De invloed van de hieldrophoogte op dorsaalflexie en plantairflexie van het talocruraal gewricht bij hielcontact

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De invloed van de hieldrophoogte op dorsaalflexie en plantairflexie van het talocruraal gewricht bij hielcontact"

Transcriptie

1 Arteveldehogeschool Katholiek Hoger Onderwijs Gent Bachelor in de podologie Campus Kantienberg Voetweg 66, BE-9000 Gent De invloed van de hieldrophoogte op dorsaalflexie en plantairflexie van het talocruraal gewricht bij hielcontact Promotor: Mevr. Dr. S. De Mits De Heer J. De Schepper Bachelorproef voorgedragen door: Frederik ROBBENS Academiejaar: tot het bekomen van het diploma Professionele bachelor in podologie

2 2

3 Arteveldehogeschool Katholiek Hoger Onderwijs Gent Bachelor in de podologie Campus Kantienberg Voetweg 66, BE-9000 Gent De invloed van de hieldrophoogte op dorsaalflexie en plantairflexie van het talocruraal gewricht bij hielcontact 3

4 Abstract De invloed van de hieldrophoogte op dorsaalflexie en plantairflexie van het talocruraal gewricht bij hielcontact Promotiejaar: Naam studenten: Naam interne promotor: Naam externe promotor: Frederik Robbens Mevr. Dr. Sophie De Mits Dhr. Joris De Schepper Trefwoorden: dorsaalflexie, plantairflexie, minimalistisch & geschoeid lopen, hieldrop Niettegenstaande de groeiende interesse in minimalistische loopschoenen, zijn er weinig studies die de verschillende hieldrops onderling vergelijken op biomechanisch vlak. Het doel van deze bachelorproef was het onderzoeken van de plantairflexie/dorsaalflexie van het talocruraal gewricht bij minimalistische loopschoenen met verschillende heeldrops op het moment van initieel hielcontact. Elf lopers liepen met vier verschillende schoencondities (0mm hd, 4mm hd, 8mm hd en 12 mm hd) aan een snelheid van ±3.5m/s (+/-10%) over de grond. Hierbij werd de plantairflexie/dorsaalflexie op het moment van het hielcontact gemeten aan de hand van highspeed camera s. Uit deze studie blijkt dat er significante verschillen zijn tussen de vier testcondities. De grootte van de plantairflexie/dorsaalflexie hoek (bovenzijde van de onderzool t.o.v. de lijn die gevormd wordt van caput fibula naar malleoli lateralis) verschilt significant bij de verschillende hieldrophoogtes. Er is een tendens merkbaar dat naarmate de hieldrophoogte toeneemt, de grootte van de hoek kleiner wordt en dus minder plantairflexie waargenomen wordt. Notities: 4

5 Inhoudstafel Abstract... 4 Inhoudstafel... 5 Figuren- en tabellenlijst... 6 Dankwoord Introductie Talocruraal gewricht Dorsaalflexie Plantairflexie Normaal looppatroon Minimalistische schoenen Biomechanica van het lopen met een minimalistische schoenen Spatio-temporeel Kinematica Voet/enkel Knie Heup Initieel voetcontact Kinetica Grondreactiekrachten Plantaire drukken Methodiek Proefpersonen Methode Statistiek Resultaten Discussie Conclusie Literatuurlijst Bijlagenlijst Bijlage A: vragenlijst Bijlage B: gegevenstabel Bijlage C: waarden verschillende condities Bijlage D: informatiebrief en informed consent

6 Figuren- en tabellenlijst Figuur 1: Normaal gangpatroon... 9 Figuur 2: Plantairflexie en dorsaalflexie in een normaal gangpatroon uitgedrukt in graden Figuur 3: Verticale grondreactiekrachten Figuur 4: Voorbeeld van een minimalistische schoen (Vibram Fivefingers shoe).. 11 Figuur 5: Markers op het lichaam Figuur 6: Loopschoenen met markers Figuur 7: Traject Figuur 8: Markers onderste lidmaat Tabel 1: Gemiddelde waarde van de gemeten hoek voor de vier condities Tabel 2: Significante verschillen voor de gemeten hoek bij de vier condities Tabel 3: Gemiddelde waarden van de gemeten hoek bij de verschillende hieldropcondities

7 Dankwoord Graag wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om alle mensen te bedanken die rechtstreeks of onrechtstreeks hebben bijgedragen bij het tot stand komen van deze bachelorproef. Zonder hun steun had ik dit werk nooit tot een goed einde kunnen brengen. In het bijzonder dank ik Mevr. Dr. De Mits, mijn promotor, voor het aanreiken van het boeiende onderwerp, de opvolging, de deskundige raadgeving en de tijd die ze vrijmaakte om mijn vragen te beantwoorden. Ook dank ik mijn externe promotor, Dhr. Joris De Schepper, voor de deskundige raadgeving en de opvolging van dit boeiend onderwerp. Verder een warme dankjewel voor het Runners Service Lab te Zwijndrecht. Zij hebben hun apparatuur en setting gratis ter beschikking gesteld. Proefpersonen zijn onmisbaar bij onderzoek. Ik dank hen voor hun vrijwillige medewerking en tijdsinvestering. Ten slotte wil ik mijn familie en naaste kennissen bedanken voor de gemoedsrust die zij mij boden en het nalezen van dit werk. Frederik Robbens Ondergetekende draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor deze bachelorproef en staat toe dat zijn werk in de mediatheek van de hogeschool wordt opgeslagen, geraadpleegd en gefotokopieerd. Wannegem Lede, mei 2015 Frederik Robbens 7

8 De invloed van de hieldrophoogte op dorsaalflexie en plantairflexie van het talocruraal gewricht bij hielcontact Frederik Robbens 1. Introductie 1.1 Talocruraal gewricht Het enkelgewricht wordt gevormd door de articulatie tussen de pen van de tibia en fibula, en de talus. Het is samengesteld uit drie gewrichten, namelijk het tibiotalaire, het tibiofibulaire en het fibulotalair gewricht. Er zijn twee bewegingen die cruciaal zijn voor de voorwaartse progressie en de schokabsorptie. Wanneer we een as tekenen van de laterale naar mediale malleoli, kunnen we een opwaartse en neerwaartse beweging van de voet maken. Deze beweging wordt aangeduid als dorsaalflexie en plantairflexie (Gatt & Chockalingam, 2011; Kirby, 2000) Dorsaalflexie Wanneer we de voet heffen (dit is wanneer de digiti in de richting van de tibia gebracht worden), wordt dit dorsaalflexie genoemd (Gatt & Chockalingam, 2011). Dorsaalflexie van de enkel is vooral nodig bij dagelijkse activiteiten en sportspecifieke bewegingen zoals lopen, rennen, traplopen, hurken, en springen. Verschillende onderste extremiteit musculoskeletale aandoeningen zijn geassocieerd met een gebrek aan dorsaalflexie (Hart, Cosby, & Chinn, 2011). Boone stelde in 1978 normaalwaarden op voor maximale dorsaalflexie bij verschillende leeftijdsgroepen. Daarbij werd gesteld dat personen met een leeftijd tussen 13 en 19 jaar een dorsaalflexie van 11 nodig hebben om een normale dorsaalflexie in de enkel te hebben. Personen met een leeftijd tussen 20 en 54 jaar zouden minimaal een dorsaalflexie van 12 nodig hebben en personen ouder dan 61 jaar hebben slechts 8 dorsaalflexie nodig (Poot & Van Gaalen, 2012) Plantairflexie Wanneer het enkelgewricht in de richting van het plantaire aspect van de voet bewogen wordt, noemen we dit plantairflexie (Gatt & Chockalingam, 2011). Ook hier heeft Boone in 1978 normaalwaarden voor de maximale plantairflexie gezocht voor verschillende leeftijdsgroepen. Tussen 13 en 19 jaar bedraagt deze waarde 56, tussen 20 en 39 bedraagt deze 55 en tussen 40 en 54 jaar 53. Wanneer men ouder is dan 61 jaar, heeft men 46 plantairflexie nodig. Dit toont aan dat de lenigheid in het enkelgewricht met de leeftijd afneemt (Poot & Van Gaalen, 2012). 8

9 1.2 Normaal looppatroon Activiteiten in het dagelijks leven dwingen ons te bewegen in onze omgeving. Voor de meeste mensen is wandelen de beste manier om zich te verplaatsen (Zijlstra, 2004). Naast wandelen kan men ook lopen om zich sneller te kunnen verplaatsen. Het looppatroon begint wanneer de voet in contact komt met de grond en eindigt wanneer dezelfde voet de grond terug raakt (= schrede) (Deckers & Beckers, 1996). Ons looppatroon wordt onderverdeeld in twee grote fasen: de steunfase en de zwaaifase. Wanneer men loopt is de steunfase minder dan 50% van de volledige loopcyclus (dit hangt af van de snelheid) dit in tegenstelling tot wandelen waarbij de steunfase ±60% bedraagt (Novacheck, 1998; Deckers & Beckers, 1996). De steunfase kan men onderverdelen in drie kleinere fasen (Deckers & Beckers, 1996). 1. De eerste fase begint wanneer het calcaneus de grond raakt, ook initieel contact of heelstrike genoemd. Deze fase eindigt met de foot-flat, het moment waarbij de voorvoet de grond raakt. 2. Na de heel-strike vindt de mid-stance fase plaats. Deze begint bij de foot-flat en eindigt bij de heel-off, het moment waarbij de calcaneus de grond verlaat. 3. De laatste subfase, de propulsiefase, bevindt zich tussen heel-off en toe-off, het moment waarbij de digiti de grond verlaten (Deckers & Beckers, 1996;Biswas, 2009). Na de toe-off begint de zwaaifase. Ook deze fase kan worden opgedeeld in drie kleinere fasen. 1. De eerste fase wordt ook wel de initial swing genoemd. Deze fase begint bij het toe-off moment en eindigt wanneer er maximale knieflexie optreedt (60 ). 2. De tweede fase is de mid-swing fase. Deze start bij de maximale knieflexie en eindigt wanneer de tibia loodrecht of verticaal gepositioneerd staat tegenover de grond. 3. Tot slot vindt de terminal swing plaats, deze fase begint wanneer de tibia loodrecht of verticaal op de grond staat en eindigt wanneer de voet initieel contact maakt met de grond (Biswas, 2009). Figuur 1: Normaal gangpatroon (Ryan, 2013) 9

10 De timing van de enkelbeweging in het looppatroon wordt in figuur 2 weergegeven. Wanneer de voet noch dorsaalflexie of plantairflexie doet (DF = 0 = PF) komt dit overeen met de nulstand van de voet (Novacheck, 1998). Het initieel contact bij lopen gebeurt meestal net zoals bij wandelen met de hiel. Tijdens wandelen ziet men dat de enkel zich bij initieel contact in 3-5 plantairflexie bevindt, dit komt door de positie van de tibia (Perry, 1992). Echter wanneer men loopt, is er een grotere dorsaalflexie beweging nodig om initieel hielcontact te kunnen maken aangezien de tibia anders gepositioneerd is (Novacheck, 1998). Figuur 2: Plantairflexie en dorsaalflexie in een normaal looppatroon uitgedrukt in graden (Novacheck et al, 1998) Wanneer men loopt treden er grond-reactiekrachten op en dit zowel horizontaal als verticaal. Bij de verticale grondreactiekrachten worden twee pieken waargenomen tijdens het looppatroon. De eerste piek is de passieve piek, of ook wel impactpiek genoemd. Deze piek komt overeen met de impact van het eerste contact met de grond door de hiel. Deze impact wordt gereduceerd door het heel pad van de schoen. Deze eerste piek is meestal smaller en duurt minder lang dan de tweede piek. Wanneer men echter met de voorvoet of middenvoet initieel contact maakt, zal deze impactpiek lager of niet aanwezig zijn (Novacheck et al, 1998). De tweede piek vindt plaats tijdens de midstandsfase en wordt ook wel de actieve piek genoemd (stippellijn in de figuur) (Gottschall & Kram, 2005). Deze piek bevindt zich tussen de absorptie (vertraging) en generatie (versnelling) (Novacheck, 1998). Figuur 3: Verticale grondreactiekrachten (Novacheck et al, 1998) 10

11 1.3 Minimalistische schoenen De schoenindustrie heeft meer en meer aandacht voor het blootsvoets lopen en ontwikkelde minimalistische schoenen zoals Nike Free en Vibram Fivefingers shoes. Deze schoenen zouden het blootsvoets lopen nabootsen en tegelijkertijd een basisbescherming geven. Minimalistische loopschoenen zijn al meer dan een decennium op de markt en zijn in volle ontwikkeling (Kaplan, 2014). Deze nieuwe trend wint terrein o.a. door de bewering dat lopen met traditionele schoenen meer loopgerelateerde verwondingen zou veroorzaken (Lieberman et al., 2010). Bedrijven spelen hier handig op in en verleiden de kandidaat-kopers door te stellen dat minimalistische loopschoenen een meer natuurlijk gevoel zouden geven, een gevoel dat dichter aanleunt bij blootsvoets lopen (Kaplan, 2014). Taylor, Paquette, Zhang, & Baumgartner (2013) en Squadrone, Rodano, Hamill, & Preatoni (2014) bevestigen dit. Al hebben Squadrone, Rodano, Hamill, & Preatoni (2014) aangetoond dat de mate van natuurlijk gevoel afhangt van de soort minimalistische loopschoen. Figuur 4: Voorbeeld van een minimalistische schoen (Vibram Fivefingers shoe) (Kaplan, 2014) Er bestaat geen eenduidige definitie van minimalistische loopschoen en dit bemoeilijkt het beschrijven ervan (Schütte, 2012). Hieronder een opsomming van diverse gehanteerde criteria. Sandler & Lee (2010) ontwierpen een minimalistische-loopschoen-checklist. Om te beantwoorden aan de benaming minimalistische loopschoen, moet de schoen aan de volgende criteria voldoen: de schoen is licht, flexibel en heeft een lage heeldrop en een brede teenbox. Andere kenmerken zoals de aanwezigheid van ondersteuning van de mediale voetboog, zware demping of de aanwezigheid van grote heeldrop werden als negatief beoordeeld in deze checklist (Schütte, 2012). Saxby (2011) beschreef vier criteria voor een loopschoen om tot de categorie minimalistische schoen te mogen behoren. Hij ging akkoord met het lage gewicht en de brede teenbox zoals beschreven door Sandler & Lee (2010). Volgens Saxby moet de loopschoen ook zorgen voor sensorische feedback. De schoen moet de voet tegen acute verwondingen of extreme temperaturen beschermen. Het gewicht van de loopschoen mag de natuurlijke positie van de voet niet veranderen. Zwaardere loopschoenen compenseren het zwaartepunt van het lichaam en dit heeft een invloed op de loopstijl. De minimalistische loopschoen mag de ruimte van de voet niet beperken. De teenbox van de schoen moet breed genoeg zijn (Schütte, 2012). Hamill, Russell, Gruber, & Miller (2011) stemden hierop in, maar definiëren minimalistisch loopschoeisel verder ook als schoeisel met een dunne, flexibele tussenzool en buitenzool, en met weinig of geen steun aan de hiel (Schütte, 2012). 11

12 Rixe, Gallo, & Silvis (2012) voegden hier aan toe dat een minimalistische loopschoen geen hoge hieldrop (heeldrop <5 mm) en weinig padding heeft (Schütte, 2012). De hieldrop is het verschil in hoogte van de zool onder de tenen met de hoogte van de zool onder de hiel (Chambon, Delattre, Guéguen, Berton, & Rao, 2014). Anderen blijven terughoudend over wat nu een echte minimalistische schoen is. Perkins, Hanney, & Rothschild (2014) zeggen dat er geen duidelijke definitie bestaat van de minimalistische schoen. Wellicht is dit te verklaren door de zeer uiteenlopende modellen, en bijgevolg zeer verscheiden kenmerken, die de diverse merken op de markt brengen. (Schütte, 2012). Wanneer men bovenstaande gegevens overschouwt, kan men toch besluiten dat er een algemene consensus is over de volgende zaken. Een minimalistische schoen stuurt de voet minder dan een traditionele schoen. Het gewicht van een minimalistische schoen is lager(<8 ounce of 226,8 gram)(kaplan, 2014). Dit heeft als voordeel dat het energieverbruik significant lager is en de pasfrequentie significant hoger is dan bij het lopen met een traditionele schoen en dit bij een massaverschil van 200g (Divert et al., 2008). De hieldrop (hd) van een minimalistische schoen is lager (gelijk of kleiner dan 5mm hd) (Schütte, 2012; Kaplan, 2014). Een minimalistische schoen is flexibeler en biedt minder padding waardoor de schokdemping lager is (Hamill, Russell, Gruber, & Miller, 2011). Niettegenstaande het gebrek aan een eenduidige visie over de kenmerken van een minimalistische schoen, onderscheidt men vandaag de dag drie categorieën : 1 ste categorie: de low-heel en heel-to-toe drop footwear (bijvoorbeeld de FiveFingers ) 2 de categorie: de minimalistische schoen met dikkere zool (bijvoorbeeld de Nike Free) 3 de categorie: de racing flat: de minimalistische schoen tussen blootsvoets en traditionele vlakke hardloopschoen (bijvoorbeeld Saucony Free en Brooks ) (Squadrone, Rodano, Hamill, & Preatoni, 2014). Wanneer men deze drie groepen met elkaar vergelijkt, stelt men de volgende grote verschillen vast. Het gewicht van de schoenen uit alle drie de groepen is lager dan die van een traditionele schoen. De low-heel en heel-to-toe drop footwear is de lichtste van de drie. Er is een groot verschil in schokabsorptie. Bij de low-heel en heel-to-toe drop footwear is deze zeer laag, bij de andere twee groepen veel hoger. De flexibiliteit ligt bij de racing flat veel lager dan in de eerste twee groepen waar de flexibiliteit groot is (Squadrone, Rodano, Hamill, & Preatoni, 2014). 12

13 1.4 Biomechanica van het lopen met een minimalistische schoenen Er is veel onderzoek verricht naar blootsvoets lopen in vergelijking met geschoeid lopen (De Wit, De Clercq, & Aerts, 2000; Lieberman, 2012; Nigg & Enders, 2013). Specifiek onderzoek gericht op het lopen met minimalistische schoenen is echter beperkt. Studies tonen aan dat de biomechanica van lopen met minimalistische schoenen dichter aanleunt bij blootsvoets lopen dan bij lopen met een klassieke loopschoen (Taylor, Paquette, Zhang, & Baumgartner, 2013; Squadrone, Rodano, Hamill, & Preatoni, 2014). Hieronder een beknopte beschrijving van de resultaten Spatio-temporeel Onderzoek van Bonacci et al. (2013) tonen aan dat lopen met minimalistische schoenen een gereduceerde staplengte en verhoogde cadans (= pasfrequentie) tot gevolg heeft in vergelijking met het lopen met traditionele schoenen (Willy & Davis, 2014). De studie van Squadrone, Rodano, Hamill, & Preatoni (2014) toont aan dat de voet minder contact maakt met de grond bij het lopen met minimalistische schoenen dan bij het lopen met de traditionele schoen. Wanneer we de drie groepen minimalistische schoenen onderling vergelijken blijkt dat de pasfrequentie bij de low-heel en heel-to-toe drop footwear ±15% hoger ligt dan bij de andere twee groepen. Ook de staplengte en de tijd van het voetcontact ligt bij de low heel en heel-to-toe drop footwear lager dan bij de andere twee, nl. respectievelijk ±15% en ±18%. De contacttijd bij de andere twee groepen en bij de traditionele schoen waren ongeveer gelijk (Squadrone, Rodano, Hamill, & Preatoni, 2014) Kinematica Hamill, Russell, Gruber, & Miller (2011) onderzochten of er verschillen waren op het vlak van de kinematica bij het lopen met minimalistische schoenen van 4mm hd waarbij enkel de dikte van de middenzool varieerde (drie types nl. 0mm-4mm, 8mm-12mm en 16mm-20mm). Hieruit bleek dat 33% van de proefpersonen bij initieel hielcontact in dorsaalflexie stonden. Hamill, Russell, Gruber, & Miller (2011) concludeerden toch dat de dikte van de middenzool geen invloed heeft op vlak van kinematica Voet/enkel Wanneer men de hoek meet tussen het plantaire aspect van de voet en de grond bij initieel hielcontact is deze bij lopen met de low-heel en heel-to-toe drop footwear significant kleiner dan bij lopen met de minimalistische schoen met dikkere zool en lopen met de traditionele schoen. Ook bij lopen met de racing flat schoen is deze hoek kleiner dan bij lopen met de traditionele schoen, al zijn deze verschillen miniem. (Squadrone, Rodano, Hamill, & Preatoni, 2014). Willy & Davis (2014) onderzochten de kinematica bij minimalistische schoenen en traditionele schoenen. Hieruit bleek dat bij initieel hielcontact, de dorsaalflexie beweging veel groter was. 13

14 Bonacci et al. (2013) toonden aan dat er een significant verschil is bij de maximale interne rotatie bij het lopen met traditionele loopschoenen in vergelijking met het lopen met minimalistische loopschoenen in de standfase. Er bleken echter geen significante verschillen te zijn bij inversie tussen het lopen met traditionele loopschoenen en met minimalistische loopschoenen Knie Wanneer men de verschillen bij het lopen met een traditionele loopschoen en een minimalistische schoen bekijkt ter hoogte van de knie, blijken er wel significante verschillen te zijn. Het onderzoek van Squadrone, Rodano, Hamill, & Preatoni (2014) toont aan dat bij het lopen met low-heel en heel-to-toe drop footware de range of motion gedurende de steunfase afneemt in vergelijking met het lopen met traditionele schoenen en de laatste twee types minimalistische schoenen. Squadrone, Rodano, Hamill, & Preatoni (2014) nemen geen verschil waar in de hoek die de knie vormt bij hielcontact tussen de verschillende minimalistische schoenen en de traditionele schoenen. In tegenstelling tot Willy & Davis (2014) stelden zij vast dat er een grotere knieflexie optreedt bij minimalistische schoenen in vergelijking met traditionele schoenen bij hielcontact. Wat betreft de hoek die in de knie gevormd wordt bij het hiel-off moment, is er geen significant verschil (Squadrone, Rodano, Hamill, & Preatoni, 2014) Heup Er is een verschil in verticale heuphoogte tijdens de loopcyclus met de verschillende types minimalistische loopschoenen. De heup maakt bij het lopen met low-heel en heel-to-toe drop footware significant minder verticale beweging dan bij het lopen met de traditionele schoenen en minimalistische schoenen met dikkere middenzool (Squadrone, Rodano, Hamill, & Preatoni, 2014) Initieel voetcontact Hoewel het exacte punt van het eerste contact van de voet met de grond tijdens lopen sterk varieert onder hardlopers, kan men de lopers toch indelen in drie grote groepen. 1. De achtervoetlopers maken eerst contact met de hiel of achterste derde van de voet. (=hiellanders) 2. Bij de middenvoetlopers maken de hiel en de bal van de voet bijna tegelijkertijd contact (meestal langs de laterale kant van de voet) (=midvoetlanders). 3. De voorvoetlopers maken eerst contact met het voorste deel van de voet en daarna met de hiel (=voorvoetlanders) (Hasegawa, Yamauchi, & Kraemer, 2007). 14

15 Hasegawa, Yamauchi, & Kraemer (2007) toonden aan dat ongeveer 74,9% van de lopers achtervoetlopers zijn, 23,7% zijn middenvoetlopers en slechts 1,4% zijn voorvoetlopers. Er is vastgesteld dat middenvoetlopen vaker voorkomt bij de meer ervaren hardlopers (Hasegawa et al., 2007). Shih, Lin, & Shiang (2013) beweren dat blootsvoets lopen meestal aanleiding geeft tot een initieel contact op de voorvoet terwijl geschoeid lopen aanleiding zou geven op initieel contact op de hiel Kinetica De studie van Squadrone & Gallozzi (2009) vergelijkt het minimalistisch en traditioneel lopen op diverse aspecten. Bij het lopen met minimalistische schoenen tonen tijd-ruimtelijke kenmerken, de geometrie van de onderste ledematen en de impactpiek bij de grondreactiekrachten meer gelijkenis met blootsvoets lopen dan met lopen met traditionele schoenen. Het is echter niet duidelijk wat de oorzaak is van deze verschillen: het gewicht, de stijfheid, de dikte of de hieldrop van de loopschoen. Hamill, Russell, Gruber, & Miller (2011) onderzochten of er verschillen waren op vlak van kinetica bij het lopen met minimalistische schoenen van 4mm hd waarbij enkel de dikte van middenzool verschilde. De onderzoekers besloten dat de dikte van de middenzool geen invloed heeft op de kinetica Grondreactiekrachten In een recente studie van Bonacci et al. (2013) werd een onderzoek gedaan naar verschillen bij achtervoetlopers in functie van de verschillende hieldrops. Hieruit blijkt dat wanneer er met een lage hieldrop gelopen wordt de impactpiek, bij hielcontact, het grootst is. De studie van Squadrone, Rodano, Hamill, & Preatoni (2014) lijkt dit te ontkrachten. Hun onderzoek toont aan dat er geen verschillen zijn op het vlak van impactkrachten bij hieldrops tussen 0 en 12 mm. Deze tegenstrijdigheid kan mogelijk verklaard worden doordat de verschillende onderzoekers verschillende soorten minimalistische schoenen gebruikten (TenBroek, Rodrigues, Frederick, & Hamill, 2013) Plantaire drukken Uit een eerste studie van Warne et al. (2014) blijkt dat lopen met minimalistische schoenen, zonder aanpassingsperiode, tot een hogere maximale gemiddelde druk in de midden en voorvoet regio resulteerde. In deze studie werd de plantaire drukken aan de hand van een loopband beoordeeld. Het is bekend dat plantaire drukken meten aan de hand van een loopband verschilt met die bij het lopen op de grond (Bergstra et al., 2014). 15

16 Een andere studie toonde aan dat hardlopen met een minimalistische schoen de plantaire drukken verhoogt, zonder dat er verandering optreedt in het initieel contact. Deze verhoogde druk in de voorvoet kan een rol spelen bij het ontstaan van de middenvoet stressfracturen bij lopers die net overschakelen van traditionele naar minimalistische loopschoenen (Bergstra et al., 2014). Bij de studies van de kinematica en kinetica bij het lopen met minimalistische loopschoenen is de dorsaalflexie en plantairflexie bij de verschillende hieldrops niet verder onderzocht. Daarom stellen wij ons de vraag of de hoogte van de hieldrop invloed heeft op het talocruraal gewricht bij initieel hielcontact. In ons onderzoek bestuderen wij de invloed van de hieldrophoogte op de plantairflexie/dorsaalflexie. 16

17 2. Methodiek 2.1 Proefpersonen Aan het onderzoek namen elf gezonde mannelijke lopers vrijwillig deel. Hun gemiddelde leeftijd was 28 ±13 jaar. Het gemiddelde gewicht bedroeg 69 ± 8,1kg en de gemiddelde lengte bedroeg 176 ±4,74cm. Bij het rekruteren van de proefpersonen werden de volgende inclusie/exclusie-criteria gehanteerd. De proefpersonen moesten ervaren lopers zijn (30-40km/ week). Hun Body Mass Index moest binnen de normale waarden vallen (18,5/25). Dit om eventuele vermindering van de heeldrop door overmatig gewicht te vermijden. De proefpersonen moesten een snelheid van 3,5m/s aankunnen om het onderzoek volledig te kunnen doorlopen. Binnen de zes maanden voor het afnemen van de looptesten, mochten de proefpersonen geen letsels gehad hebben aan de onderste ledematen. Ook mochten er geen systeemziekten vastgesteld zijn. De proefpersonen werden vooraf geïnformeerd over de procedure en ondertekenden het informed consent. 1 Alle proefpersonen kregen het advies om op de dag van de testen geen looptrainingen of intensieve activiteiten te doen om zo vermoeidheid tijdens het onderzoek te voorkomen. Aan de hand van een vragenlijst werd vooraf geïnformeerd naar vroegere blessures, algemene conditie, operaties en loopschoenkennis Methode Om kinematische verschillen in heup, knie en enkel te kunnen waarnemen, waaronder plantairflexie en dorsaalflexie van de enkel, werden reflecterende markers op de huid gekleefd. Dit gebeurde op de volgende anatomische plaatsen: acromion (1), trochanter maior (2), spina iliaca posterior superior, laterale femurcondyl (3), overgang musculus soleus en musculus gastrocnemius, caput fibulae (4), 2 cm boven contrefort op de achillespees, tuberositas ossis naviculare, laterale malleolus (5), laterale zijde caput metatarsale 5 (CM 5) (6), mediale zijde CM 1 (7), proximaal calcaneus (8), distaal calcaneus (9). Alle markers werden bilateraal aangebracht (Cappozzo, Catani, Della Croce, & Leardini, 1995; Deschamps et al., 2014; Wu et al., 2002). 1 Informatiebrief en informed consent kan gevonden worden in bijlage E Figuur 5: Markers op het lichaam 2 Vragenlijst kan gevonden worden in bijlage A. 17

18 De 11 getrainde mannelijke lopers werden allen getest met dezelfde loopschoenen. Er werd gelopen met aangepaste Adidas loopschoenen waarvan de buitenzool shore bedroeg en waarvan de hieldrop (hd) uit 0mm, 4mm, 8mm en 12mm bestond. De volgende schoenmaten werden gebruikt 39, 42.5, 44, 48. Figuur 6: Loopschoenen met markers De beelden werden vastgelegd met drie high speed camera s (Quintic High-Speed LIVE USB2 Camera, 180 hertz) in combinatie met een stroboscoop om de markers zichtbaar te maken (Quintic Infrared LED Ring Light). Er werden twee camera s sagitaal links en één camera sagitaal rechts geplaatst. De snelheid werd gecontroleerd via een infrarood snelheidsmeter die opgesteld stond aan het begin van de looppiste. Deze snelheidsmeter was gekoppeld aan een computer met specifieke software (CM Win Version ). De lengte van de runway bedroeg 43m, en de high speed camera s bevonden zich op 10m en 15m. Om te controleren of de loper met de juiste snelheid liep en om te checken of alle markers zichtbaar waren bij de opname, werd er eerst een testloop gedaan. Indien deze goed bevonden werd, kon het echte onderzoek starten. Elke loper liep in vier verschillende condities nl. 0mm hd, 4mm hd, 8mm hd, 12mm hd. Elke conditie werd vier keer gelopen in een rechtlijnig traject van 43 meter en dit aan een snelheid van 3,5m/s met een foutmarge van 10%. Er werd afwisselend gestart met de linker- en de rechtervoet. Figuur 7: Traject Wanneer de run afgelopen was, werden alle opnames nauwkeurig nagekeken op eventuele ontbrekende markers en het slecht in beeld brengen van de proefpersoon. Indien de kwaliteit van de opnames goed was en de snelheid binnen de marge was, werd de run goedgekeurd. Figuur 8: Markers onderste lidmaat 18

19 Vervolgens werden alle data verwerkt door middel van Kinovea Eerst controleerde men of het initieel hielcontact van de voet in het midden van het beeld stond. Dit was belangrijk om foute hoekmetingen te voorkomen. Vervolgens plaatste men softwarematig een marker in het verlengde van CM5. Ook op de bovenrand van de buitenzool bracht men een marker aan in het verlengde van de malleoli lateralis en de caput fibulae. Hierna werd de plantairflexie/dorsaalflexie hoek gemeten. 2.3 Statistiek Alle gegevens werden verwerkt met SPSS Basic statistic (IBM, New York, USA). Er werd nagegaan of de populatie een normale verdeling had. De verschillende condities (0mm hd, 4mm hd, 8mm hd en 12mm hd) werden vergeleken door middel van ANOVA testen. Post hoc vergelijkingen werden uitgevoerd met een Bonferroni correctie. Het significantie niveau werd bepaald op p<0,05. 19

20 3. Resultaten De statistische verwerking toont duidelijk significante verschillen voor de gemeten plantairflexie/dorsaalflexie hoek in de vier condities. Bij de Post hoc testen werden significante verschillen waargenomen tussen de volgende condities: 0mm hd in vergelijking met 8mm hd (p=0,037) 0mm hd in vergelijking met 12mm hd (p=0,009) 4mm hd in vergelijking met 12mm hd (p=0,004) 8mm hd in vergelijking met 12mm hd (p=0,010) Tussen de conditie 0mm hd en 4mm hd werd geen significant verschil gevonden, al lijkt dit wel in de richting te gaan van een waargenomen trend (p=0,0507). Hieldrop Gemiddelde waarde van de gemeten hoek 0mm 86,30 ± 2,83(*) 4mm 84,98 ± 2,95(*) 8mm 83,23 ± 3,28(*) 12mm 81,73 ± 3,61(*) Tabel 1 : Gemiddelde waarden van de gemeten hoek voor de vier condities (*) ± geeft de standaard deviatie aan Hieldrop 0mm hd 4mm hd 8mm hd 12mm hd 0mm / p=0,0507 p=0,037 p=0,009 4mm p=0,0507 / p=0,004 8mm p=0,037 / p=0,010 12mm p=0,009 p=0,004 p=0,010 / Tabel 2 : Significante verschillen voor de gemeten hoek bij de vier condities significant verschil tussen de gemiddelden van de gemeten hoek geen significant verschil tussen de gemiddelden van de gemeten hoek 20

21 Tabel 3: Gemiddelde waarden van de gemeten hoek bij de verschillende hieldropcondities HD0 = heeldrop 0mm, HD4 = heeldrop 4mm, HD8 = heeldrop 8mm, HD12 = heeldrop 12 mm *significante verschillen waarbij p< 0,05 21

