MNP, postbus 303, 3720 AH Bilthoven, telefoon ;

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MNP, postbus 303, 3720 AH Bilthoven, telefoon ;"

Transcriptie

1 Rapport /2005 Werkprogramma 2006 Contact: G.J. (Gert) Eggink Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) MNP, postbus 303, 3720 AH Bilthoven, telefoon ;

2 Milieu- en Natuurplanbureau pag. 2 van 32 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Missie en strategie Missie Strategie 4 3 Thema s en programma s Nationale milieubeleidsevaluatie en duurzaamheid (NMD) Natuur, landschap en biodiversiteit (NLB) Klimaat en mondiale duurzaamheid (KMD) Luchtkwaliteit en Europese duurzaamheid (LED) Ruimte, infrastructuur en mobiliteit (RIM) Landbouw en duurzaamheid landelijk gebied (LDL) Leefomgevingskwaliteit (LOK) Informatievoorziening en Methodologie (IMP) Eigen onderzoek 27 4 Financiering werkprogramma 31 BIJLAGE PRODUCTEN

3 Milieu- en Natuurplanbureau pag. 3 van 32 1 Inleiding Het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) is naast het Centraal Planbureau (CPB), het Sociaal Cultureel planbureau (CPB) en het Ruimtelijk Planbureau (RPB), één van de vier planbureaus waarover ons land beschikt, en draagt met zijn publicaties bij aan de kwaliteit van de besluitvorming in beleid en politiek. Gezamenlijk dragen de planbureaus er zorg voor dat beleidsevaluaties van en verkenningen over de drie bestaanskwaliteiten (ecologie, economie en sociaal-cultureel) en de ruimtelijke aspecten daarvan integraal in de besluitvorming kunnen worden betrokken. De kwaliteit van de besluitvorming is gebaat bij het zichtbaar houden van de verschillende wetenschappelijke visies binnen de genoemde bestaanskwaliteiten. Het MNP wil deze verschillende wetenschappelijke inzichten in een netwerk van samenwerkende universiteiten en instituten op transparante wijze zichtbaar maken en in de beleidsadvisering door laten klinken. Het MNP werkt in 2006 primair in opdracht van de minister van VROM en de minister van LNV. Het MNP voert eigen strategisch onderzoek uit en diverse projecten in opdracht van derden (EU, DGIS, en internationale instellingen). Het MNP streeft naar verbreding van het opdrachtgeverschap, zowel richting andere ministeries (Verkeer en Waterstaat, Economische Zaken, Buitenlandse Zaken/Ontwikkelingssamenwerking) als naar andere schaalniveaus (Europese Unie, Verenigde Naties, UNEP). Ook werkt het MNP doorlopend aan verbreding en verdieping van de netwerkstructuur. De verdere uitwerking van de interactie met beleid en politiek is permanent aandachtspunt en zal verder worden versterkt (contacten met de vaste kamercommissies en dergelijke). Voor de continuïteit van MNP als onafhankelijk planbureau, is het noodzakelijk dat het kan beschikken over zelfstandig in te vullen onderzoekscapaciteit. Dit eigen onderzoek (voorheen het Strategisch onderzoek, SOR) maakt deel uit van het werkprogramma Met het eigen onderzoek van het MNP wordt een verbinding gezocht met aspecten van kwaliteit van leven, de rol van natuur in waardenoriëntaties van burgers, het draagvlak voor maatregelen en op het gebied van de interactie tussen natuur en de voedsel- en energievoorziening (zie paragraaf 3.9). Het eigen onderzoek moet er ook in voorzien dat het kennisniveau rond de beleidsrelevante dossiers op peil blijft. De hiervoor beschikbare capaciteit wordt ingezet om: nieuwe methoden en technieken voor beleidsanalyse te ontwikkelen, waarmee toekomstige vragen beantwoord kunnen worden, het kritisch vermogen ten aanzien van de aan het milieubeleid ten grondslag liggende theorieën en hypothesen (zoals die door het MNP gebruikt worden) te vergroten, zich te profileren in de wetenschappelijke wereld op de kern van het werkterrein. Vanuit het budget strategisch onderzoek kan cofinanciering voor EU-projecten worden aangeboden en de netwerkstrategie worden uitgevoerd, mits de onderwerpen passen binnen de speerpunten van het strategisch onderzoek. In het werkprogramma zijn middelen gereserveerd voor tussentijdse/onvoorziene beleidsevaluaties en de beantwoording van ad-hocvragen. De omvang van dit flexibele deel bedraagt 10-20% van de totale capaciteit. Het MNP wordt per 1 januari 2006 verzelfstandigd van het RIVM en ondergebracht bij VROM. De formele juridische afhandeling en de volledige aansluiting bij de VROM-organisatie zal in 2006 worden afgerond. In 2006 zal ook de verdere integratie van de Expertisegroep Wageningen van de unit Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu (WOT N&M) worden vormgegeven.

4 Milieu- en Natuurplanbureau pag. 4 van 32 2 Missie en strategie 2.1 Missie De missie van het MNP is als volgt geformuleerd: Het Milieu- en Natuurplanbureau ondersteunt vanuit het ecologisch perspectief de politieke en maatschappelijke afweging tussen economische, ecologische, ruimtelijke en sociaal-culturele kwaliteiten van de samenleving. Daartoe ontplooit het MNP als onafhankelijk planbureau op hoofdlijnen de volgende activiteiten: Het in beeld brengen van de actuele kwaliteit van de fysieke leefomgeving en het evalueren van autonome ontwikkelingen en het gevoerde beleid (diagnose, ex post evaluaties) Het verkennen van de toekomstige kwaliteit van de fysieke leefomgeving en het evalueren van autonome ontwikkelingen, voorgenomen beleid en mogelijke beleidsopties (verkennen, ex ante evaluaties) Het gevraagd en ongevraagd uitbrengen van evaluaties en adviezen ter ondersteuning van beleidsprocessen, op de juiste momenten en plaatsen, en in de juiste context (ad-hoc advisering) 2.2 Strategie Richten op duurzame ontwikkeling Het verkennen van mogelijkheden om duurzame ontwikkeling vanuit een leefomgevings- en ecologisch perspectief te beoordelen en te bevorderen wordt een belangrijke activiteit van het MNP. Het begrip duurzame ontwikkeling is geoperationaliseerd als een evenwichtige ontwikkeling van de economische, de ecologische en de sociaal-culturele kwaliteit (de drie P s voor Profit, People en Planet). De samenhang tussen het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, het bestrijden van armoede en de kwaliteit van leven neemt mondiaal een centrale plaats in. In ons land speelt vooral de vraag waar de belangrijkste bronnen van onduurzaamheid liggen, wat daaraan gedaan kan worden en hoe dit kan worden ingevuld bij internationale verplichtingen. Op de diverse schaalniveaus zullen de Millennium Development Goals (mondiaal), Lissabon Strategie (Europees) en het Actie Programma Duurzame Ontwikkeling (nationaal) richtinggevend zijn voor de duurzaamheidactiviteiten. Verbreding naar internationale beleidsprocessen Grote delen van de beleidsontwikkeling vinden steeds meer in een internationale context plaats. Het MNP ondersteunt zijn opdrachtgevers bij de internationale beleidsprocessen én ondersteunt de beleidsontwikkeling van internationale instituties voor zover dit in het nationale belang is. Het MNP richt zich niet op bilaterale ondersteuning van andere landen (zie figuur 1). Uitgangspunt is dat nationale beleidsevaluaties zoveel mogelijk in internationale context worden beschouwd. De Europese Unie speelt een prominente rol in de vormgeving van het nationale milieu- en natuurbeleid. Het MNP speelt hierop in door deel te nemen in de activiteiten van het Europese Milieu Agentschap en in de wetenschappelijke onderbouwing van de voorbereiding en uitvoering van regelgeving. Vergelijking van de wijze waarop ons land en andere lidstaten regelgeving uitvoeren moet licht werpen op de efficiëntie en effectiviteit van onze implementatie van deze regelgeving. Naast de EU is ook de VN van belang voor milieu- en natuurbeleid. Het MNP is betrokken bij de wetenschappelijke onderbouwing van ondermeer het klimaatverdrag en het biodiversiteitsverdrag. Daarnaast is het MNP betrokken bij integrale ecologische- en duurzaamheid gerichte rapportages door vooral UNEP.

5 Milieu- en Natuurplanbureau pag. 5 van 32 Verbinding tussen nationale en internationale activiteiten MNP Internationale onderzoek programma s Internationale assessments Internationaal beleid D C B MNP R&D MNP assessments A Nationaal beleid = MNP activiteit = informatiestroom A. ondersteunen van de besluitvorming door de Nederlandse overheid in zaken waar internationale beleidsprocessen invloed hebben of waar het de Nederlandse inzet in internationale beleidsprocessen betreft; dit is de kerntaak van het MNP zoals wettelijk vastgelegd; B. het ondersteunen van besluitvorming door internationale beleidsorganen zoals de Europese Commissie, internationale verdragen of VN-organen; C. het leveren van bijdragen aan internationale wetenschappelijke assessments die op hun beurt het internationale en nationale beleidsproces ondersteunen; D. het participeren in internationale gefinancierde onderzoeksprogramma s die in het verlengde van het eigen strategisch onderzoek. Figuur 1. De verbinding tussen nationale en internationale activiteiten van het MNP. Verbreding en verdieping netwerkstructuur Het planbureau werkt doorlopend aan verbreding en verdieping van de netwerkstructuur. Het planbureau komt in een geformaliseerd netwerk van meest deskundige instellingen, tot eenduidige beleidsadviezen. De samenwerking in het netwerk zal een goede zakelijke basis moeten hebben. De middelen hiervoor worden verkregen door minder zelf te doen als planbureau. Onder meer langs deze weg is een sterke uitwisseling en dus inbreng van medewerkers mogelijk. Het betrekken van andere instellingen vergroot het draagvlak voor de resultaten, benadrukt de onafhankelijkheid en bevordert de transparantie voor alle betrokkenen. Bovendien is hiermee de best beschikbare kennis toepasbaar voor het planbureau. Ook de interactie met maatchappij, beleid en politiek zal worden versterkt middels het oprichten van een Raad van Advies MNP, contacten met de vaste kamercommissies en dergelijke. Modernisering modelinstrumentarium In de opbouw naar een informatie-infrastructuur is voor de modellen gekozen voor een drielagensysteem: duurzaamheidscanners, themamodellen en detailmodellen. Dit systeem geeft verdere invulling aan het werken met een aantal onderling samenhangende abstractielagen van modellen. Vooral in de strategische fase van de beleidscyclus, groeit de behoefte aan een sterk vereenvoudigde modelmatige weergave van de werkelijkheid, waarin de drie dimensies van duurzaamheid (economie, ecologie, sociale verdeling) dynamisch in hoofdlijnen met elkaar in verband worden gebracht (laag 1). Aan de ontwikkeling van deze duurzaamheidscanners wordt prioriteit gegeven. Bij de verdere uitwerking hiervan blijkt steeds weer de noodzaak van meer gedetailleerde, ruimtelijke, thematische en sectorale informatie (laag 2). Hiertoe worden door het MNP integrale modelketens, beslissingsondersteunende systemen en andere koppelingen van instrumenten (modellen en data) gerealiseerd. Dit middenrif van het drie-lagensysteem steunt op een basislaag met zowel technische als inhoudelijk op elkaar af te stemmen, landsdekkende aspectmodellen (voor milieucompartimenten en doelgroepen) in laag 3. De toepassing van deze basislaag wordt gereduceerd tot een kernset van gedetailleerde modellen en bijbehorende gegevensbestanden die voor het planbureau absoluut vereist zijn. Het beheer, onderhoud en ontwikkeling van deze modellen wordt door externe instituten verricht, waarbij het MNP de mogelijkheid behoudt deze modellen toe te passen en de resultaten te interpreteren. Deze modellen worden ondergebracht bij het instituut met de grootste inhoudelijk expertise.

6 Milieu- en Natuurplanbureau pag. 6 van 32 Monitoring Monitoring vindt niet binnen het MNP plaats. Monitoringsactiviteiten worden (deels) uitbesteed bij RIVM-MEV (lokale leefomgeving, mest en ammoniak), of vinden plaats onder regie en coördinatie van het MNP bij andere instanties (bijvoorbeeld biodiversiteit bij NEM). Daarnaast is het planbureau voor haar werkzaamheden sterk afhankelijk van monitoringgegevens die door tal van overheidsinstellingen (waaronder het CBS en RIVM-MEV) worden verzameld zonder (directe) aansturing door het MNP. Gezien deze afhankelijkheid wordt gewerkt aan een systeem van kennisregie en metamonitoring. Het MNP heeft instemmingsrecht bij wijzigingen in de monitoringstrategie van de primaire opdrachtgevers en de uitvoering van de wettelijk verplichte monitoring. Tevens is het MNP deelnemer van stuurgroepen op het terrein van monitoring. Aanvullende scanning & scoutingmonitoring die het MNP nodig heeft voor de uitvoering van de wettelijk verplichte producten zoals de Milieubalans en Natuurverkenning zijn onderdeel van het programma van het MNP. Het MNP bepaalt zelf de onderwerpen en de methodiek. De daadwerkelijke monitoring wordt uitgevoerd door anderen.

7 Milieu- en Natuurplanbureau pag. 7 van 32 3 Thema s en programma s Het MNP is georganiseerd in teams die bepaalde (clusters van) beleidsprocessen onder de loep nemen. Rekening houdend met de prioriteiten en posterioriteiten, volgt in dit hoofdstuk een beschrijving van de activiteiten binnen deze thema s. In de bijlagen wordt de planning van de te leveren producten gegeven. 3.1 Nationale milieubeleidsevaluatie en duurzaamheid (NMD) Om effectief milieubeleid te kunnen ontwikkelen, het gevoerde beleid te handhaven of bij te sturen, hebben beleidsmakers informatie nodig over de huidige staat van het milieu en de verwachte ontwikkelingen. Het team NMD levert deze informatie. Zo zorgt NMD ervoor dat de wettelijke vastgelegde producten als de jaarlijkse Milieubalans en de periodieke milieuverkenning tijdig beschikbaar komen voor beleid en politiek. De activiteiten van NMD zijn ondergebracht in drie programmalijnen: Wettelijke producten Beleidsevaluatie Gedrag en Economie Wettelijke producten Het Milieu- en Natuurplanbureau levert op grond van de Wet Milieubeheer jaarlijks een Milieubalans en periodiek Verkenningen waarin de veranderingen in het milieu worden aangeven en de invloed van het beleid daarop. Balansen en Verkenningen bouwen voort op wetenschappelijke inzichten die bereikt worden in andere programma s. De Milieubalans evalueert jaarlijks op basis van de Wet Milieubeheer het gevoerde (milieu)beleid. Het rapport verschijnt in mei 2006 en dient ter ondersteuning van het VBTB -proces: de jaarlijkse beleidsverantwoording aan de Tweede Kamer op de derde woensdag van mei. De Milieubalans maakt onder andere gebruik van de nieuwste gegevens van de emissieregistratie, de meest recente milieukwaliteitsmetingen en (separaat) uitgevoerde evaluatiestudies voor specifieke beleidsdossiers. Binnen het MNP worden de methodieken voor beleidsevaluatie verder afgestemd via een daarvoor in het leven geroepen platform (onderdeel van het programma Beleidsevaluatie ). Samen met CPB en RPB zal in het voorjaar van 2006 een verkenning Welvaart en leefomgeving (WLO) uitkomen over de mogelijke ontwikkelingen tot 2040 op het gebied van economie, wonen, werken, verkeer, milieu en natuur. De toekomstbeelden zijn beleidsarm ingevuld en bedoeld om het zoeken naar robuuste beleidsopties te ondersteunen en daarvoor maatschappelijke kostenbatenanalyses uit te voeren. Staatssecretaris Van Geel heeft aangekondigd in het voorjaar van 2006 een interdepartementale Toekomstagenda Milieu te zullen uitbrengen. Het MNP zal ter ondersteuning daarvan tegelijkertijd de Milieuverkenning (MV6) uitbrengen. Hierin worden de beleidsopgaven gekwantificeerd, en worden de effectiviteit en kosten van verschillende denkbare oplossingrichtingen verkend. De in de Toekomstagenda Milieu gepresenteerde oplossingrichtingen worden hierin ook op hun effecten beoordeeld. De beleidsopgave wordt gebaseerd op de genoemde verkenning WLO. De WLO-scenario s vormen de basis voor de Milieuverkenning 6 en de ondersteuning van de Toekomstagenda Milieu in het kabinet. In 2004 heeft het MNP de eerste Duurzaamheidsverkenning uitgebracht onder de titel Kwaliteit en Toekomst. Op verzoek van het kabinet zal een tweede duurzaamheidsverkenning (DV2) worden uitgebracht. Deze dient als input voor maatschappelijk debat over duurzaamheid ofwel ter ondersteuning van het proces van maatschappelijke doelbepaling. Belangrijke kabinetsvragen voor de DV2 zijn:

8 Milieu- en Natuurplanbureau pag. 8 van 32 Analyse van enkele grote duurzaamheidsvragen vanuit een integraal perspectief Via backcasting komen tot handelingsstrategieën voor de overheid Aandacht voor wisselwerking tussen de grote duurzaamheidsvraagstukken Nadere uitwerking en wetenschappelijke verankering van de DV-methodiek Kritische blik op de DV indicatorenset en deze zonodig aanvullen en bijstellen Het kabinet heeft aangegeven dat de DV2 een product moet zijn van de gezamenlijke planbureaus, dat iedere twee jaar moet worden uitgebracht. De planbureaus zijn verantwoordelijk voor de selectie van de te behandelen onderwerpen. Vanuit het kabinet zijn biodiversiteit, water, vergrijzing, migratie, en toerisme aangedragen als mogelijke onderwerpen om uit te werken. MNP voert de regie en aansturing van de Nederlandse Emissieregistratie. Jaarlijks stelt het MNP ten behoeve van de Tweede Kamer (VBTB) onder andere een elektronisch Emissiejaarverslag op. Daarnaast worden de resultaten ingebracht in de Milieubalans en levert het rapportages aan verschillende beleidsdirecties. De rapportages vormen eveneens de basis voor diverse internationale rapportages, waaronder Kyoto en EU Monitoring Mechanisme (broeikasgassen), UN/ECE Aarhus Convention, Montreal Protocol (ozonaantastende stoffen), EU Large Combustion Plants Directive, en Integrated Pollution Prevention Control Directive (het Europese Emissieregistratiesysteem waarvoor Nederland gegevens moet leveren, zijnde EPER). Producten 2006: Milieubalans 2006 Gezamenlijke planbureauverkenning Welvaart en Leefomgeving Milieuverkenning 6 Duurzaamheidsverkenning 2 Elektronisch Emissiejaarverslag Internationale emissierapportages broeikasgassen en emissies die relevant zijn voor grootschalige luchtverontreiniging (NIR2006) Beleidsevaluatie In 2005 is gestart met het ontwikkelen van een (kwantitatieve) methodiek voor de evaluatie van het transitiebeleid, één van de pijlers van het NMP4. De activiteiten in 2006 richten zich op de toepassing van de opgestelde methode op enkele onderdelen van de lopende transitietrajecten. Het gaat daarbij over beleid dat is gericht op ingrijpende systeemverandering op de lange termijn. Voor de energietransitie zal de beoordeling van de integrale effecten van de systeemoptie worden ondersteund met berekeningen met het model CAM/DIMITRI, een input/outputmodel waarmee de effecten van verschuivingen in de sectorstructuur van de Nederlandse economie kunnen worden aangegeven en geanalyseerd. Producten 2006: Evaluatie transitiebeleid NMP4 Gedrag en Economie Onderzoek in dit programma richt zich op de effecten van veranderingen in het consumptiepatroon, technologische veranderingen (technologische kennis komt uit het interne en externe netwerk), import- en exportverschuivingen, economische structuur en kosteneffectiviteit van milieubeleid. Voor dit onderzoek wordt CAM/DIMITRI gebruikt. Daarnaast zal het programma de aansturing op zich nemen van de uitbestedingen ten behoeve van milieukostenoverzichten. In samenwerking met het programma Beleidsevaluatie, zal in 2006 worden onderzocht hoe de overheid milieu-innovaties het best kan stimuleren. Het gaat hierbij om het concretiseren van inzichten uit de evolutionaire economie en het transitiedenken voor de evaluatie van het innovatiebeleid en voor het modelleren van technologische ontwikkeling (eventueel) in het CAM/DIMITRI-model. Ook zal onderzoek worden gedaan naar het draagvlak van milieubeleid onder bedrijven en bestuurders. De houding van bedrijven ten aanzien van maatschappelijke vraagstukken in relatie met duurzaam produ-

9 Milieu- en Natuurplanbureau pag. 9 van 32 ceren zal doormiddel van een enquête worden onderzocht(dataverzameling uit netwerk). Ten aanzien van het gedrag van burgers wordt in 2006 met het SCP samengewerkt in het Tijdbestedingsonderzoek (Waarden en Wereldbeelden in relatie tot tijdbesteding) en het concept Kwaliteit van Leven uitgewerkt (eigen onderzoek) als indicator voor duurzaamheid ten behoeve van de Duurzaamheidsverkenning Natuur, landschap en biodiversiteit (NLB) Dit team beschrijft de effecten van het Nederlandse natuurbeleid. Daartoe bestudeert NLB de invloed van menselijke activiteiten op ecosystemen, biodiversiteit en landschap en de betekenis hiervan voor mensen. Daaronder vallen onder meer de voorwaarden voor natuurbehoud en duurzaam natuurbeheer in relatie tot de kosten. Het team is verantwoordelijk voor het uitbrengen van de wettelijke producten op natuurgebied zoals de jaarlijkse Natuurbalans en periodieke Natuurverkenning. Bovendien is NLB op mondiale schaal actief in het modelleren van en rapporteren over biodiversiteit. Het werk op het terrein van natuur, landschap en biodiversiteit is deels ondergebracht binnen het werkprogramma van het MNP en deels binnen het werkprogramma van de Unit Wettelijke Onderzoekstaken (WOT)- Natuur en Milieu, programma Natuurplanbureaufunctie, gevestigd te Wageningen. Voorts wordt ecologisch, landschaps-, economisch en bestuurlijk onderbouwend onderzoek aangestuurd onder eindverantwoordelijkheid van de Directeur MNP bij de Wageningen Universiteit en Research (WUR) in het kader van de door LNV gefinancierde Natuurplanbureaufunctie. Voor de onderwerpen die in het onderbouwend onderzoek worden uitgevoerd, wordt verwezen naar WOt- Werkdocument 11: Onderbouwend onderzoek voor de natuurplanbureaufunctie van het MNP. De werkzaamheden van NLB zijn ondergebracht in zes programmalijnen: Balansen en verkenningen Quick Response Functie Landschapsdynamiek Ecologisch onderzoek Biodiversiteit Natuur en Economie Natuur, Bestuur en Maatschappij Balansen en Verkenningen Binnen dit programma vallen de projecten die zijn gericht op beleidsondersteuning via wettelijke en daarvoor ondersteunende producten: De Natuurbalans wordt jaarlijks op basis van de Natuurbeschermingswet uitgebracht. Op verzoek van de minister van LNV verschijnt de Natuurbalans 2006 in september, ter ondersteuning van de Algemene Beschouwingen en de Begrotingsbehandeling. De Natuurbalans 2006 schenkt aandacht aan de volgende onderwerpen: Signalering en evaluatie van de ontwikkelingen in natuur en landschap, met speciale aandacht voor: o de natuurkwaliteit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), o de ontwikkeling van het waarborgen van de kwaliteit via beleid voor ruimtelijke en milieucondities, en via het natuurbeheer, o de kosteneffectiviteit van natuur- en landschapsbeleid. Signalering en evaluatie van de ontwikkelingen in de maatschappelijke sectoren met invloed op de kwaliteit van de EHS. In de derde Natuurverkenning (NVK3) komt de toekomstige ontwikkeling van natuur en landschap aan de orde, in de context van ruimtelijk gedifferentieerde toekomstbeelden van de landbouw, verstedelijking, recreatie en waterbeleid, dit alles in Europees perspectief. Kosteneffectiviteit van beleidsvarianten en de ontwikkelingen van economische dragers van het platteland vormen de twee rode draden met als eindpunten de sociale en economische vitaliteit van het platteland en de kwaliteit van natuur en landschap. Daarmee wordt de NVK3 in feite opgeschaald tot een verkenning van de mogelijkheden tot duurzame ontwikkeling van de Groene Ruimte.

10 Milieu- en Natuurplanbureau pag. 10 van 32 De NVK3 zal in het voorjaar van 2007 uitkomen en integreert daarbij de rapportages uit de volgende thematische verkenningen (steeds in Europees perspectief), die voor 2006 gepland staan: een ex ante evaluatie van de Vogel- en Habitatrichtlijn, zowel voor wat betreft de natuurdoelen als de sociaal-economische effecten van de bescherming van deze gebieden, met aandacht voor Waddenzee en Noordzee; een ex ante evaluatie van de gevolgen van de Nederlandse implementatieplannen van de Kaderrichtlijn Water voor de doel- en taakstellingen van het natuurbeleid; een ex ante evaluatie van de effectiviteit van het Natuurbeleid in Nederland in brede zin in het realiseren van de doelstelling van de Convention Biological Diversity (CBD) voor 2010, namelijk het tot stilstand brengen van de achteruitgang van de biodiversiteit in elk van de Conventielanden, aan de hand van de door de in de CBD vastgestelde en door de EU overgenomen kernset van indicatoren voor biodiversiteit; een ex ante evaluatie van de ecologische, economische en sociale aspecten van de omslag van verwerving van grond voor de realisatie van de EHS met overdracht naar terreinbeheerders naar beheer van bestaande gronden door agrariërs en particulieren. Concept wordt opgeleverd in najaar Het eindrapport zal in het voorjaar van 2007 worden opgeleverd; een ex ante evaluatie van de kansen en bedreigingen van de Nationale Landschappen. Het MNP is gevraagd om de evaluatie van de ecologische effectiviteit van het Programma Beheer (agrarisch en particulier natuurbeheer) uit te voeren. Het MNP zal de regie voeren en in samenwerking met Alterra de evaluatie uitvoeren. De evaluatie zal worden gebaseerd op archiefonderzoek, literatuurstudie en veldanalyses. De rapportage zal zowel een beeld geven wat de verschillende pakketten opleveren, als ook wat de prestaties bijdragen aan de realisering van natuurdoelen. De rapportage is gepland in het voorjaar van In 2006 wordt wederom een actualisatie van het natuurdeel van het Milieu- en Natuurcompendium op het Internet uitgevoerd. De ambitie is, gegeven de extra inspanningen voor de Natuurverkenning 3 iets minder hoog dan in de afgelopen jaren. Enkele activiteiten zullen worden doorgeschoven naar 2007, na afronding van de Natuurverkenning 3. Producten in 2006: Natuurbalans 2006 Ex ante evaluatie Vogel- en Habitatrichtlijn Gevolgen van de Nederlandse implementatieplannen Kaderrichtlijn Water Ex ante evaluatie implementatie CBD-doelstellingen Evaluatie van de kansen en bedreigingen van de Nationale Landschappen Quick Response Functie Dit programma omvat de ad hoc advisering door middel van quick scans over actuele beleidsthema s en in de loop van 2006 opkomende beleidsvragen. Daarvoor wordt de kennis en het instrumentarium uit alle programma s van het MNP toegepast. Ook hier geldt, in het licht van de NVK3 inspanningen, dat de beschikbare capaciteit in 2006 beperkt zal zijn. Landschapsdynamiek Doel van dit programma is het ontwikkelen en bijeenbrengen van kennis over veranderingen in de Groene Ruimte, met speciale aandacht voor de Nederlandse landschappen en met name de in de Nota Ruimte gekozen Nationale Landschappen. Het onderzoek wordt uitgevoerd binnen het onderbouwend onderzoek voor de Natuurplanbureaufunctie en levert een belangrijke input voor de Natuurbalans 2006 en voor de ex ante evaluatie van de beleidslijn Nationale Landschappen, die in de NVK3 zal worden gerapporteerd. Het betreft zowel de fysieke aspecten van het landschap als de beleving ervan. Vier aandachtsvelden worden onderscheiden: wensen in zake het landschap (beleidsnota s; publiek); uitwerking van de Nota Ruimte kwaliteitskenmerken naar concrete indicatoren; feitelijke veranderingen, zowel fysiek gerealiseerd als in plannen;

11 Milieu- en Natuurplanbureau pag. 11 van 32 sturende factoren voor veranderingen; verwachte ontwikkelingen op de middellange termijn. Ecologisch onderzoek Biodiversiteit Onder dit programma valt het (onderbouwend) onderzoek op nationale schaalniveau voor de Natuurbalans 2006 en de Natuurverkenning 3 met onderwerpen als de ontwikkeling van natuurgebieden (EHS), de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden, het agrarisch gebied met nevenfunctie natuur (agrarisch natuurbeheer), het soortenbeleid in samenhang met het (leef)gebiedenbeleid, de relaties tussen omgevingscondities, de verspreiding en habitateisen van de in Nederland voorkomende soorten, waaronder die genoemd in de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) en de Flora- en Faunawet (FFW), en effecten van luchtverontreiniging (Gothenburg protocol). Het graadmeter- en modelinstrumentarium (Natuurplanner 3.0) wordt toegepast voor de NVK3 en beleidsvragen met betrekking tot verzuring, vermesting, verdroging en natuurbeheer. In 2006 wordt onderhandeld over de ontwikkeling van dat instrumentarium bij Alterra, en deels ook via NWO en BSIK bij universiteiten. Daarnaast wordt gewerkt aan een quick scan biodiversiteitsmodel. Vanuit dit programma wordt voorts sturing gegeven op de ecologische monitoring (NEM, verspreidingsonderzoek, monitoring VHR) en vindt de aansturing plaats van het overige onderbouwend ecologisch onderzoek in de WURprogramma s. Op internationaal terrein wordt gewerkt aan verdere implementatie van de CBD biodiversiteitsindicatoren via participatie in de EU-werkgroep Streamlining European Biodiversity Indicators. Vanuit dit werk wordt de thematische verkenning Ex ante evaluatie CBD 2010 doelstelling (zie programmalijn Balansen en Verkenningen) opgesteld. In samenwerking met UNEP-WCMC en UNEP-GRID-Arendal wordt gewerkt aan het mondiale (geregionaliseerde) biodiversiteitsmodel GLOBIO, waarin de relatie wordt gelegd tussen biodiversiteit, drukfactoren, menselijk gebruik van ecosystemen en armoede. Voor diverse regio s in de wereld worden gebiedspecifieke varianten en case studies uitgewerkt door instituten in geselecteerde samenwerkende landen. MNP werkt een nadere onderbouwing uit met meer en betere relaties over landgebruik - biodiversiteit en met een meer soortgerichte modellering parallel aan de nationale aanpak. In een verkennende studie wordt nagegaan wat de samenhang is tussen (productie)functies en biodiversiteit, deels in dit programma en deels in het programma Eigen onderzoek. Met de University of British Columbia wordt gewerkt aan visserij- en biodiversiteitmodellering in oceanen. Natuur en Economie In dit programma wordt kennis opgebouwd over de economische aspecten van het natuur- en landschapsbeleid. In de afgelopen jaren is een methodiek ontwikkeld voor de bepaling van de kosteneffectiviteit van het natuurbeleid en voor het monitoren daarvan. Tevens is een ontwerp gepresenteerd van een monitoringsysteem ter bepaling van de kosteneffectiviteit van het natuur- en landschapsbeleid. Met dit instrumentarium wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van methoden voor de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA), die rijksbreed is ingevoerd voor de inschatting van Omgevingseffecten van Infrastructuur (Nat en Droog) en Woningbouwprojecten. In 2006 zullen voor de Natuurbalans en de NVK3 toepassingen worden uitgevoerd. Natuur, Bestuur en Maatschappij Voor 2006 zijn twee thema s in het onderbouwend onderzoek geselecteerd voor dit onderwerp. I. Bestuurlijke organisatie van het natuurbeleid Signaleren, begrijpen en leren. Monitoring van het al dan niet succesvol zijn van beleidsarrangementen rondom bepaalde beleidsdossiers.

12 Milieu- en Natuurplanbureau pag. 12 van 32 Voorbereiding ex post evaluatie ILG. Alhoewel het ILG als instrument in thema 2 implementatie van beleid zal worden bestudeerd, is het noodzakelijk bestuurlijk-maatschappelijke ontwikkelingen die van grote invloed zijn op een instrument als het ILG nader te beschouwen. Inzicht in het effect van demografische en economische factoren op de realisatie van natuurdoelstellingen. II. Implementatie van beleid Inzicht in de werkwijze, het bestuur, de kosten en de effecten van het Programma Beheer over een langere periode, in het bijzonder om de interactie tussen de doelformulering bij LNV en andere partijen zoals provincies, terreinbeherende organisaties en agrarische natuurverenigingen, voor de afrekening / bijsturing en voor de financiële doelmatigheid. Inzicht in de samenhang tussen instrumenten van verschillende schaalniveaus van Europees tot lokaal instrumentarium en in de samenhang van integraal en sectoraal instrumentarium, bijvoorbeeld tussen ILG en Programma Beheer. 3.3 Klimaat en mondiale duurzaamheid (KMD) KMD evalueert en verkent de mogelijkheden voor het nationale energie- en klimaatbeleid. Ook ondersteunt het de Nederlandse overheid in de positionering in het internationale klimaatbeleid op zowel Europees als mondiaal niveau (VN, Wereldbank, OESO). Het klimaatprobleem heeft een mondiale doorwerking en ook de energievoorziening wordt sterk bepaald door internationale ontwikkelingen en verdelingen. Binnen dit team wordt voor Nederland (model)kennis beheerd en toegepast voor beleidsanalyse. De werkzaamheden van KMD zijn onderverdeeld in drie programmalijnen Energie- en klimaatbeleid Mondiale duurzaamheid Integrated Assessment Modelling Energie- en klimaatbeleid Dit programma richt zich primair op de ondersteuning van het nationale en internationale energie- en klimaatbeleid. Centraal daarin staan de Nederlandse en Europese positiebepaling ten aanzien van internationaal klimaatbeleid, in het bijzonder van het post-kyoto klimaatbeleid. Daarbij gaat het om vragen die betrekking hebben op: de mogelijkheden en implicaties van normstelling ten aanzien van klimaatrisico s voor emissiereductiedoelen op lange en korte termijn, mogelijke mitigatieopties voor en economische implicaties van stabilisatiedoelstellingen, en opties voor verbreding en verdieping van het klimaatregime na Steeds vaker is Europese besluitvorming bepalend voor de Nederlandse doelstellingen, zowel wat betreft de energievoorziening als het klimaatbeleid. Voorbeelden daarvan zijn de liberalisering van de energiesector, een systeem van EU-emissiehandel in alle lidstaten en regelgeving over emissienormen voor industriële installaties. In een deel van de maatschappelijke sectoren (onder andere gebouwde omgeving, maar ook stimulering van energiebesparing en duurzame energie) wordt op nationaal niveau het beleid bepaald. Beleidsanalyses hebben dan ook steeds vaker een Europees karakter. Specifieke doelgroepen zijn naast kabinet, Tweede Kamer en EU, de verschillende nationale departementen, verenigd in de Taakgroep Kyoto Protocol (TKP). In 2006 wordt aandacht geschonken aan vergelijking van het Nederlands beleid met dat van andere Europese landen en aan de doorwerking van Europees beleid op Nederland. Bovendien wordt aandacht besteed aan de interne lastenverdeling in de EU van mogelijke post-kyoto afspraken. Een steeds belangrijker wordend discussiepunt is de noodzaak om op korte en langere termijn rekening te houden met adaptatie aan klimaatverandering.

