BELGIE MINISTERIE VAN CULTUUR KO~INKRIJK. Bestuur voor Kunst en Letteren - Plastische Kunsten. BOUDE,;"iIJN Koning der Belgen

Transcriptie

1 1/0968 KO~INKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN CULTUUR 0559 Bestuur voor Kunst en Letteren - Plastische Kunsten. BOUDE,;"iIJN Koning der Belgen A/II/NKi&/Antw. 337/1/EDS/VDB Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Ge~et op de wet van 7 augustus 1951 op het behoud van monumenten en Landschappen ; Gelet op het advies van de Bestendige Deputatie van de Provinciale Raad van Antwerpen in haar beraadslaging van 9 mei 1967 ; Gelet op het advies van de Koninklijke Commissie voor monumenten en Landschappen gegeven op 6 juli 1967 ; Op de voordracht van Onze hlinister van de ~ederlandse Cul tuur en op in Raad overlegd advies van Onze iviin~sters, lilibbeh WIJ BBSLOTEN. EN BESLUITEN WIJ : Artikel 1.- Wordt gerangschikt als monument, overeenkomstig de bepalingen van art. I der wet van 7 augustus 1931, om reden van zijn archeologische waarde, ilet Y.asteel "Sorgh Vliedt" te Hoboken, provincie Antwerpen eigendom vande gemeente, bekend ten kadaster : Sectie C, nr. 449a (2a I5ca) 452b(Ia 84 ca) ; 455a (4a 32 ca) ; 482a(êOca) ; 448 c ( 4a 50ca) ; vallen echter buiten de rangschikking als monument, de gebouwen gekend onder nr. 455 b, - 455c en 468 b van het kadaster. Artikel 2.- Wordt gerangschikt als landschap, overeenkomstig de bepalingen van art. 6 der wet van 7 augustus 1931, om reden van zijn esthetische waarde, het landschap gevormd door hetzelfde goed met pars zoals het afgebakend is op het bij dit besluit gevoegd plan en omvattende volgende kadastrale percelen : Sectie C, nr. 462 d (37a 25ca) ; 449 a (2a I5ca) 451 c ( ha Sla 52ca), 452 b (Ia 84ca) 455 a (4a 52ca) ; 455 b (Sa 17ca) 460 b (45a 85ca) ; 468 b (9a 46ca), 474 b (I5a 08 c~ ; 475 a (5a 60ca) 480 a (Iha "r3a 08ca), 482 a (60ca) ; 447 (38a 55ca) ; 450 (77a 30ca); 476 a (56a 70 ca) ; 477 a (SOa 40ca); 479 (25a 75ca) ; 455 c (5Sca) ; 481 b (4:l1a 84a 48ca) ; +83 c (Iha 75ca 95c a ) ; 433 d m2) 448 b (2a 12ca) ; 448 c (4a 50ca) ; 457 c (Iha IIa 56ca) 46I (4da 95ca). -=. /...

2 2.- Artikel 3.- Wat betreft de rangschikking van het landschap zijn de volgende beperldngen voor de behartiging van het nationaal belang welke aan de rechten van de eigenaar worden gesteld, de volgende: Behoudens toelating verleend overeenkomstig de bepalingen van artikel 6 der wet van 7 augustus 1931 op het behoud van monumenten en landschappen is het verboden : I O de bestaande gebouwen te slopen, te verbouwen, te ver-' groten e~ een bestemming aan te geven welke het esthetisch voorkomen van het landschap zou kunnen schaden of er enige wijziging ook in de kleur van de schildering, aan te brengen. 2 nieuwe gebouwen ~p te richten evenals afsluitingen in duurzame materialen. 3 de bestaande afsluitingen in gewassen te wijzigen of uit te roeien, de bestaande grachten en waterpattijen te dempen of te wijzigen. 4 de loofbomen en houtgewassen uit te kappen, bovenmatig te snoeien of te schenden. De bomen welke zouden uitsterven ~oeten vervangen worden door soortgelijke. 5 werken uit te voeren zelfs van voorlopige aard, welke het algemeen uitzicht van het landschap of de beplantingen ervan geheel of gedeeltelijk zouden kunnen schaden of schenden. 6 publiciteitspanelen of gelijk welke publiciteit aan te brengen. 7 luchtgeleidingen of palen van welke aard of voor welk doel ook, te plaatsen. 8 parkeer- en/of stationneerplaatsen voor voertuigen of. landingsplaatsen voor luchtvoertuigen in het geklasseerd landschap aan te leógen. Stationneer- en parkeerverbod is tevens opgelegd. Bui ten de toegang tot het kasteel, thans gemeentehuis, is alle verkeer, behoudens voor onderhoudsprodukten, verboden. 9 enige wegverharding aan te brengen die zowel in kleur als in uitzicht storend is voor het esthetisch voorkomen van het landschap. IO o in het geklasseerd landschap stapel- of stortplaatsen, van welke aard ook, zelfs ten tijdelijken titel, aan te leggen. IlO in het geklasseerd landschap weds'crijden met voertuigen van welke aard ook, in te richten../...

3 , 3.- Vallen niet onder de voormelde beperkingen, de gedeelten in geb~uik als sportterreinen, stadion en speelplein, gedeelten die echter niet van bestemming mogen veranderd worden, tenzij in geval zij terug hun bestemming van park zouden verkrijgen. Artikel 4.- Onze Minister van de Nederlandse Cultuur is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, de 17 september 1968 VAN KONIN~SWEGE : De Minister van de Nederlandse Cultuur,,!

4 I I

5 . - ~T' ':~ r-r f -:".- _. ----,..., <& " ',._-.:.:...;,J.n ~.-, ::...,. : ' ~ :... - :". - 47S J.'" - ". ":ft-!-:... ~ ' :;., '.,':' --'-.\ "J;-.;