Belevingsonderzoek bij gedetineerden en personeel van de drugvrije afdeling in het penitentiair complex te Brugge

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Belevingsonderzoek bij gedetineerden en personeel van de drugvrije afdeling in het penitentiair complex te Brugge"

Transcriptie

1 Academiejaar Tweedesemesterexamenperiode Belevingsonderzoek bij gedetineerden en personeel van de drugvrije afdeling in het penitentiair complex te Brugge Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science in de Pedagogische Wetenschappen, afstudeerrichting Orthopedagogiek Promotor: Prof. Dr. Wouter Vanderplasschen Marlies Devos

2

3 Vooraf Deze masterproef vormt het eindresultaat van een belevingsonderzoek op de drugvrije afdeling van het penitentiair complex in Brugge. Het is opgesteld in kader van de opleiding master in de pedagogische wetenschappen, met afstudeerrichting orthopedagogiek. In deze masterproef zijn de bibliografische verwijzingen gebaseerd op APA 6.0. De drugvrije afdeling is de plaats waar ik stage liep van september 2015 tot april Omdat bij de opzet van deze masterproef de hulp van een aantal personen belangrijk was, wil ik hier de gelegenheid nemen om deze personen te bedanken. Ik wil via deze weg mijn promotor prof. dr. Wouter Vanderplasschen bedanken voor de tijd die hij vrijmaakte om mij te begeleiden en de constructieve feedback die me telkens verder op weg zette. Daarnaast wil ik de directie en het personeel van het penitentiair complex in Brugge, en in het bijzonder mevr. Sofie Vantomme en dhr. Bart Van Den Langenbergh, bedanken om mij de kans te geven om dit onderzoek op de drugvrije afdeling mogelijk te maken. Via hen was het mogelijk om op een vlotte manier de juiste contacten te leggen en het onderzoek uit te voeren. Ik wil ook de participanten bedanken. Ik bedank graag de beambten, de hulpverleners en de gedetineerden die ik geïnterviewd heb. Zonder hen was dit eindresultaat niet mogelijk geweest. Vervolgens wil ik zeker ook mijn familie en vrienden bedanken. De steun die ik kreeg van hen, was van groot belang. In het bijzonder wil ik hierbij mijn gezin bedanken. De emotionele en financiële steun waren onmisbaar om mogelijk te maken wat ik bereikt heb. Bedankt.

4 Abstract De drugvrije afdeling (DVA) van het penitentiair complex in Brugge (PCB) is sinds juni 2014 uitgebreid waardoor meer gedetineerden omwille van negatieve redenen de afdeling verlaten hebben (Plettinckx, et al., 2014; B. Van Den Langenbergh, persoonlijke mededeling, 29 januari 2015). In de opleiding master of science in de pedagogische wetenschappen, afstudeerrichting orthopedagogiek, voerde Marlies Devos in het academiejaar onder promotorschap van prof. dr. Wouter Vanderplasschen deze masterproef uit met als titel: Belevingsonderzoek bij gedetineerden en personeel van de drugvrije afdeling in het penitentiair complex te Brugge. De volgende onderzoeksvragen werden onderzocht: Wat is de beleving van de werking van de drugvrije afdeling en motivatie van de betrokken partijen in de DVA na de uitbreiding? Hoe draagt deze beleving, samen met de motivatie van de gedetineerden, bij tot het blijvend verblijf in een DVA in een gevangenis? Gedetineerden en personeelsleden van de DVA werden geïnterviewd via kwalitatieve interviews. De gedetineerden met een verslavingsproblematiek vulden de Circumstances, Motivation and Readiness Scales for Substance Abuse Treatment (CMR) in. Ongeveer 20% en 10% bleken respectievelijk een hoge en gemiddeld hoge motivatie naar een drugsbehandeling te hebben. De grootste motivaties naar de DVA zijn: werken rond reclassering, drugvrij leven en het open regime. Na de uitbreiding ervaart men de afdeling als te groot, zijn de groepscohesie en de screening veranderd en werd de afdeling minder afgescheiden van andere afdelingen. De drugscontroles vinden de participanten positief om te ondersteunen in het drugvrij zijn, evenals de aanwezigheid van het zorgteam, de terugvalpreventie en de structuur op de afdeling. Bij gedetineerden en personeel van buiten de DVA ervaart men dat de DVA een negatieve reputatie heeft.

5 Inhoudstabel Vooraf... 3 Abstract Inleiding Literatuurstudie Detentie Drugsgebruik in de gevangenis Drugshulpverlening in de gevangenis Drugvrije afdelingen in het buitenland Drugshulpverlening in Belgische gevangenissen Motivatie en redenen tot blijvend verblijf of uitval in drugshulpverlening Drugvrije afdeling penitentiair complex Brugge Probleemstelling Methodologie Onderzoekssetting: penitentiair complex Brugge Participanten Dataverzameling Belevingsonderzoek Interview Circumstances, Motivation, Readiness and Suitability Scales (CMRS) en Circumstances, Motivation and Readiness Scales for Substance Abuse Treatment (CMR) Data-analyse Resultaten Thematische analyse Motivatie naar drugvrije afdeling Verschil Drugvrije afdeling voor en na uitbreiding in Drugvrije omgeving handhaven Positieve en negatieve beschouwingen over de drugvrije afdeling Reputatie drugvrije afdeling CMR Discussie Motivatie voor en na uitbreiding DVA in Grootste motivatie: reclassering Tweede motivatie: drugvrije omgeving... 30

6 Derde motivatie: open regime Andere motivaties Minder sterke groepscohesie Verschil in houding bij penitentiair personeel Aanbevelingen voor het beleid en de praktijk Aanbevelingen voor verder wetenschappelijk onderzoek Beperkingen van het onderzoek Conclusie Bibliografie Bijlagen Vragen interview: Gedetineerden Vragen interview: Penitentiair personeel Vragen interview: Zorgteam Informed consent personeel en gedetineerden zonder een verslavingsproblematiek Informed consent personeel en gedetineerden met een verslavingsproblematiek CMR... 50

7 1. Inleiding Een gevangenis waar geen drugs in omloop zijn, is een utopie. Dit is niet enkel zo in buitenlandse gevangenissen, ook in Belgische gevangenissen zijn drugs niet te vermijden (Fazel, Bains, & Doll, 2006; Stöver & Nelles, 2003; Vandam, De Ruyver, & Vander Beke, 2010). Uit Belgisch onderzoek dat gedetineerden bevroeg rond hun drugsgebruik bleek dat meer dan de helft van de steekproef de afgelopen drie maanden illegale drugs gebruikt had in de gevangenis (Vandam et al., 2010). Om hier tegenin te gaan zijn er zijn verschillende initiatieven opgezet in nationale en internationale gevangenissen om verslaafde gebruikers te ondersteunen (EMCDDA, 2012). Spaans onderzoek wijst uit dat behandeling in de gevangenis ervoor zorgt dat gedetineerden abstinent kunnen zijn en dat ze zich kunnen aanpassen aan het dagelijks leven in de samenleving (Casares-López, González-Menéndez, Fernández, Secades-Villa, & Fernández-Hermida, 2013). Het Vlaams strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden stelt dat gedetineerden het recht hebben op een kwaliteitsvolle en integrale hulpverlening, alsook dienstverlening. Ook hun directe sociale omgeving heeft dit recht. Dit acht men belangrijk zodat de gedetineerden zich volledig in de samenleving kunnen integreren (Interdepartementale Commissie Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden, 2000). Het penitentiaire complex in Brugge (PCB) kent een drugvrije afdeling (DVA) (Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen, 2010). Een drugvrije afdeling is een initiatief die ertoe kan bijdragen om het gebruik in de gevangenis te doen dalen. In dergelijke afdelingen engageren de gedetineerden zich om tijdens hun verblijf geen drugs te gebruiken (De Maere, Hariga, Bartholeyns, & Vanderveken, 2000). Centraal in deze afdeling staat dat men drugs op geen enkele manier toelaat, zodat de gedetineerden geen negatieve gevolgen van het drugsgebruik en geen detentieschade ondervinden. De drugvrije afdeling laat naast gedetineerden met een drugsproblematiek ook gedetineerden toe die geen drugsverslaving hebben (Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen, 2010). In 2014 werd reeds een belevingsonderzoek gedaan op de drugvrije afdeling in het penitentiair complex in Brugge (Lucidarme, 2014). Dit onderzoek werd gevoerd voor de uitbreiding in De drugvrije afdeling is in capaciteit verdubbeld en biedt nu plaats aan 44 gedetineerden. De uitbreiding bracht teweeg dat de drugvrije afdeling verhuisd is naar een locatie waar de scheiding met andere gedetineerden minder uitgesproken is. Men ondervindt na de uitbreiding dat er meer gedetineerden omwille van negatieve redenen de afdeling dienen te verlaten en dat de populatie na de uitbreiding minder transparant is voor het bewakings- en hulpverleningspersoneel (B. Van Den Langenbergh, persoonlijke mededeling, 29 januari 2015). Dit belevingsonderzoek gaat na wat de beleving en de motivatie is van de gedetineerden na deze uitbreiding. De resultaten en de aanbevelingen kunnen relevant zijn voor de afdeling om tegemoet te kunnen komen aan de moeilijkheden die men na de uitbreiding ondervind. Het is bedenkelijk dat de drugshulpverlening, zoals het Centraal aanmeldingspunt, afgebouwd wordt, zeker wanneer gebleken is dat er een verband is tussen drugsgebruik en het plegen van criminele feiten. Drugsgebruikers plegen tussen de 2,8 en 3,8 keer meer criminele feiten dan personen die geen drugsgebruiker zijn (Delepeleire, 2016; Bennet, Holloway en Farrington, 2008). Dit onderzoek zou een meerwaarde kunnen bieden om aanbevelingen te formuleren om meer gedetineerden te motiveren om naar de drugvrije afdeling over te gaan. Daarnaast kunnen aanbevelingen ook bijdragen aan het verhogen van het aantal gedetineerden die de drugvrije afdeling verlaten omwille van positieve redenen. 7

8 2. Literatuurstudie 2.1. Detentie In de gevangenis verblijven personen met diverse juridische statussen. In Europa is dit vergelijkbaar met het onderscheid dat in België gemaakt kan worden. Ten eerste zijn er de personen die nog niet veroordeeld zijn voor een misdrijf. Dit zijn de verdachten of de beklaagden (The council of the European Union, 2009). Ten tweede zijn er gedetineerden die reeds veroordeeld zijn (European Commission, 2016). De derde categorie zijn personen die een misdrijf pleegden, maar die een psychische beperking hebben en zo niet in staat zijn hun daden onder controle te houden. Deze personen zouden ondergebracht moeten worden in een afdeling van sociale bescherming of in een instelling (Salize, Dreßing, & Kief, 2007). In België wordt dezelfde indeling van gedetineerden gebruikt. Een beklaagde is een persoon die verdacht wordt van een misdrijf, maar nog in afwachting is van zijn of haar rechtszaak. Deze persoon is dus nog niet schuldig bevonden, maar wordt wel preventief opgesloten. Wanneer de rechtszaak van de beklaagde voorkomt en de rechter spreekt een vrijheidsstraf uit, wordt de beklaagde een veroordeelde (Lenaers, Valgaeren, & Van Haegendoren, 2001). De rechter bepaalt de duur van de opsluiting en de periode in voorhechtenis wordt hiervan afgetrokken (Federale Overheidsdienst Justitie, 2010). Indien deze straf minder dan drie jaar is, komt de veroordeelde vrij na een derde van die straf. Bij een hogere gevangenisstraf is er de mogelijkheid op een voorwaardelijke invrijheidsstelling na een derde van de uitgesproken straf. Indien een beklaagde tijdens zijn rechtszaak beoordeeld wordt als sociaal gevaarlijk, mentaal beperkt of geestesgestoord dan kan de rechter een internering opleggen. Internering is een maatregel en wordt niet gedefinieerd als een straf. Het heeft als doel om enerzijds de geïnterneerde een medische behandeling op te leggen en anderzijds om de maatschappij te beschermen. Het eerstgenoemde doel komt zelden tot uiting in een gevangenis (Lenaers et al., 2001). België werd reeds meerdere keren veroordeeld door het Europees Hof van de Rechten van de Mens omwille van de ondermaatse behandeling die geboden wordt aan geïnterneerden (Gryson, 2014). De hechtenistitel is vaak een beïnvloedende factor op de soort hulp- en dienstverlening waar personen in een gevangenis beroep op doen wanneer men daar nood aan heeft. Bij geïnterneerden doet men bijvoorbeeld meer aan herstelgerichte detentie. Dit doet men bij veroordeelden ook meer dan bij beklaagden (Lenaers et al., 2001) Drugsgebruik in de gevangenis In zowel mannen- als vrouwengevangenissen is de aanwezigheid van drugs iets waar men niet omheen kan. Een systematische review uit het Verenigd Koninkrijk wijst uit dat het drugsgebruik in mannengevangenissen ongeveer tussen 10% en 48% bedraagt. Dit cijfer ligt ook in de vrouwengevangenissen hoog, namelijk 30-60% (Fazel et al., 2006). Uit een rapport van de European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction (EMCDDA) blijkt dat drugs in bijna elke Europese gevangenis aanwezig is. De Portugese gevangenissen kenden een hoog drugsgebruik in 2007, wanneer gekeken werd naar het gebruik in het laatste jaar. 41% van de gedetineerden die deelnamen aan het onderzoek gaven aan in het voorbije jaar een illegaal middel gebruikt te hebben. Ook Letland en Hongarije gingen in 2008 het drugsgebruik van het voorbije jaar na in hun gevangenissen. Daar gaf respectievelijk 18% en 8% van de gedetineerden gebruik van illegale middelen in het voorbije jaar toe. In 2003 ging een onderzoek in Litouwen hetzelfde na, wat resulteerde in een cijfer van 13%. Er moet kritisch omgegaan worden bij een veralgemening van de cijfers, aangezien de hoeveelheid gevangenissen per land verschillen in dit onderzoek (EMCDDA, 2012). Deze cijfers maken wel 8

9 duidelijk dat het drugsgebruik in de gevangenissen niet een zaak is die slechts in België aanwezig is, maar dat er in Europa een groot aantal drugsgebruikers in de gevangenissen verblijven. In Belgische gevangenissen zou volgens een onderzoek uit % van de gedetineerden illegale drugs gebruiken tijdens detentie. Cannabis is de drugs die hierbij het meest gebruikt wordt (Van Malderen, geciteerd in Deprez & Van Malderen, 2012). Ook cocaïne, heroïne, ecstacy en speed zijn aanwezig in gevangenissen (De Maere et al., 2000). Uit een ander nationaal onderzoek uit 2010, is gebleken dat 60% van de onderzochte steekproef de afgelopen drie maanden illegale drugs gebruikt heeft in de gevangenis (Vandam et al., 2010). Dat drugs zo sterk aanwezig is in een gevangenis kan vragen oproepen. Hierbij kan stilgestaan worden bij de drugshulpverlening, maar bijvoorbeeld ook bij de redenen waarom gedetineerden drugs gebruiken. Zo zouden gedetineerden drugs gebruiken om zich niet te vervelen, om zich te ontspannen of om hun problemen uit de weg te gaan (De Maere, et al., 2000; Versele, 2009). Het Vlaams actieplan tabak, alcohol en drugs stelt dat het drugsgebruik in de gevangenissen zoveel mogelijk beperkt moet worden. Hierbij is het belangrijk dat de preventie en hulpverlening in de gevangenissen van hetzelfde belang en dezelfde kwaliteit is als die in de samenleving buiten de gevangenis (Agentschap zorg en gezondheid, 2009). De wet in België laat niet toe dat bezoekers zomaar gefouilleerd worden (Van Ermen, 2010). Indien men iemand wil fouilleren moet men eerst een toestemming krijgen van de gevangenisdirecteur. Deze procedure is tijdrovend en dus geen werkbaar en sluitend systeem om het binnenbrengen van drugs te vermijden. Urinecontroles mogen ook slechts met goedkeuring van de gedetineerde afgenomen worden, dus bewijs van drugsgebruik is moeilijk aan te tonen. In 2013 is er goedkeuring gekomen voor de aanpassing op de wet van de interne rechtspositie van gedetineerden. Hierdoor kan men op vaste momenten, wanneer een gedetineerde de gevangenis terug binnengaat na een uitgang of verlof, fouilleringen op het lichaam uitvoeren (Belgische Federale Overheidsdiensten, 2013) Drugshulpverlening in de gevangenis Om de vraag naar drugs in de gevangenissen in Europa te doen dalen werden onder meer behandelprogramma s opgezet. Hierbij werken, in de meeste Europese landen, de gezondheidsdiensten die actief zijn binnen de muren van de gevangenis samen met de hulpverlening in de maatschappij. Hierdoor is het eenvoudiger om na de periode van detentie beroep te kunnen doen op hulpverlening die gelijkaardig is aan de hulpverlening die men binnen de gevangenis kreeg. Het merendeel van de Europese landen doet aan drugshulpverlening in hun gevangenissen in de vorm van onder andere het geven van adviezen, korte termijn behandelingen, therapeutische gemeenschappen, drugvrije afdelingen of harm reduction (EMCDDA, 2012). 26 van 30 onderzochte landen doet aan harm reduction binnen de gevangenissen onder de vorm van substitutiebehandelingen (Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, 2014). In 2003 pasten 43 Europese gevangenissen spuitenruil toe bij drugsverslaafde gedetineerden. Dit heeft positieve gevolgen gehad, want het drugsgebruik steeg hierdoor niet en het delen van naalden daalde. De gedetineerden gebruikten de spuiten niet als wapen om anderen te verwonden (Stöver & Nelles, 2003). Hoewel de effectiviteit ervan nog niet bewezen is in gevangenissen, is spuitenruil in 2010 nog steeds aanwezig in de meeste Europese gevangenissen. In navolging van deze spuitenruil geven sommige penitentiaire instellingen desinfecterende middelen aan de gedetineerden. Zo kunnen ze hun eigen materiaal desinfecteren alvorens ze het hergebruiken (Windelinckx, 2014). 9

10 2.3.1 Drugvrije afdelingen in het buitenland Naast harm reduction-maatregelen werden ook drugvrije afdelingen opgezet om mensen met een drugsverslavingsproblematiek te begeleiden in een gevangenis. Drugvrije afdelingen zijn een vorm van drugshulpverlening die zowel in Belgische als buitenlandse gevangenissen aanwezig zijn. In drugvrije afdelingen in het Verenigd Koninkrijk vinden de betrokkenen het belangrijk dat ze gesteund worden door de bestuurlijke instanties. In datzelfde onderzoek geven enkele participanten aan dat ze zich niet gesteund voelen door andere personeelsleden in de gevangenis. Dit terwijl de onderzoekers uit de gesprekken met het personeel van de andere afdelingen konden afleiden dat deze personen wel achter de drugvrije afdeling staan (Powis, Walton, & Randhawa, 2015). Een Canadees-Zwitsers onderzoek beschrijft een drugvrije afdeling als een afdeling waar gedetineerden verblijven die zich vrijwillig hebben aangemeld om gedurende hun verblijf in de gevangenis niet in aanraking te komen met drugs (Jürgens, Ball, & Verster, 2009). In het Verenigd Koninkrijk onderscheidt men vier types drugvrije afdelingen, drug recovery wings genoemd. Deze types worden van elkaar onderscheiden op basis van de selectiecriteria en de grootte. Drug recovery wings van type A zijn klinische en grote eenheden. Gedetineerden die een substitutiebehandeling krijgen voor opiaten en die weinig persoonlijke en sociale bronnen kennen, leven hier in dezelfde afdeling naast een minderheid van gedetineerden die in detox zijn van andere drugs. Bij gedetineerden die een substitutiebehandeling ondergaan, gebeurt het zelden dat ze een vermindering krijgen in medicatie of clean worden. Op andere afdelingen in deze gevangenissen is het uitzonderlijk dat een gedetineerde een substitutiebehandeling krijgt. Een type B drug recovery wing is een gemiddeld grote afdeling waar psychosociale steun voor gedetineerden in substitutiebehandeling aangeboden wordt om hen te ondersteunen in het clean worden. De gedetineerden dienen hiervoor een hoge motivatie te hebben. Men merkt echter dat het moeilijk is om de gedetineerden abstinent te krijgen onder andere door beperkte gestructureerde interventies. Zo krijgen de gedetineerden slechts een keer per maand een psychosociaal gesprek. Type C is ook een gemiddeld grote afdeling. In dit type drugvrije afdeling focust men zich op het abstinent zijn op lange termijn. Iedere gedetineerde die een drugsverleden kent, ongeacht het soort middel, kan zich aanmelden op deze afdeling. Gedetineerden die een substitutiebehandeling krijgen voor opiaten worden pas toegelaten wanneer ze minder dan 2 mg Subutex of 40 ml methadon voorgeschreven krijgen. Een drug recovery wing van type D is een kleine afdeling, bestaande uit acht tot twintig gedetineerden, waar intensieve begeleiding aangeboden wordt. Deze behandeling heeft ook tot doel een sterke groep te creëren. De groepstherapieën en het samen leven, dragen ook bij tot het creëren van een veilige therapeutische groep. Op deze afdeling verblijven zowel gedetineerden met substitutiebehandeling en gedetineerden die clean zijn. Van de gedetineerden die nog substitutie nemen, wordt verwacht dat ze voor hun vrijlating clean zijn. De medicatie bouwt men dus snel af met oog op het clean worden (Page et al., 2015). Uit Nederlands onderzoek blijkt dat gedetineerden die in een drugvrije afdeling verbleven, na hun vrijlating meer beroep doen op drugshulpverlening dan gedetineerden die niet in een drugvrije afdeling verbleven. Gedetineerden uit een drugvrije afdeling worden meer doorverwezen naar drugshulpverlening. Uit datzelfde onderzoek kwam naar voor dat gedetineerden die in een drugvrije afdeling verbleven na een jaar follow-up geen verschil kennen in recidive, drugsgebruik, sociaal en fysisch functioneren in vergelijking met gedetineerden die op andere afdelingen verbleven (Schippers, Van den Hurk, Breteler, & Meerkerk, geciteerd in Larney, Mathers, & Dolan, 2007). Het National Offender Management Service deed een onderzoek in vijf drug recovery wings. Men kon zes sterke eigenschappen onderscheiden in dergelijke afdelingen. Als eerste stelt men als sterkte de steun die de deelnemers krijgen van het personeel en hun interventies. Het personeel dat steun biedt, toegewijd is en hard werkt, is een tweede sterkte. De intensieve, gevarieerde en gestructureerde begeleiding op de afdelingen en de begeleiding ter voorbereiding van het verlaten van de gevangenis worden als derde en 10

