BEANTWOORDINGEN TECHNISCHE VRAGEN BLOK 6 SCHEVENINGEN HAVEN (HELLINGWEG 127)

Transcriptie

1 Vragen van de Haagse Stadspartij 1. De gronduitgifte voor Blok 6 (Watersportcentrum) waar nu culturele broedplaats de Vloek is gevestigd stond in het Stedenbouwkundig Plan Scheveningen Haven gepland voor Volgens de brief van het college gaat de gronduitgifte al in 2015 plaatsvinden en moet de Vloek plotseling 3 jaar eerder dan gepland vertrekken. In de beantwoording d.d. 12 maart 2014 van schriftelijke vragen van de VVD over het Topzeilcentrum stelde het college het volgende: De ontwikkelaar (Malherbe) heeft aangegeven sneller te willen bouwen, onder andere met het oog op de komst van de Volvo Ocean Race. De gemeente ondersteunt dit van harte en wil daar graag aan meewerken. Uit de laatst bekende planning van de bouw van het zeilcentrum blijkt echter dat de oplevering in april 2016 plaats zal vinden. Dat is bijna een jaar na de komst van de Volvo Ocean Race. Welke urgentie heeft sloop van de Vloek en bouw van het Topzeilcentrum nog in relatie tot de Volvo Ocean Race? De fasering zoals genoemd bij het Stedenbouwkundig Plan heeft gediend als basis voor het opstellen van de grondexploitatie. De gemeente heeft daarbij ook aangegeven dat indien een initiatiefnemer een plan indient dat van deze planning afwijkt, dat voor de gemeente onder voorwaarden bespreekbaar is. Met betrekking tot het initiatief voor Blok 6 is dat het geval. De bouw van het Topzeilcentrum is belangrijk voor de ontwikkeling en aantrekkelijkheid van de haven. De zeilsporten krijgen met de komst van het zeilcentrum nog meer de ruimte en het gebied krijgt nog meer de sfeer van een levendig en aantrekkelijk watersportgebied. Tijdens de Pitstop van de Volvo Ocean Race in 2015 zal Den Haag nationaal en internationaal volop in de schijnwerpers staan. De stad kan de publiciteit rondom deze race gebruiken om de aantrekkelijkheid en mogelijkheden van Scheveningen Haven extra te benadrukken. Dit vergroot de kans om grote zeilevenementen in de toekomst naar de stad te halen. 2. In dezelfde beantwoording stelde het college: Het programma dat de ontwikkelaar op dit moment wil realiseren wijkt echter af van het geen in de Realisatieovereenkomst is vastgelegd. Wij zijn hierover met de ontwikkelaar in gesprek. Welke afwijkingen waren er op dat moment? 1

2 Het oorspronkelijke programma uit de ROK bleek niet afzetbaar in de markt en is daarom aangepast op basis van wensen en mogelijkheden van potentiële huurders. Zie ook antwoord op vraag Door de bouw van het Zuiderstrandtheater zal de bouw van woningen op Blok 3 niet zoals gepland in 2018 plaats kunnen vinden. Ook zijn er t.o.v. het Stedenbouwkundig Plan veel zaken inmiddels gewijzigd. Kan het college aangeven in hoeverre er overeenstemming is met ontwikkelaar ASR/Malherbe over al deze wijzigingen en wat de consequenties zijn voor de planning en de grondexploitatie? Het overleg met de ontwikkelaar ASR/Malherbe over bedoelde wijzigingen op Blok 3 en de consequenties voor de planning en grondexploitatie loopt nog. De wijzigingen op Blok 3 hebben geen gevolgen voor Blok Wanneer wordt de raad hierover geïnformeerd? Zodra er overeenstemming met de ontwikkelaar is bereikt, wordt de raad hierover geïnformeerd. 5. Blok 6 zou volgens het Stedenbouwkundig Plan bestaan uit een solitair gebouw bedoeld voor de watersport. Er ligt nu een ander plan voor met een deel watersport, een deel extra dat voorlopig niet gebouwd wordt en een deel dat op het terrein en voor rekening van rederij van der Zwan wordt gebouwd. Waarom wordt een gedeelte van het gebouw voorlopig niet gebouwd? En welke afspraken zijn hierover precies gemaakt? Het gedeelte van de nieuwbouw dat door Van der Zwan wordt gerealiseerd behoort niet tot Blok 6 en evenmin tot de grondexploitatie. Het betreft hier een eigen ontwikkeling van Van der Zwan. Het genoemde deel "extra", zoals dat op de tekening van het voorlopig ontwerp d.d voor Blok 6 is aangegeven, is onderdeel van het huidige bouwplan. Met de ontwikkelaar is afgesproken dat, naast het realiseren van het voorlopig ontwerp d.d en mits passend binnen een nog door de gemeente en Malherbe overeen te komen stedenbouwkundige invulling, op een later moment nog circa 900m² bvo op de locatie kan worden gerealiseerd. Dit is conform het door de raad op 28 november 2013 vastgestelde bestemmingsplan Scheveningen Haven. 6. Is het juist dat de vergunning voor de Zeewatercentrale van Vestia op 25 oktober 2012 is verlopen en dat deze centrale van het Norfolkterrein gaat verhuizen naar 2

3 het van der Zwan-deel van het Watersportcentrum? Is hierover al overeenstemming bereikt tussen Vestia en van der Zwan? Het is juist dat de bouwvergunning voor de Zeewaterwarmtecentrale op 25 oktober 2012 is verlopen. Voor zover bekend zijn Vestia en van der Zwan in gesprek over een verhuizing van de Zeewaterwaterwarmtecentrale naar een gedeelte van de nieuwbouw op de locatie Van der Zwan. 7. De gemeente heeft met ASR Vastgoed Ontwikkeling N.V. en Malherbe de Juvigny Vastgoed B.V. een Realisatieovereenkomst (ROK) gesloten m.b.t. de bouw van de blokken 3, 4 en 6. Uit de brief van het college blijkt dat voor Blok 6 alleen Malherbe de ontwikkelaar is. Is dit juist? En zo ja, waarom participeert ASR niet in dit blok? Het is juist dat voor blok 6 alleen Malherbe de ontwikkelaar is. De ROK is weliswaar gesloten met de combinatie ASR/Malherbe. Maar de betrokken partijen hebben vanaf het begin de bedoeling gehad dat Malherbe het voortouw neemt ten aanzien van blok 6. Op verzoek van beiden wordt de grond uitgegeven aan Malherbe. 8. In de ROK zijn per blok afspraken gemaakt over het programma, planning, aantal bvo m2 en grondprijzen. Hoe luiden deze afspraken precies voor Blok 6? Middels een brief van (RIS ) is de raad vertrouwelijk geinformeerd over de ROK. In de (vertrouwelijke) grondexploitatie, zoals vastgesteld bij het projectdocument Scheveningen Haven (RIS ), zijn de grondprijzen opgenomen. 9. Volgens het voorlopig ontwerp heeft het watersportcentrum een bvo van m2. In de brief van het college wordt echter gesproken over m2. Kan het college dit verschil verklaren? In de brief van de wethouder SVI van 28 mei jl. is als bijlage het voorlopig ontwerp d.d van Malherbe bijgevoegd. Het voorlopig ontwerp heeft een bvo van m². Met de ontwikkelaar is een programma van m² bvo overeengekomen. Het verschil, circa 900 m², kan door de ontwikkelaar op een later moment worden gerealiseerd. 10. Kan het college aangeven op welke programma-onderdelen en hoeveel (in bvo m²) het voorlopig ontwerp van Blok 6 verschilt met de afspraken van de Realisatieovereenkomst? 3

4 Middels een brief van de wethouder SVI d.d (RIS ) heeft de raad vertrouwelijk kennis kunnen nemen van de ROK met daarin opgenomen het oorspronkelijke programma. Het programma waarover thans overeenstemming bestaat, is opgebouwd uit: (bedrijfsgebonden) kantoren: 1392 m² bvo; Hal bootopslag: 1139 m² bvo; overige bedrijfsruimte: 394 m² bvo. Programma dat op een later moment gerealiseerd kan worden: bedrijfsgebonden kantoren + bedrijfsruimte: 920 m² bvo. 11. Nu er een voorlopig ontwerp ligt is er ook een voorlopige raming van de bouwkosten voor Blok 6. Kan het college deze raming ter beschikking stellen van de raad? Zo nee, waarom niet? Bij een normale residuele grondprijsberekening is de grondopbrengst mede afhankelijk van de geraamde bouwkosten. In de ROK echter zijn de grondprijzen per m² bvo al vastgelegd. Bij de uitgifte van blok 6 zijn de prijzen uit de ROK gehandhaafd en is slechts het programma gewijzigd is. Omdat er bij Blok 6 dus geen sprake is van een residuele grondprijsberekening, is er ook geen bouwkostenraming opgesteld. 12. Kan het college de meest actuele stand van de geraamde grondopbrengst per programma-onderdeel van Blok 6 inzichtelijk maken? De actuele stand van de geraamde grondopbrengst van blok 6 ligt voor u vertrouwelijk ter inzage bij de Griffie, map no. 13. Deze wordt opgenomen in de jaarrekening Hierover wordt de raad op de gebruikelijke wijze geïnformeerd. 13. Kan het college de meest actuele stand van de geraamde grondopbrengst van het gehele Blok 6 inzichtelijk maken? De actuele geraamde grondopbrengst van het gehele blok 6 ligt voor u vertrouwelijk ter inzage. Deze wordt opgenomen in de jaarrekening Hierover wordt de raad op de gebruikelijke wijze geïnformeerd. 4

5 14. Kan het college een actuele specificatie aanleveren van de geraamde kosten die gepaard gaan met de gronduitgifte van Blok 6, onderverdeeld in o.a. verwervingskosten, sloopkosten, bodemsaneringskosten, openbare werken etc.? In de (vertrouwelijke) grondexploitatie, zoals vastgesteld bij het projectdocument Scheveningen Haven (RIS ), zijn de geraamde kosten opgenomen. Een actuele specificatie van de diverse geraamde kosten die gepaard gaan met de gronduitgifte van Blok 6 is op dit moment niet beschikbaar. Deze wordt opgenomen in de jaarrekening Hierover wordt de raad op de gebruikelijke wijze geïnformeerd. Het betreft vertrouwelijke informatie omdat het ongewenst is dat de gemeentelijke ramingen openbaar worden. 15. Volgens de brief van het college vindt het parkeren plaats op eigen terrein. Is sprake van inpandig parkeren of van parkeren in de open lucht? Over hoeveel parkeerplaatsen gaat het? Het parkeren vindt plaats op eigen terrein middels parkeerplaatsen in de open lucht. Het aantal parkeerplaatsen dient te voldoen aan de gemeentelijke parkeernormen. Deze zijn op dit moment bepaald op parkeerplaatsen. Het definitieve aantal wordt aan de hand van de uitwerking van het ontwerp en de invulling van de (kantoor)ruimten bepaald. 16. Tegen welk bedrag worden de grondopbrengsten van het parkeren verwerkt in de grondexploitatie? De grondopbrengsten van het parkeren ligt voor u vertrouwelijke ter inzage. Deze wordt opgenomen in de jaarrekening Hierover wordt de raad op de gebruikelijke wijze geïnformeerd. Het betreft vertrouwelijke informatie omdat het ongewenst is dat de gemeentelijke ramingen openbaar worden. 17. Malherbe gaat het Topzeilcentrum ontwikkelen. Is al bekend wie de aannemer/bouwer wordt? Voor het ontwikkelen van het Topzeilcentrum is door de ontwikkelaar een bouwteam opgericht met diverse disciplines. Voor 1 oktober 2014 zal door de ontwikkelaar de opdrachtverstrekking aan een geselecteerde aannemer plaatsvinden. De selectie hiervan is gaande. De aannemer gaat deelnemen aan het bouwteam. 5

6 18. Hoe gaat het werk worden aanbesteed? Zie de beantwoording bij vraag Is het juist dat pas na gereedkomen van het Definitief Ontwerp een bestek gemaakt gaat worden op basis waarvan de aanbesteding kan starten? Na het gereedkomen van het definitief ontwerp wordt een bestek gemaakt. De aannemer wordt echter voor 1 oktober 2014 geselecteerd (zie de beantwoording bij vraag 17). 20. Wordt het Topzeilcentrum straks ook door Malherbe geëxploiteerd? Zo nee, wie gaat het gebouw exploiteren? Het complex zal straks door de Malherbe groep worden geëxploiteerd. 21. Is in de ROK vastgelegd dat de ontwikkelaar zorgt voor huurders/kopers voor de nieuwbouw? Zo nee, waarom niet? Middels een brief van de wethouder SVI d.d (RIS ) heeft de raad vertrouwelijk kennis kunnen nemen van de ROK. 22. In de brief van het college wordt een aantal beoogde huurders genoemd. Kan het college een overzicht geven van alle beoogde huurders voor het gehele gebouw incl. het van der Zwangedeelte,? Kan het college daarbij aangeven voor hoeveel m2 bvo per beoogde huurder? Het project bestaat uit 2 delen: 1. Zoals bij de beantwoording van vraag 5 aangegeven, staat de ontwikkeling door Van der Zwan los van de ontwikkeling van Blok 6. Een groot deel van de ontwikkeling op het terrein van Van der Zwan is voor eigen gebruik. Voor zover bekend zijn Vestia en Van der Zwan in gesprek verhuur/huur van een gedeelte van het complex ten behoeve van een verhuizing van de Zeewaterwarmtecentrale. 2. De beoogde huurders voor het Topzeilcentrum zijn: het KNWV, Innnosportlab, Jachtclub Scheveningen, de Zeezeilvereniging Scheveningen en (uitbreiding ten behoeve van) Nacra Europe. De te huren m² s worden vastgelegd in huurovereenkomsten en zijn een aangelegenheid van de ontwikkelaar en toekomstige huurders. 6

7 23. Kan het college de huurovereenkomsten/afspraken met toekomstige huurders overleggen? Nee. De huurovereenkomsten/afspraken met toekomstige huurders zijn een aangelegenheid van de ontwikkelaar en toekomstige huurders. 24. Is in de ROK m.b.t. Blok 6 een voorverhuur/verkooppercentage vastgelegd? En zo ja, welk percentage en welke termijnen? Nee. In de Uitgifte-overeenkomst worden afspraken opgenomen over planning van de realisatie etc. 25. Wat gebeurt er als de ontwikkelaar de grond van Blok 6 niet afneemt? Als de ontwikkelaar de grond van Blok 6 niet afneemt, is de ontwikkelaar in gebreke en kan de gemeente zowel nakoming als schadevergoeding vorderen. 26. Volgens de laatste planning zoals die aan de Vloek is gegeven, zal de Vloek op 5 januari 2015 leeg moeten worden opgeleverd. De bouwaanvraag (omgevingsvergunning) zal pas daarna worden ingediend. Afgifte van een omgevingsvergunning is gepland april Is in de planning van de ROK rekening gehouden met een periode van bezwaar en beroep m.b.t. de omgevingsvergunning? Zo ja, hoeveel maanden? De beoogde ontwikkeling op Blok 6 past binnen het door de raad op 28 november 2013 vastgestelde bestemmingsplan Scheveningen Haven. Er is dus geen aanleiding te veronderstelling dat er sprake zal zijn van onoverkomelijke vertraging als gevolg van mogelijke zienswijzen en bezwaren. 27. Kan het college garanderen dat er m.b.t. Blok 6 geen braakliggende grond ontstaat en de Vloek niet onnodig vroeg gesloopt gaat worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe? Ja. De planning is als volgt: - januari 2015 sloop en bouwrijp maken - april 2015 oplevering en start bouw In de Uitgifte-overeenkomst met Malherbe worden afspraken vastgelegd over de planning. Zowel de gemeente als Malherbe zullen de planning in acht nemen. Een eventuele achterstand op de planning, zal door de betreffende partij zo snel mogelijk worden ingehaald. Zoals bij vraag 26 aangegeven, zal een eventuele 7

8 vertraging in de procedure voor de Omgevingsvergunning naar verwachting beperkt zijn, omdat het plan binnen het door de raad vastgestelde bestemmingsplan Scheveningen Haven past. 28. Kan het college garanderen dat er door de bouw in Blok 6 geen leegstand ontstaat in de nieuwbouw? Of elders in de Haven? Of in de gemeente of in de regio? De bouw van blok 6 is een belangrijke schakel in het economisch versterken van Scheveningen Haven en in die zin het aantrekken van bedrijvigheid, initiatieven en werkgelegenheid. Dat is ook de reden dat de raad het in het nieuwe bestemmingsplan heeft vastgelegd. Op deze manier willen wij de toekomst van Scheveningen Haven als economische motor versterken. De doelgroep voor het concept van het Topzeilcentrum is echter specifiek en het gebouw relatief kleinschalig, zodat het niet te verwachten is dat het tot extra leegstand in de stad of regio gaat leiden. Daarnaast verhuist slechts een gedeelte van de huidige huurders naar de nieuwe locatie, mede omdat door ligging en opzet deze beter aansluit bij hun toekomstige ambities. 29. In hoeverre gaat het college de bouw en exploitatie van het Topzeilcentrum financieel ondersteunen? De gronduitgifte geschiedt onder marktconforme voorwaarden. De gemeente is niet betrokken bij of verantwoordelijke voor de bouw en exploitatie van het complex. Het college gaat de bouw en exploitatie van het Topzeilcentrum dus niet financieel ondersteunen. 30. Sinds 1 oktober 2008 huurt het Koninklijk Watersportverbond (KNWV) bedrijfsruimte in het Nautisch Centrum aan de Hellingweg. In deze bedrijfsruimte is het Nationaal Trainingscentrum Scheveningen t.b.v. het topzeilen gevestigd. Het KNWV is onderhuurder en huurt van Jachtclub Scheveningen. Jachtclub Scheveningen huurt op haar beurt deze ruimte van Malherbe. De huurovereenkomst is aangegaan voor 5 jaar en de jaarlijkse last bedraagt (peildatum 1 oktober 2008; exclusief indexering). Is deze overeenkomst verlengd? Zo ja, met hoeveel jaar? Voor welke prijs? Zitten er ontsnappingsclausules in het contract? Zo ja, welke? Het betreft hier een privaat-rechterlijke overeenkomst tussen huurder en verhuurder waar de gemeente geen verantwoordelijkheid heeft. 8

9 31. De gemeente heeft een samenwerkingsovereenkomst met het KNWV m.b.t. het topzeilen afgesloten die liep van 1 december 2008 t/m 30 november Is deze overeenkomst verlengd? Zo nee, waarom niet. Zo ja, kan deze worden overlegd? Ja, de samenwerkingsovereenkomst met het KNWV wordt verlengd tot en met december Deze zal voor u vertrouwelijk ter inzage worden gelegd. 32. Onderdeel van de overeenkomst is dat de gemeente de huisvesting van het Trainingscentrum subsidieert. Hoeveel subsidie heeft de gemeente vanaf 2008 aan het KNWV verleend? De gemeente Den Haag ondersteunt de ambities van het Watersportverbond en faciliteert de bond in het realiseren van deze ambities. Hiervoor is vanaf per jaar aan subsidie verleend. 33. Waarom staat deze subsidie niet vermeld in het openbare subsidieregister? De subsidie wordt niet verleend via de gemeente, maar via de uitvoeringsorganisatie van de topsport in Den Haag; Stichting Den Haag Topsport. 34. Komt er een vervolg op deze subsidie als het Topzeilcentrum verhuist naar het nieuwe gebouw? Zo nee, waarom niet. Zo ja, welke afspraken zijn hierover gemaakt? Er komen hierover geen andere afspraken. De huidige afspraken hebben een looptijd tot en met Wat gebeurt er met de ruimte die het KNWV straks in het Nautisch Centrum achterlaat en wat zijn de gevolgen hiervan voor de huurder Jachtclub Scheveningen? Deze ruimte zal door de eigenaar opnieuw worden verhuurd. Daarover vindt overleg plaats tussen huurder en verhuurder. 36. Is het de bedoeling dat het Innosportlab ook verhuist naar het Watersportcentrum? Zo nee, waarom niet. Zo ja, waarom? Ja, Innosportlab is een van de beoogde huurders van het Watersportcentrum. Het nieuwe complex biedt het InnosportLab betere ruimtelijke mogelijkheden en faciliteiten om hun activiteiten uit te voeren en verder te kunnen ontwikkelen. 9

10 37. De gemeentelijke belastingdienst legt aanslagen onroerend zaakbelasting op aan gebruikers van bedrijfsruimte. Kan het college aangeven voor welke gedeeltes van het Nautisch Centrum (Hellingweg 6 t/m 142) er geen aanslag gebruikersdeel wordt opgelegd vanwege leegstand en wat de totale jaarlijkse belastingderving is? Zo nee, waarom niet? Het Nautisch Centrum Scheveningen (Hellingweg 6 t/m 142) bestaat uit o.a. appartementen en bedrijfsobjecten/kantoren. Alleen in het geval van laatstgenoemde objecten kan een aanslag onroerende-zaakbelastingen (OZB), gebruikersdeel worden opgelegd. Het object bestaat het uit twee blokken. De begane grond bestaat voornamelijk uit bedrijfsruimte die niet allemaal zijn verhuurd en waarvoor dus geen aanslag OZB, gebruikersdeel wordt opgelegd. Dit geldt eveneens voor de zogenaamde uitbouw die alleen uit bedrijfsruimte bestaat. Er zijn dertien objecten, waarvoor geen aanslag OZB gebruikersdeel wordt opgelegd in verband met leegstand. Uitgedrukt in belastingbedrag is dit totaal 3.613, De grondexploitatie van het Nautisch Centrum is destijds afgesloten met een negatief saldo van zo n 3 miljoen euro. Kan het college het exacte bedrag achterhalen? De grondexploitatie SC-50 Landhoofd C bedrijvenlocaties omvat de bouw van het Nautisch Centrum tussen de Hellingweg en de Tweede Haven en de aanleg van de aangrenzende openbare ruimte. Dat complex is reeds geruime tijd geleden gerealiseerd, evenals de betreffende openbare ruimte. Deze grondexploitatie is inmiddels gedeeltelijk afgesloten. Hierover is de raad middels het besluit van het college Verlagen voorziening negatieve plannen door financiële deelafsluiting grondexploitaties (RIS ) en de dienstjaarrekening 2013 Stedelijke Ontwikkeling (DSO) - RIS geïnformeerd. De grondexploitatie SC-50 wordt dit jaar definitief afgesloten. Hierover wordt de raad middels de jaarrekening 2014 geïnformeerd. Voor de goede orde: Blok 6 maakt geen deel uit van bovengenoemde grondexploitatie, maar van de grondexploitatie SC-96 Scheveningen Haven. 39. Met welke argumentatie is het college destijds akkoord gegaan met de in vraag 37 genoemde gemeentelijke bijdrage? In vraag 37 is geen sprake van een gemeentelijke bijdrage, maar van een gemeentelijke belasting. Voor de argumentatie van de afdekking van het negatieve saldo op de grondexploitatie van het Nautisch Centrum wordt 10

11 verwezen naar de besluitvorming bij het vaststellen van de Herziene grondexploitatie Landhoofd C, bedrijven locaties (SC-50) RIS en Herziening grondexploitatie Landhoofd C bedrijvenlocaties (SC-50) in verband met de realisatie van het Nautisch Centrum (RIS ). 40. Het zeilen is door de gemeente naast de subsidiering van het Watersportcentrum de afgelopen jaren o.a. met de volgende bedragen gesubsidieerd: 2010: Innosportlab zeilen ,- 2010: Bidbook WK ,- 2010: North Sea Regatta ,- 2010: WK ,- 2011: North Sea Regatta ,- 2012: Innosportlab zeilen ,- 2012: Kustzeilvereniging ,- 2012: North Sea Regatta ,- 2013: North Sea Regatta ,- 2015: Volvo Ocean Race , - Kan het college dit rijtje aanvullen met eventueel ontbrekende zaken die door de gemeente zijn betaald in relatie tot de zeilsport zoals o.a. aanleg slipway? 2013: WK Nacra : Aanleg slipway: : North Sea Regatta De gemeente ondersteunt deze activiteiten omdat de zeilsport speerpunt is in zowel het gemeentelijk sportbeleid als in de gewenste ontwikkeling van Scheveningen Haven. 41. In de brief van het college van 28 mei 2014 (RIS ) wordt gesteld dat het college de grondexploitatie Scheveningen Haven zal herzien voordat de uitgifteovereenkomst m.b.t. Blok 6 wordt afgesloten met Malherbe. Wanneer is de uitgifteovereenkomst gepland? Wanneer denkt het college de grondexploitatie Scheveningen Haven te herzien en hoe wordt de raad daarover geïnformeerd? De ondertekening van de Uitgifteovereenkomst is voorzien in het 4 e kwartaal De actuele stand van de geraamde grondopbrengst van blok 6 wordt opgenomen in de jaarrekening Hierover wordt de raad op de gebruikelijke wijze geïnformeerd. 11

12 42. In de toelichting bij het bestemmingplan Scheveningen Haven wordt het volgende gesteld: Broedplaatsen Met het programma Creatieve Stad Den Haag stimuleert de gemeente de creatieve sector in de stad. Voor de creatieve industrie zijn gebieden met gemengde 'rommelige' milieus en voldoende betaalbare bedrijfsruimte in een binnenstedelijke omgeving favoriet als vestigingsplaats. In dit bestemmingsplangebied is een geschikt milieu voor de creatieve sector aanwezig. Dat moet gekoesterd worden. Hoe krijgt de gewenste koestering in de praktijk gestalte in Scheveningen Haven? In het bestemmingsplan Scheveningen Haven is gewerkt met gemengde bestemmingen. Binnen de verschillende gemengde bestemmingen (Gemengd-1, Gemengd-3, Gemengd-4, Gemengd-5, Gemengd-6 en Gemengd-8) is onder andere de functie culturele voorzieningen mogelijk gemaakt (het verrichten van activiteiten op het gebied van kunst, cultuur, educatie, vermaak en ontspanning, alsmede tentoonstellingsruimten en werk- en presentatieruimten ten behoeve van kunstenaars). Het bestemmingsplan Scheveningen Haven biedt daarnaast ruime mogelijkheden voor de vestiging van kleinschalige bedrijven dankzij de aanwezigheid van een grote hoeveelheid bedrijfsruimten onder woningen. Die ruimten zijn als zodanig bestemd. 43. Hoe staat het met de plannen voor F.A.S.T.? Met FAST vindt overleg plaats over zowel een tijdelijke als een definitieve locatie. Voor de tijdelijke locatie is een aantal alternatieven in beeld gebracht en onderzocht, zowel op Scheveningen als in Kijkduin. Daarbij wordt gekeken naar bestemming volgens bestemmingsplan, grondeigendom, ligging ten opzichte van andere functies en de verwachte toekomstige ontwikkeling op de beoogde locatie. Naar verwachting kan in oktober een definitieve keuze worden gemaakt. Bij de definitieve locatie wordt uitgegaan van herhuisvesting op het Noordelijk Havenhoofd. FAST is in overleg met de initiatiefnemer van de herontwikkeling in het gebied, Volker Wessels Vastgoed. Daarbij komen onderwerpen als ambitieniveau, kosten/opbrengsten en stedenbouwkundige inpassing aan de orde. Zodra hier meer duidelijkheid over bestaat zal de commissie hierover worden geïnformeerd. Vragen van het CDA 1. Onder het kopje Herziening grondexploitatie wordt gesteld dat zodra er zicht is op realisatie door een ontwikkelaar of andere initiatiefnemer - een expliciet 12

13 collegebesluit over de resterende investeringen en het dan van toepassing zijnde risicoprofiel dient te worden genomen. Over welke resterende investeringen gaat het hier? Welk bedrag is hiermee gemoeid? Over welk risico wordt hier gesproken? De grondexploitatie SC-96 Scheveningen Haven heeft betrekking op het gehele Norfolkgebied en omgeving en ook een gedeelte van het Noordelijk Havenhoofd (blokken 1 t/m 12). De resterende investeringen betreffen de kosten voor het bouw- en woonrijpmaken van de resterende uit te geven kavels en de kosten voor de in te richten nieuwe openbare ruimten binnen het geheel van het grondexploitatiegebied. De resterende investeringen bedragen bij benadering 58,5 miljoen, in de periode tot eind Voor zover bekend zal het risico (markt- en projectrisico) na gronduitgifte van blok 6 niet toe of afnemen. Zowel de resterende investeringen als de toekomstige grondopbrengsten worden financieel niet nadelig beïnvloed door deze gronduitgifte. 2. Zijn er, naast een plattegrond, al tekeningen van het ontwerp beschikbaar? Is al bekend hoe de inpassing in de omgeving vorm krijgt? Een artist impression van het voorlopig ontwerp treft u onderstaand aan. Een volledige brochure van het voorlopig ontwerp wordt ter inzage gelegd. 3. Wat is de tijdspannen tussen sloop en nieuwbouw? Wanneer verwacht het college te beginnen met de sloop en wanneer is dit klaar? 13

14 De planning tussen sloop (en overige werkzaamheden bouwrijp maken) en start nieuwbouw is 3 maanden. De verwachting is dat in januari 2015 gestart kan worden met de sloop en de werkzaamheden voor het bouwrijp maken in april 2015 gereed zijn. 4. Gaat de bouw in blok WZ gelijk gebeuren met de bouw in de andere blokken of zal dit separaat gebeuren? Ja. De plannen van Malherbe en van der Zwan worden in één bouwstroom gerealiseerd. 5. Zijn de te realiseren parkeervoorzieningen blijvend? Ja. Vragen van D66 1. Welke concrete afspraken zijn er met de ontwikkelaar gemaakt en welke toezeggingen zijn er gedaan en hoe hard zijn deze afspraken en toezeggingen? Zoals in de brief van de wethouder SVI d.d. 28 mei 2014 is aangegeven, is er met de ontwikkelaar overeenstemming bereikt over de ontwikkeling van het plan voor blok 6 (ontwerp, programma en de grondprijs). De afgelopen maanden zijn in het kader van de Uitgifte-overeenkomst - met de ontwikkelaar tevens concrete afspraken gemaakt over o.a. de planontwikkeling, planning, bouwrijp maken en gronduitgifte. De Uitgifte-overeenkomst wordt in het 4 e kwartaal 2014 ondertekend. 2. Wat is het tijdpad voor de ontwikkeling van de locatie? (Welke stappen worden wanneer gezet?) Voor deze ontwikkeling wordt op dit moment (september 2014) onderstaand tijdspad aangehouden. Activiteit Start Eind Ontwerptraject Voorlopig ontwerp Definitief ontwerp Overeenkomst aannemer December 2013 September 2014 September 2014 Omgevingsvergunning Aanvraag Januari Augustus 2014 December 2014 September 2014

15 Afgifte April 2015 Bouwrijp maken Bodemonderzoek Beëindiging gebruik Start bouwrijp September 2014 Januari 2015 Januari 2015 Oktober 2014 April 2015 Bouw Start April 2015 Oplevering April 2016 Vraag van de VVD Onderdeel van de afspraken met Malherbe is, dat de gemeente de locatie bouwrijp maakt en de bruikleenovereenkomst met de huidige gebruikers van de locatie tegen een redelijke termijn opzegt. Wat wordt in dit kader verstaan onder een redelijke termijn en onder tijdig? De gemeente heeft de gebruikers in gesprekken op en geïnformeerd over de voortgang van het project. Daarbij is aangegeven dat het complex zal worden gesloopt ten behoeve van nieuwbouw, zodat de gebruikers binnen afzienbare tijd het complex dienen te ontruimen. Vervolgens zijn de gebruikers bij deurwaardersexploot van 5 juli 2014 formeel geïnformeerd over de planning van het project. Hierbij is bericht dat de sloop in januari 2015 zal gaan aanvangen. Voor de ontruiming van het complex is een redelijke termijn vereist. Gelet op het feit dat de gebruikers van begin af aan wisten dat de gemeente bij een reëel concreet initiatief de bruikleenovereenkomst zou opzeggen, is naar onze mening een periode van ten minste zes maanden een redelijke termijn. Deze periode geeft de gebruikers voldoende tijd om alternatieve huisvesting te vinden en de verplichte ontruiming na te komen. Met genoemde gesprekken en deurwaardersexploot heeft de gemeente de gebruikers tijdig geïnformeerd over de voortgang en zodra de Uitgifte-overeenkomst door de gemeente en Malherbe is ondertekend, zal ook dit tijdig met de gebruikers worden gecommuniceerd. 15