OPTIMALISATIE VAN EEN GROEPTEST-PROCEDURE VOOR BLOEDMONSTERS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OPTIMALISATIE VAN EEN GROEPTEST-PROCEDURE VOOR BLOEDMONSTERS"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR OPTIMALISATIE VAN EEN GROEPTEST-PROCEDURE VOOR BLOEDMONSTERS Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de Toegepaste Economische Wetenschappen: Handelsingenieur Lien Denoo onder leiding van prof. dr. ir. H. Bruneel & prof. dr. ir. J. Walraevens

2

3 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR OPTIMALISATIE VAN EEN GROEPTEST-PROCEDURE VOOR BLOEDMONSTERS Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de Toegepaste Economische Wetenschappen: Handelsingenieur Lien Denoo onder leiding van prof. dr. ir. H. Bruneel & prof. dr. ir. J. Walraevens

4 PERMISSION Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding. Lien Denoo

5 WOORD VOORAF iii Woord vooraf Deze masterproef vormt het sluitstuk van mijn vijfjarige studie Handelsingenieur. Deze masterproef kon echter nooit tot stand gekomen zijn zonder de hulp van enkele personen. Graag zou ik hen dan ook bedanken. Eerst en vooral wil ik mijn thesisbegeleider Dieter Claeys bedanken voor de goede begeleiding en mijn promotor en co-promotor prof. dr. ir. H. Bruneel en prof. dr. ir. J. Walraevens voor het mogelijk maken van dit onderzoek en voor hun begeleiding. Daarnaast wil ik Lieselot De Pauw, Lieven Goddyn, Jeroen Deckers en mijn moeder bedanken voor het nalezen van mijn masterproef. Mijn dank gaat ook uit naar Dieter Vanderfaeillie voor zijn hulp bij het maken van de figuren. Ik wil mijn ouders bedanken voor het financieren van mijn studies en voor de steun doorheen de jaren. Ik wil verder ook al mijn vrienden bedanken, zonder wie deze vijf jaar een volledig andere ervaring zou geweest zijn, en die mij menige avonden plezier en vertier geschonken hebben. Tenslotte wil ik iedereen bedanken wiens naam hier niet vermeld staat, maar die mij op de een of andere manier geholpen heeft bij mijn studies of bij het schrijven van deze masterproef.

6 INHOUDSOPGAVE iv Inhoudsopgave Woord vooraf Gebruikte afkortingen Lijst van tabellen Lijst van figuren iii vi vii viii 1 Inleiding Situering Overzicht van de literatuur Dorfman: het ontstaan van groeptesten Sterrett Groep-subgroep testprocedure Combinatoriële groeptesten Foutvrij testen Volledige identificatie versus onvolledige identificatie Destructieve versus non-destructieve testen Dynamische versus statische groeptesten Onderzoeksvraag Overzicht Werkwijze Wachtlijnen Genererende functies Begrensdheid Normeringsvoorwaarde Momentgenererende eigenschap Model Testpolicies Individueel testen

7 INHOUDSOPGAVE v Groep-individuele testpolicy Groep-subgroep testpolicy Sterrett testpolicy Poisson aankomstprocedure Evaluatie Invloed van c, l, λ en p Maximale groepgrootte c Gemiddelde wachttijd Utilisatiegraad Minimale groepgrootte l Gemiddelde wachttijd Utilisatiegraad Aankomstintensiteit λ Gemiddelde wachttijd Utilisatiegraad Besmettingskans p Gemiddelde wachttijd Utilisatiegraad Invloed van de testpolicy Gemiddelde wachttijd Optimale groepgrootte Analyse van de testpolicies Utilisatiegraad Optimale groepgrootte Analyse van de testpolicies Invloed aankomstpolicy Vuistregels Gemiddelde wachttijd Utilisatiegraad Besluit 82 A Opstellen van een genererende functie voor een testpolicy 86 B Trade-off tussen gemiddelde wachttijd en utilisatiegraad 89 Bibliografie 91

8 vi Gebruikte afkortingen p p λ c l ρ E[d] f I GI GS2g GS2o GS3 S GSS W gem W util E gem E util besmettingskans kans dat een item niet besmet is aankomstintensiteit maximale groepgrootte minimale groepgrootte load gemiddelde wachttijd utilisatiegraad Individuele testprocedure Groep-individuele testprocedure Groep-subgroep testprocedure met 2 gelijke subgroepen Groep-subgroep testprocedure met 2 ongelijke subgroepen Groep-subgroep testprocedure met 3 gelijke subgroepen Sterrett testprocedure Groep-subgroep testprocedure met Sterrett op de subgroepen wegingsfactor voor de gemiddelde wachttijd in de trade-off functie wegingsfactor voor de utilisatiegraad in de trade-off functie relatieve efficiëntie van de gemiddelde wachttijd in de trade-off functie relatieve efficiëntie van de utilisatiegraad in de trade-off functie

9 LIJST VAN TABELLEN vii Lijst van tabellen 3.1 Verhouding van gemiddelde wachttijd voor toenemende l bij λ=0.01, 0.5, 1 en 1.4, p= Utilisatiegraad voor l tussen 1 en 10, c=20, p=0.05, λ= Ranking van testpolicies met grootst aantal policy-specifieke testen (van groot naar klein) Optimale en maximale λ-waarden, c=10, l=10, p= Optimale c-waarde voor variërende p-waarden, λ = 0.4, l= Gemiddelde wachttijd voor variërende c-waarden, λ = 1.4, p = en p = Waarde van l waarvoor de testpolicies een betere gemiddelde wachttijd krijgen dan de Sterrett-testpolicy, λ = 0.5, c=l+3, p= combinatie van c en l met beste utilisatiegraad voor p tussen 0 en 0.15, λ= Utilisatiegraad voor l tussen 1 en 5, c=5, p=0.05, λ = Optimale testpolicy en combinatie (c,l) per p en λ voor de gemiddelde wachttijd Optimale testpolicy en combinatie (c,l) per p en λ voor de utilisatiegraad Overzicht van wanneer welke testpolicy gekozen moet worden - gemiddelde wachttijd De resultaten gelden voor elke c-waarde uit het interval [l, 20] behalve bij *. Daar is, wanneer c > 10, Groep-Sterrett en niet Sterrett de beste testpolicy Overzicht van wanneer welke testpolicy gekozen moet worden - utilisatiegraad De resultaten gelden voor elke c-waarde uit het interval [l, 20]

10 LIJST VAN FIGUREN viii Lijst van figuren 3.1 Gemiddelde wachttijd voor c tussen 10 en 20, l=10, λ=0.5, p= Gemiddelde wachttijd voor c tussen 10 en 20, l=10, λ=1.4, p= Utilisatiegraad voor c tussen 10 en 20, l=10, λ=1.4, p= Gemiddelde wachttijd voor l tussen 1 en 20, c=20, λ = 0.5, p= Utilisatiegraad voor l tussen 1 en 20, c=20, λ = 0.5, p= Gemiddelde wachttijd voor λ tussen 0 en 0.3, c=10, l=1, p= Gemiddelde wachttijd voor λ tussen 0 en 1, c=10, l=1, p= Gemiddelde wachttijd voor λ tussen 0.5 en 3.5, c=10, l=10, p= Utilisatiegraad voor λ tussen 0 en 5, c=10, l=1, p= Gemiddelde wachttijd voor p tussen 0 en 0.25, c=10, l=10, λ= Gemiddelde wachttijd voor p tussen 0 en 1, c=20, l=20, λ= Utilisatiegraad voor p tussen 0 en 0.25, c=20, l=20, λ= Utilisatiegraad voor p tussen 0 en 1, c=20, l=20, λ= Gemiddelde wachttijd voor optimale combinatie van c en l, voor p tussen en 0.02, λ = Gemiddelde wachttijd voor optimale combinatie van c en l, voor p tussen en 0.02, λ = 0.4 (zonder individueel testen) Gemiddelde wachttijd voor optimale combinatie van c en l, per p-waarde, λ = 0.05 (zonder individueel testen) Optimale c-waarde per p-waarde, λ = Optimale gemiddelde wachttijd voor p tussen en 0.02, λ = 0.4, l= Optimale c-waarde per p-waarde, λ = 0.4, l= Gemiddelde wachttijd voor p tussen 0 en 0.25, c=20, l=20, λ = Gemiddelde wachttijd voor variërende λ-waarden, c=10, l=1, p= Gemiddelde wachttijd voor c tussen 1 en 20, l=1, p=0.05, λ= Gemiddelde wachttijd voor l tussen 1 en 20, c=20, p=0.05, λ= Gemiddelde wachttijd voor p tussen 0 en 0.25, c=20, l=20, λ= Gemiddelde wachttijd voor c tussen 1 en 20, l=1, p=0.05, λ= Gemiddelde wachttijd voor l tussen 1 en 20, c=20, p=0.05, λ=

11 LIJST VAN FIGUREN ix 4.14 Gemiddelde wachttijd voor p tussen 0 en 0.25, c=10, l=10, λ= Utilisatiegraad voor optimale combinatie van c en l, per p-waarde, λ = Optimale c-waarde per p-waarde, λ = Optimale utilisatiegraad per p-waarde, l=5, λ = 0.4 (zonder individueel) Utilisatiegraad voor p tussen 0 en 0.25, c=20, l=20, λ = Utilisatiegraad voor l tussen 1 en 20, λ=1, c=20, p= Utilisatiegraad voor p tussen 0 en 0.25, c=20, l=20, λ =

12 1 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Situering Groeptestprocedures zijn procedures waarbij items niet individueel getest worden, maar in groep. De achterliggende idee is dat op deze manier minder testen moeten uitgevoerd worden om alle items te kunnen classificeren dan wanneer elk item individueel getest wordt. Groeptesten worden voornamelijk toegepast in twee gebieden: enerzijds bij kwaliteitscontrole, anderzijds in de medische sector om bloedstalen te testen. In de kwaliteitscontrole worden groeptesten gebruikt om de kwaliteit van een batch goederen in te schatten. Op deze manier moet niet elk goed individueel getest worden, en kan men toch een idee krijgen over de kwaliteit van de goederen. Meer in het bijzonder kan men op deze manier een schatting krijgen van het aantal defecte goederen en op basis van deze schatting kan men bepalen of men de batch zal aanvaarden of niet. Ook in de medische sector worden groeptestprocedures gebruikt. Zo kan men bijvoorbeeld bij het testen van bloed op de aanwezigheid van een ziekte zoals syfilis of HIV verschillende bloedstalen samen testen. Wanneer dit mengsel van stalen geen sporen van de ziekte vertoont, kan men besluiten dat geen enkel van de individuele bloedstalen besmet is. Op deze manier kunnen een aantal individuele testen bespaard worden. Echter, als de groeptest wel besmetting aantoont, kan men hieruit niet weten welk staal en bijgevolg welk individu besmet is met de ziekte. Om dit nu te kunnen achterhalen, kan men bijvoorbeeld kiezen om elk staal dan toch individueel te gaan testen. Er zijn echter ook andere mogelijkheden. Zo kan men bijvoorbeeld de initiële groep indelen in subgroepen en deze subgroepen testen totdat men uiteindelijk elk staal heeft kunnen classificeren. Het gebruik van groeptestprocedures in de medische sector, meer in het bijzonder bij het testen van bloedstalen, is het onderwerp van deze masterproef. Vooraleer we de onderzoeksvraag en de assumpties van deze masterproef specificeren, wordt eerst een breder beeld geschetst van

