1.1 Inleiding. Inleiding 15

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1.1 Inleiding. Inleiding 15"

Transcriptie

1 Inleiding :30 Pagina 5 Inleiding 5. Inleiding In de afgelopen decennia is de functie van financieel manager binnen het bedrijfsleven sterk veranderd. Deze functionaris is niet alleen verantwoordelijk voor de financiële administratie, doch ook voor het kasbeheer. Vanaf de jaren zeventig is het kasbeheer steeds belangrijker geworden. Als oorzaken van deze ontwikkeling kunnen enkele factoren worden genoemd. Allereerst is door het loslaten van de vaste wisselkoersen in 973 het valutarisico aanmerkelijk groter geworden. Door de toenemende internationalisatie van ondernemingen is dit probleem bovendien steeds belangrijker geworden. Tevens is in de afgelopen decennia ook de rentestand aan behoorlijke schommelingen onderhevig geweest. Het renterisico en het valutarisico kunnen echter niet geheel los van elkaar worden gezien. Een van de redenen voor de toegenomen fluctuaties in de rentestand is gelegen in het overheidsingrijpen. Ter bescherming van de nationale valuta hanteert men nogal eens het rentewapen. Wanneer de koers van de nationale valuta onder druk staat, verhoogt men de rente om zodoende vermogen uit het buitenland aan te trekken. Een andere oorzaak voor de toegenomen belangrijkheid van het kasbeheer gedurende de laatste jaren is gelegen in de groeiende mogelijkheden voor het voeren van een goed kasbeheer. Hierbij valt niet alleen te denken aan de rol van de technologie, doch ook aan de verbeterde financiële positie van het bedrijfsleven. Het spreekt voor zich dat de relatie tussen bedrijfsleven en bankwezen hierdoor aanmerkelijk is gewijzigd. Ter vervulling van haar werkzaamheden dient de onderneming over productiemiddelen te beschikken. Deze productiemiddelen (activa), waaronder duurzame productiemiddelen, voorraden en debiteuren, staan vermeld aan de debetzijde van de balans. Aan de creditzijde van de balans wordt aangegeven hoe deze activa zijn gefinancierd. De debetzijde van de balans geeft de kapitaalstructuur (= investeringsstructuur) en de creditzijde van de balans de vermogensstructuur weer. De vermogensstructuur geeft aan in welke mate de onderneming bij haar financiering van de verschillende vermogenscomponenten, waaronder aandelenvermogen, hypotheekleningen, obligatieleningen en bankkrediet, gebruik heeft gemaakt. Bij het emitteren van aandelen of het plaatsen van een obligatielening heeft men te maken met aanzienlijke uitgaven per plaatsing. Derhalve geschiedt het in grote bedragen en in principe voor langere tijd. Aandelen en obligaties zijn voorbeelden van vermogenstitels. Een vermogenstitel is een al dan niet verhandelbaar recht, waarvan de houder aanspraak kan maken op bepaalde kasstromen van de uitgevende instelling. In het geval van obligaties staan deze kasstromen (rente en aflossing) in principe vast, terwijl het dividend, de vergoeding voor het ter beschikking stellen van aandelenvermogen, van jaar tot jaar kan verschillen en zelfs achterwege kan blijven ( het dividend wordt gepasseerd ).

2 Inleiding :30 Pagina 6 6 Inleiding In tegenstelling tot het emitteren van aandelen of obligaties zijn aan het bankkrediet, naast de vergoeding voor het beschikbaar stellen van vermogen (rente), weinig kosten verbonden. Het bankkrediet is een vorm van kortlopend vermogen (dat wil zeggen dat deze vermogenscomponent binnen een jaar opeisbaar is). Het staat de onderneming vrij om tot een bepaalde hoogte (kredietplafond) krediet op te nemen. Bij een groeiende behoefte aan liquide middelen zal een ondernemingsleiding eerst de toegestane kredietruimte benutten. Vervolgens kan met de bank worden afgesproken om het kredietplafond te verhogen. Uiteraard dient de bankier hiertoe wel bereid te zijn. Zo is het mogelijk dat de bankier slechts tijdelijk het kredietplafond wil verhogen onder de voorwaarde dat de leiding van de onderneming eigen vermogen (door het emitteren van aandelen) of lang vreemd vermogen (door het plaatsen van bijvoorbeeld een obligatielening) aantrekt. Bij het verschaffen van vermogen speelt de bankier derhalve een belangrijke rol. Echter, door de toegenomen financiële kracht van de bedrijven is men niet meer (uitsluitend) op het bankwezen aangewezen voor de financiering van de vermogensbehoefte. Het bankwezen heeft niet langer de overheersende machtspositie aan de aanbodzijde van de vermogensmarkt. Door de toegenomen financiële kracht van het bedrijfsleven zijn daar middelen aanwezig die eventueel elders kunnen worden aangewend. Dit kan derhalve resulteren in een direct contact tussen vermogensvrager en vermogensaanbieder zonder tussenkomst van de bank. De financieel manager kan bij een begroot kastekort de benodigde middelen niet alleen door het opnemen van bankkrediet verkrijgen, doch kan heden ten dage ook de vermogensverschaffers direct benaderen. Bij het leggen van het contact tussen vermogensverschaffer en vermogensvrager kan de bank behulpzaam zijn. Door deze ontwikkeling heeft de financieel manager bij het aantrekken van vermogen met steeds meer partijen te maken. Bovendien is de onderlinge concurrentie tussen de banken toegenomen, hetgeen bijvoorbeeld de door de bank in rekening gebrachte kosten onderhandelbaar maakt. De onderhandelingspositie van een onderneming ten opzichte van het bankwezen wordt vergroot wanneer één functionaris namens de onderneming met het bankwezen onderhandelt. Functionarissen binnen de onderneming, die zich vroeger zelf tot het bankwezen wendden, dienen zich bij het aantrekken van vermogen tot de financieel manager te richten. Deze functionaris vervult derhalve steeds meer de rol van interne bankier, die zich als volwaardige onderhandelingspartner naar de vermogensverschaffers manifesteert. Door deze ontwikkelingen is in de marktsector voor de financieel manager de taak van kasbeheerder niet langer meer ondergeschikt, doch eerder nevengeschikt aan de financieel-administratieve taak. Uiteraard kunnen deze twee taken niet los van elkaar worden gezien, zodat een goede onderlinge koppeling noodzakelijk blijft. Tot de aandachtsgebieden die voortvloeien uit de taak van kasbeheerder kunnen worden gerekend: aantrekken van vermogen 2 alloceren (toewijzen) van vermogen 3 beheer van de kasstromen die door productie zijn ontstaan

3 Inleiding :30 Pagina 7 Inleiding 7 4 terugbetalen van aangetrokken vermogen en het verstrekken van een vergoeding over het ter beschikking gestelde vermogen. Bij de financieel-administratieve taak staat daarentegen de financieel-administratieve beheersing van het productieproces en de financiële verslaggeving centraal. Bezien wij de aandachtsgebieden van de (financieel manager in zijn hoedanigheid van) kasbeheerder (treasurer), dan kan met betrekking tot het aantrekken van vermogen worden opgemerkt dat uitbreiding van het eigen vermogen door middel van het emitteren van aandelen een bestuursaangelegenheid is, waarbij voor de financieel manager slechts een adviserende rol is weggelegd. Het terugbetalen en belonen van aangetrokken vermogen liggen meer in het uitvoerende dan in het besturende vlak. Afgezien van de hoogte van het dividend ligt de omvang van deze geldstromen zo goed als vast. De financieel manager besteedt daar derhalve relatief weinig tijd aan. Meer tijd spendeert deze functionaris aan het alloceren van vermogen en het beheer van de kasstromen die door productie zijn ontstaan. Met name de valuta- en renteproblematiek vereist zijn aandacht. De handelingen van de financieel manager in zijn hoedanigheid van kasbeheerder worden beheerst door het denken in kasstromen. Daarbij speelt ook het risico een grote rol. In dit boek staat het denken in kasstromen centraal. Tevens zal de nadruk liggen op de regelmatig terugkerende aspecten van het kasbeheerbeleid. Dit impliceert dat vooral aandacht wordt besteed aan het tweede en derde aandachtsgebied van de kasbeheerder. De taak van de kasbeheerder moet in overeenstemming zijn met de doelstelling van de desbetreffende onderneming. Omtrent de doelstelling van een onderneming bestaan verschillende meningen. Sommigen beweren dat het continuïteitsstreven de drijfveer van een onderneming is of zou moeten zijn. Een meer exacte doelomschrijving treft men bij diegenen aan, die menen dat bestuurders van ondernemingen winstmaximalisatie nastreven. Probleem is echter: op welke termijn wil men de winst maximaliseren en wat is nu precies winst? Ten aanzien van de termijn is de cruciale vraag of men streeft naar winstmaximalisatie op korte danwel op de lange termijn. In het eerste geval (de korte termijn) dient de afdeling onderzoek en ontwikkeling direct te worden gesloten. Op korte termijn kost deze afdeling immers meer geld dan zij opbrengt. Echter, de meeste ondernemingen bezitten een dergelijke afdeling. Wordt gesteld dat bestuurders van ondernemingen streven naar winstmaximalisatie op lange termijn, dan rijst de vraag wat de lengte van de termijn is waarover de winst gemaximaliseerd moet worden. Een vergelijking tussen deze doelstelling en de uiteindelijke realisatie kan dan pas na afloop van de gestelde termijn worden gemaakt. Dit is derhalve een weinig operationele doelstelling. Wij menen dat de doelstelling van het bestuur van een onderneming zou moeten worden omschreven als waardemaximalisatie. Onder waarde verstaan wij daarbij de marktwaarde. Met de invoering van nieuwe boekhoudkundige normen (IAS-IFRS) komt het marktwaarde-denken nog centraler te staan. De waarde van de onderne-

4 Inleiding :30 Pagina 8 8 Inleiding ming is in deze optiek de contante waarde van de (verwachte) vrije kasstromen. De wiskundige definitievergelijking van de waarde van een onderneming is: V = kas /( + k o ) + kas 2 /( + k o ) 2 + kas 3 /( + k o ) (.) waarbij: V = waarde van de onderneming; kas t = (verwachte) vrije kasstroom (free cash flow) op tijdstip t; k o = de kostenvoet van de onderneming (vermogenskostenvoet). In deze definitievergelijking komen twee begrippen naar voren, te weten de vrije kasstroom en de vermogenskostenvoet. De vrije kasstroom is de kasstroom die door de ondernemingsactiviteiten wordt gegenereerd. Hieronder vallen derhalve niet de financieringskasstromen. In hoofdstuk 2 komen wij uitgebreid terug op de bepaling van de vrije kasstroom. De vermogenskostenvoet van de onderneming is de prijs van het aan de onderneming beschikbaar gestelde vermogen. Eenvoudigheidshalve wordt dit vermogen veelal verdeeld in eigen vermogen en vreemd vermogen. Aan het beschikbaar stellen van eigen vermogen kleven meer risico s dan aan vreemd vermogen. Dit betekent dat de kostenvoet van het eigen vermogen hoger is dan de kostenvoet van het vreemd vermogen. Bovendien geldt voor ondernemingen dat de vergoeding over het ter beschikking gestelde vreemd vermogen fiscaal aftrekbaar is van de winst. Een dergelijke aftrek geldt niet voor de vergoeding van het ter beschikking gestelde eigen vermogen. Dit betekent dat voor de kostenvoet van de onderneming geldt: k o = (EV/TV) k e + (VV/TV) ( f) k v (.2) waarbij: k o = kostenvoet van de onderneming; k e = kostenvoet van het eigen vermogen; k v = kostenvoet van het vreemd vermogen; EV = marktwaarde van het eigen vermogen; VV = marktwaarde van het vreemd vermogen; TV = marktwaarde van het totaal vermogen, TV = EV + VV; f = het belastingpercentage. Zoals uit de gegeven definitievergelijking blijkt, is de vermogenskostenvoet afhankelijk van de vermogensstructuur. Voor de duidelijkheid merken wij op dat de kostenvoeten op marktwaarde-gegevens zijn gebaseerd en niet op boekwaarde-gegevens. Ten slotte merken wij op dat de vrije kasstromen toevallen aan alle vermogensverschaffers tezamen. Afhankelijk van de onderlinge verdeling van deze kasstromen, wordt de waarde van het eigen vermogen en de waarde van het vreemd vermogen bepaald. Deze onderlinge verdeling heeft echter geen invloed op de waarde van de onderneming. Dit betekent dat de (markt)waarde van de onderneming per definitie

5 Inleiding :30 Pagina 9 Inleiding 9 gelijk is aan de (markt)waarde van het eigen vermogen plus de (markt)waarde van het vreemd vermogen van de onderneming. Bezien wij de beslissing om de afdeling research & development te sluiten (zoals op grond van de doelstelling van winstmaximalisatie op korte termijn zou moeten geschieden), dan zou dit leiden tot een waardedaling van toekomstige verwachte vrije kasstromen en derhalve tot een daling van de waarde van de onderneming, hetgeen in strijd is met de doelstelling van waardemaximalisatie. Door uit te gaan van verwachte kasstromen omzeilen wij het probleem van de bepaling van de winst. In het geval van kasstromen is het onder andere niet nodig om de grootte van de afschrijvingen vast te stellen. De bepaling van de grootte van de afschrijvingen is een vrij arbitraire zaak. Bovendien hebben de afschrijvingen geen invloed op de (markt)waarde van een onderneming. In hoofdstuk 2 komen wij uitgebreid terug op de kasstromen. Relatie kapitaalstructuur versus vermogensstructuur Aan het economische reilen en zeilen van een onderneming zitten verschillende kanten. Zo dient men beslissingen te nemen aangaande de (gewenste) kapitaalstructuur (investeringsstructuur) als ook ten aanzien van de (gewenste) vermogensstructuur. Echter, de kapitaalstructuur beïnvloedt de vermogensstructuur en omgekeerd. Wanneer bijvoorbeeld de onderneming veel in duurzame productiemiddelen heeft geïnvesteerd, kan het wenselijk zijn dat de financiering voor een belangrijk deel door middel van eigen vermogen en/of lang vreemd vermogen geschiedt. Anderzijds geldt dat wanneer de onderneming met relatief veel kort vreemd vermogen bijvoorbeeld bankkrediet is gefinancierd, zij in haar investeringsbeslissingen wordt beperkt. Wil de ondernemingsleiding investeren in duurzame activa, dan zal zij in dat geval eerst de vermogensstructuur moeten reorganiseren. Bij de behandeling van de onderwerpen in dit boek zullen wij tenzij anders vermeld aannemen dat het verkrijgen van vermogen geen problemen oplevert en dat de vermogensverschaffers het extra benodigde vermogen tegen dezelfde condities beschikbaar stellen. Zoals gezegd bestaan er omtrent de doelstelling van de onderneming verschillende visies. Wanneer men de gemiddelde ondernemer in het midden- en kleinbedrijf vraagt naar de doelstelling van de onderneming, krijgt men veelal het streven naar continuïteit of het streven naar winstmaximalisatie als antwoord. Wordt doorgevraagd naar het beleid ten aanzien van het risicobeheer, dan blijkt dat men meer doet dan men op grond van de geformuleerde doelstelling zou verwachten. Jarenlang kon men deze afwijkingen ten aanzien van de doelstelling als minder belangrijk afdoen en min of meer negeren. Niet dat men de problemen ten aanzien van bijvoorbeeld valutarisico niet onderkende, maar men had niet de middelen om dit risico te reduceren. Vandaag de dag staan deze middelen de onderneming wel ter beschikking. Ook gezien de enorme bedragen die ermee gemoeid zijn, is het belang-

6 Inleiding :30 Pagina Inleiding rijk aan het risico aandacht te besteden. In dit tijdsbeeld past dan ook een verschuiving van het één-dimensionale winstdenken naar het twee-dimensionale waardedenken. Zoals reeds aangegeven zijn daarbij de dimensies de verwachte (vrije) kasstromen en het risico. In de paragrafen.2 en.3 wordt vervolgens op de tijdvoorkeur en het risico ingegaan. Dit zijn de twee punten die bij het streven naar winstmaximalisatie in principe irrelevant zijn, maar bij het streven naar waardemaximalisatie een uiterst belangrijke rol spelen. Het hoofdstuk wordt afgesloten met paragraaf.4, waarin een samenvatting is opgenomen..2 Tijdsvoorkeur financiële rekenkunde Iemand die tijdelijk een bedrag op een spaarrekening zet, ziet er vanaf dit bedrag op dit moment voor consumptieve doeleinden te gebruiken. De spaarder krijgt van de financiële instelling (bijvoorbeeld een bank) een vergoeding over het spaarbedrag. De bank zal op haar beurt de spaartegoeden, die aan haar beschikbaar zijn gesteld, weer uitlenen. Degenen die lenen moeten aan de bank een vergoeding verstrekken. De vergoedingen die de spaarder ontvangt en de geldnemer moet betalen, noemen we rente. De vraag is nu: van welke factoren is de hoogte van de rentevergoeding afhankelijk en hoe berekenen we de rente? We zullen zien dat bij het berekenen van de rente de looptijd van de lening, de omvang van het (geleende of gespaarde) bedrag en het overeengekomen rentepercentage van belang zijn. Bovendien behandelen we verschillende soorten rente, zoals enkelvoudige, samengestelde en continue rente..2. Renteberekeningen Het begrip rente speelt een belangrijke rol bij financieel-economische berekeningen. Rente is een vergoeding voor het gebruik van geld. Deze vergoeding drukken we uit in een percentage. Rente kunnen we berekenen op basis van enkelvoudige rente, op basis van samengestelde of op basis van continue rente. Bij enkelvoudige rente (ER) berekenen we alleen rente over de hoofdsom. Bij samengestelde rente (SR) berekenen we rente over de hoofdsom plus de aan het einde van iedere periode bijgeboekte rente. Bij continue rente (CR) gaan we ervan uit dat het bijboeken van de rente continu (na afloop van zeer korte tijdsintervallen) gebeurt.

7 Inleiding :30 Pagina 2 Inleiding 2 Kader. Een spaarder heeft (= hoofdsom) op de bank gezet en krijgt hiervoor een vergoeding van 6% rente per jaar. Hoeveel bedraagt zijn tegoed aan het einde van het 3de jaar: a. bij enkelvoudige rente? b. bij samengestelde rente? Tabel. a) enkelvoudige rente (ER) b) samengestelde rente (SR) Tegoed begin jaar Tegoed begin jaar Rente jaar (0,06 x 2 000) 20 Rente jaar (0,06 x 2 000) 20 Tegoed begin jaar Tegoed begin jaar Rente jaar 2 (0,06 x 2 000) 20 rente jaar 2 (0,06 x 2 20) 27,20 Tegoed begin jaar Tegoed begin jaar ,20 Rente jaar 3 (0,06 x 2 000) 20 rente jaar 3 (0,06 x 2 247,2) 34,83 Tegoed einde jaar Tegoed einde jaar ,03 Uit de berekeningen blijkt dat de waarde aan het einde van het 3de jaar bij SR hoger is dan bij ER. Dit komt doordat bij ER alleen rente wordt vergoed over de hoofdsom (begin kapitaal) en bij SR ook over de aan het einde van iedere periode bijgeschreven rente. In de praktijk komt samengestelde rente het meest voor. Dit is ook logisch omdat de bank de rente (zolang die niet door de spaarder is opgenomen) kan gebruiken. Ook bij financieel-economische berekeningen werken we in de meeste gevallen met samengestelde rente. Berekening van de eindwaarde van één bedrag De eindwaarde (K n ) van één bedrag blijkt afhankelijk te zijn van 3 variabelen: de hoofdsom (K 0 ): gespaarde of geleende bedrag; de rentevergoeding (i); de looptijd (n). In symbolen: K n = K 0 + n * i K 0 = K 0 ( + n*i) (.3) In symbolen: K n = K 0 ( + i) n (.4)

8 Inleiding :30 Pagina Inleiding Kader. (vervolg) Voor de eindwaarde (K n ) van het bedrag uit voorbeeld. geldt bij: Enkelvoudige rente Waarde einde ste jaar = K = * 0,06 * = 2 20 Waarde einde 2de jaar = K 2 = * 0,06 * = Waarde einde 3de jaar = K 3 = * 0,06 * = Samengestelde rente Waarde einde ste jaar = K = ,06 * = ( + 0,06) = 2 20 Waarde einde 2de jaar = K 2 = ( + 0,06) + 0,06 * ( + 0,06) = ( + 0,06) ( + 0,06) = ( + 0,06) 2 = 2 247,2 Waarde einde 3de jaar = K 3 = ( + 0,06) 2 + 0,06 * ( + 0,06) 2 = ( + 0,06) 2 ( + 0,06) = ( + 0,06) 3 = 2 382,03 De looptijd (n) meten we in tijdseenheden waarover het rentepercentage geldt. Als iemand bijvoorbeeld een bedrag van op een spaarrekening zet tegen 3 % per halfjaar, dan is de eindwaarde aan het einde van het 3de jaar: K 6 = K 0 ( + i) 6 = ( + 0,03) 6 = 2 388,0 Uit dit voorbeeld blijkt dat 3% SR per halfjaar een hogere eindwaarde ( 2 388,0) oplevert dan 6 % SR per jaar ( 2 382,03). Bij 3 % SR per halfjaar gaat het rente over rente -effect eerder in dan bij 6 % SR per jaar. Bij toepassing van continue rente wordt de rente iedere seconde (continu) bijgeschreven, zodat het rente over rente -effect nog sterker werkt dan bij samengestelde rente. Continue rente komt in de praktijk niet voor en laten we verder buiten beschouwing.

9 Inleiding :30 Pagina 23 Inleiding 23 Berekening van de contante waarde van één bedrag Kader.2 Een 50-jarige wil over 0 jaar vervroegd met pensioen. Hij denkt dat hij over 0 jaar een eindbedrag van nodig heeft om zonder geldzorgen op zijn 60ste met werken te kunnen stoppen. Welk bedrag zal hij op dit moment op een spaarrekening moeten storten, om over 0 jaar over te kunnen beschikken? Bij de berekening van het te storten bedrag gaan we uit dat over de spaarrekening 7 % SR per jaar wordt vergoed. Uitwerking Het bedrag dat op dit moment moet gestort worden, noemen we de contante waarde. De eindwaarde (over 0 jaar) is in dit voorbeeld De contante waarde geven we weer door het symbool K 0. Er moet gelden dat K 0 ( + 0,07) 0 = De contante waarde: K 0 = = ,64 ( + 0,07) 0 In symbolen: Kn K 0 = ( + i) n (.5) Waarbij: K 0 = contante waarde; K n = eindwaarde; i = rentepercentage; n = looptijd. Gelijkwaardige procenten Voor enkelvoudige rente èn bij continue rente geldt dat bijvoorbeeld 6 % per jaar tot eenzelfde rentevergoeding leidt als 3 % per halfjaar of,5 % per kwartaal. Het rentepercentage kan bij ER en CR rechtevenredig met de duur van de periode aangepast worden. Voor samengestelde rente geldt dat het rentepercentage niet-rechtevenredig met de duur van de periode verandert.

10 Inleiding :30 Pagina Inleiding Kader.3 Iemand heeft 000 gespaard en wil dit op een spaarrekening bij de bank zetten. De Ventura-bank geeft een rentevergoeding 6 % SR per jaar en de Histora-bank 3 % per halfjaar. Gevraagd: a Bereken de waarde van 000 aan het einde van het eerste jaar. bij de Ventura-bank 2. bij de Histora-bank b Bereken welk percentage SR per halfjaar gelijkwaardig is aan 6 % SR per jaar. Uitwerking a Voor SR = 0,06 per jaar geldt een eindwaarde =,06 * 000 = 060 a2 Voor SR = 0,03 per halfjaar geldt een eindwaarde =,03 2 * 000 = 060,90 b Stel het gevraagde percentage SR per halfjaar gelijk aan i. Dan moet gelden: 000 * ( + i) 2 = 000 *,06 ( + i) 2 =,06 ( + i) =,06 =, i = 2,956304%.2.2 Annuïteiten Bij financieel-economische transacties kan het voorkomen dat iemand of een organisatie een reeks van bedragen met vaste tussentijden ontvangt of moet betalen. Deze reeks bedragen, die periodiek betaalbaar zijn, noemen we een annuïteit. De bedragen noemen we de termijnen van de annuïteit.

11 Inleiding :30 Pagina 25 Inleiding 25 Berekening van de eindwaarde van een reeks bedragen Kader.4 Iemand (de verzekerde) heeft met een verzekeringsmaatschappij een lijfrente-overeenkomst gesloten. Op grond van deze overeenkomst heeft de verzekerde recht op een bedrag van 000 per jaar ingaande op januari 200 en eindigend op januari 200. De rentevergoeding is 7 % SR per jaar. Gevraagd Bereken de waarde van deze rente per: a januari 20 b januari 200 Uitwerking ad a: Tijdlijn De eindwaarde van deze rente bedraagt op januari 20: 000 *, *, *, *, *, *, *, *, *, *,07 0 = 000 (,07 +,07 2 +,07 3 +,07 4 +,07 5 +,07 6 +,07 7 +,07 8 +,07 9 +,07 0 ) De termen tussen de haakjes vormen een meetkundige rij, waarvan we de som kunnen berekenen met behulp van de somformule voor de meetkundige rij: n S = a * r r (.6) Waarbij: S = som van de meetkundige rij = som van de getallen tussen haakjes a = de aanvangsterm = de eerste term (bv. a =,07) r = reden = het getal waarmee we het voorafgaande getal van de rij moeten vermenigvuldigen om het volgende getal te krijgen (bv. r =,07) n = aantal termen in de meetkundige rij (bv. n = 0)

12 Inleiding :30 Pagina Inleiding Vervolg kader.4 Voor deze meetkundig rij geldt: S =,07 * 0,07,07 =,07,07 0,0 7 =,07 2, =, = 4, ,07 0,07 De eindwaarde van de rente per januari 20 = 000 * 4, = 4 783,60 Uitwerking ad b: Tijdlijn De eindwaarde van deze rente bedraagt op januari 200: *, *, *, *, *, *, *, *, *,07 9 = 000 ( +,07 +,07 2 +,07 3 +,07 4 +,07 5 +,07 6 +,07 7 +,07 8 +,07 9 ) S = * 0,07,07 =, , 07 =, 967 0, = 0, = 3, ,07 De eindwaarde van de rente is per januari 200 = 000 * 3, = 3 86,45 De eindwaarde per januari 200 kunnen we ook afleiden uit de eindwaarde per januari 20: Eindwaarde per januari 200: Eindwaarde per januari 20 = 4 783,60 = 3 86,45,07, 07 Berekening van de contante waarde van een reeks bedragen De berekening van de contante waarde van een reeks bedragen gaat in principe op dezelfde wijze als de berekening van de eindwaarde. Met een voorbeeld lichten we dat toe.

13 Inleiding :30 Pagina 27 Inleiding 27 Kader.5 De heer Vreman is 3 jaar geleden van zijn vrouw gescheiden. Tijdens de echtscheidingsprocedure is overeengekomen dat de heer Vreman gedurende 0 jaar aan het einde van ieder jaar uitbetaalt aan zijn ex. De ex-echtgenote van de heer Vreman wil de gemaakte afspraak wijzigen en een bedrag ineens ontvangen. Beide partijen komen het volgende overeen: direct nadat de 3de termijn betaald is, worden de resterende 7 termijnen ineens betaald de rentevergoeding bedraagt 5% SR per jaar Gevraagd: Bereken het bedrag dat aan het einde van het 3de jaar (exclusief de 3de termijn die al betaald is) in totaal door de heer Vreman betaald moet worden. Uitwerking Het in totaal te betalen bedrag = 40 00, ,05,05,05,05,05, , 05 +,05 2 +, , , , ,0 5 7 De termen tussen de haakjes vormen een meetkundige rij, waarvan we de som kunnen berekenen met behulp van de somformule voor de meetkundige rij: S = a* n r r waarbij: a =, 05 r =, 05 n = 7 S =, 05 * =, 05 7 = 0, = 5, ,05 0, 05, 05, 05 7 som = , = ,94

14 Inleiding :30 Pagina Inleiding Eeuwigdurende rente met gelijkblijvende bedragen Een voorbeeld van een eeuwigdurende rente met gelijkblijvende bedragen is de afspraak dat iemand of een organisatie met ingang van een bepaalde datum en daarna eeuwigdurend (met steeds dezelfde intervallen) een bepaald bedrag moet betalen of ontvangt. Kader.6 De aandeelhouders van onderneming Eeuwige Lente nv verwachten dat het jaarlijkse dividend van deze onderneming eeuwigdurend 5 per aandeel zal bedragen. De houders van aandelen Eeuwige Lente nv eisen een vergoeding van 0% SR per jaar. Gevraagd: Bereken de waarde van één aandeel Eeuwige Lente nv precies jaar voordat de eerstvolgende dividenduitkering zal plaatsvinden. Uitwerking X (oneindig) De waarde van één aandeel = 5, 0 + 5,0 2 +, , , , , , 50 De termen rechts van het gelijkteken vormen een meetkundige rij, waarvan we de som kunnen berekenen met behulp van de somformule voor de meetkundige rij: S = a * n r r waarbij: a =, 0 r =, 0 n =, 0 S =, 0 * =, 0 = 0 =,0 0, 0 0, 0, 0 De waarde van één aandeel Eeuwige Lente nv = 5 * 0, 0 = 5 0, 0 = 50

15 Inleiding :30 Pagina 29 Inleiding 29 Deze vergelijking ontstaat steeds als de ste termijn na periode vervalt en daarna ononderbroken eeuwigdurend voortgaat met dezelfde bedragen en dezelfde intervallen. Dan en slechts dan mogen we de volgende (verkorte) berekening maken: Contante waarde = T i (.7) waarbij: T = periodiek gelijk bedrag, waarvan de ste vervalt na periode en de volgende met vaste Intervallen eeuwigdurend vervallen; i = vereiste vergoeding of vereiste rentepercentage..3 Risico Er werd reeds aangegeven dat bestuurders van ondernemingen streven naar waardemaximalisatie. Bij het begrip waarde dient niet alleen aan de verwachte kasstroom en aan de tijdvoorkeur te worden gedacht, ook het risico speelt daarbij een rol. (Eenvoudigheidshalve zullen wij hier bij de bespreking van het risico de verwijzing naar de tijdvoorkeur weglaten.) Bij de keuze tussen twee alternatieven, waarbij men slechts één van de alternatieven kan uitvoeren (dat wil zeggen de alternatieven sluiten elkaar uit), dient men op zowel de verwachte kasstroom als op het risico van elk alternatief te letten. Zoals al gesteld, wordt ervan uitgegaan dat beleggers en ondernemers risico-avers zijn. Ter verduidelijking dient het volgende voorbeeld. Stel dat de ondernemingsleiding de keuze heeft uit drie elkaar uitsluitende projecten I, II en III met de volgende kasstromen: Conjunctuur Kans I II III Hoog 0, Normaal 0, Laag 0, De verwachte kasstroom wordt gedefinieerd als de som van de mogelijke uitkomsten, vermenigvuldigd met de daarbij behorende kans. De verwachte kasstroom is: voor project I : 0,2 x ,6 x ,2 x 500 = 500 voor project II : 0,2 x ,6 x ,2 x 0 = 500 voor project III : 0,2 x ,6 x ,2 x 250 = 450 Indien wij als maatstaf voor het risico de variatiebreedte dit is het verschil tussen de maximale en de minimale uitkomst nemen, worden voor de drie projecten de volgende risico s gemeten:

16 Inleiding :30 Pagina Inleiding voor project I : 0 voor project II : 000 voor project III : 400 Bezien wij eerst de projecten I en II. In dit voorbeeld is de verwachte kasstroom voor project I gelijk aan de verwachte kasstroom voor project II. De risico-averse ondernemingsleiding zal kiezen voor project I. Immers, onafhankelijk van de stand van de conjunctuur levert project I een kasstroom van 500 op, terwijl de hoogte van de kasstroom voor project II afhankelijk is van de stand van de conjunctuur. Dit risico in de uitkomst bij project II wordt door de ondernemingsleiding negatief beoordeeld, zodat de voorkeur uitgaat naar project I. Vergelijken wij project I en project III, dan is voor project I de verwachte kasstroom hoger én het risico lager dan voor project III. Onafhankelijk van de mate van risicoafkeer van de beslisser valt de keuze op project I. Dit impliceert dat bij de keuze uit de drie elkaar uitsluitende projecten de voorkeur naar project I uitgaat. Indien de ondernemingsleiding alleen kan kiezen tussen de projecten II en III (en niet project I), blijkt uit voorgaande gegevens dat voor project II de verwachte kasstroom weliswaar hoger is dan voor project III, doch dat eveneens het risico voor project II het hoogste is. Afhankelijk van de mate van risico-afkeer van de ondernemingsleiding wordt een keuze gemaakt tussen deze twee projecten. Indien het verschil in verwachte kasstroom van 50 (= ) het verschil in risico van 600 (= ) meer dan compenseert, gaat de voorkeur uit naar project II. Is daarentegen het verschil in verwachte kasstroom onvoldoende als vergoeding voor het verschil in risico, dan valt de keuze op project III. In figuur. wordt de relatie tussen verwachte kasstroom en het risico van deze drie projecten, gemeten door middel van de variatiebreedte, weergegeven. Figuur. De relatie verwachte kasstroom versus risico Verwachte kasstroom 500 I II 450 III Risico (variatiebreedte)

1 Inleiding :30 Pagina 13. Inleiding

1 Inleiding :30 Pagina 13. Inleiding 1 Inleiding 27-06-2007 12:30 Pagina 13 Inleiding 1 1 Inleiding 27-06-2007 12:30 Pagina 15 Inleiding 15 1.1 Inleiding In de afgelopen decennia is de functie van financieel manager binnen het bedrijfsleven

Nadere informatie

Nadelen: Groot risico vanwege privéaansprakelijkheid. Lange werktijden. a Een vennootschap waarvan het eigen vermogen is verdeeld in aandelen.

Nadelen: Groot risico vanwege privéaansprakelijkheid. Lange werktijden. a Een vennootschap waarvan het eigen vermogen is verdeeld in aandelen. Hoofdstuk 9 a Een organisatie die naar winst streeft. b Eenmanszaak Vennootschap onder firma Naamloze vennootschap Besloten vennootschap Voordelen: Je bent eigen baas. De winst hoef je met niemand te delen.

Nadere informatie

De gemiddelde vermogenskosten en optimale vermogensstructuur

De gemiddelde vermogenskosten en optimale vermogensstructuur Hoofdstuk 5 De gemiddelde vermogenskosten en optimale vermogensstructuur 5.1 Inleiding In de vorige hoofdstukken hebben we het vreemd vermogen en het eigen vermogen van een onderneming besproken. De partijen

Nadere informatie

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 en 4

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 en 4 EENMANSZAAK DEEL 1 Periode 3 en 4 HOOFDSTUK 1 Geld lenen kost geld Intrest (ook wel rente genoemd) is de vergoeding die je betaalt aan de gene die jou het geleende bedrag ter beschikking stelt. Intrest

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4, 5 en 6

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4, 5 en 6 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4, 5 en 6 Samenvatting door een scholier 1083 woorden 18 januari 2006 5,8 10 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent 4 Financieel beleid: interestberekeningen

Nadere informatie

Oefenopgaven Hoofdstuk 8

Oefenopgaven Hoofdstuk 8 Oefenopgaven Hoofdstuk 8 Opgave 1 Hazelkoning Onderneming Hazelkoning NV heeft 7 jaar geleden een obligatielening uitgegeven met een oorspronkelijke looptijd van 30 jaar. De couponrente van de lening bedraagt

Nadere informatie

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12 Financiering niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen 2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12 Vraag 1 Toetsterm 6.4 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Voor welke

Nadere informatie

Hoe bereken je het interestbedrag bij enkelvoudige interest? Geef de formule en licht deze kort toe.

Hoe bereken je het interestbedrag bij enkelvoudige interest? Geef de formule en licht deze kort toe. R1 Hoe bereken je het interestbedrag bij enkelvoudige interest? Geef de formule en licht deze kort toe. R2 Het bedrag 4.000 staat 6 maanden op een bankrekening tegen 8% enkelvoudige interest. Bereken de

Nadere informatie

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13 Financiering niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen 2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13 Vraag 1 Toetsterm 6.4 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Voor welke

Nadere informatie

Als we geld lenen noemen we dat vreemd vermogen.

Als we geld lenen noemen we dat vreemd vermogen. www.jooplengkeek.nl Enkelvoudige interest Als we geld lenen noemen we dat vreemd vermogen. Voor een lange periode (lang krediet) of een korte periode (kort krediet), maar het is altijd tijdelijk. We moeten

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: De tijdswaarde van geld

Hoofdstuk 4: De tijdswaarde van geld Hoofdstuk 4: De tijdswaarde van geld 4.1 De tijdslijn Een serie cash flows die verschillende periodes duurt, noemen we een cash flow stroom. Een cash flow stroom kunnen we op een tijdslijn weergeven. Een

Nadere informatie

Boekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld

Boekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld Boekverslag door M. 1345 woorden 21 februari 2012 6 34 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting economie hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Verzien in behoeften door goederen en diensten

Nadere informatie

Vermogensbehoefte en financiering

Vermogensbehoefte en financiering Hoofdstuk 1 Vermogensbehoefte en financiering Opgave 1.1 Een groothandel heeft in de maanden maart tot en met oktober 600.000, extra vermogen nodig. Het benodigde extra vermogen kan voor deze periode worden

Nadere informatie

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 7 tot en met 9. In deze opgave blijft de vermogensrendementsheffing buiten beschouwing.

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 7 tot en met 9. In deze opgave blijft de vermogensrendementsheffing buiten beschouwing. Opgave 5 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 7 tot en met 9. In deze opgave blijft de vermogensrendementsheffing buiten beschouwing. Tot ongeveer het jaar 2010 stegen de gemiddelde prijzen van verkochte

Nadere informatie

Appendix Bedrijfseconomie

Appendix Bedrijfseconomie Appendix Bedrijfseconomie De Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens ( de Associatie ) organiseert twee keer per jaar examens voor het in ons land erkende Praktijkdiploma Boekhouden (PDB). Voor het

Nadere informatie

Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen. Eerste periode is vooral rente, later wordt het aflossingsdeel steeds groter

Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen. Eerste periode is vooral rente, later wordt het aflossingsdeel steeds groter Samenvatting door Y. 1479 woorden 5 juli 2017 6,3 4 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 1 Oorspronkelijke geleende bedrag alle aflossingen= schuldrest. Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen.

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 4 Opgave 1 De vermogensbehoefte van een onderneming moet met het aanbod van vermogen worden gefinancierd. Bij de financiering wordt onderscheid gemaakt tussen Partiële financiering Totale financiering

Nadere informatie

Productinformatie rentemanagement

Productinformatie rentemanagement Productinformatie rentemanagement 2 Inhoud Uw onderneming en mogelijke renterisico s 3 Renteswap 5 Rentecap 9 Meer informatie De producten in deze brochure zijn rentederivaten. Rentederivaten zijn complexe

Nadere informatie

Examen PC 2 vak Cash Management

Examen PC 2 vak Cash Management Examen PC 2 vak Cash Management Instructieblad Betreft: examen: PC 2 leergang 6 onderdeel: CAS datum: 19 december 2013 tijd: 16.00 17.30 uur Deze aanwijzingen goed lezen voor u met uw examen start Aanwijzingen:

Nadere informatie

Oefenopgaven Hoofdstuk 5

Oefenopgaven Hoofdstuk 5 Oefenopgaven Hoofdstuk 5 Opgave 1 Leg uit waarom een bank in de regel bereid is een lening die gedekt is door een zekerheid, tegen een lagere rente te verstrekken dan een gelijkwaardige lening zonder zekerheid.

Nadere informatie

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V.

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. VERONDERSTELLINGEN Vraagprijs 2.500.000 (pand en inventaris). Inkomsten: In totaal 40 kamers; Bezetting kamers: T1 45%, T2 52%, T3 63%, vanaf T4 en verder 68%;

Nadere informatie

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn.

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Samenvatting door een scholier 1771 woorden 20 februari 2008 8 15 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Onderhandse lening ; Een lening op lange termijn

Nadere informatie

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT 1. VOORSTEL NIEUW DOMEIN C INVESTEREN EN FINANCIEREN 1.1 Doel en inhoud Dit domein gaat in op het investerings- en financieringsvraagstuk van organisaties.

Nadere informatie

ZEEËN VAN KANSEN FINANCIEEL MANAGEMENT

ZEEËN VAN KANSEN FINANCIEEL MANAGEMENT ZEEËN VAN KANSEN FINANCIEEL MANAGEMENT (Innovatieve) projecten Financiële haalbaarheid Welke kennis is essentieel Bedrijfsplan Investeringsselectie Inkoopmarkt Bedrijf Verkoopmarkt Productiemiddelen Gelduitgaven

Nadere informatie

Samenvatting M&O hoofdstuk

Samenvatting M&O hoofdstuk Samenvatting M&O hoofdstuk 10+ 11 Samenvatting door een scholier 1168 woorden 16 maart 2017 7 3 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 10 vermogensmarkt 10.1 vrager van vermogen Vragers van

Nadere informatie

KWARTAALRAPPORTAGE Q VASTGOED FUNDAMENT FONDS N.V.

KWARTAALRAPPORTAGE Q VASTGOED FUNDAMENT FONDS N.V. KWARTAALRAPPORTAGE Q4 2017 VASTGOED FUNDAMENT FONDS N.V. 12 JANUARI 2018 Inhoud 1. Management samenvatting... 2 2. Financiële rapportage: 4 e kwartaal 2017... 3 3. Verklarende begrippen en definities...

Nadere informatie

Boekverslag door C. 946 woorden 11 december keer beoordeeld

Boekverslag door C. 946 woorden 11 december keer beoordeeld Boekverslag door C. 946 woorden 11 december 2003 5 10 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Bij het verkrijgen van vermogen kun je verschil maken tussen: 1) Eigen vermogen 2) Vreemd vermogen op lange

Nadere informatie

Begrippenlijst Management & Organisatie Hoofdstuk 5, 6 en 7

Begrippenlijst Management & Organisatie Hoofdstuk 5, 6 en 7 Begrippenlijst Management & Organisatie Hoofdstuk 5, 6 en 7 Begrippenlijst door een scholier 1414 woorden 28 december 2006 6,7 9 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans M&O Hoofdstuk 5 Aandelenkapitaal

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 10 pagina s, inclusief het voorblad.

Deze examenopgave bestaat uit 10 pagina s, inclusief het voorblad. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave TREASURY MANAGEMENT MAANDAG 27 JUNI 2016 12.15-14.45 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 10 pagina s, inclusief het voorblad. Het examen bestaat

Nadere informatie

Een onderhandse lening is een lang lopende lening waarbij geld uitgeleend word door 1 geldgever.

Een onderhandse lening is een lang lopende lening waarbij geld uitgeleend word door 1 geldgever. Samenvatting door een scholier 1246 woorden 20 januari 2005 6,8 5 keer beoordeeld Vak M&O Hst 4 De vermogensmarkt is het geheel van vraag en aanbod. --> geldmarkt en kapitaalmarkt Op de geldmarkt wordt

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 deel 1

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 deel 1 Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 deel 1 Samenvatting door een scholier 1612 woorden 18 september 2003 6,3 6 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting M&O module 1 Hoofdstuk 6 Lang vreemd vermogen -> Vermogen

Nadere informatie

Management & Organisatie

Management & Organisatie Management & Organisatie Hoofdstuk 1 Managen = iemand iets laten doen waarvan jij vindt dat het nodig is. Dit gaat d.m.v. communicatie. Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel TREASURY MANAGEMENT MAANDAG 27 JUNI UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel TREASURY MANAGEMENT MAANDAG 27 JUNI UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel TREASURY MANAGEMENT MAANDAG 27 JUNI 2016 12.15-14.45 UUR SPD Bedrijfsadministratie Treasury Management B / 11 2016 NGO-ENS B / 11 Opgave 1 (35 punten) Vraag 1 (6

Nadere informatie

Toepassen van Adjusted Present Value

Toepassen van Adjusted Present Value Toepassen van Adjusted Present Value Blz. 1 van 8 In deze bijdrage wordt ingegaan op het berekenen van economische waarde. Naast de bekende discounted cash flow (DCF) methode wordt ook wel gebruik gemaakt

Nadere informatie

Examen PC 2 Financiële Rekenkunde

Examen PC 2 Financiële Rekenkunde Examen PC 2 Financiële Rekenkunde Instructieblad Examen : Professional Controller 2 leergang 8 Vak : Financiële Rekenkunde Datum : 18 december 2014 Tijd : 14.00 15.30 uur Deze aanwijzingen goed lezen voor

Nadere informatie

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Bedrijfseconomie Beschikbare tijd 2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen met

Nadere informatie

Financiële rekenkunde Examennummer: 93572 Datum: 29 maart 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Financiële rekenkunde Examennummer: 93572 Datum: 29 maart 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Financiële rekenkunde Examennummer: 93572 Datum: 29 maart 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 6 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 10 meerkeuzevragen (maximaal 20 punten)

Nadere informatie

M&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl

M&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Balans M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H4: Balans Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting

Nadere informatie

Financiële analyse. Les 2 Vermogensbehoefte en financiering. Auteur: Witek ten Hove, MBA

Financiële analyse. Les 2 Vermogensbehoefte en financiering. Auteur: Witek ten Hove, MBA Financiële analyse Les 2 Vermogensbehoefte en financiering Auteur: Witek ten Hove, MBA In deze les gaan we kijken naar onderdelen uit de balans. Er wordt aangenomen dat de student weet hoe een balans is

Nadere informatie

Obligaties een financieringsinstrument en een beleggingscategorie

Obligaties een financieringsinstrument en een beleggingscategorie Obligaties een financieringsinstrument en een beleggingscategorie Mr A. van Dijk RBA 1 Inleiding Wat zijn obligaties? Kenmerken Rendement Risico Obligatiesoorten 2 Kenmerken van Obligaties Vordering Vaste

Nadere informatie

Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven.

Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven. www.jooplengkeek.nl Investeringsselectie Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven. belangrijk Calculaties voor beslissingen

Nadere informatie

Vormen van lang vreemd vermogen: Kenmerken onderhandse lening: Obligatie = op lange termijn: Gezond financieren / Broers regels

Vormen van lang vreemd vermogen: Kenmerken onderhandse lening: Obligatie = op lange termijn: Gezond financieren / Broers regels Samenvatting door een scholier 1435 woorden 6 juli 2008 7 74 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans M&O H12, H13, H14 en H15 Vormen van lang vreemd vermogen: 1. Onderhandse lening 2. Obligatielening

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 25 vragen.

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 25 vragen. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave TREASURY MANAGEMENT WOENSDAG 16 DECEMBER 2015 12.15-14.45 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen

Nadere informatie

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk www.jooplengkeek.nl belangrijk 1 Liquiditeitskengetallen Current ratio Quick ratio Working capital (werkkapitaal) Cashflow Kengetallen Kengetallen zijn verhoudingsgetallen, ze geven de verhouding aan tussen

Nadere informatie

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 8 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 30 meerkeuzevragen (maximaal

Nadere informatie

Financiële ratio s met CASH!

Financiële ratio s met CASH! Inleiding Het is belangrijk dat je als ondernemer weet hoe je onderneming er financieel voor staat. Hier kan je financiële ratio's goed voor gebruiken. Maar wat zijn ze en wat doe je ermee? Om de financiële

Nadere informatie

Vlottende activa: Kas Totaal investering

Vlottende activa: Kas Totaal investering H1 Investering opgave 3 Investeringsbegroting Investeringsbegroting per 1 april Vaste activa: Kano s 20 x 1.000 20.000 Kajaks 6 x 1.500 9.000 Trailer 5.000 Mountainbikes 18.000 Klein materiaal 7.000 Klimmaterialen

Nadere informatie

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen:

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen: www.jooplengkeek.nl Vreemd vermogen op lange termijn Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen: 1. Onderhandse lening. 2. Obligatie lening. 3.

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. door middel van annuïteiten 1 want er wordt (periodiek) een vast bedrag aan aflossing en interest betaald 1

Vraag Antwoord Scores. door middel van annuïteiten 1 want er wordt (periodiek) een vast bedrag aan aflossing en interest betaald 1 Opgave 1 1 maximumscore 2 door middel van annuïteiten 1 want er wordt (periodiek) een vast bedrag aan aflossing en interest betaald 1 Opmerking Het tweede deelscorepunt wordt alleen toegekend wanneer het

Nadere informatie

Ondernemingen: om hun nieuwe gebouwen te kunnen kopen. Zij geven leningen uit aan aandeelhouders, zodat ze geld ontvangen.

Ondernemingen: om hun nieuwe gebouwen te kunnen kopen. Zij geven leningen uit aan aandeelhouders, zodat ze geld ontvangen. Samenvatting door I. 1003 woorden 21 januari 2013 5,6 5 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans HOOFDSTUK 10 : VERMOGENSMARKT Aan de vragers kant van de vermogensmarkt zijn er 3 vragers: Consumenten:

Nadere informatie

Om je goed voor te bereiden ontvang je bijgaand op de volgende bladzijden:

Om je goed voor te bereiden ontvang je bijgaand op de volgende bladzijden: TOETSTIPS HAVO 4 vak M&O De vraagstelling in het schoolexamen is gerubriceerd naar: 1. Vermogensmarkt 2. Eigen vermogen 3. Vreemd vermogen lang 4. Vreemd vermogen kort Bij 1. Vermogensmarkt Zorg er voor

Nadere informatie

Bij deze opgave blijven belastingen buiten beschouwing. Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 3.

Bij deze opgave blijven belastingen buiten beschouwing. Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 3. Opgave 2 Bij deze opgave blijven belastingen buiten beschouwing. Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 3. Woningcorporaties zijn verenigingen of stichtingen met een volkshuisvestelijk

Nadere informatie

Financieel Management

Financieel Management 3de bach TEW Financieel Management samenvatting : hoorcolleges aangevuld uit boek Q www.quickprinter.be uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen 162 6,00 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 30 juni 2011 25 augustus 2011 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 30 juni 2011 2 Winst- en verliesrekening over

Nadere informatie

Samenvatting M&O H12: Vreemd vermogen op lange termijn

Samenvatting M&O H12: Vreemd vermogen op lange termijn Samenvatting M&O H12: Vreemd vermogen op lange termijn Samenvatting door K. 1547 woorden 29 oktober 2016 1,1 2 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans H12; Vreemd vermogen op lange termijn 12.1 Onderhandse

Nadere informatie

Inleiding. Sparen. verschillende motieven voor:

Inleiding. Sparen. verschillende motieven voor: I n d i t o n d e r d e e l w o r d t d e l e z e r i n z i c h t v e r s c h a f t i n h e t o n d e r w e r p s p a r e n. De volgende onderwerpen komen hierbij aan de orde: de verschillende spaarmotieven

Nadere informatie

Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting

Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting Voor kandidaten die in beide modules examen doen geldt dit gehele document (zowel de termen van module A. Periodeafsluiting als module

Nadere informatie

Economische waarde voor de waardering van de onderneming

Economische waarde voor de waardering van de onderneming Economische waarde voor de waardering van de onderneming Kort geleden werd het volgende artikel gepubliceerd: Waardebepaling rammelt aan alle kanten. Een Registeraccountant had in het kader van een geschillenwaardering

Nadere informatie

Opgave I (25¾p) De boekhouding van een NV A. Bereken I. II.

Opgave I (25¾p) De boekhouding van een NV A. Bereken I. II. Opgave I (25¾p) De boekhouding van een NV De gedeeltelijke balans van NV Goedehoop ziet er per 1 maart 2014 als volgt uit: (bedragen *SRD 1,-) Aandelen in portefeuille 55.000 Aandelenvermogen 350.000 Gebouwen

Nadere informatie

Vermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn))

Vermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn)) www.jooplengkeek.nl Vermogensmarkt De markt: vraag en aanbod Vermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn)) Vermogen is een ruimer begrip dan geld. Een banksaldo is ook vermogen.

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2012

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2012 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 30 juni 2012 28 augustus 2012 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 30 juni 2012 2 Winst- en verliesrekening over

Nadere informatie

Oefenopgaven Hoofdstuk 4

Oefenopgaven Hoofdstuk 4 Oefenopgaven Hoofdstuk 4 Opgave 1 De NV Red Mobile verkoopt smartphones in Nederland en heeft de volgende aandeelhouders: KPN NV heeft 35% van de 10 miljoen gewone aandelen, France Telecom 30% van de aandelen

Nadere informatie

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 4 1 / 10

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 4 1 / 10 Financiering niveau 4 Correctiemodel voorbeeldexamen 2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 4 1 / 10 Vraag 1 Toetsterm 1.1 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 1 juli 2010

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 1 juli 2010 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 1 juli 2010 7 juli 2010 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 1 juli 2010 2 Winst- en verliesrekening over de periode

Nadere informatie

Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16

Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16 Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16 16 juni 2009 proeftoets 100 minuten Opgave 1 Hartenstijn bv heeft op 1 januari de volgende balans opgesteld: Balans 1 januari 2009 --------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting

Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting Voor kandidaten die in beide modules examen doen, geldt dit gehele document (zowel de termen van module A. Boekhouden als module B.

Nadere informatie

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 6. In deze opgave blijven de belastingen buiten beschouwing.

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 6. In deze opgave blijven de belastingen buiten beschouwing. Opgave 2 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 6. In deze opgave blijven de belastingen buiten beschouwing. VastNed Retail nv is een Nederlands vastgoedbeleggingsfonds dat met gelden

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 5-2 Geldig vanaf Vastgesteld op Vastgesteld door

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 5-2 Geldig vanaf Vastgesteld op Vastgesteld door EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Diploma('s) Financieel-Administratief Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Eamen Financiering niveau 5 Niveau 5 (vergelijkbaar

Nadere informatie

fun house fun house fun house Pink

fun house fun house fun house Pink fun house fun house fun house Pink financieringsbegroting bezit en vermogen vaste activa - vlottende activa eigen vermogen - vreemd vermogen voorbeelden Joop Lengkeek Kamer H0.012 Email: Lengkeek.J@NHTV.nl

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT DINSDAG 8 MAART UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 8

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT DINSDAG 8 MAART UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 8 SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT DINSDAG 8 MAART 2016 08.45-11.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie B / 8 2015 NGO-ENS B / 8 Opgave 1 (25 punten) Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 5-0 Geldig vanaf Vastgesteld op Vastgesteld door

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 5-0 Geldig vanaf Vastgesteld op Vastgesteld door EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Diploma('s) Financieel-Administratief Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Eamen Financiering niveau 5 Niveau 5 (vergelijkbaar

Nadere informatie

12 Het eigen vermogen

12 Het eigen vermogen 12 Het eigen vermogen hoofdstuk 12.1 C 12.2 C 12.3 C 12.4 A 12.5 B 12.6 D 12.7 B 12.8 A 12.9 D 12.10 A 12.11 C 12.12 B 12.13 B 12.14 D 12% van 30.000.000 = 3.600.000 12.15 C 1.000.000 / 20.000.000 = 0,05

Nadere informatie

Renteswap. omruilen voor vaste swaprente. Hoe werkt een variabele Euribor-rente? Wat is een renteswap? Zo werkt de renteruil

Renteswap. omruilen voor vaste swaprente. Hoe werkt een variabele Euribor-rente? Wat is een renteswap? Zo werkt de renteruil variabele Euriborrente omruilen voor vaste swaprente In dit productinformatieblad leest u in het kort wat een renteswap is, hoe het werkt en wat de voordelen en risico s zijn. De renteswap is een complex

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 19 vragen.

Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 19 vragen. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave TREASURY MANAGEMENT VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 12.15-14.45 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat

Nadere informatie

Bijlage VWO. management & organisatie. tijdvak 2. Informatieboekje. VW-0251-a-19-2-b

Bijlage VWO. management & organisatie. tijdvak 2. Informatieboekje. VW-0251-a-19-2-b Bijlage VWO 2019 tijdvak 2 management & organisatie Informatieboekje VW-0251-a-19-2-b Formuleblad Voor beantwoording van de vragen 4 en 7 zijn de volgende formules beschikbaar: 4 formules voor samengestelde

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5 Samenvatting door een scholier 1408 woorden 5 november 2003 7,7 12 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Het aandelenkapitaal Aandelenkapitaal: Permanent

Nadere informatie

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 6. Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( ) / 2 =

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 6. Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( ) / 2 = Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( 2.600.000 + 3.000.000) / 2 = 2.800.000 REV na belasting = 400.000 100% = 14,29% 2.800.000 b. Gemiddeld totaal vermogen = ( 7.150.000 + 7.200.000) / 2 = 7.175.000

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3 Samenvatting door een scholier 1298 woorden 30 november 2008 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 1. 1.1 Organisaties. Organisatie:

Nadere informatie

Uitwerking opgaven Brugboek 19.3, 19.5, 19.6 t/m 19.20 en 19.22

Uitwerking opgaven Brugboek 19.3, 19.5, 19.6 t/m 19.20 en 19.22 Uitwerking opgaven Brugboek 19.3, 19.5, 19.6 t/m 19.20 en 19.22 T/m 19.12 zijn activiteitskengetallen. Vanaf 19.13 Rentabiliteitskengetallen Opgave 19.3 A. Bereken de gemiddelde voorraad over 2013 Q1 1-1

Nadere informatie

7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2.

7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart 2015 7,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Samenvatting economie 2.1 Sparen en rente Redenen om te sparen: 1. Sparen uit voorzorg

Nadere informatie

Rendement, Effectief rendement, IRR, wat is het nu?

Rendement, Effectief rendement, IRR, wat is het nu? Rendement, Effectief rendement, IRR, wat is het nu? Author : G.K. van Dommelen Date : 02-10-2014 (publicatiedatum 3 oktober 2014) Op 18 september jongstleden publiceerden wij een artikel over het bod dat

Nadere informatie

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 3.

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 3. Opgave 2 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 3. Enkele jaren geleden besloot de directie van slagerij Van Kampen om in plaats van vlees voortaan vleesvervangende producten te verkopen

Nadere informatie

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investering in machines / 350 Desinvestering in machines 65 Aandeel in winst C / 20 Aandeel in dividend C 30

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investering in machines / 350 Desinvestering in machines 65 Aandeel in winst C / 20 Aandeel in dividend C 30 Voortgezette Studie Boekhouden 12.1 a De functie van het kasstroomoverzicht is een bijdrage leveren aan de beoordeling door gebruikers van het vermogen van de onderneming om geldmiddelen en kasequivalenten

Nadere informatie

Financiële analyse van de jaarrekening

Financiële analyse van de jaarrekening 17 hoofdstuk Financiële analyse van de jaarrekening 17.1 B 17. C 17.3 C 17.4 A 17.5 A 17.6 C 17.7 D 17.8 D 17.9 B 17.10 D 17.11 D 17.1 C 17.13 A 17.14 C 17.15 B 17.16 C 1.000.000 / 1.500.000 = 0,08 17.17

Nadere informatie

TA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation 2009-2010

TA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation 2009-2010 TA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation 2009-2010 CiTG, minor Mining and Resource Engineering Economie college 1: Grip op Geldstromen Dr.ir. Gerard P.J. Dijkema Energy & Industry Group December

Nadere informatie

De familiebank - vanaf 2013

De familiebank - vanaf 2013 De familiebank - vanaf 2013 Inleiding Sinds 01-01-2013 moet iedere nieuwe lening t.b.v. de eigenwoning worden afgelost, met uitzondering van situaties die vallen onder het overgangsrecht. Omdat banken

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 3-0 Geldig vanaf 01-01-16 Vastgesteld op 01-02-15 Vastgesteld door

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 3-0 Geldig vanaf 01-01-16 Vastgesteld op 01-02-15 Vastgesteld door EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Diploma('s) Financieel-Administratief Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Eamen Financiering niveau 5 Niveau 5 (vergelijkbaar

Nadere informatie

Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken.

Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken. Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken. Informal investors: informele investeerders, bv particulieren Gebruiken is vast. Verbruiken is vlot. Materieel: tastbaar Immaterieel:

Nadere informatie

Eigen vermogen Geplaats aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Ingehouden winst uit de voorgaande jaren

Eigen vermogen Geplaats aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Ingehouden winst uit de voorgaande jaren www.jooplengkeek.nl Regels voor Passiva Eigen vermogen Geplaats aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Ingehouden winst uit de voorgaande jaren www.jooplengkeek.nl

Nadere informatie

BEDRIJFSWETENSCHAPPEN. 2. De investeringsbeslissing en de verantwoording ervan

BEDRIJFSWETENSCHAPPEN. 2. De investeringsbeslissing en de verantwoording ervan BEDRIJFSWETENSCHAPPEN Hoofdstuk 2: INVESTERINGSANALYSE 1. Toepasbare beoordelingsmethodes 1.1. Pay-back 1.2. Return on investment 1.3. Internal rate of return 1.4. Net present value 2. De investeringsbeslissing

Nadere informatie

Het kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht 8 Het kasstroomoverzicht 801 Ingaande geldstromen 1 Toename eigen vermogen a Winst vóór belasting d 400.000** b Opbrengst aandelenemissie - 20.000** 2Toename langlopende schulden - 190.000** 3 Desinvestering

Nadere informatie

Stel voor de eenmanszaak Grutter de balans per 1 januari 2016 op in scontrovorm. Balans per 1 januari 2016 van Grutter

Stel voor de eenmanszaak Grutter de balans per 1 januari 2016 op in scontrovorm. Balans per 1 januari 2016 van Grutter Hoofdstuk 1 Opgaven Opgave 1.1 Stel voor de eenmanszaak Grutter de balans per 1 januari 2016 op in scontrovorm. Balans per 1 januari 2016 van Grutter Totaal Totaal Opgave 1.2 1. In welke andere vorm dan

Nadere informatie

Leningsovereenkomst met startende ondernemer (rechtspersoon)

Leningsovereenkomst met startende ondernemer (rechtspersoon) Leningsovereenkomst met startende ondernemer (rechtspersoon) Naam: Wonende/kantoorhoudende aan de: Te Burgerservicenummer: Hierna te noemen uitlener, En M-Ve BV. (Martijn van Eerden> Wonende/kantoorhoudende

Nadere informatie

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Bedrijfseconomie Beschikbare tijd 2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen met

Nadere informatie

Examen PC 2 vak Cash Management

Examen PC 2 vak Cash Management Examen PC 2 vak Cash Management Instructieblad Betreft: examen: PC 2 leergang 5 onderdeel: Cash Management datum: 28 juni 2013 tijd: 16.00 17.30 uur Deze aanwijzingen goed lezen voor u met uw examen start

Nadere informatie

Inhoud Noordhoff Uitgevers bv. Antwoorden hoofdstuk 1 2. Antwoorden hoofdstuk 2 3. Antwoorden hoofdstuk 3 4. Antwoorden hoofdstuk 4 5

Inhoud Noordhoff Uitgevers bv. Antwoorden hoofdstuk 1 2. Antwoorden hoofdstuk 2 3. Antwoorden hoofdstuk 3 4. Antwoorden hoofdstuk 4 5 Inhoud Antwoorden hoofdstuk 1 2 Antwoorden hoofdstuk 2 3 Antwoorden hoofdstuk 3 4 Antwoorden hoofdstuk 4 5 Antwoorden hoofdstuk 5 6 Antwoorden hoofdstuk 6 8 Antwoorden hoofdstuk 7 9 Antwoorden hoofdstuk

Nadere informatie

Aan de besturen van - verzorgingshuizen - overige instellingen voor ouderenzorg en de zorgkantoren

Aan de besturen van - verzorgingshuizen - overige instellingen voor ouderenzorg en de zorgkantoren Aan de besturen van - verzorgingshuizen - overige instellingen voor ouderenzorg en de zorgkantoren Utrecht, 8 maart 2002 Uw brief van: Uw kenmerk: Ons kenmerk: TU/kh/II/145/146/147/02/4c Behandeld door:

Nadere informatie

Samenvatting M&O H14: Enkelvoudige interest

Samenvatting M&O H14: Enkelvoudige interest Samenvatting M&O H14: Enkelvoudige interest Samenvatting door K. 760 woorden 29 oktober 2016 0 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans H14; Enkelvoudige interest 14.1 Berekeningen met enkelvoudige interest

Nadere informatie

- Rente effecten 11.355 16.300 16.400 16.400 - Rente ASN rekeningen 850 400 731 1.000 - Overige baten 0 0 0 500. Totaal 12.205 16.700 17.131 17.

- Rente effecten 11.355 16.300 16.400 16.400 - Rente ASN rekeningen 850 400 731 1.000 - Overige baten 0 0 0 500. Totaal 12.205 16.700 17.131 17. Winst en Verliesrekening 2013 in vergelijking met de rekening 2012 en de begroting 2013. Tevens wordt de begroting voor het jaar 2014 gegeven. Alle bedragen in Euro s. Baten Rekening Begroting Rekening

Nadere informatie

Oefenopgave 1. Oefenopgave 1. Crediteuren 600 EV 600. Debiteuren 400. Gebouwen 300 EV. Voorraden 200 Crediteuren. Kas 300

Oefenopgave 1. Oefenopgave 1. Crediteuren 600 EV 600. Debiteuren 400. Gebouwen 300 EV. Voorraden 200 Crediteuren. Kas 300 Oefenopgave 1 Oefenopgave 1 Balans 1-1-2001 (x 1.000 euro) Gebouwen 300 EV Voorraden 200 Crediteuren Debiteuren 400 Kas 300 EV 600 Crediteuren 600 300 1200 1200 - Inkopen 600.000 euro (helft rekening,

Nadere informatie