Moeder- en Vaderdag. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen THOMAS MORE KEMPEN VORSELAAR

Transcriptie

1 Moeder- en Vaderdag Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen THOMAS MORE KEMPEN VORSELAAR

2 INHOUDSOPGAVE Ritueel 1: Samen koken... 3 Ritueel 2: Een dansje of toneel voor de ouders... 4 Ritueel 3: Samen achter de schoolbanken... 5 Ritueel 4: Een afdruk... 6 Ritueel 5: Het complimentenspel... 7 Ritueel 6: Een werkje voor Vader- of Moederdag... 8 Bijlage

3 RITUEEL 1: SAMEN KOKEN Organiseer op school een kookactiviteit voor de ouders en de leerlingen. Het is hierbij de bedoeling dat de ouders en de leerlingen samen aan de slag gaan in de keuken. Maak het niet te moeilijk, zodat de leerlingen zeker kunnen helpen. Nadien kan iedereen samen smullen van alle bereide gerechten. Let op! Maak op voorhand duidelijke afspraken over de veiligheid in de keuken. Enkele leuke recepten vindt u hier. voorwerpen en materialen de groep de samenleving de natuur De leerlingen zijn verbonden met omdat ze voor de anderen een lekkernij maken, die ze daarna samen kunnen opeten. De leerlingen zijn verbonden met voorwerpen en materialen omdat ze hier respect moeten hebben voor het materiaal dat ze gebruiken tijdens het koken. De leerlingen zijn verbonden met de groep omdat ze samen iets koken en het vervolgens samen opeten. De groep is hier een mengeling van leerlingen uit de verschillende klassen en hun ouders. Bij het eten is de groep de hele school en de ouders. De leerlingen zijn verbonden met de samenleving omdat de ouders bij dit ritueel betrokken worden. De ouders zijn immers een deel van de samenleving. De leerlingen zijn verbonden met de natuur omdat ze koken met natuurlijke materialen. Zo beseffen ze dat de natuur ons voedsel geeft om van te leven. De leerlingen zijn verbonden met omdat ze beseffen dat ook zij ouder worden en later misschien ook mama of papa zullen zijn. ingrediënten recept kookgerei oven kookpotten kookvuur 3

4 RITUEEL 2: EEN DANSJE OF TONEEL VOOR DE OUDERS De leerlingen maken in groep een dansje of een toneel over hun ouders. Brainstorm op voorhand, samen met de leerlingen, over wat ze in het dansje of het toneeltje kunnen stoppen. Op deze manier krijgen ze heel wat ideeën, die ze kunnen gebruiken. Vraag de leerlingen bijvoorbeeld om leuke dingen over hun ouders te vertellen, die ze speciaal vinden. Het dansje of het toneeltje wordt op deze manier ook persoonlijker voor de ouders. Nodig tot slot de ouders uit om te komen kijken naar de verschillende dansjes en toneeltjes. Let op! De leerlingen mogen hun ouders nabootsen, maar enkel in de positieve zin. zichzelf de groep de samenleving het verleden De leerlingen zijn verbonden met zichzelf omdat ze gaan nadenken over hun eigen ouders en over wat deze voor hen betekenen. De leerlingen zijn verbonden met omdat ze hun dansje of toneeltje samen met maken. Uiteindelijk zullen ze het ook voor voorbrengen. De leerlingen zijn verbonden met de groep omdat ze samen een dansje of toneel voorbereiden. De groep is hier een mengeling van leerlingen uit de verschillende klassen. Uiteindelijk voeren ze hun dansje of toneel uit voor. De groep is hier dan de hele school en de ouders. De leerlingen zijn verbonden met de samenleving omdat de ouders worden uitgenodigd tijdens het voorbrengen van de toneeltjes en de dansjes. De ouders zijn immers een deel van de samenleving. De leerlingen zijn verbonden met omdat ze beseffen dat ook zij ouder worden en later misschien ook mama of papa zullen zijn. De leerlingen zijn verbonden met het verleden omdat ze moeten nadenken over dingen die ze in het verleden met hun ouders hebben meegemaakt. stereo-installatie cd met liedjes 4

5 RITUEEL 3: SAMEN ACHTER DE SCHOOLBANKEN Nodig de ouders op school uit om samen met hun zoon of dochter een leuke les te komen volgen in de klas. Hierbij moeten de ouders hun kinderen zo goed mogelijk helpen. Nadien kunnen de ouders aan de leerlingen vertellen hoe dergelijke les er vroeger had uitgezien. Zo weten de leerlingen hoe het vroeger op school was, waardoor ze ook de verschillen zien tussen vroeger en nu. Let op! Zorg voor een les, waarbinnen de ouders hun kinderen voldoende kunnen helpen of begeleiden. voorwerpen en materialen de groep de samenleving het verleden De leerlingen zijn verbonden met omdat hun ouders in de klas aanwezig zijn. Daarnaast zijn er ook nog ouders van de andere leerlingen aanwezig, waar ze op hun beurt ook nog eens mee verbonden zijn. De leerlingen zijn verbonden met voorwerpen en materialen omdat ze hier respect moeten hebben voor het materiaal dat ze gebruiken tijdens de les. De leerlingen zijn verbonden met de groep omdat er in de klas verschillende moeders of vaders zitten. Op deze manier is er interactie tussen de hele groep. De groep is hier de klas en de ouders van de leerlingen. De leerlingen zijn verbonden met de samenleving omdat de ouders hen komen helpen en komen vertellen in de klas. De ouders zijn immers een deel van de samenleving. De leerlingen zijn verbonden met omdat ze beseffen dat ook zij ouder worden en later misschien ook mama of papa zullen zijn. De leerlingen zijn verbonden met het verleden omdat ze van de ouders te weten komen wat het verschil is tussen het lesgeven en de school vroeger en nu. lesmateriaal 5

6 RITUEEL 4: EEN AFDRUK Nodig de ouders uit om samen met hun kind een kunstwerkje te komen maken op school. Laat hen hiervoor hun hand in de verf stoppen en een afdruk maken op een canvas. Als de verf droog is, schrijven de ouders en het kind een boodschap in de handafdruk van de andere met alcoholstift. Deze boodschap moet iets zijn dat ze elkaar toewensen. Tot slot wordt de datum nog bij op het canvas geschreven. Zo kunnen de ouders elk jaar een mooie evolutie zien. Wissel ook elk jaar af tussen handafdruk en voetafdruk om wat variatie in te bouwen. zichzelf voorwerpen en materialen De leerlingen zijn verbonden met zichzelf omdat ze hun moeder of vader iets moeten toewensen. Hier moeten ze goed over nadenken. Ze zijn ook verbonden met hun eigen lichaam om de afdruk te maken. De leerlingen zijn verbonden met anderen omdat ze dit kunstwerk samen met één van hun ouders maken. De groep is hier de klas en de ouders van de leerlingen. De leerlingen zijn verbonden met voorwerpen en materialen omdat ze hier respect moeten hebben voor het materiaal dat ze gebruiken tijdens het maken van het kunstwerk en voor het kunstwerk zelf. De leerlingen zijn verbonden met omdat ze dit elk jaar opnieuw doen. Zo kunnen ze een evolutie zien doorheen de jaren. canvassen verf alcoholstiften 6

7 RITUEEL 5: HET COMPLIMENTENSPEL Maak allemaal groepen van leerlingen en hun ouders. Laat elke groep een kring vormen en geef iemand uit de kring een balletje. De eerste persoon start en gooit het balletje naar een willekeurig iemand in de kring. Hierbij geeft hij of zij een complimentje aan de persoon die de bal vangt. Als de bal valt, geeft deze persoon een complimentje aan wie hem opraapt. Tot slot krijgt iedereen een complimentenkaartje. De kinderen schrijven hierop een complimentje voor hun ouders en omgekeerd. Het sjabloon voor dit kaartje vindt u in de bijlage. zichzelf voorwerpen en materialen de groep de samenleving De leerlingen zijn verbonden met zichzelf omdat ze een compliment moeten durven geven aan iemand. Ze moeten hun mening uiten over positieve eigenschappen van andere personen. De leerlingen zijn verbonden met omdat ze complimenten van krijgen, maar er ook aan zullen geven. De leerlingen zijn verbonden met voorwerpen en materialen omdat ze hier respect moeten hebben voor het complimentenkaartje dat ze geven en krijgen. Ze moeten ook respect hebben voor het balletje door er niet te hard mee te gooien. De leerlingen zijn verbonden met de groep omdat ze in de groep complimenten uitwisselen. De groep is hier een mengeling van leerlingen uit de verschillende klassen en hun ouders. De leerlingen zijn verbonden met de samenleving omdat de ouders bij dit ritueel betrokken worden. De ouders zijn immers een deel van de samenleving. De leerlingen zijn verbonden met omdat ze beseffen dat ook zij ouder worden en later misschien ook mama of papa zullen zijn. bal complimentenkaartjes schrijfgerief 7

8 RITUEEL 6: EEN WERKJE VOOR VADER- OF MOEDERDAG Meestal geven de kinderen voor Vader- of Moederdag een zelfgemaakt werkje af aan hun papa of mama. Laat de kinderen dit knutselwerkje nu ook maken, maar dan met natuurlijk materiaal. Ga hiervoor met de leerlingen op stap naar het bos, waar ze allerlei materiaal kunnen verzamelen. Breng zelf ook nog materiaal mee. Wees creatief bij het uitwerken van een ideetje. Zorg ook ieder jaar voor afwisseling. Let op! Maak afspraken met de leerlingen over wat er wel en niet kan in het bos. Op deze manier leren ze zorg dragen voor de natuur. Enkele leuke ideetjes vindt u hier. voorwerpen en materialen de natuur De leerlingen zijn verbonden met omdat ze een werkje voor iemand anders maken, namelijk voor hun ouders. De leerlingen zijn verbonden met voorwerpen en materialen omdat ze hier respect moeten hebben voor het materiaal dat ze gebruiken tijdens het maken van het knutselwerkje. Ze moeten ook respect hebben voor de natuur. De leerlingen zijn verbonden met de natuur omdat het werkje uit natuurlijk materiaal gemaakt wordt. Ze gaan ook zelf in de natuur op zoek naar het materiaal. De leerlingen zijn verbonden met omdat ze beseffen dat ook zij ouder worden en later misschien ook mama of papa zullen zijn. natuurlijk materiaal ander materiaal, afhankelijk van het knutselwerkje verschillende soorten knutselmateriaal: scharen, lijmstiften, plakband 8

9 BIJLAGE 9

10 1 COMPLIMENTENKAART Jij krijgt van mij een pluim omdat: