Frequentie-uitgifte voor gebruik commerciële radio-omroep

Transcriptie

1 EZ Frequentie-uitgifte voor gebruik commerciële radio-omroep De Staatssecretaris van Economische Zaken, handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, besluit op grond van de artikelen 3.3, vijfde lid, en 3.3a, eerste lid, van de Telecommunicatiewet en de artikelen 3, eerste en derde lid, en 5 van het Frequentiebesluit het volgende: 1. Inleiding Vanaf 1997 is in opdracht van de regering een onderzoek verricht naar de technische mogelijkheden voor nieuwe frequentieplanning ten behoeve van commerciële radio-omroep, het zogenoemde zero base-onderzoek. Bij het onderzoek is ook naast de frequentieruimte voor commerciële omroep de frequentieruimte die bestemd is voor de publieke omroep betrokken. Het onderzoek, dat in verschillende fasen en door diverse instanties is verricht, had betrekking op de FM-band en de middengolfband. Het onderzoek is uitgemond in een kabinetsstandpunt van 19 mei 2000 inzake Frequentiebeleid (Kamerstukken II 1999/2000, , nr. 43). Het kabinetsstandpunt komt er verkort weergegeven op neer dat de frequentieruimte voor gebruik ten behoeve van publieke omroep alsmede de frequentieruimte voor het gebruik ten behoeve van commerciële radio-omroep moet worden herverdeeld. Door middel van de herverdeling wordt de beschikbare frequentieruimte doelmatiger ingedeeld, waardoor de frequentieruimte wordt vergroot. De Tweede Kamer heeft op 27 juni 2000 met de herverdeling ingestemd (Kamerstukken II 1999/2000, , nr. 53). Een aantal malen heeft het kabinet de herverdeling op onderdelen aangepast (zie onder meer Kamerstukken II 2000/01, , nrs. 61 en 72). 2. Strategisch Akkoord In het Strategisch Akkoord van 3 juli 2002 is vastgelegd dat de langjarige verdeling van radiofrequenties voor commerciële omroep zal geschieden op basis van een vergelijkende toets aan de hand van objectieve criteria waarbij het aanbod ten aanzien van de hoogte van de jaarlijkse vergoeding een belangrijke component zal zijn. In de vergadering van de ministerraad van 23 augustus 2002 is daarop besloten de zero basefrequenties op zo kort mogelijke termijn te verdelen door middel van een vergelijkende toets met een financieel bod. De uitgangspunten voor de verdeling van de radiofrequenties, zoals voorzien in het Strategisch Akkoord, waren ten dele niet in overeenstemming met het Frequentiebesluit zoals dat destijds gold. Derhalve was wijziging van dat besluit noodzakelijk. Op 30 augustus 2002 heeft de ministerraad in verband hiermee besloten het Frequentiebesluit op een aantal punten te wijzigen. Vervolgens is op 14 september 2002 het gewijzigde Frequentiebesluit in werking getreden (Stb. 2002, 472). De wijziging van het Frequentiebesluit strekt er (onder meer) toe in geval van verlening van de vergunningen ten behoeve van commerciële omroep de procedures van veiling en vergelijkende toets volledig nevengeschikt te maken. In de toelichting bij deze wijziging van het Frequentiebesluit is nadere uitwerking gegeven aan de door de overheid te waarborgen belangen bij de verdeling van frequentieruimte voor commerciële omroep. Bij uitspraak van 11 oktober 2002 heeft de Voorzieningenrechter de verdeling van de zero basefrequenties door middel van de procedure van vergelijkende toets mogelijk gemaakt. 3. Beschikbare frequentieruimte ten behoeve van commerciële omroep De frequentieruimte in de MHz-band en de MHz-band is in het Nationaal Frequentieplan bestemd voor publieke en commerciële radio-omroep. Binnen de bestemming commerciële radio-omroep zijn, met het oog op het doelmatig gebruik van het frequentiespectrum, vier nadere bestemmingen bepaald. Het betreft frequentieruimte bestemd voor ongeclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep, voor geclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep, voor niet-landelijke commerciële radio-omroep en frequentieruimte bestemd voor commerciële radio-omroep via middengolf-frequenties.tevens wordt door middel van het onderscheid tussen ongeclausuleerde en geclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep tegemoet gekomen aan de wens om zoveel mogelijk variatie in het aanbod aan te brengen. Voor landelijke commerciële radio-omroep zijn twee verschillende nadere bestemmingen te onderscheiden. De kavels A1, A3, A6 en A7 2 zijn nader bestemd als ongeclausuleerde landelijke kavels. De kavels A2, A4, A5, A8, A9 zijn nader bestemd als geclausuleerde landelijke kavels. De Minister van Economische Zaken kan, in overeenstemming met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, besluiten dat Uit: Staatscourant 24 december 2002, nr.248 / pag. 67 1

2 een kavel bestemd voor geclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep alsnog wordt bestemd als ongeclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep bij gebrek aan belangstelling voor die kavel of indien geen van de aanvragers zich daarvoor heeft gekwalificeerd. De Minister van Economische Zaken doet van dit besluit onmiddellijk schriftelijke mededeling aan de aanvragers van landelijke commerciële radio-omroep. 4. Vergunning, verdeelmechanisme en beschikbare kavels Voor het gebruik van frequentieruimte is op grond van artikel 3.3, eerste lid, van de Telecommunicatiewet een vergunning vereist van de Minister van Economische Zaken De vergunningen voor commerciële radio-omroep worden verleend door middel van een vergelijkende toets. Op grond van artikel 3.3, achtste lid, van de Telecommunicatiewet, geschiedt de uitvoering van deze procedure door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken. Daarbij zullen de door de overheid te waarborgen belangen, waaronder de verscheidenheid of variatie van het aanbod, voldoende zorg voor het programma, het naleven van het programmaformat, het te goeder trouw en integer handelen door de vergunninghouders en de pluraliteit van aanbieders, door een combinatie van toegangseisen, clausuleringen (op grond van artikel 82e van de Mediawet), criteria, gebruiksbeperkingen (op grond van artikel 82f van de Mediawet jo. artikel 53c van het Mediabesluit), toepassing van het financieel instrument (artikel 3.3a van de Telecommunicatiewet) en vergunningvoorschriften zo goed mogelijk worden gewaarborgd. In januari 2003 zal een commissie van drie onafhankelijke deskundigen worden ingesteld. Deze commissie zal een toetsplan opstellen. Op grond van de adviezen van de commissie zal besluitvorming over vergunningverlening plaatsvinden. Er zijn negen vergunningen beschikbaar voor het gebruik van de FM-frequentieruimte voor landelijke commerciële radio-omroep, waarvan ten minste vier vergunningen bestemd zijn voor ongeclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep en ten hoogste vijf vergunningen bestemd zijn voor geclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep. Voorts zijn er zesentwintig vergunningen voor niet-landelijke FM commerciële radio-omroep en twaalf vergunningen voor commerciële radio-omroep via middengolffrequenties beschikbaar. De vergunning wordt direct na afloop van de vergelijkende toets verleend. Ten behoeve van de vergelijkende toets procedure is de frequentieruimte verdeeld in kavels. Aan het verwerven van kavels tijdens de vergelijkende toets zijn beperkingen gesteld. Een aanvrager kan maximaal twee kavels voor landelijk FM verwerven, te wetenéén ongeclausuleerde kavel tezamen metéén geclausuleerde kavel. Een aanvrager kan kavels voor niet-landelijke radio-omroep verwerven tot en met een totaal demografisch bereik van ten hoogste 30 procent. Daarbij geldt dat een combinatie van kavels niet mogelijk is, indien het demografisch bereik van het kleinste kavel voor 35 procent of meer valt binnen het demografisch bereik van de andere kavel, dan wel, indien dit percentage lager is dan 35 procent, meer dan inwoners binnen het demografisch bereik van beide kavels vallen. Aan de vergunning zijn voorschriften en beperkingen verbonden, die in de vergunning staan beschreven. Om in aanmerking te komen voor een vergunning, moet een aanvraagdocument worden opgevraagd en een aanvraag worden ingediend. De regels inzake de aanvraag van de vergunning worden neergelegd in de Regeling aanvraag en vergelijkende toets commerciële radio-omroep Onherroepelijke keuze Wie een vergunning aanvraagt voor landelijke commerciële radio-omroep kan niet tevens een vergunning aanvragen voor niet-landelijke commerciële radio-omroep, en omgekeerd. Wie een vergunning wil aanvragen dient derhalve bij de aanvraag een keuze te maken tussen landelijke commerciële radio-omroep en niet-landelijke commerciële radio-omroep. Het is wel mogelijk een vergunning aan te vragen voor landelijke commerciële radio-omroep dan wel niet-landelijke commerciële radio-omroep via FM in combinatie met een vergunning voor commerciële radio-omroep via middengolffrequenties. 6. Financieel instrument Op grond van artikel 3.3a van de Telecommunicatiewet wordt uitsluitend voor het gebruik van commerciële frequentieruimte bestemd voor landelijke commerciële radio-omroep een eenmalig bedrag in rekening gebracht. Deze afdracht wordt per etherfrequentie berekend op basis van de verwachte omzet binnen het demografische bereik van deze etherfrequentie. Uit: Staatscourant 24 december 2002, nr.248 / pag. 67 2

3 7. Gelieerdheid Aanvragers worden in verband met de beperkingen die gelden voor het verwerven van frequentieruimte dooréénzelfde instelling getoetst op onderlinge verbondendheid. Het toetsingskader dat voor die beoordeling wordt gebruikt wordt in een afzonderlijke mededeling nader beschreven. Deze mededeling wordt in de Staatscourant gepubliceerd. 8. Start procedure vergunningverlening en beschikbaarheid aanvraagdocument De procedure voor het verlenen van vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte ten behoeve van commerciële radio-omroep start uiterlijk 31 maart Vanaf die datum is het hiervoor genoemde aanvraagdocument, op basis waarvan een aanvraag voor een vergunning kan worden ingediend, beschikbaar. In dat aanvraagdocument wordt onder meer een beschrijving gegeven van de vergunningen, de aanvraagprocedure, de van toepassing zijnde regelingen en het financieel instrument. Het verzoek tot beschikbaarstelling van het aanvraagdocument dient per aangetekende brief te worden opgevraagd bij: De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a mr. C.A. de Zeeuw, notaris Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn Postbus AT Den Haag Nederland Of het verzoek tot beschikbaarstelling van het aanvraagdocument wordt per brief overhandigd op het volgende adres: De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a mr. C.A. de Zeeuw, notaris Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn Koninging Julianaplein 30 Gebouw Babylon Kantoren A, 5e verdieping Den Haag Nederland Voor de beschikbaarstelling van het aanvraagdocument is een bedrag verschuldigd van 350,-. Het bedrag kan worden voldaan door middel van contante betaling op het hierboven genoemde adres bij afhalen van het aanvraagdocument of door middel van overboeking naar het volgende bankrekeningnummer: Bankrekeningnummer: t.n.v. Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn derdengelden notariaat, inzake procedure vergelijkende toets radiofrequenties Nadat het bedrag is voldaan kan het aanvraagdocument worden afgehaald op het hierboven genoemde adres. Het is ook mogelijk om het aanvraagdocument aangetekend toegezonden te krijgen indien daarom is verzocht in de brief waarbij dit document wordt opgevraagd. 9. Bezwaarclausule Belanghebbenden, die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij het Ministerie van Economische Zaken. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: Ministerie van Economische Zaken Directie Wetgeving en Juridische Zaken Postbus EX Den Haag onder vermelding van Bezwaarschrift. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en dient in ieder geval de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit Uit: Staatscourant 24 december 2002, nr.248 / pag. 67 3

4 waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het bezwaar te bevatten. Zo mogelijk dient een afschrift van het besluit en de overige op het bezwaar betrekking hebbende stukken te worden meegezonden. 1 Stcrt. 1999, 112, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 17 juni 2002 (Stcrt. 2002, 115). 2 De beschikbare kavels staan vermeld in bijlage 1 tot en met 3 van dit besluit. De Staatssecretaris van Economische Zaken, J.G. Wijn. Bijlage 1 1A. De frequentieruimte voor het gebruik van frequentieruimte bestemd voor ongeclausuleerde landelijke commerciële radio. Kavel Opstelplaats Frequentie (MHz) Demografisch Bereik A1 SMILDE 101,0 67% NIJMEGEN 101,1 TERNEUZEN 101,2 HILVERSUM 101,2 HENGELO 101,2 BOXTEL 101,2 ROOSENDAAL 101,3 DEVENTER 101,4 ARNHEM 101,5 ROTTERDAM 101,5 DEN BOSCH 101,5 LOPIK 101,5 EINDHOVEN 101,6 BREDA 101,6 ROERMOND 101,6 TILBURG 101,8 GOES 101,9 A3 ROOSENDAAL 100,4 68% SMILDE 100,4 LICHTENVOORDE 100,4 ROTTERDAM 100,4 TERNEUZEN 100,4 WIERINGERMEER 100,5 HENGELO 100,7 VLISSINGEN 100,7 LOPIK 100,7 DOETINCHEM 100,7 A6 HILVERSUM 102,1 67% GRONINGEN 102,2 GEMERT 102,3 ALKMAAR 102,3 LOCHEM 102,3 ROERMOND 102,3 ROOSENDAAL 102,4 TERNEUZEN 102,4 ARNHEM 102,4 TJERKGAAST 102,5 TILBURG 102,5 LOPIK 102,5 NIJMEGEN 102,6 ENSCHEDE 102,6 ROTTERDAM 102,7 EMMEN 102,7 65% A7 SMILDE 87,6 LELYSTAD 87,7 UTRECHT 87,8 Uit: Staatscourant 24 december 2002, nr.248 / pag. 67 4

5 Kavel Opstelplaats Frequentie (MHz) Demografisch Bereik DEN BOSCH 87,9 HILVERSUM 88,1 MAASTRICHT 91,1 TERNEUZEN 93,0 OOSTBURG 93,3 GILZE 95,4 AMSTERDAM 103,6 ROTTERDAM 103,8 EMMEN 103,8 TJERKGAAST 103,8 LICHTENVOORDE 103,9 ARNHEM 104,1 Zie de cd-rom bij het aanvraagdocument voor detailinformatie over deze kavels. 1B. De frequentieruimte voor het gebruik van frequentieruimte bestemd voor geclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep. Kavel Opstelplaats Frequentie (MHz) Demografisch Bereik A2 DEN HELDER 89,1 58% HAARLEM 91,6 EMMEN 94,0 LOON OP ZAND 96,3 GOES 96,6 VLISSINGEN 97,1 ARNHEM 97,7 MIERLO 97,7 LOPIK 97,8 TJERKGAAST 102,9 LELYSTAD 103,0 LOSSER 103,1 MARKELO 103,1 MEGEN 103,1 SMILDE 103,2 ROTTERDAM 103,2 TERNEUZEN 103,3 ROOSENDAAL 103,3 GRONINGEN 103,4 A4 EINDHOVEN 88,6 60% SMILDE 89,6 ROTTERDAM 91,3 TILBURG 91,3 EYS 91,5 BREDA 91,5 OOSTBURG 91,5 ZWOLLE 95,3 EMMEN 95,4 TJERKGAAST 95,5 DORDRECHT 99,6 WORMER 99,9 APELDOORN 99,9 DEDEMSVAART 99,9 LOPIK 100,1 LOCHEM 100,2 NIJMEGEN 100,2 A5 ROOSENDAAL 88,4 59% DEN HAAG 88,6 VENLO 89,2 Uit: Staatscourant 24 december 2002, nr.248 / pag. 67 5

6 Kavel Opstelplaats Frequentie (MHz) Demografisch Bereik DEN HELDER 90,1 TJERKGAAST 91,0 MARKELO 91,0 HILVERSUM 91,1 LEEUWARDEN 91,2 EMMEN 93,1 ZWOLLE 93,6 GRONINGEN 93,7 ENSCHEDE 93,7 MEGEN 93,8 ALPHEN 95,2 APELDOORN 97,4 AMERSFOORT 97,5 VLISSINGEN 99,2 MIERLO 99,4 BREDA 99,4 HOORN 99,6 SMILDE 99,6 A8 VLISSINGEN 88,8 49% MAASTRICHT 88,9 BREDA 89,7 EINDHOVEN 89,7 NIJMEGEN 89,8 GRONINGEN 90,3 HILVERSUM 90,4 HOORN 90,4 SMILDE 90,5 ROTTERDAM 90,5 LOPIK 90,7 ENSCHEDE 90,7 TERNEUZEN 90,8 A9 ARNHEM 87,8 59% APELDOORN 88,2 DEN HELDER 88,3 LOCHEM 89,0 ALKMAAR 89,5 UTRECHT 89,5 VLISSINGEN 90,0 LOON OP ZAND 90,0 ROOSENDAAL 90,2 VENLO 91,9 IJMUIDEN 92,0 HULSBERG 92,1 HAARLEM 93,8 SMILDE 94,2 MIERLO 94,9 AMERSFOORT 95,0 NIJMEGEN 95,0 HENGELO 97,6 GRONINGEN 99,1 TJERKGAAST 99,1 ENSCHEDE 99,1 HILVERSUM 104,4 ROTTERDAM 104,6 Zie de cd-rom bij het aanvraagdocument voor detailinformatie over deze kavels. Uit: Staatscourant 24 december 2002, nr.248 / pag. 67 6

7 Bijlage 2 De frequentieruimte voor het gebruik van frequentieruimte bestemd voor niet-landelijke commerciële radio. Kavel Opstelplaats Frequentie (MHz) Demografisch Bereik B1 AMSTERDAM 98,0 11,7% ALKMAAR 98,3 B2 AMSTERDAM 93,6 5,5% ALKMAAR 96,3 HAARLEM 97,3 PURMEREND 97,4 B3 DEN BURG 94,5 3,5% AMSTERDAM 94,9 ALKMAAR 104,2 B4 AMSTERDAM 90,1 2,4% AMSTERDAM 93,3 B5 DEN HAAG 95,6 10,8% AMSTERDAM 95,7 ALPHEN 95,9 UTRECHT 103,4 B6 ROTTERDAM 97,6 14,3% B7 DEN HAAG 89,8 1,8% ROTTERDAM 102,2 B8 LEIDEN 93,7 4,6% DEN HAAG 99,4 B9 UTRECHT 98,5 0,7% B10 TJERKGAAST 93,2 1,6% LEEUWARDEN 101,8 EMMELOORD 101,8 B11 TERSCHELLING 97,7 0,8% SNEEK 97,9 LEEUWARDEN 104,7 B12 TJERKGAAST 94,1 2,2% DRACHTEN 96,0 LEEUWARDEN 96,6 B13 WINSCHOTEN 96,9 1,6% ASSEN 97,1 GRONINGEN 104,4 B14 HOOGEZAND 91,3 1,5% GRONINGEN 92,9 EMMEN 101,7 B15 GRONINGEN 89,1 2,1% B16 EMMEN 89,9 6,2% MEPPEL 95,7 GRONINGEN 98,5 SMILDE 98,7 Uit: Staatscourant 24 december 2002, nr.248 / pag. 67 7

8 Kavel Opstelplaats Frequentie (MHz) Demografisch Bereik B17 ZWOLLE 89,2 0,6% LELYSTAD 89,3 B18 ENSCHEDE 87,6 1,9% ZWOLLE 97,2 B19 ARNHEM-OOST 88,5 1,6% APELDOORN 88,7 ARNHEM-WEST 89,6 ENSCHEDE 93,3 HARDENBERG 93,4 LOCHEM 93,5 HENGELO 98,0 RUURLO 101,9 B20 APELDOORN 94,0 2,4% NIJMEGEN 94,2 ARNHEM 95,5 EDE 96,0 B21 DEN BOSCH-NOORD 88,9 4,3% LOON OP ZAND 89,2 EINDHOVEN-ZUID 89,3 ROOSENDAAL 93,9 WEERT 95,2 EINDHOVEN-NOORD 95,5 DEN BOSCH-ZUID 97,4 TILBURG 103,6 B22 DEN BOSCH-ZUID 90,1 2,3% EINDHOVEN 90,3 HELMOND 90,5 TILBURG 93,1 DEN BOSCH-NOORD 94,1 B23 EINDHOVEN-NOORD 93,2 1,4% EINDHOVEN-ZUID 93,6 B24 VLISSINGEN 89,3 1,2% TERNEUZEN 92,4 BERGEN OP ZOOM 97,3 B25 MAASTRICHT 97,6 1,6% HEERLEN 97,7 HORN 96,1 EYS 98,1 WEERT 98,5 B26 GRONINGEN 92,4 0,9% DEDEMSVAART 92,4 Zie de cd rom bij het aanvraagdocument voor detailinformatie over deze kavels. Uit: Staatscourant 24 december 2002, nr.248 / pag. 67 8

9 Bijlage 3 De frequentieruimte voor het gebruik van frequentieruimte bestemd voor commerciële radio via middengolf. Kavel Opstelplaats 3 Frequentie (MHz) Demografisch Bereik Dag Nacht C1 FLEVOLAND % 33% C2 LOPIK % 5% C3 LOPIK % 0% C4 HEINENOORD % 1,3% C5 MARKERWAARD % 3% C6 HULSBERG 891 5% 2% C7 UTRECHT % 0,5% C8 ECHT ,7% 0,4% C9 UTRECHT ,4% 0,3% C10 LEEUWARDEN ,7% 0,03% C11 DEN HAAG % 1,9% TILBURG 1485 C12 AMSTERDAM ,7% 0,1% 3 Informatie over de fysieke antenne-opstelplaats is per middengolffrequentie opgenomen op de cd-rom bij het aanvraagdocument. Uit: Staatscourant 24 december 2002, nr.248 / pag. 67 9