22 4. Discussie De grootte van de plantairflexie/dorsaalflexie hoek blijkt significant te verschillen bij de verschillende hieldrophoogtes. Er is ook een tendens merkbaar dat naarmate de hieldrophoogte toeneemt, de grootte van de plantairflexie/dorsaalflexie hoek kleiner wordt en dus minder plantairflexie waargenomen wordt. Onderzoek van Squadrone, Rodano, Hamill, & Preatoni (2014) lijkt dit te beamen. Ze tonen aan dat de hoek die gevormd wordt bij initieel hielcontact tussen het plantair aspect van de voet en de grond significant kleiner is bij minimalistische loopschoenen in vergelijking met traditionele loopschoenen of minimalistische loopschoenen met een grotere heeldrop. Hieruit kan men afleiden dat wanneer men schoenen draagt met een lage hieldrop de gemeten plantairflexie/dorsaalflexie hoek groter zal zijn. Dit lijkt overeen te stemmen met onze gemeten waarden (0mm hd, 86,30 ± 2,83; 4mm hd, 84,98 ± 2,95; 8mm hd, 83,23 ± 3,28; 12mm hd 81,73 ± 3,61). Er werden 20 proefpersonen getest. Van die 20 proefpersonen werden 9 proefpersonen niet weerhouden om de volgende redenen. De proefpersoon maakte voorvoet- of midvoetcontact. Aangezien wij de hoek bij hielcontact berekenden, waren deze niet bruikbaar. Bij een te laag aantal hertz kan het beeld waarbij hielcontact gemaakt wordt niet opgenomen worden. Hierdoor lijkt het alsof er midvoetcontact is. Wanneer het hielcontact niet mooi in het midden van het beeld stond, werden de proefpersonen niet in het onderzoek opgenomen omdat in dit geval de hoek vanuit een andere invalshoek werd gemeten. Hierdoor is het aantal proefpersonen van deze studie beperkt nl. elf. Niettegenstaande dit lage aantal, menen wij toch te kunnen stellen dat onze resultaten van betekenis kunnen zijn voor verder wetenschappelijk onderzoek. Tijdens het onderzoek werden loopschoenen met een buitenzool met een lage shorewaarde (35 à 40 shore) gebruikt. Naarmate de belasting op de schoen (het gewicht) verhoogt, zal de hieldrop verkleinen. Hoe hoger de shorewaarde van de zool, hoe kleiner de kans dat de hieldrop zal veranderen. Achteraf is gebleken dat het gewicht normaal verdeeld was (69 ± 8,1kg). Men kan echter niet met zekerheid zeggen dat dit geen invloed heeft gehad op deze waarden. De proefpersonen zijn niet bevraagd over het soort schoeisel dat ze gebruiken bij het hardlopen. We weten niet of ze gewoon zijn te lopen met een traditionele loopschoen of met een minimalistische loopschoen. We weten niet of deze factor invloed heeft op de plantairflexie bij het initiële hielcontact. 22

23 In het onderzoek werden verschillende schoenmaten gebruikt (39, 42.5, 44, 48). Aangezien niet alle proefpersonen dezelfde schoenmaat hebben, verschilt de lengte van de schoen maar blijft de hieldrop hetzelfde. Dit veroorzaakt een verschil in hellingsgraad bij de verschillende proefpersonen onderling binnen éénzelfde conditie. Dit kan kort uitgelegd worden met volgende formule: Deelt men het hoogteverschil (= hieldrop) door de horizontale afstand (= lengte van de schoen) dan resulteert dit in het hellingspercentage. Dit geeft een maximum verschil van 0,4% tussen schoenmaat 39 en 48. Het verschil in schoenmaat kan slechts een minimale invloed hebben op de gemeten waarden. Gezien het volledige looppatroon gefilmd werd, zou niet alleen de kinematica en kinetica van het initieel hielcontact beter geanalyseerd kunnen worden, maar ook alle andere fasen in het looppatroon. Het grote aantal gegevens biedt een schat aan informatie voor verdere analyse. Er is m.a.w. nog een ruime mogelijkheid tot verder onderzoek naar de verschillen bij het lopen met minimalistische loopschoenen. 23

24 5. Conclusie De preventieve gezondheidzorg adviseert ons allen een actieve levensstijl. Voor veel mensen is lopen een gezonde manier van actief ontspannen. Een degelijke sportschoen is daarbij onmisbaar. Het is dan ook belangrijk dat de recente nieuwe ontwikkelingen in het ontwerpen van loopschoenen gebaseerd zijn op wetenschappelijk verworven inzichten in het looppatroon. Uit deze bachelorproef kunnen we concluderen dat er een significant verschil is bij de verschillende hieldropcondities. De grootte van de plantairflexie/dorsaalflexie hoek (bovenzijde van de onderzool t.o.v. de lijn die gevormd wordt van caput fibula naar malleoli lateralis) blijkt significant te verschillen bij de verschillende hieldrophoogtes. Er is ook een tendens merkbaar dat naarmate de hieldrophoogte toeneemt, de grootte van de plantairflexie/dorsaalflexie hoek kleiner wordt en dus minder plantairflexie waargenomen wordt. Deze resultaten lijken overeen te komen met wat reeds in de literatuur beschreven staat. Wij hopen dat we met dit onderzoek een beperkte bijdrage hebben kunnen leveren tot dit onderwerp en een aanzet hebben kunnen geven tot verder onderzoek. 24

25 Literatuurlijst Bergstra, S. a, Kluitenberg, B., Dekker, R., Bredeweg, S. W., Postema, K., Van den Heuvel, E. R., Sobhani, S. (2014). Running with a minimalist shoe increases plantar pressure in the forefoot region of healthy female runners. Journal of Science and Medicine in Sport / Sports Medicine. doi: /j.jsams [Epub ahead of print] Biswas, D. (2009). Gait Cycle. Geraadpleegd op 9 februari 2015 via Bonacci, J., Saunders, P. U., Hicks, A., Rantalainen, T., Vicenzino, B. G. T., & Spratford, W. (2013). Running in a minimalist and lightweight shoe is not the same as running barefoot: a biomechanical study. British Journal of Sports Medicine, 47(6), doi: /bjsports Cappozzo, A., Catani, F., Della Croce, U., & Leardini, A. (1995). Position and orientation in space of bones during movement : anatomical frame definition and determination. Clinical Biomechanics, 10(4), doi: Chambon, N., Delattre, N., Guéguen, N., Berton, E., & Rao, G. (2014). Is midsole thickness a key parameter for the running pattern? Gait & Posture, 40(1), doi: /j.gaitpost De Wit, B., De Clercq, D., & Aerts, P. (2000). Biomechanical analysis of the stance phase during barefoot and shod running. Journal of Biomechanics, 33(3), doi: /s (99)00192-x Deschamps, K., Roosen, P., Birch, I., Dingenen, B., Bruyninckx, H., Desloovere, K., Staes, F. (2014). A Novel Device for Standardizing Marker Placement at the Calcaneus. Journal of the American Podiatric Medical Association, 104(1), doi: / Divert, C., Mornieux, G., Freychat, P., Baly, L., Mayer, F., & Belli, a. (2008). Barefoot-shod running differences: shoe or mass effect? International Journal of Sports Medicine, 29(6), doi: /s Gatt, A., & Chockalingam, N. (2011). Clinical assessment of ankle joint dorsiflexion: a review of measurement techniques. J Am Podiatr Med Assoc., 101(1), Gottschall, J. S., & Kram, R. (2005). Ground reaction forces during downhill and uphill running. Journal of Biomechanics, 38(3), doi: /j.jbiomech Hamill, J., Russell, E. M., Gruber, A. H., & Miller, R. (2011). Impact characteristics in shod and barefoot running. Footwear Science, 3(1), doi: / Hart, J. M., Cosby, N. L., & Chinn, L. (2011). Assessment of Dorsiflexion Range of Motion Using Two Clinical Weight-Bearing Measurements. Athletic Training & Sports Health Care, 3(4), doi: /

26 Hasegawa, H., Yamauchi, T., & Kraemer, W. (2007). Foot strike patterns of runners at the 15-km point during an elite-level half marathon. Journal of Strenght and Conditional Researtch, 21(3), doi: J.H.M. Deckers, D. M. L. B. (1996). Ganganalyse en looptraining voor de paramedicus (pp ). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Kaplan, Y. (2014). Barefoot versus shoe running: from the past to the present. The Physician and Sportsmedicine, 42(1), doi: /psm Kirby, K. A. (2000). Biomechanics of the Normal and Abnormal Foot, 90(1), doi: Lieberman, D. E. (2012). What we can learn about running from barefoot running: an evolutionary medical perspective. Exercise and Sport Sciences Reviews, 40(2), doi: /jes.0b013e31824ab210 Lieberman, D. E., Venkadesan, M., Werbel, W. a, Daoud, A. I., D Andrea, S., Davis, I. S., Pitsiladis, Y. (2010). Foot strike patterns and collision forces in habitually barefoot versus shod runners. Nature, 463(7280), doi: /nature08723 Nigg, B., & Enders, H. (2013). Barefoot running some critical considerations. Footwear Science, 5(1), 1 7. doi: / Novacheck, T. F. (1998). The biomechanics of running. Gait Posture, 7(1), doi: Perkins, K. P., Hanney, W. J., & Rothschild, C. E. (2014). The risks and benefits of running barefoot or in minimalist shoes: a systematic review. Sports Health, 6(6), doi: / Perry, J. (1992). Gait Analysis.. Thorofare, New Jersey: SLACK Incorporated Poot, B. & L.C.A. van Gaalen. (2012). Normaalwaarden enkel mobiliteit. Geraadpleegd op 12 december 2014 via article=mobiliteit-van-de-enkel-normaalwaarden Rixe, J., Gallo, R., & Silvis, M. (2012). The barefoot debate: can minimalist shoes reduce runningrelated injuries? Sports, 11(3), doi: /jsr.0b013e a6. Ryan, D. (2013). Acute Hamstring Injuries. Geraadpleegd op 11 januari 2015 via Sandler, M., & Lee, J. (2010). Barefoot running: How to run light and free by getting in touch with the earth (p. 298). New York : Three Rivers Press, Saxby, L. (2011). Making Sense Of Barefoot Running Proprioseption Making Sense Of Barefoot Running (p. 32).vivobarefoot Geraadpleegd op 14 februari 2014 via ngsenseofbarefootrunning.pdf 26

27 Schütte, K. H. (2012). The Effect of Minimalist Shoe Training on Lower Limb Kinematics and Kinetics in Experienced Shod Runners by. Stellenbosch University. Shih, Y., Lin, K.-L., & Shiang, T.-Y. (2013). Is the foot striking pattern more important than barefoot or shod conditions in running? Gait Posture, 38(3), doi: Squadrone, R., & Gallozzi, C. (2009). Biomechanical and physiological comparison of barefoot and two shod conditions in experienced barefoot runners. The Journal of Sports Medicine and Physical Fitness, 49(1), Squadrone, R., Rodano, R., Hamill, J., & Preatoni, E. (2014). Acute effect of different minimalist shoes on foot strike pattern and kinematics in rearfoot strikers during running. Journal of Sports Sciences, 33(11), doi: / Taylor, P., Paquette, M. R., Zhang, S., & Baumgartner, L. D. (2013). Acute effects of barefoot, minimal shoes and running shoes on lower limb mechanics in rear and forefoot strike runners. Footwear Science, 5(1), doi: / TenBroek, T. M., Rodrigues, P., Frederick, E. C., & Hamill, J. (2013). Effects of unknown footwear midsole thickness on running kinematics within the initial six minutes of running. Footwear Science, 5(1), doi: / Warne, J., Kilduff, S., Gregan, B., Nevill, A., Moran, K., & Warrington, G. (2014). A 4-week instructed minimalist running transition and gait-retraining changes plnatar pressure and force. Scand J Med Sci Sports, 24(6), doi: /sms Willy, R. W., & Davis, I. S. (2014). Kinematics and kinetic comparison of running in standard and minimalist shoes. Med Sci Sports Exerc., 46(2), Wu, G., Siegler, S., Allard, P., Kirtley, C., Leardini, A., Rosenbaum, D., Stokes, I. (2002). ISB recommendation on definitions of joint coordinate system of various joints for the reporting of human joint motion--part I: ankle, hip, and spine. International Society of Biomechanics. Journal of Biomechanics, 35(4), doi: Zijlstra, W. (2004). Assessment of spatio-temporal parameters during unconstrained walking. European Journal of Applied Physiology, 92(1-2), doi: /s

28 Bijlagenlijst Bijlage A: vragenlijst Bijlage B: gegevenstabel Bijlage C: waarden verschillende condities Bijlage D: informatiebrief en informed consent 28

29 Bijlage Bijlage A: vragenlijst 29

30 Bijlage B: Gegevenstabel 30

31 Bijlage C: waarden verschillende condities Gemiddelde, standaard deviatie en aantal gemeten proefpersonen voor de verschillende heeldropcondities Descriptive Statistics Mean Std. Deviation N HD HD HD HD HD0 = heeldrop 0mm, HD4 = heeldrop 4mm, HD8 = heeldrop 8mm, HD12 = heeldrop 12 mm Std = Standaard deviatie N = aantal proefpersonen Gemiddelde heeldropcondities in vergelijking met elkaar, Standaard error, significantie waarden ten opzichte van elkaar en het betrouwbaarheidsinterval <0,05 en > 0,05 Measure: MEASURE_1 Pairwise Comparisons (I) factor (J) factor Mean Difference (I-J) Std. Error Sig. b 95% Confidence Interval for Difference b Lower Bound Upper Bound * * * * * * * * Based on estimated marginal means *. The mean difference is significant at the,05 level. b. Adjustment for multiple comparisons: Bonferroni. 1 = heeldrop 0mm, 2 = heeldrop 4mm, 3 = heeldrop 8mm, 4 = heeldrop 12 mm Std. Error = standaard error Sig. = Significantie waarden p< 0,05 95% confidence Interval for Difference = betrouwbaarheidsinterval op de significantiewaarden (<0,05 en > 0,05) 31

32 Gemiddelde waarden van de gemeten hoek bij de verschillende hieldropcondities Factor = (1 = heeldrop 0mm, 2 = heeldrop 4mm, 3 = heeldrop 8mm, 4 = heeldrop 12 mm) Estimated Marginal Means = gemiddelde plantairflexie hoek in talocruraal gewricht 32

33 Bijlage D: informatiebrief en informed consent Titel van de studie: De invloed van heeldrophoogte op dorsaalflexie en plantairflexie van het talocruraal gewricht bij hielcontact Doel van de studie: Men heeft u gevraagd om deel te nemen aan een studie. De studie heeft als doel : Een verschil in dorsaalflexie/plantairflexie vinden in het enkelgewricht bij lopen met 12 mm heeldrop, 8 mm heeldrop en 4 mm heeldrop schoenen. Beschrijving van de studie: In deze studie willen we de dorsaalflexie/plantairflexie van de voet bij ervaren lopers registreren en de 12mm hd, 8mm hd, 4mm hd, 0mm hd loopschoenen vergelijken met elkaar. Daarvoor zal gekeken worden naar het hielcontact ( neerkomen van de hiel op de grond) wat een beweging binnen de loopscyclus is. De verwachte totale duur van de studie is maximaal 1.5 tot 2 uur. Er zullen in totaal 20 tot 25 proefpersonen aan deze studie deelnemen. Wat wordt verwacht van de deelnemer? Voor het welslagen van de studie, is het uitermate belangrijk dat u volledig meewerkt met de onderzoeker en dat u zijn/haar instructies nauwlettend opvolgt. Bovendien vragen wij u onderstaande items te respecteren: >40km/week: U momenteel geen blessure heeft. Je een snelheid aan kan van: 3.5m/s (12.6km/h) (zonder hulpmiddelen; met indien nodig een rustpauze). Bereid te zijn om de testen uit te voeren en de vragenlijsten in te vullen. Deelname en beëindiging: De deelname aan deze studie vindt plaats op vrijwillige basis. Deelname aan deze studie brengt voor u geen onmiddellijk therapeutisch voordeel. U kan weigeren om deel te nemen aan de studie en u kunt zich op elk ogenblik terugtrekken uit de studie zonder dat u hiervoor een reden moet opgeven en zonder dat dit op enigerlei wijze een invloed zal hebben op uw verdere relatie en/of behandeling met de onderzoeker of de behandelende arts. Uw deelname aan deze studie zal worden beëindigd als de onderzoeker meent dat dit in uw belang is. U kunt ook voortijdig uit de studie worden teruggetrokken als u de in deze informatiebrief beschreven procedures niet goed opvolgt of u de beschreven items niet respecteert. 33

34 Als u deelneemt, wordt u gevraagd het toestemmingsformulier te tekenen. Procedures: Meting voor de dynamische analyse : Er worden een aantal markers (kleine reflecterende bolletjes) aangebracht. Na het aanbrengen van de markers loopt u een 3 tal keren (met elke soort heeldrop schoenen) over de geïnstrumenteerde looppiste met een lengte van 43 m en dit aan een snelheid van 3.5m/s (12.6km/h). Dit telkens in de zelfde richting. Rondom de looppiste staan camera s opgesteld die de beweging van de voet en het onderbeen filmen. Metingen met de verschillende toestellen verlopen gelijktijdig. Studieverloop: - uitleggen verloop studie - invullen vragenlijsten - aanbrengen markers - dynamische metingen: 3 keer lopen op de zelfde snelheid op de geïnstrumenteerde looppiste. Dit met de 12mm, 8mm, 4mm heeldrop schoenen. Dit telkens in de zelfde richting. - verwijderen markers - einde onderzoek Risico s en voordelen: Er worden geen risico s, ongemakken of directe voordelen verwacht voor de deelnemer door deelname aan het onderzoek. U hebt het recht op elk ogenblik vragen te stellen over de mogelijke en/of gekende risico s, nadelen van deze studie. Als er in het verloop van de studie gegevens aan het licht komen die een invloed zouden kunnen hebben op uw bereidheid om te blijven deelnemen aan deze studie, zult u daarvan op de hoogte worden gebracht. Mocht u door uw deelname toch enig nadeel ondervinden, zal u een gepaste behandeling krijgen. Deze studie werd goedgekeurd door een onafhankelijke Commissie voor Medische Ethiek verbonden aan het UZ Gent en wordt uitgevoerd volgens de richtlijnen voor de goede klinische praktijk (ICH/GCP) en de verklaring van Helsinki opgesteld ter bescherming van mensen deelnemend aan klinische studies. In geen geval dient u de goedkeuring door de Commissie voor Medische Ethiek te beschouwen als een aanzet tot deelname aan deze studie. Kosten : Uw deelname aan deze studie brengt geen extra kosten mee voor U. Vergoeding : Voor deelname aan de studie is er geen vergoeding. 34

35 Vertrouwelijkheid: In overeenstemming met de Belgische wet van 8 december 1992 en de Belgische wet van 22 augustus 2002, zal u persoonlijke levenssfeer worden gerespecteerd en zal u toegang krijgen tot de verzamelde gegevens. Elk onjuist gegeven kan op uw verzoek verbeterd worden. Vertegenwoordigers van de opdrachtgever, auditoren, de Commissie voor Medische Ethiek en de bevoegde overheden hebben rechtstreeks toegang tot uw medische dossiers om de procedures van de studie en/of de gegevens te controleren, zonder de vertrouwelijkheid te schenden. Dit kan enkel binnen de grenzen die door de betreffende wetten zijn toegestaan. Door het toestemmingsformulier, na voorafgaande uitleg, te ondertekenen stemt u in met deze toegang. Als u akkoord gaat om aan deze studie deel te nemen, zullen uw persoonlijke en klinische gegevens tijdens deze studie worden verzameld en gecodeerd (hierbij kan men uw gegevens nog terug koppelen naar uw persoonlijk dossier). Verslagen waarin u wordt geïdentificeerd, zullen niet openlijk beschikbaar zijn. Als de resultaten van de studie worden gepubliceerd, zal uw identiteit vertrouwelijke informatie blijven. Letsels ten gevolge van deelname aan de studie: De onderzoeker voorziet in een vergoeding en/of medische behandeling in het geval van schade en/of letsel tengevolge van deelname aan de studie. Voor dit doeleinde is een verzekering afgesloten met foutloze aansprakelijkheid conform de wet inzake experimenten op de menselijke persoon van 7 mei Op dat ogenblik kunnen uw gegevens doorgegeven worden aan de verzekeraar. Contactpersoon: Als er letsel optreedt tengevolge van de studie, of als U aanvullende informatie wenst over de studie of over uw rechten en plichten, kunt U in de loop van de studie op elk ogenblik contact opnemen met: Joris De Schepper 09/

Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten

Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten Dienst Orthopedie : Universitair Ziekenhuis Gent pagina 1 van 6 Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten 1 Titel van de studie: Unicompartimentele Knieprothesen > 10 jaar follow-up. 2 Doel van

Nadere informatie

Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten

Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten 1 Titel van de studie: ETPOS : Een Studie over het Europese Transfusiebeleid en de mogelijke geassocieerde verwikkelingen Een evaluatie van het transfusiebeleid

Nadere informatie

Informatiebrief voor de deelnemers

Informatiebrief voor de deelnemers Reumatologie Bijlage 4 pagina 1 van 5 Informatiebrief voor de deelnemers 1 Titel van het onderzoek: AS IN BEWEGING spondyloarthritis. - Registratie van de sportbeoefening bij patiënten met 2 Doel van het

Nadere informatie

Informatiebrief voor de deelnemer aan de studie

Informatiebrief voor de deelnemer aan de studie AZ MARIA MIDDELARES CLOSURE STUDIE pagina 1 van 8 Informatiebrief voor de deelnemer aan de studie 1 Titel van de studie: De invloed van sluiten van de breukopening op postoperatieve vochtopstapeling bij

Nadere informatie

YES or NO? Sophie De Mits

YES or NO? Sophie De Mits BAREFOOT RUNNING YES or NO? Sophie De Mits evolutie van het geschoeid lopen onze voorouders - blootsvoets - geen archeologisch bewijs voor schoenen - 1 e schoen 45000jr oud - sandalen & moccasins vanaf

Nadere informatie

Bijlage 2 Meetinstrumenten

Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2.1 Functiescore De Bie et al. De Bie et al. (1997) gebruikten de functiescore als prognostisch instrument om lichte van ernstige letsels te onderscheiden. De functiescore

Nadere informatie

AtletiekUnie Trainersdag 2018 Innovaties in real-time bewegingsanalyses

AtletiekUnie Trainersdag 2018 Innovaties in real-time bewegingsanalyses AtletiekUnie Trainersdag 2018 Innovaties in real-time bewegingsanalyses JASPER REENALDA 10-11-2018 ROESSINGH RESEARCH & DEVELOPMENT A F F I L I AT E D W I T H U N I V E R S I T Y O F T W E N T E o Bewegingswetenschapper

Nadere informatie

Revalidatie & MS Centrum vzw. V. Cuyvers Uitgavedatum: 12.05.2015 Pagina: 1 van 5

Revalidatie & MS Centrum vzw. V. Cuyvers Uitgavedatum: 12.05.2015 Pagina: 1 van 5 Pagina: 1 van 5 Het ondervragen van patiënten in het kader van een eindwerk voor het bekomen van een graad van bachelor of bachelor na bachelor komt neer op een prospectieve verzameling van gegevens met

Nadere informatie

TNO Runalyser; real time monitoring van looptechniek. John Willems

TNO Runalyser; real time monitoring van looptechniek. John Willems TNO Runalyser; real time monitoring van looptechniek John Willems Inhoud Korte intro TNO Wat is runalyser? Waarom runalyser? Voorbeeld data runalyser Onderzoek naar running economy Toekomst 2 TNO personal

Nadere informatie

Doelstelling en protocol

Doelstelling en protocol STUDIE OVER DE INVLOED VAN CURREX SOLES OP DE VOETBELASTING EN OP SPRONGTESTEN BIJ VOLLEYBALLERS Door Sportmedisch Testcenter RUNNING AND MORE Uit enquêtes bij onze huidige gebruikers van de Currex-zolen

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Men heeft u gevraagd om deel te nemen aan een studie, uitgevoerd door het Laboratorium voor Toxicologie (UGent).

Men heeft u gevraagd om deel te nemen aan een studie, uitgevoerd door het Laboratorium voor Toxicologie (UGent). Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten pagina 1 van 5 Tournée Minérale van sociaal experiment naar wetenschappelijk experiment grootschalige studie rond de afbraak van de directe alcoholmerker

Nadere informatie

HHS. Opdracht 3. Biokinematica I. Ilse Speelman Joppe Korfage Danny Zomerhuis Veron t Hart BT-1o

HHS. Opdracht 3. Biokinematica I. Ilse Speelman Joppe Korfage Danny Zomerhuis Veron t Hart BT-1o HHS Opdracht 3 Biokinematica I Ilse Speelman 12024767 Joppe Korfage 12020338 Danny Zomerhuis 12102237 Veron t Hart 12103993 BT-1o Opdracht 1, V2C Inleiding Om een analyse van een beweging uit te voeren

Nadere informatie

Optokinetische analyse van de EXO-L

Optokinetische analyse van de EXO-L Optokinetische analyse van de EXO-L Verkorte versie Hanno van der Loo Hubert Meulman Minor Sporttechnologie Bewegingstechnologie, Haagse Hogeschool Dhr. N. Huussen Dhr. O. Tellers Dhr. J. Kraan Dhr. J.

Nadere informatie

Centrum klinische farmacologie: deelnemen aan een klinische studie

Centrum klinische farmacologie: deelnemen aan een klinische studie Centrum klinische farmacologie: deelnemen aan een klinische studie informatie voor gezonde proefpersonen en patïenten INLEIDING 3 KLINISCHE STUDIES: EEN INLEIDING 4 De ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel

Nadere informatie

Waarom meten Podologen zoveel?

Waarom meten Podologen zoveel? Waarom meten Podologen zoveel? Borgions Paul MsC Pod Secretaris Belgische Vereniging der podologen Podoloog Podologisch Centrum Rotselaar (met focus naar Topsporters en kinderen) Biomechanicus voor KRC

Nadere informatie

PATIËNTENINFORMATIE BEHORENDE BIJ DE STUDIE:

PATIËNTENINFORMATIE BEHORENDE BIJ DE STUDIE: PATIËNTENINFORMATIE BEHORENDE BIJ DE STUDIE: ONDERZOEK VAN DE LEVENSKWALITEIT VOOR EN NA LAPAROSCOPISCH LIESBREUKHERSTEL Geachte mevrouw, geachte heer, Bij u zal in het AZ Maria Middelares, op de dienst

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp ) Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het meten van de bekkenrotatie tijdens het gaan op een tapis roulant Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 291-297 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

> Push ortho Enkel-voetorthese AFO NIEUW! PUSH FOR FREEDOM. > push.eu

> Push ortho Enkel-voetorthese AFO NIEUW! PUSH FOR FREEDOM. > push.eu > Push ortho Enkel-voetorthese AFO NIEUW! PUSH FOR FREEDOM > push.eu > Push ortho Enkel-voetorthese AFO DE PUSH AFO biedt een uitstekende ondersteuning bij een verstoring van de voetheffing tijdens lopen.

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Gewrichtsbelasting bij hardloopprotheses

Gewrichtsbelasting bij hardloopprotheses dossiernr.nl26975.068.09 Gewrichtsbelasting bij hardloopprotheses versie nr. 02 6april2009 1 Gewrichtsbelasting bij hardloopprotheses Proefpersoon informatie Dr. H.H.C.M. Savelberg Vakgroep Bewegingswetenschappen

Nadere informatie

Wat een trainer moet weten over looptechniek

Wat een trainer moet weten over looptechniek Wat een trainer moet weten over looptechniek Move-Metrics Sport & health data analytics RUG Groningen, MSc bewegingswetenschappen Klapschaats HaemoScan, Projectmanagement Orgaanschade bij triatleten Sensamove,

Nadere informatie

De afgelopen jaren heb ik artikelen geschreven

De afgelopen jaren heb ik artikelen geschreven De titel van dit artikel kreeg ik enige tijd terug als vraag voorgelegd. Wat was het geval? Er was een overzichtsartikel verschenen over hardlopen op blote voeten. De titel en de samenvatting riepen bij

Nadere informatie

Strategieën uitgelicht

Strategieën uitgelicht Strategieën uitgelicht Overzicht 1 Algemeen beeld 1 voorwaarts gebogen romp De schoudergordel is niet boven het bekkengordel in het sagittaal vlak. 2 bergop lopen Patiënt moet duwen om over het te komen.

Nadere informatie

Meten van explosiviteit bij top indoor balteamsporters. H.T.D. van der Does, MSc. Dr. M.S. Brink S.H. Doeven, MSc. Dr. K.A.P.M.

Meten van explosiviteit bij top indoor balteamsporters. H.T.D. van der Does, MSc. Dr. M.S. Brink S.H. Doeven, MSc. Dr. K.A.P.M. Meten van explosiviteit bij top indoor balteamsporters H.T.D. van der Does, MSc. Dr. M.S. Brink S.H. Doeven, MSc. Dr. K.A.P.M. Lemmink Indoor Balteamsporten karakteristieken Volleybal explosieve bewegingen:

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF 21 week van 11 tot en met 15 februari Via deze nieuwsbrief brengen wij u op de hoogte van de volgende belangrijke informatie:

NIEUWSBRIEF 21 week van 11 tot en met 15 februari Via deze nieuwsbrief brengen wij u op de hoogte van de volgende belangrijke informatie: Lid van Scholengroep Gent Groenewandeling 80, 9031 Drongen Tel: 09/ 226 75 00 - Fax: 09/ 226 92 56 e-mail: bs.mijlpaal@pantarhei.be website: www.bsmijlpaal.be NIEUWSBRIEF 21 week van 11 tot en met 15 februari

Nadere informatie

Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair

Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair Thijs Hartveld Stagiair McRoberts Opleiding Bewegingstechnologie Den Haag Februari 2013 Achtergrond Veldon VelDon is gestart met een dynamisch

Nadere informatie

APPENDIX 3. Visueel voetmodel ter simulatie van voetkinematica aan de hand van planetaire drukdata (Friso Hagman)

APPENDIX 3. Visueel voetmodel ter simulatie van voetkinematica aan de hand van planetaire drukdata (Friso Hagman) APPENDIX 3. Visueel voetmodel ter simulatie van voetkinematica aan de hand van planetaire drukdata (Friso Hagman) 1. Introductie De doelstelling van het SIMKINPRES-project is het ontwikkelen van een klinisch

Nadere informatie

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie Feiten en cijfers tot nu toe Managementsamenvatting Na twee en een half jaar kwaliteitsmetingen in de fysiotherapie is het een geschikt moment

Nadere informatie

De meerwaarde van een dynamische ganganalyse

De meerwaarde van een dynamische ganganalyse De meerwaarde van een dynamische ganganalyse Info-avond 18/12/2012 Lieselot Verpoest Robin Declerck Marleen Vandewalle 1. Anatomie Complex geheel van botten, spieren en gewrichtsbanden De 3 bogen van de

Nadere informatie

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Titel van het onderzoek: Sneller behandelen van patiënten met een acute beroerte door een volgsysteem met directe visuele feedback

Nadere informatie

Hoe kan een verschillend afrolpatroon leiden tot blessures?

Hoe kan een verschillend afrolpatroon leiden tot blessures? Hoe kan een verschillend afrolpatroon leiden tot blessures? Hoe kan je als trainer blessure preventief werken in functie van verschillende leeftijdsgroepen? Ine Schops BSC Podologie MSC Human movement

Nadere informatie

Werking van doorlopende wigzolen bij opspringen en landen

Werking van doorlopende wigzolen bij opspringen en landen Werking van doorlopende wigzolen bij opspringen en landen Uit: Knee Valgus During Drop Jumps in National Collegiate Athletic Association Division I Female Athletes The Effect of a Medial Post Michael Joseph

Nadere informatie

Voetoefeningen Mette van der Ven

Voetoefeningen Mette van der Ven Voetoefeningen Mette van der Ven STELLINGEN 1. Voetklachten zijn niet definitief 2. Zooltjes zijn symptoombestrijding 3. (Nieuwe) Schoenen kunnen je klachten verergeren 4. Door je voeten te blijven trainen

Nadere informatie

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Titel van het onderzoek: Sneller behandelen van patiënten met een acute beroerte door een volgsysteem met directe visuele feedback

Nadere informatie

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15 OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE 2016 FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15 WERKING KNIEGEWRICHT (beschouwingen uit de literatuur) PATELLA: - beschermt kniegewricht - is katrol voor pees

Nadere informatie

mlw stroom 2.2 Biostatistiek en Epidemiologie College 9: Herhaalde metingen (2) Syllabus Afhankelijke Data Hoofdstuk 4, 5.1, 5.2

mlw stroom 2.2 Biostatistiek en Epidemiologie College 9: Herhaalde metingen (2) Syllabus Afhankelijke Data Hoofdstuk 4, 5.1, 5.2 mlw stroom 2.2 Biostatistiek en Epidemiologie College 9: Herhaalde metingen (2) Syllabus Afhankelijke Data Hoofdstuk 4, 5.1, 5.2 Bjorn Winkens Methodologie en Statistiek Universiteit Maastricht 21 maart

Nadere informatie

APPENDIX 13. Visueel voetmodel ter simulatie van voetkinematica aan de hand van plantaire drukdata (Friso Hagman)

APPENDIX 13. Visueel voetmodel ter simulatie van voetkinematica aan de hand van plantaire drukdata (Friso Hagman) APPENDIX 13. Visueel voetmodel ter simulatie van voetkinematica aan de hand van plantaire drukdata (Friso Hagman) 1. Introductie De doelstelling van het SIMKINPRES-project is het ontwikkelen van een klinisch

Nadere informatie

Chapter 8 SAMENVATTING

Chapter 8 SAMENVATTING Chapter 8 SAMENVATTING Hardlopen is wereldwijd een populaire sport. In Nederland loopt 12% van de bevolking regelmatig hard en is het de op één na populairste sport. Aangezien regelmatig sporten gepaard

Nadere informatie

Het meten van fysieke en cognitieve restcapaciteit tijdens en na het langdurig lopen met een zware last. Kampweg DE Soesterberg

Het meten van fysieke en cognitieve restcapaciteit tijdens en na het langdurig lopen met een zware last. Kampweg DE Soesterberg Titel: Het meten van fysieke en cognitieve restcapaciteit tijdens en na het langdurig lopen met een zware last Projectnummer: 060.26754/01.12 projectleider: Milène Catoire Telefoonnummer: 06 15 29 42 46

Nadere informatie

PATIËNTENINFORMATIE BEHORENDE BIJ DE STUDIE:

PATIËNTENINFORMATIE BEHORENDE BIJ DE STUDIE: PATIËNTENINFORMATIE BEHORENDE BIJ DE STUDIE: Prospectieve studie voor de visualisatie met NMR van de visible Dynamesh IPOM prothese na laparoscopisch buikwandherstel. Geachte mevrouw, geachte heer, Bij

Nadere informatie

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Titel van het onderzoek: Sneller behandelen van patiënten met een acute beroerte door een volgsysteem met directe visuele feedback

Nadere informatie

WAT VOOR VOETEN HEEFT U?

WAT VOOR VOETEN HEEFT U? WAT VOOR VOETEN HEEFT U? Voetanalyse in de klinische praktijk de resultaten 1 AANLEIDING / DOEL Creëren van meer eenduidigheid: - Voetkenmerken - Meetapparatuur - Voettypes 2 AANPAK Expert 1 Expert 2 Expert

Nadere informatie

Protocol Balance bord

Protocol Balance bord Protocol Balance bord Inleiding Het Balance board is een apparaat waarmee je nauwkeurig de balans kan testen en trainen met behulp van visuele feedback. Het is dan ook ideaal voor patiënten met neurologische

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

Doelstelling en protocol

Doelstelling en protocol Running with your Sole STUDIE OVER DE INVLOED VAN CURREX SOLES OP DE VOORVOETBELASTING, MEDIALE VOETGEWELF EN HIELSTAND NA LANGE AFSTANDSLOOP (25 km) Door Sportmedisch Testcenter RUNNING AND MORE In de

Nadere informatie

Deelname aan een klinische studie informatie voor patiënten

Deelname aan een klinische studie informatie voor patiënten Deelname aan een klinische studie informatie voor patiënten Jan Yperman Ziekenhuis Briekestraat 12 8900 Ieper 32.037N 20170901 www.yperman.net 057 35 35 35 info@yperman.net diensthoofd klinische studies

Nadere informatie

Biomechnica van het hardlopen voorkom blessures

Biomechnica van het hardlopen voorkom blessures Biomechnica van het hardlopen voorkom blessures Yvonne Bontekoning, De Lopende Zaak, Gouda 5 november 2016 Inhoud Stand van zaken mbt wetenschappelijke onderbouwing van verschillende risicofactoren zoals

Nadere informatie

Praktijk Loop ABC. Praktijk loop ABC 126

Praktijk Loop ABC. Praktijk loop ABC 126 Praktijk Loop ABC 17.1. Inleiding Bij veel sporten is de loopbeweging van grote betekenis voor het beoefenen van die sport. Vaak is de looparbeid mede bepalend voor de uiteindelijke prestatie (Een voetballer

Nadere informatie

Samenvatting. Het maximaliseren van de effectiviteit van enkel voet orthesen bij kinderen met cerebrale parese

Samenvatting. Het maximaliseren van de effectiviteit van enkel voet orthesen bij kinderen met cerebrale parese Het maximaliseren van de effectiviteit van enkel voet orthesen bij kinderen met cerebrale parese Lopen, of wandelen, is een van de meest belangrijke activiteiten in het dagelijks leven. Hoewel lopen een

Nadere informatie

CLINICAL TRIALS ONCOLOGY

CLINICAL TRIALS ONCOLOGY CLINICAL TRIALS ONCOLOGY Informatiebrief voor de deelnemers aan klinische experimenten Titel van de studie: A phase I dose-escalation trial of stereotactic ablative body radiotherapy (SABR) for non-spine

Nadere informatie

Decreasing rates of major lower-extremity amputation in people with diabetes but not in those without : a nationwide study in Belgium

Decreasing rates of major lower-extremity amputation in people with diabetes but not in those without : a nationwide study in Belgium Decreasing rates of major lower-extremity amputation in people with but not in those without : a nationwide study in Belgium Samenvatting van de resultaten gepubliceerd in Diabetologia (het artikel is

Nadere informatie

Onderzoek naar kwaliteit van antistolling bij ouderen met een lage dosering acenocoumarol, en de invloed van preciezer doseren

Onderzoek naar kwaliteit van antistolling bij ouderen met een lage dosering acenocoumarol, en de invloed van preciezer doseren Onderzoek naar kwaliteit van antistolling bij ouderen met een lage dosering acenocoumarol, en de invloed van preciezer doseren Officiële titel: More precise dosing of acenocoumarol in patients aged 80

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 24 e jrg. 2006, no. 3 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 24 e jrg. 2006, no. 3 (pp ) Auteur(s): E. Koes, H. van Holstein Titel: Voetvervorming in het transversale vlak Jaargang: 24 Jaartal: 2006 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 93-102 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Informatiebrief voor de deelnemers aan klinische experimenten

Informatiebrief voor de deelnemers aan klinische experimenten CLINICAL TRIALS ONCOLOGY Informatiebrief voor de deelnemers aan klinische experimenten Titel van de studie: Prospectieve exploratieve fase 0 studie voor T-cel immunofenotypering tijdens en onmiddelijk

Nadere informatie

Een literatuuroverzicht. Behandeling van MTSS bij atleten; een gerandomiseerde studie. Maarten Moen Sportarts

Een literatuuroverzicht. Behandeling van MTSS bij atleten; een gerandomiseerde studie. Maarten Moen Sportarts Een literatuuroverzicht Behandeling van MTSS bij atleten; een gerandomiseerde studie Maarten Moen Sportarts MTSS komt door tractie van de tibialis posterior aan het periost waardoor periostitis ontstaat.

Nadere informatie

DEELNAME AAN EEN KLINISCHE STUDIE

DEELNAME AAN EEN KLINISCHE STUDIE DEELNAME AAN EEN KLINISCHE STUDIE MB2948 Brochure: Klinische studies l Ziekenhuis Oost-Limburg 1 WELKOM U kreeg deze brochure omdat u meer wilt weten over klinische studies. We informeren u daarom over

Nadere informatie

MET : Herevaluatie voor perioperatief cardiaal risico (MET-REPAIR): een prospectief multicentrisch onderzoek

MET : Herevaluatie voor perioperatief cardiaal risico (MET-REPAIR): een prospectief multicentrisch onderzoek Appendix 1A MET : Herevaluatie voor perioperatief cardiaal risico (MET-REPAIR): een prospectief multicentrisch onderzoek MET: REevaluation for Perioperative cardiac Risk (MET-REPAIR): a prospective, multi

Nadere informatie

Deelnemen aan een klinische studie. informatie voor patiënten

Deelnemen aan een klinische studie. informatie voor patiënten Deelnemen aan een klinische studie informatie voor patiënten INLEIDING 3 KLINISCHE STUDIES: INLEIDENDE INFO 5 Wat is een klinische studie? Klinische studies in UZ Leuven Waarom deelnemen aan een klinische

Nadere informatie

Evolutie van voet en enkel

Evolutie van voet en enkel ISPO 2016 LOOPPATROON BIJ MENSEN MET EEN TRANSTIBIALE PROTHESE Han Houdijk Faculteit der Gedrags- en Bewegingswetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam Heliomare Revalidatie, Wijk aan Zee Evolutie van

Nadere informatie

Afwikkelfasen Gemakshalve wordt hier een looppatroon genomen dat als neutraal mag worden beschouwd.

Afwikkelfasen Gemakshalve wordt hier een looppatroon genomen dat als neutraal mag worden beschouwd. Sportschoenen, de afwikkeling De schoen is een uitermate belangrijk onderdeel van sport en vooral bij hardlopen. Dat is inmiddels algemeen erkend, zowel op wetenschappelijk niveau als bij de eenvoudige

Nadere informatie

Informatiebrochure. Afdeling Humane Voeding, Wageningen University & Research

Informatiebrochure. Afdeling Humane Voeding, Wageningen University & Research Informatiebrochure Afdeling Humane Voeding, Wageningen University & Research Oktober 2016 Informatiebrochure: Eat for Speed Deze informatiebrochure bevat informatie over het doel en de opzet van de Eat

Nadere informatie

INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5

INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5 INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5 1. De onderzoekers van een preventiedienst vermoeden dat werknemers in een bedrijf zonder liften fitter zijn dan werknemers

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

FEET4FEET. Ontstaan van voetklachten tijdens de. Nijmeegse Vierdaagse

FEET4FEET. Ontstaan van voetklachten tijdens de. Nijmeegse Vierdaagse FEET4FEET Ontstaan van voetklachten tijdens de Nijmeegse Vierdaagse Preventie van voetklachten tijdens de Nijmeegse Vierdaagse Waarom dit onderzoek? De Nijmeegse Vierdaagse is het grootste wandelevenement

Nadere informatie

20-8-2015. Beginselen van gangbeeldanalyse. Disclosure. Symposium Loopproblemen bij CP Revalidatie Friesland. Ilse Oosterom

20-8-2015. Beginselen van gangbeeldanalyse. Disclosure. Symposium Loopproblemen bij CP Revalidatie Friesland. Ilse Oosterom Beginselen van gangbeeldanalyse Symposium Loopproblemen bij CP Revalidatie Friesland Ilse Oosterom Kinderfysiotherapeut/docent KNR Myrthe Schwartz Fysiotherapeut/bewegingswetenschapper/ gangbeeldanalist

Nadere informatie

Het effect van leeftijd en rijping op de selectie van jeugdtennissers en de ontwikkeling op de vijf-meter sprinttest

Het effect van leeftijd en rijping op de selectie van jeugdtennissers en de ontwikkeling op de vijf-meter sprinttest Het effect van leeftijd en rijping op de selectie van jeugdtennissers en de ontwikkeling op de vijf-meter sprinttest Tamara Kramer Barbara Huijgen Marije Elferink-Gemser Chris Visscher Expertiseteam Talentherkenning

Nadere informatie

Antwoordvel Versie A

Antwoordvel Versie A Antwoordvel Versie A Interimtoets Toegepaste Biostatistiek 13 december 013 Naam:... Studentnummer:...... Antwoorden: Vraag Antwoord Antwoord Antwoord Vraag Vraag A B C D A B C D A B C D 1 10 19 11 0 3

Nadere informatie

ENERGETISCHE KOSTEN VAN BALANSCONTROLE BIJ VALIDE PERSONEN

ENERGETISCHE KOSTEN VAN BALANSCONTROLE BIJ VALIDE PERSONEN SAMENVATTING Lopen, het lijkt zo simpel, maar het kan als gevolg van een pathologie zoals een beenamputatie of een Cerebro-Vasculair Accident (CVA) een zeer uitdagende taak worden. Opnieuw leren lopen

Nadere informatie

PATIENTENINFORMATIE EN TOESTEMMINGFORMULIER. Register voor Neuro-endocriene Digestieve Tumoren D.N.E.T.

PATIENTENINFORMATIE EN TOESTEMMINGFORMULIER. Register voor Neuro-endocriene Digestieve Tumoren D.N.E.T. PATIENTENINFORMATIE EN TOESTEMMINGFORMULIER Register voor Neuro-endocriene Digestieve Tumoren D.N.E.T. Inleiding De Belgian Group of Digestive Oncology (BGDO) wenst een register samen te stellen waarin

Nadere informatie

Dubbeltaakonderzoek bij Parkinson

Dubbeltaakonderzoek bij Parkinson Méér informatie Heeft u nog vragen over dit onderzoek, dan kunt u contact opnemen met één van de onderzoekers. Dubbeltaakonderzoek bij Parkinson Esther Molenaar, afdeling neurologie, UMC St. Radboud te

Nadere informatie

ISPO JAAR CONGRES 2011. Biomechanica en vervaardiging enkel voet orthese bij Cerebrale Parese

ISPO JAAR CONGRES 2011. Biomechanica en vervaardiging enkel voet orthese bij Cerebrale Parese ISPO JAAR CONGRES 2011 Biomechanica en vervaardiging enkel voet orthese bij Cerebrale Parese Lichamelijk onderzoek Gangbeeld analyse, MRI, röntgen Algemene lichamelijke conditie Mobiliteit van heup,knie,en

Nadere informatie

02/12/2014. Klinische bewegingsanalyse op een geïnstrumenteerde loopband: ready to roll? Overzicht

02/12/2014. Klinische bewegingsanalyse op een geïnstrumenteerde loopband: ready to roll? Overzicht Overzicht Klinische bewegingsanalyse op een geïnstrumenteerde loopband: ready to roll? Is lopen op een loopband vergelijkbaar met lopen over de grond? Loop je vergelijkbaar op een vaste en zelf-gestuurde

Nadere informatie

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding De Erasmus MC Modificatie van de (revised) Nottingham Sensory Assessment (EmNSA) 1 is een meetinstrument om bij patiënten met intracraniële aandoeningen de tastzin, de scherp-dof discriminatie en de propriocepsis

Nadere informatie

Wat weten we nu eigenlijk van hielklachten zoals fasciosis plantaris en hielspoor? [+ tips en oefeningen]

Wat weten we nu eigenlijk van hielklachten zoals fasciosis plantaris en hielspoor? [+ tips en oefeningen] Door: Marjolein Stegeman Wat weten we nu eigenlijk van hielklachten zoals fasciosis plantaris en hielspoor? [+ tips en oefeningen] Zo n 1 op de 10 Nederlanders heeft wel eens last van zijn hiel, in 80%

Nadere informatie

Informatiebrief voor patiënten

Informatiebrief voor patiënten Radboud universitair medisch centrum Neurologie 935 Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Huispost 935 Reinier Postlaan 4 Radboudumc ingang oost, route 935 T (024) 1 5 2 02 F (024) 354 1 1 Afdelingshoofd a.i.

Nadere informatie

Ganganalyse van hulpvraag tot ortheseplan. Jos Deckers Themadagen Gymna 2017

Ganganalyse van hulpvraag tot ortheseplan. Jos Deckers Themadagen Gymna 2017 Ganganalyse van hulpvraag tot ortheseplan Jos Deckers Themadagen Gymna 2017 Jos Deckers 40 jaar kinesitherapeut in revalidatiecentrum Hoensbroek Cursussen (open inschrijving en incompany): Ganganalyse

Nadere informatie

Patiëntinformatieformulier LOGICA-trial

Patiëntinformatieformulier LOGICA-trial Informatiebrief LOGICA trial: Laparoscopische versus Open Maag Operatie Datum: Onderwerp Telefoon E-mail 1 november 2015 LOGICA trial 088-005 6908 espillenaarbilgen@rijnstate.nl Geachte heer/mevrouw, U

Nadere informatie

introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets

introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets toetsende statistiek week 1: kansen en random variabelen week : de steekproevenverdeling week 3: schatten en toetsen: de z-toets week : het toetsen van gemiddelden: de t-toets week 5: het toetsen van varianties:

Nadere informatie

INFORMATIE VOOR DE OUDER(S)/VOOGD

INFORMATIE VOOR DE OUDER(S)/VOOGD Studie 2: Taken Versie informatiebrief: 3.1b INFORMATIE VOOR DE OUDER(S)/VOOGD Tweede taal acquisitie bij slechthorende jongeren N.B. Een samenvatting van deze informatiebrief is te vinden op pagina 5

Nadere informatie

TwinssCan Informatiebrief en Toestemmingsformulier. Katholieke Universiteit Leuven, België Universiteit Maastricht, Nederland Twins vzw

TwinssCan Informatiebrief en Toestemmingsformulier. Katholieke Universiteit Leuven, België Universiteit Maastricht, Nederland Twins vzw TwinssCan Informatiebrief en Toestemmingsformulier Katholieke Universiteit Leuven, België Universiteit Maastricht, Nederland Twins vzw Titel van het onderzoek: TwinssCan Gen-omgevingsinteractie bij psychotische

Nadere informatie

De data worden ingevoerd in twee variabelen, omdat we te maken hebben met herhaalde metingen:

De data worden ingevoerd in twee variabelen, omdat we te maken hebben met herhaalde metingen: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 6 1. De 15 leden van een kleine mountainbikeclub vragen zich af in welk mate de omgevingstemperatuur een invloed heeft op hun

Nadere informatie

Deel 1: Voorbeeld van beschrijvende analyses in een onderzoeksrapport. Beschrijving van het rookgedrag in Vlaanderen anno 2013

Deel 1: Voorbeeld van beschrijvende analyses in een onderzoeksrapport. Beschrijving van het rookgedrag in Vlaanderen anno 2013 7.2.4 Voorbeeld van een kwantitatieve analyse (fictief voorbeeld) In onderstaand voorbeeld werken we met fictieve data. Doel van dit voorbeeld is dat je inzicht krijgt in hoe een onderzoeksrapport van

Nadere informatie

TEMPERATUURMETINGEN BIJ DIABETISCHE VOET A.M. WIJLENS

TEMPERATUURMETINGEN BIJ DIABETISCHE VOET A.M. WIJLENS TEMPERATUURMETINGEN BIJ DIABETISCHE VOET A.M. WIJLENS DISCLOSURE Geen belangenverstrengeling INTRODUCTIE LICHAAMSTEMPERATUUR Constante lichaamstemperatuur wenselijk voor verloop fysiologische processen

Nadere informatie

Multidisciplinair voetcongres sport. Gangbeeld- en bewegingsanalyse bij sporters

Multidisciplinair voetcongres sport. Gangbeeld- en bewegingsanalyse bij sporters Multidisciplinair voetcongres sport Gangbeeld- en bewegingsanalyse bij sporters Even voorstellen Mijn hobby J Maar stel, ik heb met dansen klachten. o Hoe doe je je bewegingsanalyse? o Drukmeting? Loopanalyse?

Nadere informatie

Titel van het onderzoek Inbrengen van continue ambulante peritoneaal dialyse katheters: Kijkoperatie of open techniek?

Titel van het onderzoek Inbrengen van continue ambulante peritoneaal dialyse katheters: Kijkoperatie of open techniek? Titel van het onderzoek Inbrengen van continue ambulante peritoneaal dialyse katheters: Kijkoperatie of open techniek? Inleiding Geachte heer/mevrouw, Wij vragen u vriendelijk om mee te doen aan een medisch-wetenschappelijk

Nadere informatie

EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I. 30 januari 2009

EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I. 30 januari 2009 EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I 30 januari 2009 - Dit tentamen bestaat uit vier opgaven onderverdeeld in totaal 2 subvragen. - Geef bij het beantwoorden van de vragen een zo volledig mogelijk antwoord.

Nadere informatie

Coretraining voor lopers. Core training voor lopers. Take Home

Coretraining voor lopers. Core training voor lopers. Take Home Coretraining voor lopers @jordivanzelst Core training voor lopers Jordi van Zelst Manueel Fysiotherapeut Performance Coach Sportgek 2 Take Home Messages Practice What You Preach Doseren is key let op belasting

Nadere informatie

3M Advanced Wound Care. Huidbescherming Wondgenezing. Comfortabele & Effectieve. Compressie. voor uw Patiënten. 3M Coban 2 Lagen Compressiesysteem

3M Advanced Wound Care. Huidbescherming Wondgenezing. Comfortabele & Effectieve. Compressie. voor uw Patiënten. 3M Coban 2 Lagen Compressiesysteem 3M Advanced Wound Care Huidbescherming Wondgenezing Comfortabele & Effectieve Compressie voor uw Patiënten 3M Coban 2 Lagen Compressiesysteem 3M Coban 2 Lagen Compressiesysteem Eenvoudig aan te b 3M Coban

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

Informatie voor ouders ten behoeve van een wetenschappelijk onderzoek naar placentaverdeling bij monochoriale tweelingen: de Twinshare studie

Informatie voor ouders ten behoeve van een wetenschappelijk onderzoek naar placentaverdeling bij monochoriale tweelingen: de Twinshare studie Informatie voor ouders ten behoeve van een wetenschappelijk onderzoek naar placentaverdeling bij monochoriale tweelingen: de Twinshare studie (TTTS cohort) Geachte ouder(s), In aansluiting op het gesprek

Nadere informatie

PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism

PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism KINEMATICA EN DYNAMICA VAN MECHANISMEN PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism Lien De Dijn en Celine Carbonez 3 e bachelor in de Ingenieurswetenschappen: Werktuigkunde-Elektrotechniek Prof. Dr.

Nadere informatie

VC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen

VC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen LOOP ABC Opleiding LOOP ABC Praktijk VC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen INLEIDING Bij veel sporten is de loopbeweging van grote betekenis voor het beoefenen van die sport. Vaak is de looparbeid mede

Nadere informatie

De voetschakelaar. Practicum. Gemaakt door: Modulegroep P. Docent: Dhr. Meulman. Datum + Plaats: 7 November 2012, Den Haag

De voetschakelaar. Practicum. Gemaakt door: Modulegroep P. Docent: Dhr. Meulman. Datum + Plaats: 7 November 2012, Den Haag De voetschakelaar Practicum Gemaakt door: Modulegroep P Docent: Dhr. Meulman Datum + Plaats: 7 November 2012, Den Haag Voorwoord Wij zijn eerstejaarsstudenten aan De Haagse Hogeschool waar wij de studie

Nadere informatie

PROEFPERSONENINFORMATIE

PROEFPERSONENINFORMATIE PROEFPERSONENINFORMATIE De invloed van belasting op hoekmeting bij patiënten met een hallux valgus en validatie van twee vragenlijsten aangaande afwijkingen van de eerste straal Influence of weightbearing

Nadere informatie

Samenvatting. Introductie

Samenvatting. Introductie 143 Introductie Werpers spelen een belangrijke rol in honkbalwedstrijden en hebben een groot aandeel in het wedstrijdresultaat. Het succes van een werper wordt voor een belangrijk deel bepaald door diens

Nadere informatie