LESSEN VAN HAZRAT INAYAT KHAN

Transcriptie

1 LESSEN VAN HAZRAT INAYAT KHAN 1

2 2 INNERLIJKE LERINGEN VAN SOEFI INAYAT KHAN TOT DE ENE, DE VOLMAAKTHEID VAN LIEFDE, HARMONIE EN SCHOONHEID, HET ENIGE WEZEN, VERENIGD MET ALLE VERLICHTE ZIELEN, DIE DE BELICHAMING VORMEN VAN DE MEESTER, DE GEEST VAN LEIDING.

3 3 Voorwoord Deze Nederlandse vertaling van Addresses to sirajs and cherags of the Universal Worship of the Church of All by the First Siraj-un-Munir Inayat Khan is gebaseerd op de Engelse uitgave van Deze uitgave bevat de toespraken die het eerste hoofd van de Universele Eredienst, Hazrat Inayat Khan, heeft gehouden van 1922 tot 1927 en waarin hij zich meestal gericht heeft tot zijn cherags, een enkele keer tot zijn sirajs en al hun medewerkers. Zijn stijl is heel direct en soms zeer persoonlijk te noemen. Inayat behandelt allerlei aspecten van de Universele Eredienst. Daaraan ten grondslag ligt de gedachte dat er één God is, één religie en één Geest die de mensheid altijd verenigt. Ten slotte adviseert hij zijn cherags hoe zij het beste hun verantwoordelijke taak kunnen vervullen. Daarnaast bevat deze uitgave een klein aantal religieuze Gatheka s die ook aspecten van de Universele Eredienst behandelen. Deze Gatheka s zijn gebaseerd op toespraken die Inayat Khan voor of na Universele Erediensten heeft gehouden en waarin hij zich richtte tot een algemener publiek. De toespraken bevatten de oorspronkelijke woorden van Inayat Khan en hebben de volgorde waarin hij ze heeft uitgesproken. Wij hopen dat deze inspirerende, diepzinnige maar tegelijkertijd ook praktische bundel toespraken over allerlei aspecten van de Universele Eredienst haar weg zal vinden naar de huidige Nederlandstalige cherags, sirajs en medewerkers van alle Soefi-organisaties die in de Soefi-boodschap van Hazrat Inayat Khan hun inspiratie vinden. Moge de Soefi-boodschap zich door de Universele Eredienst verspreiden zoals Moershid dit gewenst heeft! februari 2010

4 4 INHOUDSOPGAVE: pagina: LESSEN VAN HAZRAT INAYAT KHAN 1 INNERLIJKE LERINGEN VAN SOEFI INAYAT KHAN 2 VOORWOORD 3 INHOUDSOPGAVE 4 01 CHERAGS, 13 augustus De heilige taak CHERAGS, 20 augustus Werken in de wereld CHERAGS, 3 september De leraar CHERAGS, september Universele Eredienst RELIGIEUZE GATHEKA 37, 2 september Kerk RELIGIEUZE GATHEKA 35, 16 september Kerk RELIGIEUZE GATHEKA 34, 23 september Kerk RELIGIEUZE GATHEKA 47, Kerk RELIGIEUZE GATHEKA 29, zonderdatum. Kerk RELIGIEUZE GATHEKA, 20 januari Kerk RELIGIEUZE GATHEKA, 6 april Over de kerk van allen RELIGIEUZE GATHEKA, 29 mei Kerk CHERAGS, juni 1924 (5 juli 1925). Gebeden SIRAJS, 16 juni Universele Eredienst SIRAJS, 17 juni Universele Eredienst CHERAGS, 17 juni Universele Eredienst CHERAGS, 24 juni De goede zaak CHERAGS, 1 juli De houding in het leven SIRAJS, 1 en 29 juli Universele Eredienst SIRAJS, 8 juli Zorg van de sirajs CHERAGS, 8 juli 1924 (12 juli 1925). De Soefi Beweging CHERAGS, 15 juli Een tempel CHERAGS, 22 juli De Boodschap SIRAJS, 5 augustus De Beweging CHERAGS, 5 augustus Onze positie ORDINATIE VAN CHERAGS, 12 augustus ORDINATIE VAN CHERAGS in de Universele Eredienst, 19 augustus ORDINATIE VAN CHERAGS in de Kerk van Allen. 26 augustus CHERAGS, 14 juni Onze houding CHERAGS, 21 juni De biecht SIRAJS, 24 juni Religie CHERAGS, 28 juni Pionierswerk CHERAGS, 12 juli 1925 (13 september 1925). Voorkeur en afkeer CHERAGS, 19 juli 1925 (13 september 1925). Kritiek CHERAGS, 26 juli Vertrouwen op God CHERAGS, 2 augustus Preken CHERAGS, 9 augustus Het welbehagen van God. 57

5 38 CHERAGS, 16 augustus Het werk van de sirajs CHERAGS, 23 augustus Universele Eredienst CHERAGS, 30 augustus De Boodschap CHERAGS, 6 september Geen nieuwe boodschap CHERAGS, 20 juni Het Indiase gezichtspunt CHERAGS, 27 juni Onze houding CHERAGS, 4 juli Universele Eredienst CHERAGS, 11 juli Universele Eredienst CHERAGS, 18 juli Universele Eredienst CHERAGS, 25 juli De Boodschap CHERAGS, 1 augustus Symboliek CHERAGS, 8 augustus Religie SIRAJS en CHERAGS, 15 augustus De Soefi Boodschap CHERAGS, 22 augustus De Boodschap CHERAGS, 29 augustus Symboliek CHERAGS, 5 september Universele Eredienst CHERAGS, 12 september Het laatste interview

6 6 01. CHERAGS, 13 augustus De heilige taak. Ik wil graag spreken over het onderwerp van onze heilige taak, wat onze heilige taak is, niet alleen als leden van de Orde, maar als dienaren van de heilige zaak. Onze heilige taak is om onder de mensen om ons heen en onder hen die we kunnen bereiken in de eerste plaats de geest van verdraagzaamheid te wekken voor elkaars religie, geschriften en ideaal van toewijding. Onze volgende taak is om hen mensen van verschillende volkeren, rassen, gemeenschappen en ook van verschillende sociale klassen te laten begrijpen. Daarmee bedoelen we niet te zeggen dat alle rassen en volkeren één moeten worden, en ook niet dat alle klassen één moeten worden. Alleen, wat we moeten zeggen is dat -wat ook onze religie, volk, ras of klasse mag zijn- het onze meest heilige taak is om voor elkaar te werken, in elkaars belang, en dat te beschouwen als het dienen van God. We moeten een geest van wederkerigheid scheppen onder de mensen van verschillende rassen en volkeren, verschillende sociale klassen en gemeenschappen, want het geluk, de voorspoed en het welzijn van ieder is afhankelijk van het geluk, de voorspoed en het welzijn van allen. Daarnaast is het centrale thema van de Soefi Boodschap één eenvoudige zaak en toch heel moeilijk. En dat is om in de wereld het besef te wekken van de goddelijkheid van de menselijke ziel, die tot nog toe over het hoofd is gezien, omdat de tijd daarvoor nog niet was gekomen. Het voornaamste dat de Boodschap in deze tijd moet bereiken is het besef van de goddelijke vonk in iedere ziel, dat iedere ziel overeenkomstig zijn ontwikkeling voor zichzelf kan beginnen zich bewust te worden van de innerlijke vonk van goddelijkheid. Dit is de taak die voor ons ligt. Nu vragen jullie misschien, wat is de Boodschap? De Boodschap is dit: dat de hele mensheid is als één enkel lichaam en alle volkeren en gemeenschappen en rassen als de verschillende organen. En het geluk en het welzijn van elk van hen is het geluk en het welzijn van het gehele lichaam. Als één orgaan van het lichaam pijn lijdt moet het hele lichaam een deel van die spanning dragen. Dat door deze Boodschap de mensheid zal beginnen te bedenken dat haar voorspoed en haar welzijn niet ligt in voor zichzelf zorgen, maar in zorgen voor anderen, en wanneer er in alles wederkerigheid, liefde en goedheid jegens elkaar zal zijn, zullen er betere tijden komen. Nu is de vraag hoe moeten wij te werk gaan? Die vraag is moeilijk te beantwoorden omdat we allemaal onze eigen manier hebben om in de wereld te werken en één werkwijze kan niet door allen worden gevolgd. Maar we moeten bedenken dat een groot offer van de kant van de werker noodzakelijk is. Zonder offer zal een werker niet in staat zijn zijn missie te volbrengen. Je zult tegenstand moeten verdragen van je vrienden, van je kennissen, er zullen geldelijke offers gebracht moeten worden als dat geval zich voordoet. Heel veel tijd zal er geofferd moeten worden aan al het werk. Dan zul je het verlangen naar waardering moeten opgeven. Werk en de beloning van het werk is 'ik heb het gedaan'. Je zult gehinderd worden door hen die zich verzetten en ook door hen die sympathiseren, door de bitterheid van sommigen en door de onwetendheid van anderen. En het zal makkelijk zijn, als je gevoelig bent, om het werk de ene dag op je te nemen en het op een andere dag op te geven, en het zal heel veel moed vergen om er mee door te gaan tegen allerlei verzet in. En bovendien is veel voorzichtigheid nodig en als

7 7 die niet in acht wordt genomen kan het werk niet slagen, ja het kan er onder lijden. Geen voorzichtigheid tegenover vreemden en tegenstanders, maar zelfs voorzichtigheid tegenover je naasten en dierbaren, je beste vrienden. Zelfs daar zul je voorzichtigheid in acht moeten nemen. Wat het meest nodig is voor de werker voor de zaak is voorzichtigheid. Je zult stil moeten werken, zonder ophef, want deze taak kan niet vervuld worden en kan niet bekend worden gemaakt met tromgeroffel, daar zijn andere bewegingen voor. Hoe minder we bekend zijn des te beter, onze winst ligt niet in bekend zijn. Als we bekend zijn maken we meer vijanden en het is niet ons doel in het leven om bekend te zijn. Publiciteit is niet onze beloning. Het is onze beloning als de Voorzienigheid ons slechts toestaat om rustig te werken. Als niemand ter wereld van ons werk wist kan ons dat niet schelen. Het is Zijn werk. Zijn Naam moet geëerd worden en in de glorie van Zijn Naam ligt onze voldoening. Het gaat om het heil van de mensheid, om het welzijn van de wereld. Wat doet het er toe als wij gewerkt hebben en anderen bekend zijn geworden, als wij hebben gezaaid en anderen de oogst hebben binnen gehaald? Het is ons werk, onze missie om te zaaien en het oogsten aan anderen over te laten. Daarom, hoeveel verdraagzaamheid zullen jullie nodig hebben tegenover hen die jullie en de Boodschap zullen vervolgen, die dingen tégen jullie zullen zeggen. Jullie zullen grote wilskracht nodig hebben om te verdragen in plaats van te verdedigen. We zijn niet hier om te vechten, te redetwisten en te verdedigen, we zijn hier om rustig te werken. Als iemand zegt 'ja, je hebt gelijk' zeg dan 'ja, dank u', als iemand zegt 'je hebt ongelijk' zeg dan 'ja, dank u'. Als iemand zegt 'je doet goed', zeg dan 'ja, dank u', als iemand zegt 'je doet verkeerd', zeg dan 'ja, dank u'. Dat is alles, geen verdediging. Want wat heeft het voor nut, tegen hoeveel mensen zul je je verdedigen? Tegen één mens, tegen twintig mensen? Als je bezig bent hen te antwoorden die je verwijten maken, wanneer zul je dan je werk doen? Het moet in stilte gedaan worden, niemand hoeft te weten dat je het doet en de voldoening moet alleen bestaan in het vervullen van onze heilige taak. Dit heb ik tegen jullie gezegd om de dingen duidelijk en makkelijk voor jullie te maken. Als het een menselijke onderneming was had er twijfel kunnen bestaan of het zal slagen of niet. Het moet slagen en het zal slagen. Alleen, diegenen onder ons die het voorrecht hebben de zaak te dienen kunnen net zo goed een makkelijker manier, een betere manier vinden, liever dan een manier vol moeilijkheden te kiezen. Grootheid ligt in nederigheid, wijsheid in bescheidenheid, succes in opoffering, waarheid in zwijgen. Daarom, de beste manier om het werk te doen bestaat daaruit dat we alles doen wat we kunnen, het grondig doen, het van ganser harte doen en het in stilte doen.