11 vierde sterkte ervaren. Als vijfde is de samenwerking met externe instanties die de deelnemers begeleiden een positieve eigenschap. De laatste sterkte is de therapeutisch rustige sfeer op de afdeling (Powis et al., 2014) Drugshulpverlening in Belgische gevangenissen In België werden er verschillende initiatieven opgericht in de gevangenissen om gedetineerden met een verslavingsproblematiek te begeleiden. In principe voorzien alle gevangenissen harm reduction in de vorm van substitutiebehandeling. Het verschil tussen de gevangenissen hierbij is het doel van deze substitutiebehandeling. Er zijn gevangenissen die een onderhoudsdosis aanbieden aan de gedetineerden, andere gevangenissen bieden substitutie enkel aan voor detoxificatie (Vander Laenen et al., 2013). Van de gevangenispopulatie ontvangt slechts 3% een substitutiebehandeling. Dit is weinig wanneer 12 tot 20% van de gedetineerden aangeeft heroïne te gebruiken (Van Malderen, 2012). De Wereldgezondheidsorganisatie stelde internationale richtlijnen op voor de preventie van HIV in gevangenissen. Op basis daarvan ontstonden er nationale standaarden en richtlijnen om in de gevangenis het drugsgebruik en gezondheidsrisico s te verminderen en tegen te gaan (WHO, 2007). De richtlijnen omtrent de harm reduction, de preventie en de begeleiding van gezondheidsrisico s die drugsgerelateerd zijn, worden echter weinig nageleefd. De internationale richtlijnen over de substitutiebehandeling voor opiaten worden slechts voor 24% geïmplementeerd, de nationale richtlijnen 53% (Schiltz, Van Malderen, & Vanderplasschen, 2015). In Belgische gevangenissen worden nog drugsbehandelprogramma s of projecten opgezet met als doel het drugsgebruik in de gevangenissen te reduceren. Dit kan gaan van een programma waar gedetineerden enkel mogen aan deelnemen indien ze drugvrij zijn tot projecten ter preventie van drugsgebruik waar gedetineerden een opleiding krijgen om andere gedetineerden bewust te maken van de risico s van gebruik (Belgische Federale Overheidsdiensten, 2011). In enkele Belgische gevangenissen werden drugvrije afdelingen opgezet. Deze worden gekenmerkt door drie zaken. Als eerste engageren de gedetineerden zich om niet te gebruiken en ondertekent men een contract. Ten tweede worden de gedetineerden getest via urinecontroles. Als laatste kennen deze afdelingen een systeem van open deuren (De Maere, et al., 2000). De drugvrije afdeling van Verviers wordt mogelijk gemaakt door de samenwerking tussen de gevangenis en drugshulpverlening die actief is buiten de gevangenis. Men werkt zowel aan het drugsprobleem van verslaafden als aan de preventie van drugsgebruik bij niet-verslaafden (Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen FOD Justitie, 2008). In december 2015 startte de gevangenis van Hasselt een drugvrije afdeling. Een van de uitgangspunten was de drugvrije afdeling in Brugge dat als een goed alternatief werd gezien om gedetineerden drugvrij te houden tijdens hun detentie. (I. Wouters, persoonlijke communicatie, 28 februari 2016). Dit terwijl de gedetineerden na de uitbreiding van de DVA in Brugge, volgens een van de oprichters, meer positief testten op de drugstesten (B. Van Den Langenbergh, persoonlijke mededeling, 29 januari 2015). Een van de grote verschillen is onder meer dat op de DVA van Hasselt er wel gedetineerden mogen verblijven die methadon gebruiken, wat niet toegestaan is op de DVA in Brugge. Daarnaast heeft de DVA in Hasselt, in tegenstelling tot Brugge, een fulltime individuele drugshulpverlener en een integrale trajectbegeleider in dienst (D-side team, persoonlijke communicatie, 16 april 2013; I. Wouters, persoonlijke communicatie, 28 februari 2016). Het penitentiair landbouwcentrum (PLC) in Ruiselede kent ook een specifiek programma voor gedetineerden die drugvrij hun detentieperiode willen doormaken. Het B-leave project werkt sinds 1995 door middel van therapie, sport en vorming aan het drugvrij blijven van gedetineerden (Van Ermen, 2010). Hoewel B- Leave, net als de DVA in Brugge, samenwerkt met Ambulante Centrum De Kiem, werkt men in dit project op een andere manier dan in de DVA. B-Leave is een tijdelijk project, van oktober tot en met 11

12 mei, voor slechts 16 gedetineerden die drugsverslaafd zijn. Naast De Kiem worden ook Groep Intro vzw en andere privépersonen ingeschakeld in het project (Penitentiair Landbouwcentrum Ruiselede, 2013). Naast drugshulpverlening in de gevangenis kan die ook gerealiseerd worden voor iemand de gevangenis in moet. Een drugsgebruiker die een drugsgerelateerd misdrijf pleegt, kan via de Gentse drugbehandelingskamer (DBK) de kans krijgen om zijn verslavingsproblematiek aan te pakken voordat hij veroordeeld wordt. Men wordt meer doorverwezen naar de drugshulpverlening en begeleid in een substitutiebehandeling zonder bijgebruik (Vander Laenen et al., 2013). De kwaliteit van deze hulpverlening kan onder druk staan door de berichtgevingen in verband met besparingen in de gevangenissen. Deze besparingen zouden inhouden dat gedetineerden minder mogelijkheden krijgen om beroep te doen op groepsgericht of individueel gericht aanbod, omdat ze langer op cel moeten blijven (Welzijn en samenleving, 2014). Het Centraal Aanmeldingspunt (CAP), dat in meerdere gevangenissen gedetineerden ondersteunde bij het zoeken naar hulp omtrent hun drugsof alcoholprobleem, werd op 1 mei 2016 stopgezet wegens financiële redenen (Delepeleire, 2016). Het CAP verwees gedetineerden door naar de drugshulpverlening. Het is ontstaan vanuit de dienst gezondheidszorg van de Federale Overheidsdienst Justitie en wordt gerealiseerd door de Vlaamse Vereniging Behandelingscentra Verslaafdenzorg (VVBV) (Vanthuyne, 2013). Het is bedenkelijk dat deze hulpverlening afgebouwd wordt aangezien ongeveer 60% van de gedetineerden in België aangaf de afgelopen drie maanden drugs gebruikt te hebben (Vandam et al., 2010) Motivatie en redenen tot blijvend verblijf of uitval in drugshulpverlening Algemeen, wanneer een drugshulpverlening voorzien wordt, is het voor de persoon met een verslavingsproblematiek belangrijk dat hij deze hulpverlening niet vervroegd stopt. Het te vroeg stoppen met een behandeling verhoogt de kans op het hervallen in drugsgebruik. De behandelingen die het meest effectief bleken, zijn dan ook de behandelingen waar men het minste drop-out kent (Lang & Belenko, 2000). Volgens het onderzoek van Welsh en McGrain (2008) kan de motivatie het engagement naar een behandeling voorspellen. Casares-López et al. (2013) stellen dat gedetineerden meer over motivatie en protectieve factoren beschikken wanneer ze merken dat ze hun problemen goed hebben aangepakt in vorige periodes van abstinentie. De motivatie om en de redenen waarom men naar de drugvrije afdeling overgaat, kunnen belangrijk zijn in het voorspellen van het al dan niet hebben van drop-outs (Casares- López, González-Menéndez, Fernández, Secades-Villa, Fernández-Hermida, 2012). Gedetineerden verblijven ook op een drugvrije afdeling om hun kwaliteit van leven te verbeteren en niet enkel om van hun drugsproblematiek af te geraken (Casares-López et al., 2013). Uit een onderzoek in de Nederlandse penitentiaire inrichtingen in Vught waarin men de hoeveelheid psychiatrische stoornissen en nood aan psychosociale hulp naging, blijkt dat ruim de helft van de steekproef een actuele stoornis kent, waaronder ook een verslavingsproblematiek. Onder deze groep gedetineerden kent 64,9% subjectieve hulpvragen. Ongeveer de helft van deze groep kreeg een behandeling voor deze hulpvragen tijdens hun detentie. Uit datzelfde onderzoek blijkt dat gedetineerden die reeds voor hun detentie in de geestelijke gezondheidszorg hulp kregen, minder negatief stonden tegenover hulpverlening dan gedetineerden die voor hun detentie geen hulpverlening kregen (Bulten en Nijman, 2009). Naast de mogelijkheid die gedetineerden in de drugvrije afdeling hebben om hun herstel en gemoed te stabiliseren, door een leven te leiden met regelmaat en minder drugs, stelt Casares-López et al. (2013) voor om psychotherapeutische interventies mogelijk te maken op de drugvrije afdeling in de Spaanse gevangenis Villabona. Die zouden ervoor kunnen zorgen dat de motivatie verhoogd wordt bij de gedetineerden in de drugvrije afdeling en dat zou een positief effect hebben op de behandeling van gedetineerden met een middelenmisbruik. Naast het hebben van intrinsieke motivatie zijn er nog andere 12

13 elementen die bijdragen tot een volgehouden verblijf op de drugvrije afdeling. Het hebben van goeie familierelaties en het krijgen van steun, gebaseerd op EuropASI, zijn de eerste elementen die ervoor zorgen dat de gedetineerden niet afhaken van het programma. Andere elementen zijn het niet vijandig zijn van gedetineerden naar anderen toe, het onzeker zijn over de periode die men nog in de gevangenis moet doorbrengen en het niet hebben van een persoonlijkheidsstoornis op as II volgens de DSM-IV-TR (Casares-López et al., 2013) Drugvrije afdeling penitentiair complex Brugge Het in aanraking komen met gedetineerden die drugs gebruiken, maakt het drugvrij blijven moeilijk. Een drugvrije afdeling kan een mogelijkheid bieden om in een omgeving te verblijven waar enkel gedetineerden verblijven die geen drugs gebruiken (Jürgens et al., 2009). Het penitentiair Complex Brugge richt zich op een integraal drugsbeleid. Als onderdeel hiervan werd een drugvrije afdeling geopend in november 2009, met als projectnaam D-Side (Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen, 2010). Het doel van de DVA is om gedetineerden drugvrij te laten zijn tijdens hun opsluiting. Omdat drugsgebruik in een gevangenis vaak voorkomt, wordt deze afdeling idealiter gescheiden van de rest van de gedetineerden (Jürgens et al., 2009). De gedetineerden vinden het gescheiden zijn en niet in aanraking komen met gedetineerden die drugs gebruiken belangrijke elementen (Lucidarme, 2014). De DVA heeft een team van gemotiveerd personeel dat opgeleid werd om op regelmatige basis te werken met de doelgroep op de afdeling. Dit team bestaat uit onder meer een zorgteam, bewakingspersoneel, een geneeskundige en directieleden (Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen, 2010). Het regime op de DVA kent een heel open regime waarbij gemeenschappelijke activiteiten georganiseerd worden en psychosociale begeleiding aanwezig is. Activiteiten kunnen bijdragen tot het verminderen van het drugsgebruik, omdat de verveling vaak gedetineerden aanzet tot gebruik (De Maere, et al., 2000). De drugvrije afdeling kende in 2014 een verdubbeling van het aantal plaatsen, waardoor er plaats is voor 44 gedetineerden (Plettinckx, et al., 2014). Sinds de uitbreiding bevindt de DVA zich op een sectie op de mannenafdeling 1, waar de langgestrafte mannelijke gedetineerden verblijven (B. Van Den Langenbergh, persoonlijke mededeling, 29 januari 2015). De Schutter (2014) gaf aan dat de gedetineerden voor de uitbreiding ondervonden dat het verblijven op een kleinere afdeling hen een zekere rust gaf Team DVA Het zorgteam van de DVA bestaat uit drie psychiatrisch verpleegkundigen, een maatschappelijk assistente, een opvoedster en een psychologe, tevens coördinator van dit team. Het team werkt nauw samen met een arts en een psychiater. Het zorgteam is ook werkzaam op de Afdeling Individuele Bijzondere Veiligheid (AIBV) van het penitentiair complex (Lucidarme, 2014). In een onderzoek dat voor de uitbreiding werd gevoerd, gaven het personeel en de gedetineerden aan dat het zorgteam beperkt was omdat ze over te weinig tijd beschikten (Lucidarme, 2014). Het bewakingspersoneel staat in voor de veiligheid in de gevangenis (Selor, 2013). De DVA kent geen vast team van beambten. Wel zijn er een aantal beambten die regelmatig op de afdeling werken. In eerder onderzoek stelde men voor om met een vast team beambten te werken. Dit omdat men het belangrijk achtte dat het aanwezige personeel op de DVA de manier van werken goed kende (Lucidarme, 2014). De huidige DVA werkt nog niet met een vast team (K. Lee, persoonlijke mededeling, 7 september 2015). Algemeen zijn er drie functies bij het bewakingspersoneel. De penitentiair beambten zorgen voor 13

14 de veiligheid en de organisatie op de afdeling zelf (Selor, 2013). De kwartierchefs, ook wel kwartieroversten of penitentiaire bewakingsassistent-ploegchefs genoemd, staan boven de penitentiair beambten in de hiërarchie en dragen de verantwoordelijkheid van één of meerdere afdelingen. Zij staan ook in voor het coördineren van bewegingen van een groep gedetineerden. De penitentiair assistenten, in de hiërarchie net onder de directie, hebben de leiding over het bewakingspersoneel en nemen de personeelsadministratie op zich (Boelens, 2013) Criteria DVA Op de drugvrije afdeling verblijven er gedetineerden met en zonder drugsproblematiek (Directoraat- Generaal Penitentiaire Inrichtingen, 2010). Er zijn voorwaarden verbonden aan het zich aanmelden voor de DVA (De Schutter, 2014). Gedetineerden moeten zelfstandig drugvrij kunnen zijn (De Schutter, 2014). Medicatie die verslavend werkt, wordt ook niet toegelaten (De Maere, et al., 2000). Geïnterneerde personen, gedetineerden met een overte psychiatrische problematiek en gedetineerden met een seksuele problematiek of veroordeeld voor zedenfeiten worden niet toegelaten op de afdeling. Ook gedetineerden die geen Nederlands kunnen, worden geweigerd. De gedetineerden moeten bereid zijn om de contracten te ondertekenen en zich te houden aan de regels op de drugvrije afdeling. Dit houdt in dat men op regelmatige basis urinecontroles moet ondergaan en geëngageerd moet zijn naar het project toe zijn (De Schutter, 2014) Aanmeldingsproces Een gedetineerde die de overstap wil maken naar de drugvrije afdeling in het penitentiair complex van Brugge dient vrijwillig een aanmeldingsformulier in te dienen ten aanzien van het zorgteam. In een onderzoek uit 2014 geven de respondenten verschillende redenen aan voor hun aanmelding. Het drugvrij zijn is een belangrijke motivatie, aandacht voor hun gezondheid hangt hier nauw mee samen. De mogelijkheid om sneller voorwaardelijk vrij te komen of om een uitgaansvergunning te verkrijgen en het minder strenge bewind zijn ook belangrijke redenen (De Schutter, 2014). Na de aanmelding geven de psychosociale en medische dienst hierover een positief of negatief advies en screent de zorgequipe de gedetineerde via een gesprek (D-Side Team, persoonlijke communicatie, 8 november 2010). Via een dergelijke screening kunnen, vooraleer de gedetineerden een drugsbehandeling ondergaan, psychologische, juridische of medische problemen die eerst aangepakt moeten worden aan het licht komen (Welsh & McGrain, 2008). De verkregen informatie omtrent de aangemelde gedetineerde wordt ter sprake gebracht op de teamvergadering van de DVA waar een directielid, het zorgteam en penitentiair personeel die de werking van de afdeling goed kent aanwezig is. Daar neemt men een beslissing over het al dan niet toelaten van een gedetineerde op de afdeling (Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen, 2010). Een toegelaten gedetineerde wordt aanvankelijk op een detox-regime geplaatst tot hij clean is en tweemaal na elkaar een negatieve urinetest afgeleverd heeft. Vooraleer men het detoxregime start, moet de gedetineerde een ingangscontract ondertekenen (K. Lee, persoonlijke mededeling, 7 september 2015). De gedetineerden op detox-regime genieten niet van het extra open regime van de drugvrije afdeling. Zij mogen, net zoals op de andere open secties, enkel s avonds in de polyvalente zaal, de ruimte die zich net buiten de cellen bevindt. De gedetineerden in het gewone DVA-regime mogen in de namiddag en soms in de voormiddag ook al in de polyvalente zaal. De gedetineerden in het detox-regime mogen niet deelnemen aan de activiteiten die overdag doorgaan op de DVA. Zij moeten wel mee gaan werken. Sinds het sluiten van een afdeling waar de gedetineerden verbleven tijdens het ontwennen, verblijven de meeste gedetineerden tijdens het ontwennen op de afdeling zelf. Enkel 14

15 wanneer ze substitutie nemen, zoals methadon of suboxone, verblijven ze op een afdeling buiten de DVA, want dit is niet toegelaten op de afdeling (B. Van Den Langenbergh, persoonlijke mededeling, 29 januari 2015). Na het ontwennen moet de gedetineerde een DVA-contract ondertekenen bij de overstap naar het DVA-regime (Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen, 2010). De gedetineerden op een drugvrije afdeling zijn verplicht om een contract te ondertekenen waarin staat dat zij geen drugs zullen gebruiken (Jürgens et al., 2009). Ook staat onder meer in dat contract dat de gedetineerde toelaat dat er op onregelmatige tijdstippen drugscontroles, namelijk alcohol- en urinecontroles, uitgevoerd zullen worden (K. Lee, persoonlijke mededeling, 7 september 2015). Dit is nodig omdat de Belgische wetgeving drugstesten enkel toelaat in het verkeer en in dopingzaken (Deprez et al., 2011). Zowel de gedetineerden als het personeel vonden voor de uitbreiding dat de drugscontroles strikter moesten gebeuren (Lucidarme, 2014). Er kunnen verschillende sancties gegeven worden aan het niet volgen van de regels op de DVA. Afhankelijk van de aard van de overtreding kan een gedetineerden bijvoorbeeld een gele kaart krijgen. Bij twee gele kaarten binnen de twee maanden moet een gedetineerden in time-out, wat wil zeggen dat de gedetineerde gedurende twee maanden de DVA moet verlaten. Men kan ook onmiddellijk bij het overtreden van een regel in time-out gaan, bijvoorbeeld bij alcoholgebruik. Indien de aard van de overtreding ernstig is, bijvoorbeeld bij agressie, kan een gedetineerde onmiddellijk voor onbepaalde duur van de DVA verwijderd worden (D-side team, persoonlijke communicatie, 16 april 2013) Activiteiten in drugvrije afdeling Brugge Op de DVA zijn de gedetineerden verplicht om te gaan werken. De meeste gedetineerden werken op de werkplaats voor de gedetineerden van de DVA. Daar maken of verpakken de gedetineerden goederen voor een bedrijf. Naast het werken is ook het volgen van twee lesmodules verplicht. Een keer per week krijgen de gedetineerden de mogelijkheid om lessen te volgen. Dit kunnen lessen zijn over sociale vaardigheden, solliciteren, ICT,... Daarnaast wordt van de gedetineerden verwacht dat ze een bijdrage leveren aan de huishoudtaken van de afdeling. Wekelijks wordt er op de DVA terugvalpreventie voorzien. Dit wordt georganiseerd door een medewerker van het Ambulante Centrum De Kiem. Gedetineerden met een verslavingsproblematiek kunnen individuele gesprekken hebben met deze persoon en zijn verplicht deel te nemen aan de groepsgesprekken. Daarnaast wordt er door twee leden van het zorgteam tweewekelijks een groepsgesprek georganiseerd over herstel. De gedetineerden kunnen zelf thema s opgeven en daar via het groepsgesprek op een andere manier over reflecteren. Op de DVA worden ook regelmatig kooklessen gegeven door externe personen. De groep is belangrijk op de afdeling. Uit onderzoek voor de uitbreiding gaven gedetineerden aan dat men bij moeilijke momenten kon terugvallen op de groep (De Schutter, 2014). Door het open regime op de afdeling, krijgen de gedetineerden de kans om in de namiddag en avond enkele uren in de polyvalente zaal en de bijhorende keuken door te brengen. De gedetineerden krijgen de mogelijkheid om hun eigen eten dat ze aankochten via de gevangenis, klaar te maken (K. Lee, persoonlijke mededeling, 7 september 2015). Ze hebben ook de mogelijkheid om te fitnessen, daar er een fitnessruimte op de afdeling is (Lucidarme, 2014). Op dagen waarop de gedetineerden niet moeten werken, krijgen de gedetineerden ook de kans om in de voormiddag tijd in de polyvalente zaal door te brengen (K. Lee, persoonlijke mededeling, 7 september 2015). 15

16 2.4. Probleemstelling Een drugvrije afdeling kan een invloed hebben op het al dan niet beroep doen op drugshulpverlening na de detentieperiode. Volgens Nederlands onderzoek worden gedetineerden niet alleen meer doorverwezen naar dergelijke hulpverlening, maar doen ze er ook meer beroep op (Schippers et al., 2007). De relevantie van een drugvrije afdeling kan ook door het onderzoek van het National Offender Management Service aangetoond worden. De sterktes zijn daar vooral gericht op de begeleiding die op dergelijke afdelingen wordt aangeboden (Powis et al., 2014). Een drugvrije afdeling is interessant voor gedetineerden die nood hebben aan begeleiding. Zeker wanneer de gevangenissen, door de besparingen, minder de mogelijkheid hebben om begeleiding aan te bieden (Welzijn en samenleving, 2014). In een recent onderzoek naar drugvrije afdelingen bij vrouwelijke gedetineerden gaven de respondenten aan dat ze beschermd waren van de drugs in de gevangenis en dat ze zich daarom veilig voelden. Dit zou ook hun herstel ten goede komen (Grace et al., 2016). Drugvrije afdelingen kunnen dus tegemoet komen aan de noden van gedetineerden om afstand te doen van drugs. In ander afdelingen, waar drugs alomtegenwoordig is, is de verleiding groot (De Maere et al., 2000). Substitutiebehandelingen worden meer toegepast in gevangenissen terwijl, volgens onderzoek uit het Verenigd Koninkrijk, het herstel in de samenleving alsmaar belangrijker wordt. Een drugvrije afdeling is een mogelijkheid om meer in te zetten op het herstel van gedetineerden met een drugsproblematiek (Page et al., 2015). In 2014 werden ook enkele onderzoeken gedaan op de drugvrije afdeling in Brugge (De Schutter, 2014; Lucidarme, 2014). Omdat de drugvrije afdeling sinds de uitbreiding in juni 2014 veel veranderingen onderging, is een recent onderzoek meer aangewezen (B. Van Den Langenbergh, persoonlijke mededeling, 29 januari 2015). Voor juni 2014 bevond de DVA zich op de vrouwenafdeling van de gevangenis. Dit zorgde voor een goede fysieke scheiding met de mannelijke populatie van de andere afdelingen, met hun eventuele drugsgebruik. Bij aanvang van het D-Side project werden er 20 plaatsen voorzien voor gedetineerden (Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen, 2010). De bezetting van de DVA is altijd zeer goed geweest. Volgens de toenmalige zorgcoördinator van de drugvrije afdeling kende de afdeling een wachtlijst van ongeveer zes maanden (B. Van Den Langenbergh, persoonlijke mededeling, 29 januari 2015). In die beginperiode werd de DVA positief geëvalueerd (Plettinckx et al., 2014). Na één jaar waren er weinig overplaatsingen die gegrond waren op negatieve redenen in vergelijking met de overplaatsingen die gebeurden met als doel de doorstroming en reïntegratie (B. Van Den Langenbergh, persoonlijke mededeling, 29 januari 2015). Sinds juni 2014 zijn er een aantal wijzigingen gebeurd in de DVA. Zo heeft men het aantal bedden van de afdeling vermeerderd naar 44, wat meer dan een verdubbeling is (Plettinckx et al., 2014). Dit bracht teweeg dat de DVA niet op de vrouwelijke afdeling kon blijven, omdat die niet over de beschikbare ruimte beschikt om de extra gedetineerden een plaats te geven. Sinds juni 2014 bevindt de DVA zich op de afdeling Mannen 1. Dit zorgt ervoor dat de fysieke scheiding tussen de andere mannelijke gedetineerden, die zich dus niet engageren om drugvrij te zijn, beperkter is. Deze wijzigingen zorgen, volgens de medewerker van de DVA, voor moeilijkheden en uitdagingen bij het personeel van de DVA. Het aantal overplaatsingen dat gegrond is op negatieve redenen zijn vandaag de dag meer dan het aantal overplaatsingen dat gericht is op doorstroming en reïntegratie. Het personeel ondervindt dat de populatie in de DVA op vlak van bewaking en begeleiding vandaag minder transparant is. Waar het voordien sneller ging om de persoon te vinden die drugs op de afdeling bracht, is dit nu met de uitbreiding veel moeilijker geworden. Ook zijn er meer gedetineerden in de DVA die positief testen op de drugstesten (B. Van Den Langenbergh, persoonlijke mededeling, 29 januari 2015). De onderzoeksvragen van deze masterproef zijn dan ook: (1) Wat is de beleving van de werking van de drugvrije afdeling en de motivatie van de betrokken partijen in de drugvrije afdeling in het Penitentiair 16

17 Complex in Brugge na de uitbreiding van juni 2014? (2) Hoe draagt deze beleving, samen met de motivatie van de gedetineerden, bij tot het blijvend verblijf in een drugvrije afdeling in een gevangenis? 3. Methodologie Met het oog op de voorgaande onderzoeksvragen is de doelstelling van dit onderzoek het verkrijgen van inzicht in de beleving van de werking van de drugvrije afdeling van de gedetineerden en het personeel op de drugvrije afdeling. Dit wordt nagegaan via een kwalitatief onderzoek, namelijk een belevingsonderzoek. Dit gebeurt aan de hand van diepgaande kwalitatieve interviews. Daarnaast werd een gestructureerde vragenlijst afgenomen van de participanten met een verslavingsproblematiek om de motivatie na te gaan. Dit alles werd gerealiseerd tijdens en na het volgen van een 700 uur durende stage door de onderzoekster Onderzoekssetting: penitentiair complex Brugge Het onderzoek van deze masterproef wordt gevoerd op de drugvrije afdeling van het penitentiair complex in Brugge (PCB). Deze gevangenis werd in 1991 geopend en kan momenteel plaats bieden aan ongeveer 800 gedetineerden. Het PCB kan, naast de drugvrije afdeling, nog opgedeeld worden in zes grote afdelingen. Er is een vrouwenafdeling waar alle vrouwelijke gedetineerden verblijven. Mannenafdeling 1, waar de langgestrafte mannelijke gedetineerden verblijven, is de grootste afdeling. Op deze afdeling zijn er zowel gesloten als open secties. Mannenafdeling 2 is de afdeling waar beklaagden en kortgestrafte mannelijke gedetineerden verblijven. Deze afdeling heeft enkel gesloten secties. Het PCB is uitgerust met een medisch centrum. Daar verblijven gedetineerden met medische problematieken. De Afdeling Individuele Bijzondere Veiligheid (AIBV) is een aparte afdeling voor gedetineerden met ernstige gedragsproblemen waarbij agressie naar personeel of medegedetineerden een risico is. In het PCB is er ook een ruimte gecreëerd voor mannelijke gedetineerden in beperkte detentie (Vlaamse gemeenschap, 2014) Participanten In het kader van dit onderzoek werd ingezet op een diverse steekproef. Zo werd geopteerd om zoveel mogelijk verschillende profielen van gedetineerden en personeelsleden te bevragen. De onderzoekster richtte zich op gedetineerden met en zonder verslavingsproblematiek die zowel op de DVA verblijven als gedetineerden die er niet meer verblijven. Ook gedetineerden die zowel voor als na de uitbreiding aanwezig waren, maar ook gedetineerden die er slechts enkele maanden verbleven werden bevraagd. Omdat de onderzoekster ook in het personeel een diverse steekproef trachtte te realiseren, werden er zoveel mogelijk personeelsleden met verschillende functies geïnterviewd. In deze masterproef werden dertien gedetineerden van de ongeveer 38 gedetineerden geïnterviewd. Er werden tien gedetineerden bevraagd die op het moment van het interview op de DVA verbleven en drie die op het moment van het interview de afdeling al verlaten hadden. Van de dertien gedetineerden werden negen gedetineerden bevraagd die in het verleden wel en vier gedetineerden die in het verleden geen verslavingsproblematiek hadden. Het personeel dat regelmatig op de afdeling werkt en dat de afdeling goed kent, bestaat uit ongeveer 23 beambten en vijf leden van het zorgteam. Het personeel van de drugvrije afdeling dat deelnam aan dit onderzoek heeft drie verschillende functies. Als eerste werden enkele leden van het penitentiair personeel die op regelmatige basis op de DVA werken geïnterviewd. 17

18 Hierin worden de drie verschillende functies van het bewakingspersoneel bevraagd, namelijk vier penitentiair beambten, twee kwartierchefs en een penitentiair assistent. Daarnaast werden ook enkele leden van het zorgteam van de DVA en twee directieleden geïnterviewd Dataverzameling Belevingsonderzoek De directieleden van deze stageplaats stelden voor aanvang van de stage de vraag om dit onderzoek uit te voeren, omdat er sinds de uitbreiding in juni 2014 veel veranderd is op de DVA. Via een officieel schrijven gericht aan de directeur-generaal van het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen werd er goedkeuring verkregen voor de opzet van dit onderzoek. De stage-ervaring maakte het mogelijk om af te wegen op welke manier het onderzoek het best gevoerd kon worden. Ook werd de werking van de afdeling gekend en de nodige contacten met de participanten gemaakt. In dit onderzoek wordt de beleving en de motivatie van gedetineerden en personeelsleden op de drugvrije afdeling in kaart gebracht aan de hand van een kwalitatief onderzoek, meer specifiek een belevingsonderzoek. Personen die onderzocht worden, worden gezien als actoren. Dit komt omdat er stil gestaan wordt bij de betekenis die mensen aan hun situatie geven via zingevingsprocessen. Via een belevingsonderzoek staat men stil bij deze processen. In deze masterproef wordt onderzoek gedaan naar de beleving van de werking van de drugvrije afdeling en de motivatie van gedetineerden en het personeel dat deel uitmaakt of deel uitgemaakt heeft van de DVA in het penitentiair complex in Brugge. De personen die geïnterviewd worden, zijn een groep die een gedeeld geheel van ervaringen, opvattingen en belevingen kennen. Deze worden gecreëerd via de manier waarop betekenis aan zaken gegeven wordt. Een belevingsonderzoek is een kwalitatief onderzoek dat stil staat bij de manier waarop de steekproef hun omgeving ervaren en beleven (Lauwers & Van Gils, 2004). In dit onderzoek dient er rekening gehouden te worden met enkele beperkingen die een kwalitatief onderzoek teweeg kan brengen. Zo is het bij een kwalitatief onderzoek moeilijk om de bekomen resultaten van de steekproef te generaliseren naar een volledige populatie. De onderzoekster zal accenten leggen op de elementen die voor haar van belang zijn. Men dient dus aandachtig te zijn dat het perspectief van de onderzoekster het onderzoek niet te veel stuurt (Everaert & Van Peet, 2006). Met deze aandachtspunten omtrent kwalitatief onderzoek zal rekening gehouden worden bij de conclusies van deze masterproef. Verder dient er tijdens dit onderzoek rekening gehouden te worden met het feit dat de onderzoeker de gedetineerden ten hoogste enkele maanden zal kennen. Een gevolg hiervan kan zijn dat de gedetineerden niet alles zullen vertellen, aangezien er in zo n korte tijdspanne geen echte vertrouwensband kan opgebouwd worden Interview Omdat het belangrijk is dat er veel informatie bekomen wordt over de beleving van de participanten, wordt er gewerkt met kwalitatieve interviews, met name semi-gestructureerde interviews. Daarbij geven de participanten de meeste informatie en is het de onderzoeker die de geïnterviewde hierin stuurt (Howitt, 2010). De interviews zullen afgenomen worden van verschillende betrokkenen van de DVA waardoor niet enkel één perspectief bekeken wordt. Hierdoor kan een beeld gevormd worden van de beleving van de gedetineerden en het personeel van de DVA en over de beweegreden waarom gedetineerden naar de DVA overgestapt zijn. De motivatie van de gedetineerden in de DVA wordt dus 18

19 bevraagd. Er is namelijk een verschil in motivatie indien de hoofdreden het drugvrij zijn is of bijvoorbeeld het minder strenge regime. Hierbij aansluitend werden vragen gesteld rond het drugsgebruik en de drugshulpverlening van de DVA. Daarnaast werd ook de werking van de DVA voor en na de uitbreiding in 2014 bevraagd. Dit omdat de afdeling toch enige veranderingen ondervond na deze uitbreiding (B. Van Den Langenbergh, persoonlijke mededeling, 29 januari 2015). Ook werd bevraagd wat de sterktes en zwaktes zijn van de afdeling en welke veranderingen op de afdeling mogelijk zouden zijn om de werking te verbeteren. Dit omdat op die manier de beleving rond de werking van de afdeling nog dieper bevraagd kon worden. In het kader van de stage van de onderzoekster werden er vaak individuele gesprekken met gedetineerden en personeel georganiseerd. Er werd beroep gedaan op de inhoud van deze gesprekken om de literatuurstudie van deze masterproef aan te vullen Circumstances, Motivation, Readiness and Suitability Scales (CMRS) en Circumstances, Motivation and Readiness Scales for Substance Abuse Treatment (CMR) Leenarts en Van der Knaap (2007) maakten een inventarisatie op van instrumenten die de intrinsieke motivatie meten bij gedetineerden met een verslavingsproblematiek. In deze opsomming komen enkele schalen voor die vertaald zijn in het Nederlands en die aangepast zijn naar de Nederlandse context. Zo zijn er de Circumstances, Motivation, Readiness and Suitability Scales (CMRS), de Circumstances, Motivation and Readiness Scales for Substance Abuse Treatment (CMR) en de University of Rhode Island Change and Assessment Scale (URICA). Bij deze schalen is het echter niet bewezen dat deze toepasbaar zijn bij mensen die in een justitiële context verblijven (Leenarts & Van Der Knaap, 2007). De EuropASI kan ook een interessant instrument zijn aangezien deze de problemen van verschillende leefgebieden in beeld tracht te brengen. Hierbij wordt ook de beleving van de cliënt bevraagd. In het kader van deze masterproef werd gekozen voor de verkorte versie van de CMRS, namelijk de Circumstances, Motivation and Readiness Scales for Substance Abuse Treatment (CMR). De CMRS is een zelfrapportage instrument dat de intrinsieke en extrinsieke motivatie voor een behandeling nagaat. Oorspronkelijk was de CMRS bedoeld om in een specifieke setting, een therapeutische gemeenschap, toe te passen. Het is echter bewezen dat de CMRS ook afgenomen kan worden in andere settings (Soyez, De Leon, Rosseel, & Broekaert, 2006). Het maakt gebruik van zelfrapportage, waarbij de cliënt zijn mening moet geven over 42 stellingen via een vijfpunt Likertschaal (Carey, Purnine, Maisto, & Carey, 1999). De 1 staat voor helemaal niet akkoord, de 5 staat voor helemaal akkoord en de 9 staat voor niet van toepassing (Soyez et al., 2006). De CMRS kent vier subschalen. De eerste subschaal is de omstandighedenschaal, ook wel de C-schaal genoemd. Via deze schaal worden de redenen om in behandeling te gaan en de externe voorwaarden gemeten. De C-schaal kan in twee factoren opgedeeld worden. Enerzijds zijn er de externe factoren die de stap naar behandeling beïnvloeden en anderzijds zijn er de externe factoren die het beëindigen van een behandeling beïnvloeden (De Leon, Melnick, Thomas, Kressel, & Wexler, 2000). De tweede subschaal is de motivatieschaal, ofwel M-schaal. Deze gaat de intrinsieke motivatie na (Soyez et al., 2006). De vragen staan stil bij intrinsieke elementen die de nood aan verandering teweeg brengen. Hierbij horen ook het verlangen naar een beter leven en de minder positieve gevoelens die men heeft over het drugsmisbruik. Daarnaast is er nog de bereidheidsschaal, de R-schaal, die de behoefte aan behandeling nagaat (De Leon et al., 2000). Als laatste wordt de geschiktheid van een behandeling in een residentiële therapeutische setting nagegaan via de geschiktheidsschaal, of de S-schaal (De Leon, geciteerd in Soyez et al., 2006). 19

20 De totaalscore van deze vier subschalen toont een beeld van de motivatie voor behandeling (Carey et al., 1999). Bij het berekenen van deze score dient er rekening gehouden te worden met de vragen die omgekeerd geformuleerd werden. Deze worden ook omgekeerd gescoord, waardoor een vraag die beoordeeld is als een 5, de waarde krijgt van 1 (EMCDDA, 2004). De standaarddeviatie en het gemiddelde van de totale score en de scores op de schalen van de CMRS worden gebruikt om vier groepen van risico op drop-out te onderscheiden. De eerste groep is de groep met de cliënten die de laagste scores hebben. Deze cliënten scoren één standaarddeviatie (SD) of meer onder het gemiddelde. De tweede groep is de groep met gemiddeld lage scores. De scores van deze cliënten bevinden zich tussen één SD onder het gemiddelde en het gemiddelde. De derde groep is de groep die gemiddeld hoog scoort. Deze cliënten scoren tussen het gemiddelde en één SD boven het gemiddelde. De groep met de hoogste score zijn de cliënten die één SD of meer boven het gemiddelde scoren (Soyez et al., 2006). De CMRS kent een kortere versie, de CMR. Hierbij is de geschiktheidsschaal weggelaten en zijn de andere schalen beperkter (Leenarts & Van Der Knaap, 2007). Met de CMR kan de motivatie en bereidheid bij iemand met een verslavingsproblematiek voor een behandeling rond hun drugsproblematiek nagegaan worden (Soyez et al., 2006). De CMR bestaat uit 18 items en gaat met de totale score de bereidheid na van een cliënt om een behandeling voort te zetten of te starten met een behandeling (De Leon et al., 2000). Omdat de DVA geen therapeutische setting is, zal in dit onderzoek de CMR gehanteerd worden (B. Van Den Langenbergh, persoonlijke mededeling, 29 januari 2015). Onderzoek wees uit dat de Nederlandstalige CMRS en de CMR valide instrumenten zijn om de motivatie en bereidheid voor het volgen van een therapie na te gaan (Soyez et al., 2006) Data-analyse De 25 semi-gestructureerde interviews werden met behulp van een dictafoon opgenomen en daarna getranscribeerd. Het kwalitatief software programma Nvivo 11 werd gebruikt om de getranscribeerde data te coderen. In dit onderzoek werd een thematische analyse toegepast om de data te analyseren. Een thematische analyse is een vorm van kwalitatieve analyse waarbij thema s die uit de interviews naar boven komen geanalyseerd worden. De onderzoeker kiest een gelimiteerd aantal thema s om duidelijk te maken wat er in de interviews gezegd wordt (Howitt, 2010). In deze masterproef zal er bij de keuze van de thema s rekening gehouden worden met de vooropgestelde onderzoeksvragen. De negen gedetineerden die een verleden kennen met een verslavingsproblematiek vulden in dit onderzoek de CMR in. De resultaten van deze ingevulde vragenlijsten worden vergeleken met de resultaten uit de doctoraatstudie van prof. dr. Stijn Vandevelde (2004). In dit proefschrift werd de CMR ook afgenomen van gedetineerden. Er werd een vergelijking gemaakt van de motivatie van de participanten in deze masterproef met de motivatie van de participanten van het proefschrift van Vandevelde. De doelgroep van de steekproef van Vandevelde bestaat uit gedetineerden uit verschillende Vlaamse gevangenissen, waaronder het penitentiair complex in Brugge. De data werden verzameld vanaf november 2001 tot december De DVA in Brugge is pas in 2009 geopend, dus de gedetineerden in het onderzoek van Vandevelde kenden deze afdeling niet (Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen, 2010). 20

21 4. Resultaten 4.1. Thematische analyse Uit de diepgaande kwalitatieve interviews kwamen enkele zaken naar boven die voor dit onderzoek interessant zijn. Aan de hand van de thematische analyse worden de thema s verdiept. Deze worden hier besproken Motivatie naar drugvrije afdeling Een belangrijk thema dat in dit belevingsonderzoek naar boven komt, is de motivatie van de gedetineerden om op de DVA te verblijven. Er worden door gedetineerden en het personeel van de drugvrije afdeling verschillende redenen gegeven waarom gedetineerden de stap naar de DVA zetten. Over het algemeen zijn de antwoorden van de gedetineerden en het personeel gelijklopend. Er zijn drie motivaties die het meest aan bod kwamen tijdens de interviews. Een eerste, en tevens grootste, motivatie die aangegeven werd om de stap naar de drugvrije afdeling te zetten, is de invloed die een verblijf op de DVA heeft op het sneller kansen krijgen als gedetineerde om via de reclassering terug in de maatschappij te kunnen leven. De gedetineerden komen vaak naar de DVA omdat ze het idee hebben dat hun dossier sneller afgewerkt zal worden, waardoor ze bijvoorbeeld sneller uitgangsvergunningen kunnen krijgen. Zo komen er bijvoorbeeld ook gedetineerden om naar het penitentiair landbouwcentrum in Ruiselede te kunnen doorstromen. Vaak wordt een verblijf op de drugvrije afdeling als voorwaarde gegeven om naar Ruiselede te mogen. Ook het personeel bracht deze motivatie vaak naar voor. Vaak werd hierbij echter door het personeel aangegeven dat de psychosociale dienst (PSD) niet sneller aan het dossier van de gedetineerden werkt ook al verblijft iemand op de drugvrije afdeling. Al degene die gekomen zijn met het gedacht dat hun reclassering vooruit zou gaan, maar er nog geen recht op hebben, hebben het mis, want het schiet niet in gang. (Penitentiair personeel, 7 jaar op de DVA) Wat men wel aangeeft is dat sommige gerechtelijke instanties een positief beeld hebben over de drugvrije afdeling. De afdeling wordt vaak gezien als een mogelijkheid voor de gedetineerden om zich te kunnen bewijzen dat ze drugvrij kunnen zijn. In de interviews kwam vaak aan bod dat de strafuitvoeringsrechtbank (SURB) verwacht dat sommige gedetineerden eerst op de drugvrije afdeling verblijven alvorens ze bepaalde mogelijkheden qua reclassering kunnen verkrijgen. Gedetineerden moeten af en toe voorbij de SURB, de strafuitvoeringsrechtbank, passeren en daar horen ze vaak van kijk, we zijn bereid om u gunsten te geven, uitgangvergunningen en verlof, maar je moet aantonen dat je drugvrij kan leven. Dat is een grote motivator. (Zorgteam, 7 jaar op de DVA) Het verblijven in een drugvrije omgeving is ook een motivatie die door meerdere gedetineerden aangegeven wordt. Enkele personen van het personeel van de DVA geven aan dat gedetineerden ook vaak komen om in een drugvrije omgeving te verblijven en dat men ervoor kiest om clean te worden. Vaak is de motivatie een combinatie van de motivatie om drugvrij te zijn en te willen werken rond hun dossier. 21

22 Ik geef toe dat ik ook voor mijn reclassering naar hier kwam, maar ik was bezig met het clean zijn ook. Ik was ook ingeschreven voor de DVA, dus dacht ik dat ik dat ging meenemen, ook al was ik al clean. Als ik het in percentage zou zeggen, zou ik zeggen dat ik hier 70 à 75% ben voor mijn reclassering en 25% voor mijn drugsprobleem aan te pakken. (Gedetineerde, 2 jaar op de DVA) De DVA is een afdeling die gekenmerkt wordt door een ander regime dan de regimes op de andere secties van het penitentiair complex in Brugge. De drugvrije afdeling kent een heel open regime Dit regime is voor gedetineerden ook soms een motivatie om op die afdeling te willen verblijven. De gedetineerden hebben de mogelijkheid om, al dan niet verplicht, deel te nemen aan activiteiten en kunnen meer uren buiten hun cel doorbrengen in vergelijking met andere afdelingen. De DVA heeft ook meer cellen waar gedetineerden individueel kunnen verblijven. Ook omdat hier meer vrijheid is en dat je hier sneller kans hebt op een monocel. Je hebt hier meer privileges dan anders. (Gedetineerde, 2 jaar op de DVA) De drie vorige aangehaalde beweegredenen om naar de DVA over te stappen vormen duidelijk de belangrijkste motivaties van de gedetineerden. Daarnaast werden er, zij het eerder in mindere mate, ook andere redenen gegeven waarom gedetineerden op de drugvrije afdeling willen verblijven. Zo komen gedetineerden soms naar de DVA voor hun familie. Men hoopt om de familiale banden te versterken door via de drugvrije afdeling aan hun familie te bewijzen dat ze drugvrij zijn. Ik denk ook voor familiale toestanden. We hebben in feite al veel families en kinderen die na jaren niet meer op bezoek te komen, nu wel weer op bezoek komen. Vooral kinderen die in instellingen zitten, komen nu wel weer op bezoek door de DVA. (Penitentiair personeel, 7 jaar op de DVA) Daarnaast geven enkele geïnterviewden aan dat gedetineerden vaak naar de drugvrije afdeling komen om weg te zijn van de andere afdelingen. De DVA is een afdeling die zo weinig mogelijk in contact komt met gedetineerden van de andere afdelingen. Enkele participanten zeggen dat gedetineerden die bedreigd worden door gedetineerden op andere afdelingen vaak naar de DVA willen overstappen. Een gedetineerde gaf aan dat hij naar de DVA was gekomen om begeleiding te krijgen. Dit omdat er op de andere afdeling weinig begeleiding is of mogelijkheden zijn om met hulpverleners in gesprek te gaan. In de interviews kwam vaak ook ter sprake waarom gedetineerden niet naar de DVA wilden komen. De grootste reden die hierbij werd aangegeven is dat gedetineerden niet drugvrij willen zijn. Ook werd soms aangegeven dat het regime op de DVA zo georganiseerd is dat het groepsgebeuren centraal staat en dat er veel gedetineerden zijn die liever alleen zijn. Het te druk vinden van de DVA wordt dan ook vaak als reden gegeven waarom gedetineerden zich niet aanmelden voor de drugvrije afdeling Verschil Drugvrije afdeling voor en na uitbreiding in 2014 In juni 2014 breidde de drugvrije afdeling uit in aantal plaatsen voor gedetineerden. De afdeling verhuisde van de vrouwenafdeling, waar de DVA plaats gaf aan ongeveer 20 gedetineerden, naar mannenafdeling 1, waar er dubbel zoveel gedetineerden kunnen verblijven. In dit onderdeel wordt stilgestaan bij het verschil dat men al dan niet ondervindt tussen de drugvrije afdeling voor en na deze uitbreiding. In de interviews werden hierover meerdere zaken aangehaald. 22

23 Andere beweegredenen In navolging van vorig thema wordt er stilgestaan bij de beweegredenen om naar de DVA te gaan voor en na Er is een verschil tussen wat de gedetineerden en het personeel hierover zeggen in de interviews. De meeste gedetineerden geven aan dat er geen verschil is tussen de motieven om naar de DVA te komen voor en na de uitbreiding. Dit terwijl het personeel hier wel duidelijk een verschil in merkt. Zij geven aan dat men zich nu meer aanmeldt om sneller de mogelijkheid te hebben om vrij te komen. Dit terwijl dit vroeger minder het geval was. Ik denk dat de mensen die er vroeger zaten, er minder zaten voor hun dossier. Ik denk dat de mensen vroeger met een positieve ingesteldheid gekomen zijn om drugvrij te zijn.... Vroeger was de motivatie meer het drugvrij zijn. Nu horen we meer dat het voor hun dossier is dat ze hier zitten, dat ze sneller hun SURB hebben. (Penitentiair personeel, 3 jaar op de DVA) Enkele leden van het personeel merken dat er een verandering is bij gerechtelijke instanties ten aanzien van de drugvrije afdeling. Deze instellingen, zoals de strafuitvoeringsrechtbank en de Dienst Detentiebeheer (DDB), zouden meer waarde hechten aan de drugvrije afdeling als mogelijkheid om drugvrij te worden. De SURB bijvoorbeeld, stelt nu meer de voorwaarde aan gedetineerden om naar de DVA over te gaan vooraleer men de gevangenis zou kunnen verlaten op basis van bijvoorbeeld uitgangsvergunningen of beperkte detentie. Via de DVA krijgen de gedetineerden dus de kans om aan te tonen dat ze iets aan hun drugsproblematiek willen doen Screening voor de DVA Het personeel geeft aan dat de screening om gedetineerden toe te laten op de drugvrije afdeling een verschil kent in vergelijking met de screening voor de uitbreiding. Dit is iets wat slechts door één gedetineerde aangehaald wordt. De screening zou vroeger strenger gebeuren. De DVA had voor de uitbreiding plaats voor slechts 20 gedetineerden en er was een wachtlijst van enkele maanden vooraleer men op de afdeling terecht kon. Wanneer men vroeger twijfels had bij een gedetineerde of hij al dan niet op de afdeling zou functioneren, dan liet men hem niet onmiddellijk toe. Gedetineerden die minder gemotiveerd waren om iets aan hun drugsproblematiek te doen, werden zelden of nooit opgenomen. De DVA is meer dan verdubbeld in aantal plaatsen voor gedetineerden. Men laat sneller gedetineerden toe op de afdeling, omdat men probeert de afdeling vol te krijgen. Men ondervindt hierin een druk. Zo wil men door de hoge populatie op de afdeling, naar de hogere instanties die de afdeling mogelijk maken, tonen dat de afdeling goed functioneert. Ook de overbevolking op de andere afdelingen in het PCB brengt een druk teweeg om op de afdeling lege cellen te vermijden. Er wordt aangegeven dat men daardoor ook gedetineerden toelaat die een minder grote motivatie hebben om drugvrij te zijn. Dit gaat volgens sommigen gepaard met een groter risico op gebruik op de afdeling. Vroeger werd er ook zeer streng gefilterd in de screeningsgesprekken omdat we die mogelijkheden hadden. De DVA zat eigenlijk altijd behoorlijk vol. Wat maakt dat je ook strenger bent in je selectie van wie komt er in en wie komt er niet in. Nu voelen we continu de adem in onze nek dat er meer mensen op de DVA moeten zitten, wat maakt dat je veel soepeler bent. Soms weet je op voorhand wat nemen we nu in huis of wetende dat die man misschien niet 100% gemotiveerd is, maar je zal hem toch een kans geven. Er zijn veel mensen die we vroeger nooit zouden toelaten die we nu wel toelaten. (Zorgteam, 7 jaar op de DVA) 23

24 Grootte van de DVA Voor de uitbreiding van de DVA in 2014 kende de afdeling een relatief kleine groep. Wat opvalt na de interviews is dat de grote meerderheid personeel en gedetineerden aangeeft dat de drugvrije afdeling te groot is geworden. Sommige anderen schenken hier tijdens hun interview geen aandacht aan. Slechts een personeelslid die voor 2014 op de drugvrije afdeling werkte, geeft aan dat het goed is dat er meer plaatsen zijn op de drugvrije afdeling, omdat er zo meer gedetineerden de kans hebben om clean te worden. Enkele personen van het personeel merkten op dat de groepscohesie voor de uitbreiding beter was. Nu zijn er twee secties die samen de DVA vormen en er is nu meer doorstroom van gedetineerden die op de afdeling komen en vertrekken. Een gevolg hiervan is dat de samenhorigheid verminderd is. Waar ze vroeger elkaar motiveerden om niet te gebruiken, zou dit nu minder gebeuren. Dus dat zijn nu twee secties en twee groepen. Dat is soms moeilijk. Nu hebben ze minder contact met elkaar. Vroeger was dat echt een hechte groep, nu zijn dat soms twee groepen. (Penitentiair personeel, 7 jaar op de DVA) Geen enkele participant geeft aan dat er minder gebruik zou zijn dan voor de uitbreiding. Volgens enkele participanten is er geen verschil tussen het gebruik nu en voor Hierbij houden sommigen wel rekening met het aantal gedetineerden dat vermeerderd is. Volgens hen zou in verhouding tot het grotere aantal gedetineerden er niet meer gebruikt worden. Er zijn wel enkele geïnterviewden die aangeven dat er wel meer gebruik is. Onder andere omdat het volgens hen te moeilijk is om zicht te hebben op het al dan niet gebruik op de afdeling. Als er veel mensen doorstromen, creëert dat nieuwe plaatsen en moet je mensen aantrekken. Als je veel nieuwe mensen aantrekt, is de kans dat je mensen aantrekt die slechte intenties hebben, die nog willen gebruiken of die nog niet zo lang ontwend zijn, doodgewoon veel groter. Dus je zal automatisch meer mensen hebben die omwille van welke reden ook toch op een bepaald moment zal gebruiken op de afdeling. (Directie, 7 jaar op de DVA) Fysieke scheiding De drugvrije afdeling bevond zich voor de uitbreiding op de vrouwenafdeling. Enkele personeelsleden gaven aan dat toen veel minder contact was met andere mannelijke gedetineerden dan nu. Men geeft aan dat hierdoor tevens minder kans was dat men via deze weg drugs kon binnenhalen. De gedetineerden vonden het verblijf op de vrouwenafdeling vooral voordelig omdat ze volgens hen daar met rust gelaten werden door andere beambten van mannenafdeling 1. De gedetineerden voelden zich minder gecontroleerd. De beambten van de vrouwenafdeling leidden de bewegingen, terwijl de beambte op de DVA dit niet moest doen en de polyvalente zaal niet moest onderbroken worden zoals dit nu wel het geval is. Iemand van het personeel die de afdeling al van bij de start kent, gaf aan dat een extra avondwandeling op de vrouwenafdeling mogelijk was. Dit is op de huidig locatie niet mogelijk, onder andere omdat andere gedetineerden van Mannenafdeling 1 dit zouden te weten komen en hetzelfde zouden eisen. Toen de DVA op de vrouwenafdeling gevestigd was, werd er meer met beambten gewerkt die de drugvrije afdeling goed kenden. Dit is iets wat op de huidige afdeling minder het geval is. Momenteel werken er vaak, veel meer dan voor de uitbreiding, beambten die de afdeling niet goed kennen en die er niet gemotiveerd voor zijn. Bij de start van het project, in 2009, werd een team van beambten gescreend dat zeer regelmatig op de afdeling zou werken. Deze screening zorgde ervoor dat, degene die er werkten voor het grootste deel van de tijd, geëngageerd waren om zich in te zetten voor het project. 24

25 In het begin hadden we nog een interview met een psycholoog en een directeur en allemaal en een PA. Dus iedereen heeft zich wel aangemeld om deel te nemen aan het project en nu gebeurt dat niet. Vroeger moest je echt geëngageerd zijn om te kunnen deelnemen. (Penitentiair personeel, 7 jaar op de DVA) Drugvrije omgeving handhaven De drugvrije afdeling kent een groter aantal gedetineerden met een verslavingsproblematiek dan zonder. In de interviews werd stilgestaan bij welke zaken er worden voorzien op de afdeling om gedetineerden te ondersteunen in het clean zijn Controles Het merendeel van de geïnterviewde gedetineerden en personeelsleden geven aan dat de urine- en alcoholcontroles helpen om gedetineerden drugvrij te houden. De gedetineerden weten dat ze op onregelmatige tijdstippen gecontroleerd kunnen worden. Sommige drugs worden door de urinecontroles niet gedetecteerd. Wanneer er vermoeden is van gebruik van dergelijke drugs is het mogelijk om een urinestaal door te sturen naar een labo voor verder onderzoek. De alcoholcontroles worden telkens afgenomen wanneer een gedetineerde de gevangenis terug binnenkomt, na bijvoorbeeld een penitentiair verlof. Deze controles zorgen ervoor dat de meeste het risico niet nemen om te gebruiken, omdat een positieve test een verwijdering van de afdeling betekent. De urinecontroles en de gesprekken. Dat houdt de mensen scherp. Je hebt in je achterhoofd dat je alle dagen kan plassen, het kan ook zijn dat je maanden niet moet plassen. (Gedetineerde, 5 maanden op de DVA) Naast deze urine- en alcoholcontroles geven enkele beambten aan dat er via het personeel ook visuele controles gebeuren. Het personeel is vaak in contact met de gedetineerden, waardoor zij bepaalde abnormaliteiten opmerken. Een geïnterviewde persoon van het penitentiair personeel vertelt dat bij een vermoeden van drugsgebruik de betrokken gedetineerden getest worden met behulp van de urine- of alcoholcontrole Zorgteam, terugvalpreventie en psychiater Het zorgteam biedt volgens de gedetineerden en het personeel ook de ondersteuning om de gedetineerden drugvrij te houden. De gedetineerden ondervinden dat het zorgteam vooral ondersteunend is voor de gesprekken. Zij gaan niet enkel gesprekken aan om te werken rond de drugsproblematiek, maar de gedetineerden kunnen er ook voor andere persoonlijke zaken terecht. Het personeel ziet de meerwaarde van het zorgteam ruimer. Zij spreken daarnaast ook over de begeleiding van de gedetineerden in detox, de groepsgesprekken, de medicatie en dergelijke. Enkele van de geïnterviewden, zowel gedetineerden als personeel, geven aan dat het zorgteam nog meer aanwezig mag zijn. Dit neemt niet weg dat men dit niet als ondersteunend ervaart. Ook het zorgteam is een middel. Dit zou eventueel ook een beetje meer mogen zijn, maar het zou ook iets zijn als ze er niet zijn. Soms hebben mensen het eens nodig om te filteren. (Gedetineerde, 5 maanden op de DVA) 25

26 Naast het zorgteam worden ook de individuele en de tweewekelijkse groepssessies terugvalpreventie van het ambulant centrum De Kiem aangehaald ter ondersteuning van het clean zijn. De meningen van de participanten hierover zijn verdeeld. Enerzijds geven enkele geïnterviewde personen aan dat niet iedereen daar een steun aan heeft. Anderzijds wordt het wel door een groot deel van de steekproef aangehaald als ondersteuning in het clean blijven. Ook terugvalpreventie zit hier. Of dat nu echt doeltreffend en werkend is, weet ik niet. Misschien voor bepaalde mensen wel. Voor mij werkt dat niet echt. (Gedetineerde, 2 jaar op de DVA) Enkele leden van het zorgteam zijn van mening dat de aanwezigheid van de psychiater ook een bijdrage levert om de gedetineerden te begeleiden in het drugvrij zijn. Via de psychiater, die wekelijks op de afdeling aanwezig is, kunnen de gedetineerden hulp vragen via gesprekken en voorgeschreven en toegelaten medicatie krijgen Regime DVA Het heel open regime wordt in enkele interviews aangegeven als ondersteunend voor de gedetineerden om drugvrij te zijn. De structuur die onder andere wordt gerealiseerd door het verplicht werken, wordt door enkele gedetineerden als helpend ervaren. Ook ziet iemand het verplicht werken als een mogelijkheid om de gedetineerden te laten ondervinden dat ze een job aankunnen. Ook de mogelijkheid tot fitness en koken wordt hierbij door sommigen aangehaald. De fitness op de afdeling vinden sommige participanten belangrijk, omdat men op die manier opnieuw hun lichaam verzorgt. Er is een personeelslid dat de context volledig duidt hoe deze kan bijdragen in de ondersteuning van het clean blijven: De hulpverlening die voor een stuk geboden wordt is context.... Je plaatst hen in een normaliserend kader en ik denk dat dat de grootste hulpverlening is die je kan bieden. Dat speelt in op een aantal zaken. Je zal mensen op een goedkope manier leren hun eten koken en dat zijn dan de kooklessen. Je leert hen meer aan eigenwaarde winnen, dat heeft dan te maken met de fitness. Je geeft hen de bevestiging door hen te laten werken. (Directie, 7 jaar op de DVA) Enkele gedetineerden vinden dat extra activiteiten positieve elementen zijn op de afdeling, een voorbeeld dat gegeven wordt is een gitaarles. Iemand geeft zelfs aan dat hij deze activiteiten ervaart als een beloning voor het drugvrij zijn Positieve en negatieve beschouwingen over de drugvrije afdeling Tijdens de interviews kwam vaak aan bod wat zowel het personeel als de gedetineerden positief en negatief vinden op de drugvrije afdeling. Deze positieve en negatieve elementen worden in dit onderdeel besproken Positieve beschouwingen DVA De drugvrije afdeling wordt op verschillende aspecten als positief beschouwd. De aanwezigheid van de begeleiding werd hierbij veel besproken. Zowel gedetineerden als personeel vinden de aanwezigheid van het zorgteam een positief element van de afdeling. Het zijn vooral de gedetineerden die dit aangeven. 26

27 Hierbij geven enkele gedetineerden aan dat niet iedereen evenveel nood heeft aan dergelijke gesprekken. Men gaf soms aan dat er een personeelstekort is, maar de personeelsleden vinden dat de onderlinge communicatie van diegenen die op regelmatige basis op de afdeling werken een sterk punt is. Via het logboek en de wekelijkse teamvergadering worden de nodige zaken gecommuniceerd. Personen die niet regelmatig op de afdeling werken, vullen het logboek niet aan en nemen vaak niet deel aan de teamvergadering. Het open regime op de afdeling wordt door een groot deel van de geïnterviewde personen als positief ervaren. Men heeft het hierbij over het zelf kunnen eten bereiden en het sneller in de mogelijkheid verkeren om een eigen cel, een monocel, te hebben. Ook de aanwezigheid van de fitness op de afdeling en de garantie hebben van werk zijn elementen die men hierbij opsomt. De DVA biedt structuur. Dit wordt door enkele participanten als een positieve bijdrage gezien, omdat men dit ziet als een voorbereiding om terug in de maatschappij te kunnen functioneren. Een gedetineerde vergeleek de DVA zelfs met een internaat. Je moet altijd gaan werken en vroeg paraat staan om te werken. Dat is een voorbereiding naar de maatschappij toe. Wanneer je in een bedrijf gaat werken, moet je soms ook om 6u beginnen. Dat kun je een beetje vergelijken. (Gedetineerde, 5 maanden op de DVA) Ook de mogelijkheid om op deze afdeling clean te worden, wordt door sommigen als positieve eigenschap aangehaald. Het clean zijn zou een invloed hebben op de omgang met de andere personen op de afdeling. Hierbij aansluitend vertellen enkele participanten in de interviews dat er op de afdeling weinig agressie is Negatieve beschouwingen DVA Naast de positieve beschouwing rond de aanwezigheid van het zorgteam vermeld men dat het zorgteam nog meer aanwezig mag zijn. Dit wordt zowel door de gedetineerden als door de personeelsleden als opmerking gegeven. Enkele gedetineerden verlangen om meer te werken rond hun persoonlijke problematieken. Er zijn personeelsleden die aangeven dat het zorgteam in de eerste plaats te weinig tijd heeft om gesprekken te doen. De dagindeling op de afdeling zorgt ervoor dat er niet zomaar op elk moment van de dag een gesprek aangeboden kan worden. Ten tweede wordt het personeelstekort aangegeven als reden waarom men niet meer gesprekken kan doen. Ze moeten s morgens gaan werken, ze komen dan s middags toe om te eten en het is dan wandeling, ze hebben dan bezoek. Je kan eigenlijk pas vanaf half vier iets doen. Dat maakt dat je ook zeer beperkt zit met je mogelijkheden om bijvoorbeeld gesprekken te doen of activiteiten of meer groepsgesprekken. (Zorgteam, 7 jaar op de DVA) Zoals reeds besproken, vinden vele participanten dat de DVA vandaag te groot geworden is en dat de fysieke scheiding verslechterd is in vergelijking met de afdeling voor de uitbreiding in Gedetineerden die nog niet helemaal clean zijn, en dus op detox-regime zitten, verblijven op de afdeling bij de gedetineerden die wel clean zijn. Een beambte geeft aan dat dit soms voor spanningen zorgt wanneer iemand craving ervaart. Ook het moment van bezoek wordt ervaren als een negatief punt. Het bezoek wordt slechts een keer per dag voorzien en dit midden de namiddag. Voor bezoekers die overdag werken kan dit een probleem vormen. Een ander element dat voor sommige gedetineerden als minder positief ervaren wordt, is dat de mentaliteit op de afdeling soms niet goed is. Men haalt hierbij aan dat sommigen te veel eisen stellen. 27

28 De kindermentaliteit, er zijn er zoveel. Ik heb het redelijk moeilijk met zo n mensen. Ze weten dat hier geen agressie getolereerd wordt.... Mensen krijgen hier een grote mond en daar heb ik het moeilijk mee, omdat ze weten dat ze hier beschermd worden. (Gedetineerde, 5 maanden op de DVA) Reputatie drugvrije afdeling De drugvrije afdeling heeft bij gedetineerden op andere afdelingen geen goede reputatie. Dat wordt vooral door de gedetineerden in dit onderzoek aangegeven. In de interviews kwam er meerdere keren aan bod dat andere gedetineerden de DVA zien als een afdeling waar gedetineerden verblijven die vluchten van de andere afdelingen. Sommigen geven ook aan dat men denkt dat de gedetineerden op de afdeling zaken vertellen over andere gedetineerden en gezien worden als verklikkers. Ook enkele personeelsleden staan stil bij de reputatie die de DVA heeft bij andere gedetineerden. Zij leggen de oorzaak van deze reputatie bij de gedetineerden die de afdeling verlaten hebben omwille van negatieve redenen, bijvoorbeeld gebruik. Volgens hen wordt de drugvrije afdeling door deze gedetineerden bij anderen in een negatief daglicht geplaatst. Omdat ze slechte dingen horen van andere gedetineerden. Dit horen ze van gedetineerden die uit de DVA gezet zijn, die zelf niet binnen de lijntjes gelopen hebben of die hervallen zijn, of omdat hun gedrag te wensen over laat. Die gedetineerden zeggen aan andere gedetineerden dat het op de DVA niet goed is en dat ze niet moeten gaan. (Zorgteam, 2 jaar op de DVA) Zowel gedetineerden als personeelsleden van de drugvrije afdeling merken op dat de reputatie van de afdeling bij beambten die niet op regelmatige basis op de DVA werken niet goed is. Enkele personeelsleden geven hier in de interviews enkele mogelijke oorzaken van. Zo wordt er aangegeven dat sommige beambten vinden dat de gedetineerden op de drugvrije afdeling te veel mogen en dat het regime er te open is. Ook wordt er gezegd dat de drugvrije afdeling voor extra werk zorgt. De DVA moet namelijk zoveel mogelijk gescheiden worden van de rest van de gevangenispopulatie, waardoor zij genoodzaakt zijn een aparte beweging te maken naar het bezoek en naar de wandeling. Deze negatieve reputatie wordt door sommige gedetineerden ook opgemerkt in de omgang met penitentiair personeel. Een gedetineerde geeft aan dat sommige beambten anders tegen hem doen sinds hij op de DVA verblijft. Je wordt anders bekeken wanneer je op de DVA zit. Zelfs de beambten doen anders. Vroeger zouden ze praten met mij en nu niet meer. (Gedetineerde, 11 maanden op de DVA) 4.2. CMR Om een beeld te krijgen van de motivatie bij de gedetineerden met een verslavingsproblematiek werd de CMR afgenomen en vergeleken met resultaten van eerder onderzoek. Negen gedetineerden vulden de CMR in. Dit waren zowel gedetineerden die op het moment van de afname op de drugvrije afdeling verbleven, als gedetineerden die er op het moment van de afname niet meer verbleven. In tabel 1 is te lezen hoe hoog de motivatie is van deze gedetineerden voor een behandeling, gebaseerd op de CMR. De totaalscore van de CMR werd berekend en er konden aan de hand van het gemiddelde en de standaarddeviatie vier indelingen op basis van de motivatie gemaakt worden (Soyez et al., 2006). 28

29 Masterproef Devos (2016) Proefschrift Vandevelde (2004) Aantal % Aantal % Laag 2 22, ,5 Gemiddeld laag 4 44, ,4 Gemiddeld hoog 1 11,11 9 7,8 Hoog 2 22,22 6 5,2 Tabel 1: Motivatie en bereidheid naar een behandeling gebaseerd op de totale score van de CMR In het onderzoek van Vandevelde ligt de motivatie bij meer dan de helft van de gedetineerden laag. In deze masterproef heeft slechts 20 procent van de steekproef een lage motivatie voor een behandeling. De meeste gedetineerden in deze steekproef, 40 procent, heeft een gemiddeld lage motivatie. Bij Vandevelde is dit 16,4 procent. Het percentage gedetineerden dat een gemiddeld hoge of een hoge motivatie voor een behandeling heeft, ligt bij Vandevelde onder de 10%. In deze masterproef ligt dit hoger: ongeveer 11 procent heeft een gemiddeld hoge motivatie en ongeveer 22 procent heeft een hoge motivatie. De percentages uit deze masterproef dienen gerelativeerd te worden aangezien de steekproef slechts uit negen personen bestaat. Voorzichtig kunnen we besluiten dat er in deze masterproef minder gedetineerden met een verslavingsproblematiek die op de drugvrije afdeling verblijven of verbleven hebben, een lage motivatie hebben voor een behandeling dan de gedetineerden uit het onderzoek van Vandevelde. Procentueel heeft de steekproef van deze masterproef een hogere motivatie voor een behandeling dan de steekproef uit het onderzoek van Vandevelde. 5. Discussie In dit belevingsonderzoek op de drugvrije afdeling in het penitentiair complex in Brugge werden aan de hand van semi-gestructureerde interviews en het afnemen van de CMR gedetineerden en personeelsleden van de afdeling bevraagd. Na het afnemen van deze interviews en met het oog op de vooropgestelde onderzoeksvragen kwamen via een thematische analyse enkele thema s naar boven. In deze discussie wordt stilgestaan bij de bevindingen uit dit onderzoek. Daarna worden enkele aanbevelingen voor de praktijk en voor verder wetenschappelijk onderzoek geformuleerd. Verder wordt er stilgestaan bij de beperkingen van dit onderzoek Motivatie voor en na uitbreiding DVA in 2014 Er zijn grote gelijkenissen op vlak van motivatie in vergelijking met de drugvrije afdeling voor en na de uitbreiding in Er zijn echter ook enkele verschuivingen te merken op dit vlak Grootste motivatie: reclassering Niet alle gedetineerden verblijven op een drugvrije afdeling om te werken aan hun drugsproblematiek. Het verbeteren van de kwaliteit van leven in de gevangenis is voor sommigen een factor die meer van belang is (Casares-López et al., 2013). De voornaamste motivatie om op de DVA te verblijven in dit onderzoek is om de reclassering positief te beïnvloeden. Bij De Schutter (2014) kwam dit als tweede motivatie naar voor. Het is opvallend dat deze beweegreden het meeste voorkomt, aangezien de screening om naar de drugvrije afdeling over te gaan voor de uitbreiding streng was voor gedetineerden die de motivatie niet hadden om drugvrij te worden. Gedetineerden die het drugvrij willen zijn niet 29

30 belangrijk achtten, werden zelden toegelaten op de afdeling. De screening na de uitbreiding in 2014 gebeurt minder streng. Dit komt omdat na de uitbreiding het mogelijk is om twee keer zoveel gedetineerden op de drugvrije afdeling toe te laten (Vlaamse gemeenschap, 2014). Een andere oorzaak van deze verschuiving kan zijn dat gedetineerden meer gestimuleerd worden door gerechtelijke instanties om naar de DVA te gaan. De drugvrije afdeling is een afdeling die als positief bekeken wordt bij de instanties die instaan voor de reclassering van de gedetineerden. Een verblijf op de afdeling wordt vaak als voorwaarde opgegeven vooraleer men de gevangenis kan verlaten. Het is echter belangrijk dat de screening als een essentieel onderdeel van de aanmeldingsprocedure bewaard blijft. Dit onder andere om een behandeling op maat van de individuen te kunnen aanbieden. In de screening kan de motivatie nagegaan worden voor de DVA. De motivatie is een voorspeller van het engagement naar een behandeling en het al dan niet hebben van drop-outs (Welsh & McGrain, 2008; Lang & Belenko, 2000). Er moet blijvend aandacht uitgaan naar de manier van screenen. Wanneer men te laks omgaat met het opnemen van gedetineerden in de DVA, kan het zijn dat er ongemotiveerde gedetineerden op de afdeling zullen verblijven Tweede motivatie: drugvrije omgeving Het in een drugvrije omgeving verblijven tijdens detentie is de tweede grootste motivatie die in de interviews naar voor kwam. Uit het onderzoek van De Schutter (2014) bleek dit de grootste motivatie te zijn. Op de afdeling worden verschillende zaken voorzien om de gedetineerden te ondersteunen in het drugvrij zijn. Zo ziet men de controles als een grote hulp om de gedetineerden drugvrij te houden. Dit is belangrijk omdat het clean worden en blijven door sommigen als positief beschouwd wordt. De gedetineerden weten bij aanvang dat ze op onregelmatige tijdstippen drugstesten moeten ondergaan. Ze gaven hier via het contract een goedkeuring voor (Belgische Federale Overheidsdiensten, 2013; K. Lee, persoonlijke mededeling, 7 september 2015). We zien een discrepantie in dit onderzoek met het onderzoek van Lucidarme (2014). In 2014 vond men dat de testen consequenter en strikter moesten gebeuren (Lucidarme, 2014). Dit wordt niet in huidig onderzoek aangehaald, terwijl sommigen wel aangaven dat het na de uitbreiding moeilijker is om, wanneer er drugs op de afdeling is, de gebruiker ervan te vinden. Naast de drugstesten wordt de begeleiding door het zorgteam ook gezien als een ondersteuning in het drugvrij zijn. In het onderzoek van het National Offender Management Service ziet men de begeleiding zelfs als een sterkte (Powis et al., 2014). Voor de uitbreiding was de beperkte aanwezigheid van het zorgteam een hekelpunt. Dit wordt na de uitbreiding nog steeds aangehaald. Net als voor de uitbreiding beschikt het zorgteam over te weinig tijd om de gedetineerden die het nodig hebben voldoende, en dus intensief, te begeleiden (Lucidarme, 2014). Dit terwijl uit onderzoek in vijf drug recovery wings blijkt dat de intensieve begeleiding op deze afdelingen een sterkte is (Powis et al., 2014). In de interviews gaf men aan dat ook het personeelstekort een oorzaak is van het niet kunnen aanbieden van meer gesprekken. In het strategisch plan van de Vlaamse overheid over de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden spreekt men over besparingen. Deze besparingen kunnen een invloed hebben op de kwaliteit van de hulpverlening en hebben op die manier ook een invloed op de manier van werken in de drugvrije afdelingen in Vlaanderen (Welzijn en samenleving, 2014). Naast het zorgteam ziet men ook de sessies terugvalpreventie voor de gedetineerden die hier baat bij hebben als een middel om de gedetineerden te begeleiden. Deze sessies worden door een externe hulpverlener verzorgd. Een samenwerking tussen hulpverleners binnen en buiten de gevangenismuren wordt ook in andere Europese gevangenissen voorzien. Deze samenwerking wordt in het onderzoek van Powis et al. (2014) zelfs als een sterkte beschouwd. Dit zou de stap naar gelijkaardige hulpverlening in de maatschappij minder groot maken (Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, 2014). Hulpverlening op de drugvrije afdeling helpt dus niet enkel de gedetineerden tijdens detentie, 30

31 maar zal hen ook helpen om na hun detentie gemakkelijker beroep te kunnen doen op hulpverlening in de maatschappij Derde motivatie: open regime Ook het open regime komt in beide onderzoeken aan bod. Bij De Schutter (2014) zou dit een minder grote motivatie zijn dan in dit onderzoek. Het open regime wordt door de meeste participanten ook ervaren als ondersteuning in het drugvrij zijn. De verplichte activiteiten zoals het werken, de lessen, maar ook de aanwezigheid van de fitness op sectie zijn er niet zomaar voorzien. Gedetineerden verminderen hun drugsgebruik wanneer ze de mogelijkheid krijgen om deel te nemen aan activiteiten. Verveling is vaak een reden van gebruik (De Maere, et al., 2000). Door de regelmaat en de afwezigheid van drugs op de afdeling kunnen de gedetineerden hun herstel en hun gemoed stabiliseren (Casares- López et al., 2013). Ook de gedetineerden in dit onderzoek geven aan dat dit regime hen helpt in het drugvrij leven. Er kan dus gesteld worden dat het organiseren van activiteiten op de afdeling een belangrijke bijdrage levert aan het clean houden van de gedetineerden Andere motivaties De derde grootste motivatie bij De Schutter (2014) is de gezondheid, iets wat in dit onderzoek niet aan bod kwam tijdens de interviews. Wel spreken zowel huidig onderzoek als het onderzoek van voor de uitbreiding over het belang van de familiale banden. Via de drugvrije afdeling kunnen de gedetineerden een signaal geven dat ze iets doen aan hun verslavingsproblematiek. Dit zou de familiale relaties kunnen verbeteren. Een aspect dat hiermee botst en die in dit onderzoek ook als negatieve eigenschap ervaren wordt, is de timing van het bezoek op de afdeling. Dit vindt plaats midden de namiddag, wat inhoudt dat dit voor personen die overdag werken moeilijk is om op bezoek te komen. Voor gedetineerden kan dit, ondanks het verblijf op de afdeling, een moeilijkheid zijn om op die manier de familiale banden te versterken. Dat gedetineerden naar de drugvrije afdeling komen om contact te vermijden met andere gedetineerden iets wat niet aan bod komt in de masterproef van De Schutter (De Schutter, 2014). Een drugvrije afdeling wordt gekenmerkt als een unit die gescheiden is van de andere afdelingen van een gevangenis. Gedetineerden kiezen vrijwillig om in een omgeving te verblijven waar enkel gedetineerden leven die zich ook engageren om geen drugs te gebruiken (Jürgens, 2009). In de masterproef van Lucidarme (2014) vonden de participanten het gescheiden zijn van de andere afdelingen een belangrijk aspect van het verblijf op de DVA. Het niet in aanraking komen met gedetineerden die drugs gebruiken werd essentieel bevonden. Uit huidig onderzoek is gebleken dat deze fysieke scheiding minder aanwezig is en op deze manier wordt de kans vergroot om drugs op de afdeling binnen te halen. Ondanks de minder goede scheiding is het dus wel belangrijk om de afdeling zoveel mogelijk weg te houden van andere gedetineerden, aangezien dit afgescheiden leven voor gedetineerden net een motivatie is om zich aan te melden voor de afdeling Minder sterke groepscohesie Voor de uitbreiding in 2014 kende de drugvrije afdeling een lange wachttijd van enkele maanden (B. Van Den Langenbergh, persoonlijke mededeling, 29 januari 2015). Na de uitbreiding is er een grotere doorstroming, maar tijdens de interviews wordt door een groot deel van de participanten aangegeven dat de afdeling nu te groot is en de groepscohesie veel minder sterk is geworden. Sommigen geven aan 31

32 dat de mentaliteit soms te wensen over laat. Voor de uitbreiding heerste er op de afdeling een goede groepssfeer. Men gaf aan dat men op de groep kon terugvallen bij moeilijke momenten. Het bracht de gedetineerden rust dat de groep kleiner was dan op de andere afdelingen (De Schutter, 2014). Dat een rustige sfeer op de afdeling belangrijk is, blijkt uit de vijf drug recovery wings uit het Verenigd Koninkrijk waar onderzoek is gedaan en waar ze de therapeutisch en rustige sfeer op de afdeling als sterkte naar voor schuiven (Powis et al., 2014). Agressie wordt dan ook niet getolereerd en gedetineerden worden verwijderd van de DVA bij dergelijke incidenten (D-side team, persoonlijke communicatie, 16 april 2013). Dit heeft niet enkel een positieve invloed op de sfeer, maar ook op het niet afhaken van gedetineerden van het programma. Het niet vijandig zijn naar anderen toe draagt bij tot een blijvend verblijf op de afdeling (Casares-López et al., 2013). Een drug recovery wing van het type D hecht ook veel belang aan het creëren van een sterke groep. De veilige therapeutische groep kan ontstaan onder andere door het samen leven (Page et al., 2015). Er kan dus geconcludeerd worden dat de groepscohesie een belangrijk aspect is op de DVA onder andere voor het blijvend verblijf van gedetineerden op de afdeling. Dit is echter iets wat vandaag minder aanwezig is Verschil in houding bij penitentiair personeel Daarnaast vindt men de communicatie tussen de personeelsleden die de afdeling goed kennen een positieve eigenschap van de afdeling. Reeds voor de uitbreiding van de afdeling vond men het nodig dat er een vast team van beambten op de afdeling werkte. Zowel toen als nu vindt men het belangrijk dat er zo weinig mogelijk personeel op de afdeling werkt die de gang van zaken niet kent (Lucidarme, 2014). Een vast team van beambten kan ervoor zorgen dat men nog consequenter kan werken. De gedetineerden kunnen op deze manier ook meer opgevolgd worden door de beambten. De DVA heeft geen goede reputatie bij gedetineerden en penitentiair personeel dat niet regelmatig op de afdeling verblijven of werken. Penitentiair beambten moesten zich bij de opstart van de DVA aanmelden indien ze op de DVA wilden werken. Daarna gebeurde een screening zodat vooral geëngageerde beambten op de afdeling zouden werken. In dit onderzoek is duidelijk geworden dat zowel gedetineerden als personeelsleden aanvoelen dat de personen die niet regelmatig op de afdeling werken de afdeling niet als positief beschouwen. Wat de oorzaken en de redenen zijn die dit aanvoelen bevestigen is in het opzet van dit onderzoek bij de mensen zelf niet kunnen bevraagd worden. Omdat de drugvrije afdeling in Hasselt slechts enkele maanden open is en er nog geen onderzoek gedaan is, is het niet mogelijk om na te gaan of gedetineerden of personeelsleden in de gevangenis van Hasselt dezelfde mening hebben over dergelijke afdeling. Er moet echter rekening gehouden worden dat dit een aanvoelen is van het personeel dat bevraagd werd en dat het mogelijk is dat dit aanvoelen verkeerd ingeschat werd. In het onderzoek van Powis et al. (2015) gaven de participanten dergelijk aanvoelen ook aan. Dit terwijl uit de gesprekken met het personeel dat niet regelmatig op de afdeling staat, afgeleid kon worden dat zij de werking van de afdeling wel positief vinden Aanbevelingen voor het beleid en de praktijk In Belgische gevangenissen gebruikt 67% van de gedetineerden illegale drugs (Van malderen, geciteerd in Deprez & Van Malderen, 2012). Het is belangrijk dat er vanuit het beleid blijvende aandacht uitgaat naar de drugshulpverlening in de gevangenissen. Personen die drugs gebruiken plegen 2,8 tot 3,8 keer meer misdrijven dan personen die geen drugs gebruiken (Bennet, Holloway en Farrington, 2008). Ondanks de besparingen waardoor de gedetineerden minder beroep zouden kunnen doen op een individueel of groepsgericht aanbod, is het een aanbeveling om drugshulpverlening in de gevangenissen 32

33 niet in te krimpen, maar net te optimaliseren (Welzijn en samenleving, 2014). Vroeger zorgde de groepscohesie ervoor dat de gedetineerden elkaar motiveerden om niet te gebruiken en konden ze terugvallen op elkaar bij moeilijke momenten (De Schutter, 2014). Deze groepscohesie is na de uitbreiding in 2014 minder sterk. Door de uitbreiding krijgen meer gedetineerden de kans om hun detentie drugvrij te beleven. Een aanbeveling is dus niet om de drugvrije afdeling opnieuw in te krimpen. Wel is een aanbeveling om de twee secties volledig van elkaar te scheiden. Er zouden op die manier twee drugvrije afdelingen in het penitentiair complex zijn. Dit zou er opnieuw kunnen voor zorgen dat de manier van werken kleinschaliger wordt en dat de groepscohesie verbetert. Het brengt ook rust bij gedetineerden wanneer de groep kleiner is dan op de andere afdelingen (De Schutter, 2014). Een sterk punt dat werd aangegeven over de drugvrije afdeling is dat de communicatie tussen de personen die regelmatig op de afdeling werken goed verloopt. Dit verloopt onder andere via een logboek en via de teamvergaderingen. Er zijn ook personen die niet vaak op de afdeling werken en die de werking niet goed kennen. Die personen vullen het logboek niet aan en nemen niet deel aan de teamvergaderingen. De afdeling zou ook een negatieve reputatie hebben bij beambten die niet regelmatig op de afdeling werken. De communicatie kan nog geoptimaliseerd worden wanneer er op de afdeling enkel vaste beambten werken. De beambten die deel uitmaken van dit vast team kunnen gescreend worden, waardoor er enkel gemotiveerde personen op de afdeling werken. Een gemotiveerd en geëngageerd team zal de gedetineerden beter kennen en op die manier een meerwaarde kunnen bieden aan de opvolging van de gedetineerden. Ook in het onderzoek van Lucidarme (2014) vond men het belangrijk dat het personeel van de DVA de manier van werken goed kende. Gedetineerden melden zich vaak aan voor de drugvrije afdeling om drugvrij te zijn. Op de drugvrije afdeling is een zorgteam aanwezig dat zorgt voor de begeleiding van de gedetineerden. In de interviews gaven enkele participanten aan dat het zorgteam meer aanwezig mag zijn op de afdeling. Iets wat ook voor de uitbreiding aangehaald werd (Lucidarme, 2014). Enkele personeelsleden vermeldden dat het zorgteam door de dagindeling vaak beperkt is in tijd om de gedetineerden een gesprek aan te kunnen bieden. Een aanbeveling is om meer leden van het zorgteam op de afdeling aanwezig te laten zijn wanneer de gedetineerden gezien kunnen worden voor een gesprek. s Avonds mogen de gedetineerden uit hun cel en is er mogelijkheid om de gedetineerden een gesprek aan te bieden of om andere activiteiten te laten doorgaan, zoals bijvoorbeeld een extra groepsgesprek (K. Lee, persoonlijke mededeling, 7 september 2015). Activiteiten kunnen namelijk ook een bijdrage leveren om het drugsgebruik bij gedetineerden te verminderen (De Maere et al., 2000). Een aanbeveling kan zijn om iemand of enkele leden van het zorgteam s avonds op de afdeling aanwezig te laten zijn. Dit kan via het invoeren van een late dienst Aanbevelingen voor verder wetenschappelijk onderzoek Een aanbeveling voor verder wetenschappelijk onderzoek is een dergelijk onderzoek ook op te zetten in andere drugvrije afdelingen, zoals bijvoorbeeld deze in Hasselt. Door stil te staan bij dezelfde elementen als dit onderzoek en de resultaten van beide onderzoeken te vergelijken kunnen er zaken naar voor komen die geoptimaliseerd kunnen worden. Hierbij dient wel rekening gehouden te worden met de verschillende manier van werken op deze afdelingen. Daarnaast kan er verder onderzoek gedaan worden naar de trajecten die gedetineerden na de drugvrije afdeling doorlopen. Zo kan er een beeld geschetst worden hoe sterk de drugvrije afdeling ervoor zorgt dat gedetineerden al dan niet daadwerkelijk drugvrij blijven. Indien er gedetineerden zijn die in dit traject hervallen, kan er eventueel teruggekeken worden naar zijn periode op de drugvrije afdeling. De begeleiding van de drugvrije afdeling kan hier eventueel aan aangepast worden. Deze aanbevelingen werden ook aangehaald door Lucidarme (2014). 33

34 Een groot deel van de participanten voelen aan dat de andere beambten en gedetineerden de drugvrije afdeling als negatief beschouwen. Omdat het niet de opzet was van dit onderzoek om dit te onderzoeken, is een aanbeveling voor verder onderzoek om dit wel te onderzoeken. Wanneer men de oorzaken hiervan weet, kan men de reputatie van de afdeling verbeteren, waardoor er eventueel meer aanmeldingen mogelijk zijn Beperkingen van het onderzoek Het onderzoek dat gevoerd werd in het kader van deze masterproef trachtte een beeld te schetsen van de beleving van de gedetineerden over de motivatie om in de drugvrije afdeling te verblijven. Dit onderzoek kent echter enkele beperkingen. Het onderzoek dat gevoerd werd in deze masterproef is een kwalitatief onderzoek. Dit heeft tot gevolg dat de bekomen resultaten moeilijk te generaliseren zijn naar een volledige populatie (Everaert & Van Peet, 2006). In deze masterproef werd een belevingsonderzoek uitgevoerd. Iedere participant sprak tijdens de interviews vanuit hun beleving. Het is dus moeilijk om in dit opzicht algemeenheden te formuleren. Daarnaast is het ook belangrijk om aandachtig te zijn voor het feit dat kwalitatief onderzoek vaak subjectief is. Het perspectief van de onderzoeker van deze masterproef heeft dit onderzoek geleid. De onderzoeker heeft accenten gelegd die voor haar belangrijk zijn (Everaert & Van Peet, 2006). Er dient ook rekening gehouden te worden met het feit dat de onderzoekster haar stage volbracht op de drugvrije afdeling. Dit heeft als voordeel dat ze de geïnterviewde personen reeds kende en er een vertrouwensband mee trachtte te creëren. Er moet echter ook rekening gehouden worden dat de stage slechts enkele maanden duurde. Hierbij komt kijken dat de geïnterviewden mogelijks niet alles kwijt wilden, aangezien de vertrouwensband nog niet optimaal gevormd werd. Dat de onderzoekster tijdens haar stage, voor zover als mogelijk, een vertrouwensfunctie had, heeft ook een nadeel. De dubbele functie die de onderzoekster hier creëert, is deze van zorgpersoon en onderzoeker. Dit is een beperking in het onderzoek, aangezien de onderzoeker meer weet over de achtergrond van de geïnterviewde. De onderzoeker moet echter bewust zijn dat ze in functie van dit onderzoek zich moet focussen op hetgeen in de interviews gezegd wordt. In dit onderzoek werd de CMR van de gedetineerden met een verslavingsproblematiek afgenomen. Naast de beperkte steekproefgrootte is er een andere beperking, namelijk dat het niet bewezen is dat de CMR toepasbaar is op mensen die in een justitiële context verblijven (Leenarts & Van Der Knaap, 2007). Er dient dus rekening gehouden te worden met de moeilijkheden die de participanten kunnen ervaren bij het invullen van de CMR. 6. Conclusie In België kennen de gevangenissen een groot aantal gedetineerden die een verslavingsproblematiek hebben en die drugs gebruiken tijdens detentie (Deprez & Van Malderen, 2012). Om hier tegenin te gaan, werden in een groot deel van de Europese gevangenissen initiatieven van drugshulpverlening opgezet (Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, 2014). Het penitentiair complex in Brugge focust zich op een integraal drugsbeleid. In november 2009 werd in dit opzicht de drugvrije afdeling opgestart (Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen, 2010). In 2014 werd de capaciteit van deze afdeling verdubbeld naar 44 plaatsen voor gedetineerden met of zonder een verslavingsproblematiek (Vlaamse gemeenschap, 2014). In deze masterproef werd de beleving van de werking van de drugvrije afdeling en de motivatie van de betrokken partijen van de drugvrije afdeling in het penitentiair complex in Brugge nagegaan. De 34

35 betrokken partijen van deze afdeling zijn de gedetineerden, het zorgteam en de beambten die regelmatig op de afdeling werken en die de afdeling kennen. Ook de directie die een belangrijke functie heeft in de werking van de afdeling is hierbij betrokken partij. De CMR werd bij de gedetineerden met een verslavingsproblematiek afgenomen. Een vijfde en een tiende van deze steekproef kent respectievelijk een hoge en een gemiddeld hoge motivatie. Door het kleine aantal is het moeilijk om hier werkelijke conclusies uit te trekken. De participanten van dit onderzoek geven over het algemeen drie grote motivaties om de stap naar de drugvrije afdeling te zetten. De grootste motivatie zou de mogelijkheid zijn om versneld mogelijkheden te kunnen krijgen om te werken rond de reclassering. De motivatie om in een drugvrije omgeving te verblijven komt slechts op de tweede plaats. Dat men op deze afdeling drugvrij kan zijn, beschouwt men als een positieve eigenschap van de afdeling. De drugvrije afdeling kent een heel open regime in vergelijking met de andere afdelingen van het penitentiair complex. Dit is een derde reden om naar de drugvrije afdeling over te gaan. Het versterken van de familiale banden en het vluchten van de andere afdelingen zijn motivaties die in mindere mate aangewezen worden. Volgens het personeel meldden de gedetineerden zich voor de uitbreiding meer aan om in een drugvrije omgeving te verblijven. De versnelde mogelijkheden om te werken rond de reclassering zou toen op de tweede plaats komen (De Schutter, 2014). Dat deze motivatie na de uitbreiding een belangrijkere motivatie is geworden, is te wijten aan de gerechtelijke instanties die de drugvrije afdeling vaak als voorwaarde opleggen vooraleer men aan hun dossier kan werken met oog op reïntegratie. Het is opvallend dat bijna alle participanten aangeven dat de drugvrije afdeling te groot geworden is. Na de uitbreiding in 2014 zou de screening van de gedetineerden naar de drugvrije afdeling veranderd zijn. Omdat er vroeger de helft minder plaatsen waren, was men vroeger strenger in het toelaten van gedetineerden. Doordat er nu meer gedetineerden op de afdeling verblijven zou volgens een aantal participanten de groepscohesie minder goed zijn dan voor de uitbreiding. De drugvrije afdeling bevindt zich nu op mannenafdeling 1, minder afgescheiden van de rest van de mannelijke gedetineerden dan toen deze op de vrouwenafdeling gevestigd was. Dit vinden enkele participanten geen verbetering onder andere omdat er op die manier drugs binnengesmokkeld kan worden. Een van de grote motivaties om naar de drugvrije afdeling over te gaan is het verblijven in een drugvrije omgeving. De participanten gaven elementen aan die helpen ter ondersteuning van het clean blijven. Deze zijn van belang, omdat deze een bijdrage bieden aan het blijvend verblijf van de gedetineerden op de drugvrije afdeling. Op de afdeling ondertekenen de gedetineerden een contract waarin ze zich onder andere akkoord verklaren met het op regelmatige tijdstippen ondergaan van drugscontroles (De Maere et al., 2000). Deze urine- en alcoholtesten vinden zowel de gedetineerden als het personeel een ondersteuning om niet te gebruiken. Naast het feit dat sommigen aangeven dat het zorgteam meer aanwezig mag zijn, vindt de grote meerderheid dat het zorgteam ook een ondersteuning is om de gedetineerden drugvrij te houden. Ook de sessies terugvalpreventie vindt men nuttig voor de gedetineerden. De structuur die geboden wordt op de afdeling werd ook meermaals vermeld als een grote hulp in het clean blijven. De communicatie tussen de personeelsleden die regelmatig op de afdeling werken, wordt door de personeelsleden als een positief element van de afdeling beschouwd. Men zou het echter wel een verbetering vinden wanneer de afdeling met een vast team beambten zou werken. Dit omdat er nu vaak beambten werken die de afdeling niet goed kennen. De drugvrije afdeling kent zowel bij gedetineerden die er niet verblijven en bij personeelsleden die er niet regelmatig werken geen goede reputatie. Dit zou er kunnen toe bijdragen dat gedetineerden niet kiezen of niet langer willen blijven op de afdeling. De reputatie bij de gedetineerden is dat de afdeling vooral bevolkt is door gedetineerden die vluchten van de andere afdelingen om afrekeningen te vermijden en dat deze gedetineerden anderen verklikken. Sommige van de participanten wijten dit aan ex-verblijvers van de afdeling die de afdeling negatief belichten. Enkele personeelsleden die niet regelmatig op de afdeling werken, vinden dat het regime er te open is en dat de gedetineerden er te veel 35

36 vrijheden krijgen. Aangezien de afdeling sinds 2014 een onderdeel is van mannenafdeling 1 moet men rekening houden met de extra bewegingen die de afdeling met zich mee brengt. Er kan besloten worden dat de drugvrije afdeling een afdeling is die een goede mogelijkheid biedt voor gedetineerden om van hun drugsproblematiek af te geraken en er niet meer mee in aanraking willen komen. De afdeling is sinds de uitbreiding op verschillende vlakken veranderd. Er zijn meer gedetineerden die de kans hebben om daar te verblijven, maar niet alles is op een positieve manier geëvolueerd. Volgens sommige participanten van dit onderzoek zijn er enkele aanpassingen nodig om hieraan tegemoet te komen. 36

37 7. Bibliografie Agentschap zorg en gezondheid (2009). Vlaams actieplan tabak, alcohol en drugs Geraadpleegd op 20drugs% pdf Belgische Federale Overheidsdiensten. (2011). Drugsprogramma's voor gedetineerden. Geraadpleegd op drugsbeleid/drugsprogramma_s_voor_gedetineerden/#a5 Belgische Federale Overheidsdiensten. (2013). Basiswet voor interne rechtspositie gedetineerden. Geraadpleegd op 15.jsp?referer=tcm: Bennett, T., Holloway, K., & Farrington, D. (2008). The statistical association between drug misuse and crime: A meta-analysis. Aggression and Violent Behavior, 13, doi: /j.avb Boelens, L. (2013). Vanuit de Basis: evaluaties van penitentiair bewakingsassistenten met betrekking tot de implementatie van de Basiswet interne rechtspositie gedetineerden (Masterproef, Universiteit Gent, België). Geraadpleegd op Bulten, E., & Nijman, H. (2009). Veel psychiatrische stoornissen onder gedetineerden op reguliere afdelingen van penitentiaire inrichtingen. Ned Tijdschr Geneeskd, 153, 1-6. Geraadpleegd op Carey, K.B., Purnine, D.M., Maisto, S.A., & Carey, M. P. (1999) Assessing Readiness to change substance abuse: a critical review of instruments. Clinical Psychology: Science and practice, 6, Geraadpleegd op Casares-López, M. J., González-Menéndez, A., Fernández, P., Secades-Villa, R., Fernández-Hermida, J.R. (2012). What Predicts Retention on an In-Prison Drug Treatment Program? The Spanish Journal of Psychology, 15(3), Casares-López, M. J., González-Menéndez, A., Festinger, D. S., Fernández-García, P., Fernández- Hermida, J. R., Secades, R., & Matejkowski, J. (2013). Predictors of retention in a drug-free unit/substance abuse treatment in prison. International Journal of Law and Psychiatry, 36(3-4), doi: /j.ijlp De Leon, G., Melnick, G., Thomas, G., Kressel, D., & Wexler, H. K. (2000). Motivation for treatment in a prison-based therapeutic community. American Journal of Drug and Alcohol Abuse, 26, doi: /ada Delepeleire, Y. (2016, april 26). Aanmeldingspunt moet ermee ophouden. Drugsverslaafden in cel aan hun lot overgelaten. De Standaard, p

38 De Maere, W., Hariga, F., Bartholeyns, F., & Vanderveken, M. (2000). Gezondheid en druggebruik in het penitentiair milieu. Epidemiologisch instrument: methodologische voorstellen. Free Clinic vzw, Modus Vivendi ASBL, Université libre Bruxelles, ecole des sciences criminologiques Léon Cornis, Université catholique Louvain, département de criminologie et de droit pénal website Deprez, N., Antoine, J., Asueta-Lorente, J. F., Bollaerts, K., Van der Linden, T., & van Bussel, J. (2011). Belgian National Report on Drugs New developments,trends and in-depth information on selected issues. (Report No. ISSN: ) Geraadpleegd op Brussel: Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid website: Deprez, N., & Van Malderen, S. (2012). Drug-related crime, prevention of drug-related crime and prison. In N. Deprez, J. Antoine, J.F. Asueta-Lorente, K. Bollaerts, T. Vander Linden & J. Van Bussel (Red.), Belgian National Report on Drugs 2011 (pp ). Geraadpleegd op De Schutter, A. (2014). Verwachtingen over de drugvrije afdeling:gedetineerden aan het woord (Masterproef, Universiteit Gent, België). Geraadpleegd op Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen FOD Justitie. (2008). Activiteitenverslag Geraadpleegd op Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen FOD Justitie. (2010). Activiteitenverslag Geraadpleegd op et%20directoraat-generaal%20penitentiaire%20inrichtingen.pdf European Commission. (2016). Detention and transfer of prisoners. Geraadpleegd op EMCDDA. (2004). CMRS Scales for Substance Abuse Treatment. Geraadpleegd op EMCDDA. (2012). Prisons and drugs in Europe: The problem and responses (p. 36). doi: /73390 EMCDDA. (2012). Table DUP-3. Prevalence of drug use within prison among prisoners, Geraadpleegd op Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving. (2014). Europees Drugsrapport. Trends en ontwikkelingen. Geraadpleegd op Everaert, H., & Van Peet, A. (2006). Kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Geraadpleegd op Hogeschool Utrecht: Kenniskring Gedragsproblemen in de Onderwijspraktijk. Fazel, S., Bains, P., & Doll, H. (2006). Substance abuse and dependence in prisoners: A systematic review. Addiction, 101, doi: /j x Federale Overheidsdienst Justitie. (2010). U bent veroordeeld [Brochure]. Geraadpleegd op 38

39 George De Leon, Gerald Melnick, George Thomas, David Kressel & Harry K. Wexler (2000) Motivation for Treatment in a Prison-Based Therapeutic Community, The American Journal of Drug and Alcohol Abuse, 26:1, doi: /ada Grace, S., Page, G., Lloyd, C., Templeton, L., Kougali, Z., McKeganey, N. Liebling, A., Roberts, P. & Russell, C. (2016). Establishing a Corstonian continuous care pathway for drug using female prisoners: Linking Drug Recovery Wings and Women s Community Services. Criminology & Criminal Justice, doi: / Gryson, S. (2014). Een zoveelste veroordeling voor België voor de behandeling van geïnterneerden. Geraadpleegd op _belgie_voor_de_behandelingen_van_geinternee Hendriks, V.M., Kaplan, C.D., van Limbeek, J., & Geerlings, P., (1989). The Addiction Severity Index: reliability and validity in a Dutch addict population. Journal of Substance Abuse Treatment, 6, Geraadpleegd op aab0f02&acdnat= _4f5d13bd9ac8488b7e7eee9023bc1865 Howitt, D. (2010). Introduction to Qualitative Methods in Psychology. Harlow, England: Pearson Education Limited. Interdepartementale Commissie Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden. (2000). Strategisch plan van de Vlaamse Gemeenschap Missie, krachtlijnen, ambities, strategieën en kritische succesfactoren. Geraadpleegd op uments/strategischplanhulpendienstverleningaangedetineerden.pdf Jürgens, R., Ball, A., & Verster, A. (2009). Interventions to reduce HIV transmission related to injecting drug use in prison. The Lancet Infectious Diseases, 9(1), doi: /s (08) Lang, M. A., & Belenko, S. (2000). Predicting retention in a residential drug treatment alternative to prison program. Journal of Substance Abuse Treatment, 19, Geraadpleegd op main.pdf?_tid=eb00440c-184b-11e6-bef aab0f02&acdnat= _2ee2688e1fb57eeb842aa8ca658da92a Larney, S., Mathers, B., & Dolan, K. (2007). Illicit drug treatment in prison: detoxification, drug-free units, therapeutic communities and opioid substitution treatment (NDARC Technical Report No. 266). Geraadpleegd op Lauwers, H., & Van Gils J. (2004). Het zal nooit meer worden zoals vroeger. Belevingsonderzoek bij broers en zussen van jonge verkeersslachtoffers: een verkennende studie. Meise: Onderzoekscentrum Kind & Samenleving. Geraadpleegd op %20en%20zussen%20verkeersslachtoffers% pdf Leenarts, L., & Van Der Knaap, L. (2007). Motivatie te meten? Wodc.Nl. Retrieved from volledige tekst_tcm pdf 39

40 Lenaers, S., Valgaeren, E., & Van Haegendoren, M., (2001). De gemeenschap achter de tralies. Onderzoek naar de behoeften van gedetineerden aan maatschappelijke hulp - en dienstverlening. Geraadpleegd op Limburgs Universitair Centrum, Sociaal Economisch Instituut. Lucidarme, C. (2014). Belevingsonderzoek op de drugsvrije afdeling van de gevangenis van Brugge (Masterproef, Universiteit Gent, België). Geraadpleegd op Page, G., Templeton, L., Grace, S., Roberts, P., McKeganey, N., Russell, C., Liebling, A., Kougiali, Z. & Lloyd C. (2016). Conspicuous by their abstinence: The limited engagement of heroin users in English and Welsh Drug Recovery Wings. International Journal of Drug Policy, 29, Penitentiair Landbouwcentrum Ruiselede. (2013). Jaarverslag Geraadpleegd op Documents/2013/2013_ruiselede.pdf Plettinckx, E., Antoine, J., Blanckaert, P., De Ridder, K., Vander Laenen, F., Laudens, F., Casero, L. & Gremeaux, L. (2014). Belgisch Nationaal drugsreport 2014, Nieuwe Ontwikkelingen en Trends. WIV-ISP, Brussels. Powis, B., Walton, C., & Randhawa, K. (2014). Drug Recovery Wings Set Up, Delivery and Lessons Learned: Process Study of First Tranche DRW Pilot Sites. Geraadpleegd op Salize, H.J., Dreßing, H., & Kief, C. (2007). Mentally Disordered Persons in European Prison Systems -Needs, Programmes and Outcome (EUPRIS). Geraadpleegd op Central Institute of Mental Health website: Schiltz, J., Van Malderen, S., & Vanderplasschen, W. (2015). Access to health care and harm reduction in Belgian prisons (PRIDE Europe Belgium) (ongepubliceerde paper: UGent). Selor (2013). Penitentiaire bewakingsassistent (m/v) voor de penitentiaire inrichtingen in Vlaanderen en Brussel [vacature]. Brussel: Selor, Selectiebureau van de Overheid. Geraadpleegd op Soyez, V., De Leon, G., Rosseel Y., & Broekaert, E., (2006). Motivation and readiness for therapeutic community treatment: Psychometric evaluation of the Dutch translation of the Circumstances, Motivation, Readiness, and Suitability scales. Journal of Substance Abuse Treatment, 30, Geraadpleegd op main.pdf?_tid=a2c39e78-a195-11e5-a78e aab0f27&acdnat= _74e068b725fd7a9b8aa11cfce61e0ba1 Stöver, H., & Nelles, J. (2003). Ten years of experience with needle and syringe exchange programmes in European prisons. International Journal of Drug Policy, 14, doi: /j.drugpo The council of the European union. (2009). On a Roadmap for strengthening procedural rights of suspected or accused persons in criminal proceedings. Geraadpleegd op 40

41 Tjaden, B.R., Koeter, M.M.W., Van Den Brink, W., & Vertommen, H. (2005). De invloed van signatuur van de behandelinstelling op drop-out: een onderzoek bij drie typen verslavingszorginstellingen. Tijdschrift voor psychiatrie, 47(1), Geraadpleegd op Vandam, L., De Ruyver, B., & Vander Beke, T. (2010). De invloed van de detentie op het gebruik van legale en illegale drugs. In L. Pauwels & G. Vermeulen (Red.), Actualia strafrecht en criminologie 2010 ( ). Geraadpleegd op Vander Laenen, F., Vanderplasschen, W., Smet, V., De Maeyer, J., Buckinx, M., Van Audenhove, S., Ansseau, M., & De Ruyver, B. (2013). Analysis and Optimization of Substitution Treatment in Belgium (SUBANOP). Geraadpleegd op Vander Laenen, F., Vanderplasschen, W., Wittouck, C., Dekkers, A., De Ruyver, B., De Keulenaer, S., & Thomaes, S. (2013). Het pilootproject drugbehandelingskamer te Gent: Een uitkomstenevaluatie. Geraadpleegd op Vandevelde, S. (2004). Motivation of incarcerated substance abusers with special needs towards treatment in therapeutic communities and other treatment modalities (Proefschrift). Geraadpleegd op Van Ermen, L. (2010). Wetsvoorstel ter bestrijding van het drugsgebruik in gevangenissen. Geraadpleegd op &VOLGNR=1&LANG=nl Van Malderen, S. (2012). Drug-related health policies and services in prisons. In N. Deprez, J. Antoine, J.F. Asueta-Lorente, K. Bollaerts, T. Vander Linden & J. Van Bussel (Red.), Belgian National Report on Drugs 2011 (pp ). Geraadpleegd op Vanthuyne, K. (2013). Centraal Aanmeldingspunt voor Druggebruikers in de gevangenis Jaarverslag Geraadpleegd op Versele, D. (2009). Drugs in de gevangenissen. Geraadpleegd op Vlaamse gemeenschap. (2014). Jaarverslag 2014: hulp- en dienstverlening aan gedetineerden. Geraadpleegd op uments/2014/od_jv-brugge_ pdf Welsh, W. N., & McGrain, P. N. (2008). Predictors of therapeutic engagement in prison-based drug treatment. Drug and Alcohol Dependence, 96, doi: /j.drugalcdep Welzijn en samenleving. (2014). Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden. Strategisch plan Geraadpleegd op uments/strap_gedetineerden_2015_2020_definitief.pdf Windelinckx, T. (2014). Dossier Harm Reduction. Geraadpleegd op 41

42 Young, D. (2002). Impacts of Perceived Legal Pressure on Retention in Drug Treatment. Criminal Justice and Behavior, 29(1), doi: /

43 8. Bijlagen 8.1. Vragen interview: Gedetineerden Persoonlijke situatieschets -Heeft u voor uw verblijf op de DVA reeds een beroep gedaan op alcohol of drughulpverlening? -Indien u nog in andere gevangenissen verbleven hebt, welke waren dit? -Hoe lang verblijft u al op de drugvrije afdeling? -Waarom bent u naar de drugvrije afdeling gekomen? -Indien u reeds meerdere keren op de drugvrije afdeling verbleven hebt: Waarom bent u toen naar de drugvrije afdeling overgestapt? -Wat was de reden dat u toen de drugvrije afdeling verlaten hebt? Algemeen -Indien u het omgaan met drugs in de gevangenis moet omschrijven, hoe zou u dat doen? Verwachtingen DVA en Motivatie -Hoe verschilt de drugvrije afdeling van de andere afdelingen in de gevangenis? -Wat zijn uw verwachtingen van het verblijf op de DVA? -Wat zou er volgens u nodig zijn op de drugvrije afdeling om te voldoen aan deze verwachtingen? -Welke middelen worden in de DVA voorzien om de gedetineerden drugvrij te houden? Is dit voldoende volgens u? -Welke veranderingen zouden er, volgens u, toegepast moeten worden om andere gedetineerden te motiveren om naar de drugvrije afdeling te komen? -Wat is volgens u de reden dat gedetineerden niet kiezen voor de drugvrije afdeling? Sterktes/zwaktes DVA -Wat zijn volgens u de sterke eigenschappen van de DVA? - Wat zijn volgens u de zwakke eigenschappen van de DVA? Herval -Wat heb je nodig van ondersteuning wanneer u de DVA zou verlaten? Gedetineerden die op DVA verbleven voor de uitbreiding van 2014: -Wat zijn de grootste verschillen met de werking nu op de DVA met de werking van voor de uitbreiding in 2014? -Hebt u de indruk dat gedetineerden die zich nu aanmelden voor een verblijf op de DVA dit doen met een andere motivatie dan voor de uitbreiding van 2014? Zo ja, op welke manier? 43

44 8.2. Vragen interview: Penitentiair personeel Persoonlijke situatieschets -Indien u nog in andere gevangenissen gewerkt hebt, welke waren dit? -Hoe lang werkt u al op regelmatige basis op de drugvrije afdeling? -Wat was de reden dat u de stap zette om op regelmatige basis op de drugvrije afdeling te werken? -Hebt u de indruk dat u competent genoeg bent om om te gaan met de gedetineerden op de DVA met een verslavingsproblematiek? Algemeen -Indien u het omgaan met drugs in de gevangenis moet omschrijven, hoe zou u dat doen? Verwachtingen DVA en motivatie -Hoe verschilt de drugvrije afdeling van de andere afdelingen in de gevangenis? -Wat waren uw verwachtingen van het werken op de drugvrije afdeling? -Wat zou er volgens u nodig zijn op de drugvrije afdeling om te voldoen aan deze verwachtingen? -Welke middelen worden in de DVA voorzien om de gedetineerden drugvrij te houden? Is dit voldoende volgens u? -Welke veranderingen zouden er, volgens u, toegepast moeten worden om gedetineerden te motiveren om naar de drugvrije afdeling te komen? -Wat is volgens u de reden dat gedetineerden niet kiezen voor de drugvrije afdeling? Sterktes/zwaktes DVA -Wat zijn volgens u de sterke eigenschappen van de DVA? - Wat zijn volgens u de zwakke eigenschappen van de DVA? Beambten die op DVA werkten voor de uitbreiding van 2014: -Wat zijn de grootste verschillen met de werking nu op de DVA met de werking van voor de uitbreiding in 2014? -Hoe zou u het gebruik omschrijven voor de uitbreiding in 2014 en na 2014? Is er meer of minder gebruik na de uitbreiding in 2014? -Hebt u de indruk dat gedetineerden die zich nu aanmelden voor een verblijf op de DVA dit doen met een andere motivatie dan voor de uitbreiding van 2014? Zo ja, op welke manier? 44

45 8.3. Vragen interview: Zorgteam Persoonlijke situatieschets -Indien u nog in andere gevangenissen gewerkt hebt, welke waren dit? Wat was uw taak dan? -Hoe lang werkt u al op regelmatige basis op de drugvrije afdeling? - Wat was de reden dat u de stap zette om op regelmatige basis op de drugvrije afdeling te werken? -Hebt u de indruk dat u competent genoeg bent om om te gaan met de gedetineerden op de DVA met een verslavingsproblematiek. Algemeen -Indien u het omgaan met drugs in de gevangenis moet omschrijven, hoe zou u dat doen? Verwachtingen DVA en motivatie -Hoe verschilt de drugvrije afdeling van de andere afdelingen in de gevangenis? -Wat waren uw verwachtingen van het werken op de drugvrije afdeling? -Wat zou er volgens u nodig zijn op de drugvrije afdeling om te voldoen aan deze verwachtingen? -Welke middelen worden in de DVA voorzien om de gedetineerden drugvrij te houden? Is dit voldoende volgens u? -Welke veranderingen zouden er, volgens u, toegepast moeten worden om gedetineerden te motiveren om naar de drugvrije afdeling te komen? -Wat is volgens u de reden dat gedetineerden niet kiezen voor de drugvrije afdeling? Hulpverlening -Welke hulpverlening wordt er aan de gedetineerden geboden op de DVA? -Wat biedt het zorgteam aan de gedetineerden op de DVA? -Wat voor hulpverlening zou er daarnaast nog aangeboden kunnen worden? Sterktes/zwaktes DVA -Wat zijn volgens u de sterke eigenschappen van de DVA? - Wat zijn volgens u de zwakke eigenschappen van de DVA? Zorgpersoneel die op DVA werkten voor de uitbreiding van 2014: -Wat zijn de grootste verschillen met de werking nu op de DVA met de werking van voor de uitbreiding in 2014? -Hoe zou u het gebruik omschrijven voor de uitbreiding in 2014 en na 2014? Is er meer of minder gebruik na de uitbreiding in 2014? -Hebt u de indruk dat gedetineerden die zich nu aanmelden voor een verblijf op de DVA dit doen met een andere motivatie dan voor de uitbreiding van 2014? Zo ja, op welke manier? 45

46 8.4. Informed consent personeel en gedetineerden zonder een verslavingsproblematiek Beste Ik ben Marlies Devos, studente pedagogische wetenschappen orthopedagogiek aan de Universiteit van Gent. In functie van mijn masterproef doe ik onderzoek naar de motivatie van een verblijf in de drugvrije afdeling. Dit om na te gaan waarom gedetineerden kiezen voor een drugvrije detentie in de drugvrije afdeling. Dit onderzoek kan resulteren in het stellen van aanbevelingen naar de werking van de drugvrije afdeling. Dit zal ik doen aan de hand van interviews. Uw deelname aan dit onderzoek is volledig vrijwillig. U mag tijdens het interview ten alle tijde weigeren om te antwoorden op een vraag. U kan ook ten alle tijde het interview beëindigen. Er zijn geen voorwaarden of gevolgen verbonden aan uw deelname aan dit onderzoek. Er wordt op discrete manier omgegaan met de informatie die u deelt tijdens het interview en daarbuiten. Ook de gegevensverwerking gebeurt volledig anoniem. Uw persoonlijke gegevens worden op geen enkele manier kenbaar gemaakt aan derden. Indien u dit toestaat, zal het interview afgenomen worden door middel van een dictafoon. Na de gegevensverwerking van deze interviews worden de opnames vernietigd. Ook andere informatie waaruit persoonlijke gegevens kunnen uit afgeleid worden, wordt na de gegevensverwerking verwijderd. Enkel deze informed consent wordt op discrete manier bewaard. Indien u vragen of opmerkingen hebt, kan u terecht bij Marlies Devos en via het adres marlies.devos@ugent.be. Met vriendelijke groeten Marlies Devos 46

47 Informed consent Ondergetekende,..., geeft de toestemming aan Marlies Devos, in het kader van haar masterproef, om een interview af te nemen omtrent de motivatie naar de drugvrije afdeling in het Penitentiair Complex in Brugge. Ondergetekende verklaart hierbij dat: - er voldoende kennis is omtrent het doel van het onderzoek. - indien er vragen zijn, deze gesteld kunnen worden. - de deelname aan het onderzoek op vrijwillige basis is. - Marlies Devos de gegevens op anonieme wijze mag verwerken. - er voldoende kenbaar is gemaakt dat de gedeelde informatie volledig anoniem en enkel in functie van het onderzoek gebruikt zal worden. - het kenbaar is gemaakt dat het weigeren op een vraag mogelijk is en dat op ieder moment de deelname beëindigd kan worden. Gelezen en goedgekeurd op... (datum) Naam en handtekening participant... Naam en handtekening onderzoekster... 47

48 8.5. Informed consent personeel en gedetineerden met een verslavingsproblematiek Beste Ik ben Marlies Devos, studente pedagogische wetenschappen orthopedagogiek aan de Universiteit van Gent. In functie van mijn masterproef doe ik onderzoek naar de motivatie van een verblijf in de drugvrije afdeling. Dit om na te gaan waarom gedetineerden kiezen voor een drugvrije detentie in de drugvrije afdeling. Dit onderzoek kan resulteren in het stellen van aanbevelingen naar de werking van de drugvrije afdeling. Dit zal ik doen aan de hand van interviews. Uw deelname aan dit onderzoek is volledig vrijwillig. U mag tijdens het interview ten alle tijde weigeren om te antwoorden op een vraag. U kan ook ten alle tijde het interview beëindigen. Er zijn geen voorwaarden of gevolgen verbonden aan uw deelname aan dit onderzoek. Er wordt op discrete manier omgegaan met de informatie die u deelt tijdens het interview en daarbuiten. Ook de gegevensverwerking gebeurt volledig anoniem. Uw persoonlijke gegevens worden op geen enkele manier kenbaar gemaakt aan derden. Indien u dit toestaat, zal het interview afgenomen worden door middel van een dictafoon. Na de gegevensverwerking van deze interviews worden de opnames vernietigd. Ook andere informatie waaruit persoonlijke gegevens kunnen uit afgeleid worden, wordt na de gegevensverwerking verwijderd. Enkel deze informed consent wordt op discrete manier bewaard. Daarnaast wordt gevraagd aan gedetineerden die een verleden met een verslavingsproblematiek kennen, om de CMR in te vullen. De CMR is een instrument dat de intrinsieke en externe motivatie voor een behandeling nagaat. Ook hier wordt op een anonieme manier mee omgegaan. Indien u vragen of opmerkingen hebt, kan u terecht bij Marlies Devos en via het adres marlies.devos@ugent.be. Met vriendelijke groeten Marlies Devos 48

49 Informed consent Ondergetekende,..., geeft de toestemming aan Marlies Devos, in het kader van haar masterproef, om een interview af te nemen omtrent de motivatie naar de drugvrije afdeling in het Penitentiair Complex in Brugge. Ondergetekende verklaart hierbij dat: - er voldoende kennis is omtrent het doel van het onderzoek. - indien er vragen zijn, deze gesteld kunnen worden. - de deelname aan het onderzoek op vrijwillige basis is. - Marlies Devos de gegevens op anonieme wijze mag verwerken. - er voldoende kenbaar is gemaakt dat de gedeelde informatie volledig anoniem en enkel in functie van het onderzoek gebruikt zal worden. - het kenbaar is gemaakt dat het weigeren op een vraag mogelijk is en dat op ieder moment de deelname beëindigd kan worden. Gelezen en goedgekeurd op... (datum) Naam en handtekening participant... Naam en handtekening onderzoekster... 49

50 8.6. CMR CIRCUMSTANCES, MOTIVATION AND READINESS SCALES for SUBSTANCE ABUSE TREATMENT OMSTANDIGHEIDS-, MOTIVATIE-, EN BEREIDHEIDSSCHAAL voor DRUGBEHANDELING CMR ID nummer cliënt : Voorziening: Datum afname CMR: Opnamedatum: Copyright George De Leon, Center for Therapeutic Community Research (CTCR) New York, 1993 Nederlandse vertaling met toestemming van de auteur : Veerle Soyez, Eric Broekaert, Universiteit Gent Vakgroep Orthopedagogiek,

Het Centraal AanmeldPunt voor druggebruikers in de gevangenis

Het Centraal AanmeldPunt voor druggebruikers in de gevangenis Het Centraal AanmeldPunt voor druggebruikers in de gevangenis 1. Inhoud van het CAP Het centraal aanmeldpunt drugs of kortweg CAP, wil alle gedetineerden met een drugprobleem ondersteunen in hun zoektocht

Nadere informatie

Overzicht tabellen en figuren 19. Overzicht gebruikte afkortingen 19

Overzicht tabellen en figuren 19. Overzicht gebruikte afkortingen 19 Inhoudsopgave Overzicht tabellen en figuren 19 Overzicht gebruikte afkortingen 19 Inleiding 21 1 Situering van het onderzoek 21 1.1 Onderzoek in detentie 21 1.2 Vrouwelijke gedetineerden 22 1.3 Internering

Nadere informatie

«DRUGS IN DE GEVANGENISSEN: EEN BLIK OP HET PENITENTIAIR DRUGBELEID»

«DRUGS IN DE GEVANGENISSEN: EEN BLIK OP HET PENITENTIAIR DRUGBELEID» «DRUGS IN DE GEVANGENISSEN: EEN BLIK OP HET PENITENTIAIR DRUGBELEID» Studiedag De Kiem 29-03-2012 Sara Van Malderen Regionaal Coördinator Drugbeleid Gevangenissen FOD Justitie, Directoraat-generaal Penitentiaire

Nadere informatie

5 jaar CGG Eclips binnen de gevangenismuren Een evaluatie

5 jaar CGG Eclips binnen de gevangenismuren Een evaluatie 5 jaar CGG Eclips binnen de gevangenismuren Een evaluatie Inhoud Inleiding Werking CGG Eclips Evaluatie Achtergrond Vlaams Strategisch Plan Hulp- en Dienstverlening aan Gedetineerden (2000) De Vlaamse

Nadere informatie

Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Drugsbeleid in de gevangenissen Who cares? We all care Opbouw Aanbod vandaag Analyse m.b.t. drugsbeleid in gevangenissen Lichtpunten Met focus op strategisch

Nadere informatie

Project C: Desist. Desistance bij wetsovertreders met een psychiatrische problematiek Verkennende focusgroepen

Project C: Desist. Desistance bij wetsovertreders met een psychiatrische problematiek Verkennende focusgroepen Project C: Desist Desistance bij wetsovertreders met een psychiatrische problematiek Verkennende focusgroepen Sofie Van Roeyen Promotor: Prof. dr. Freya Vander Laenen Co-promotor: Prof. dr. Eric Broekaert

Nadere informatie

Belevingsonderzoek op de drugsvrije afdeling van de gevangenis van Brugge

Belevingsonderzoek op de drugsvrije afdeling van de gevangenis van Brugge Academiejaar 2013-2014 Tweedesemesterexamenperiode Belevingsonderzoek op de drugsvrije afdeling van de gevangenis van Brugge Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science

Nadere informatie

Werken met druggebruikers in de gevangenis. Projectwerking en visie PLC Ruiselede

Werken met druggebruikers in de gevangenis. Projectwerking en visie PLC Ruiselede Werken met druggebruikers in de gevangenis Projectwerking en visie PLC Ruiselede 2 1. Penitentiair Landbouwcentrum Ruiselede Open gevangenis voor 60 mannelijke gedetineerden Laatste stap in de terugkeer

Nadere informatie

De organisatie van vorming, opleiding en arbeidstoeleiding als voorbereiding sociale re-integratie in Vlaamse gevangenissen

De organisatie van vorming, opleiding en arbeidstoeleiding als voorbereiding sociale re-integratie in Vlaamse gevangenissen De organisatie van vorming, opleiding en arbeidstoeleiding als voorbereiding sociale re-integratie in Vlaamse gevangenissen Promotor: Prof.dr. S.Snacken Onderzoekers: Hanne Tournel en Anne De Ron 1 Vanuit

Nadere informatie

DE TIPI Onderzoek naar de leefsituatie en huidige kwaliteit van leven van ouders en kinderen die het Tipi-programma hebben doorlopen

DE TIPI Onderzoek naar de leefsituatie en huidige kwaliteit van leven van ouders en kinderen die het Tipi-programma hebben doorlopen DE TIPI Onderzoek naar de leefsituatie en huidige kwaliteit van leven van ouders en kinderen die het Tipi-programma hebben doorlopen Jachna Beck Evelien Van Rompaye Promotor: Prof. Dr. Wouter Vanderplasschen

Nadere informatie

penitentiair beambte

penitentiair beambte De Federale Overheidsdienst Justitie is op zoek naar integere, sterke persoonlijkheden die als een voorbeeldfunctie kunnen uitoefenen. Om je als potentiële kandidaat alvast een goed beeld te geven van

Nadere informatie

Samenvatting. Onderzoeksvragen

Samenvatting. Onderzoeksvragen Samenvatting Om de relatief hoge recidive onder (ex-)gedetineerden terug te dringen, wordt al tijdens detentie gewerkt aan re-integratie. Een belangrijk onderdeel van het re-integratiebeleid is het werken

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs FEDERAAL WETENSCHAPSBELEID Wetenschapsstraat 8 B-1000 BRUSSEL Tel. 02 238 34 11 Fax 02 230 59 12 www.belspo.be Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs Projectformulier ten behoeve van

Nadere informatie

IrisZorg. verslavingszorg. en maatschappelijke opvang. dicht bij mensen, ver in zorg

IrisZorg. verslavingszorg. en maatschappelijke opvang. dicht bij mensen, ver in zorg IrisZorg verslavingszorg en maatschappelijke opvang dicht bij mensen, ver in zorg > IrisZorg: dicht bij mensen, ver in zorg Bij IrisZorg kan iedereen rekenen op de deskundigheid en betrokkenheid van onze

Nadere informatie

2 Evaluatie door de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden

2 Evaluatie door de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden Evaluatie van het onderwijsaanbod in de gevangenissen in Vlaanderen en Brussel in functie van de Vlaamse leidraad voor het onderwijsaanbod in de gevangenissen Syntheserapport 22 maart 2017 1 Inleiding

Nadere informatie

(Net)werking van een PAAZ

(Net)werking van een PAAZ (Net)werking van een PAAZ Frederic Ulburghs (hoofverpleegkundige) en Henrik Palmans (psychiatrisch verpleegkundige) Voorstelling PAAZ Enkele cijfers: +/- 13 FTE verpleegkundigen +/- 3 FTE psychologen +/-

Nadere informatie

De impact van elektronisch toezicht in vergelijking tot de gevangenisstraf. Een belevingsonderzoek.

De impact van elektronisch toezicht in vergelijking tot de gevangenisstraf. Een belevingsonderzoek. De impact van elektronisch toezicht in vergelijking tot de gevangenisstraf. Een belevingsonderzoek. Brussel, 21 2013 t. f. +32 9 264 69 71 e. Inhoud 2 A. Introductie B. Aandacht voor veroordeelde en huisgenoot

Nadere informatie

Diensten binnen de gevangenis een introductie. Sociale plattegrond 21/10/2014 Gent

Diensten binnen de gevangenis een introductie. Sociale plattegrond 21/10/2014 Gent Diensten binnen de gevangenis een introductie Sociale plattegrond 21/10/2014 Gent België Oost-Vlaanderen 2013 Capaciteit Gem. bevolking overbevolking Gent 299 423 41,5% Oudenaarde 132 160 21,2% Dendermonde

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen

Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen Werkstuk door een scholier 1573 woorden 23 januari 2002 5,8 206 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Inleiding Het gevangeniswezen. Hoe gaat het er in de gevangenissen

Nadere informatie

DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening

DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening 1 INHOUD PRESENTATIE I. Belgisch drugbeleid II. O.M. en problematisch druggebruik III.De rechtbank en problematisch

Nadere informatie

Behandeling van problematisch middelengebruik van leefstijltraining naar cognitieve gedragstherapie

Behandeling van problematisch middelengebruik van leefstijltraining naar cognitieve gedragstherapie Behandeling van problematisch middelengebruik van leefstijltraining naar cognitieve gedragstherapie Dr Wencke de Wildt Directeur behandelzaken Jellinek GZ psycholoog VGCT 2016 Inhoud 15 jaar cognitieve

Nadere informatie

Samenwerking SPV PI Zwolle en ACT

Samenwerking SPV PI Zwolle en ACT FORENSISCHE PSYCHIATRIE Samenwerking SPV PI Zwolle en ACT Even voorstellen Annemarie de Vries SPV bij het ACT team Dimence Zwolle Elles van der Hoeven SPV bij de PI Zwolle locatie Penitentiair Psychiatrisch

Nadere informatie

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING,

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING, Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

Verwachtingen over de drugvrije afdeling: gedetineerden aan het woord

Verwachtingen over de drugvrije afdeling: gedetineerden aan het woord FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID Verwachtingen over de drugvrije afdeling: gedetineerden aan het woord Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische wetenschappen door

Nadere informatie

Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden De organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden wordt vandaag geregeld met het decreet van 8 maart 2013 betreffende de organisatie

Nadere informatie

Naar een verdere uitbouwing en duurzame verankering van de drughulpverlening in het drugsbeleid

Naar een verdere uitbouwing en duurzame verankering van de drughulpverlening in het drugsbeleid Naar een verdere uitbouwing en duurzame verankering van de drughulpverlening in het drugsbeleid Prof. dr. Brice De Ruyver Studiedag De Kiem 29 maart 2012, Gent 1 Structuur 1. De bevraging van de noden

Nadere informatie

Prioriteiten voor een lokaal harm reductionbeleid: vertrekken vanuit de lokale professionelen en druggebruikers

Prioriteiten voor een lokaal harm reductionbeleid: vertrekken vanuit de lokale professionelen en druggebruikers Prioriteiten voor een lokaal harm reductionbeleid: vertrekken vanuit de lokale professionelen en druggebruikers Freya Vander Laenen FADO, Utrecht, 12/11/2015 Achtergrond 2 Stad Gent Drugbeleidsplan (2013-2018)

Nadere informatie

Jongeren met een gedrags- en emotionele stoornis Druggebruik van hun kant bekeken

Jongeren met een gedrags- en emotionele stoornis Druggebruik van hun kant bekeken Jongeren met een gedrags- en emotionele stoornis Druggebruik van hun kant bekeken Freya Vander Laenen FADO Utrecht 20/11/08 1 1. Achtergrond Klassieke drugpreventie en drugpreventieonderzoek Specifieke

Nadere informatie

zorgvisie Heilige familie Lagere school

zorgvisie Heilige familie Lagere school zorgvisie Heilige familie Lagere school 1) Inleiding Onze school- en zorgvisie staat gesymboliseerd in ons schoollogo en in onze slogan sterk onderwijs, warme sfeer! : Ieder kind is van harte welkom in

Nadere informatie

Wier. Behandelcentrum voor mensen die moeilijk leren, met gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen. Patiënten & familie

Wier. Behandelcentrum voor mensen die moeilijk leren, met gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen. Patiënten & familie Wier Behandelcentrum voor mensen die moeilijk leren, met gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen Patiënten & familie 2 Voor wie is Wier? Wier is er voor mensen vanaf achttien jaar (en soms jonger)

Nadere informatie

Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland. informatie voor verwijzers

Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland. informatie voor verwijzers Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland informatie voor verwijzers Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland Informatie voor verwijzers Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland biedt in een open setting

Nadere informatie

Internering. Analyse dossiers vanuit brugfunctie justitie zorgsector

Internering. Analyse dossiers vanuit brugfunctie justitie zorgsector Internering Analyse dossiers vanuit brugfunctie justitie zorgsector Programma Functie coördinator extern zorgcircuit Registratie: vraag Uitstroom Extern aanbod wachtlijsten Perspectieven en uitdagingen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/45808 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Bosma, A.Q. Title: Targeting recidivism : an evaluation study into the functioning

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent foto s: Lieven Nollet tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:

Nadere informatie

Evaluatie pilootprojecten Drughulpverlening voor personen in detentie

Evaluatie pilootprojecten Drughulpverlening voor personen in detentie Vacature voor twee onderzoekers (50%, max. 18 maanden) Evaluatie pilootprojecten Drughulpverlening voor personen in detentie In het kader van een onderzoeksproject Evaluatie pilootprojecten Drughulpverlening

Nadere informatie

Drugs of Alcohol mee? Zeg nee! Informatie voor bezoekers

Drugs of Alcohol mee? Zeg nee! Informatie voor bezoekers Drugs of Alcohol mee? Zeg nee! Informatie voor bezoekers Inleiding Circa 80% van de patiënten in FPC Dr. S. van Mesdag heeft mede onder invloed van het gebruik van verslavende middelen een delict gepleegd.

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Leven in Herstel : onderzoek naar de hersteltrajecten van mensen met een drugsverslaving

Leven in Herstel : onderzoek naar de hersteltrajecten van mensen met een drugsverslaving Leven in Herstel : onderzoek naar de hersteltrajecten van mensen met een drugsverslaving LORE BELLAERT (DOCTORANDA) H O O F D P R O M O T O R : P R O F. D R. W O U T E R V A N D E R P L A S S C H E N V

Nadere informatie

Verdiepingsstage Dubbele diagnose. Loodds. informatie voor aios

Verdiepingsstage Dubbele diagnose. Loodds. informatie voor aios Verdiepingsstage Dubbele diagnose Loodds informatie voor aios Verdiepingsstage Dubbele diagnose Loodds Gaat je interesse uit naar psychiatrie in combinatie met een verslaving? Dan biedt Delta een verdiepingsstage

Nadere informatie

TDI Formulier Belgische register van de indicator van de behandelingsaanvragen betreffende drugs en alcohol (Ziekenhuis versie 3.0.

TDI Formulier Belgische register van de indicator van de behandelingsaanvragen betreffende drugs en alcohol (Ziekenhuis versie 3.0. TDI Formulier Belgische register van de indicator van de behandelingsaanvragen betreffende drugs en alcohol (Ziekenhuis versie 3.0.) IDENTIFICATIE VAN DE REGISTRATIE CI2. CI4. Naam van het programma /

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. III. Drugwet: 24 februari 1921 A. Inleiding 28 1. Algemeen... 28 2. Afbakening... 30 B. Wat is strafbaar?... 30 1. Algemeen...

INHOUDSOPGAVE. III. Drugwet: 24 februari 1921 A. Inleiding 28 1. Algemeen... 28 2. Afbakening... 30 B. Wat is strafbaar?... 30 1. Algemeen... INHOUDSOPGAVE I. Beleid A. Situering van het drugbeleid...1 B. De parlementaire werkgroep Drugs...2 C. De Federale Beleidsnota Drugs...4 D. Invloed van de wetswijziging in 2003...5 E. De richtlijn van

Nadere informatie

ulp- en dienstverlening aan gedetineerden ulp- en dienstverlening aan gedetineerden Wat? H H

ulp- en dienstverlening aan gedetineerden ulp- en dienstverlening aan gedetineerden Wat? H H Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden 2 Wat? De Vlaamse overheid wil de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden uitbreiden en verbeteren. De inspanningen

Nadere informatie

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg Sanctietoepassing voor volwassenen Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg Oktober 2008 / F&A 8880 Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus

Nadere informatie

De psychiatrische hulpverlening in het Belgische gevangeniswezen

De psychiatrische hulpverlening in het Belgische gevangeniswezen R. VERELST - Psychiater coördinator PSD en psychiatrische zorg 2 Gedetineerden Gevangenisbevolking in de inrichtingen van het DG EPI (verlof en gesloten federale centra voor jongeren niet inbegrepen):

Nadere informatie

Inhoud. Lijst met afkortingen 13. Voorwoord 15. Inleiding 17

Inhoud. Lijst met afkortingen 13. Voorwoord 15. Inleiding 17 Inhoud Lijst met afkortingen 13 Voorwoord 15 Inleiding 17 DEEL 1 TRENDS IN CIJFERS OVER ILLEGALE DRUGS IN VLAANDEREN/BELGIË 1997-2007 19 HOOFDSTUK 1! ILLEGALE DRUGS. SITUERING EN DEFINIËRING 21 1.1 Wat

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent foto s: Lieven Nollet Strafuitvoeringsrechtbanken Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

Begeleid Wonen. www.st-neos.nl. Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld

Begeleid Wonen. www.st-neos.nl. Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld Begeleid Wonen www.st-neos.nl Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld De stichting Neos is een organisatie voor maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld. De organisatie richt zich

Nadere informatie

Middelen, delictgedrag en leefstijltraining. Marscha Mansvelt

Middelen, delictgedrag en leefstijltraining. Marscha Mansvelt Middelen, delictgedrag en leefstijltraining Marscha Mansvelt Inhoud Hoe gaat de Waag om met middelengebruik als risicofactor voor delictgedrag? Leefstijltraining 1. Alcohol is de meest sociaal geaccepteerde

Nadere informatie

Deel 5: Het project DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen

Deel 5: Het project DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen Deel 5: Het project DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen 5.1. Organogram van het project DIVAM 5.2. Inleiding 5.3. Statistische gegevens DIVAM 76 Deel 5: Het project DIVAM Dienst Ieper

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Ons kenmerk Datum 30 augustus 2013 Uw kenmerk Onderwerp Forensische Zorg tijdens detentie

Ons kenmerk Datum 30 augustus 2013 Uw kenmerk Onderwerp Forensische Zorg tijdens detentie .4 1 RSJ lo~ t 1 E Ministerie van Veiligheid en Justitie Re~& Jummer > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Raad voor de Strafrechtstoepassing en jeuguuesci ierming Postbus

Nadere informatie

CGt binnen de ambulante forensische GGz: nieuwe ontwikkelingen

CGt binnen de ambulante forensische GGz: nieuwe ontwikkelingen CGt binnen de ambulante forensische GGz: nieuwe ontwikkelingen Achtergrond symposium Criminaliteit heeft grote gevolgen voor samenleving: -Fysieke verwondingen -Psychische klachten -Materiële schade -Kosten:

Nadere informatie

Project E Include. De ervaringen van familieleden van personen die geïnterneerd zijn (geweest): een kwalitatief onderzoek. Drs.

Project E Include. De ervaringen van familieleden van personen die geïnterneerd zijn (geweest): een kwalitatief onderzoek. Drs. Project E Include De ervaringen van familieleden van personen die geïnterneerd zijn (geweest): een kwalitatief onderzoek Drs.: Sara Rowaert Promotor: Prof. Dr. Stijn Vandevelde Co-promotor: Prof. Dr. Kurt

Nadere informatie

Laatstejaarsgebruik (N=5367)

Laatstejaarsgebruik (N=5367) 9,3 7,9 7,4 2,8 5,5 19,9 83,1 90,7 92,1 92,6 97,2 94,5 ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIK BIJ WERKNEMERS: EEN KWESTIE VAN ALCOHOL, MANNEN EN GEVOLGEN OP HET WERK. 21 december 2017 Voor het eerst werd bij Belgische

Nadere informatie

Multi Systeem Therapie bij gedragsproblemen Sterker in de samenleving.

Multi Systeem Therapie bij gedragsproblemen Sterker in de samenleving. Multi Systeem Therapie bij gedragsproblemen Sterker in de samenleving. Powered by Pluryn Jeroen raakte al op jonge leeftijd verslaafd aan drugs. Om aan geld te komen, zet hij iedereen in zijn omgeving

Nadere informatie

DOS-BELEIDSPLAN

DOS-BELEIDSPLAN DOS-BELEIDSPLAN 2017-2018 DRUGS OP SCHOOL Inhoud 1 Visie DOS... 2 2 Vier pijlers... 3 2.1 Regelgeving met duidelijke grenzen en consequenties... 3 2.2 Begeleiding... 6 2.2.1 Wie doet wat bij VERMOEDEN

Nadere informatie

informatie voor cliënten en verwijzers AFPN Ambulante Forensische Psychiatrie Noord www.ggzdrenthe.nl www.afpn.nl

informatie voor cliënten en verwijzers AFPN Ambulante Forensische Psychiatrie Noord www.ggzdrenthe.nl www.afpn.nl informatie voor cliënten en verwijzers AFPN Ambulante Forensische Psychiatrie Noord www.ggzdrenthe.nl www.afpn.nl GGZ Noord-Drenthe AFPN Wanneer u problemen heeft of psychisch ziek bent, kunt u na een

Nadere informatie

Centraal Aanmeldingspunt voor Druggebruikers in de gevangenis Jaarverslag 2013

Centraal Aanmeldingspunt voor Druggebruikers in de gevangenis Jaarverslag 2013 Centraal Aanmeldingspunt voor Druggebruikers in de gevangenis Jaarverslag 2013 1. Inhoud van het CAP Het centraal aanmeldingspunt drugs of kortweg CAP, wil alle gedetineerden met een drugprobleem ondersteunen

Nadere informatie

Mistral DTOX, een goed begin is het halve werk. Edwin Spapens GZ-Psycholoog Mistral DTOX & Mistral Kliniek

Mistral DTOX, een goed begin is het halve werk. Edwin Spapens GZ-Psycholoog Mistral DTOX & Mistral Kliniek Mistral DTOX, een goed begin is het halve werk. Edwin Spapens GZ-Psycholoog Mistral DTOX & Mistral Kliniek Cluster jeugd Preventie, inclusief minimale interventie van 1-3 gesprekken I- hulp (ambitie ook

Nadere informatie

Forensische Herstelsetting

Forensische Herstelsetting Forensische Herstelsetting Wij zijn er voor mensen die door (dreigend) delictgedrag in aanraking zijn of dreigen te komen met politie en justitie. 2 Forensische Herstelsetting De Forensische Herstelsetting

Nadere informatie

- Samenvatting - Kies voor Verandering

- Samenvatting - Kies voor Verandering - Samenvatting - Kies voor Verandering Evaluatie van de theoretische onderbouwing, de uitvoering en uitkomsten van de training voor volwassen gedetineerden Janine Plaisier Daniëlle Bouma Allard Feddes

Nadere informatie

Een stap verder in forensische en intensieve zorg

Een stap verder in forensische en intensieve zorg Een stap verder in forensische en intensieve zorg Palier bundelt intensieve en forensische zorg. Het is zorg die net een stapje verder gaat. Dat vraagt om een intensieve aanpak. Want onze doelgroep kampt

Nadere informatie

over de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

over de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Advies over de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Brussel, 4 juli 2012 SARWGG_Raad_20120704_HulpEnDienstverleningGedetineerden_ADV_DEF Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid

Nadere informatie

Ambulante begeleidingsdienst ZigZag

Ambulante begeleidingsdienst ZigZag Ambulante begeleidingsdienst ZigZag Gestichtstraat 4 9000 Gent 09/2401325 Ambulante begeleidingsdienst ZigZag Binnen ambulante begeleidingsdienst ZigZag onderscheiden wij twee types van ondersteuning in

Nadere informatie

Artikel Een geïntegreerd drugsbeleid in de gevangenis: zorgen voor morgen

Artikel Een geïntegreerd drugsbeleid in de gevangenis: zorgen voor morgen Een geïntegreerd drugsbeleid in de gevangenis: zorgen voor morgen Louis Favril & Freya Vander Laenen * Een drugsvrije samenleving is een utopie. Dit blijkt ook het geval te zijn wat betreft de gevangenissen.

Nadere informatie

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 Nummer: 15/1573/GB Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Housing First. Housing First juli 2013 Pag. 1 van 5. Wat is Housing First?

Housing First. Housing First juli 2013 Pag. 1 van 5. Wat is Housing First? Housing First Wat is Housing First? Het aanbieden van een individuele woonst én langdurige begeleiding aan mensen die chronisch dakloos zijn en kampen met een verslavings en/of psychiatrische problematiek.

Nadere informatie

European Prison Rules Stand van zaken in de Belgische gevangenissen

European Prison Rules Stand van zaken in de Belgische gevangenissen European Prison Rules Stand van zaken in de Belgische gevangenissen De FARAPEJ organiseert op 4 en 5 november 2016 een colloquium in Parijs met het volgende thema: Europese gevangenisregels, een hefboom

Nadere informatie

HULP- EN DIENSTVERLENING AAN GEDETINEERDEN. Foto: Olivier Michiels. Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden in het Penitentiair Complex Brugge

HULP- EN DIENSTVERLENING AAN GEDETINEERDEN. Foto: Olivier Michiels. Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden in het Penitentiair Complex Brugge HULP- EN DIENSTVERLENING AAN GEDETINEERDEN Foto: Olivier Michiels Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden in het Penitentiair Complex Brugge Wat kan je hier allemaal doen? Bij wie kan je terecht? Je

Nadere informatie

Kortdurende Behandeling. Afdelingsbrochure

Kortdurende Behandeling. Afdelingsbrochure Afdelingsbrochure HET PZ SINT-CAMILLUS Het PZ Sint-Camillus is een acuut psychiatrisch ziekenhuis opgericht in 1936 door de Mariazusters van Franciscus van Waasmunster. Het PZ Sint-Camillus beschikt over

Nadere informatie

Forensische Psychiatrie

Forensische Psychiatrie Forensische Psychiatrie Wij zijn er voor mensen die (dreigend) grensoverschrijdend of strafbaar gedrag vertonen. 2 Forensische Psychiatrie De afdeling Forensische Psychiatrie is er voor mensen die (dreigend)

Nadere informatie

Raad voor de rechtshandhaving. JAARPLAN en BEGROTING 2015

Raad voor de rechtshandhaving. JAARPLAN en BEGROTING 2015 Raad voor de rechtshandhaving JAARPLAN en BEGROTING 2015 De hieronder genoemde inspecties worden in de landen Curaçao, Sint Maarten en de BESeilanden uitgevoerd. Aanpak van de bestrijding van ATRAKO s

Nadere informatie

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij

Nadere informatie

Forensisch Psychiatrische Afdeling

Forensisch Psychiatrische Afdeling Forensisch Psychiatrische Afdeling Wij zijn er voor mensen die door (dreigend) delictgedrag in aanraking zijn gekomen of dreigen te komen met justitie. 2 Forensisch Psychiatrische Afdeling De Forensisch

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Samenvatting Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Voor de tweede keer heeft het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) de situatie van (ex-)gedetineerden op de gebieden identiteitsbewijs,

Nadere informatie

Mechelen PrOS-project

Mechelen PrOS-project www.besafe.be Mechelen PrOS-project Mechelen PrOS-project FOD Binnenlandse Zaken Algemene Directie Veiligheid en Preventie Directie Lokale Integrale Veiligheid 2014 Mechelen PrOS-project I. Projectbeschrijving

Nadere informatie

ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIK BIJ WERKNEMERS IN BELGIE

ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIK BIJ WERKNEMERS IN BELGIE ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIK BIJ WERKNEMERS IN BELGIE PREVALENTIE EN GEVOLGEN OP HET WERK Marie-Claire Lambrechts 1,2 Dr. Lieve Vandersmissen 3 Prof. Dr. Lode Godderis 1,3 Brussel, FOD WASO 21/12/2017 1 KU

Nadere informatie

FACTOREN VOOR IMPLEMENTATIE VAKTHERAPIE BEELDEND IN EEN HOSPICE SETTING KWALITATIEF ONDERZOEK

FACTOREN VOOR IMPLEMENTATIE VAKTHERAPIE BEELDEND IN EEN HOSPICE SETTING KWALITATIEF ONDERZOEK FACTOREN VOOR IMPLEMENTATIE VAKTHERAPIE BEELDEND IN EEN HOSPICE SETTING KWALITATIEF ONDERZOEK Dagmar Linz 1554166 Student Master of Arts Therapies Juni 2017 INLEIDING KUNSTZINNIGE THERAPIE HOSPICE ROZENHEUVEL

Nadere informatie

Netwerk. Verschillende oriëntatie- en behandelcentra : Ambulant Dagcentra Sociale werkplaatsen

Netwerk. Verschillende oriëntatie- en behandelcentra : Ambulant Dagcentra Sociale werkplaatsen - Verschillende oriëntatie- en behandelcentra : Ambulant Dagcentra Sociale werkplaatsen Netwerk Residentieel Crisisinterventiecentrum TG en TG dubbeldiagnose Residentieel kortdurend programma voor jongeren

Nadere informatie

Forensische zorg en LVB. Een beter leven in een veilige maatschappij

Forensische zorg en LVB. Een beter leven in een veilige maatschappij Forensische zorg en LVB Een beter leven in een veilige maatschappij Position Paper Forensische zorg en LVB: Een beter leven in een veilige maatschappij November 2017 Een hogere kwaliteit van bestaan voor

Nadere informatie

Studiedag. Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk. 27 november 2017

Studiedag. Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk. 27 november 2017 Studiedag Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk 27 november 2017 Enkele definities Vluchteling: persoon die uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een

Nadere informatie

Resocialisatie in Nederlandse Penitentiaire Inrichtingen

Resocialisatie in Nederlandse Penitentiaire Inrichtingen Resocialisatie in Nederlandse Penitentiaire Inrichtingen Anouk Bosma Universiteit Leiden Symposium gevangenismuseum 20 juni 2014 PRISONPROJECT.NL N S C R UL UU Wat ik vandaag wil vertellen Rehabilitatie

Nadere informatie

Voor informatie over MST-LVB: MST-LVB Supervisor MST@prismanet.nl 06-23 95 63 91. Meer info? 0800-2357747 www.prismanet.nl

Voor informatie over MST-LVB: MST-LVB Supervisor MST@prismanet.nl 06-23 95 63 91. Meer info? 0800-2357747 www.prismanet.nl Voor informatie over MST-LVB: MST-LVB Supervisor MST@prismanet.nl 06-23 95 63 91 Meer info? 0800-2357747 www.prismanet.nl Prisma MST-LVB Multi Systeem Therapie Licht Verstandelijk Beperkt Prisma heeft

Nadere informatie

DEEL I DE GEVOLGEN VOOR SLACHTOFFERS VAN VERKEERSONGEVALLEN, DE REGELGEVING EN DE VOORZIENINGEN

DEEL I DE GEVOLGEN VOOR SLACHTOFFERS VAN VERKEERSONGEVALLEN, DE REGELGEVING EN DE VOORZIENINGEN INLEIDING 1. Aanleiding en doelstelling van het onderzoek 1.1. De aanleiding 1.2. De doelstelling 1.3. De uitwerking 1.4. De rapportage 2. De problematiek ingeleid 2.1. Enkele cijfers 2.2. Het ontstaan

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. Over TBS

Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. Over TBS Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden Over TBS In deze folder vertellen wij u graag meer over Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden en in het bijzonder over tbs. De Kijvelanden behandelt

Nadere informatie

Akkoord van 14 mei 2009

Akkoord van 14 mei 2009 Akkoord van 14 mei 2009 Cao 2007-2011 1 Krachtlijnen van het akkoord Herwaardering van de loopbaan van D naar C en van C naar B voor het bewakings en technisch personeel Een algemene koopkrachtverhoging

Nadere informatie

Aandacht voor alcohol

Aandacht voor alcohol Aandacht voor alcohol T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum André Dumont Stalenstraat

Nadere informatie

KHB Kwaliteitsbeleid: Visietekst Drugsbeleid

KHB Kwaliteitsbeleid: Visietekst Drugsbeleid KHB Kwaliteitsbeleid: Visietekst Drugsbeleid De hulpverlening in KIDS is gericht op de maximale ontplooiing van de totale persoon. Communicatie neemt daarin een belangrijke plaats, en is zowel middel als

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Ministerie van Justitie j1 Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Hulpverlening in de politiecel. Medewerking SODA aan Fortuna-acties 17 juni 2009

Hulpverlening in de politiecel. Medewerking SODA aan Fortuna-acties 17 juni 2009 Hulpverlening in de politiecel Medewerking SODA aan Fortuna-acties 17 juni 2009 Hulpverlening in politiecel - Wat is het doel van Fortuna-acties - Ervaring in het buitenland - Voorbereiding - Aanbod SODA

Nadere informatie

VDAB Beleid t.a.v. werkzoekenden met een alcohol- en/of drugsprobleem

VDAB Beleid t.a.v. werkzoekenden met een alcohol- en/of drugsprobleem SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 69 van FREYA SAEYS datum: 21 oktober 2014 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT VDAB Beleid t.a.v. werkzoekenden met een alcohol- en/of drugsprobleem

Nadere informatie

onderdeel van Mondriaan Patiëntenfolder Polikliniek

onderdeel van Mondriaan Patiëntenfolder Polikliniek onderdeel van Mondriaan Patiëntenfolder Polikliniek Radix Forensisch Poliklinisch U bent aangemeld bij de polikliniek van Radix, onderdeel van Mondriaan. Deze aanmelding is gedaan door uw reclasseringswerker,

Nadere informatie

MIDDELENGERELATEERDE en VERSLAVINGSSTOORNISSEN. Dr. Marie-Catherine Monté en Dr. Marieke Waignein

MIDDELENGERELATEERDE en VERSLAVINGSSTOORNISSEN. Dr. Marie-Catherine Monté en Dr. Marieke Waignein MIDDELENGERELATEERDE en VERSLAVINGSSTOORNISSEN Dr. Marie-Catherine Monté en Dr. Marieke Waignein 28 november 2014 Middelengerelateerde problematiek 1. Algemeen A. Middelengebruik in België B. Gevolgen:

Nadere informatie

Wat is shared decision making? (SDM)

Wat is shared decision making? (SDM) Shared decision making: op weg naar herstelondersteunende verslavingszorg Kim Elst: projectverantwoordelijke, afdelingshoofd daghospitaal Ben De Zitter: VPK resocialisatie-eenheid verslaving Peter Horemans:

Nadere informatie

De multidisciplinaire richtlijn voor de preventie en toepassing van afzondering en fixatie in de residentiële GGZ

De multidisciplinaire richtlijn voor de preventie en toepassing van afzondering en fixatie in de residentiële GGZ De multidisciplinaire richtlijn voor de preventie en toepassing van afzondering en fixatie in de residentiële GGZ Kathleen De Cuyper 1, Tim Opgenhaffen 2, Tine Peeters 1, Inez Buyck 1, Johan Put 2, & Chantal

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie