Deze publicatie is samengesteld door de directie Kennis van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Deze publicatie is samengesteld door de directie Kennis van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap."

Transcriptie

1

2

3 Deze publicatie is samengesteld door de directie Kennis van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Voor vragen en/of opmerkingen kunt u terecht bij: Paula Boswinkel ( ; p.d.h.boswinkel@minocw.nl) Daphne de Wit ( ; d.p.s.dewit@minocw.nl) Kerncijfers OCW

4 Voorwoord Inhoud en leeswijzer Voor u ligt de twaalfde editie van Kerncijfers OCW. In deze publicatie presenteert het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de meest recente cijfers over de resultaten en staat van zijn beleidsterreinen. Daarmee legt het ministerie op een inzichtelijke manier verantwoording af over zijn beleid. Net als de vorige edities bestaat Kerncijfers uit een aantal vaste hoofdstukken met informatie over onderwijs, studiefinanciering, cultuur en media, en wetenschap. Nieuw dit jaar zijn cijfers over kinderopvang en emancipatie. Deze twee beleidsterreinen zijn met de komst van het huidige kabinet overgegaan naar OCW. Per onderwijssector vindt u informatie over deelnemers, instellingen, personeel, resultaten en uitgaven. Daarnaast is er extra aandacht voor thema s als voor- en vroegschoolse educatie, voortijdig schoolverlaters, Leven lang leren, de arbeidsmarkt voor onderwijzend personeel en het Nederlandse onderwijs in internationaal perspectief. In Kerncijfers zijn ook gegevens over het groene onderwijs van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) opgenomen. Kerncijfers bevat sinds enkele jaren een bijdrage van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De bijdrage in deze editie geeft inzicht in de aansluiting tussen opleidingen en arbeidsmarkt, de omvang en verscheidenheid van het niet-bekostigd onderwijs, de situatie van allochtone leerlingen in het voortgezet onderwijs en het mbo, en de deelname aan het hoger onderwijs in internationaal perspectief. In het Hoofdstuk Cultuur en Media komt een breed scala cultuuruitingen voor het voetlicht. Zo passeren podiumkunsten, de Nederlandse film, pers en omroep, openbare bibliotheken en cultureel erfgoed de revue. Tot slot vindt u in deze Kerncijfers informatie over wetenschappelijk onderzoek. Er zijn paragrafen over de wisselwerking tussen maatschappij en wetenschap, onderzoeksinstituten en hun personeel, universitair onderzoek en over promoties en gepromoveerden. Ik hoop dat u in Kerncijfers ook dit jaar weer de feiten over OCW vindt die u zoekt. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap In Kerncijfers vindt u de belangrijkste ontwikkelingen van OCW in cijfers. Het eerste hoofdstuk toont kort enkele kengetallen van de verschillende beleidsterreinen van OCW. De twee daaropvolgende hoofdstukken geven vervolgens een samenvattend beeld van de belangrijkste ontwikkelingen in het Nederlandse onderwijsstelsel. Het Hoofdstuk Onderwijs nationaal laat de belangrijkste kerncijfers van het onderwijs in Nederland zien. U treft hier onder andere cijfers over de deelname aan het onderwijs, de deelnemersstromen door het onderwijs en het opleidingsniveau van de bevolking aan. Daarnaast bevat dit hoofdstuk drie themaparagrafen, namelijk Voortijdig schoolverlaters, Niet-bekostigd onderwijs en Leven lang leren. Het Hoofdstuk Onderwijs internationaal toont het Nederlandse onderwijs in internationaal perspectief. Het hoofdstuk begint met de binnen de Europese Unie afgesproken doelstellingen. Aan de hand van een aantal aspecten, zoals onderwijsdeelname, prestaties van leerlingen en opleidingsniveau van de bevolking, wordt duidelijk hoe het Nederlandse onderwijs er internationaal voor staat. In het Hoofdstuk Onderwijs internationaal zijn dit jaar voor het eerst themaparagrafen opgenomen; de CBS-bijdrage Hoger onderwijs internationaal en een bijdrage van het Eurydice netwerk over het Bolognaproces, steun aan studenten en studentmobiliteit. In de hoofdstukken die volgen treft u cijfers aan over de afzonderlijke onderwijssectoren en over studiefinanciering. Vervolgens vindt u het nieuwe Hoofdstuk Kinderopvang met informatie over de financiën, de kwaliteit, het gebruik en het aanbod ervan. In de laatste hoofdstukken komen de beleidsterreinen cultuur en media, wetenschap en emancipatie aan de orde. In het nieuwe Hoofdstuk Emancipatie vindt u gegevens over het emancipatiebeleid voor homo s, vrouwen en in het bijzonder allochtone vrouwen. Het slothoofdstuk van Kerncijfers bevat informatie over het groene onderwijs. In de bijlagen vindt u een algemene technische toelichting op de cijfers. Naast een aansluittabel die de verschillen verklaart tussen de door OCW en CBS/OESO gehanteerde definities voor de uitgaven, vindt u daar dit jaar voor het eerst een bijdrage van het CBS over de verschillen in cijfers en indeling van OCW en CBS over het hoger onderwijs. Verder staat in de bijlage een lijst van de opgenomen figuren, tabellen en afkortingen en een trefwoordenregister. Dr. Ronald H. A. Plasterk 3 Kerncijfers OCW

5 Inhoudsopgave Kerncijfers OCW Voorwoord Inhoud en leeswijzer 3 Inhoudsopgave 4 1 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het kort 6 2 Onderwijs nationaal Het Nederlandse onderwijs 8 Leerlingen en studenten 10 Opleidingsniveau en arbeidsmarkt 16 Instellingen en personeel 18 Uitgaven 22 Voortijdig schoolverlaters 26 Niet-bekostigd onderwijs 30 Leven lang leren 32 3 Onderwijs internationaal EU-doelstellingen 36 Deelname internationaal 38 Opbrengst internationaal 40 Opleidingsniveau en arbeidsmarkt internationaal 44 Personeel internationaal 48 Uitgaven internationaal 50 Hoger onderwijs internationaal 52 Het Bolognaproces 54 Steun aan studenten Studentmobiliteit 56 4 Primair onderwijs Stelsel en financiën po 58 Financiën van instellingen po 60 Leerlingen po 62 Stromen po 64 Instellingen po 66 Personeel en arbeidsmarkt po 68 Voor- en vroegschoolse educatie (vve) 70 5 Voortgezet onderwijs Stelsel en financiën vo 72 Financiën van instellingen vo 74 Leerlingen vo 76 Stromen en rendement vo 78 Instellingen en personeel vo 80 Profielkeuze vo 82 Allochtone leerlingen in het vo 84 6 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie Stelsel en financiën bve 86 Financiën van instellingen bve 88 Deelnemers bve 90 Stromen en rendement bve 92 Instellingen en personeel bve 94 Arbeidsmarktpositie mbo-schoolverlaters 96 Allochtone deelnemers in het mbo 98 7 Hoger beroepsonderwijs Stelsel en financiën hbo 100 Financiën van instellingen hbo 102 Studenten hbo 104 Verblijfsduur en rendement hbo 106 Instellingen en personeel hbo 108 Aansluiting vooropleiding hbo Wetenschappelijk onderwijs Stelsel en financiën wo 112 Financiën van instellingen wo 114 Studenten wo 116 Verblijfsduur en rendement wo 118 Instellingen en personeel wo 120 Allochtonen in het hoger onderwijs 122 Afgestudeerden hoger onderwijs op de arbeidsmarkt 124 Kerncijfers OCW 4

6 9 Studiefinanciering Stelsel en financiën studiefinanciering 126 Studiefinanciering: beurzen, lenen en bijverdienen 128 Studiefinanciering: gerechtigden 130 Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten 132 Les- en cursusgeld en actuele thema s Kinderopvang Stelsel en financiën kinderopvang 136 Kwaliteit en gebruik kinderopvang 138 Organisaties en personeel kinderopvang 140 Bijlagen OCW-uitgaven en nationale context 180 Onderwijsuitgaven (inter-) nationaal gezien 182 Cijfers en indeling hoger onderwijs 184 en begrippen 186 Lijst van figuren 200 Lijst van tabellen 204 Lijst van afkortingen 208 Trefwoorden Cultuur en Media Stelsel en financiën cultuur en media 142 Kunsten 144 Kunsten: film 146 Media 148 Letteren en bibliotheken 150 Cultureel erfgoed Wetenschap Stelsel en financiën wetenschap 154 Financiën van instellingen wetenschap 156 Personeel en onderzoekers wetenschap 158 Universitair onderzoek 160 Wisselwerking en kennistransfer wetenschap 162 Promoties en gepromoveerden 164 Internationaal wetenschap Emancipatie Emancipatie Groen onderwijs (LNV) Stelsel en financiën groen onderwijs 174 Deelnemers en instellingen groen onderwijs Kerncijfers OCW

7 OCW Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het kort Onderwijs De afgelopen jaren is het aantal onderwijsdeelnemers sterk gegroeid. In totaal volgden in het schooljaar 2007/08 ongeveer 3,7 miljoen mensen het door de overheid bekostigde onderwijs. Het onderwijs op ongeveer scholen biedt hen de kans hun eigen mogelijkheden te ontdekken, te ontplooien en te gebruiken. Het aantal leerlingen en studenten dat een diploma haalde, is de laatste jaren opgelopen tot meer dan 400 duizend in De OCW-uitgaven aan onderwijs bedroegen in hetzelfde schooljaar 23,3 miljard euro, de LNV-uitgaven 0,7 miljard euro. De uitgaven aan studiefinanciering 3,6 miljard euro zijn hierin niet begrepen. Het door OCW-bekostigde onderwijs telt bijna 320 duizend fulltime arbeidsplaatsen. Cultuur en Media OCW bevordert een breed aanbod van cultuur en stimuleert dat meer mensen cultuur bezoeken. In 2006 bezochten ruim 3,2 miljoen mensen de gesubsidieerde podiumkunsten in Nederland. 191 gezelschappen voerden bijna 15 duizend voorstellingen op in Nederland. Aan de podiumkunsten heeft OCW in 2006 bijna 177 miljoen euro uitgegeven. Dat is circa 55 euro per bezoek. In 2007 zijn de OCW-uitgaven aan podiumkunsten gestegen naar ruim 192 miljoen euro. In 2006 registreerden de 30 gesubsidieerde musea 5,9 miljoen bezoeken. Deze musea hebben in 2006 ruim 152 miljoen euro via OCW ontvangen, wat neerkomt op ongeveer 26 euro per bezoek. De OCW uitgaven aan musea in 2007 bedroegen 186 miljoen euro. De publieke omroepen hadden in 2007 een kijktijdaandeel (tussen 18 en 24 uur) van circa 33 procent. De OCW-uitgaven voor de landelijke omroepen bedroegen bijna 724 miljoen euro in Wetenschap OCW bevordert een onderzoeksklimaat dat bijdraagt aan de kennismaatschappij. Mede daardoor verschenen in 2006 ongeveer 60 duizend wetenschappelijke publicaties, ruim 3 duizend dissertaties en ruim 13 duizend vakpublicaties vanuit de universiteiten. In het wetenschappelijk onderwijs zijn in 2006 circa 29 duizend onderzoekers (fte) voor Research en Development (R&D) ingezet. Bij onderzoeksinstellingen zijn dat er bijna 13 duizend. De OCW-uitgaven voor Onderzoek en wetenschapsbeleid bedroegen 972 miljoen euro in Dit is exclusief de financiering van wetenschappelijk onderzoek via de universiteiten. Kinderopvang en Emancipatie In deze editie van Kerncijfers zijn voor het eerst cijfers over kinderopvang en emancipatie opgenomen. Deze beleidsterreinen zijn bij de vorming van het huidige kabinet overgegaan naar OCW. Voor de jaren 2005 en 2006 zijn de uitgaven voor kinderopvang verantwoord in de jaarverslagen van het ministerie van SZW. De uitgaven voor kinderopvang zijn in de jaren 2005, 2006 en 2007 niet vergelijkbaar. Zo zijn de uitgaven 2005 en 2006 bijvoorbeeld exclusief de werkgeversbijdragen en voor 2007 inclusief. Figuur 1.1 Gesaldeerde uitgaven OCW Per hoofdtaak, inclusief overige uitgaven (x 1 mld) Onderwijs Studiefinanciering Kinderopvang Cultuur en Media Onderzoek (owb, wo) Kerncijfers OCW 6

8 Tabel 1.1 Diverse bronnen; zie volgende hoofdstukken Onderwijs: Inclusief groen onderwijs mbo: gediplomeerden van alle niveaus mbo-gediplomeerden 2007 zijn geraamd De uitstroomcijfers met diploma zijn exclusief de stroom vanuit vavo Zie bijlage en Begrippen, deel C. Tabel 1.2 Diverse bronnen; zie volgende hoofdstukken Resultaten Onderwijs (aantal x 1.000) Deelnemers 3.578, , , , ,5 Gediplomeerden vo, mbo, hbo en wo 371,8 388,6 394,1 403,4 407,8 Uitstroom uit onderwijs met diploma vo, mbo, hbo en wo 195,8 189,7 179,9 174,9 -- Cultuur en Media Bezoeken podiumkunsten (NED) (aantal x 1.000) Bezoeken gesubsidieerde musea (aantal x 1.000) Kijktijdaandeel publieke omroep (in procenten) 36,6 38,5 35,0 33,9 33,1 Wetenschap (universiteiten, aantal) Wetenschappelijke publicaties Dissertaties Vakpublicaties Instellingen en personeel Onderwijs (aantal) Instellingen Personeel (fte's x 1.000) 311,4 310,5 311,1 314,7 318,1 Exclusief groen onderwijs Personeel ho: waarde 2006 ook aangehouden voor 2007 Cultuur en Media (aantal) Musea gesubsidieerd Gezelschappen Bibliotheken (vestigingen) Wetenschap (fte's x 1.000) R&D personeel ho 27,2 28,1 28,4 29,1 -- R&D personeel onderzoekinstellingen 14,3 13,6 12,7 12,8 -- Tabel 1.3 Jaarverslagen OCW Jaarverslagen SZW (2005, 2006) OCW-uitgaven: afgeleid van Tabel 15.1 Kinderopvang: in 2005 en 2006 SZW Overige uitgaven: Overige programma uitgaven, Ministerie Algemeen en Overige niet-beleidsartikelen Uitgaven (x 1 mln) OCW-uitgaven , , , , ,4 Onderwijs , , , , ,5 Studiefinanciering 2.682, , , , ,2 Kinderopvang.. (675,0) (931,0) 2.064,2 Cultuur en Media 1.549, , , , ,6 Onderzoek en wetenschapsbeleid 773,3 813,3 839,2 926,2 971,9 Overige uitgaven 747,9 378,7 370,0 383,3 331,0 LNV-uitgaven voor onderwijs 581,0 608,2 638,2 660,3 691,5 7 Kerncijfers OCW

9 Onderwijs nationaal Het Nederlandse onderwijs Het Nederlandse onderwijsstelsel Nederland kent beperkte onderwijsvoorzieningen voor kinderen jonger dan vier jaar. Voor- en vroegschoolse educatie richt zich op kinderen van 2 tot en met 5 jaar die risico lopen op een onderwijsachterstand. De meeste Nederlandse kinderen gaan in hun vierde levensjaar naar het basisonderwijs, hoewel de leerplicht geldt vanaf 5 jaar. Het basisonderwijs duurt 8 jaar. Voor leerlingen die specialistische zorg en ondersteuning nodig hebben, bestaan het speciaal (basis-) onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs. Op gemiddeld 12-jarige leeftijd gaan kinderen naar het voortgezet onderwijs. Binnen het vo gaan leerlingen naar het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) of het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo). Tevens kunnen leerlingen doorstromen naar het praktijkonderwijs (pro) of het voortgezet speciaal onderwijs (vso). Na het speciaal (basis-)onderwijs stromen de meeste leerlingen door naar het vmbo (waaronder lwoo) en het pro. Binnen het vmbo bestaan vier leerwegen; basisberoepsgerichte leerweg (bl), kaderberoepsgerichte leerweg (kl), gemengde leerweg (gl), theoretische leerweg (tl, vergelijkbaar met voorheen het mavo). Daarnaast kunnen leerlingen in het vmbo extra ondersteuning krijgen in het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo). Na het vmbo kiezen leerlingen, gemiddeld op 16-jarige leeftijd, voor het middelbaar beroepsonderwijs. Gediplomeerden van de theoretische leerweg kunnen ook doorstromen naar het havo. Het havo is bedoeld als voorbereiding op het hoger beroepsonderwijs. Het vwo is bedoeld als voorbereiding op het wetenschappelijk onderwijs. In de praktijk stromen vwo-gediplomeerden ook door naar het hbo. Figuur 2.1 Stromen in het Nederlandse onderwijs In procenten van een cohort uitstromende basisonderwijsleerlingen, 2006 Er is een verschil in duur tussen de onderwijssoorten. Het vmbo duurt 4 jaar, het havo 5 jaar en het vwo 6 jaar. Het mbo bestaat uit de beroepsopleidende leerweg (bol) en de beroepsbegeleidende leerweg (bbl). Er zijn 4 kwalificatieniveaus: assistentopleiding (niveau 1), basisberoepsopleiding (niveau 2), vakopleiding (niveau 3) en middenkader- en specialistenopleiding (niveau 4). De maximale opleidingsduur is 4 jaar. Het hbo leidt in 4 jaar op tot een bachelordiploma. In het wo kan in 3 jaar een bachelordiploma behaald worden. De masteropleiding duurt 1 of 2 jaar. Beeld van het stelsel In de OCW-begroting 2008 is veel aandacht besteed aan de formulering van doelstellingen en bijbehorende indicatoren en streefwaarden. Op basis van deze prestatiegegevens wordt verantwoording afgelegd over behaalde resultaten. Als onderdeel daarvan is ook een aantal indicatoren van de kwaliteit en de prestaties van het onderwijsstelsel gekozen. Naast de vijf EU-doelstellingen (zie pag. 36) worden de volgende indicatoren gehanteerd: de onderwijsuitgaven per deelnemer in internationaal perspectief; de opbrengst van scholen (oordeel Inspectie van het Onderwijs); enkele kenmerken van de kwaliteit van het onderwijsproces; het oordeel van ouders over de kwaliteit van de school; doorstroom van gediplomeerden; de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt; de situatie op de arbeidsmarkt voor leraren. Een inhoudelijke bespreking van deze aspecten van het onderwijsstelsel vindt u in de OCW-publicatie Bestel in Beeld Figuur 2.2 Uitgaven aan onderwijsinstellingen Per deelnemer, gerelateerd aan het BBP per hoofd van de bevolking, startkwalificatie master 8 14 bachelor 4 wo hbo mbo-4 mbo havo/vwo 42 lj. 3 t/m 6 6 vmbo lj vo leerjaren basisonderwijs (incl. sbao en so) uitstroom met diploma directe en indirecte stroom tussen onderwijssoorten uitstroom zonder diploma 7 2 mbo-2 pro mbo vso NED BEL DEN DUI FIN FRA VK VS OESO EU-19 Primair onderwijs Secundair onderwijs Tertiair (excl. R&D) Kerncijfers OCW 8

10 Figuur 2.3 Opbrengst van scholen (oordeel Inspectie) Percentage scholen met voldoende opbrengsten o.b.v. samenstelling leerlingpopulatie Figuur 2.4 Kwaliteitskenmerken scholen Percentage scholen dat voldoende scoort op kwaliteitskenmerken Basisonderwijs Voortgezet onderwijs po vo instructie kwaliteitszorg zorg en begeleiding instructie kwaliteitszorg zorg en begeleiding Figuur 2.5 Oordeel ouders over kwaliteit van school Rapportcijfer ouders over de kwaliteit van de school van hun kind Figuur 2.6 Doorlopende leerlijn Procentuele verdeling van gediplomeerden naar bestemming po vo vmbo havo vwo mbo hbo wo vo mbo hbo wo geen onderwijs Figuur 2.7 Aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt Percentage afgestudeerden dat aangeeft dat de opleiding voldoende basis was Figuur 2.8 Openstaande vacatures Aantal vacatures voor leraren en directiepersoneel in 3e kwartaal (in fte) vo mbo (bol) hbo wo 0 po vo bve Kerncijfers OCW

11 Onderwijs nationaal Leerlingen en studenten Deelname aan onderwijs In 2007 namen bijna 3,7 miljoen leerlingen, deelnemers en studenten deel aan het door het ministerie van OCW en LNV gefinancierde onderwijs. Het percentage van de leeftijdscategorie dat deelneemt aan onderwijs is tussen 1990 en 2007 fors gestegen. Dit is vooral zichtbaar rond de 20-jarige leeftijd. In 1990 nam bijna 46 procent van de 20-jarigen deel aan onderwijs, in 2007 is dit gestegen naar bijna 69 procent. Vooral de deelname aan het havo en vwo is toegenomen, evenals de doorstroom vanuit het voortgezet onderwijs (vo) en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) naar het hoger beroepsonderwijs (hbo). Bijna 1,7 miljoen leerlingen namen in 2007 deel aan het primair onderwijs (po) en ruim 940 duizend leerlingen aan het voortgezet onderwijs (vo). De deelname aan het primair en voortgezet onderwijs blijft door de jaren heen redelijk stabiel. Omdat leerlingen leerplichtig zijn in het po en vo, wordt de deelname aan deze onderwijssectoren voornamelijk bepaald door demografische factoren. Het mbo telde in 2007 ruim 500 duizend deelnemers. De laatste jaren stijgt de deelname aan het mbo. Vanaf 2003 tot en met 2006 daalde de deelname aan de beroepsbegeleidende leerweg (bbl). In 2007 steeg de deelname aan de bbl weer naar 157 duizend deelnemers. In 2007 namen ruim 370 duizend studenten deel aan het hbo en ruim 210 duizend studenten aan het wo. De laatste jaren is de deelname aan het hoger beroepsonderwijs (hbo) en het wetenschappelijk onderwijs (wo) fors gestegen. Binnen het hbo daalt de deelname aan het deeltijdonderwijs. De deelname aan het voltijdonderwijs is de laatste jaren echter fors gestegen. De Nederlander blijft doorleren nadat hij het reguliere onderwijs heeft doorlopen. Dit wordt verder uitgewerkt in de paragraaf over Leven lang leren (zie pag. 32). Naast het door het ministerie van OCW en LNV bekostigde onderwijs wordt er ook door particuliere instellingen onderwijs verzorgd. Dit thema is verder uitgewerkt in de CBS-bijdrage Niet-bekostigd onderwijs (zie pag. 30). Zorgleerlingen Steeds meer leerlingen hebben extra zorg en ondersteuning nodig. Veel van deze kinderen kunnen dankzij de leerlinggebonden financiering (LGF, ook wel rugzak genoemd) naar het basisonderwijs. Voor andere kinderen biedt het speciaal (basis-)onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs (so, sbao of vso) betere ontwikkelingskansen. De deelname aan het sbao is gedaald van ruim 51 duizend leerlingen in 2003 naar 45 duizend leerlingen in De deelname aan het so is gestegen van 34 duizend in 2003 naar bijna 37 duizend in Het aantal ambulant begeleide leerlingen in het (s)bao is mede door de invoering van LGF in 2003 toegenomen van bijna 10 duizend leerlingen tot ruim 21 duizend leerlingen in Het aantal leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) is gestegen van ruim 21 duizend in 2003 naar ruim 29 duizend leerlingen in Het aantal leerlingen in het praktijkonderwijs (pro) en leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) is eveneens gestegen. In 2003 zaten ruim 116 duizend leerlingen in het pro en lwoo, in 2007 is dit gestegen naar 128 duizend leerlingen. Het aantal ambulant begeleide leerlingen in het vo is fors gestegen van ruim 4 duizend leerlingen in 2003 naar ruim 14 duizend leerlingen in Figuur 2.9 Ontwikkeling van het aantal deelnemers Onderwijsdeelnemers (index 1995 = 100) per sector (incl. groen onderwijs) Figuur 2.10 Onderwijsdeelname naar leeftijd in Nederland Deelname aan bekostigd onderwijs als percentage van de totale bevolking po vo mbo hbo wo jaar 20 jaar 25 jaar 30 jaar 35 jaar Kerncijfers OCW 10

12 Tabel 2.1 Onderwijsdeelnemers (aantal x 1.000) OCW (CFI) Peildatum 1 oktober Aantal leerlingen bao inclusief trekkende bevolking; aantal leerlingen so en vso is inclusief onbezette plaatsen. Aantallen educatie-deelnemers (vavo) zijn niet meegeteld (zie educatie bij bve) Aantallen hbo omvatten alle ingeschrevenen (bachelor- en masterstudenten); vt (voltijd) en dt (deeltijd) zijn inclusief hbo groen Aantallen wo incl. extraneï en deeltijdstudenten Totaal 3.578, , , , ,5 Totaal po 1.654, , , , ,5 bao 1.547, , , , ,6 sbao 51,4 50,1 48,3 46,3 44,9 so 34,0 34,4 35,4 36,1 36,7 vso 21,3 22,7 24,8 27,1 29,3 Totaal vo 925,0 934,5 939,6 942,5 941,9 vo excl. zorg 786,9 791,3 791,5 793,8 793,7 zorg (pro en lwoo) 103,2 107,1 111,3 112,1 112,9 vmbo-groen 22,0 22,2 22,1 21,5 20,3 lwoo-groen 13,0 13,8 14,6 15,1 15,0 Totaal mbo 475,7 474,0 478,6 490,1 506,1 bbl 151,0 133,5 124,5 129,4 147,9 bol-vt 280,8 300,2 314,9 322,0 320,0 bol-dt 20,0 15,5 14,3 13,0 11,8 bol-groen 15,1 15,7 16,4 17,0 17,1 bbl-groen 8,9 9,1 8,6 8,8 9,2 Totaal hbo 334,9 345,8 355,9 365,8 373,5 hbo-vt 268,2 280,2 292,1 304,0 312,4 hbo-dt 66,7 65,6 63,8 61,8 61,1 waarvan hbo-groen (8,7) (8,7) (8,5) (8,2) (7,9) Totaal wo 188,1 198,1 204,4 207,2 211,4 wo 183,7 193,6 199,9 202,7 206,8 wo-groen 4,4 4,5 4,5 4,5 4,7 Tabel 2.2 Ambulant begeleide leerlingen (aantal x 1.000) OCW (CFI) Leerlingen die vanuit een expertisecentrum begeleid worden In het (s)bao 9,6 10,3 13,7 18,2 21,2 In het vo 4,3 4,6 6,8 10,9 14,4 11 Kerncijfers OCW

13 Onderwijs nationaal Leerlingen en studenten Verdeling derde leerjaar voortgezet onderwijs Het Nederlandse onderwijs kent twee hoofdroutes: de route vmbombo en de route havo/vwo-hbo/wo. Na de eerste twee leerjaren van het voortgezet onderwijs (vo) hebben leerlingen in principe één van de twee routes gekozen. Deze keuze bepaalt in belangrijke mate de leerloopbaan van leerlingen en daarmee ook het uiteindelijke opleidingsniveau dat een leerling zal behalen. Het aandeel zorgleerlingen in het derde leerjaar van het vo (voortgezet speciaal onderwijs (vso), praktijkonderwijs (pro) of leerwegondersteunend onderwijs (lwoo)) neemt de laatste jaren toe. In 1990 was het aandeel zorgleerlingen 9,3 procent. Dat is gestegen naar ruim 17 procent in Het aandeel vmbo-leerlingen (exclusief lwoo) in het derde leerjaar van het vo was ruim 58 procent in In 2007 was het aandeel vmbo-leerlingen gedaald naar bijna 41 procent. In het derde leerjaar van het vo was het aandeel havo/vwo-leerlingen ruim 32 procent in Het aandeel havo/vwo-leerlingen was in 2007 ruim 42 procent. De verdeling van jongens en meisjes varieert per schoolsoort. In het vso, pro en lwoo stijgt het percentage meisjes opvallend. In 1990 was hun aandeel in het vso, pro en lwoo 36 procent, in 2007 steeg het aandeel meisjes naar ruim 44 procent. In het derde leerjaar van het vmbo (exclusief lwoo) daalde het aandeel meisjes licht naar een kleine 47 procent in In havo-3 en vwo-3 is het aandeel meisjes met ruim 52 procent in 2007 het grootst. Deelnemersstromen binnen het onderwijs Deze paragraaf beschrijft de deelnemersstromen tussen twee opeenvolgende schooljaren (de directe doorstroom). In 2006 zijn bijna 198 duizend leerlingen uit het voortgezet onderwijs (vo) uitgestroomd (met en zonder diploma). Daarvan is 50 procent doorgestroomd naar het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), 18 procent naar het hoger beroepsonderwijs (hbo) en 11 procent naar het wetenschappelijk onderwijs (wo). De overige leerlingen zijn voor het grootste gedeelte uit het bekostigde onderwijs gestroomd en een klein gedeelte is teruggeplaatst in het voortgezet speciaal onderwijs (vso, in tabel onder po). De doorstroom vanuit het voortgezet onderwijs naar vervolgonderwijs is de laatste jaren toegenomen. Van de vmbo-gediplomeerden stroomt ongeveer 70 procent door naar de beroepsopleidende leerweg (bol) in het mbo en 10 procent naar de beroepsbegeleidende leerweg (bbl). Van de havo/vwo-gediplomeerden stroomt bijna 90 procent door naar het hoger onderwijs. De laatste jaren blijft het percentage van de havo/vwo-gediplomeerden dat doorstroomt naar het hoger onderwijs redelijk constant. Van de 160 duizend deelnemers die het mbo in 2006 hebben verlaten (met en zonder diploma) is 17 procent doorgestroomd naar het hbo. De rest volgde het jaar erop geen bekostigd onderwijs meer. De laatste jaren stroomden meer leerlingen door van het mbo naar het hbo. Ongeveer 10 procent van de afgestudeerden in het hoger onderwijs studeert verder in hbo of wo. Figuur 2.11 Verdeling in het 3e leerjaar vo In procenten van het totaal aantal leerlingen (incl. groen onderwijs) Figuur 2.12 Deelnemersstromen naar vervolgonderwijs In procenten van gediplomeerden uit voorafgaand onderwijs (incl. groen onderwijs) vso/pro/lwoo vmbo (excl. lwoo) havo/vwo bol bbl ho hbo wo uitstroom vmbo uitstroom havo / vwo uitstroom bol uitstroom hbo Kerncijfers OCW 12

14 Tabel 2.3 Deelname derde leerjaar vo naar geslacht (aantal x 1.000) OCW (CFI) Inclusief groen onderwijs en exclusief vavo vso en pro: 15-jarige leerlingen pro: t/m 2001 svo mlk (15 jr) lwoo: t/m 1999 leerlingen uit ivbo, voor 2002 leerlingen uit svo lom (15 jr) Tabel totaal 203,1 203,8 205,4 210,9 213,8 212,3 208,8 vso (15 jr) jongens 1,2 2,2 2,8 2,8 3,2 3,4 3,8 meisjes 0,6 1,0 1,2 1,3 1,5 1,5 1,6 pro (15 jr) jongens 1,4 2,4 3,1 3,4 3,6 3,5 3,4 meisjes 0,8 1,4 2,0 2,2 2,4 2,3 2,3 lwoo jongens 9,5 11,8 12,8 12,6 12,9 13,0 13,1 meisjes 5,4 7,5 9,3 10,0 10,9 11,5 12,0 vmbo (excl. lwoo) jongens 62,3 51,7 48,5 48,9 48,6 46,9 45,0 meisjes 56,2 47,7 45,2 45,1 43,8 41,7 39,5 havo jongens 16,3 20,1 20,8 22,0 22,4 23,1 22,9 meisjes 18,3 22,3 22,3 23,1 23,6 23,7 23,5 vwo jongens 15,1 16,1 17,2 18,3 18,8 19,2 19,1 meisjes 16,1 19,6 20,3 21,1 22,2 22,5 22,7 Directe stromen tussen onderwijssoorten (aantal x 1.000) OCW (CFI: Onderwijsmatrices) van naar po vo mbo hbo wo geen onderwijs Cijfers betreffen zowel gediplomeerden als ongediplomeerden Stromen tussen onderwijssectoren zijn alleen directe stromen Kleine stromen tussen onderwijssectoren zijn niet opgenomen: bijv. van mbo naar vo Inclusief groen onderwijs Stromen van en naar educatie zijn opgenomen onder geen onderwijs Zie bijlage en Begrippen, deel C po ,2 0,5 11, ,7 1,1 12, ,9 0,9 14, ,0 0,9 15,7 vo ,4 83,5 33,1 17,5 60, ,7 83,3 29,8 17,0 67, ,1 95,3 34,7 21,1 44, ,4 100,6 34,9 21,6 39,3 mbo , , ,3 131, ,1 136,8 hbo ,8 74, ,7 87, ,0 86, ,0 89,3 wo ,0 32, ,4 32, ,0 38, ,2 43,9 geen onderwijs ,0 10, ,9 13, ,1 10, ,7 16, ,2 5,4 61,6 45,1 17, ,0 6,3 69,3 45,4 18,3 13 Kerncijfers OCW

15 Onderwijs nationaal Leerlingen en studenten Slaagkans en verblijfsduur De verwachte slaagkans (het verwachte percentage van de ingestroomde leerlingen/studenten dat uiteindelijk een diploma haalt in de betreffende onderwijssector) van leerlingen in het voortgezet onderwijs (vo) is 85 procent in In 2003 was de verwachte slaagkans voor leerlingen in het vo nog 79 procent. Voor leerlingen in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is de slaagkans 74 procent in De slaagkans in het hoger beroepsonderwijs (hbo) is 69 procent en in het wetenschappelijk onderwijs (wo) 71 procent in Ten opzichte van 2003 is de verwachte slaagkans in het hbo en wo afgenomen. De verwachte verblijfsduur (het gemiddelde aantal jaren dat een deelnemer onderwijs geniet) van gediplomeerden in het vmbo, havo en vwo blijft sinds 2003 redelijk constant. In het vmbo was de gemiddelde verblijfsduur in ,1 jaar, in het havo 5,3 en in het vwo 6,2 jaar. De verwachte verblijfsduur is in alle onderwijssoorten langer dan de nominale duur. Het verschil tussen de nominale duur en de verwachte verblijfsduur is in het havo met 0,3 jaar het grootst. De verwachte verblijfsduur in het hbo is gemiddeld 4,6 jaar in De verwachte verblijfsduur in het hbo is de laatste jaren gestegen. In 2003 was de verwachte verblijfsduur 4,4 jaar. In het wo is de verwachte verblijfsduur gemiddeld 5,4 jaar in De laatste jaren daalt de verwachte verblijfsduur in het wo, in 2003 was de verwachte verblijfsduur 5,9 jaar. In 2007 was de totale verwachte onderwijsduur van een 5-jarige leerling ruim 17 jaar. In het Hoofdstuk Onderwijs internationaal (zie pag. 38) wordt de totale verwachte onderwijsduur van 5-jarige leerlingen in internationaal perspectief beschreven. Gediplomeerden In alle sectoren steeg het aantal gediplomeerden duidelijk in de periode 1998 tot en met In 2007 haalden bijna 408 duizend jongeren een diploma, verdeeld over ruim 171 duizend gediplomeerden in het voortgezet onderwijs, 146 duizend in het mbo en ruim 90 duizend in het hoger onderwijs. Hiervan had 72 procent een diploma gehaald op (tenminste) het niveau van de startkwalificatie. Jongeren die een diploma halen op havo/vwo of mbo 2 niveau zijn in het bezit van een startkwalificatie. Jongeren die niet in het bezit zijn van een startkwalificatie en die geen onderwijs volgen worden aangemerkt als voortijdig schoolverlaters. In de themaparagraaf Voortijdig schoolverlaters (zie pag. 26) wordt dit onderwerp verder uitgewerkt. Over de gehele linie nam de doorstroom van gediplomeerden naar vervolgonderwijs de afgelopen jaren toe. Doordat meer mensen langer leren, zal het opleidingsniveau van de bevolking stijgen. Tussen 2002 en 2006 is de directe doorstroom van gediplomeerden in het voortgezet onderwijs naar vervolgonderwijs toegenomen. Vrijwel alle havo- en vwo-gediplomeerden stromen door naar het hoger onderwijs. Het aandeel mbo-leerlingen dat doorstroomt naar een vervolgopleiding in het mbo of hbo stijgt de laatste jaren. Ruim 10 procent van alle hbo-gediplomeerden gaat direct door naar het wo. Figuur 2.13 Ontwikkeling aantal gediplomeerden Per onderwijssector, index met 1998 = 100 (incl. groen onderwijs) Figuur 2.14 Gediplomeerden naar bestemming Verdeling over bestemmingen, aantal x (incl. groen onderwijs) vo mbo hbo wo vmbo havo vwo mbo hbo wo vo mbo hbo wo geen onderwijs Kerncijfers OCW 14

16 Tabel 2.5 Verwachte slaagkans (in procenten) OCW (CFI) Het verwachte percentage van de ingestroomde leerlingen/studenten dat uiteindelijk een diploma haalt in de betreffende onderwijssector. Zie bijlage en Begrippen, deel C Tabel vo mbo hbo wo Verwachte verblijfsduur gediplomeerden (in jaren) OCW (CFI) Het gemiddeld aantal jaren dat een deelnemer onderwijs geniet. Zie bijlage en Begrippen, deel C vmbo 4,1 4,1 4,1 4,1 4,1 havo 5,3 5,2 5,2 5,3 5,3 vwo 6,2 6,1 6,1 6,2 6,2 hbo 4,4 4,4 4,5 4,5 4,6 wo 5,9 5,8 5,6 5,5 5,4 Tabel 2.7 Gediplomeerden met en zonder startkwalificatie (aantal x 1.000) OCW (CFI) Gediplomeerd in het schooljaar dat eindigt in vermeld jaar Voor mbo in 2007: geraamde aantallen uit Referentieraming 2008 Inclusief groen onderwijs en vavo (vavo 2007 gelijk gesteld aan 2006) Startkwalificatie: minimaal diploma behaald op niveau havo, vwo of mbo 2 Zie bijlage en Begrippen, deel C Zonder startkwalificatie vo (vmbo) 97,1 100,2 99,1 101,5 101,3 vmbo (bl+kl) 57,2 55,4 53,6 54,7 53,7 vmbo (gl+tl) 39,9 44,8 45,5 46,8 47,6 mbo (niveau 1) 13,8 12,5 12,3 12,7 12,5 bbl 7,4 5,7 5,0 4,6 5,2 bol-vt 5,9 6,3 6,6 7,5 6,9 bol-dt 0,5 0,5 0,7 0,6 0,5 Met startkwalificatie vo (havo/vwo) 60,4 63,9 65,8 67,4 69,9 havo 34,4 36,5 37,1 38,1 39,7 vwo 26,0 27,4 28,7 29,4 30,2 mbo (niveau 2 t/m 4) 120,4 128,4 131,3 132,8 133,5 bbl 52,7 54,9 51,5 48,1 46,9 bol-vt 64,8 70,1 76,4 81,2 83,2 bol-dt 2,8 3,4 3,3 3,4 3,3 hbo 58,0 59,8 59,2 59,6 59,7 hbo-vt 47,1 48,2 47,3 48,3 49,8 hbo-dt 10,9 11,5 11,8 11,3 9,8 wo 22,2 23,9 26,5 29,4 30,9 15 Kerncijfers OCW

17 Onderwijs nationaal Opleidingsniveau (OCW) en arbeidsmarkt (CBS) Opleidingsniveau Het opleidingsniveau van de bevolking (25- tot 64-jarigen) stijgt door de jaren heen. Het aandeel van de bevolking dat een diploma op het niveau van de startkwalificatie gehaald heeft (minimaal een diploma op havo/vwo of mbo 2 niveau) is de laatste jaren toegenomen. In 2006 heeft bijna 18 procent van de 25- tot 64-jarigen een diploma op hoger beroepsonderwijs (hbo) niveau gehaald. In 2006 heeft 11 procent van de 25- tot 64-jarigen een diploma in het wetenschappelijk onderwijs (wo) behaald. De stijging van het opleidingsniveau van de bevolking is duidelijk zichtbaar bij jongeren. In 2006 heeft 21 procent een diploma op hbo niveau behaald. In 1996 beschikte 23 procent van de jarigen over een diploma in het hoger onderwijs (hbo en wo). In 2006 is dit 34 procent, bestaande uit 21 procent hbo en 13 procent wo. Arbeidsparticipatie en werkloosheid De arbeidsparticipatie van de Nederlandse bevolking is in de afgelopen tien jaar toegenomen. In 2006 had 70 procent van de jarige Nederlanders een betaalde baan. In 1996 was dit nog 63 procent. Deze toename komt voornamelijk doordat steeds meer vrouwen kiezen voor werk. Ook volgt de arbeidsparticipatie de conjunctuur. Na 2001 volgde een periode waarin de economische situatie minder gunstig was. Sinds 2005 is deze weer verbeterd en daarmee neemt ook de arbeidsparticipatie weer toe. Dit is te zien bij alle opleidingsniveaus. Er bestaan grote verschillen in arbeidsparticipatie tussen lager en hoger opgeleiden. Zo hadden 25- tot 64-jarigen met een hbo- of wodiploma in 2006 tweemaal zo vaak een betaalde baan als hun leeftijdsgenoten die alleen het basisonderwijs hebben doorlopen. Deze verschillen in arbeidsparticipatie tussen lager en hoger opgeleiden zijn in de afgelopen tien jaar wel wat afgenomen. Gemiddeld was 5 procent van de 25- tot 64-jarigen werkloos in Daarmee is de werkloosheid voor het eerst sinds vijf jaar weer gedaald. De daling doet zich voor bij alle opleidingsniveaus. Een diploma in het hbo biedt de beste garantie op betaald werk. Wie alleen basisonderwijs heeft doorlopen, maakt de minste kans op een baan. Geslacht In 2006 hadden acht van de tien mannen en zes van de tien vrouwen in de leeftijd jaar een betaalde baan. Verschillen in arbeidsparticipatie tussen mannen en vrouwen zijn vooral groot bij de laagste opleidingsniveaus. De arbeidsparticipatie neemt af naarmate men ouder wordt. Van de 25- tot 44-jarigen hebben 8 van de 10 een betaalde baan; bij jarigen is dit 6 van de 10. Ook hier zijn bij de lagere opleidingsniveaus de verschillen groter dan bij de hogere opleidings-niveaus. Vrouwen waren in 2006 wat vaker werkloos dan hun mannelijke leeftijdsgenoten. Bij vrouwen was de werkloosheid relatief laag voor degenen met minimaal een diploma op mbo niveau 2. Bij mannen bestaan echter weinig verschillen in het werkloosheidspercentage tussen degenen met een diploma in het vmbo, mbo, hbo of wo. Verder waren relatief veel 25- tot 44-jarigen met alleen basisonderwijs werkloos. Onder 45- tot 64-jarigen is dit percentage lager. Hierbij speelt mee dat een relatief groot deel van de 45- tot 64-jarigen zich niet meer beschikbaar stelt voor de arbeidsmarkt. Figuur 2.15 Opleidingsniveau Nederlandse bevolking Verdeling van jarige bevolking naar opleidingsniveau Figuur 2.16 Netto arbeidsparticipatie naar geslacht In procenten van jarige bevolking, naar opleidingsniveau, basisonderwijs vmbo / mbo 1 havo / vwo mbo 2-4 hbo wo Totaal basisonderwijs vmbo/mbo 1 havo/vwo mbo 2-4 hbo wo Mannen Vrouwen Kerncijfers OCW 16

18 Tabel 2.8 Opleidingsniveau Nederlandse bevolking (leeftijd jaar) CBS (Enquête Beroepsbevolking) Aandeel 'in procenten' naar opleidingsniveau vmbo/mbo 1: inclusief avo-onderbouw hbo: inclusief wo-bachelor Bevolking (x 1.000) Percentage van totaal 99,7 99,5 99,6 99,1 99,3 99,3 basisonderwijs 11,9 11,1 9,7 8,7 8,4 8,1 vmbo/mbo 1 25,4 23,6 22,2 21,2 20,6 20,5 havo/vwo 8,0 8,1 8,0 8,5 8,3 8,0 mbo ,7 32,1 32,9 31,7 33,3 33,7 hbo 14,3 15,8 17,5 18,2 17,7 17,9 wo 7,3 8,8 9,3 10,8 11,0 11,1 Tabel 2.9 Arbeidsparticipatie en werkloosheid Nederlandse bevolking (leeftijd jaar) CBS (Enquête Beroepsbevolking) Aandeel 'in procenten' naar opleidingsniveau Netto arbeidsparticipatie: werkzame beroepsbevolking 'in procenten' van de bevolking Werkloosheidspercentage: percentage van de beroepsbevolking dat niet werkt De Enquête Beroepsbevolking is een steekproefonderzoek onder personen die in Nederland wonen, met uitzondering van personen in instellingen en tehuizen. Er wordt informatie verzameld over de situatie van personen op de arbeidsmarkt A) Netto arbeidsparticipatie Totaal basisonderwijs vmbo/mbo havo/vwo mbo hbo wo B) Werkloosheidspercentage Totaal 6,7 3,3 4,7 5,5 5,7 4,9 basisonderwijs vmbo/mbo havo/vwo mbo hbo wo Kerncijfers OCW

19 Onderwijs nationaal Instellingen en personeel Aantal instellingen Het aantal instellingen in het primair en voortgezet onderwijs neemt de laatste jaren licht af. In het (voortgezet)speciaal onderwijs ((v)so) neemt het aantal vestigingen vanaf 2002 toe. Hiervoor zijn twee redenen. De Justitiële Jeugd Inrichtingen (JJI s) worden vanaf 2002 als onderwijsinstelling gezien. Daarnaast is door een wijziging van de Wet op de Expertise Centra (WEC) vanaf augustus 2003 het voor (v)so scholen formeel mogelijk geworden nevenvestigingen op te richten. Het aantal instellingen voor beroepsonderwijs- en volwasseneneducatie en het wetenschappelijk onderwijs is de laatste jaren nagenoeg gelijk gebleven. In het hoger beroepsonderwijs is een daling waarneembaar in de periode Deze daling in het aantal instellingen is het gevolg van fusies. Hierbij moet wel de kanttekening geplaatst worden dat er alleen naar instellingen gekeken wordt en niet naar het aantal vestigingen. Gemiddelde omvang van instellingen Instellingen in het primair onderwijs telden in 2007 gemiddeld 221 leerlingen. De gemiddelde schoolgrootte in het primair onderwijs blijft de laatste jaren langzaam toenemen. De gemiddelde instelling in het voortgezet onderwijs telde leerlingen in De gemiddelde omvang van de hogescholen is sterk gestegen tot studenten in De oorzaak hiervan is niet alleen gelegen in de schaalvergroting (fusies), maar ook in de toename van het aantal hbo-studenten. Personeel De werkgelegenheid in het onderwijs (po, vo en bve) is in 2007 ruim 256 duizend voltijdbanen. Dat betekent dat in één jaar de werkgelegenheid met ruim 3 duizend voltijdbanen gestegen is. In deze sectoren is ook het aandeel vijftigplussers vorig jaar weer toegenomen. Het aandeel vrouwen in het onderwijs blijft nog steeds toenemen. Zelfs in het primair onderwijs, waar het aandeel vrouwen al jaren erg hoog is, is het aandeel vrouwen gestegen. Het onderwijzend personeel in het primair onderwijs bestaat voor 80 procent uit vrouwen. Van de directeuren is ruim een kwart vrouw. In het voortgezet onderwijs is het aandeel vrouwelijke docenten 42 procent. Het aandeel vrouwelijke directeuren in het voortgezet onderwijs is ongeveer 20 procent. Het aandeel vrouwelijke docenten in het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie is al een aantal jaren stabiel, met zo n 43 tot 44 procent. Het aandeel vrouwelijke directieleden is in deze sector ruim 30 procent. In alle sectoren is het aandeel vrouwelijke docenten hoger dan het aandeel vrouwelijke directeuren. Wel stijgt de laatste jaren in zo goed als alle sectoren het aandeel vrouwelijke directeuren. Figuur 2.17 Aantal instellingen Index met 1999 = 100 (bij (v)so betreft het vestigingen) Figuur 2.18 Leeftijdsverdeling van docenten Aantal fte s per leeftijdsjaar, 1997 en po (v)so vo bve hbo po 2007 vo 2007 bve 2007 po 1997 vo 1997 bve Kerncijfers OCW 18

20 Tabel 2.10 Onderwijsinstellingen, aantal en omvang OCW (CFI) Exclusief groen onderwijs B) Aantal onderwijsdeelnemers volgens Tabel 2.1 gedeeld door aantal instellingen A) Aantal onderwijsinstellingen po scholen vo scholen bve hbo wo B) Gemiddelde omvang van onderwijsinstellingen po scholen vo scholen bve hbo wo Tabel 2.11 Personeel Diverse bronnen; zie volgende hoofdstukken Totaal personeel, dus zowel directie-, onderwijzend als onderwijs ondersteunend personeel. Personeel wo: onderwijs+onderzoek en incl. 3e geldstroom Exclusief groen onderwijs Zie bijlage en Begrippen, deel D A) Personeelssterkte in (fte's x 1.000) po 129,2 129,3 130,4 131,5 132,0 vo 81,5 81,9 82,8 84,4 85,8 bve 38,0 37,0 36,5 37,0 38,4 hbo 24,0 23,9 24,5 25,3 -- wo 38,7 38,4 36,9 36,6 -- B) Percentage 50 jaar en ouder (op basis van fte's) po 29,7 31,7 33,8 35,4 36,8 vo 40,8 42,1 42,6 43,0 43,7 bve 40,9 42,8 44,7 46,3 46,8 hbo 38,5 39,4 39,6 39,6 -- wo 28,3 28,9 27,5 27,7 -- C) Percentage vrouwen (op basis van fte's) po 72,0 72,8 73,4 74,5 75,6 vo 38,0 38,9 40,2 41,4 42,5 bve 46,8 46,9 47,1 47,7 48,6 hbo 42,8 43,5 45,5 46,1 -- wo 37,4 38,1 39,0 39, Kerncijfers OCW

21 Onderwijs nationaal Instellingen en personeel Vacatures Eind september 2007 waren er in het primair onderwijs bijna 350 fte aan openstaande vacatures voor leraren. Dat was 0,4 procent van de werkgelegenheid voor leraren. In vergelijking met twee jaar geleden is dat een lichte stijging. De problemen zijn ongelijk over scholen verdeeld. Scholen in de vier grote steden hebben meer openstaande vacatures dan scholen in de rest van het land. Daarnaast hebben ook scholen in het speciaal onderwijs meer openstaande vacatures dan scholen in het basisonderwijs. Eind september 2007 stond nog 1,4 procent van de werkgelegenheid voor directiepersoneel open. Dit komt overeen met 160 voltijdbanen en is gedaald ten opzichte van vorig jaar. In het voortgezet onderwijs is het aantal openstaande vacatures voor leraren in 2007 vergelijkbaar met Aan het eind van het kwartaal stond er nog voor meer dan 400 fte aan lerarenvacatures open, 0,7 procent van de totale werkgelegenheid. Daarmee ligt het percentage hoger dan in 2006, hetgeen erop wijst dat de spanning op de arbeidsmarkt is toegenomen. Een tweede indicatie daarvoor is dat bijna negentig procent van de openstaande vacatures als moeilijk vervulbaar wordt beschouwd. Het aantal openstaande vacatures in de bve-sector (het middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie) nam voor het derde opeenvolgende jaar toe. Op 30 september, aan het einde van het derde kwartaal van 2007, stond er voor 340 fte aan lerarenvacatures open: dat is 1,3 procent van de werkgelegenheid. Openstaande vacatures lijken bovendien wat langer open te staan dan voorheen. Beide ontwikkelingen wijzen op een toegenomen spanning op de arbeidsmarkt binnen de bve-sector. Er zijn duidelijke regionale verschillen tussen de aantallen openstaande vacatures voor leraren in het primair onderwijs. Vooral in Amsterdam en Utrecht, en in iets mindere mate in Almere, staan meer vacatures open. Ook in het voortgezet onderwijs zijn er aanzienlijke regionale verschillen. Arbeidsmarktsituatie afgestudeerden lerarenopleiding Van de afgestudeerden van de lerarenopleiding basisonderwijs in 2006 had bijna twee derde binnen enkele maanden na afstuderen een baan in het onderwijs. Ruim een half jaar na afstuderen is dat drie kwart. Van de afgestudeerden van de lerarenopleiding voortgezet onderwijs had in 2006 twee derde binnen enkele maanden na afstuderen een baan in het onderwijs. Ruim een half jaar later was dat bijna drie kwart. Voor afgestudeerden van de lerarenopleiding geldt dat de arbeidsmarktsituatie verschilt per regio. Twee derde van de afgestudeerden van de lerarenopleiding in Groningen en Limburg heeft anderhalf jaar na afstuderen een baan in het onderwijs, terwijl dit in de Randstad ruim 80 procent is. Ziekteverzuim in primair en voortgezet onderwijs Na een jarenlange daling lijkt het ziekteverzuim in het onderwijs zich te stabiliseren. Het verzuim in 2006 was vergelijkbaar met dat van In het basisonderwijs was in 2006 het ziekteverzuimpercentage 5,8 procent en in het speciaal onderwijs 6,3 procent. In het voortgezet onderwijs was het ziekteverzuim in ,0 procent. In het middelbaar en hoger beroepsonderwijs was in 2006 het ziekteverzuim respectievelijk 5,8 en 4,5 procent. In het wetenschappelijk onderwijs was het ziekteverzuim in ,2 procent. Figuur 2.19 Onvervulde vacatures in po en vo Onvervulde vacatures als percentage van de werkgelegenheid, 2006 Figuur 2.20 Instroom in de lerarenopleiding Aantal x perc. onvervulde vacatures in primair onderwijs 0,9 tot 1,4 (2) 0,7 tot 0,9 (0) 0,5 tot 0,7 (2) 0,3 tot 0,5 (8) 0 tot 0,3 (11) perc. onvervulde vacatures in voortgezet onderwijs 0,9 tot 1,4 (4) 0,7 tot 0,9 (4) 0,5 tot 0,7 (5) 0,3 tot 0,5 (5) 0 tot 0,3 (5) po (pabo) vo (inclusief ulo) Kerncijfers OCW 20

22 Tabel 2.12 Regioplan, Arbeidsmarktbarometers primair onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs en volwasseneneducatie Openstaande vacatures in het derde kwartaal (in fte's) Primair onderwijs (totaal) Directiepersoneel Leraren Onderwijsondersteunend personeel Voortgezet onderwijs (totaal) Directiepersoneel Leraren Onderwijsondersteunend personeel Bve-sector (totaal) Directiepersoneel Leraren Onderwijsondersteunend personeel Totaal po, vo en bve waarvan leraren Tabel 2.13 OCW (CFI: 1 cijfer HO 2007) Ulo: universitaire lerarenopleiding Zie bijlage en Begrippen, deel D Tabel 2.14 Regioplan Beleidsonderzoek, VO-raad, VSNU, HBO-raad, KNAW, WVOI en het Arboservicepunt BVE Percentage van de totale arbeidstijd die men door ziekte niet heeft gewerkt Zie bijlage en Begrippen, deel D Eerstejaars en afgestudeerden van de lerarenopleiding Eerstejaars lerarenopleiding bao voltijd deeltijd Gediplomeerden lerarenopleiding bao voltijd deeltijd Eerstejaars lerarenopleidingen vo (hbo: eerstejaars, ulo: ingeschrevenen) hbo-vt hbo-dt ulo Gediplomeerden lerarenopleidingen vo hbo-vt hbo-dt ulo Ziekteverzuim in het onderwijs bao 7,6 6,8 6,5 5,9 5,8 so 8,7 7,6 7,2 6,4 6,3 vo 7,0 5,8 5,6 5,4 5,0 mbo 7,3 7,2 5,7 5,9 5,8 hbo 5,1 4,9 4,7 4,5 4,5 wo 3,5 2,9 2,9 3,4 3,2 Onderzoeksinstellingen 3,6 2,9 3,0 2,9 2,7 21 Kerncijfers OCW

23 Uitgaven Onderwijs nationaal Nationale uitgaven aan onderwijs Het Nederlandse onderwijs wordt voor een groot gedeelte door het ministerie van OCW bekostigd. OCW is niet de enige partij die geld uitgeeft aan onderwijs. Ook de uitgaven van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en van de gemeenten zijn van groot belang. Verder vormen ouder- en deelnemerbijdragen een deel van de beschikbare middelen voor de onderwijsinstellingen. In de nationale onderwijsuitgaven blijven de uitgaven voor een aantal onderwijsactiviteiten buiten beschouwing. Dit betreft onder andere het particuliere onderwijs en de bedrijfsopleidingen. Een belangrijk deel van dit onderwijs wordt niet door de overheid bekostigd. De onderwijsuitgaven op deze pagina s worden weergegeven volgens verschillende definities, namelijk de totale overheidsuitgaven aan onderwijs, de OCW-uitgaven aan onderwijs (volgens de definities van het CBS en van OCW) en de nationale uitgaven aan onderwijsinstellingen. Een nadere toelichting op de verschillen en de aansluiting van de onderwijsuitgaven op de internationale definities wordt gegeven in de bijlage. Financieringsstromen De geldstromen naar de verschillende onderwijssoorten in Nederland lopen niet allemaal op dezelfde wijze. Naast de rechtstreekse bekostiging van instellingen door het ministerie van OCW hebben onderwijsinstellingen andere inkomsten. Het gaat om inkomsten via gemeenten (onder andere bijdragen van OCW voor educatie en voor de huisvesting van primair en voortgezet onderwijs) en die van de onderwijsdeelnemers zelf. De laatste betreffen de cursus- en collegegelden die aan de regionale opleidingen centra (ROC s) en instellingen voor hbo en wo worden betaald. Naast de hiervoor genoemde geldstromen kan een instelling ook andere inkomsten genereren, bijvoorbeeld uit vrijwillige ouderbijdragen, uit bijdragen van gemeenten voor deelname aan projecten of uit opbrengsten van derden (contractonderwijs en -onderzoek). OCW-uitgaven als percentage van het BBP In 2006 bedroegen de nationale uitgaven aan onderwijsinstelllingen, conform de OESO-definitie, 4,9 procent van het BBP. De hiernaast gepresenteerde percentages voor 2004 en 2005 zijn 0,1 procentpunt lager dan de percentages in de vorige editie van Kerncijfers. Dit komt door de bijstelling van het BBP in 2007, vanaf Dit verschil is er ook met het percentage voor 2004 in Education at a Glance De totale OCW-uitgaven aan onderwijs bedroegen in miljoen euro. Dit is inclusief studiefinanciering en wo-onderzoek. Deze OCW-uitgaven wijken af van de CBS-cijfers die op de OESOdefinitie zijn gebaseerd. In 2007 bedroegen de onderwijsuitgaven van OCW 4,8 procent van het BBP (meest recente cijfers). Dit is een daling van 0,1 procentpunt ten opzichte van De onderwijsuitgaven van OCW bedroegen in ,4 procent van de rijksuitgaven. Dit is een daling van circa 0,8 procentpunt in vergelijking met Figuur 2.21 Overheidsuitgaven voor onderwijs Uitgaven volgens CBS-definitie (x 1 mld) Figuur 2.22 Uitgaven OCW als percentage van het BBP Gesaldeerde uitgaven OCW, BBP volgens CBS Statline OCW Andere departementen Locale overheden Onderwijs Studiefinanciering Onderzoek Cultuur Kerncijfers OCW 22

24 Tabel 2.15 Overheidsuitgaven voor onderwijs volgens CBS/OESO-definitie (x 1 mln) CBS CBS Jaarboek Onderwijs in cijfers A) Voor een toelichting op het verband tussen de Onderwijsuitgaven OCW (Tabel 2.17) en de Uitgaven OCW volgens CBS zie Bijlage Tabel 15.3 B) De percentages zijn berekend volgens de definities van de OESO A) Uitgaven overheid totaal (CBS) OCW volgens CBS Andere departementen (LNV en VWS) Locale overheden B) Onderwijsuitgaven volgens CBS en OESO als percentage BBP CBS (overheidsuitgaven aan onderwijs) 4,9 5,1 5,2 5,2 5,2 OESO (nationale uitgaven aan onderwijsinstellingen) 4,9 5,0 5,0 5,0 4,9 Tabel 2.16 Onderwijsuitgaven OCW, gesaldeerd en inclusief overige uitgaven (x 1 mln) Jaarverslagen OCW Bedragen samengesteld uit Tabel 15.1; gesaldeerd met bepaalde ontvangsten en naar rato toegerekende overige uitgaven Zie bijlage en Begrippen, deel B Totaal OCW , , , , ,9 po 7.422, , , , ,4 vo 5.268, , , , ,8 bve 2.624, , , , ,5 hbo 1.680, , , , ,9 wo 3.213, , , , ,2 sfb 2.381, , , , ,2 Tabel 2.17 Onderwijsuitgaven OCW ten opzichte van BBP en rijksuitgaven BBP: CBS Rijksuitgaven: Financiële Jaarverslagen van het Rijk Gesaldeerde uitgaven inclusief overige uitgaven OCW, conform Tabel 2.16 Zie bijlage en Begrippen, deel B Onderwijsuitgaven OCW (x 1 mln) , , , , ,9 BBP (tegen marktprijzen x 1 mld) 476,9 491,2 509,0 534,3 560,0 Rijksuitgaven (x 1 mld) 120,0 119,8 126,2 136,5 145,4 Totaal als percentage van het BBP 4,7 4,8 4,8 4,9 4,8 Onderwijssectoren 4,2 4,2 4,3 4,2 4,2 Studiefinanciering 0,5 0,6 0,6 0,7 0,6 Totaal als percentage van de rijksuitgaven 18,8 19,5 19,4 19,2 18,4 Onderwijssectoren 16,8 17,2 17,2 16,6 16,2 Studiefinanciering 2,0 2,3 2,2 2,6 2,2 23 Kerncijfers OCW

25 Uitgaven Onderwijs nationaal Uitgaven per deelnemer Het opleiden van jongeren is de hoofdtaak van het onderwijs. Bij gelijkblijvende onderwijskwaliteit zijn de uitgaven per deelnemer een indicatie van de doelmatigheid van het onderwijs. De groei van de uitgaven per deelnemer wordt in belangrijke mate bepaald door de loon- en prijsontwikkeling. De groei wordt verder beïnvloed door beleidsimpulsen in het onderwijs. Vergelijkbaarheid tussen onderwijssectoren De uitgaven per deelnemer maken een vergelijking in de tijd mogelijk. Een vergelijking tussen de onderwijssectoren is echter lastig. De opbouw van de OCW-uitgaven verschilt per sector. De volgende verschillen zijn relevant: In het primair en voortgezet onderwijs komt de huisvesting voor rekening van de gemeenten. In het bve, het hbo en het wo is de huisvestingsbijdrage onderdeel van de rijksbijdrage. In het voortgezet onderwijs en in het middelbaar beroepsonderwijs (tot en met schooljaar 2004/05) zijn lesgelden geïnd door de Informatie Beheer Groep (IBG). De lesgelden zijn begrepen in de rijksbijdrage. Collegegelden (in hbo en wo) gaan van de deelnemers rechtstreeks naar de instellingen en maken geen deel uit van de rijksbijdrage. Bijdragen aan instellingen per deelnemer Voor een vergelijking van de sectoren is het budget waarover de instellingen per deelnemer beschikken van belang. Dit instellingsbudget omvat zowel de rijksbijdrage, de gemeentelijke bijdrage als het collegegeld. Wat nog ontbreekt in deze opsomming zijn private bijdragen anders dan cursus- en collegegelden, zoals vrijwillige ouderbijdragen, sponsorgelden en dergelijke. Informatie hierover is echter onvolledig en daarom ook niet opgenomen in de bijdragen aan instellingen. Over de hele linie zijn de bijdragen aan instellingen per deelnemer tussen 350 (mbo) en ruim (wo) euro hoger dan de OCWuitgaven per deelnemer. Ook is er in alle sectoren sprake van een groei in de bijdragen aan instellingen per deelnemer sinds OCW-uitgaven per gediplomeerde Als indicator voor de doelmatigheid van het onderwijsstelsel kunnen de OCW-uitgaven per sector gedeeld door het aantal gediplomeerden in beeld worden gebracht. Deze indicator relateert de uitgaven aan de kwaliteit van de uitstroom. Hierbij kan het diploma als een indicatie van kwaliteit worden opgevat. In het voortgezet onderwijs zijn de OCW-uitgaven per gediplomeerde in 2007 gestegen, naar euro per gediplomeerde. In het mbo en hbo is een lichte stijging te zien. In het wo is in 2006 een daling waarneembaar ten opzichte van Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door een toename van het aantal gediplomeerden. In 2007 zijn de uitgaven per wogediplomeerde gelijk gebleven ten opzichte van Figuur 2.23 OCW-uitgaven voor onderwijs per deelnemer Per onderwijssoort, in prijzen 2007 (in euro s) po vo mbo hbo wo Figuur 2.24 Bijdragen aan instellingen per deelnemer Per onderwijssoort, in prijzen 2007 (in euro s) po vo mbo hbo wo Kerncijfers OCW 24

26 Tabel 2.18 OCW-uitgaven per deelnemer (in lopende prijzen x 1) Jaarverslagen OCW Betreft gesaldeerde OCW-uitgaven zoals per onderwijssector aangegeven, exclusief overige uitgaven De OCW bekostiging bevat geen bedragen voor huisvesting po en vo. Deze uitgaven lopen via de gemeenten De uitgaven WSF/WTOS per onderwijsdeelnemer betreffen bruto uitgaven gedeeld door onderwijsdeelnemers van het voltijd onderwijs Zie bijlage en Begrippen, deel B en C po Uitgaven primair onderwijs per leerling Basisonderwijs Speciaal basisonderwijs (Voortgezet) speciaal onderwijs vo Uitgaven per leerling bve Uitgaven mbo per deelnemer hbo Uitgaven per student wo Uitgaven per student Uitgaven WSF/WTOS per onderwijsdeelnemer vo bol hbo wo Tabel 2.19 Bijdragen aan instellingen per deelnemer (in lopende prijzen x 1) Jaarverslagen OCW Nationale Rekeningen CBS Inclusief gemeentelijke bijdragen en collegegelden hbo en wo Voor 2007 zijn de gemeentelijke bijdragen geschat door verhoging met het prijsindexcijfer (pbbp volgens CBS) Tabel po vo mbo hbo wo OCW-uitgaven per sector gedeeld door aantal gediplomeerden (in lopende prijzen x 1) Jaarverslagen OCW Uitgaven OCW per deelnemer x aantal deelnemers / aantal gediplomeerden po vo mbo hbo wo Kerncijfers OCW

27 Onderwijs nationaal Voortijdig schoolverlaters Doelen Het onderwijsbeleid is er op gericht zoveel mogelijk jonge mensen goed toe te rusten voor de moderne kennissamenleving. Het behalen van een startkwalificatie (een diploma op havo/vwo of mbo 2 niveau) staat daarbij voorop. De nationale doelstelling is het terugdringen van de jaarlijkse nieuwe voortijdige schooluitval met 50 procent tussen 2002 en Dit komt neer op een reductie tot maximaal nieuwe vsv ers in In 2006/07 zijn er vsv ers. Vanaf 2005 wordt gemeten met het onderwijsnummer. In Europa is afgesproken (in het kader van het Lissabonproces) het aandeel jarigen dat geen onderwijs volgt én geen startkwalificatie heeft tussen 2000 en 2010 met 50 procent te verminderen. Hiervoor is een EU-indicator afgesproken, die jaarlijks wordt gemonitord met de gegevens uit de Labour Force Survey (LFS). Voor Nederland betekent dit een reductie van 15,5 procent vsv ers (waarde 2000) tot circa 8 procent in In 2006 lag het percentage op 12,9. Laatst genoten onderwijs Van de totale groep nieuwe vsv ers komt 68 procent uit het mbo. De meeste nieuwe vsv ers komen van niveau 2-4 van het mbo (58 procent in totaal). Circa 19 procent van de vsv ers komt uit het voortgezet onderwijs en 11 procent verlaat het onderwijs voortijdig met een vmbodiploma. Van alle leerlingen in de leeftijdsgroep jarigen valt 4,0 procent voortijdig uit. Per schoolsoort varieert dit percentage. Uit de brugjaren valt 0,9 procent uit. Voor mbo 2-4 is dit 8,1 procent. Het hoogste percentage vinden we in mbo 1. Het gaat hierbij wel om kleine aantallen. Achtergronden vsv Onder vsv ers vormen jongens de meerderheid met 59 procent. Het percentage vsv ers onder niet-westerse allochtonen ligt twee keer zo hoog als onder autochtonen. Het aandeel voortijdig schoolverlaters onder allochtonen neemt geleidelijk af tot 6,3 procent in Deze afname geldt ook voor de niet-westerse allochtonen. Het vsvpercentage is nog wel flink hoger vergeleken met autochtonen en westerse allochtonen. Vsv ers hebben relatief vaker een vertraging in de schoolloopbaan opgelopen dan niet vsv ers. Circa 66 procent van de vsv ers heeft een vertraging van 1 of meerdere jaren. Bij niet-vsv ers geldt dit voor ongeveer 29 procent. Circa 24 procent van de vsv ers komt uit een eenoudergezin. Voor niet vsv ers is dit 15 procent. Het percentage vsv ers dat wordt verdacht van een misdrijf is hoger in het mbo (16 procent) dan in het vo (13 procent). Het percentage verdachten onder vsv ers is vooral hoog op niveau 1 van het mbo (28 procent) en vmbo 3 (24 procent). In de 4 grote steden is 35 procent van de vsv ers verdacht van een misdrijf. In de rest van Nederland is dit 27 procent. Het stroomschema geeft aan waar in de 'doorlopende leerlijn' voortijdige schooluitval plaatsvindt. De percentages in het schema verwijzen naar het startaantal van leerlingen. Het diagram is niet gecorrigeerd voor vsv ers die later nog terugkeren in het onderwijs. In eerste instantie valt ongeveer 27 procent van de jongeren uit in het voortgezet onderwijs (vo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Een deel van deze leerlingen keert later wel weer terug in het onderwijs. Figuur 2.25 Nationale doelstelling aantal nieuwe vsv ers Doelstelling en realisatie (aantal x 1.000) Figuur 2.26 Stroomschema nieuwe vsv ers In procenten van een cohort uitstromende basisonderwijsleerlingen, % 5% 50 bol bbl % 3% havo/vwo lj. 3 t/m 6 vo leerjaar 1+2 vmbo lj. 3+4 pro 2% met diploma 3% zonder diploma vso basisonderwijs (incl. sbao en so) doelstelling realisatie Kerncijfers OCW 26

28 Tabel 2.21 A) OCW (CFI: onderwijsnummergegevens) B) CBS (LFS): EU-indicator A) 2007: voorlopige cijfers Zie bijlage en Begrippen, deel C Tabel 2.22 OCW (CFI: onderwijsnummergegevens) B) vmbo en mbo 1 met en zonder diploma zijn percentages t.o.v totale groep vmbo danwel mbo 1 deelnemers Zie bijlage en Begrippen, deel C Tabel 2.23 OCW (CFI: onderwijsnummergegevens) Het aantal nieuwe vsv'ers van jaar tussen twee peildata 1 oktober. Nieuwe vsv'ers in 2007, zijn vsv'ers in schooljaar 2006/07 Tabel 2.24 CBS (LFS) CBS/KLPD (HKS: regionale herkenningsdienstsystemen van politie) Het aantal nieuwe vsv'ers van jaar tussen twee peildata 1 oktober. Nieuwe vsv'ers in 2006, zijn vsv'ers in schooljaar 2005/06 Voortijdig schoolverlaters A) Nieuwe vsv'ers (aantal x 1.000) 60,5 54,1 53,1 B) Percentage jarige vsv'ers 15,5 14,2 14,0 13,6 12,9 -- Nieuwe vsv'ers naar laatst genoten onderwijs A) Procentuele verdeling t.o.v. totaal vsv B) Percentage van herkomstgroep Totaal ,7 4,1 4,0 brug 6,5 7,4 6,8 1,0 1,0 0,9 vmbo: zonder diploma 7,9 7,2 6,4 2,2 1,7 1,5 met diploma 11,5 11,5 11,4 3,1 2,7 2,7 havo/vwo 4,2 4,5 5,4 0,9 0,8 1,0 vavo 2,5 2,5 1,7 18,5 14,4 13,0 mbo 1: zonder diploma 8,2 8,2 7,2 30,0 27,9 26,1 met diploma 2,4 2,9 3,1 8,8 9,8 11,2 mbo ,8 56,0 58,0 9,2 8,1 8,1 Nieuwe vsv'ers naar geslacht en etniciteit (procentuele verdeling) A) Procentuele verdeling t.o.v. totaal vsv B) Percentage van herkomstgroep Geslacht Man 59,8 59,4 59,1 5,5 4,8 4,7 Vrouw 40,2 40,6 40,9 3,9 3,4 3,4 Etniciteit Autochtoon 65,9 64,7 65,8 3,9 3,4 3,4 Allochtoon 34,1 35,3 34,2 7,3 6,7 6,3 Niet-westers allochtoon 26,0 27,5 26,7 7,9 7,2 6,9 Westers allochtoon 8,1 7,9 7,5 6,0 5,2 4,9 Achtergronden nieuwe vsv'ers uit het vo, 2006 (in procenten) Vertraging in de schoolloopbaan vsv'ers niet vsv'ers geen jaar jaar 17 3 Soort huishouden vsv'ers niet vsv'ers tweeoudergezin eenoudergezin eigen huishouden 10 3 overig 6 2 Percentage verdachten van misdrijven Totaal Nederland G4 Rest Nederland vsv'ers niet vsv'ers vsv'ers niet vsv'ers vsv'ers niet vsv'ers Totaal vo Totaal mbo Kerncijfers OCW

29 Onderwijs nationaal Voortijdig schoolverlaters Arbeidsmarktsituatie Totale groep vsv ers Het verschil op de arbeidsmarkt tussen jongeren zonder en met startkwalificatie is groot. Zo heeft van de totale groep vsv ers tussen jaar slechts 65 procent werk tegen 81 procent van de jongeren met een startkwalificatie. Ongeveer twee derde van de niet-schoolgaande vmbo-gediplomeerden (15-22 jarigen) heeft een baan. Minder dan de helft van de jongeren met alleen basisonderwijs heeft een baan. Nieuwe vsv ers Van alle nieuwe vsv ers heeft direct na het jaar van uitval 55 procent betaald werk. Hier zitten ook kleine baantjes bij, maar 75 procent verdient meer dan 0,5 keer het minimumjeugdloon. Circa drie kwart van de vsv ers werkt in de sectoren handel, horeca, zakelijke dienstverlening en de gezondheids- en welzijnszorg. Handel en zakelijke dienstverlening vormen, met beide circa 30 procent, het grootste aandeel. Vsv in de regio Nederland is ingedeeld in 39 Regionaal Meld- en Coördinatiecentrum (RMC)-regio s. De regio s met de meeste voortijdig schoolverlaters kenmerken zich door de hogere stedelijkheidsgraad. Relatief scoren ook niet-stedelijke gebieden hoog. Vsv in gemeenten De hoge vsv-percentages worden veelal aangetroffen in de grotere gemeenten, maar ook in specifieke gebieden, zoals bij gemeenten op de grens van de provincies Zeeland en Noord-Brabant en in Groningen. Met uitzondering van een aantal gemeenten in het Groene Hart, scoren de gemeenten in de Randstad verhoudingsgewijs slecht. Het percentage nieuwe vsv ers is in Nederland gemiddeld 4,1 procent in In vrijwel alle 36 grootste gemeenten van het land (behalve Zwolle en Hengelo) is het percentage hoger. Vier grote steden Een algemene conclusie voor de vier grote steden is dat de aantallen en percentages vsv hoog liggen, maar binnen de grote gemeenten fors per wijk verschillen. De aandachtswijken hebben hoge percentages voortijdige schoolverlaters, maar dat geldt ook voor een aantal andere wijken. Wijken In wijken (postcodegebieden) waar sprake is van een opeenstapeling van problemen zijn ook de vsv-percentages hoog. Dit blijkt uit de vsvpercentages in de zogenaamde armoedeprobleemcumulatiegebieden (CBS). Met name in wijken met een hoog aandeel huishoudens met een uitkering ligt ook het vsv-percentage hoog. Dit geldt niet alleen voor de grote steden. Circa 25 procent van alle nieuwe vsv ers woont in een armoedeprobleemcumulatiegebied. Deze gebieden worden gekenmerkt door relatief veel huishoudens met uitkeringen, huishoudens met lage inkomens en niet-westerse allochtonen. Figuur 2.27 Nieuwe vsv ers per gemeente Percentage in de leeftijdsgroep jaar, 2006 Figuur 2.28 Nieuwe vsv ers in Amsterdam Percentage in de leeftijdsgroep jaar, 2006 (vlag = aandachtswijk) VSV-percentage Minder dan 2% (29) 2-3,5% (205) 3,5-5% (185) Meer dan 5% (47) VSV-percentage Minder dan 5% (19) 5-7% (21) 7-9% (27) Meer dan 9% (9) Kerncijfers OCW 28

Kerncijfers 2004-2008. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Kerncijfers 2004-2008. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Kerncijfers 2004-2008 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Kerncijfers 2004-2008 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Deze publicatie is samengesteld door de directie Kennis van het Ministerie van Onderwijs,

Nadere informatie

Kerncijfers 2006-2010. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Kerncijfers 2006-2010. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Kerncijfers 2006-2010 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Kerncijfers 2006-2010 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Deze publicatie is samengesteld door de directie Kennis van het Ministerie van Onderwijs,

Nadere informatie

Kerncijfers Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Kerncijfers Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Kerncijfers Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Kerncijfers Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Kerncijfers 2007-2011 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Kerncijfers 2007-2011 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Het Nederlandse onderwijsstelsel leerplichtig 18 jaar 12 jaar 4 jaar 0 jaar wo master bachelor

Nadere informatie

Kerncijfers 2008-2012. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Kerncijfers 2008-2012. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Kerncijfers 2008-2012 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Het Nederlandse onderwijsstelsel leerplichtig 18 jaar 12 jaar 4 jaar 0 jaar wo master bachelor hbo mbo-4 mbo-3 mbo-2 mbo-1 vwo havo vmbo vo 1/2 bao

Nadere informatie

Kerncijfers 2004-2008. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Kerncijfers 2004-2008. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Kerncijfers 2004-2008 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Kerncijfers 2004-2008 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Deze publicatie is samengesteld door de directie Kennis van het Ministerie van Onderwijs,

Nadere informatie

Kerncijfers 2005-2009. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Kerncijfers 2005-2009. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Kerncijfers 2005-2009 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Het Nederlandse onderwijsstelsel leerplichtig 18 jaar 12 jaar 4 jaar 0 jaar wo master bachelor hbo mbo-4 mbo-3 mbo-2 mbo-1 vwo havo vmbo vo 1/2 bao

Nadere informatie

Kerncijfers 2008-2012. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Kerncijfers 2008-2012. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Kerncijfers 2008-2012 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Het Nederlandse onderwijsstelsel leerplichtig 18 jaar 12 jaar 4 jaar 0 jaar wo master bachelor hbo mbo-4 mbo-3 mbo-2 mbo-1 vwo havo vmbo vo 1/2 bao

Nadere informatie

Kerncijfers 2007-2011 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Kerncijfers 2007-2011 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Kerncijfers 2007-2011 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Kerncijfers 2007-2011 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Kerncijfers 2007-2011 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Kerncijfers 2007-2011 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Het Nederlandse onderwijsstelsel leerplichtig 18 jaar 12 jaar 4 jaar 0 jaar wo master bachelor

Nadere informatie

Kerncijfers. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Kerncijfers. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Kerncijfers 2 0 0 2-2 0 0 6 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Kerncijfers 2 0 0 2-2 0 0 6 O n d e r w ij s, C u l t u u r e n We t e n s c h a p Voorwoord Voor u ligt de elfde editie van Kerncijfers OCW.

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

Kerncijfers. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Kerncijfers. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Kerncijfers 2 0 0 1-2 0 0 5 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Voorwoord Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wil instellingen, professionals, ouders, deelnemers en andere belanghebbenden

Nadere informatie

Opleidingsniveau stijgt

Opleidingsniveau stijgt Opleidingsniveau stijgt Grote doorstroom naar hogere niveaus Meer leerlingen vanuit vmbo naar havo Grote groep mbo ers naar het hbo 10 Jongens groeien gedurende hun onderwijsloopbaan Jongens na een diploma

Nadere informatie

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO Vrouwen in de bètatechniek Traditioneel kiezen veel meer mannen dan vrouwen voor een bètatechnische opleiding. Toch lijkt hier de afgelopen jaren langzaam verandering in te komen. Deze factsheet geeft

Nadere informatie

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten Factsheets Voortijdig Schoolverlaten Februari 2007 Inleiding Deze factsheets behoren bij de brief kenmerk BVE/INI/2007/3891 en presenteren een weergave van de nu bekende feiten en getallen over de groep

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2012 Nr. 229 BRIEF

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

Kerncijfers. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Kerncijfers. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Kerncijfers 1 9 9 9-2 0 0 3 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Voorwoord Voor u ligt Kerncijfers 1999-2003 OCW. Deze publicatie informeert u over de belangrijkste ontwikkelingen en prestaties op de beleidsterreinen

Nadere informatie

Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd

Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd Notitie a Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd Juli 2014 Nelet Kuipers, team Onderwijs SQS 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort 08 Voortijdig schoolverlaters 0c olverlaters verdacht van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort Toelichting bij geleverde everde maatwerktabellen De maatwerktabel bevat gegevens

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

Kerncijfers. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Kerncijfers. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Kerncijfers 2 0 0 0-2 0 0 4 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Het Nederlandse onderwijsstelsel wo 18 jaar partieel vwo hbo havo mbo (bol+bbl) vmbo leerplichtig 12 jaar vo 1/2 pro vso educatie volledig bao

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1999- ROA Colofon Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden verveelvoudigd zonder voorafgaande

Nadere informatie

Leerlingen en studenten naar onderwijssoort per 1-10 en woongemeente Lingewaard

Leerlingen en studenten naar onderwijssoort per 1-10 en woongemeente Lingewaard Leerlingen en studenten naar onderwijssoort per 1-10 en woongemeente Lingewaard 2010/'11 2011/'12* Onderwijssoorten Leeftijd Lingewaard Lingewaard Totaal voortgezet onderwijs Leeftijd totaal 2751 2853

Nadere informatie

Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs?

Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs? Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs? Wendy Jenje-Heijdel Na het examen in het voortgezet onderwijs staan leerlingen voor de keuze voor vervolgonderwijs. De meest gangbare routes lopen van

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

3. Onderwijs. 3.1 Het basisonderwijs

3. Onderwijs. 3.1 Het basisonderwijs 3. Onderwijs Ruim 2 procent van de Nederlandse bevolking neemt deel aan het voltijdonderwijs. Bijna de helft hiervan gaat naar de basisschool en eenderde volgt voortgezet onderwijs. Niet-westerse allochtone

Nadere informatie

Stromen door het onderwijs

Stromen door het onderwijs Stromen door het onderwijs Vanuit het derde leerjaar van het vo 2003/2004 Erik Fleur DUO/IP Juni 2013 1. Inleiding In schooljaar 2003/2004 zaten bijna 200 duizend leerlingen in het derde leerjaar van het

Nadere informatie

Middelbaar beroepsonderwijs regio Arnhem

Middelbaar beroepsonderwijs regio Arnhem Deze factsheet toont de ontwikkeling van het aantal studenten in het middelbaar beroepsonderwijs in de regio Arnhem. De cijfers geven inzicht in de ontwikkelingen per sector, niveau en leerweg. Daarnaast

Nadere informatie

Onderwijs. Kerncijfers 203

Onderwijs. Kerncijfers 203 Kerncijfers 203 Onderwijs. Kerncijfers.2 Voor- en vroegschoolse educatie.3 Primair onderwijs.4 Speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs.5 Voortgezet onderwijs. Middelbaar beroepsonderwijs.7 Schoolverzuim

Nadere informatie

Onderwijs. Kerncijfers

Onderwijs. Kerncijfers Kerncijfers 205 Onderwijs. Kerncijfers.2 Voor- en vroegschoolse educatie.3 Primair onderwijs.4 Speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs.5 Voortgezet onderwijs. Middelbaar beroepsonderwijs.7 Verzuim,

Nadere informatie

Kerncijfers. Onderwijs Cultuur en Wetenschappen

Kerncijfers. Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Kerncijfers 1 9 9 8-2 0 0 2 Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Kerncijfers 1 9 9 8-2 0 0 2 Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Voorwoord Voor u ligt Kerncijfers 1998-2002 OCenW. Met dit boekje biedt OCenW

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt : een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt Harry Bierings en Robert de Vries Direct nadat zij school hadden verlaten, maar ook nog vier jaar daarna, hebben voortijdig naar verhouding vaak geen baan. Als

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Factsheet Passend Onderwijs

Factsheet Passend Onderwijs Factsheet Passend Onderwijs November 2010 Inleiding Deze factsheet geeft feiten en cijfers over het passend onderwijs in Nederland. De factsheet is een vervolg op de Factsheet Passend onderwijs van januari

Nadere informatie

Trends in passend onderwijs

Trends in passend onderwijs DEFINITIEF Trends in passend onderwijs 2014-2017 DUO Informatieproducten Susan Borggreve, Daniël van Eck & Thijs Nielen 12 juni 2018 Inhoud 1 SAMENVATTING... 3 2 LEESWIJZER... 5 3 ONTWIKKELINGEN IN LEERLINGAANTALLEN...

Nadere informatie

Gelijke kansen in het onderwijs

Gelijke kansen in het onderwijs Gelijke kansen in het onderwijs Toegankelijke tekstversie Pagina 1 Inleiding Dit is het dashboard gelijke kansen in het onderwijs. Dit dashboard monitor beschrijft voor verschillende groepen leerlingen

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018 De arbeidsmarkt in het voortgezet onderwijs is in belangrijke mate een regionale arbeidsmarkt. Dit betekent dat ontwikkelingen in de ene regio niet per definitie hetzelfde zijn als in een andere regio.

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in 23 Ingrid Beckers en Birgit van Gils In 23 vonden ruim 9 duizend mensen een nieuwe baan. Dat is 13 procent van de werkzame beroepsbevolking. Het aandeel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 400 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2013 Nr. 154 BRIEF

Nadere informatie

Toelichting bij _Arbeidsmarktaanbod_studierichting_onderwijssoort_regio.csv

Toelichting bij _Arbeidsmarktaanbod_studierichting_onderwijssoort_regio.csv Migratieachtergrond van uitgestroomde studenten naar regio, onderwijssoort en studierichting Uitstroom na studiejaar 2016/ 17 pilot Barometer culturele diversiteit CBS Januari 2019 Vragen over deze publicatie

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1999-4Middelbaar BeroepsOnderwijs ROA De cijfers in deze publicatie zijn gebaseerd op de jaarlijkse schoolverlatersonderzoeken van het Researchcentrum voor

Nadere informatie

Sectorale arbeidsmarktinformatie

Sectorale arbeidsmarktinformatie Sectorale arbeidsmarktinformatie Overschotten en tekorten Kansen en mogelijkheden Deel B: Sectorbeschrijvingen 19. Onderwijs Den Haag 20 december 2011 Inhoudsopgave Onderwijs...3 1. Sectorfiche...3 2.

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs Rotterdam. December PO. Van en voor werkgevers en werknemers

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs Rotterdam. December PO. Van en voor werkgevers en werknemers ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers Regionale arbeidsmarktrapportages primair onderwijs 2012 Rotterdam December 2012 19 Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs Het CAOP is hét

Nadere informatie

Studievoortgang in het voortgezet onderwijs

Studievoortgang in het voortgezet onderwijs Studievoortgang in het voortgezet onderwijs Lieke Stroucken 1. Leerlingen naar herkomstgroepering en aantal kinderen in het huishouden, brugklascohort 2004/ 05 Leerlingen uit éénoudergezinnen en niet-westers

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks ANNEX Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 21 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks 1. Deelname voor- en vroegschoolse educatie (VVE) De Nederlandse waarde voor

Nadere informatie

Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen

Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen Algemene Onderwijsbond juni 2011 Basisonderwijs verwijst steeds minder, bij voortgezet onderwijs groeit uitsluitend zware zorg Passend onderwijs is op de goede weg.

Nadere informatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Samenvatting Op basis van de geactualiseerde gegevens van het CBS zien de samenwerkende inspecties binnen Toezicht Sociaal Domein

Nadere informatie

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom In het Nederlands onderwijsbestel moeten kinderen op jonge leeftijd belangrijke keuzes maken die de rest van hun loopbaan beïnvloedt. De

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018 De arbeidsmarkt in het voortgezet onderwijs is in belangrijke mate een regionale arbeidsmarkt. Dit betekent dat ontwikkelingen in de ene regio niet per definitie hetzelfde zijn als in een andere regio.

Nadere informatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief 5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2017

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2017 ROA Titel Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2017 Per Bles Christoph Meng ROA Fact Sheet ROA-F-2018/11 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt ROA Research Centre For Education and

Nadere informatie

Aantal instromende studenten tussen 2010 2014 gedaald. Figuur 1: Ontwikkeling instroom lerarenopleidingen 2010 2014. 1

Aantal instromende studenten tussen 2010 2014 gedaald. Figuur 1: Ontwikkeling instroom lerarenopleidingen 2010 2014. 1 Het aantal studenten dat start met een opleiding tot leraar basisonderwijs, leraar speciaal onderwijs of leraar voortgezet onderwijs is tussen en afgenomen. Bij de tweedegraads en eerstegraads hbo-lerarenopleidingen

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018 Rotterdam De arbeidsmarkt in het voortgezet onderwijs is in belangrijke mate een regionale arbeidsmarkt. Dit betekent dat ontwikkelingen in de ene regio niet per definitie hetzelfde zijn als in een andere

Nadere informatie

Voortijdig Schoolverlaters 2005 Toelichting bij de tabellen

Voortijdig Schoolverlaters 2005 Toelichting bij de tabellen Voortijdig Schoolverlaters 2005 Toelichting bij de tabellen Definitie: Voortijdig schoolverlaters zijn gedefinieerd als leerlingen die het (bekostigd) onderwijs verlaten zonder dat zij een startkwalificatie

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018 Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 218 Regio Utrecht De arbeidsmarkt in het voortgezet onderwijs is in belangrijke mate een regionale arbeidsmarkt. Dit betekent dat ontwikkelingen in de

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018 De arbeidsmarkt in het voortgezet onderwijs is in belangrijke mate een regionale arbeidsmarkt. Dit betekent dat ontwikkelingen in de ene regio niet per definitie hetzelfde zijn als in een andere regio.

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018 De arbeidsmarkt in het voortgezet onderwijs is in belangrijke mate een regionale arbeidsmarkt. Dit betekent dat ontwikkelingen in de ene regio niet per definitie hetzelfde zijn als in een andere regio.

Nadere informatie

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s. Na vijf jaar 38 procent met hbo-diploma Onderwijs... 2 Hbo-rendement tot voor kort dalend... 3 Wo-rendement stijgt... 4 Mbo ers in Onderwijs hoger rendement dan havisten... 6 Vrouwen halen hoger rendement

Nadere informatie

Navigatie techniekpact

Navigatie techniekpact Navigatie techniekpact Beleidsthema s en - doelen Beleid in cijfers Beleidsinstrumentarium EZ 1 Versie oktober 2015 Beleidsthema s en doelen techniekpact Zorgen voor voldoende gekwalificeerde technici

Nadere informatie

TECHNIEKPACTMONITOR.NL HIGHLIGHTS 2017

TECHNIEKPACTMONITOR.NL HIGHLIGHTS 2017 TECHNIEKPACTMONITOR.NL HIGHLIGHTS 2017 AANDEEL LEERLINGEN VMBO 3E LEERJAAR 2006-2007 2013-2014 2016-2017 VMBO-BB 31% 24% 24% VMBO-KB 27% 22% 21% Het betreft hier het aandeel leerlingen binnen het totaal

Nadere informatie

Instroom en inschrijvingen

Instroom en inschrijvingen Instroom en inschrijvingen Minder studenten beginnen aan opleidingen in de sector Onderwijs... 2 Instroom pabo keldert in 2015 maar herstelt zich deels in 2016... 3 Minder mbo ers naar sector Onderwijs...

Nadere informatie

Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen. Algemene Onderwijsbond juni 2011

Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen. Algemene Onderwijsbond juni 2011 Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen Algemene Onderwijsbond juni 2011 Basisonderwijs verwijst steeds minder, bij voortgezet onderwijs groeit uitsluitend zware zorg Passend onderwijs is op de goede weg.

Nadere informatie

Gestruikeld voor de start

Gestruikeld voor de start Bijlagen Gestruikeld voor de start De school verlaten zonder startkwalificatie Lex Herweijer Bijlage A... 2 Bijlage bij hoofdstuk 4... 3 Bijlage bij hoofdstuk 5... 4 Sociaal en Cultureel Planbureau Den

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Uitgaven per diploma gedaald

Uitgaven per diploma gedaald 132 Uitgaven per diploma gedaald Hugo Elbers Publicatiedatum CBS-website: 24-06-2013 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil

Nadere informatie

ROA Fact Sheet. Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2013 Feiten en cijfers. Research Centre for Education and the Labour Market ROA

ROA Fact Sheet. Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2013 Feiten en cijfers. Research Centre for Education and the Labour Market ROA Research Centre for Education and the Labour Market ROA Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2013 Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/2 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Groei bij gezondheidszorg, aantal studenten in het hbo stabiliseert, aandeel allochtonen blijft groeien, 5% groei in diploma s, aantal Ad-studenten

Nadere informatie

ROA Fact Sheet. Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2011 Feiten en cijfers. Research Centre for Education and the Labour Market ROA

ROA Fact Sheet. Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2011 Feiten en cijfers. Research Centre for Education and the Labour Market ROA Research Centre for Education and the Labour Market ROA Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2011 Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2012/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Factsheet. Samenvatting

Factsheet. Samenvatting Afgestudeerden en uitvallers 2017 In deze factsheet staan de belangrijkste kengetallen en ontwikkelingen met betrekking tot uitval, studiewissel en studiesucces. Alle cijfers betreffen voltijd hbo-bachelorstudenten

Nadere informatie

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs, Studenten sector Onderwijs vallen vaker uit... 2 Veel uitval bij 2 e graads hbo... 3 Meer uitval van pabo studenten met mbo-achtergrond... 5 Steeds meer mannen vallen uit bij pabo... 7 Studenten met niet-westerse

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018 Zuid- en Oost-Gelderland Ontwikkeling aantal leerlingen, 212-216 Bron: Scenariomodel-VO +6,7% Prognose aantal leerlingen, 217-221 Bron: Scenariomodel-VO -9,1% Tussen 212 en 216 is het aantal leerlingen

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

Recht op geletterd(heid)!

Recht op geletterd(heid)! Recht op geletterd(heid)! Basisvaardigheden Taal in het voortgezet onderwijs in Nederland Jan Rijkers voorzitter Centrale Directie Het Hooghuis scholengroep voortgezet onderwijs, Oss, NL CTO, Met recht

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs Amsterdam. December PO. Van en voor werkgevers en werknemers

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs Amsterdam. December PO. Van en voor werkgevers en werknemers ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers Regionale arbeidsmarktrapportages primair onderwijs 2012 Amsterdam December 2012 5 Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs Het CAOP is hét kennis-

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018 Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 218 Noordoost- en De arbeidsmarkt in het voortgezet onderwijs is in belangrijke mate een regionale arbeidsmarkt. Dit betekent dat ontwikkelingen in de

Nadere informatie

Techniek: werken, leren en kiezen. Cijfers onderwijs-arbeidsmarkt 2019

Techniek: werken, leren en kiezen. Cijfers onderwijs-arbeidsmarkt 2019 Techniek: werken, leren en kiezen Cijfers onderwijs-arbeidsmarkt 2019 Achtergrond TP monitor Behoefte aan een feitelijk beeld van onderwijs & arbeidsmarkt bètatechniek & trends Set van indicatoren Cijfers

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktrapportages voortgezet onderwijs 2015

Regionale arbeidsmarktrapportages voortgezet onderwijs 2015 Regionale arbeidsmarktrapportages voortgezet onderwijs 2015 Regio Flevoland Regionale arbeidsmarktrapportages voortgezet onderwijs 2015 Regio Flevoland... De onderwijsarbeidsmarkt is een regionale arbeidsmarkt,

Nadere informatie

Het middelbaar beroepsonderwijs

Het middelbaar beroepsonderwijs Het middelbaar beroepsonderwijs Dick Takkenberg Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) levert grote aantallen gediplomeerden voor de arbeidsmarkt. De ongediplomeerde uitval is echter ook groot. Het aantal

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Jaarboek 2005. Onderwijsarbeidsmarkt in beeld

Jaarboek 2005. Onderwijsarbeidsmarkt in beeld Jaarboek 2005 Onderwijsarbeidsmarkt in beeld 1 Voor nadere inlichtingen over de inhoud van deze publicatie kunt u zich wenden tot: Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) Telefoon 070-376 57 70 ISBN

Nadere informatie

Onderwijsmonitor 2011

Onderwijsmonitor 2011 Onderwijsmonitor 211 Hendrik-Ido-Ambacht De gemeente Hendrik-Ido-Ambacht heeft behoefte aan informatie voor het voeren van hun onderwijsbeleid. Het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) voorziet via deze

Nadere informatie

Bijlagen bij hoofdstuk 10 De positie van allochtone vrouwen Mérove Gijsberts (SCP) en Jaco Dagevos (SCP)

Bijlagen bij hoofdstuk 10 De positie van allochtone vrouwen Mérove Gijsberts (SCP) en Jaco Dagevos (SCP) Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 10 De positie van

Nadere informatie

Kerncijfers Dienst Uitvoering Onderwijs. Apparaat en programma 2. Personeel 3. Enkele kengetallen 4. Klantcontacten en kanalen 5

Kerncijfers Dienst Uitvoering Onderwijs. Apparaat en programma 2. Personeel 3. Enkele kengetallen 4. Klantcontacten en kanalen 5 Kerncijfers 2016 Dienst Uitvoering Onderwijs Apparaat en programma 2 Personeel 3 Enkele kengetallen 4 Klantcontacten en kanalen 5 Klanten en producten 6 Klachten, bezwaarschriften, nationale ombudsman,

Nadere informatie

Decompositie onderwijsuitgaven 2004 2014

Decompositie onderwijsuitgaven 2004 2014 Webartikel Decompositie onderwijsuitgaven 2004 2014 Priscilla Tedjawirja April 2016 CBS Webartikel, april 2016 1 De totale onderwijsuitgaven van bekostigde onderwijsinstellingen zijn in de periode 2004

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Onderwijs. Hoofdstuk 10. 10.1 Inleiding

Onderwijs. Hoofdstuk 10. 10.1 Inleiding Hoofdstuk 10 Onderwijs 10.1 Inleiding Leiden kennisstad heeft een hoog opgeleide bevolking en herbergt binnen haar grenzen veel onderwijsinstellingen. In dit hoofdstuk gaat het zowel om de opleiding die

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018 Ontwikkeling aantal leerlingen, 212-216 Bron: Scenariomodel-VO +5,5% Prognose aantal leerlingen, 217-221 Bron: Scenariomodel-VO -6,3% Tussen 212 en 216 is het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Jaarboek onderwijs in cijfers 2009

Jaarboek onderwijs in cijfers 2009 Jaarboek onderwijs in cijfers 2009 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met 0 (0,0) = het getal is kleiner

Nadere informatie

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Scholen in de Randstad sterk gekleurd Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse

Nadere informatie

index Technocentrum Kwantitatieve regioanalyse technisch beroepsonderwijs Provincie Noord-Brabant

index Technocentrum Kwantitatieve regioanalyse technisch beroepsonderwijs Provincie Noord-Brabant index Technocentrum Kwantitatieve regioanalyse technisch beroepsonderwijs Provincie Noord-Brabant Inhoudsopgave 1. Mbo Techniek... 3 1.1 Deelnemers mbo techniek... 3 1.1.1 Onderwijsinstellingen... 3 1.1.2

Nadere informatie

Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang mbo

Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang mbo www.ecbo.nl Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang mbo Anneke Westerhuis 9 mei 2017 www.ecbo.nl drie thema s: doorstroom in het onderwijsstelsel loopbaanpatronen in en rond het mbo

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018 De arbeidsmarkt in het voortgezet onderwijs is in belangrijke mate een regionale arbeidsmarkt. Dit betekent dat ontwikkelingen in de ene regio niet per definitie hetzelfde zijn als in een andere regio.

Nadere informatie

Persbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-27 7 februari 2002 9.30 uur Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig De reeks van jaren met een gunstige arbeidsmarkt is in 2001 voortgezet. De groei van de

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018 Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 218 Friesland De arbeidsmarkt in het voortgezet onderwijs is in belangrijke mate een regionale arbeidsmarkt. Dit betekent dat ontwikkelingen in de ene

Nadere informatie