8 8 02. CHERAGS, 20 augustus Werken in de wereld. Enkele woorden van advies die ik aan mijn cherags wil geven. Jullie werk in de wereld is in zekere zin moeilijker dan het werk van de andere twee activiteiten van de Soefi Beweging. En wel hierom, omdat jullie moeten werken voor het oog van de wereld, te midden van de menigte. Er zijn bepaalde dingen die jullie om psychologische redenen niet moeten onthullen en toch moet je, als je dat niet doet, de uitbreiding van de Beweging niet hinderen, die in deze tijd moet plaatsvinden, want ieder ogenblik voor de Beweging is juist nu zeer kostbaar en de waarde daarvan neemt toe naarmate de tijd verstrijkt. Jullie verantwoordelijkheid is hierom zo groot, omdat jullie in je leven het voorrecht hebben om de basis te worden van de Kerk van Allen. Als de kerk gebouwd zal zijn dan zullen er velen komen en gemakkelijk de eredienst bijwonen, maar jullie wacht het moeilijke werk. Jullie vrienden zullen het misschien afkeuren, jullie naaste vrienden en verwanten zullen er zich misschien tegen verzetten, maar ondanks dat alles is je geluk even groot als je moeilijkheden. Wat nu het meest noodzakelijk is, zijn de dingen die ik jullie zal vertellen. Ten eerste: versterk je vertrouwen op God, in zijn Boodschap en in zijn Dienaar die de taak heeft om zijn Boodschap aan de wereld te geven. Naar de mate van de sterkte van je geloof zal je kracht toenemen, zullen je woorden uitwerking krijgen en zal je persoonlijkheid geschikt worden om de Boodschap te brengen. Ten tweede: bedenk dat de Boodschap die nu gegeven wordt de ware vertolking is van alle heilige geschriften, waarvan er vele door verschillende lezingen en vertalingen en om heel veel redenen niet gelijk zijn gebleven. Daarom is het ontvangen en bewaren van de Boodschap die nu gebracht wordt en de verspreiding daarvan, als het brengen van de Boodschap van álle Profeten en de lering van álle religies. Ten derde: deze activiteit van de Kerk van Allen wordt georganiseerd om het mogelijk te maken dat de Boodschap álle mensen bereikt, ongeacht het stadium van hun ontwikkeling. En dat het gebrek aan religie dat nu wordt gevoeld kan worden opgevuld en dat tegelijkertijd alle vooringenomenheid van geloofsrichtingen en de bekrompenheid van inzicht en de vooroordelen tegen elkaars religie volledig zullen worden weggenomen. Ten vierde: bedenk dat jullie vroomheid, persoonlijkheid en geestelijke ontwikkeling, je zullen helpen en je in staat zullen stellen de Boodschap in je functie uit te dragen. En daarom zul je dit als de grootste zegen in je leven beschouwen om zó'n leven te leiden dat het een voorbeeld mag zijn voor anderen, om na te volgen. Ten vijfde: in je omgang met anderen, met mensen van verschillende religies, overtuigingen en geloofsrichtingen, en met mensen met andere idealen, moeten jullie vasthouden aan het Soefi ideaal: het ideaal van verdraagzaamheid, door de vingers zien, van vergeven, om vriendelijk gestemd te zijn. Je moet je rust niet verliezen, je evenwicht, of je nu beledigd wordt of vervolgd, je moet je kalmte bewaren en stevig op je voeten blijven staan en je moet in je gedachten, woorden en daden die Soefi-geest tonen, die tenslotte alles zal overwinnen. Als ik nog iets meer te zeggen heb behalve deze vijf dingen, dan is het dat jullie een vast geloof moeten hebben in de gedachte dat het de Boodschap van God is en dat die zich alleen maar kan verspreiden. Niets in de wereld kan die verspreiding tegenhouden en het zal volbracht worden als de belofte van God.

9 9 03. CHERAGS, 3 september De leraar. Waarom zou Boeddha 'Shiva-op-aarde' genoemd moeten worden? Waarom zou Christus 'Mozesop-aarde' genoemd moeten worden? Daar is geen reden voor, Boeddha is Boeddha en Christus is Christus. Het is God die door elk van hen sprak en spreekt. En er is geen reden waarom je zou moeten verlangen om de ene mens bij de naam van een ander te noemen. Beethoven is Beethoven en Wagner is Wagner. Ze hebben allemaal hun bijzonderheden en toch is het één geest. De stem die spreekt is één en dezelfde en dat is wat we moeten begrijpen en verkondigen. Zij die denken dat ze het aanzien van hun Leraar vergroten door hem zus of zo te noemen, ze maken hem niet groter, ze maken hem kleiner. Waarom zou de Leraar zelf niet zijn wat hij is? Wagner is niet groter als hij Beethoven wordt genoemd; als hij groot is dan is hij zelf groot, waarom zou hij Beethoven genoemd moeten worden. Herinner je ook één van onze tien grondgedachten "Er is één Meester". Waarom zou die Meester met deze of die naam genoemd moeten worden? Onder welke naam hij ook verschijnt om de Boodschap aan de wereld te brengen, dat is dan zijn naam. Een grotere naam heeft hij niet nodig of de naam van een ander hoe groot die ook mag zijn. Als de maan aan het wassen is noem die dan geen volle maan, noem die de maan, maar het staat vast dat de wassende maan op een dag vol zal worden. De verschillende namen Krishna, of Boeddha, of Jezus, of Mozes, of zulke namen als we in onze taal kennen, zijn alsof we spreken over de volle maan van juli, of augustus, of oktober of januari, maar het is nog altijd de maan. We voegen daar namen aan toe om voor het gemak onderscheid te maken, maar die namen maken geen verschil voor de maan. Mijn cherags moeten één ding onthouden en dat is: aan jullie is de Boodschap toevertrouwd, jullie verantwoordelijkheid is groot en wel zo groot dat jullie niet kunnen beseffen hoe groot die is. Welke tegenwerking heeft Jezus Christus ondervonden? De ophef die gemaakt werd door zijn onrijpe discipelen en daarvóór de ophef die gemaakt werd door waarzeggers. In het leven van alle profeten en leraren is dit ene de oorzaak geweest van hun lijden en het is zeer te betreuren wanneer de Leraar de Boodschap brengt aan de wereld en dan middenin wordt weggenomen, voordat hij de Boodschap heeft volbracht. Zeker voor een groot deel is het leven van de Leraar in de handen van God. Hij wordt gesteund en beschermd en ook zijn Boodschap en zijn medewerkers. Niettemin is ons een vrije wil gegeven en inzicht in juiste en verkeerde manieren en methoden, en als wij op een of andere manier er niet in slagen onze plicht te vervullen dan ligt de fout bij ons. Wat is het werk van de discipel? De discipel denkt dat zijn Leraar groter is dan ieder ander op de wereld, beter dan ieder ander, dat hij God is die op aarde leeft. Tenminste dat is wat ik geloofde van mijn Murshid. Als ik God zag in de gedaante van een mens, dan zag ik mijn Murshid. Maar daar is ook de andere kant van de zaak. De menselijke natuur is egoïstisch en zodra je zegt: 'mijn vriend is goed', zul je horen: 'nee, hij is ook slecht. Zodra je zegt: 'mijn vriend is geweldig', zul je horen: 'nee, hij is ook kleinzielig'. Zodra je zegt: 'ik houd van mijn vriend', zul je horen: 'nee, je moet van mij houden, ik vind het niet prettig als jij van je vriend houdt'. Zodra je zegt: 'mijn vriend is voor mij als God', zullen ze zeggen: 'nee!' Als dat de menselijke aard is, dan is het niet verstandig om uiting te geven aan je ideaal, je toewijding, je mening over je Leraar in het bijzijn van anderen, zelfs als je daarmee de zaak wilt bevorderen, want uiteindelijk zal blijken dat het de zaak schaadt.

10 10 Als je vriend het niet begrijpt, dan begrijpt hij het nu eenmaal niet. Daarom zou ik mijn cherags op het hart willen drukken dat je niet moet spreken over je ideaal, over je toewijding aan je Murshid, maar alleen over de Boodschap. Dat is het enige punt, het ideaal waarvoor we werken en dat ideaal moet worden voorgehouden aan de wereld, niet Murshid. Daardoor zul je zijn leven en zijn beginnende werk veilig stellen en het enige waardoor je de zaak van het Soefisme in zijn prille beginstadium kunt versterken, is door je voorzichtigheid, je geloof en je vertrouwen in je Leraar en in de zaak, en door jullie doelgerichte eensgezindheid en jullie vastberadenheid. Vraag: Wat moet er gezegd worden in de kerk over de Profeet van deze tijd? Antwoord: Als je het hoge ideaal van de Beweging brengt dan zou de wereld dat aanvaarden. In je hart hoeft dat niet gescheiden te worden, maar voor de veiligheid is het beter dat er wordt gesproken over de Boodschap en niet over de Boodschapper. Murshid's persoonlijkheid is er voor jullie, die toewijding, geloof en vertrouwen in jullie Murshid hebben. Maar jullie moeten de Boodschap verspreiden zo wijd en zijd als jullie kunnen. Je kunt de Boodschap en de Boodschapper alleen maar vergelijken met muziek en instrument: de muziek wordt gehoord, het instrument wordt ter zijde gelegd. Jullie staan in dienst van de zaak, ik sta in dienst van de zaak, dat behoeft geen onderscheid, we brengen allemaal de Boodschap, we kunnen allemaal het instrument van God zijn. Schrijf dat niet toe aan één persoon als het gaat om te werken voor God en de mensheid. Wat doet het er toe wie de Boodschap brengt? Ik zeg nog eens, het is veel beter voor de Boodschap als er niet één afzonderlijke persoonlijkheid aan de wereld wordt voorgehouden. Die persoonlijkheid is nuttig geweest om jullie de wijsheid van God te helpen begrijpen en die aan de wereld te geven. We komen niet vooruit door te vechten, we werken voor vrede, we moeten vrede scheppen in ons hart en laat onze geestdrift dan geen moeilijkheden veroorzaken. Verpak de boodschap in nederigheid, zachtheid, voorzichtigheid, verspreid die zo ver mogelijk en weet dat ieder mens - waardig of onwaardig- die moet ontvangen, en als je hem de Boodschap kunt geven dan is dat jullie voorrecht.

11 CHERAGS, september Universele Eredienst. Hoe zullen we het noemen? De Kerk van Allen, of de Tempel van de Universele Eredienst? Eén van deze twee namen. Vanuit een practisch oogpunt is "Universele Eredienst" als naam meer aanvaardbaar, maar de naam "Kerk van Allen" is door inspiratie gegeven. Daarom kan deze naam gebruikt blijven voor deze heilige ceremonies en wijdingen, maar voor de buitenwereld is "Universele Eredienst" practischer, zoals jullie zullen begrijpen. Het woord kerk ligt de mensen niet altijd, in sommige landen zijn ze er tegen gekant, in sommige landen wordt het woord kerk moeilijk aanvaard en het woord "Universele Eredienst" roept geen emoties op. Namen zijn bij ons noodzakelijk, anders zouden we het liever zonder hebben gedaan. Nu over de heilige geschriften. We hebben heilige geschriften op ons altaar, meer vanwege het beginsel dan voor bestudering. Door daar de geschriften neer te leggen geven we een voorbeeld van verdraagzaamheid ten opzichte van verschillende religies en van ons geloof dat wijsheid uit alle bronnen komt. Daarom zijn de discussies en de argumenten over de vraag waarom dit geschrift en waarom niet een ander, van geen betekenis, want we moeten weten dat als het Goddelijke Geschrift altijd zuiver bewaard was gebleven, er niet zo erg behoefte geweest zou zijn aan een ander geschrift. Maar daarom is de Boodschap keer op keer gezonden en om nog een andere reden en dat is om 'de Boodschap die voor die tijd nodig was' aan de wereld te geven. Wat betreft de kaarsen, daarvan hebben we er zeven, niet acht. De achtste is een brandende vlam, maar bij het ontbreken van die brandende vlam, gebruiken we daarvoor een kaars. En die ene kaars in het midden is de kaars van de Geest van Leiding, waaraan we de naam van de Boodschapper verbinden en van alle bekende en onbekende zielen die op aarde zijn gekomen om de Boodschap te brengen. De cherag is de priester om de plichten te vervullen die verband houden met de ceremonies, maar we moeten begrijpen dat we ook een informele dienst kennen en dat het werk van de cherag als het nodig is verricht kan worden door iedere volgeling van de Boodschap. De Soefi Beweging houdt zichzelf vrij van vaste vormen en van priesterschap. Zij verwerpt die niet, zij gebruikt die voor haar doel, maar ze bindt zich daaraan niet. Daarom kennen we in onze Beweging een vrijheid die onze leden is gegeven om te kiezen voor een dienst die plaats vindt met bepaalde vormen, of om naar een informele dienst te komen. En om te voelen dat ze niet gebonden zijn aan enig priesterschap binnen de Soefi Beweging, want zo iets is er alleen om aan de behoefte van het leven te beantwoorden. We hebben nooit onderscheid gemaakt tussen een vrouw of een man voor ordinatie in de Kerk van Allen en die zullen we ook nooit maken. Muziek is toegestaan bij de ceremonies maar die is niet noodzakelijk. Niets is bindend in onze dienst. Het centrale thema van de Soefi Boodschap is en blijft vrijheid van de ziel bij het streven naar geestelijke vrijheid. Deze dingen moeten jullie in je hart bewaren en het is niet nodig daar met iedereen over te praten.

12 12 Vraag: Wat bedoelt U als U zegt, dat we aan niets gebonden zijn in de dienst? Antwoord: Binding ligt anders. Stel dat een Rooms Katholiek zegt dat de dienst zus en zo is en als iemand dat niet gelooft, dan is hij een ongelovige. Bij de Soefi Beweging bestaat zoiets niet. Niemand hoeft naar de dienst te komen als hij dat niet wil. Het is een mogelijkheid die geschapen is voor hen die daarvan de zegen kunnen ondergaan, maar niemand is verplicht om te komen teneinde een Soefi te zijn. Vraag: Wat bedoelt U met een informele dienst? Antwoord: Een beschrijving van een informele dienst zal te zijner tijd aan alle cherags worden gestuurd. Vraag: Moeten cherags ook gaan bidden voor de zieken en de stervenden, als ze geroepen worden? Antwoord: Ja, dat aan iemand te weigeren is een weigering aan God. Vraag: Ook als ze geen lid zijn? Antwoord: Ja, als zij niet bij ons horen, wij behoren bij hen. Vraag: Moeten we niet oppassen dat we geen mensen trouwen die niet getrouwd zijn volgens de wetten van de staat? Antwoord: Ja, in ieder land is het absoluut noodzakelijk om de wetten van de mensen te eerbiedigen en eerst te vragen naar de documenten van het burgerlijk huwelijk voordat we een huwelijk inzegenen volgens de Soefi-gebruiken. Vraag: Wat bedoelt U met de noodzaak, dat het een niet-cherag zou toestaan om dienst te doen? Antwoord: Stel dat een aantal Soefi s op reis is en dat daarbij geen cherag is en ze willen dat er een kind wordt gedoopt. Dan kan een van de mureeds dat doen en de zegening is dezelfde. Ook bij een sterfgeval; als er een sterfgeval is en er is geen cherag, dan kan en moet een mureed het doen.

13 RELIGIEUZE GATHEKA 37, 2 September Kerk. Ik wil enkele woorden zeggen voor de dienst begint. Deze dienst van de Kerk van Allen is een universele eredienst. In deze dienst zijn een Christelijke dienst, een Moslim, een Boeddhistische, een Hindoe dienst, ja alle diensten inbegrepen. Daarom wordt de zegen van Christus gegeven vanaf het altaar, aan wie de zegen van Jezus Christus zoekt. Wie de zegen van Mozes zoekt, aan hem wordt de zegen van Mozes gegeven. Wie de zegening van Boeddha zoekt, voor hem is daar de zegening van Boeddha. Maar zij die de zegen zoeken van al deze grote geesten die in verschillende tijden zijn gekomen, zij worden door hen allen gezegend. Deze dienst is daarom de vervulling van het verlangen van Christus. Dit is daarom de dienst die Mozes gehad zou hebben als dat mogelijk was geweest in die tijd. En dit is de dienst die Mohammed had bedoeld, want de Islam was bestemd voor alle religies in de wereld. Geen grote Leraar is ooit op aarde gekomen met de gedachte om de mensen te verdelen in verschillende sekten en gemeenschappen. Onze Beweging is daarom bezig onze dienst aan God en de mensheid te vervullen in deze richting, zonder enige bedoeling om een exclusieve gemeenschap te vormen, maar om in deze dienst de mensen van alle verschillende religies te verenigen. Deze Beweging, die nog in de kinderschoenen staat, maakt een begin met het werk, maar de voleinding zal bestaan uit een Wereld-Beweging. Het is de Wereld-Boodschap en die religie die de religie zal zijn van de hele mensheid. Een religie die niemands geest afleidt van zijn eigen religie, maar die meer vastheid en inzicht geeft en meer sympathie voor de eigen religie. Een religie die verdraagzaamheid leert voor de overtuiging van een ander, een religie die iemands hart opent voor de woorden van wijsheid, ongeacht uit welke richting die komen. Dit is niet alleen een kerk, maar dit is voor ons een leerschool, om de les van verdraagzaamheid te leren, een les zodat wij leren alle leraren aan te hangen en alle geschriften te eerbiedigen. Een les die ons leert dat we onze religie niet hoeven op te geven, maar dat we alle religies moeten omarmen om de heiligheid van de religie volmaakt te maken.

14 RELIGIEUZE GATHEKA 35, 16 September Kerk. Wat is religie? Religie is een les die wil leren op de juiste wijze te leven en hoe het doel te bereiken waarvoor we zijn geboren. Deze religie is keer op keer tot de wereld gekomen door hen die de Boodschap van God hebben gebracht. Zij die met de boodschap van de religie kwamen, hebben die in verschillende vormen gegeven, aansluitend bij de ontwikkeling van de mensen van die speciale tijd. Maar de religie was één en dezelfde. Er is nooit een andere religie geweest dan deze ene, dat God één is en dat de Waarheid één is, en dus is er één religie. Als er enig verschil is, dan is dat een verschil in vorm, niet van wezen. Het is hetzelfde zuivere water dat is uitgeschonken in verschillende vaten, het één gemaakt in India, een ander in China, een ander in Arabië, en misschien één in de Westerse wereld. Het is als een stroom die opstijgt in fonteinen en neervalt in verschillende druppels, maar het is hetzelfde water. Begrip van religie bestaat niet in redetwisten over de verscheidenheid van de vormen en beweren mijn religie is beter dan de jouwe. Ware religie bestaat in het erkennen van het ene licht in alle verschillende religies. De kaarsen op het altaar staan voor verschillende religies en leraren, maar hebben één en hetzelfde licht. Wat leert deze dienst: één licht en verschillende lampen. Het zijn niet de lampen waaraan we eerst denken, nee, het is het Ene Licht dat we in ons hart moeten sluiten. Het is deze religie van eenwording die Jezus Christus kwam preken, ook de leringen van Mozes en de inspanning van Mohammed waren alle gericht op dit ene doel. Alles wat Boeddha, alles wat Krishna heeft gezegd, wordt allemaal samengevat in het ene Licht, het Goddelijke Licht. En het Licht dat komt is het pad waarop de mensheid moet wandelen. De Soefi Beweging, ook al staat die in de kinderschoenen, is voorbestemd om God en de mensheid op deze manier te dienen. De Soefi Boodschap is de herhaalde echo van hetzelfde goddelijke woord, dat altijd is gekomen en altijd tot zegen voor de mensheid zal zijn.

15 RELIGIEUZE GATHEKA 34, 23 september Kerk. Voor de dienst begint zou ik graag een paar woorden willen zeggen als inleiding op de Universele Eredienst. Wat is deze Universele Eredienst, deze Kerk van Allen? Hoewel die nog in de kinderschoenen staat, is die de religie van vandaag en het geloof van morgen. Maar welke religie is het? Het is dezelfde religie waarover Jezus Christus heeft gezegd: Ik ben niet gekomen om een nieuwe wet te geven, ik ben gekomen om de oude wet te geven. Daarom, deze nieuwe Boodschap, wat is dat? Het is dezelfde oude Boodschap die er altijd geweest is. Zijn de werkers voor deze Boodschap priesters? Nee, zij zijn de soldaten van het vredesleger, het leger dat aan het werk is om vrede te bewerkstelligen bij de verschillende godsdiensten van deze wereld, die door twistgesprekken en polemiek zich afzijdig hebben gehouden van elkaar en elkaars religie als iets verkeerds hebben gezien. Dus wat is ons denkbeeld bij deze dienst? Ons denkbeeld bij deze dienst is om te leren, we leren hier iets. We leren door deze dienst dat wijsheid, wanneer en op wat voor tijd die ook tot de wereld kwam, één en dezelfde waarheid was. De waarheid die de enige religie is en het is waarheid die redden zal. Is het dan niet de religie van Christus, zonder de Meester te beperken tot alleen maar een bepaalde periode en alleen maar tot een bepaald boek? Voor wie nadenkt is het de Boodschap van Christus. Maar is het niet óók de Boodschap van Boeddha, is die niet óók van Mohammed en Mozes, van Abraham en Salomo? Zijn zij gekomen met vele waarheden, of zijn zij gekomen met één waarheid? Als zij gekomen zijn met vele waarheden, dan moeten er vele Goden zijn en als er vele Goden en vele waarheden zijn, dan kunnen we elkaars taal niet begrijpen. Bovendien kunnen we elkaars hart dan niet begrijpen. Maar zo is het niet, we kunnen elkaars hart begrijpen zelfs als we elkaars taal niet begrijpen. Maar wat leert ons dit? Het leert ons in deze wereld van verscheidenheid, deze wereld van namen en vormen, waar we elkaar afzonderlijk en gescheiden zien, als individu en als gemeenschap, omdat er verschillende volkeren en religies zijn, dat we in die geest één en hetzelfde zijn en in die geest kunnen we ons verenigen. Kan dat ook maar voor één ogenblik religie zijn, dat de kinderen van God van elkaar kan scheiden in de naam van geloof, in de naam van religie? Waarin ligt het ware geluk? In het begrijpen van elkaar, in onze eenheid met elkaar en in onze harmonie met elkaar. Denk eens aan de ellende die de mensheid de laatste paar jaar heeft doorgemaakt, ziet het er naar uit dat deze ellende zal ophouden? Helemaal niet. Als de narigheid lijkt op te houden in de ene vorm, dan steekt die de kop op in een andere vorm. Het lijkt op een bloedvergiftiging. Of als een wond die is genezen, ergens op een andere plaats weer uitbreekt. Hoe kan de wereld gezuiverd worden en deze moeilijkheid te boven komen? Niet door politieke en financiële werkzaamheden. Nee, de religie is de genezing van de mensenwereld. En welke religie? Niet deze religie of die religie. Nee, de religie, de enige religie. De religie die de religie is van Hindoe, van Moslim, van Christen, van Jood, en van iedereen. Want wij allen, wat ook onze kaste, geloof, ras, natie of religie mag zijn, kunnen ons alleen maar verenigen in één en dat is die ene God en in de waarheid. En ons enige geluk ligt in deze eenheid die ons verenigt in God en in de waarheid.

16 RELIGIEUZE GATHEKA 47, Kerk. Geliefden van God, ik zou graag een paar woorden willen zeggen voor de dienst begint, over het onderwerp van onze Soefi Beweging. Je vraagt je af wat deze Beweging is. Is het een religieuze beweging, is het een filosofische beweging, of is het een sociale beweging? In werkelijkheid is deze Beweging het antwoord op de roep van de mensheid. Wiens antwoord? Gods antwoord. Als het een religieuze beweging is, dan is het geen beweging om propaganda te maken voor een bepaald geloof. Het is een religieuze beweging in deze zin dat deze Beweging ten doel heeft om vrede te brengen tussen de volgelingen van alle religies. Het is een religieuze beweging in deze zin, dat we allemaal zouden moeten leren, wat ook onze overtuiging of ons geloof is, of wat ook het geloof van onze voorouders is, dat we zouden moeten leren elkaars religie te respecteren. Zodat we door dat te doen tenslotte kunnen opstijgen tot dat niveau van begrijpen, dat in onze gedachten één religie staat voor het totaal van alle religies. Op dat ogenblik stijgen we uit boven de verschillen en het onderscheid dat ontstaat door de bekrompen zienswijze van de mens, door zijn beperking. En dan beginnen we te begrijpen dat deze religie of die religie, de naam en de vorm daarvan, alleen maar een uiterlijk omhulsel was. Een uiterlijk omhulsel over die religie die er altijd was, en die er altijd is, en die er altijd zal zijn. God is één, de Waarheid is één. Hoe kunnen er dan twee religies zijn? Er is één religie, de enige religie. Het is de kleinheid van de menselijke natuur dat hij het vertrouwen in zijn medemensen heeft opgezegd. Als er ooit een religie was, dan was het één religie, in alle tijden, overal ter wereld, gevolgd door elk volk of elke natie. Ja, we wonen in verschillende landen maar onder één hemel. Zo hebben we ook vele kerken, maar één God. Vele heilige boeken, maar één wijsheid. Vele zielen, maar één geest, de enige geest van God. Het is om dit ideaal te begrijpen dat we de Beweging hebben. En we hebben meerdere verschillende manieren waarmee we studeren en waarmee we dit ideaal in praktijk brengen. Het aspect van toewijding van onze Beweging bestaat hierin: in deze kerk die jullie zo dadelijk gaan bezoeken. In de kaarsen die het licht vertegenwoordigen van de verschillende religies die de wereld kent. En op dit altaar zul je verschillende heilige geschriften zien, die de grote zielen van tijd tot tijd aan de mensheid hebben gebracht. Het is een vorm en toch is die alomvattend. Daar is de Gita van de Hindoes, de Koran van de Moslims, de Bijbel van de Christenen, daar ligt de Kabala van de Joden op dit altaar. Wat betekent dit? Wij leggen wijsheid op ons altaar, niet de naam. Wat betekent Christenheid? Ware wijsheid, de geest van Christus. Wat is de geest van Christus? Die geest, die de mensheid altijd verenigde en altijd zal verenigen als er enige Christenheid is. Dit is Christenheid: uitstijgen boven onderscheid en verschillen die de mensheid verdelen. Een mensheid waarvan het de bedoeling was dat die zich zou verenigen in één broederschap, in het vaderschap van God. We hebben onder ons enkele mensen die misschien genoegen zouden beleven aan een informele dienst. Er is geen beperking, of je nu komt met een formele eredienst of als je niet komt met deze vorm van dienst. Zo lang als God, die de Vader van de mensheid is, het doel is bij het zoeken naar zijn Waarheid, doet het er niet toe.

17 17 Noemen wij de leden van onze Beweging ongelovigen als ze naar een andere kerk zouden gaan of een andere dienst zouden bijwonen? Nooit. Naar wat voor dienst, wat voor kerk of wat voor plechtigheid ze ook gaan met hetzelfde gevoel van universele aanbidding, waar ze ook heen gaan met dat zelfde gevoel, daar zullen ze de zegen van God ontvangen. Laat dit niet zien dat wanneer keer op keer het ware religieuze ideaal verward raakt juist dan de Boodschap tot de mensheid is gekomen. Die is niet voor één groep, die is voor de hele wereld. En de vraag We zijn met maar heel weinig leden kan beantwoord worden met: Niet werkelijk. De leden van deze bepaalde Beweging zijn misschien niet talrijk, maar de aanhangers van ons ideaal zijn wél talrijk in de wereld. We hebben miljoenen en miljoenen en miljoenen aanhangers in de wereld. Wanneer we met een open hart door het leven gaan, met de gedachte aan broederschap, wanneer we onze armen openen en welkom heten zonder te vragen wat voor nationaliteit, wat voor geloof, wat voor religie je hebt, dan worden we zeker de broeders van de mensheid en de mensheid wordt onze broeders. En nu heel veel dank aan allen die zich dit seizoen volledig hebben ingezet. En hoewel er geen bijeenkomsten zullen zijn, is dat ontbreken het ontbreken van het uiterlijke gebeuren en geen ontbreken van sympathie. De band van sympathie is gevormd, die blijft ongebroken. Vooral die sympathie en die band die gevormd is in God en in de Waarheid.

18 RELIGIEUZE GATHEKA 29, zonder datum. Kerk. De verschillende kaarsen die worden aangestoken betekenen alleen onze aanhankelijkheid en onze eerbied voor alle verschillende leraren, voor verschillende religies en verschillende heilige geschriften. Daarom is deze Universele Eredienst, de Kerk van Allen, in feite alle kerken. Het is een dienst, het is aanbidding en het is tegelijkertijd een training voor onze geest om de religie van verschillende mensen te verdragen. En als je de geschiedenis van de religies leest, hoe de volgelingen van verschillende religies veldslagen en oorlogen tegen elkaar hebben gevoerd ter verdediging van de uiterlijke vorm van religie, dan zal iemand met juist inzicht toegeven dat de volgelingen van de grote Leraren hun geloof of de leer van de grote wijzen niet echt gevolgd hebben. Het is deze Universele Eredienst, het is deze religie, die de religie is van al die leraren die zijn gekomen en gegaan. Dit is het wat de Boodschap was van Jezus Christus en van alle andere grote leraren van de mensheid. Daarom is het geen afzonderlijke weg. Het is dezelfde weg, het is dezelfde Boodschap die aan de wereld wordt gegeven. Het is de voortzetting van alle grote religies die van tijd tot tijd zijn gekomen en een vereniging van alles wat het verlangen was van alle profeten. En aan de wens van de grote leraren van de mensheid wordt werkelijk ten volle voldaan in deze eredienst, omdat dit hun idee was dat moest komen als het gevolg van hun onderricht en het geven van de Boodschap aan de mensheid. En hoewel we met heel weinigen zijn wier bestemming het is om God en de mensheid op deze manier te dienen, moeten wij onszelf gezegend voelen en in de kracht van die zegen moeten wij ons ten volle bemoedigd voelen en geholpen, om God en de mensheid te dienen.

19 RELIGIEUZE GATHEKA, onvolledig verslag, 20 januari1924. Kerk. Vóór de geboorte van de ziel is er het vertrouwen dat de ziel voorbereidt op de geboorte. De mens die zegt: ik kan niet geloven omdat ik niet zie hoe, is de mens die alleen maar gelooft en daarom zal hij zijn ogen open en zijn hart gesloten houden. Als hij afgaat op zijn verstand om vertrouwen te krijgen, zal hij teleurgesteld worden, want het inzicht van vandaag zal niet het inzicht van morgen zijn. Bij iedere stap die de evolutie zet zal het inzicht veranderen, maar niets kan het vertrouwen veranderen, want dat houdt stand. Inzicht is het gevolg van ervaring op aarde, iemands inzicht kan op een dag weerlegd worden. Als je zegt: ik geloof dat hij goed is, kan een ander komen en zeggen: ik kan bewijzen dat hij niet goed is. Maar wanneer iemand zegt: ik geloof dat mijn vriend goed is, onder alle omstandigheden, is dat vertrouwen. De Universele Eredienst die hier aan u wordt voorgehouden vertegenwoordigt die ene Leer die op aarde is gebracht door verschillende Dienaren van de mensheid, die van tijd tot tijd gekomen zijn, en wel of niet erkend werden, wat het martelaarschap van het liefdevolle hart en van de levende ziel is. Van hen werd meer uithoudingsvermogen gevraagd en zij hebben groter beproeving ondergaan dan in het leven op aarde. Deze dienst vertegenwoordigt hun leer, hun dienen vol zelfopoffering, zonder dat we proberen hen te vergelijken of de een boven de ander stellen. Deze kaarsen vertegenwoordigen de namen van de Grote Dienaren, die op aarde zijn gekomen om de zielen daar wakker te schudden. De prijs die zij hebben betaald voor deze dienst aan de mensheid was hun leven, hun genoeglijk bestaan, hun geluk. Dit alles werd aan de kinderen van de aarde gegeven en op die manier hebben zij de mensen troost gegeven in hun diepste verlangens. Je kunt vragen: zijn er maar weinig dienaren die naar de aarde zijn gezonden? Het antwoord luidt: veel meer dan wij weten. Denk eens aan al die eeuwen en dan aan de paar namen die daarin bekend zijn. Het enige dat we kunnen doen is de namen te vertegenwoordigen van hen die op aarde zijn gekomen en eerbied tonen voor de herinnering aan hen. Zo zien we dat de Meester en de Heer één en dezelfde is, dat er één Goddelijk Licht is, dat zichzelf openbaart, dat vorm aanneemt, de vorm van dienstbetoon. Wanneer een mens begint zichzelf te vergeten, wanneer iemand de last van de hele mensheid draagt in zijn bewustzijn, en ieder ogenblik gebruikt wordt om de mensheid te helpen. Zeer velen zijn gekomen. Vele van hen zijn bekend, vele van hen zijn helemaal niet bekend. De kaarsen vertegenwoordigen hun leven en hun naam. Want onder welke naam zij ook gediend hebben, het is alles één Waarheid en achter dit alles lag de Bron van alles.

20 RELIGIEUZE GATHEKA, 29 mei Over de kerk van allen. De religieuze kant van de Soefi Beweging wordt genoemd: Kerk van Allen. Waarom noemen we die Kerk van Allen? Omdat die alle kerken omvat. Zij wordt vergeleken met de Volkenbond, die vertegenwoordigt niet één volk, maar alle volkeren. Dat is hetzelfde ideaal dat de Kerk van Allen aanhangt. Wat het onderwerp van religie betreft, hoe minder daarover wordt gesproken hoe beter. Want religie is iets dat de diepte van het hart raakt en ieder mens heeft een zekere opvatting over religie. En het is die opvatting die hij als iets heiligs beschouwt. Door er vrij over te praten, kun je gemakkelijk die opvatting kwetsen die een ander als heilig beschouwt. Toch is de behoefte aan de Kerk van Allen in alle tijden gevoeld. In oude tijden is dat het ideaal geweest van de Grote Profeten om de hele mensheid in één religie samen te brengen. Maar omdat de mensheid een verscheidenheid van opvattingen heeft is dat niet altijd gemakkelijk geweest. Ik zou nu graag uitleggen waaruit religie bestaat. Uit vijf voorname dingen: * geloof in God, * aanbidding van het spirituele ideaal, * moreel gedachtegoed, * de vorm van de eredienst, * de filosofie van het leven. Als we de verscheidenheid van religies in de wereld bezien: sommigen geloven in één God, sommigen in vele Goden. Sommigen zijn monotheïsten, sommigen pantheïsten. Op die manier verandert de opvatting over God bij de beschaafde volkeren van de wereld. We moeten dankbaar zijn dat het niet langer de tijd is, waarin iedere familie haar eigen God had. Over geloof in God. Hoe kijkt de Soefi nu naar de vraag over God? Gelooft hij in één God? Als hij in één God gelooft hoe kan hij dan het geloof in vele Goden verdragen? Het antwoord is dat het gezichtspunt van de Soefi is om vrede te brengen tussen de verschillende gelovigen. Hij is het niet oneens met hen, hij ziet hun gezichtspunt. Hij ziet dat zij die vele Goden hebben ook God aanbidden. Zij aanbidden de verschillende eigenschappen van God. De grote Profeten hebben God verschillende namen gegeven om Hem begrijpelijk te maken voor de mensen. Zij laten de mensen duidelijk de goddelijke verschijningsvormen zien. Daarom hebben de wijze Profeten verschillende Goden gebracht. Zoals het gezegde luidt: 'alles begrijpen betekent alles vergeven'. Het is in overeenstemming met dit gezegde dat de Soefi naar het leven kijkt. Hij wil zelfs de opvatting van vele Goden verdragen, terwijl hij zich bewust is van de ene God. Dan rijst de vraag: maar ben je een pantheïst of een monotheïst? Ja, velen die van buitenaf naar theologie kijken zeggen dat er twee verschillende ideeën over God bestaan. En zij zouden één idee willen aanvaarden, niet twee. Maar eigenlijk is het heel noodzakelijk dat die twee tegengestelde ideeën bestaan. Wanneer je naar het midden kijkt is er één lijn, wanneer je naar de uiteinden kijkt zijn dat er twee. Het monotheïsme is even belangrijk in het leven als het pantheïsme.

21 21 Niemand kan een pantheïst zijn als hij niet te eniger tijd een monotheïst was. En als iemand begon met een pantheïst te zijn dan zou hij nooit begrip opbrengen voor één God. Je kunt zeggen: ja, ik kan het idee van het pantheïsme begrijpen, God is in ieder wezen. Een ander zegt: dat is te abstract voor mij. Ik kan God niet vinden in zo n idee. Ik wil God voor me zien als de ander, gescheiden, op afstand. Feitelijk is het monotheïstische idee noodzakelijk om ten volle de schoonheid van het pantheïstische idee te beseffen. Dan is er het denkbeeld van God als persoon. Sommigen zeggen: het is heel moeilijk voor mij om me God voor te stellen als een persoon, dat is als een beperking van God. Iemand anders zegt: als God geen persoon is dan bestaat Hij niet langer, dan kan Hij net zo goed lucht zijn, of ruimte of tijd. Ze hebben allebei goede redenen. De Soefi maakt dat hij klaar staat om naar beide te kijken, vanuit het standpunt van hen die dat aanhangen. En hij ontdekt daardoor dat het de natuurlijke manier is dat je van het persoonsideaal kunt opstijgen tot het volledige idee. Het volledige ideaal dat het geziene en het ongeziene omvat, innerlijk en uiterlijk, het Absolute. Daarom heeft de Soefi het niet moeilijk met wie één God vereert, of vele Goden, omdat hij vanuit hun standpunt ziet. Hij geeft hun standpunt een plaats in zijn leven. Hij ziet de natuurlijke ontwikkeling van de menselijke opvatting: van de kleine visie ontwikkelt die zich tot het hoogste ideaal. Maar als je de Soefi vraagt: ja, je verdraagt verschillende opvattingen, maar wat is jouw opvatting? Welnu, hij zegt: er bestaat niet zoiets als de Soefi opvatting. Maar ik heb mijn persoonlijke opvatting. De God die door de mensen gezien wordt als de Rechter en de Schepper, als de Heer van de Hemel, Hij is voor mij degene van wie ik houd. Hij is mijn Beminde Ideaal, die als enige al mijn toewijding verdient. Hij is alle Schoonheid waarvan je moet houden. Daarom als de verhouding tot de Beminde, schept de Soefi zijn verhouding tot God. Zijn verering van God is de verruiming van zijn hart. Zijn liefde tot alle wezens, tot ieder wezen, is zijn liefde tot God. Hij kan niemand vinden om lief te hebben behalve God, omdat hij in allen God ziet. Als dat wordt getoond in toewijding aan ouders, aan vrouw, aan kinderen, als het wordt getoond aan buren, aan een vriend, of in het verdragen van vijanden, dan ziet de Soefi deze handelwijze als gericht op God. Op deze manier vervult hij in zijn leven wat de Bijbel leert: we leven en bewegen ons en hebben ons wezen in God. En nu over het tweede ideaal van religie: het spirituele ideaal van de mens. Als de mens ooit God geopenbaard heeft gevonden op aarde, dan is Hij geopenbaard in de Goddelijke mens. Telkens wanneer de mensheid een hoge beschaving heeft bereikt zien ze de goddelijke manifestatie in een menselijk wezen, een menselijk wezen dat God in zijn leven het meeste tot uitdrukking heeft gebracht. Voor sommigen is dat grote ideaal verschenen en ze hebben hem Jezus Christus genoemd. In andere delen van de wereld, bij andere rassen, hebben ze dezelfde manifestatie Boeddha genoemd. In diezelfde tijd, bij een bepaald ras, werd deze manifestatie, die goddelijke indruk maakte op de mensen, Mozes genoemd. In een ander tijdperk kenden zij dezelfde manifestatie voor bepaalde mensen als Mohammed. De mensen volgden hen, hielden van hen, aanbaden hen en hielpen hen in hun moeilijkheden.

22 22 Door hen werd een bepaalde manier om een harmonieus leven te leiden gegeven aan hun volgelingen. De wereld heeft altijd verschillende manifestaties gehad wanneer dat nodig was. Maar het is de beperktheid van de mensheid die maakte dat zij redetwistten over de grote persoonlijkheden die zij zelf aanbaden. Ze hebben geprobeerd de grootheid, de goedheid van de Leraar van de andere gemeenschap te betwisten. Op deze manier is de mensheid verdeeld geraakt in groepen. De Soefi kijkt hiernaar vanuit een verdraagzaam standpunt. Hij zegt: eerbied te voelen voor een spiritueel ideaal, voor een menselijke persoonlijkheid is een individuele kijk, dat moet je iemand gunnen. Iemand die Boeddha hoog acht, laat hem. Die Mozes zeer hoog schat, laat hem. Iemand die eerbied heeft voor Jezus Christus, laat hem. De Soefi zegt: het is te heilig om je te bemoeien met het heilige ideaal van de Leraar die een ander hoog acht. Op deze manier is hij één met hen allen. Als je een Soefi vraagt: wat is jouw ideaal, aan welk ideaal houd jij vast? Dan zegt hij: Eén Leraar, de Enige die er altijd is geweest, die zei dat hij de Alpha en de Omega was, de eerste en de laatste. Al die verschillende namen waaraan de wereld groot belang hecht zijn de naam van één persoonlijkheid. Wat de naam ook is, de Soefi voelt geestvervoering, hij ziet één Persoonlijkheid achter al die namen. Met andere woorden, hij benoemt zijn Goddelijk Ideaal met ál die namen. Nu over het derde idee: het idee van de moraal. De volgelingen van de ene religie twisten met de volgelingen van een andere religie, omdat ze niet dezelfde moraal hebben, dezelfde morele standaard. Maar het is aanmatigend van een deel van de mensheid om anderen te beoordelen volgens de eigen morele standaard. Het is niet eerlijk om te proberen een andere gemeenschap te beoordelen vanuit het eigen gezichtspunt. Er is geen daad die je kunt aanwijzen als een zonde of een deugd, of goed of slecht. Dingen worden goed of slecht afhankelijk van de plaats, of de juiste of de verkeerde tijd. Goed en slecht worden begrepen door een natuurlijk inzicht van de ziel. De ziel is vol schoonheid en die zoekt schoonheid. Wat er ontbreekt is schoonheid, dat is het wat slecht genoemd kan worden. Datgene wat vol schoonheid is wordt deugd genoemd. Je kunt je hele leven preken: het is niet dit, het is niet dat, en je zult steeds merken dat je je vergist. O zeker, voor een bepaalde tijd werd een bepaalde leefregel gegeven. Maar het is niet juist om volgens die leefregel de religie van verschillende mensen te beoordelen. Daarom is het de taak van de Soefi om in zijn hart die gevoeligheid te wekken die hem in staat zal stellen om het verschil te zien tussen juist en verkeerd handelen, tussen goed en kwaad. En door het steeds toenemende aankweken van deze soort gevoeligheid bouwt de Soefi zijn karakter op. De Soefi is bereid om een ander te verdragen, om een ander te vergeven. Hij neemt zichzelf onderhanden als hij te kort schiet in schoonheid als hij zich uitdrukt in gedachten, woorden of daden. Nu over het vierde onderwerp: de vorm van eredienst. De vorm van eredienst van alle verschillende religies moet verschillend zijn. Maar het hangt af van wat men gewend is, wat past bij iemands aard. Je kunt geen algemene regel stellen en zeggen: deze vorm is verkeerd en die vorm is goed.