CFD-analyse van het RWA-systeem voor Centraal metrostation

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CFD-analyse van het RWA-systeem voor Centraal metrostation"

Transcriptie

1 Klant: DIENST METRO AMSTERDAM De heer Gert-Jan Ransijn Postbus CD AMSTERDAM Tel: +32 (0)20/ Consultant: Fire Engineered Solutions Ghent Oudenaardsesteenweg 32 G 9000 Gent Tel: 09/ CFD-analyse van het RWA-systeem voor Centraal metrostation Technisch Rapport PROJECT AUTEUR CONTROLE METRO AMSTERDAM - CENTRAAL X. DECKERS, A. AHMAD PROF. B. MERCI DATUM/VERSIE VERSIE 02 FES - PROJECTNUMMER DEEL 3 FESG Oudenaardsesteenweg 32 G mail: admin@fesg.be 9000 Gent Tel: 09/ België BTW: BE

2 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 2/46 : CS (versie2.0) INHOUD INHOUD Inleiding Karakteristieken van Centraal station & Metro Karakteristieken van het RWA-systeem Beschrijving van de scenario s Performantiecriteria en basisaannames RWA-systeem CFD-analyse Algemene conclusie References Bijlage 1 Metro M Bijlage 2 RWA Schakelmatrix Bijlage 3 overzicht resultaten uit 1d berekening [6] [5] Bijlage 4 resultaten: scenario 1 - M2 - brand uiteinde Bijlage 5 resultaten: scenario 2- M2 - brand midden... 41

3 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 3/46 : CS (versie2.0) 1. INLEIDING 1.1 Aanvraag onderzoek Fire Engineered Solutions Ghent bvba (verder FESG) werd gecontacteerd door Metro Amsterdam om een onafhankelijke studie uit te voeren waarbij de performantie van het bestaande RWA-systeem van het metrostation Centraal wordt onderzocht. De Dienst Metro Amsterdam is verantwoordelijk voor de bouw, het beheer en onderhoud van het Amsterdamse metro- en tramnetwerk. Fire Engineered Solutions Ghent is een studiebureau brandveiligheid gespecialiseerd in performantiegerichte brandveiligheidsoplossingen. FESG is opgericht als spin-off van de Universiteit Gent binnen de vakgroep van Prof. Dr. ir. Bart Merci. Voor deze expertisestudie zullen Professor Merci en FESG samenwerken. Het doel van deze studie is een onderbouwde uitspraak te kunnen maken over de werking van het RWA-systeem in het ondergronds metrostation in de Oostlijn. De performantie van het door derden ontworpen rook- en warmteafvoersysteem dient beoordeeld te worden door middel van CFD-berekeningen. 1.2 Geschiedenis analyse 2008 De oude metrolijn van Amsterdam Centraal naar Amsterdam Zuidoost bestaat ondertussen bijna 35 jaar. De dienst Metro Amsterdam is verantwoordelijk voor de renovatie van de Oostlijn. Het project waarbij de renovatie van de Oostlijn centraal staat bestaat uit: 1. Het verbeteren van de vluchtwegen in ondergrondse stations en in de tunnel. 2. Het moderniseren van de 16 stations. In 2008 heeft het studiebureau Arcadis Nederland de opdracht gekregen van de dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer (DIVV) in het kader van tunnelveiligheid om de ondergrondse stations te analyseren met betrekking tot de voornaamste veiligheidsdoelstellingen. Dit betreft onder andere veilige ontvluchting (zelfredzaamheid1). De toetsing betrof de vijf ondergrondse stations: Centraal Station (CS), Nieuwmarkt (Nmt), Waterlooplein (Wlp), Weesperplein (Wpp) en Wibautstraat (Wbs). Voor een paar stations heeft Arcadis de toetsing gedaan waarbij vergeleken werd of de vereiste evacuatietijd kleiner was dan de beschikbare evacuatietijd vooraleer er onhoudbare condities optreden. In dit kader werden er een aantal CFD-simulaties uitgevoerd om de tijdsevolutie van de rookverspreiding, temperaturen en zichtlengtes te kunnen gebruiken als performantiecriteria die zouden bepalen op welk tijdstip de condities onhoudbaar werden om te evacueren.

4 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 4/46 : CS (versie2.0) De conclusie van het rapport was dat het voorgesteld RWA-concept het vereist veiligheidsniveau haalde aangezien alle aanwezigen het station in geval van brand konden verlaten vooraleer er onhoudbare condities optraden. 1.3 Analyse situatie anno 2013 Momenteel is de Dienst Metro Amsterdam verantwoordelijk om de gemaakte wijzigingen (RWA, evacuatie, brandcompartimentering, ) voor te stellen aan de bevoegde brandweerdiensten en controlerende instanties. Specifiek voor het RWA-ontwerp wordt er momenteel op 2 moeilijkheden gebotst inzake verdediging van het ontwerp uit 2008: 1. Recente wijzigingen aan het ontwerp. a. Het verlaagd plafond (om plug-holing te vermijden) is weggelaten waardoor de extractie op 1 discreet punt voorzien is i.p.v. uniform verdeeld over de oppervlakte. b. De rookvakken zijn verschoven t.o.v. de oorspronkelijke berekeningen. 2. De brandweerdiensten hebben vragen/twijfels bij de betrouwbaarheid van het RWA-systeem. a. Hoe dient de goede werking van het RWA-systeem in de praktijk aangetoond te worden? b. Zijn de resultaten uit de CFD-simulaties voldoende betrouwbaar? Daarnaast gaf de commissie tunnelveiligheid een advies om een warme rookproef te organiseren. Oorspronkelijk werd gedacht op deze wijze de twijfels van de CFD weg te nemen, echter was het vanuit een praktisch oogpunt slechts haalbaar om een proef van 1.5 MW te organiseren (niet representatief voor de 20 MW brand uit het ontwerp). In overweging nemende dat de meerwaarde van deze kostelijke proeven beperkt waren om een antwoord te geven op vragen 2a en 2b, heeft metro Amsterdam voorgesteld om een alternatieve weg in te slaan. De goede werking van het RWA-concept, inclusief de recente wijzigingen, en de betrouwbaarheid van de CFD-simulaties zullen worden getoetst door een volledig onafhankelijke partij. 1.4 Doelstelling van Metro Amsterdam Metro Amsterdam wenst een onafhankelijke partij in te schakelen die: A. Één metrostation volledig opnieuw doorrekent, met eigen aannames (bvb. verbrandingswaarde en rekenrooster) en dezelfde randvoorwaardes (bvb. brandvermogencurve en geometrie) als de oorspronkelijke studie, en met inbegrip van de recente aanpassingen aan het concept (discrete extractiepunten). De resultaten worden gerapporteerd en gepresenteerd aan het opdrachtgevend bestuur. B. De resultaten vergelijkt met de resultaten van de studie van Arcadis en eventuele verschillen aan de hand van 3 werkvergaderingen analyseren. C. Een definitief rapport schrijft die een uitspraak maakt over de goede werking van het RWA-systeem.

5 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 5/46 : CS (versie2.0) 1.5 Beperkende lijst documenten Deze studie en analyse wordt uitgevoerd op basis van volgende beperkende lijst documenten, bekend bij de aanvang van de studie (chronologisch weergegeven): Documentnaam Van datum Uitgangspunten toetsing zelfredzaamheid stations Dienst Metro Amsterdam 08/10/ ALIVE Amsterdam Leidraad Integrale Veiligheid Dienst Metro Amsterdam 08/10/2013 Rapportage Toetsing Metro Oostlijn CS v5.0 definitief Dienst Metro Amsterdam 14/11/2013 Uitgangspunten CFD berekeningen Onno Jörg Arcadis - van Roel Favier 14/10/ CS Dienst Metro Amsterdam 15/10/ CS Dienst Metro Amsterdam 15/10/2013 Tekeningen van de tunneldelen (gehele tunnel) Dienst Metro Amsterdam 18/10/ D-VO+_plafonds_perrons_OG-CONCEPT Dienst Metro Amsterdam 21/10/2013 Schakelmatrix RWA-installatie Arcadis - van Roel Favier 31/10/2013

6 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 6/46 : CS (versie2.0) 2. KARAKTERISTIEKEN VAN CENTRAAL STATION & METRO 2.1. Station Centraal Centraal station is het eerste station in de Oost-lijn die loopt vanaf het Centraal Station naar Gein. Figuur 1: voorstelling Oostlijn De openbare toegangswegen van Noord hal naar de lagere hal (niveau -1) van het station bestaat uit 4 trappen en 1 lift. De hoogte bedraagt 2.7 m.

7 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 7/46 : CS (versie2.0) Figuur 2: voorstelling tussenhal (Noord) Centraal station En van Zuid hal naar de lagere hal (niveau -1) van het station bestaat uit 5 trappen. De hoogte bedraagt 2.6 m.

8 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 8/46 : CS (versie2.0) Figuur 3: voorstelling tussenhal (Zuid) Centraal station De platforms bevinden zich op niveau -2 in het midden van het station Centraal. De lengte van het perron is ongeveer 150 m en de breedte is ongeveer 19 m (10 m). De hoogte bedraagt 3.4 m. Er is enn nooduitgang aan het eind van deze platformen die direct naar buiten leiden. Dit is hier niet weergegeven. Figuur 4: Perron Centraal station 2.2. Metro trein M2: ouder type De karakteristieken van het metrostel M2 worden als volgt aangenomen: De metro heeft de volgende afmetingen: - Lengte: per wagen 18.7 m, 6 wagens: 112 m

9 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 9/46 : CS (versie2.0) - Breedte: 3 m - Hoogte: 3.5 m De metro bestaat uit 6 compartimenten waarbij elk compartiment gescheiden is door middel van deuren. De geometrie die FESG heeft overgenomen is te vinden in bijlage 1. Elk compartiment heeft 6 deuren (3 aan elke kant) met als afmetingen: 2.0 m x 1.3 m (H x B) Elk compartiment heeft 12 ramen (6 aan elke kant) met als afmetingen: 1.0 m x 1.25 m (H x B) Er is geen detectie voorzien in de metrostellen De brandvermogencurve (evolutie van de vrijgestelde warmte in functie van de tijd) voor de M2 is rechtstreeks overgenomen op de curve voorgesteld in het BOM [1] verslag en bevat de volgende kenmerken: - Maximaal vermogen 20MW wordt bereikt in 670 seconden (zie figuur 5). - Dit komt overeen met een groeicurve van 44.4 W/s 2. - Een uitspraak over de toepasselijkheid van de geselecteerde brandvermogencurve in functie van de combinatie aan materialen in het metrostel is buiten de scope van deze opdracht. Brandvermogen (MW) Tijd (minuten) Figuur 5: Opgelegde brandvermogencurve tot 20MW voor M2- BOM rapport

10 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 10/46 3. KARAKTERISTIEKEN VAN HET RWA-SYSTEEM 3.1. Principe van het RWA-systeem (Rook- en Warmte Afvoer) Het platform is onderverdeeld in 5 rookvakken met behulp van 5 rookschermen. Na activatie, dalen deze tot op een hoogte van 2,2 m boven de vloer. De extractie wordt uitgevoerd vanaf 4 extractiepunten, verdeeld op de platform (zie Figuur 6 voor principe en 3.3 voor technische realisatie). Elk afzuigpunt zorgt voor een extractiedebiet van 20 m 3 / s. Verder aan het einde van het station in de tunnelsectie een extractie punt geweest naar de zuidkant. Deze extractiepunt in het zuiden van het platform heeft een extractiedebiet van 10 m 3 /s. Deze extractiepunt word ook als drukontlastingskleppen ( pressure relief shaft ) gebruikt in normale omstandigheden. In geval van brand worden: o 4 extractiepunten geactiveerd over het hele platform o Dalen de rookschermen (zie bijlage 2) o De noordkant is in geval van brand afgesloten met de help van de deuren o Wordt het station aërolisch gescheiden van de tunnel door de massieve extractie na het station. Figuur 6: RWA-concept 3.2. Karakteristieken van de huidig voorziene openingen voor verse lucht Naturlijke luchttoevoer is voorzien via de trappen aan beide zijden (in groen aangeduid op Figuur 6). De trappen Noord en Zuid verbinden de twee ondergrondse niveaus. Er zijn 4 trappen in de noorden hal en 5 in de zuiden hal (zie Figuur 2 & 3). De afmetingen van de opening staan in de onderstaande tabel. Verder is er eveneens een mogelijke luchttoevoer via de tunnelkoker. Toevoer Afmeting breedte [m] hoogte [m] gebied [m 2 ] perimeter [m]

11 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 11/ * Table 1: Afmetingen van openen 3.3. Karakteristieken van traject ventilator tot afvoerpunt Informatie uit plaatsbezoek Tijdens een plaatsbezoek werden volgende aspecten waargenomen inzake verdeling van het aërolisch traject tussen de ventilatoren en de afvoerpunten op perron-niveau en worden volgende elementen gevisualiseerd op onderstaande figuur: a. Niveau van platform: kanaalwerk boven platform (rode aanduiding op schema) diffusorplaten (rode aanduiding op schema) Rookgordijnen 1 tem 6 (groene aanduiding op schema) Figuur 7: RWA-systeem Ingave in CFD-analyse In de CFD-analyse wordt volgend extractiedebiet in elk RWA-vak verondersteld: Sectie 1: 20 m³/s o via massief extractiepunt P2 Sectie 2: 20 m³/s o 10 m³/s afkomstig via P2 a o 10 m³/s afkomstig via P2 b Sectie 3: 20 m³/s o 10 m³/s afkomstig via P3 a o 10 m³/s afkomstig via P3 b Sectie 4: 20 m³/s o via massief extractiepunt P4

12 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 12/46 Belangrijk om te beseffen, is dat in realiteit de debieten zullen worden verdeeld in functie van de drukverliezen over de verschillende aërolische delen. Dit aspect is niet meegenomen in de analyse van FESG. We raden aan om bij de testen te meten hoe de debieten worden verdeeld en of dit overeenkomt met de aannames uit het ontwerp.

13 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 13/46 4. BESCHRIJVING VAN DE SCENARIO S 4.1. Brandlocatie 1: uiteinde platform Bij een brand in het eerste treincompartiment, waarbij de rook eerst in secties 1 zal stromen: - Bij rookdetectie 1 (na 60 seconden, zie sensitiviteitsstudie CFD) [2]: i. wordt de extractie in het station opgestart op 100% ii. totaal extractiedebiet van 80 m 3 /s op het platform 1. 1-CS-RWA-1-VE01 (20 m 3 /s) 2. 1-CS-RWA-2-VE01 (20 m 3 /s) 3. 1-CS-RWA-3-VE01 (20 m 3 /s) 4. 1-CS-RWA-4-VE01 (20 m 3 /s) iii. De massieve extractie net op de rand van platform en tunnel worden opgestart op 50% 1. Zuid-zijde: totaal extractiedebiet van 10 m 3 /s a. 1-CS-RWA-Z-STUW-VE01 (10 m 3 /s) b. 1-CS-RWA-Z-STUW-VE02 (0 m 3 /s) iv. De massieve extractie in het midden van de tunnelsecties Zuid worden opgestart op 100% 1. Zuid-zijde: totaal extractiedebiet van 40 m 3 /s a. 1-TUN-RWA-VE01 (20 m 3 /s) b. 1-TUN-RWA-VE02 (20 m 3 /s) - Bij lineaire detectie (aanname na 150 seconden [2]): i. alle rookschermen dalen tot op 2,2 m boven de vloer. Dit is een kritisch scenario aangezien de brandhaard zich bevindt de secties 1 en de thermiek dus sterker zal zijn richting trappen Noord. Figuur 8: Brandlocatie 1: brand aan uiteinde van het platform 1 In de studie [4] van Arcadis werd aangenomen na 30 seconden. Echter heeft FESG reeds in de CFD-analyse [10] & [11] van WPP aangetoond dat dit beter mee gemodelleerd wordt in CFD.

14 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 14/ Brandlocatie 2: centraal op platform Bij een brand in het middelste treincompartiment, waarbij de rook eerst in sectie 3 en 4 zal stromen, wordt dezelfde sequentie gevolgd als in 4.1. Figuur 9: Brandlocatie 2: brand centraal op platform

15 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 15/46 5. PERFORMANTIECRITERIA EN BASISAANNAMES RWA-SYSTEEM 5.1. Performantiecriteria Aangezien FESG enkel het gedeelte bekijkt van de ASET (Available Safe Egress Time), of de tijd die voorhanden is vooraleer er onhoudbare condities optreden, zijn ook de performantiecriteria overgenomen uit het BOM-rapport. De performantiecriteria voor de personenveiligheid uit de gecombineerde ASET-RSET analyse werden als volgt gedefinieerd: gedurende de volledige evacuatie dienen volgende toetscriteria voor leefbare omstandigheden zoals vastgesteld door BOM, te worden gerespecteerd [1] & [3]: Wamtestralingsniveau < 2,0 kw/m 2 Temperatuur < 50 ºC Zichtlengte naar lichtreflecterende voorwerpen > 10m Deze performantiecriteria dienen te worden gecontroleerd op een hoogte van 2.1 m boven de vloer. Toxiciteitscondities worden niet expliciet bekeken, aangezien verondersteld wordt dat de bovenstaande criteria zullen worden overschreden vooraleer de toxische concentraties of dosissen worden bekomen. Bovendien kan dit enkel bekeken worden in een gecombineerde ASET-RSET berekening Belangrijke aannames CFD-studie ARCADIS [4] ARCADIS veronderstelt dat de Noord en Zuid zijde gesloten zijn en dat de stroming veroorzaakt door verschillen in drukverliezen te verwaarlozen zijn. Verdere aannames betreffende het metrostel: Quantity Metro M2 Soot yield g/g CO yield NA Convectieve 65% Straling 35% Start Brand 0seconden=start brand = metrovoertuig op station naast perron Rookdetectie 30 seconden Warmtedetectie 120 seconden RWA ventilatie 0seconden= 0% nominaal vermogen 30seconden=50%nominaal vermogen 120seconden=100%nominaal vermogen Openen van deuren alle rijtuigen aan perronzijde: 6 deuren per rijtuig (alle deuren op het perron zijn open op tijdstip 0) Openen van ramen 12 ramen openen op 0 seconden aan beide zijden van het brandend rijtuig. RWA schakelmatrix Oude versie (2008) Tabel 2: Veronderstellingen door ARCADIS

16 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 16/ Aannames door FESG In versie 1 van het rapport voor Weesperplein (december 2013) werden veel van de veronderstellingen in deze studie overgenomen uit de ontwerpdocumenten (vb. oude RWAmatrix uit 2008), teneinde de resultaten te kunnen vergelijken. Uiteindelijk is er in 2010 een nieuwe RWA-matrix voorgesteld, en is er in 2014 een optimalisatie plaatsgevonden, door middel van de 1D-analyse van FESG [5]. De aannames uit deze studie houden rekening met de aannames uit de geoptimaliseerde schakelmatrix. De belangrijkste aannames die hebben geleid tot deze gewijzigde schakelmatrix zijn hieronder opgelijst. Deze aannames worden meegenomen als randvoorwaarden in de CFDanalyse (zie hoofdstuk 6) Drukverliezen in tunnelsecties - De oostlijn bevat 5 ondergrondse stations en 5 tunnelsecties met een variabele dwarsdoorsnede. - Aërolisch gezien is elk station via trappen verbonden met de omgeving waar atmosfeercondities gelden. - In geval van brand in een bepaald station, zal het ontworpen RWA-systeem opstarten in een bepaald scenario. Echter zal het RWA-systeem worden beïnvloed door de stroming in de tunnel. - Afhankelijk van de plaats van het brandscenario, kan de stroming in de tunnelsecties, de efficiëntie van het RWA-systeem beïnvloeden. - Wanneer de stroming uit de tunnelsecties richting platform komt, zal de stroming van de trappen tot het platform afnemen. - Hierdoor zou er rookverspreiding richting de trappen kunnen volgen. Om een inschatting te kunnen maken van de drukverliezen in de tunnelsecties, heeft FESG een 1D berekening van het aërolisch schema van de Oostlijn uitgevoerd ter hoogte van Centraal station. Daarna werd er d.m.v. een plaatsbezoek en op basis van op basis van de plannen een verfijning uitgevoerd inzake de ingegeven geometrie van de Oostlijn, zoals beschreven in [6]. De bekomen verdeling van stroming over het aërolisch netwerk is terug te vinden in het rapport [5] (zie ook Bijlage 4) Activatie van RWA Uit de sensitiviteitstudie [2] wordt duidelijk dat rookdetectie plaatsvindt na 50s i.p.v. 30s, welke was aangenomen door ARCADIS [4]. Na de rookdetectie wordt het RWA-systeem geactiveerd om onmiddellijk op vol vermogen te kunnen werken. Eens de locatie van de brand is bevestigd d.m.v. de lineaire detectie, worden de betreffende rookgordijnen neergelaten. Gelijkaardig aan de rookdetectie, geeft de sensitiviteitstudie [2] resultaten inzake activatie van de lineaire detectie over een interval van s afhankelijk van het alarmniveau. Door de hoge onzekerheid inzake temperatuursgradiënt in het model en de ontbrekende testresultaten is het moeilijke om een nauwkeurige inschatting te maken voor de detectietijd. Als een gevolg hiervan wordt

17 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 17/46 aangenomen dat de locatie van de brand wordt bevestigd binnen de 90 s na rookdetectie of manuele interventie. Dit betekent dat de rookgordijnen zullen neerdalen na 150 seconden van het ontstaan van een brand, onafhankelijk of de lineaire detectie heeft gereageerd Wind invloed Het Centraal station heeft 9 ingangen (4 aan noord-hal en 5 aan zuid-hal) van maaiveld naar niveau -1 (zie Figuur 2 & 3). Afhankelijk van de windrichting, kan de gecreëerde hoofdstroming op niveau -1 een effect hebben op het RWA-systeem. In een vorig rapport toonde FESG in eerste instantie aan welk effect een mogelijke windinvloed zou kunnen hebben op de performantie van het RWA-systeem. Er werd aangeraden om de windinvloed experimenteel op te meten. In dit kader werden snelheidsmetingen uitgevoerd door PEUTZ voor 2 aparte windcondities [7]. Aan de hand van deze metingen werd, in een 1D model, het potentieel effect van deze windinvloed op de efficiëntie van het RWA-systeem aangetoond door de gemiddelde volumedebieten ter hoogte van het platform en ter hoogte van de Noord en Zuidtunnelsectie van het Centraal station te berekenen. Deze randvoorwaarden worden opgelegd in het CFD-model in de sensitiviteitstudie [2] Brandkarakteristieken De voorgeschreven brandvermogencurve wordt rechtstreeks overgenomen zoals opgelegd in de referentierapporten. Daarnaast zijn onderstaande aannames voor wat betreft karakteristieken van de brand gemaakt die worden meegenomen in de CFD-berekeningen (zie Table 3). HRR [MW] Soot [g/g] CO [g/g] Verbrandingswaarde [kj/kg] Scenario ,000 Scenario ,000 Table 3: Karakteristieken van brand

18 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 18/46 6. CFD-ANALYSE 6.1. Inleiding Een CFD-simulatie houdt rekening met alle specifieke geometrische details in het station, zoals de rookreservoirs, de muren, rookschermen en de positie van luchttoevoer en RWA. Deze berekening zal de temperatuurverdeling en de evolutie van de warme rookgassen in het station weergeven in functie van de tijd, zodat kan worden nagegaan indien het RWAsysteem aan de vooropgestelde performantiecriteria voldoet. Een 3D-model van de werd opgebouwd in FDS 5.5 (Fire Dynamics Simulator 2 ) van NIST. CFD staat voor Computational Fluid Dynamics en is een eindige volumetechniek. Dat betekent dat de basiswetten van warmte- en massatransport met numerieke technieken worden opgelost en dit voor een zeer groot aantal controlevolumes, waarin het berekeningsmodel wordt opgedeeld. Doordat de CFD techniek fundamentele wetten toepast uit de stromingsdynamica, is een accurate simulatie van alle belangrijke fysische processen verzekerd. Complexe fysische en chemische fenomenen zoals turbulentie, verbranding en straling worden met specifieke submodellen gemodelleerd. Een CFD simulatie wordt typisch onderverdeeld in volgende stappen: Pre-processing Eerst wordt de geometrie van het station gemodelleerd, waarbij alle van belang hebbende objecten worden gemodelleerd en bepaalde vereenvoudigingen worden weergegeven. Daarna wordt het berekeningsdomein vastgelegd, dit is een afgebakend volume rond het model van het gebouw waarbinnen de simulatie zal gebeuren. Hierbij wordt het virtueel 3D-model opgedeeld in honderdduizenden controlevolumes of gridcellen. Zo wordt een 3D raster of grid bekomen, waarvoor over elke cel de balansen van massa, energie, impuls en chemische stof worden uitgedrukt. In dat model wordt een virtuele brandhaard geplaatst, waarvan de warmtevrijstelling in functie van de tijd wordt gespecificeerd. Na het specifiëren van de grens- en begincondities bevat het model van het station alle relevante informatie: de geometrie, de gebruikte materialen en hun thermische eigenschappen, de RWA-installatie CFD-berekening Bij de CFD-simulatie zelf wordt een keuze gemaakt in gebruikscondities, fysische modellen (turbulentiemodel, verbrandingsmodel, dimensionaliteit,...) en numerieke algoritme inputs (tijdstap, lengtestap,...). In de berekeningsmodule van het programma worden voor elke gridcel de behoudsvergelijkingen van warmte- en massatransport uitgedrukt. De exacte formulering van het probleem zou bestaan uit differentiaalvergelijkingen die elk behoud (massa, impuls, enthalpie en chemische stof) uitdrukken in elk punt van de ruimte en de tijd. De analytische oplossing van dit probleem kan echter niet worden gevonden. Daarom worden de differentiaalvergelijkingen gediscretiseerd en wordt elk behoud uitgedrukt over de eindige gridcellen. Het zeer groot stelsel algebraïsche vergelijkingen, dat hieruit voortvloeit, kan worden opgelost met een numerieke procedure. De oplossing bevat de evolutie en de ruimtelijke distributie van de temperatuur, de luchtsnelheden en 2 Voor uitgebreide informatie over de werking en modellen zie:

19 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 19/46 de stofconcentraties. Bijzondere fenomenen eigen aan brand, zoals verbranding en warmtestraling, worden berekend a.d.h.v. specifieke submodellen. Een enkele transiënte simulatie van een dergelijke station vereist typisch CPU tijden in de order van een week Post-processing In dit onderdeel worden de CFD resultaten van de berekeningen onder de loep genomen en verwerkt. Zo kunnen de resultaten worden gevisualiseerd in het 3D-model van het gebouw d.m.v. 2D contourplots of 3D iso-oppervlakken. Een contourplot geeft de distributie van een gekozen parameter weer in een horizontaal of verticaal vlak d.m.v. kleurencodes. Een iso-oppervlak verbindt alle punten in de ruimte waarin de gekozen parameter dezelfde waarde vertoont. Vaak is één CFD-simulatie niet voldoende, maar moet de grid-sensitiviteit worden nagegaan door (een deel van) de berekening te herdoen met een fijner grid en na te gaan dat er door de variatie geen significante verschillen optreden in de relevante grootheden. Ook kan blijken dat bepaalde parameters van het fysisch model of van het numeriek algoritme dienen te worden aangepast. CFD is een belangrijke tool voor de Fire Safety Engineer 3 en kadert binnen de wereldwijde evolutie naar performantiegerichte oplossingen om aan de brandveiligheidseisen te voldoen, i.p.v. met de traditionele aanpak waarbij prescriptieve codes worden toegepast Beschrijving van het model Geometrie en grid De geometrie is ingegeven in het model zoals weergegeven op onderstaande figuur. Het model van het station werd opgebouwd in functie van een simulatie met het CFD-pakket FDS 5.5 van NIST. Alle geometrische delen die van belang zijn werden ingegeven in het 3Dmodel, met de beperking dat de geometrie moet passen op een carthesisch rekenrooster aangezien de gridcellen rechte hoeken moeten hebben: Trappenhuizen zijn in het geel; Kolommen en balken zijn in het grijs aangeduid; Steunbalken en sassen zijn in het grijs aangeduid; Voorziene muren zijn eveneens in het grijs aangeduid; Platform-niveau o De plaats van de brandhaard staat aangeduid in het bruin (op p.25 en 26) o De RWA schacht wordt in het rood weergegeven o De werkende extractiepunten zijn in het groen aangeduid en verduidelijkt op figuur We verwijzen naar het eindwerk Vergelijkende Studie tussen CFD-simulaties en grootschalige brandproeven van ir. X. Deckers aan de Universiteit Gent (Fire Safety Engineering ) voor een meer volledige bespreking van deze materie.

20 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 20/46 Figuur 10: Geometrie Centraal station Figuur 11: Geometrie van Hal (Noord en Zuid) Figuur 12: Geometrie van het platform Het gestructureerde rekenrooster bevat een groot aantal hexaëdrische cellen (kubussen en balkjes). Dit gekozen rekenrooster is voldoende fijn om de belangrijkste lengteschalen die bij turbulentie optreden op een voldoende wijze op te lossen.

21 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 21/46 De keuze van de celgrootte 4 is afhankelijk van de karakteristieke diameter die wordt gegeven door de volgende relatie. HRR Grofmazig Medium Fijn [D*/4] [D*/10] [D*/16] 20 MW 0.8 m 0.32 m 0.2 m Table 4: keuze van de grid grootte Hieronder vindt u een overzicht van de gebruikte rekencellen tijdens de verschillende berekeningen Brandmodel Scenario Celgrootte voor platform [m] celgrootte voor hal [m] Scenario Scenario Table 5: Rekencellen Metro M2 Het compartiment in de M2 is onderverdeeld in 4 zones om branduitbreiding binnenin het compartiment te modelleren. De ontsteking gebeurt in sectie S1 en breidt uit naar de secties S2, S3 en S4. De branduitbreiding werd in het model zo opgelegd dat de combinatie van de 4 secties samen, de brandvermogencurve van een M2-metrostel volgt (Figuur 14). Voor wat betreft ventilatie werd er verondersteld dat de 3 deuren naar het perron open zijn bij de start van de brand. Bijkomend wordt er van uit gegaan dat de vensters breken zodanig dat de brandhaard te allen tijde ventilatiegecontroleerd blijft. Figuur 13: Brandvoortplanting in M2 4 Daar waar de karakteristieke diameter slechts een eerste inschatting is van het rekenrooster, heeft FESG interne validatiestudies [9] gedaan die de verantwoording van de gemaakte aannames onderbouwen.

22 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 22/ HRR [kw] Tijd [s] Actual HRR S1 S2 S3 S4 Figuur 14: Opgelegde brandvermogencurve van een M2-stel in het CFD-pakket Ventilatie in het model Toevoer De trappen van het niveau -1 tot het grondniveau voorzien het station van verse lucht. Deze openingen zijn altijd open. In het model wordt hier een atmosferische totale druk opgelegd. Dit betekent dat er geen rekening wordt gehouden met een eventuele windbelasting op het gebouw. In de onderstaande tabel worden de oppervlakte van de openingen weergegeven die worden gemodelleerd in CFD. Deze openingen worden gemodelleerd als verticale openingen aan de aantrede van de trap (in geel op Figuur 11). Toevoer Afmeting breedte [m] hoogte [m] gebied [m 2 ] perimeter [m] * Table 6: Afmetingen van openen Extractie 1. Extractiepunten in het station worden geactiveerd onafhankelijk van de locatie van de brand. In elk geval worden steeds de extractiepunten geactiveerd, zoals beschreven in figuur Daarbovenop wordt een extra extractiepunt voorzien in ten zuiden van het station met een extractiedebiet van 10 m³/s.

23 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 23/46 3. Daarbovenop wordt een extra extractiepunt voorzien in het midden van de tunnel ten zuiden van het station met extractiedebiet van 40 m³/s. P1 P2 P3 P4 20 m 3 /s 10 m 3 /s 10 m 3 /s 10 m 3 /s 10 m 3 /s 20 m 3 /s Figuur 15: Modellering van extractie in CFD Daar waar 1 rechtstreeks opgenomen werd in het model, werd het effect van 2 en 3 in rekening gebracht in een 1D-model en werden randvoorwaarden opgelegd in het CFD-model afhankelijk van de bekomen waarden uit het 1D-model (zie bijlage 3). De resultaten van 1D studie worden hieronder beschreven: Tijdstip / Luchthoeveelheid [m 3 /s] voor extractie zuid achter extractie zuid 30s s s s s s Table 7: Verdeling van de luchtvolumes -Centraal station Deze tijdsafhankelijke randvoorwaarden zijn in dit rapport opgelegd zonder windinvloeden te bekijken. We verwijzen naar de sensitiviteitsstudie [2] voor de windinvloed.

24 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 24/46 Figuur 16: Schema voor de verdeling van de luchtvolumes - Centraal station De parameters van het model Lucht wordt als een onsamendrukbaar, ideaal gas verondersteld. Dit betekent dat de dichtheid functie is van de temperatuur, zodat natuurlijke convectie mee in rekening wordt gebracht, maar niet rechtstreeks van de druk. De relatief lage snelheden die in de stroming voorkomen maken deze aanpak geldig. Rook en roet worden behandeld als een homogeen gas met de eigenschappen van lucht. Dit is de gangbare praktijk. Deze vereenvoudiging heeft een veel kleinere invloed op de resultaten dan de aanname van een brandscenario. De rookproductie wordt ingegeven als een vast percentage van de verbrandingssnelheid. Deze roetproductiefactor (soot yield) werd ingegeven als 12.3% voor M2. Dit betekent dat op elk moment een hoeveelheid roet wordt vrijgegeven dat gelijk is aan 12.3% van de massa die per tijdseenheid opbrandt. Turbulentie is in rekening gebracht met het LES model (Large Eddy Simulation). Hierbij worden de grootschalige driedimensionale, niet-stationaire turbulente bewegingen direct uitgerekend terwijl de effecten op kleinere schaal gemodelleerd worden. We mogen dus een grotere nauwkeurigheid en betrouwbaarheid verwachten dan bij zogenaamde RANS modellen (Reynolds Averaged Navier Stokes), waarbij het model gebaseerd is op een tijdsgewogen gemiddelde van alle turbulente fluctuaties. Voor wat betreft brandsimulaties heeft dat een sterke invloed op de vorm van de zuil opstijgende rookgassen. Er is verondersteld dat 65% van het brandvermogen terug te vinden is in de zuil hete gassen die uit de brand opstijgt, waarbij de overige 35% van het vermogen de brand verlaat als straling. Deze stralingswarmte wordt opgenomen door de bouwmaterialen (vloer en wanden) Relatie tussen de rookconcentratie en de zichtbaarheid Een concentratie aan roetpartikels kan worden vertaald in een zichtbaarheid. De gebruikte correlatie tussen zichtbaarheid en rookconcentratie dient duidelijk te worden gedefinieerd. Zo kan de zichtbaarheid door rook uit de CFD-resultaten (rookconcentratie) worden bekomen volgens volgende empirische formule: S = C/(K m ρy S ) Hierin is S de zichtbaarheid en is C een constante (gelijk aan 3 voor lichtreflecterende objecten), is K m een uitdovingcoëfficiënt (de waarde 8700 m²/kg is toepasselijk voor veel materialen zoals hout of plastieken), ρ de plaatselijke dichtheid en Y S de plaatselijke roetproductiefactor (hier of 0.1; zie eerder).

25 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 25/ Resultaten van het model In dit hoofdstuk vindt u de beschrijving van de bekeken scenario s en de conclusies gebaseerd op de resultaten in termen van rookverspreiding, temperatuur en zichtbaarheid. Voor de representatie van de resultaten verwijzen we naar bijlages 5 t.e.m Scenario 1: metrostel M2 met brandlocatie 1 (uiteinde) Brandscenario 1 is een brandend metrostel type M2 (Figuur 17). De brandhaard is in het bruin aangeduid. Figuur 17: CFD model scenario 1 (M2 uiteinde) De doelstelling van deze CFD-analyse is om te bepalen tot wanneer de performantiecriteria voor aanvaardbare evacuatiecondities worden behouden voor een brand aan het einde van het perron (brandlocatie 1). Zoals eerder vermeld, is brandlocatie 1 een ontwikkelende brand, startend in het metrostel aan het uiteinde van het perron. In dit metrostel start de brand aan het verste uiteinde, dicht bij de trappen. Het RWA-scenario is gebaseerd op de matrix in bijlage 2: concreet gezien wordt de extractie opgezet in de 4 extractiepunten gelijkmatig op het platform. De randvoorwaarden ter hoogte van de uiteinden van het perron werden overgenomen uit het 1D-model. De evaluatie van de performantiecriteria gebeurt op een hoogte van 2.1 m van het platform (BOM). Section Zicht Temperatuur Benodigde ontruimingstijd (ARCADIS) Noord Hal trap s RWA sectie 1 (brand) s RWA sectie s RWA sectie s RWA sectie s RWA sectie s Zuid Hal trap s Tabel 8: Resultaten van Brandscenario 1 (M2 uiteinde) Algemene conclusie: het tussenverdiep (niveau -1) dat verbonden is met de noordelijke trappen noord is gevuld met rook na 9 minuten. De zuidelijke trappen (verbonden met niveau -2) blijft rookvrij gedurende de eerste 15 minuten. Het temperatuurscriterium en het zichtbaarheidscriterium zijn in bovenstaande tabel weergegeven.

26 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 26/ Scenario 2: metrostel M2 met brandlocatie 2 (centraal) Brandscenario 2 is een brandend metrostel type M2 (Figuur 18). De brandhaard is in het bruin aangeduid. Figuur 18: CFD model scenario 2 (M2 centraal) De doelstelling van deze CFD-analyse is om te bepalen tot wanneer de performantiecriteria voor aanvaardbare evacuatiecondities worden behouden voor een brand centraal op het perron (brandlocatie 2). Zoals eerder vermeld, is brandlocatie 2 een ontwikkelende brand, startend in het metrostel aan het midden van het perron. In dit metrostel start de brand in het midden, verwijderd van de trappen. Het RWA-scenario is gebaseerd op de matrix in bijlage 2: concreet gezien wordt de extractie opgezet in de 4 extractiepunten gelijkmatig op het platform. De randvoorwaarden ter hoogte van de uiteinden van het perron werden overgenomen uit het 1D-model. De evaluatie van de performantiecriteria gebeurt op een hoogte van 2.1 m van het platform (BOM). Section Zicht Temperatuur Benodigde ontruimingstijd (ARCADIS) Noord Hal trap s RWA sectie s RWA sectie s RWA sectie 3(brand) s RWA sectie 4(brand) s RWA sectie s Zuid Hal trap s Table 9: Resultaten van Brandscenario 2 (M2 centraal) Algemene conclusie: het tussenverdiep (niveau -1) dat de noordelijke trappen verbindt en de zuidelijke trappen (niveau -2) blijft rookvrij gedurende de eerste 15 minuten. Het temperatuurscriterium en het zichtbaarheidscriterium zijn in bovenstaande tabel weergegeven.

27 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 27/46 7. ALGEMENE CONCLUSIE 7.1 Conclusie uit hoofdrapport FESG werd gecontacteerd om voor het Centraal station op de Oostlijn een studie uit te voeren met als doel de performantie van het bestaand RWA-systeem te controleren. o o o De door FESG aangenomen randvoorwaarden houden rekening met de drukverliezen over de verschillende toevoermogelijkheden uit station (trappen) en tunnelmonden (andere stations op de Oostlijn), omdat deze een impact heeft op de verdeling van de verse toevoerlucht tot het perron. Dit werd met een 1D-model bepaald (zie [6] en [5]). Door middel van een CFD-analyse werden de gevolgen van een metrobrand op 2 kritische locaties bepaald. De scenario s representeerden een brand in een oud (M2-metro) stel zowel in het midden als uiteinde van het perron. Voor het RWA-systeem werd de huidige configuratie voor activering van extractiepunten en rookgordijnen gevolgd zoals vermeld in bijlage 2, met volgende aanpassingen: rookschermen komen naar beneden, maximum 90 seconden na de rookdetectie. o De resultaten worden getoetst op rookverspreiding en houdbaarheidscondities (rookverspreiding, zichtbaarheid en temperatuur). Waar de ASET<RSET (aangeduid in het rood in de tabellen), wordt voorgesteld om de evacuatie-analyse opnieuw te doen, met de aanname dat vanaf dat het criterium overschreden is, de uitgang niet meer beschikbaar is. De resultaten tonen aan dat voor een brandende metro in het uiteinde gedeelte, er rookverspreiding is naar het niveau -1 aan de noordzijde na ongeveer: - 9 minuten na het ontstaan van de brand. De resultaten tonen aan dat voor een brandende metro in het centraal gedeelte, er gedurende de eerste 15 minuten geen rookverspreiding is naar het niveau -1. Er kan worden geconcludeerd dat de werking van het RWA-systeem in het station Centraal gedeeltelijk de performantiecriteria behaalt. Er wordt voorgesteld om de evacuatieanalyse uit te voeren, rekening houdende met het niet beschikbare zijn van de uitgangen na een zekere tijd. FESG stelt voor om bij interventie steeds de Zuidelijke trap te gebruiken omdat daar geen rookverspreiding is waargenomen in de CFD analyse.

28 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 28/ Conclusie uit sensitiviteitsstudie (afzonderlijk rapport) Gebaseerd op de resultaten uit dit rapport kunnen volgende conclusies worden genomen: - De detectie kan later optreden dan aangenomen in het hoofdrapport, waardoor er een verhoogd risico is op rookverspreiding, waar rekening mee dient gehouden te worden. o Rookdetectie na 60 sec. o Lineaire warmtedetectie ergens tussen 75 sec en 180 sec in plaats van 150 sec. - Uit de resultaten wordt vastgesteld dat het effect van wind de prestaties van het RWA-systeem negatief beïnvloeden. o Onder de gemeten windinvloed kan een sterke stroming van noord naar zuid worden waargenomen. o Voor een scenario aan het uiteinde van het platform Noord, is dit een slechte situatie. o Voor een scenario aan het uiteinde van het platform Zuid is dit een slechte configuratie. o Daarom wordt er voorgesteld om een evacuatie-analyse uit te voeren in verminderde condities, rekening houdende met het niet beschikbare zijn van de uitgangen na een zekere tijd. - Er dient opgemerkt te worden dat er mogelijks rookverspreiding kan ontstaan naar het Nieuwmarkt station; Echter is dit niet bestudeerd in deze studie. Volgende aanbevelingen worden gemaakt: - De activatietijden voor de rookschermen en extractiepunten dienen niet enkel afhankelijk te zijn van de detectietijd van het lineair detectiesysteem. o Er wordt aanbevolen om beide voormelde zaken na een maximale tijdslimiet van 90 seconden na de rookdetectie te activeren. - De beschouwde winddruk in de sensitiviteitsstudie is niet echt conservatief. o Er wordt aanbevolen om na te gaan of er bijkomende maatregelen kunnen worden getroffen om de windinvloed te beperken. o Het effect van de locatie van de extractiepunten naast de luchttoevoerpunten van de trappen dient ofwel te worden vermeden ofwel te worden meegenomen in de studie indien de waarschijnlijkheid van een dergelijke wind als realistisch wordt beschouwd.

29 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 29/46 REFERENCES [1] PEUTZ, I. D. d. Boer en I. J. Mertens, Branonderzoek metro; eindrapportage. [2] FESG, Metrostation Centraal sensitiviteitsstudie v2.0, 31 March [3] D. I. V. e. V. (DIVV), Amsterdamse Leidraad Integrale Veiligheid ondergrondse tramen metrosystemen (ALIVe), June [4] ARCADIS, TOETSING ZELFREDZAAMHEID CENTRAAL STATION AMSTERDAM METRO OOSTLIJN - TUNNELVEILIGHEID v5.0, [5] FESG, Optimalisatie-studie RWA-systeem Oostlijn metro Amsterdam V2.0, 20 March [6] FESG, Aannames voor 1D-analyse Oostlijn metro Amsterdam v1.0, 28 February [7] PEUTZ, Orienterend onderzoek wind en temperatuur gedreven stromingen Rapportnummer V RA, 24 februari [8] A. Ahmad en FESG, Validation & sensitivty analysis for Memomial Tunnel Tests using CFD (FDS 5.0), August [9] FESG, Metrostation Weesperplein sensitiviteitsstudie v2.0, 31 March [10] FESG, CFD-analyse van het RWA-systeem voor Weesperplein metrostation v2.0, 31 March 2014.

30 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 30/46 BIJLAGE 1 METRO M2

31 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 31/46 BIJLAGE 2 RWA SCHAKELMATRIX Figuur 19: FESG voorgestelde RWA Schakelmatrix

32 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 32/46 Figuur 20: RWA Schakelmatrix bij ARCADIS

33 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 33/46 BIJLAGE 3 OVERZICHT RESULTATEN UIT 1D BEREKENING [6] [5] Het 1D-model bestaat uit de in 2.3 beschreven geometrie, openingen en extractiepunten. De legende is als volgt te lezen: Openingen worden in het zwart weergegeven (X 123 thv Centraal Station betekent opening 1, 2, 3 en 4 aan de Noordzijde Centraal Station); Y zijn de drukontlastingskleppen; E_P is de extractie op een platform; E_S de extractie op het uiteinde van het platform en E_T de extractie in het midden van de tunnel. De extractie is in het rood weergegeven indien actief en in het grijs indien niet actief. Vergelijkbaar voor drukontlastingskleppen. CS NMT WLP WPP WBS X 1234 X 11 X 12 X 3 X 12 X 34 X X 12 X 34 Y 1CS-Z Y 2NMT-N Y 2NMT-Z Y 2TUN Y 3WLP-Z Y 4WPP-N Y 4WPP-Z Y 5WBSN Y 5WBS-Z E_P (80 m 3 /s) E_P (100 m 3 /s) E_P (90 m 3 /s) E_P (80 m 3 /s) E_P (100 m 3 /s) E_S (10 m 3 /s) E_S (40 m 3 /s) E_S (40 m 3 /s) E_S (30 m 3 /s) E_S (40 m 3 /s) E_S (40 m 3 /s) E_S (40 m 3 /s) E_S (40 m 3 /s) E_T1 (40 m 3 /s) E_T2 (40 m 3 /s) E_T3 (40 m 3 /s) E_T4 (40 m 3 /s) E_T5 (40 m 3 /s) X : opening through stairs Y : Pressure relief shafts E_P : Platform extraction E_S : Extraction at the end of station E_T : Tunnel extraction Figuur 21: configuratie voor Centraal station

34 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 34/46 Figuur 22: Luchthoeveelheid in de tunnel Centraal station geen wind

35 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 35/46 BIJLAGE 4 RESULTATEN: SCENARIO 1 - M2 - BRAND UITEINDE [s] Smoke Spread Temperature [ 0 C]

36 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 36/

37 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 37/

38 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 38/46 [s] Optical density [m -1 ] Visibility [m]

39 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 39/

40 FESG Project : CFD metro Amsterdam Centraal 40/

41 FESG Project : CFD metro Amsterdam 41/46 : (versie1.1) BIJLAGE 5 RESULTATEN: SCENARIO 2- M2 - BRAND MIDDEN [s] Smoke Spread Temperature [ 0 C]

42 FESG Project : CFD metro Amsterdam 42/46 : (versie1.1)

43 FESG Project : CFD metro Amsterdam 43/46 : (versie1.1)

44 FESG Project : CFD metro Amsterdam 44/46 : (versie1.1) [s] Optical density [m -1 ] Visibility [m]

45 FESG Project : CFD metro Amsterdam 45/46 : (versie1.1)

46 FESG Project : CFD metro Amsterdam 46/46 : (versie1.1)

CFD-analyse van het RWA-systeem voor Wibautstraat metrostation

CFD-analyse van het RWA-systeem voor Wibautstraat metrostation Klant: DIENST METRO AMSTERDAM Postbus 2181 1000 CD AMSTERDAM Tel: +31 (0)20/556.5080 Consultant: Fire Engineered Solutions Ghent Oudenaardsesteenweg 32 G 9000 Gent Tel: 09/280.03.69 CFD-analyse van het

Nadere informatie

CFD-analyse van het RWA-systeem voor Nieuwmarkt metrostation

CFD-analyse van het RWA-systeem voor Nieuwmarkt metrostation Klant: DIENST METRO AMSTERDAM De heer Gert-Jan Ransijn Postbus 2181 1000 CD AMSTERDAM Tel: +32 (0)20/556.5080 Consultant: Fire Engineered Solutions Ghent Oudenaardsesteenweg 32 G 9000 Gent Tel: 09/280.03.69

Nadere informatie

Stationsrenovaties Metro OostLijn - Aanvullende CFD-berekeningen

Stationsrenovaties Metro OostLijn - Aanvullende CFD-berekeningen Klant: GROUP A, Pelgrimsstraat 3, 3029 BH Rotterdam Tel +31102440193 Consultant: Fire Engineered Solutions BVBA Oudenaardsesteenweg 32 G 9000 Gent Tel : 09/280.03.69 Stationsrenovaties Metro OostLijn -

Nadere informatie

CFD als tool voor de Fire Safety Engineer: case-study

CFD als tool voor de Fire Safety Engineer: case-study CFD als tool voor de Fire Safety Engineer: case-study ir. Xavier Deckers FESG Presentatie CFD in de bouw Actiflow seminar Presentatie FESG Wie zijn wij? Onafhankelijk studiebureau brandveiligheid, Gespecialiseerd

Nadere informatie

Metro Oostlijn Amsterdam optimalisatie ontruimingsberekeningen

Metro Oostlijn Amsterdam optimalisatie ontruimingsberekeningen mook zoetermeer groningen düsseldorf dortmund berlijn leuven parijs lyon sevilla Metro Oostlijn Amsterdam optimalisatie ontruimingsberekeningen Station Nieuwmarkt o p d r a c h t g e v e r r a p p o r

Nadere informatie

Metro Oostlijn Amsterdam optimalisatie ontruimingsberekeningen

Metro Oostlijn Amsterdam optimalisatie ontruimingsberekeningen mook zoetermeer groningen düsseldorf dortmund berlijn leuven parijs lyon sevilla Metro Oostlijn Amsterdam optimalisatie ontruimingsberekeningen Station Waterlooplein o p d r a c h t g e v e r r a p p o

Nadere informatie

Metro Oostlijn Amsterdam

Metro Oostlijn Amsterdam Metro Oostlijn Amsterdam Oriënterend onderzoek wind en temperatuur gedreven stromingen Rapportnummer V 114-2-RA d.d. 24 februari 2014 Metro Oostlijn Amsterdam Oriënterend onderzoek wind en temperatuur

Nadere informatie

Rook-en wamte afvoer in de praktijk L Evacuation des fumées et de la chaleur en pratique

Rook-en wamte afvoer in de praktijk L Evacuation des fumées et de la chaleur en pratique Rook-en wamte afvoer in de praktijk L Evacuation des fumées et de la chaleur en pratique 20 10 2011 1 Vanbever Bart 2 RWA in parkeergarages Bart Vanbever bvanbever@vincotte.be Antwerpen, 22 februari Wetgeving

Nadere informatie

Filip Van Meerhaeghe Product manager RWA BC Keller Lufttechnik Benelux Beveren Leie

Filip Van Meerhaeghe Product manager RWA BC Keller Lufttechnik Benelux Beveren Leie Filip Van Meerhaeghe Product manager RWA BC Keller Lufttechnik Benelux Beveren Leie 1 1. Inleiding Doel thesis 2. Setup case 3. Resultaten case 4. Besluit case 2 1. Inleiding Doel thesis CFD case < > experimentele

Nadere informatie

Een aantrekkelijk alternatief voor lange (stads)tunnels ir. P. Jovanovic, ir. M. Holthuis

Een aantrekkelijk alternatief voor lange (stads)tunnels ir. P. Jovanovic, ir. M. Holthuis Een aantrekkelijk alternatief voor lange (stads)tunnels ir. P. Jovanovic, ir. M. Holthuis Samenvatting uit presentatie i.h.k.v. Tunnelveiligheid in Nederland, Amsterdam, 13-09-2012 Overzicht Onderwerpen

Nadere informatie

Onderzoek naar branden in parkeergarages

Onderzoek naar branden in parkeergarages FACULTY OF ENGINEERING Onderzoek naar branden in parkeergarages Xavier Deckers 1,2, Siri Haga 1 and Bart Merci 1 1 Universiteit Gent, Vakgroep stroming, warmte en verbranding 2 Fire Engineered Solutions

Nadere informatie

Rapport Prestatie Gevellamel versus Luchtgordijn

Rapport Prestatie Gevellamel versus Luchtgordijn Rapport Prestatie Gevellamel versus Luchtgordijn Datum: 18 september 2017 Windsafe Projects B.V. Science Park 5080 5692 EA Son Nederland Project Titel Prestatie Gevellamel versus luchtgordijn Document

Nadere informatie

STUDIEBUREAU BRANDVEILIGHEID

STUDIEBUREAU BRANDVEILIGHEID FIRE ENGINEERED SOLUTIONS GHENT STUDIEBUREAU BRANDVEILIGHEID Analyse wetgeving Kostenbaten optimum Brandweer interventie model FIRE ENGINEERED SOLUTIONS GHENT STUDIEBUREAU BRANDVEILIGHEID AFDELING PARKINGS

Nadere informatie

Evacuatie van bedlegerige patiënten uit een gebouw

Evacuatie van bedlegerige patiënten uit een gebouw Evacuatie van bedlegerige patiënten uit een gebouw Afstudeeronderzoek TU/e 27 juni 2013 Ir. N. (Niels) Strating www.chri.nl Agenda Introductie Cauberg-Huygen Inleiding Experimenten Experimentele Resultaten

Nadere informatie

BRAND IN ONDERGRONDSE PARKEERGARAGES

BRAND IN ONDERGRONDSE PARKEERGARAGES BRAND IN ONDERGRONDSE PARKEERGARAGES Nele Tilley Department of Flow, Heat and Combustion Mechanics www.floheacom.ugent.be Ghent University UGent pag. 1 onderzoek aan de universiteit: ver van mijn bed?

Nadere informatie

CFD simulaties voor kostenbesparing in uw datacenter: Hoe werkt het, en wat levert het op? Eric Terry - Actiflow

CFD simulaties voor kostenbesparing in uw datacenter: Hoe werkt het, en wat levert het op? Eric Terry - Actiflow CFD simulaties voor kostenbesparing in uw datacenter: Hoe werkt het, en wat levert het op? Eric Terry - Actiflow Introductie Actiflow Advies- en ontwerpbureau gespecialiseerd in stromingsleer Spin-off

Nadere informatie

Brandveiligheid gesimuleerd of werkelijkheid. Brandveiligheid gesimuleerd of werkelijkheid. Welke onderwerpen?

Brandveiligheid gesimuleerd of werkelijkheid. Brandveiligheid gesimuleerd of werkelijkheid. Welke onderwerpen? Brandveiligheid ing. Art van Lohuizen adviseur brandveiligheid Brandveiligheid Welke onderwerpen? - voorbeelden van simulatieberekeningen - brandoverslagrisico via gevel - rook- en warmteafvoer in parkeertoren

Nadere informatie

CFD Tankputbrand; Toelichting CFD en validatie

CFD Tankputbrand; Toelichting CFD en validatie CFD Tankputbrand; Toelichting CFD en validatie Ed Komen - NRG Rene Sloof Antea Group Symposium Warmtecontouren Rozenburg, 3 april 2014 2 Inhoud Wat is CFD? / Hoe werkt CFD? NRG s CFD Services Team Samenwerking

Nadere informatie

Performantiegerichte aanpak in parkings: brandweerinterventiemodel

Performantiegerichte aanpak in parkings: brandweerinterventiemodel Performantiegerichte aanpak in parkings: brandweerinterventiemodel Xavier Deckers - FESG Branduitbreiding mogelijk? 1400 wagens Windeffect 1 ste wagen: oude Land Rover Geen personen gewond Brandweer ter

Nadere informatie

Afstudeeronderzoek: Evacuatie van bedlegerige patiënten uit een gebouw 12 november 2013

Afstudeeronderzoek: Evacuatie van bedlegerige patiënten uit een gebouw 12 november 2013 Afstudeeronderzoek: Evacuatie van bedlegerige patiënten uit een gebouw 12 november 2013 ir. N. (Niels) Strating Inhoud Inleiding Experimenten Experimentele resultaten Simulaties Simulatieresultaten Conclusies

Nadere informatie

CFD houdt in dat in een computermodel

CFD houdt in dat in een computermodel Tekst Ruud van Herpen en Richard van de Nes CFD betrouwbaar hulpmiddel om brand in parkeergarage te simuleren Grote parkeergarages zijn vaak onderwerp van CFD-simulaties (Computational Fluid Dynamics).

Nadere informatie

FIRE ENGINEERED SOLUTIONS GHENT STUDIEBUREAU. Conformiteit wetgeving. Ontwerp brandveiligheidssystemen. Audit/risico-analyse. Kosten baten optimum

FIRE ENGINEERED SOLUTIONS GHENT STUDIEBUREAU. Conformiteit wetgeving. Ontwerp brandveiligheidssystemen. Audit/risico-analyse. Kosten baten optimum FIRE ENGINEERED SOLUTIONS GHENT STUDIEBUREAU Conformiteit wetgeving Ontwerp brandveiligheidssystemen Audit/risico-analyse Kosten baten optimum FIRE ENGINEERED SOLUTIONS GHENT STUDIEBUREAU BRANDVEILIGHEID

Nadere informatie

De digitale windtunnel

De digitale windtunnel De digitale windtunnel CFD modellen. Erik den Tonkelaar(DGMR), Hannes Sanders(ARCADIS) De digitale windtunnel In deze presentatie: CFD in het algemeen Onderzoek WinMiskan in kader van COB Voor- en nadelen

Nadere informatie

Rookdichtheid en zichtlengte

Rookdichtheid en zichtlengte Rookdichtheid en zichtlengte Kennisbank Bouwfysica Auteur: Ruud van Herpen MSc. 1 Het verbrandingsproduct De verbranding van een vuurlast kan in de meest essentiële vorm worden weergegeven in de volgende

Nadere informatie

De brand van de Innovation- 50 jaar later: is zo n ramp vandaag nog mogelijk?

De brand van de Innovation- 50 jaar later: is zo n ramp vandaag nog mogelijk? De brand van de Innovation- 50 jaar later: is zo n ramp vandaag nog mogelijk? Inleiding Auteurs We gingen op pad en hadden een boeiend gesprek met ir. Xavier Deckers, directeur van het onafhankelijk studiebureau

Nadere informatie

Atria en brandveiligheid

Atria en brandveiligheid AKOESTIEK EN BOUWFYSICA LAWAAIBEHEERSING MILIEUTECHNOLOGIE BRANDVEILIGHEID Atria en brandveiligheid ir J.J. Mertens Zoetermeer Mook Düsseldorf Parijs Londen www.peutz.nl Aan de orde komen wat zijn kenmerken

Nadere informatie

Validatie van simulatiemethode in Open FOAM

Validatie van simulatiemethode in Open FOAM Validatie van simulatiemethode in Open FOAM Samenvatting Dit verslag gaat over of een simulatie uitgevoerd in Open FOAM voldoende nauwkeurigheid bied en tevens uitvoerbaar is op een gewone computer. Er

Nadere informatie

Brandveiligheid in parkeergarages

Brandveiligheid in parkeergarages Inhoud Reglementering Normen Technische invulling Ontwerpmethodiek Voorbeeldproject - Ontwerp Inhoud Reglementering Normen Technische invulling Ontwerpmethodiek Voorbeeldproject - Ontwerp Voorbeelden van

Nadere informatie

Ir. René Hopstaken. Structural Fire Safety Engineering praktijkvoorbeeld

Ir. René Hopstaken. Structural Fire Safety Engineering praktijkvoorbeeld Ir. René Hopstaken Structural Fire Safety Engineering praktijkvoorbeeld Ontwerp Station Breda (Bouwbesluit) eisen brandveiligheid Aanpak FSE Conclusies Inhoud Alles in één gebouw: Trein, bus, fiets, auto

Nadere informatie

Samenvatting. Stromingsleer. Turbulentie

Samenvatting. Stromingsleer. Turbulentie Samenvatting Stromingsleer Reeds in 1822 en 1845 werden door Navier en Stokes de vergelijkingen geformuleerd waaraan stroming van vloeistoffen en gassen voldoet. Deze vergelijkingen, die de Navier- Stokes

Nadere informatie

FIRE ENGINEERED SOLUTIONS GHENT STUDIEBUREAU. Analyse wetgeving. Risicoanalyse. Projectbegeleiding

FIRE ENGINEERED SOLUTIONS GHENT STUDIEBUREAU. Analyse wetgeving. Risicoanalyse. Projectbegeleiding STUDIEBUREAU Analyse wetgeving Projectbegeleiding STUDIEBUREAU BRANDVEILIGHEID - AFDELING INDUSTRIE Om elke partij van hulp te dienen zorgt FESG ervoor dat ze op alle vlakken van brandveiligheid aanwezig

Nadere informatie

Wanneer wel, wanneer geen CFD? ervaring van Peutz met controle en validatie van numerieke modellen met metingen

Wanneer wel, wanneer geen CFD? ervaring van Peutz met controle en validatie van numerieke modellen met metingen AKOESTIEK EN BOUWFYSICA LAWAAIBEHEERSING MILIEUTECHNOLOGIE BRANDVEILIGHEID Wanneer wel, wanneer geen CFD? ervaring van Peutz met controle en validatie van numerieke modellen met metingen Marcel van Uffelen

Nadere informatie

Station Waterlooplein

Station Waterlooplein Definitief Versie 1 12 september 2014 Projectnr 30619 Documentnr 188629 Constructies Stad Station Waterlooplein Stationsrenovaties Oostlijn VO+ Beschouwing constructieve aanpassingen Auteur(s) D. in t

Nadere informatie

Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing)

Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing) Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing) door Daniek de Jager EVEN VOORSTELLEN Daniek de Jager Exiss BV Senior Consultant Integrale veiligheid Rookbeheersingsdeskundige CFD onderzoek Opname en inspectie

Nadere informatie

Vergelijking tussen simulaties en werkelijkheid

Vergelijking tussen simulaties en werkelijkheid Vergelijking tussen simulaties en werkelijkheid Prof. Bart Merci Ghent University, Belgium Faculty of Engineering Department of Flow, Heat and Combustion Mechanics Overzicht Inleiding Wat is de werkelijkheid?

Nadere informatie

Rookbeheersing van mechanisch geventileerde parkeergarages. volgens NEN 6098

Rookbeheersing van mechanisch geventileerde parkeergarages. volgens NEN 6098 Rookbeheersing van mechanisch geventileerde parkeergarages. volgens NEN 6098 ir. P.H.E. (Peter) van de Leur Senior projectmanager brandveiligheid DGMR Bouw b.v., den Haag VVBA studiemiddag 17 november

Nadere informatie

Evaluatie van de brandveiligheid van bestaande gebouwen met behulp van geavanceerde rekenmodellen

Evaluatie van de brandveiligheid van bestaande gebouwen met behulp van geavanceerde rekenmodellen Evaluatie van de brandveiligheid van bestaande gebouwen met behulp van geavanceerde rekenmodellen Inhoud Wintercircus: het gebouw De FSE-aanpak Evacuatiesimulaties CFD-simulaties Conclusies Wintercircus

Nadere informatie

Onderwerpen. Parkeerventilatie. Overdrukventilatie. Certificering. Regelgeving Stuwkrachtventilatie CFD berekeningen. Regelgeving Overdruksystemen

Onderwerpen. Parkeerventilatie. Overdrukventilatie. Certificering. Regelgeving Stuwkrachtventilatie CFD berekeningen. Regelgeving Overdruksystemen Onderwerpen Parkeerventilatie Regelgeving Stuwkrachtventilatie CFD berekeningen Overdrukventilatie Regelgeving Overdruksystemen Certificering Regelgeving Bouwbesluit NEN 2443:2000 Brandveiligheideisen

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Situatie

1. Inleiding. 2. Situatie Gelijkwaardigheid van een rook-warmte afvoer 1. Inleiding In de praktijk komen we situaties tegen waarbij de open moet zijn voor voldoende rookafvoer bij brand. Tegelijkertijd moet de in het dagelijks

Nadere informatie

CFD simulatie van uw datacentrum

CFD simulatie van uw datacentrum CFD simulatie van uw datacentrum Norbert Engelberts Overzicht Introductie Wat is CFD? Case studie server ruimte Conclusie Vragen/ opmerkingen 2 Wat is CFD? Computational Fluid Dynamics (CFD) is een numerieke

Nadere informatie

Thesisvoorstellen Stromingsmechanica

Thesisvoorstellen Stromingsmechanica Thesisvoorstellen Stromingsmechanica 2010-2011 Zie ook op het web: http://mech.vub.ac.be/thermodynamics/final_works/eindwerken _Stromingsmechanica_10-11.pdf pag. 1 Simulaties van de stroming in realistische

Nadere informatie

Brandveiligheidsconcepten in relatie tot CFD. Inhoud. Vultijdenmodel. Vultijdenmodel. Vultijdenmodel. Vultijdenmodel

Brandveiligheidsconcepten in relatie tot CFD. Inhoud. Vultijdenmodel. Vultijdenmodel. Vultijdenmodel. Vultijdenmodel Waar staan we nu en waar willen we naartoe? Inhoud Van naar CFD Parkeergarages & CFD Ir. B.H.G. (Björn) Peters Senior adviseur B&BT Voorhal Rijksmuseum Eregalerij Rijksmuseum Rook en Warmte Afvoer (RWA)-installatie

