Milieuhandhavingscollege

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Milieuhandhavingscollege"

Transcriptie

1 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/79-VK van 2 december 2014 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Frederiek WAUTERS, advocaat, met kantoor te 8800 ROESELARE, Jan Mahieustraat 10, bij wie keuze van woonplaats is gedaan, hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, voor en namens wie optreedt mr. Dirk ABBELOOS, advocaat, met kantoor te 9200 DENDERMONDE, Noordlaan 82-84, bij wie keuze van woonplaats is gedaan, hierna de verwerende partij te noemen, ingeschreven in het register van de beroepen op 4 maart 2014 onder nummer 14/MHHC/23-M, MHHC-14/79-VK 2 december

2 heeft het Milieuhandhavingscollege het volgende overwogen: 1. Voorwerp van het beroep Het beroep is gericht tegen de beslissing 12/AMMC/692-M/DW van 3 februari Met deze beslissing legt de gewestelijke entiteit aan de verzoekende partij een alternatieve bestuurlijke geldboete op van euro, vermeerderd met de opdeciemen die ten tijde van het plegen van de feiten van toepassing waren voor de strafrechtelijke geldboeten, aldus gebracht op euro, dit wegens het wederrechtelijk gebruik van uitgegraven vervuilde grond als bodem en het wederrechtelijk verwijderen van rubberen buizen en betonresten. 2. Verloop van de rechtspleging 2.1. Op 4 juni 2012 beslist de procureur des Konings te Kortrijk om het milieumisdrijf niet strafrechtelijk te behandelen. Met een brief van 10 oktober 2012 brengt de gewestelijke entiteit de verzoekende partij op de hoogte van haar voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming, op te leggen en nodigt zij de verzoekende partij uit om schriftelijk haar verweer mee te delen. Met een brief van 9 november 2012 bezorgt de verzoekende partij haar verweer aan de gewestelijke entiteit. Op haar vraag wordt de verzoekende partij op 10 oktober 2013 door de gewestelijke entiteit gehoord. Op 3 februari 2014 legt de gewestelijke entiteit de voormelde bestuurlijke geldboete op. De kennisgeving van deze beslissing aan de verzoekende partij gebeurt op dezelfde dag Met een aangetekende brief van 3 maart 2014 stelt de verzoekende partij beroep in tegen de beboetingsbeslissing. Het verzoekschrift bevat een inventaris van de overtuigingsstukken. De geïnventariseerde stukken zijn eraan toegevoegd. De verwerende partij dient op 7 maart 2014 bij de griffie een dossier in met een kopie van de bestreden beslissing en de stukken op grond waarvan de gewestelijke entiteit haar beslissing heeft genomen. De verwerende partij dient op 28 april 2014 een memorie van antwoord in. De verzoekende partij dient op 2 juni 2014 een memorie van wederantwoord in. De verwerende partij dient op 24 juni 2014 een laatste memorie in Bij beschikking 14/MHHC/23-M/B1 van 20 augustus 2014 heeft de kamervoorzitter de behandeling van het beroep vastgesteld op de zitting van 18 september De verzoekende partij is op de zitting vertegenwoordigd door mr. Delphine REYNAERT, die optreedt loco mr. Frederiek WAUTERS, haar raadsman. De verwerende partij is vertegenwoordigd door mr. Patrick VANDENDAEL die optreedt loco mr. Dirk ABBELOOS, haar raadsman. Bestuursrechter Josef NIJS brengt verslag uit. MHHC-14/79-VK 2 december

3 De partijen worden gehoord. De debatten worden gesloten en de zaak wordt voor uitspraak in beraad genomen. 3. Ontvankelijkheid Het beroep dat op 3 maart 2014 is ingediend met een aangetekende brief, is tijdig en regelmatig naar vorm. Er stellen zich geen problemen met betrekking tot andere aspecten van de ontvankelijkheid van het beroep en de verwerende partij werpt desbetreffend geen excepties op. Het beroep is ontvankelijk. 4. Feiten De feiten die relevant zijn voor de beoordeling van het voorliggend beroep kunnen als volgt worden samengevat Als gevolg van een melding begeeft de lokale politie Kouter van Jabbeke zich op 27 mei 2011 naar een braakliggend grondperceel binnen de gemeente aan de [ ] tussen de huisnummers [ ] en [ ]. Zij stelt aldaar vast: Op het perceel liggen talrijke grote hopen aarde. De aarde is van grijs-zwarte kleur. In de hopen aarde zien wij verscheidene rubberen slangen zitten ( ) [en] dat er in een van de hopen aarde een stuk beton zit. De aarde heeft een olie-achtige geur. Via de eigenaars van het grondperceel komen ze te weten dat de aangevoerde grond afkomstig is van de verzoekende partij Op 3 april 2012 verklaart de aangestelde van de verzoekende partij (de directeur van de grondwerken ) aan de politie dat de grond afkomstig is van een bouwwerf te Knokke-Heist, dat de verzoekende partij beschikt over een conform verklaard technisch verslag en een grondverzettoelating waaruit blijkt dat een gedeelte van de uitgegraven grond, mits afzeving, buiten de kadastrale werkzone mag gebruikt worden voor de ophoging van een grondperceel te Jabbeke, dat tussen het tijdstip van de technische analyse van de grond en de afgraving een andere aannemer werkzaamheden aan de grond heeft uitgevoerd en hierbij kunststoffen buizen en paalfunderingen heeft gebruikt, dat pas op het ogenblik van de afgraving werd vastgesteld dat in grond nog restanten van deze buizen en van ongewapende bovenste stukken van de paalfunderingen aanwezig waren, dat echter alsdan de grond veel te nat was om uit te zeven en beslist werd om de grond te zuiveren te Jabbeke wat kort na het storten van de aangevoerde grond gebeurde In haar schriftelijk verweer van 9 november 2012 schrijft de verzoekende partij onder meer: De grond met code 211 op het technisch verslag werd vervoerd naar JABBEKE, [ ] ( )Alhoewel de grond met code 211 voorafgaandelijk was onderzocht en derhalve voor vrij gebruik in aanmerking kwam, bleek bij de wegname ervan dat een enkele vrachten bevuild waren met o.a. PVC. De aanwezigheid van de PVC was blijkbaar ontstaan na het grondonderzoek. Meer in het bijzonder had men via PVC-buizen op een diepte van 10 meter een massieven kuip geplaatst. Gevolg hiervan was de minimale aanwezigheid van afval in de grond. Van de vaststellingen en van het verhoor werd proces-verbaal opgesteld. Als bijlage van het procesverbaal van vaststelling werden 10 foto s gevoegd waarop de in de grond aanwezige rubberen slangen en een stuk beton door de politie werden aangeduid. MHHC-14/79-VK 2 december

4 5. Beoordeling 5.1. De gewestelijke entiteit kwalificeert de vastgestelde feiten als een milieumisdrijf overeenkomstig artikel , 2, van het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid ( hierna DABM), meer bepaald als een schending van: - artikel 161 van het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (hierna VLAREBO) in de versie van toepassing op het ogenblik van de weerhouden feiten, luidens welke bepaling uitgegraven bodem als bodem kan gebruikt worden onder bepaalde voorwaarden; dat aan de hand van een conform verklaard technisch verslag en een studie van de ontvangende grond wordt nagegaan of aan die voor waarden is voldaan; artikel 162 VLAREBO, in de versie van toepassing op het ogenblik van de weerhouden feiten, luidens welke bepaling uitgegraven bodem alleen als bodem kan gebruikt worden op voorwaarde dat onder andere de afmeting van de stenen die niet van nature aanwezig zijn niet groter is dan 50 millimeter; artikel 12 van het ten tijde van de weerhouden feiten geldende decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen (hierna Afvalstoffendecreet) luidens welke bepaling het achter laten of het beheren van afvalstoffen in strijd met de voorschriften van dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan, verboden is. De gewestelijke entiteit legt met toepassing van de artikelen tot en met DABM en artikel 76 van het besluit van de Vlaamse regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het DABM een alternatieve bestuurlijke geldboete op Met haar beroep beoogt de verzoekende partij, in hoofdorde, de bestreden beslissing te horen vernietigen, in ondergeschikte orde, de haar opgelegde bestuurlijke geldboete te willen herleiden tot het minimum alsook met volledig uitstel op te leggen. Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij de volgende drie bezwaren aan: schending van de beslissingstermijn bepaald in artikel DABM, minstens van de redelijke termijneis als algemeen beginsel van behoorlijk bestuur; geen milieumisdrijf want geen schending van de artikelen 161 en 162 VLAREBO en artikel 12 Afvalstoffendecreet; schending van artikel en DABM alsook van de motivatieverplichting en van het proportionaliteitsbeginsel als algemeen beginsel van behoorlijk bestuur Gelet op de vaststelling dat het tweede bezwaar, in de hypothese dat het gegrond wordt bevonden, tot de ruimste vernietiging aanleiding geeft, oordeelt het Milieuhandhavingscollege het aangewezen dit bezwaar eerst te moeten onderzoeken In haar tweede bezwaar betoogt de verzoekende partij dat zij de lastens haar weerhouden decretale en reglementaire bepalingen, met name de artikelen 161 en 162 van het VLAREBO, en artikel 12 Afvalstoffendecreet, niet heeft geschonden, derhalve zij geen milieumisdrijf heeft gepleegd zodat haar geen alternatieve geldboete kon worden opgelegd. Zij zet uiteen dat, wat de te Knokke-Heist uitgegraven, vervoerde en te Jabbeke gestorte grond (nummer 211 van het technisch verslag) betreft, zij over een grondtransporttoelating beschikte, dat na het vervoeren van de grond met code 211 bleek dat er enkele vrachtwagens bevuild waren met o.a. PVC ( ), dat na bekomen van de nodige attesten en documenten teneinde tot transport van de grond in kwestie over te gaan [bleek dat] er door derden nog werken plaats vonden. De werken betroffen het injecteren van de grond met gebruik van plastieken buisjes ( ) Het afval betrof stenen en PVC. De verzoekende partij argumenteert dat dit afval beperkt was en volledig verwijderd werd De verwerende partij repliceert dat de verzoekende partij toegeeft de aangehaalde bepalingen te hebben geschonden: Zij [de verzoekende partij] heeft met name vervuilde grond uitgegraven, getransporteerd en gebruikt. Uit de foto s gevoegd bij het betrokken proces-verbaal kan reeds louter MHHC-14/79-VK 2 december

5 visueel vastgesteld worden dat deze grond vervuiling bezat. Verweerster heeft terecht geoordeeld dat het conform verklaard technisch verslag geen betrekking had op de effectief uitgegraven, getransporteerde en gestorte grond daar deze na de conformverklaring nog vervuild werd met rubberen buizen en betonresten. Volgens de verwerende partij is het bezwaar ongegrond In het tweede bezwaar houdt de verzoekende partij voor dat zij de in het bezwaar aangehaalde decretale en reglementaire bepalingen niet heeft geschonden. De bestreden beslissing zou dienvolgens artikel , tweede lid, DABM schenden, luidens welke bepaling een alternatieve bestuurlijke geldboete uitsluitend kan worden opgelegd voor de milieumisdrijven vermeld in de artikelen tot septies DABM. Een beslissing waarbij de gewestelijke entiteit een alternatieve bestuurlijke geldboete oplegt zonder dat het bestaan van één of meer milieumisdrijven zoals bepaald in de artikelen tot septies DABM is bewezen, is dan ook onwettig want met overschrijding van haar beboetingsbevoegdheid genomen. De artikelen 161 en 162 VLAREBO bepalen de voorwaarden waaraan uitgegraven bodem moet voldoen om als bodem gebruikt te worden. Zo onder meer mag de uitgegraven bodem geen niet van nature aanwezige stenen bevatten die groter zijn dan 50 millimeter en wordt nagegaan of aan de andere voorwaarden voldaan is aan de hand van een conform verklaard technisch verslag en een studie van de ontvangende grond. De verzoekende partij lijkt niet te betwisten dat de te Knokke-Heist uitgegraven en te Jabbeke aangevoerde grond vervuild was met kunststofbuisjes en stenen (betonresten van de paalfunderingen), evenmin dat deze vervuiling ontstaan is na de opmaak en conformverklaring van het technisch verslag en derhalve dit verslag in wezen geen betrekking had op de effectief uitgegraven grond. Kortom, zij erkent dat het grondverzet niet voldeed aan de in de artikelen 161 en 162 VLAREBO bepaalde voorwaarden. Luidens artikel DABM zijn de bepalingen van titel XVI Toezicht, Handhaving en Veiligheidsmatregelen DABM van toepassing op het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en bodembescherming alsmede op de uitvoeringsbesluiten ervan, waaronder het VLAREBO. De schending van de artikelen 161 en 162 VLAREBO maakt derhalve een milieumisdrijf uit. De verzoekende partij acht evenwel het milieumisdrijf haar niet verwijtbaar nu zij over de nodige attesten en documenten beschikte om het grondtransport uit te voeren en zij pas na het vervoer van de uitgegraven grond vaststelde dat deze grond vervuild was. De voorgehouden bewering van de verzoekende partij dat zij pas na het transport van de grond vaststelde dat er, in tegenstelling tot de het technisch verslag, grond met code 211 andere elementen bevatte dan louter grond is volstrekt ongeloofwaardig en staat haaks op de verklaring van haar verantwoordelijke voor de coördinatie van de uitvoering van de grondwerken die, op 3 april 2012 aan de politie van Oostende (gevoegd als bijlage 2 bij het P.V. nummer /12, afgesloten op 25 mei 2012) mededeelde: Tussen het moment waarop de technische analyse van de grond ter hoogte van het bouwproject in Knokke-Heist is gebeurd en het moment waarop wij die grond hebben afgegraven en hebben weggevoerd, heeft de aannemer van de bouwwerken ( ) aan zijn onderaannemer opdracht gegeven tot het uitvoeren van specifieke werken op die grond. Die onderaannemer heeft betonpalen als funduring gegoten ( ). Voorafgaandelijk hebben ze echter op ongeveer 10 meter diepte een soort waterondoorlatende harsplaats geconstrueerd volgens een nieuw procedé. Met behulp van tientallen rubberen buizen werd op die diepte een soort hars geïnjecteerd ( ). De Aannemer ( )is erin geslaagd om ter plaatse een aantal van die buizen uit te trekken, maar de meeste van die slangen bleven in de afgevoerde grond steken. Mijn werknemers hebben er ook nog een heleboel ter plaatse verwijderd, maar een groot aantal van die buizen vertrok mee met de grond naar Jabbeke. Bij die afgraving van de grond ( ) werden eveneens de ongewapende bovenste stukken van de paalfunderingen afgebroken en opgeschept samen met de uitgegraven grond. Omdat de grond op het moment van de uitgravingen ( ) veel te nat was ( ) konden wij niet ter plaatse de uitgegraven grond zeven. MHHC-14/79-VK 2 december

6 De bestreden beslissing overweegt dan ook zeer terecht dat het conform verklaard technisch verslag geen betrekking had op de effectief uitgegraven, getransporteerde en gestorte grond daar deze na de conformverklaring nog vervuild werd met rubberen buizen en betonresten, dat naar luidt van het voorschrift van de artikelen 161 en 162 VLAREBO, de verzoekende partij deze uitgegraven vervuilde grond niet als dusdanig mocht gebruiken als bodem, dat zij in strijd met artikel 12 Afvalstoffendecreet rubberen buizen en betonresten stortte op een werf te Jabbeke en dat het milieumisdrijf, zijnde het niet reglementair vervoeren en storten van vervuilde grond met rubberen buizen en betonresten, vaststaat in hoofde van overtreder. Het tweede bezwaar is ongegrond In het eerste bezwaar voert de verzoekende partij, onder verwijzing naar de beslissingstermijn bepaald in artikel DABM, aan dat de beslissing tot oplegging van een bestuurlijke geldboete buiten termijn werd genomen, dat de enige sanctie voor deze laattijdigheid de nietigheid [is] van de beslissing en dat, ondergeschikt, voor zover de termijn van 180 dagen niet op straffe van verval is voorgeschreven, de beslissing nietig [is] ingevolge het overschrijden van de redelijke termijn. Het horen van de verzoekende partij bijna één jaar na de kennisgeving van het voornemen van AMMC om een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen, doet volgens de verzoekende partij aan bovenstaande vaststelling geen afbreuk en verzoekster zich niet van de indruk kan ontdoen dat het dossier onder het stof was beland en men via een verhoor het eigen nalaten wenste toe te dekken. Met betrekking tot haar belang bij het voorgedragen bezwaar, inzonderheid wat de schending van de redelijke termijn betreft, betoogt de verzoekende partij verder dat zij na het overmaken van haar bezwaren, bij schrijven van 9 november 2012, gedurende bijna één jaar geen bericht meer ontvangen [heeft] vanwege AMMC zodat zij er mocht van uitgaan dat bij gebreke aan een beslissing binnen de 180 dagen, geen boete meer zou opgelegd worden, temeer haar onderneming die 800 mensen tewerkstelt ingevolge de economische crisis het moeilijk heeft en blijvend investeert in het moderniseren/aanpassen/optimaliseren van haar uitrusting. Zij had er dan ook alle belang bij binnen korte termijn duidelijkheid te krijgen nopens het al dan niet opleggen van de geldboete teneinde de financiële gevolgen ervan op haar bedrijf in te kunnen schatten De verwerende partij repliceert dat de beslissingstermijn bepaald in artikel DABM een termijn van orde is wat betekent dat de decreetgever geen automatische sanctie heeft vastgelegd op de overschrijding van deze termijn, doch deze vaststelling er AMMC niet van ontslaat om binnen een redelijke termijn een beboetingsbeslissing te nemen. De verwerende partij wijst er evenwel op dat, om het bezwaar met betrekking tot de schending van de redelijke termijn op ontvankelijke wijze te kunnen aanvoeren, de verzoekende partij dient aan te tonen dat zij getuigt van het rechtens vereiste belang, meer bepaald dat zij in concreto benadeeld werd door deze overschrijding van de vermelde termijn. Volgens haar is de redelijke termijn niet overschreden en is daarenboven het door de verzoekende partij ingeroepen belang van algemene aard en mist het relevantie ten opzichte van de concrete zaak. Deze argumentatie kan immers aangehaald worden in elke zaak. Verder acht zij de bewering van de verzoekende partij dat zij het economisch moeilijk heeft en blijvend investeert in ( ) uitrusting door geen enkel stuk gestaafd en de voorgehouden financiële gevolgen voor het bedrijf als gevolg van de op te leggen geldboete niet geloofwaardig nu een eenvoudige consultatie van internet ( ) in ieder geval een duidelijk winstgevend bedrijf [toont] met een omzet van meer dan 50 miljoen (jaarrekening met betrekking tot boekjaar 2012) De verwerende besluit dat het eerste bezwaar onontvankelijk is, minstens ongegrond Artikel , eerste lid, DABM luidt als volgt: Binnen een termijn van honderdtachtig dagen na de kennisgeving [door de gewestelijke entiteit aan de vermoedelijke overtreder van haar voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen] beslist de gewestelijke entiteit over het opleggen van een alternatieve bestuurlijke geldboete, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming. De gewestelijke entiteit geeft aan de vermoedelijke overtreder kennis van haar beslissing binnen een termijn van tien dagen. Deze termijn gaat in op de dag waarop de gewestelijke entiteit haar beslissing heeft genomen. MHHC-14/79-VK 2 december

7 Het Milieuhandhavingscollege heeft meermaals en eenduidig beslist dat de in artikel DABM bepaalde beslissingstermijn geen vervaltermijn maar een termijn van orde is. De decreetgever heeft immers geen sanctie bepaald die de overschrijding van deze termijn van rechtswege bestraft. De omstandigheid dat deze termijn niet uitdrukkelijk gesanctioneerd is, belet evenwel niet dat de gewestelijke entiteit binnen een redelijke termijn moet handelen. Hierover lijken de partijen het eens. De overschrijding van deze ordetermijn heeft dan ook, anders dan de verzoekende partij voorstaat, niet de nietigheid van de bestreden beslissing tot gevolg De vraag terzijde gelaten of te dezen de redelijke termijn bij het nemen van de beboetingsbeslissing werd overschreden, oordeelt het Milieuhandhavingscollege dat de verzoekende partij, wil het aangevoerde bezwaar op ontvankelijke wijze zijn voorgedragen en derhalve mogelijks tot vernietiging van de bestreden beslissing leiden, dient aan te tonen, minstens redelijk aanneembaar maken, dat zij getuigt van het rechtens vereiste belang inzonderheid dat zij in concreto benadeeld is door de vertraging bij het nemen van de bestreden beboetingsbeslissing. Samen met de verwerende partij stelt het Milieuhandhavingscollege vast dat de verzoekende partij geen elementen aanreikt die het naar genoegen van recht mogelijk maken te besluiten dat zij over het rechtens vereiste belang beschikt. Aangaande de door de verzoekende partij aangevoerde onduidelijkheid nopens het al dan niet opleggen van de geldboete teneinde de financiële gevolgen ervan op haar bedrijf te kunnen inschatten is het Milieuhandhavingscollege van oordeel dat een in aanmerking te nemen belang, zeker voor een rechtspersoon, van een hoge concrete graad van zwaarwichtigheid moet blijk geven. In casu omschrijft de verzoekende partij enkel haar onzekerheid, zonder daarbij aan te geven welke concrete nadelige effecten dit heeft gehad op haar onderneming. Dit klemt des te meer nu, naar de verwerende aangeeft en hierin door de verzoekende partij niet tegengesproken, haar financiële draagkracht omvangrijk is en niets erop wijst dat deze ontoereikend zou zijn om de op te leggen geldboete te voldoen. Haar belang om binnen een redelijke termijn het boetebedrag met zekerheid te kennen is dan ook louter hypothetisch en derhalve niet te weerhouden. Aangaande het ingeroepen verband met het blijvend investeren in het aanpassen en optimaliseren van haar uitrusting, stelt het Milieuhandhavingscollege vast dat er geen enkele band bestaat tussen die investering en de vertraging in de besluitvorming door de gewestelijke entiteit, laat staan een eventueel daaraan verbonden nadeel voor de verzoekende partij. Het eerste bezwaar is onontvankelijk In het derde en laatste bezwaar betoogt de verzoekende partij dat de opgelegde geldboete van euro kennelijk in wanverhouding tot de feiten staat nu volgens haar bij het bepalen van de hoogte van de geldboete de gewestelijke entiteit geen rekening heeft gehouden met het feit dat de vervuiling van de grond het gevolg was van handelingen van derden en plaats vond na het tussenkomen van het technisch verslag ( ) [en] zij op basis van het technisch verslag tot vervoer van de grond mocht overgaan [en] verzoekster, bij de vaststelling van de minimale vervuiling, alles in het werk [heeft] gesteld om deze te verwijderen d.m.v. het zeven van de grond. Zij argumenteert verder dat de gewestelijke entiteit vaststelde dat het een eenmalig feit betrof waardoor er geen reden was voor een verhoging van de geldboete doch hierbij negeerde dat verzoekster een bedrijf is met honderden werknemers, zij alles in het werk stelt om de regelgeving na te leven en daarbij haar personeel op geregelde tijdstippen bijschoolt. Voorts is zij van oordeel dat de gewestelijke entiteit nalaat te motiveren waarom zij een hoger geldboete dan de minimumgeldboete oplegde temeer volgens haar de factor frequentie geen aanleiding geeft tot verhoging van de boete terwijl de factor omstandigheden net aanleiding heeft tot een lagere geldboete De verwerende partij ontkent formeel de beweringen van verzoekster. Zij citeert enkele overwegingen uit de bestreden beslissing die betrekking hebben op de omstandigheid dat derden de grond hebben vervuild en dat de verzoekende partij de onzuiverheden heeft trachten te verwijderen om aldus aan te tonen dat de gewestelijke entiteit wel degelijk met de voorgehouden omstandigheden rekening heeft gehouden. MHHC-14/79-VK 2 december

8 Volgens de verwerende partij heeft de geldboete niet enkel een bestraffend doch ook een ontradend karakter en het opleggen van een geldboete van 0 of 1 zou dergelijk effect onmogelijk ressorteren. Verder laat zij gelden dat de gewestelijke entiteit op zeer zorgvuldige wijze gekomen [is] tot een bepaling van de hoogte van de geldboete, rekening houdend met de ernst van het milieumisdrijf, de frequentie en de omstandigheden waarin het misdrijf is gepleegd. Opnieuw citeert zij de desbetreffende overwegingen uit de bestreden beslissing. Zij besluit tot de ongegrondheid van het derde bezwaar nu de bestreden beslissing onmogelijk [kan] aanzien worden als kennelijk onredelijk Het laatste bezwaar dient begrepen te worden als het inroepen van het proportionaliteitsbeginsel verwoord in artikel DABM en zoals gepreciseerd door artikel DABM. Dienaangaande overweegt het Milieuhandhavingscollege wat volgt. Luidens artikel DABM moet de gewestelijke entiteit er bij het opleggen van een bestuurlijke geldboete voor zorgen dat er geen kennelijke wanverhouding bestaat tussen de feiten die aan de bestuurlijke geldboete ten grondslag liggen en de boete die op grond van die feiten worden opgelegd. Artikel DABM bepaalt dat wanneer de gewestelijke entiteit een bestuurlijke geldboete oplegt de hoogte ervan wordt afgestemd op de ernst van het milieumisdrijf en dat tevens rekening wordt gehouden met de frequentie waarmee en de omstandigheden waarin de vermoedelijke overtreder het milieumisdrijf heeft gepleegd of beëindigd. Van een mogelijke schending van de artikelen juncto DABM kan alleen dan sprake zijn indien de gewestelijke entiteit op kennelijk onevenredige of onredelijke wijze toepassing heeft gemaakt van de waarderingscriteria die in deze artikelen zijn bepaald. Het Milieuhandhavingscollege stelt vooreerst vast dat, anders dan de verzoekende partij voorhoudt, de gewestelijke entiteit bij het bepalen van de hoogte van de alternatieve geldboete wel degelijk de omstandigheid heeft betrokken dat de vervuiling van de grond veroorzaakt werd door derden en plaats vond nadat de grond geanalyseerd was met het oog op het opmaken van het technisch verslag. Zij oordeelde evenwel (terecht) zulks niet als een boetemilderende omstandigheid in aanmerking te moeten nemen nu de verzoekende partij zelf verantwoordelijk was voor het uitgraven, vervoeren en storten van de grond en zij bovendien, vóór het grondtransport plaatvond, op de hoogte was van de aanwezige vervuiling. De omstandigheid dat de verzoekende partij de onzuiverheden heeft trachten te verwijderen uit de vervuilde grond te Jabbeke werd anderzijds wel meegenomen als een boetemilderende omstandigheid, zulks niettegenstaande het feit dat de verzoekende partij geen sluitend bewijs kon voorleggen dat zij de afvalstoffen (rubberen buizen en betonresten) reglementair afgevoerd heeft. De omstandigheid dat de verzoekende partij een bedrijf exploiteert met honderden werknemers, zij alles in het werk stelt om de regelgeving na te leven en hierbij haar personeel op geregelde tijdstippen bijschoolt neemt niet weg dat zij, gelijk elk ander rechtssubject, gehouden is de regelgeving na te leven zodat de gewestelijke entiteit terecht deze omstandigheid niet als boetemilderend heeft aanzien bij het bepalen van de hoogte van de geldboete. Onder randnummer 3.2. van de bestreden beslissing heeft de gewestelijke entiteit de hoogte van de alternatieve geldboete, rekening houdend met de waarderingscriteria bepaald in artikel DABM, afdoend gemotiveerd. Zonder aan de aldaar vermelde redengeving afbreuk te willen doen stelt het Milieuhandhavingscollege echter vast dat aan de waarderingsfactor ernst overmatig veel belang werd gehecht. Zulks valt echter moeilijk te rijmen met de vaststelling dat de vervuiling enkel beperkt inert afval (volgens het proces-verbaal en de als bijlage gevoegde foto s een betonblok en enkele rubberen buisjes) betrof, slecht zeer kortstondig te Jabbeke werd opgeslagen en de onzuiverheden, naar de bestreden beslissing lijkt aan te nemen, grotendeels werden verwijderd. Het derde bezwaar is in de aangegeven mate gegrond en wettigt een substantiële vermindering van de geldboete zoals in het dispositief bepaald. MHHC-14/79-VK 2 december

9 5.6. De behandeling van het beroep door het Milieuhandhavingscollege heeft geen kosten met zich gebracht, zodat een beslissing over de kosten van het geding zonder voorwerp is. Om deze redenen beslist het Milieuhandhavingscollege: 1. Het door de verzoekende partij ingediende beroep is ontvankelijk en in de aangegeven mate gegrond. 2. De beslissing 12/AMMC/692-M/DW van 3 februari 2014 van de gewestelijke entiteit wordt vernietigd in zoverre zij een alternatieve bestuurlijke geldboete oplegt van euro, vermeerderd met de opdeciemen die ten tijde van het plegen van de feiten van toepassing waren voor strafrechtelijke geldboeten, aldus gebracht op euro. 3. De alternatieve bestuurlijke geldboete wordt verminderd tot 550 euro, vermeerderd met de opdeciemen die ten tijde van het plegen van de feiten van toepassing waren voor strafrechtelijke geldboeten, aldus gebracht op euro. Dit arrest is uitgesproken in Brussel op de openbare zitting van 2 december 2014 door het Milieuhandhavingscollege, dat samengesteld is uit: Luk JOLY kamervoorzitter Carole M. BILLIET bestuursrechter Ludo DE JAGER bestuursrechter Josef NIJS bestuursrechter Peter SCHRYVERS bestuursrechter Linda VAN GEYSTELEN plaatsvervangend bestuursrechter, wettig verhinderd bij de uitspraak bijgestaan door Xavier VERCAEMER griffier. De griffier, De kamervoorzitter, Xavier VERCAEMER Luk JOLY MHHC-14/79-VK 2 december

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/35-VK van 18 april 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Albert COPPENS, advocaat, met kantoor te 9300

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/100-VK van 5 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de

hierna de tegen voor wie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/25-VK van 21 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

hierna de tegen 6/24, hierna de

hierna de tegen 6/24, hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/30-VK van 5 juli 2012 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Greg JACOBS, advocaat, met kantoor te 1831 DIEGEM,

Nadere informatie

hierna de tegen hierna de

hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Arrestt MHHC-12/18-VK van 24 april 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/31-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/14-K7 van 12 maart 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/19-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/37-VK van 12 juni 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mary VANDE ROSTYNE, advocaat, met kantoor te 9950 WAARSCHOOT, Molenstraat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/53-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], zaakvoerder, hierna de verzoekende

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/4-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ], wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/2-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/82-VK van 10 oktober 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/50-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/56-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sam DULLAERT, advocaat, met kantoor te 9100

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/55-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Filip SOETAERT, advocaat, met kantoor te 8500 KORTRIJK, Doorniksewijk

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/12-K7 van 26 februari 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sarah BERNAERS, advocaat, met kantoor te 9100 SINT-NIKLAAS,

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/3-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/63-VK van 16 juli 2013 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/49-VK van 29 mei 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/45-VK van 10 juli 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/56-VK van 13 juni 2013 In de zaak van de VZW [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bart D HAENE, advocaat, met kantoor te 2300 TURNHOUT,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/34-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/71-VK van 20 oktober 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Luc RYCKAERT, advocaat, met kantoor te 9900 EEKLO, Koningin Astridplein

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/92-VK van 7 november 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Jean-Pierre VANDE MAELE, advocaat, met kantoor te 8780 OOSTROZEBEKE,

Nadere informatie

35-VK van. hierna de. tegen. hierna de. 9 augustus 2012

35-VK van. hierna de. tegen. hierna de. 9 augustus 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/3 35-VK van 9 augustus 2012 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Willem SLOSSE, advocaat, met kantoor te 2018

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/18-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/16-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de STAD [ ] vertegenwoordigd door haar college van burgemeester en schepenen, met adres te [ ] hierna de verzoekende partij

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/90-VK van 7 november 2013 In de zaak van mevrouw [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/33-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/40-VK van 18 juni 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/41-VK van 30 april 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Kris DHAENE, advocaat, met kantoor te 9000 GENT, Sint-Lievenspoortstraat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/74-VK van 20 oktober 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/4-VK van 24 januari 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/5-VK van 23 januari 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/10-K7 van 19 februari 2015 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mario DEKETELAERE, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/29-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sabine WULLUS, advocaat met kantoor te 8630

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/49-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Yves TORFS, advocaat, met kantoor te 2200

Nadere informatie

52-VK van. hierna de. tegen. voor wie. hierna de. 6 november 2012

52-VK van. hierna de. tegen. voor wie. hierna de. 6 november 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/5 52-VK van 6 november 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/43-VK van 7 mei 2013 In de zaak van de heer [ ] en mevrouw [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreden mr. Ivan DEWEVER en mr. Kristin DEWEVER, advocaten, met

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0076 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0109/M Verzoekende partij de bvba JACQUES GHEYSENS vertegenwoordigd door advocaat Thomas BAILLEUL

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/104-VK van 19 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/60-VK van 27 juni 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/25-VK van 3 april 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Jean-Paul ROELAND, advocaat, met kantoor te 9000

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/99-VK van 27 november 2013 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Louis CHRISTOFFELS, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/15-VK van 7 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Geert AMPE, advocaat, met kantoor te 8400 OOSTENDE, Kerkstraat 38,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/90-VK van 18 december 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC/M/1516/0030 van 26 november 2015 In de zaak van de bvba 10POND, met maatschappelijke zetel te 9770 Kruishoutem, Duifhuisstraat 21, voor en namens wie optreedt mr. Koen

Nadere informatie

advocaat hierna de tegen hierna de

advocaat hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-11/6-VK van 16 juni 2011 In de zaak van de NV [ ] met vennootschapszetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], raadsman-niet advocaat met kantoor gevestigd

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/97-VK van 21 november 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor wie optreedt de heer Frédérick VAN KERREBROECK, raadsman, hierna de verzoekende partij

Nadere informatie

mevrouw hierna de tegen hierna de 16 februari 2012

mevrouw hierna de tegen hierna de 16 februari 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/ /4-VK van 16 februari 2012 In de zaak van mevrouw [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bert VERHAEGHE, advocaat, met kantoor te 8870 IZEGEM, Kasteelstraat

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de

hierna de tegen voor wie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/24-VK van 21 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/65-VK van 25 september 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreden mrs. Thierry WILLEMS en William WILLEMS, advocaten,

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/1-VK van 24 januari 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Jan SURMONT, advocaat, met kantoor te 2300 TURNHOUT, de Merodelei

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0041 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/78-M In zake : mevrouw [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0085 van 31 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/0022/M/0019 In zake: de gemeente WELLEN, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de 29 maart 20122

hierna de tegen voor wie hierna de 29 maart 20122 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/14-VK van 29 maart 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Marc DECRAMER, advocaat, met kantoor te 8940 WERVIK, Nieuwstraat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/28-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Nicky VAN LAEKEN, advocaat met kantoor te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/25-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de NV [ ], met maatschappelijke zetel te [ voor en namens wie optreedt mr. Steven VAN GEETERUYEN, advocaat, met kantoor

Nadere informatie

de BVBA advocaat, hierna de tegen 6/24, hierna de

de BVBA advocaat, hierna de tegen 6/24, hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/23-VK van 21 maart 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Stijn DE MEULENAER, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0109 van 21 april 2016 in de zaak MHHC1415/0063/M/0051 In zake: de bvba GREENERGY bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Isabelle LARMUSEAU en Alison

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/52-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van De heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Raoul KERSTENS, advocaat, met kantoor te 8310 ASSEBROEK, Dhoorestraat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0113 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0065/M/0053 In zake: de nv AGROTECH BELGASIA, met zetel te 8870 Izegem, Gentse Heerweg 78 waar woonplaats wordt

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/39-K2 van 13 juni 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Geert AMPE, advocaat, met kantoor te 8400 OOSTENDE, Kerkstraat 38,

Nadere informatie

hierna de tegen hierna de

hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Arrestt MHHC-12/20-VK van 24 april 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

de BVBA hierna de tegen wie optreedtt afdelingshoofd Energie hierna de

de BVBA hierna de tegen wie optreedtt afdelingshoofd Energie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/23-VK van 8 mei 2012 In de zaak van de BVBA [ ] met vennootschapszetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 2 augustus 2016 met nummer RvVb/A/1516/1389 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0046/SA Verzoekende partij mevrouw Pauline PENNE vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

voor wie van de Vlaamse

voor wie van de Vlaamse Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/38-VK van 18 september 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Jan WEYERS, advocaat, met kantoor te 9120 BEVEREN, Vrasenestraat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/24-VK van 3 april 2014 In de zaak van mevrouw [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Marten DE JAEGER, advocaat, met kantoor te 9990 MALDEGEM, Westeindestraat

Nadere informatie

Voorliggende publicatie bundelt dan ook de geanonimiseerde versies van de uitspraken van het Milieuhandhavingscollege in 2010:

Voorliggende publicatie bundelt dan ook de geanonimiseerde versies van de uitspraken van het Milieuhandhavingscollege in 2010: Rechtspraak 2010 TER INLEIDING Artikel 16.4.65 van het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid voorziet een geanonimiseerde publicatie van de uitspraken van het Milieuhandhavingscollege

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2015/0033 van 4 augustus 2015 in de zaak 1415/0262/A/2/0254 In zake: 1. de heer Marc DE SMET 2. de heer Marnix DECOCK beiden wonende te 8500 Kortrijk,

Nadere informatie

51-VK van. mevrouw. raadsman, hierna de. tegen. voor wie. hierna de. noemen, 6 november 2012

51-VK van. mevrouw. raadsman, hierna de. tegen. voor wie. hierna de. noemen, 6 november 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/5 51-VK van 6 november 2012 In de zaak van de heer [ ] en mevrouw [ ] samenwonende te [ ] bijgestaan door de heer Luc BUSSCHAERT, raadsman, hierna de verzoekende

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/86-VK van 2 december 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Filip Van BERGEN, advocaat, met kantoor te 2018 ANTWERPEN, Lange

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0048 van 21 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/89-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 25 juli 2017 met nummer MHHC- M /1617/0114 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0147/M Verzoekende partij de bvba M.V.T. TRANS vertegenwoordigd door advocaat Noëlla VIAENE

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/40-VK van 25 april 2013 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bart DE BECKER, advocaat, met kantoor te 8500

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/67-VK van 16 juli 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MHHC-11/ /5-VK. advocaat. hierna de. tegen. hierna de

MHHC-11/ /5-VK. advocaat. hierna de. tegen. hierna de Milieuhandhavingscollege Tussenbeslissing MHHC-11/5-VK van 300 maart 2011 In de zaak van de NV [ ] met vennootschapszetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], raadsman-niet advocaat met kantoor

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/20-VK van 12 maart 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Dany CORNELIS, advocaat, met kantoor te 9840 DE PINTE-ZEVERGEM,

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 4 maart 2010 in de zaak A /XII-5232.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 4 maart 2010 in de zaak A /XII-5232. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T nr. 201.488 van 4 maart 2010 in de zaak A. 185.318/XII-5232. In zake : Mario DE VILLA, die woonplaats kiest bij advocaat G. Vanhoucke, kantoor

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/57-VK van 25 september 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/4-VK van 23 januari 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0045 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0097/M Verzoekende partij Verwerende partij Marc Broucke, met woonplaatskeuze te 8830 Hooglede,

Nadere informatie

/11-VK van. hierna de. tegen 6/24, hierna de. 21 februari 2013

/11-VK van. hierna de. tegen 6/24, hierna de. 21 februari 2013 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/ /11-VK van 21 februari 2013 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Dominique DEVOS, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/31-VK van 28 mei 2014 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreden mrs. Thierry TAFFIJN en Johan DE SMET, advocaten, met

Nadere informatie

STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE Art. 16.4.46 DABM: De beroepen tegen de beslissingen van de gewestelijke entiteit houdende de oplegging van een alternatieve of exclusieve

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 18 december 2014 Beslissingen i.v.m. gelijkwaardigheid buitenlandse diploma s Rolnr. 2014/404-18 december 2014... 2 Rolnr. 2014/404-18

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/13-K7 van 12 maart 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mary VANDE ROSTYNE, advocaat, met kantoor te 9950 WAARSCHOOT, Molenstraat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/24-K7 van 23 april 2015 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0042 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/79-M In zake : de heer [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 12 september 2017 met nummer MHHC/M/1718/0002 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0103/M Verzoekende partij Verwerende partij de lv NELIS-CILLEN-CAYMAX vertegenwoordigd

Nadere informatie

hierna de tegen hierna de

hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-11/7-VK van 16 juni 2011 In de zaak van de NV [ ] met vennootschapszetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Frederik VANDEN BOGAERDE, advocaat, met kantoor

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de

hierna de tegen voor wie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/8-VK van 1 maartt 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Ingrid BEHAEGHE, advocaat, met kantoor te 8760 MEULEBEKE, Koornzakstraat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/15-VK van 20 februari 2014 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreden mrs. Johan DURNEZ en Erwin GOFFIN, advocaten, met

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0047 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0099/M Verzoekende partij de bvba IMBRECHTS, met zetel te 1910 Kampenhout, Haachtsesteenweg

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 8 november 2016 met nummer RvVb/A/1617/0231 in de zaak met rolnummer 1314/0771/A/2/0738 Verzoekende partij 1. de heer Tom BELMANS 2. mevrouw Christ l MAES 3.

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/51-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Marleen RYELANDT, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie