Gemeenschappelijke Regeling Industrieschap Medel. Accountantsverslag maart 2016

Transcriptie

1 Gemeenschappelijke Regeling Industrieschap Medel Accountantsverslag maart 2016

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Aard en reikwijdte van de werkzaamheden 3. Beheersing van de bedrijfsprocessen 4. Bevindingen uit de eindejaarscontrole 5. Financiële positie en resultaat 6. Overige aandachtspunten Uw contactpersonen: M.A. (Mark) van Rooij RA Verantwoordelijk accountant E: drs. R. Rik Opendorp RA Advisory partner E: Kantoorgegevens: Baker Tilly Berk N.V. Heerbaan NL BREDA Postbus DV BREDA T:

3 1. Inleiding 3 Geachte leden van het bestuur, In overeenstemming met de van u verkregen opdracht hebben wij de jaarrekening over boekjaar 2015 van de Gemeenschappelijke Regeling Industrieschap Medel (hierna: Industrieschap Medel) gecontroleerd. De belangrijkste bevindingen naar aanleiding van de eindejaarscontrole hebben wij in dit accountantsverslag opgenomen. Bij deze jaarrekening zal door ons een goedkeurende controleverklaring worden verstrekt. Dit verslag van bevindingen doet geen afbreuk aan ons oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de baten en lasten over het boekjaar en de activa en passiva in overeenstemming met het BBV en dat deze in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand is gekomen. Wij bedanken de directie en de medewerkers van Industrieschap Medel voor de open en constructieve samenwerking bij het verrichten van onze controlewerkzaamheden en de totstandkoming van onze rapportage. Tot het verstrekken van nadere toelichting zijn wij uiteraard graag bereid. Met vriendelijke groet, M.A. van Rooij RA Verantwoordelijk accountant

4 2. Aard en reikwijdte van de werkzaamheden Opdracht In overeenstemming met de van uw Algemeen Bestuur verkregen opdracht hebben wij de jaarrekening over boekjaar 2015 van Industrieschap Medel gecontroleerd. Bij de uitvoering van onze controlewerkzaamheden inzake de jaarrekening hebben wij de goedkeuringstolerantie gehanteerd in overeenstemming met het Besluit Accountscontrole Decentrale Overheden (BADO). Hieruit volgt dat wij voor de jaarrekening een tolerantie voor fouten van (1% van de lasten inclusief toevoeging aan de reserves) hebben gehanteerd en een tolerantie voor onzekerheden van (3% van de lasten inclusief toevoegingen aan de reserves). De rapporteringstolerantie voor dit verslag van bevindingen is daarbij eveneens gesteld op (1% van de lasten inclusief toevoeging aan de reserves). Aanvullend merken wij op dat wij van de controlerend accountant van gemeente Tiel instructies hebben ontvangen ten aanzien van de door ons uit te voeren werkzaamheden. Wij hebben bij de planning en uitvoering van onze werkzaamheden rekening gehouden met de in die instructies opgenomen richtlijnen en voorschriften. 2.2 Grondslagen De accountantscontrole omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen, beoordeling van de grondslagen van de financiële verslaggeving en van belangrijke schattingen die bij het opmaken van de jaarrekening zijn gehanteerd. Wij hebben met de directie de aanvaardbaarheid van de gehanteerde waarderingsgrondslagen en de consistente toepassing daarvan besproken. In dit kader komen tevens zaken aan de orde die een significante invloed hebben op de kwaliteit van de jaarverslaggeving, zoals nieuwe of gewijzigde waarderingsgrondslagen, schattingen, beoordelingen en onzekerheden en/of bijzondere transacties. In het verslagjaar 2015 zijn geen wijzigingen doorgevoerd in de keuze of de toepassing van belangrijke verslaggevingsgrondslagen. Naar onze mening zijn de door de directie gekozen waarderingsgrondslagen aanvaardbaar en consistent toegepast met betrekking tot de significante jaarrekeningposten en bijzondere transacties.

5 3. Beheersing van de bedrijfsprocessen Werkzaamheden Als onderdeel van onze controle van de jaarrekening van Industrieschap Medel hebben wij een onderzoek ingesteld naar de administratieve organisatie en de interne beheersingsmaatregelen bij de organisatie. In onze werkzaamheden beperken wij ons tot die onderdelen van de AO/IB en in die omvang als voor onze controlewerkzaamheden van de jaarrekening noodzakelijk is. Dit houdt in dat onze rapportage niet noodzakelijkerwijs alle aandachtspunten in de organisatie weergeeft die bij een meer uitgebreid en specifiek hierop gericht onderzoek naar voren zouden kunnen komen. Onze werkzaamheden waren primair gericht op: Inventariseren van (belangrijke) wijzigingen in de opzet van de administratieve organisatie en de daarin opgenomen interne beheersingsmaatregelen; Vaststellen bestaan en werking van de administratieve organisatie en de daarin opgenomen maatregelen van interne beheersing voor zover relevant voor de jaarrekeningcontrole. 3.2 Bevindingen en conclusie Wij zijn van mening dat de organisatie een goede beheersing heeft van haar bedrijfsprocessen en dat sprake is van toereikende interne beheersing. Ondanks de beperkte omvang van de werkorganisatie zijn primaire functiescheidingen en maatregelen van interne beheersing toereikend ingericht. Voor de volledigheid merken wij op dat betreffende een aantal belangrijke processen slechts beperkte beheersing van toepassing is en dat in deze processen vooral gesteund wordt op de kennis en betrokkenheid van de eigen werkorganisatie. Het betreffen bijvoorbeeld de processen ten aanzien van het naleven van de aanbestedingsregel en het opstellen van de grondexploitatie. Deze bevinding doet echter geen afbreuk aan de hierboven opgenomen conclusie.

6 3. Beheersing van de bedrijfsprocessen Aandachtspunten inzake de processen Naar aanleiding van de door ons uitgevoerde werkzaamheden inzake de interne beheersing hebben wij een aantal overige aandachtspunten geconstateerd die wij onder uw aandacht willen brengen. Het betreffen, puntsgewijs, de volgende aandachtspunten: Bevoegdheden bankapplicatie Wij hebben bij onze beoordeling van de bevoegdheden in de bankapplicatie vastgesteld dat per november 2015 nog één medewerker (de voormalig directeur) met bevoegdheden tot het autoriseren van betalingen terwijl deze medewerker reeds uit dient is getreden. U heeft ons toegelicht dat de betaalpas van deze medewerker is ingevorderd en dat reeds actie is ondernomen om de bevoegdheden van de medewerker ook bij de bankier in te laten trekken. WAADI en VAR Voor een viertal medewerkers van de eigen werkorganisatie geldt dat deze worden ingehuurd. Bij onze werkzaamheden hebben wij vastgesteld dat drie van de vier partijen in het kader van de WAADI (Wet Allocatie Arbeidskrachten Door Intermediairs) niet bij de Kamer van Koophandel zijn aangemerkt als partij die bedrijfsmatig arbeidskrachten ter beschikking stelt. In het inkoopproces vindt ten onrechte geen controle plaats op een dergelijke aanmerking. Bij een eventuele controle door de Inspectie SZW kan dit in het uiterste geval leiden tot oplegging van een boete. Omdat er gedurende het jaar slechts beperkt sprake is van inhuur, en dan veelal bij dezelfde partijen, geven wij u in overweging om per inlener éénmalig vast te stellen dat aan de WAADI verplichtingen wordt voldaan. Industrieschap Medel dient vast te stellen dat de genoemde inleners zich alsnog bij de Kamer van Koophandel als uitlener van arbeidskrachten hebben aangemeld. Van de huidige inleners is, ter voorkoming van een loonbelastingplicht voor Industrieschap Medel, een VAR verklaring (Verklaring Arbeidsrelatie) verkregen. De VAR verklaring zal per 1 mei 2016 vervangen worden door een modelovereenkomst tussen opdrachtgever en de ingeleende partij. U heeft ons geïnformeerd dat u reeds een overeenkomst (modelovereenkomst, ontleend aan de site van de Belastingdienst) met de partijen heeft gesloten en zo de verantwoordelijkheden (en risico s) inzake de loonbelasting heeft gedocumenteerd.

7 4. Bevindingen uit de eindejaarscontrole Geconstateerde niet-gecorrigeerde afwijkingen Naar aanleiding van de door ons verrichte werkzaamheden hebben wij geen afwijkingen en/of onzekerheden geconstateerd die de in hoofdstuk 2.1 genoemde rapporteringstolerantie overschrijden. Wel zijn in overleg met u enkele herrubriceringen in de presentatie van enkele posities in de jaarrekening doorgevoerd. 4.2 Oordeel in de controleverklaring Bij de jaarrekening over boekjaar 2015 zijn wij voornemens een goedkeurende controleverklaring te verstrekken waarvan de oordeelparagraaf als volgt luidt: Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van Gemeenschappelijke Regeling Industrieschap Medel een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2015 als van de activa en passiva per 31 december 2015 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2015 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante weten regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling. De strekking van onze controleverklaring is gebaseerd op de veronderstelling dat de (concept) jaarrekening ongewijzigd zal worden vastgesteld door de leden van het bestuur.

8 4. Bevindingen uit de eindejaarscontrole Begrotingsrechtmatigheid De toe te passen normen voor het begrotingscriterium zijn gebaseerd op de Gemeentewet en moeten door het bestuur zelf nader worden ingevuld en geconcretiseerd. Dit gebeurt door middel van de begroting en via de verordening op het financieel beheer. Het systeem van budgetbeheer en -bewaking moet waarborgen dat lasten binnen de begroting blijven en de baten op peil blijven en dat belangrijke wijzigingen of dreigende overschrijdingen tijdig worden gemeld aan het bestuur zodat deze tijdig (binnen het begrotingsjaar) een besluit kan nemen. Een systeem met onvoldoende waarborgen voor tijdige melding aan het bestuur van budgetoverschrijdingen heeft het risico in zich dat inbreuk wordt gemaakt op het budgetrecht van het bestuur. Het begrotingscriterium is verder verfijnd en uitgewerkt in de (gewijzigde) kadernota rechtmatigheid die door de Commissie BBV is uitgebracht. De belangrijkste inhoudelijke conclusie hierbij betreft de constatering dat het overschrijden van de begroting altijd onrechtmatig is maar niet in alle gevallen hoeft te worden meegewogen in het accountantsoordeel. Essentieel is dat het bestuur nadere regels kan stellen wanneer (1) kostenoverschrijdingen worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten, (2) kostenoverschrijdingen passend binnen het beleid of (3) kostenoverschrijdingen bij openeinderegelingen moeten meewegen bij het oordeel van de accountant. In die gevallen dat het bestuur geen nader beleid stelt, geldt het uitgangspunt dat deze kostenoverschrijdingen door de accountant niet bij de beslissing of al dan niet een goedkeurende controleverklaring kan worden gegeven wordt betrokken. Deze kostenoverschrijdingen moeten dan wel goed herkenbaar in de jaarrekening zijn opgenomen. In de jaarstukken 2015 legt het bestuur in de programmaverantwoording in hoofdstuk twee verantwoording af over de realisatie van de lasten en baten ten opzichte van de begroting. Uit dit overzicht volgt dat er slechts sprake is van één programma en dat er in dit programma geen sprake is van lastenoverschrijdingen. Er is geen derhalve sprake van onrechtmatigheden.

9 4. Bevindingen uit de eindejaarscontrole Grondexploitatie Medel I en Medel Afronding Algemeen In de jaarrekening van Industrieschap Medel neemt de grondexploitatie (GREX) van projecten Medel I en Medel Afronding een belangrijke positie in. De waardering van het onderhanden werk in relatie de GREX is in onze controle daarom aangemerkt als een significant risico wat betekent dat wij hiervoor uitgebreide werkzaamheden verrichten. Onze werkzaamheden hebben bestaan uit het voeren van besprekingen met de planeconoom en de directeur, het beoordelen van de documentatie die ten grondslag ligt aan belangrijke veronderstellingen, het toetsen van veronderstellingen en aannames aan (openbare) bronnen en referentiegegevens en tot slot het controleren van de berekening van de GREX. Wij merken op dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd op basis van de kennis en actuele situatie op het moment van de controle en dat, aangezien de GREX vooral ziet op de toekomst, de werkelijke realisatie kan afwijken van hetgeen op dit moment de beste schatting van het management is inzake de GREX Risicoprofiel GREX Voor beide grondontwikkelingen geldt dat de GREX wordt gebruikt om vast te stellen in hoeverre er sprake is van een (mogelijke) afwaardering op het onderhanden werk als gevolg van te voorziene verlies op de grondexploitatie. Voor zowel Medel I als Medel Afronding geldt dat sprake is van een positieve GREX waardoor geen afwaardering op het onderhanden werk, dat wordt gewaardeerd op kostprijs of lagere realiseerbare waarde, noodzakelijk is. Belangrijke (subjectieve) parameters in de GREX zijn de timing en de omvang van de nog te realiseren baten en lasten. Betreffende de GREX van Medel I merken wij op dat dit een GREX betreft die ziet op een nagenoeg voltooid project en dat de nog te verwachten baten en lasten (timing en omvang) redelijk zijn in te schatten. Voor Medel Afronding geldt dat er juist sprake is van een project in de opstartfase en dat de baten en lasten, wederom voor wat betreft timing en omvang, veel moeilijker te schatten zijn. De uitkomsten zijn hiermee onzekerder dan bij Medel I en het risicoprofiel is daarmee hoger dan voor Medel I.

10 4. Bevindingen uit de eindejaarscontrole Grondexploitatie Medel I en Medel Afronding (vervolg) Ontwikkelingen Medel I In paragraaf D Grondbeleid van de jaarrekening is een uiteenzetting opgenomen van de GREX voor Medel I. Uit deze opstelling blijkt dat de netto contante waarde van het project ultimo 2015 op 8,53 mln. (positief) komt. Dit is een daling ten opzichte van voorgaand jaar ( 8,76 mln.) met -0,23 mln. De daling wordt verklaard door onder andere de volgende aanpassingen: Verlenging van de looptijd van 2018 tot 2020 Timing van de baten en de lasten in de looptijd van het project Aanpassing van de rente van 3,0% naar 2,23% Aanpassing van enkele kostenramingen (omvang) voor de nog te realiseren lasten Bij onze werkzaamheden hebben wij vastgesteld dat de ramingen toereikend worden onderbouwd en dat deze rekenkundig juist zijn. Tevens hebben wij vastgesteld dat de schattingen inzake de nog te realiseren kosten en baten redelijk zijn en dat de ontwikkeling hierin ten opzichte van voorgaand jaar voldoende verklaard is. Verder hebben wij vastgesteld dat de risicoparagraaf zoals deze in de jaarrekening is opgenomen niet in strijd is met de ramingen zoals opgenomen in de GREX. Tot slot maken wij u attent op enkele ramingen die in de GREX zijn opgenomen. Van deze ramingen hebben wij vastgesteld dat deze voldoende onderbouwd zijn, maar voor het inzicht in de GREX achten wij het wenselijk deze ramingen in dit verslag te benoemen. De raming voor projectkosten is gebaseerd op de kosten van de werkorganisatie en de veronderstelling dat de tijdsbesteding, en daarmee de kostentoerekening, afneemt naarmate het project meer het einde van de looptijd benadert. De raming voor de verkeersafwikkeling A15 (afritten 33/34) is opgenomen op basis van een inschatting uit 2014 welke ultimo 2015 nog steeds voldoende actueel wordt geacht De raming voor opbrengsten is gebaseerd op de inschatting van verkoopprijzen op basis van de gerealiseerde verkopen in Hierbij wordt rekening gehouden met een lagere opbrengstwaarde per m 2 voor kleinere kavels of minder goed gelegen kavels.

11 4. Bevindingen uit de eindejaarscontrole Grondexploitatie Medel I en Medel Afronding (vervolg) Ontwikkelingen Medel Afronding Net als voor Medel I is in de jaarrekening een uiteenzetting opgenomen op de ontwikkeling van de GREX voor Medel Afronding. Uit deze opstelling volgt een stijging van de netto contante waarde van 4,15 mln. ultimo 2014 tot 11,0 mln. ultimo 2015 (toename van +5,85 mln.). De stijging wordt verklaard door onder andere de volgende aanpassingen: Timing van de baten en de lasten in de looptijd van het project Aanpassing van de rente van 3,5% naar 2,23% Afronding van het stedenbouwkundig plan en daaruit volgende aanpassingen van ramingen van kosten en baten Bij onze werkzaamheden hebben wij vastgesteld dat de ramingen toereikend worden onderbouwd en dat deze rekenkundig juist zijn. Tevens hebben wij vastgesteld dat de schattingen inzake de nog te realiseren kosten en baten redelijk zijn en dat de ontwikkeling hierin ten opzichte van voorgaand jaar voldoende verklaard is. Hierbij merken wij op dat gezien de huidige status van het project de ramingen voor dit project meer onzekerheden en aannames bevatten dan de ramingen voor project Medel I. Verder hebben wij vastgesteld dat de risicoparagraaf zoals deze in de jaarrekening is opgenomen niet in strijd is met de ramingen zoals opgenomen in de GREX. Tot slot maken wij u attent op enkele ramingen die in de GREX zijn opgenomen. Van deze ramingen hebben wij vastgesteld dat deze voldoende onderbouwd zijn, maar voor het inzicht in de GREX achten wij het wenselijk deze ramingen in dit verslag te benoemen. De raming voor aankoopkosten van kavels is gebaseerd op de huidige inschatting van de kosten van verwervingen van de resterende drie kavels. Met elk van de verkopen partijen bestaan gesprekken om tot finale verwerving van de gronden te komen. De raming voor de kosten van archeologisch onderzoek zijn gebaseerd op de ramingen uit het onderzoeksrapport uit In 2016 zal de (Europese) aanbesteding voor deze dienstverlening wordt opgestart waarna meer zekerheid over de omvang en de timing van deze kosten zal bestaan. Analoog en tegengesteld aan de projectkosten voor Medel I is voor Medel Afronding juist een toename van de toerekening van de kosten van de werkorganisatie opgenomen naarmate het project vordert en de tijdsbesteding voor het project zal toenemen.

12 4. Bevindingen uit de eindejaarscontrole Grondexploitatie Medel I en Medel Afronding (vervolg) Ontwikkelingen Medel Afronding (vervolg) Voor een deel van de civieltechnische kosten is de raming van de kosten gebaseerd op schattingen die met behulp van vaste parameters, omvang van bijvoorbeeld de kavels en bandbreedtes voor kosten, tot stand zijn gekomen. Een ander deel van de raming is gebaseerd op meer algemene schattingen door de civieltechnisch coördinator. In de ramingen van lasten zijn op meerdere onderdelen ramingen voor onvoorziene kosten opgenomen. Het betreffen bijvoorbeeld de raming voor staartkosten onder de civieltechnische kosten alsmede een raming voor kosten in de categorie onvoorzien. Ook in de raming voor overige kosten zijn kosten opgenomen die slechts ten dele onderbouwd zijn en vooral het karakter van een schatting voor onvoorziene kosten omvatten. De raming voor opbrengsten is gebaseerd op de inschatting van verkoopprijzen op basis van de doelopbrengsten per m 2. Hierbij geldt dat de gemiddelde verkoopprijs toereikend is onderbouwd en overeenstemt met het interne beleid hieromtrent Conclusie Samenvattend wordt gesteld dat er voor beide (deel)projecten sprake is van een positieve GREX waardoor geen afwaardering op het saldo van het onderhanden werk in de jaarrekening is opgenomen. Voor Medel I geldt dat de GREX redelijk nauwkeurig bepaald is en dat het risicoprofiel daarom lager is. Voor Medel Afronding geldt dat de GREX op meer veronderstellingen, aannames en verwachtingen is gebaseerd en daarmee onzekerder is. Het risicoprofiel is hiermee hoger dan voor Medel I. Door de organisatie wordt overigens ruim voldoende aandacht gegeven aan risicomanagement inzake de lopende projecten. Wij zijn van mening dat de schattingsonzekerheden ten aanzien van beide grondexploitaties toereikend zijn toegelicht in de jaarrekening. De toelichting omtrent het risico dat de GREX, als gevolg van alle onzekerheden en risico s, lager uitvalt dan de op dit moment in de jaarrekening opgenomen waarde achten wij toereikend toegelicht in de jaarrekening. Het risico dat de GREX negatief wordt waardoor een afwaardering op het onderhanden werk noodzakelijk zou zijn achten wij niet groot.

13 4. Bevindingen uit de eindejaarscontrole Aanbesteding en rechtmatigheid In de controleverklaring bij de jaarrekening 2014 is door de opgevolgde accountant een bevinding opgenomen inzake de financiële rechtmatigheid van de jaarrekening. Deze bevindingen is het gevolg van het (in 2013) niet volgen van de juiste procedure voor aanbesteding van een opdracht die ook van invloed is op de jaarrekening Betreffende de financiële rechtmatigheid hebben wij vastgesteld dat de genoemde tekortkoming zoals genoemd in de controleverklaring bij de jaarrekening 2014 zich in 2015 niet langer voordoet. Deze bevinding uit 2014 is daarom niet van invloed op ons oordeel over de financiële rechtmatigheid van de jaarrekening Aanvullend hebben wij op basis van deelwaarneming vastgesteld dat in boekjaar 2015 de vereisten inzake aanbestedingen toereikend zijn nageleefd. Hierbij geldt dat de gemeenschappelijke regeling geen eigen normenkader heeft gedefinieerd en dat daarom alleen het algemene normenkader (wet- en regelgeving) van toepassing is ter beoordeling van de financiële rechtmatigheid. Op basis van de door ons verrichte werkzaamheden hebben wij geen tekortkomingen geconstateerd ten aanzien van het naleven van de vereisten voor aanbestedingen. Voor komende jaren zal, gezien de voortgang van het project Medel Afronding, vaker sprake zijn van de noodzaak tot het nationaal of Europees aanbesteden van opdrachten (werken, leveringen, diensten). Wij geven u in overweging om de gevolgde procedures goed te documenteren en u ervan te verzekeren dat de juiste procedures worden gevolgd. Een afwijking van wet- en regelgeving zal in alle gevallen leiden tot een bevinding inzake de financiële rechtmatigheid van de jaarrekening. Tot slot geven wij u in overweging om naast de algemene wet- en regelgeving ook een eigen normenkader, met daarin ook aandacht voor het eigen (interne) beleid, te formuleren. Dit normenkader dient het doel van transparantie van handelen richting derden en dient als instrument voor sturing en beheersing door het bestuur van de stichting. Een afwijking van het eigen normenkader blijft mogelijk en hoeft niet per se te leiden tot een bevinding inzake de financiële rechtmatigheid van de jaarrekening mits de afwijking voldoende is geautoriseerd.

14 4. Bevindingen uit de eindejaarscontrole Wet Normering Topinkomens (WNT) De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) is op 1 januari 2013 in werking getreden. De WNT is reeds in 2014 op enkele onderdelen aangepast, onder andere via de Reparatiewet WNT, en ook is via de relevante website meer invulling gegeven aan onduidelijkheden en/of onzekerheden bij de interpretatie van de WNT. Op 1 januari 2015 is de Wet Verlaging bezoldigingsmaximum in werking getreden waarmee het (algemene) bezoldigingsmaximum is verlaagd tot 100% van een ministersalaris. Het bezoldigingsmaximum voor een topfunctionaris bedraagt in voor zover deze een dienstbetrekking heeft en voor zover deze geen dienstbetrekking heeft. Voor Industrieschap Medel geldt dat zowel de leden van het bestuur als de directeur, de heer drs. ing. N.P. Zwiep, zijn aangemerkt als topfunctionarissen voor de WNT. In de jaarrekening is een toereikende toelichting opgenomen betreffende de bezoldiging van deze topfunctionarissen. Betreffende de bezoldiging van de directeur merken wij op dat de opgenomen bezoldiging betrekking heeft op de betaalde inleenvergoeding voor de inlening van de heer Zwiep. 4.7 Kwaliteit jaarverslaggeving Op grond van wettelijke bepalingen is de directie verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de totstandkoming van de in de jaarrekening opgenomen baten en lasten en balansmutaties. De jaarstukken over boekjaar 2015 bestaan uit zowel het jaarverslag als de jaarrekening. Onze controleverklaring heeft betrekking op de jaarrekening en omvat daarom geen oordeel over de inhoudelijke juistheid en volledigheid van de informatieverstrekking in het jaarverslag. De inhoud van het jaarverslag hebben wij conform onze opdracht onderworpen aan een marginale toetsing. Conform deze opdracht blijft de marginale toetsing beperkt tot het signaleren van mogelijke tegenstrijdigheden tussen het jaarverslag en de jaarrekening. Het jaarverslag is, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar met de jaarrekening.

15 5. Financiële positie en resultaat Resultaat boekjaar Uit de jaarrekening volgt een rekeningsaldo na resultaatbestemming van nihil. Het werkelijke gerealiseerde resultaat volgens de jaarrekening stemt overeen met het begrote resultaat volgens de begroting. Het rekeningsaldo wordt, zoals overeengekomen tussen Industrieschap Medel en de deelnemende gemeenten, opgenomen als onderdeel van het onderhanden werk en wordt afgerekend bij de volledige afronding van het project. 5.2 Weerstandsvermogen Voor de Industrieschap Medel geldt dat met de deelnemende gemeenten is overeengekomen dat in basis geen weerstandsvermogen wordt aangehouden. De deelnemende gemeenten staan garant voor eventuele tekorten. Als gevolg hiervan is er geen sprake van een financiële buffer voor tegenvallende resultaten of onvoorziene lasten en risico s. Wij constateren dat de financiële risico s binnen uw gemeenschappelijke regeling op dit moment beheersbaar zijn waarmee ook geen grote reserve hoeft te worden aangehouden. Verder constateren wij enerzijds dat er sprake is van mogelijke risico s in de GREX, vooral voor Medel Afronding, en anderzijds dat de begrotingsruimte beperkt is. U heeft ons de overwegingen om geen weerstandsvermogen aan te houden toegelicht en u heeft ons toegelicht zich bewust te zijn van de hierboven genoemde situatie.

16 6. Overige aandachtspunten Geautomatiseerde gegevensverwerking Wij onderzoeken de geautomatiseerde gegevensverwerking voor zover wij dat noodzakelijk achten in het kader van de controle van de jaarrekening. De accountantscontrole kan daarom leiden tot andere constateringen dan wanneer een gericht onderzoek naar de betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking zou plaatsvinden. De door ons uitgevoerde beoordeling van de General IT Controls heeft geen aandachtspunten opgeleverd die wij onder uw aandacht willen brengen. De General IT Controls voldoen evenwel aan de daaraan te stellen eisen om te kunnen komen tot een goedkeurende controleverklaring. 6.2 Fraude en onregelmatigheden Bij de uitvoering van de werkzaamheden hanteren wij onder andere de Nadere Voorschriften Controle- en Overige Standaarden (NV COS) 240 De verantwoordelijkheid van de accountant voor het onderkennen van het risico van fraude in het kader van de controle van financiële overzichten. De directie is primair verantwoordelijk voor de preventie van fraude. De directie is verantwoordelijk voor een cultuur van eerlijkheid en ethisch verantwoordelijk gedrag. Zij dient zowel preventieve als repressieve beheersingsmaatregelen te nemen om de kans op fraude zo veel mogelijk te beperken, zodat de integriteit van de financiële verslaggeving is gewaarborgd. Tijdens de controle van de jaarrekening inventariseren wij de frauderisico s binnen uw organisatie en beoordelen wij de interne beheersingsmaatregelen die gericht zijn op het voorkomen en ontdekken van fraude. Tijdens de beoordeling bleek ons dat binnen uw organisatie reeds de nodige aandacht wordt besteed aan de onderwerpen fraude en integriteit. U heeft aangegeven belang te hechten aan een adequate beheersing van frauderisico s. Volledigheidshalve wijzen wij erop dat onze controle niet specifiek gericht is op het ontdekken van fraude. Uit onze controle zijn geen bevindingen in het kader van fraude geconstateerd.