ZMC Hoorcollege. John Macco. Kees Versluis G1D

Transcriptie

1 ZMC Hoorcollege John Macco Kees Versluis G1D

2 Opdracht 1: Beschrijf je remmingen in interpersoonlijke situaties: Mijn grootste remmingen zijn: Angst Geen vertrouwen hebben in mensen en/of de situatie Twijfel Gebrek aan zelf-waarde (niet te verwarren met zelfvertrouwen) Dit is gebaseerd op jarenlange zelf-observatie en reflectie. Vanuit mijn jeugd is mij een angsstoornis nagebleven waardoor ik op irreële momenten bovenmatig angstig ben, dit remt mij enorm in het bedrijven van wat voor bezigheid dan ook en dan voornamelijk in sociale situaties. Dat ik geen vertrouwen heb in mensen en/of situaties is gebaseerd op veel slechte ervaringen, die ook deels door mijn eigen doen steeds verkeerd aflopen. Dit is slechts een kwestie van meer goede ervaringen opbouwen tot er weer een positief beeld de overhand neemt. Twijfel komt voor uit angst, gebrek aan vertrouwen en het overdenken van situaties, ik kan vaak (durven is wat anders) de knoop niet doorhakken omdat er nog iets niet klopt in mijn hoofd (en hart), gelukkig ben ik wel in staat direct actie te ondernemen mocht deze twijfel heel erg schadelijk of dringend worden. Het gebrek aan zelf-waarde komt omdat ik mijn plek nog niet heb gevonden, hetgeen wat ik bereik is vluchtig en ik heb de gewoonte mezelf niet te prijzen hiervoor, dit omdat ik het meteen weer neerschiet en bezig ben met het volgende omdat ik nog steeds niet tevreden ben met het totaalplaatje. Als oplossing hiervoor probeer ik meer stil te staan bij de dingen die ik bereik en waar ik trots op ben, dit om mezelf meer bewust te maken van het feit dat ik wel degelijk goede dingen verricht en de moeite waard ben. Opdracht 2: Beschrijf je strevingen (gevoelsmatige doelen): Mijn grootste streven is om in balans te komen. Met balans bedoel ik dat mijn gevoelsmatige leven een prettige/gezonde trend van opluchtingen en teleurstellingen volgt en dat ik hier op een rationele manier over kan nadenken zonder dat ik overmatig beinvloed wordt door irrationele angsten en andere negatieve gedachten. Dat ik in staat ben om te converseren met mensen zonder twijfel over mezelf of de ander, en zo ook te functioneren in een werkomgeving. Het bovengenoemde is hetgeen waar ik ultiem gelukkig van zou worden, functioneren zonder beperking, en daarom ook mijn ultieme streven. Gelukkig ben ik hier al elke dag mee bezig en zal de handdoek niet in de ring gooien tot ik mijn doel bereikt heb.

3 Opdracht 3: Beschrijf 4 kernkwaliteiten in kernkwadranten. Enthousiast Realistisch Bedachtzaam Eigenzinnig Enthousiast Over-Enthousiast / A-realistisch Realistisch Saai / Belerend Apathie Realistisch enthousiast zijn Niet kritisch zijn Kritisch zijn zonder belerend over te komen Bedachtzaam Overdenken Eigenzinning Koppigheid Onbedachtzaa mheid Kritisch en zelbewust zijn over gedachten stromen Geen eigen wil Openstaan voor anderen Reflectie: Uit de bespreking van de kernkwadranten zijn de volgende dingen naar voren gekomen. Enthousiasme bedrevenheid Mijn enthousiasme uit zich voornamelijk in bedrevenheid, zodra ik ergens enthousiast over ben ga ik er helemaal in op en pluis ik alles uit. Dit uit zich op verschillende manieren, zoals tijdens postmortems enthousiast rondlopen en supergeinteresseerd zijn in wat iedereen gemaakt heeft en het verhaal erachter. Maar ook het tot op de bodem uitzoeken van onderwerpen waar ik enthousiast over ben. Over het algemeen weet het over-enthousiaste deel goed in te temmen en is er eigenlijk geen negatieve feedback op geweest.

4 Realistisch ultiem realisme, er zijn geen andere mogelijkheden meer -> valkuil, die er zijn er wel Het is erkend dat ik realistisch en kritisch ben en soms belerend kan overkomen, maar wat ook erkend is is dat ik altijd een goede onderbouwing heb en er niet vaak naast zit. Wat echter mijn achilleshiel is, is dat als ik eenmaal een conclusie heb getrokken ik geen ruimte meer laat voor verandering, hierdoor kan ik de situatie vaak verkeerd inschatten en mijn idee op een compleet verkeerde manier verwoorden, waardoor het dus belerend en enigsinds raar overkomt. Bedachtzaam paradox je bestrijd het probleem met het probleem -> leren loslaten Dat ik veel pieker is een welbekend feit onder de geinterviewde, echter tijdens het uitleggen van mijn oplossing hiervoor ben ik gewezen op een prachtige paradox. Namelijk, door kritisch en bedachtzaam mijn gedachtenstromen uit te kiezen probeer ik met overdenken het probleem van overdenken aan te pakken, dit werkt natuurlijk nooit zoals het zou moeten en ik ga daarom op zoek naar een nieuwe oplossing. Bedachtzaam Overdenken Onbedachtzaa mheid Leren loslaten Eigenzinnig prima geef mensen de kans Deze kwaliteit en uitwerking in kwadrant werd vrijwel meteen door alle geintervieuwde geaccepteerd en bestempeld tot die klopt. Ik heb vaak compleet mijn eigen idee over iets en ben daar dan heel koppig over, dit is vaker een goede dan een slechte goede eigenschap alleen er werd wel een ernstige nadruk gelegd op het ruimte laten voor anderen.

5 Opdracht 4: Maak aantekingen van les 4 en 5 (a.d.h.v. psychologische stromingen). Psychologie = de leer van het gedrag van de mens (innerlijk en uiterlijk) 4 psychologische stromingen: 1. Behaviorisme /S-R psychologie. a. Klassiek (1 ste generatie) behaviorisme b. Mechanisch behaviorisme c. Als je een Stimulans krijgt Reageer je daar op je eigen manier op 2. Psycho-Analyse / diepte psychologie. a. Gaat vooral in op gevoelens (affectief gedrag) b. Freud s leer 3 dimensies i. Ich, hetgeen wat je bewust doet ii. Uber-Ich, geweten/normen en waarden iii. Es, het onbewuste 3. Humanistische psychologie a. Intrinsiek iets uit jezelf willen b. Extrinsiek iets moeten, opgelegd c. Theorie van Maslow Pyramide van Maslow 4. Cognitieve psychologie a. De psychologie van het menselijk brein b. Cognitie als zelfstandig onderwerp

6 Opdracht 5: Maak aantekeningen over de Roos van Leary. De Roos van Leary is een hulpmiddel voor het analyseren van menselijk gedrag en poogt dit ook te voorspellen en te beïnvloeden a.d.h.v. deze analyses. Het uiteindelijke doel van de Roos van Leary is om het communiceren in een team te vergemakkelijken, dit door een beter zicht te geven op menselijk gedrag door deze te indexeren en een manier te bieden hoe om te gaan en te reageren op bepaald gedrag voor een bepaalde gewenste of voorspelde uitkomst. Dit zorgt ervoor dat teamleden elkaar beter kunnen ondersteunen of tegengaan op de manier correspenderend met het vertoonde gedrag. Bij het gebruiken van de Roos van Leary moet in acht worden genomen dat gedrag niet per definitie goed of fout is en alle mensen deze gedragingen in zich hebben, echter alles heeft een oorzaak en de Roos poogt hier op in te spelen en zo het gedrag van anderen te veranderen. Verder is het belangrijk om te begrijpen dat communicatie uit zowel verbale als non-verbale communicatie bestaat en dat beide van belang zijn in het begrijpen van menselijk gedrag. In de Roos wordt onderscheid gemaakt tussen gematigd (ofwel effectief) gedrag, bevind zich in het binnenste van de cirkel, en extreem gedrag (niet effectief), dat zich aan de buitenste rand bevind. De Roos van Leary valt uiteen te zetten in het volgende: De buitenste ring / 4 o Dominantie de mate van o Relatie erkenning of afwijzing De binnenste ring / 8 o Gedragingen en zelfbeeld voor alle 8 vormen van de Roos van Leary

7 Als er gekeken wordt naar de mate van dominantie is er gesteld dat dit een tegengestelde reactie oproept bij andere mensen, ofwel complementair gedrag. Dit stelt dat als iemand een volgende houding aanneemt de ander automatisch een leidende houding aanneemt en vice versa. Bij het kijken naar de relatie wordt er gesteld dat dit een eenzelfde reactie oproept, ofwel symmetrisch gedrag. als iemand een helpende-houding aanneemt wordt dit gekopieerd door anderen en met een tegenwerkende-houding net zo zeer. Er kunnen 3 effecten worden geconstateerd bij het gebruiken van de Roos van Leary, namelijk: Effect 1: Als twee mensen samen in hetzelfde kwadrant zitten houden zij hetzelfde gedrag in stand. Hierbij zijn een aantal voor de hand liggende effecten: Allebei in het kwadrant Boven/Tegen: Ze belanden in een machtstrijd. Allebei in het kwadrant Boven/Samen: Ze willen beiden graag hun eigen plan uitvoeren, maar tegelijk gewaardeerd worden. Allebei in het kwadrant Onder/Samen: Ze komen niet veel verder, omdat initiatief ontbreekt. Allebei in het kwadrant Onder/Tegen: Ze versterken elkaar in hun kritische blik. Effect 2: Verticaal tegenovergesteld gedrag (dominantie) roept, zoals eerdergenoemd, complementair gedrag op, dus als je dit wil versterken, moet je kiezen voor een gedrag dat daar verticaal tegenover staat. Effect 3: Gedrag dat horizontaal naast elkaar staat (relatie), heeft een constructieve invloed en roept dus, zoals eerder genoemd, symmetrisch gedrag op. Als je iemand op een opbouwende manier wilt beïnvloeden, moet je kiezen voor gedrag dat even dominant is en aan de andere kant van de verticale lijn zit.

8 Opdracht 6: Maak een kort verslagje over Transactionele Analyse (T.A.) Transactionele Analyse is een persoonlijkheids-theorie ontwikkeld door Eric Berne in de jaren 50. Deze stelt dat de mens in zijn latere levensloop steeds weer de strategieën toepast die ontwikkeld zijn in de kindertijd ongeacht of deze een positieve of negatieve invloed hebben. Dit omdat een mens vroeg leert hoe om te gaan met zichzelf en zijn/haar omgeving en zich hier aan houdt. De ontwikkeling van een mens is compleet afhankelijk van deze beslissingen en geacht de aard zullen deze dus ook een positieve of negatieve invloed hebben op de ontwikkeling. Vanuit deze beslissingen kunnen 3 types ofwel scripts worden opgemaakt; de winnaar, de verliezer en de niet-winnaar. Een mens kan elk van deze types individueel zijn, maar ook gezamenlijk deze 3 types in zich huizen. Dit betekend dat de types onderling een strijd voeren over wie de besluitvoering mag nemen. De theorie gebruikt een aantal termen om bepaalde aspecten van menselijke communicatie aan te duiden, één van de belangrijkste hierin is de term transactie die staat voor wederzijdse communicatie waarin er sprake is van verbale en non-verbale communicatie, met de nadruk op de psychologische interactie die zich tegelijkertijd buiten het blikveld van waarnemers kan plaatsvinden. Er word in de term transactie een onderscheid gemaakt, namelijk of het een complementaire of gekruiste transactie is. Hierin wordt er een nieuwe term opgeworpen om het te verduidelijken namelijk, ego-posities. Deze stelt dat een mens 3 posities kan innemen tijdens het communiceren; de ouder, de volwassene en het kind. Het is bepalend voor de loop van een gesprek welke rol ieder inneemt en is een manier om aan te geven waar er (mis)communicatie kan optreden. Een complementaire transactie is dan één waarin beide personen elkaar aanspreken vanuit dezelfde positie en er geen miscommunicatie ontstaat. Een voorbeeld: Vind jij dit omslachtig? Ja ik vind dit omslachtig! Beide spreken vanuit een volwassen positie en vullen elkaar dus aan. Een gekruiste transactie is wanneer er sprake is van een mismatch qua posities, om het simpel te illustreren: Een kind kan geen ouder of volwassen positie innemen en zal daarom vrijwel altijd kinderlijk reageren. Wat betekend dat als een kind aangesproken wordt vanuit een andere positie dan zijn/haar eigen, zal deze niet goed begrijpen wat er wordt bedoeld en is er sprake van niet effectieve communicatie. Verder wordt er gebruik gemaakt van de term stroke om een uitlokking op emotioneel vlak aan te duiden, deze kan zowel positief als negatief zijn. Voorbeeld: Ik vind je haar mooi! / Ik vind jou stom! Stroke gaat erover dat elk mens een behoefte heeft aan aandacht en dat als deze niet in de positieve zin te vinden is mensen dan maar de negatieve kant opzoeken. Als er een conflict optreed vervuld iemand tijdens een transactie altijd één of meer van 3 beschikbare rollen; de aanklager, de redder en het slachtoffer. Dit wordt ook wel De DramaDriehoek genoemd en legt uit dat een conflict gebaseerd is op onbegrip voor zowel elkaar als zichzelf. Dit omdat mensen zich niet bewust zijn van hun eigen, onbewuste en verdrongen gedrag. De DramaDriehoek geeft meer inzicht op dit gedrag en kan mensen hier bewust van maken.

9 Een manier voor mensen om aandacht te krijgen is om spelletjes te spelen, vaak bewust gedrag dat altijd dezelfde soort handelingen en uitkomst als gevolg heeft. Voorbeeld: Een meisje post Ik ben lelijk op facebook puur met de intentie om complimenten te vissen, echter dit kan ook onbewust gebeuren door deze boodschap te zetten in een wat minder directe context. De term gebruikt in de theorie is dan ook spelletje maar doelt alleen maar op het bewuste deel. Als laatste is er nog het term racket, deze stelt dat een persoon toegestane gevoelens kan gebruiken om niet toegestane gevoelens te uiten. Een voorbeeld hiervan is: Waarom rijdt de trein altijd net weg als ik aankom? Wat duidt op een gevoel van onrechtvaardigheid dat weer gebaseerd is op jeugd-ervaringen. Het doel van het racket is om interne en externe rechvaardiging te vinden voor de niet toegestane gevoelens.