OPTIVENT achtergrondbijlage 03 GEËISTE DEBIETEN. Paul Van den Bossche Samuel Caillou

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OPTIVENT achtergrondbijlage 03 GEËISTE DEBIETEN. Paul Van den Bossche Samuel Caillou"

Transcriptie

1 OPTIVENT achtergrondbijlage 03 GEËISTE DEBIETEN Paul Van den Bossche Samuel Caillou Afdeling Klimaat, Installaties en Energieprestatie (CLIE) Onderzoeksgroep ventilatie Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf WTCB Version 30/06/2013 Inhoudstabel 1 INLEIDING RUIMTETYPES Algemeen Ruimten binnen het beschermde volume Droge ruimtetypes (met ontwerpdebietseisen) Natte ruimtetypes (met ontwerpdebietseisen) Doorstroomruimten (geen ontwerpdebietseisen) Andere en speciale ruimten (geen ontwerpdebietseisen in het kader van de energieprestatieregelgeving) Ruimten buiten het beschermde volume Combinatie van ruimtetypes Definities terminologie Algemene regel: Geval 1: Enkel droge ruimtetypes + ruimtetypes zonder eisen OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

2 2.2.4 Geval 2: Enkel natte ruimtetypes + ruimtetypes zonder eisen Geval 3: Combinatie van natte en droge ruimtetypes Opmerkingen van toepassing op elk van de 3 mogelijkheden: Bijzondere gevallen Garage AFMETINGEN VAN RUIMTEN MINIMUM GEËISTE ONTWERPDEBIETEN Minimum geëist ontwerpdebiet voor residentiële gebouwen Debieten in de praktijk Ventilatie van ruimten zonder geëist minimum debiet in de EPB regelgeving Opstellingsruimte voor verbrandingstoestellen Toepassingsdomein Niet aangesloten toestellen: type A Open verbrandingstoestellen: type B Gesloten verbrandingstoestellen: type C Gasmeterruimte Opstellingsruimte voor propaan en butaan Garage Garage buiten beschermd volume Garage binnen beschermd volume Kelders en zolders Liftschachten (zie recente wijzigingen) REFERENTIES:...27 Deze bijlage vormt een aanvulling op de praktijkrichtlijn ventilatiesystemen in woningen die werd opgesteld door het WTCB in het kader van het IWT project Optivent (VIS CO 95076) Deze documenten werden met de grootste zorg opgesteld. Het WTCB kan echter niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade die door gebruik van deze informatie zou zijn veroorzaakt. OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

3 1 Inleiding Deze bijlage geeft aan op welke wijze de geëiste debieten in nieuwe woongebouwen kunnen worden bepaald. De tekst herneemt daarbij de strikte eisen volgens de EPB regelgeving, waarbij melding gemaakt wordt van mogelijke verschillen tussen de 3 gewesten. Daarnaast wordt er verwezen naar een aantal normen die van toepassing zijn op het ventilatiedomein. In aanvulling op regelgeving of normen worden ook bijkomende aanbevelingen en eventuele toelichtingen gegeven die kunnen helpen een goed werkend systeem te realiseren gegeven. Dit document vervangt in geen geval de officiële regelgevende en normerende documenten en moet op dat vlak als vrijblijvend hulpdocument worden aanzien. Voor de officiële standpunten over de geëiste minimumdebieten in residentiële gebouwen zal men de volgende officiële regelgevende en normatieve teksten als referentie aanzien: EPB regelgeving o Voor residentiële gebouwen moet het ventilatiesysteem worden ontworpen volgens de bijlage Ventilatievoorzieningen in woongebouwen (ook bijlage HRV genoemd) die verwijst naar een groot deel van de Belgische norm NBN D : eerste uitgave oktober 1991 [1]. Sommige elementen van deze norm zijn EPB eisen, andere aanbevelingen. In de gewestelijke EPBregelgeving werden ook enkele nieuwe bijkomende eisen en/of aanbevelingen opgenomen, soms met verschillen tussen de gewesten. Deze bijlage HRV is in elke Gewest opvraagbaar via: VG RBC RW Andere regelgeving o Naast de energieprestatieregelgeving is het mogelijk dat er andere regelgeving bestaat die ook van toepassing is, zowel op ruimten binnen als op ruimten buiten het beschermde volume. Vanzelfsprekend moeten ook die eisen nageleefd worden, waar mogelijk werden deze eisen in dit document opgenomen. Normen: de volgende belangrijke normen zijn bv. raadpleegbaar op NBN D NBN 60 Merk op dat een norm wel kan worden aanzien als een code voor goed vakmanschap, maar pas een verplichtend karakter krijgt als er vanuit een regelgeving naar wordt verwezen. In het kader van EPB worden de geëiste minimumdebieten bepaald in functie van: Het ruimtetype, (de functie van de ruimte of het ruimtegedeelte), zoals gedetailleerd in 2 hieronder, OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

4 De oppervlakte van de ruimte (of het ruimtegedeelte), zoals gedetailleerd in 3 hieronder. Op basis daarvan worden de geëiste minimumdebieten voor EPB gedetailleerd in 4.1 hieronder. Deze vereiste minimumdebieten moeten in principe gerealiseerd worden als volgt (zie achtergrondbijlage 02 basisprincipes van ventilatie voor meer details): Buitenlucht wordt toegevoerd in droge ruimten. Een uitzondering hierop wordt gevormd door het toestaan van recirculatie van herbruikte lucht bij systeem D onder bepaalde voorwaarden, zoals beschreven in de praktijkrichtlijn. Verontreinigde lucht wordt afgevoerd uit natte ruimten. Deze zal naar buiten worden afgevoerd en mag zich in normale gebruiksomstandigheden niet naar andere ruimten kunnen verplaatsen. De vereiste kwaliteit van de lucht die eventueel in aanvulling op de minimaal geëiste ontwerptoevoerdebieten in droge ruimten wordt toegevoerd, wordt niet omschreven, zolang aan beide bovenstaande voorwaarden wordt voldaan. Normaal gesproken wordt de lucht van droge ruimten doorgevoerd naar natte ruimten via doorstroomopeningen in binnenmuren en deuren en/of via doorstroomruimten zoals hallen en trapzalen. De bovengenoemde geëiste minimumdebieten betreffen de minimum capaciteit van het ventilatiesysteem, wat betekent dat het systeem moet ontworpen worden voor dit debiet. Zodra het systeem gedimensioneerd, geïnstalleerd en correct afgesteld werd, kunnen de debieten echter nog aangepast worden aan de werkelijke dagelijkse behoeften van de gebruikers en geregeld worden op lagere (of hogere) debieten dan de geëiste minimumdebieten. Het is ook toegelaten bijkomende afvoercapaciteiten te voorzien in toevoerruimten of bijkomende toevoercapaciteiten in afvoerruimten. Zie praktijkrichtlijn en bijlage over regelstrategie voor meer detail. Voor de bijkomende eisen en aanbevelingen (naast EPB), zijn er soms ook minimumdebieten en/of capaciteiten, voor toevoer en/of voor afvoer, voor ruimten met bepaalde functies (bv. opstellingsruimten voor verbrandingstoestellen). Deze zijn meestal gedetailleerd in 4.3 hieronder. 2 Ruimtetypes 2.1 Algemeen In woningen worden verschillende ruimtetypes aangetroffen. Elke ruimte krijgt één of meerdere ruimtetypes toegewezen. Een eerste belangrijk onderscheid wordt gemaakt tussen ruimten binnen het beschermde volume (BV) van het gebouw enerzijds, waarvoor diverse EPB eisen kunnen gelden en ruimten buiten het beschermde volume anderzijds, waarvoor er geen EPB eisen zijn. De afwezigheid van EPB eisen in een bepaalde ruimte sluit OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

5 niet uit dat hiervoor andere eisen kunnen bestaan (b.v. uit hoofde van andere regelgeving of vanuit normen zonder dwingende toepassing) en dat er toch ventilatiebehoeften kunnen ontstaan. Meer info zie VEA: Ventilatiedocument residentieel, vragen 5.1 en 5.3. Definities: o De termen ruimte en ruimtegedeelte duiden op een fysieke plaats. De som van alle ruimtegedeelten van een ruimte is gelijk aan de oppervlakte van die ruimte. o De term ruimtetype 1 is een functionele benaming; bv. woonkamer. Voor het bepalen van het ruimtetype is vooral de functie waarvoor de ruimte is gepland van belang, waarbij in praktijk de traditionele terminologie soms vervangen wordt door andere benamingen; een living, een eetkamer, een leefruimte zijn ook het ruimtetype woonkamer ). o Er kunnen meerdere functies zijn in één fysieke ruimte, zie 2.2 Hieronder volgt een opsomming van verschillende ruimtetypes: Ruimten binnen het beschermde volume Droge ruimtetypes (met ontwerpdebietseisen) Volgende droge ruimtetypes kunnen worden aangetroffen: woonkamer of gelijkaardig; o elke wooneenheid bevat minstens één woonkamer; o een TV kamer of home cinema wordt als (extra) woonkamer aanzien. slaap, studeer, speelkamer of gelijkaardige ruimte; o een logeerkamer, bibliotheek, hobbyruimte, atelier voor niet professioneel gebruik, naaikamer, zonnebankruimte, privé fitnessruimte worden ook aanzien als slaap, studeer, of speelkamer. o Sommige van bovenstaande ruimten kunnen omwille van te verwachten vervuiling (sommige hobby s, fitnessruimten, ) voorzien worden van een luchtafvoer Natte ruimtetypes (met ontwerpdebietseisen) Volgende natte ruimten kunnen worden aangetroffen: (gesloten) keuken of open keuken; badkamer, was en/of droogplaats of analoge ruimte; o een douchecel, een douchekamer, een doucheruimte, een natte cel, een ruimte voor het drogen van kleding worden ook als natte ruimte aanzien. wc. Opmerkingen: Een ruimte is een wasplaats als ze ontworpen wordt voor het plaatsen van een wasmachine. 1 In de oude VEA EPB software wordt hiervoor de term soort ruimte gehanteerd, in de nieuwe EPB software, vanaf 2014 wordt hiervoor de term naam (soort bezetting) gebruikt OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

6 Een bergruimte of dressing die ontworpen wordt voor het plaatsen van een wasmachine wordt als wasplaats gedefinieerd. Een keuken, een garage of badkamer waarin een wasmachine ingepland wordt, blijven hun originele functie echter behouden. Aandachtspunt Ook een droogkast kan veel vocht vrijgeven en wordt best geplaatst in een ruimte, voorzien van een extractiemogelijkheid Doorstroomruimten (geen ontwerpdebietseisen) Volgende ruimten worden als doorstroomruimten aanzien: gang, trappenhal, hal (of analoge doorgangsruimten) Andere en speciale ruimten (geen ontwerpdebietseisen in het kader van de energieprestatieregelgeving) Bergruimten Garages Kelders en zolders Volledig of gedeeltelijk ondergrondse ruimten of ruimten direct onder het dak en binnen het beschermde volume worden ondergebracht onder het type ruimte dat het best overeenstemt met de beoogde bestemming. Dat kan een droge ruimte zijn (een speelkamer, een hobbyruimte, een logeerkamer, ), een natte ruimte (wasplaats, badkamer, keuken, wc ), maar ook bergruimten, een garage indien bereikbaar, een stookplaats, een brandstofopslagplaats. De ventilatievoorziening wordt in overeenstemming gebracht met het beoogde ruimtetype. Dergelijke ruimten worden niet gedefinieerd als kelder en zolder in de zin van de voorschriften uit de NBN D Voor kelders en zolders buiten het beschermde volume verwijzen we naar : Gemeenschappelijke gang of trappenhal Andere ruimten die gemeenschappelijk gebruikt worden door meerdere wooneenheden (bv. gemeenschappelijk toilet) Liftkoker en liftkooi Huisvuilkoker en verzamelruimte voor huisvuil Opstellingsruimte voor verbrandingstoestellen Gasmeterruimte Brandstofopslagplaatsen Ander type ruimten: o Een afsluitbare dressing kan aanzien worden als een ander type ruimte waarvoor geen specifieke ventilatie eisen van toepassing zijn. o sauna, zwembad geïntegreerd in de woning Ruimten buiten het beschermde volume Voor alle ruimten buiten het beschermd volume zijn er geen ontwerpdebietseisen in het kader van de energieprestatieregelgeving. Diverse onder genoemde ruimten kunnen ook buiten het beschermde volume gelegen zijn. OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

7 Als in woongebouwen voor de ventilatie echter lucht wordt getrokken uit aangrenzende onverwarmde ruimten, gelden er ook voor die AOR eisen voor luchttoevoer, ook al maakt een AOR geen deel uit van het beschermde volume. OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

8 2.2 Combinatie van ruimtetypes Definities terminologie o Bij de aanwezigheid van twee of meer ruimtetypes in eenzelfde fysische ruimte moet deze in het kader van de regelgeving worden opgedeeld in twee of meer ruimtegedeelten. Deze maken effectief deel uit van dezelfde fysische ruimte en worden als niet gescheiden aanzien indien ze niet van elkaar gescheiden zijn door een scheidingsconstructie (een muur, een vloer/plafond) of een afsluitbare deur: o De definitie niet gescheiden luidt: er is een permanente niet afsluitbare doorloopopening (al dan niet met een niveauverschil) tussen 2 aangrenzende ruimtegedeelten met een oppervlakte van minstens 1 m², gemeten in het vlak van de scheiding tussen beide gedeelten. In die zin moeten klapdeurtjes ook als niet gescheiden worden aanzien indien de overblijvende opening groter is dan 1 m². Voorbeelden niet gescheiden : figuren 1, 2, 3, 4, 11, 13, 6, 7, 8, 10, 15 Voorbeelden gescheiden : fig. 12 o Uitzondering: in geval een douchebak of bad met deurtjes wordt afgeschermd van de rest van de ruimte (vb badkamer, maar ook een slaapkamer) om verspreiding van waterdruppels te vermijden kan dit aanzien worden als niet gescheiden (bv fig. 5) ongeacht of de deurtjes een volledige afscheiding vormen of niet. Figuren bij volgende paragrafen (nog in het net te zetten) OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

9 OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

10 OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

11 2.2.2 Algemene regel: De ontwerper maakt een opdeling van de ruimte in ruimtegedeelten. Er wordt een fictieve scheiding gemaakt voor het bepalen van de gebruiksoppervlakte van elk ruimtegedeelte. Bij het bepalen van de grens bestaat enige vrijheid, maar deze grens is uiteraard niet volledig willekeurig. De keuze moet verdedigbaar zijn. Elk ruimtegedeelte heeft een gebruiksoppervlakte en de som van die gebruiksoppervlakten is gelijk aan de gebruiksoppervlakte van de volledige ruimte. De ontwerper kent ook aan elk van de ruimtegedeelten een ruimtetype toe. Ruimtegedeelten zonder debietseisen in het kader van de EPB regelgeving (met uitsluiting van garages) moeten naar keuze worden toegevoegd aan een naastliggend droog of nat ruimtegedeelte. Drie typische gevallen kunnen zich concreet voordoen Geval 1: Enkel droge ruimtetypes + ruimtetypes zonder eisen Het betreft een combinatie van droge ruimtetypes onderling of een combinatie van droge ruimtetypes en ruimtetypes zonder debietseisen in het kader van de EPB regelgeving (met uitsluiting van garages) en deze ruimtetypes grenzen aan elkaar. De combinatie van deze ruimtegedeelten wordt als één (droog) ruimtetype beschouwd. Combinatiemogelijkheden: Meerdere droge ruimtetypes voorbeelden: o Woonkamer met slaapkamer (bv fig. 1 of in een studio) o Slaapkamer met studeerhoek (bv fig. 2) o Woonkamer met studeerhoek (bv in een loft fig. 10) OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

12 Droge ruimtetypes met andere (niet droge en niet natte) ruimtetypes voorbeelden: o Woonkamer met trap (bv fig. 3) o Woonkamer met studeerhoek met een doorloopruimte tussen beide (bv fig. 11) o Woonkamer met mezzanine, die niet gescheiden zijn (bv fig. 3) o Studeerkamer met gang of hal (bv fig. 13) o Slaapkamer met dressing (bv fig. 4) o Woonkamer met berging (bv fig. 10) Uitzonderingen: o Garages, zie garageruimten worden steeds als garages aanzien, ook als er binnen deze ruimte nog andere ruimtetypes voorkomen. De volledige ruimte moet voldoen aan de ventilatie eisen van: het ruimtetype woonkamer indien dit type initieel aanwezig was het ruimtetype slaapkamer, studeerkamer, speelkamer of analoge droge ruimte indien er initieel geen ruimtetype woonkamer aanwezig was Het minimum geëist ontwerpdebiet wordt bepaald op basis van de totale vloeroppervlakte, zie 3. Voorbeelden: voor een ruimte waarin de ruimtetypes slaapkamer en woonkamer worden gecombineerd, wordt het minimum geëist ontwerpdebiet gebaseerd op het ruimtetype woonkamer. Indien de woonkamer gecombineerd wordt met een ruimtetype slaapkamer, die daadwerkelijk systematisch als slaapkamer wordt gebruikt, dan wordt aanbevolen om het systeem van recirculatie (zie VEA: Ventilatiedocument residentieel, vraag 6.7) met voorzichtigheid toe te passen. In elk geval zal het recirculatiedebiet nooit hoger zijn dan de som van de buitenluchtdebieten voor slaapkamers, bureel of speelkamer in die woning. Een afsluitbare dressing kan aanzien worden als een ander type ruimte waarvoor geen specifieke ventilatie eisen van toepassing zijn. Een dressinghoek in open verbinding met een andere ruimte wordt beschouwd als een deel van die ruimte. De oppervlakte van de dressing wordt dan in rekening gebracht bij het bepalen van het minimaal geëiste ontwerpdebiet voor die ruimte. Bv.: de oppervlakte van een dressing die deel uitmaakt van een slaapkamer doordat ze niet voorzien is van een afsluitbare opening wordt meegerekend bij het bepalen van de minimaal geëiste ontwerpdebieten van de slaapkamer Geval 2: Enkel natte ruimtetypes + ruimtetypes zonder eisen Het betreft een combinatie van natte ruimtetypes onderling of een combinatie van natte ruimtetypes en ruimtetypes zonder debietseisen in het kader van de EPB regelgeving (met uitsluiting van garages) en deze ruimtetypes grenzen aan elkaar. De combinatie wordt als één (nat) ruimtetype beschouwd. Combinatiemogelijkheden: Meerdere natte ruimtetypes voorbeelden: o Badkamer met een toilet en/of douchecel (bv fig. 5) o Keuken met een wasplaats OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

13 o Badkamer met wasplaats (bv fig. 10) Natte met andere (niet droge en niet natte) ruimtetypes voorbeelden: o Badkamer met dressing o Wasplaats met berging (bv fig. 6) o Wasplaats met stookruimte Uitzonderingen: o Garages, zie , garageruimten worden steeds als garages aanzien, ook als er binnen deze ruimte ook andere ruimtetypes voorkomen. De volledige ruimte moet voldoen aan de ventilatie eisen van: Het ruimtetype keuken, badkamer, was en/of droogplaats of analoge natte ruimte indien minstens één van deze ruimtetypes initieel aanwezig was. Het ruimtetype toilet indien er initieel geen van bovengenoemde ruimtetypes aanwezig was. Ruimtegedeelten met keukenfunctie zijn in de context van geval 2 gesloten keukens. (Open keukens worden behandeld in geval 3) Het minimum geëist ontwerpdebiet wordt bepaald op basis van de totale vloeroppervlakte, zie 3. Voorbeeld: voor een ruimte waarin de ruimtetypes badkamer en toilet worden gecombineerd, wordt het minimum geëist ontwerpdebiet gebaseerd op het ruimtetype badkamer. (bv fig. 5) Geval 3: Combinatie van natte en droge ruimtetypes Het betreft een combinatie van droge en natte ruimtetypes, en eventueel ruimtetypes zonder debietseisen, die niet gescheiden zijn van elkaar. Na het toepassen van de algemene regel blijven enkel nog ruimtegedeelten over waaraan ofwel een droog, ofwel een nat ruimtetype is toegekend. Voorbeelden: o Woonkamer met keuken (bv fig. 7, 15) o Slaapkamer met douche (bv fig. 8) Uitzondering: o Een wastafel in een slaapkamer kan aanzien worden als deel van de slaapkamer. (bv fig. 9) Elk van de op deze wijze ontstane ruimtegedeelten moet voldoen aan de ventilatie eisen volgens het ruimtetype (nat of droog) van dat ruimtegedeelte. Ruimtegedeelten met keukenfunctie zijn in de context van geval 3: open keukens. Het minimum geëist ontwerpdebiet van elk ruimtegedeelte wordt bepaald op basis van de vloeroppervlakte, zie 3. Voorbeeld OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

14 Als de woonkamer en de open keuken in het ontwerp in elkaar verwerkt zijn, is de grens tussen beide ruimten soms moeilijk te bepalen. Het minimaal geëiste ontwerpdebiet moet gehaald kunnen worden. Voor de open keuken is het minimaal geëiste ontwerpafvoerdebiet 75 m³/h en voor de woonkamer is het minimaal geëiste ontwerptoevoerdebiet evenredig met de vloeroppervlakte van de woonkamer (dus gelijk aan de oppervlakte x 3,6 m³/h en per m² in het voorbeeld 137 m³/h). Voor kleine ruimten geldt het minimum van 75 m³/h. Het minimaal geëiste ontwerptoevoerdebiet van de woonkamer mag bij ruimten met grote oppervlakte beperkt worden tot 150 m³/h. Opmerking Een keuken met eetruimte moet niet als open keuken / woonkamer worden aanzien als er in de woning al een andere woonkamer werd gedefinieerd. De keuken met eethoek krijgt dan de functie keuken. Let wel dat elke woning minstens één woonkamer bevat Opmerkingen van toepassing op elk van de 3 mogelijkheden: In een loft met meerdere niet gescheiden ruimtegedeelten kunnen aangrenzende ruimtegedeelten worden gecombineerd voor zover het geen droog nat combinatie betreft. Twee ruimtegedeelten met een gelijkaardig ruimtetype, volledig gescheiden door een gedeelte met een tegengesteld ruimtetype (in de zin van droog nat) mogen niet gegroepeerd worden en blijven twee verschillende gedeelten die als afzonderlijke ruimtetypes worden aanzien. (bv fig. 10) Ruimtegedeelten zonder debietseisen in het kader van de EPB regelgeving (met uitsluiting van garages) moeten naar keuze worden toegevoegd aan een naastliggend droge of natte ruimtegedeelte. In een loft kan een ganggedeelte worden toegevoegd aan een droog gedeelte of aan een nat gedeelte, maar de bekomen natte en droge gedeelten kunnen vanzelfsprekend niet meer worden samengevoegd. (bv fig. 10) Indien meerdere ruimtegedeelten gecombineerd (mogen) worden tot één ruimtetype is het aanbevolen de luchttoevoer of luchtafvoer evenwichtig te verdelen over de verschillende ruimtegedeelten. In de EPB software wordt elk ruimtegedeelte afzonderlijk ingegeven. Elk ruimtegedeelte moet voldoen aan de toevoer en afvoereisen waarbij de permanente niet afsluitbare doorloopopening tussen beide als doorstroomopening wordt ingegeven. Voor de definitie van grote OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

15 doorstroomopeningen kan verwezen worden naar VEA: Ventilatiedocument residentieel, vraag Bijzondere gevallen Garage Als binnen een garageruimte meerdere ruimtetypes zoals wasplaats, hobbyruimte, stookplaats voorkomen, wordt de ruimte in het kader van de energieprestatieregelgeving altijd beschouwd als een garage. Aan garages (en bijgevolg ook aan een garageruimte met gecombineerde functies) worden in het kader van de energieprestatieregelgeving geen ventilatie eisen opgelegd. 3 Afmetingen van ruimten De vloeroppervlakte van een ruimte (m²) wordt berekend door gebruik te maken van de afmetingen op het niveau van de vloer van de ruimte, met bijkomende aandachtspunten: Voor ruimten, volledig of deels onder een hellend dak of onder een trap, wordt de volledige vloeroppervlakte meegerekend, ook al is de hoogte onvoldoende om recht te staan. De vloeroppervlakte onder vaste ingemaakte kasten en van tussenmuren moet niet worden meegerekend. Is een ingemaakte kast echt een te betreden ruimte, dan zal ze als ruimte worden gedefinieerd (vb een berging, zonder debietseisen) Bij ruimten die zich over meerdere bouwlagen uitspreiden (bv. mezzanine), wordt de totale vloeroppervlakte op alle niveaus meegerekend, met inbegrip van een de geprojecteerde oppervlakte van een eventuele trap. Voor open ruimten (open keuken naast een woonkamer, lofts, enz.), kan je de oppervlakken berekenen op basis van een te verantwoorden fictieve scheiding tussen de verschillen ruimtefuncties. (zie ook 2.2) OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

16 Bij het berekenen van het minimaal geëiste ontwerpdebiet wordt enkel rekening gehouden met de vloeroppervlakte van de ruimte. De berekening gaat uit van een normale hoogte. De hoogte heeft immers nauwelijks invloed op het aantal aanwezige personen of de (vervuilende) activiteiten. Voor hogere ruimten is het toegelaten, maar niet verplicht, om voor een hoger ontwerpdebiet te kiezen. 4 Minimum geëiste ontwerpdebieten 4.1 Minimum geëist ontwerpdebiet voor residentiële gebouwen De EPB regelgeving legt een minimum ontwerpdebiet op voor de luchttoevoer, doorvoer en afvoer naargelang het ruimtetype. In tabel 1 wordt dit debiet aangegeven. Tabel 1 Minimum geëiste ontwerpdebieten voor elk ruimtetype voor de luchttoevoer, doorvoer en afvoer. Ruimtetype Luchttoevoer Slaapkamer, bureau, speel of hobbykamer (of gelijkaardig) Woonkamer, salon, eetkamer (of gelijkaardig) Oppervlakte van de ruimte Minder dan 7 m² Tussen 7 en 20 m² Meer dan 20 m² Minder dan 21 m² Tussen 21 en 42 m² Meer dan 42 Luchtdoorvoer: capaciteit (of vrije doorsnede) 25 m³/h 25 m³/h (of 70 cm²) 3,6 m³/h.m² 72 m³/h 75 m³/h 25 m³/h (of 70 cm²) 3,6 m³/h.m² 150 m³/h Luchtafvoer naar buiten OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

17 Toilet Keuken (gesloten), badkamer, wasplaats (of gelijkaardig) Open keuken m² Minder dan 14 m² Tussen 14 en 21 m² Meer dan 21 m² 25 m³/h (of 70 cm²) Keuken: 50 m³/h (of 140 cm²) Rest: 25 m³/h (of 70 cm²) 25 m³/h 50 m³/h 3,6 m³/h.m² 75 m³/h 75 m³/h Deze minimum ontwerpdebieten zijn in bepaalde gevallen afhankelijk van de vloeroppervlakte van de ruimte of het ruimtegedeelte. De grafieken in afbeelding 1 illustreren de evolutie van het vereiste minimumdebiet op basis van de oppervlakte van de betrokken ruimten. OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

18 Afb. 1 Evolutie van de minimum ontwerpdebieten naargelang de oppervlakte van de ruimte. Opmerking: er bestaat ook een eis met betrekking tot het maximumdebiet: het totale ontwerpdebiet van de natuurlijke toevoeropeningen mag het dubbele van het vereiste minimum ontwerpdebiet voor deze ruimte niet overschrijden. In het Vlaamse Gewest werd deze eis herleid tot een aanbeveling. OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

19 4.2 Debieten in de praktijk De bovengenoemde EPB eisen betreffen het minimum ontwerpdebiet, wat betekent dat het systeem moet ontworpen zijn voor dit debiet. De praktijk kan hiervan afwijken. Natuurlijk: Voor de natuurlijke toe of afvoer van de systemen A, B en C, evenals voor de doorstroomopeningen van alle systemen, moet de capaciteit van deze openingen voor een drukverschil van 2 Pa minstens gelijk zijn aan de vereiste minimum ontwerpdebieten. Het volstaat dat de ontwerper de dimensioneringsregels volgt en het ventilatiesysteem wordt uitgevoerd in overeenstemming met deze regels. Het is niet vereist om in de praktijksituatie aan te tonen dat de vooropgestelde debieten effectief behaald worden (bv. door debietmeting). De drukcondities in de praktijksituatie (buitenomgeving binnenomgeving) variëren immers voortdurend van de drukcondities in labotoestand waarbij de dimensioneringsregels werden vastgelegd. De regelgeving beperkt zich echter tot de ontwerpvoorwaarden. Mechanisch: Voor de mechanische toe of afvoer van de systemen B, C en D wordt het ventilatiesysteem zodanig ontworpen dat de minimale debieten in alle betrokken ruimten tegelijkertijd en voor minstens één regelstand van de ventilator (meestal de hoogste stand) gehaald kunnen worden. Hoewel er geen verplichting is om dit in de praktijk aan te tonen: o wordt sterk aanbevolen om de debieten na de afstelling te meten om de goede werking van de installatie aan te tonen (vb aan de klant). o In EPB kader: de m factor voor een kwalitatieve uitvoering (zie ) zal optimaal scoren met debieten tussen 100 en 120 % van het geëiste minimumdebiet. 4.3 Ventilatie van ruimten zonder geëist minimum debiet in de EPB regelgeving Opstellingsruimte voor verbrandingstoestellen In het kort * Plaats binnen het beschermde volume van een woning enkel gesloten verbrandingstoestellen. Deze aanbeveling geldt niet voor huishoudelijke kooktoestellen met klein vermogen en beperkte gebruiksduur. * De opstellingsruimte voor gesloten verbrandingstoestellen moet geventileerd worden: bij een gesloten verbrandingstoestel: enkel indien geplaatst in een zeer kleine ruimte (zie detail hieronder) bij huishoudelijke kooktoestellen: als een ruimte met een afvoerventilatie (vb een keuken) * voor alle andere situaties: zie detail hieronder Toepassingsdomein In een woning worden diverse types brandstoffen zoals aardgas of flessengas, stookolie, hout(pellets), steenkool, alcohol,. gebruikt voor diverse doeleinden : verwarmen, warm OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

20 water, koken, Elke verbranding vereist de toevoer van verbrandingslucht, de afvoer van verbrandingsproducten en een zekere ventilatie van de opstellingsruimte. Om deze eisen duidelijk te kunnen toelichten werden de gastoestellen opgedeeld in 3 groepen; A, B, C, eventueel met verdere opdelingen. Omdat voor andere brandstoffen gelijkaardige principes kunnen worden toegepast, zullen we in dit document dezelfde opdeling ook hanteren voor andere brandstoffen. Opdeling van types verbrandingstoestellen o Type A toestellen (niet aangesloten toestellen): toestel dat niet voorzien is om te worden aangesloten op een rookgasafvoer naar buiten. Onder andere: o Type A 1AS : toestel type A, zonder ventilator en voorzien van een atmosfeerbeveiliging o Type B toestellen (open verbrandingstoestellen): toestel dat voorzien is om te worden aangesloten op een rookgasafvoer naar buiten. De verbrandingslucht wordt rechtstreeks uit de opstellingsruimte ontnomen. Onder andere: o Type B1: toestel type B uitgerust met een trekonderbreker Voorbeeld: o Type B2: toestel type B zonder trekonderbreker Voorbeeld: o Type C toestellen (gesloten verbrandingstoestellen): toestel dat voorzien is om te worden aangesloten op een verbrandingsluchttoevoer van buiten en op een rookgasafvoer naar buiten. Er is bijgevolg geen enkele communicatie tussen het verbrandingscircuit (verbrandingsluchttoevoer, verbrandingskamer, afvoer van verbrandingsproducten) en de lucht in de opstellingsruimte of de ruimten die het verbrandingscircuit dwarst. Voorbeeld: OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

21 Richtlijnen Voor opstellingsruimten van ketels voor centrale verwarming en warmwaterbereiding bepaalt de norm NBN B61 002:2006 (in herziening) de eisen voor de toevoer van verbrandingslucht, de afvoer van verbrandingsgassen en de ventilatie van deze ruimten. Voor gastoestellen (alle toepassingen) moet bovendien verwezen worden naar de norm NBN D Deze normen zijn niet van toepassing op: ketels voor centrale verwarming en/of warmwaterbereiding met een vermogen 70 kw, onderwerp van de norm NBN B61 001:1987 (eveneens in herziening). Dit vermogen zal in individuele woningen zelden worden bereikt, zodat de verdere tekst de afwijkende eisen niet behandelt. Bepaalde types verbrandingstoestellen (voor zover niet op gas gestookt) zoals individuele verwarming: oliekachels/ convectoren, hout(pellet)kachels/cassettes, open haarden en andere verbrandingstoestellen, met inbegrip van deze zonder rookgasafvoer (type A) zoals sommige verplaatsbare verwarmingstoestellen (kleine mazoutkacheltjes). Toch verdient de relatie tussen deze toestellen en de ventilatie van de woning onze aandacht. Voor een strikte toepassing zal de lezer van dit document de geldende versie van de bovengenoemde normen raadplegen. In uitbreiding op de hierboven gerefereerde richtlijnen en deels vooruitlopend op bepaalde revisies, formuleren we hieronder algemene richtlijnen voor de 3 toesteltypes. Gezien de eis van permanente openingen voor de meeste niet aangesloten en open verbrandingstoestellen lijnrecht ingaat tegen de wens om de gebouwschil voldoende luchtdicht uit te voeren, het blijvend risico op slechte werking van het toestel met uitwasemingen in de ruimte en intoxicatie, leidt hieruit de sterke aanbeveling om alle niet aangesloten verbrandingstoestellen buiten het beschermde volume te plaatsen. Worden niet aangesloten verbrandingstoestellen toch binnen het beschermde volume geplaatst, dan wordt deze opstellingsruimte voldoende luchtdicht gescheiden van de leefruimten (woonkamer, slaapkamer, speelkamer en analoge droge ruimten, badkamer, keuken WC en analoge vochtige ruimten). Deze scheiding betekent bijvoorbeeld dat de tussendeuren voldoende luchtdicht kunnen worden afgesloten, dat ze door een volledig gescheiden ventilatiesysteem worden geventileerd en dat er zeker geen doorstroomopeningen aanwezig zijn (en in de praktijk dus ook meestal gescheiden zijn van gangen en traphallen) Niet aangesloten toestellen: type A Toevoer verbrandingslucht: Alle niet aangesloten verbrandingstoestellen (type A) vereisen een onbelemmerde toevoer van verbrandingslucht in de ruimte. Deze toevoer kan niet permanent gegarandeerd worden door een per definitie regelbaar ventilatiesysteem. De toevoer van verbrandingslucht moet worden gerealiseerd door een permanente, niet afsluitbare opening, die op max ¼ van de hoogte van de ruimte wordt aangebracht en rechtstreeks in verbinding staat met de buitenomgeving (eventueel via een kanaal). Tabel 1 geeft het vereiste debiet bij een drukverschil van 3 Pa en de minimale netto sectie van de opening, exclusief de oppervlakte van gaas of lamellen. Voor de berekening van deze sectie wordt uitgegaan van een debiet van 0.25 (m³/h)/cm². Indien specifieke en betrouwbare OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

22 productgegevens van het rooster beschikbaar zijn, kunnen deze worden gebruikt, de bovenstaande forfaitaire waarde bevindt zich immers aan de veilige kant. Type warmtegenerator Warmtegenerator (vloeibare of gasvormige brandstoffen): o Type A 1AS Verbrandingsluchttoevoer 3 (m³/h)/kw minimum 25 m³/h Doorlaat toevoeropening 12 cm²/kw (min. 100 cm²) Tabel 1: debiet en doorlaat van de verbrandingsluchttoevoer voor niet aangesloten verbrandingstoestellen type A in functie van het nominaal vermogen, (niet voor huishoudelijke kooktoestellen) Een uitzondering kan gemaakt worden voor toestellen die niet als voornaamste functie hebben om het gebouw te verwarmen, met een klein vermogen (< 5 10 kw) en met een sterk beperkte gebruiksduur, waarvoor geen permanente luchttoevoeropening moet worden voorzien. Voorbeelden: normale kookfornuizen en ovens in de keuken, kaarsen, fondue, raclette toestellen,... Toestellen waarvoor de aanbeveling (om ze buiten het beschermd volume te houden of ze te voorzien van een permanente buitenluchttoevoer) blijft behouden, zijn: alle ruimteverwarmingstoestellen (kachels, convectoren, stralers, verplaatsbare verwarmingstoestellen, ) open droogkasten en warmwatergeisers. Afvoer rookgassen: Niet aangesloten verbrandingstoestellen beschikken niet over een rookgasafvoer, voor de afvoer van warmte en rookgassen moet er gerekend kunnen worden op de ventilatie van de ruimte. Ventilatie van de opstellingsruimte: Ruimten binnen of buiten het beschermde volume van de woning waarin niet aangesloten verbrandingstoestellen (type A) worden opgesteld, zullen worden geventileerd om oververhitting te voorkomen en om vrijgekomen rookgassen en onverbrande bestanddelen af te voeren. Volgende ventilatievoorzieningen worden voorgesteld: o Huishoudelijke kooktoestellen: in een geventileerde afvoerruimte o Andere: Voor natuurlijke ventilatie: Luchttoevoer via bovengenoemde verbrandingsluchttoevoer Luchtafvoer naar buiten via een niet afsluitbare afvoeropening aangebracht op minimum ¾ van de hoogte van de ruimte met dezelfde doorlaat als de verbrandingsluchttoevoer Deze openingen kunnen niet vervangen worden door een eventueel aanwezig regelbaar ventilatiesysteem Voor mechanische ventilatie: het ontwerpdebiet is minstens 3 (m³/h)/kw, met een minimum van 25 m³/h OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

23 Open verbrandingstoestellen: type B Toevoer verbrandingslucht: Alle open of niet aangesloten verbrandingstoestellen (type B) vereisen een onbelemmerde toevoer van verbrandingslucht in de ruimte. Deze toevoer kan niet permanent gegarandeerd worden door een per definitie regelbaar ventilatiesysteem. De toevoer van verbrandingslucht moet worden gerealiseerd door een permanente, niet afsluitbare opening, die op max. ¼ van de hoogte van de ruimte wordt aangebracht en rechtstreeks in verbinding staat met de buitenomgeving (eventueel via een kanaal). Tabel 2 geeft het vereiste debiet bij een drukverschil van 3 Pa en de minimale netto sectie van de opening, exclusief de oppervlakte van gaas of lamellen. Voor de berekening van deze sectie wordt uitgegaan van een debiet van 0.25 (m³/h)/cm². Indien specifieke en betrouwbare productgegevens van het rooster beschikbaar zijn kunnen deze worden gebruikt, de bovenstaande forfaitaire waarde bevindt zich immers aan de veilige kant.: Type warmtegenerator Warmtegenerator gevoed met vloeibare of gasvormige brandstoffen): o Type B 1 (met trekonderbreker) 2 o Type B 2 (zonder trekonderbreker) 3 Verbrandingsluchttoevoer 3 (m³/h)/kw minimum 25 m³/h 1.5 (m³/h)/kw minimum 25 m³/h Doorlaat toe 12 cm²/kw (m 6 cm²/kw (m Warmtegenerator gevoed met houtpellets 1.5 (m³/h)/kw minimum 25 m³/h 6 cm²/kw (m Warmtegenerator gevoed met steenkool 3 (m³/h)/kw minimum 25 m³/h 12 cm²/kw (m Warmtegenerator gevoed met houtblokken 10 (m³/h)/kw minimum 25 m³/h 40 cm²/kw (m Tabel 2: debiet en doorlaat verbrandingsluchttoevoer voor open verbrandingstoestellen in functie van het nominaal vermogen Afvoer rookgassen: Alle open verbrandingstoestellen type B beschikken over een rookgasafvoer met open verbinding in de ruimte (niet hermetisch). Gezien een onderdruk in de ruimte kan leiden tot een slechte werking van de rookgasafvoer, moet de plaatsing van open verbrandingstoestellen in een ruimte met mechanische afvoer (dat kan ook een dampkap of droogkast zijn) sterk worden afgeraden. Ventilatie van de opstellingsruimte: Ruimten binnen of buiten het beschermde volume van de woning waarin verbrandingstoestellen type B worden opgesteld, zullen worden geventileerd om oververhitting te voorkomen en om eventueel vrijgekomen rookgassen en 2 Indien het toestel geplaatst is in een slaapkamer, badkamer, doucheruimte of opschikkamer: minimaal 150 cm² OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

24 onverbrande bestanddelen af te voeren. Volgende ventilatievoorzieningen worden voorgesteld: o Natuurlijke ventilatie: Luchttoevoer vindt plaats via bovengenoemde openingen voor verbrandingsluchttoevoer Luchtafvoer naar buiten via een niet afsluitbare afvoeropening aangebracht op minimum ¾ van de hoogte van de ruimte met dezelfde doorlaat als de verbrandingsluchttoevoer Deze openingen kunnen niet vervangen worden door een eventueel aanwezig regelbaar ventilatiesysteem o Mechanische toevoer: niet toegestaan? o Mechanische afvoer: niet toegestaan Gesloten verbrandingstoestellen: type C Toevoer verbrandingslucht: onafhankelijk van de opstellingsruimte, dus geen eisen op ruimteniveau Afvoer rookgassen: onafhankelijk van de opstellingsruimte, dus geen eisen op ruimteniveau Ventilatie van de opstellingsruimte: Ruimten binnen of buiten het beschermde volume van de woning waarin verbrandingstoestellen type C worden opgesteld, zullen worden geventileerd om oververhitting te voorkomen en om eventueel vrijgekomen rookgassen en onverbrande bestanddelen (via occasionele lekken) af te voeren. Volgende ventilatievoorzieningen worden voorgesteld: o Ventilatie is niet vereist voor zover de vermogen/volumeverhouding (P/V) kleiner is dan 35 kw/m³. Het te beschouwen volume is dat van de ruimte, de ingemaakte kast of het afgeschermde deel van de ruimte waarin het toestel werd geplaatst. o Indien P/V 35 kw/m³: Natuurlijke ventilatie: De ruimte is voorzien van een niet afsluitbare toevoeropening (op max ¼ hoogte) en een niet afsluitbare afvoeropening (op min ¾ hoogte) met elk een capaciteit van 1.5 (m³/h)/kw bij 2 Pa, met een minimum 25 m³/h. Deze openingen geven uit in de buitenomgeving of naar een andere ruimte; in het laatste geval moet het gezamenlijke volume aan bovengenoemde eis (P/V < 35 kw/m³) voldoen. Mechanische ventilatie (toevoer en/of afvoer): Het ontwerpdebiet is minstens 0,7 (m³/h)/kw, met een minimum van 25 m³/h. Deze permanente ventilatie kan eventueel gerealiseerd worden door een al aanwezige ventilatievoorziening. Het debiet mag regelbaar zijn maar er wordt geadviseerd om altijd minstens de helft van bovenstaand debiet te waarborgen. De ontwerptoevoer en afvoerdebieten zijn in balans, door gebruik van natuurlijke toevoer of afvoeropeningen, OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

25 4.3.2 Gasmeterruimte doorstroomopeningen of via volledig mechanische ventilatie (mechanische toevoer en afvoer in dezelfde ruimte). De ruimte waarin een gasmeter wordt geplaatst en waarvan het debiet kleiner is dan 100 m³/h (+/ 1000 kw) moet verlucht worden via een bovenaan geplaatste niet afsluitbare opening naar buiten met een minimale sectie van 150 cm² (NBN D ). De gasmeter wordt daarom best ofwel in open lucht opgesteld ofwel in een ruimte buiten het beschermd volume (vb een kelder). Moet de gasmeter toch in het beschermd volume worden geplaatst, zorg dat deze in een afgeschermde ruimte of kast wordt geplaatst en zorg voor een bovenverluchting zoals hoger aangegeven. De verluchting van de gasmeterruimte staat in elk geval los van de ventilatie van de rest van de woning. Figuur 1: Gasmeter buiten het beschermd volume Opstellingsruimte voor propaan en butaan Propaantanks worden steeds in open lucht opgesteld. Opslag van butaanflessen binnen het beschermd volume moet worden afgeraden. Worden ze toch binnen geplaatst, dan moet er een aangepaste ventilatie worden aangebracht. Bij ontbreken van richtlijnen wordt aanbevolen een onderverluchting (butaan is zwaarder dan lucht) met een minimale sectie van 150 cm² aan te brengen Garage Een garage is volgens de Belgische norm NBN D een speciale ruimte. Ze wordt bij voorkeur buiten het beschermde volume gehouden Garage buiten beschermd volume Omwille van de uitlaatgassen wordt aangeraden om de garage afzonderlijk te ventileren, los van het ventilatiesysteem van de woning. De norm formuleert volgende aanbevelingen: o een garage wordt voorzien van ventilatieopeningen in contact met de buitenlucht (in de buitenmuren of in de buitendeuren). Bij voorkeur ligt de bovenzijde van die openingen maximaal 40 cm boven de garagevloer; voor garages met een vloeroppervlakte kleiner dan 40 m²: de totale vrije oppervlakte van de openingen bedraagt minstens 0.2 % van de vloeroppervlakte. Als de garage meer dan één buitenmuur heeft, worden de OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

26 ventilatieopeningen verdeeld, bij voorkeur over twee tegenover elkaar gelegen muren; voor garages met een vloeroppervlakte groter dan 40 m²: daarvoor wordt bij voorkeur een permanente mechanische afvoer 3 geplaatst en de nodige luchttoevoeropeningen; o de binnendeuren tussen de garage en leefruimten in de woning moeten voldoende luchtdicht zijn (zie VEA: Ventilatiedocument residentieel, vraag 5.8). Regelmatig worden er aan een garage bijkomende functies toegevoegd waarop specifieke eisen van toepassing zijn, bijvoorbeeld een opstellingsruimte voor verbrandingstoestellen (bv. NBN B61 002, eventueel NBN B61 001), een gasmeter, Garage binnen beschermd volume Er worden in het kader van de EPB regelgeving geen ventilatie eisen opgelegd aan een garage. Komen er in de garage ruimtetypes voor die normaal gesproken wel een verplicht minimum ontwerpdebiet vereisen (vb een wasplaats), dan worden die in het geval van een garage genegeerd (zie ook en ); het is dan ook een sterke aanbeveling om in de garage geen functies van het ruimtetype wasplaats, droogplaats, hobbyruimte, werkhoek te voorzien. Voor garages geldt een sterke aanbeveling om deze buiten het beschermd volume te houden. Worden ze toch binnen bet beschermd volume opgenomen, dan kunnen de hogervermelde eisen uit de norm NBN D als richtlijn worden aanzien. De sterke aanbeveling om de ventilatie van de garage volledig los te realiseren blijft geldig (zowel voor natuurlijke als voor mechanische ventilatie) Kelders en zolders Voor kelders en zolders legt de energieprestatieregelgeving geen eisen op (zie VEA: Ventilatiedocument residentieel vraag 5.2). Voor kelders en zolders buiten het BV geldt NBN D als aanbeveling. Binnen het beschermd volume worden er best geen ruimtetypes kelder en zolder gedefinieerd (zie ook ). Voor kelders en zolders buiten het beschermd volume kan beroep gedaan worden op de aanbevelingen uit de norm. Daarbij geldt ook: o Voor zeer luchtopen kelders en zolders moet geen bijkomende verluchting worden voorzien o Voor kelders met een risico op Radonverspreiding zullen specifieke oplossingen worden uitgewerkt. (zie Technische Voorlichting 211 en andere WTCB documenten) Mogelijkheden voor kelders en zolders buiten het beschermd volume: 3 Sommige referenties spreken over debieten tot 250 m³/h en per voertuig OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

27 o Natuurlijke verluchting: door ramen met een minimale sectie in open stand van 140 cm² of met behulp van ventilatieroosters met een capaciteit van minimaal 50 m³/h bij 2 Pa; o Mechanische afvoer: met een debiet van minimaal 25 m³/h, waarbij de lucht kan worden aangevoerd via roosters (minimaal 25 m³/h bij 2 Pa) of kanalen (minimaal 70 cm²) o Mechanische toevoer en afvoer met elk een debiet van minimaal 25 m³/h Liftschachten (zie recente wijzigingen) Nog aan te vullen 5 Referenties: Literatuurlijst Meer informatie over de ventilatienormen vindt u op de website van de Normen Antennes op Het Vlaams Gewest stelt een lijst met antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ) en bijkomende uitleg over de interpretatie van de regelgeving voor ventilatie ter beschikking op 1. Bureau voor Normalisatie NBN D Ventilatievoorzieningen in woongebouwen. Brussel, NBN, Bureau voor Normalisatie NBN EN Ventilatie voor niet residentiële gebouwen Prestatie eisen voor ventilatie en luchtbehandelingsystemen. Brussel, NBN, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen. Brussel, Belgisch Staatsblad van 17 juni Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen. Brussel, Belgisch Staatsblad van 5 februari Ministerie van het Waalse Gewest Besluit van de Waalse Regering van 17 april 2008 tot vaststelling van de berekeningsmethode en de eisen, de goedkeuringen en de sancties op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen. Brussel, Belgisch Staatsblad van 30 juli OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

28 6. Vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen. Brussel, Belgisch Staatsblad van 6 juli Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf Ventilatie van woningen. Deel 1: Algemene principes. Brussel, WTCB, Technische Voorlichting nr. 192, Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf Ventilatie van woningen. Deel 2: Uitvoering en prestaties van ventilatiesystemen. Brussel, WTCB, Technische Voorlichting nr. 203, Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf Ventilatie van woningen. Inleiding. Brussel, WTCB, WTCB Digest nr. 5, Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf Ventilatie van woningen. Natuurlijke afvoer. Brussel, WTCB, WTCB Digest nr. 7, Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf Ventilatie van woningen. Natuurlijke toevoer. Brussel, WTCB, WTCB Digest nr. 6, 1999 OPTIVENT achtergrondbijlage 03 Geëiste debieten v /28

Ventilatiedocument : residentieel en niet-residentieel

Ventilatiedocument : residentieel en niet-residentieel 1 Ventilatiedocument : residentieel en niet-residentieel 1 Wat wordt in het kader van de energieprestatieregelgeving verstaan onder een verbouwing? In het kader van de energieprestatieregelgeving is een

Nadere informatie

Ventilatie voorontwerp

Ventilatie voorontwerp Tessenderlo, donderdag 12 januari 2017 Ventilatie voorontwerp Bouwheer: Dries Delvaux Duivelsbroek 3 2400 Mol Ontwerper: Steto bvba Vismarkt 29 Dossiernummer: 2016-0233_JC Bouwplaats: Omschrijving bouwwerk:

Nadere informatie

Ventilatie voorontwerp

Ventilatie voorontwerp Tessenderlo, donderdag 23 februari 2017 Ventilatie voorontwerp Bouwheer: Martine Tempels F. Rigasquare 16 1030 Brussel (Schaarbeek) Ontwerper: Steto bvba Vismarkt 29 Dossiernummer: 2017-0043_DW_CM Bouwplaats:

Nadere informatie

Ventilatie voorontwerp

Ventilatie voorontwerp maandag 27 maart 2017 Ventilatie voorontwerp Bouwheer: Pieter Denckens en Leentje Willems Steenbergen 11 2430 Laakdal Ontwerper: Ventovita bvba Liersesteenweg 185/12 Dossiernummer: 2017-0033_ DW Bouwplaats:

Nadere informatie

ventilatie voorontwerp

ventilatie voorontwerp ADRES Vismarkt 29 3980 Tessenderlo CONTACT Tel. 013 67 65 24 info@steto.be www.steto.be ventilatie voorontwerp BOUWEN VAN EEN EENGEZINSWONING Bouwheer: Jochen Knoops Kerkstraat 8b 3665 As Bouwplaats: Nieuwstraat

Nadere informatie

Ventilatiedocument: RESIDENTIEEL

Ventilatiedocument: RESIDENTIEEL 1 Ventilatiedocument: RESIDENTIEEL 2 Inhoud Vooraf 1 Terminologie 4 2 Wat is een eis, een aanbeveling, een advies? 5 3 Ventilatiecomponenten: eisen bij residentiële gebouwen 3.1 Welke eisen worden er gesteld

Nadere informatie

ventilatie voorontwerp

ventilatie voorontwerp ADRES Vismarkt 29 3980 Tessenderlo CONTACT Tel. 013 67 65 24 info@steto.be www.steto.be ventilatie voorontwerp BOUWEN VAN 11 appartementen Bouwheer: Kolmont Woonprojecten nv Havermarkt 45 3500 Hasselt

Nadere informatie

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN VENTILATIE: ONTWERP EN AFSTELLING LENTE 2019 Berekening van de ventilatiedebieten voor residentiële gebouwen Muriel BRANDT 2 DOELSTELLINGEN VAN DE PRESENTATIE N De regels voor

Nadere informatie

Ventilatiedocument : residentieel

Ventilatiedocument : residentieel 1 Vooraf De doelstelling van dit document is om antwoorden te formuleren op vragen die rijzen bij de toepassing van de ventilatie-eisen uit de energieprestatieregelgeving. Andere aspecten in relatie met

Nadere informatie

Ventilatie verslaggever. Ventilatiedocument : residentieel VEA (versie juli 2015)

Ventilatie verslaggever. Ventilatiedocument : residentieel VEA (versie juli 2015) Ventilatie verslaggever Ventilatiedocument : residentieel VEA (versie juli 2015) 3.1 Welke eisen worden er gesteld aan een regelbare toevoeropening (RTO)? Het (totale) ontwerptoevoerdebiet van de in een

Nadere informatie

Gemeenschappelijke schoorstenen in bestaande appartementsgebouwen

Gemeenschappelijke schoorstenen in bestaande appartementsgebouwen Gemeenschappelijke schoorstenen in bestaande appartementsgebouwen 1 Inhoudsopgave Bestaande situatie Atmosferische ketels Gemeenschappelijk opbouwvoorbeeld Werkingsprincipe Verse luchttoevoer Rookgasafvoer

Nadere informatie

Methodes voor debietsafstelling

Methodes voor debietsafstelling OPTIVENT Achtergrondbijlage 10 Methodes voor debietsafstelling Samuel Caillou Xavier Kuborn Paul Van den Bossche Afdeling Klimaat, Installaties en Energieprestatie (CLIE) Onderzoeksgroepen ventilatie en

Nadere informatie

Module 2.3. Ventilatievoorzieningen in residentiële gebouwen: Voorbeeld. Versie 2.1 februari 2006. Module 2.3

Module 2.3. Ventilatievoorzieningen in residentiële gebouwen: Voorbeeld. Versie 2.1 februari 2006. Module 2.3 Ventilatievoorzieningen in residentiële gebouwen: Voorbeeld 1 Concreet voorbeeld Eenvoudige woning Niveau -1 Kelder + inkom Niveau 1 Gelijkvloers Niveau -1 2 2 Concreet voorbeeld 3 Gelijkvloers: Woonkamer

Nadere informatie

KVBG KVBG aanbeveling in verband met de ventilatievoorzieningen voor type A stralingverwarmingstoestellen

KVBG KVBG aanbeveling in verband met de ventilatievoorzieningen voor type A stralingverwarmingstoestellen KVBG aanbeveling in verband met de ventilatievoorzieningen voor type A stralingverwarmingstoestellen 1 Inleiding Voor installateurs en fabrikanten van type A stralingverwarmingstoestellen is het niet steeds

Nadere informatie

Strategie voor energiezuinig wooncomfort

Strategie voor energiezuinig wooncomfort VENTILATIE IN WONINGEN Ventilatie en renovatie Informatie-avond 18 mei 2011 Paul Van den Bossche WTCB Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf Strategie voor energiezuinig wooncomfort

Nadere informatie

4.1 Welke normen en documenten worden gehanteerd voor het bepalen van de residentiële ventilatievoorzieningen?

4.1 Welke normen en documenten worden gehanteerd voor het bepalen van de residentiële ventilatievoorzieningen? VEA 1 inhoud Vooraf 1 Terminologie 2 Wat is een eis, een aanbeveling, een advies? 3 Ventilatiecomponenten : eisen bij residentiële gebouwen 3.1 Welke eisen worden er gesteld aan een regelbare toevoeropening

Nadere informatie

EPB. Ventilatievoorzieningen in woongebouwen en niet-residentiële gebouwen VEA 1. Module 2.1 versie februari 2006

EPB. Ventilatievoorzieningen in woongebouwen en niet-residentiële gebouwen VEA 1. Module 2.1 versie februari 2006 VEA 1 VEA 2 Ventilatie maakt een wezenlijk deel uit van de nieuwe -reglementering waaraan moet voldaan worden voor stedenbouwkundige vergunningen aangevraagd vanaf 1 januari 2006. De Europese richtlijn

Nadere informatie

Info avond schouwspel

Info avond schouwspel Info avond schouwspel Programma 19u00 Ontvangst 19u15 Infosessie: toelichting door de heer Didier Geraerts van Schootec 20u00 Vragenronde 20u20 Warm Limburg: toelichting door mevrouw Cathérine Schepers

Nadere informatie

Ventilatiedocument : residentieel

Ventilatiedocument : residentieel 1 Vooraf De doelstelling van dit document is om antwoorden te formuleren op vragen die rijzen bij de toepassing van de ventilatie-eisen uit de energieprestatieregelgeving. Andere aspecten in relatie met

Nadere informatie

RESIDENTIEEL VENTILATIETECHNICUS

RESIDENTIEEL VENTILATIETECHNICUS #CV, SANITAIR EN ENERGIE RESIDENTIEEL VENTILATIETECHNICUS BESPAAR MET DE KMO-PORTEFEUILLE 562,65 incl. BTW OMSCHRIJVING Introductie De fysiologie van de mens stelt eisen betreffende temperatuur, luchttoevoer

Nadere informatie

RESIDENTIEEL VENTILATIETECHNICUS

RESIDENTIEEL VENTILATIETECHNICUS #CV, SANITAIR EN ENERGIE RESIDENTIEEL VENTILATIETECHNICUS BESPAAR MET DE KMO-PORTEFEUILLE 562,65 incl. BTW OMSCHRIJVING Introductie De fysiologie van de mens stelt eisen betreffende temperatuur, luchttoevoer

Nadere informatie

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw Vlaamse overheid Vlaams Energieagentschap E-mail: energie@vlaanderen.be Website: www.energiesparen.be Startverklaring in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw Renovatie

Nadere informatie

Module 2.6. Ventilatie van niet-residentiële gebouwen: Concreet voorbeeld. Versie 2.1 februari 2006. Module 2.6

Module 2.6. Ventilatie van niet-residentiële gebouwen: Concreet voorbeeld. Versie 2.1 februari 2006. Module 2.6 Ventilatie van niet-residentiële gebouwen: Concreet voorbeeld Voorbeeld: het PROBE gebouw Verdieping 1 : kantoren Verdieping 0 : kantoren Verdieping -1 : archief + stookplaats Het PROBE-gebouw bestaat

Nadere informatie

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw. Meergezinswoning G-2010_316/EP15111/SV/A001/D01

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw. Meergezinswoning G-2010_316/EP15111/SV/A001/D01 Vlaamse overheid Vlaams Energieagentschap E-mail: energie@vlaanderen.be Website: www.energiesparen.be Startverklaring in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw Meergezinswoning

Nadere informatie

Meten van het elektrisch vermogen van ventilatoren

Meten van het elektrisch vermogen van ventilatoren OPTIVENT achtergrondbijlage 12 Meten van het elektrisch vermogen van ventilatoren Paul Van den Bossche Samuel Caillou Afdeling Klimaat, Installaties en Energieprestatie (CLIE) Onderzoeksgroep ventilatie

Nadere informatie

Ventilatie in woning en utiliteitsbouw

Ventilatie in woning en utiliteitsbouw Wetgeving Ventilatie in woning en utiliteitsbouw Maandag 5 december 2005 EPB informatie op maat van de aannemer Besluit Vlaamse regering 11 maart 2005 : energieprestatieregelgeving Bijlage V en VI : Het

Nadere informatie

Het ABC van de energieprestatieregelgeving

Het ABC van de energieprestatieregelgeving Het ABC van de energieprestatieregelgeving De Vlaamse overheid streeft er naar dat alle gebouwen in Vlaanderen energiezuinig én comfortabel worden. Een van de middelen om dit te realiseren, is de energieprestatieregelgeving,

Nadere informatie

HANDLEIDING REKENBLAD VENTILATIEGIDS Paul Van den Bossche

HANDLEIDING REKENBLAD VENTILATIEGIDS Paul Van den Bossche HANDLEIDING REKENBLAD VENTILATIEGIDS Paul Van den Bossche Afdeling Energie en Klimaat Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf WTCB 3 juni 2009 Inhoudstabel 1 INLEIDING...2 2 DISCLAIMER...2

Nadere informatie

Algemeen. Om een duidelijker beeld hiervan te scheppen, maken wij graag voor u een korte samenvatting. TOEVOER. vrije toevoer (A,C) maximaal [m³/h]

Algemeen. Om een duidelijker beeld hiervan te scheppen, maken wij graag voor u een korte samenvatting. TOEVOER. vrije toevoer (A,C) maximaal [m³/h] 1. Woningventilatie Algemeen 1.1.2. VENTILATIE IN DE PRAKTIJK (EPB) WETGEVING (EPB) Vanaf 1 januari 06 is de nieuwe EPB-regelgeving (Energie Prestatie en Binnenklimaat) van toepassing. Deze regelgeving

Nadere informatie

Publicaties. THERMAC-handboek. THERMAC-handboek. Inhoud. Handboek voor het verwarmen en natuurlijk koelen van THERMisch ACtieve gebouwen

Publicaties. THERMAC-handboek. THERMAC-handboek. Inhoud. Handboek voor het verwarmen en natuurlijk koelen van THERMisch ACtieve gebouwen WTCB THERMAC-handboek THERMAC-handboek V-gids ODE-folders Syllabus studiedagen Rekenbladen met workshops Raf De Herdt Publicaties Handboek voor het verwarmen en natuurlijk koelen van THERMisch ACtieve

Nadere informatie

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw Vlaamse overheid Vlaams Energieagentschap E-mail: energie@vlaanderen.be Website: www.energiesparen.be Startverklaring in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw Renovatie

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2016/31890] 21 DECEMBER 2016. Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 mei 2014 houdende uitvoering van bijlagen V, IX en X van het besluit

Nadere informatie

EPB-aangifte: hoofdformulier - Woning 1ste verdieping. EPB-aangifte. Aangifte van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw

EPB-aangifte: hoofdformulier - Woning 1ste verdieping. EPB-aangifte. Aangifte van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw EPB-aangifte: hoofdformulier - Woning 1ste verdieping VEA/EPB-A-01 Vlaamse overheid Vlaams Energieagentschap E-mail: energie@vlaanderen.be Website: www.energiesparen.be EPB-aangifte Aangifte van de energieprestatie

Nadere informatie

EPB-aangifte: hoofdformulier - Woning. EPB-aangifte. Aangifte van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw

EPB-aangifte: hoofdformulier - Woning. EPB-aangifte. Aangifte van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw EPB-aangifte: hoofdformulier - Woning Vlaamse overheid Vlaams Energieagentschap E-mail: energie@vlaanderen.be Website: www.energiesparen.be EPB-aangifte Aangifte van de energieprestatie en het binnenklimaat

Nadere informatie

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw Vlaamse overheid Vlaams Energieagentschap E-mail: energie@vlaanderen.be Website: www.energiesparen.be Startverklaring in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw Genebroekstraat

Nadere informatie

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw. Nieuwbouw - Woning G-2015_1734/EP14809/SV/A001/D02

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw. Nieuwbouw - Woning G-2015_1734/EP14809/SV/A001/D02 Vlaamse overheid Vlaams Energieagentschap E-mail: energie@vlaanderen.be Website: www.energiesparen.be Startverklaring in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw Nieuwbouw

Nadere informatie

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw Vlaamse overheid Vlaams Energieagentschap E-mail: energie@vlaanderen.be Website: www.energiesparen.be Startverklaring in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw A703 Trabucco

Nadere informatie

Voor de projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend werd van 1/01/2014 tot 31/12/2014

Voor de projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend werd van 1/01/2014 tot 31/12/2014 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen - officieus gecoördineerde versie

Nadere informatie

Ventilatieberekening. Projectnummer Project : Vrijstaande woning aan de Roswinkelermarke 15 ter Apel

Ventilatieberekening. Projectnummer Project : Vrijstaande woning aan de Roswinkelermarke 15 ter Apel Ventilatieberekening Projectnummer 16.01 18-10-2016 Project : Vrijstaande woning aan de Roswinkelermarke 15 ter Apel ventilatie Het Bouwbesluit stelt in afdeling 3.10 van het Bouwbesluit de volgende eisen

Nadere informatie

Bouwbesluit Toetsing BB 2012

Bouwbesluit Toetsing BB 2012 Projectnummer : Datum : Tekening: Versie : Opdrachtgever : Nijverheidsweg te Heemstede BG PR6304 2 juni 205 v.0 AG architecten bv d.d. 26 mei 205 gemaakt door: RDG Bouwbesluit Toetsing BB 202 ijverheidsweg

Nadere informatie

Wetgeving in stooklokalen

Wetgeving in stooklokalen Wetgeving in stooklokalen Wat wordt er verwacht van U? Welke norm is van toepassing? Waar moet of kan u op letten? Is het een nieuw stooklokaal of renovatie? Stookplaats boven 70kW volgens NBN B61-001

Nadere informatie

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw Vlaamse overheid Vlaams Energieagentschap E-mail: energie@vlaanderen.be Website: www.energiesparen.be Startverklaring in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw Ingrijpende

Nadere informatie

Bijlage VI - Bijkomende specificaties voor de meting van de luchtdichtheid van gebouwen in het kader van de EPB-regelgeving

Bijlage VI - Bijkomende specificaties voor de meting van de luchtdichtheid van gebouwen in het kader van de EPB-regelgeving Bijlage VI - Bijkomende specificaties voor de meting van de luchtdichtheid van gebouwen in het kader van de EPB-regelgeving (Bijlage VI van het Ministerieel Besluit van 2 april 2007) Inhoud 1. VOORWOORD...

Nadere informatie

Berekeningsmodel voorbeeldwoning volgens EPB-software

Berekeningsmodel voorbeeldwoning volgens EPB-software Berekeningsmodel voorbeeldwoning volgens EPB-software Inhoudsopgave 1 Algemeen Kader- Projectgegevens 2 2 Definiëren opbouwonderdelen- Bibliotheken 4 2.1 Constructiecomponenten 4 2.2 Opake constructies

Nadere informatie

MATERIAALVOORSTELLING EPB 14/01/2014

MATERIAALVOORSTELLING EPB 14/01/2014 Veldstraat 11, 8760 Meulebeke Tel. 051-48 85 48 Fax. 051-48 86 16 e-mail: info@gc-a.eu MATERIAALVOORSTELLING EPB 14/01/2014 Dossiernaam 079-13 Decock - Vanbiervliet Werfadres Eeckhoutstraat z/n, 8850 Ardooie

Nadere informatie

Praktijkrichtlijn. Ventilatiesystemen in woningen

Praktijkrichtlijn. Ventilatiesystemen in woningen Praktijkrichtlijn Ventilatiesystemen in woningen IWT project OPTIVENT Draft versie 23/07/2013 Optivent Praktijkrichtlijn Ventilatie v130723 1/59 Inhoudstabel 1. Ontwerp... 6 1.1 Systeemkeuze... 6 1.2 Vereiste

Nadere informatie

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw. woning lot G-2016_17276/EP02793/SV/A001/D02

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw. woning lot G-2016_17276/EP02793/SV/A001/D02 Vlaamse overheid Vlaams Energieagentschap E-mail: energie@vlaanderen.be Website: www.energiesparen.be Startverklaring in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw woning lot

Nadere informatie

ADVIES EPB-VERSLAGGEVING

ADVIES EPB-VERSLAGGEVING ADVIES EPB-VERSLAGGEVING ADVIES INZAKE ISOLATIE EN HYGIËNISCHE VENTILATIE VERBOUWING BOUWHEER: VAN DEN ENDE - DECROO BOUWPLAATS: KERKPLEIN 10, 2220 HEIST-OP-DEN-BERG 2 Inhoudstabel Inhoudstabel... 3 Samenvatting...

Nadere informatie

I Ventilatiesystemen principes :

I Ventilatiesystemen principes : I Ventilatiesystemen principes : Types A, B, C van ventilatie technieken: Ventilatiesysteem A : Het natuurlijke ventilatieconcept, genaamd ventilatiesysteem A, gebruikt het schoorsteenprincipe om de luchtstroming

Nadere informatie

Voor projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning is ingediend vanaf 1/1/2017

Voor projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning is ingediend vanaf 1/1/2017 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen - officieus gecoördineerde versie

Nadere informatie

NBN D50-001 en bijlage V: principes en eisen

NBN D50-001 en bijlage V: principes en eisen Ventilatievoorzieningen in residentiële gebouwen: NBN D50-001 en bijlage V: principes en eisen 1 Inhoud van de presentatie Algemene opmerkingen Basisprincipes van NBN D50-001 Basisprincipes van ventilatiesystemen

Nadere informatie

Voor projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning is ingediend vanaf 1/1/2015

Voor projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning is ingediend vanaf 1/1/2015 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen - officieus gecoördineerde versie

Nadere informatie

Voor projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning is ingediend vanaf 1/7/2017

Voor projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning is ingediend vanaf 1/7/2017 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen - officieus gecoördineerde versie

Nadere informatie

Aangifteplichtige : WoninGent. Ligging : Louis Schuermansstraat 4, Sint-Amandsberg. App 2.4 Resultaat : K-peil : geen (*) E-peil : geen (*)

Aangifteplichtige : WoninGent. Ligging : Louis Schuermansstraat 4, Sint-Amandsberg. App 2.4 Resultaat : K-peil : geen (*) E-peil : geen (*) Aangifteplichtige : WoninGent Ligging : Louis Schuermansstraat 4, Sint-Amandsberg Woord vooraf : Dit verslag (startberekening) geeft alle materialen/installaties weer die noodzakelijk zijn voor het behalen

Nadere informatie

VOORBEREKENING Datum:

VOORBEREKENING Datum: Ir. Albert Wuyts Guido Gezellelaan 8 3020 Herent Tel : 0168948 07 Gsm : 0484792501 Epb-verslaggever Energiedeskundige Erkenningsnummer EP06668 VOORBEREKENING Datum: 31-01-2013 Desmedt Renting Waalsestraat

Nadere informatie

Uw ventilatiesysteem: Vraaggestuurde ventilatie met natuurlijke toevoer, mechanische afvoer;

Uw ventilatiesysteem: Vraaggestuurde ventilatie met natuurlijke toevoer, mechanische afvoer; Uw ventilatiesysteem: Vraaggestuurde ventilatie met natuurlijke toevoer, mechanische afvoer; Onderhoud / storing Belangrijk: Reinig de (toevoer)roosters in de gevel en de afvoerventielen minimaal 1x per

Nadere informatie

INFOFICHES EPB-BOUWBEROEPEN ZONWERINGEN

INFOFICHES EPB-BOUWBEROEPEN ZONWERINGEN INFOFICHES EPB-BOUWBEROEPEN ZONWERINGEN Inleiding De gewestelijke EPB-regelgevingen houden rekening met het energieverbruik voor koeling. Bovendien nemen de geldende regelgevingen voor nieuwe woningen

Nadere informatie

SYNTHESENOTA EPB Overzicht met betrekking tot EPB-regelgeving

SYNTHESENOTA EPB Overzicht met betrekking tot EPB-regelgeving SYNTHESENOTA EPB Overzicht met betrekking tot EPB-regelgeving VOORWERP BOUWPLAATS BOUWHEER ARCHITECT STUDIEBUREAU Renovatie van een eengezinswoning Sint Jozefstraat 69, 8301 Knokke-Heist T Heist Best cvba

Nadere informatie

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw. woning G-2015_16349/EP11928/SV/O180/D17

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw. woning G-2015_16349/EP11928/SV/O180/D17 Vlaamse overheid Vlaams Energieagentschap E-mail: energie@vlaanderen.be Website: www.energiesparen.be Startverklaring in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw woning 15

Nadere informatie

Condensatie op mijn ramen

Condensatie op mijn ramen 1-5 De vorming van condensatie op je ramen is niet altijd te wijten aan een fout aan je ramen, het kan het gevolg zijn van een natuurlijk fenomeen. Hoe ontstaat condensatie? Lucht kan, volgens zijn temperatuur,

Nadere informatie

Uw ventilatiesysteem: natuurlijke toevoer, mechanische afvoer

Uw ventilatiesysteem: natuurlijke toevoer, mechanische afvoer Uw ventilatiesysteem: natuurlijke toevoer, mechanische afvoer Onderhoud / storing Belangrijk: Reinig de (toevoer)roosters in de gevel en de afvoerventielen minimaal 1x per jaar of zoveel vaker als nodig

Nadere informatie

Gastoestellen: De problematiek van de gemeenschappelijke rookgasafvoer. Ing. Wouter VAN AKEN

Gastoestellen: De problematiek van de gemeenschappelijke rookgasafvoer. Ing. Wouter VAN AKEN Gastoestellen: De problematiek van de gemeenschappelijke rookgasafvoer. Ing. Wouter VAN AKEN Beter rendement verplicht? Nieuw toestel Na 26 september 2015 Ruimteverwarming en warm water (en WKK) Energy

Nadere informatie

Firma.. Functie... Adres... Telefoon. GSM..

Firma.. Functie... Adres... Telefoon. GSM.. Hiermee geef ik TEPTEC de opdracht om de warmteverliezen te berekenen van het hierna omschreven gebouw. De berekening is volgens de norm NBN EN 12831. De informatie in de bijlage heb ik gelezen. Uw gegevens

Nadere informatie

Projectgegevens. Inhoudsopgave. Bruikbaarheid oppervlaktestaat gbo / vg / vr NEN 2580 aantal personen toiletruimte toegankelijkheidssector

Projectgegevens. Inhoudsopgave. Bruikbaarheid oppervlaktestaat gbo / vg / vr NEN 2580 aantal personen toiletruimte toegankelijkheidssector Projectgegevens Projectnaam : Zoet of Zout Haringvliet te Stellingdam Projectnummer : PR7529 Datum : 20 april 2016 Tekening : BA-10, 11 en 20 d.d. 12 april 2016 Versie : 1.0 Opdrachtgever : HDK architecten

Nadere informatie

Methode voor de berekening van de ontwerpwarmtebelasting

Methode voor de berekening van de ontwerpwarmtebelasting Methode voor de berekening van de ontwerpwarmtebelasting NBN EN 12831:2003 prnbn EN 12831 ANB Christophe Delmotte, Ir Laboratorium Prestatiemetingen Technische Installaties WTCB - Wetenschappelijk en Technisch

Nadere informatie

Zone 1. Zone 2. ruimten waarin een open ketel mag opgesteld worden

Zone 1. Zone 2. ruimten waarin een open ketel mag opgesteld worden Opstellingsruimte van een stookketel met open verbrandingskring Ketels die vandaag op de markt komen hebben een gesloten verbrandingskring. Toch zijn er nog heel wat open ketels in gebruik. Heeft je klant

Nadere informatie

Verwarming en ventilatie

Verwarming en ventilatie Verwarming en ventilatie Gebouwen met hoge energieprestaties Mei 2013 Christophe Delmotte, Ir Laboratorium Luchtkwaliteit en ventilatie WTCB Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf Bladzijde

Nadere informatie

Ventilatievoorzieningen voor een meterruimte in een woning

Ventilatievoorzieningen voor een meterruimte in een woning Ventilatievoorzieningen voor een meterruimte in een woning Probleem Aan de hand van het Bouwbesluit vaststellen welke eisen er gelden voor de ventilatiecapaciteit die is vereist voor een meterruimte in

Nadere informatie

Herformulering van het toepassingsdomein van de certificering van wooneenheden.

Herformulering van het toepassingsdomein van de certificering van wooneenheden. Wijzigingen aan het protocol voor EPB-certificering van wooneenheden versie 2.2-oktober Dit document bevat de lijst met wijzigingen, correcties en toevoegingen die werden aangebracht aan versie 1.1 van

Nadere informatie

Speciale aandachtspunten

Speciale aandachtspunten Ventilatievoorzieningen in residentiële gebouwen: Speciale aandachtspunten 1 Inhoud van de presentatie Wat is een "aanbeveling"? Luchtdichtheid van gebouwen Intensieve ventilatie Vertikale kanalen en uitmondingen

Nadere informatie

GASINSTALLATIES EN GASVERBRANDINGSTOESTELLEN (procescertificaat)

GASINSTALLATIES EN GASVERBRANDINGSTOESTELLEN (procescertificaat) GASINSTALLATIES EN GASVERBRANDINGSTOESTELLEN (procescertificaat) BRL 6000 Ontwerpen, installeren en beheren van installaties Deel 00 Algemeen deel (2005-11) Deel 04 Ontwerpen en installeren van gasinstallaties

Nadere informatie

Weergave van het rapport Weergavevolgorde van het rapport Resultaten alle EPB-eenheden per eis Weergegeven EPB-eenheden in het rapport Gebouw "Woning"

Weergave van het rapport Weergavevolgorde van het rapport Resultaten alle EPB-eenheden per eis Weergegeven EPB-eenheden in het rapport Gebouw Woning Energieprestatie en binnenklimaat van gebouwen EPB-Rapport Administratieve gegevens van het project van het project Marc Janssens Rilaar Straat Diestsesteenweg Nummer Gemeente Referentie kadaster Aarschot

Nadere informatie

Voor de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning ingediend van 1/7/2011 tot 31/12/2013

Voor de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning ingediend van 1/7/2011 tot 31/12/2013 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen - officieus gecoördineerde versie

Nadere informatie

EPB-aangifte: hoofdformulier - Appartement 201. EPB-aangifte. Aangifte van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw

EPB-aangifte: hoofdformulier - Appartement 201. EPB-aangifte. Aangifte van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw EPB-aangifte: hoofdformulier - Appartement 201 VEA/EPB-A-01 Vlaamse overheid Vlaams Energieagentschap E-mail: energie@vlaanderen.be Website: www.energiesparen.be EPB-aangifte Aangifte van de energieprestatie

Nadere informatie

Tussentijds rapport Energieprestatie en binnenklimaat van gebouwen Tussentijds rapport Gegenereerd door de EPB-software v9.0.2 op 16/07/18 10:50 Pagin

Tussentijds rapport Energieprestatie en binnenklimaat van gebouwen Tussentijds rapport Gegenereerd door de EPB-software v9.0.2 op 16/07/18 10:50 Pagin Energieprestatie en binnenklimaat van gebouwen Gegenereerd door de EPB-software v9.0.2 op 16/07/18 10:50 Pagina 1 ADMINISTRATIEVE GEGEVENS Stedenbouwkundige vergunning Nummer / Datum Van 01/01/2015 tot

Nadere informatie

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw. Res Yachting Spirit G-3493/2012/EP05127/SV/A001/D01

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw. Res Yachting Spirit G-3493/2012/EP05127/SV/A001/D01 Vlaamse overheid Vlaams Energieagentschap E-mail: energie@vlaanderen.be Website: www.energiesparen.be Startverklaring in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw Res Yachting

Nadere informatie

Inhoud. 2. Ventileren. Waarom ventileren? Doel en middel GEBOUWSCHIL VENTILATIE. Dialoog vzw. Energiezorg in scholen en centra Voorjaar 2009

Inhoud. 2. Ventileren. Waarom ventileren? Doel en middel GEBOUWSCHIL VENTILATIE. Dialoog vzw. Energiezorg in scholen en centra Voorjaar 2009 Dialoog vzw Inhoud Ventileren principes soorten ventilatiesystemen ventileren in de praktijk GEBOUWSCHIL VENTILATIE Energiezorg voor scholen en centra EVELIEN W ILLAERT, ARCHITECT DOMINIC VAN CLÉ, ARCHITECT

Nadere informatie

Notitie Luchtverversing

Notitie Luchtverversing Notitie Luchtverversing volgens de NEN 1087 en Bouwbesluit 2012 onderdeel: Ventilatiebalans berekening Project: Nieuwbouw 3 geschakelde villa's aan de Nedereindseweg te Nieuwegein opdrachtgever : Kwakkenbos

Nadere informatie

Hulpenergie in de EPW

Hulpenergie in de EPW VEA 1 Module 3.5 Hulpenergie in de EPW Versie 2.0 1 Hoofdstukkenoverzicht EPW 8 Controle oververhitting 10.5 Verbruik voor koeling 7.7 Transmissieverliezen 7.8 Ventilatie verliezen 7.9 Interne winsten

Nadere informatie

Ventilatieberekening. Projectnummer 1718 Datum: Vrijstaande woning Bos, Teugel kavel 36 Barger Compascuum

Ventilatieberekening. Projectnummer 1718 Datum: Vrijstaande woning Bos, Teugel kavel 36 Barger Compascuum Ventilatieberekening Projectnummer 1718 Datum: 14-12-2017 Project : Vrijstaande woning Bos, Teugel kavel 36 Barger Compascuum ventilatie Het Bouwbesluit stelt in afdeling 3.10 van het Bouwbesluit de volgende

Nadere informatie

dossiernummer datum 09024745 O J 19/10/2009

dossiernummer datum 09024745 O J 19/10/2009 dossiernummer datum 09024745 O J 19/10/2009 Betreft: EPB-verslaggeving bouwen van garages en appartementsgebouw "Residentie Carolus"-Bossuyt NV- Burgemeester Vandenbogaerdelaan 46-8870 Izegem Telefoonnummer

Nadere informatie

Methode voor de berekening van de ontwerpwarmtebelasting

Methode voor de berekening van de ontwerpwarmtebelasting Methode voor de berekening van de ontwerpwarmtebelasting NBN EN 12831:2003 prnbn EN 12831 ANB Christophe Delmotte, Ir Laboratorium Prestatiemetingen Technische Installaties WTCB - Wetenschappelijk en Technisch

Nadere informatie

Opleiding Ventilatieverslaggever

Opleiding Ventilatieverslaggever 2016 www.sbmopleidingen.be PROGRAMMA : WETTELIJK KADER WAAROM LUCHTDEBIETEN METEN HOE LUCHTDEBIETEN METEN PRAKTISCHE OEFENING WETTELIJK KADER : IN PRINCIPE IS EEN STS EEN NORMATIEF DOCUMENT, AANGEZIEN

Nadere informatie

VRAAG: Komt de keuken, gelegen buiten de woning in aanmerking bij de berekening van de opp. en de bepaling van het aantal woonlokalen?

VRAAG: Komt de keuken, gelegen buiten de woning in aanmerking bij de berekening van de opp. en de bepaling van het aantal woonlokalen? THEMA: BEZETTINGSNORM EN OPPERVLAKTE BEZETTINGSNORM VRAAG: Komt de keuken, gelegen buiten de woning in aanmerking bij de berekening van de opp. en de bepaling van het aantal woonlokalen? Conclusie T.O.

Nadere informatie

Inhoud. Regelgeving. J.E. StorkAir. Jerôme Corba Adviseur woningbouw. - Regelgeving. - Bouwbesluit berekening / installatie ontwerp - EPC.

Inhoud. Regelgeving. J.E. StorkAir. Jerôme Corba Adviseur woningbouw. - Regelgeving. - Bouwbesluit berekening / installatie ontwerp - EPC. J.E. StorkAir Jerôme Corba Adviseur woningbouw Inhoud - Regelgeving - Bouwbesluit berekening / installatie ontwerp - EPC - Bestekken Regelgeving - Wat is het Bouwbesluit - Wanneer dien je aan het Bouwbesluit

Nadere informatie

Ventileren en verluchten. Woon gezond, geef lucht aan je huis! Ventileer 24 uur op 24 en verlucht aanvullend Tips voor gezonde binnenlucht

Ventileren en verluchten. Woon gezond, geef lucht aan je huis! Ventileer 24 uur op 24 en verlucht aanvullend Tips voor gezonde binnenlucht Ventileren en verluchten Woon gezond, geef lucht aan je huis! Ventileer 24 uur op 24 en verlucht aanvullend Tips voor gezonde binnenlucht 1 Waarom ventileren en verluchten? Binnen is de lucht meestal slechter

Nadere informatie

Rudy Ballegeer Business Manager Installatie. 0470/

Rudy Ballegeer Business Manager Installatie. 0470/ Rudy Ballegeer Business Manager Installatie rudy.ballegeer@duco.eu 0470/13 60 01 1 2 Twee afvoerventilatoren DucoBox Silent De stilste box van Europa! - Centrale afvoer - Budgetvriendelijk - Design Ruimtesensoren

Nadere informatie

Bouwbesluit Toetsing BB 2012

Bouwbesluit Toetsing BB 2012 BEM1403081 gemeente Steenbergen Projectnaam : Projectnummer : PKE RDG PR5244 Datum : TGK NGW 6 juni 2014 Tekening: DO-100 en 200 d.d. 6 juni 2014 Versie : v 1.0 Opdrachtgever : 8 woningen Buiten de Veste

Nadere informatie

Hulpenergie in de EPW

Hulpenergie in de EPW Module 3.5 Hulpenergie in de EPW Versie 2.0 1 Hoofdstukkenoverzicht EPW 8 Controle oververhitting 10.5 Verbruik voor koeling 7.7 Transmissieverliezen 7.8 Ventilatie verliezen 7.9 Interne winsten 7.10 Zonnewinsten

Nadere informatie

Luchtdichtheidstest. Nieuwbouw MEETVERSLAG. Certify+ Terweststraat 93G. 9180Moerbeke-Waas.

Luchtdichtheidstest. Nieuwbouw MEETVERSLAG. Certify+ Terweststraat 93G. 9180Moerbeke-Waas. Luchtdichtheidstest Nieuwbouw MEETVERSLAG Terweststraat 93G 0478 67 92 46 Datum van de controle Meter Referentie van het rapport 19/05/2018 Jovany David Pagina 1 van 14 Inhoudsopgave 1. Gegevens over de

Nadere informatie

Zo kiest u het juiste ventilatiesysteem

Zo kiest u het juiste ventilatiesysteem bouwmaterialen Zo kiest u het juiste ventilatiesysteem Productoverzicht Stappenplan installatie Keuzehulp Waarom ventileren? Wij brengen ongeveer 90% van ons leven door in gesloten ruimtes, waarvan ongeveer

Nadere informatie

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw

Startverklaring. in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw Vlaamse overheid Vlaams Energieagentschap E-mail: energie@vlaanderen.be Website: www.energiesparen.be Startverklaring in het kader van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw Nieuwbouw

Nadere informatie

Op weg naar bijna energieneutrale gebouwen, met gezonde ventilatie

Op weg naar bijna energieneutrale gebouwen, met gezonde ventilatie Op weg naar bijna energieneutrale gebouwen, met gezonde ventilatie Themabijeenkomst De Nieuwe Standaard In Ventileren ing. G.A. (Gerton) Starink Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. 22-5-2015 2 1 Op weg

Nadere informatie

Werkgroepdocument A. Ventilatievoorontwerp (VVO)

Werkgroepdocument A. Ventilatievoorontwerp (VVO) Werkgroepdocument A Ventilatievoorontwerp (VVO) Aanvulling op STS-P 73-1: Systemen voor basisventilatie in residentiële toepassingen 9 februari 2017 Inhoudstabel 1 INLEIDING... 2 2 ALGEMEEN... 2 3 OVERZICHT

Nadere informatie

OPDELING VAN DE VERWARMINGSINSTALLATIES: VOORBEELDEN

OPDELING VAN DE VERWARMINGSINSTALLATIES: VOORBEELDEN OPDELING VAN DE VERWARMINGSINSTALLATIES: VOORBEELDEN In een wooneenheid kunnen verschillende verwarmingsinstallaties voorkomen. Aan de hand van een stappenplan wordt het beschermde volume van de wooneenheid

Nadere informatie

Verzeker jezelf van een goede oplevering.

Verzeker jezelf van een goede oplevering. Verzeker jezelf van een goede oplevering. Bestel de juiste luchtgroep en de inregeling van de volledige installatie bij AirX. AirX regelt volledige ventilatie installaties in, om ervoor te zorgen dat er

Nadere informatie