Schrijfstrategie, woordroos, Frans, motivatie, feedback.

Transcriptie

1 Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Links Bibliografische referentie Drs. C.A. Dekker-Kos Frans Paper 3 Betere voorbereiding voor minder fouten bij schrijfopdrachten Frans Door het trainen van het schrijven van korte zinnen in in lengte opbouwende teksten en daarbij vertalen vanuit het Nederlands voorkomen, zullen leerlingen minder fouten maken. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam 4 havo Schrijfstrategie, woordroos, Frans, motivatie, feedback. Dekker-Kos, C.A. (2014). Betere voorbereiding voor minder fouten bij schrijfopdrachten Frans. Amsterdam: Interfacultaire Lerarenopleidingen UvA. Studentnummer Begeleider(s) Drs. Ch. Weststrate, drs. K. Willemsen Beoordelaar(s) E. Reffeltrath, T. Groenendijk indien bekend Datum Abstract Paper 1 In havo4 maken leerlingen veel fouten in schrijfopdrachten door een slechte voorbereiding en het gebruik van onnodig lange en ingewikkelde zinnen. Om dit probleem op te lossen heb ik de volgende ontwerphypothese voor mijn ontwerponderzoek: Als ik leerlingen in 4havo betere opdrachten geef en strategieën leer om in kleine stapjes in korte zinnen te gaan schrijven en zij dit direct in het Frans doen, geleid door woordrozen en chunks en het geven, ontvangen en verwerken van feedback, zullen ze kortere zinnen maken bij het schrijven van Franse teksten en ze zullen daarbij ook minder fouten maken. In mijn lesontwerp zal ik de volgende ontwerpregels toepassen: Motivatie met behulp van oefeningen gericht op de (digitale) wereld van jongeren zal ik de jongeren motiveren voor de schrijfopdrachten leerstrategisch repertoire - door het aanleren van strategieën, zal het schrijfproces versoepelt worden. Feedback: leerlingen leren door het geven, ontvangen en verwerken van feedback. Focus on Form: de leerlingen krijgen enkele tips om het vertalen van ingewikkelde Nederlandse zinnen te voorkomen en in plaats daarvan korte bondige zinnen te gebruiken.

2 Paper 3 Onderzoeksaanpak Als ik leerlingen in 4havo betere opdrachten geef en strategieën leer om in kleine stapjes in korte zinnen te gaan schrijven en zij dit direct in het Frans doen, geleid door woordrozen en chunks en het geven, ontvangen en verwerken van feedback, zullen ze kortere zinnen maken bij het schrijven van Franse teksten en ze zullen daarbij ook minder fouten maken. De onderzoeksgroep omvat een 4havo klas met 25 leerlingen. Ik zal voorafgaand aan de lessenserie, als voormeting, de leerlingen een korte tekst laten schrijven. De opdracht luidt als volgt: Ecris en 100 mots comment sera ta vie dans 5 ans (omschrijf in 100 woorden hoe je leven er uit zal zien over 5 jaar). Ik zal de leerlingen hierbij aangeven alle strategieen die ze kennen toe te passen bij het schrijven van de tekst. Vervolgens zal ik de leerlingen 4 schrijflessen geven (zoals omschreven in paper 2) waarin ze leren om elke schrijfopdracht die ze krijgen structureel aan te pakken door het maken van een woordroos/woordschema. Verder worden ze gestimuleerd tot het schrijven met behulp van korte zinnen. Hierbij zal ik ook een korte instructie geven met betrekking tot de standaard zinsvolgorde in het Frans, waarbij leerlingen de zinnen zo kort mogelijk maken en punten durven zetten. Aan het einde van de lessenserie, krijgen ze nogmaals een schrijfopdracht, die lijkt op de nulmeting: omschrijf in 100 woorden hoe jouw leven eruit ziet als je 30 jaar bent. Waarbij ze wederom de opdracht meekrijgen om zich voordat ze gaan schrijven zo goed mogelijk voorbereiden op het schrijven en zoveel mogelijk strategieën mbt schrijven toe te passen. De leerlingen leveren bij de voor- en nameting ook al hun kladwerk in. De leerlingen zullen voor beide teksten een beoordeling krijgen. De Rubrics voor deze opdrachten zijn bijgevoegd in bijlage 1. In deze rubrics zal ik met name focussen op de het taalgebruik, zinsconstructies, vocabulaire en planning. Evaluatie en data-analyse De voor- en nameting zijn schrijfopdrachten van gelijke moeilijkheidsgraad (dit is overlegd met de vakdidacticus) zodat de gegevens voor en na de interventie met elkaar kunnen worden vergeleken. Ik zal in beide metingen de gemiddelde zinslengte in woorden berekenen. Vervolgens zal ik berekenen of er een verband bestaat tussen de lengte van de zinnen en aantal gemaakte fouten, waarbij ik verwacht dat de leerlingen die zichzelf hebben aangeleerd om kortere zinnen te maken, minder fouten zullen maken. De resultaten zullen als volgt in een tabel worden weergegeven, zie tabel 1. Leerling Resultaat voormeting Zinslengte voormeting Resultaat nameting Zinslengte nameting Leerling A x y x y Leerling B Leerling C Etc. Tabel 1 Uitslag voor- en nameting schrijfopdracht havo4 Om te weten of de interventie een verbetering teweeg heeft gebracht zal ik de resultaten in de nameting (y) vergelijken met de resultaten in de voormeting(x). Dit zal berekenen door middel van een t-test.

