ROC Aventus te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw drs. A.J. Veldman MMO, hierna te noemen: de contactschool.

Transcriptie

1 Samenwerkingsovereenkomst van de bevoegde gezaggen van de onderwijsinstellingen en de contactgemeente van de RMC-regio Stedendriehoek 11 inzake het terugdringen van het aantal nieuwe voortijdige schoolverlaters in de jaren 2012 tot en met 2015 ten behoeve van subsidie voor het regionale programma. Partijen: 1 ROC Aventus te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw drs. A.J. Veldman MMO, hierna te noemen: de contactschool. 2 De Stichting Regionaal Opleidingen Centrum Aventus, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw drs. A.J. Veldman en de heer ing. G.A. Alewijnse, hierna te noemen: ROC Aventus 3 De RMC contactgemeente van de regio Stedendriehoek (11), te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door het college van B&W van de gemeente Apeldoorn, hierna te noemen: de contactgemeente. 4 De Stichting Carmel College, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. drs. A. van Ommeren, hierna te noemen: Etty Hillesum Lyceum. 5 De Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs De Waerdenborch, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. dr. H. Spanjer, hierna te noemen: De Waerdenborch. 6 Stichting Achterhoek VO, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. drs. C. Freriks, hierna te noemen: Het Stedelijk. 7 Vereniging Christelijk Voortgezet Onderwijs Zutphen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. drs. A.A.A. Hagt, hierna te noemen: Baudartius College. 8 De Stichting De Vrije School Noord en Oost Nederland, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door E.M. Plaschek (interim), hierna te noemen: Vrije School Zutphen. 9 De Stichting Isendoorn, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. E. Lutteke, hierna te noemen: Isendoorn College. 10 Stichting Staring College, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. N. Woonink, hierna te noemen: Staring College. 11 De Stichting Confessioneel Voortgezet Onderwijs Achterhoek*) te Doetinchem e.o., te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. I. Stans, hierna te noemen: Ulenhofcollege, locatie t Beeckland *) Per veranderd in Stichting Achterhoek VO.

2 12 AOC Oost, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. P.M.J. Duijsings hierna te noemen: AOC Oost (VO en MBO). 13 De samenwerkingsstichting Veluwse scholengroep en Stichting CVO Apeldoorn e.o., beide te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mw. F.H. Everts MPA, hierna te noemen: Veluwse Scholengroep/CVO. 14 Stichting AVOO, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevr. drs. M.R. Smits, hierna te noemen: Openbare Scholengemeenschap Apeldoorn en Gymnasium Apeldoorn. 15 De Vereniging voor Voortgezet Onderwijs op reformatorische grondslag voor Apeldoorn e.o., te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. drs. J. Otte, hierna te noemen: Jacobus Fruytier scholengemeenschap. 16 Het College van bestuur van het Reformatorisch Opleidingen centrum voor Middelbaar Beroepsonderwijs Hoornbeeck College, vestiging Apeldoorn, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. P. Bos, hierna te noemen: Hoornbeeck College. 17 Stichting Helicon Opleidingen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. drs. F.M. Hoeks, hierna te noemen: Helicon Opleidingen. 18 Stichting openbaar voortgezet onderwijs noordoost Veluwe, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. R. Dorreboom, hierna te noemen: RSG N.O. Veluwe. 19 Stichting ROC Deltion College, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. ing. W. Beun, hierna te noemen: Deltion College 20 Stichting Regionaal Opleidingen Centrum Arnhem (Rijn IJssel), te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevr. drs. C.G.W.G. K. Oirbons, hierna te noemen: Rijn IJssel 21 Stichting Landstede, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr.m.r. Westenberg, hierna te noemen: Landstede

3 Overwegingen: Met ingang van 1 augustus 2012 treedt de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten en prestatiesubsidie voor het voortgezet onderwijs (d.d. 10 maart 2012)(hierna: Regeling regionale aanpak ) in werking. In dat kader is op 30 maart 2012 door de bevoegde gezagen van de VO en MBO scholen met de RMC contactgemeente Apeldoorn en het Ministerie van OCW een VSV (voortijdig school verlaten) convenant gesloten (hierna: Convenant ). Doel van het Convenant (vgl. artikel 2 van het Convenant) is het borgen van bestuurlijke samenwerking tussen de RMC contactgemeente en de onderwijsinstellingen in de RMC regio met het oog op het realiseren van een zo hoog mogelijke reductie van het aantal jongeren in die RMC regio dat gedurende het studiejaar als nieuwe voortijdige schoolverlater wordt aangemerkt. Onderhavige overeenkomst is noodzakelijk in het kader van de subsidieaanvraag ex artikel 7 jo. 10 van de Regeling regionale aanpak. De subsidieaanvraag dient uiterlijk op 15 augustus 2012 ingediend te zijn bij de minister. Door het ondertekenen van onderhavige overeenkomst geven de scholen, in aansluiting op het convenant, ook aan binnen de eigen organisatie te werken aan het terugdringen van VSV zodat er geen jongere tussen wal en schip valt. Dit gebeurt o.a. door: monitoring van VSV in de onderbouw van het VO (voorgezet onderwijs); optimale inspanning van VO scholen, waaronder specifieke aandacht voor havo vwo, en mbo dat leerlingen/studenten geen VSV er worden; dat scholen zorgen dat er binnen hun school een contactpersoon is voor VSV zodat lokale en regionale activiteiten in samenhang worden opgepakt; aandacht voor het probleem voortijdig schoolverlaten in beleid en uitvoering op alle niveaus; een goede begeleiding van leerlingen en studenten inclusief het tijdig doorverwijzen naar 2 e lijns begeleiding/zorg binnen de school (vroegsignalering); een goede en zorgvuldige overgang van leerlingen van het VO naar het MBO of naar andere instellingen; een zorgvuldige intake en plaatsing van nieuwe MBO studenten; het betrekken van ouders bij diverse fases in de loopbaan van de leerling/student, ook waar het gaat om dreigende uitval (voor zover juridisch toegestaan). Voor de goede orde, de activiteiten genoemd in voorgaande alinea maken geen deel uit van het regionaal programma en zullen dus niet bekostigd/gefinancierd worden door de in het kader van de Regeling regionale aanpak aan te vragen subsidie. Voorts heeft onderstaande overeenkomst betrekking op de activiteiten die in het kader van de regiomiddelen gezamenlijk of door een aantal partijen samen worden ondernomen.

4 Komen het navolgende overeen: Artikel 1. Begripsbepalingen In deze samenwerkingsovereenkomst wordt verstaan onder: a. wet: de Wet educatie en beroepsonderwijs; b. Regeling regionale aanpak: de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten en prestatiesubsidie voor het voortgezet onderwijs (d.d. 10 maart 2012); c. regionaal programma: het regionaal programma voortijdig schoolverlaten, bedoeld in artikel 6 van de Regeling regionale aanpak; d.. onderwijsinstelling: regionaal opleidingencentrum als bedoeld in artikel van de wet, vakinstelling als bedoeld in artikel 1.3.2a van de wet, agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel van de wet, alsmede school voor voortgezet onderwijs, met uitzondering van een school voor praktijkonderwijs, als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs; en e. Samenwerkingspartners: de partijen uit onderhavige overeenkomst Artikel 2. Doel en wijze van samenwerking 1. De samenwerkingspartners sluiten op grond van artikel 7 van de Regeling regionale aanpak, een samenwerkingsovereenkomst voor het ontwikkelen en uitvoeren van een regionaal programma. 2. Het regionaal programma omvat maatregelen van onderwijsinstellingen die gezamenlijk en in overeenstemming met de RMC contactgemeente, blijkens een regionale analyse door de contactschool over de RMC regio, zijn gericht op het verminderen van het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters door enerzijds structurele borging van het voorkomen van voortijdig schoolverlaten in het onderwijsproces van de onderwijsinstellingen en anderzijds het bevorderen van de samenwerking tussen de onderwijsinstellingen onderling en gemeenten in die RMC regio. 3. De samenwerkingspartners hebben uit hun midden een contactschool aangewezen, bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Regeling regionale aanpak: te weten ín deze partij sub 1: de contactschool, de Stichting Regionaal Opleidingen Centrum Aventus. De contactschool is belast met het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Regeling regionale aanpak, tevens opgenomen in artikel 5 van onderhavige overeenkomst. 4. De samenwerkingspartners leveren een actieve bijdrage aan het ontwikkelen en het uitvoeren van het regionaal programma. Hiertoe nemen (vertegenwoordigers van de) afzonderlijke samenwerkingspartners onder meer deel aan overleggen over de voorbereiding, voortgang, monitoring en evaluatie van de maatregelen uit het regionaal programma. 5. Indien de contactschool voor het uitvoeren van één of meer maatregelen (een deel van de) middelen verstrekt aan een of meer van de samenwerkingspartners, informeert elke onderwijsinstelling de contactschool beleidsmatig over de voortgang van deze maatregel(en) en legt deze onderwijsinstelling financieel verantwoording af aan de contactschool voor de uitvoering van de maatregelen. Artikel 3. Duur en einde 1. De samenwerking wordt aangegaan voor de looptijd van het Convenant. 2. Onderhavige overeenkomst wordt van rechtswege ontbonden indien de beoogde subsidieaanvraag niet binnen de daarvoor geldende termijn integraal leidt tot de aangevraagde subsidieverstrekking, zonder dat daarbij tussen partijen ongedaanmakingsverplichtingen ontstaan. Artikel 4. Regionaal programma en afspraken over besteden van de subsidie

5 1 Er is een regionaal programma opgesteld op grond van artikel 6 van de Regeling regionale aanpak. 2. Het deel van de subsidie dat bestemd is voor beheers en coördinatiekosten bedraagt ,= per jaar (derhalve ,= voor 3 jaar). Artikel 5. Rol en activiteiten contactschool In samenhang met en in aanvulling op artikel 8, tweede lid, van de Regeling regionale aanpak heeft het bevoegd gezag van de contactschool in ieder geval tot taak: a. het informeren van de onderwijsinstellingen waarvan het bevoegd gezag het convenant voor de RMC regio heeft ondertekend over deelname aan het regionaal programma dat in de RMC regio wordt uitgevoerd; b. het mede namens de overige onderwijsinstellingen optreden als aanvrager en ontvanger van de subsidie die wordt verstrekt op grond van hoofdstuk 2 van de Regeling regionale aanpak; c. het betrekken van de RMC contactgemeente bij de totstandkoming van het regionaal programma d. het zorgen voor formele instemming van de RMC contactgemeente met het regionaal programma ten behoeve van de subsidieaanvraag; e. het onderhouden van contacten met de RMC contactgemeente over de uitvoering van het regionaal programma voor de RMC regio; f. het uitvoering geven aan de afspraken over de besteding van de subsidie die wordt verstrekt op grond van hoofdstuk 2 van de Regeling regionale aanpak en die als bijlage bij deze samenwerkingsovereenkomst zijn opgenomen; g. het initiëren van overleg op operationeel niveau over de voortgang van het regionaal programma; h. mogelijke overige taken omtrent de rol en activiteiten van de contactschool die partijen in gezamenlijk overleg nader overeenkomen. Artikel 6. Afspraken over het besteden van de subsidie 1. Het regionale programma dat is opgesteld op grond van hoofdstuk 2 van de Regeling regionale aanpak bevat de afspraken over de besteding van de subsidie aan de afgesproken regionale VSV maatregelen; 2. De subsidie wordt uitsluitend aangewend voor de VSV maatregelen die afgesproken zijn in het regionale programma; 3. Eventuele door een samenwerkingspartner niet bestede middelen, niet conform het regionaal programma bestede middelen of overschotten, worden door de betreffende samenwerkingspartner op eerste verzoek van de contactschool binnen 2 weken teruggestort op een door de contactschool aan te wijzen bankrekening; 4. De subsidie wordt uiterlijk in 2015 besteed; 5. De contactschool draagt jaarlijks zorg voor een financiële verantwoording naar de samenwerkingspartners; 6. De contactschool zal na de looptijd van het VSV convenant door middel van een accountantsverklaring financiële verantwoording over de besteding van de subsidie afleggen aan de subsidieverstrekker. Artikel 7. Afspraken over monitoring en evaluatie 1. De contactschool verleent medewerking aan het onderzoek naar de effecten van het regionale programma.

6 2. De samenwerkingspartners verlenen op verzoek van de contactschool hun medewerking aan het onderzoek en leveren desgevraagd de verzochte informatie voor dit onderzoek aan de contactschool. Artikel 8. Slotbepalingen 1. Deze overeenkomst kan slechts gewijzigd worden met voorafgaande, schriftelijk en unanieme instemming van alle samenwerkingspartners. 2. Indien een of meerdere bepalingen van de overeenkomst niet rechtsgeldig c.q. nietig blijkt/blijken te zijn, blijven de overige bepalingen van deze overeenkomst onverminderd van kracht. De niet rechtsgeldige c.q. nietige bepaling(en) wordt/worden door partijen vervangen door een of meerdere bepalingen die wel rechtsgeldig zijn en zoveel mogelijk aansluiten bij de strekking van de te vervangen bepaling(en). 3. Indien in van toepassing zijnde (nieuwe) wet en regelgeving en/of in de definitieve subsidieverstrekking aanvullende dan wel afwijkende verplichtingen cq voorwaarden zijn opgenomen voor de samenwerkingspartners, dan prevaleren deze verplichtingen c.q. voorwaarden boven de in onderhavige overeenkomst opgenomen verplichtingen c.q. voorwaarden. Aldus op 5 juli 2012 overeengekomen en in eenentwintigvoud ondertekend: [partijen] zie bijlage