Hoofdstuk 18. Het abc-vermoeden Introductie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoofdstuk 18. Het abc-vermoeden Introductie"

Transcriptie

1 Hoofdstuk 18 Het abc-vermoeden 18.1 Introductie In de gehele getallen zijn optelling en vermenigvuldiging de belangrijkste bewerkingen. Als we echter uitsluitend naar de optelstructuur van de gehele getallen kijken dan valt er niet zo veel te beleven. Je kunt dingen bij elkaar optellen en dat is het dan. Een zelfde soort opmerking geldt als we alleen maar vermenigvuldiging van getallen zouden hebben. Interessante problemen in de getaltheorie ontstaan pas als we de optelstructuur van de gehele getallen gaan uitspelen tegen de vermenigvuldigingsstructuur. Een bekend voorbeeld is het vermoeden van Goldbach dat zegt dat ieder even getal 4 de som is van twee priemgetallen. De som appelleert aan optelling terwijl het begrip priemgetal te maken heeft met de vermenigvuldigingsstructuur. Het vermoeden van Goldbach bestaat al sinds 1742 en is nog steeds niet opgelost. De laatste stelling van Fermat over de diophantische vergelijking x n + y n = z n is een ander bekend voorbeeld. Het begrip n-de macht is iets wat uit de vermenigvuldigingsstructuur komt. Dit wordt afgezet tegen de optelstructuur door de som van twee n-de machten te nemen. De, in mijn ogen, ultieme getaltheoretische uitspraak die optelling en vermenigvuldiging van getallen met elkaar confronteert is het zogenaamde abc-vermoeden. Voor we dit uitleggen moeten we het begrip radicaal van een getal invoeren. Het radicaal van n N is het product van alle priemgetallen die in n voorkomen. Anders gezegd, het radicaal is de grootste kwadraatvrije deler van n. Notatie Rad(n). Het radicaal van n is dus klein als n veel priemfactoren bevat die in een hoge macht voorkomen. We kunnen het radicaal gebruiken om een aardige maat te geven voor de gemiddelde priem-exponent in een getal n. Beschouw namelijk de functie E(n) = log(n)/ log(rad(n)). Stel dat n = p k 1 1 p k r r de priemontbinding van n is in verschillende p i. Dan geldt, E(n) = log(n) log(rad(n)) = k 1 log(p 1 ) + + k r log(p r ) log(p 1 ) + + log(p r ) We kunnen dit quotient opvatten als een gemiddelde over alle k i waarin we een 171

2 172 HOOFDSTUK 18. HET ABC-VERMOEDEN soort weging met de getallen log(p i ) nemen. De letter E suggereert hierbij dat het om een gemiddelde exponent gaat. Laten we, om de gedachten te bepalen, een getal n machtrijk noemen als E(n) > 3. In termen van Rad(n) betekent dit dat we n machtrijk noemen als Rad(n) < n 1/3. De grens 3 voor het machtrijk zijn van een getal is overigens tamelijk arbitrair en dient alleen om de gedachten te bepalen. Beschouw nu het getal n 1 = = Er geldt Rad(n 1 ) = = en E(n 1 ) = Neem als tweede voorbeeld, n 2 = = Er geldt Rad(n 2 ) = Rad(n 1 ) = en E(n 2 ) = We zien dus dat n 1 een machtrijk getal is en n 2 niet. De naam abc-vermoeden slaat op het feit dat we drie getallen a + b = c bekijken met a, b N en ggd(a, b) = 1. Ervaring met getallen leert dat als bijvoorbeeld a en b machtrijke getallen zijn, de som c zelden tot nooit machtrijk is. Een zelfde opmerking geldt als a en c machtrijk zijn. In dat geval zal b niet machtrijk zijn. Let wel, dit is slechts een vage beschrijving van een ervaringsfeit. We kunnen iets concreter zijn door het volgende vermoeden te poneren, Vermoeden Er bestaat een getal E 0 N zó dat E(abc) < E 0 voor alle a, b, c N met a + b = c en ggd(a, b) = 1. Het is zeer instructief om zelf wat voorbeelden van drietallen a, b, c te zoeken waarbij we de gemiddelde exponent E(abc) zo groot mogelijk proberen te krijgen. De lezer is bij deze uitgenodigd eens wat te experimenteren. Het blijkt al een tamelijke zeldzaamheid te zijn als E(abc) > 3. Omdat er diophantische vergelijkingen Ax 3 + By 3 = Cz 3 zijn met oneindig veel gehele oplossingen x, y, z Z kunnen we in ieder geval vaststellen dat E 0 3 (Dit is een kleine opgave). Het is dus interessant om a, b, c te vinden waarvoor geldt dat E(abc) > 3. En dit blijkt zeer weinig te gebeuren. Men kan zelfs gaan vermoeden dat er voor elke E 0 > 3 hooguit eindig veel drietallen a, b, c zijn met E(abc) > E 0. Verder zal het duidelijk zijn dat de eis ggd(a, b) = 1 echt nodig is. Neem bijvoorbeeld a = b = 2 n en c = 2 n+1. Het is duidelijk dat in dit geval, E(abc) = 3n + 1. Aangezien n willekeurig gekozen kan worden, heeft E(abc) geen bovengrens in dit geval. In het algemeen kan een machtrijke ggd(a, b) de waarde van E(abc) flink opkrikken. Dit is de reden dat we graag de eis ggd(a, b) = 1 erbij hebben.

3 18.1. INTRODUCTIE 173 In termen van Rad(abc) kunnen we vermoeden ook als volgt formuleren. Er bestaat een E 0 > 0 zo dat abc < Rad(abc) E 0. In het uiteindelijke abc-vermoeden vervangen we abc door c en geven een expliciete exponent aan. Vermoeden (abc-vermoeden) Zij a, b, c N zó dat a + b = c en ggd(a, b, c) = 1. Bij elke ϵ > 0 bestaat er hooguit eindig veel drietallen a, b, c N met a + b = c waarvoor ggd(a, b, c) = 1 en c > Rad(abc) 1+ϵ geldt. Anders gezegd, er bestaat een getal c 0 (ϵ) zó dat als c > c 0 (ϵ), dan c < Rad(abc) 1+ϵ. Dit vermoeden werd in 1986 geopperd door Masser en Oesterlé naar analogie met een stelling die waar is voor polynomen. Hierop zullen we in een volgende paragraaf terugkomen. Voor beginners, en zelfs voor de wat meer ingewijden, kost het enige moeite het abc-vermoeden voor de eerste keer te doorgronden. Daarom is het een goed idee deze uitspraak eens eigenhandig aan de kaak te stellen en te trachten tegenvoorbeelden te vinden. Kies bijvoorbeeld ϵ = 0.1. Dan zegt het vermoeden dat c < max(c 0, Rad(abc) 1.1 ). Blijkbaar betekent dit dat log(c)/ log(rad(abc)) < 1.1 zodra c > c 0. Het vermoeden zou weerlegd kunnen worden door een oneindige rij drietallen a, b, c met c = a+b en ggd(a, b) = 1 aan te geven, zó dat de ongelijkheid log(c)/ log(rad(abc)) 1.1 geldt voor elk van deze drietallen. Het wonderlijke is dat dit nog nooit iemand gelukt is, ook niet met andere exponenten > 1 in plaats van 1.1. Het is zeer instructief om ook op dit punt zelf eens met een aantal voorbeelden te testen. Kies een aantal tweetallen a, b met ggd(a, b) = 1 en bepaal c = a + b en L(a, b) := log(c)/ log(rad(abc)). Kijk hoe vaak L(a, b) boven 1 uitkomt. Dit blijkt zeer zelden het geval te zijn! Vlak nadat het vermoeden geponeerd werd is er een kleine race ontstaan om het voorbeeld te vinden waarvan L(a, b) zo groot mogelijk is. Het wereldrecord (1998) is in handen van E.Reyssat die L = vond bij het voorbeeld = Op de tweede plaats staat B.de Weger met = en L = Het is niet geheel ondenkbaar dat dit de absolute records zijn. Het abc-vermoeden zegt immers dat L < 1.1 zodra c voldoende groot is. Anderzijds moet gezegd worden dat er nu wel zo n 125 voorbeelden bekend zijn met L > 1.4. Of het abc-vermoeden stand houdt moet dus nog zeker worden afgewacht. Men kan zich ook afvragen waarvoor we al die moeite met ϵ > 0 doen in het vermoeden. Kunnen we niet gewoon ϵ = 0 nemen? Dit zou het vermoeden aanzienlijk vereenvoudigen. Helaas kan dit niet, hetgeen blijkt uit het volgende voorbeeld.

4 174 HOOFDSTUK 18. HET ABC-VERMOEDEN Kies namelijk a = 1, b = 3 2n 1, c = 3 2n met n N. Merk op dat het getal 3 2n 1 volgens de Stelling van Euler deelbaar is door 2 n+1. Dus Rad(abc) 2 3b 3c 2n+1 2. n Het abc-vermoeden met ϵ = 0 zou betekenen dat c < Rad(abc) als c voldoende groot is. Maar dit is in flagrante tegenspraak met het feit dat Rad(abc) 3c/2 n zodra n 2. Tenslotte kunnen we ons afvragen wat er bekend is richting abc-vermoeden. Met de zogenaamde theorie van lineaire vormen in logaritmen is men erin geslaagd de volgende stelling aan te tonen. Stelling (Stewart, Yu Kunrui,1991) Bij elke ϵ bestaat een c 0 (ϵ) zo dat voor elk drietal a + b = c met ggd(a, b) = 1 geldt, c < max(c 0 (ϵ), exp(rad(abc) 1/3+ϵ )) Door de exponentiële functie die hierin voorkomt is deze stelling nog zeer ver van het abc-vermoeden verwijderd. Helaas is het wel het beste wat we met moderne technieken kunnen doen. Voor veel toepassingen zou het al spectaculair zijn als we de volgende zwakkere vorm van het abc-vermoeden zouden kunnen bewijzen. Vermoeden (Zwak abc-vermoeden) Er bestaat een positief getal γ zó dat voor elk drietal a, b, c N met a + b = c en ggd(a, b, c) = 1 geldt, c < Rad(abc) γ. Zelfs met een getal als γ = 100 zouden we al heel blij zijn. Maar zoals gezegd, ook hier hebben we geen idee hoe dit probleem aan te pakken. De benaming zwak abc-vermoeden doet vermoeden dat het een gevolg is van het abc-vermoeden. Dit is inderdaad zo. Kies bijvoorbeeld ϵ = 1 in het abcvermoeden. Als het abc-vermoeden waar is dan geldt, behoudens een eindig aantal uitzonderingen, dat c < Rad(abc) 2. Bij dit eindige aantal uitzonderingen kunnen we altijd een getal λ bepalen zo dat c < Rad(abc) λ voor deze uitzonderingen. En dus kunnen we γ = max(2, λ) nemen in ons zwakke vermoeden. Op zijn beurt impliceert het zwakke abc-vermoeden weer dat abc < Rad(abc) 3γ omdat we voor a, b dezelfde afschatting kunnen nemen als voor c. Het Vermoeden volgt dus uit het zwakke abc-vermoeden. Omgekeerd volgt uit het Vermoeden dat c abc < (Rad(abc) E 0. Met andere woorden, uit volgt ook weer het zwakke abc-vermoeden.

5 18.2. GEVOLGEN VAN HET ABC-VERMOEDEN Gevolgen van het abc-vermoeden Omdat veel getaltheoretische problemen inderdaad bestaan uit de confrontatie tussen optel- en vermenigvuldigingsstructuur van de gehele getallen, is het te verwachten dat de waarheid van het abc-vermoeden veel implicaties in de getaltheorie heeft. Hier volgen een aantal bekende problemen waarvan de oplossing uit het abc-vermoeden zou volgen. De vergelijking n! + 1 = m 2 in m, n N. Bekende oplossingen zijn 4! + 1 = 5 2, 5! + 1 = 11 2 en 7! + 1 = Vermoedelijk zijn dit de enige oplossingen, maar niemand heeft dit tot dusver kunnen aantonen. M.Overholt (1993) merkte op dat uit het zwakke abc-vermoeden volgt dat n! + 1 = m 2 slechts eindig veel oplossingen heeft. Merk namelijk op dat n! = m 2 1 = (m 1)(m + 1) en dat m+1, m 1 even zijn. Omdat hun product n!/4 is, bestaan (m 1)/2 en (m+1)/2 uit priemfactoren n. Pas nu het zwakke abc-vermoeden toe met a = 1, b = (m 1)/2, c = (m+1)/2. In het bijzonder geldt Rad(abc) = Rad(n!/4) p n p. Dus, als c groot genoeg is, c < Rad(abc) γ ( p n p) γ waarin het product over alle priemgetallen p n genomen wordt. Het is een elementair feit dat p n p < 4n (zie het Hoofdstuk 19). Anderzijds, c > n!/2. Dus, n!/2 < 4 γn. Omdat lim n ( n!/c n ) = voor elke C > 1 zien we hieruit dat de ongelijkheid slechts eindig veel oplossingen n heeft. De vergelijking x 5 y 2 z 3 = 1 in x, y, z Z. Vermoedelijk heeft deze diophantische vergelijking in gehele x, y, z alleen de triviale oplossingen met x = 1, yz = 0 en x = 0, y = ±1, z = 1. Echter, deze simpel ogende vergelijking illustreert ons onvermogen om diophantische vergelijkingen in meer dan twee variabelen op te lossen. Er is namelijk geen enkele techniek bekend om deze vergelijking aan te pakken. Het enige dat we kunnen is onder aanname van het abc-vermoeden aantonen dat er slechts eindig veel oplossingen met x 1 zijn. Dit gaat als volgt. Neem even aan dat we een oplossing hebben met x > 1. Het geval x < 0 gaat analoog. Pas nu het abc-vermoeden toe op a = 1, b = y 2 z 3, c = x 5. Er geldt, Rad(abc) xyz. Gebruik makend van yz (y 2 z 3 ) 1/2 = b 1/2 < c 1/2 = x 5/2 vinden we, Rad(abc) < x 7/2. Het abc-vermoeden met ϵ = 1.1 impliceert nu x 5 < max(c 0, Rad(abc) 1.1 ) < max(c 0, x 7.7/2 ). Omdat altijd x 5 > x 7.7/2 volgt dat x 5 < c 0 en dus zijn er slechts eindig veel x-waarden mogelijk. Het super-fermat vermoeden We zijn de super Fermatvergelijking al in Hoofdstuk 13 tegengekomen. Het vermoeden is dat er hooguit eindig veel drietallen positieve machten x p, y q, z r bestaan zó dat x p +y q = z r met ggd(x p, y q ) = 1 en 1/p + 1/q + 1/r < 1. De reden voor de laatste conditie wordt in de paragraaf

6 176 HOOFDSTUK 18. HET ABC-VERMOEDEN over de super Fermat vergelijking uitgelegd. Men vermoedt zelfs dat alle oplossingen gegeven worden door, 1 k = 3 2, = 2 9, = = 3 4, = 122 2, = = 65 7, = = , = Hier is wat we zouden kunnen bereiken als het abc-vermoeden waar is. Het is een kleine exercitie om aan te tonen dat als voor drie getallen p, q, r N geldt 1/p + 1/q + 1/r < 1, dan 1/p + 1/q + 1/r 41/42. De maximale waarde wordt bereikt bij het drietal {p, q, r} = {2, 3, 7}. Kies nu ϵ = 1/41 in het abc-vermoeden. Dan geldt, met uitzondering van een eindig aantal drietallen x p, y q, z r dat z r < Rad(x p y q z r ) 42/41 (xyz) 42/41 Hieruit volgt dat z < (xyz) 42 41r. Omdat x p, y q < z r volgt evenzo dat x < (xyz) 42 41p en y < (xyz) 42 41q. Vermenigvuldiging van deze drie ongelijkheden geeft, xyz < (xyz) (1/p+1/q+1/r) Omdat 1/p + 1/q + 1/r 41/42 volgt hieruit dat xyz < xyz hetgeen onmogelijk is. Dus, met uitzondering van een eindig aantal drietallen x p, y q, z r levert gebruik van het abc-vermoeden een tegenspraak. Hiermee is ons super Fermat vermoeden aangetoond als gevolg van het abc-vermoeden. Het gegeneraliseerde vermoeden van Hall In Hoofdstuk 15 hebben we reeds het volgende vermoeden besproken dat we hier op iets andere manier formuleren. Vermoeden (Zwak Hall-vermoeden) Bij elke δ < 1/2 zijn er hoogstens eindig veel paren x, y N zó dat 0 < x 3 y 2 < x δ. Het aardige is dat het zwakke Hall-vermoeden uit het abc-vermoeden volgt. Het is zelfs zo dat de volgende generalisatie een gevolg is, Vermoeden (Gegeneraliseerd Hall-vermoeden) Stel p, q N en stel dat pq 6. Kies δ < 1 1/p 1/q. Dan zijn er hoogstens eindig veel paren x, y N zó dat 0 < x p y q < x pδ.

7 18.2. GEVOLGEN VAN HET ABC-VERMOEDEN 177 Stel dat er oneindig veel oplossingen zijn voor een bepaalde keuze van p, q, δ. Voor elk zo n oplossing definiëren we. = x p y q en d = ggd(x p, y q ). We gaan het abc-vermoeden toepassen met a = /d, b = y q /d, c = x p /d. Merk op dat Rad(abc) xy/d. Omdat y < x p/q en < x pδ volgt hieruit dat Rad(abc) < x 1+p/q+pδ /d = (x p ) 1/p+1/q+δ /d < c 1/p+1/q+δ Bij de laatste ongelijkheid maken we gebruik van het feit dat 1/p + 1/q + δ < 1 en dus 1/d < (1/d) 1/p+1/q+δ. Het abc-vermoeden met 1 + ϵ = (1/p + 1/q + δ) 1 impliceert dat er hoogstens eindig veel drietallen a, b, c mogelijk zijn. Dus zijn er ook hooguit eindig veel oplossingen x, y van ons oorspronkelijke probleem mogelijk. De congruentie a p 1 1 (mod p 2 ). Zoals we al eens eerder beschreven is het niet bekend of er oneindig veel priemgetallen p bestaan zó dat 2 p 1 1 (mod p 2 ). Tot nu toe zijn alleen p = 1093, 3511 gevonden en geen andere beneden Aan de andere kant is het zeer waarschijnlijk, maar geenszins bewezen, dat er oneindig veel priemgetallen bestaan zó dat 2 p 1 1 (mod p 2 ). Het is zelfs totaal niet duidelijk hoe dit probleem aan te pakken. Het aardige is dat uit het abc-vermoeden volgt dat 2 p 1 1 (mod p 2 ) voor oneindig veel priemgetallen p (J.Silverman, 1988). We kunnen dit als volgt inzien. Zij q een willekeurig oneven priemgetal en beschouw het Mersenne getal 2 q 1. Schrijf 2 q 1 = u q v q waarin v q dat deel van de priemontbinding van 2 q 1 is, waarin de priemgetallen met exponent 2 voorkomen. Er geldt dus dat u q kwadraatvrij is en ggd(u q, v q ) = 1. Merk op dat Rad(v q ) v q. Kies ϵ = 1.5 in het abc vermoeden en a = 1, b = u q v q, c = 2 q. Dan geldt, als we 2 q voldoende groot nemen, 2 q < Rad(abc) 1.5 (2u q vq ) 1.5 < (2 q+1 / v q ) 1.5 Na uitwerking volgt de ongelijkheid v q 1.5 < 2 0.5q+1.5 en dus, v q < 2 (0.5q+1.5)/0.75 < 2 0.8q als q tenminste groot genoeg is. Dit impliceert dat u q > 2 0.2q > 1. Kies een priemdeler p van u q. Dan geldt dat p een deler van 2 q 1 is en p 2 niet. Uit Stelling weten we dat p 1 (mod q). Merk nu op dat 2 p q 1 = 1 + 2q + 2 2q p 1 q (p 1)/q (mod p) De laatste congruentie volgt omdat 2 q 1 (mod p) en omdat er (p 1)/q machten van 2 q in de sommatie staan. Omdat (p 1)/q 0 (mod p) is p geen deler van (2 p 1 1)/(2 q 1) en bevat 2 p 1 1 dus precies één priemdeler p. Door q steeds groter te kiezen wordt p steeds groter (vanwege p 1 (mod q)) en zo krijgen we een oneindige rij priemgetallen p waarvoor geldt 2 p 1 1 (mod p 2 ).

8 178 HOOFDSTUK 18. HET ABC-VERMOEDEN 18.3 Waarom geloven we in het abc-vermoeden? Zoals we gezien hebben, doet het abc-vermoeden een tamelijk verstrekkende uitspraak en er moeten goede redenen zijn om in een dergelijk vermoeden te geloven. Eén reden zagen we al in de eerste paragraaf. Ondanks uitgebreide computerexperimenten kunnen we het quotient L(a, b) niet veel groter dan 1.6 maken. Echter, computerexperimenten kunnen bedriegelijk zijn, daar bestaan meerdere voorbeelden van. Een tweede reden, en ook de oorspronkelijke motivatie van Masser en Oesterlé om het vermoeden op te stellen, is dat er een analogon voor polynomen is dat wel bewezen kan worden. Om dit analogon te formuleren moeten we iets weten over de ontbindingseigenschappen van polynomen. In de Appendix kunnen we hier het een en ander over lezen. Met F geven we daar één van de verzamelingen Q, R of C aan. De polynomen met coëfficienten in F geven we aan met F [X]. Er geldt dat elke f F [X], f 0 op precies één manier geschreven kan worden als product van een element uit F met een product van monische irreducibele factoren, de zogenaamde priempolynomen. Dit is het analogon van éénduidige priemontbinding in Z. Stel f = ϕp k 1 1 P k r r waarin P 1,..., P r verschillende priempolynomen en ϕ F. Dan ligt het voor de hand het radicaal van f te definiëren als Rad(f) = P 1 P r. In de Appendix hebben we ook gezien dat het begrip grootste gemeenschappelijke deler in F [X] bestaat. Met dit ggd kunnen we een elegante omschrijving van het radicaal van een polynoom geven. Lemma Zij f een polynoom met de ontbinding f = ϕp k 1 1 P k r r ϕ F en P 1,..., P r verschillende irreducibele polynomen. Dan geldt, 1. ggd(f, f ) = P k P k r 1 r, 2. ϕrad(f) = f/ggd(f, f ) waarin f de afgeleide van f is. waarin Het is duidelijk dat deel (2) uit deel (1) volgt. Om deel (1) in te zien, merken we op dat uit de productregel voor differentiatie volgt, f = k 1 f/p k r f/p r Om het aantal factoren P 1 in f te bepalen merken we op dat P k 1 1 alle termen deelt behalve de eerste. Die bevat slechts k 1 1 factoren P 1. Dus f bevat k 1 1 factoren P 1. Evenzo geldt voor elke i dat f precies k i 1 factoren P i bevat. Dus ggd(f, f ) = P k Pr kr 1. De stelling luidt nu als volgt Stelling (ABC-stelling) Zij A, B, C een drietal polynomen, niet allemaal constant, zo dat A + B = C en ggd(a, B, C) = 1. dan geldt max(graad(a), graad(b), graad(c)) graad(rad(abc)) 1

9 18.3. WAAROM GELOVEN WE IN HET ABC-VERMOEDEN? 179 Voor het bewijs differentiëren we de relatie A + B = C en vinden A + B = C. Neem nu B maal de eerste min B maal de tweede relatie. We krijgen AB A B = CB C B. Stel = AB A B en zij a = ggd(a, A ), b = ggd(b, B ), c = ggd(c, C ). Merk op dat deelbaar is door a, want a deelt A en A in. Evenzo is b een deler van en ook c want = CB C B. Nu zijn A, B, C paarswijs relatief priem. Dus zijn a, b, c dat ook. Gevolg: is deelbaar door abc. Allereerst merken we op dat 0. Zou namelijk 0 zijn dan geldt A B AB = 0. Hieruit volgt dat B deler is van AB en omdat ggd(a, B) = 1 moet B een deler zijn van B. Dit kan alleen als B constant is. Evenzo zou A dan constant zijn en ook C = A + B. Dit is in tegenspraak met de aanname dat A, B, C niet alle drie constant zijn. Dus 0 en uit abc volgt, graad(abc) graad( ) graad(a) + graad(b) 1 Gebruiken we nu het Lemma dan zien we graad(a) = graad(a) graad(rad(a)) en evenzo voor b, c. Dus, graad(abc) = graad(abc) graad(rad(abc)). Uit onze ongelijkheid volgt, graad(abc) graad(rad(abc)) graad(a) + graad(b) 1 Breng de term met Rad(ABC) naar rechts en trek graad(ab) van beide zijden af, graad(c) graad(rad(abc)) 1. Op analoge wijze laten we dezelfde bovengrens voor graad(b), graad(a) zien. De stap van de ABC-stelling naar abc-vermoeden bestaat nu hieruit dat we opmerken dat de graad van polynomen analoge eigenschappen heeft als de functie log x voor x Z. Voor beiden geldt dat ze als logaritme werken op de vermenigvuldiging en 0 zijn voor alle elementen ongelijk nul. Nemen we van het abc-vermoeden de logaritme aan beide zijden, dan krijgen we, log(c) (1 + ϵ) log(rad(abc)) als c > c 0 (ϵ). Het enige verschil met de ABC-stelling is nu de factor (1 + ϵ) die blijkbaar nodig is als we met getallen werken in plaats van polynomen. Tenslotte nog de volgende opmerking. Omdat de graad van Rad(ABC) precies gelijk is aan het aantal verschillende (complexe en reële) nulpunten van f zien we de stelling vaak ook als volgt geformuleerd, Stelling (Mason) Zij A, B, C een drietal polynomen, niet allemaal constant, zo dat A + B = C en ggd(a, B, C) = 1. Zij S het totale aantal (complexe en reële) verschillende nulpunten van ABC. Dan geldt, max(graad(a), graad(b), graad(c)) S 1.

7.1 Het aantal inverteerbare restklassen

7.1 Het aantal inverteerbare restklassen Hoofdstuk 7 Congruenties in actie 7.1 Het aantal inverteerbare restklassen We pakken hier de vraag op waarmee we in het vorige hoofdstuk geëindigd zijn, namelijk hoeveel inverteerbare restklassen modulo

Nadere informatie

Getaltheorie II. ax + by = c, a, b, c Z (1)

Getaltheorie II. ax + by = c, a, b, c Z (1) Lesbrief 2 Getaltheorie II 1 Lineaire vergelijkingen Een vergelijking van de vorm ax + by = c, a, b, c Z (1) heet een lineaire vergelijking. In de getaltheorie gaat het er slechts om gehele oplossingen

Nadere informatie

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s.

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s. Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal is een natuurlijk getal groter dan 1 dat slechts deelbaar is door 1 en door zichzelf. Om technische redenen wordt

Nadere informatie

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte Getallenleer Inleiding op codeertheorie Liliane Van Maldeghem Hendrik Van Maldeghem Cursus voor de vrije ruimte 2 Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal

Nadere informatie

OPLOSSINGEN VAN DE OEFENINGEN

OPLOSSINGEN VAN DE OEFENINGEN OPLOSSINGEN VAN DE OEFENINGEN 1.3.1. Er zijn 42 mogelijke vercijferingen. 2.3.4. De uitkomsten zijn 0, 4 en 4 1 = 4. 2.3.6. Omdat 10 = 1 in Z 9 vinden we dat x = c 0 +... + c m = c 0 +... + c m. Het getal

Nadere informatie

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1)

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1) Lesbrief 1 Getaltheorie I De getaltheorie houdt zich bezig met het onderzoek van eigenschappen van gehele getallen, en meer in het bijzonder, van natuurlijke getallen. In de getaltheorie is het gebruikelijk

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. Congruentierekening. 6.1 Congruenties

Hoofdstuk 6. Congruentierekening. 6.1 Congruenties Hoofdstuk 6 Congruentierekening 6.1 Congruenties We hebben waarschijnlijk allemaal wel eens opgemerkt dat bij vermenigvuldigen van twee getallen de laatste cijfers als het ware meevermenigvuldigen. Stel

Nadere informatie

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element.

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element. Hoofdstuk 2 De regels van het spel 2.1 De gehele getallen Grof gezegd kunnen we de (elementaire) getaltheorie omschrijven als de wiskunde van de getallen 1, 2, 3, 4,... die we ook de natuurlijke getallen

Nadere informatie

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 Katern 2 Getaltheorie Inhoudsopgave 1 Delers 1 2 Deelbaarheid door 2, 3, 5, 9 en 11 6 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 1 Delers In Katern 1 heb je geleerd wat een deler van een getal

Nadere informatie

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2 Lesbrief 3 Polynomen 1 Polynomen van één variabele Elke functie van de vorm P () = a n n + a n 1 n 1 + + a 1 + a 0, (a n 0), heet een polynoom of veelterm in de variabele. Het getal n heet de graad van

Nadere informatie

Hoofdstuk 4. Delers. 4.1 Delers (op)tellen

Hoofdstuk 4. Delers. 4.1 Delers (op)tellen Hoofdstuk 4 Delers 4. Delers (op)tellen Ieder getal heeft zijn delers. Van oudsher heeft het onvoorspelbare gedrag van delers van getallen een aantrekkingskracht uitgeoefend op mensen. Zozeer zelfs dat

Nadere informatie

Getaltheorie groep 3: Primitieve wortels

Getaltheorie groep 3: Primitieve wortels Getaltheorie groep 3: Primitieve wortels Trainingsweek juni 2008 Inleiding Voor a relatief priem met m hebben we de orde van a modulo m gedefinieerd als ord m (a) = min { n Z + a n 1 (mod m) }. De verzameling

Nadere informatie

RSA. F.A. Grootjen. 8 maart 2002

RSA. F.A. Grootjen. 8 maart 2002 RSA F.A. Grootjen 8 maart 2002 1 Delers Eerst wat terminologie over gehele getallen. We zeggen a deelt b (of a is een deler van b) als b = qa voor een of ander geheel getal q. In plaats van a deelt b schrijven

Nadere informatie

Oefening 4.3. Zoek een positief natuurlijk getal zodanig dat de helft een kwadraat is, een derde is een derdemacht en een vijfde is een vijfdemacht.

Oefening 4.3. Zoek een positief natuurlijk getal zodanig dat de helft een kwadraat is, een derde is een derdemacht en een vijfde is een vijfdemacht. 4 Modulair rekenen Oefening 4.1. Merk op dat 2 5 9 2 2592. Bestaat er een ander getal van de vorm 25ab dat gelijk is aan 2 5 a b? (Met 25ab bedoelen we een getal waarvan a het cijfer voor de tientallen

Nadere informatie

Oefening 4.3. Zoek een positief natuurlijk getal zodanig dat de helft een kwadraat is, een derde is een derdemacht en een vijfde is een vijfdemacht.

Oefening 4.3. Zoek een positief natuurlijk getal zodanig dat de helft een kwadraat is, een derde is een derdemacht en een vijfde is een vijfdemacht. 4 Modulair rekenen Oefening 4.1. Merk op dat 2 5 9 2 = 2592. Bestaat er een ander getal van de vorm 25ab dat gelijk is aan 2 5 a b? (Met 25ab bedoelen we een getal waarvan a het cijfer voor de tientallen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/887/25833 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Palenstijn, Willem Jan Title: Radicals in Arithmetic Issue Date: 204-05-22 Samenvatting

Nadere informatie

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen.

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen. II.2 Gehele getallen We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen. Axioma s voor Z De gegevens zijn: (a) een verzameling Z; (b) elementen 0 en 1 in Z; (c) een afbeelding +: Z Z Z, de optelling;

Nadere informatie

Priemontbinding en ggd s

Priemontbinding en ggd s Hoofdstuk 3 Priemontbinding en ggd s 3.1 Priemgetallen Een getal > 1 dat alleen 1 en zichzelf als positieve deler heeft noemen we een priemgetal. De rij priemgetallen begint als volgt, 2, 3, 5, 7, 11,

Nadere informatie

Uitwerkingen toets 12 juni 2010

Uitwerkingen toets 12 juni 2010 Uitwerkingen toets 12 juni 2010 Opgave 1. Bekijk rijen a 1, a 2, a 3,... van positieve gehele getallen. Bepaal de kleinst mogelijke waarde van a 2010 als gegeven is: (i) a n < a n+1 voor alle n 1, (ii)

Nadere informatie

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015 Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. Elk vraagstuk is maximaal 10 punten waard. Begin elke opgave op een nieuw vel papier. µkw uitwerkingen 12 juni 2015 Vraagstuk 1. We kunnen

Nadere informatie

Diophantische vergelijkingen

Diophantische vergelijkingen Diophantische vergelijkingen 1 Wat zijn Diophantische vergelijkingen? Een Diophantische vergelijking is een veeltermvergelijking waarbij zowel de coëfficiënten als de oplossingen gehele getallen moeten

Nadere informatie

Kwaliteit van ABC-drietallen

Kwaliteit van ABC-drietallen H.E. Reijngoud Kwaliteit van ABC-drietallen Bachelorscriptie, juni 00 Scriptiebegeleider: Dr. B. de Smit Mathematisch Instituut, Universiteit Leiden Inhoudsopgave Het ABC-vermoeden 3 ABC-drietallen maken

Nadere informatie

Opgeloste en onopgeloste mysteries in de getaltheorie

Opgeloste en onopgeloste mysteries in de getaltheorie Opgeloste en onopgeloste mysteries in de getaltheorie Jan De Beule, Tom De Medts en Jeroen Demeyer Voorwoord 1 Voorwoord Beste leerling, Deze nota s zijn bedoeld als begeleiding bij 6 lesuren Opgeloste

Nadere informatie

Irrationaliteit en transcendentie

Irrationaliteit en transcendentie Hoofdstuk 9 Irrationaliteit en transcendentie 9. Irrationale getallen In dit hoofdstuk zullen we aannemen dat de lezer weet wat reële getallen zijn, hoewel dat misschien niet helemaal gerechtvaardigd is.

Nadere informatie

1.5.1 Natuurlijke, gehele en rationale getallen

1.5.1 Natuurlijke, gehele en rationale getallen 46 Getallen 1.5 Getaltheorie 1.5.1 Natuurlijke, gehele en rationale getallen De getallen 0,1,2,3,4,... enz. worden de natuurlijke getallen genoemd (de heleverzamelingvanaldezegetallenbijelkaarnoterenwemethetteken:

Nadere informatie

Opmerking. TI1300 Redeneren en Logica. Met voorbeelden kun je niks bewijzen. Directe en indirecte bewijzen

Opmerking. TI1300 Redeneren en Logica. Met voorbeelden kun je niks bewijzen. Directe en indirecte bewijzen Opmerking TI1300 Redeneren en Logica College 2: Bewijstechnieken Tomas Klos Algoritmiek Groep Voor alle duidelijkheid: Het is verre van triviaal om definities te leren hanteren, beweringen op te lossen,

Nadere informatie

Hoofdstuk 12. Sommen van kwadraten. 12.1 Sommen van twee kwadraten

Hoofdstuk 12. Sommen van kwadraten. 12.1 Sommen van twee kwadraten Hoofdstuk 12 Sommen van kwadraten 12.1 Sommen van twee kwadraten In Hoofdstuk 11 hebben we gezien dat als p een oneven priemdeler van a 2 + b 2 is, en p deelt niet zowel a als b, dan is p gelijk aan 1

Nadere informatie

Geldwisselprobleem van Frobenius

Geldwisselprobleem van Frobenius Geldwisselprobleem van Frobenius Karin van de Meeberg en Dieuwertje Ewalts 12 december 2001 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Afspraken 3 3 Is er wel zo n g? 3 4 Eén waarde 4 5 Twee waarden 4 6 Lampenalgoritme

Nadere informatie

Bijzondere kettingbreuken

Bijzondere kettingbreuken Hoofdstuk 15 Bijzondere kettingbreuken 15.1 Kwadratische getallen In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat 2 = 1, 2, 2, 2, 2, 2, 2,.... Men kan zich afvragen waarom we vanaf zeker moment alleen maar

Nadere informatie

Combinatoriek groep 2

Combinatoriek groep 2 Combinatoriek groep 2 Recursie Trainingsdag 3, 2 april 2009 Homogene lineaire recurrente betrekkingen We kunnen een rij getallen a 0, a 1, a 2,... op twee manieren definiëren: direct of recursief. Een

Nadere informatie

II.3 Equivalentierelaties en quotiënten

II.3 Equivalentierelaties en quotiënten II.3 Equivalentierelaties en quotiënten Een belangrijk begrip in de wiskunde is het begrip relatie. Een relatie op een verzameling is een verband tussen twee elementen uit die verzameling waarbij de volgorde

Nadere informatie

Ringen en Galoistheorie, 1e deel, 19 april 2012

Ringen en Galoistheorie, 1e deel, 19 april 2012 Ringen en Galoistheorie, 1e deel, 19 april 2012 Bij dit tentamen mag het dictaat niet gebruikt worden. Schrijf op elk vel je naam, studnr en naam practicumleider. Laat bij elke opgave zien hoe je aan je

Nadere informatie

Getallen, 2e druk, extra opgaven

Getallen, 2e druk, extra opgaven Getallen, 2e druk, extra opgaven Frans Keune november 2010 De tweede druk bevat 74 nieuwe opgaven. De nummering van de opgaven van de eerste druk is in de tweede druk dezelfde: nieuwe opgaven staan in

Nadere informatie

Lineaire algebra I (wiskundigen)

Lineaire algebra I (wiskundigen) Lineaire algebra I (wiskundigen) Toets, donderdag 22 oktober, 2009 Oplossingen (1) Zij V het vlak in R 3 door de punten P 1 = (1, 2, 1), P 2 = (0, 1, 1) en P 3 = ( 1, 1, 3). (a) Geef een parametrisatie

Nadere informatie

Bewijs door inductie

Bewijs door inductie Bewijs door inductie 1 Bewijs door inductie Vaak bestaat een probleem erin aan te tonen dat een bepaalde eigenschap geldt voor elk natuurlijk getal. Als je wilt weten of iets waar is voor alle natuurlijke

Nadere informatie

Diophantische vergelijkingen

Diophantische vergelijkingen Diophantische vergelijkingen een onmogelijke uitdaging Frits Beukers Vakantiecursus 2010 Diophantische vergelijkingen Vakantiecursus 2010 1 / 34 Eerste voorbeeld Bedenk twee gehele getallen x en y zó dat

Nadere informatie

Selectietoets vrijdag 10 maart 2017

Selectietoets vrijdag 10 maart 2017 Selectietoets vrijdag 10 maart 2017 NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Uitwerkingen Opgave 1. Zij n een even positief geheel getal. Een rijtje van n reële getallen noemen we volledig als voor elke gehele

Nadere informatie

Opgaven Eigenschappen van Getallen Security, 2018, Werkgroep.

Opgaven Eigenschappen van Getallen Security, 2018, Werkgroep. Opgaven Eigenschappen van Getallen Security, 2018, Werkgroep. Gebruik deze opgaven, naast die uit het boek, om de stof te oefenen op het werkcollege. Cijfer: Op een toets krijg je meestal zes tot acht

Nadere informatie

Selectietoets vrijdag 18 maart 2016

Selectietoets vrijdag 18 maart 2016 Selectietoets vrijdag 18 maart 016 NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Uitwerkingen Opgave 1. Voor een positief geheel getal n dat geen tweemacht is, definiëren we t(n) als de grootste oneven deler van

Nadere informatie

Numerieke aspecten van de vergelijking van Cantor. Opgedragen aan Th. J. Dekker. H. W. Lenstra, Jr.

Numerieke aspecten van de vergelijking van Cantor. Opgedragen aan Th. J. Dekker. H. W. Lenstra, Jr. Numerieke aspecten van de vergelijking van Cantor Opgedragen aan Th. J. Dekker H. W. Lenstra, Jr. Uit de lineaire algebra is bekend dat het aantal oplossingen van een systeem lineaire vergelijkingen gelijk

Nadere informatie

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

III.2 De ordening op R en ongelijkheden III.2 De ordening op R en ongelijkheden In de vorige paragraaf hebben we axioma s gegeven voor de optelling en vermenigvuldiging in R, maar om R vast te leggen moeten we ook ongelijkheden in R beschouwen.

Nadere informatie

Spookgetallen. Jan van de Craats en Janina Müttel

Spookgetallen. Jan van de Craats en Janina Müttel Spookgetallen Jan van de Craats en Janina Müttel leadtekst In de serie Open Problemen deze keer drie beroemde onopgeloste raadsels. Je kunt er geen miljoen dollar mee winnen, maar wel onsterfelijke roem.

Nadere informatie

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1)

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1) Lesbrief 1 Getaltheorie I De getaltheorie houdt zich bezig met het onderzoek van eigenschappen van gehele getallen, en meer in het bijzonder, van natuurlijke getallen. In de getaltheorie is het gebruikelijk

Nadere informatie

Uitwerking Puzzel 93-1, Doelloos

Uitwerking Puzzel 93-1, Doelloos Uitwerking Puzzel 93-1, Doelloos Wobien Doyer Lieke de Rooij Volgens de titel is deze puzzel zonder doel, dus zonder bekende toepassing. Het doel is echter nul en dat is zeker in de wiskunde niet niks.

Nadere informatie

Combinatoriek groep 1

Combinatoriek groep 1 Combinatoriek groep 1 Recursie Trainingsdag 3, 2 april 2009 Getallenrijen We kunnen een rij getallen a 0, a 1, a 2,... op twee manieren definiëren: direct of recursief. Een directe formule geeft a n in

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20310 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Jansen, Bas Title: Mersenne primes and class field theory Date: 2012-12-18 Samenvatting

Nadere informatie

Deeltentamen I, Ringen en Galoistheorie, 16-4-2009, 9-12 uur

Deeltentamen I, Ringen en Galoistheorie, 16-4-2009, 9-12 uur Deeltentamen I, Ringen en Galoistheorie, 16-4-2009, 9-12 uur Geef een goede onderbouwing van je antwoorden. Succes! 1. (a) (10 pt) Ontbindt het polynoom X 3 3X+3 in irreducibele factoren in Q[X] en in

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 1 Algebraïsch rekenen (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 1 Algebraïsch rekenen (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 011 Module 1 Algebraïsch rekenen (versie augustus 011) Inhoudsopgave 1 Rekenen met haakjes 1.1 Uitwerken van haakjes en ontbinden in factoren............. 1. De

Nadere informatie

More points, lines, and planes

More points, lines, and planes More points, lines, and planes Make your own pictures! 1. Lengtes en hoeken In het vorige college hebben we het inwendig product (inproduct) gedefinieerd. Aan de hand daarvan hebben we ook de norm (lengte)

Nadere informatie

Reken mee met ABC. Vakantiecursus. Gillien Geuze Mathematisch Instituut Universiteit Leiden

Reken mee met ABC. Vakantiecursus. Gillien Geuze Mathematisch Instituut Universiteit Leiden 1 26 NAW 5/8 nr. 1 maart 2007 Reken mee met ABC Gillien Geuze, Bart de Smit Gillien Geuze Mathematisch Instituut Universiteit Leiden geuze@math.leidenuniv.nl Bart de Smit Mathematisch Instituut Universiteit

Nadere informatie

V.4 Eigenschappen van continue functies

V.4 Eigenschappen van continue functies V.4 Eigenschappen van continue functies We bestuderen een paar belangrijke stellingen over continue functies. Maxima en minima De stelling over continue functies die we in deze paragraaf bewijzen zegt

Nadere informatie

Wanneer zijn veelvouden van proniks proniks?

Wanneer zijn veelvouden van proniks proniks? 1 Uitwerking puzzel 92-1 Wanneer zijn veelvouden van proniks proniks? Harm Bakker noemde het: pro-niks voor-niks De puzzel was voor een groot deel afkomstig van Frits Göbel. Een pronik is een getal dat

Nadere informatie

In Katern 2 hebben we de volgende rekenregel bewezen, als onderdeel van rekenregel 4:

In Katern 2 hebben we de volgende rekenregel bewezen, als onderdeel van rekenregel 4: Katern 4 Bewijsmethoden Inhoudsopgave 1 Bewijs uit het ongerijmde 1 2 Extremenprincipe 4 3 Ladenprincipe 8 1 Bewijs uit het ongerijmde In Katern 2 hebben we de volgende rekenregel bewezen, als onderdeel

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Vectorruimten. 9.1 Scalairen

Hoofdstuk 9. Vectorruimten. 9.1 Scalairen Hoofdstuk 9 Vectorruimten 9.1 Scalairen In de lineaire algebra tot nu toe, hebben we steeds met reële getallen als coëfficienten gewerkt. Niets houdt ons tegen om ook matrices, lineaire vergelijkingen

Nadere informatie

Algoritmes en Priemgetallen. Hoe maak je een sleutelpaar voor RSA?

Algoritmes en Priemgetallen. Hoe maak je een sleutelpaar voor RSA? Algoritmes en Priemgetallen Hoe maak je een sleutelpaar voor RSA? Het recept van RSA Kies p q priemgetallen en bepaal N = pq Kies e Z N (publieke sleutel) Bepaal d e 1 mod φ N (privésleutel) x ed x kφ

Nadere informatie

Bijzondere getallen. Oneindig (als getal) TomVerhoeff. Technische Universiteit Eindhoven Faculteit Wiskunde en Informatica

Bijzondere getallen. Oneindig (als getal) TomVerhoeff. Technische Universiteit Eindhoven Faculteit Wiskunde en Informatica Bijzondere getallen Oneindig (als getal) TomVerhoeff Technische Universiteit Eindhoven Faculteit Wiskunde en Informatica T.Verhoeff@TUE.NL http://www.win.tue.nl/~wstomv/ Oneindig ... Oneindig 2 Top tien

Nadere informatie

IMO-selectietoets III zaterdag 3 juni 2017

IMO-selectietoets III zaterdag 3 juni 2017 IMO-selectietoets III zaterdag 3 juni 017 NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Uitwerkingen Opgave 1. Gegeven is cirkel ω met middellijn AK. Punt M ligt binnen de cirkel, niet op lijn AK. De lijn AM snijdt

Nadere informatie

Definitie 5.1. Cyclische groepen zijn groepen voortgebracht door 1 element.

Definitie 5.1. Cyclische groepen zijn groepen voortgebracht door 1 element. Hoofdstuk 5 Cyclische groepen 5.1 Definitie Definitie 5.1. Cyclische groepen zijn groepen voortgebracht door 1 element. Als G wordt voortgebracht door a en a n = e, dan noteren we de groep als C n = a.

Nadere informatie

Uitwerkingen tentamen Algebra 3 8 juni 2017, 14:00 17:00

Uitwerkingen tentamen Algebra 3 8 juni 2017, 14:00 17:00 Uitwerkingen tentamen Algebra 3 8 juni 207, 4:00 7:00 Je mocht zoals gezegd niet zonder uitleg naar opgaven verwijzen. Sommige berekeningen zijn hier weggelaten. Die moest je op je tentamen wel laten zien.

Nadere informatie

Dossier 3 PRIEMGETALLEN

Dossier 3 PRIEMGETALLEN Dossier 3 PRIEMGETALLEN atomen van de getallenleer Dr. Luc Gheysens Een priemgetal is een natuurlijk getal met twee verschillende delers, nl. 1 en het getal zelf. De priemgetallen zijn dus 2, 3, 5, 7,

Nadere informatie

Hoofdstuk 16. De vergelijking van Pell De oplossing. Stel dat N N geen kwadraat is. Beschouw de vergelijking. x 2 Ny 2 = 1

Hoofdstuk 16. De vergelijking van Pell De oplossing. Stel dat N N geen kwadraat is. Beschouw de vergelijking. x 2 Ny 2 = 1 Hoofdstuk 16 De vergelijking van Pell 16.1 De oplossing Stel dat N N geen kwadraat is. Beschouw de vergelijking x Ny = 1 in de onbekenden x, y Z 0. We noemen dit soort vergelijking de vergelijking van

Nadere informatie

Inleiding tot de Problem Solving - deel 1: Combinatoriek en getaltheorie

Inleiding tot de Problem Solving - deel 1: Combinatoriek en getaltheorie Inleiding tot de Problem Solving - deel 1: Combinatoriek en getaltheorie Jan Vonk 1 oktober 2008 1 Combinatoriek Inleiding Een gebied dat vandaag de dag haast niet onderschat kan worden binnen de wiskunde

Nadere informatie

Irreducibele polynomen

Irreducibele polynomen Irreducibele polynomen Peter Koymans Student nummer: 0748876 p.h.koymans@student.tue.nl Begeleid door Aart Blokhuis 12 augustus 2013 Department of Mathematics and Computer Science 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding

Nadere informatie

FACTORISATIE EN CRYPTOGRAFIE

FACTORISATIE EN CRYPTOGRAFIE FACTORISATIE EN CRYPTOGRAFIE UvA-MASTERCLASS WISKUNDE 1993 P. Stevenhagen Faculteit Wiskunde en Informatica Universiteit van Amsterdam 1993 INLEIDING In deze masterclass zullen we ons voornamelijk bezighouden

Nadere informatie

Discrete Wiskunde 2WC15, Lente Jan Draisma

Discrete Wiskunde 2WC15, Lente Jan Draisma Discrete Wiskunde 2WC15, Lente 2010 Jan Draisma Voorwoord Dit zijn aantekeningen voor het vak Discrete Wiskunde (2WC15), gegeven in het lentesemester van 2010. Dit vak bestaat uit twee delen: algoritmische

Nadere informatie

Algebra groep 2 & 3: Standaardtechnieken kwadratische functies

Algebra groep 2 & 3: Standaardtechnieken kwadratische functies Algebra groep 2 & 3: Standaardtechnieken kwadratische functies Trainingsweek juni 2008 Kwadraat afsplitsen Een kwadratische functie oftewel tweedegraads polynoom) px) = ax 2 + bx + c a 0) kan in verschillende

Nadere informatie

Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A

Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A Jaap van Oosten 2007-2008 1 Kardinaliteiten Opgave 1.1. Bewijs, dat R N = R. Opgave 1.2. Laat Cont de verzameling continue functies R R zijn. a) Laat zien dat

Nadere informatie

Universiteit Gent. Academiejaar Discrete Wiskunde. 1ste kandidatuur Informatica. Collegenota s. Prof. Dr.

Universiteit Gent. Academiejaar Discrete Wiskunde. 1ste kandidatuur Informatica. Collegenota s. Prof. Dr. Universiteit Gent Academiejaar 2001 2002 Discrete Wiskunde 1ste kandidatuur Informatica Collegenota s Prof. Dr. Frank De Clerck Herhalingsoefeningen 1. Bepaal het quotiënt en de rest van de deling van

Nadere informatie

IMO-selectietoets I donderdag 2 juni 2016

IMO-selectietoets I donderdag 2 juni 2016 IMO-selectietoets I donderdag juni 016 NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Uitwerkingen Opgave 1. Zij ABC een scherphoekige driehoek. Zij H het voetpunt van de hoogtelijn vanuit C op AB. Veronderstel

Nadere informatie

Complexe e-macht en complexe polynomen

Complexe e-macht en complexe polynomen Aanvulling Complexe e-macht en complexe polynomen Dit stuk is een uitbreiding van Appendix I, Complex Numbers De complexe e-macht wordt ingevoerd en het onderwerp polynomen wordt in samenhang met nulpunten

Nadere informatie

Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1)

Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1) Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1) Trainingsdag 3, april 009 Driehoeksongelijkheid Driehoeksongelijkheid Voor drie punten in het vlak A, B en C geldt altijd dat AC + CB AB. Gelijkheid geldt precies

Nadere informatie

priemrecords? Jaap Top

priemrecords? Jaap Top priemrecords? Jaap Top JBI-RuG & DIAMANT j.top@rug.nl 18-23 april 2013 (Collegecaroussel, Groningen) 1 priemrecords?! over priemgetallen 2, 3, 5, 7,..., 101,..., 2017,...... p priem: niet deelbaar door

Nadere informatie

Hoe je het cryptosysteem RSA soms kunt kraken. Benne de Weger

Hoe je het cryptosysteem RSA soms kunt kraken. Benne de Weger Hoe je het cryptosysteem RSA soms kunt kraken Benne de Weger 28 aug. / 4 sept. RSA 1/38 asymmetrisch cryptosysteem versleutelen met de publieke sleutel ontsleutelen met de bijbehorende privé-sleutel gebaseerd

Nadere informatie

RINGEN EN LICHAMEN. Aanvullende opgaven met uitwerkingen

RINGEN EN LICHAMEN. Aanvullende opgaven met uitwerkingen RINGEN EN LICHAMEN Aanvullende opgaven met uitwerkingen Hierna volgen een aantal aanvullende opgaven die gaan over kernbegrippen uit de eerste hoofdstukken van Ringen en Lichamen. Probeer deze opgaven

Nadere informatie

Ter Leering ende Vermaeck

Ter Leering ende Vermaeck Ter Leering ende Vermaeck 15 december 2011 1 Caleidoscoop 1. Geef een relatie op Z die niet reflexief of symmetrisch is, maar wel transitief. 2. Geef een relatie op Z die niet symmetrisch is, maar wel

Nadere informatie

Enkele valkuilen om te vermijden

Enkele valkuilen om te vermijden Enkele valkuilen om te vermijden Dit document is bedoeld om per onderwerp enkele nuttige strategieën voor opgaven te geven. Ook wordt er op een aantal veelgemaakte fouten gewezen. Het is géén volledige

Nadere informatie

Wiskundige beweringen en hun bewijzen

Wiskundige beweringen en hun bewijzen Wiskundige beweringen en hun bewijzen Analyse (en feitelijk de gehele wiskunde) gaat over het bewijzen van beweringen (proposities), d.w.z. uitspraken waaraan de karakterisering waar of onwaar toegekend

Nadere informatie

handleiding ontbinden

handleiding ontbinden handleiding ontbinden inhoudsopgave inhoudsopgave de grote lijn 3 Bespreking per paragraaf 4 Applets 4 1 met gegeven product 4 ontbinden van getallen 4 3 vergelijkingen 5 4 onderzoek 6 tijdpad 9 materialen

Nadere informatie

Oneindig in Wiskunde & Informatica. Lezing in de reeks Oneindig 3 oktober 2007 / Studium Generale TU Delft. Tom Verhoeff

Oneindig in Wiskunde & Informatica. Lezing in de reeks Oneindig 3 oktober 2007 / Studium Generale TU Delft. Tom Verhoeff Oneindig in Wiskunde & Informatica Lezing in de reeks Oneindig 3 oktober 2007 / Studium Generale TU Delft Tom Verhoeff Technische Universiteit Eindhoven Faculteit Wiskunde & Informatica http://www.win.tue.nl/~wstomv/

Nadere informatie

E.T.G. Schlebusch. Het Hasse-principe. Bachelorscriptie, 20 juni Scriptiebegeleider: dr. R.M. van Luijk

E.T.G. Schlebusch. Het Hasse-principe. Bachelorscriptie, 20 juni Scriptiebegeleider: dr. R.M. van Luijk E.T.G. Schlebusch Het Hasse-principe Bachelorscriptie, 20 juni 2012 Scriptiebegeleider: dr. R.M. van Luijk Mathematisch Instituut, Universiteit Leiden Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Het lichaam van p-adische

Nadere informatie

PG blok 4 werkboek bijeenkomst 4 en 5

PG blok 4 werkboek bijeenkomst 4 en 5 2015-2015 PG blok 4 werkboek bijeenkomst 4 en 5 Inhoud Kenmerken van deelbaarheid (herhaling)...1 Ontbinden in factoren...1 Priemgetallen (herhaling)...2 Ontbinden in priemfactoren...2 KGV (Kleinste Gemene

Nadere informatie

Priemtesten en priemontbinding

Priemtesten en priemontbinding Hoofdstuk 8 Priemtesten en priemontbinding 8.1 Complexiteit We hebben het al in eerdere hoofdstukken gezegd, ontbinding van grote getallen in priemfactoren is moeilijk. Ontbinding van willekeurige getallen

Nadere informatie

3.2 Vectoren and matrices

3.2 Vectoren and matrices we c = 6 c 2 = 62966 c 3 = 32447966 c 4 = 72966 c 5 = 2632833 c 6 = 4947966 Sectie 32 VECTOREN AND MATRICES Maar het is a priori helemaal niet zeker dat het stelsel vergelijkingen dat opgelost moet worden,

Nadere informatie

Overzicht Fourier-theorie

Overzicht Fourier-theorie B Overzicht Fourier-theorie In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de belangrijkste resultaten van de Fourier-theorie. Dit kan als steun dienen ter voorbereiding op het tentamen. Fourier-reeksen van

Nadere informatie

Mersenne- en Fermatgetallen

Mersenne- en Fermatgetallen Hoofdstuk 5 Mersenne- en Fermatgetallen 5.1 Mersennegetallen Uit Hoofdstuk 4 is naar voren gekomen dat getallen van de vorm 2 n 1 met n 2 en hun al of niet priem zijn van belang is voor de constructie

Nadere informatie

Selectietoets vrijdag 22 maart 2019

Selectietoets vrijdag 22 maart 2019 Selectietoets vrijdag 22 maart 2019 NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Uitwerkingen Opgave 1. Bewijs dat er voor elke positieve gehele n hoogstens twee paren (a, b) van positieve gehele getallen bestaan

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleiding. Lichamen

Hoofdstuk 1. Inleiding. Lichamen Hoofdstuk 1 Lichamen Inleiding In Lineaire Algebra 1 en 2 heb je al kennis gemaakt met de twee belangrijkste begrippen uit de lineaire algebra: vectorruimte en lineaire afbeelding. In dit hoofdstuk gaan

Nadere informatie

1. Orthogonale Hyperbolen

1. Orthogonale Hyperbolen . Orthogonale Hyperbolen a + b In dit hoofdstuk wordt de grafiek van functies van de vorm y besproken. Functies c + d van deze vorm noemen we gebroken lineaire functies. De grafieken van dit soort functies

Nadere informatie

1 Rekenen in eindige precisie

1 Rekenen in eindige precisie Rekenen in eindige precisie Een computer rekent per definitie met een eindige deelverzameling van getallen. In dit hoofdstuk bekijken we hoe dit binnen een computer is ingericht, en wat daarvan de gevolgen

Nadere informatie

Selectietoets vrijdag 9 maart 2018

Selectietoets vrijdag 9 maart 2018 Selectietoets vrijdag 9 maart 2018 NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Uitwerkingen Opgave 1. We hebben 1000 ballen in 40 verschillende kleuren, waarbij er van elke kleur precies 25 ballen zijn. Bepaal

Nadere informatie

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking 10 december 2013, 09:30 12:30 Dit tentamen bevat 5 opgaven; zie ook de ommezijde. Alle opgaven tellen even zwaar (10 punten); je cijfer is

Nadere informatie

Uitwerkingen toets 18 maart 2011

Uitwerkingen toets 18 maart 2011 Uitwerkingen toets 8 maart 20 Opgave. Alle positieve gehele getallen worden rood of groen gekleurd, zodat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: Er zijn zowel rode als groene getallen. De som van drie

Nadere informatie

Grafieken van veeltermfuncties

Grafieken van veeltermfuncties (HOOFDSTUK 43, uit College Mathematics, door Frank Ayres, Jr. and Philip A. Schmidt, Schaum s Series, McGraw-Hill, New York; dit is de voorbereiding voor een uit te geven Nederlandse vertaling). Grafieken

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 008 Algebraïsch rekenen (versie 7 juni 008) Inleiding In deze module worden een aantal basisrekentechnieken herhaald. De nadruk ligt vooral op het symbolisch rekenen.

Nadere informatie

1 Kettingbreuken van rationale getallen

1 Kettingbreuken van rationale getallen Kettingbreuken van rationale getallen Laten we eens starten met een breuk bijvoorbeeld 37/3 Laten we hier ons kettingbreuk algoritme op los, We concluderen hieruit dat 37 3 3 + 3 + + 37 3 + + + hetgeen

Nadere informatie

Uitwerkingen toets 9 juni 2012

Uitwerkingen toets 9 juni 2012 Uitwerkingen toets 9 juni 0 Opgave. Voor positieve gehele getallen a en b definiëren we a b = a b ggd(a, b). Bewijs dat voor elk geheel getal n > geldt: n is een priemmacht (d.w.z. dat n te schrijven is

Nadere informatie

Ruimtemeetkunde deel 1

Ruimtemeetkunde deel 1 Ruimtemeetkunde deel 1 1 Punten We weten reeds dat Π 0 het meetkundig model is voor de vectorruimte R 2. We definiëren nu op dezelfde manier E 0 als meetkundig model voor de vectorruimte R 3. De elementen

Nadere informatie

Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters

Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters Maerlant College Brielle 5 oktober 2009 c Swier Garst - RGO Middelharnis 2 Inhoudsopgave Rekenen met gehele getallen 7. De gehele getallen.....................................

Nadere informatie

Uitwerkingen toets 9 juni 2010

Uitwerkingen toets 9 juni 2010 Uitwerkingen toets 9 juni 2010 Opgave 1. Zij ABC een scherphoekige driehoek met de eigenschap BAC = 45. Zij D het voetpunt van de loodlijn vanuit C op AB. Zij P een inwendig punt van het lijnstuk CD. Bewijs

Nadere informatie

cyclotomische polynomen

cyclotomische polynomen Coëfficiënten van cyclotomische polynomen Joris Luijsterburg Studentnummer: 0314137 Maart 2009 Bachelorscriptie Onder begeleiding van Dr. W. Bosma Wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en

Nadere informatie