51e Ruitenboertoernooi 2010

Transcriptie

1 51e Ruitenboertoernooi 2010 maandag 1 maart De biedverlopen en analyses bij deze spellen zijn geschreven door Carla Arnolds. Carla Arnolds (49) speelt met Bep Vriend in het ederlands vrouwenteam. Samen werden zij drie keer Europees en een keer wereldkampioen. In de ederlandse competitie spelen ze voor BV Pegasus Amsterdam in de Meesterklasse. e is bridgedocent en schreef tot voor kort een wekelijkse bridgerubriek in het Brabants Dagblad.

2 / [ ] A H 10 9 { 9 5 } H V 6 4 [ [ H V B 3 ] B 8 7 ] { V B 7 3 { H } A 10 9 } 8 7 [ A 10 6 ] V 5 3 { A 8 2 } B West oord Oost uid Spel 1 1} pas 2SA Een 2SA-antwoord op een opening van partner zou niet vaak voor moeten komen omdat het naast ongeveer elf punten ook nog plaatjes in alle ongeboden kleuren belooft. Deze kaart is er wel geschikt voor. Dit spel zou zo uit een afspeelcursus kunnen komen. Met maar één stop in een kleur is het vaak goed om die stop op te houden. Dit is een uitzondering omdat er twee kleuren zijn met maar één dekking. Als de ruiten- of schoppenstart niet meteen genomen wordt, krijgen de tegenstanders de kans om te switchen. e kunnen dan vijf slagen voor de verdediging zeker stellen. Wordt het aas wel meteen genomen dan maakt de leider altijd negen slagen. Wie in 3} eindigt, maakt bij de opgelegde schoppenstart niet meer dan negen slagen en scoort dus altijd minder. O/ [ A H B 9 4 ] H V { H 9 6 } A H B [ 6 2 [ ] B ] A { B { V } V } 7 2 [ V 7 3 ] { A } 4 3 West oord Oost uid Spel 2 pas pas pas 2} pas 2{ pas 2SA pas 3}¹ pas 3[ pas 4[ ¹ iemeijer Wie geen iemeijer speelt, komt in 3SA en kan daarin evenveel slagen maken. Het afspelen is het eenvoudigst bij een ruitenstart, dan verschijnt bij west de boer en is het daarna logisch om {V er bij oost uit te snijden. Maar ook zonder ruitenstart kan de leider de ruiten goed doen. Als hij begint met {H valt bij west de boer. De kans dat {B een singleton is, is ongeveer twee keer zo groot als de kans dat west er {V bij heeft. Dus daarna moet er over oost op {V gesneden worden. (ie ook pag. 10.) Twaalf slagen kunnen zo altijd gemaakt worden en als ]A niet opgeraapt is, zijn er zelfs dertien mogelijk. /OW [ A H V B 5 3 ] H V { } V [ [ 9 4 ] 8 ] A 6 3 { A B 9 2 { H } H } A 2 [ 8 6 ] B 10 9 { V 7 5 } B West oord Oost uid Spel 3 pas pas 1[ 2{ pas 3{ 4] 5{ pas pas 5] Met een extreme verdeling pakt een opening op éénniveau vaak beter uit dan een sterke opening. Wie met 2} begint en tegen tegenstanders speelt die goed meebieden, kan op vijfniveau beginnen met het vertellen van zijn kleuren. Tegen 5] is geen kruid gewassen. De tegenspelers krijgen een kans als er een schoppencontract tegengespeeld moet worden. Met open kaarten is eenvoudig te zien dat zelfs 4[ al down gaat als de verdediging begint met ]A, harten getroefd, klaveren naar het aas en nog een harten getroefd. In de praktijk is dit tegenspel vrijwel niet te vinden en zullen er in een schoppencontract ook wel elf slagen gemaakt worden. 2 BB-Ruitenboertoernooi 2010, voorronde maandag 1 maart

