Resultaten leerlingvragenlijst vierde leerjaar (april 2015)

Transcriptie

1 Bijlage 2 Resultaten leerlingvragenlijst vierde leerjaar (april 2015) Monitoring vernieuwde examenprogramma aardrijkskunde vmbo Oktober 2015 Han Noordink Frederik Oorschot Elvira Folmer

2 Toelichting: De enquête is in april 2015 gehouden onder 619 leerlingen vierde leerjaar vmbo (28 scholen) Diagram 1: Wat vind je van aardrijkskunde? Aardrijkskunde is een leuk vak -25% 75% Aardrijkskunde is een interessant vak -20% 80% Aardrijkskunde is een moeilijk vak -35% 65% Aardrijkskunde kost me meer moeite dan andere vakken -56% 44% Aardrijkskunde kost me meer tijd dan andere vakken -55% 45% Aardrijkskunde is een belangrijk vak -36% 64% -100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) mee oneens (helemaal) mee eens Driekwart van de leerlingen vindt aardrijkskunde een leuk vak. Acht op de tien leerlingen vinden aardrijkskunde een interessant vak. Twee derde vindt aardrijkskunde moeilijk. Iets minder dan de helft vindt dat aardrijkskunde meer moeite kost dan andere vakken en dat het meer tijd kost dan andere vakken. Twee derde vindt aardrijkskunde een belangrijk vak.

3 Diagram 2: Wat vind je van aardrijkskunde? (vervolg) Wat ik geleerd heb bij aardrijkskunde kan ik buiten schooltijd ook gebruiken -44% 56% Aardrijkskunde gaat over mens en natuur -26% 74% Aardrijkskunde geeft je een beeld van de wereld -8% 92% Door aardrijkskunde begrijp ik de wereld beter -33% 67% Door aardrijkskunde voel ik me meer betrokken bij de samenleving Het is goed dat aardrijkskunde ook over mijn eigen omgeving gaat Aardrijkskunde moet vooral gaan over mensen, dorpen en steden Aardrijkskunde moet vooral gaan over de natuur, klimaat en water -73% -24% -50% -29% 27% 76% 50% 71% Bij aardrijkskunde kan ik mijn eigen mening geven -42% 58% Aardrijkskunde is vooral een leervak -15% 85% Aardrijkskunde is vooral een doevak (onderzoekje, project, presentatie, etc.) -80% 20% Ik heb aardrijkskunde gekozen omdat het een interessant vak is -39% 61% Ik heb aardijksunde gekozen omdat het belangrijk is voor mijn vervolgopleiding of beroep -77% 22% Ik wilde graag aardrijkskunde in mijn examenpakket -33% 67% -100%-80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) mee oneens (helemaal) mee eens Iets meer dan de helft van de leerlingen vindt dat wat je bij aardrijkskunde leert ook buiten schooltijd te gebruiken is. Driekwart vindt dat aardrijkskunde over mens en natuur gaat. Negen op de tien leerlingen vinden dat aardrijkskunde een beeld van de wereld geeft. Twee derde van de leerlingen vindt dat je door aardrijkskunde de wereld beter begrijpt. Slechts een kwart voelt zich door aardrijkskunde meer betrokken bij de samenleving. Driekwart vindt dat het goed is dat aardrijkskunde ook over de eigen omgeving gaat. Ongeveer de helft van de leerlingen vindt dat aardrijkskunde vooral over mensen, dorpen en steden moet gaan. Ruim twee derde vindt dat aardrijkskunde vooral over de natuur, klimaat en water moet gaan. Zes op de tien leerlingen vinden dat je bij aardrijkskunde je eigen mening kan geven.

4 Leerlingen vinden aardrijkskunde vooral een leervak en geen doevak (85% vindt aardrijkskunde vooral een leervak; 80% vindt aardrijkskunde niet vooral een doevak). Vier op de tien leerlingen geven aan dat aardrijkskunde is gekozen omdat het een interessant vak is. Driekwart heeft aardrijkskunde niet gekozen omdat het belangrijk is voor de vervolgopleiding of beroep. Een derde wilde aardrijkskunde graag in het examenpakket.

5 Diagram 3: Examenonderwerpen interessant? Weer en klimaat (CE) -31% 69% Bronnen van energie (SE) -49% 51% Water (CE) -45% 56% Arm en Rijk (SE) -26% 74% Bevolking en ruimte (CE) -28% 72% Grenzen en identiteit (SE) -37% 63% Extreem weer (CE) -23% 77% Het beleid van energie (SE) -64% 37% Watermanagement / beheer van water (CE) -60% 40% Arm en rijk in de gezondheidszorg (SE) -37% 63% Grote steden (CE) -27% 74% Identiteit van de (eigen) regio (SE) -36% 65% -100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) niet interessant (heel) interessant Onderwerpen die de meeste leerlingen interessant vinden (in volgorde): Arm en rijk; Bevolking en ruimte; Weer en klimaat. Voor de onderwerpen Water en Grenzen en identiteit geldt dat er meer leerlingen zijn die het interessant vinden, dan leerlingen die het minder of niet interessant vinden. Voor Bronnen van energie geldt dat ongeveer evenveel leerlingen het interessant dan wel oninteressant vinden. Casussen (alleen voor gl/tl) die de meest leerlingen interessant vinden (in volgorde): Extreem weer; Grote steden (beide onderwerpen worden ongeveer even belangrijk gevonden); Identiteit van de eigen regio; Arm en rijk in de gezondheidszorg. Casussen die minder interessant gevonden worden: Beleid van energie; Watermanagement/beheer van water.

6 Diagram 4: Examenonderwerpen moeilijk? Weer en klimaat (CE) -50% 50% Bronnen van energie (SE) -57% 43% Water (CE) -55% 45% Arm en Rijk (SE) -35% 66% Bevolking en ruimte (CE) -40% 60% Grenzen en identiteit (SE) -46% 54% Extreem weer (CE) -41% 59% Het beleid van energie (SE) -63% 37% Watermanagement / beheer van water (CE) -62% 38% Arm en rijk in de gezondheidszorg (SE) -35% 65% Grote steden (CE) -35% 65% Identiteit van de (eigen) regio (SE) -39% 61% -100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (heel) moeilijk (heel) makkelijk De onderwerpen 1 die door iets meer leerlingen als makkelijk worden ervaren (in volgorde): Arm en rijk en Bevolking en ruimte. Bronnen van energie en Water worden door iets meer leerlingen als moeilijk ervaren. De casussen 2 (alleen gl/tl) die door iets meer leerlingen als makkelijk worden ervaren (in volgorde): Arm en rijk in de gezondheidszorg, Grote steden, Identiteit van de (eigen) regio, Extreem weer. De casussen die vaker als moeilijk worden ervaren: Beleid van energie en Watermanagement/ waterbeheer. 1 Examenonderwerpen zijn: Weer en klimaat; Bronnen van energie; Water; Arm en rijk; Bevolking en ruimte; Grenzen en identiteit. 2 Examencasussen zijn: Extreem weer; Energiebeleid; Watermanagement; Arm en rijk in de gezondheidszorg; Bevolking en ruimte in grootstedelijke gebieden; Regionale identiteit.

7 Diagram 5: Wat doe je bij aardrijkskunde? Een onderzoekje binnen school uitvoeren -80% 21% Een onderzoekje buiten school uitvoeren -83% 18% Werken in groepjes -43% 57% Werken in tweetallen -22% 78% De atlas gebruiken -7% 93% Wandkaarten gebruiken -43% 57% Kaarten via digibord gebruiken -25% 75% Luchtfoto's of satellietbeelden gebruiken -39% 61% Kaarten op de computer gebruiken -51% 49% Zelf een presentatie geven -82% 18% Ik heb in de lessen al geoefend met examenvragen voor de schoolexamentoetsen -33% 67% Ik heb in de lessen al geoefend met examenvragen voor het centraal examen -37% 63% -100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Nooit of 1 keer Soms of regelmatig De helft van de leerlingen heeft nooit een onderzoekje binnen school uitgevoerd. Bijna 30 procent een keer. 44% van de leerlingen heeft nooit een onderzoekje buiten de school uitgevoerd. Bijna 40 procent een keer. Bijna zes op de tien leerlingen werken soms of regelmatig in groepjes. Een kwart van de leerlingen nooit. Driekwart van de leerlingen werkt soms of regelmatig in tweetallen. Bijna alle leerlingen gebruiken soms (ruim een derde) tot regelmatig (bijna zestig procent) de atlas.

8 Een kwart van de leerlingen geeft aan dat wandkaarten nooit gebruikt worden. Bij een op de zeven gebeurt het regelmatig; bij ruim vier van de tien leerlingen soms. Kaarten via het digibord worden iets vaker gebruikt dan wandkaarten. Bijna de helft geeft aan dat dit soms gebeurt. Een op de zes geeft aan dat dit nooit gebeurt. Bijna de helft van de leerlingen heeft soms luchtfoto's of satellietbeelden gebruikt. Dertig procent heeft nooit kaarten op de computer (bijvoorbeeld Google Maps) gebruikt. Ruim de helft heeft nooit een presentatie gegeven. Een op de vier heeft dit een keer gedaan. Ruim veertig procent heeft soms met examenvragen voor schoolexamentoetsen geoefend. Een op de vier leerlingen heeft dit regelmatig gedaan. Bijna vier op de tien hebben soms geoefend met examenvragen voor het centraal examen. Een op de vier leerlingen heeft dit regelmatig gedaan.

9 Diagram 6: Voorbereiding op het examen Ik weet bij een schoolexamentoets welk soort vragen ik kan verwachten -21% 79% De docent bereidt mij goed voor op de schoolexamentoetsen -10% 90% De docent bereidt mij goed voor op het eindexamen -8% 92% Ik weet wat ik moet kennen voor het eindexamen -11% 89% -100%-80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) mee oneens (helemaal) mee eens Tachtig procent van de leerlingen geeft aan dat ze weten welk soort vragen ze kunnen verwachten bij een schoolexamentoets. Negen op de tien leerlingen geven aan dat de docent hen goed voorbereidt op de schoolexamentoetsen en op het eindexamen en denken te weten wat ze moeten kennen voor het eindexamen

10 Significante verschillen tussen jongens en meisjes Diagram 7: Wat vind je van aardrijkskunde? Aardrijkskunde kost me meer tijd dan andere vakken meisjes -63% -44% 37% 56% Aardrijkskunde kost me meer moeite dan andere vakken -63% -46% 36% 54% Aardrijkskunde is een moeilijk vak -44% -26% 56% 74% Aardrijkskunde is een interessant vak -24% -17% 76% 84% -100% -50% 0% 50% 100% (helemaal) mee oneens (helemaal) mee eens vinden aardrijkskunde iets vaker een moeilijk vak. Ze geven vaker aan dat het vak ze meer moeite kost dan andere vakken en meer tijd kost dan andere vakken. vinden het vak iets vaker interessant.

11 Diagram 8: Wat vind je van aardrijkskunde? (vervolg) Ik heb aardrijkskunde gekozen omdat het een interessant vak is -44% -34% 56% 66% Aardrijkskunde is vooral een leervak -9% -20% 91% 80% Bij aardrijkskunde kan ik mijn eigen mening geven -46% -38% 54% 46% Aardrijkskunde moet vooral gaan over de natuur, klimaat en water -22% -36% 78% 64% Aardrijkskunde moet vooral gaan over mensen, dorpen en steden -47% -53% 55% 47% -100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) mee oneens (helemaal) mee eens geven iets vaker aan dat ze aardrijkskunde hebben gekozen omdat het een interessant vak is. Dit kan wellicht verklaard worden uit het feit dat jongens relatief meer in de sector zitten en er daar bewuster voor kiezen; meisjes zitten naar verhouding meer in de sector en aardrijkskunde zit hier al vaker 'standaard' in het pakket.

12 vinden iets vaker aardrijkskunde vooral een leervak; dat je er je eigen mening kunt geven; dat het vooral moet gaan over natuur, klimaat en water.

13 Diagram 9: Examenonderwerpen interessant? Arm en rijk in de gezondheidszor g (SE) -23% -50% 50% 77% Watermanagem ent / het beheer van water (CE) -66% -55% 34% 45% Het beleid van energie (SE) -72% -56% 28% 44% Bevolking en ruimte (CE) -24% -31% 76% 69% Bronnen van energie (SE) Water (CE) Arm en rijk (SE) -21% -30% -48% -41% -62% -38% 79% 70% 52% 59% 38% 63% -100% -50% 0% 50% 100% (helemaal) niet interessant (heel) interessant Opvallend is het grote verschil in waardering voor het onderwerp Bronnen van energie. vinden dit in meerderheid interessant; meisjes in meerderheid oninteressant. Ook relatief groot is het verschil in interesse voor het onderwerp Arm en rijk in de gezondheidszorg. vinden dit in zijn algemeenheid veel interessanter dan jongens. Verder scoren de volgende onderwerpen (iets) beter bij jongens: Watermanagement/beheer van water; Energiebeleid; Water. De volgende onderwerpen scoren (iets) beter bij meisjes: Bevolking en ruimte; Arm en rijk.

14 Diagram 10: Examenonderwerpen moeilijk? Identiteit van de (eigen) regio (SE) -45% -33% 55% 67% Grote steden (CE) -42% -29% 58% 71% Waterman agement / het beheer van water (CE) -72% -52% 28% 47% Het beleid van energie (SE) -76% -51% 24% 49% Extreem weer (CE) -48% -34% 52% 66% Grenzen en identiteit (SE) -56% -36% 44% 64% Bevolking en ruimte (CE) -46% -35% 54% 65% Bronnen van energie (SE) Water (CE) -64% -48% -74% -43% 37% 52% 27% 57% Weer en klimaaat (CE) -62% -40% 38% 60% -100% -50% 0% 50% 100% (heel) moeilijk (heel) makkelijk geven bij alle onderwerpen vaker aan dan jongens dat ze het moeilijk vinden. Het sterkst speelt dit bij de casussen Watermanagement/waterbeheer; Beleid van energie; en de onderwerpen Grenzen en identiteit; Bronnen van energie; Weer en klimaat.

15 Diagram 11: Wat doe je bij aardrijkskunde -25% 75% Een onderzoekje buiten school uitvoeren Werken in tweetallen -87% -79% -19% 13% 21% 81% -100% -50% 0% 50% 100% Nooit of 1 keer Soms of regelmatig geven iets minder vaak aan dat ze bij aardrijkskunde soms of regelmatig in tweetallen werken geven iets vaker aan dat ze nooit of maar een keer een onderzoekje buiten de school hebben uitgevoerd.

16 Diagram 12: Voorbereiding op het examen Ik weet wat ik kan verwachten op het eindexamen Ik zie tegen het eindexamen aardrijkskunde op -32% -57% -21% -13% 68% 43% 79% 87% -100% -50% 0% 50% 100% (helemaal) mee oneens (helemaal) mee eens zien beduidend minder vaak tegen het examen op en geven iets vaker aan dat ze weten wat ze kunnen verwachten op het eindexamen.

17 Significante verschillen tussen sectoren Diagram 13: Aardrijkskunde is een moeilijk vak -52% 48% Aardrijkskunde is een moeilijk vak -31% -35% 70% 65% -33% 67% -100% -50% 0% 50% 100% (helemaal) mee oneens (helemaal) mee eens Leerlingen in de sector Zorg en welzijn geven het vaakst aan dat ze aardrijkskunde een moeilijk vak vinden. Het minst wordt dat aangegeven door leerlingen in de sector. Waarschijnlijk wordt dit verklaard vanuit het gegeven dat meisjes het vak moeilijker vinden dan jongens (zie diagram 7). De sector Zorg en welzijn wordt meer gekozen door meisjes; de sector meer door jongens.

18 Diagram 14: Wat vind je van aardrijkskunde? (vervolg) -25% 75% Aardrijkskunde moet vooral gaan over de natuur, klimaat en water Aardrijkskunde is vooral een leervak -10% -15% -33% -37% -23% -34% -25% 90% 85% 67% 63% 77% 66% 75% -100% -50% 0% 50% 100% (helemaal) mee oneens (helemaal) mee eens De leerlingen in de sector Zorg en welzijn vinden het vaakst aardrijkskunde een leervak. Er is ook een (gering) verschil te zien in het antwoord op de vraag of aardrijkskunde vooral moet gaan over de natuur, klimaat en water. Leerlingen in de sectoren Zorg en welzijn en vinden dat iets vaker.

19 Diagram 15: Examenonderwerpen interessant? Arm en rijk in de gezondheidszorg (SE) Grote steden (CE) -42% -25% -23% -46% -66% -28% -37% -60% 58% 75% 77% 55% 34% 72% 63% 40% Watermanagement / het beheer van water -51% -65% -61% -18% 49% 35% 40% 82% Bevolking en ruimte (CE) -49% -26% -25% -17% 51% 75% 75% 83% Bronnen van Energie (SE) Arm en rijk (SE) -45% -26% -21% -33% -30% -56% -49% -42% 55% 74% 79% 67% 70% 44% 51% 58% -100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) niet interessant (heel) interessant De interesse voor de afzonderlijke onderwerpen wisselt per sector. o Leerlingen in de sector zijn het sterkst geïnteresseerd in het onderwerp Bronnen van energie. Het minst zijn ze geïnteresseerd in het onderwerp Arm en rijk in de gezondheidszorg. o Leerlingen in de sector Zorg en welzijn zijn het sterkst geïnteresseerd in het onderwerp Arm en rijk in de gezondheidszorg. Veel minder ligt hun interesse bij de onderwerpen Watermanagement en Bronnen van energie. o Leerlingen in de sector zijn het meest geïnteresseerd in het onderwerp Grote steden. Beduidend minder interesse hebben ze voor het onderwerp Watermanagement.

20 o Leerlingen in de sector zijn het sterkst geïnteresseerd in de onderwerpen Bevolking en ruimte en Watermanagement. Het minst zijn ze geïnteresseerd in het onderwerp Arm en rijk in de gezondheidszorg.

21 Diagram 16: Examenonderwerpen moeilijk? Grote steden (CE) Watermanag ement / het beheer van water (CE) het beleid van energie (SE) Grenzen en identiteit SE) Bevolking en ruimte (CE) Arm en rijk (SE) Bronnen van energie (SE) Water (CE) Weer en klimaat (CE) -43% -42% -30% -20% -48% -71% -60% -60% -42% -73% -61% -40% -37% -56% -39% -50% -39% -47% -34% -42% -30% -41% -30% -42% -31% -62% -56% -58% -25% -71% -54% -42% -36% -59% -46% -50% 57% 59% 70% 80% 53% 30% 41% 40% 58% 27% 39% 60% 64% 44% 61% 50% 61% 53% 66% 58% 70% 59% 70% 58% 69% 38% 44% 42% 75% 29% 46% 58% 64% 41% 54% 50% -100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (heel) moeilijk (heel) makkelijk Leerlingen Zorg en welzijn geven het vaakst aan dat ze met een bepaald onderwerp moeite hebben. Dat geldt voor de onderwerpen Watermanagement; Energiebeleid; Grenzen en identiteit; Bevolking en ruimte; Water; Bronnen van energie; Weer en klimaat. Leerlingen hebben het minst moeite met de onderwerpen Bronnen van energie; Water; Arm en rijk. Leerlingen hebben het minst moeite met de onderwerpen Bevolking en ruimte; Arm en rijk. Leerlingen hebben het minst moeite met de onderwerpen Grote steden; Energiebeleid.

22 Diagram 17: Wat doe je bij aardrijkskunde? -74% 26% Een onderzoekje buiten school uitvoeren -87% -81% 13% 19% -92% 8% -100% -50% 0% 50% 100% Nooit of 1 keer Soms of regelmatig Leerlingen uit de verschillende sectoren verschillen (enigszins) in hun antwoord op de vraag of er weleens een onderzoekje buiten de school wordt uitgevoerd. De meeste leerlingen geven aan dat dit nooit of slechts een enkele keer het geval. Het minst in de sector. Iets vaker is dat (soms of regelmatig) in de sector.

23 Diagram 18: Opzien tegen het examen -64% 36% Ik zie tegen het eindexaen aardrijkskunde op -37% -47% 63% 53% -58% 42% -100% -50% 0% 50% 100% (helemaal) mee oneens (helemaal) mee eens Leerlingen Zorg en welzijn zien het meest op tegen het eindexamen aardrijkskunde. Leerlingen in de sector het minst. Ook hier geldt dat dit verklaard zou kunnen worden uit het aantal jongens en meisjes dat voor deze sectoren kiest.

24 Significante verschillen tussen leerwegen Diagram 19: Wat vind je van aardrijkskunde? Aardrijkskunde moet vooral gaan over de natuur, klimaat en water GL TL -30% -13% 70% 87% Bij aardrijkskunde voel ik me meer betrokken bij de samenleving GL TL -74% -56% 26% 44% -100% -50% 0% 50% 100% (helemaal) mee oneens (helemaal) mee eens Ten opzichte van TL-leerlingen vinden GL-leerlingen vaker dat aardrijkskunde vooral moet gaan over natuur, klimaat en water. Leerlingen vinden over het algemeen niet dat ze door aardrijkskunde meer betrokken zijn bij de samenleving. Dat geldt voor TL-leerlingen sterker dan voor GL-leerlingen.

25 Significante verschillen tussen goede en slechte leerlingen Diagram 20: Wat vind je van aardrijkskunde? Aardrijkskun de is een leuk vak -13% -20% -42% 87% 80% 58% Aardrijkskun de is een interessant vak -10% -15% -36% 90% 85% 64% Aardrijkskun de is een moeilijk vak -64% -35% -18% 36% 65% 82% Aardrijkskun de kost me meer moeite dan andere vakken -85% -60% -31% 44% 40% 69% Aardrijkskun e kost me meer tijd dan andere vakken -76% -60% -32% 24% 40% 68% Aardrijkskun de is een belangrijk vak -29% -34% -44% 71% 66% 56% Wat ik geleerd heb bij aardrijkskun de kan ik buiten schooltijd ook gebruiken -38% -40% -54% 62% 60% 46% -100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) mee oneens (helemaal) mee eens De betere leerlingen vinden aardrijkskunde (iets) vaker een leuk, interessant en belangrijk vak. Verder geven ze vaker aan dat wat bij aardrijkskunde geleerd is ook buiten schooltijd te gebruiken is. De minder goede leerlingen vinden aardrijkskunde vaker een moeilijker vak, dat meer moeite en tijd kost dan andere vakken.

26 Diagram 21: Wat vind je van aardrijkskunde? (vervolg) Door aardrijkskunde voel ik me meer betrokken bij de samenleving -70% -71% -80% 30% 29% 20% Het is goed dat aardrijkskunde ook over mijn eigen omgeving gaat -16% -23% -32% 85% 77% 68% Bij aardrijkskunde kan ik mijn eigen mening geven -36% -39% -50% 64% 61% 50% Aardrijkskunde is vooral een leervak -21% -16% -9% 79% 84% 91% Ik heb aardrijkskunde gekozen omdat het een interessant vak is -27% -34% -55% 73% 66% 45% Ik wilde aardrijkskunde graag in mijn examenpakket -20% -29% -46% 80% 71% 54% -100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) mee oneens (helemaal) mee eens Betere leerlingen vinden het vaker goed dat aardrijkskunde ook over de eigen omgeving gaat, en dat ze bij aardrijkskunde een eigen mening kunnen geven. Betere leerlingen hebben aardrijkskunde vaker gekozen omdat het een interessant vak is, en wilden het vak over het algemeen graag in hun examenpakket. Leerlingen die onvoldoende staan voor het vak vinden aardrijkskunde vaker een leervak.

27 Diagram 22: Examenonderwerpen interessant? Weer en klimaat (CE) -19% -29% -42% 81% 71% 58% Bronnen van energie (SE) -37% -49% -54% 63% 51% 46% Arm en rijk (SE) -25% -21% -35% 75% 79% 65% Bevolking en ruimte (CE) -29% -22% -35% 71% 78% 65% Grenzen en Identiteit (SE) -34% -32% -49% 63% 68% 52% Extreem weer (CE) -13% -23% -27% 88% 77% 74% Grote steden (CE) -33% -22% -30% 67% 78% 70% -100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) niet interessant (heel) interessant Het is opvallend dat niet altijd de betere leerlingen de afzonderlijke onderwerpen interessanter vinden dan de gemiddeld presterende leerlingen. Bij meerdere onderwerpen vinden juist de gemiddelde het interessanter dan de betere leerlingen. De minder presterende leerlingen vinden wat vaker de onderwerpen Bronnen van energie en Grenzen en identiteit minder interessant.

28 Diagram 23: Examenonderwerpen moeilijk? Weer en klimaat (CE) Bronnen van energie (SE) Water (CE) Arm en rijk (SE) Bevolkin g en ruimte (CE) Grenzen en identiteit (SE) Extreem weer (CE) Het beleid van energie (SE) Waterma nagemen t Arm en rijk in de gezondh eidszorg (SE) Grote steden (CE) Identiteit van de (eigen) regio (SE) -32% -49% -64% -37% -57% -71% -43% -53% -67% -26% -29% -49% -23% -36% -56% -28% -43% -61% -27% -38% -54% -47% -63% -71% -43% -64% -71% -17% -33% -51% -26% -31% -51% -23% -37% -51% 68% 52% 36% 63% 43% 29% 57% 47% 33% 75% 71% 51% 76% 64% 44% 73% 57% 39% 73% 62% 46% 53% 37% 30% 57% 37% 29% 84% 67% 49% 75% 69% 49% 77% 63% 49% -100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (heel) moeilijk (heel) makkelijk Minder goede leerlingen vinden vaker de afzonderlijke onderwerpen moeilijk.

29 Diagram 24: Wat doe je bij aardrijkskunde? -27% 73% Luchtfoto's of satelietbeelden gebruiken -40% 60% -45% 55% -100% -50% 0% 50% 100% Nooit of 1 keer Soms of regelmatig Betere leerlingen geven iets vaker aan dat er (soms of regelmatig) luchtfoto s of satellietbeelden gebruikt worden bij aardrijkskunde.

30 Diagram 25: Verwachting ten aanzien van en voorbereiding op het examen Ik denk dat ik een voldoende haal voor aardrijkskun de -5% -12% -25% 95% 88% 75% Ik zie tegen het eindexamen aardrijkskun de op -68% -47% -30% 32% 53% 71% Ik weet wat ik kan verwachten op het eindexamen -7% -8% -17% 93% 92% 83% Ik weet wat ik moet kennen voor het eindexamen -7% -8% -17% 93% 92% 83% De docent bereidt mij goed voor op het eindexamen -4% -5% -16% 96% 95% 84% De docent bereidt mij goed voor op de schoolexam entoetsen -14% -19% -27% 86% 81% 73% Ik weet bij een schoolexam entoets welk soort vragen ik kan verwachten -14% -19% -27% 86% 81% 73% Ik heb in de lessen geoefend met examenvrag en voor het centraal examen -29% -35% -44% 71% 65% 56% Ik heb in de lessen geoefend met examenvrag en voor de schoolexam entoetsen -28% -28% -45% 73% 72% 55% -100% -80% -60% -40% -20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) mee oneens (helemaal) mee eens Minder goed presterende leerlingen zien meer op tegen het examen. Desondanks denken de meesten dat ze een voldoende halen. De meeste, zowel goede als minder goed presenterende, leerlingen vinden dat ze goed voorbereid zijn op het examen, weten wat ze kunnen verwachten en geven aan dat ze geoefend hebben met examenvragen. Dat gevoel leeft sterker bij de betere leerlingen.