Bestuurdersaansprakelijkheid en de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bestuurdersaansprakelijkheid en de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder"

Transcriptie

1 Bestuurdersaansprakelijkheid en de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder Mr. drs. P.A. Brandsma In de ondernemingsrechtpraktijk komt het regelmatig voor dat een buitenlandse rechtspersoon fungeert als bestuurder van een Nederlandse vennootschap. Dit komt met name voor bij Nederlandse vennootschappen die onderdeel zijn van een internationaal concern. In geval van onbehoorlijk bestuur komt de vraag aan de orde of de buitenlandse rechtspersoon aansprakelijk is. En wat kan gedaan worden als die rechtspersoon geen verhaal biedt? Kan diens (uiteindelijke) bestuurder dan aansprakelijk worden gehouden? Onlangs heeft de Hoge Raad hierover een opvallend arrest gewezen, namelijk D Group/Schreurs q.q. 1 De auteur behandelt eerst het arrest, waarna hij ingaat op een aantal voor de praktijk relevante aspecten die in het kader van de interne en externe bestuurdersaansprakelijkheid worden geplaatst. D Group/Schreurs q.q. D Group Europe NV (D Group), een Belgische vennootschap, was bestuurder en aandeelhouder van de Nederlandse vennootschap D Freight Group BV (D Freight). D Freight was weer bestuurder en aandeelhouder van een aantal Nederlandse vennootschappen, waaronder Weys Logistics BV (Weys), die in 1999 failliet werden verklaard met benoeming van mr. Schreurs als curator. Volgens de curator was niet voldaan aan de verplichtingen van art. 2:10 BW (administratieplicht) en art. 2:394 BW (publicatieplicht jaarrekening). Voorts stelde de curator dat D Group had meegewerkt aan de vervreemding van een bedrijfspand door Weys aan een niet-failliete zustermaatschappij tegen een te lage verkoopprijs. Volgens de curator had D Group haar taak als bestuurder kennelijk onbehoorlijk vervuld, was dit een belangrijke oorzaak van de faillissementen en was D Group aansprakelijk voor de faillissementstekorten. 2 De Rechtbank Roermond 3 wees de vorderingen van de 1 HR 18 maart 2011, LJN BP1408 (D Group/Schreurs q.q.). 2 De grondslag van de vordering van de curator was art. 2:248 lid 2 jo. art. 2:10/2:394 BW en art. 2:248 lid 1 BW. 3 Rb. Roermond 27 september 2001 en 9 juni 2004 (zaaknr /HA ZA curator grotendeels toe. Het Hof s-hertogenbosch 4 wees slechts de vorderingen in verband met het faillissement van Weys toe. Volgens het hof was alleen in dat faillissement sprake van handelen dat als onbehoorlijk bestuur moest worden aangemerkt (verkoop van het pand tegen een te lage prijs) en waarvan aannemelijk was dat dit een belangrijke oorzaak van het faillissement was. In cassatie stelde D Group dat het hof ten onrechte had geoordeeld dat D Group een buitenlandse rechtspersoon met toepassing van het Nederlandse art. 2:11 BW aansprakelijk kan zijn. Volgens art. 2:11 BW rust de aansprakelijkheid van een rechtspersoon als bestuurder van een andere rechtspersoon tevens hoofdelijk op een ieder die ten tijde van het ontstaan van de aansprakelijkheid van de rechtspersoon daarvan bestuurder is. Deze bepaling beoogt te voorkomen dat een bestuurder aansprakelijkheid kan ontlopen doordat hij het bestuurderschap door een door ); niet gepubliceerd (wel door de rechtbank verstrekt). 4 Hof s-hertogenbosch 28 april 2009, verbeterd bij herstelarrest van 21 juli 2009 (zaaknr. HD ); niet gepubliceerd (wel door het hof verstrekt). Uit deze arresten blijkt dat de curator in eerste aanleg de vordering ook had ingesteld tegen Y, de gevolmachtigd lasthebber van D Group, maar dat Y was overleden in maart 2002 (na het tussenvonnis en vóór het eindvonnis van de rechtbank). 230 SDU uitgevers / nummer 6, SEPTEMBER 2011 TIJDSCHRIFT VOOR DE ONDERNEMINGSRECHTPRAKTIJK

2 Bestuurdersaansprakelijkheid en de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder hem gecontroleerde rechtspersoon laat vervullen. Mede gezien de woorden een ieder stelt dit artikel geen grens aan het door de rechtspersonen heenkijken en kan het in beginsel doorbreken tot de natuurlijk persoon die als bestuurder van de laatste rechtspersoon-bestuurder handelt. 5 De Hoge Raad verwerpt de klachten van D Group (r.o ): Ingevolge het bepaalde in art. 3, aanhef en onder e, Wet conflictenrecht corporaties beheerst het op de corporatie toepasselijke recht onder meer de vraag wie uit hoofde van een bepaalde hoedanigheid zoals die van bestuurder, naast de corporatie aansprakelijk is. Dit brengt mee dat Nederlands recht als het incorporatierecht van D Freight tevens de aansprakelijkheid van D Group als bestuurder van deze vennootschap beheerst en dat art. 2:11 BW binnen deze vennootschapsrechtelijke verhouding van toepassing is. Dit laat onverlet [...] dat de vennootschapsrechtelijke verhoudingen tussen D Group en háár bestuurder(s), worden beheerst door Belgisch recht als het incorporatierecht van D Group. De Hoge Raad oordeelt dus dat D Group als buitenlandse rechtspersoon-bestuurder aansprakelijk kan zijn met toepassing van art. 2:11 BW en dat de verhouding tussen D Group en haar bestuurders wordt beheerst door Belgisch recht als het incorporatierecht van D Group. 6 Buitenlandse rechtspersoon-bestuurder Het oordeel van de Hoge Raad is een gevolg van de incorporatieleer. Deze leer houdt in dat de rechtspersoon wordt beheerst door het recht van oprichting van die rechtspersoon. 7 De Wet conflictenrecht corporaties (WCC) 8 is daarvan een codificatie. Op grond van art. 3 onder d en e WCC geldt dat de aansprakelijkheid van de buitenlandse rechtspersoon als bestuurder van een Nederlandse vennootschap 5 MvT bij art. 2:11 BW (bij invoering van art. 2:4a BW), Kamerstukken II , , nr. 3, p. 3. Dit artikel speelt overigens geen rol bij aansprakelijkheid van commissarissen omdat commissarissen natuurlijke personen moeten zijn (art. 2:140 lid 1 BW en art. 2:250 lid 1 BW). 6 Overigens zou het juister zou zijn geweest wanneer de Hoge Raad zou hebben gesproken over Belgisch recht als het recht dat van toepassing is op D Group. In België wordt namelijk de leer van de werkelijke zetel (siège réel) toegepast en niet de incorporatieleer net als in bijvoorbeeld Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Italië, Oostenrijk, Griekenland, Portugal en Spanje. 7 HR 20 april 1990, NJ 1991, 560 (Natco Trust/Tesseling q.q.). In deze Antilliaanse zaak oordeelde de Hoge Raad dat naar regels van Nederlands- Antilliaans internationaal privaatrecht de structuur en inrichting van de vennootschap en het functioneren van haar organen beheerst wordt door het recht volgens hetwelk de vennootschap is opgericht. Dat geldt ook naar Nederlands recht. Behalve in de landen van het Koninkrijk der Nederlanden wordt het incorporatiestelstel (met variaties) ook gevolgd in onder andere Engeland, Ierland, Denemarken, Noorwegen, Zweden, Zwitserland en de Verenigde Staten. 8 Wet van 17 december 1997, Stb. 699, houdende regels van internationaal privaatrecht met betrekking tot corporaties, zoals deze wet is gewijzigd bij de Wet van 20 november 2006, Stb Deze wet zal worden ingetrokken zodra de Vaststellings- en Invoeringswet Boek 10 Burgerlijk Wetboek in werking treedt (1 januari 2012), waarna de bepalingen uit deze wet in Titel 8 van Boek 10 BW zullen zijn opgenomen. door Nederlands recht wordt beheerst, waaronder art. 2:11 BW. Dat die buitenlandse rechtspersoon zelf is onderworpen aan buitenlands recht, staat de aansprakelijkheid uit hoofde van art. 2:11 BW niet in de weg. 9 Met andere woorden: wanneer een buitenlandse rechtspersoon de Nederlandse rechtssfeer betreedt door bestuurder te worden van een Nederlandse vennootschap, onderwerpt die buitenlandse rechtspersoon zich aan Nederlands recht. In geval van kennelijk onbehoorlijk bestuur of onbehoorlijke taakvervulling bij de Nederlandse vennootschap, kan die buitenlandse rechtspersoon met toepassing van art. 2:11 BW dus aansprakelijk zijn. Bestuurder van de buitenlandse rechtspersoonbestuurder Of met art. 2:11 BW vervolgens kan worden doorgebroken tot de (natuurlijk) persoon die bestuurder is van de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder was lange tijd niet geheel duidelijk. 10 Enerzijds werd dit niet mogelijk geacht omdat het een onaanvaardbare inbreuk op het buitenlandse recht zou opleveren. 11 Anderzijds werd dit wel mogelijk geacht omdat aansprakelijkheid anders eenvoudig te voorkomen is door inschakeling van een buitenlandse rechtspersoonbestuurder. 12 Vlas heeft in dit verband gezegd: 13 In hoeverre deze Nederlandse bepaling [art. 2:11 BW] kan doorwerken in internationale verhoudingen is twijfelachtig. Wanneer bijvoorbeeld een Franse Sarl bestuurder is van een Nederlandse bv, rijst de vraag of de bestuurder van deze Franse vennootschap op grond van artikel 2:11 aansprakelijk kan worden gesteld. Gesteld kan worden dat de verhouding tussen de Franse vennootschap en haar bestuurder beheerst wordt door het Franse (incorporatie)recht, waarin het Nederlandse recht niet kan inbreken. Vlas volgde deze laatste stelling ook als A-G in deze zaak, en werd daarin dus gevolgd door de Hoge Raad. Opvallend is dat dit oordeel van de Hoge Raad niet meer relevant was voor de zaak zelf. De zaak van de curator tegen de gevolmachtigd lasthebber van D Group was namelijk al vóór het hoger beroep ingetrokken vanwege diens overlijden. Ken- 9 Zie tevens de conclusie van A-G Vlas, nr D Group had verwezen naar H. de Groot, Bestuurdersaansprakelijkheid, Deventer: Kluwer 2006, nr. I.C.7.c, p. 119 (2011, idem, p. 144), waar staat dat art. 2:11 BW niet van toepassing is op buitenlandse rechtspersonen die hier te lande als bestuurder van een rechtspersoon optreden. Volgens A-G Vlas bedoelde De Groot hier vermoedelijk mee dat art. 2:11 BW niet van toepassing is op de verhouding tussen de buitenlandse bestuurder-rechtspersoon en haar bestuurders (noot 9). 10 G. van Solinge, T&C Ondernemingsrecht, Effectenrecht 2009, art. 3 WCC, aant A.V.M. Struycken, Doorbraak van aansprakelijkheid in het internationaal privaatrecht, WPNR 1981/5575, p M.L. Lennarts, Concernaansprakelijkheid, Deventer: Kluwer 1999, p Vgl. D.P.M. Bos, Aansprakelijkheid van de kredietverstrekkende bank en haar bestuurders naar aanleiding van HR 14 maart 2008, NJ 2008, 466 (Lammers/Aerts q.q.), V&O 2008, nr. 11, p P. Vlas, Rechtspersonen, Praktijkreeks IPR, deel 9, Apeldoorn: Maklu 2009, p TIJDSCHRIFT VOOR DE ONDERNEMINGSRECHTPRAKTIJK nummer 6, SEPTEMBER 2011 / SDU uitgevers 231

3 nelijk vond de Hoge Raad (en A-G Vlas) het niettemin van belang om zich hierover uit te laten. Het Nederlandse recht breekt dus niet door tot de (uiteindelijke) bestuurder van de buitenlandse rechtspersoonbestuurder. Deze bestuurder zou aansprakelijkheid kunnen ontlopen omdat art. 2:11 bij de grens stopt. Het arrest De (uiteindelijke) bestuurder zou aansprakelijkheid kunnen ontlopen omdat art. 2:11 BW bij de grens stopt. roept de vraag op in hoeverre kan worden geageerd tegen die (uiteindelijke) bestuurder. Of, om met Struycken te spreken, wat kan worden gedaan tegen lieden die gebruik maken van de onvolkomenheid van de internationale rechtsorde, hierin bestaande dat landsgrenzen gebruikt kunnen worden als barrières waarachter men zich kan camoufleren en verschansen. 14 Interne aansprakelijkheid Interne aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid van bestuurders tegenover de rechtspersoon indien zij hun bestuurstaak niet behoorlijk vervullen. Deze aansprakelijkheid is doorgaans gebaseerd op art. 2:9 BW. 15 Voor aansprakelijkheid is vereist dat de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt over de wijze waarop hij zijn taak heeft vervuld. 16 Het vorderingsrecht komt de rechtspersoon (of diens curator) toe. Op grond van art. 3 onder d WCC wordt de aansprakelijkheid van bestuurders, commissarissen en andere functionarissen jegens de vennootschap beheerst door Nederlands recht. Dit artikel betreft de interne aansprakelijkheid. 17 Deze aansprakelijkheid wordt in alle aspecten beheerst door het Nederlandse incorporatierecht. Noch Verordening Rome I, 18 noch Verordening Rome II 19 maken dit anders omdat deze verordeningen niet van toepassing zijn op de aansprakelijkheid van bestuurders jegens de rechtspersoon. 20 Er is vrijwel geen gepubliceerde jurisprudentie over de interne aansprakelijkheid van de (uiteindelijke) bestuurder van de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder. In Recht- 14 A.V.M. Struycken, Doorbraak van aansprakelijkheid in het internationaal privaatrecht, WPNR 1981/5575, p Dit is overigens een zeer lezenswaardig artikel dat begint met een pijplijn van Mozambique naar Zimbabwe, en vervolgens via Lord Denning en Van Schilfgaarde eindigt bij de Corte di Cassazione. 15 Bij aansprakelijkheid van bestuurders jegens de rechtspersoon voor de kosten van het onderzoek in enquête is de grondslag art. 2:354 BW. 16 HR 10 januari 1997, NJ 1997, 360 (Staleman/Van de Ven). 17 Asser/Maeijer, Van Solinge en Nieuwe Weme 2-II 2009, nr Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Verordening Rome I). 19 Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op nietcontractuele verbintenissen (Verordening Rome II). 20 Art. 1 lid 2 onder f Verordening Rome I en art. 1 lid 2 onder d Verordening Rome II. bank Amsterdam 22 november ging het om een vordering van de curator van een Nederlandse vennootschap tegen haar Duitse rechtspersoon-bestuurder en diens Duitse bestuurder op grond van onder andere art. 2:9 en 2:11 BW. Deze uitspraak had echter slechts betrekking op een bevoegdheidsincident (de rechtbank achtte zich bevoegd) maar over de vordering van de curator werd inhoudelijk niet beslist. Navraag bij de curator leert dat de zaak naderhand is geschikt waarbij gedaagden een bedrag aan de boedel hebben betaald. In Rechtbank Rotterdam 4 mei ging het om een vordering van een Nederlandse curator van een Engelse vennootschap tegen diens bestuurder. De rechtbank overwoog dat het Nederlandse art. 2:9 BW niet van toepassing was op de interne aansprakelijkheid van de bestuurder. In Rechtbank Zutphen 15 november ging het om vorderingen van een Engelse vennootschap tegen diens bestuurders. Deze vorderingen moesten naar Engels recht worden beoordeeld, en partijen werden in de gelegenheid gesteld hun stellingen naar Engels recht te adstrueren. Hoewel art. 2:11 BW geen rol speelde in deze vonnissen, wordt wel bevestigd dat Nederlands recht niet kan inbreken in de relatie tussen een buitenlandse rechtspersoon en diens bestuurder. De (uiteindelijke) bestuurder kan in beginsel dus niet intern aansprakelijk worden gehouden als hij gebruik maakt van een buitenlandse rechtspersoon als bestuurder van de Nederlandse vennootschap. Of dat inderdaad het geval is, zal afhangen van het recht dat van toepassing is op de buitenlandse rechtspersoon, meer in het bijzonder of dat recht een bepaling kent vergelijkbaar met art. 2:11 BW. In dat geval zal de Nederlandse rechter dat buitenlandse recht moeten toepassen, al dan niet ambtshalve. 24 Externe aansprakelijkheid Bij externe aansprakelijkheid gaat het om de aansprakelijkheid van bestuurders jegens derden. 25 Op grond van art NJkort 1996, NJF 2005, LJN AZ Op grond van vaste jurisprudentie van de Hoge Raad (HR 4 juni 1915, NJ 1915, 865 (Ehlers & Loewenthal/Van Leeuwen); HR 8 april 1927, NJ 1927, 1110 (Benima/Jacob Rohner)) brengt art. 25 Rv mee dat de rechter gehouden is om ambtshalve ook het buitenlandse recht aan te vullen indien dit volgens de regels van Nederlands internationaal privaatrecht van toepassing is. In D Group/Schreurs q.q. paste het hof het Belgische recht ook toe ten aanzien van de relatie tussen D Group en haar gevolmachtigd lasthebber Y om vast te stellen of de handelingen van Y konden worden toegerekend aan D Group, hetgeen het geval was (r.o ). 25 Dit kan het geval zijn indien (i) de bestuurder rechtshandelingen heeft verricht vóór de opgave van inschrijving in de daarvoor bestemde registers (art. 2:69/2:180 lid 2 BW); (ii) de anti-misbruikwetgeving van toepassing is (art. 2:138/2:248 BW; art. 36 e.v. Invorderingswet 1990); (iii) de jaarrekening een misleidende voorstelling geeft van de toestand van de rechtspersoon (art. 2:139/2:249 BW); (iv) sprake is van verkrijging van eigen aandelen (art. 2:95 lid 2 BW; art. 2:98a/2:207a lid 1 en lid 2 BW; art. 2:98a lid 3 BW) of verkrijging van aandelen door de dochtermaatschappij (art. 2:98d/2:207d lid 2 en 3 BW); en (v) de bestuurder onrechtmatig heeft gehandeld jegens een derde (art. 6:162 BW). 232 SDU uitgevers / nummer 6, SEPTEMBER 2011 TIJDSCHRIFT VOOR DE ONDERNEMINGSRECHTPRAKTIJK

4 Bestuurdersaansprakelijkheid en de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder onder e WCC wordt de vraag wie naast de corporatie, voor de handelingen waardoor de corporatie wordt verbonden, aansprakelijk is uit hoofde van een bepaalde hoedanigheid zoals die van oprichter, vennoot, aandeelhouder, lid, bestuurder, commissaris of andere functionaris van de corporatie, beheerst door Nederlands recht. Dit artikel betreft de externe aansprakelijkheid. 26 Ook bij externe aansprakelijkheid is het incorporatierecht dus beslissend. Dat wordt bevestigd in de beperkte jurisprudentie in dit verband. In Rechtbank Rotterdam 26 maart ging het om een bevrachtingsovereenkomst. De bevrachter, wegens wanbetaling gedagvaard, bleek een ten tijde van de totstandkoming van de overeenkomst nog niet bestaande Engelse vennootschap te zijn. Of de subscribers persoonlijk aansprakelijk waren voor schulden van deze vennootschap in oprichting, moest naar Engels recht worden beoordeeld. In Hof Amsterdam 22 december ging het om een Spaanse vennootschap die een belastingschuld onbetaald had gelaten, waardoor kopers van Spaanse vakantiehuizen schade leden omdat die niet geleverd konden worden. De Nederlandse bestuurder was jegens de kopers op grond van Spaans recht aansprakelijk voor voldoening van de belastingschuld. In D Group/Schreurs q.q., waar het ging om externe aansprakelijkheid op grond van art. 2:248 BW, bevestigt nu ook de Hoge Raad dat buitenlands recht van toepassing is op de relatie tussen de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder en diens bestuurder. De achterliggende bestuurder van de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder kan jegens derden dus in beginsel niet aansprakelijk worden gehouden. Bij een lege aansprakelijke buitenlandse rechtspersoon-bestuurder is diens bestuurder naar Nederlands recht dus ongrijpbaar. 29 Anders dan bij interne aansprakelijkheid geldt er wel een aantal voor de praktijk relevante uitzonderingen, namelijk indien: art. 5 lid 1 WCC van toepassing is; de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen (WFBV) van toepassing is; sprake is van een feitelijk leidinggevende in de zin van art. 2:138/248 lid 7 BW; sprake is van vereenzelviging; en de achterliggende bestuurder onrechtmatig jegens een derde heeft gehandeld (art. 6:162 BW). Art. 5 lid 1 WCC Art. 5 lid 1 WCC luidt: In afwijking in zoverre van het in de artikelen 2 en 3 bepaalde zijn de artikelen 138 en 149 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing dan wel van overeenkomstige toepassing op de aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen van een ingevolge artikel 2 of artikel 4 door buitenlands recht beheerste corporatie die in Nederland aan de heffing van vennootschapsbelasting onderworpen is, indien de corporatie in Nederland failliet wordt verklaard. Dit artikel beoogt te voorkomen dat aansprakelijkheid wordt ontlopen door in Nederland zaken te doen met gebruikmaking van een buitenlandse rechtspersoon. De natuurlijk persoon die leiding geeft aan de buitenlandse rechtspersoon kan ook aansprakelijk worden gehouden. In de praktijk zal de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder op grond van art. 5 lid 1 WCC echter niet snel worden aangepakt. Vereist is namelijk dat de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder in Nederland failliet wordt verklaard. Dat zal in de praktijk niet vaak gebeuren. Wanneer de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder slechts fungeert als bestuurder van de Nederlandse vennootschap zal deze Wat kan worden gedaan tegen lieden die gebruikmaken van de onvolkomenheid van de internationale rechtsorde, hierin bestaande dat landsgrenzen gebruikt kunnen worden als barrières waarachter men zich kan camoufleren en verschansen? vaak geen schulden hebben, waardoor de vereiste steunvordering ontbreekt. Voorts is vereist dat de buitenlandse rechtspersoon aan de heffing van vennootschapsbelasting is onderworpen. Buitenlandse rechtspersonen kunnen aan de heffing van vennootschapsbelasting zijn onderworpen indien zij Nederlands inkomen genieten, 30 maar in geval van onbezoldigde taakvervulling door de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder is daarvan geen sprake. WFBV Een andere uitzondering betreft de WFBV. Art. 1 lid 1 luidt: In deze wet wordt onder formeel buitenlandse vennootschap verstaan een naar een ander dan Nederlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschap die haar werkzaamheid geheel of nagenoeg geheel in Nederland verricht en voorts geen werkelijke band heeft met de staat waarbinnen het recht geldt waarnaar zij is opgericht. De WFBV beoogt het oneigenlijk gebruik van buitenlandse vennootschappen en de ontduiking van Nederlandse regels te voorkomen. De formeel buitenlandse vennootschappen zijn onderworpen aan bepaalde Nederlandse regels, waaronder art. 2:10 BW (administratieplicht) en art. 2:394 BW (publicatieplicht jaarrekening). Op het niet nakomen van bepaalde verplichtingen stelt de WFBV hoofde- 26 Asser/Maeijer, Van Solinge en Nieuwe Weme 2-II 2009, nr S&S 1974, WPNR 1985/5764, p B. Mezas in Vereenvoudiging en flexibilisering van het Nederlandse BV-recht, Deventer: Kluwer 2005, p Art. 3 sub a Wet Vpb 1969; o.g.v. van art. 17 lid 3 sub a jo. art. 17a lid 1 sub d Wet Vpb 1969 kan sprake zijn van Nederlands inkomen uit werkzaamheden die worden verricht als bestuurder of commissaris van een in Nederland gevestigd lichaam in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. TIJDSCHRIFT VOOR DE ONDERNEMINGSRECHTPRAKTIJK nummer 6, SEPTEMBER 2011 / SDU uitgevers 233

5 De bestuurder van de buitenlandse rechtspersoonbestuurder is een formeel bestuurder, hij handelt niet als ware hij bestuurder. lijke aansprakelijkheid van de bestuurders van de formeel buitenlandse vennootschap en van hen die met de dagelijkse leiding zijn belast. 31 Dit speelde in Rechtbank Amsterdam 4 april waar bestuurders van een formeel buitenlandse vennootschap naar Panamees recht aansprakelijk waren voor diens schulden. Een aantal factoren maakt het echter lastig om de bestuurder van de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder met behulp van de WFBV aan te pakken. Ten eerste is het toepassingsbereik van de WFBV als gevolg van het Inspire Art arrest 33 drastisch beperkt. De WFBV is niet meer van toepassing op buitenlandse vennootschappen die zijn opgericht naar het recht van een EU-lidstaat of van Noorwegen, Liechtenstein en IJsland. 34 Ten tweede moet de formeel buitenlandse vennootschap haar werkzaamheid geheel of nagenoeg geheel in Nederland verrichten. Hoewel de aard van de werkzaamheden daarbij niet van belang is, bestuursactiviteiten kunnen er ook onder vallen, is vereist dat de vennootschap (vrijwel) geen activiteiten in het buitenland ontplooit. Een internationaal opererende buitenlandse vennootschap die ook buiten Nederland werkzaam is, valt dus buiten de werking van de WFBV. 35 De bestuurder van de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder zou aansprakelijkheid op grond van WFBV kunnen voorkomen door met die buitenlandse rechtspersoon-bestuurder ook werkzaamheden buiten Nederland te verrichten. Feitelijk bestuurders Met een bestuurder wordt op grond van art. 2:138/248 lid 7 BW gelijk gesteld degene die het beleid van de vennootschap heeft bepaald als ware hij bestuurder. Beoogd is te voorkomen dat personen die verantwoordelijk zijn voor het onbehoorlijk bestuur aansprakelijkheid kunnen ontlopen enkel omdat zij formele bestuursverantwoordelijkheid missen. 36 Voor toepassing van dit artikel is vereist dat de feitelijk bestuurder heeft gehandeld als ware hij bestuurder. Een feitelijk bestuurder is alleen aansprakelijk indien hij als het ware op de plaats van de formele bestuurder is gaan zitten, zodat deze als een soort marionet fungeert. Hij wordt slechts feitelijk bestuurder wanneer door zijn beleids bepalende handelingen het formele bestuur feitelijk terzijde wordt gesteld. 37 De bestuurder van de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder is echter een formeel bestuurder. Hij handelt niet als ware hij bestuurder. Art. 2:138/248 lid 7 BW is daar niet voor bedoeld. 38 Gezien het oordeel van de Hoge Raad inzake D Group/Schreurs q.q. andere gepubliceerde rechtspraak ontbreekt belet vermoedelijk ook de incorporatieleer dat met deze Nederlandse artikelen wordt doorgebroken naar de formele bestuurder van de buitenlandse rechtspersoonbestuurder. Indien dit toch mogelijk zou zijn, staan bewijsproblemen de toepassing van deze artikelen dikwijls in de weg. 39 Vereenzelviging Vereenzelviging betekent, kort gezegd, dat wordt voorbijgegaan aan het identiteitsverschil tussen een rechtspersoon en een bij die rechtspersoon betrokken (rechts)persoon, zodat gedragingen van de een aan de ander worden toegerekend. 40 Dit kan ook een rol spelen bij externe bestuurdersaansprakelijkheid van de bestuurder van de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder, zij het dat de Hoge Raad zeer terughoudend is bij het aanvaarden van vereenzelviging. Ook in internationale gevallen wordt vereenzelviging zelden aangenomen. 41 Vereenzelviging (tussen twee Delaware vennootschappen en hun in Nederland woonachtige bestuurder) werd wel aangenomen in Rechtbank Groningen 20 februari 1998, 42 maar in die zaak was ook sprake van een strafrechtelijke veroordeling. De conclusie uit literatuur en rechtspraak 43 is dat vereenzelviging alleen wordt toegepast bij evident misbruik van rechtspersoonlijkheid, en alleen daar waar geen sprake is van enig legitiem doel dat wordt gediend met de gewraakte handelwijze. Onrechtmatige daad Een bestuurder (ook van een buitenlandse rechtspersoon-bestuurder) kan aansprakelijk zijn indien hij zich rechtstreeks onzorgvuldig gedraagt jegens een derde, bij- 31 Art. 7 WFBV. 32 LJN BF HvJ EG 30 september 2003, zaak C-167/01, «JOR» 2003/249 (KvK/Inspire Art). 34 Dit is slechts anders bij externe aansprakelijkheid van bestuurders indien de jaarrekening een misleidende voorstelling geeft van de toestand van de rechtspersoon (art. 2:249 BW); vgl. art. 1 lid 2 jo. art. 6 WFBV. 35 G. van Solinge, T&C Ondernemingsrecht, Effectenrecht 2009, art. 1 WFBV, aant Vgl. HR 14 maart 2008, NJ 2008, 466 (Lammers/Aerts q.q.) waar de Hoge Raad oordeelde dat een rechtspersoon die als feitelijke bestuurder van een andere rechtspersoon optreedt, onderworpen kan zijn aan de aansprakelijkheid ex art. 2:138/248 lid 7 BW, en dat de formele bestuurders van die rechtspersoon-feitelijke bestuurder vallen onder de werking van art. 2:11 BW. 37 Asser/Maeijer, Van Solinge & Nieuwe Weme 2-II 2009, nr Vgl. eveneens HR 28 april 2000, NJ 2000, 411 (De Liagre Böhl q.q./montedison) waaruit volgt dat art. 2:11 BW het alleen mogelijk maakt om door te grijpen naar de tweedegraads bestuurder die een formeel bestuurder is en dat art. 2:138/248 lid 7 BW niet naar analogie wordt toegepast. 39 S.M. Bartman, Van het concern, Deventer: Kluwer 2009, p HR 3 november 1995, NJ 1996, 215 (Roco/Staat). 41 Zie voor een jurisprudentieoverzicht van vereenzelviging in internationale gevallen: P. Vlas, Rechtspersonen, Praktijkreeks IPR, deel 9, Apeldoorn: Maklu 2009, p TvI 1998, nieuwsbrief 5, p L. Timmerman, Vereenzelviging als strijdmiddel in vennootschapsrechtelijke aansprakelijkheidsprocedures, Geschriften vanwege de Vereniging Corporate Litigation , p. 15 e.v.; HR 9 juni 1995, NJ 1996, 213 (Krijger/ Citco) en HR 13 oktober 2000, NJ 2000, 698 (Rainbow/Ontvanger). 234 SDU uitgevers / nummer 6, SEPTEMBER 2011 TIJDSCHRIFT VOOR DE ONDERNEMINGSRECHTPRAKTIJK

6 Bestuurdersaansprakelijkheid en de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder voorbeeld indien de bestuurder namens de vennootschap verplichtingen aangaat, terwijl hij wist of moest weten dat de vennootschap die niet na zou kunnen komen en geen verhaal zou bieden. 44 Er is sprake van een persoonlijke onrechtmatige daad van de bestuurder. Die loopt niet via de functionele band van de buitenlandse rechtspersoonbestuurder. Art. 2:11 BW speelt hier geen rol. Vanouds wordt naar Nederlands conflictenrecht een vordering uit onrechtmatige daad beheerst door het recht van het land waar de onrechtmatige daad plaatsvindt. 45 Binnen de EU (behalve Denemarken) wordt uitgegaan van het recht van de staat waar de schade zich voordoet. 46 Dit onderscheid zal niet tot verschillende uitkomsten leiden in de gebruikelijke gevallen waarin de onrechtmatige daad en de daaruit voortvloeiende schade zich voordoen in hetzelfde land. Ondanks dat uit art. 3 onder e WCC volgt dat de externe aansprakelijkheid van de bestuurder wordt beheerst door het incorporatierecht, kan de (uiteindelijke) bestuurder van de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder aansprakelijk zijn op grond van Nederlands recht indien hij persoonlijk in Nederland een onrechtmatige daad pleegt met schade in Nederland tot gevolg. 47 Dat was het geval in Hof s-hertogenbosch 19 juni waar het ging om een vordering van Encebe op Aanraad (bestuurder van de Spaanse vennootschap Andeka SA) vanwege wanprestatie van Andeka SA. Het hof overwoog: Tenslotte beroept Encebe zich op onrechtmatig handelen van Aanraad, respectievelijk op diens bestuurdersaansprakelijkheid. Bij dit laatste heeft Encebe miskend dat Andeka SA geen Nederlandse, maar een in Spanje gevestigde vennootschap naar Spaans recht is. Aanknopingspunten voor een persoonlijke aansprakelijkheid van Aanraad als directeur voor de schulden van die vennootschap ontbreken. Wel is Nederlands recht toepasselijk op het gestelde onrechtmatig handelen van Aanraad dat grotendeels in Nederland zou hebben plaatsgehad. In die zin oordeelde ook het Hof Leeuwarden op 11 juni waar het ging om een vordering van Essent op grond van onrechtmatige daad tegen een in Engeland woonachtige bestuurder van een Engelse vennootschap. In Rechtbank 44 HR 6 oktober 1989, NJ 1990, 286 (Beklamel). 45 L. Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse internationaal privaatrecht, Deventer: Kluwer 2008, p Zie art. 3 lid 1 Wet conflictenrecht onrechtmatige daad. 46 Art. 4 lid 1 Verordening Rome II. 47 Asser/Maeijer, Van Solinge en Nieuwe Weme 2-II 2009, nr. 62. Vgl. A-G Strikwerda bij HR 9 december 1988, NJ 1989, 203, waar het ging om onrechtmatig handelen in Griekenland, Nederland en Engeland door een Griekse bestuurder van een Griekse vennootschap jegens twee in Nederland woonachtige personen. Anders dan het hof meende A-G Strikwerda in zijn bespreking van het middel in het incidenteel beroep dat Nederlands recht niet van toepassing was omdat doorslaggevende betekenis moest worden toegekend aan de plaats van de statutaire zetel van de vennootschap en aan de wet die van toepassing is op de overeenkomst waaronder de vennootschap wanprestatie pleegt. De Hoge Raad kwam hier niet aan toe omdat het principaal beroep werd verworpen. 48 NIPR 1991, LJN BF2830. Vgl. Kamerstukken II , , nr. 3, p. 15. Amsterdam 29 juli werd een vordering op grond van onrechtmatige daad jegens de bestuurder van een vennootschap naar het recht van Florida afgewezen. Dat recht was van toepassing omdat de onrechtmatige daad daar plaatsvond en van accessoire aanknoping met de niet-nagekomen overeenkomst (tot vervoer van een luxe plezierjacht), die wel door Nederlands recht werd beheerst, was geen sprake. In Rechtbank Dordrecht 3 februari ging het om een vordering van een Nederlandse curator van een Belgische vennootschap tegen diens Belgische bestuurder. Volgens de rechtbank was de bestuurder aansprakelijk voor het faillissementstekort op grond van art. 5 lid 1 WCC. Daarbij werd ten overvloede overwogen dat ook sprake was van onrechtmatig handelen van de bestuurder in Nederland jegens Nederlandse schuldeisers, zodat art. 6:162 BW eveneens van toepassing was. De bestuurder van een buitenlandse rechtspersoon-bestuurder kan jegens een derde dus aansprakelijk zijn indien hij in Er is sprake van een persoonlijke onrechtmatige daad van de (uiteindelijke) bestuurder. Art. 2:11 BW speelt hier geen rol. Nederland onrechtmatig handelt met schade in Nederland tot gevolg, en hem persoonlijk een ernstig verwijt jegens die derde valt te maken. Omdat daarnaast moet zijn voldaan aan de overige vereisten van art. 6:162 BW zal aansprakelijkheid in de praktijk sterk afhangen van de omstandigheden van het geval. Conclusie De buitenlandse rechtspersoon als bestuurder van een Nederlandse rechtspersoon kan met toepassing van art. 2:11 BW aansprakelijk zijn. De verhouding tussen de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder en diens bestuurder wordt echter beheerst door het recht dat op die buitenlandse rechtspersoon van toepassing is. De (uiteindelijke) bestuurder kan op grond van Nederlands recht dus niet intern of extern aansprakelijk worden gehouden, tenzij uitzonderingen op grond van de WCC, de WFBV, feitelijk bestuurderschap, vereenzelviging of onrechtmatige daad zich voordoen. Dat zal in de praktijk echter niet snel het geval zijn. Als geen grondslag voor aansprakelijkheid bestaat in het betreffende buitenlandse recht, zou de uiteindelijke bestuurder dus de dans kunnen ontspringen. Over de auteur Mr. drs. Peter Brandsma is advocaat bij Borsboom & Hamm NV in Rotterdam. 50 LJN BL LJN BL2214. TIJDSCHRIFT VOOR DE ONDERNEMINGSRECHTPRAKTIJK nummer 6, SEPTEMBER 2011 / SDU uitgevers 235

Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers

Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers Dit artikel is gepubliceerd in het tijdschrift Juridisch up to Date, september 2008 Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers Mr. dr. S. Parijs, CMS Derks Star Busmann

Nadere informatie

Het besturen van een vereniging en stichting

Het besturen van een vereniging en stichting Het besturen van een vereniging en stichting Roland van Mourik notaris Cursus Goed Bestuur Nijmegen 6 oktober 2009 Roland van Mourik 37 jaar 1990-1991 propaedeuse rechten te Leiden 1991-1996 notarieel

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

GRENSOVERSCHRIJDENDE AANSPRAKELIJKHEID VAN BESTUURDERS

GRENSOVERSCHRIJDENDE AANSPRAKELIJKHEID VAN BESTUURDERS GRENSOVERSCHRIJDENDE AANSPRAKELIJKHEID VAN BESTUURDERS Stopt de doorbraak van bestuurdersaansprakelijkheid bij onze landsgrens? Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Masterscriptie

Nadere informatie

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. Annotatie bij HR 27-02-2009, C07/168HR, LJN BG6445 Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. [BW art. 6:162] Een gefailleerde natuurlijke persoon heeft de eigendom

Nadere informatie

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten Onder Professoren Aansprakelijkheid van bestuurders 14 april 2015 VAAN Utrecht prof. mr. Claartje Bulten Aansprakelijkheid van bestuurders Onderwerpen Interne aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid

Nadere informatie

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Turbo-liquidatie en de bestuurder Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

Persoonlijke verwijtbaarheid en art. 2:11 BW: gaat dat samen?

Persoonlijke verwijtbaarheid en art. 2:11 BW: gaat dat samen? Persoonlijke verwijtbaarheid en art. 2:11 BW: gaat dat samen? Mr. J.P. Hellinga in zijn arrest van 1 mei 2012 1 heeft het gerechtshof s-hertogenbosch geoordeeld dat art. 2:11 BW van toepassing is bij aansprakelijkheid

Nadere informatie

Juridisch Document ZORG

Juridisch Document ZORG Juridisch Document ZORG Wanneer ben je als bestuurder van een rechtspersoon in de zorg persoonlijk aansprakelijk? 14 maart 2014 Zorg Zaken Groep Mr. W. Wickering Mr. M.N. Minasian Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/50155 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hanegraaf, C.E.J.M. Title: Art. 2:11 BW, doorgeefluik van bestuurdersaansprakelijkheid.

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet in verband met het verbeteren van de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen alsmede de uniformering van enkele bepalingen

Nadere informatie

Aansprakelijkheid commissarissen

Aansprakelijkheid commissarissen 1 november 2012 Aansprakelijkheid commissarissen Suzan Winkels-Koerselman Turnaround Advocaten Een klein, modern en gespecialiseerd advocatenkantoor Digitaal dossier Wij bieden de inzet van ervaren onafhankelijke

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Faillissementswet in verband met de invoering van de mogelijkheid van een civielrechtelijk bestuursverbod (Wet civielrechtelijk bestuursverbod) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 352 24 139 Regels met betrekking tot naar buitenlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheid

Nadere informatie

Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders. Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013

Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders. Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013 Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013 Programma I. Introductie II. Aansprakelijkheid Bestuurders

Nadere informatie

Het juridische lot van de Commissaris. Mr. David Dronkers 26 november 2009

Het juridische lot van de Commissaris. Mr. David Dronkers 26 november 2009 Het juridische lot van de Commissaris Mr. David Dronkers 26 november 2009 Amerikaanse toestanden? Rechtspersoon houder van rechten en plichten mythe van bestuurdersaansprakelijkheid Kentering: deep pocket-beginsel

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van de kredietverstrekkende bank en haar bestuurders naar aanleiding van HR 14 maart 2008, NJ 2008, 466 (Lammers/Aerts q.q.

Aansprakelijkheid van de kredietverstrekkende bank en haar bestuurders naar aanleiding van HR 14 maart 2008, NJ 2008, 466 (Lammers/Aerts q.q. Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme tschap eming Aansprakelijkheid van de kredietverstrekkende bank en haar bestuurders naar aanleiding van HR 14 maart 2008,

Nadere informatie

Inleiding Wet Bestuur & Toezicht Rechtspersonen (WBTR) mr drs. J.J. Kramer

Inleiding Wet Bestuur & Toezicht Rechtspersonen (WBTR) mr drs. J.J. Kramer Inleiding Wet Bestuur & Toezicht Rechtspersonen (WBTR) mr drs. J.J. Kramer rechtsbeginselen rechtspraak Verdrag rechtsnormen INTERNE RECHTSORDE WET GEWOONTE 1. Burgerlijk Wetboek (BW2) 2. WFT, WTZi, WHW,

Nadere informatie

Welkom namens. Bestuurdersaansprakelijkheid in incassozaken. Rob Beks

Welkom namens. Bestuurdersaansprakelijkheid in incassozaken. Rob Beks Welkom namens Bestuurdersaansprakelijkheid in incassozaken Rob Beks Onderwerpen Wat is bestuurdersaansprakelijkheid Soorten bestuurdersaansprakelijkheid Uitkeringstoets (nieuwe) BV-recht Vragen Wat is

Nadere informatie

Webinar Jurisprudentie Ondernemingsrecht. februari 2015 Adriaan F.M. Dorresteijn

Webinar Jurisprudentie Ondernemingsrecht. februari 2015 Adriaan F.M. Dorresteijn Webinar Jurisprudentie Ondernemingsrecht februari 2015 Adriaan F.M. Dorresteijn 1 Onderwerpen 1. Turboliquidatie/faillissement 2. Feitelijke bestuurder/beleidsbepaler 3. Enquêtegerechtigden 2 1. Turboliquidatie/faillissement

Nadere informatie

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr...

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr... pagina 1 van 5 JOR 2013/87 Gerechtshof Arnhem, 18-12-2012, 200.099.939, LJN BY7149 Processuele gevolgen faillietverklaring voor aanhangige rechtsvorderingen, Schorsing van geding in conventie ex art. 29

Nadere informatie

De rechtspersoon-bestuurder en art. 2:11 BW

De rechtspersoon-bestuurder en art. 2:11 BW WETENSCHAP De rechtspersoon-bestuurder en art. 2:11 BW 1. In deze bijdrage zal ik kort de werking van art. 2:11 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bespreken, ingaan op enkele vermeende knelpunten, en zal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 524 Wijziging van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen De Wet op de formeel buitenlandse

Nadere informatie

Positiebepaling van de Hoge Raad bij het ontwikkelen van maatstaven voor bestuurdersaansprakelijkheid

Positiebepaling van de Hoge Raad bij het ontwikkelen van maatstaven voor bestuurdersaansprakelijkheid Positiebepaling van de Hoge Raad bij het ontwikkelen van maatstaven voor bestuurdersaansprakelijkheid Inleiding Vanaf het midden van de jaren tachtig zijn in Nederland vele honderden, mogelijk zelfs duizenden

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid

Bestuurdersaansprakelijkheid Bestuurdersaansprakelijkheid 7 oktober 2015 Mr. F.J.M.E. Koppenol 1 Wie ben ik? Introductie Onderwerpen Interne bestuurdersaansprakelijkheid Externe bestuurdersaansprakelijkheid tegenover een crediteur;

Nadere informatie

Achtste openbare verslag ex artikel 73a Fw in het faillissement van Bruidshuis Sonja Rotterdam B.V.

Achtste openbare verslag ex artikel 73a Fw in het faillissement van Bruidshuis Sonja Rotterdam B.V. Het papieren verslag is identiek aan het digitale verslag. Achtste openbare verslag ex artikel 73a Fw in het faillissement van Bruidshuis Sonja Rotterdam B.V. Inzake : Bruidshuis Sonja Rotterdam B.V.,

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid DOOR MR. JAN DOP

Bestuurdersaansprakelijkheid DOOR MR. JAN DOP Bestuurdersaansprakelijkheid DOOR MR. JAN DOP Inleiding Op 17 mei 2000 werd het handelshuis Ceteco, dat voornamelijk in wit- en bruingoed voor de Zuidamerikaanse markt handelde, failliet verklaard. Al

Nadere informatie

Corporate Alert: de 403-verklaring

Corporate Alert: de 403-verklaring Corporate Alert: de 403-verklaring Kort na elkaar heeft de Hoge Raad twee uitspraken gedaan over vragen waartoe de 403- verklaring aanleiding geeft. De meest in het oog springende beslissing (HR 20 maart

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid

Bestuurdersaansprakelijkheid Bestuurdersaansprakelijkheid Auteur: mr. J.P.D. van de Klift 1 In: Bb 2008, 52 1. Inleiding Nadat in een eerdere aflevering de doelstellingen, karakteristieken en hoofdrolspelers van het nieuwe Voorontwerp

Nadere informatie

JIN 2014/107, Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2014:829, 13/01441, (annotatie)

JIN 2014/107, Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2014:829, 13/01441, (annotatie) JIN 2014/107 JIN 2014/107, Hoge Raad, 04-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:829, 13/01441, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Bestuurdersaansprakelijkheid, Voldoende ernstig persoonlijk verwijt, Overdracht activa GA DIRECT

Nadere informatie

DERDE OPENBARE VERSLAG EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET IN HET FAILLISSEMENT VAN MEDITERRANEAN CARGO SERVICE LOGISTICS B.V.

DERDE OPENBARE VERSLAG EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET IN HET FAILLISSEMENT VAN MEDITERRANEAN CARGO SERVICE LOGISTICS B.V. Het papieren verslag is identiek aan het digitale verslag. DERDE OPENBARE VERSLAG EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET IN HET FAILLISSEMENT VAN MEDITERRANEAN CARGO SERVICE LOGISTICS B.V. inzake : de besloten

Nadere informatie

De (wan)beherend vennoot

De (wan)beherend vennoot De (wan)beherend vennoot M r. B. N. M w a n g i e n m r. B. J. M. v a n d e W e t e r i n g * Inleiding De commanditaire vennootschap (hierna: de CV) is een veelgebruikt vehikel voor private equity-fondsen.

Nadere informatie

Webinar woensdag 25 november 2015 om 12:00 uur Kasteel Waardenburg Bestuurdersaansprakelijkheid

Webinar woensdag 25 november 2015 om 12:00 uur Kasteel Waardenburg Bestuurdersaansprakelijkheid ACADEMIE VOOR DE RECHTSPRAAK Webinar woensdag 25 november 2015 om 12:00 uur Kasteel Waardenburg Bestuurdersaansprakelijkheid Staleman-Van de Ven 97 - Ernstig verwijt - Alle omstandigheden van het geval

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van leidinggevenden

Aansprakelijkheid van leidinggevenden Aansprakelijkheid van leidinggevenden naarprivaatrechtelijke, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke maatstaven Mr. S.N. devalk Kluwer - Deventer - 2009 Inhoud Woord vooraf Körte inhoudsopgave Uitgebreide

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:10207

ECLI:NL:GHARL:2014:10207 ECLI:NL:GHARL:2014:10207 Instantie Datum uitspraak 30-12-2014 Datum publicatie 07-01-2015 Zaaknummer 200.154.059-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

VIERDE OPENBARE VERSLAG EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET IN HET FAILLISSEMENT VAN P.C. LAP BEHEER B.V.

VIERDE OPENBARE VERSLAG EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET IN HET FAILLISSEMENT VAN P.C. LAP BEHEER B.V. Het papieren verslag is identiek aan het digitale verslag. VIERDE OPENBARE VERSLAG EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET IN HET FAILLISSEMENT VAN P.C. LAP BEHEER B.V. inzake : De besloten vennootschap met beperkte

Nadere informatie

JIN2015/154 Ontbinding BV, Voortbestaan na ontbinding

JIN2015/154 Ontbinding BV, Voortbestaan na ontbinding JIN2015/154 Ontbinding BV, Voortbestaan na ontbinding Wetsbepaling(en): BW BOEK 2 artikel 19, BW BOEK 2 artikel 23C, BW BOEK 2 artikel 248 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:GHDHA:2015:1846, NJF 2015/363 Aflevering

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van bestuurders voor belastingschulden

Aansprakelijkheid van bestuurders voor belastingschulden Mr. J.A. Booij Aansprakelijkheid van bestuurders voor belastingschulden KLUWER.TS^" Deventer - 2003 INHOUDSOPGAVE Lijst van gebruikte afkortingen / 5 Overzicht bestuurdersaansprakelijkheid /15 HOOFDSTUK

Nadere informatie

1e VERSLAG. EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET VAN DE BEVINDINGEN IN HET FAILLISSEMENT VAN ALTITUDE SOFTWARE B.V. (03.0074-F)

1e VERSLAG. EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET VAN DE BEVINDINGEN IN HET FAILLISSEMENT VAN ALTITUDE SOFTWARE B.V. (03.0074-F) 1e VERSLAG EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET VAN DE BEVINDINGEN IN HET FAILLISSEMENT VAN ALTITUDE SOFTWARE B.V. (03.0074-F) Datum uitspraak: : 18 februari 2003 Rechter-Commissaris : mevrouw Mr A. van Dijk

Nadere informatie

Achtste openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap ALLEWELT BENELUX B.V.

Achtste openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap ALLEWELT BENELUX B.V. Het papieren verslag is identiek aan het digitale verslag. Achtste openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap ALLEWELT BENELUX B.V. inzake : de

Nadere informatie

MEMO. Bestuurdersaansprakelijkheid Datum: 12 februari Introductie

MEMO. Bestuurdersaansprakelijkheid Datum: 12 februari Introductie MEMO Onderwerp: Bestuurdersaansprakelijkheid Datum: 12 februari 2018 Referentie: White paper 1. Introductie Steeds meer mensen starten hun eigen onderneming. Dit brengt verschillende voordelen met zich

Nadere informatie

De aansprakelijkheidspositie van de (mede)beleidsbepaler: art. 2:11 BW en het ernstig verwijt

De aansprakelijkheidspositie van de (mede)beleidsbepaler: art. 2:11 BW en het ernstig verwijt Mr. J.E. van Nuland* De aansprakelijkheidspositie van de (mede)beleidsbepaler: art. 2:11 BW en het ernstig verwijt Naar aanleiding van het arrest HR 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:275 bespreekt de auteur

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:2561

ECLI:NL:RBROT:2017:2561 ECLI:NL:RBROT:2017:2561 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2017 Datum publicatie 06-04-2017 Zaaknummer C/10/510679 / FT EA 16/2324 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Essentie. Samenvatting

Essentie. Samenvatting RO 2013/46: Volstorting aandelen. Heeft volstorting van de aandelen als bedoeld in art. 2:191 BW plaatsgevonden nu het bedrag kort na oprichting aa... Klik hier om het document te openen in een browser

Nadere informatie

DE BESTE BESTUURDERS STAAN AAN WAL EN HOE ZIT HET MET CRUIJFF EN AJAX

DE BESTE BESTUURDERS STAAN AAN WAL EN HOE ZIT HET MET CRUIJFF EN AJAX BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID DE BESTE BESTUURDERS STAAN AAN WAL EN HOE ZIT HET MET CRUIJFF EN AJAX (Lezing aan boord van DFDS Seaways ) Uitgangspunt voor deze inleiding is om een onderwerp aan de orde

Nadere informatie

C/13/555974 / HA ZA 13-1827 28 oktober 2015 8 oordeel dat met deze uitingen sprake was van misleidende publieke berichtgeving. VEB en de stichting stellen dat door deze uitingen de gedupeerde beleggers

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Bedrijfsvoorheffing. Niet-doorstorting. Aansprakelijke bestuurders of zaakvoerders. Onrechtmatige daad. Datum 5 september 2013 Copyright and disclaimer De inhoud van

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

Lezing LWV. Ondernemen via een rechtspersoon: (schijn)veilig? Roermond, 7 juni 2012

Lezing LWV. Ondernemen via een rechtspersoon: (schijn)veilig? Roermond, 7 juni 2012 Lezing LWV Ondernemen via een rechtspersoon: (schijn)veilig? Roermond, 7 juni 2012 Casus 1: Een bestuurder van een BV beseft, dat het faillissement van de BV onvermijdelijk is. Hij laat de BV nog enkele

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid: de te hanteren norm voor extreme handelingen van de bestuurder

Bestuurdersaansprakelijkheid: de te hanteren norm voor extreme handelingen van de bestuurder Bestuurdersaansprakelijkheid: de te hanteren norm voor extreme handelingen van de bestuurder In het arrest Spaanse zomerhuisjes (HR 23 november 2012) overweegt de Hoge Raad dat het in dit specifieke geval

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid. Door drs. Heske van Eyck van Heslinga Associate partner DeNieuweCommissaris Consult VTOI congres 17 april 2015

Bestuurdersaansprakelijkheid. Door drs. Heske van Eyck van Heslinga Associate partner DeNieuweCommissaris Consult VTOI congres 17 april 2015 Bestuurdersaansprakelijkheid Door drs. Heske van Eyck van Heslinga Associate partner DeNieuweCommissaris Consult VTOI congres 17 april 2015 Mijn achtergrond Associate partner DeNieuweCommissaris Opleiden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 139 Regels met betrekking tot naar buitenlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheid

Nadere informatie

De beperkte bestuurder

De beperkte bestuurder Mr. M. Olaerts* De beperkte bestuurder WETENSCHAPPELIJK Het uitgangspunt is dat het bestuur belast is met het besturen van de vennootschap en dat deze bestuurstaak voor ieder type bestuur in beginsel gelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AV1367

ECLI:NL:GHARN:2006:AV1367 ECLI:NL:GHARN:2006:AV1367 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 10-01-2006 Datum publicatie 09-02-2006 Zaaknummer 2003/673 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Cassatie:

Nadere informatie

Wetsbepaling(en): Burgerlijk Wetboek Boek 1 BW BOEK 1 Artikel 88 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RBMNE:2014:2221, RO 2014/64

Wetsbepaling(en): Burgerlijk Wetboek Boek 1 BW BOEK 1 Artikel 88 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RBMNE:2014:2221, RO 2014/64 JOR 2014/307 Borgtochtovereenkomst, Uitzondering ex art. 1:88 lid 5 BW ook van toepassing op buitenlandse rechtspersoon, indien deze met Nederlandse vennootschap kan worden gelijkgesteld, Aangaan lening

Nadere informatie

WIJZIGINGEN IN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID ALS GEVOLG VAN DE FLEX-WET EN HET WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT

WIJZIGINGEN IN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID ALS GEVOLG VAN DE FLEX-WET EN HET WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT Notariaat M&A - oktober 2012 WIJZIGINGEN IN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID ALS GEVOLG VAN DE FLEX-WET EN HET WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT In het wetsvoorstel Vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht

Nadere informatie

JOR 2017/224, Gerechtshof Amsterdam, , ECLI:NL:GHAMS:2017:2172, (annotatie)

JOR 2017/224, Gerechtshof Amsterdam, , ECLI:NL:GHAMS:2017:2172, (annotatie) Over dit document: Jurisprudentie, gepubliceerd Bron: JOR JOR 2017/224 Gerechtshof Amsterdam, 07-06-2017, 23-003027-16, ECLI:NL:GHAMS:2... Wetsbepaling(en): BW BOEK 2 artikel 394, BW BOEK 2 artikel 395A,

Nadere informatie

Negende openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de

Negende openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de Het papieren verslag is identiek aan het digitale verslag. Negende openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap ALLEWELT BENELUX B.V. inzake : de

Nadere informatie

Corporate Governance. Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015

Corporate Governance. Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015 Corporate Governance Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015 Corporate governance Relevante bronnen van regelgeving (in volgorde van belangrijkheid) (Uitgangspunt

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

2. Cassatiemiddelen Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen:

2. Cassatiemiddelen Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen: '"Sr "- AANTEKENEN Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH 'S-GRAVENHAGE Datum Referentie Betreft beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem (08/00041) op het hoger beroep

Nadere informatie

Veertiende openbare verslag ex artikel 73a Faillissemeiitswet in het faillissement van MKB TRANSPORT B.V. Mr. A. Lablans (voorheen: Mr. W.

Veertiende openbare verslag ex artikel 73a Faillissemeiitswet in het faillissement van MKB TRANSPORT B.V. Mr. A. Lablans (voorheen: Mr. W. Het papieren verslag is identiek aan het digitale verslag. Veertiende openbare verslag ex artikel 73a Faillissemeiitswet in het faillissement van MKB TRANSPORT B.V. inzake MKB Transport B.V., statutair

Nadere informatie

Grensoverschrijdende fusie op de Nederlandse Antillen

Grensoverschrijdende fusie op de Nederlandse Antillen Grensoverschrijdende fusie op de Nederlandse Antillen Inleiding In deze bijdrage zal worden ingegaan op de vraag in hoeverre grensoverschrijdende fusies naar huidig Antilliaans recht mogelijk zijn. Dat

Nadere informatie

Gecombineerd achttiende verslag d.d. 1 mei 2007 ex artikel 73a Fw.

Gecombineerd achttiende verslag d.d. 1 mei 2007 ex artikel 73a Fw. Gecombineerd achttiende verslag d.d. 1 mei 2007 ex artikel 73a Fw. Inzake de faillissementen van de navolgende vennootschappen: 1. Aino N.V. (27 september 2002; surséance) (14 november 2002; faillissement)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 274 Wet van 18 juni 2012 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.15/12/175 NL:TZ:0000004196:F001 03-04-2012 Mr. A.G. Moeijes mr. M.M. Kruithof Algemeen Gegevens onderneming Vereniging V.V. Young

Nadere informatie

VIERDE OPENBARE VERSLAG EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET IN HET FAILLISSEMENT VAN WILLIAM VAN DROM HOLDING B.V.

VIERDE OPENBARE VERSLAG EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET IN HET FAILLISSEMENT VAN WILLIAM VAN DROM HOLDING B.V. Het papieren verslag is identiek aan het digitale verslag. VIERDE OPENBARE VERSLAG EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET IN HET FAILLISSEMENT VAN WILLIAM VAN DROM HOLDING B.V. inzake : de besloten vennootschap

Nadere informatie

Enkele belangrijke aspecten van bestuurdersaansprakelijkheid. art. 6:162 BW belicht

Enkele belangrijke aspecten van bestuurdersaansprakelijkheid. art. 6:162 BW belicht 1344 Wetenschap Enkele belangrijke aspecten van bestuurdersaansprakelijkheid ex art. 6:162 BW belicht Myrthe Stolp 1 Het Spaanse villa-arrest heeft heel wat beroering teweeggebracht. De Hoge Raad zou ten

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 FEBRUARI 2018 C.16.0448.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.16.0448.F 1. M.G., 2. V. L., 3. J.-F. C., 4. I. W. Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie. tegen S. G., advocaat bij

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

EERSTE FAILLISSEMENTSVERSLAG. In het faillissement van. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AMBERVILLE HOLDING B.V.

EERSTE FAILLISSEMENTSVERSLAG. In het faillissement van. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AMBERVILLE HOLDING B.V. EERSTE FAILLISSEMENTSVERSLAG In het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AMBERVILLE HOLDING B.V. Statutair gevestigd te Werkendam, kantoorhoudende aan de Prinses Christinaweg

Nadere informatie

Civiele Procespraktijk

Civiele Procespraktijk Civiele Procespraktijk Nr. 13 - september 2010 De volgende onderwerpen worden behandeld: Vordering tot winstafdracht Aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten, en schadebeperkingsplicht Verjaring Klachtplicht

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid. Jaap van der Meer advocaat

Bestuurdersaansprakelijkheid. Jaap van der Meer advocaat Bestuurdersaansprakelijkheid Jaap van der Meer advocaat Turnaround Advocaten Turnaround Advocaten is een klein en modern gespecialiseerd advocaten kantoor. Digitaal dossier. Wij bieden de inzet van zeer

Nadere informatie

Eerste openbare verslag ex artikel 73a Fw in het faillissement van Notarispraktijk Mr. P. van der Stoep B.V.

Eerste openbare verslag ex artikel 73a Fw in het faillissement van Notarispraktijk Mr. P. van der Stoep B.V. Het papieren verslag is identiek aan het digitale verslag. Eerste openbare verslag ex artikel 73a Fw in het faillissement van Notarispraktijk Mr. P. van der Stoep B.V. Inzake Notarispraktijk Mr. P. van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 440 Wet van 27 september 2012 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verduidelijking van de artikelen 297a en 297b 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Zesde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap ROOS BOUW & VASTGOED B.V.

Zesde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap ROOS BOUW & VASTGOED B.V. Het papieren verslag is identiek aan het digitale verslag. Zesde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap ROOS BOUW & VASTGOED B.V. inzake : de

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek in verband met de uniformering en de verduidelijking van enkele bepalingen omtrent het bestuur en de raad van commissarissen van rechtspersonen (Wet bestuur en toezicht

Nadere informatie

inzake : Mozaïek Meubels R-West B.V., statutair gevestigd te Rotterdam, kantoorhoudende te (3082 EC) Rotterdam aan de Maximiliaanstraat 30B.

inzake : Mozaïek Meubels R-West B.V., statutair gevestigd te Rotterdam, kantoorhoudende te (3082 EC) Rotterdam aan de Maximiliaanstraat 30B. Derde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MOZAIEK MEUBELS R- WEST B.V. inzake : Mozaïek Meubels R-West B.V.,

Nadere informatie

Tijdschrift voor Insolventierecht, Volstorting bij oprichting en schending van de administratieplicht

Tijdschrift voor Insolventierecht, Volstorting bij oprichting en schending van de administratieplicht Tijdschrift voor Insolventierecht, Volstorting bij oprichting en schending van de administratieplicht Vindplaats: TvI 2008, 2 Bijgewerkt tot: 01-01-2008 Auteur: Mr. drs. C.M. Harmsen Wetingang: Boek 2

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.15/12/175 NL:TZ:0000004196:F001 03-04-2012 Mr. A.G. Moeijes mr. M.M. Kruithof Algemeen Gegevens onderneming Vereniging V.V. Young

Nadere informatie

Eerste openbare verslag ex artikel 73a Fw in het faillissement van Bruidshuis Sonja Rotterdam B.V.

Eerste openbare verslag ex artikel 73a Fw in het faillissement van Bruidshuis Sonja Rotterdam B.V. Het papieren verslag is identiek aan het digitale verslag. Eerste openbare verslag ex artikel 73a Fw in het faillissement van Bruidshuis Sonja Rotterdam B.V. Inzake : Bruidshuis Sonja Rotterdam B.V., statutair

Nadere informatie

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Hof Arnhem 13 januari 2009, zaaknummer 200.005.438 I. van

Nadere informatie

Tweede openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van MKB TRANSPORT B.V.

Tweede openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van MKB TRANSPORT B.V. Het papieren verslag is identiek aan het digitale verslag. Tweede openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van MKB TRANSPORT B.V. inzake : MKB Transport B.V., statutair gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBAMS:2016:199 ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht

Nadere informatie

TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG IN HET FAILLISSEMENT VAN A. BONS BEHEER B.V. d.d. 18 juli 2013. : de besloten vennootschap A. Bons Beheer B.V.

TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG IN HET FAILLISSEMENT VAN A. BONS BEHEER B.V. d.d. 18 juli 2013. : de besloten vennootschap A. Bons Beheer B.V. Dit verslag ziet uitsluitend op hetgeen zich in de afgelopen verslagperiode heeft voorgedaan. Daar waar de nummering ontbreekt, zijn de hoofdstukken reeds afgesloten en wordt voor informatie verwezen naar

Nadere informatie

Hoge Raad 23 november 2012 LJN BX5881 Van de Riet / Hoffmann. Rekt Hoge Raad bestuurdersaansprakelijkheid op? Bart-Adriaan de Ruijter Femke Leopold

Hoge Raad 23 november 2012 LJN BX5881 Van de Riet / Hoffmann. Rekt Hoge Raad bestuurdersaansprakelijkheid op? Bart-Adriaan de Ruijter Femke Leopold 4 april 2013 Seminar Bestuurdersaansprakelijkheid Hoge Raad 23 november 2012 LJN BX5881 Van de Riet / Hoffmann Rekt Hoge Raad bestuurdersaansprakelijkheid op? Bart-Adriaan de Ruijter Femke Leopold Plan

Nadere informatie

Nota van wijziging. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: In artikel I worden de volgende wijzigingen aangebracht:

Nota van wijziging. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: In artikel I worden de volgende wijzigingen aangebracht: 34491 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek in verband met de uniformering en de verduidelijking van enkele bepalingen omtrent het bestuur en de raad van commissarissen van rechtspersonen (Wet bestuur en

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr.

» Samenvatting. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr. Brandt ) [De man] te [woonplaats], hierna: de man, advocaat: mr. C.A. Lucardie te s-gravenhage.

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Zesde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap EERBOT B.V.

Zesde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap EERBOT B.V. Het papieren verslag is identiek aan het digitale verslag. Zesde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap EERBOT B.V. inzake : de besloten vennootschap

Nadere informatie

Civiele Procespraktijk

Civiele Procespraktijk Civiele Procespraktijk Nr. 11 maart 2010 De volgende onderwerpen worden behandeld: Schorsing na faillissement en terugverwijzing naar een lagere rechter Alternatieve causaliteit Lastgeving Tussentijds

Nadere informatie

De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ

De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ Author : gvanpoppel Voor werknemers die statutair bestuurder zijn, gelden vaak andere regels bij onder meer ontslag, dan voor 'normale' werknemers.

Nadere informatie

Welkom bij de workshop Governance en aansprakelijkheid

Welkom bij de workshop Governance en aansprakelijkheid Welkom bij de workshop Governance en aansprakelijkheid Matthijs van Rozen (notaris) Christian Huiskes (advocaat) Indeling Matthijs van Rozen (notaris) governance, organen, Wetsvoorstel bestuur en toezicht

Nadere informatie

Nieuwe piketpalen bij aansprakelijkheidsvorderingen tegen indirecte bestuurders via art. 2:11 BW

Nieuwe piketpalen bij aansprakelijkheidsvorderingen tegen indirecte bestuurders via art. 2:11 BW Nieuwe piketpalen bij aansprakelijkheidsvorderingen tegen indirecte bestuurders via art. 2:11 BW M r. Y. A. W e h r m e i j e r e n m r. J. P. W. M. v a n H e i j n i n g e n * 1 Inleiding Aanleiding voor

Nadere informatie

(On)gelijkheid van aandeelhouders. Updates

(On)gelijkheid van aandeelhouders. Updates (On)gelijkheid van aandeelhouders Updates TvOB- symposium 13 maart 2015 mr. dr. R.A. (Rogier) Wolf Steins Bisschop & Schepel Universiteit Leiden Universiteit Maastricht (ICGI) Wat gaan we doen? 1. Update

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481

ECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481 ECLI:NL:PHR:2013:873 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-09-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 12/04481 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,

Nadere informatie