3 W/Allen [ H 9 2 ] 7 4 { A } H [ V B 10 6 [ ] V ] H B { 2 { V B } V } B 8 2 [ A 5 4 ] A { H 8 3 } A 3 / [ V 6 5 ] H V B 10 4 { 10 8 } [ 7 3 [ ] ] A 2 { A { B 5 } A 7 } H [ A H B 4 ] 8 5 { H V 4 3 } V B 8 West oord Oost uid Spel 4 pas pas pas 1SA pas 3SA In het verleden heerste de opvatting dat met een vijfkaart in harten of schoppen niet met 1SA geopend mocht worden. Daar is men op terug gekomen. Als met punten en een evenwichtige verdeling niet met 1SA geopend wordt, kan de hand later niet goed meer omschreven worden en daarom is het praktischer om met 1SA te openen. Door het gunstige zitsel in harten kan de leider de harten niet verkeerd doen. Als de tegenstanders met [V starten, kan de leider meteen [H nemen in de dummy. Als hij dan harten speelt, verschijnt bij oost meteen een plaatje. De leider neemt ]A en speelt ]10. Deze slag is voor oost en deze kan het beste doorgaan met schoppen. De tegenspelers krijgen dan twee slagen in harten en twee slagen in schoppen. Als oost ruiten speelt, moeten de tegenspelers daarna beter op gaan letten om de leider op negen slagen te houden. West oord Oost uid Spel 5 pas pas 1SA pas 2{ 1 pas 2] pas 2SA pas 3SA ¹ Jacoby-transfer a de transfer is deze achtpunter door de goede hartenkleur voldoende om met 2SA te inviteren voor de manche. Met zestien punten neemt zuid de invite aan. West heeft tegen 3SA een opgelegde ruitenstart. Als de leider in de eerste slag in de dummy {8 speelt, is 3SA al gehaald. Oost speelt de boer en zuid neemt de slag. De leider kan dan de hartenkleur gaan ontwikkelen en verliest alleen maar drie azen en }H. Als in de eerste slag {10 geprobeerd wordt, loopt het niet goed af voor de leider. De tegenspelers kunnen dan twee slagen in ruiten maken, twee in klaveren en ]A. O/OW [ H B 6 3 ] A { } V [ 10 7 [ A ] B ] V { H { V 2 } H } A [ V 9 8 ] H { A B 6 } B 9 West oord Oost uid Spel 6 1] pas 1SA pas 2] pas pas doublet Als noord zou passen op 2], is het bieden afgelopen. Het is niet zo gek om met deze verdeling het bieden open te houden met een doublet. Als noord dat aandurft, wordt hij rijkelijk beloond. uid is maar wat blij als hij 2] gedoubleerd tegen mag spelen. Ook ongedoubleerd tegenspelen levert al 200 punten op. Het enige dat noord en zuid zeker niet moeten doen is zelf gaan bieden. Tegen 2] is schoppen de normale start. Als de leider [H niet neemt, kan noord met ]A even de troef uit de dummy verwijderen en dan doorgaan met schoppen. De leider moet dan nog goed afspelen om het aantal downslagen tot twee te beperken. BB-Ruitenboertoernooi 2010, voorronde maandag 1 maart 3

4 /Allen [ A V 8 3 ] 5 { H V 7 2 } [ B [ ] V ] A 6 2 { 4 3 { B } H 6 } [ H 9 ] H B 8 7 { A 10 5 } A V B 9 West oord Oost uid Spel 7 1} pas 1{ pas 2SA pas 3SA Oost en west doen het het best door zich niet met het bieden te bemoeien. Als west zou kiezen voor een volgbod kan er gedoubleerd worden en 2] gaat al voor 800. Bij het afspelen gaat het er om welke kaart de leider in de tweede slag legt. Als west uitkomt met harten voor het aas en oost speelt harten terug dan is ]B de enige kaart die slecht uitpakt. West kan dan ]V nemen en de hartenkleur verder vrijspelen. Als de leider er voor kiest om ]8 bij te spelen, komt west aan slag met ]9 maar hij kan dan niet doorgaan met harten zonder de leider een slag cadeau te geven. Ook ]H leggen in de tweede slag pakt goed uit want ook dan kan west als hij aan slag komt met }H geen harten doorspelen. W/ [ B ] { } 10 5 [ H V 5 [ A 6 4 ] A V 9 5 ] H 7 4 { A H 5 2 { B 3 } A 7 } H B [ 9 8 ] B 10 3 { V } V West oord Oost uid Spel 8 2SA pas 3}¹ pas 3{ pas 6SA ¹ iemeijer adat oost via de iemeijerconventie ontdekt heeft dat west geen vijfkaart harten of schoppen heeft, lijkt 6SA het beste eindcontract. ou er wel een vijfkaart hoog zijn dan kan oost nog uit gaan zoeken of het misschien zeven zou moeten worden. oals het spel zit, kunnen er in een hartencontract zelfs al dertien slagen gemaakt worden. ou west een vijfde harten hebben in plaats van één van zijn andere kaarten dan is 7] een uitstekend contract. Het afspelen van 6SA is vrij eenvoudig. Het is duidelijk dat klaveren de werkkleur is. Als de leider begint met }A en klaveren na verschijnt bij noord de tien. De klaverensnit mislukt maar omdat }10 gevallen is, zijn er twaalf slagen. /OW [ A B 2 ] 8 2 { A B 8 4 } [ [ H 9 8 ] H 6 5 ] A V { { H 10 9 } H 9 5 } B 10 [ V 10 6 ] B 7 3 { V 6 2 } A V 7 2 West oord Oost uid Spel 9 pas 1] pas 2] Wie de 1]-opening als vijfkaart speelt, zal op deze manier in 2] komen. Wie er voor kiest om met de westkaart 1[ te antwoorden, zal misschien in 1SA eindigen en dat scoort door het extreem gunstige zitsel zelfs beter dan 2]. Dit spel lijkt speciaal ontworpen voor mensen die klagen dat een snit nooit goed zit. Van de vier belangrijke kaarten, de drie azen en }V, zitten er maar liefst vier op de goede plaats voor de leider. Dat betekent dat met een schoppen- of ruitenstart de leider via de klaverensnit zelfs negen slagen zou kunnen maken. En dit terwijl het tellen van mogelijke verliezers door de leider een totaal van acht oplevert en dat alleen nog maar als er geen verliezer in troef is. 4 BB-Ruitenboertoernooi 2010, voorronde maandag 1 maart

5 O/Allen [ A 10 7 ] V { B 6 } [ B [ 8 5 ] ] A 7 4 { H 7 5 { A V } } H V 8 [ H V 9 4 ] H B 2 { } A B 10 West oord Oost uid Spel 10 1SA a de 1SA-opening van oost heeft zuid wel punten maar geen goed bod ter beschikking. Doubleren is niet goed, daar is de kaart niet sterk genoeg voor. Maar ook een slecht bod kan wel eens goed uitpakken en meebieden is hier erg in het voordeel van. Als oost met 1{ zou openen, wordt het voor een stuk eenvoudiger. e kunnen dan in 2] of 2[ eindigen en dat wordt gehaald. Tegen 1SA is [4 de normale start. Als noord dan in de eerste slag [10 legt, is de schoppenkleur al hoog. Met een hartenswitch heeft de leider dan geen kans meer om zijn contract te halen. Met ander tegenspel heeft de leider naast zijn zes vaste slagen al snel een extra slag in klaveren te pakken en zo wordt 1SA dan wel gehaald. / [ A ] V 8 { 10 8 } [ B 9 7 [ ] H ] A 10 4 { A { H } H 8 } V B 10 [ H V 6 ] B { V B 4 } A 7 3 W/ [ A V 9 ] { } V B [ 10 2 [ B ] V 8 ] H B { B 7 { 2 } A } 9 7 [ H ] A 2 { A H V 6 4 } H 10 West oord Oost uid Spel 11 1} pas 1[ pas 1SA Hoewel de meeste punten bij oost en west zitten, zal er aan de meeste tafels alleen door geboden worden. OW kunnen 2{ of 2] maken maar er is eigenlijk geen goed moment om in de bieding te komen. Alleen als noord over 1SA corrigeert naar 2}, heeft west ineens een goed bod ter beschikking. Hij kan dan na twee keer pas het bieden openhouden met een doublet en daar beide rode kleuren mee aangeven. Tegen 1SA is harten de normale start. Om 1SA down te spelen, moeten oost en west goed verdedigen. De leider heeft recht op één slag in harten. Als hij gaat proberen om een ruitenslag te ontwikkelen, moet oost of west de klaverenswitch vinden en dat valt niet mee met een vijfkaart klaveren in de dummy. West oord Oost uid Spel 12 3} pas pas doublet pas 3{ pas 3SA a de 3}-opening van west begint zuid met een doublet om eventueel nog in een schoppencontract te komen. Als noord dan 3{ biedt, lijkt daar in elk geval geen hoge vierkaart te zitten want met een vierkaart in harten of schoppen zou noord die waarschijnlijk geboden hebben. Over de punten is ook nog niet zo veel bekend maar het is een goede gok van zuid om naar 3SA te gaan. Als west tegen 3SA gewoon met klaveren uitkomt, heeft de leider al tien slagen voor het oprapen. Maar op de ruitenkleur die de leider gaat incasseren moet oost weg gaan gooien. Als oost er voor kiest om niet al zijn schoppen vast te houden, heeft de leider elf slagen. BB-Ruitenboertoernooi 2010, voorronde maandag 1 maart 5

6 /Allen [ ] 4 { A } V 10 [ A [ V 10 7 ] ] A H { V { B 4 } H } A 5 [ H B ] V B 9 { H } B O/ [ B 6 2 ] A B 8 2 { 3 2 } V [ H [ V ] V 6 5 ] H { H 8 6 { A V B 9 5 } H 10 9 } 8 7 [ A ] 4 { } A B 6 4 / [ A ] V { H } [ 8 [ V B 7 5 ] H 9 5 ] A { B { A 7 } V B } [ H ] B 7 { V 2 } A H West oord Oost uid Spel 13 pas 1] pas 1[ pas 2] pas 3] pas 4] Als oost een zeskaart harten aangeeft, is de kaart van west zeker een 3]-bod waard waarna 4] eenvoudig bereikt wordt. Het maken van 4] gaat bijna vanzelf omdat zuid alleen maar [H en [B heeft. Maar de leider kan het zo spelen dat hij het bij vrijwel ieder schoppenzitsel maakt. Als zuid met ]V uitkomt, moet de leider die slag nemen en dan eerst }A, }H en klaveren getroefd spelen. Dan volgt ruiten voor het aas van noord. De nagespeelde schoppen is via de tien en de boer voor het aas. De leider kan nu nog een klaveren troeven, ]A spelen en een ruiten troeven. Op de vrijgetroefde klaveren verdwijnt nu een schoppen. De leider verliest zo niet meer dan één slag in schoppen, een troefslag en een ruitenslag. West oord Oost uid Spel 14 1] 1[ 2SA pas 3{ pas 3] Als de 1]-opening van oost een vierkaart kan zijn, weet west nog niet dat er een fit is. a 1[ kan hij dan niet meer doen dan een goede schoppendekking en punten aangeven door 2SA te bieden. Als oost dan zijn tweede kleur laat horen is de vijfkaart harten wel bekend maar nu heeft west weer niet veel over omdat zijn verdeling zijn kaart niet mooier maakt. Oost heeft een minimum en een pas op 3] komt zeker in aanmerking. Maar natuurlijk zijn er ook oostspelers die met een 5-5 de verleiding om de manche te bieden niet kunnen weerstaan. Bij het spelen gaat het er vooral om of ]B gevonden wordt. a het volgbod van zuid is het aantrekkelijk om ]B over noord te snijden. West oord Oost uid Spel 15 1} pas 1{ 1] 1[ 2] 2[ 4] Oost begint het bieden rustig met een 1]-volgbod. Meteen hoog bieden is niet goed omdat er nog best een schoppenfit zou kunnen zijn en geen hartenfit. Maar als west dan hartensteun blijkt te hebben, knapt de kaart van oost heel erg op en kan hij de tweede keer meteen 4] bieden. Tegen 4] zal zuid met }A uitkomen. Als de leider schoppen gaat spelen, kan hij altijd twee keer een schoppen aftroeven en worden er dus zeker tien slagen gemaakt. In de praktijk zal de leider nogal eens tot elf slagen komen. Een leider die met troeftrekken begint, zou zomaar down kunnen gaan. 6 BB-Ruitenboertoernooi 2010, voorronde maandag 1 maart

7 W/OW [ ] { B 10 } B 9 4 [ H V 4 [ A ] B 8 3 ] A 4 { A { H 6 3 } A 8 2 } H [ B 2 ] H V 10 5 { V } V 7 3 West oord Oost uid Spel 16 1{ pas 1[ pas 1SA pas 3SA Met ]H en ]V bij zuid zou het gunstig zijn als oost de leider was in 3SA. Een hartenstart levert de leider dan meteen een extra slag op. Maar er is geen goed biedverloop te bedenken waarbij oost de leider wordt. Als noord tegen 3SA met harten start, moet de leider kiezen of hij een extra slag in klaveren of in ruiten probeert te ontwikkelen. Kiest hij voor klaveren dan gaat het altijd goed omdat de klaveren rond zitten. Kiest de leider voor ruiten dan moet hij de kleur goed aanspelen. Eerst {A en {H en dan ruiten vanuit oost gaat altijd goed. Geeft de leider eerst een ruitenslag af dan moet hij na {H gaan snijden over zuid omdat in noord de boer en de tien gevallen zijn. (ie ook pag. 10.) / [ A H 7 5 ] 5 { H B } A 4 2 [ V B [ 10 2 ] 6 2 ] A H { V 8 { 5 4 } B } H V 10 3 [ 9 3 ] V B { A } 8 6 O/ [ V ] { H B 8 5 } A [ [ A ] A V ] B { V { A 6 4 } 10 7 } H 3 [ H B 2 ] H { 7 2 } V B 6 4 West oord Oost uid Spel 17 1{ 1] 1SA pas pas 2} 2{ a het 1]-volgbod van oost moet zuid kiezen tussen 2{ en 1SA. Met een goede hartenstop is 1SA niet zo n gekke keuze, een SA-contract levert meestal meer op dan een ruitencontract. Als oost daarna 2} biedt, kan zuid alsnog zijn ruitensteun aangeven. Dat pakt goed uit want in een ruitencontract zijn er altijd minstens tien slagen waardoor hier een ruitencontract beter scoort dan een SA-contract waarin er maar acht slagen zijn. Bij het spelen mag de leider de ruitens niet verkeerd doen. Met negen ruitens samen is het aas en de heer slaan beter dan snijden. En als de leider er voor zou kiezen om toch te snijden dan moet dat over west zijn. Van oost is immers al bekend dat hij vijf kaarten in harten en vier in klaveren heeft, de kans dat daar drie ruitens bij zitten is niet zo groot. West oord Oost uid Spel 18 1] pas 1[ pas 2[ Een spel waarop zich beter niet met het bieden kunnen bemoeien. 3} dreigt al twee down te gaan en dat is kwetsbaar te veel. In 2[ draait het afspelen om de aanpak van de ruitenkleur. De leider kan {A en dan ruiten naar de vrouw of naar de tien toespelen. Welke van de twee hij ook kiest, hij heeft 50% kans dat hij maar één slag in ruiten verliest. De leider kan ook kiezen voor de dubbele snit in ruiten. Beginnen vanuit west en snijden op {H en op {B. In dit geval zal {V gedekt worden met de heer en is het verlies in ruiten al tot één slag beperkt. De dubbele snit heeft 75% kans, het gaat alleen maar fout als zowel de heer als de boer bij zuid zitten. BB-Ruitenboertoernooi 2010, voorronde maandag 1 maart 7

8 /OW [ V B ] { A 2 } H 9 6 [ H 9 [ ] H ] V B 4 { H 5 3 { V 7 6 } B 7 3 } A [ A 10 8 ] A 2 { B } V 10 5 West oord Oost uid Spel 19 pas pas 1[ pas 3[ Een echte rondpas. Toch zal er wel eens gespeeld worden als noord zich in de derde hand niet in kan houden en met 1[ opent. Voor deze situatie is Drury een goede conventie omdat het bieden dan nog kan eindigen in 2[. uid biedt dan met schoppenfit eerst 2} om te informeren of noord een derdehandsje heeft. Wie in 3[ eindigt, zal }B over de goede kant moeten snijden want er gaat in iedere kleur zeker een slag verloren. De leider heeft waarschijnlijk geen enkele aanwijzing of hij }B over oost of over west moet gaan snijden maar met een beetje geluk wordt de klaverenkleur wel een keer door de tegenstanders aangespeeld. W/Allen [ H B 6 ] A V { } 3 [ A V 8 [ ] ] B { H V B { A 7 } A H } V [ 10 ] H { } B West oord Oost uid Spel 20 1} 1] 1[ 2] 4[ Een spel waarbij OW zomaar te hoog kunnen komen. West heeft een hele mooie kaart, als partner een vijfkaart schoppen met de heer heeft, zou het al slem kunnen zijn. En als partner [H en {A heeft, is het al snel een goed groot slem. Als OW het negatief doublet spelen, weet west dat partner een vijfkaart in schoppen moet hebben. Met een vierkaart zou oost immers doublet gezegd hebben. Bij een hartenstart moet de leider nog zorgvuldig spelen om elf slagen te maken. De eerste harten troeven en [A oprapen. Dan oversteken naar }V en nog een harten troeven. u eerst drie ronden ruiten om een harten op weg te gooien en dan pas }A. oord kan aftroeven maar de laatste harten gaat nu weg en de leider verliest alleen twee slagen in schoppen. / [ 4 3 ] V 7 6 { A } [ A H V 10 2 [ B 7 6 ] 4 3 ] A B { V 10 3 { H } H 10 2 } B [ ] H 10 5 { B } A V 3 West oord Oost uid Spel 21 pas pas pas 1[ pas 2] pas 2SA pas 3[ pas 4[ Op 1[ kan oost ook direct 3[ bieden. Wie in 3[ blijft steken, hoeft zich daar zeker niet voor te schamen. Omdat alles gunstig zit voor de leider, is er geen speelwijze te bedenken die minder dan tien slagen oplevert. Meestal zullen de tegenspelers de leider wel op weg helpen naar tien slagen. Als er passief tegengespeeld wordt, bijvoorbeeld een troefuitkomst, moet de leider zelf het werk doen. Hij kan dan op de klaveren afgaan. Iedere entree in de dummy moet dan gebruikt worden om klaveren te spelen. Omdat }A en }V allebei bij zuid zitten, maakt de leider ook dan zijn contract. 8 BB-Ruitenboertoernooi 2010, voorronde maandag 1 maart

9 O/OW [ V ] B 4 3 { B } B 4 [ A [ H ] H ] A { A { H V 10 4 } A 7 6 } H 10 5 [ B 8 6 ] V { 7 } V /Allen [ V B 8 4 ] V { B 7 5 } A B [ H 10 6 [ A ] A B ] H 10 { 8 { H 10 9 } } H V 9 [ 5 ] 2 { A V } West oord Oost uid Spel 22 1[ pas 2] pas 3{ pas 4{ pas 4SA pas 5[ pas 6{ Omdat oost in alle kleuren een controle heeft, kan hij na 4{ meteen azen gaan vragen. Met drie azen bij partner lijkt 6{ een goede keuze. Wie optimistisch is zou naar 7{ kunnen gaan, maar meestal levert 6{ al voldoende punten op. Belangrijker is het om 6SA te vermijden. Omdat de ruiten 4-1 zitten, moet er zorgvuldig gespeeld worden, schoppen troeven in west en niet harten gaan troeven in oost. 7{ is met open kaarten te halen maar zal in de praktijk meestal wel down gaan. Alleen met een ruitenstart is het afspelen van 7{ niet zo moeilijk meer. Wie weet dat tegen groot slem een troefstart vaak goed is moet ook weten dat starten met een singleton troef vrijwel nooit goed is. West oord Oost uid Spel 23 pas 2] pas 2SA 1 3{ 4] ¹ relay Het bieden kan hier veel kanten op. uid zou 3{ kunnen openen en dan is het maar afwachten wat OW nog doen. Als zuid niet opent, is west aan de beurt. West heeft een mooie kaart voor een zwakke twee of multi en dan zal het bieden wel in 4] eindigen. Hoewel 4] een goed contract is, zal het door het 4-1 zitsel in allebei de hoge kleuren niet zo snel gemaakt worden. Als zuid niet meegeboden heeft, is [V de normale start voor noord. Dan kan de leider zijn contract eenvoudig maken door [B er uit te snijden. Bij iedere andere start zal 4] wel down gaan hoewel het met open kaarten nog steeds te maken is door op een dwang te spelen. W/ [ V 8 4 ] A H 8 5 { B } 2 [ B 10 3 [ A H ] V 7 4 ] B 2 { V 4 { 10 3 } A B } H V 6 4 [ 9 5 ] { A H 9 8 } West oord Oost uid Spel 24 pas pas 1[ pas 3[ Dit spel bevat een kleine valkuil voor de pluspuntentellers. Als voor allebei de doubletons een punt bijgeteld wordt, is de hartenkleur overgewaardeerd. Als de doubleton iets waard is dan is ]B waarschijnlijk niets waard en omgekeerd geldt hetzelfde. Kortom, 3[ is hoog genoeg. Tegen 3[ is {A de normale uitkomst. Met de mooie klaveren in de dummy is het dan niet zo moeilijk meer om de vier slagen in de rode kleuren op te rapen. De leider mag dan geen slag meer verliezen en heeft geluk dat de snit op [V lukt. Als het de tegenspelers niet lukt om de eerste vier slagen op te rapen, is 4[ wel gemaakt omdat op de vijfde klaveren een verliezer weg kan. BB-Ruitenboertoernooi 2010, voorronde maandag 1 maart 9

10 Het principe van de beperkte keus - de restricted choice door Kees Tammens Het principe van de beperkte keus is een theorie uit de kansberekening die een bridger kan helpen in bepaalde situaties de beste beslissing te nemen. Een voorbeeld: oord { V B 9 uid { Van deze ruitenfiguur heb je één slag nodig. Je hebt voldoende entrees naar zuid en noord. Je begint met een kleine ruiten uit zuid en speelt in noord {V. Oost wint de slag met {H. Je komt weer in zuid aan slag en speelt opnieuw een kleine ruiten; west bekende de eerste slag met {2 en speelt nu {6 bij. Maakt het nu uit of je {B (winnend met {A in west) in de dummy speelt of {9 (winnend met {10 in west)? Op het eerste gezicht denk je nu wellicht dat zowel west als oost in het bezit kunnen zijn van {A en {10, de twee cruciale kaarten in deze speelfiguur. Toch is dat niet helemaal waar. Er is namelijk wel degelijk informatie beschikbaar: je weet namelijk dat oost {H heeft. Wat heb je aan die wetenschap? Met alleen {H is oost gedwongen om de eerste slag met {H te winnen. Heeft oost {H en ook {A dan zou in een aantal gevallen de slag met {H gewonnen worden maar in andere gevallen met {A. Als oost alleen {H heeft, is de keuze beperkt tot die kaart en met beide tophonneurs in ruiten kan oost kiezen met welke kaart de slag te winnen. Kortom, de kans dat west in dit voorbeeld {A heeft is groter dan de kans dat oost beide tophonneurs in ruiten heeft. In de tweede slag speel je vol vertrouwen {B. De restricted choice (beperkte keuze) gaat altijd op als een speler een bepaalde kaart heeft gespeeld en mogelijk niet kon kiezen. Oost in het voorbeeld kan met alleen {H nu eenmaal niet {A spelen! Stel dat de leider deze combinatie 100 keer speelt: van {H10 wint oost de slag 100 keer met {H, maar van {AH zal oost vijftig keer {H spelen en de overige 50 keer {A. oord [ A uid [ H De leider begint met [A uit noord; bij west valt [V. Uit noord een kleine schoppen en in zuid? De regel van restricted choice zegt dat west van [VB in de helft van de gevallen [V speelt en in de andere helft [B. Het is daarom kansrijker om in de tweede schoppenslag op de andere honneur in oost te snijden. [A is overigens niet de safety play in deze figuur: met [VB32 in west gaan er immers twee slagen verloren. De speelwijze waarmee je met 100% zekerheid op zijn hoogst één slag verliest, is een kleine schoppen uit noord of zuid en als de volgende speler met een kleine schoppen([2 of [3)bekent, snijden en dus een kleine schoppen spelen in zuid of noord; je beveiligt je zo tegen [VB32 in dezelfde hand. Spel 2 van deze Ruitenboervoorronde is een voorbeeld waarin de restricted choice opgaat. In 4[ of 3SA begint de leider met {H uit noord en ziet bij west {B vallen. De snit op {V is dan de kansrijkste speelwijze in deze kleur. Een uitgebreide behandeling van de restricted choice kun je vinden in de Official Encyclopedia of Bridge. Ook op internet is veel informatie te vinden, bijvoorbeeld op deze site (in het Engels): Principle_of_restricted_choice_(bridge) 10 BB-Ruitenboertoernooi 2010, voorronde maandag 1 maart

11 /OW [ V ] A { H } H 10 [ A H 6 4 [ 8 ] H ] V B { 7 3 { V 9 } A 8 5 } V [ B 5 3 ] 7 6 { A B 8 2 } B West oord Oost uid Spel 25 1[ pas 2[ pas 3[ Een spel dat vooral om het bieden draait. a de 1[-opening van noord heeft oost niet genoeg om kwetsbaar 2] te volgen. uid biedt 2[ en nu is west aan de beurt. Doublet is niet goed. Als oost geen hartens heeft, kunnen OW nergens meer naar toe. Wie toch doublet zegt, heeft geluk dat partner wel hartens heeft. 4] is een contract dat in de praktijk vaak gehaald zal worden bij de normale schoppenstart. Als west past, is noord weer aan de beurt. Hij weet nu dat de punten ongeveer verdeeld zitten en kan het de tegenstanders moeilijker maken door 3[ te bieden. Dan zal het bieden wel afgelopen zijn. Hoewel 4[ down kan als de leider steeds gedwongen wordt om in te troeven, zal het in de praktijk wel vaak gehaald worden als de klaveren goed gedaan worden. O/Allen [ A V 4 ] { V } [ B [ H ] B ] V { 6 5 { A 9 } V 3 } H 10 6 [ 9 ] A H { H B } A B West oord Oost uid Spel 26 1] 2{ 2] 5{ pas pas pas oord heeft na het 2{-bod van zijn partner een hele mooie kaart en kan het beste meteen 5{ bieden. Als oost met 1} opent en zuid geeft met een unusual 2SA-bod direct zijn beide kleuren aan, kan noord ook meteen 5{ bieden. Als zuid 1] zou volgen over 1}, kan het zijn dat hij dat mag spelen en dat is niet het beste contract. Het spelen van 5{ is niet zo moeilijk. Als de leider de troeven er maar uithaalt, wordt het contract vanzelf gemaakt omdat zowel de klaveren als de harten gunstig verdeeld zitten voor de leider. / [ A H V 4 3 ] H B { B 6 } 7 [ B [ 9 8 ] ] A 8 5 { A V 2 { } A 10 3 } H V B 9 [ 6 5 ] V 4 { H } West oord Oost uid Spel 27 pas pas 1[ pas pas 1SA 2] 2SA a 1[-pas-pas kan west 1SA bieden. Het is goed om zo n 1SA-bod als te spelen omdat dat vaker voorkomt dan Bovendien heeft west hier al eerst gepast. oord biedt zijn tweede vijfkaart en dan heeft oost een probleem. Waarschijnlijk heeft hij net genoeg om 2SA te bieden. Als oost zou passen zal zuid wel 2[ bieden en dan krijgt oost nog een herkansing. In tweede instantie is 2SA zeker genoeg omdat het dan niet meer inviterend is. Omdat 2] of 2[ gemaakt wordt, levert down gaan in 2SA waarschijnlijk nog een aardige score op voor OW. Als noord met schoppen start, moet hij bijtijds harten switchen want als de leider de kans krijgt om een slag in schoppen te maken, wordt 2SA zelfs gehaald. BB-Ruitenboertoernooi 2010, voorronde maandag 1 maart 11

12 W/ [ 5 2 ] { H } A H 5 2 [ H V B 10 9 [ A ] A B 8 ] { { A 10 7 } 9 6 } 10 3 [ 6 4 ] H V 6 { V B 5 } V B West oord Oost uid Spel 28 1[ pas 2[ pas pas doublet pas 3} pas pas 3[ Eigenlijk is het meest normale resultaat op dit spel een rondpas. Als west besluit om toch te openen, zal hij dat vooral doen vanwege de goede kwaliteit van de schoppenkleur. Dat is helemaal niet zo n goede reden want juist met een goede schoppenkleur kan er later in het bieden nog wel een tussenbod gedaan worden. Op dit spel loopt openen nog goed af als noord zich niet met het bieden bemoeit. Maar als noord het bieden nog een keer openhoudt met een informatiedoublet, kan het oost niet verweten worden dat hij zich naar 3[ laat tillen. Om 3[ down te spelen, moeten de tegenspelers na twee ronden klaveren naar ruiten switchen. Doen ze dat niet dan kan de leider op de vierde harten van de dummy een ruitenverliezer wegwerken en maakt hij zijn negen slagen. Een heerlijke Spaanse rode wijn als prijs in het Ruitenboertoernooi: Enanzo Tinto 2008 De wijnbodega Campos de Enanzo is de grootste wijnproducent in het avarragebied aan de oostkant van de beroemde Riojastreek. De omgeving is door haar natuurlijke en klimatologische omstandigheden een ideaal gebied voor het verbouwen van kwaliteitsdruiven. Campos de Enanzo is al jaren de grote regisseur van de prachtige Enanzo tinto wijnen. In Spanje en ver daar buiten staat Campos bekend als een van de meest innovatieve wijnproducenten. Enanzo Tinto 2008 is gemaakt van Tempranillo druiven van relatief jonge druivenstokken. Dit staat garant voor sappige, fruitige, rode wijnen. Hiervoor worden de wijnen gewaardeerd en daarom krijgen zij geen opvoeding op eikenhouten vaten. De wijn heeft een helder rode kleur en een krachtig fris aroma met nuances van klein rood fruit. De smaak zet fris, sappig en vol in. Ideaal voor iedere dag, voor, tijdens of na het bridgen. Joost de Bruijn P. de Bruijn Wijnkopers anno 1772 bv vormgeving: Pien Steringa foto voorpagina: Maya (MadCabForMaya - ederlandse Bridge Bond, Kennedylaan 9, 3533 KH Utrecht tel , ruitenboer@bridge.nl, 12 BB-Ruitenboertoernooi 2010, voorronde maandag 1 maart