Ontwerp Projectplan Waterwet Nieuwbouw gemaal Noord-Linschoten

Transcriptie

1 Ontwerp Projectplan Waterwet Nieuwbouw gemaal Noord-Linschoten Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 20 april 2016 Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Afdeling Waterbeheer Jeroen Worm DM

2 Inhoud Voornemen...3 Leeswijzer...3 DEEL I. Nieuwbouw Gemaal Noord-Linschoten...4 I.1 Ligging plangebied...4 I.2 Projectonderdelen...4 I.3 Situatie en beschikbaarheid van percelen...4 I.4 Proces van ontwerp en uitvoering...6 I.4.1 Studie en ontwerp...6 I.4.2 Vergunningprocedures...6 I.4.3 Aanbesteding...7 I.4.4 Uitvoering...7 I.5 Legger...7 I.6 Beheer en onderhoud...7 DEEL II. Verantwoording...9 II.1 Aanleiding projectplan...9 II.2 Gewenste situatie...9 II.3 Effecten van het plan...9 II.3.1 Positieve effecten...9 II.3.2 Negatieve effecten...9 II.4 Verantwoording op basis van wet- en regelgeving...10 II.5 Verantwoording op basis van beleid...11 II.6 Verantwoording van de keuzen in het project...11 DEEL III. Rechtsbescherming...12 III.1 Procedure...12 III.2 Nadeelcompensatie...13 DEEL IV. Bijlagen...14 BIJLAGE 1 Uitgangspunten ontwerp...14 BIJLAGE 2 Situatie nieuwe gemaal, maalvliet en te verbeteren watergangen

3 Voornemen Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is voornemens, gelet op artikel 5.4 van de Waterwet in verband met artikel 4 van de Delegatieregeling HDSR, het voorliggend ontwerp-projectplan voor de nieuwbouw van gemaal Noord-Linschoten, verbreding van watergangen en aanleg van een maalvliet vast te stellen en uit te voeren in overeenstemming met het bepaalde in dit ontwerp-projectplan. Overéénkomstig artikel 5.4 lid 2 van de Waterwet bevat het ontwerp-projectplan een beschrijving van het werk, de wijze waarop het wordt uitgevoerd en een beschrijving van de te treffen voorzieningen gericht op het ongedaan maken van de nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk. Het ontwerp-projectplan gaat vergezeld van een opsomming van de benodigde vergunningen en meldingen voor de voorgenomen activiteiten op grond van de geldende wettelijke kaders. Het projectgebied ligt in de polder Noord-Linschoten. Dit ontwerp-projectplan ligt ter inzage van 27 mei 2016 tot 9 juli Leeswijzer Dit Ontwerp Projectplan beschrijft alle relevante aspecten van het voorgenomen werk, de wijze van uitvoering en het proces dat het waterschap hierbij volgt binnen de wettelijke kaders. Het ontwerp projectplan Nieuwbouw gemaal Noord-Linschoten bestaat uit vier delen. Deel I beschrijft wat het waterschap gaat doen en hoe het werk wordt uitgevoerd. Deel II geeft een verantwoording van het voorgenomen project vanuit diverse invalshoeken. Deel III geeft informatie over de rechtsbescherming en de procedures die hiervoor beschikbaar zijn. Deel IV bevat bijlagen bij de delen I t/m III. 3

4 DEEL I. Nieuwbouw Gemaal Noord- Linschoten I.1 Ligging plangebied Het plangebied ligt in het watergebiedsplan Linschoterwaard, in de polder Noord-Linschoten circa 500 meter ten noord-oosten van Oudewater. In figuur 1 is de locatie van het plangebied binnen het beheergebied van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden weergegeven. De polder Noord-Linschoten maakt samen met de polders rond Bodegraven, Zegveld en Woerden deel uit van het Oude Rijngebied. Dit is het deel van het beheergebied van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden dat afwatert naar de Oude Rijn. De Oude Rijn watert bij Bodegraven af naar het buurwaterschap het Hoogheemraadschap van Rijnland. De locatie van het nieuwe gemaal is langs de Lange Linschoten tussen Noord- Linschoterzandweg 32 en 35. Het huidige gemaal ligt circa 200 meter naar het zuiden ingeklemd tussen Noord-Linschoterzandweg 38 en 40. figuur 1: Ligging plangebied I.2 Projectonderdelen Dit ontwerp projectplan bevat projectonderdelen die - in samenhang met elkaar - bijdragen aan het oplossen van knelpunten met betrekking tot het watersysteem en specifiek de wateropgave in het Oude Rijngebied, vismigratie en waterkwaliteit. Het plan bestaat uit de volgende onderdelen (zie figuur 2 op pagina 5): een gemaal wat vispasseerbaar is; verbreding van watergangen; een maalvliet met natuurvriendelijke oevers. I.3 Situatie en beschikbaarheid van percelen In Deel IV is in bijlage 2 nauwkeurig aangegeven op welke percelen de inrichting van het nieuwe gemaal, de nieuwe maalvliet en de te verbreden watergangen zijn voorzien. Met de eigenaren van de percelen is een kavelruil afgesproken waarbij de benodigde grond voor het waterschap is vrijgeruild. Het waterschap zet deze gronden in voor de realisatie van de wateropgave, aanleg van een maalvliet met natuurvriendelijke oevers en voor de nieuwbouw van een gemaal. 4

5 a figuur 2: Locatie gemaal, maalvliet en te verbeteren watergangen. 5

6 I.4.1 I.4 Proces van ontwerp en uitvoering Studie en ontwerp In de studie en ontwerp fase worden diverse locatiegebonden omgevingsonderzoeken uitgevoerd. Het gaat om onderzoeken met betrekking tot de bestaande geotechnische en milieuhygiënische situatie en de ligging van riolering, kabels en leidingen. Ook worden de archeologische, cultuurhistorische en ecologische aspecten van het plan goed in beeld gebracht. De verkregen informatie wordt ingebracht in het ontwerpproces. Het ontwerpproces kent twee mijlpalen: het Voorlopig Ontwerp (VO) en het Definitief Ontwerp (DO). Op basis van het DO kunnen de benodigde vergunningen worden aangevraagd. De technische eisen en uitgangspunten voor het ontwerp zijn opgenomen in Deel IV Bijlage 1. I.4.2 Vergunningprocedures Het vigerend bestemmingsplan Landelijk gebied Oudewater & Willeskop is vastgesteld op 4 juli Op het plangebied liggen een enkel bestemming en twee dubbelbestemmingen: Agrarisch met waarde landschap Waterstaatwerk waterkering Archeologische verwachtingswaarde hoog Binnen dit bestemmingsplan is het toegestaan om de locatie aan de Noord-Linschoterzandweg in te richten met een gemaal, maar de bouwregels staan de bouw ervan in de weg. Om het gemaal te kunnen bouwen is daarom een omgevingsvergunning nodig van de gemeente. Een deel van het plangebied, namelijk het gebied binnen een afstand van 100 m van de oevers van de Lange Linschoten, heeft een hoge archeologische verwachtingswaarde. Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning is een archeologisch onderzoek nodig. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek kunnen leiden tot verplichtingen voor het uitvoeren van het werk. Het waterschap gaat voor het aanvragen van de benodigde vergunningen en ontheffingen tijdig en op structurele basis overleg voeren met de betrokken bevoegde gezagen. Dit ter voorkoming van onvolledige vergunningsaanvragen en verrassingen. Het waterschap zorgt voor de volgende aanvragen van vergunningen en ontheffingen en meldingen bij bevoegde gezagen: Flora- en faunawet. Uit een Natuurtoets moet blijken of door de activiteit verbodsbepalingen in de Flora en Faunawet overtreden worden. Zo ja, dan dient een ontheffing te worden aangevraagd bij het ministerie van EZ; Ontgrondingsvergunning. We spreken over ontgronden als er gegraven wordt in de bodem en het maaiveld tijdelijk dan wel permanent wordt verlaagd. Op basis van de Ontgrondingenwet en de Ontgrondingenverordening is voor het graven van watergangen een vergunning nodig van de Provincie; Ontheffing Landschapsverordening. Om de natuurwetenschappelijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden in het landschap te beschermen, heeft de provincie Utrecht de Landschapsverordening provincie Utrecht 2011 (Lsv). Voor het dempen van sloten dient een ontheffing te worden aangevraagd; Melding Activiteitenbesluit. Gelijktijdig met de aanvraag voor een omgevingsvergunning dient een melding Activiteitenbesluit te worden gedaan; Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning is een vergunning voor bouwen, milieu en ruimte. Voor de bouw van een gemaal, het kappen van bomen, werkzaamheden in gebied 6

7 I.4.3 met archeologische waarde etc. is een omgevingsvergunning nodig van de gemeente Oudewater. In het plangebied komen zones voor met lage en hoge archeologische verwachtingswaarde. De oevers van de Lange Linschoten hebben tot een afstand van 100 m van de oever een hoge archeologische verwachtingswaarde. Dit betekent dat archeologisch vooronderzoek uitgevoerd dient te worden bij ingrepen groter dan 200 m 2 en dieper dan 30 cm beneden maaiveld. Voor het overige deel van het plangebied geldt een lage archeologische verwachtingswaarde. Hiervoor geldt een archeologisch onderzoeksplicht bij ingrepen groter dan m 2 en dieper dan 30 cm beneden maaiveld. Aanbesteding Op basis van het programma van eisen en de afspraken met de grondeigenaren maakt het waterschap een bestek. In dit bestek worden de werkzaamheden voor de aannemer(s) technisch uitgewerkt. De aannemer werkt bij al haar handelingen volgens de wettelijk geldende bepalingen en de specifieke randvoorwaarden die in het bestek zijn opgenomen. I.4.4 Uitvoering Het werk wordt deels op gronden van derden uitgevoerd. In overleg met de eigenaren worden de werkzaamheden besproken en de beste wijze van uitvoering bepaald. De werkvolgorde zal op hoofdlijnen door het waterschap worden bepaald, waarbij de waterafvoer te allen tijde gewaarborgd moet blijven. Een van de uitgangspunten is het werken met een zoveel mogelijk gesloten grondbalans. Bij de uitvoering wordt het grondverzet zoveel mogelijk beperkt. De verbreding van de watergangen Achtervliet, Achterwetering en Voorwetering is niet afhankelijk van andere projectonderdelen. Zodra de uitvoering van deze verbreding mogelijk is, kan deze worden uitgevoerd. Bij de bouw van de verschillende projectonderdelen wordt waar nodig trillingsarm gewerkt. Daarnaast worden de transportbewegingen tot een minimum beperkt door te werken met een gesloten grondbalans. Dat betekent dat alle ontgraven en aan te brengen hoeveelheden grond zoveel mogelijk binnen het plangebied blijven, waardoor er zo min mogelijk grond hoeft te worden aangevoerd of afgevoerd. Bij de uitvoering wordt rekening gehouden met alle voorschriften die ten grondslag liggen aan de verkregen vergunningen en ontheffingen voor het werk. I.5 Legger De wijzigingen in de vorm en afmetingen van watergangen en kunstwerken als gevolg van dit project worden vastgelegd in de eerstvolgende herziening van de Legger Oppervlaktewateren van het waterschap. De legger is in het kader van de Waterwet en de Waterschapswet opgesteld. De Legger Oppervlaktewateren bestaat uit kaarten en teksten. In de legger vindt de juridische vastlegging plaats van zaken als de ligging, vorm, afmeting en constructie van oppervlaktewateren. De legger is bepalend voor de onderhoudsverplichtingen met betrekking tot de instandhouding van de waterstaatswerken. Op basis van de uiteindelijke maatvoering van de watergangen en kunstwerken zal de legger worden aangepast bij een revisie. Tot die tijd moeten de oevers en watergang onderhouden c.q. in stand worden gehouden worden volgens dit ontwerp-projectplan. I.6 Beheer en onderhoud Het beheer en onderhoud van het nieuwe gemaal met vispassage ligt bij Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. 7

8 Daarnaast komt ook het beheer en onderhoud van het natte profiel van de nieuw te graven Maalvliet met natuurvriendelijke oever bij het hoogheemraadschap te liggen. Voor het talud (de zone boven het waterpeil) zijn de aanliggende eigenaren onderhoudsplichtig. Binnen het plangebied worden de primaire watergangen: Achterwetering, Voorwetering en Achtervliet al door het hoogheemraadschap onderhouden. De onderhoudsverplichtingen zijn vastgelegd in de Legger Oppervlaktewateren. Na realisatie van de maatregelen in dit plan zullen de gerealiseerde kunstwerken worden ingemeten en opgenomen worden in het beheerregister. De wijzigingen in het watersysteem worden verwerkt in de eerstvolgende leggerwijziging. 8

9 DEEL II. Verantwoording II.1 Aanleiding projectplan Het bestaande gemaal Noord-Linschoten is sterk verouderd, heeft dringend groot onderhoud nodig en ligt ingeklemd tussen enkele woningen, waardoor het gemaal slecht bereikbaar is. De ernstige storingen uit de afgelopen jaren geven duidelijk aan dat dit gemaal aan het einde van zijn levensduur is. Vanuit de GOP Kunstwerken staat gemaal Noord-Linschoten ook op de planning voor het uitvoeren van groot onderhoud. Daarnaast is de huidige capaciteit van het gemaal niet meer toereikend. Tenslotte liggen in deze polder kansen voor verbetering van de waterkwaliteit en oplossing van het knelpunt in de vismigratie. II.2 Gewenste situatie De gewenste situatie is een nieuw visvriendelijk en goed bereikbaar gemaal met een capaciteit van minimaal 1 m 3 /sec, waarmee het overtollige water uit de polder Noord-Linschoten kan worden afgevoerd op de Lange Linschoten. De nieuwe inrichting dient een bijdrage te leveren aan een vermindering van de wateropgave en aan een verbetering van de waterkwaliteit in de polder Noord-Linschoten. In de nieuwe situatie dient het knelpunt in de vismigratie te zijn opgelost. II.3 Effecten van het plan II.3.1 Positieve effecten Door installatie van dit nieuwe gemaal wordt een adequaat en nauwkeurig peilbeheer mogelijk gemaakt en wordt een deel van de wateropgave in de polder Noord-Linschoten opgelost. De verbreding van de nieuwe hoofdwatergang ( Maalvliet ) en de hoofdwatergangen Voor- en Achterwetering en Achtervliet dragen bij aan extra bergingscapaciteit in de polder en daarmee aan een vermindering van de wateropgave. Het huidige gemaal is slecht bereikbaar voor beheer en onderhoud. Op de nieuwbouwlocatie is het gemaal beter bereikbaar. Ook zal de geluid- en trillingsoverlast van het huidige gemaal verdwijnen. Het oude gemaal is tegen de woning Noord-Linschoterzandweg 40 aan gebouwd. Door aanleg van enkele natuurvriendelijke oevers zal de waterkwaliteit in de polder Noord- Linschoten verbeteren. Door de aanleg van een vispassage wordt een knelpunt voor de vismigratie opgelost. Vissen kunnen vanuit polder Noord-Linschoten de Lange Linschoten inzwemmen en vice versa. Dit draagt bij aan de KRW-doelstellingen en de kerntaak Schoon water van het waterschap. II.3.2 Negatieve effecten Leefomgeving De directe leefomgeving van omwonenden verandert. Omliggende woningen bevinden zich op een afstand van 30 meter of meer van het gemaal. Doelstelling is dat het gemaal zo goed mogelijk wordt ingepast in de landelijke (agrarische) omgeving. Hierbij zal met de meest nabij gelegen omwonenden contact worden opgenomen over de werkzaamheden. 9

10 Geluid De behuizing van het gemaal wordt zodanig geïsoleerd en de installatie wordt zodanig uitgevoerd dat de geluidbelasting niet boven de maximaal toegestane waarden uitkomt. Verkeer en transport Bij het gemaal zal een in-/uitrit worden gemaakt. Deze inrit zal worden gebruikt voor inspectie, beheer en onderhoud. Er wordt gewerkt met een gesloten grondbalans, wat betekent dat vrijwel alle ontgravingen en aan te brengen hoeveelheden grond binnen het plangebied blijven. Hierdoor wordt het aantal transportbewegingen (aanvoer materieel) en daarmee de overlast voor de omgeving ten gevolge van verkeer en transport, tot een minimum beperkt. Flora en Fauna De geplande ingrepen geven een tijdelijke verstoring van de plaatselijke flora en fauna. Uiteindelijk hebben de maatregelen een positieve bijdrage aan de flora en fauna. Cultuurhistorie en Archeologie Voor de hoofdmaatregelen van het watergebiedsplan Linschoterwaard is een verkennend onderzoek uitgevoerd naar cultuurhistorie en archeologie. Dit project is één van deze hoofdmaatregelen en bevindt zich in een gebied met verschillende cultuurhistorische en archeologische waarden. Bij het ontwerp en uitvoering van het project wordt hiermee rekening gehouden. II.4 Verantwoording op basis van wet- en regelgeving De toepassing van de Waterwet is op grond van artikel 2.1 gericht op: het voorkomen en waar nodig beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen. Toelichting: Voorkomen en beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste Door de bouw van het nieuwe gemaal wordt een deel van de wateropgave voor de polder Noord-Linschoten opgelost. De verbreding van de maalvliet, Voor- en Achterwetering en Achtervliet garandeert een goede waterafvoer en doorvoer en draagt bij aan het waterbergend vermogen van het watersysteem. Bescherming en verbetering van de chemische en ecologische waterkwaliteit De oevers van de Maalvliet worden waar mogelijk natuurvriendelijk ingericht. Natuurvriendelijke oevers bieden belangrijke leef- en ontwikkelgebieden voor planten, vissen en dieren. Natuurvriendelijke oevers kennen een zuiverende werking op de waterkwaliteit. Door het gemaal vispasseerbaar te maken is het voor vissen mogelijk om vanuit de Lange Linschoten de polder in te zwemmen en van de polder de Lange Linschoten in. Vervulling van maatschappelijke functies watersysteem De maatregelen uit dit projectplan dragen niet verder bij aan maatschappelijke functies anders dan waar de maatregelen direct voor bedoeld zijn: voorkomen van wateroverlast. 10

11 II.5 Verantwoording op basis van beleid De vervanging van het gemaal maakt onderdeel uit van het Groot Onderhoudsplan Kunstwerken (GOP kunstwerken). Voor het waterbeheer en de veiligheid speelt het onderhoud van watergangen, oevers, waterkeringen en kunstwerken een belangrijke rol. Het doel van het onderhoud aan kunstwerken is, om het stelstel van kunstwerken in goede conditie te hebben en te houden; het op elkaar en de veranderende lokale situatie af te stemmen; het zo eenvoudig en overzichtelijk mogelijk te kunnen onderhouden en bedienen. Zodat op elk gewenst moment de vereiste waterbeheerstaken uitgevoerd kunnen worden. In de Waterkoers Samen doen is als doel opgenomen dat het regionale watersysteem, wat betreft wateroverlast, op orde is. De nieuwbouw van het gemaal en de verbreding van de watergangen dragen bij aan het oplossen van de wateropgave in het Oude Rijngebied. De aanleg van de natuurvriendelijke oevers en het vispasseerbaar maken van het gemaal dragen eveneens bij aan het realiseren van de doelen voor waterkwaliteit en ecologie voor de polder Noord-Linschoten, zoals opgenomen in het watergebiedsplan Linschoterwaard. II.6 Verantwoording van de keuzen in het project Het waterschap heeft in 2013 een onderzoek uitgevoerd ten behoeve van de locatiekeuze van het nieuwe gemaal Noord-Linschoten, waarbij twee mogelijke locaties voor realisatie van het nieuwe gemaal zijn beoordeeld. De twee beoordeelde locaties zijn de Noord-Linschoterzandweg nummer 35 en nummer 55. In het locatiekeuzerapport was aanvankelijk Noord-Linschoterzandweg 55 de voorkeurslocatie, met name omdat er voor deze locatie mogelijkheden waren tot de noodzakelijke grondverwerving. Deze locatie scoorde echter slechter op maatschappelijk draagvlak en waterhuishouding. Na vaststelling van het locatiekeuzerapport (7 januari 2014) is de mogelijkheid ontstaan om BBL gronden in de polder Noord-Linschoten over te nemen en in te zetten voor onze doelen binnen de Linschoterwaard. Met inzet van deze gronden zijn de grondonderhandelingen voor locatie Noord-Linschoterzandweg 35 nogmaals gevoerd met als resultaat een kavelruil met een aantal agrariërs. In deze kavelruil is grond vrijgeruild voor het gemaalterrein, het graven van de maalvliet en de verbreding van enkele watergangen. Het nieuwe gemaal bij Noord-Linschoterzandweg 35 kan hierdoor op een voor de waterhuishouding betere locatie worden gerealiseerd. Ook vanuit de Stichting Hugo Kotestein is de voorkeur voor laatstgenoemde locatie aangegeven, omdat het gemaal dan minder in het zicht ligt en de inbreuk op het open landschap vanuit Oudewater minder groot is. 11

12 DEEL III. Rechtsbescherming III.1 Procedure Zienswijze in de ontwerpfase Het ontwerp-projectplan ligt gedurende zes weken ter inzage van 27 mei 2016 tot 9 juli Belanghebbenden kunnen tijdens deze periode hun zienswijze over het ontwerp-projectplan naar keuze schriftelijk of mondeling kenbaar maken. Vaststelling definitieve projectplan De zienswijzen of inspraakreacties worden in behandeling genomen. Als een zienswijze gegrond wordt geacht, is het ontwerp-projectplan daarop aangepast. Alle zienswijzen zijn met de beantwoording gebundeld in de bijbehorende inspraaknota. Het projectplan wordt samen met de inspraaknota door het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden vastgesteld. Beroep na vaststelling projectplan Na vaststelling van het definitieve projectplan heeft een belanghebbende die een zienswijze heeft ingediend op het ontwerp-projectplan de mogelijkheid beroep in te stellen bij de Rechtbank conform artikel 8:1 Algemene wet bestuursrecht. Belanghebbende dient daartoe binnen zes weken na de bekendmaking van het vastgestelde definitieve projectplan een beroepschrift in te dienen bij de Rechtbank. Een beroepschrift dient tenminste te bevatten: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het projectplan waartegen het beroepschrift is gericht en de gronden van het beroep. Een beroepschrift moet in tweevoud worden gericht aan Rechtbank Midden-Nederland, Postbus 16005, 3500 DA, Utrecht onder overlegging van dit projectplan. Het beroep kan ook digitaal ingesteld worden bij genoemde rechtbank via Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Voor het indienen van beroep is griffierecht verschuldigd van 165,-- voor een natuurlijk persoon en 328,-- voor een rechtspersoon. Voorlopige voorziening Aangezien het instellen van beroep geen schorsende werking heeft (dat wil zeggen dat het projectplan direct in werking treedt), kan een verzoek om voorlopige voorzieningen (schorsing) worden ingesteld indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen dat vereist. Dit verzoek moet worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht, op het bovengenoemde adres. Een voorwaarde hiervoor is dat ook beroep wordt ingesteld. Voor het verzoek tot voorlopige voorziening is opnieuw griffierecht verschuldigd van 165,- voor een natuurlijke persoon en 328,- voor een rechtspersoon. Wij verzoeken u vriendelijk een afschrift van het beroep en/of het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe te zenden aan het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. 12

13 III.2 Nadeelcompensatie Voor schade die een gevolg is van (op zichzelf rechtmatige) besluiten of rechtmatig feitelijk handelen, kunnen belanghebbenden een verzoek tot schadevergoeding bij het waterschap doen op grond van het bepaalde artikel 7.14 van de Waterwet. Een belanghebbende komt voor een vergoeding in aanmerking, voor zover de schade redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voor zover de vergoeding niet of niet voldoende anderszins verzekerd is. Het verzoek tot vergoeding van de schade bevat een motivering en een onderbouwing van de hoogte van de gevraagde schadevergoeding. Op de hierboven bedoelde verzoeken om schadevergoeding is naast artikel 7.14 van de Waterwet ook de Nadeelcompensatieregeling van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden van toepassing. 13

14 DEEL IV. Bijlagen BIJLAGE 1 Uitgangspunten ontwerp Uitgangspunten voor het ontwerp algemeen Voldoen aan het Bouwbesluit; Voldoen aan geldende ARBO, veiligheid en milieuvoorschriften; Voldoen aan de Leidraad Waterkerende Kunstwerken TAW 2003; De duurzaamheidseisen beschreven door Agentschap NL van het Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie. Uitgangspunten voor ontwerp maalvliet Het hydraulisch profiel van de maalvliet is minimaal 9 m 2 ; De Maalvliet wordt van natuurvriendelijke oevers voorzien; Uitgangspunten ontwerp gemaal De gemaalcapaciteit is 60 m 3 /min; Levensduur civieltechnische en bouwkundige onderdelen is 100 jaar; Het gemaal voorzien van een geautomatiseerde grofvuilroosterreiniger met toebehoren. Het gemaal voorzien van een vispassage; Landschappelijk inpassing; Gemaal terrein goed bereikbaar vanaf de Noord-Linschoterzandweg; Gemaal terrein voorzien van de nodige arbo-maatregelen. Denk hierbij aan afsluitmogelijkheden van het gemaalterrein; Bij het ontwerpproces en de landschappelijke inpassing kunnen bovenstaande uitgangspunten wijzigen. Het waterschap zal hier indien nodig een kostenbaten afweging maken. 14

15 BIJLAGE 2 Situatie nieuwe gemaal, maalvliet en te verbeteren watergangen 15