzekerdenraming 2016 (definitieve versie) Datum 16 oktober 2015 Status definitief

Verantwoording Verzekerdenraming 2016 (definitieve versie) Datum 16 oktober 2015 Status definitief Verantwoording Verzekerdenraming 2016 (definitieve versie) Datum 16 oktober 2015 Status definitief Colofon Volgnummer Contactpersoon Afdeling Team 2015110391, definitieve opzet H.P.W.A. Creusen +31 (0)20

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 473 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Verbetering risicovereveningsmodel

Verbetering risicovereveningsmodel WOR 800 Verbetering risicovereveningsmodel GGZ 2017: toevoeging ZVZ rapportnr. 1470 27 mei 2016 Onderzoek in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, directie Zorgverzekeringen

Nadere informatie

Verantwoording Verzekerdenraming Datum 3 oktober 2018 Status Definitief

Verantwoording Verzekerdenraming Datum 3 oktober 2018 Status Definitief Verantwoording Verzekerdenraming 2019 Datum 3 oktober 2018 Status Definitief Colofon Volgnummer 2018031271 Contactpersoon H.P.W.A. Creusen +31 (0)6 512 455 39 Afdeling Team Fondsen Risicoverevening, Beheerskosten

Nadere informatie

Evaluatie normbedragen van somatische risicovereveningsmodellen

Evaluatie normbedragen van somatische risicovereveningsmodellen WOR 826 Evaluatie normbedragen van somatische risicovereveningsmodellen 2010-2013 In het verleden behaalde resultaten.. Onderzoek voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ibmg-projectteam

Nadere informatie

Risicoverevening geneeskundige GGZ

Risicoverevening geneeskundige GGZ Risicoverevening geneeskundige GGZ Verbetering model voor EPA-doelgroep en Meerjarig Hoge Kosten Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl

Nadere informatie

Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport WOR 928 Onderzoek risicoverevening 2019: Gegevensfase Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ESHPM-projectteam risicoverevening * Definitieve eindrapportage, 28

Nadere informatie

Groot onderhoud FKG s 2011

Groot onderhoud FKG s 2011 1 Eindrapportage Groot onderhoud FKG s 2011 Dr. Piet Stam Dr. Lieke Boonen Dr. Jos van Loenhout SiRM Strategies in Regulated Markets Postbus 24355 3007 DJ Rotterdam Rotterdam, 3 mei 2011 Inhoudsopgave

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Onderzoek risicoverevening 2015: berekening normbedragen

Onderzoek risicoverevening 2015: berekening normbedragen WOR 711 Onderzoek risicoverevening 2015: berekening normbedragen Onderzoek voor het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ibmg-projectteam risicoverevening * Eindrapportage, 24 september 2014

Nadere informatie

Voorspellers van gebruik en kosten in de ouderenzorg

Voorspellers van gebruik en kosten in de ouderenzorg Voorspellers van gebruik en kosten in de ouderenzorg Den Haag, 20-3-2017 Drs. Johan Visser Dr. ir. Paul van Drunen Dr. Sonja Boas Drs. René Goudriaan Dr. Piet Stam Equalis Strategy & Modeling b.v Nieuwe

Nadere informatie

2018 Onderzoek splitsing verzekerdenbestand

2018 Onderzoek splitsing verzekerdenbestand 2018 Onderzoek splitsing verzekerdenbestand WOR 948 Ex ante risicovereveningsmodel voor de Z 17 december 2018 1 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 3 1 Inleiding 6 2 Onderzoeksopzet 9 3 Data-analyse 11

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 328 Besluit van 2 september 2016, houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de vereveningsbijdrage over het jaar 2017

Nadere informatie

Gedragseffecten verzekeraars vanwege FKG's. Datum 29 april 2016 Status Definitief

Gedragseffecten verzekeraars vanwege FKG's. Datum 29 april 2016 Status Definitief Gedragseffecten verzekeraars vanwege FKG's Datum 29 april 2016 Status Definitief DEFINITIEF Gedragseffecten verzekeraars vanwege FKG's 29 april 2016 Colofon Volgnummer 2016051029 Contactpersoon Afdeling

Nadere informatie

Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport WOR 812 Onderzoek risicoverevening 217: Gegevensfase Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ibmg-projectteam risicoverevening * Definitieve eindrapportage, 29 september

Nadere informatie

Een innovatieve schattingsmethode voor de risicoverevening

Een innovatieve schattingsmethode voor de risicoverevening Een innovatieve schattingsmethode voor de risicoverevening Verkennend onderzoek naar mogelijkheden en effecten van constrained regression Eindrapportage, 1 juni 2015 Dit onderzoek is financieel mede mogelijk

Nadere informatie

WOR-advies en verslag van werkzaamheden WOR 536

WOR-advies en verslag van werkzaamheden WOR 536 WOR-advies en verslag van werkzaamheden WOR 536 Van Werkgroep Onderzoek Risicoverevening (WOR) Betreft Advies aan de minister van VWS over de vormgeving van de risicoverevening 2011 Datum 22 september

Nadere informatie

Toetsing van de werking van het risicovereveningssysteem en representativiteit van de beslisinformatie. 17 Augustus 2018

Toetsing van de werking van het risicovereveningssysteem en representativiteit van de beslisinformatie. 17 Augustus 2018 Toetsing van de werking van het risicovereveningssysteem en representativiteit van de beslisinformatie 17 Augustus 2018 PwC is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285),

Nadere informatie

1 Definitief eindrapport

1 Definitief eindrapport 1 Definitief eindrapport Voorspelling extramurale Verpleging en Verzorging 3.0 Choose Steef Baeten an item. Choose Sonja an Boas item. Gabriëlle Choose an Mazzola item. Choose Piet Stam an item. Choose

Nadere informatie

huisartsenregistraties in de risicoverevening via constrained regression

huisartsenregistraties in de risicoverevening via constrained regression Gebruik van diagnoseinformatie uit huisartsenregistraties in de risicoverevening via constrained regression September 2018 Dr. R.C. van Kleef Dr. R.C.J.A. van Vliet Dr. F. Eijkenaar Dr. M.M.J. Nielen Gebruik

Nadere informatie

Verantwoording Verzekerdenraming Datum 5 september 2014 Status Definitief

Verantwoording Verzekerdenraming Datum 5 september 2014 Status Definitief Verantwoording Verzekerdenraming 2015 Datum 5 september 2014 Status Definitief Colofon Volgnummer 2014110346 Contactpersoon Afdeling Team H.P.W.A. Creusen +31 (0)20 797 86 48 Verzekering Zakelijk Team

Nadere informatie

Risicoverevening: aanpassing DKG s psychische aandoeningen WOR 862

Risicoverevening: aanpassing DKG s psychische aandoeningen WOR 862 Risicoverevening: aanpassing DKG s psychische aandoeningen WOR 862 Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl Ministerie van Volksgezondheid,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 644 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Onderzoek: Hoe werkt de risicoverevening voor verzekerden met diabetes, COPD/astma en hart- en vaatziekten?

Onderzoek: Hoe werkt de risicoverevening voor verzekerden met diabetes, COPD/astma en hart- en vaatziekten? WOR 887 Herclassificatie chronisch zieken Onderzoek: Hoe werkt de risicoverevening voor verzekerden met diabetes, COPD/astma en hart- en vaatziekten? Auteur: Drs. T (Tijs) van Gorp, Drs. A. (Ilja) Smits

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 1016 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 1 september 2015 brief risicodragendheid 2016.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 1 september 2015 brief risicodragendheid 2016. > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 810 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Ontwerp besluit houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de vereveningsbijdrage voor het kalenderjaar 2015

Ontwerp besluit houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de vereveningsbijdrage voor het kalenderjaar 2015 Ontwerp besluit houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de vereveningsbijdrage voor het kalenderjaar 2015 Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Nadere informatie

Huisartsenzorg in de risicoverevening

Huisartsenzorg in de risicoverevening Huisartsenzorg in de risicoverevening Onderzoek naar een mogelijk kenmerk Eindrapportage Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl

Nadere informatie

Onderzoek (jonge) kinderen en bevallingen

Onderzoek (jonge) kinderen en bevallingen Milliman Definitief rapport WOR 843 Milliman Onderzoek (jonge) kinderen en bevallingen Onderzoek (jonge) kinderen en bevallingen WOR 843 Geproduceerd voor: Directie Zorgverzekeringen van het Ministerie

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Een analyse van de vereveningsresultaten van geïndiceerde AWBZ-cliënten in de Zorgverzekeringswet

Een analyse van de vereveningsresultaten van geïndiceerde AWBZ-cliënten in de Zorgverzekeringswet Een analyse van de vereveningsresultaten van geïndiceerde AWBZ-cliënten in de Zorgverzekeringswet Eindrapportage J.H. Thiel M. M. van Asselt R. Goudriaan Onderzoek in opdracht van het ministerie van VWS

Nadere informatie

Programma onderzoeksjaar 2017/2018

Programma onderzoeksjaar 2017/2018 Programma onderzoeksjaar 2017/2018 Dit is het programma voor onderzoeken in de risicoverevening voor het jaar 2017/2018. Dit programma is opgesteld op basis van het meerjaren onderzoeksprogramma, WOR-adviezen

Nadere informatie

Beschrijving van het risicovereveningssysteem van de Zorgverzekeringswet

Beschrijving van het risicovereveningssysteem van de Zorgverzekeringswet Beschrijving van het risicovereveningssysteem van de Zorgverzekeringswet Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Doelen van de risicoverevening 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Wegnemen van prikkels voor risicoselectie 4

Nadere informatie

Indicatoren verdeelmodel gemeente Amsterdam. Wouter van Andel, Naomi Schalken en Thomas Slager

Indicatoren verdeelmodel gemeente Amsterdam. Wouter van Andel, Naomi Schalken en Thomas Slager Indicatoren verdeelmodel gemeente Amsterdam Wouter van Andel, Naomi Schalken en Thomas Slager CBS, Centrum voor Beleidsstatistiek Februari 2019 Inhoud Tabel 1 Tabel 2 Tabel 3 Tabel 4 Tabel 5 Tabel 6 Indicator

Nadere informatie

WOR 770. Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

WOR 770. Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport WOR 770 Verfijning van het fysiotherapiecriterium in het vereveningsmodel voor somatische zorgkosten: van gebruikersgroepen (FGG s) naar diagnosegroepen (FDG s) Onderzoek ten behoeve van het Ministerie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26839 30 september 2013 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 20 september 2013, kenmerk

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3547 9 februari 2015 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 15 januari 2015, kenmerk 700539-130993-Z,

Nadere informatie

Onderzoek naar een mogelijk verbeterd kenmerk voor de risicoverevening

Onderzoek naar een mogelijk verbeterd kenmerk voor de risicoverevening Institutionele huishoudens en beschermd wonen Onderzoek naar een mogelijk verbeterd kenmerk voor de risicoverevening WOR893 Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 15003 6 oktober 2009 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 september 2009, nr. Z/F-2958935,

Nadere informatie

Verbetering van de compensatie voor voorspelbaar extreem hoge kosten in het somatische risicovereveningsmodel

Verbetering van de compensatie voor voorspelbaar extreem hoge kosten in het somatische risicovereveningsmodel WOR 778 Verbetering van de compensatie voor voorspelbaar extreem hoge kosten in het somatische risicovereveningsmodel Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Dr.

Nadere informatie

Definitief. Groot onderhoud. Sociaal economische Status (SES), Aard van Inkomen (AvI) en Personen per adres (PPA) WOR 743.

Definitief. Groot onderhoud. Sociaal economische Status (SES), Aard van Inkomen (AvI) en Personen per adres (PPA) WOR 743. 1 Definitief Groot onderhoud Sociaal economische Status (SES), Aard van Inkomen (AvI) en Personen per adres (PPA) WOR 743 Drs. Johan Visser Jori Hoendervanger (MSc) Dr. Paul van Drunen Dr. Piet Stam SiRM

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 617 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

WOR-advies Bijlage 1

WOR-advies Bijlage 1 WOR-advies Bijlage 1 Van Werkgroep Onderzoek Risicoverevening (WOR) Betreft Advies aan de minister van VWS over de vormgeving van de risicoverevening 2010 Datum 3 september 2009 1 Inleiding Voor u ligt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 645 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 7 september 2015 De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn

Nadere informatie

houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de vereveningsbijdrage over het jaar 2016

houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de vereveningsbijdrage over het jaar 2016 Besluit van houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de vereveningsbijdrage over het jaar 2016 Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van..,

Nadere informatie

Datum 16 juni 2015 Betreft Risicoverevening 2016: verbetering compensatie chronisch zieken

Datum 16 juni 2015 Betreft Risicoverevening 2016: verbetering compensatie chronisch zieken > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 529 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Beschrijving van het risicovereveningssysteem van de Zorgverzekeringswet

Beschrijving van het risicovereveningssysteem van de Zorgverzekeringswet Beschrijving van het risicovereveningssysteem van de Zorgverzekeringswet Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Doelen van de risicoverevening 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Wegnemen van prikkels voor risicoselectie 4

Nadere informatie

WOR 782 Buitenlandse seizoenarbeiders

WOR 782 Buitenlandse seizoenarbeiders WOR 782 Buitenlandse seizoenarbeiders Amsterdam, mei 2016 In opdracht van het ministerie van VWS WOR 782 Buitenlandse seizoenarbeiders Overcompensatie van niet ingezetenen Marloes Lammers Robert Scholte

Nadere informatie