13 1.2. OVERZICHT VAN DE LITERATUUR 2 groeptestprocedures door een overzicht te geven van de literatuur die reeds over dit onderwerp bestaat. 1.2 Overzicht van de literatuur Dorfman: het ontstaan van groeptesten Het ontstaan van groeptesten wordt algemeen toegeschreven aan Robert Dorfman (Dorfman, 1943; Du & Hwang, 2000). Toen, in WOII, omwille van het rekruteringsproces voor nieuwe soldaten, miljoenen bloedstalen van Amerikaanse mannen getest moesten worden op syfilis, kwam Dorfman op het idee om groeptesten uit te voeren. Miljoenen bloedstalen moesten onderzocht worden, terwijl er slechts enkele duizenden gevallen van syfilis gedetecteerd werden. Dorfman vond het individueel testen van al deze stalen op syfilis een verspilling van tests en middelen en zo ontstond het idee van groeptesten, waarbij bloedstalen van verschillende individuen gemengd worden. Dorfman stelde voor om het bloed van een aantal mannen, bijvoorbeeld vijf, samen te brengen en er zo één staal van te maken. Dit staal wordt dan vervolgens getest op de ziekte. Indien het staal niet besmet is, kan hieruit geconcludeerd worden dat geen van de vijf mannen besmet is met de ziekte en op deze manier worden vier testen bespaard. Als het gepoolde staal wel besmetting vertoont, moet men de stalen individueel gaan hertesten om zo na te gaan welke van de vijf mannen de ziekte vertonen. Deze testprocedure waarbij eerst de groep getest wordt en waarbij vervolgens, in geval van besmetting, elk staal individueel getest wordt, staat bekend onder de term groep-individueel testen. De essentie van deze groeptestprocedure is de vraag of er hierbij nu minder testen nodig zullen zijn dan in het geval van de individuele testprocedure. Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van de besmettingskans en de gekozen groepsgrootte. Als slechts een klein aantal bloedstalen gemengd wordt, worden de voordelen van de groeptestprocedure niet volledig benut. Meer stalen zouden kunnen geïdentificeerd worden met een groeptest. Daarentegen, als te veel stalen gemengd worden, wordt de kans dat minstens één van de stalen besmet is aanzienlijk en zal de groeptest bijna altijd besmetting aantonen. In dit geval wordt er dan een test meer uitgevoerd dan nodig zou zijn onder de individuele testprocedure en is de groeptest dus bijna steeds een verspilde test. In zijn werk (Dorfman, 1943) definieerde Dorfman de relatieve kost C van deze groeptestprocedure als de verhouding van het aantal benodigde tests bij een groeptestprocedure ten opzichte van het aantal tests nodig bij een individuele procedure. Het volgende verband tussen de kost, de groepgrootte n en de besmettingskans p werd afgeleid: C = n + 1 n (1 p)n (1.1) Dorfman kwam tot de conclusie dat groeptesten enkel voordelen afwerpen ten opzichte van individueel testen als aan twee voorwaarden voldaan is. Ten eerste de al eerder aangehaalde

14 1.2. OVERZICHT VAN DE LITERATUUR 3 voorwaarde dat de besmettingskans p voldoende klein moet zijn, zodat bij het mengen van de verschillende stalen de kans dat het gemengde staal de ziekte vertoont niet te groot is. Op die manier zou elk gepoold staal de ziekte vertonen en zou dan toch individueel getest moeten worden, wat dus zou leiden tot een overbodige groeptest. De tweede voorwaarde stelt dat het gemakkelijker of economischer moet zijn om groepen samen te gaan testen dan om elk staal individueel te testen. Voor elke besmettingskans p berekende Dorfman de optimale groepsgrootte en de besparingen van de groeptestprocedure ten opzichte van het individueel testen van alle stalen. Hierbij kwam hij tot de conclusie dat in groep testen significant voordelig kan zijn ten opzichte van individueel testen en dat deze voordelen toenemen naarmate de besmettingskans p kleiner is. De veronderstellingen die Dorfman bij zijn analyse maakte zijn de volgende (Graff & Roeloffs, 1972): de populatie is oneindig, wat betekent dat Dorfman er van uit gaat dat het nemen van steekproeven uit de populatie geen invloed heeft op de populatie zelf. Verder veronderstelt Dorfman dat de besmettingskans p gekend is en dat de testen nooit foute testresultaten opleveren, met andere woorden dat de testresultaten honderd procent betrouwbaar zijn Sterrett De volgende die zich wijdde aan onderzoek naar groeptestprocedures, was Sterrett (Sterrett, 1957; Du & Hwang, 2000). Sterrett stelde net als Dorfman voor om eerst een groeptest uit te voeren. Als deze test geen besmetting uitwijst, dan kan men opnieuw concluderen dat elk individueel staal niet besmet is. Het verschil tussen Sterretts en Dorfmans methode situeert zich in het geval dat de groeptest wel besmetting aantoont. Dorfman gaat in dit geval over tot het individueel testen van alle stalen. Sterrett stelt voor dat in dit geval de stalen individueel getest moeten worden, maar enkel totdat er een besmet staal gevonden wordt. Hierna worden alle overige stalen, die nog niet individueel getest waren, opnieuw samengenomen tot een groep en wordt deze nieuwe groep getest op de ziekte. De redenering hierachter is dat, voor een kleine besmettingskans p, de kans groot is dat er in de groep nu geen enkel besmet item meer zit. Als de groeptest opnieuw besmetting aantoont, wordt er weer individueel getest tot een besmet item gevonden wordt, waarna weer overgegaan wordt tot een groeptest. Volgens Sterrett kent deze methode een efficiëntie die 6% hoger ligt dan Dorfmans testprocedure en 86% hoger dan de individuele testprocedure bij een besmettingskans p gelijk aan 0,01. Met efficiëntie wordt het lager aantal benodigde testen bedoeld om alle items te kunnen classificeren Groep-subgroep testprocedure Sobel & Groll (Sobel & Groll, 1959; Gupta & Malina, 1999) waren de volgenden om zich te verdiepen in groeptestprocedures. Zij introduceerden een nieuwe aanpak om stalen te classificeren als besmet of onbesmet: ze stelden voor om bij een besmette groep de stalen

15 1.2. OVERZICHT VAN DE LITERATUUR 4 niet individueel te gaan testen, maar om de besmette groep op te splitsen in subgroepen die vervolgens getest worden op besmetting. Deze procedure staat bekend als groep-subgroep testen. Als een subgroep geen besmetting vertoont, kunnen alle stalen die deel uitmaken van deze subgroep als onbesmet geclassificeerd worden. Wanneer een subgroep wel besmet is, wordt de subgroep verder opgesplitst en wordt deze testprocedure iteratief toegepast tot uiteindelijk alle items geclassificeerd kunnen worden. Het nadeel van deze methode is zijn complexiteit. In elke stap moet namelijk opnieuw opgesplitst worden in subgroepen waarbij de optimale subgroepgrootte bepaald moet worden. Bovendien kan het gebeuren dat een groot aantal testen nodig zijn om de volledige populatie te kunnen classificeren. Een alternatieve methode (Sobel & Groll, 1959, 1966; Gupta & Malina, 1999) is de halving method waarbij elke besmette groep ingedeeld wordt in 2 subgroepen met gelijke grootte. Op deze manier is het indelen in subgroepen niet alleen veel minder complex, maar bovendien is de methode ook bijna even efficiënt als Sobel & Grolls eerder voorgestelde, meer ingewikkelde methode. Bovendien zouden beide methodes efficiënter zijn dan de door Dorfman en Sterret voorgestelde testprocedures Combinatoriële groeptesten In 1962 (Li, 1962; Du & Hwang, 2000) werd voor het eerst aandacht besteed aan combinatoriële groeptesten. Tot dan toe was was er enkel aandacht besteed aan probabilistische groeptesten. Bij probabilistische groeptesten is er een zekere gekende besmettingskans p en is het vooral de bedoeling alle besmette stalen te identificeren. Bij combinatoriële groeptesten weet men op voorhand hoeveel stalen besmet zijn en is het de bedoeling om die besmette stalen op een zo efficiënt mogelijke manier te identificeren. In zijn onderzoek concentreerde Li zich op combinatoriële groeptesten bij industriële experimenten waarbij bepaald moet worden welke variabelen belangrijk zijn. Doorgaans bestaan er een beperkt aantal zogenaamde kritieke variabelen wiens invloed op de uitkomst van experimenten veel groter is dan de invloed van de andere variabelen. Aangezien deze kritieke variabelen een grote invloed hebben op de uitkomst van een experiment is het belangrijk om deze variabelen te kunnen identificeren. Li veronderstelde in zijn onderzoek dat er exact d kritieke variabelen aanwezig zijn en het doel van zijn onderzoek was om het verwachte aantal testen, nodig om deze d kritieke variabelen te kunnen identificeren, te minimaliseren. Sindsdien is er zowel onderzoek naar combinatoriële als naar probabilistische groeptesten verricht Foutvrij testen Tot dusver werd verondersteld dat de uitkomst van een test altijd correct is, met andere woorden, dat de testprocedure honderd procent juiste resultaten geeft. Maar in werkelijkheid geven testen niet altijd de juiste resultaten. Groeptestprocedures werden daarom uitgebreid

16 1.2. OVERZICHT VAN DE LITERATUUR 5 om rekening te houden met de foute resultaten die de testen kunnen opleveren. Hierbij kunnen twee soorten fouten optreden. Enerzijds kan de test uitwijzen dat een staal besmet is, terwijl het staal in werkelijkheid niet besmet is. Dit noemt men valse positieven. Anderzijds kan een besmet staal als onbesmet aangeduid worden. Dit staat bekend als valse negatieven. Graff & Roeloffs (1972) houden met deze twee soorten fouten rekening door in hun groeptestprocedure de kost per geclassificeerd staal te minimaliseren. Hierbij wijzen ze kosten toe aan de twee soorten fouten die kunnen optreden, rekening houdend met het verwachte aantal items dat fout geclassificeerd zal worden. Er wordt dus verondersteld dat de kosten verbonden aan valse positieven en valse negatieven gekend zijn. Graff & Roeloffs bouwden hierbij verder op de resultaten van Dorfman en stelden een uitbreiding voor op zijn methode, die dus rekening houdt met fouten bij testen. Hun uitbreiding kent een hoge efficiëntie en is relatief eenvoudig, maar garandeert wel geen optimale resultaten. Ook Gupta & Malina (1999) hebben een variant op de Dorfmanprocedure voorgesteld. Daarenboven wordt ook een variant van Sterretts procedure voorgesteld waarbij rekening gehouden wordt met fouten bij het testen. In Gupta & Malina s model moet een staal meerdere malen besmetting aantonen vooraleer het staal ook effectief als besmet geclassificeerd wordt. Op deze manier worden valse positieven vermeden. Daarentegen, om een staal als onbesmet te kunnen classificeren is slechts 1 test nodig. Dit kan doordat de test zodanig aangepast wordt dat valse negatieven niet meer optreden. Wein & Zenios (1996) wijzen in hun onderzoek op het bestaan van een dilution effect. Dit verdunningseffect dat optreedt als te veel bloedstalen samen gemengd worden, zorgt ervoor dat valse negatieven optreden. Wanneer namelijk te veel stalen gemengd worden, zal een besmet staal zodanig verdund zijn door de aanwezigheid van de andere onbesmette stalen dat de testapparatuur de besmetting niet meer zal detecteren. Analoog aan Graff & Roeloffs methode (Graff & Roeloffs, 1972) kennen Wein & Zenios (Wein & Zenios, 1996; Gupta & Malina, 1999) ook kosten toe aan fout geclassificeerde items en aan het aantal benodigde tests. Hun doelstelling is dan ook om de totale kost te minimaliseren Volledige identificatie versus onvolledige identificatie Het is niet steeds nodig om alle items te identificeren die besmet of defect zijn. In een industriële omgeving kan een eis bijvoorbeeld zijn dat een bepaald minimumpercentage van de goederen aan de kwaliteitseisen moet voldoen (Bar-Lev, Stadje & Van der Duyn Schouten, 2004). Hier is het dan niet van belang om precies te weten welke goederen defect zijn en welke niet, maar wel hoeveel van de goederen defect zijn en bijgevolg of er dus aan de minimumeis voldaan zal kunnen worden. Het bovenstaande voorbeeld is een voorbeeld van groeptestprocedures met onvolledige identificatie (Claeys, Walraevens, Laevens & Bruneel, 2008). Volledige identificatie treedt op wanneer het wel wenselijk is om van elk item te weten of het besmet is of niet. Een voorbeeld

17 1.2. OVERZICHT VAN DE LITERATUUR 6 hierbij is het testen van bloed op HIV. Elk individu wenst namelijk te weten of hij besmet is of niet. Het verschil tussen volledige en onvolledige identificatie situeert zich in het geval dat de groeptest besmetting aantoont. In het geval van volledige identificatie zullen nu alle stalen individueel getest worden, of zal er overgegaan worden tot groep-subgroeptestprocedures totdat van elk item geweten is of het besmet is of niet. Bij onvolledige identificatie zullen in dit geval alle stalen weggegooid worden en wordt de volledige groep afgekeurd. Indien de groeptest geen besmetting aantoont, wordt zowel bij volledige als bij onvolledige identificatie niet meer verder getest aangezien van elk item geweten is dat het niet besmet is Destructieve versus non-destructieve testen Bij het testen van bloedstalen moet ook rekening gehouden worden met het feit dat een bloedstaal maar een beperkt aantal keer getest kan worden (Du & Hwang, 2000). Hier is dus sprake van destructieve tests. Hierbij wordt het staal zodanig aangetast dat het niet nogmaals opnieuw kan gebruikt worden voor een test. Dit in tegenstelling tot non-destructieve tests, waarbij een goed wel steeds opnieuw getest kan worden. Bij het testen van bloed moet dus rekening gehouden worden met een beperking, namelijk het maximum aantal keer dat een staal getest kan worden. Een methode die hier expliciet rekening mee houdt is de sequentiële testmethode, voorgesteld door Li (1962) (Du & Hwang, 2000) Dynamische versus statische groeptesten Abolnikov & Dukhovny (2003) wijzen er in hun werk op dat bijna al het onderzoek dat verricht werd naar groeptesten veronderstelt dat het aantal te testen items vooraf gekend is of oneindig is (Claeys et al., 2008). Deze manier van testen staat bekend als het statische groeptestprobleem. Dynamische groeptesten daarentegen zijn realistischer en maken deze veronderstellingen niet. Zij houden rekening met het dynamische aankomstaspect van stalen. Stalen kunnen in groepen met variërende groottes aankomen op verschillende momenten in de tijd. Aangezien dynamische groeptesten minder veronderstellingen maken, leunen ze dichter aan bij de realiteit, wat ook betekent dat de studie van deze groeptesten complexer is dan de studie van statische groeptesten. Abolnikov & Dukhovny (2003) vermelden ook dat het dynamische karakter van de aankomsten in rekening gebracht kan worden door middel van een wachtlijnmodel. In zo n model komen klanten (items) aan die bediening (tests) vragen. Zolang een klant niet bediend kan worden, wordt deze opgeslagen in de wachtrij. Dynamische aankomsten brengen met zich mee dat in de wachtrij van de testinstallatie een verschillend aantal stalen aanwezig kunnen zijn of ook gewoon geen stalen. Wanneer er getest wordt, kan er dus niet steeds gewerkt worden met de optimale testgroepgrootte door de eenvoudige reden dat er soms niet voldoende stalen aanwezig zijn in de wachtrij. Hierbij stelt zich dus het

18 1.3. ONDERZOEKSVRAAG 7 probleem: moet de testinstallatie overgaan tot testen of moet ze wachten met testen tot er meer stalen aanwezig zijn in de wachtrij? Bij dynamische groeptesten is er nood aan een nieuwe parameter die het minimum aantal benodigde stalen voorstelt om een groeptest te starten. Wanneer de testinstallatie leeg is en er dus kan overgaan worden tot testen, wordt er eerst gekeken hoeveel stalen er aanwezig zijn in de wachtrij. Als dit aantal minder is dan het vooropgestelde minimum, dan wordt er gewacht tot er nog nieuwe stalen aankomen totdat aan dit minimum voldaan is vooraleer er getest zal worden. Zijn er meer stalen aanwezig dan het vereiste minimum, dan wordt meteen overgegaan tot testen. Als er meer stalen aanwezig zijn dan de optimale groepgrootte, dan wordt er getest met de optimale groepgrootte en moet het teveel aan stalen blijven wachten tot de testinstallatie weer vrij is en er voldoende stalen aanwezig zijn om weer over te gaan tot testen (Claeys et al., 2008). 1.3 Onderzoeksvraag In de vorige paragraaf werd een overzicht geschetst van groeptestprocedures in de literatuur. Verschillende auteurs hebben elk hun eigen groeptestprocedure ontwikkeld of voorgaande groeptestprocedures verfijnd door rekening te houden met meer realistische assumpties. Het doel van deze masterproef is om verschillende groeptestprocedures te bespreken en te vergelijken. Er zal worden nagegaan welke testpolicy in welke situatie het best is. Hierbij zullen zowel bestaande als zelf opgestelde groeptestprocedures aan bod komen. Meer in het bijzonder zal dit onderzocht worden binnen een medisch perspectief, namelijk voor bloedmonsters. Wegens het medisch perspectief wordt in deze masterproef met de volgende zaken rekening gehouden: 1. De destructieve aard van de testen: Een bloedstaal kan slechts een beperkt aantal keer getest worden. Een bloedstaal kan namelijk slechts een beperkt aantal keer opgesplitst worden in deelstalen die dan getest kunnen worden en een deelstaal kan slechts 1 keer getest worden. Bovendien is het in de praktijk niet mogelijk om steeds grotere hoeveelheden bloed af te nemen zodat een staal in meer deelstalen zou kunnen opgesplitst worden. Het is dus duidelijk dat er rekening gehouden moet worden met een beperking, namelijk het maximum aantal keren dat een bloedstaal getest kan worden. Daarom worden in deze masterproef methodes die steeds verder opsplitsen in subgroepen totdat uiteindelijk alle stalen geclassificeerd zijn (zoals bijvoorbeeld de halving method van Sobel & Groll (1959, 1966)), niet in beschouwing genomen. Om het aantal keren dat een staal getest wordt beperkt te houden, wordt na enkele groep- en/of subgroeptesten uiteindelijk steeds overgegaan tot individueel testen. In deze masterproef wordt het maximum aantal keer dat een staal getest kan worden vastgelegd op Volledige identificatie: Elke patiënt die bloed laat afnemen om het te laten testen op

19 1.4. OVERZICHT 8 de aanwezigheid van een ziekte zal het resultaat van zijn test willen kennen. Het is dus belangrijk dat elk staal geclassificeerd kan worden als besmet of onbesmet. 3. Probabilistische groeptestprocedure: Bij het testen van een groep stalen zullen we a priori niet weten hoeveel stalen er besmet zullen zijn. We hebben echter wel een idee van hoe groot de besmettingskans ongeveer is. Het doel zal dus zijn om in zo weinig mogelijk testen alle stalen te kunnen classificeren als besmet of onbesmet. 4. Dynamisch karakter: Een labo zal niet op voorhand weten hoeveel stalen op welk tijdstip zullen aankomen. Bovendien zal het niet zo zijn dat er telkens voldoende stalen in de wachtrij aanwezig zijn dat het labo steeds kan testen in groepen van de optimale groepgrootte. Er zal dus rekening moeten gehouden worden met de onzekerheid op het vlak van aankomsten van bloedstalen waarmee het labo geconfronteerd wordt. Een aspect waar in deze masterproef geen rekening mee gehouden wordt, zijn de valse positieven en negatieven. Vanuit een medisch standpunt is het uiteraard belangrijk dat mensen een juist testresultaat terugkrijgen. Echter, in deze masterproef wordt verondersteld dat de testresultaten 100% juist zijn en er dus geen valse positieven of negatieven optreden. 1.4 Overzicht Gezien het dynamische karakter van het testen van bloedstalen, werd er in deze masterproef gekozen om te werken aan de hand van een model van Claeys et al. (2008). Omdat dit model een wachtlijnmodel is, wordt in hoofdstuk 2 eerst meer informatie gegeven over wachtlijnen vooraleer er dieper wordt ingegaan op dit model. Dit model laat bovendien toe om verschillende groeptestprocedures en aankomstprocessen te implementeren. De verschillende groeptestprocedures die in deze masterproef vergeleken zullen worden, worden in dit hoofdstuk verder toegelicht. Daarnaast zal in hoofdstuk 2 meer uitleg gegeven worden over de twee criteria die gebruikt zullen worden om de verschillende groeptestprocedures te evalueren en hoe deze berekend kunnen worden. Deze twee criteria zijn de gemiddelde wachttijd die een staal doorbrengt in het wachtlijnsysteem en de utilisatiegraad van de testinstallatie. In het model van Claeys et al. (2008) komen verschillende parameters aan bod. In hoofdstuk 3 worden deze parameters verder toegelicht en wordt er nagegaan welke invloed deze parameters hebben op de gemiddelde wachttijd en utilisatiegraad. In hoofdstuk 4 wordt per testpolicy nagegaan wat de optimale groepgroottes zijn voor de gemiddelde wachttijd en utilisatiegraad. Daarnaast wordt er besproken onder welke omstandigheden de verschillende testprocedures hun beste resultaten geven. Tenslotte worden in dit hoofdstuk vuistregels opgesteld die aangeven wanneer (dit is voor welke combinatie van para-

20 1.4. OVERZICHT 9 meters) welke testpolicy en groepgrootte het best gebruikt worden om een zo laag mogelijke gemiddelde wachttijd en utilisatiegraad te verkrijgen. Hoofdstuk 5 tenslotte, vat de belangrijkste conclusies van deze masterproef samen.

21 10 Hoofdstuk 2 Werkwijze In het vervolg van deze masterproef wordt er gewerkt aan de hand van een model van Claeys et al. (2008). De opbouw van dit hoofdstuk is als volgt: eerst wordt er meer uitleg gegeven over wachtlijnmodellen, aangezien het model van Claeys et al. (2008) een wachtlijnmodel is. Voor we dan dieper ingaan op dit model, geven we in de tweede paragraaf eerst meer uitleg over genererende functies en hun eigenschappen aangezien het model van Claeys et al. (2008) hier gebruik van maakt. In de derde paragraaf wordt dan uiteindelijk het model zelf besproken. Daarna worden de verschillende testpolicies die in deze masterproef beschouwd zullen worden, besproken. Ten slotte bekijken we de prestatieparameters die gebruikt zullen worden om de verschillende testpolicies te evalueren, en hoe we ze kunnen berekenen. 2.1 Wachtlijnen Wachtlijnsystemen bestaan uit twee onderdelen: een wachtlijn en een bedieningssysteem. De wachtlijn zelf is de plaats waar de klanten aankomen en wachten vooraleer ze bediend kunnen worden. De klanten komen in de wachtlijn aan volgens een bepaalde aankomstverdeling. Het bedieningssysteem of de server is het stuk van het wachtlijnsysteem waar de bediening van de klanten gebeurt. Het is voor deze bediening dat de klanten wachten in de wachtlijn. In deze masterproef is de activiteit van de server het testen van bloedstalen. Het aankomstproces beschrijft de manier waarop klanten aankomen in het systeem. Het aankomstproces wordt gekenmerkt door een bepaalde verdeling, bijvoorbeeld een Poisson verdeling, die op zijn beurt afhankelijk is van de aankomstintensiteit λ, die het aantal aankomsten per tijdseenheid geeft.

22 2.2. GENERERENDE FUNCTIES 11 Evenwichtsvoorwaarde Een belangrijke voorwaarde bij wachtlijnsystemen is de evenwichtsvoorwaarde. Om de evenwichtsvoorwaarde te begrijpen, moeten we eerst het begrip load definiëren. De load ρ kan gedefinieerd worden als: ρ = λe[t c] (2.1) c met λ de aankomstintensiteit, E[T c ] de gemiddelde tijd die nodig is om c stalen te testen en c het aantal stalen dat maximaal samen getest kan worden. De load kan dus beschouwd worden als het aantal aankomsten in het systeem, vermenigvuldigd met de gemiddelde tijd die de server nodig heeft om c stalen te testen, gedeeld door de maximale groepgrootte. Anders uitgedrukt is de load het aantal stalen λ die per tijdseenheid aankomen in het systeem gedeeld door het aantal stalen die de server kan testen per tijdseenheid en het systeem dus verlaten. Opdat het wachtlijnsysteem in evenwicht zou zijn, moet de load steeds kleiner zijn dan 1. Als de load groter zou zijn dan 1, zouden er per tijdseenheid namelijk meer stalen aankomen in het wachtlijnsysteem dan de server kan testen. Dit levert een instabiel systeem op, aangezien er steeds meer stalen in de wachtrij blijven wachten om getest te worden. Dit leidt op termijn tot oneindig lange wachtlijnen en wachttijden. Een eigenschap van wachtlijnsystemen is dat wanneer de load groter wordt en de waarde 1 nadert, de gemiddelde wachttijd die stalen in het systeem doorbrengen exponentieel toeneemt. Wanneer het systeem dus theoretisch gezien nog in evenwicht is, zullen de gemiddelde wachttijden voor ρ dicht bij 1 toch zeer groot worden. 2.2 Genererende functies Voor een gehele discrete toevalsgrootheid X (Bruneel, ) met waarschijnlijkheidsmassafunctie x(n) en z een complexe veranderlijke, kan men de genererende functie van X definieren als X(z) E [ z X] = x(n)z n (2.2) X(z) is de z-getransformeerde van de massafunctie x(n). De genererende functie bepaalt volledig de waarschijnlijkheidsdistributie van de discrete toevalsgrootheid X. Vaak wordt er voor gekozen om met genererende functies in plaats van rechtstreeks met probabiliteiten te werken door een aantal interessante eigenschappen die bestaan voor genererende functies. De eigenschappen van genererende functies die relevant zijn voor deze masterproef komen nu aan bod. n=0

23 2.3. MODEL Begrensdheid X(z) is een analytische functie van z binnen de eenheidscirkel van het complexe z-vlak, dus voor z < 1. Bovendien is X(z) begrensd voor z 1 (Bruneel, ). Deze begrensdheid impliceert dat een genererende functie geen polen kan hebben binnen deze gesloten eenheidscirkel Normeringsvoorwaarde De normeringsvoorwaarde (Bruneel, ) stelt dat X(1) = x(n) = 1 (2.3) n=0 De normeringsvoorwaarde stelt dus dat elke genererende functie voor z = 1 gelijk is aan 1. Deze eigenschap kan gebruikt worden als een vergelijking wanneer een stelsel van vergelijkingen met onbekenden opgelost moet worden. Wanneer bijvoorbeeld vergelijking 2.6 (infra) opgelost wordt naar de onbekenden q 0 (n) en e(n) door gebruik te maken van de hierboven vermelde eigenschap in verband met begrensdheid, komt men 1 vergelijking tekort om dit stelsel te kunnen oplossen. Hier kan dan gebruik gemaakt worden van de normeringsvoorwaarde, waardoor er evenveel vergelijkingen als onbekenden zijn. Op deze manier kan het stelsel opgelost worden en kunnen we voor elke onbekende uit het stelsel zijn waarde terugvinden Momentgenererende eigenschap De momentgenererende eigenschap stelt dat het mogelijk is om door opeenvolgende berekening van de afgeleiden van X(z) voor z = 1 de opeenvolgende momenten van X recursief te berekenen (Bruneel, ). E [X] = dx(z) dz E [ X 2] = d2 X(z) dz 2 (2.4) z=1 + dx(z) z=1 dz (2.5) z=1 De momentgenererende eigenschap wordt vaak gebruikt om de verwachtingswaarde van een genererende functie te berekenen. De verwachtingswaarde is namelijk dezelfde als het eerste moment, wat berekend kan worden aan de hand van vergelijking Model Het model van Claeys et al. (2008) waarmee gewerkt wordt, is een model waar klanten aankomen en in de wachtlijn wachten alvorens ze in groep bediend worden. Het wachtlijnmodel heeft de volgende karakteristieken:

24 2.3. MODEL 13 De tijdsas is onderverdeeld in slots met een gelijke lengte. Enkel op het einde van een slot wordt nagegaan of een nieuwe groep gescreend kan worden. Het dynamisch karakter van de item-aankomsten wordt in rekening gebracht: het aantal aankomsten in een slot is stochastisch. Verder wordt er verondersteld dat het aantal klanten dat gedurende opeenvolgende slots aankomt independent & identically distributed is (IID). Concreet betekent dit dat het aantal klanten dat gedurende een bepaald slot aankomt, onafhankelijk beschouwd wordt van het aantal klanten dat gedurende een voorgaand slot aankomt (=independent). Dit betekent ook dat het aankomstproces van klanten gedurende elk slot hetzelfde is, met andere woorden dezelfde aankomstdistributie volgt (=identical). Het aantal klanten dat aankomt gedurende een willekeurig slot wordt gekenmerkt door de genererende functie A(z). In deze masterproef zal er enkel gewerkt worden aan de hand van een Poisson aankomstproces. De genererende functie A(z) zal hier dus steeds gelijk zijn aan e λ(z 1). De minimale groepgrootte waarbij overgegaan wordt tot testen wordt aangeduid door de parameter l, en de maximale groepgrootte bij het testen bedraagt c. Wanneer meer dan c klanten wachten in de wachtlijn, wordt een groep van c klanten bediend en blijven de anderen wachten in de wachtlijn. l vloeit voort uit de vaststelling dat er niet altijd voldoende stalen aanwezig zijn bij de testinstallatie om te kunnen voldoen aan het testen in de maximale groepgrootte c. Het is een gevolg van het feit dat dit model een dynamisch wachtlijnmodel is. Vanaf het moment dat er l stalen aanwezig zijn, is het beter om te testen en niet meer te wachten tot er meer stalen aankomen zodat in een groep van c getest kan worden. De bedieningstijd van een groep stalen is afhankelijk van de grootte van de groep. De bedieningstijd is de tijd nodig om elk staal van de groep te classificeren en bestaat uit opeenvolgende tests waarbij elke test meerdere slots in beslag kan nemen. In deze masterproef beperken we ons tot testen die 1 slot duren. De service tijd van een groep van j klanten wordt beschreven door de genererende functie T j (z) en omdat we veronderstellen dat een test 1 slot duurt, stelt T j (z) dus ook de genererende functie voor van het aantal testen nodig om alle stalen correct te classificeren. Doordat T j (z) algemeen gehouden wordt, kan men elke mogelijke testprocedure bestuderen. Hierbij moet enkel T j (z) aangepast worden aan de testprocedure die gebruikt wordt.

25 2.4. TESTPOLICIES 14 Het model geeft in vergelijking 2.6 de genererende functie voor de systeeminhoud U(z). U(z) is de inhoud van zowel de wachtlijn als de testinstallatie. met 1 U(z) = z c T c (A(z)) [ l 1 T c (A(z))(z c 1) q 0 (n)z n n=l n=0 ] 1 c 1 + e(n)h n (z) 1 A(z) h n (z) =T n (A(z))z c [1 T c (A(z)) z n ] T c (A(z))z n [1 T n (A(z)) z c ] (2.6) Hierbij is U(z), zoals eerder vermeld, de genererende functie voor de systeeminhoud. c is de maximale testgroepgrootte en l de minimale groepgrootte waarbij overgegaan wordt tot testen. Het is duidelijk dat de systeeminhoud afhankelijk is van T n (z) en A(z). Dit zijn de genererende functies voor de test- en aankomstpolicies. Door hier verschillende genererende functies in te stoppen, kunnen verschillende test - en aankomstpolicies gecombineerd worden. In de volgende paragrafen worden de testpolicies die in de rest van deze masterproef gebruikt zullen worden, besproken. Zoals eerder vermeld, wordt in deze masterproef enkel gewerkt met een Poisson aankomstproces. 2.4 Testpolicies In deze paragraaf worden de verschillende testpolicies die bestudeerd zullen worden, voorgesteld. Voor elke besproken testpolicy wordt de genererende functie weergegeven, die in vergelijking 2.6 geïmplementeerd kan worden onder de term T j (z). In deze masterproef wordt verondersteld dat een test 1 slot duurt Individueel testen Onder deze testprocedure wordt elk staal individueel getest. Dit kan opgevat worden als een testprocedure waarbij de waarden voor de minimumgroepgrootte l en voor de maximumgroepgrootte c tegelijkertijd gelijk zijn aan 1. T j (z) = z j (2.7) Vergelijking 2.7 (Claeys et al., 2008) geeft de genererende functie weer voor de individuele testpolicy. Individueel testen is de traditionele manier van testen en was de facto de standaard tot Dorfman in 1943 met een alternatief naar voren kwam.

26 2.4. TESTPOLICIES Groep-individuele testpolicy Bij groep-individueel testen wordt eerst de volledige groep getest. Indien de groeptest besmetting aanduidt, wordt overgegaan tot het individueel testen van alle stalen. Dit is de policy die door Dorfman (1943) voorgesteld werd als alternatief voor individueel testen. T j (z) = p j z + (1 p j )z j+1 (2.8) De formule hierboven geeft weer dat het aantal benodigde testen enkel afhankelijk is van de kans op besmetting p. p geeft de kans weer dat een item niet besmet is. Als de groep besmet is, is 1 groeptest vereist en moeten daarenboven alle j items individueel getest worden wat leidt tot j+1 tests. Dit treedt op met kans (1 p j ). Als de groep niet besmet is, wat optreedt met een kans p j, is slechts 1 test vereist (Claeys et al., 2008) Groep-subgroep testpolicy Bij de groep-subgroep testpolicy zullen verschillende mogelijkheden onderzocht worden. In een eerste geval wordt de initiële groep bij besmetting opgedeeld in twee subgroepen van gelijke grootte. In een tweede geval wordt de groep bij besmetting opgedeeld in twee subgroepen van verschillende grootte, namelijk een groep die een derde van de stalen bevat en een groep die twee derde van de stalen bevat. Een derde scenario bestudeert de situatie waarin de groep opgedeeld wordt in drie subgroepen van gelijke grootte. 2 subgroepen met gelijke grootte Bij deze testpolicy wordt eerst de volledige groep getest. Indien de groeptest besmetting aanduidt, wordt de groep ingedeeld in 2 subgroepen van gelijke grootte. Vervolgens worden deze subgroepen getest. Indien ook de subgroep besmetting aanduidt, worden alle stalen die deel uitmaken van de subgroep individueel getest (Claeys et al., 2008). Deze testpolicy is nauw verwant met de halving method van Sobel & Groll (1959, 1966) maar is toch verschillend doordat in hun methode telkens opnieuw nieuwe subgroepen gevormd worden die 1 2 van de stalen bevatten totdat alle stalen geïdentificeerd zijn. In de methode die hier gebruikt wordt, daarentegen, wordt na 1 maal opsplitsen in subgroepen overgegaan tot individueel testen. Op deze manier wordt het aantal keer dat een staal getest wordt, beperkt gehouden. Dit kadert binnen de medische invalshoek die in deze masterproef aangehouden wordt, waarbij het aantal keer dat een bloedstaal getest kan worden, beperkt is. Vergelijking 2.9 (Claeys et al., 2008) geeft de genererende functie voor deze testpolicy weer. T 1 (z) = z T 2 (z) = p 2 z + (1 p 2 )z 3 T 3 (z) = p 3 z + p 2 pz 3 + (1 p 2 )z 5

27 2.4. TESTPOLICIES 16 T j (z) =p j z + j/2 pp j j/2 pp j j/2 i=2 j i= j/2 +1 {( ) j i ( ) j i j/2 i=2 j/2 i=2 ( j/2 ( ) j/2 p i p j i z j/2 +3 i ( ) j/2 p i p j i z j/2 +3 i i ) ( j/2 i )} p i p j i p i p j i z j+3, voor j 4 (2.9) 2 subgroepen met verschillende grootte Indien de groeptest besmetting vertoont, zal ook bij deze testpolicy de initiële groep opgedeeld worden in twee subgroepen. De eerste subgroep zal nu echter j 3 stalen bevatten en de tweede subgroep 2j 3. Het is intuïtief duidelijk dat het mogelijke voordeel van deze methode ligt in het feit dat wanneer een besmet item in de kleinste subgroep (die een derde van de stalen bevat) ligt, slechts een derde van de stalen individueel getest moeten worden, ten opzichte van de helft van de stalen in de vorige testpolicy. Echter, als een besmet item in de grootste subgroep ligt (die twee derde van de stalen bevat) moeten meer items individueel getest worden dan in een groep-subgroep testpolicy met twee subgroepen die de helft van de stalen bevatten. We hebben deze testpolicy opgesteld om na te gaan of de voordelen de nadelen wel overtreffen en of dit dus een betere testpolicy is dan Groep-subgroep testen met twee gelijke subgroepen. De genererende functie voor deze testpolicy wordt hieronder weergegeven. In appendix A wordt uitgelegd hoe we deze genererende functie opgesteld hebben. T 1 (z) = z T 2 (z) = p 2 z + (1 p 2 )z 3 T 3 (z) = p 3 z + pp 2 z 3 + (1 p 2 )z 5 T j (z) =p j z [ j ( ] j/3 + )p i p j i z j/3 +3 i i=1 [ j ( ] 2j/3 + )p i p j i z 2j/3 +3 i i=1 [ j [( ) ( ) ( )] ] j j/3 2j/3 + p i p j i z j+3, voor j 4 i i i i=2 (2.10)

28 2.4. TESTPOLICIES 17 3 subgroepen met gelijke grootte Ook bij deze testpolicy wordt eerst de volledige groep getest. In deze situatie wordt de groep opgedeeld in 3 subgroepen met gelijke grootte indien de initiële groeptest besmetting aantoont. Indien de subgroepen besmetting vertonen, worden alle stalen die deel uitmaken van de besmette subgroep individueel getest. Een subgroep bestaat in deze situatie uit een derde van de stalen, en het is duidelijk dat het potentiële voordeel van deze testpolicy ligt in het feit dat hier dus maar een derde van de stalen opnieuw getest moeten worden. In een groep-subgroepprocedure met twee gelijke subgroepen moeten in dit geval de helft van de stalen opnieuw getest worden. Echter, deze situatie kan ook slechtere resultaten opleveren doordat er telkens een test meer moet uitgevoerd worden dan in een groep-subgroeppolicy met twee subgroepen. Er is namelijk een subgroep extra en in geval van besmetting wordt na een groeptest overgegaan tot subgroeptesten. Intuïtief wordt duidelijk dat er dus een tradeoff moet gemaakt worden tussen deze extra subgroeptest en het lagere aantal individuele tests die nodig zullen zijn door de kleinere subgroepgrootte. Het resultaat van deze trade-off zal bepalen of deze testpolicy betere dan wel slechtere resultaten oplevert dan een groepsubgroeppolicy met twee gelijke subgroepen. Ook deze testpolicy hebben we zelf bedacht. Onderstaande functie is de genererende functie van deze testpolicy. Net als alle genererende functies voor testpolicies die nog zullen volgen in dit hoofdstuk, hebben we deze genererende functie op een analoge manier opgesteld als de genererende functie voor groep-subgroep testen met twee subgroepen van ongelijke grootte, die in appendix A opgesteld werd. T 1 (z) = z T 2 (z) = p 2 z + (1 p 2 )z 3 T 3 (z) = p 3 z + (1 p 3 )z 4 T 4 (z) = p 4 z + pp 2 (p + 1)z 4 + (1 p 2 )z 6 T 5 (z) =p 5 z + pp 4 z 4 + (4pp 4 + 6p 2 p 3 + 2p 3 p 2 )z 6 + (1 p 5 pp 4 4pp 4 6p 2 p 3 2p 3 p 2 )z 8

29 2.4. TESTPOLICIES 18 T j (z) =p j z j ( ) j/3 + p i p j i z j/3 +4 i i=1 j ( ) j j/3 j/3 p i p j i z j j/3 j/3 +4 i i=1 j ( ) j/3 p i p j i z j/3 +4 i i=1 j [( ) j j/3 i i=2 i=2 ( j/3 j [( ) j/3 + j/3 i j [( ) j j/3 i i=2 [ j 1 p 6 i i=1 ( j/3 j ( ) j/3 p i p j i i i=1 j [( ) j j/3 i i=2 i ) ( j/3 i ( j j/3 j/3 ) ( j j/3 j/3 i ) p i p j i ( j/3 j [( ) j/3 + j/3 i i=2 j [( ) j j/3 i i= Sterrett testpolicy i ) ( j/3 i i=1 i ( j/3 i ) )] p i p j i z j j/3 +4 )] p i p j i z j/3 + j/3 +4 ( j/3 i )] p i p j i z j j/3 +4 j ( ) j j/3 j/3 p i p j i i ( j j/3 j/3 ) ( j j/3 j/3 i i ( j/3 i ) )] p i p j i )] p i p j i ( )] ] j/3 p i p j i z j+4, voor j 6 i (2.11) Zoals eerder aangehaald stelde Sterrett (1957) een alternatief voor de Dorfmanprocedure (1943) voor: een policy waarbij eerst de groep getest wordt op besmetting. Indien de groeptest besmetting aanduidt, wordt overgegaan tot het individueel testen van stalen totdat het eerste besmette item gevonden wordt. De overige stalen worden dan weer als groep getest. Indien deze groep weer besmetting vertoont wordt opnieuw overgegaan tot individueel testen totdat het eerste besmette item gevonden wordt. Daarna volgt opnieuw een groeptest. Deze procedure wordt herhaald totdat men alle stalen geïdentificeerd heeft.

Vergelijking van verschillende groeptest-modellen en hun toepassingen

Vergelijking van verschillende groeptest-modellen en hun toepassingen UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2009 2010 Vergelijking van verschillende groeptest-modellen en hun toepassingen Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad

Nadere informatie

Optimale regeling van de bedieningscapaciteit van een wachtlijnsysteem

Optimale regeling van de bedieningscapaciteit van een wachtlijnsysteem UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2009 200 Optimale regeling van de bedieningscapaciteit van een wachtlijnsysteem Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad

Nadere informatie

We zullen de volgende modellen bekijken: Het M/M/ model 1/14

We zullen de volgende modellen bekijken: Het M/M/ model 1/14 De analyse en resultaten van de voorgaande twee modellen (het M/M/1/K model en het M/M/1 model) kunnen uitgebreid worden naar modellen met meerdere bediendes. We zullen de volgende modellen bekijken: Het

Nadere informatie

Model: Er is één bediende en de capaciteit van de wachtrij is onbegrensd. 1/19. 1 ) = σ 2 + τ 2 = s 2.

Model: Er is één bediende en de capaciteit van de wachtrij is onbegrensd. 1/19. 1 ) = σ 2 + τ 2 = s 2. Het M/G/1 model In veel toepassingen is de aanname van exponentiële bedieningstijden niet realistisch (denk bijv. aan produktietijden). Daarom zullen we nu naar het model kijken met willekeurig verdeelde

Nadere informatie

Stochastische Modellen in Operations Management (153088)

Stochastische Modellen in Operations Management (153088) Stochastische Modellen in Operations Management (53088) S S Ack X ms X ms S0 40 ms R R R3 L L 0 ms 0 ms D0 Internet D D Richard Boucherie Stochastische Operations Research TW, Ravelijn H 9 http://wwwhome.math.utwente.nl/~boucherierj/onderwijs/53088/53088.html

Nadere informatie

Populaties beschrijven met kansmodellen

Populaties beschrijven met kansmodellen Populaties beschrijven met kansmodellen Prof. dr. Herman Callaert Deze tekst probeert, met voorbeelden, inzicht te geven in de manier waarop je in de statistiek populaties bestudeert. Dat doe je met kansmodellen.

Nadere informatie

Stochastische Modellen in Operations Management (153088)

Stochastische Modellen in Operations Management (153088) S1 S2 X ms X ms Stochastische Modellen in Operations Management (153088) R1 S0 240 ms Ack Internet R2 L1 R3 L2 10 ms 1 10 ms D1 Richard Boucherie Stochastische Operations Research TW, Ravelijn H 219 http://wwwhome.math.utwente.nl/~boucherierj/onderwijs/153088/153088.html

Nadere informatie

We zullen in deze les kijken hoe we netwerken kunnen analyseren, om bijvoorbeeld de volgende vragen te kunnen beantwoorden:

We zullen in deze les kijken hoe we netwerken kunnen analyseren, om bijvoorbeeld de volgende vragen te kunnen beantwoorden: Wiskunde voor kunstmatige intelligentie, 24 Les 5 Proces analyse Veel processen laten zich door netwerken beschrijven, waarin een aantal knopen acties aangeeft en opdrachten langs verbindingen tussen de

Nadere informatie

EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring I.M. Zwetsloot

EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring I.M. Zwetsloot EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring I.M. Zwetsloot EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring Inez M. Zwetsloot Samenvatting EWMA Regelkaarten in Statistische Procesmonitoring

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

DIMENSIONERING VAN DE LIFTCAPACITEIT IN HOGE GEBOUWEN

DIMENSIONERING VAN DE LIFTCAPACITEIT IN HOGE GEBOUWEN UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2011 2012 DIMENSIONERING VAN DE LIFTCAPACITEIT IN HOGE GEBOUWEN Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science

Nadere informatie

VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE SCHATTINGEN VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE

VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE SCHATTINGEN VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE Rapport aan isterie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Waterwegen en Zeewezen AFDELING WATERWEGEN KUST VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE

Nadere informatie

+ ( 1 4 )2 σ 2 X σ2. 36 σ2 terwijl V ar[x] = 11. Aangezien V ar[x] het kleinst is, is dit rekenkundig gemiddelde de meest efficiënte schatter.

+ ( 1 4 )2 σ 2 X σ2. 36 σ2 terwijl V ar[x] = 11. Aangezien V ar[x] het kleinst is, is dit rekenkundig gemiddelde de meest efficiënte schatter. STATISTIEK OPLOSSINGEN OEFENZITTINGEN 5 en 6 c D. Keppens 2004 5 1 (a) Zij µ de verwachtingswaarde van X. We moeten aantonen dat E[M i ] = µ voor i = 1, 2, 3 om te kunnen spreken van zuivere schatters.

Nadere informatie

S n = tijdstip van de n-de gebeurtenis, T n = S n S n 1 = tijd tussen n-de en (n 1)-de gebeurtenis.

S n = tijdstip van de n-de gebeurtenis, T n = S n S n 1 = tijd tussen n-de en (n 1)-de gebeurtenis. VERNIEUWINGSPROCESSEN In hoofdstuk 3 hebben we gezien wat een Poisson proces is. Definitie van een Poisson proces: Een Poisson proces met intensiteit λ (notatie P P (λ)) is een stochastisch proces {N(t),

Nadere informatie

Stochastische Modellen in Operations Management (153088)

Stochastische Modellen in Operations Management (153088) Stochastische Modellen in Operations Management (53088) S S Ack X ms X ms S0 40 ms R R R3 L L 0 ms 0 ms D0 Internet D D Richard Boucherie Stochastische Operations Research TW, Ravelijn H 9 http://wwwhome.math.utwente.nl/~boucherierj/onderwijs/53088/53088.html

Nadere informatie

Kantoorruimte is simpelweg te duur om verloren te laten gaan aan ongebruikte toiletten technische studie Kurt Van Hautegem Wouter Rogiest

Kantoorruimte is simpelweg te duur om verloren te laten gaan aan ongebruikte toiletten technische studie Kurt Van Hautegem Wouter Rogiest Kantoorruimte is simpelweg te duur om verloren te laten gaan aan ongebruikte toiletten technische studie Kurt Van Hautegem Wouter Rogiest In dit document geven we een korte toelichting bij de aannames

Nadere informatie

WACHTRIJMODELLEN. aankomstproces van klanten; wachtruimte (met eindige of oneindige capaciteit); bedieningsstation (met één of meerdere bediendes).

WACHTRIJMODELLEN. aankomstproces van klanten; wachtruimte (met eindige of oneindige capaciteit); bedieningsstation (met één of meerdere bediendes). Verschillende soorten toepassingen WACHTRIJMODELLEN alledaagse toepassingen; toepassingen uit produktieomgeving; toepassingen in de communicatiesfeer. Typische onderdelen van een wachtrijmodel aankomstproces

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

en-splitsingen: een aantal alternatieven worden parallel toegepast, of-splitsingen: van een aantal alternatieven wordt er één toegepast,

en-splitsingen: een aantal alternatieven worden parallel toegepast, of-splitsingen: van een aantal alternatieven wordt er één toegepast, Kansrekening voor Informatiekunde, 25 Les 8 Proces analyse Veel processen laten zich door netwerken beschrijven, waarin knopen acties aangeven en opdrachten langs verbindingen tussen de knopen verwerkt

Nadere informatie

Analyse van discrete-tijd-wachtlijnsystemen met meerdimensionale toestandsruimte

Analyse van discrete-tijd-wachtlijnsystemen met meerdimensionale toestandsruimte Openbare verdediging van het proefschrift Analyse van discrete-tijd-wachtlijnsystemen met meerdimensionale toestandsruimte Stijn De Vuyst Promotoren: Prof. Dr. ir. Herwig Bruneel Prof. Dr. ir. Sabine Wittevrongel

Nadere informatie

Vragen die je wilt beantwoorden zijn:

Vragen die je wilt beantwoorden zijn: Net als bij een discrete-tijd Markov keten is men bij de bestudering van een continue-tijd Markov keten zowel geïnteresseerd in het korte-termijn gedrag als in het lange-termijn gedrag. Vragen die je wilt

Nadere informatie

Griepepidemie. Modelleren B. Javiér Sijen. Janine Sinke

Griepepidemie. Modelleren B. Javiér Sijen. Janine Sinke Javiér Sijen Janine Sinke Griepepidemie Modelleren B Om de uitbraak van een epidemie te voorspellen, wordt de verspreiding van een griepvirus gemodelleerd. Hierbij wordt zowel een detailbenadering als

Nadere informatie

b. de aantallen aankomsten in disjuncte tijdsintervallen zijn onafhankelijk van elkaar

b. de aantallen aankomsten in disjuncte tijdsintervallen zijn onafhankelijk van elkaar APPENDIX: HET POISSON PROCES Een stochastisch proces dat onlosmakelijk verbonden is met de Poisson verdeling is het Poisson proces. Dit is een telproces dat het aantal optredens van een bepaalde gebeurtenis

Nadere informatie

HET COBB-DOUGLAS MODEL ALS MODEL VOOR DE NUTSFUNCTIE IN DE ARBEIDSTHEORIE. 1. Inleiding

HET COBB-DOUGLAS MODEL ALS MODEL VOOR DE NUTSFUNCTIE IN DE ARBEIDSTHEORIE. 1. Inleiding HET COBB-DOUGLAS MODEL ALS MODEL VOOR DE NUTSFUNCTIE IN DE ARBEIDSTHEORIE IGNACE VAN DE WOESTYNE. Inleiding In zowel de theorie van het consumentengedrag als in de arbeidstheorie, beiden gesitueerd in

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE STUDIE VAN FILES VEROORZAAKT DOOR TRAGE VOERTUIGEN

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE STUDIE VAN FILES VEROORZAAKT DOOR TRAGE VOERTUIGEN UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Academiejaar 2010 2011 STUDIE VAN FILES VEROORZAAKT DOOR TRAGE VOERTUIGEN Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science

Nadere informatie

NETWERKEN VAN WACHTRIJEN

NETWERKEN VAN WACHTRIJEN NETWERKEN VAN WACHTRIJEN Tot nog toe keken we naar wachtrijmodellen bestaande uit 1 station. Klanten komen aan bij het station,... staan (al dan niet) een tijdje in de wachtrij,... worden bediend door

Nadere informatie

WACHTRIJMODELLEN. aankomstproces van klanten; wachtruimte (met eindige of oneindige capaciteit); bedieningsstation (met één of meerdere bediendes).

WACHTRIJMODELLEN. aankomstproces van klanten; wachtruimte (met eindige of oneindige capaciteit); bedieningsstation (met één of meerdere bediendes). Verschillende soorten toepassingen WACHTRIJMODELLEN alledaagse toepassingen; toepassingen uit produktieomgeving; toepassingen in de communicatiesfeer. Typische onderdelen van een wachtrijmodel aankomstproces

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE 1 DOEL VAN REGRESSIE ANALYSE De relatie te bestuderen tussen een response variabele en een verzameling verklarende variabelen 1. LINEAIRE REGRESSIE Veronderstel dat gegevens

Nadere informatie

Antwoorden. 32-jarige vrouwen op 1 januari Zo gaan we jaar per jaar verder en vinden

Antwoorden. 32-jarige vrouwen op 1 januari Zo gaan we jaar per jaar verder en vinden Antwoorden 1. De tabel met bevolkingsaantallen is niet moeilijk te begrijpen. We zullen gebruik maken van de bevolkingsaantallen volgens geslacht en leeftijdsklassen van 1 jaar (de cijfers die in het midden

Nadere informatie

Hoofdstuk 20 Wachtrijentheorie

Hoofdstuk 20 Wachtrijentheorie Hoofdstuk 20 Wachtrijentheorie Beschrijving Iedereen van ons heeft al tijd gespendeerd in een wachtrij: b.v. aanschuiven in de Alma restaurants. In dit hoofdstuk onwikkelen we mathematische modellen voor

Nadere informatie

De dynamica van een hertenpopulatie. Verslag 1 Modellen en Simulatie

De dynamica van een hertenpopulatie. Verslag 1 Modellen en Simulatie De dynamica van een hertenpopulatie Verslag Modellen en Simulatie 8 februari 04 Inleiding Om de groei van een populatie te beschrijven, kunnen vele verschillende modellen worden gebruikt, en welke meer

Nadere informatie

Gegevensverwerving en verwerking

Gegevensverwerving en verwerking Gegevensverwerving en verwerking Staalname - aantal stalen/replicaten - grootte staal - apparatuur Experimentele setup Bibliotheek Statistiek - beschrijvend - variantie-analyse - correlatie - regressie

Nadere informatie

We illustreren deze werkwijze opnieuw a.h.v. de steekproef van de geboortegewichten

We illustreren deze werkwijze opnieuw a.h.v. de steekproef van de geboortegewichten Hoofdstuk 8 Betrouwbaarheidsintervallen In het vorige hoofdstuk lieten we zien hoe het mogelijk is om over een ongekende karakteristiek van een populatie hypothesen te formuleren. Een andere manier van

Nadere informatie

Modelleren C Appels. Christian Vleugels Sander Verkerk Richard Both. 2 april 2010. 1 Inleiding 2. 3 Data 3. 4 Aanpak 3

Modelleren C Appels. Christian Vleugels Sander Verkerk Richard Both. 2 april 2010. 1 Inleiding 2. 3 Data 3. 4 Aanpak 3 Modelleren C Appels Christian Vleugels Sander Verkerk Richard Both 2 april 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Probleembeschrijving 2 3 Data 3 4 Aanpak 3 5 Data-analyse 4 5.1 Data-analyse: per product.............................

Nadere informatie

Uitgebreid voorstel Masterproef Informatica. Titel van het project: Rolnummerherkenning van op een kraan

Uitgebreid voorstel Masterproef Informatica. Titel van het project: Rolnummerherkenning van op een kraan HoGent Uitgebreid voorstel Masterproef Informatica Titel van het project: Rolnummerherkenning van op een kraan Datum: 17/11/12 Naam student: Cédric Verstraeten Interne promotor: Tim De Pauw In samenwerking

Nadere informatie

Inleiding Modelmatige beschrijving Kansverdelingen Het overgangsdiagram De stellingen van Little M/M/1 M/M/1/N Afsluiti.

Inleiding Modelmatige beschrijving Kansverdelingen Het overgangsdiagram De stellingen van Little M/M/1 M/M/1/N Afsluiti. 11 juni 2013 Maartje van de Vrugt, CHOIR Wat is het belang van wachtrijtheorie? Inleiding Modelmatige beschrijving Kansverdelingen Het overgangsdiagram De stellingen van Little M/M/1 Evenwichtskansen Wachtrij

Nadere informatie

Feedback proefexamen Statistiek I 2009 2010

Feedback proefexamen Statistiek I 2009 2010 Feedback proefexamen Statistiek I 2009 2010 Het correcte antwoord wordt aangeduid door een sterretje. 1 Een steekproef van 400 personen bestaat uit 270 mannen en 130 vrouwen. Een derde van de mannen is

Nadere informatie

Reserveringssystemen

Reserveringssystemen I. Verstraten Reserveringssystemen Bachelorscriptie, 26 juli 203 Scriptiebegeleider: Dr. F.M. Spieksma Mathematisch Instituut, Universiteit Leiden Inhoudsopgave Inleiding 3 2 Twee systemen 4 2. Zonder

Nadere informatie

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

III.2 De ordening op R en ongelijkheden III.2 De ordening op R en ongelijkheden In de vorige paragraaf hebben we axioma s gegeven voor de optelling en vermenigvuldiging in R, maar om R vast te leggen moeten we ook ongelijkheden in R beschouwen.

Nadere informatie

S n = tijdstip van de n-de gebeurtenis, T n = S n S n 1 = tijd tussen n-de en (n 1)-de gebeurtenis.

S n = tijdstip van de n-de gebeurtenis, T n = S n S n 1 = tijd tussen n-de en (n 1)-de gebeurtenis. HET POISSON PROCES In veel praktische toepassingen kan het aaankomstproces van personen, orders,..., gemodelleerd worden door een zogenaamd Poisson proces. Definitie van een Poisson proces: Een Poisson

Nadere informatie

De statespace van Small World Networks

De statespace van Small World Networks De statespace van Small World Networks Emiel Suilen, Daan van den Berg, Frank van Harmelen epsuilen@few.vu.nl, daanvandenberg1976@gmail.com, Frank.van.Harmelen@cs.vu.nl VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM 2 juli

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Stochastische Modellen in Operations Management (153088)

Stochastische Modellen in Operations Management (153088) S1 S2 X ms X ms Stochastische Modellen in Operations Management (153088) R1 S0 240 ms Ack Internet R2 L1 R3 L2 10 ms 1 10 ms D1 Richard Boucherie Stochastische Operations Research TW, Ravelijn H 219 http://wwwhome.math.utwente.nl/~boucherierj/onderwijs/153088/153088.html

Nadere informatie

S n = tijdstip van de n-de gebeurtenis, T n = S n S n 1 = tijd tussen n-de en (n 1)-de gebeurtenis.

S n = tijdstip van de n-de gebeurtenis, T n = S n S n 1 = tijd tussen n-de en (n 1)-de gebeurtenis. VERNIEUWINGSPROCESSEN In hoofdstuk 6 hebben we gezien wat een Poisson proces is. Definitie van een Poisson proces: Een Poisson proces met intensiteit λ (notatie P P (λ)) is een stochastisch proces {N(t),

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

VEILIGHEIDSVOORRADEN BEREKENEN

VEILIGHEIDSVOORRADEN BEREKENEN VEILIGHEIDSVOORRADEN BEREKENEN 4 Soorten berekeningen 12 AUGUSTUS 2013 IR. PAUL DURLINGER Durlinger Consultancy Management Summary In dit paper worden vier methoden behandeld om veiligheidsvoorraden te

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Logistiek management in de gezondheidszorg

Logistiek management in de gezondheidszorg Katholieke Universiteit Leuven Faculteit Geneeskunde Departement Maatschappelijke Gezondheidszorg Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap Master in management en beleid van de gezondheidszorg

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur wiskunde A1 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 13 In dit deel staan de vragen waarbij de computer niet

Nadere informatie

De Wachttijd-paradox

De Wachttijd-paradox De Wachttijd-paradox Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Universiteit van Amsterdam Mastercourse 15 november 25 Peter Spreij spreij@science.uva.nl 1 Het probleem In deze mastercourse behandelen

Nadere informatie

LIMIETGEDRAG VAN CONTINUE-TIJD MARKOV KETENS

LIMIETGEDRAG VAN CONTINUE-TIJD MARKOV KETENS LIMIETGEDRAG VAN CONTINUE-TIJD MARKOV KETENS Hoofdstelling over limietgedrag van continue-tijd Markov ketens. Stelling: Een irreducibele, continue-tijd Markov keten met toestandsruimte S = {1, 2,..., N}

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur

Examen VWO. wiskunde A1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur Examen VWO 2008 tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur wiskunde A1,2 Dit examen bestaat uit 21 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten

Nadere informatie

Figuur 1. Schematisch overzicht van de structuur van het twee-stadia recourse model.

Figuur 1. Schematisch overzicht van de structuur van het twee-stadia recourse model. Samenvatting In dit proefschrift worden planningsproblemen op het gebied van routering en roostering bestudeerd met behulp van wiskundige modellen en (numerieke) optimalisatie. Kenmerkend voor de bestudeerde

Nadere informatie

Chapter 4: Continuous-time Markov Chains (Part I)

Chapter 4: Continuous-time Markov Chains (Part I) Stochastic Operations Research I (2014/2015) Selection of exercises from book and previous exams. Chapter 4: Continuous-time Markov Chains (Part I) 1.1 Book pp 179 185 These are useful exercises to learn

Nadere informatie

P (X n+1 = j X n = i, X n 1,..., X 0 ) = P (X n+1 = j X n = i).

P (X n+1 = j X n = i, X n 1,..., X 0 ) = P (X n+1 = j X n = i). MARKOV PROCESSEN Continue-tijd Markov ketens (CTMCs) In de voorafgaande colleges hebben we uitgebreid gekeken naar discrete-tijd Markov ketens (DTMCs). Definitie van discrete-tijd Markov keten: Een stochastisch

Nadere informatie

STUDIE VAN WACHTLIJNMODELLEN VOOR KLANTEN MET DEADLINES

STUDIE VAN WACHTLIJNMODELLEN VOOR KLANTEN MET DEADLINES UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2009 2010 STUDIE VAN WACHTLIJNMODELLEN VOOR KLANTEN MET DEADLINES Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in

Nadere informatie

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &

Nadere informatie

Toetsen van hypothesen

Toetsen van hypothesen Toetsen van hypothesen 1 Het probleem 25 maart 2003 De busmaatschappij De Lijn heeft gemiddeld per dag 20000 reizigers in de stad Antwerpen. Tegenwoordig zijn er heel wat reizigers die proberen met de

Nadere informatie

Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico

Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico Wynand van de Ven en Erik Schut Wederreactie op Douven en Mannaerts In ons artikel in TPEdigitaal (Van de Ven en Schut 2010) hebben wij uiteengezet

Nadere informatie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie Combinatoriek groep 1 & : Recursie Trainingsweek juni 008 Inleiding Bij een recursieve definitie van een rij wordt elke volgende term berekend uit de vorige. Een voorbeeld van zo n recursieve definitie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Deze dissertatie gaat over antecedenten en consequenties van publiek vertrouwen in organisaties die betrokken zijn bij de ontwikkeling van en de besluitvorming

Nadere informatie

x(t + T ) = x(t) Voorbeeld 1. Beschouw het niet-lineaire autonome stelsel . (1) y x + y y(x 2 + y 2 )

x(t + T ) = x(t) Voorbeeld 1. Beschouw het niet-lineaire autonome stelsel . (1) y x + y y(x 2 + y 2 ) 97 Periodieke oplossingen en limit ccles We beschouwen weer autonome stelsels van de vorm x (t) = f(x(t)), waarbij het rechterlid dus niet expliciet van t afhangt We gaan onderzoeken wanneer er periodieke

Nadere informatie

Tentamen Inleiding Kansrekening wi juni 2010, uur

Tentamen Inleiding Kansrekening wi juni 2010, uur Technische Universiteit Delft Mekelweg Faculteit Electrotechniek, Wiskunde en Informatica 8 CD Delft Tentamen Inleiding Kansrekening wi juni, 9.. uur Bij dit examen is het gebruik van een (evt. grafische

Nadere informatie

VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS. Kansmodellen. 3. Populatie en steekproef. Werktekst voor de leerling. Prof. dr. Herman Callaert

VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS. Kansmodellen. 3. Populatie en steekproef. Werktekst voor de leerling. Prof. dr. Herman Callaert VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS Kansmodellen. Werktekst voor de leerling Prof. dr. Herman Callaert Hans Bekaert Cecile Goethals Lies Provoost Marc Vancaudenberg . Populatie: een intuïtieve definitie.... Een

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 : BESLISSINGSDIAGRAM

Hoofdstuk 4 : BESLISSINGSDIAGRAM Hoofdstuk 4 : BESLISSINGSDIAGRAM 4.1. Inleiding. Om te komen tot het resultaat dat we in het kader van dit eindwerk hebben bereikt, moesten we een studie maken van de bestaande methodes en op basis hiervan

Nadere informatie

1. De wereld van de kansmodellen.

1. De wereld van de kansmodellen. STATISTIEK 3 DE GRAAD.. De wereld van de kansmodellen... Kansmodellen X kansmodel Discreet model Continu model Kansverdeling Vaas Staafdiagram Dichtheidsfunctie f(x) GraJiek van f Definitie: Een kansmodel

Nadere informatie

Wachten of niet wachten: Dat is de vraag

Wachten of niet wachten: Dat is de vraag Wachten of niet wachten: Dat is de vraag Sindo Núñez-Queija Centrum voor Wiskunde en Informatica Technische Universiteit Eindhoven Wachten of niet wachten: Dat is de vraag Wanneer heeft u voor het laatst

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39637 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Smit, Laurens Title: Steady-state analysis of large scale systems : the successive

Nadere informatie

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden HANDOUT SCENARIO-ONTWIKKELING Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden SCENARIO-ONTWIKKELING I n h o u d Scenario-ontwikkeling 1 1 Wat zijn scenario s? 1 2 Waarom

Nadere informatie

Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie

Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie Tentamen: Convexe Analyse en Optimalisering Opleiding: Bacheloropleiding Econometrie Vakcode: 64200 Datum:

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Faculteit Wiskunde en Informatica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Faculteit Wiskunde en Informatica TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Kansrekening (2WS2, Vrijdag 23 januari 25, om 9:-2:. Dit is een tentamen met gesloten boek. De uitwerkingen van de opgaven dienen

Nadere informatie

V.4 Eigenschappen van continue functies

V.4 Eigenschappen van continue functies V.4 Eigenschappen van continue functies We bestuderen een paar belangrijke stellingen over continue functies. Maxima en minima De stelling over continue functies die we in deze paragraaf bewijzen zegt

Nadere informatie

Korte uitleg van twee veelvoorkomende statistische toetsen Veel wetenschappelijke hypothesen kunnen statistisch worden getoetst. Aan de hand van een

Korte uitleg van twee veelvoorkomende statistische toetsen Veel wetenschappelijke hypothesen kunnen statistisch worden getoetst. Aan de hand van een Korte uitleg van twee veelvoorkomende statistische toetsen Veel wetenschappelijke hypothesen kunnen statistisch worden getoetst. Aan de hand van een statistische toets beslis je of een hypothese waar is.

Nadere informatie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 1: Kansrekening

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 1: Kansrekening Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 1: Kansrekening Inleveren: 12 januari 2011, VOOR het college Afspraken Serie 1 mag gemaakt en ingeleverd worden in tweetallen. Schrijf duidelijk je naam, e-mail

Nadere informatie

WKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven

WKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven WKK-barometer 2016 december Zwartzustersstraat 16, bus 0102-3000 Leuven 016 58 59 97 info@ @cogenvlaanderen.be www.cogenvlaanderen.be Dit is de tweede WKK-barometer die COGEN Vlaanderen publiceert. De

Nadere informatie

Kansrekening en Statistiek

Kansrekening en Statistiek Kansrekening en Statistiek College 12 Donderdag 21 Oktober 1 / 38 2 Statistiek Indeling: Stochast en populatie Experimenten herhalen Wet van de Grote Getallen Centrale Limietstelling 2 / 38 Deductieve

Nadere informatie

Calculus I, 23/11/2015

Calculus I, 23/11/2015 Calculus I, /11/015 1. Beschouw de functie met a, b R 0. f = a + b + lne a Benoem het domein van de functie f. b Bepaal a en b zodat de rechte y = 1 een schuine asymptoot is voor f. c Voor a = en b = 1,

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming

Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming Elke beslissing heeft consequenties voor de toekomst en deze consequenties kunnen voordelig of nadelig zijn. Als de extra kosten de voordelen overschrijden,

Nadere informatie

p j r j = LIMIETGEDRAG VAN CONTINUE-TIJD MARKOV KETENS Hoofdstelling over het limietgedrag van continue-tijd Markov ketens formuleren.

p j r j = LIMIETGEDRAG VAN CONTINUE-TIJD MARKOV KETENS Hoofdstelling over het limietgedrag van continue-tijd Markov ketens formuleren. LIMIETGEDRAG VAN CONTINUE-TIJD MARKOV KETENS Hoofdstelling over het limietgedrag van continue-tijd Markov ketens formuleren. Stelling: Een irreducibele, continue-tijd Markov keten met toestandsruimte S

Nadere informatie

(iii) Enkel deze bundel afgeven; geen bladen toevoegen, deze worden toch niet gelezen!

(iii) Enkel deze bundel afgeven; geen bladen toevoegen, deze worden toch niet gelezen! Examen Wiskundige Basistechniek, reeks A 12 oktober 2013, 13:30 uur Naam en Voornaam: Lees eerst dit: (i) Naam en voornaam hierboven invullen. (ii) Nietje niet losmaken. (iii) Enkel deze bundel afgeven;

Nadere informatie

Verkeerslichten. Ton Godtschalk 13 juni Lengte van de wachtrij Inleiding Variabelen Aannames... 3

Verkeerslichten. Ton Godtschalk 13 juni Lengte van de wachtrij Inleiding Variabelen Aannames... 3 Verkeerslichten Ton Godtschalk 13 juni 2008 Inhoudsopgave 1 Lengte van de wachtrij 2 1.1 Inleiding..................................... 2 1.2 Variabelen.................................... 3 1.3 Aannames....................................

Nadere informatie

Steeds betere benadering voor het getal π

Steeds betere benadering voor het getal π Wiskunde & Onderwijs 38ste jaargang (2012 Steeds betere benadering voor het getal π Koen De Naeghel Samenvatting. We bespreken een oplossing voor de (veralgemeende opgave Noot 4 uit Wiskunde & Onderwijs

Nadere informatie

juli 2013 Extra hypotheek voor energieneutrale woningen

juli 2013 Extra hypotheek voor energieneutrale woningen juli 2013 Extra hypotheek voor energieneutrale woningen Auteurs Marcel Warnaar Jasja Bos Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 2 METHODE... 4 2.1 Inleiding... 4 2.2 Energielasten in de standaard berekening...

Nadere informatie

HOOFDSTUK I - INLEIDENDE BEGRIPPEN

HOOFDSTUK I - INLEIDENDE BEGRIPPEN HOOFDSTUK I - INLEIDENDE BEGRIPPEN 1.1 Waarschijnlijkheidsrekening 1 Beschouw een toevallig experiment (de resultaten zijn aan het toeval te danken) Noem V de verzameling van alle mogelijke uitkomsten

Nadere informatie

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd 2007-2008 Modeloplossing Opmerking vooraf: Deze modeloplossing is een heel volledig antwoord op de gestelde vragen. Om de maximumscore op een vraag

Nadere informatie

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst door F. 1080 woorden 15 april 2016 9,1 2 keer beoordeeld Vak Anders Dit is onderzoek! 2.4 Steekproef Onderzoek met een kleine groep met de bedoeling

Nadere informatie

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007)

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Vooraf: Zoals het stilletjes aan een traditie is geworden, geef ik hier bedenkingen bij het examen van deze septemberzittijd. Ik zorg ervoor dat deze tekst op

Nadere informatie

Hoofdstuk 12: Eenweg ANOVA

Hoofdstuk 12: Eenweg ANOVA Hoofdstuk 12: Eenweg ANOVA 12.1 Eenweg analyse van variantie Eenweg en tweeweg ANOVA Wanneer we verschillende populaties of behandelingen met elkaar vergelijken, dan zal er binnen de data altijd sprake

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

(vi) Als u een stelling, eigenschap,... gebruikt, formuleer die dan, toon aan dat de voorwaarden vervuld zijn, maar bewijs die niet.

(vi) Als u een stelling, eigenschap,... gebruikt, formuleer die dan, toon aan dat de voorwaarden vervuld zijn, maar bewijs die niet. Examen Functieruimten - Deel theorie 15 januari 2016, 08:30 uur Naam en Voornaam: Lees eerst dit: (i) Naam en voornaam hierboven invullen. (ii) Nietje niet losmaken. (iii) Enkel deze bundel afgeven; geen

Nadere informatie

Inleiding tot Medische Beslissingsondersteuning

Inleiding tot Medische Beslissingsondersteuning Onzekerheid Inleiding tot Medische Beslissingsondersteuning (deel 4) Bij de behandeling van een patiënt heeft een arts te maken met onzekerheden: de gegevens van de anamnese en het lichamelijk onderzoek

Nadere informatie

SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEF Maakt het type onderwijssysteem een verschil?

SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEF Maakt het type onderwijssysteem een verschil? SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEF Maakt het type onderwijssysteem een verschil? Gil Keppens & Bram Spruyt SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEF

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Sinds de jaren 70 zijn wetenschappers bezorgd om de vervuiling van onze oceanen door allerhande plastiek afval. De laatste 10 jaar loopt het echt uit

Sinds de jaren 70 zijn wetenschappers bezorgd om de vervuiling van onze oceanen door allerhande plastiek afval. De laatste 10 jaar loopt het echt uit Sinds de jaren 70 zijn wetenschappers bezorgd om de vervuiling van onze oceanen door allerhande plastiek afval. De laatste 10 jaar loopt het echt uit de hand en wetenschappers schatten dat er jaarlijks

Nadere informatie

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s.

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s. Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal is een natuurlijk getal groter dan 1 dat slechts deelbaar is door 1 en door zichzelf. Om technische redenen wordt

Nadere informatie

V Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R. IV.0 Inleiding

V Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R. IV.0 Inleiding V Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R IV.0 Inleiding V. Homogene kwadratische vormen Een vorm als H (, ) = 5 4 + 8 heet een homogene kwadratische vorm naar de twee variabelen en. Een vorm als K (,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie