Rapport Gelijkwaardigheid Brandcompartimentering

Transcriptie

1 Rapport Gelijkwaardigheid Brandcompartimentering Rapport nr OSF april 2016 Uitbreiding OSF2, Tata Steel

2 Adres: Uitbreiding OSF2 Tata Steel Betreft: Rapport Gelijkwaardigheid Brandcompartimentering Opdrachtgever: Tata Steel Opgesteld door: Floriaan B.V. Dwarsweg KT Zaltbommel Telefoon(0418) Contactpersoon: de heer ing. M.J.J. van Oort Datum vrijgave Beschrijving Auteur Vrijgave MvO NMG FLORIAAN B.V. Pagina 2 van 25

3 Inhoud Pagina 1 Inleiding Algemeen Doel rapport Demarcatie Voorschriften en richtlijnen Uitgangspunten 6 2 Beschrijving van het gebouw Algemeen Afmetingen uitbreiding Bouwconstructies Belendingen 8 3 Brandcompartimentering Eisen omvang Eisen WBDBO Eisen rechtens verkregen niveau Beoordeling Brandoverslag 11 4 Risicobenadering Algemeen Brand in de tunnel Brand in de opslaghal Brand in de snijhal Brand in de luchtsluis Brand in de schuivenwerkplaats Brand in de berenkiep Brand in het magazijn Brand op het dak Resumé 18 5 Voorzieningen voor de (bedrijfs)brandweer Algemeen Inzet bedrijfsbrandweer Bluswatervoorzieningen Brandweeringang en nevenbrandweeringang Droge blusleidingen 20 6 Conclusie 21 FLORIAAN B.V. Pagina 3 van 25

4 Bijlage 1: Vuurbelastingberekening opslaghal 22 B1.1 Algemeen 22 B1.2 Permanente vuurbelasting 22 B1.3 Variabele vuurbelasting 23 B1.4 Gemiddelde vuurbelasting 23 B1.5 Maatgevende vuurbelasting 23 B1.6 Conclusie 23 Bijlage 2: Vuurbelastingberekening snijhal 24 B2.1 Algemeen 24 B2.2 Permanente vuurbelasting 24 B2.3 Variabele vuurbelasting 24 B2.4 Gemiddelde vuurbelasting 24 B2.5 Maatgevende vuurbelasting 25 B2.6 Conclusie 25 FLORIAAN B.V. Pagina 4 van 25

5 1 Inleiding 1.1 ALGEMEEN Tata Steel gaat de oxystaalfabriek uitbreiden. De uitbreiding bestaat uit een snijhal, opslaghal, magazijn, sluis, schuivenwerkplaats en berenkiep. De uitbreidingen hebben een totale gebruiksoppervlakte van 5.697,1 m 2. In figuur zijn de uitbreidingen weergegeven. Figuur 1.1-1: Uitbreidingen Oxystaalfabriek De uitbreiding vormt samen met de bestaande oxystaalfabriek één brandcompartiment. De uitvoering van de bestaande oxystaalfabriek als één brandcompartiment is het rechtens verkregen niveau dat door de gemeente is geaccepteerd. Vanwege de omvang van het brandcompartiment, dat ruim groter is dan op basis van de prestatieeisen uit het Bouwbesluit 2012 is toegestaan, moet worden aangetoond dat een brand in de uitbreiding een voor de brandweer beheersbare situatie is, zodat op basis van gelijkwaardigheid aan de voorschriften wordt voldaan. FLORIAAN B.V. Pagina 5 van 25

6 1.2 DOEL RAPPORT In dit rapport Gelijkwaardigheid Brandcompartimentering wordt door middel van een risicobenadering aangegeven, op welke wijze, of met welke voorzieningen op basis van gelijkwaardigheid aan de door de overheid gestelde brandveiligheidseisen voor het aspect brandcompartimentering wordt voldaan. Het rapport Gelijkwaardigheid Brandcompartimentering kan ter goedkeuring aan de gemeente worden verzonden. 1.3 DEMARCATIE Het rapport heeft uitsluitend betrekking op de brandveiligheid vanuit het oogpunt van de door de overheid gestelde eisen. Eventuele eisen van de verzekeraar, of maatregelen die wenselijk zouden kunnen zijn uit hoofde van schadebeperking, of het voorkomen van bedrijfsstilstand, worden niet in dit rapport behandeld. 1.4 VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN De volgende documenten dienen als basis voor dit rapport: Bouwbesluit 2012, zoals deze luidt per 24 november 2015; Brandbeveiligingsinstallaties 2012, van het NVBR; Handleiding Bluswatervoorziening en bereikbaarheid, van het NVBR, september 2012; NEN 6060:2015, Gelijkwaardigheid grote brandcompartimenten; NEN 6079:2016, Brandveiligheid van grote brandcompartimenten Risicobenadering. Als basis worden de voorschriften voor verbouw gehanteerd. 1.5 UITGANGSPUNTEN Bij het opstellen van dit rapport is gebruik gemaakt van de door Iv-Industrie gemaakte tekeningen d.d. 15 januari 2016 die bij de aanvraag omgevingsvergunning zijn ingediend. FLORIAAN B.V. Pagina 6 van 25

7 2 Beschrijving van het gebouw 2.1 ALGEMEEN De uitbreiding wordt gebruikt als werkplaats met ondersteunende ruimten voor de twee in de fabriek aanwezige Continugietmachines en voor een toekomstige derde Continugietmachine. 2.2 AFMETINGEN UITBREIDING Omschrijving Gebruiksfunctie Gebruiksoppervlakte (m²) Tunnel Industrie 217,1 Opslaghal Industrie 2.148,9 Snijhal west Industrie 1.228,9 Snijhal oost Industrie 1.279,3 Luchtsluis Industrie 125,6 Schuivenwerkplaats Industrie 175,0 Berenkiep Industrie 260,1 Magazijn Industrie 262,2 Totaal 5.697,1 Tabel BOUWCONSTRUCTIES Constructiedeel (Hoofd)draagconstructie Dak Dakisolatie Dakbedekking Lichtstraten Gevels Gevelisolatie Tussenwanden Vloeren Bordessen Kozijnen Uitvoering Staal Staal Steenwol 2-laags bitumineuze dakbedekking, brandklasse B met brandstop (fire barrier) tussen bestaand dak en dak uitbreiding Polycarbonaat Metselwerk en stalen gevelpanelen Geen Betonsteen Beton Staal Staal Deuren Loopdeuren: staal en hout Overheaddeuren: staal Trappen Tabel Staal FLORIAAN B.V. Pagina 7 van 25

8 2.4 BELENDINGEN De directe omgeving van het gebouw is weergegeven op onderstaande luchtfoto. Aan de zuidzijde bevindt de gevel van het DSP gebouw zich op circa 12 (kortste) tot 58 (langste) meter afstand. Figuur 2.4-1: Omgeving oxystaalfabriek ' FLORIAAN B.V. Pagina 8 van 25

9 3 Brandcompartimentering 3.1 EISEN OMVANG Om uitbreiding van brand te beperken en daarmee een brand voor de brandweer beheersbaar te houden, moet een gebouw worden verdeeld in brandcompartimenten. Conform het Bouwbesluit geldt voor een nieuwbouw industriefunctie een maximale brandcompartimentsgrootte van m², mits de in het brandcompartiment aanwezige nevenfuncties, zoals een kantoorruimte of een kantine, tezamen niet groter zijn dan 100 m 2. Conform de voorschriften voor bestaande bouw geldt een maximale brandcompartimentsgrootte van m 2. Daarnaast moeten ruimten waarin verwarmingstoestellen met een totale nominale belasting van meer dan 130 kw (160 kw bij bestaande bouw) aanwezig zijn of technische ruimten groter dan 50 m² (100 m 2 bij bestaande bouw), zijn uitgevoerd als apart brandcompartiment. Het Bouwbesluit 2012 stelt in artikel 1.3 dat van een gesteld voorschrift mag worden afgeweken, zolang het bouwwerk dezelfde mate van brandveiligheid biedt, als met de gestelde voorschriften is beoogd. Bij verbouw geldt dat de brandcompartimentering moet voldoen aan het rechtens verkregen niveau. 3.2 EISEN WBDBO Tussen twee brandcompartimenten moet een minimale weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) aanwezig zijn. Deze vereiste WBDBO is voor nieuwbouw vastgesteld op 60 minuten, waarbij deze mag worden gereduceerd tot 30 minuten indien in het gebouw geen vloer van een gebruiksgebied hoger dan 5 meter boven peil aanwezig is. Bij verbouw geldt dat de WBDBO moet voldoen aan het rechtens verkregen niveau met een minimum van 30 minuten. Op plaatsen waar twee brandcompartimenten aan elkaar grenzen, wordt de vereiste WBDBO bereikt door een brandwerende scheiding. Deuren in brandwerende scheidingen moeten dezelfde brandwerendheid bezitten als de scheiding zelf en moeten zelfsluitend zijn. Doorvoeringen ten behoeve van installaties of bekabeling mogen de brandwerendheid van de scheiding niet negatief beïnvloeden. FLORIAAN B.V. Pagina 9 van 25

10 3.3 EISEN RECHTENS VERKREGEN NIVEAU Het rechtens verkregen niveau is het niveau dat is ontstaan door bouwen volgens de voorschriften die in eerdere vergunningen zijn vastgesteld. Het rechtens verkregen niveau mag niet lager zijn dan het niveau bestaande bouw uit het Bouwbesluit en niet hoger dan het niveau nieuwbouw uit het Bouwbesluit. In dit geval is het rechtens verkregen niveau één groot brandcompartiment dat bestaat uit de huidige oxystaalfabriek. Omdat het brandcompartiment nu wordt vergroot, moet de vergunde situatie worden herleid naar algemene doelstellingen. Het rechtens verkregen niveau voor het gebouw kan hierdoor worden beschouwd als: Een brand mag niet snel zo groot worden dat de brandweer binnen 30 minuten een onbeheersbare situatie zal aantreffen. Ruimtes met een verhoogd risico moeten 30 minuten brandwerend worden afgescheiden. 3.4 BEOORDELING De uitbreiding is vanwege het gewenste gebruik niet in te delen in kleinere brandcompartimenten. Het Bouwbesluit 2012 stelt in artikel 1.3 dat van een gesteld voorschrift mag worden afgeweken, zolang het bouwwerk dezelfde mate van brandveiligheid biedt, als met de gestelde voorschriften is beoogd. Door Tata Steel is ervoor gekozen om ruimten met een verhoogd risico 60 minuten brandwerend af te scheiden. Er is sprake van gelijkwaardigheid als wordt voldaan aan het rechtens verkregen niveau: Een brand mag niet snel zo groot worden dat de brandweer binnen 30 minuten een onbeheersbare situatie zal aantreffen. Ruimten met een verhoogd risico moeten 60 minuten brandwerend worden afgescheiden. Om te onderzoeken of, onder welke voorwaarden en eventueel met welke voorzieningen er sprake is van een gelijkwaardige veiligheid, is in hoofdstuk 4 een risicobenadering toegepast. Uit de risicoanalyse blijkt dat een brand in het gebouw in de uitbreiding van de oxystaalfabriek beheersbaar zal zijn voor de getrainde BHV ers en bedrijfsbrandweer. Hiermee wordt op basis van gelijkwaardigheid aan de voorschriften voor brandcompartimentering voldaan. FLORIAAN B.V. Pagina 10 van 25

11 3.5 BRANDOVERSLAG Aan de zuidzijde bevindt zich het DSP gebouw. De gevels van de OSF2 en de DSP lopen schuin van elkaar af, waarbij de kortste afstand 12 meter bedraagt en de verste afstand 58 meter. Op basis van de in hoofdstuk 4 omschreven scenario s kan worden geconcludeerd dat een brand lokaal in het grote brandcompartiment zal zijn gesitueerd en dat, gezien het grote volume van de hal, een compartimentsbrand onwaarschijnlijk is. Als de brand niet tot een compartimentsbrand uitbreidt, zal ook de zuidgevel niet zodanig worden verhit dat deze als stralend vlak kan fungeren en daardoor brandoverslag naar de DSP hal kan veroorzaken. Hierdoor zijn geen brandwerende voorzieningen in de zuidgevel benodigd. In een worstcasescenario, waarbij toch een stralend vlak in de gevel van de OSF2 is ontstaan, kan de gevel van de DSP hal worden gekoeld door de bedrijfsbrandweer om brandoverslag te voorkomen. De brandweervoertuigen van de bedrijfsbrandweer zijn voorzien van een dakmonitor die met de beschikbare worplengte van ruim 30 meter, zelfs aanrijdend, snel deze gevel kunnen koelen. FLORIAAN B.V. Pagina 11 van 25

12 4 Risicobenadering 4.1 ALGEMEEN Een volledige risicoanalyse, bijvoorbeeld volgens de NFPA of PGS 3, kan op tal van onderwerpen worden uitgevoerd. Voor het aspect brandveiligheid worden in een dergelijke volledige analyse de volgende onderwerpen onderzocht en het risico vastgesteld: schade aan de eigen onderneming; schade aan de omgeving; schade aan afnemers en toeleveranciers. Omdat de risicobenadering in deze specifieke situatie wordt ingezet als gelijkwaardigheid voor brandcompartimentering en vanuit de eigenaar en gebruikers geen hoger niveau wordt verlangd, wordt in deze analyse alleen gekeken naar schade van de omgeving. Dit sluit aan bij de doelstelling van de voorschriften uit het Bouwbesluit aan de brandcompartimentering. Deze eisen hebben tot doel om gedurende een aantal minuten (in dit geval 30 minuten) een brand in omvang beperkt te houden totdat de brandweer met een inzet verdere branduitbreiding naar omliggende brandcompartimenten of naastgelegen percelen kan voorkomen. Dit is de omgeving van het brandende compartiment. Tevens sluit dit aan bij de NEN 6079:2016. In deze norm wordt ook de gelijkwaardigheid van een groot brandcompartiment op basis van een risicobenadering beschouwd. In de NEN 6079 wordt de overschrijdingsfrequentie (frequentie van een potentiële ernstige initiële brand per jaar, Fos) van de beoogde gebruiksoppervlakte bepaald en wordt deze vergeleken met een normatieve acceptabele overschrijdingsfrequentie Fnorm. In de overschrijdingsfrequentie worden vier faalkansen (P) voor aanwezige brandbeveiligingsvoorzieningen (bronbestrijding (P1), actieve brandbestrijding door sprinkler of brandweerinzet (P2), bouwkundige scheidingen (P3) en brandoverslagvoorzieningen (P4) meegerekend. Zolang de overschrijdingsfrequentie van het grote brandcompartiment kleiner is dan de normatieve overschrijdingsfrequentie, is het grote brandcompartiment acceptabel. Voor de in dit hoofdstuk uitgewerkte analyse wordt gekeken naar de kans op een brand en het effect van die brand. Risico = Kans x Effect Hierbij wordt uitgegaan van een onderverdeling in 6 categorieën kansen (waarschijnlijkheid dat een incident optreedt) en 5 categorieën effecten (impact op de omgeving). FLORIAAN B.V. Pagina 12 van 25

13 FLORIAAN B.V. Pagina 13 van 25

14 Indien het risico niet aanvaardbaar is, kan met bouwkundige, installatietechnische en/of organisatorische maatregelen dit risico worden verkleind tot een acceptabel niveau. De volgende scenario's worden onderzocht: brand in de tunnel; brand in de opslaghal; brand in een snijhal; brand in de luchtsluis; brand in de schuivenwerkplaats; brand in de berenkiep; brand in het magazijn; brand op het dak. 4.2 BRAND IN DE TUNNEL In de ondergrondse tunnel lopen kabels en leidingen naar het gebouw. De kans op een brand met een technische oorzaak is gemiddeld. Aangegeven is dat de tunnel 60 minuten brandwerend wordt afgescheiden. Hiermee kan een brand in de tunnel niet binnen 30 minuten uitbreiden naar de oxystaalfabriek. Omdat de tunnel slechts een oppervlakte heeft van 217,1 m 2, is het aannemelijk dat de bedrijfsbrandweer de brand kan beheersen voordat deze verder kan uitbreiden. De bedrijfsbrandweer gebruikt hiervoor geen bijzondere inzettechnieken, maar zal met de standaard inzettechnieken en tactieken de volgende prioriteiten stellen: 1. Spanning wegnemen en vrij schakelen. 2. Blussen met voor de brand geschikte technieken. 3. Koelen van de omgeving. Een brand in de tunnel heeft hiermee een verwaarloosbaar effect op de oxystaalfabriek. Kans Effect Risico Gemiddeld Verwaarloosbaar Aanvaardbaar Tabel BRAND IN DE OPSLAGHAL In de opslaghal vinden de volgende werkzaamheden plaats: laswerkzaamheden; boren, slijpen, zagen, knippen; hijsen; opslag van voornamelijk stalen onderdelen in houten kisten. De werkzaamheden worden uitgevoerd door getraind personeel en de werktuigen worden volgens een onderhoudsschema onderhouden. De kans op het ontstaan van brand is klein. De opslaghal heeft een oppervlakte van 2.148,9 m 2, maar de hal heeft een lage vuurbelasting. In bijlage 1 is de vuurbelasting van de opslaghal conform NEN 6060 berekend. Uit de berekening volgt dat de gemiddelde vuurbelasting 10,6 kg vurenhout equivalenten per m 2 (kg vhe/m 2 ) bedraagt. FLORIAAN B.V. Pagina 14 van 25

15 Met de berekende gemiddelde vuurbelasting is in de opslaghal een vuurlast aanwezig van 10,6 x 2.148,9 = 22,8 ton vurenhout equivalenten. Omdat volgens de NEN 6060 een vuurlast van 600 ton vurenhout equivalenten acceptabel is, mag worden geconcludeerd dat de aanwezige vuurlast, die een factor 26 lager is, tot een lokale beheersbare brand zal leiden die niet zal uitgroeien tot een compartimentsbrand. De bedrijfsbrandweer gebruikt hiervoor geen bijzondere inzettechnieken, maar zal met de standaard inzettechnieken en tactieken de volgende prioriteiten stellen: 1. Brandstoftoevoer stoppen (indien mogelijk). 2. Blussen met voor de brand geschikte technieken. 3. Koelen van de omgeving. Een brand in de opslaghal heeft hiermee een gering effect op de oxystaalfabriek. Kans Effect Risico Klein Gering Aanvaardbaar Tabel BRAND IN DE SNIJHAL In de snijhal vinden de volgende werkzaamheden plaats: snijden; hijsen; opslag van voornamelijk stalen onderdelen in houten kisten. De werkzaamheden worden uitgevoerd door getraind personeel en de werktuigen worden volgens een onderhoudsschema onderhouden. De kans op het ontstaan van brand is klein. De snijhal, bestaande uit de snijhal west en snijhal oost, heeft een oppervlakte van 2.508,2 m 2, maar de hal heeft een lage vuurbelasting. In bijlage 2 is de vuurbelasting van de snijhal conform NEN 6060 berekend. Uit de berekening volgt dat de gemiddelde vuurbelasting 8,0 (kg vhe/m 2 bedraagt. Met de berekende gemiddelde vuurbelasting is in de opslaghal een vuurlast aanwezig van 8,0 x 2.508,2 = 20,0 ton vurenhout equivalenten. Omdat volgens de NEN 6060 een vuurlast van 600 ton vurenhout equivalenten acceptabel is, mag worden geconcludeerd dat de aanwezige vuurlast, die een factor 30 lager is, tot een lokale beheersbare brand zal leiden die niet zal uitgroeien tot een compartimentsbrand. De bedrijfsbrandweer gebruikt hiervoor geen bijzondere inzettechnieken, maar zal met de standaard inzettechnieken en tactieken de volgende prioriteiten stellen: 1. Brandstoftoevoer stoppen (indien mogelijk). 2. Blussen met voor de brand geschikte technieken. 3. Koelen van de omgeving. FLORIAAN B.V. Pagina 15 van 25

16 Een brand in de snijhal heeft hiermee een gering effect op de oxystaalfabriek. Kans Effect Risico Klein Gering Aanvaardbaar Tabel BRAND IN DE LUCHTSLUIS De luchtsluis is de toegang tot het gebouw voor binnenkomend en uitgaand vrachtverkeer. In de luchtsluis vindt geen opslag plaats. De kans op een brand in de luchtsluis is klein. Omdat de luchtsluis slechts een oppervlakte heeft van 125,6 m 2, is het aannemelijk dat de bedrijfsbrandweer de brand kan beheersen voordat deze verder kan uitbreiden. De bedrijfsbrandweer gebruikt hiervoor geen bijzondere inzettechnieken, maar zal met de standaard inzettechnieken en tactieken de volgende prioriteiten stellen: 1. Brandstoftoevoer stoppen (indien mogelijk). 2. Blussen met voor de brand geschikte technieken. 3. Koelen van de omgeving. Een brand in de luchtsluis heeft hiermee een verwaarloosbaar effect op de oxystaalfabriek. Kans Effect Risico Klein Verwaarloosbaar Aanvaardbaar Tabel BRAND IN DE SCHUIVENWERKPLAATS In de schuivenwerkplaats worden de stalen schuiven samengesteld en onderhouden. De werkzaamheden worden uitgevoerd door getraind personeel en de werktuigen worden volgens een onderhoudsschema onderhouden. De kans op het ontstaan van brand is klein. Aangegeven is dat de schuivenwerkplaats 60 minuten brandwerend wordt afgescheiden. Hiermee kan een brand in de schuivenwerkplaats niet binnen 30 minuten uitbreiden naar de oxystaalfabriek. Omdat de schuivenwerkplaats slechts een oppervlakte heeft van 175 m 2, is het aannemelijk dat de bedrijfsbrandweer de brand kan beheersen voordat deze verder kan uitbreiden. De bedrijfsbrandweer gebruikt hiervoor geen bijzondere inzettechnieken, maar zal met de standaard inzettechnieken en tactieken de volgende prioriteiten stellen: 1. Brandstoftoevoer stoppen (indien mogelijk). 2. Blussen met voor de brand geschikte technieken. 3. Koelen van de omgeving. Een brand in de schuivenwerkplaats heeft hiermee een verwaarloosbaar effect op de oxystaalfabriek. Kans Effect Risico Klein Verwaarloosbaar Aanvaardbaar Tabel FLORIAAN B.V. Pagina 16 van 25

17 4.7 BRAND IN DE BERENKIEP In de berenkiep worden de hete beren (slakken en restanten metaal) hydraulisch uitgedrukt, zodat deze kunnen worden afgevoerd naar de verwerker. De werkzaamheden worden uitgevoerd door getraind personeel dat tijdens de kiepwerkzaamheden toezicht moet houden. De kans op het ontstaan van brand is gemiddeld. Aangegeven is dat de wanden en plafond van de ruimte brandwerend worden uitgevoerd zodat straling en convectie vanuit de pan geen effect heeft op de constructie. Hiermee zal een brand in de berenkiep niet binnen 30 minuten uitbreiden naar de oxystaalfabriek. Omdat de berenkiep slechts een oppervlakte heeft van 260,1 m 2, is het aannemelijk dat de bedrijfsbrandweer de brand kan beheersen voordat deze verder kan uitbreiden. De bedrijfsbrandweer gebruikt hiervoor geen bijzondere inzettechnieken, maar zal met de standaard inzettechnieken en tactieken de volgende prioriteiten stellen: 1. Brandstoftoevoer stoppen (indien mogelijk). 2. Blussen met voor de brand geschikte technieken. 3. Koelen van de omgeving. Een brand in de berenkiep heeft hiermee een verwaarloosbaar effect op de oxystaalfabriek. Kans Effect Risico Gemiddeld Verwaarloosbaar Aanvaardbaar Tabel BRAND IN HET MAGAZIJN In het magazijn vindt opslag plaats ten behoeve van het huidige te slopen magazijn. De kans op het ontstaan van brand is gemiddeld. Aangegeven is dat het magazijn 60 minuten brandwerend wordt afgescheiden. Hiermee kan een brand in het magazijn niet binnen 30 minuten uitbreiden naar de oxystaalfabriek. Omdat het magazijn slechts een oppervlakte heeft van 262,2 m 2, is het aannemelijk dat de bedrijfsbrandweer de brand kan beheersen voordat deze verder kan uitbreiden. De bedrijfsbrandweer gebruikt hiervoor geen bijzondere inzettechnieken, maar zal met de standaard inzettechnieken en tactieken de volgende prioriteiten stellen: 1. Brandstoftoevoer stoppen (indien mogelijk). 2. Blussen met voor de brand geschikte technieken. 3. Koelen van de omgeving. Een brand in het magazijn heeft hiermee een verwaarloosbaar effect op de oxystaalfabriek. Kans Effect Risico Gemiddeld Verwaarloosbaar Aanvaardbaar Tabel FLORIAAN B.V. Pagina 17 van 25

18 4.9 BRAND OP HET DAK Op het dak kan een brand ontstaan tijdens werkzaamheden. Omdat dakwerkzaamheden niet vaak worden uitgevoerd, is de kans op brand klein. Een brand op het dak zal, vanwege de toegepaste bitumen dakbedekking, die voldoet aan brandklasse B, niet snel uitbreiden. Ook wordt in het dak tussen de bestaande bouw en de uitbreiding een brandstop (fire barrier) gemaakt. Omdat aan de zuidzijde van de uitbreiding een droge blusleiding wordt gerealiseerd naar het dak (zie paragraaf 5.5) kan het bluswater snel naar boven worden getransporteerd. Hiermee kan een dakbrand efficiënt worden bestreden. Een brand in op het dak heeft hiermee een gering effect op de oxystaalfabriek. Kans Effect Risico Klein Gering Aanvaardbaar Tabel RESUMÉ Voor de maatgevende scenario's is de risicoanalyse als volgt: Scenario Kans Effect Risico Brand in de tunnel Gemiddeld Verwaarloosbaar Aanvaardbaar Brand in de opslaghal Klein Gering Aanvaardbaar Brand in de snijhal Klein Gering Aanvaardbaar Brand in de luchtsluis Klein Verwaarloosbaar Aanvaardbaar Brand in de schuivenwerkplaats Klein Verwaarloosbaar Aanvaardbaar Brand in de berenkiep Gemiddeld Verwaarloosbaar Aanvaardbaar Brand in het magazijn Gemiddeld Verwaarloosbaar Aanvaardbaar Brand op het dak Klein Gering Aanvaardbaar Tabel Uit de risicoanalyse blijkt dat een brand in het gebouw in de uitbreiding van de oxystaalfabriek beheersbaar zal zijn voor de getrainde BHV ers en bedrijfsbrandweer. Hiermee wordt op basis van gelijkwaardigheid aan de voorschriften voor brandcompartimentering voldaan. FLORIAAN B.V. Pagina 18 van 25

19 5 Voorzieningen voor de (bedrijfs)brandweer 5.1 ALGEMEEN Naast goede voorzieningen in het object zelf zijn voorzieningen in de directe omgeving noodzakelijk ten behoeve van hulpdiensten. In goed overleg met de brandweer dienen de eventueel benodigde aanvullende voorzieningen voor een brandweerinzet te worden afgestemd. 5.2 INZET BEDRIJFSBRANDWEER De bedrijfsbrandweer wordt gealarmeerd volgens diverse protocollen: Protocol 2: Automatische brandmelding Een automatische brandmelder zal na circa 1 minuut aanspreken. De melding komt binnen bij de Alarmcentrale Dienst Bedrijfsbeveiliging (DBB-AMC). De DBB-AMC legt contact met de fabriek, waarna deze wordt geverifieerd. Dit duurt circa 5-10 minuten. Bij positieve melding alarmeert de DBB-AMC de bedrijfsbrandweer. Uitgangspunt: Brandmelding na 10 minuten. Protocol 3: Handbrandmelder Een handbrandmelder wordt altijd ingedrukt als bewuste actie. De melding komt binnen bij de Alarmcentrale Dienst Bedrijfsbeveiliging (DBB-AMC). De DBB-AMC alarmeert direct de bedrijfsbrandweer. Uitgangspunt: Brandmelding na 1 minuut. De bedrijfsbrandweer heeft na melding van de brand een opkomsttijd binnen maximaal 10 minuten, overeenkomstig artikel lid 1d uit het Besluit Veiligheidsregels. Vervolgens is de benodigde tijd om de slangen uit te rollen, voertuigaansluiting op waterwinning, waterdruk op de slangen te hebben circa 4-6 minuten. Uitgaande van een ontdekkings- en meldtijd tussen 1 en 10 minuten, op basis van de aanwezige installaties met doormelding naar de DBB-AMC, kan de bedrijfsbrandweer binnen minuten operationeel zijn. Gezien de beschikbare tijd door trage ontwikkeling bestaat ook in het geval van beperkte mogelijkheden tot het uitvoeren van een binnenaanval nog voldoende opbouwtijd voor materieel om brandoverslag naar belendende gebouwen te voorkomen. FLORIAAN B.V. Pagina 19 van 25

20 De bedrijfsbrandweer van Tata Steel heeft de volgende capaciteit aan blusmaterieel en personele inzet: Blusmaterieel: 1 tankautospuit met l water, l schuimvormend middel in vaten, waterkanon op dak l/min, 2 poederblussers P6, CO2 blusser en metaalbrandblusser; 1 tankautospuit met l water, 500 l schuimvormend middel in tank en waterkanon op dak l/min, metaalbrandblusser en AFFF blusser; 1 tankautospuit met l water, l schuimvormend middel in tank en waterkanon op dak l/min, metaalbrandblusser en AFFF blusser; 1 hulpverleningsvoertuig; 1 motorspuitaanhanger met pomp l/min; 1 metaalpoederaanhanger met 250 kg. Personele inzet: 6 ploegen van 1 bevelvoerder en 7 of 8 manschappen; 5 officieren van dienst. Verder zijn in alle gebouwen op het terrein van Tata Steel getrainde BHV ers aanwezig. Deze groep bestaat uit circa personen die in ploegendienst/dagdienst verdeeld zijn over het terrein. Bovenstaande middelen (personeel/materieel) zijn afgestemd op de geloofwaardige-/ maatgevende brandweerscenario's op de site van Tata Steel. 5.3 BLUSWATERVOORZIENINGEN In de nabijheid van het incidentadres moeten ten behoeve van de brandweerinzet primaire en secundaire bluswatervoorzieningen aanwezig zijn. De volgende primaire en secundaire bluswatervoorzieningen zijn voor de inzet van de (bedrijfs)brandweer beschikbaar: 5 waterwinplaatsen rondom het gebouw met een capaciteit van 90 m 3 /uur. Open water op een afstand < meter. 5.4 BRANDWEERINGANG EN NEVENBRANDWEERINGANG Een bouwwerk voor het verblijven van personen moet een brandweeringang hebben, tenzij dit naar het oordeel van het bevoegd gezag niet is vereist. Door de bedrijfsbrandweer zijn opkomstplaatsen aangewezen, waar de brandweer wordt opgewacht. Deuren van de gebouwen zijn open of van deze deuren zijn de sleutels in de brandweervoertuigen aanwezig. 5.5 DROGE BLUSLEIDINGEN Zodra de vloer van een verblijfsgebied in het gebouw hoger ligt dan 20 meter boven peil, moet een droge blusleiding aanwezig zijn. De uitbreiding wordt uitgerust met een droge blusleiding aan de zuidzijde ten behoeve van een eventuele brand op het dak. FLORIAAN B.V. Pagina 20 van 25

21 6 Conclusie Tata Steel gaat van de oxystaalfabriek uitbreiden. De uitbreiding bestaat uit een snijhal, opslaghal, magazijn, sluis, schuivenwerkplaats en berenkiep. De uitbreidingen hebben een totale gebruiksoppervlakte van 5.697,1 m 2. Vanwege de omvang van het brandcompartiment, dat ruim groter is dan op basis van de prestatieeisen ui het Bouwbesluit 2012 is toegestaan, moet worden aangetoond dat een brand in de uitbreiding een voor de brandweer beheersbare situatie is, zodat op basis van gelijkwaardigheid aan de voorschriften wordt voldaan. De uitvoering van de bestaande oxystaalfabriek als één brandcompartiment is het rechtens verkregen niveau dat door de gemeente wordt geaccepteerd. In dit rapport Gelijkwaardigheid Brandcompartimentering is door middel van een risicobenadering aangegeven, op welke wijze op basis van gelijkwaardigheid aan de door de overheid gestelde brandveiligheidseisen voor het aspect brandcompartimentering wordt voldaan. Uit de risicoanalyse volgt dat er in de uitbreiding van de oxystaalfabriek sprake is van een aanvaardbaar risico op een grote brand. Hiermee is sprake van een gelijkwaardig brandveiligheidsniveau voor het aspect brandcompartimentering. Het rapport Gelijkwaardigheid Brandcompartimentering kan ter goedkeuring aan de gemeente worden verzonden. FLORIAAN B.V. Pagina 21 van 25

22 Bijlage 1: Vuurbelastingberekening opslaghal B1.1 ALGEMEEN Door middel van de NEN 6060:2015 (Brandveiligheid van grote brandcompartimenten) kunnen grote brandcompartimenten worden toegestaan indien de vuurbelasting in dit grote brandcompartiment zodanig is dat nog sprake is van een beheersbare brand. Vanwege de randvoorwaarden kan de NEN 6060 niet worden toegepast. De randvoorwaarde waaraan niet wordt voldaan is de maximale hoogte van het compartiment van 15 meter (het brandcompartiment is hoger). Op basis van deze norm kan echter wel een indicatie worden gegeven of in het beschouwde brandcompartiment sprake zal zijn van een beheersbare brand. Voor nieuwbouw industriefuncties wordt op basis van NEN 6060:2015 als standaard (zonder aanvullende brandbeveiligingsinstallaties) toelaatbare vuurlast een vuurlast van 600 ton vurenhout equivalenten (vhe) als acceptabel beschouwd. B1.2 PERMANENTE VUURBELASTING De permanente vuurbelasting wordt gevormd door de permanente bouwdelen. Uitgangspunten berekening De vuurbelasting van daken telt voor 1 /3 deel mee in de permanente vuurbelasting van het NEN 6060-compartiment. De vuurbelasting van gevels telt voor 2 /3 deel mee in de permanente vuurbelasting van het NEN 6060-compartiment. Voor installatieonderdelen (elektra, ventilatie, riolering, verlichting, e.d.) is een waarde van 19 MJ/m² meegerekend. De bitumineuze dakbedekking heeft een gewicht van 8 kg/m 2 en een verbrandingswaarde van 27 MJ/kg (NEN 6090) aangehouden. Voor de daklichten is 213 m² polycarbonaat meegenomen met een gewicht van 5 kg/m² en een verbrandingswaarde van 29 MJ/kg (NEN-EN /NB). Voor de houten deuren, kozijnen en timmerwerken algemeen wordt 1 kg hout per eenheid vloeroppervlakte meegerekend met een verbrandingswaarde van 19 MJ/kg. Er wordt in de berekening 10% marge aangehouden voor onvoorziene posten. De permanente vuurbelasting is 6,6 kg vhe/m 2 (zie rekenblad voor berekening). FLORIAAN B.V. Pagina 22 van 25

23 B1.3 VARIABELE VUURBELASTING Tot de variabele vuurbelasting behoren opgeslagen goederen, interieur etc. Dit betekent, dat de variabele vuurbelasting samenhangt met het gebruik in het gebouw. Er wordt in de berekening 10% marge aangehouden voor onvoorziene posten. De variabele vuurbelasting is 3,9 kg vurenhout/m 2 (zie rekenblad voor berekening). B1.4 GEMIDDELDE VUURBELASTING De gemiddelde vuurbelasting is de som van de permanente en variabele vuurbelasting, in dit geval 6,6 + 4,0 = 10,6 kg vhe/m 2. B1.5 MAATGEVENDE VUURBELASTING De maatgevende vuurbelasting moet worden bepaald over een aaneengesloten oppervlakte van m 2 met de hoogste vuurbelasting, uitgaande van de brutogrondoppervlakte van het brandcompartiment. Er is een gelijkmatige verdeling van de vuurbelasting in het brandcompartiment aangenomen. De maatgevende vuurbelasting is dus gelijk aan de gemiddelde vuurbelasting. De maatgevende vuurbelasting is in dit geval 10,6 kg vhe/m 2. B1.6 CONCLUSIE Met de berekende gemiddelde vuurbelasting is in de opslaghal een vuurlast aanwezig van 10,6 x 2.148,9 = 22,8 ton vurenhout equivalenten. Omdat volgens de NEN 6060 een vuurlast van 600 ton vurenhout equivalenten acceptabel is, mag worden geconcludeerd dat de aanwezige vuurlast, die een factor 26 lager is, tot een beheersbare brand zal leiden. FLORIAAN B.V. Pagina 23 van 25

24 Resultatenblad Projectgegevens Rapportnummer: Projectnaam: Plaats: Brandcompartiment: 3022-OSF Tata Steel Oxystaalfabriek Velsen-Noord Uitbreiding opslaghal Afmetingen Oppervlakte brandcompartiment (m 2 ) Interne scheidingen Wand Lengte Hoogte Oppervlak (m) (m) (m 2 ) Bestaand 31, Externe scheidingen Gevel Gevel- Gevel- Hoogte Afstand brandcompartiment tot: breedte hoogte Belending (m) belending (m) (m) (m) Hart openbare weg/water/groen of erfgrens (m) West 65, Zuid 31, FLORIAAN B.V. Frm-04-BvB-08a01 Pagina 1 van 3

25 Resultatenblad De permanente vuurbelasting Onderdeel Installatie onderdelen Dakbedekking (1/3 deel) Daklichten (1/3 deel) Houten delen/aftimmeringen Bijdrage Eenheid Verbrandings- Eenheid Vuurlast Eenheid waarde m2 19,0 MJ/m MJ kg 27,0 MJ/kg MJ 355 kg 29,0 MJ/kg MJ m2 19,0 MJ/m MJ Onvoorzien 10% , MJ Totale vuurlast MJ Totale vuurlast (1 kg vurenhout = 19 MJ/kg) kg vurenhout Brandcompartimentsoppervlak m 2 Permanente vuurbelasting 6,6 kg vurenhout/m 2 De variabele vuurbelasting Onderdeel Kunststof onderdelen kraan Olie in tandwielkastkraan Kunststof onderdelen kraancabine Stoel in kraancabine Houten kistpallets Kunststof afval Papier/karton afval Vet Hout (pallets, vulstukken e.d.) Bijdrage Eenheid Verbrandings- Eenheid Vuurlast Eenheid waarde 200 kg 40,0 MJ/kg MJ 200 kg 36,0 MJ/kg MJ 100 kg 40,0 MJ/kg MJ 1 st 360,0 MJ/stuk 360 MJ 100 st 950,0 MJ/stuk MJ 100 kg 40,0 MJ/kg MJ 100 kg 17,0 MJ/kg MJ 500 kg 40,0 MJ/kg MJ 500 kg 10,0 MJ/kg MJ Onvoorzien 10% , MJ Totale vuurlast MJ Totale vuurlast (1 kg vurenhout = 19 MJ/kg) kg vurenhout Brandcompartimentsoppervlak m 2 Variabele vuurbelasting 3,9 kg vurenhout/m 2 Totale vuurlast De totale vuurlast in het brandcompartiment bedraagt kg vurenhout. De gemiddelde vuurbelasting De gemiddelde vuurbelasting is de som van de permanente en variabele vuurbelasting, FLORIAAN B.V. in dit geval: 10,6 kg vurenhout/m 2 Frm-04-BvB-08a01 Pagina 2 van 3

26 Resultatenblad De maatgevende vuurbelasting De gemiddelde vuurbelasting is: De maatgevende vuurbelasting is: 11 kg vurenhout/m 2 (afgerond) 11 kg vurenhout/m 2 (afgerond) Conclusie: De maatgevende vuurbelasting is: 11 kg vurenhout/m 2 (afgerond) Brandcompartimentering De maximaal toelaatbare omvang van het brandcompartiment volgens de berekeningsmethode is: Maatregelpakket 1 : m 2 Maatregelpakket 2 : m 2 Maatregelpakket 3 : m 2 Maatregelpakket 4 Normaal niveau : m 2 Verbeterd niveau : m 2 Hoog niveau : m 2 De geplande/aanwezige omvang van het brandcompartiment bedraagt: m 2 De maximale omvang van het brandcompartiment bedraagt: m 2 Keuze maatregelpakket: Maatregelpakket 1 Basis-eis WBDBO Basis-eis WBDBO 60 minuten Conclusie Vuurbelasting Permanente vuurbelasting 7 kg vurenhout/m 2 Variabele vuurbelasting 4 kg vurenhout/m 2 Gemiddelde vuurbelasting 11 kg vurenhout/m 2 Maatgevende vuurbelasting 11 kg vurenhout/m 2 Brandcompartiment De geplande omvang brandcompartiment is: m 2 De toelaatbare omvang brandcompartiment is: m 2 De gewenste brandcompartimentsomvang voldoet aan de gestelde eisen. FLORIAAN B.V. Frm-04-BvB-08a01 Pagina 3 van 3

27 Bijlage 2: Vuurbelastingberekening snijhal B2.1 ALGEMEEN Ook in deze hal kan vanwege de randvoorwaarden de NEN 6060 niet worden toegepast. De randvoorwaarde waaraan niet wordt voldaan is de maximale hoogte van het compartiment van 15 meter (het brandcompartiment is hoger). B2.2 PERMANENTE VUURBELASTING De permanente vuurbelasting wordt gevormd door de permanente bouwdelen. Uitgangspunten berekening De vuurbelasting van daken telt voor 1 /3 deel mee in de permanente vuurbelasting van het NEN 6060-compartiment. De vuurbelasting van gevels telt voor 2 /3 deel mee in de permanente vuurbelasting van het NEN 6060-compartiment. Voor installatieonderdelen (elektra, ventilatie, riolering, verlichting, e.d.) is een waarde van 19 MJ/m² meegerekend. De bitumineuze dakbedekking heeft een gewicht van 8 kg/m 2 en een verbrandingswaarde van 27 MJ/kg (NEN 6090) aangehouden. Voor de daklichten is 175 m² polycarbonaat meegenomen met een gewicht van 5 kg/m² en een verbrandingswaarde van 29 MJ/kg (NEN-EN /NB). Voor de houten deuren, kozijnen en timmerwerken algemeen wordt 1 kg hout per eenheid vloeroppervlakte meegerekend met een verbrandingswaarde van 19 MJ/kg. Er wordt in de berekening 10% marge aangehouden voor onvoorziene posten. De permanente vuurbelasting is 6,6 kg vhe/m 2 (zie rekenblad voor berekening). B2.3 VARIABELE VUURBELASTING Tot de variabele vuurbelasting behoren opgeslagen goederen, interieur etc. Dit betekent, dat de variabele vuurbelasting samenhangt met het gebruik in het gebouw. Er wordt in de berekening 10% marge aangehouden voor onvoorziene posten. De variabele vuurbelasting is 1,4 kg vurenhout/m 2 (zie rekenblad voor berekening). B2.4 GEMIDDELDE VUURBELASTING De gemiddelde vuurbelasting is de som van de permanente en variabele vuurbelasting, in dit geval 6,6 + 1,4 = 8,0 kg vhe/m 2. FLORIAAN B.V. Pagina 24 van 25

28 B2.5 MAATGEVENDE VUURBELASTING De maatgevende vuurbelasting moet worden bepaald over een aaneengesloten oppervlakte van m 2 met de hoogste vuurbelasting, uitgaande van de brutogrondoppervlakte van het brandcompartiment. Er is een gelijkmatige verdeling van de vuurbelasting in het brandcompartiment aangenomen. De maatgevende vuurbelasting is dus gelijk aan de gemiddelde vuurbelasting. De maatgevende vuurbelasting is in dit geval 8,0 kg vhe/m 2. B2.6 CONCLUSIE Met de berekende gemiddelde vuurbelasting is in de opslaghal een vuurlast aanwezig van 8,0 x 2.508,2 = 20,0 ton vurenhout equivalenten. Omdat volgens de NEN 6060 een vuurlast van 600 ton vurenhout equivalenten acceptabel is, mag worden geconcludeerd dat de aanwezige vuurlast, die een factor 30 lager is, tot een beheersbare brand zal leiden. FLORIAAN B.V. Pagina 25 van 25

29 Resultatenblad Projectgegevens Rapportnummer: Projectnaam: Plaats: Brandcompartiment: 3022-OSF Tata Steel Oxystaalfabriek Velsen-Noord Uitbreiding snijhal Afmetingen Oppervlakte brandcompartiment (m 2 ) Interne scheidingen Wand Lengte Hoogte Oppervlak (m) (m) (m 2 ) Bestaand 44, Externe scheidingen Gevel Gevel- Gevel- Afstand brandcompartiment tot: Hoogte breedte hoogte Belending (m) belending (m) (m) (m) Hart openbare weg/water/groen of erfgrens (m) Oost 39, Zuid 44, FLORIAAN B.V. Frm-04-BvB-08a01 Pagina 1 van 3

30 Resultatenblad De permanente vuurbelasting Onderdeel Installatie onderdelen Dakbedekking (1/3 deel) Daklichten (1/3 deel) Houten delen/aftimmeringen Bijdrage Eenheid Verbrandings- Eenheid Vuurlast Eenheid waarde m2 19,0 MJ/m MJ kg 27,0 MJ/kg MJ 291 kg 29,0 MJ/kg MJ m2 19,0 MJ/m MJ Onvoorzien 10% , MJ Totale vuurlast MJ Totale vuurlast (1 kg vurenhout = 19 MJ/kg) kg vurenhout Brandcompartimentsoppervlak m 2 Permanente vuurbelasting 6,6 kg vurenhout/m 2 De variabele vuurbelasting Onderdeel Kunststof onderdelen kranen Olie in tandwielkastkraan Kunststof onderdelen kraancabine Stoel in kraancabine Vet Hout (pallets, vulstukken e.d.) Bijdrage Eenheid Verbrandings- Eenheid Vuurlast Eenheid waarde 400 kg 40,0 MJ/kg MJ 400 kg 36,0 MJ/kg MJ 200 kg 40,0 MJ/kg MJ 2 st 360,0 MJ/stuk 720 MJ 500 kg 40,0 MJ/kg MJ 500 kg 10,0 MJ/kg MJ Onvoorzien 10% 64120, MJ Totale vuurlast MJ Totale vuurlast (1 kg vurenhout = 19 MJ/kg) kg vurenhout Brandcompartimentsoppervlak m 2 Variabele vuurbelasting 1,5 kg vurenhout/m 2 Totale vuurlast De totale vuurlast in het brandcompartiment bedraagt kg vurenhout. De gemiddelde vuurbelasting De gemiddelde vuurbelasting is de som van de permanente en variabele vuurbelasting, FLORIAAN B.V. in dit geval: 8,0 kg vurenhout/m 2 Frm-04-BvB-08a01 Pagina 2 van 3

31 Resultatenblad De maatgevende vuurbelasting De gemiddelde vuurbelasting is: De maatgevende vuurbelasting is: 8 kg vurenhout/m 2 (afgerond) 8 kg vurenhout/m 2 (afgerond) Conclusie: De maatgevende vuurbelasting is: 8 kg vurenhout/m 2 (afgerond) Brandcompartimentering De maximaal toelaatbare omvang van het brandcompartiment volgens de berekeningsmethode is: Maatregelpakket 1 : m 2 Maatregelpakket 2 : m 2 Maatregelpakket 3 : m 2 Maatregelpakket 4 Normaal niveau : m 2 Verbeterd niveau : m 2 Hoog niveau : m 2 De geplande/aanwezige omvang van het brandcompartiment bedraagt: m 2 De maximale omvang van het brandcompartiment bedraagt: m 2 Keuze maatregelpakket: Maatregelpakket 1 Basis-eis WBDBO Basis-eis WBDBO 60 minuten Conclusie Vuurbelasting Permanente vuurbelasting 7 kg vurenhout/m 2 Variabele vuurbelasting 1 kg vurenhout/m 2 Gemiddelde vuurbelasting 8 kg vurenhout/m 2 Maatgevende vuurbelasting 8 kg vurenhout/m 2 Brandcompartiment De geplande omvang brandcompartiment is: m 2 De toelaatbare omvang brandcompartiment is: m 2 De gewenste brandcompartimentsomvang voldoet aan de gestelde eisen. FLORIAAN B.V. Frm-04-BvB-08a01 Pagina 3 van 3