Nadere informatie

Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing) door Daniek de Jager

Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing) door Daniek de Jager Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing) door Daniek de Jager 1 Daniek de Jager EVEN VOORSTELLEN Exiss BV Senior Consultant Integrale veiligheid Rookbeheersingsdeskundige CFD onderzoek Opname en

Nadere informatie

Voordelen van sprinklerbeveiliging voor persoonlijke veiligheid

Voordelen van sprinklerbeveiliging voor persoonlijke veiligheid Voordelen van sprinklerbeveiliging voor persoonlijke veiligheid ir. Ruud van Herpen FIFireE Department Built Environment Unit Building physics and services Veilig vluchten ASET toets criteria (geen gezondheidsschade):

Nadere informatie

Amsterdam Centraal Station Michiel de Ruijtertunnel

Amsterdam Centraal Station Michiel de Ruijtertunnel Amsterdam Centraal Station Michiel de Ruijtertunnel Brussel, 7 januari 2015 Erik Boldingh, E.Boldingh@Amsterdam.nl Ron Beij, R.Beij@BrandweerAA.nl Inhoud presentatie Tunnels in Amsterdam Wettelijk kader

Nadere informatie

Overdruksystemen MTK wegtunnels V e r i f i c a t i e e n v a l i d a t i e

Overdruksystemen MTK wegtunnels V e r i f i c a t i e e n v a l i d a t i e Overdruksystemen MTK wegtunnels V e r i f i c a t i e e n v a l i d a t i e - ir. N.J. van Oerle - brandveiligheidsadviseur sinds 1989 (TNO, Peutz) - brandveiligheid tunnels - brandproeven - Beneluxtunnel

Nadere informatie

BIJLAGE 5/1: REACTIE BIJ BRAND

BIJLAGE 5/1: REACTIE BIJ BRAND 0 PLATEN [De platen zijn opgenomen bij de betreffende tekst] Plaat 5.1 - Groendaken 1 VOORWERP De vereisten inzake de reactie bij brand en het gedrag bij een brand vanaf de buitenzijde die vermeld zijn

Nadere informatie

Fireforum Congress 20/11/2018. Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent)

Fireforum Congress 20/11/2018. Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) 1 Parkeergebouwen Toekomstige wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling

Nadere informatie

Verzameling oud-examenvragen

Verzameling oud-examenvragen Verzameling oud-examenvragen Achim Vandierendonck Vraag 1 (6 punten) Beschouw een zeer goede thermische geleider (k ) in de vorm van een cilinder met lengte L en straal a 1. Rond deze geleider zit een

Nadere informatie

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT ATRIA EN HET BOUWBESLUIT Veiligheidsregio Haaglanden 11-09-2006 Inleiding Onder een atrium wordt verstaan een wel of niet besloten ruimte welke zich over een aantal verdiepingen uitstrekt. Deze vorm van

Nadere informatie

8. Sterktebepaling? Zorg dat de area information aan staat. Klik ergens binnen het te onderzoeken oppervlak en accepteer (v-symbool).

8. Sterktebepaling? Zorg dat de area information aan staat. Klik ergens binnen het te onderzoeken oppervlak en accepteer (v-symbool). 8. Sterktebepaling? 1 : Wat? In Solid Edge kan men een ontworpen constructiedeel analyseren op : sterkte, vervorming, toelaatbare spanning, wringing, buiging, knik, Hiervoor bestaan 2 manieren : 2 : Fysische

Nadere informatie

Thermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven

Thermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Thermodynamica Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Academiejaar 2009-2010 Inhoudsopgave Eerste hoofdwet - deel 1 3 Oefening 1.1......................................

Nadere informatie

Examen theorie Warmte- en Verbrandingstechniek

Examen theorie Warmte- en Verbrandingstechniek Examen theorie Warmte- en Verbrandingstechniek 3 juli 2015 Examen van 21 januari 2015 - voormiddag W6.2 7 punten) Schets de verschillende stromingsregimes bij filmcondensatie op een gekoeld verticaal oppervlak.

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS Tentamen Polymeerverwerking (4K550) dinsdag 4 juli 2006, 14:00-17:00. Bij het tentamen mag

Nadere informatie

Het gewenste veiligheidsniveau. ir. Ann Beusen, adviseur, VIPA

Het gewenste veiligheidsniveau. ir. Ann Beusen, adviseur, VIPA VIPA Studie Brandveiligheid in ouderenvoorzieningen: Onderzoek naar de doelmatigheid van alternatieve brandveiligheidsmaatregelen in nieuwe zorgconcepten. Het gewenste veiligheidsniveau ir. Ann Beusen,

Nadere informatie

Brandweer Vereniging Vlaanderen

Brandweer Vereniging Vlaanderen Brandweer Vereniging Vlaanderen Bilzen 2009 Dag van de Brandweer Blussen Het kan ook anders... 1 BLUSSEN... HET KAN OOK ANDERS! BVV - BILZEN - DAG VAN DE BRANDWEER - 2009 YOUTUBE - BRAND! BENT U ER KLAAR

Nadere informatie

04-07-2014 HON1401R001

04-07-2014 HON1401R001 adviseurs ingenieurs 1/8 project Hotels van Oranje, Noordwijk betreft Windhinderonderzoek documentcode opdrachtgever BOMO III B.V. T.a.v. de heer Ch. de Boer Kon. Wilhelminaboulevard 25 2202 GV NOORDWIJK

Nadere informatie

Ondergeventileerde branden: Theorie en praktijk

Ondergeventileerde branden: Theorie en praktijk Ondergeventileerde branden: Theorie en praktijk De workshopleider ing. Lieuwe de Witte: lieuwe.dewitte@ifv.nl Brandweeracademie IFV: Onderzoeker/docent Adviseur Brandpreventie/FSE Programma workshop Introductie

Nadere informatie

Grondwater- en contaminantenstroming

Grondwater- en contaminantenstroming Grondwater- en contaminantenstroming Prof. Dr. Ir. H. Peiffer Oefening 7 : Doorstroming door dijklichaam met damwand Academiejaar 2006-2007 Bart Hoet Christophe Landuyt Jan Goethals Inhoudopgave Inleiding...

Nadere informatie

Openbaar Vervoer Terminal Utrecht

Openbaar Vervoer Terminal Utrecht Openbaar Vervoer Terminal Utrecht Even voorstellen Gerard van de Geer Sr. Projectleider bij Movares Meerdere grote projecten OVT Utrecht Ontwerp Uitvoering Directievoering Inhoud presentatie Inhoud Gebied

Nadere informatie

Brandveilig ontwerpen in de praktijk Deel 1 ontwerpen van vluchtwegen. Emiel van Wassenaar - 14 juni 2012

Brandveilig ontwerpen in de praktijk Deel 1 ontwerpen van vluchtwegen. Emiel van Wassenaar - 14 juni 2012 Brandveilig ontwerpen in de praktijk Deel 1 ontwerpen van vluchtwegen Emiel van Wassenaar - 14 juni 2012 6/15/2012 Emiel van Wassenaar BOUW RUIMTE MILIEU Inhoud deel 1 1. Het menselijk gedrag zelfredzaamheid

Nadere informatie

De stroming rond een Lemsteraak

De stroming rond een Lemsteraak De stroming rond een Lemsteraak Door: Pieter van Oossanen en Niels Moerke, Van Oossanen & Associates b.v. Ontwerpers van schepen maken steeds meer gebruik van speciale software voor het berekenen van de

Nadere informatie

Gelijkwaardigheid evenementen

Gelijkwaardigheid evenementen Gelijkwaardigheid evenementen Sporthal De Ring IJmuiden Opdrachtgever: Wyckerveste Adviseurs BV Roda JC Ring 101 6466 NH KERKRADE T 045-543 12 45 F 045-543 18 81 E info@wyckerveste.nl Betreft: Projectnummer:

Nadere informatie

Tentamen Warmte-overdracht

Tentamen Warmte-overdracht Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 20 juni 2011 tijd: 14.00-17.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar

Nadere informatie

SEMESTER 1, BLOK B SIMULATIE

SEMESTER 1, BLOK B SIMULATIE INLEIDING In deze workshop gaan we met behulp van Excel een simulatie uitvoeren die betrekking heeft op chemische omzettingen en het schoonspoelen van een reactorsysteem. We bekijken dan wat er gebeurt

Nadere informatie

Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent)

Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Parkeergebouwen: De toekomstige aanpassing van KB Basisnormen Brand Toekomstige wijziging van

Nadere informatie

Oplossing examenoefening 2 :

Oplossing examenoefening 2 : Oplossing examenoefening 2 : Opgave (a) : Een geleidende draad is 50 cm lang en heeft een doorsnede van 1 cm 2. De weerstand van de draad bedraagt 2.5 mω. Wat is de geleidbaarheid van het materiaal waaruit

Nadere informatie

Molen van Oude Hengel te Ootmarsum

Molen van Oude Hengel te Ootmarsum Molen van Oude Hengel te Ootmarsum Onderzoek invloed nieuwbouw op windvang klassieke windmolen Gemeente Dinkelland september 2010 Molen van Oude Hengel te Ootmarsum Onderzoek invloed nieuwbouw op windvang

Nadere informatie

Tussen Theis en Hantush

Tussen Theis en Hantush Tussen Theis en Hantush C. van den Akker 1 In de publicatie Tussen Dupuit en De Glee in Stromingen wordt een geohydrologische situatie beschouwd met stationaire grondwaterstroming in een gedeeltelijk afgesloten

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS Tentamen Polymeerverwerking (4K550) donderdag 5 juli 2007, 14:00-17:00. Bij het tentamen mag

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS Tentamen Polymeerverwerking (4K550) vrijdag 2 juli 2004, 14:00-17:00. Bij het tentamen mag

Nadere informatie

Stichting Trainingen Infectie Preventie. Disclosure slide

Stichting Trainingen Infectie Preventie. Disclosure slide Stichting Trainingen Infectie Preventie Disclosure slide (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere

Nadere informatie

De brandwerendheid van ramen, wanden en deuren

De brandwerendheid van ramen, wanden en deuren De brandwerendheid van ramen, wanden en deuren Bert Nieuwenhuizen (BBN), Jacques Mertens (Peutz), Gisela van Blokland (NEN) Inleiding Dit artikel geeft een korte beschrijving van de wijze waarop de normcommissie

Nadere informatie

Gelijkmatig witloofwortels ontdooien loont de moeite

Gelijkmatig witloofwortels ontdooien loont de moeite Gelijkmatig witloofwortels ontdooien loont de moeite Ontdooiproces van witloofwortels gesimuleerd en uitgetest Hoeveel invloed heeft de opstelling van de palloxen bij het ontdooiproces op de kwaliteit

Nadere informatie

Loopstroomstudie Utrecht Forum Westflank Noord. Definitief v2.0

Loopstroomstudie Utrecht Forum Westflank Noord. Definitief v2.0 Loopstroomstudie Utrecht Forum Westflank Noord Definitief v2.0 Achtergrond De komende jaren werken de gemeente Utrecht en NS Stations aan de ontwikkeling van een leefbaar, veilig en prettig stationsgebied.

Nadere informatie

BRANDROOSTERS NATUURLIJKE VENTILATIE RF-TECHNOLOGIES EEN WAAIER AAN GECERTIFICEERDE OPLOSSINGEN

BRANDROOSTERS NATUURLIJKE VENTILATIE RF-TECHNOLOGIES EEN WAAIER AAN GECERTIFICEERDE OPLOSSINGEN NATUURLIJKE VENTILATIE BRANDROOSTERS EEN WAAIER AAN GECERTIFICEERDE OPLOSSINGEN De brandwerende doorvoerroosters worden in de wanden of de deuren geïnstalleerd om de verspreiding van vuur en hitte tegen

Nadere informatie

CFD voor brandsimulaties in parkeergarages

CFD voor brandsimulaties in parkeergarages 14 4 2011 Bouwfysica www.nvbv.org CFD voor brandsimulaties in parkeergarages een betrouwbaar hulpmiddel? Grote parkeergarages zijn vaak onderwerp van CFD-simulaties (Computational Fluid Dynamics). Vanwege

Nadere informatie

Rapportage second opinion Stichting Bewoners Initiatieven Scheepvaartkwartier

Rapportage second opinion Stichting Bewoners Initiatieven Scheepvaartkwartier Bezonningsstudie Zalmhaven Rotterdam Rapportage second opinion Stichting Bewoners Initiatieven Scheepvaartkwartier 2 december 2015 INHOUDSOPGAVE 1 INTRODUCTIE 1 2 UITGANGSPUNTEN 2 3 BEREKENINGEN 4 4 RESULTATEN

Nadere informatie

INLEIDING TOT DE BESCHIKKING 2000/147/EG

INLEIDING TOT DE BESCHIKKING 2000/147/EG Bijlage bij de omzendbrief betreffende de Europese indeling inzake reactie bij brand van een reeks van thermische isolatieproducten van gebouwen. INLEIDING TOT DE BESCHIKKING 2000/147/EG De Richtlijn 89/106/EEG

Nadere informatie

Wat is een veiligheidstrappenhuis?

Wat is een veiligheidstrappenhuis? Wat is een veiligheidstrappenhuis? Probleem Het benoemen en hanteren van een veiligheidstrappenhuis en aan de hand van het Bouwbesluit bepalen welke eisen er van toepassing zijn op zo n trappenhuis. Oplossingsrichtingen

Nadere informatie

Effect maatregelen ter voorkoming van temperatuurverschillen in de kas bij gebruik van energieschermen met open bandjes

Effect maatregelen ter voorkoming van temperatuurverschillen in de kas bij gebruik van energieschermen met open bandjes Effect maatregelen ter voorkoming van temperatuurverschillen in de kas bij gebruik van energieschermen met open bandjes J.B. Campen Plant Research International B.V., Wageningen maand 2006 Nota nummer

Nadere informatie

Plan architectuur (plaatsen van een platformlift) werd ter beschikking gesteld, samen met het bestek van bij de eerste gunningsprocedure.

Plan architectuur (plaatsen van een platformlift) werd ter beschikking gesteld, samen met het bestek van bij de eerste gunningsprocedure. Gulden-Vlieslaan 31A Leo Baekelandstraat 18 8000 Brugge 9000 Gent tel 050 67 68 30 tel 09 390 87 75 info@stabitec.be www.stabitec.be Tav mevr. Deborah Vanden Brande Stad Antwerpen Francis Wellesplein 1

Nadere informatie

STUDIEBUREAU BRANDVEILIGHEID

STUDIEBUREAU BRANDVEILIGHEID STUDIEBUREAU BRANDVEILIGHEID Analyse wetgeving Risicoanalyse Projectbegeleiding STUDIEBUREAU BRANDVEILIGHEID AFDELING GEBOUWEN Met 13 experten in huis biedt FESG het meest geschikte brandveiligheidsadvies

Nadere informatie

BETONSTAAL GERIBDE en GEDEUKTE STAVEN GERIBDE en GEDEUKTE DRAAD met hoge ductiliteit

BETONSTAAL GERIBDE en GEDEUKTE STAVEN GERIBDE en GEDEUKTE DRAAD met hoge ductiliteit OCBS Vereniging zonder winstoogmerk Keizerinlaan 66 B 1000 BRUSSEL www.ocab-ocbs.com TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN PTV 302 Herz. 7 2015/6 PTV 302/7 2015 BETONSTAAL GERIBDE en GEDEUKTE STAVEN GERIBDE en GEDEUKTE

Nadere informatie

In de bijlage bij dit advies is een plattegrond en een doorsnede van het betreffende gebouw opgenomen.

In de bijlage bij dit advies is een plattegrond en een doorsnede van het betreffende gebouw opgenomen. ADVIES Registratienummer: 1002 Betreft: Voorruimte veiligheidstrappenhuis al dan niet besloten Trefwoorden: : Februari 2010 Status: 2.169, niet besloten ruimte, atrium, vide, veiligheidstrappenhuis Definitief

Nadere informatie

Figuur 1. Schematisch overzicht van de structuur van het twee-stadia recourse model.

Figuur 1. Schematisch overzicht van de structuur van het twee-stadia recourse model. Samenvatting In dit proefschrift worden planningsproblemen op het gebied van routering en roostering bestudeerd met behulp van wiskundige modellen en (numerieke) optimalisatie. Kenmerkend voor de bestudeerde

Nadere informatie

PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism

PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism KINEMATICA EN DYNAMICA VAN MECHANISMEN PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism Lien De Dijn en Celine Carbonez 3 e bachelor in de Ingenieurswetenschappen: Werktuigkunde-Elektrotechniek Prof. Dr.

Nadere informatie

7.0 BRANDVEILIGHEID BRANDVEILIGHEID VAN FLEXIBELE SLANGEN INLEIDING

7.0 BRANDVEILIGHEID BRANDVEILIGHEID VAN FLEXIBELE SLANGEN INLEIDING BRANDVEILIGHEID VAN FLEXIBELE SLANGEN. 7.1. INLEIDING Waarom is de brandveiligheid van een slang zo belangrijk? Een luchtkanaalsysteem wordt gebruikt voor de verspreiding van lucht door een gebouw. Dit

Nadere informatie

CIRCULAIRE. Technische voorwaarden waaraan de burgerlijke helihavens moeten voldoen.

CIRCULAIRE. Technische voorwaarden waaraan de burgerlijke helihavens moeten voldoen. KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR Bestuur van de Luchtvaart CIRCULAIRE CIR/GDF-02 Datum : 07/83 Uitgave : 4 Betreft : Technische voorwaarden waaraan de burgerlijke helihavens moeten

Nadere informatie

1392 S N. Pagina 1 van 7

1392 S N. Pagina 1 van 7 1392 S N Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Civiele Veiligheid Hoge Raad voor Beveiliging tegen Brand en Ontploffing Suggestie CS/1392/ 11 007 - Stabiliteit bij brand van verlaagde

Nadere informatie

Brandveiligheid Brandwerende bouwelementen

Brandveiligheid Brandwerende bouwelementen Brandveiligheid Brandwerende NBN 713-020 1968 Beveiliging tegen brand - Gedrag bij brand bij bouwmaterialen en - Weerstand tegen brand van ) (met erratum) NBN 713-020/A1 1982 Beveiliging tegen brand -

Nadere informatie

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties!

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties! Centrale Verwarmingssysteem Uitwerking van de deelvragen 1 ) Wat zijn de Energietransformaties in het systeem? De Energietransformaties die optreden in het CV-systeem zijn a. Boven de brander c.q. in de

Nadere informatie

VORtech Computing. Experts in Technisch Rekenwerk MEMO. Verwerking van diagonale overlaten in WAQUA. BvtH/M08.079. Onderwerp. Documentinformatie

VORtech Computing. Experts in Technisch Rekenwerk MEMO. Verwerking van diagonale overlaten in WAQUA. BvtH/M08.079. Onderwerp. Documentinformatie Experts in Technisch Rekenwerk Postbus 260 2600 AG DELFT MEMO Datum Auteur(s) Onderwerp BvtH/M08.079 24-nov-2008 Bas van 't Hof Verwerking van diagonale overlaten in WAQUA tel. 015-285 0125 fax. 015-285

Nadere informatie

Thermische optimalisatie van uw datacentrum. Datum: 7 juni 2016 Rapport no.: Revisie no.: 1.0

Thermische optimalisatie van uw datacentrum. Datum: 7 juni 2016 Rapport no.: Revisie no.: 1.0 Thermische optimalisatie van uw datacentrum Datum: 7 juni 2016 Rapport no.: 2016-076 Revisie no.: 1.0 Introductie De meeste apparatuur die in een datacentrum gebruikt wordt, is ontwikkeld voor een hogere

Nadere informatie

Percentage afwijkingen groter dan vijf decibel

Percentage afwijkingen groter dan vijf decibel Om beter op zoek te kunnen gaan waar er verbeteringen kunnen toegevoegd worden aan de algoritmes heb ik een hulpfunctie gemaakt die in plaats van het interpoleren tussen fingerprints slechts de positie

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur 1 RONDDRAAIENDE MASSA 5pt Een massa zit aan een uiteinde van een touw. De massa ligt op een wrijvingloos oppervlak waar het

Nadere informatie

Windhinderonderzoek. Woontoren Bètaplein. Gemeente Leiden. Datum: 12 juni 2015 Projectnummer:

Windhinderonderzoek. Woontoren Bètaplein. Gemeente Leiden. Datum: 12 juni 2015 Projectnummer: Windhinderonderzoek Woontoren Bètaplein Gemeente Leiden Datum: 12 juni 2015 Projectnummer: 120728 SAB Postbus 479 6800 AL Arnhem tel: 026-357 69 11 fax: 026-357 66 11 Auteur rapport: Johan van der Burg

Nadere informatie

Druk is de stuwende kracht per oppervlakte eenheid die de lucht nodig heeft om te circuleren. Er zijn 3 soorten druk

Druk is de stuwende kracht per oppervlakte eenheid die de lucht nodig heeft om te circuleren. Er zijn 3 soorten druk Wat is lucht? Lucht is een gas wat hier op aarde essentieel is voor alle leven. Het is een mix van verschillende gassen, meestal in dezelfde samenstelling en verhouding, en waarin N stikstof en O2 zuurstof

Nadere informatie

Tentamen Warmte-overdracht

Tentamen Warmte-overdracht Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 21 juni 2010 tijd: 14.00-17.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar

Nadere informatie

Rook en warmteafvoerinstallaties in industriegebouwen

Rook en warmteafvoerinstallaties in industriegebouwen Rook en warmteafvoerinstallaties in industriegebouwen door Jean Philippe VERITER, 05.10.2017 Inhoudstafel A. Uitvoering van RWA installaties volgens Bijlage 6 2 1 WANNEER DIENT EEN RWA INSTALLATIE VOORZIEN

Nadere informatie