Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen 10 geldigheid:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen 10 geldigheid:"

Transcriptie

1 ECLI:NL:PHR:2006:AZ0418, Parket bij de Hoge Raad, , C05/159HR Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum Publicatie Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2006:AZ0418 Zaaknummer C05/159HR Rechtsgebied Civiel algemeen, incl. burgerlijk procesrecht, incasso Verzekeringsrecht. Geschil tussen WAM-verzekeraar en slachtoffer van een verkeersongeval over de aansprakelijkheid van de bestuurder van de verzekerde motorfiets voor de materiële en immateriële schade die het Inhoudsindicatie slachtoffer als duopassagier als gevolg van het ongeval heeft geleden; bevrijdende verjaring, stuiting op de voet van art. 3:317 lid 1 BW door schriftelijke mededeling?, maatstaf; uitleg van schriftelijke mededelingen. Vindplaats rechtspraak-nl Wetsverwijzingen Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen 6 geldigheid: Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen 10 geldigheid: Uitspraak Rolnummer C05/159HR mr. De Vries Lentsch-Kostense Zitting 8 september 2006 Conclusie inzake [Eiseres] tegen NV Noordhollandsche van 1816, Algemene Verzekeringsmaatschappij Inleiding 1. Thans eiseres tot cassatie (verder ook: [eiseres]) - die in dit geding op grond van art. 6 lid 1 Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) van thans verweerster in cassatie (verder ook: Noordhollandsche) schadevergoeding heeft gevorderd ter zake van het haar overkomen verkeersongeval van 6 augustus komt in cassatie op tegen het oordeel van het hof in het in cassatie bestreden arrest dat de namens haar aan Noordhollandsche gerichte brief van 15 december 1997 geen mededeling bevat waarin zij zich als schuldeiser ondubbelzinnig haar recht op nakoming voorbehoudt als bedoeld in art. 3:317 lid 1 BW, zodat van een stuiting van de verjaring als bedoeld in deze bepaling geen sprake is. 2. In dit geding heeft het hof - in navolging van de rechtbank - de volgende feiten als tussen partijen vaststaand aangemerkt (zie rechtsoverweging 3 van het bestreden arrest, waarin wordt verwezen naar rechtsoverweging van het vonnis in eerste aanleg): i) [Betrokkene 1], de vader van [eiseres], is eigenaar van de bij Noordhollandsche verzekerde motorfiets, merk Honda, kenteken [AA- 00-BB]. ii) Op 6 augustus 1995 heeft een verkeersongeval plaatsgevonden, waarbij [betrokkene 2], die de motorfiets op dat moment bestuurde, ten val is gekomen op een rotonde in de wijk Rooswijk te Zaandijk. [Eiseres] bevond zich als duopassagier achter op de motor. iii) Op 8 augustus 1995 heeft [eiseres] zich tot haar huisarts gewend in verband met knieletsel. Ondanks behandelingen door fysiotherapeut, revalidatiearts en orthopedisch chirurg zijn de klachten blijven bestaan en met ingang van 5 augustus 1996 is [eiseres], voordien werkzaam als verkoopster, % arbeidsongeschikt verklaard. Voortzetting van de WAO-WAZ-uitkering wordt periodiek beoordeeld, zoals Cadans Uitvoeringsinstelling B.V. bij brief van 8 november 2001 heeft meegedeeld aan [eiseres]. iv) Bij brief van 5 juni 1997 heeft de tussenpersoon [A] Verzekeringen te [plaats] het voorval gemeld bij Noordhollandsche met het verzoek de schade in behandeling te nemen.

2 v) Op 17 juni 1997 heeft Noordhollandsche schriftelijk medegedeeld dat zij de schademelding in behandeling zal nemen onder voorbehoud van rechten en weren wegens te late melding. vi) Bij brief van 10 augustus 1997 heeft [betrokkene 3] van Letselbureau te Amersfoort ten behoeve van [eiseres] aan Noordhollandsche verzocht de dekking voor het schadegeval te bevestigen. vii) Bij brief van 6 november 1997 aan Letselbureau te Hoogland heeft Noordhollandsche meegedeeld dat zij de vordering van [eiseres] niet in behandeling zal nemen. viii) Naar aanleiding van een schrijven van [betrokkene 4] van Advocatenkantoor [B] te [plaats] van 1 oktober 1999 heeft Noordhollandsche bij brief van 7 oktober 1999 meegedeeld de afwijzing van de claim te handhaven. 3. In rechtsoverweging 4.2 heeft het hof voorts vastgesteld dat [eiseres] zich in appel ook nog heeft beroepen op een brief van 15 december 1997, gericht aan Noordhollandsche. Met betrekking tot de briefwisseling met Noordhollandsche heeft het hof - in rechtsoverweging het volgende vastgesteld: i) De schademelding van 5 juni 1997 van [A] houdt in: "Hierbij delen wij u mede dat op bovengenoemde polis onderstaande schade is voorgevallen: verzekerde is over olie geslipt en passagiere ([eiseres]) heeft blijvend letsel. (...) Wij verzoeken u deze schade in behandeling te nemen (...)" Bijgevoegd was onder meer een ingevuld schade-aangifteformulier ter zake van het ongeval op 6 augustus ii) De brief van 10 augustus 1997 van [betrokkene 3] van Letselbureau aan Noordhollandsche houdt in: "Tot mij wendde zich [eiseres] (...) in verband met door haar geleden en nog te lijden schade (...). Ik verzoek u vriendelijk mij de dekking te bevestigen en mij eveneens te laten weten of u bereid bent op grond van de bedrijfsregeling nr. 7 de schade van mijn cliënte te vergoeden. (...)" iii) In de brief van 6 november 1997 aan Letselbureau legt Noordhollandsche uit waarom bedrijfsregeling nr. 7 haars inziens in casu niet van toepassing is (omdat hier een schulddiscrepantie tussen twee bij die bedrijfsregeling aangesloten verzekeraars aan de orde is), en motiveert zij haar standpunt dat niet blijkt dat enig verwijt aan de motorbestuurder valt te maken, zodat die bestuurder "simpelweg niet aansprakelijk gesteld (kan) worden", deelt zij mee geen causaal verband tussen het ongeval en het knieletsel van [eiseres] is aangetoond en meldt zij van mening te blijven dat door de late melding haar belangen ernstig zijn geschaad. De brief mondt uit in "Wij zien geen enkele aanleiding om de vordering van uw cliënt in behandeling te nemen". iv) De brief van 15 december 1997 van [betrokkene 3] van Letselbureau aan Noordhollandsche houdt in: "(...) Naar mijn mening valt aan de aansprakelijkheid van de bestuurder van de bij U verzekerde motorfiets niet te tornen en staat ook vast, dat de klachten van mijn cliënte afkomstig zijn van het ongeval. Ik verzoek U vriendelijk thans met enige spoed het nodige te doen om tot regeling van deze schade over te kunnen gaan. U zou bijvoorbeeld een schaderegelaar in kunnen schakelen. Uw reactie zie ik met belangstelling tegemoet. (...)" v) In de brief van 13 januari 1998 van Noordhollandsche aan Letselbureau, in antwoord op de brief van 15 december 1997, licht Noordhollandsche toe waarom zij van mening blijft dat de motorbestuurder geen enkel verwijt valt te maken, zodat het "u duidelijk (zal) zijn dat wij geen aansprakelijkheid aan de zijde van de bestuurder van het motorrijwiel erkennen", waaraan wordt toegevoegd dat in het midden wordt gelaten of voldoende is aangetoond dat de klachten van [eiseres] "afkomstig zijn van het ongeval" en in hoeverre de belangen van Noordhollandsche door de te late schademelding zijn geschaad. 4. [Eiseres] heeft bij inleidende dagvaarding van 3 oktober 2000 gevorderd dat Noordhollandsche wordt veroordeeld tot vergoeding van de door haar ten gevolge van het verkeersongeval van 6 augustus 1995 geleden en nog te lijden materiële schade, nader op te maken bij staat, en tot vergoeding van immateriële schade ten bedrage van ƒ ,-, een en ander met nevenvorderingen. Zij heeft daartoe aangevoerd dat Noordhollandsche als verzekeraar van de motor op grond van art. 6 lid 1 van de WAM jegens haar aansprakelijk is voor de materiële en immateriële schade die zij heeft geleden als gevolg van het litigieuze ongeval dat is veroorzaakt doordat [betrokkene 2] - die de motor had geleend van de eigenaar - (onder meer) de artt. 6 WVW 1994 en 77 RVV heeft overtreden. Noordhollandsche heeft zich tegen deze vorderingen verweerd en de stellingen van [eiseres] bestreden. Haar meest verstrekkende en tevens het enige in cassatie nog van belang zijnde verweer luidt dat de vordering van [eiseres] is verjaard. Noordhollandsche heeft in dat verband een beroep gedaan op art. 10 WAM, waarin (in het eerste lid) wordt bepaald dat een uit die wet voortvloeiende rechtsvordering van de benadeelde tegen de verzekeraar verjaart door verloop van drie jaar, te rekenen van het feit waaruit de schade is ontstaan; zij heeft betoogd dat de vordering gezien de datum van het ongeval, 6 augustus 1995, was verjaard op 6 augustus 1998, zodat de dagvaarding die dateert van 3 oktober 2000, ruim na het verstrijken van de verjaringstermijn is betekend. Bij conclusie van repliek heeft [eiseres] betoogd dat de verjaring op de voet van art. 3:317 BW is gestuit door de schademelding van 5 juni 1997 van [A] en door de brief van 10 augustus 1997 van [betrokkene 3] van Letselbureau aan Noordhollandsche, zodat de dagvaarding binnen de verjaringstermijn heeft plaatsgevonden.

3 Noordhollandsche heeft zich op het standpunt gesteld dat het betoog van [eiseres] faalt, nu bedoelde brieven niet een aanmaning of mededeling bevatten waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig het recht op nakoming voorbehoudt, zoals vereist door art. 3:317 BW dat "op grond van de schakelbepaling 3:324 BW" van toepassing is op de verjaring op de voet van art. 10 WAM. 5. Bij vonnis van 14 november 2002 heeft de rechtbank te Alkmaar de vordering van [eiseres] afgewezen op de grond dat de vordering van [eiseres] op Noordhollandsche op 6 augustus 1998 is verjaard nu uit de brieven van 5 juni 1997 en van 10 augustus 1997 niet blijkt van een aanmaning of mededeling dat [eiseres] zich ondubbelzinnig haar recht op nakoming voorbehoudt, zodat de verjaring niet is gestuit. 6. Van het vonnis van de rechtbank is [eiseres] in hoger beroep gekomen. Zij heeft haar standpunt herhaald dat de brieven van 5 juni en 10 augustus 1997 beide als daad van stuiting zijn aan te merken; voorts heeft zij aangevoerd dat ook op 15 december 1997 namens [eiseres] aan Noordhollandsche een brief is gezonden (door haar overgelegd als productie 2 bij de memorie van grieven), die eveneens tot stuiting van de verjaring heeft geleid. Noordhollandsche heeft de grieven bestreden. Zij heeft haar standpunt gehandhaafd dat in de brieven van 5 juni 1997 en 1 augustus 1997 niet een ondubbelzinnige mededeling is te lezen als vereist door art. 3:317 lid 1 BW, en zij heeft betoogd dat ook de bij memorie van grieven overgelegde brief van 15 december 1997 niet een zodanige ondubbelzinnige mededeling bevat, zodat van stuiting van de verjaring geen sprake is geweest. 7. Bij arrest van 3 februari 2005 heeft het gerechtshof te Amsterdam het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Het heeft daartoe - onder meer - het volgende overwogen na te hebben vooropgesteld - in rechtsoverweging aan de hand van welke maatstaf moet worden beoordeeld of door de bescheiden waarop [eiseres] zich beroept, of door tenminste één daarvan, de door art. 3:317 BW bedoelde schriftelijke mededeling is gedaan: 4.6 De voormelde schademelding en twee brieven aan Noordhollandsche waarop [eiseres] zich beroept, moeten worden beschouwd in onderling verband en samenhang, alsmede in verband en samenhang met de voormelde brieven van Noordhollandsche aan adviseurs van [eiseres]. Bij beschouwing van de drie bescheiden op deze manier vindt het hof onvoldoende feitelijk houvast om aan te nemen dat Noordhollandsche aan de drie bescheiden, of tenminste aan één daarvan, in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs de betekenis heeft moeten toekennen van een mededeling als voorzien in art. 3:317 BW. 4.7 De schademelding behoefde Noordhollandsche niet anders te begrijpen dan als een verzoek om het schadegeval in behandeling te nemen en zij heeft deze blijkens haar antwoord ook niet anders begrepen. De brief van 10 augustus 1997 behoefde niet anders te worden verstaan dan als een verzoek om de dekking te bevestigen en tevens om de schade te vergoeden op de voet van de genoemde bedrijfsregeling. Een waarschuwing dat Noordhollandsche er rekening mee moest houden haar gegevens en bewijsmateriaal ter beschikking te behouden met het oog op verweer tegen een mogelijke, toekomstige vordering van [eiseres], behoefde Noordhollandsche redelijkerwijs ook in deze brief niet te onderkennen. Dit is niet anders indien in de brief geïmpliceerd wordt geacht dat [eiseres] de motorbestuurder mede-aansprakelijk achtte. Ten slotte gaf ook de brief van 15 december 1997, te meer nu daaraan de brief van 6 november 1997 (met de uitvoerig gemotiveerde slotsom dat Noordhollandsche geen enkele aanleiding zag om de vordering van [eiseres] in behandeling te nemen) was voorafgegaan, nog altijd geen toereikende indicatie dat mogelijk in de toekomst ook werkelijk een vordering zou worden ingesteld. De brief van 15 december 1997 behoefde redelijkerwijs niet anders te worden begrepen dan als een verzoek aan Noordhollandsche om het nodige te doen, bijv. een schaderegelaar inschakelen opdat de partijen in overleg zouden kunnen treden over het regelen van het schadegeval. Dit verzoek kon door Noordhollandsche in de specifieke omstandigheden van dit geval worden begrepen als het aftasten van eventuele bereidheid om in onderhandeling te treden en hield als zodanig zelfs nog niet een voldoende duidelijke uitnodiging aan Noordhollandsche in om in onderhandeling te treden. Uit de brief van 13 januari 1998 blijkt dat Noordhollandsche de brief van 15 december 1997 ook niet anders dan voormeld heeft begrepen. Om de vereiste mededeling te doen kon [eiseres] met dit verzoek (zoals vervat in de brief van 15 december 1997) toen niet meer volstaan. Haar adviseur had toen meer moeten doen om aan Noordhollandsche duidelijk te maken dat [eiseres] zich haar aanspraak op schadevergoeding en de mogelijkheid die aanspraak ook in rechte te uiten voorbehield." 4.8 Uit de vaststaande feiten en de overgelegde bewijsstukken kan ook niet volgen dat de briefwisseling tussen de partijen - vóór 6 augustus van dien aard is geweest dat het stadium van onderhandelingen tussen Noordhollandsche en [eiseres] was bereikt. Ook de oorzaak van stuiting, bedoeld in art. 10 lid 5 WAM (waarop het hof ambtshalve acht heeft te slaan), heeft zich dus niet voorgedaan." 8. Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] - tijdig - cassatieberoep ingesteld. Noordhollandsche heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. Beide partijen hebben de zaak schriftelijk toegelicht. Het cassatiemiddel 9. Het cassatiemiddel bevat een algemene inleiding en daarop volgend onder het kopje "Specifiek; cassatieklachten" een zevental alinea's met cassatieklachten (een rechtsklacht en zes motiveringsklachten) die alle zijn gericht tegen 's hofs oordeel dat de brief van 15 december 1997 geen schriftelijke mededeling vormt als door art. 3:317 lid 1 BW voor stuiting van de verjaring vereist. In cassatie is niet aan de orde de vraag of de regeling van de stuiting van de verjaring in Boek 3 BW - naast de stuitingsregeling van art. 10 lid 5 WAM - van toepassing is op de verjaring ex art. 10 WAM; het hof is immers kennelijk en in cassatie onbestreden ervan uitgegaan dat deze vraag in bevestigende zin moet worden beantwoord. (Zie over deze kwestie Wansink, Handboek Schaderegeling Motorrijtuigen, p ) Voorts is niet aan de orde het in cassatie onbestreden gebleven ambtshalve gegeven oordeel van het hof dat zich in het onderhavige geval niet heeft voorgedaan de oorzaak van stuiting als bedoeld in art. 10 lid 5 WAM, inhoudende dat de verjaring ten opzichte van een verzekeraar wordt gestuit door iedere onderhandeling tussen de verzekeraar en de benadeelde. (Zie over deze oorzaak van stuiting BenGH 9 juli 1981, NJ 1982, 253, BenGH 5 juli 1985, NJ 1986, 2, m.nt. G en BenGH 20 oktober 1989, NJ 1990, 660, m.nt. CJHB; zie voorts HR 4 november 2005, C04/207, JOL 2005, 618, VR 2006, 34.)

4 10. De eerste klacht houdt in dat 's hofs beslissing rechtens onjuist is voorzover het hof in de rechtsoverwegingen zou hebben miskend dat het ondubbelzinnig voorbehouden van het recht op nakoming in de zin van art. 3:317 lid 1 BW (reeds) aan de orde is indien sprake is van een voldoende duidelijke waarschuwing aan de schuldenaar dat hij er, ook na het verstrijken van de verjaringstermijn, rekening mee moet houden dat hij de beschikking houdt over zijn gegevens en bewijsmateriaal opdat hij zich tegen een dan mogelijkerwijs alsnog door de schuldeiser ingestelde vordering kan verweren. 11. Deze klacht faalt bij gebrek aan feitelijke grondslag nu het hof een en ander - getuige rechtsoverweging op zichzelf genomen niet heeft miskend. Het hof heeft in bedoelde rechtsoverweging vooropgesteld dat voor de vraag of de in art. 3:317 BW bedoelde schriftelijke mededeling is gedaan, niet de letterlijke tekst doorslaggevend is doch dat tevens van belang is de zin die partijen in de gegeven omstandigheden aan de mededeling mochten toekennen en hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten en voorts dat voldoende is dat in de gegeven omstandigheden de schuldeiser geacht kan worden aan de gedane schriftelijke mededeling de zin toe te kennen dat hij zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehield en de schuldeiser dit ook redelijkerwijs in die zin moest begrijpen. Het hof heeft vervolgens - met zoveel woorden - overwogen dat daarbij dient te worden betrokken dat de omschrijving van de schriftelijke mededeling in art. 3:317 BW moet worden begrepen in het licht van de omstandigheid dat een stuitingshandeling van deze aard ertoe strekt dat de schuldenaar voldoende is gewaarschuwd dat hij er, ook na het verstrijken van de verjaringtermijn, rekening mee moet houden dat hij de beschikking behoudt over zijn gegevens en bewijsmateriaal, opdat hij zich tegen een dan mogelijk alsnog door de schuldeiser ingestelde vordering behoorlijk kan verweren. Aldus heeft het hof tot uitgangspunt genomen de maatstaf die volgens vaste jurisprudentie geldt voor de beantwoording van de vraag of de in art. 3:317 BW bedoelde schriftelijke mededeling is gedaan. Zie HR 14 februari 1997, NJ 1997, 244, HR 1 december 2000, NJ 2001, 46, HR 15 januari 2002, NJ 2002, 169, HR 1 februari 2002, NJ 2002, 195, HR 4 juni 2004, NJ 2004, 603, en HR 21 april 2006, NJ 2006, De overige klachten, vervat in de alinea's 2-7, zijn alle motiveringsklachten gericht tegen 's hofs oordeel - in rechtsoverweging dat de brief van 15 december 1997 van [betrokkene 3] van Letselbureau aan Noordhollandsche geen schriftelijke mededeling in de zin van art. 3:317 lid 1 BW inhoudt. Geklaagd wordt dat indien het hof van de juiste maatstaf is uitgegaan, onbegrijpelijk is 's hofs oordeel dat deze brief niet kan worden begrepen als een - voldoende duidelijke - waarschuwing aan Noordhollandsche dat zij er, ook na het verstrijken van de verjaringstermijn, rekening mee moest houden dat zij de beschikking houdt over haar gegevens en bewijsmateriaal, opdat zij zich tegen een dan mogelijkerwijs alsnog door [eiseres] ingestelde vordering behoorlijk kan verweren. Betoogd wordt daartoe dat [betrokkene 3] namens [eiseres] in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs voldoende duidelijk heeft gemaakt dat [eiseres] Noordhollandsche aansprakelijk hield voor de als gevolg van het ongeval ontstane schade, dat onbegrijpelijk is 's hofs oordeel dat de brief slechts kon worden begrepen "als het aftasten van eventuele bereidheid om in onderhandeling te treden" nu immers [eiseres] Noordhollandsche vroeg om tot bepaling van de schade over te gaan, dat eveneens onbegrijpelijk is 's hofs overweging dat [betrokkene 3] - gezien de brief d.d. 6 november 1997 van Noordhollandsche - meer had moeten doen om aan Noordhollandsche duidelijk te maken dat [eiseres] zich haar aanspraak op schadevergoeding voorbehield nu immers [eiseres] in de brief van 15 december 1997 van oordeel bleef dat Noordhollandsche wel degelijk aansprakelijk was voor haar schade en zij aangaf dat de omvang van de schade bepaald diende te worden, dat voorts onbegrijpelijk is 's hofs overweging dat uit de brief d.d. 13 januari 1998 van de Noordhollandsche blijkt dat Noordhollandsche de brief van 15 december 1997 ook niet anders heeft begrepen nu Noordhollandsche immers in die brief opmerkt geen aansprakelijkheid te erkennen zodat zij zich wel degelijk realiseerde dat de brief van 15 december een aansprakelijkheidstelling behelsde, dat - zo zulks al anders zou zijn - in dit verband geen beslissende betekenis toekomt hoe Noordhollandsche de brief van 15 december heeft begrepen doch hoe zij deze had moeten begrijpen, en tot slot dat van belang is dat de brief van 15 december 1997 is geschreven door een letselschadeadviseur die aan het woord "regeling" in zijn hoedanigheid niet de betekenis van "onderhandeling" maar die van "bepaling" toekent, terwijl meeweegt dat de bewuste brief bovendien niet door een juridisch geschoold persoon is geschreven. 13. Naar mijn oordeel laat de brief van 15 december 1997 van Letselbureau aan Noordhollandsche, gelezen tegen de achtergrond van de daaraan voorafgegane briefwisseling en de daarop gevolgde brief van Noordhollandsche van 13 januari 1998, inderdaad - behoudens bijzondere omstandigheden waarvan uit de motivering van het arrest van het hof niet blijkt - geen andere uitleg toe dan dat [eiseres] bij monde van Letselbureau met die brief Noordhollandsche voldoende duidelijk heeft gewaarschuwd dat laatstgenoemde, ook na het verstrijken van de verjaringstermijn, rekening ermee diende te houden dat zij de beschikking hield over haar gegevens en bewijsmateriaal, opdat zij zich tegen een dan mogelijkerwijs alsnog door [eiseres] ingestelde vordering behoorlijk zou kunnen verweren. Daarbij neem ik in het bijzonder in aanmerking dat de brief met zoveel woorden melding maakt van "de aansprakelijkheid van de bestuurder van de bij U verzekerde motorfiets" waaraan volgens de brief "niet (valt) te tornen", dat de brief afkomstig is van een letselbureau, dat de brief het verzoek bevat "het nodige te doen om tot regeling van deze schade over te kunnen gaan", dat in een voorafgaande brief van 10 augustus 1997 namens [eiseres] als slachtoffer van een verkeersongeval aan Noordhollansche als WAMverzekeraar van het betrokken motorvoertuig is verzocht de dekking te bevestigen en te laten weten of Noordhollandsche bereid is de schade van [eiseres] te vergoeden, dat Noordhollandsche op de brief van 15 december 1997 heeft gereageerd (brief van 13 januari 1998) met de stelling dat aan de bestuurder van het motorrijtuig geen enkel verwijt valt te maken en dat zij geen aansprakelijkheid aan de zijde van de bestuurder van het motorrijtuig erkent. In het licht van deze omstandigheden acht ik zonder nadere motivering, die evenwel ontbreekt, niet begrijpelijk 's hofs oordeel dat de brief van 15 december 1997 geen toereikende indicatie gaf dat mogelijk in de toekomst ook werkelijk een vordering zou worden ingesteld en dat deze brief redelijkerwijs niet anders behoefde te worden begrepen dan als een verzoek aan Noordhollandsche om het nodige te doen, bijv. een schaderegelaar inschakelen, opdat partijen in overleg zouden kunnen treden over het regelen van het schadegeval. Een professionele en bij uitstek deskundige partij als een verzekeringsmaatschappij dient aan een brief als die van 15 december 1997 in de gegeven omstandigheden immers redelijkerwijs de gevolgtrekking te verbinden dat, indien het niet komt tot betaling van schadevergoeding buiten rechte ("het regelen van het schadegeval"), het slachtoffer mogelijk een rechtsvordering zal instellen en dat zij met het oog daarop de beschikking dient te houden over haar gegevens en bewijsmateriaal. Het slachtoffer heeft immers ondubbelzinnig duidelijk gemaakt dat het de verzekeraar aansprakelijk acht. Daaraan doet, anders dan het hof heeft overwogen, niet af dat Noordhollandsche bij brief van 6 november 1997 aansprakelijkheid had afgewezen en had aangegeven de zaak niet in behandeling te willen nemen.

5 Vgl. de hiervoor reeds genoemde arresten: HR 14 februari 1997, NJ 1997, 244 (geen stuiting), HR 1 december 2000, NJ 2001, 46 (wel stuiting), HR 15 januari 2002, NJ 2002, 169 (wel stuiting), HR 1 februari 2002, NJ 2002 (geen stuiting door onderhandelingen), 195, HR 4 juni 2004, NJ 2004, 603 (wel stuiting) en HR 21 april 2006, NJ 2006, 270 (geen stuiting). Zie voorts J.L. Smeehuijzen, "Onderhandelingen stuiten de verjaring wél en andere opmerkingen over stuiting", WPNR 6666 (2006), p. 369 e.v.. Deze auteur signaleert een soms nodeloos formalistische benadering van de feitenrechters op het gebied van de stuiting door een schriftelijke mededeling als bedoeld in art. 3:317 lid 1 BW. Voor die benadering noemt hij de volgende drie mogelijke verklaringen: de tekst van de bepaling roept op tot een strikte benadering door de woorden "ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt", welke striktheid in de rechtspraak van de Hoge Raad evenwel is genuanceerd; feitenrechters zouden geneigd kunnen zijn de verjaring aan te wenden in zaken waarin van een fatsoenlijk debat over de vordering toch weinig meer terecht kan komen bij gebrek aan gegevens en bewijsmiddelen; de (onjuiste) redenering zou kunnen zijn: onderhandelingen stuiten niet, dus een brief die in het kader van onderhandelingen wordt geschreven stuit ook niet. Volledigheidshalve merk ik nog op dat - zoals blijkt uit de hiervoor aangehaalde jurisprudentie - niet steeds een sommatie om tot betaling over te gaan en/of een aankondiging van rechtsmaatregelen is vereist om een brief het karakter van een schriftelijke mededeling in de zin van art. 3:317 lid 1 BW te geven. Dit volgt ook uit de parlementaire geschiedenis van art. 3:317 lid 1: in de Memorie van Toelichting bij de Invoeringswet Boek 3 (Parl. Gesch. Invoering Boeken 3, 5 en 6, Boek 3, Vermogensrecht in het algemeen) wordt met betrekking tot de stuiting door middel van een schriftelijke mededeling opgemerkt: "Het oorspronkelijke lid 1 kende slechts stuiting door een schriftelijke aanmaning. In een situatie waarin partijen met elkander in onderhandeling zijn of anderszins de verhouding tussen hen wellicht noopt tot terughoudendheid met het eisen van nakoming op korte termijn van een vordering die vooralsnog betwist wordt, kan echter een aanmaning een voor de schuldeiser minder passend middel zijn om zijn rechten veilig te stellen. Toegevoegd is daarom de mogelijkheid om de verjaring te stuiten door een schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt." Deze passage kan niet anders betekenen dan dat het eisen van (dan wel sommeren tot) nakoming van een (vooralsnog) betwiste vordering niet (in elk geval niet steeds, per definitie) nodig is voor stuiting door middel van een schriftelijke mededeling als bedoeld in art. 3:317 lid 1; a fortiori heeft dit dan te gelden voor het dreigen met of aankondigen van rechtsmaatregelen. 14. Ik kom tot de slotsom dat de klacht dat onbegrijpelijk is 's hofs oordeel dat de brief van 15 december 1997 van [betrokkene 3] van Letselbureau aan Noordhollandsche geen schriftelijke mededeling in de zin van art. 3:317 lid 1 BW inhoudt, slaagt. Het bestreden arrest kan niet in stand blijven en verwijzing zal moeten volgen. Conclusie Deze strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en tot verwijzing ter verdere behandeling en beslissing. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden Bron: Datum: :59:01 Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten van deze tekst worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers. Niets uit NDFR mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the publisher s prior consent.

Conclusie. Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie - JOL 2002, 532 NJ 2002, 558 RvdW 2002, 159 JWB 2002/365

Conclusie. Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie - JOL 2002, 532 NJ 2002, 558 RvdW 2002, 159 JWB 2002/365 ECLI:NL:PHR:2002:AE4430 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 11-10-2002 Datum publicatie 11-10-2002 Zaaknummer C00/345HR Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2002:AE4430 Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer 265169 / HA ZA 06-1949 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Artikel 7:942 BW Verzekering en verjaring. Marine Insurance Amsterdam 21 juni 2010 Wilbert ten Braak

Artikel 7:942 BW Verzekering en verjaring. Marine Insurance Amsterdam 21 juni 2010 Wilbert ten Braak Artikel 7:942 BW Verzekering en verjaring Marine Insurance Amsterdam 21 juni 2010 Wilbert ten Braak Inleiding Nieuw verzekeringsrecht per 1 januari 2006 met nieuwe regeling voor verjaring Voor 1 januari

Nadere informatie

JA 2017/99 met annotatie van mr. L. Boersma

JA 2017/99 met annotatie van mr. L. Boersma ECLI:NL:PHR:2017:47 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 03-02-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Zaaknummer 16/01604 Formele relaties Rechtsgebieden Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2017:757, Gevolgd

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 30-01-2009 Datum publicatie 30-01-2009 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/181HR

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ENIGE KNELPUNTEN AANGAANDE VERJARING IN HET VERZEKERINGSRECHT VRIJDAG 11 NOVEMBER 2016

ENIGE KNELPUNTEN AANGAANDE VERJARING IN HET VERZEKERINGSRECHT VRIJDAG 11 NOVEMBER 2016 ENIGE KNELPUNTEN AANGAANDE VERJARING IN HET VERZEKERINGSRECHT VRIJDAG 11 NOVEMBER 2016 ONDERWERPEN Recht vóór inwerkingtreding titel 7.17 BW Recht bij inwerkingtreding titel 7.17 BW Verjaringstermijn van

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392 ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN 1 RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 015.01 ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

Belastingrecht, Voorzieningenrechter. Locatie: Breda. Zaaknummer BRE 16/847. uitspraak van 4 maart 2016

Belastingrecht, Voorzieningenrechter. Locatie: Breda. Zaaknummer BRE 16/847. uitspraak van 4 maart 2016 ECLI:NL:RBZWB:2016:1625, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-03-2016, BRE - 16 _ 847 Inhoudsindicatie Belanghebbende heeft haar zetel in het Verenigd Koninkrijk. Zij heeft de inspecteur verzocht (i) haar

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 21-07-2015 Datum publicatie 23-07-2015 Zaaknummer 200.128.839-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2009:BI7190 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/10974

ECLI:NL:PHR:2009:BI7190 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/10974 ECLI:NL:PHR:2009:BI7190 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 04-09-2009 Datum publicatie 04-09-2009 Zaaknummer 07/10974 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642 ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523 Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Onteigening. Verzuim tot betekening cassatieverklaring

Nadere informatie

BPM. Dwangsom. Kennelijk niet-ontvankelijk. Bezwaar tegen voldoening op aangifte van nihil. Immateriële schadevergoeding. Proceskosten.

BPM. Dwangsom. Kennelijk niet-ontvankelijk. Bezwaar tegen voldoening op aangifte van nihil. Immateriële schadevergoeding. Proceskosten. ECLI:NL:GHARL:2017:4578, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-05-2017, 15/00942 Inhoudsindicatie BPM. Dwangsom. Kennelijk niet-ontvankelijk. Bezwaar tegen voldoening op aangifte van nihil. Immateriële schadevergoeding.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:6351

ECLI:NL:RBNHO:2017:6351 ECLI:NL:RBNHO:2017:6351 Instantie Datum uitspraak 05-07-2017 Datum publicatie 31-07-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5474399 \ CV EXPL 16-8870 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

prof. mr. F.R. Salomons (voorzitter), mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. A. Rutten-Roos en mr. FP. Peijster.

prof. mr. F.R. Salomons (voorzitter), mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. A. Rutten-Roos en mr. FP. Peijster. GCHB 2012-451 Uitspraak van 7 juni 2012 prof. mr. F.R. Salomons (voorzitter), mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. A. Rutten-Roos en mr. FP. Peijster. Aanvraag levensverzekering geweigerd. Geschillencommissie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 6 maart 1998 Eerste Kamer Nr. 16.561 (C97/040 HR) AS Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: Karl Heinz HILLE, wonende te Haarlem, EISER tot cassatie, advocaat : mr E. Grabandt, t e g e n 1. de

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Verzekeringsrecht. De nieuwe verjaringsregeling. mr. A.E. Krispijn 1. 1. Inleiding. 2. Vóór 1 juli 2010

Verzekeringsrecht. De nieuwe verjaringsregeling. mr. A.E. Krispijn 1. 1. Inleiding. 2. Vóór 1 juli 2010 mr. A.E. Krispijn 1 De nieuwe verjaringsregeling 39 (Wijzigingen van artikel 7:942 BW) 1. Inleiding Op 1 juli 2010 zijn de Wet deelgeschilprocedure bij letselen overlijdensschade ( Wet deelgeschilprocedure,

Nadere informatie

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01 LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, 200.092.893/01 Datum uitspraak: 20-11-2012 Datum publicatie: 20-11-2012 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Ziektekostenverzekering

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-382 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-03-2010 Datum publicatie 05-01-2016 Zaaknummer 200.015.254-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AO1428

ECLI:NL:HR:2004:AO1428 ECLI:NL:HR:2004:AO1428 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 19-03-2004 Datum publicatie 19-03-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C02/295HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AO1428

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BP3091

ECLI:NL:RBALK:2010:BP3091 ECLI:NL:RBALK:2010:BP3091 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 04-02-2011 Zaaknummer 119974 - HA ZA 10-474 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

1.2 Belanghebbende heeft een op 17 april 2018 ontvangen verweerschrift ingediend.

1.2 Belanghebbende heeft een op 17 april 2018 ontvangen verweerschrift ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2018-043 d.d. 26 juni 2018 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Smeeing-van Hees, mr. J. Willeumier, J.C.H. Kars AAG CERA en F.R. Valkenburg AAG RBA, leden, en mr. H.C.

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd ECLI:NL:HR:2013:37 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2013 Datum publicatie 04-07-2013 Zaaknummer 12/00171 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416,

Nadere informatie

Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018

Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018 Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018 Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Verjaring (1) Art. 7:942 lid 1 BW gaat voor een vordering tegen de verzekeraar

Nadere informatie

Verjaring in het verzekeringsrecht. Lodewijk Smeehuijzen (hoogleraar privaatrecht VU)

Verjaring in het verzekeringsrecht. Lodewijk Smeehuijzen (hoogleraar privaatrecht VU) Verjaring in het verzekeringsrecht Lodewijk Smeehuijzen (hoogleraar privaatrecht VU) Inleiding Wetgever heeft de ambitie gehad in de artt. 3:306 tot en met 3:326 BW het hele verjaringsrecht te regelen.

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2011:BQ7051

ECLI:NL:PHR:2011:BQ7051 ECLI:NL:PHR:2011:BQ7051 Instantie Datum uitspraak 16-09-2011 Datum publicatie 16-09-2011 Zaaknummer 09/03014 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer 200.091.734-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

Cassatie: ECLI:NL:HR:2008:BD2410, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen

Cassatie: ECLI:NL:HR:2008:BD2410, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen ECLI:NL:GHAMS:2006:AZ2076, Gerechtshof Amsterdam, 28-09-2006, 408/05 Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-09-2006 Datum 13-11-2006 Publicatie Formele relaties Cassatie:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 31-05-2011 Datum publicatie 08-06-2011 Zaaknummer 200.070.709/01 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZLY:2010:BN3723, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

Wetsverwijzingen Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering 407, geldigheid:

Wetsverwijzingen Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering 407, geldigheid: ECLI:NL:PHR:2000:AA7202 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 22-09-2000 Datum publicatie 14-08-2001 Zaaknummer C98/380HR Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2000:AA7202 Rechtsgebieden

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 25-09-2014 Zaaknummer 200.133.088/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2003:AF2831

ECLI:NL:HR:2003:AF2831 ECLI:NL:HR:2003:AF2831 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 04-04-2003 Datum publicatie 04-04-2003 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C01/186HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2003:AF2831

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-25 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen op : 21 januari 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2002:AE4023 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer

ECLI:NL:GHLEE:2002:AE4023 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer ECLI:NL:GHLEE:2002:AE4023 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 12-06-2002 Datum publicatie 12-06-2002 Zaaknummer Rolnummer 0100236 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken

Rechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken Page 1 of 5 LJN: BD7584, Hoge Raad, 07/12596 Datum uitspraak: 07-11-2008 Datum publicatie: 07-11-2008 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Internationaal privaatrecht.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3495

ECLI:NL:GHDHA:2016:3495 ECLI:NL:GHDHA:2016:3495 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 08-03-2017 Zaaknummer 200.179.055 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 21 juni 1996 Eerste Kamer Nr. 16.009 (C 95/161) AS Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: AUTOMATISERINGSCENTRUM WIM VAN GENK B.V., gevestigd te Roosendaal, gemeente en Nispen, Roosendaal EISERES

Nadere informatie

Het gaat in deze zaak om de ondertoezichtstelling van een kind voor de periode van 14 september 2005 tot 14 september 2006(1).

Het gaat in deze zaak om de ondertoezichtstelling van een kind voor de periode van 14 september 2005 tot 14 september 2006(1). ECLI:NL:PHR:2007:BA5805, Parket bij de Hoge Raad, 28-09-2007, R06/145HR Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Datum uitspraak Datum Publicatie Parket bij de Hoge Raad 28-09-2007 28-09-2007 Formele relaties

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2006:AW3559

ECLI:NL:HR:2006:AW3559 ECLI:NL:HR:2006:AW3559 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-10-2006 Datum publicatie 02-07-2008 Zaaknummer 01447/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AW3559

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2003:AO1229

ECLI:NL:RBHAA:2003:AO1229 ECLI:NL:RBHAA:2003:AO1229 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 24-12-2003 Datum publicatie 05-01-2004 Zaaknummer 207961 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018 18-194/DB/ZWB ECLI:NL:TADRSHE:2018:65 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 18-194/DB/ZWB Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2010:BN9921

ECLI:NL:GHARN:2010:BN9921 ECLI:NL:GHARN:2010:BN9921 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 24-08-2010 Datum publicatie 08-10-2010 Zaaknummer 107.002.474/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.035.875-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Rechtsbijstandverzekering. Verzekeringsvoorwaarden. Relevante informatie en medewerking.

Rechtsbijstandverzekering. Verzekeringsvoorwaarden. Relevante informatie en medewerking. Uitspraak Commissie van Beroep 2014-017 d.d. 8 mei 2014 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. W.J.J. Los, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2013:6272

ECLI:NL:RBNNE:2013:6272 ECLI:NL:RBNNE:2013:6272 Instantie Datum uitspraak 22-10-2013 Datum publicatie 20-11-2013 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 429507 - CV EXPL 13-2675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is

Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is ECLI:NL:GHARL:2015:4336 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 16-06-2015 Datum publicatie 19-06-2015

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 142 d.d. 12 juli 2010 (mr. B. Sluijters, voorzitter, mr. drs. M.L. Hendrikse en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Instantie Centrale Raad van Beroep Datum uitspraak Datum Publicatie Zaaknummer AAW/WAO 94/307 Bijzondere kenmerken.

Instantie Centrale Raad van Beroep Datum uitspraak Datum Publicatie Zaaknummer AAW/WAO 94/307 Bijzondere kenmerken. ECLI:NL:CRVB:1995:ZB1495, Centrale Raad van Beroep, 01-11-1995, AAW/WAO 94/307 Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Centrale Raad van Beroep Datum uitspraak 01-11-1995 Datum Publicatie 16-06-2004 Zaaknummer

Nadere informatie

Samenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep

Samenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep Uitspraak Commissie van Beroep 2016-025 d.d. 12 augustus 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. J.B. Fleers, mr. A. Smeeïng-van Hees en mr. A. Bus, leden, en mr. G.A. van de Watering, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327

ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327 ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-08-2000 Datum publicatie 21-01-2002 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie WW 98/559-DOP WW 98/916-DOP

Nadere informatie

Hoge Raad, 26 januari 2001 (Weststrate/De Schelde); blootstelling aan asbest niet aangetoond. Vordering afgewezen.

Hoge Raad, 26 januari 2001 (Weststrate/De Schelde); blootstelling aan asbest niet aangetoond. Vordering afgewezen. Hoge Raad, 26 januari 2001 (Weststrate/De Schelde); blootstelling aan asbest niet aangetoond. Vordering afgewezen. Samenvatting Werknemer met mesothelioom spreekt werkgever aan. De schadevergoeding wordt

Nadere informatie

Praktijkboek verjarings- en vervaltermijnen in de bouw

Praktijkboek verjarings- en vervaltermijnen in de bouw Praktijkboek verjarings- en vervaltermijnen in de bouw ISBN 978-90-78066-42-2 NUR 822 2010, S.J.H. Rutten, Stichting Instituut voor Bouwrecht Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B, vertegenwoordigd door de heer C te D, tegen E te F en G te H Zaak : Schadevergoeding, wettelijke rente Zaaknummer : 2012.03079 Zittingsdatum : 11 september

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481

ECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481 ECLI:NL:PHR:2013:873 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-09-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 12/04481 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BB9059

ECLI:NL:CRVB:2007:BB9059 ECLI:NL:CRVB:2007:BB9059 Instantie Datum uitspraak 28-11-2007 Datum publicatie 30-11-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-5241 WAO Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 Instantie Datum uitspraak 28-03-2007 Datum publicatie 05-04-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 04-5151 WAO Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

HR: rechtsbijstandverzekeraar aansprakelijk voor niet wijzen op verjaringstermijn

HR: rechtsbijstandverzekeraar aansprakelijk voor niet wijzen op verjaringstermijn HR: rechtsbijstandverzekeraar aansprakelijk voor niet wijzen op verjaringstermijn Hoge Raad 03 februari 2012 BV2719 10/04120 Niet-nakoming van garantieverplichting. Rechtsbijstandverlener verzuimt haar

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2016:8053, Bekrachtiging/bevestiging Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:2353

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2016:8053, Bekrachtiging/bevestiging Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:2353 ECLI:NL:GHDHA:2017:1565, Gerechtshof Den Haag, 19-04-2017, BK-16/00361 Inhoudsindicatie Partijen hebben desgevraagd verklaard dat tussen hen enkel in geschil is of de Inspecteur terecht het door belanghebbende

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-323 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 27 juli 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA5915 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 905/05

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA5915 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 905/05 ECLI:NL:GHAMS:2007:BA5915 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-01-2007 Datum publicatie 14-06-2007 Zaaknummer 905/05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2014 C.14.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0122.N 1. M. H., 2. A. D. K., eisers, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 6 januari 2014 (nr. G.13.0163.N) vertegenwoordigd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2007:BC0439

ECLI:NL:RBROT:2007:BC0439 ECLI:NL:RBROT:2007:BC0439 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 21-11-2007 Datum publicatie 18-12-2007 Zaaknummer 285035 / HA ZA 07-1389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2015:1871. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2015:1871. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589, Gevolgd ECLI:NL:HR:2015:1871 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-07-2015 Datum publicatie 10-07-2015 Zaaknummer 14/04610 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589,

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-247 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop, mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123 ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-09-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 04/04123 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Civiele Procespraktijk

Civiele Procespraktijk Civiele Procespraktijk Nr. 13 - september 2010 De volgende onderwerpen worden behandeld: Vordering tot winstafdracht Aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten, en schadebeperkingsplicht Verjaring Klachtplicht

Nadere informatie

Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:HR:2016:2222. Uitspraak

Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:HR:2016:2222. Uitspraak Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:HR:2016:2222 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30 09 2016 Datum publicatie 30 09 2016 Zaaknummer 15/01943 Formele relaties Rechtsgebieden Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:473,

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 050.01 ingediend door: hierna te noemen 'klaagster, tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

vonnis RECHTBANK Overijssel Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Almelo Zaaknummer: \CV EXPL Vonnis van 17 april 2018

vonnis RECHTBANK Overijssel Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Almelo Zaaknummer: \CV EXPL Vonnis van 17 april 2018 vonnis RECHTBANK Overijssel Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Almelo Zaaknummer: 6507316\CV EXPL 17-3909 Vonnis van 17 april 2018 in de zaak van de vennootschap onder firma X, gevestigd en kantoorhoudende

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BT6748

ECLI:NL:GHARN:2011:BT6748 ECLI:NL:GHARN:2011:BT6748 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 20-09-2011 Datum publicatie 05-10-2011 Zaaknummer 200.038.641 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2008:BC1231 In cassatie op : ECLI:NL:GHARN:2006:AV1367, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2008:BC1231 In cassatie op : ECLI:NL:GHARN:2006:AV1367, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen ECLI:NL:HR:2008:BC1231, Hoge Raad, 14-03-2008, C06/142HR Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Datum uitspraak Datum Publicatie Hoge Raad 14-03-2008 14-03-2008 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2008:BC1231

Nadere informatie

RESULTAATGERELATEERDE

RESULTAATGERELATEERDE erde OVER NO CURE NO PAY RESULTAATGERELATEERDE BELONING Resultaatgerelateerde beloning Over no cure no pay OVER NO CURE NO PAY RESULT AATGERELATEERDE BELONING RESULTAATGERELATEERDE BELONING 02 Resultaatgerelateerde

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2007:BA6231

ECLI:NL:HR:2007:BA6231 ECLI:NL:HR:2007:BA6231 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-07-2007 Datum publicatie 13-07-2007 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C05/331HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:BA6231

Nadere informatie