3 Om verder te kijken of er een verband bestaat tussen de resultaten (x) en de gemiddelde zinslengte (y), zal ik een correlatie test uitvoeren op de resultaten uit de voormeting en op de resultaten uit de nameting. Er is sprake van correlatie tussen x en y als r uit onderstaande formule hoger ligt dan 0.5: N( xy) ( x)( y) r = [N x 2 ( x) 2 ][N y 2 ( y) 2 ] Figuur 1 Bron: syllabus 2002 statistiek, hoofdstuk 5. Verkregen tijdens college Hoe leer je Frans? van Petra Sleeman Voor het controleren van deze gegevens zal ik de hulp van het ILO onderzoeks team inschakelen.

4 Literatuur Bimmel, P., Canton, J., Fasoglio, D., & Rijlaarsdam, G. (Eds.). (2008).Handboek ontwerpen talen (Vol. 3). Amsterdam University Press. Bimmel, P. en Weststrate, Ch. (2014) Vakdidactiek in 50 werkbladen Amsterdam Vossiuspers. (in druk) Bosquet, M., Rennes, Y. (2011). Pourquoi pas! 2 Livre d élève. Paris, Editions des langues. Elftorp, F. (2008). How to Improve Students Writing and Speaking Skills. Paulus, T. M. (1999). The effect of peer and teacher feedback on student writing. Journal of second language writing, 8(3), Richters, J., Fiori, L., & Zuidgeest, M. (2012). Writing Box. Amersfoort: CPS, in opdracht van het ministerie van OCW. Staatsen, F., Heebing, S., & van Renselaar, E. (2009). Moderne vreemde talen in de onderbouw. Bussum, Coutinho. Sylabus Statistiek, hoofdstuk 5,verkregen tijdens college Hoe leer je Frans? van Petra Sleeman (2013) auteur onbekend, Universiteit van Amsterdam. Til, van A., Beeker, A., Fasoglio, D., Trimbos, B. (2011) Toetsen en beoordelen met het ERK. Cito/SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Arnhem/Enschede Westhoff, G. (1981). Inleiding en model didactische analyse. Pedagogisch Instituut voor de leraarsopleiding, Universiteitscentrum Utrecht. Westhoff, G. J., & Wijnen, W. H. F. W. (2009). Leren overdragen of het geheim van de flipperkast: Elementaire leerpsychologie voor de onderwijspraktijk. MesoConsult. Westhoff, G. J. (2008). Een 'schijf van vijf'voor het vreemdetalenonderwijs (revisited). Woodall, B. R. (2002). Language-switching: Using the first language while writing in a second language. Journal of Second Language Writing, 11(1), 7-28.

5

6 Bijlage 1 Rubrics bij schrijfopdracht voor- en nameting Goed Voldoende Matig onvoldoende Taalgebruik Het taalgebruik is nagenoeg foutloos. (max. 4 fouten) 4 Er zijn enkele spellings- en constructie fouten gemaakt (4-8 De tekst bevat meer dan 8, maar minder dan 12 fouten) 2 De tekst bevat 12 of meer taalfouten in de spelling of zinsconstructie. 1 Zinsconstructie De tekst is geschreven met compacte heldere en duidelijke zinnen. 4 Vocabulaire Het gebruik van het vocabulaire is voldoende afwisselend en de juiste woordvormen zijn gekozen. 4 Planning Totaal Door middel van het kladpapier is zichtbaar dat deze leerling de schrijfopdracht goed voorbereid alvorens te gaan schrijven punten fouten) 3 De meeste zinnen in deze tekst lopen helder, vlot en correct. 3 Het gebruikte vocabulaire is enigzins afwisselend en meestal wordt de juiste woordvorm gekozen. 3 Door middel van het kladpapier is zichtbaar dat de leerling zich enigzins voorbereid alvorens te gaan schrijven. 3 De tekst bevat redelijk wat fouten met betrekking tot de zinsopbouw. 2 Het gekozen vocabulaire is eenvoudig en eenzijdig en meestal wordt de juiste woordvorm gekozen. 2 Door middel van het kladpapie is zichtbaar dat de leerlinge zich niet goed voorbereid alvorens te gaan schrijven. 2 De zinsopbouw van de meeste zinnen is onvoldoende. 1 Het gekozen vocabulaire is eenvoudig en de gekozen woordvormen zijn niet logisch. 1 Door middel van het kladpapier of door afwezigheid van het kladpapier is te zien dat deze leerlinge zich niet voorbereid alvorens te gaan schrijven. 1 De normering: 1 1,3 2 1,6 3 1,8 4 2,3 5 2,8 6 3,4 7 3,9 8 4,5 9 5,1 10 5,6 11 6,2 12 6,8 13 7,3 14 8,0 15 9, ,0