Stressulcusprofylaxe op de intensive-careafdeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Stressulcusprofylaxe op de intensive-careafdeling"

Transcriptie

1 Capita selecta Stressulcusprofylaxe op de intensive-careafdeling c.w.h.de fijter, r.j.m.strack van schijndel en l.g.thijs In de beginjaren van de intensive-care(ic)-geneeskunde was een met een stressulcus samenhangende bloeding een frequent (bij 20-30% van de patiënten) voorkomende, gevreesde complicatie. Aanvankelijk waren antacida de enige profylactische mogelijkheid. Vanaf 1980 deden de H 2 -receptorantagonisten hun intrede en deze werden vervolgens veelvuldig als routineprofylaxe voorgeschreven. Ook nu nog wordt in de Verenigde Staten circa 75% van de IC-patiënten behandeld met een H 2 -receptorantagonist. 1 Het gebruik van H 2 -receptorantagonisten op de IC is niet vrij van bijwerkingen en wordt in verband gebracht met een toegenomen frequentie van pneumonie. 2-4 Zuurremming bevordert kolonisatie van de maaginhoud met Gram-negatieve bacteriën, hetgeen bij beademde patiënten via aspiratie tot pneumonie kan leiden. Toediening van sucralfaat zou, zonder de maagzuursecretie te beïnvloeden, tot een belangrijke reductie in het optreden van pneumonie bij beademde patiënten leiden, terwijl het dezelfde bescherming biedt tegen een stressulcusbloeding. 3 De keuze van antisecretoire versus mucoprotectieve medicatie als profylacticum werd ook onlangs weer ter discussie gesteld. 4 De frequentie van stressulcusbloedingen is de afgelopen jaren sterk afgenomen (van 20-30% naar 0,6-6%), hetgeen vooral wordt toegeschreven aan verbeterde ICzorg (resuscitatie, sedatie, analgesie), onafhankelijk van stressulcusprofylaxe. 5 In dit artikel proberen wij een antwoord te vinden op de vraag of routineprofylaxe nuttig is en zo ja, welk middel hiervoor het geschiktst is. Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, afd. Acute Interne Geneeskunde, Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam. Mw.dr.C.W.H.de Fijter, internist-nefroloog; dr.r.j.m.strack van Schijndel en prof.dr.l.g.thijs, internisten-intensivisten. Correspondentieadres: mw.dr.c.w.h.de Fijter. Zie ook de artikelen op bl. 2501, 2505, 2511 en samenvatting In de beginjaren van de intensive-caregeneeskunde was een bloeding vanuit een stressulcus een gevreesde complicatie, die bij 20-30% van de patiënten voorkwam. Dankzij verbeterde behandelingsmogelijkheden binnen de intensive-caregeneeskunde (onder andere adequate vroege resuscitatie, analgesie, sedatie) is de frequentie van dit ziektebeeld afgenomen tot 0,6-6%, zonder toepassing van profylaxe. Routinematige ulcusprofylaxe kan goed achterwege worden gelaten. Profylaxe dient uitsluitend te worden toegepast bij patiënten met een hoog risico op stressulcera en bloeding daaruit. Voor patiënten met een neurotrauma, ernstige verbranding, coagulopathie, of een recent peptisch ulcus of een ulcusbloeding is profylaxe met ranitidine geïndiceerd. met stress samenhangende mucosaschade Frequentie en pathofysiologie. Met stress samenhangende maagmucosalaesies ontstaan binnen enige uren na een stressvolle gebeurtenis, vooral proximaal in de maag. Oppervlakkige erosies of mucosabloedinkjes worden bij 70-90% van de IC-patiënten aangetroffen en genezen spontaan bij klinisch herstel. 6 In een aantal gevallen kunnen er echter klinisch relevante laesies ontstaan: diepe ulcera met arrosie van (sub)mucosale vaten, resulterend in massaal bloedverlies. 6 Belangrijke determinanten van de gerapporteerde prevalentie van hemorragische stressulceratie zijn het tijdstip van observatie in het ziektebeloop en de diagnostische methode. In verschillende onderzoeken variëren de criteria voor stressulcusbloeding van een positieve Hemoccult-testuitslag van het maagaspiraat, hetgeen een inadequaat criterium is, tot macroscopisch bloedverlies al of niet met een Hb-daling en hemodynamische instabiliteit. 7 Gastroscopie wordt algemeen als de beste diagnostische methode beschouwd. De klinische betekenis van een laesie is onzeker, tenzij een bloeding als complicatie optreedt (hoge morbiditeit en sterfte). Tabel 1 geeft een overzicht van de frequentie van klinisch relevante gastroduodenale stresslaesies bij verschillende aandoeningen. 8 Pathofysiologisch liggen een verminderde mucosale oxygenatie en doorbloeding ten grondslag aan stresslaesies en niet zozeer hypersecretie van maagzuur. 7 Bij veel IC-patiënten is de maagzuursecretie juist verminderd; 9 een uitzondering vormen patiënten met sepsis of met een verhoogde intracraniële druk. 10 Onvoldoende mucosale oxygenatie leidt tot een lage weefsel-ph en adenosinetrifosfaat(atp)-concentratie, een toegenomen lactaatproductie, het vrijkomen van zuurstofradicalen en TABEL 1. Frequentie van klinisch relevante gastroduodenale stresslaesies 8 situatie frequentie in % na een algemeen-chirurgische ingreep (inclusief transplantatie) 0,1 na een hartoperatie 1 na een neurochirurgische ingreep 2 polytrauma zonder centraalzenuwstelselletsel 2-8 met centraalzenuwstelselletsel brandwonden; % van het lichaamsoppervlak < respiratoire insufficiëntie 8-12 nierinsufficiëntie sepsis Ned Tijdschr Geneeskd december;143(50) 2519

2 een verminderde secretie van beschermende prostaglandinen met als gevolg verminderde bicarbonaat- en mucussecretie. 11 De mucosa is derhalve minder in staat zich te beschermen tegen terugdiffusie van H-ionen, tegen pepsine en tegen galzure reflux, met intramurale acidose en celdood als gevolg. 7 Een ph van de mucosa < 6,5 leidt tot inductie van stresslaesies; bloeding uit een dergelijke laesie toont een nauw verband met de intramurale ph. 7 Hoewel maagzuur niet de aanvankelijke veroorzaker is van stresslaesies, kan blootstelling van verzwakte, hypoxische mucosa aan zuur wel tot bloedende erosies en ulcera leiden. Risicofactoren. IC-patiënten met een ernstig (neuro)- trauma of een verbranding van meer dan 35% van het lichaamsoppervlak, shock, sepsis, respiratoir falen, coagulopathie en multipel orgaanfalen worden van oudsher beschouwd als risicogroepen voor een maagbloeding In een onderzoek betreffende 2252 patiënten bleken stressulcusbloedingen op te treden bij 0,5% der patiënten met coagulopathie, bij 2% met respiratoir falen (criterium: beademing langer dan 48 uur), bij 8,4% der patiënten met zowel coagulopathie als respiratoir falen en bij 0,1% van de (1405) patiënten zonder één van de genoemde factoren. 15 In dit onderzoek werd overigens altijd profylaxe toegepast bij neurotrauma, ernstige brandwonden, transplantatie en peptisch ulcus (30% van de onderzochte populatie). Ongeveer 50% van de bestudeerde patiënten had een hartoperatie ondergaan (hetgeen gepaard gaat met een laag risico op een ulcusbloeding). De oddsratio (OR) voor stressulcusbloedingen bij respiratoir falen bedroeg 15,6, die voor coagulopathie 4,3. 15 Gezien de gerapporteerde frequentie van stressulcusbloedingen en de hypersecretie van maagzuur nemen patiënten met neurotrauma een bijzondere plaats in. Ook bij patiënten die recentelijk een hoge tractus-digestivusbloeding hebben doorgemaakt dan wel een recent peptisch ulcus in de voorgeschiedenis hebben, bestaat een verhoogd risico op bloeding preventie Gezien de pathofysiologie zal de effectiefste stressulcusprofylaxe bereikt worden door algemene maatregelen: adequate vroege resuscitatie, analgesie en sedatie. Aan enterale voeding wordt een protectieve rol toegeschreven: een positieve stikstofbalans, directe cytoprotectie, alkalinisatie door verdunning van het zure maagsap. Hiervoor verwijst men steeds naar één retrospectief onderzoek; systematisch onderzoek ontbreekt Farmacotherapie ter voorkoming van stressulcusbloedingen is gebaseerd op drie mogelijkheden: mucoprotectie, neutralisatie van gesecerneerd zuur en remming van de maagzuursecretie. Sucralfaat, dat de ph niet beïnvloedt, geeft bescherming door precipitatie van aluminiumzout en sacharosesulfaat, waardoor galzouten worden gebonden, de permeabiliteit van de mucus wordt verminderd, mucosale prostaglandineproductie wordt geïnduceerd en de mucosale doorbloeding wordt bevorderd (tabel 2). 22 Voorts heeft sucralfaat een antibacterieel effect. 23 Een nadeel is dat endoscopische diagnostiek én therapie bemoeilijkt worden. Antacida dienen frequent (iedere 2 uur) te worden toegediend en dit is arbeidsintensief; ze leiden tot een belangrijke aluminiumen magnesiumbelasting, een toename van het maagvolume (reflux) en kolonisatie. H 2 -receptorantagonisten verhogen de ph en hebben kolonisatie als potentieel nadeel. De optimale ph voor stressulcusprofylaxe is niet bekend. De intramurale ph een marker voor ischemie in het splanchnicusgebied is waarschijnlijk belangrijker dan de intraluminale ph als voorspeller van het ontstaan van laesies en stressulcusbloedingen In vele onderzoeken wordt gesteld dat bij een intragastrische ph > 3,5-4 de bloedingsfrequentie afneemt; bewezen is dit echter niet Aanzienlijke afname van pepsineactiviteit vereist een ph > 5,3, terwijl voor een adequate (invitro)functie van plasmatische stollingsfactoren en trombocyten een ph > 6-7 vereist is. 26 Effectiviteit van profylaxe. Er zijn vele onderzoeken gepubliceerd betreffende het effect van stressulcusprofylaxe. De onderzoeken zijn vaak niet vergelijkbaar qua populatie (interne/chirurgische IC, ernst van de onderliggende aandoening) en qua focus/definitie van een stressulcusbloeding (detecteerbare versus klinisch relevante bloeding, intraluminale ph); voorts wordt zelden de wijze van ondersteunende zorg (bijvoorbeeld voeding) vermeld. TABEL 2. Effect van stress en van als profylaxe toegepaste medicatie op verschillende eigenschappen van de maag 22 eigenschap invloed stress sucralfaat antacida H 2 -receptorantagonist intraluminale ph / * / pepsineconcentratie / galzoutenconcentratie prostaglandineproductie mucussecretie bicarbonaatconcentratie mucosale doorbloeding / celvernieuwing = geen; = verhoogd; = verlaagd. *Verlaagd bij sepsis en intracraniële aandoeningen Ned Tijdschr Geneeskd december;143(50)

3 In meta-analysen van prospectief gerandomiseerde onderzoeken bleken antacida, sucralfaat en H 2 -receptorantagonisten alle effectief ter profylaxe van klinisch relevante bloeding De sterfte werd door de gegeven profylaxe niet beïnvloed. In een recentelijk gepubliceerd, prospectief en gerandomiseerd onderzoek betreffende 1200 beademde patiënten, waarin sucralfaat dubbelblind met ranitidine werd vergeleken, bleek een klinisch relevante gastrointestinale bloeding vaker op te treden in de met sucralfaat behandelde groep (3,8 versus 1,7%; p = 0,02). Helaas was er geen groep zonder profylaxe. Er vond slechts bij 17 van de 33 patiënten met een bloeding gastroscopie plaats. De oorzaak van de bloeding bleef onduidelijk bij 19 patiënten en bij 2 patiënten uit de sucralfaatgroep berustte de bloeding zeker niet op een stressulcus. Er werd geen verschil gevonden in IC-verblijfsduur en sterfte tussen de twee groepen. 29 Wat de effectiviteit van H + /K + -ATP-aseremmers zoals omeprazol betreft, zijn nog geen systematische onderzoeken voorhanden. stressulcusbloedingen zonder profylaxe Er zijn weinig recente gegevens over de frequentie van stressulcusbloedingen zonder profylaxe in grote IC-populaties. In het eerdergenoemde onderzoek van Cook et al. werden stressulcusbloedingen gevonden bij 33 van 2252 IC-patiënten (1,5%) met een Acute physiology and chronic health evaluation (APACHE)-II-score van 21 (SD: 9) en een IC-verblijfsduur van 5 dagen (SD: 9). 15 Bij de 70% van de onderzochte groep die geen profylaxe kreeg, bedroeg de stressulcusbloedingfrequentie 0,6% (10/1578); bij de geselecteerde 30% die wel profylaxe kreeg, was dat 3,4% (23/674). In een gerandomiseerd onderzoek vergeleken Ben- Menachem et al. sucralfaat, cimetidine en het niet geven van profylaxe bij patiënten op een interne IC. 30 De groepen waren vergelijkbaar qua opnamediagnose, APACHE-II-score (uiterste waarden: 16-18) en risicofactoren voor stressulcusbloeding (90% > 1 risicofactor). Patiënten met neurotrauma of met gebruik van nietsteroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID s), anticoagulantia of thrombolytica werden uitgesloten van het onderzoek. Endoscopisch bevestigde stressulcusbloedingen traden bij respectievelijk 5,5 en 6% op. Het al of niet geven van profylaxe beïnvloedde de ICligduur niet, noch de sterfte. De onderzoekers concludeerden dat routineprofylaxe niet nodig is. Zandstra en Stoutenbeek zagen bij slechts één patiënt (0,6%) een stressulcusbloeding in een risicogroep van langer dan 48 uur beademde patiënten zonder stressulcusprofylaxe en verklaarden dit resultaat door hun ondersteunende zorg bestaande uit selectieve darmdecontaminatie, vroegtijdige enterale voeding, lage doses dopamine en vasodilatantia alsmede suppressie van de inflammatoire respons met corticosteroïden. 31 complicaties van profylaxe Met beademing samenhangende pneumonie. De literatuur is niet eensluidend ten aanzien van het effect van stressulcusprofylaxe op de frequentie van nosocomiale pneumonie. In het onderzoek van Craven et al. bleek behandeling met H 2 -receptorantagonisten één van de risicofactoren voor het optreden van pneumonie. 32 Simms et al. vonden een vergelijkbare frequentie van pneumonie bij gebruik van sucralfaat ten opzichte van H 2 -receptorantagonisten (26,7 versus 28,1%), terwijl Eddleston et al. een belangrijke afname zagen in de sucralfaatgroep (10,3 versus 35,7%) In een metaanalyse naar het vóórkomen van pneumonie bij stressulcusprofylaxe vond Tryba een statistisch significant hoger risico op pneumonie bij antacida en H 2 -receptorantagonisten dan bij sucralfaat (OR: 0,4; 95%-betrouwbaarheidsinterval (95%-BI): 3-0,8), met name bij langdurige beademing In een meta-analyse van 63 onderzoeken vonden Cook et al. een trend naar een verhoogd risico op pneumonie bij het gebruik van H 2 - receptorantagonisten ten opzichte van het niet geven van profylaxe (OR: 1,25; 95%-BI: 0,8-2,0), terwijl sucralfaat een statistisch significant lagere frequentie van pneumonie te zien gaf ten opzichte van antacida en H 2 - receptorantagonisten (OR: 0,79; 95%-BI: 0,65-0,96). 27 Het belang van de gastropulmonale kolonisatieroute in de pathogenese van met beademing samenhangende pneumonie is niet geheel opgehelderd. 35 Wellicht is de gastropulmonale route pas klinisch relevant na langduriger mechanische beademing. Apte et al. vergeleken het toedienen van ranitidine met het niet geven van profylaxe bij beademde patiënten die allen sondevoeding kregen. 36 Na farmacologische verhoging van de maagph trad zowel kolonisatie van de maag als pneumonie eerder op dan in de controlegroep. Prod hom et al. maakten een onderscheid tussen vroeg en laat ( 5 dagen beademing) optredende pneumonie bij 244 beademde patiënten. In de eerste 4 beademingsdagen vonden zij geen verschil, maar na een beademingsduur van tenminste 5 dagen trad pneumonie statistisch significant vaker op bij het gebruik van H 2 -receptorantagonisten en antacida (respectievelijk 21 en 16%) dan bij sucralfaat (5%) als stressulcusprofylaxe. Bij later optredende pneumonie kenden zij een belangrijke rol toe aan de gastropulmonale route, waarbij kolonisatie een verband toonde met de maag-ph. 37 Klinische onderzoeken naar met beademing samenhangende pneumonie zijn moeilijk vergelijkbaar aangezien een analyse ontbreekt van factoren die bijdragen aan het risico op pneumonie (ernst en ontstaanswijze van de onderliggende aandoening, antibioticatoediening, nasogastrische sonde, intragastrisch volume en wijze van voeding, galreflux, infecties van orofarynx en orofaryngeale disfunctie). In het recentste onderzoek van Cook et al. werd in een grote groep patiënten geen verschil gevonden in de (prospectief bestudeerde) frequentie van met beademing samenhangende pneumonie tussen ranitidine en sucralfaat (gemiddelde beademingsduur respectievelijk 7 en 8 dagen). 29 Andere infectieuze complicaties. H 2 -receptoren bevinden zich op immunocompetente cellen in de tractus digestivus. 38 In hoeverre H 2 -receptorblokkade klinisch relevante immunomodulatie geeft, is nog niet duidelijk op Ned Tijdschr Geneeskd december;143(50) 2521

4 dit moment. Bij polytraumapatiënten werd een potentieel negatief effect van ranitidineprofylaxe gezien: een statistisch significante toename van infectieuze complicaties (niet alleen pneumonieën) met een statistisch significant verlengde IC-verblijfsduur ten opzichte van sucralfaatprofylaxe. 39 Dit effect werd door de auteurs toegeschreven aan de immunomodulerende werking van ranitidine. Als andere onderzoeken dit effect zouden bevestigen, zou dit een sterk argument tegen het gebruik van ranitidine zijn. conclusie Op grond van de pathofysiologie is duidelijk dat de effectiefste stressulcusprofylaxe wordt bereikt door algemene IC-maatregelen zoals optimalisatie van de mucosale doorbloeding en oxygenatie, adequate sedatie en analgesie, en correctie van stollingsstoornissen. Naar de huidige inzichten is routinematige toepassing van stressulcusprofylaxe bij IC-patiënten niet geïndiceerd. Een hoog risico op stressulcusbloedingen is vastgesteld bij neurotraumapatiënten, patiënten met uitgebreide brandwonden, patiënten met een coagulopathie en patiënten die recentelijk een hoge tractus-digestivusbloeding hebben doorgemaakt dan wel een recent peptisch ulcus in de voorgeschiedenis hebben. Voor deze groepen is profylaxe geïndiceerd, waarbij op grond van de resultaten van een recent vergelijkend onderzoek, 29 de voorkeur uitgaat naar ranitidine. abstract Prevention of stress ulcer in the intensive care unit In the early years of intensive care a stress ulcer related bleeding, occurring in 20-30% of the IC population, became recognized as a significant cause of morbidity and mortality. Due to improved intensive care medicine (including adequate early resuscitation, analgesia, sedation) the incidence of stress ulcer-related bleeding in the IC has decreased markedly. Without pharmacological prophylaxis incidences ranging from 0.6 to 6% were reported. It is not recommended to apply stress ulcer prophylaxis on a routine basis, it should be reserved for patients with an increased risk of a stress ulcer-related bleeding. In patients with neurotrauma, severe burn, recent peptic ulcer or bleeding and those with coagulopathy prophylaxis with ranitidine is advised. literatuur 1 Moore JG. Stress ulceration in the intensive care unit: use of H2-receptor antagonists. Aliment Pharmacol Ther 1991;5 Suppl 1: Knight A, Bihari D, Tinker J. Stress ulceration in the critically ill patient. Br J Hosp Med 1985;33: Tryba M. Sucralfate versus antacids or H2-antagonists for stress ulcer prophylaxis: a meta-analysis on efficacy and pneumonia rate. Crit Care Med 1991;19: Wyncoll DLA, Roberts PC, Beale RJ, McLuckie A. H2 blockers in the intensive care unit: ignoring the evidence? Telephone survey. BMJ 1997;314: Schepp W. Stress ulcer prophylaxis: still a valid option in the 1990s? Digestion 1993;54: Navab F, Steingrub J. Stress ulcer: is routine prophylaxis necessary? Am J Gastroenterol 1995;90: Fiddian-Green RG, McCough E, Pittenger G, Rothman E. Predictive value of intramural ph and other risk factors for massive bleeding from stress ulceration. Gastroenterology 1983;85: Gheorghiu T. Gastroduodenale Stressläsionen und -blutungen Pathogenese, Diagnostik, Prophylaxe und Therapie. Zentralbl Chir 1995;120: Hase T, Anderson PR, Mehlman P. Significance of gastric secretory changes in the pathogenesis of stress ulcers. Am J Dig Dis 1975; 20: Larson GM, West G, McGraw P. Intracranial pressure, gastrin, and acid secretion in severe head injury. Surg Forum 1982;33: Miller TA. Mechanisms of stress-related mucosal damage. Am J Med 1987;83(Suppl 6A): Martin LF, Booth FV, Reinses HD, Deysach LG, Kochman RL, Erhardt LJ, et al. Stress ulcers and organ failure in intubated patients in surgical intensive care units. Ann Surg 1992;215: Schuster DP, Rowley H, Feinstein S, McGue MK, Zuckerman GR. Prospective evaluation of the risk of upper gastrointestinal bleeding after admission to a medical intensive care unit. Am J Med 1984; 76: Gotz E, Goddecke W. Gastrointestinale Stressläsionen: Noch eine typische intensiv-medizinische Komplikation oder eine verschwundene Erkrankung? Zentralbl Chir 1994;119: Cook DJ, Fuller HD, Guyatt GH, Marshall JC, Leasa D, Hall R, et al. Risk factors for gastrointestinal bleeding in critically ill patients. Canadian Critical Care Trials Group. N Engl J Med 1994;330: Reusser P, Gyr K, Scheidegger D, Buchmann B, Buser M, Zimmerli W. Prospective endoscopic study of stress erosions and ulcers in critically ill neurosurgical patients: current incidence and effect of acid-reducing prophylaxis. Crit Care Med 1990;18: Metz CA, Livingston DH, Smith JS, Larson GM, Wilson TH. Impact of multiple risk factors and ranitidine prophylaxis on the development of stress-related upper gastrointestinal bleeding: a prospective, multicenter, double-blind, randomized trial. The Ranitidine Head Injury Study Group. Crit Care Med 1993;21: Schuster DP. Stress ulcer prophylaxis: in whom? With what? Crit Care Med 1993;21: Solem LD, Strate RG, Fischer RP. Antacid therapy and nutritional supplementation in the prevention of Curling s ulcer. Surg Gynecol Obstet 1979;148: Ephgrave KS, Kleiman-Wexler RL, Adair CG. Enteral nutrients prevent stress ulceration and increase intragastric volume. Crit Care Med 1990;18: Pingleton SK, Hadzima SK. Enteral alimentation and gastrointestinal bleeding in mechanically ventilated patients. Crit Care Med 1983;11: Tryba M. Prophylaxis of stress ulcer bleeding. A meta-analysis. J Clin Gastroenterol 1991;13 Suppl 2:S Kappstein I, Engels I. Antibacterial activity of sucralfate and bismuth subsalicylate in simulated gastric fluid. Eur J Clin Microbiol 1987;6: Gutierrez G, Palizas F, Doglio G, Wainsztein N, Gallesio A, Pacin J, et al. Gastric intramucosal ph as a therapeutic index of tissue oxygenation in critically ill patients. Lancet 1992;339: Hastings PR, Skillman JJ, Bushnell LS, Silen W. Antacid titration in the prevention of acute gastrointestinal bleeding: a controlled, randomized trial in 100 critically ill patients. N Engl J Med 1978; 298: Green jr FW, Kaplan MM, Curtis LE, Levine PH. Effect of acid and pepsin on blood coagulation and platelet aggregation. A possible contributor prolonged gastroduodenal mucosal hemorrhage. Gastroenterology 1978;74: Cook DJ, Reeve BK, Guyatt GH, Heyland DK, Griffith LE, Buckingham L, et al. Stress ulcer prophylaxis in critically ill patients. Resolving discordant meta-analyses. JAMA 1996;275: Shuman RB, Schuster DP, Zuckerman GR. Prophylactic therapy for stress ulcer bleeding: a reappraisal. Ann Intern Med 1987;106: Cook D, Guyatt G, Marshall J, Leasa D, Fuller H, Hall R, et al. A comparison of sucralfate and ranitidine for the prevention of upper gastrointestinal bleeding in patients requiring mechanical ventilation. Canadian Critical Care Trials Group. N Engl J Med 1998; 338: Ben-Menachem T, Fogel R, Patel RV, Touchette M, Zarowitz BJ, Hadzijahic N, et al. Prophylaxis for stress-related gastric hemorrhage in the medical intensive care unit. A randomized, controlled, single-blind study. Ann Intern Med 1994;121: Ned Tijdschr Geneeskd december;143(50)

5 31 Zandstra DF, Stoutenbeek CP. The virtual absence of stress-ulceration related bleeding in ICU patients receiving prolonged mechanical ventilation without any prophylaxis. A prospective cohort study. Intensive Care Med 1994;20: Craven DE, Kunches LM, Kilinsky V, Lichtenberg DA, Make BJ, McCabe WR. Risk factors for pneumonia and fatality in patients receiving continuous mechanical ventilation. Am Rev Respir Dis 1986;133: Simms HH, DeMaria E, McDonald L, Peterson D, Robinson A, Burchard KW. Role of gastric colonization in the development of pneumonia in critically ill trauma patients: results of a prospective randomized trial. J Trauma 1991;31: Eddleston JM, Vohra A, Scott P, Tooth JA, Pearson RC, McCloy RF, et al. A comparison of the frequency of stress ulceration and secondary pneumonia in sucralfate- or ranitidine-treated intensive care unit patients. Crit Care Med 1991;19: Bonten MJM, Gaillard CA, Leeuw PW de, Stobberingh EE. Role of colonization of the upper intestinal tract in the pathogenesis of ventilator-associated pneumonia. Clin Infect Dis 1997;24: Apte NM, Karnad DR, Medhekar TP, Tilve GH, Morye S, Bhave GG. Gastric colonization and pneumonia in intubated critically ill patients receiving stress ulcer prophylaxis: a randomized, controlled trial. Crit Care Med 1992;20: Prod hom G, Leuenberger P, Koerfer J, Blum A, Chiolero R, Schaller MD, et al. Nosocomial pneumonia in mechanically ventilated patients receiving antacid, ranitidine, or sucralfate as prophylaxis for stress ulcer. A randomized controlled trial. Ann Intern Med 1994;120: Mezey E, Palkovits M. Localization of targets for anti-ulcer drugs in cells of the immune system. Science 1992;258: O Keefe GE, Gentilello LM, Maier RV. Incidence of infectious complications associated with the use of histamine2-receptor antagonists in critically ill trauma patients. Ann Surg 1998;227: Aanvaard op 3 september 1999 Oorspronkelijke stukken Het vóórkomen van irregulaire antistoffen in de zwangerschap; een prospectief onderzoek in de regio s-hertogenbosch b.de vrijer, e.j.harthoorn-lasthuizen en h.p.oosterbaan Maternale allo-immunisatie voor erytrocytenantigenen kan leiden tot hemolytische ziekte van de pasgeborene. Hoewel met name resusantistoffen (RhD-antistoffen) in de zwangerschap aanleiding kunnen geven tot afbraak van foetale erytrocyten en tot hemolytische ziekte van de pasgeborene, kunnen ook andere irregulaire antistoffen tegen erytrocyten (IEA) hieraan ten grondslag liggen. 1 2 Sinds de introductie van profylaxe met RhDimmunoglobuline in 1969 is hemolytische ziekte van de pasgeborene minder frequent geworden en spelen andere IEA een relatief grotere rol. 3 Het klinisch belang van deze IEA verschilt onderling sterk, waarbij anti-c-, anti-kell- en anti-e-antistoffen niet alleen het vaakst voorkomen, maar ook het meest pathogeen zijn. In de ernstigste gevallen kan intra-uteriene vruchtdood of perinatale sterfte ontstaan, in minder ernstige gevallen kunnen bij pasgeborenen anemie en hyperbilirubinemie voorkomen, met noodzaak tot fototherapie of wisseltransfusie. 2 4 De prevalentie van IEA bij zwangere vrouwen varieert van 0,09 tot 0,9%, afhankelijk van de onderzochte populatie en methode van onderzoek. 4-6 Van Dijk berekende op grond van een prospectief onderzoek bij 3543 zwangeren in Nederland een frequentie van niet- RhD-IEA van 0,45%. 2 Deze immunisatie wordt in circa 30% van de gevallen verklaard door een bloedtransfusie Bosch Medicentrum, Postbus , 5200 ME s-hertogenbosch. Afd. Gynaecologie en Verloskunde: mw.b.de Vrijer, assistent-geneeskundige; dr.h.p.oosterbaan, gynaecoloog. Afd. Inwendige Geneeskunde: mw.e.j.harthoorn-lasthuizen, internist. Correspondentieadres: mw.e.j.harthoorn-lasthuizen. Zie ook de artikelen op bl en samenvatting Doel. Bepalen van prevalentie en klinische relevantie van irregulaire erytrocytenantistoffen (IEA) bij multigravidae en bij primigravidae met een transfusie in het verleden. Opzet. Prospectief, longitudinaal cohortonderzoek. Methode. In de regio s-hertogenbosch werd bij primigravidae met een bloedtransfusie in de voorgeschiedenis en bij multigravidae het reguliere bloedonderzoek bij de intake uitgebreid met screening op IEA. Indien deze werden aangetoond, werd de partner onderzocht op het betreffende antigeen. Bij een positieve uitslag vond controle in de zwangerschap plaats conform het beleid bij RhD-antagonisme. Kinderen die positief waren voor het betreffende antigeen werden onderzocht op het antagonisme en op uitingen van hemolytische ziekte van de pasgeborene. Resultaten. In een periode van 2,5 jaar (augustus 1995-januari 1998) werd onderzoek naar IEA verricht bij 2392 zwangeren, 2204 multigravidae en 188 primigravidae. Bij 65 vrouwen werden 81 IEA vastgesteld. Van de 30 kinderen die positief waren voor het betreffende antigeen hadden 12 (40%) klinische verschijnselen van hemolytische ziekte van de pasgeborene; 1 maal trad een intra-uteriene vruchtdood op, 1 maal stierf een kind direct post partum; 1 kind had een hydrops foetalis en bij 2 kinderen was een wisseltransfusie noodzakelijk. Er kregen 7 kinderen fototherapie, een gewone transfusie of beide. De meeste gevallen van hemolytische ziekte van de pasgeborene werden veroorzaakt door anti-d-, anti-kell- en anti-c-antistoffen. Conclusie. Bij 1,6% van de gescreende zwangeren werden niet-rhd-iea aangetoond. Het lijkt zinvol, gezien de mogelijkheden tot vroegtijdige diagnostiek en behandeling van hemolytische ziekte van de pasgeborene, reeds in het eerste trimester sceening op IEA te verrichten. Ned Tijdschr Geneeskd december;143(50) 2523

Volgens de methode van de American College of Chest Physicians onderscheiden we 4 niveau's van annbevelingen:

Volgens de methode van de American College of Chest Physicians onderscheiden we 4 niveau's van annbevelingen: Richtlijn Stress Ulcus Profylaxe (SUP) Algemeen 1. De richtlijn is geformuleerd door E.E. de Bel en J.I. van der Spoel, internist-intensivisten, en besproken in de protocollencommissie van de NVIC. 2.

Nadere informatie

Het vóórkomen van irregulaire antistoffen in de zwangerschap; een prospectief onderzoek in de regio s-hertogenbosch

Het vóórkomen van irregulaire antistoffen in de zwangerschap; een prospectief onderzoek in de regio s-hertogenbosch 31 Zandstra DF, Stoutenbeek CP. The virtual absence of stress-ulceration related bleeding in ICU patients receiving prolonged mechanical ventilation without any prophylaxis. A prospective cohort study.

Nadere informatie

Alcohol misbruik Consequenties voor IC. Roger van Groenendael

Alcohol misbruik Consequenties voor IC. Roger van Groenendael Alcohol misbruik Consequenties voor IC Roger van Groenendael à Meerdere MC/IC patiënten met alcohol abusus in VG à Belang voor IC opname? Omvang Meest gebruikte en misbruikte drug wereldwijd NL getallen:

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting In dit proefschrift getiteld Relatieve bijnierschorsinsufficiëntie in ernstig zieke patiënten De rol van de ACTH-test hebben wij het concept relatieve bijnierschorsinsufficiëntie

Nadere informatie

De hematologie patiënt op de IC. Mirelle Koeman, internist-intensivist

De hematologie patiënt op de IC. Mirelle Koeman, internist-intensivist De hematologie patiënt op de IC. Mirelle Koeman, internist-intensivist 3 juli 2013 Inhoud. Hoe het was. En nu? Complicaties Klinisch vraagstuk Wat gebeurt er? Rol van vroege NIV Hoe doen wij het? Conclusie

Nadere informatie

Erytrocytenimmunisatie tijdens de zwangerschap Achtergronden van de veranderingen. Drs. Marijke Overbeeke Dr. Masja de Haas Dr.

Erytrocytenimmunisatie tijdens de zwangerschap Achtergronden van de veranderingen. Drs. Marijke Overbeeke Dr. Masja de Haas Dr. Erytrocytenimmunisatie tijdens de zwangerschap Achtergronden van de veranderingen Drs. Marijke Overbeeke Dr. Masja de Haas Dr. Joke Koelewijn Hemolytische ziekte van de foetus en pasgeborene (HZFP) HZFP:

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 7

Samenvatting. Samenvatting 7 Samenvatting Dit advies gaat over zwangerschapsimmunisatie door rode bloedcellen: het verschijnsel waarbij vrouwen zogeheten irregulaire erytrocytenantistoffen (IEA) vormen tegen voor hen vreemde rode

Nadere informatie

Acute gastrointestinale bloedingen. C. Verslype Maag-, Darm- en Leverziekten Manama ASO Interne Geneeskunde 22/11/2017

Acute gastrointestinale bloedingen. C. Verslype Maag-, Darm- en Leverziekten Manama ASO Interne Geneeskunde 22/11/2017 Acute gastrointestinale bloedingen C. Verslype Maag-, Darm- en Leverziekten Manama ASO Interne Geneeskunde 22/11/2017 Acute gastrointestinale bloedingen Algemene aspecten van aanpak bij bloedingen Focus

Nadere informatie

Typering Rhc-antigeen en tweede screening Rhc-negatieven. Dr. Joke Koelewijn

Typering Rhc-antigeen en tweede screening Rhc-negatieven. Dr. Joke Koelewijn PSIE: resultaten wijzigingen per 1 juli 2011 Typering Rhc-antigeen en tweede screening Rhc-negatieven Dr. Joke Koelewijn Met dank aan: Heleen Woortmeijer (Sanquin Diagnostiek) Yolentha Messemaker-Slootweg

Nadere informatie

Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op?

Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op? Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op? 1 INHOUD PSIE programma Antistoffen Ontstaan en Risico Achtergrond Rhc-screening Doel Rhc-screening Evaluatiestudie Rhc-screening Opzet Inclusies

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen

Nadere informatie

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Kaart toenemende demografie obesitas The influence of obesity on total joint arthroplasty.

Nadere informatie

Outcome na CVVH- behandeling Mortaliteit en nierfunctieherstel bij IC-patiënten na CVVH-behandeling

Outcome na CVVH- behandeling Mortaliteit en nierfunctieherstel bij IC-patiënten na CVVH-behandeling Outcome na CVVH- behandeling Mortaliteit en nierfunctieherstel bij IC-patiënten na CVVH-behandeling Ellen Stikkelbroeck, Renal Practitioner i.o., VieCuri Venlo Inleiding Introductie CVVH in Venlo Onderzoek

Nadere informatie

Meer of minder zuurstof?

Meer of minder zuurstof? Meer of minder zuurstof? Streefwaarden en toxiciteit Hendrik JF Helmerhorst Arts-onderzoeker Intensive Care AIOS Anesthesiologie Is a breath of fresh air worth it? 2 Achtergrond Geschiedenis Priestley,

Nadere informatie

Invasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS

Invasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS Invasieve beademing bij longfibrose Liselotte Boerman, ANIOS Casus Man, 82 jaar, Opname ivm respiratoire insufficiëntie, DD: 1. Acute exacerbatie Idiopathische Pulmonale Fibrose (IPF) 2. overvulling cardiaal

Nadere informatie

Intraveneuze remming van de maagzuursecretie bij stressulcera en bloedende peptische ulcera

Intraveneuze remming van de maagzuursecretie bij stressulcera en bloedende peptische ulcera 17 Houben GM, Hooi J, Hameeteman W. Intragastric bacterial overgrowth after short term treatment of healthy subjects with various doses of acid reducing drugs [abstract]. Gut 1995;35(Suppl 4):A206. 18

Nadere informatie

Behandeling van atrium fibrilleren op de IC. Mirjam Wikkerink, ANIOS IC

Behandeling van atrium fibrilleren op de IC. Mirjam Wikkerink, ANIOS IC Behandeling van atrium fibrilleren op de IC Mirjam Wikkerink, ANIOS IC AF op IC 15% van de patiënten, meestal in de eerste 72 uur na ontstaan van sepsis Verminderde atriale contractie, hoge ventriculaire

Nadere informatie

Protocol massale bloedtransfusie op de SEH

Protocol massale bloedtransfusie op de SEH Spoedeisende hulp Protocol massale bloedtransfusie op de SEH J.Rebel, 9/9/2013 OLVG Oosterpark 9 1091AC Amsterdam T (020) 5999111 F (020)5992996 Jasper_rebel@hotmail.com www.olvg.nl Doel: Beschrijving

Nadere informatie

Sepsis. Welke mean arterial pressure houden we aan? Renze Jongstra Circulation Practitioner Intensive Care Verpleegkundige

Sepsis. Welke mean arterial pressure houden we aan? Renze Jongstra Circulation Practitioner Intensive Care Verpleegkundige Sepsis Welke mean arterial pressure houden we aan? Renze Jongstra Circulation Practitioner Intensive Care Verpleegkundige Inhoud Inleiding Sepsis Behandeling sepsis Hemodynamiek bij sepsis Onderzoek Resultaten

Nadere informatie

K-immunisatie en zwangerschap

K-immunisatie en zwangerschap K-immunisatie en zwangerschap 1. immunisatie voorkomen door K-gematchte transfusie 2. nieuws over laboratoriummonitoring bij anti-k Jessie Luken, Sanquin Diagnostiek Yolentha Slootweg, Sanquin en LUMC

Nadere informatie

Dialyse dosis en tijdstip starten CRRT: onderzoekspresentatie. Petra de Vries Renal Practitioner i.o. Erasmus MC Rotterdam

Dialyse dosis en tijdstip starten CRRT: onderzoekspresentatie. Petra de Vries Renal Practitioner i.o. Erasmus MC Rotterdam Dialyse dosis en tijdstip starten CRRT: onderzoekspresentatie Petra de Vries Renal Practitioner i.o. Erasmus MC Rotterdam 13-5-2009 Inhoud presentatie Inleiding Aanleiding onderzoek Doelstelling en onderzoeksvragen

Nadere informatie

The RIGHT food is the best medicine

The RIGHT food is the best medicine The RIGHT food is the best medicine Nutritie Support Team : Dr G..Lambrecht, E. Museeuw, N. Baillieul Dienst gastro-enterologie: Dr. G. Deboever Dr. G. Lambrecht Dr. M. Cool Inhoud Ondervoeding Voedingsbeleid

Nadere informatie

Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden. Teske Schoffelen, arts-assistent IC

Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden. Teske Schoffelen, arts-assistent IC Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden Teske Schoffelen, arts-assistent IC 28-02-2019 Casus Vrouw, 67 jaar Presentatie Koorts, niet-productieve hoest, dyspnoe Acuut hypoxisch

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Helicobacter pylori in the critically ill patient van der Voort, P.H.J. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Helicobacter pylori in the critically ill patient van der Voort, P.H.J. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Helicobacter pylori in the critically ill patient van der Voort, P.H.J. Link to publication Citation for published version (APA): van der Voort, P. H. J. (1999).

Nadere informatie

Ribfixatie bij fladderthorax Vaker doen? Vera Linssen, AIOS anesthesiologie 5 november 2015

Ribfixatie bij fladderthorax Vaker doen? Vera Linssen, AIOS anesthesiologie 5 november 2015 Ribfixatie bij fladderthorax Vaker doen? Vera Linssen, AIOS anesthesiologie 5 november 2015 Casus M: motorrijder versus ander voertuig, van motor gevlogen, helm losgeraakt I: verdenking hematothorax, hoofdwond

Nadere informatie

Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn

Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn F.A. (Erik) Klok, MD PhD Department of Thrombosis and Hemostasis Leiden University Medical Center The Netherlands F.A.Klok@LUMC.nl Belang van tweede

Nadere informatie

Wanneer is een circulatie slecht?

Wanneer is een circulatie slecht? Wanneer is een circulatie slecht? Prof. Dr. J.G. van der Hoeven Afdeling Intensive Care UMC St Radboud Venticare 2010 1 Analyse Inotropicum Vaatverwijder Combinatie Geen actie Nee Is er een probleem met

Nadere informatie

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset

Nadere informatie

Classificatie Post-Operatieve Pancreas Fistel (POPF) vanaf 2016

Classificatie Post-Operatieve Pancreas Fistel (POPF) vanaf 2016 Classificatie Post-Operatieve Pancreas Fistel (POPF) vanaf 2016 POPF: amylase-gehalte in elke hoeveelheid drainvocht > 3x bovengrens van bovengrens normaalwaarde serum (dus normaal 0-220, dan verhoogd

Nadere informatie

Maagbescherming bij salicylaat-/coxibgebruik 108

Maagbescherming bij salicylaat-/coxibgebruik 108 Maagbescherming bij salicylaat-/coxibgebruik 108 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum 04-03-2014 Doel Verlagen

Nadere informatie

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten PRO De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten Prof. dr. Saskia Middeldorp, internist Afdeling Vasculaire Geneeskunde Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Wat zegt de NHG standaard

Nadere informatie

Safety of hydroxyethyl starches. Seminariewerk Idris Ghijselings

Safety of hydroxyethyl starches. Seminariewerk Idris Ghijselings Safety of hydroxyethyl starches Seminariewerk Idris Ghijselings 12-04-2013 Outline 1. Structuur en Farmacokinetiek - concentratie - moleculair gewicht - molaire substitutie 2. Farmacodynamiek - volume

Nadere informatie

VAP Prevention. Dr. H. Jansens, Arts ziekenhuishygiëne UZ Antwerpen Voorzitter BICS (Belgian Infection Control Society)

VAP Prevention. Dr. H. Jansens, Arts ziekenhuishygiëne UZ Antwerpen Voorzitter BICS (Belgian Infection Control Society) VAP Prevention Dr. H. Jansens, Arts ziekenhuishygiëne UZ Antwerpen Voorzitter BICS (Belgian Infection Control Society) Alfabet van de pneumonie CAP community HAP hospital HCAP health-care NHAP nursing

Nadere informatie

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.

Nadere informatie

Consortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek: Najaarssymposium 2016

Consortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek: Najaarssymposium 2016 Consortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek: Najaarssymposium 2016 Samenwerken in het optimaliseren van de bloedtransfusieketen Deel II: Ontwikkelen van nieuw transfusie gerelateerd onderzoek Dr. Erik

Nadere informatie

READER. Cursus Sepsis : herkennen en behandelen in de pre-hospitale setting

READER. Cursus Sepsis : herkennen en behandelen in de pre-hospitale setting READER Cursus Sepsis : herkennen en behandelen in de pre-hospitale setting ACHTERGRONDINFORMATIE: PATHOFYSIOLOGIE Pro- inflammatoire en anti-inflammatoire respons Sepsis is de systemische respons van de

Nadere informatie

Meta-analyses, top van de piramide? Iwan C. C. van der Horst

Meta-analyses, top van de piramide? Iwan C. C. van der Horst Meta-analyses, top van de piramide? Iwan C. C. van der Horst Intensivist/cardioloog @iccvanderhorst Conflict of interest Perner A, Laake J, van der Horst ICC. Innovation and safety in critical care: should

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie 101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een

Nadere informatie

Samenvatting in. het Nederlands

Samenvatting in. het Nederlands 11 Samenvatting in het Nederlands Chapter Samenvatting 1 in het Nederlands Naast therapeutische effectiviteit zijn kostenbeheersing en het verminderen van onnodig antibioticumgebruik belangrijke aspecten

Nadere informatie

Post-cardiac arrest syndroom

Post-cardiac arrest syndroom Post-cardiac arrest syndroom Medisch Centrum Leeuwarden Dr. M.A. Kuiper FCCP FCCM Neuroloog-Intensivist Medisch Centrum Leeuwarden Uitkomsten van reanimaties Wereldwijd wordt gerapporteerd dat maar 5-10%

Nadere informatie

Van sepsis tot orgaanfalen

Van sepsis tot orgaanfalen Van sepsis tot orgaanfalen Hoe een infectie uit de hand kan lopen in neutropene patiënten 21 januari 2015 J.C. Regelink, internist hematoloog 4 th Nursing Symposoim Inhoud Historie Begrippen Sepis en orgaanfalen

Nadere informatie

nederlandse samenvatting

nederlandse samenvatting Nederlandse Samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Inleiding Hartfalen is een syndroom, waarbij de pompfunctie van het hart achteruitgaat en dat onder andere gepaard kan gaan met klachten van kortademigheid

Nadere informatie

Polyfarmacie bij ouderen

Polyfarmacie bij ouderen Polyfarmacie bij ouderen J O R I S S C H A K E L I N T E R N I S T- K L I N I S C H G E R I AT E R S T. E L I S A B E T H H O S P I TA A L 2 6 F E B R U A R I 2 0 1 2 Inhoud presentatie Deel 1: Achtergrondinformatie

Nadere informatie

Safar Oorzaak vaststellen en behandelen Hypothermie Gecontroleerd beademen Tracheostoma Epilepsie behandelen Monitoring Voeding

Safar Oorzaak vaststellen en behandelen Hypothermie Gecontroleerd beademen Tracheostoma Epilepsie behandelen Monitoring Voeding Peter Safar Safar 1964 Oorzaak vaststellen en behandelen Hypothermie Gecontroleerd beademen Tracheostoma Epilepsie behandelen Monitoring Voeding Acute coronaire interventie Cornonaire interventie Beademen

Nadere informatie

Massaal Bloedverlies en Acute Traumatische Coagulopathie. Rob Zwinkels AIOS Anesthesiologie

Massaal Bloedverlies en Acute Traumatische Coagulopathie. Rob Zwinkels AIOS Anesthesiologie Massaal Bloedverlies en Acute Traumatische Coagulopathie Rob Zwinkels AIOS Anesthesiologie Trauma en verbloeding Mondiaal: jaarlijks 6,5 miljoen trauma sterfgevallen In Nederland: Meest voorkomende oorzaak

Nadere informatie

Behandeling thoraxtrauma in het ziekenhuis. Pieter Hoogland AIOS chirurgie

Behandeling thoraxtrauma in het ziekenhuis. Pieter Hoogland AIOS chirurgie 12-12-2018 Behandeling thoraxtrauma in het ziekenhuis Pieter Hoogland AIOS chirurgie Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de scholingsavond (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst

Nadere informatie

11/01/2013. Een minuutje geduld. Geboorte.. De mens. Afklemmen van de navelstreng anno 2012 Controversieel? . andere zoogdieren

11/01/2013. Een minuutje geduld. Geboorte.. De mens. Afklemmen van de navelstreng anno 2012 Controversieel? . andere zoogdieren Geboorte.. De mens Een minuutje geduld Vroeg- of Laattijdig afnavelen Dr. David Van Laere Neonatoloog UZ Antwerpen. andere zoogdieren Afklemmen van de navelstreng anno 2012 Controversieel? Zoek de verschillen?

Nadere informatie

Hoe voorkom ik vv-ecmo en bij wie is het dan wel geïndiceerd? J.G. van der Hoeven

Hoe voorkom ik vv-ecmo en bij wie is het dan wel geïndiceerd? J.G. van der Hoeven Hoe voorkom ik vv-ecmo en bij wie is het dan wel geïndiceerd? J.G. van der Hoeven H1N1 griep Waarom vv-ecmo? Er is onomstotelijk aangetoond dat vv-ecmo beter is dan conservatieve behandeling - NEE Risico

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting In dit proefschrift wordt het gebruik van aspirine (een bloedverdunner in tabletvorm) en laag-moleculair-gewicht heparine (een injectie die zorgt voor

Nadere informatie

De rol van apc en steroiden. Intensive Care, UMC St Radboud Nijmegen

De rol van apc en steroiden. Intensive Care, UMC St Radboud Nijmegen De rol van apc en steroiden Peter Pickkers Intensive Care, UMC St Radboud Nijmegen NIVAS 2012 De controverse omtrent APC, Eli-Lilly en de Surviving Sepsis Campaign De studies De sponsering Het commentaar

Nadere informatie

To ventilate or not to ventilate, that s the question

To ventilate or not to ventilate, that s the question To ventilate or not to ventilate, that s the question Prof Jan Bakker Afdelingshoofd Intensive Care Volwassenen jan.bakker@erasmusmc.nl VRAAG Opname op Intensive Care? JA Kan ik nog niet zeggen Doet opname

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 195 NEDERLANDSE SAMENVATTING DEEL I Evaluatie van de huidige literatuur De stijgende incidentie van slokdarmkanker zal naar verwachting continueren in

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Vloeistofbeleid op de IC - wat zeggen de trials? MMM Circulatie 2018

Vloeistofbeleid op de IC - wat zeggen de trials? MMM Circulatie 2018 Vloeistofbeleid op de IC - wat zeggen de trials? MMM Circulatie 2018 Wat weten we al? Tussen colloïdale- en kristallijne vloeistoffen bestaat niet veel verschil wat betreft belangrijke uitkomstmaten Dit

Nadere informatie

2. De incidentie van zwangerschap beëindiging voor hypertensieve aandoeningen op de grens van foetale levensvatbaarheid in Nederland.

2. De incidentie van zwangerschap beëindiging voor hypertensieve aandoeningen op de grens van foetale levensvatbaarheid in Nederland. Tijdens de zwangerschap kan de gezondheid van de moeder ernstig bedreigd worden door verschillende aandoeningen. Deze aandoeningen kunnen veroorzaakt worden door de zwangerschap zelf, zoals bijvoorbeeld

Nadere informatie

Datum vaststelling: Mei 2013 Datum revisie: Mei 2015 Verantwoording: Medische protocollencommissie Intensive Care

Datum vaststelling: Mei 2013 Datum revisie: Mei 2015 Verantwoording: Medische protocollencommissie Intensive Care Enterale en parenterale voeding op de Intensive Care voor volwassen patiënten Datum vaststelling: Mei 2013 Datum revisie: Mei 2015 Verantwoording: Medische protocollencommissie Intensive Care Brondocument:

Nadere informatie

MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB

MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB B. J. Snel AIOS anesthesiologie Rowland MJ, Hadjipavlou G. Delayed cerebral ischemia after subarachnoid haemorrage: looking beyond vasospasm. Br J

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

Maagbescherming bij NSAID-gebruik 107

Maagbescherming bij NSAID-gebruik 107 Maagbescherming bij NSAID-gebruik 107 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum 29-05-2013 Doel Verlagen van

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

DOORBREEKT DE KETEN VAN CHRONISCH BRAKEN

DOORBREEKT DE KETEN VAN CHRONISCH BRAKEN DOORBREEKT DE KETEN VAN CHRONISCH BRAKEN CHRONISCH BRAKEN: EEN VICIEUZE CIRKEL Bij chronische gastritis is er sprake van een ontsteking van de maagwand. De oorzaken van chronische gastritis zijn (vaak)

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20941 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Natukunda, Bernard Title: Post-transfusion and maternal red blood cell alloimmunization

Nadere informatie

Marlies Snoeck Medisch Spectrum Twente Ventilation Practitioner i.o. 12 oktober 2011

Marlies Snoeck Medisch Spectrum Twente Ventilation Practitioner i.o. 12 oktober 2011 Marlies Snoeck Medisch Spectrum Twente Ventilation Practitioner i.o. 12 oktober 2011 1 Inleiding Probleem-, Vraag-, Doelstelling Onderzoek Resultaten Conclusie en aanbevelingen Rol van Ventilation Practitioner

Nadere informatie

CRRT: when to start? when to stop? and how much?

CRRT: when to start? when to stop? and how much? CRRT: when to start? when to stop? and how much? Gerrie Cuperus, Renal Practitioner i.o. Antonius Ziekenhuis Sneek, mei 2009 Inhoud presentatie Korte introductie ziekenhuis Vraag- en doelstelling Het onderzoek

Nadere informatie

Zuurstof, alleen de hoeveelheid maakt het vergif. Paracelsus ( )

Zuurstof, alleen de hoeveelheid maakt het vergif. Paracelsus ( ) Zuurstof, alleen de hoeveelheid maakt het vergif. Paracelsus (1493-1541) Melanie Acampo-de Jong, Ventilation Practitioner i.o. Serge Heines, Ventilation Practitioner Rob Driessen, intensivist-cardioloog

Nadere informatie

Nimodipine. Luuk van den Bersselaar, ANIOS IC April 2019

Nimodipine. Luuk van den Bersselaar, ANIOS IC April 2019 Nimodipine Luuk van den Bersselaar, ANIOS IC April 2019 Inleiding, profylaxe van vasospasmen SAB à nimodipine CABG met art revascularisatie à diltiazem Amlodipine, nifedipine, nicardipine? Nimodipine Calciumantagonist

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Lichaamssamenstelling van Intensive Care patiënten. Willem Looijaard

Lichaamssamenstelling van Intensive Care patiënten. Willem Looijaard Lichaamssamenstelling van Intensive Care patiënten Willem Looijaard Disclosures Baxter Fresenius-Kabi 2 Dhr. X. Datum Spier 13 / 03 156,7 cm 2 21 / 03 154,2 cm 2 31 / 03 146,8 cm 2 05 / 04 136,3 cm 2 20

Nadere informatie

Nationale Intensive Care Evaluatie,

Nationale Intensive Care Evaluatie, Nationale Intensive Care Evaluatie, Dave A. Dongelmans Voorzitter Stichting NICE Bestuurslid NVIC Anesthesioloog-Intensivist AMC Adviseur stichting 113-online suïcide preventie Wat doet NICE Start 1996

Nadere informatie

Beademen: kan het nog beter? De rol van voeding

Beademen: kan het nog beter? De rol van voeding Refereeravond Multidisciplinaire route naar detubatie Beademen: kan het nog beter? De rol van voeding 17 juni 2014, Geertje Raemakers-van Driel, diëtist Inleiding doel voeden op IC eiwitstofwisseling,

Nadere informatie

Doorgaan of stoppen op de ICU. A-J. Meinders, internist- intensivist

Doorgaan of stoppen op de ICU. A-J. Meinders, internist- intensivist Doorgaan of stoppen op de ICU A-J. Meinders, internist- intensivist Disclosure belangen spreker Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals)

Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals) Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals) Kliniek dag 0 Een zwangere vrouw van 36j (A-) wordt opgenomen

Nadere informatie

Nieuwe inzichten in het perioperatief vochtbeleid

Nieuwe inzichten in het perioperatief vochtbeleid Nieuwe inzichten in het perioperatief vochtbeleid Vrancken Dirk Co-assistent anesthesie Promotor dr. Dewinter 1. Endotheliale glycocalyx o o De theorie van Starling De dubbele barrière 2. De Derde Ruimte

Nadere informatie

Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte

Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte Samenvatting Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte in vergelijking met vrouwen die zwanger zijn van een eenling. Ongeveer 5-9% van de eenlingen wordt te vroeg

Nadere informatie

Voeding bij diabetes. Erik Muls, MD, PhD Endocrinologie - Voeding Universiteit Leuven. Ede, 08.02.2011

Voeding bij diabetes. Erik Muls, MD, PhD Endocrinologie - Voeding Universiteit Leuven. Ede, 08.02.2011 Voeding bij diabetes Erik Muls, MD, PhD Endocrinologie - Voeding Universiteit Leuven Ede, 08.02.2011 DIABETES ATLAS, 3rd ed, IDF 2006 2007 2025 Total population (millions) 6600 7900 Adult population (millions)

Nadere informatie

CVVH & Antistolling Directe trombine remmers. Ashley De Bie Dekker 31 januari 2019

CVVH & Antistolling Directe trombine remmers. Ashley De Bie Dekker 31 januari 2019 CVVH & Antistolling Directe trombine remmers Ashley De Bie Dekker 31 januari 2019 Casus; 74-jarige man Overname: Second opinion tav weaning difficulty na gecompliceerd beloop AVR mechano Voorgeschiedenis:

Nadere informatie

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities in Early Childhood Health The Generation R Study Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Sociaal-economische gezondheidsverschillen vormen een groot maatschappelijk

Nadere informatie

Risicofactoren voor een delirium

Risicofactoren voor een delirium 3. Risicofactoren voor een delirium 3.1. VRAAGSTELLING In dit hoofdstuk heeft de werkgroep gezocht naar een antwoord op de volgende uitgangsvraag: Wat zijn de omstandigheden die de kans op het optreden

Nadere informatie

Zuurstof of niet bij reanimatie pasgeborene?

Zuurstof of niet bij reanimatie pasgeborene? Zuurstof of niet bij reanimatie pasgeborene? 6e Nationale Reanimatie Congres Frank van den Dungen Kinderarts-neonatoloog Afd. IC Neonatologie VU medisch centrum NVK werkgroep Reanimatie Pasgeborenen INHOUD

Nadere informatie

Transfusie indicatie op de intensive care

Transfusie indicatie op de intensive care Transfusie indicatie op de intensive care Floris Kranenburg MD/PhD-student Sanquin Research, Centrum voor Klinisch Transfusiegeneeskundig Onderzoek, Leiden Leids Universitair Medisch Centrum, Klinische

Nadere informatie

De patiënt als helpende hand in de strijd tegen infecties

De patiënt als helpende hand in de strijd tegen infecties De patiënt als helpende hand in de strijd tegen infecties Postoperatieve wondinfecties? Hoe groot is het gevaar? 1 op 20 operaties leidt tot een postoperatieve wondinfecties Staphylococus aureus is de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Sinds enkele decennia is de acute zorg voor brandwondenpatiënten verbeterd, hetgeen heeft geresulteerd in een reductie van de mortaliteit na verbranding, met name van patiënten

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20599 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Rath, Mirjam Eva Aafke Title: Hematological outcome in neonatal alloimmune hemolytic

Nadere informatie

Preventie van groep B-streptokokken infectie

Preventie van groep B-streptokokken infectie Preventie van groep B-streptokokken infectie Het stroomdiagram dat is opgesteld door de NVOG en NvK vormt het uitgangspunt van dit lokale protocol (bijlage 1). Algemeen De vroege vorm van neonatale groep

Nadere informatie

CHAPTER 8. Samenvatting

CHAPTER 8. Samenvatting CHAPTER 8 Samenvatting Samenvatting 8. Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene introductie. Doel van dit proefschrift is om de kosten en effectiviteit van magnetische resonantie (MR) te evalueren indien

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

Zijn we gedreven een protocol na te leven?

Zijn we gedreven een protocol na te leven? Zijn we gedreven een protocol na te leven? Protocol compliantie op de intensive care Anouk van der Sman IC verpleegkundige en Circulation Practitioner i.o. Reinier de Graaf Gasthuis (RdGG) te Delft 1 Inhoud

Nadere informatie

Keuzehulp Bevallen na een eerdere keizersnede: vaginale bevalling of een geplande keizersnede? Poli Gynaecologie

Keuzehulp Bevallen na een eerdere keizersnede: vaginale bevalling of een geplande keizersnede? Poli Gynaecologie 00 Keuzehulp Bevallen na een eerdere keizersnede: vaginale bevalling of een geplande keizersnede? Poli Gynaecologie 1 Inleiding Deze keuzehulp is bedoeld voor vrouwen die zwanger zijn en in een eerdere

Nadere informatie

Module: Wat is de rol van tranexaminezuur in de preventieve en therapeutische setting van een HPP?

Module: Wat is de rol van tranexaminezuur in de preventieve en therapeutische setting van een HPP? Module: Wat is de rol van tranexaminezuur in de preventieve en therapeutische setting van een HPP? Behorende bij de richtlijn Hemorrhagia postpartum Februari 2019 1 Algemeen Deze uitgangsvraag betreft

Nadere informatie

Anesthesiologisch beleid bij heupfracturen. Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon

Anesthesiologisch beleid bij heupfracturen. Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon Anesthesiologisch beleid bij heupfracturen Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon Anesthesie en heupfracturen Inleiding Pre-operatieveaandachtspunten Pre-operatiefmanagement Intra-operatief

Nadere informatie

Centraal veneuze druk is niet belangrijk

Centraal veneuze druk is niet belangrijk Mythe Centraal veneuze druk is niet belangrijk J.G. van der Hoeven Argumenten CVD zegt niets over de vullingstatus CVD voorspelt niet of een patiënt op vulling reageert Fysiologie HMV Preload Uiteindelijke

Nadere informatie

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Traditionele behandeling van VTE UFH LMWH Fondap. Vitamin-K antagonists Vitamin-K

Nadere informatie

Janneke Horn. Calcium Antagonists in Stroke Wasted experiments on humans and animals

Janneke Horn. Calcium Antagonists in Stroke Wasted experiments on humans and animals Janneke Horn Calcium Antagonists in Stroke Wasted experiments on humans and animals Martien Limburg Destijds Established Clinical Investigator Nederlandse Hartstichting Janneke Horn 1994 Artsexamen, cum

Nadere informatie

Regionale antistolling met citraat voor CVVH. Heleen Oudemans-van Straaten. Frontiers in Critical Care Medicine 13 november 2008

Regionale antistolling met citraat voor CVVH. Heleen Oudemans-van Straaten. Frontiers in Critical Care Medicine 13 november 2008 Regionale antistolling met citraat voor CVVH Heleen Oudemans-van Straaten Frontiers in Critical Care Medicine 13 november 2008 Citrate waarom citraat? hoe werkt het? hoe doe ik het? beperkingen? voordelen?

Nadere informatie

MDO-praatje (Catastrofaal) antifosfolipen syndroom. Charlotte Schaap AIOS interne geneeskunde

MDO-praatje (Catastrofaal) antifosfolipen syndroom. Charlotte Schaap AIOS interne geneeskunde MDO-praatje (Catastrofaal) antifosfolipen syndroom Charlotte Schaap AIOS interne geneeskunde Casus Patient 51 jaar RvO: overname van elders ivm wisselende EMV-scores, oorzaak vooralsnog onduidelijk. Voorgeschiedenis

Nadere informatie

Colistine verneveling bij ventilator-associated pneumonia. Guido Bastiaens, MD PhD AIOS Medische Microbiologie

Colistine verneveling bij ventilator-associated pneumonia. Guido Bastiaens, MD PhD AIOS Medische Microbiologie Colistine verneveling bij ventilator-associated pneumonia Guido Bastiaens, MD PhD AIOS Medische Microbiologie Casus Man, 26 jaar Voorgeschiedenis 2016 diagnose Ewing sarcoom met metastasen in bekken, ribben

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 13 Samenvatting 154 Samenvatting Tijdens de zwangerschap kan zogenaamde zwangerschapsimmunisatie ontstaan. Hierbij maakt de moeder antistoffen tegen een stof (bloedgroepantigeen) die niet op haar eigen

Nadere informatie

Surviving Sepsis Campaign

Surviving Sepsis Campaign Surviving Sepsis Campaign Dr. M.S. Arbous, anesthesioloog-intensivist 15 nov 2010 Sepsis Diagnose vaak lastig Korte termijn uitkomst : SLECHT! Lange termijn resultaten/ quality of life : matig! Waaraan

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie