Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van een contract voor de jaren

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Dienst Maatsthappelijke en Culturele Zaken Raadsbij lage nummer 90 Inboelrnummer 98uoooozz Beslisdatum Bhw s6 mei r 998 Dossiemummer Sas.aog Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van een contract voor de jaren r gg8 en r ggg met Peuterspeelzalen Eindhoven 1 Inleiding In het raadsbesluit (commissiedossier nr. WG 36.02) van 16 oktober 1995 is besloten tot een beperkte professionalisering van het peuterspeelzaalwerk over te gaan. In aansluiting daarop is op 17 september 1996 een tweejarig contract met Peuterspeelzalen Eindhoven afgesloten tot 1 januari Op basis van de evaluatie van de professionalisering en het Ondernemingsplan 1998 dient opnieuw een contract te worden vastgesteld. Het voorlopige contract, dat onderdeel uitmaakt van het contractendossier is reeds eerder ter besluitvorming aangeboden. Doordat de overname van de peuterspeelzalen van Buurtwerk Eindhoven in het laatste kwartaal van 1997 zijn beslag heeft gekregen, wordt dit dossier betreffende het definitieve contract nu aangeboden. 2 Voorgeschiedenis Op 16 oktober 1995 werd door de gemeenteraad besloten tot een beperkte professionalisering van Peuterspeelzalen Eindhoven. Hiervoor zijn de volgende kaders vastgesteld: 1 de professionalisering dient te leiden tot het aanbieden van 305 dagdelen opvang waardoor ongeveer peuters kunnen worden opgevangen; 2 met ingang van 1 januari 1998 dient de instelling een sluitende begroting te hebben; 3 de professionalisering dient in twee fasen tot stand te komen, waarbij in de eerste fase prioriteit wordt gegeven aan de achterstandsgebieden en de tweede fase in 1997 dient te worden afgerond. Over deze professionalisering heeft Peuterspeelzalen Eindhoven een evaluatie ingediend (bijlage, ligt voor u ter inzage). Daarnaast werd in 1996 gestart met gesprekken met Buurtwerk Eindhoven over de overname van de zeven Buurtwerk Eindhoven-peuterspeelzalen. Professionalisering. Het professionaliseringsproces van vrijwilligersorganisatie naar een professionele

2 organisatie heeft als volgt plaatsgevonden: fase 1: in de periode van 1 februari 1996 tot 1 september 1996 werd de eerste tranche, zijnde twintig peuterspeelzalen (in OVG-gebieden) geprofessionaliseerd. Drie peuterspeelzalen werden vervroegd geprofessionaliseerd in verband met het vertrekken van de vrijwilligers; fase 2: in de periode van 1 september 1996 tot 1 februari 1997 werd de professionalisering van de eerste tranche peuterspeelzalen geconsolideerd en geoptimaliseerd; fase 3: in de periode van 1 februari 1997 tot 1 oktober 1997 werd de professionalisering van de tweede tranche, zijnde zeventien peuterspeelzalen gerealiseerd. Op 1 oktober 1997 werd het professionaliseringsproces van Peuterspeelzalen Eindhoven afgesloten. Overname zelfstandige peuterspeelzalen. In de afgelopen periode zijn drie zelfstandige peuterspeelzalen door Peuterspeelzalen Eindhoven overgenomen. De twee peuterspeelzalen van de Vrije Scholen hebben er voor gekozen om als zelfstandige peuterspeelzalen te blijven functioneren; het subsidiebudget en de taakstelling van deze twee peuterspeelzalen zullen echter wel aan Peuterspeelzalen Eindhoven worden toegevoegd. Ditzelfde geldt voor het budget en taakstelling van de peuterspeelzaal Pim Pam Pet, gespecialiseerd in de opvang van kinderen met taal-, spraak- en/of gehoorproblemen welke per 1 september 1997 werd overgedragen aan Instituut St. Marie. Overname peuterspeelzalen Buurt vverk Eindhoven. Op 7 december 1997 werd door het college van burgemeester en wethouders besloten het peuterspeelzaalwerk van Buurtwerk Eindhoven per 1 januari 1998 over te laten gaan naar Peuterspeelzalen Eindhoven. De formele overdracht van deze peuterspeelzalen heeft met ingang van 1 februari 1998 plaatsgevonden; met de betrokken partijen is afgesproken dat de financien over de maand januari 1998 onderling geregeld worden. Het betreft zeven peuterspeelzalen en 45 dagdelen (inclusief het derde dagdeel). Daarnaast zal Peuterspeelzalen Eindhoven de functie opvoedingsondersteuning en ontwikkelingsstimulering voor kinderen van 0-4 jaar gaan uitvoeren. Het pedagogisch raamplan met betrekking tot de basis- en plusfunctie zal uiterlijk 1 januari 2000 worden vastgesteld en aan de gemeenteraad aangeboden. Geconcludeerd kan worden dat de overname van zowel de zelfstandige peuterspeelzalen als de peuterspeelzalen van Buurtwerk Eindhoven is gerealiseerd. Tijdens de eerste periode van de professionalisering is het pedagogisch raamplan door het bestuur van Peuterspeelzalen Eindhoven vastgesteld, waarin de uitgangspunten voor het pedagogisch handelen zijn vastgelegd. Dit raamplan behelst met

3 name de basisfunctie van het peuterspeelzaalwerk. De invulling van de zogenaamde plusfunctie zal door Peuterspeelzalen Eindhoven in de komende contractperiode worden ontwikkeld en uitgevoerd. Aanbieden derde dagdeei. Bij vaststelling van het contract voor de jaren met Peuterspeelzalen Eindhoven is het aanbieden van het derde dagdeel buiten beschouwing gelaten; Peuterspeelzalen Eindhoven verzoekt nu om subsidiering van deze activiteit. 3 Probleemstelling Ten behoeve van 1998 heeft Peuterspeelzalen Eindhoven een ondernemingsplan opgesteld (bijlage, ligt voor u ter inzage). Onderdelen hiervan worden hierna verder uitgewerkt. Aanbieden derde dagdeel. In het voorstel tot beperkte professionalisering was het aanbieden van een derde dagdeel niet opgenomen en daarmee ook niet in de berekening van het budget van Peuterspeelzalen Eindhoven. De instelling stelde zich op het standpunt dat dit derde dagdeel van grote betekenis is in de voorschoolse periode en bovendien door veel ouders min of meer als verworven recht wordt beschouwd. Verder was Peuterspeelzalen Eindhoven van mening dat het stoppen van een derde dagdeel om het vervolgens in het kader van onderwijsachterstandsbestrijding opnieuw op te bouwen, zou kunnen leiden tot onbegrip bij en teruglopend vertrouwen van ouders. Peuterspeelzalen Eindhoven heeft dit aanbod de afgelopen twee jaren uit eigen middelen gecontinueerd en verzoekt nu om subsidiering van de kosten van het derde dagdeel voor 3-4 jarigen welke niet door de ouderbijdragen worden afgedekt, Het derde dagdeel voor 3-4 jarigen speelt een belangrijke rol in de aansluiting tussen peuterspeelzaal en basisonderwijs. Schakelmomenten als de overgang van speelzaal naar basisschool, de overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs, enzovoorts blijken momenten te zijn waar problemen zich extra sterk doen gelden. Het derde dagdeel draagt bij aan het verbeteren van de aansluiting tussen speelzaal en groep 1 van de basisschool, zeker doordat de activiteiten daarop zijn afgestemd en er andere eisen aan de kinderen worden gesteld. Kinderen leren regelmaat kennen, om te gaan met regels en structuur, werken in groepsverband, en dergelijke. Projecten in samenwerking met bijvoorbeeld de bibliotheek rond lezen en taal worden met name in het derde dagdeel georganiseerd. In het bijzonder in de OVG-gebieden en met name voor allochtone kinderen is het derde dagdeel van groot belang. Het aanbieden van een derde dagdeel beperkt problemen bij de schakel tussen de voorschoolse periode en het basisonderwijs. Door met de activiteiten reeds in te spelen op de methodiek van het basisonderwijs heeft deze schakel een natuurlijker verloop en heeft het een preventieve werking, daar het eventuele onderwijs-

4 %ir achterstanden bestrijdt. Een dergelijke inzet van een activiteit sluit aan op het nog te behandelen jeugdbeleid. Ouderbijdrage. Peuterspeelzalen Eindhoven kent een systeem van inkomensafhankelijke ouderbijdrage. Sinds de start van de professionalisering is de ouderbijdrage eenmaal verhoogd met f 2,ÃćâĆňâĂİ (het laagste tarief is f 31,ÃćâĆňâĂİ per maand). Door Peuterspeelzalen Eindhoven wordt voorgesteld de ouderbijdragen per 1 januari 1998 te indexeren met 2,75%. De ouderbijdragen bij de voorheen Buurtwerk Eindhoven-peuterspeelzalen worden tot de zomervakantie van 1998 gehandhaafd op het huidige (lagere) niveau. Vanaf september 1998 zal voor deze peuterspeelzalen dezelfde ouderbijdrage als voor de overige peuterspeelzalen worden gehanteerd. Dit houdt in dat de vaste ouderbijdrage tabel wordt vervangen door een inkomensafhankelijke tabel. Plusfunctie. Binnen Buurtwerk Eindhoven is de afgelopen jaren een invulling van de zogenaamde plusfunctie ontwikkeld. Deze plusfunctie is met ingang van 1 januari 1998 als onderdeel van de peuterspeelzalen van Buurtwerk Eindhoven overgegaan naar Peuterspeelzalen Eindhoven. Peuterspeelzalen Eindhoven zal de komende contractperiode gebruiken om de plusfunctie binnen Peuterspeelzalen Eindhoven verder te ontwikkelen en te implementeren (productkaarten, liggen voor u ter inzage). Bijvoorbeeld wordt bezien of de plusfunctie uitgebreid kan worden naar niet-ovggebieden. Nieuwe ontwikkelingen. In de komende contractperiode zal Peuterspeelzalen Eindhoven de volgende zaken verder ontwikkelen en invoeren: systeem voor kwaliteitszorg. Hierbij zal worden aangesloten bij de door de OVG reeds in gang gezette ontwikkeling om te komen tot kwaliteitsverbetering in de kinderopvang, zoals beschreven in het Referentiemodel voor de kwaliteit in de kinderopvang. Als onderdeel van kwaliteitszorg zal naast de externe klachtenregeling voor clienten, ook een interne regeling voor behandeling van klachten worden ontwikkeld; eind 1997 is de ondernemingsraad van Peuterspeelzalen Eindhoven gelnstalleerd. In 1998 zal besluitvorming plaatsvinden met betrekking tot de wijze waarop de participatie van clienten gestalte moet krijgen; deelname van allochtone peuters. Een plan wordt ontwikkeld om de deelname van allochtone peuters te verbeteren (dit is momenteel 31% voor zowel de OVG- als niet-ovg-peuterspeelzalen). Daarnaast zal extra aandacht besteed worden aan de werving van kinderen in met name achterstandswijken.

5 f ,ÃćâĆňâĂİ. Subsidiebedrag is f ,ÃćâĆňâĂİ -/- f ,ÃćâĆňâĂİ = f ,ÃćâĆňâĂİ. Raadsbij lage nummer go Peuterspeelzalen Eindhoven geeft in haar evaluatie professionalisering aan dat de taakbelasting voor de peuterleidster erg hoog is. Peuterspeelzalen Eindhoven zou het aantal uren peuterleidster met een half uur per dagdeel (exclusief het derde dagdeel) willen verruimen. De kosten hiervan bedragen f ,ÃćâĆňâĂİ. In de komende contractperiode zal dit worden besproken. Een eventueel voorstel daartoe zal in het nieuwe contract worden verwerkt. Momenteel zijn er binnen de begroting van de dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken geen middelen om dit verzoek te honoreren. Tevens heeft Peuterspeelzalen Eindhoven verzocht on financien ten behoeve van het aantrekken van een personeelsfunctionaris ad. f ,ÃćâĆňâĂİ en een budget ter vervanging van Melkert-krachten ad. f ,ÃćâĆňâĂİ. Met Peuterspeelzalen Eindhoven is gesproken over de prioriteit die zij zelf geven aan het oplossen van bovengenoemde zaken in relatie tot de invoering van het derde dagdeel. Peuterspeelzalen Eindhoven geeft op basis van de inhoudelijke belangrijkheid van het derde dagdeel, mede gezien het feit dat gebruikers hierop rekenen, hieraan prioriteit. Zij geven aan zelf financieel niet in staat te zijn dit nog langer zelf te financieren. Op termijn (1 januari 2000) zal Peuterspeelzalen Eindhoven opgaan in een grote welzijnsinstelling, waardoor naast het invullen van de personeelsfunctie, ook vervanging van Melkert-krachten gezamenlijk opgelost kunnen gaan worden. Dit heeft ook zijn effect op de werkdruk van de peuterleidsters. Daarnaast geeft Peuterspeelzalen Eindhoven aan dat zij een bredere structurele basis wensen voor de plusfunctie. Hiervoor zou deze functie in 1999 moeten uitbreiden met 24 uur. De kosten hiervoor bedragen f ,ÃćâĆňâĂİ. Dit is momenteel nog niet aan de orde, daar de plusfunctie binnen Peuterspeelzalen Eindhoven nog verder ontwikkeld en gelmplementeerd dient te worden. Gezien de hogere inkomsten uit de ouderbijdrage met ingang van september 1998 kan dit vooralsnog in het huidige budget opgevangen worden. 4 Wijze van aanpak / oplossingsrichting Uit de evaluatie van het professionaliseringsproces blijkt dat dit door Peuterspeelzalen Eindhoven naar behoren is afgerond; de professionalisering is naar tevredenheid afgerond en de overname van de zelfstandige peuterspeelzalen en de peuterspeelzalen van Buurtwerk Eindhoven is gerealiseerd. Het verzoek tot subsidiering van het derde dagdeel voor 3-4 jarigen is ons inziens een reele vraag. In de afgelopen contractperiode is van het derde dagdeel veelvuldig gebruik gemaakt. Daarnaast tonen onderzoeken aan dat peuters die eenderde dagdeel op de peuterspeelzalen hebben bezocht, de overgang naar het basisonderwijs met minder problemen te maken hebben. De totale kosten hiervan bedragen f ,ÃćâĆňâĂİ per jaar (bijlage, ligt voor u ter inzage). Hierop dient de ouderbijdrage in mindering te worden gebracht, zijnde Momenteel zijn structurele middelen beschikbaar binnen de vakdienstbegroting, zijnde restantmiddelen Masterplan kinderopvang van f ,ÃćâĆňâĂİ (FCL ).

6 v &r+ Raadsbijlage nummer 90 Deze structurele middelen zijn in 1990 beschikbaar gekomen ter realisering van de uitbreiding van kinderopvang. De uitbreiding is reeds gerealiseerd en deze middelen resteren. Voorgesteld wordt een deel van deze middelen met ingang van 1 januari 1998 te bestemmen voor financiering van het derde dagdeel. Na de financiering van het derde dagdeel, zal van de restant-middelen Masterplan Kinderopvang nog f ,ÃćâĆňâĂİ resteren. Momenteel is een dossier voor ons college in voorbereiding om deze middelen in te zetten voor de bewaking van de kwaliteit van de kinderopvang en peuterspeelzalen door personele uitbreiding van de afdeling Vergunningen, Markten en Evenementen van de dienst Bouwtoezicht, Beheer en Vergunningen. 5 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Door de overgang van het merendeel van de zelfstandige peuterspeelzalen en de peuterspeelzalen van Buurtwerk Eindhoven heeft Peuterspeelzalen Eindhoven een centrale rol gekregen in het peuterspeelzaalwerk in de gemeente Eindhoven en kan een gelijke kwaliteit binnen het peuterspeelzaalwerk worden gegarandeerd. Peuterspeelzalen Eindhoven zal bij het uitvoeren van de plusfunctie deze inzetten daar waar dit nodig is en niet enkel in de OVG-gebieden. Het aanbieden van het derde dagdeel zal bijdragen tot het verminderen c.q. voorkomen van ontwikkelingsachterstand in de voorschoolse periode. 6 Gevolgen van de aanpak Uit de productkaarten en informatieraster blijkt dat Peuterspeelzalen Eindhoven voor het realiseren van de basis- en de plusfunctie en het derde dagdeel een budget van f ,ÃćâĆňâĂİ behoeft, waarvan f ,ÃćâĆňâĂİ wordt aangemerkt als arbeidskosten. In het totale budget zijn tevens de volgende budgetten opgenomen: f ,ÃćâĆňâĂİ uitvoering derde dagdeel (f ,ÃćâĆňâĂİ arbeidskosten); f ,ÃćâĆňâĂİ zeven peuterspeelzalen Buurtwerk Eindhoven f ,ÃćâĆňâĂİ zelfstandige speelzalen (f ,ÃćâĆňâĂİ arbeidskosten) ; (f ,ÃćâĆňâĂİ arbeidskosten). 7 Resultaten van overleg I inspraak Met Peuterspeelzalen Eindhoven is de afgelopen periode veelvuldig overlegd over de inhoud van het contract en zij zijn hiermee akkoord. Peuterspeelzalen Eindhoven heeft communicatie gevoerd met de zelfstandige peuterspeelzalen, Instituut St. Marie en Buurtwerk Eindhoven. 8 Communicatie Peuterspeelzalen Eindhoven kan zich vinden in het voorliggende contract (zie bijlage).

7 Raadsbij lage nummer 90 9 Advisering raadscommissie(s) De commissie voor maatschappelijke ontwikkeling hebben wij over dit voorstel gehoord. Haar advies ligt voor u ter inzage. De meerderheid in de commissie gaat akkoord met het voorstel. Een minderheid behoudt haar stem voor tot de raadsbehandeling. Een andere minderheid gaat akkoord met het voorstel, met uitzondering van de laatste zin van het besluit onder e. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, R. Welschen, burgemeester. C. Tetteroo, secretaris.

8 Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 mei 1998, nr. 90; gelet op het advies van de commissie voor maatschappelijke ontwikkeling; besluit: a met Peuterspeelzalen Eindhoven voor de jaren 1998 en 1999 een contract te sluiten: voor de bekostiging van de activiteiten, conform informatieraster en productkaarten, een budget ter beschikking te stellen van f ,ÃćâĆňâĂİ, waarvan f ,ÃćâĆňâĂİ wordt aangemerkt als arbeidskosten; in het budget is een bedrag van f ,ÃćâĆňâĂİ opgenomen ten behoeve van de uitvoering van het derde dagdeel (waarvan arbeidskosten f ,-), een bedrag van f ,ÃćâĆňâĂİ ten behoeve van de overname van zeven peuterspeelzalen van Buurtwerk Eindhoven (waarvan arbeidskosten f ,-) en een bedrag van f ,ÃćâĆňâĂİ (waarvan arbeidskosten f ,ÃćâĆňâĂİ ) ten behoeve van de overgang van de taakstelling van de zelfstandige peuterspeelzalen naar Peuterspeelzalen Eindhoven; in verband met de overname van de zelfstandige peuterspeelzalen en de peuterspeelzalen van Buurtwerk Eindhoven en de ontwikkeling en implementatie van de plusfunctie is gedurende deze contractperiode geen taakstelling opgenomen ten behoeve van de invulling van het flexibel volume; Peuterspeelzalen Eindhoven heeft de opdracht voor 1 januari 2000 een pedagogisch raamplan op te stellen ten behoeve van de basis- en plusfunctie; b met ingang van 1 januari 1998 de Verordening subsidiering peuterspeelzalen 1992 in te trekken; c ter dekking van de kosten van het derde dagdeel een bedrag van f ,ÃćâĆňâĂİ structureel ten laste te brengen van de post restantmiddelen Masterplan kinderopvang (FCL ); d de begroting dienovereenkomstig op aan te passen;

9 e bij de berekening van de arbeidskosten is rekening gehouden met een opwaardering van de arbeidskosten op basis van de CAO Welzijn van eind 1996 van 3,2596 (conform het dossier contracten en subsidiebudgetten in de Welzijnssector). Voor 1998 wordt voorgesteld bij een duurdere CAO dan in de gemeentebegroting is voorzien geen nabetaling te doen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 juli N. van der Spek, voorzitter. C. Tetteroo, secretaris