13 Milieu- en Natuurplanbureau pag. 13 van 32 Binnen dit programma wordt een studie uitgevoerd die zich richt op het inventariseren en evalueren van opties om de lastenverdeling binnen de EU na 2012 (het post-kyoto klimaatbeleid) te organiseren op basis van een aantal politiek relevante criteria. Daarbij wordt ook gekeken naar de relatie met de toekomst van het Europese Emissiehandelssysteem. Het MNP richt zich op: het maken van een eerste sterkte-zwakte-analyse van opties op basis van een multi-criteriaanalyse met stakeholders, het evalueren van de gevolgen van een selectie van opties voor de verdeling van emissiereducties en kosten over de sectoren en lidstaten. In het kader van het 6 e Kaderprogramma Integrated Project ADAM draagt het MNP in opdracht van de Europese Unie bij aan de ontwikkeling van het post-2012 klimaatbeleid en adaptatiebeleid binnen de EU. Daartoe worden een verkenning en evaluatie van de kosten en baten (in brede zin) van verschillende opties voor de EU voor mitigatie van en adaptatie aan klimaatverandering op de middellange en lange termijn uitgevoerd. Ten behoeve van een integrale afweging van energieopties en risico s brengt het MNP de verschillende duurzaamheidsaspecten van de (toekomstige) energievoorziening op nationale en internationale schaal in beeld. Daarbij gaat het niet alleen om milieuaspecten (luchtverontreiniging, klimaat, afval, ruimtebeslag/biodiversiteit, en dergelijke) maar ook om energievoorzieningszekerheid (voorradenbeheer, energieafhankelijkheid). Vragen die hierbij beantwoord zullen worden zijn, onder meer: Welke mondiale ontwikkelingen zijn bepalend voor het energiebeleid in Nederland en Europa in de komende jaren en welke consequenties kunnen deze ontwikkelingen hebben voor het lange termijn energiebeleid? Welke duurzaamheidaspecten zijn verbonden aan een aantal prominente energieopties (biomassa, schoon fossiel, kernenergie) en hoe verhouden die zich onderling in termen van kosten en risico s. Waar is in de toekomstige energievoorziening sprake van synergie en waar van trade-offs tussen verschillende duurzaamheiddoelstellingen en hoe kunnen die in het beleid worden benut c.q. afgewogen? Producten voor 2006: Opties voor lastenverlichting en het EU ETS in het post-2012 klimaatbeleid eerste fase. Bijdrage aan Integrale afweging klimaatbeleid (opties voor zowel mitigatie als adaptatie) in Europa. Rapport Duurzaamheid energievoorziening. Het MNP voert op verzoek van VROM en EZ ondersteunende werkzaamheden uit voor het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de Verenigde Naties. Voor de periode vervult Nederland de rol van covoorzitter van Werkgroep III van het Intergovernmental Panel on Climate Change van de VN. Hiertoe is het secretariaat van deze werkgroep (WG III, Mitigation of Climate Change) bij het MNP gehuisvest. Deze activiteit wordt volledig extern gefinancierd. Een deel van de voorziene producten is reeds in 2005 afgerond. Belangrijke volgende mijlpaal is de bijdrage aan de Fourth Assessment Report, voorbereid in , start in 2004, oplevering In november 2005 is het National Research Program on Climate Change (NRP-CC) als zelfstandig functionerend programma beëindigd. De uitvoering van het onderdeel Wetenschappelijke Assessments en Beleidsanalyse blijft apart onder verantwoordelijkheid van het MNP. De werkzaamheden ten behoeve van communicatie zijn vormgegeven in een herkenbaar project Ondersteuning Communicatie PCCC en afgestemd met communicatieactiviteiten van het BSIK-programma Klimaat voor Ruimte. Mondiale duurzaamheid Bij mondiale duurzaamheid gaat het vooral om het analyseren van de samenhang tussen milieu- en sociaal-economische vraagstukken en het verkennen van strategieën om deze in samenhang op te lossen. De verschillende dimensies van duurzaamheid zijn sterk met elkaar verbonden. Er is vaak sprake

14 Milieu- en Natuurplanbureau pag. 14 van 32 van uitruil tussen verschillende doelen. Het bereiken van het ene doel gaat dan ten koste van het andere. De belangrijkste beleidsprocessen die ondersteund worden zijn de positiebepaling van Nederland en de door Nederland te financieren activiteiten in internationale duurzaamheidsprocessen: VN programma s milieu en ontwikkeling, handel en milieu, armoedebestrijding en voedsel/water zekerheid, Wereldbankprogramma s, OESO, etc. De Millennium Development Goals (MDG s) vormen de belangrijkste internationale duurzaamheidsagenda op dit moment. In 2005 heeft het MNP voor UNEP s Governing Council de relatie tussen MDG doelstelling 7 Environmental Sustainability en de andere MDG-doelstellingen verkend. In 2006 zal gerapporteerd worden over een meer integrale afweging van (mogelijk conflicterende) doelen en prioriteitstelling ten behoeve van het beleid. Het MNP draagt bij aan de Global Environmental Outlook IV (GEO-IV), die UNEP in 2007 zal uitbrengen. De GEO-IV is de voornaamste publicatie van UNEP. Het doel van GEO is een assessment te maken van de kwaliteit van het wereldwijde milieu, te verwachten toekomstige ontwikkelingen en mogelijke responsopties. MNP en de in UNEP/GEO verband samenwerkende instituten leveren de input voor deze mondiale milieuverkenning. Het MNP zal zich richten op de duurzaamheidsanalyses vanuit kwetsbaarheidsperspectief, scenario-analyses wereldwijd, Europese landgebruiksanalyses, luchtkwaliteit en klimaat en biodiversiteit. De OECD zal in 2007 haar tweede Environmental Outlook uitbrengen ter gelegenheid van een Ministerial meeting. Op verzoek van VROM draagt MNP bij door de milieu-implicaties (thema s: klimaat, luchtkwaliteit, water, integraal stikstof en biodiversiteit) van een OECD baseline scenario door te rekenen en de effecten van gerichte beleidsinterventies in OECD-landen in kaart te brengen. Development and Climate In het project Development and Climate zal in 2006 de derde internationale beleidsworkshop worden georganiseerd. Deze heeft als doel te verkennen wat de implicaties van de development first - benadering voor het internationale klimaatbeleid kunnen zijn. Ook zal in 2006 een synthese worden gemaakt, die over de drie workshops en achterliggend landenwerk rapporteert. Producten voor 2006: Integrale afweging Millennium Development Goals Duurzaamheidsanalyses ten behoeve van Global Environmental Outlook IV Bijdragen aan OECD Environmental Outlook 2007 Integrated Assessment Modelling Dit programma valt in twee delen uiteen: onderhoud en beheer van het modelinstrumentarium en verdere ontwikkeling van de modellen. Het laatste vindt plaats in het kader van het eigen onderzoek en in toenemende mate in daaraan gelieerde samenwerkingprojecten met externe partijen en met externe cofinanciering. Bij onderhoud en beheer van de modellen IMAGE/TIMER, FAIR en SDS (Sustainable Development Scanner) ligt steeds sterker de nadruk op het integreren van zowel eigen als extern ontwikkelde modellen en modules. Het verder uitbouwen en versterken van het hierbij behorende internationale netwerk maakt eveneens deel uit van de werkzaamheden. In de afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in het verkennen van mogelijke samenwerkingsverbanden. Nationaal is daarbij vooral ingezet op het Bsik programma Klimaat voor Ruimte (KvR), waarbinnen een project met diverse Wageningse partijen, TNO en de Universiteit Utrecht uitgevoerd gaat worden. Het project zal een betere basis leggen onder de integrale terrestrische modellering, primair op Europese schaal maar ook op mondiale schaal. De twee belangrijkste thema s zijn gewasproductie en ruimtelijke allocatie van landgebruik. Door deelname in KvR ontstaan ook nauwe banden met onderzoek naar adaptatie aan klimaatverandering. Internationaal wordt vooral ingezet op netwerken en projecten in het 6 e kaderprogramma van de EU. In het project MATISSE wordt gewerkt aan verdere koppeling met de biogeochemische modellen van Potsdam. De voor de Duurzaamheidsverkenning en

15 Milieu- en Natuurplanbureau pag. 15 van 32 EU-ruralis ontwikkelde koppeling met het GTAP model van LEI wordt in MATISSE verder ontwikkeld om integrale landgebruik scenario s te kunnen genereren. MATISSE bouwt voort op het nu lopende EU project Sustainability Advanced-Test, gericht op methoden voor duurzaamheids assessment voor de EU. De modellering van de energie- en materiaalvraag wordt verder ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Utrecht, onder meer door een in 2004 gestart AIO onderzoek naar de relaties tussen economische ontwikkeling van ontwikkelingslanden en de vraag naar energie. Bij de Sustainable Development Scanner ligt de nadruk op het ontwikkelen en implementeren van een economische module, die tevens als centraal element in een overall afweging tussen de drie domeinen van duurzaamheid gaat functioneren. 3.4 Luchtkwaliteit en Europese duurzaamheid (LED) Het team LED evalueert en verkent de luchtkwaliteit en luchtverontreiniging op zowel nationaal als Europees niveau. De nadruk ligt hierbij op verzuring, fijn stof en ozonvorming. Daarnaast is binnen dit team duurzame ontwikkeling in Europa een belangrijk onderwerp. LED beoordeelt de effectiviteit van nationaal en Europees beleid (Brussel) op het gebied van luchtkwaliteit en ondersteunt de ontwikkeling van nieuw beleid. Het team onderhoudt nauwe banden met het Europees Milieuagentschap (EEA). De activiteiten in het team LED zijn georganiseerd in vier programmalijnen: Europese duurzaamheid Nationale Beleidsevaluatie en Integrale Analyse Luchtkwaliteit Co-ordination Center for Effects (CCE) EEA-European Topic Centre Air and Climate Change (ETC-ACC en NFP) Europese duurzaamheid (inclusief National Focal Point) Dit programma volgt de Brusselse beleidsagenda op de voet en het voert evaluaties uit van nieuwe Europese beleidsvoorstellen en de gevolgen daarvan voor duurzaamheid in Nederland. Ook wordt de beleidsimplementatie in EU-landen vergeleken. In 2005 is een pilot gestart, in samenspraak met VROM (DGM-IMZ) en BuZa, waarin nieuwe commissievoorstellen worden beoordeeld op gevolgen voor Nederland (milieu, natuur, economie en duurzaamheid in bredere zin). De beoordelingen dienen als input voor de Nederlandse standpuntbepaling. In 2006 wordt dit project vervolgd en zal in samenspraak met genoemde ministeries een nieuwe selectie van relevante Commissievoorstellen gemaakt worden (onder andere op het terrein van klimaatverandering en energiebesparing). Ook wordt in dit programma de beleidsimplementatie in verschillende EU-landen vergeleken (benchmarking) en worden activiteiten van andere teams op dit gebied gecoördineerd. In het kader van het eigen onderzoek is het MNP trekker van de begin- en eindfase (synthese) van het EU-project Sustainability Advanced Test. In dit Europees 6 e kader onderzoeksproject wordt een beoordeling gemaakt van methoden en technieken (tools) die een rol (kunnen) spelen bij Impact Assesments van de Commissie. In 2006 wordt het project afgesloten met een eindrapport en een webtool. De rol van het National Focal Point omvat het coördineren van de communicatie tussen het EEA en de Nederlandse Reference Centres en het begeleiden van de Nederlandse rapportages aan het EEA en de Europese Commissie. De Europese Commissie gaat door middel van expertgroepen een nieuwe rapportageverplichting voor milieugegevens concretiseren die wellicht invloed heeft op deze taak. Voor 2006 zijn de volgende producten voorzien: Beoordeling nieuwe commissievoorstellen (BNC-evaluaties) Eindrapportage Sustainability Advanced Test

16 Milieu- en Natuurplanbureau pag. 16 van 32 Nationale Beleidsevaluatie en Integrale Analyse Luchtkwaliteit Dit programma staat voor de evaluatie en verkenning van het Nederlands luchtbeleid, inclusief de implementatie van de EU-regelgeving en UNECE-protocollen en analyseert de Europese beleidsvoorstellen. Daartoe verricht het programma integrale beleidsanalyses, onderhoudt kennis en instrumentarium en vergelijkt de ontwikkelingen in Nederland met die in omringende landen. In 2006 zal de Thematische Strategie Lucht van de Europese Commissie, de uitwerking van de zogeheten salderingsregeling in de wet Luchtkwaliteit en het politieke debat over de kabinetsplannen na Prinsjesdag grote invloed hebben op de ontwikkelingen in het luchtkwaliteitsdossier. De volgende activiteiten zijn voorzien: Nederland zal in Brussel moeten aantonen dat het maximale wordt gedaan dat in redelijkheid van de lidstaat Nederland kan worden verwacht met betrekking tot het halen van luchtkwaliteitsnormen. In dit programma wordt een benchmarkstudie verricht waarin de Nederlandse beleidsinspanning wordt vergeleken met die in omringende landen. Ook starten we een onderzoek naar de externe werking (maatschappelijke gevolgen, zoveel mogelijk kwantitatief) van de huidige regelgeving. NEC plafonds: evaluatie en realisatie van de kabinetsnotitie emissieplafonds ( Erop of eronder- 2 ). Volgens de huidige richtlijn voor emissieplafonds (NEC richtlijn) moeten de lidstaten in 2006 aan de Europese Commissie rapporteren welke maatregelen worden ingezet om de plafonds in 2010 te halen. MNP evalueert de doelbereiking en doelmatigheid van het harde en zachte kabinetsbeleid, eventueel op basis van een herzien referentiepad. In 2006 zal de Europese Commissie tevens afspraken maken met de lidstaten over emissieplafonds voor Tijdens de onderhandelingen maakt de Commissie gebruik van voorstellen voor emissiereducties en kostenschattingen die berekend zijn door IIASA met het RAINS model. Het MNP levert contra-expertise met behulp van onder andere het eigen model RAINS.NL. Allereerst worden de Nederlandse cijfers in het RAINS model beoordeeld en verbeterd. Daarna ligt het accent op de vraag of de voorgestelde emissiereducties en bijbehorende kosten overeenkomen met de Nederlandse inzichten en wat de gevolgen zijn voor de sectoren in Nederland. Tenslotte zal een bijdrage worden geleverd aan een beleidsanalyse van de luchtkwaliteitsnormen (met name fijn stof) in relatie tot efficiency- versus equity-afweging. Daarnaast wordt binnen de programmalijn een viertal kennisdossiers bijgehouden (fijn stof, ozon, HM/POPs en depositie). Speciale aandacht wordt besteed aan het fijnstofonderzoek dat uitgewerkt is in een separaat VROM-onderzoeksprogramma (BOP). Om kwalitatief goede analyses te blijven maken moeten kennis en instrumenten up-to-date zijn. Samenwerking met kennispartners vergroot het draagvlak van onze producten. In 2006 sluit MNP twee strategische allianties met kennispartners. Eén daarvan wordt gekozen als sluitstuk van de positioneringsdiscussie over het OPS-model. Criteria waaraan de samenwerking en de partner moet voldoen worden onder andere bepaald naar aanleiding van de internationale modellen audit die nog in 2005 plaatsvindt. In dit spoor wordt ook de samenwerking met de sector MEV van het RIVM uitgewerkt. Producten in 2006: Evaluatie kabinetsnotitie emissieplafonds ( Erop of eronder-2 ) Co-ordination Center for Effects (CCE) MNP is co-ordination Center for Effects (CCE) voor de UNECE. Met deze taak vervult het MNP een strategische rol in het Europese netwerk van de UNECE en in toenemende mate de EC. Het CCE ontwikkelt methoden en verzamelt gegevens ter ondersteuning van de geïntegreerde analyse van effectgerichte protocols en Europese overeenkomsten. Het werkplan is vastgesteld tijdens de 24 e sessie van de UNECE-CLRTAP-Working Group on Effects (WGE; 31/8-2/ ) en mede ondersteund door de WGE-delegatie van de Europese Commissie. Naast het CCE is het MNP ook voorzitter van de Task Force on Integrated Assessment Modelling (TFIAM) en vice-voorzitter van de EMEP-Steering Body.

17 Milieu- en Natuurplanbureau pag. 17 van 32 Door deelname in een consortium (IIASA, EMEP, NTUA) beoogt CCE haar Europese rol te versterken. Het CCE richt zich daarbij op de impacts van luchtverontreiniging op biodiversiteit en de relatie tussen luchtverontreiniging en klimaatverandering. Het doel van dit consortium is de review van de Thematisch Strategie voor Lucht in te ondersteunen. Het CCE richt zich daarbij in 2006 onder andere op: Ontwikkeling en toepassing van landbedekkingsdata, ten behoeve van dispersiemodellering door EMEP en effectgerichte programma s die vallen onder de WGE. Ondersteunen van de TFHM bij operationaliseren en ontwikkelen van een review gericht op effectanalyse en mogelijke revisie van het zware-metalenprotocol Ondersteunen van de TFIAM bij operationaliseren en ontwikkelen van een review gericht op effectanalyse en mogelijke revisie van multi-vervuiler multi-effectprotocollen en Europese overeenkomsten. Voor 2006 zijn de volgende producten voorzien Review en revisie van de Europese database van critical loads en risico-trends ter ondersteuning van het beleid in zake het Aarhus protocol (UNECE, zware metalen), Gothenburg protocol (UNECE, multi pollutant-multi effect) en NEC Directive (EC, multi pollutant multi-effect). Methoden om het CCE netwerk van National Focal Centra in Europa te ondersteunen bij de analyse van trends in luchtverontreiniging en effecten te analyseren Rapport over (CCE-workshop) methoden om de Europese risico s en trends van effecten van stikstof depositie met nadruk op biodiversiteit Rapport over de relaties tussen luchtverontreiniging en klimaatverandering op Europese schaal, met nadruk op reactief stikstof. EEA European Topic Centre Air and Climate Change (ETC-ACC) Het MNP voert het European Topic Centre Air and Climate Change (ETC-ACC ) voor het Europese Milieu Agentschap (EEA). Het ETC-ACC is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het grootste deel van het werkprogramma van het EEA op het terrein van luchtkwaliteit en klimaatverandering en heeft betrekking op zowel monitoring, beleidsevaluatie, als integrated assessment/scenario-analyse. Het ETC is verantwoordelijk voor de inventarisatie van broeikasgasemissies van de EU voor de UN- FCCC en EU-inventarisatie van de emissie van luchtverontreinigende stoffen voor de CLRTAP en NEC. Daarnaast beheert het ETC de database met de EU-luchtkwaliteitsmonitoringsgegevens (Airbase). Ook ondersteunt het ETC de werkgroepen van het EU-Climate Change Committee, onder meer via het jaarlijkse rapport over broeikasgastrends en -projecties. Het verleent ondersteuning aan het CAFE-programma door middel van deelname aan werkgroepen, het Street Emissions Ceilings Project en de evaluatie van de NEC rapportages. Voor het EEA worden ook eigenstandige rapporten geproduceerd, onder andere over adaptatiestrategieën door klimaatverandering en Europese luchtverontreiniging. Het jaar 2006 zal met name in het teken staan van de tenderingprocedure van het een nieuw ETC- ACC-contract voor de periode Voor 2006 zijn de volgende, geselecteerde producten voorzien voor het EEA (met bijdragen van het MNP): Integratie rapportageverplichtingen lucht- en broeikasgasemissies Assessmentrapport over Europese luchtkwaliteit Jaarlijkse ozonrapportage EU emissie-inventarisatie voor CLRTAP alsmede emissie-review en actualisering CORINAIR Guidebook (ETC-partners in samenwerking met EMEP) EU emissie-inventarisatie voor UNFCCC alsmede betrokkenheid bij QA/QC procedures, emissiereviews en IPCC Guidelines GHG Trends and Projections rapport 2006 over voortgang Kyoto implementatie Vervolgrapport over klimaataanpassing met mogelijk Europese workshop.

MNP Rapport 500070004/2006. Werkprogramma 2007 Milieu- en Natuurplanbureau

MNP Rapport 500070004/2006. Werkprogramma 2007 Milieu- en Natuurplanbureau MNP Rapport 500070004/2006 Werkprogramma 2007 Contact: G.J. Eggink Stafbureau Coördinatie en Advisering gert.eggink@mnp.nl MNP, Postbus 303, 3720 AH Bilthoven, telefoon 030-274 274 5; fax: 030-274 44 79;

Nadere informatie

Nationale Milieuverkenning

Nationale Milieuverkenning Nationale Milieuverkenning 5 2000 2030 Nationale Milieuverkenning 5 2000-2030 RIJKSINSTITUUT VOOR VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU met medewerking van Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) Alterra b.v. Centraal

Nadere informatie

Milieu- en Natuurplanbureau Brug tussen wetenschap en beleid

Milieu- en Natuurplanbureau Brug tussen wetenschap en beleid Milieu- en Natuurplanbureau Brug tussen wetenschap en beleid Milieu- en Natuurplanbureau Het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) voorziet de Nederlandse regering van onafhankelijke evaluaties en verkenningen

Nadere informatie

Klimaatverandering: beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Klimaatverandering: beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving ( Indicator 14 november 2006 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In het Kyoto-protocol en het

Nadere informatie

Nota inzake Economic Development Board

Nota inzake Economic Development Board Nota inzake Economic Development Board Inleiding De economische ontwikkeling van Noord-Limburg krijgt een grote impuls met de campusontwikkeling, maar daarmee zijn niet alle economische uitdagingen deze

Nadere informatie

Functieprofiel: Beleidsmedewerker Functiecode: 0301

Functieprofiel: Beleidsmedewerker Functiecode: 0301 Functieprofiel: Beleidsmedewerker Functiecode: 0301 Doel Ontwikkelen, implementeren, evalueren en bijstellen van beleid op één of meerdere aandachtsgebieden/beleidsterreinen ten behoeve van de instelling,

Nadere informatie

Werkprogramma 2010 ǡ Ǥ ȋ Ȍ Ǧ ǡ Ǥ Ǥ ǡ Ǥ ȋ Ȍ ȋ Ȍ ȋ Ȍ ȋ Ȍ Ǥ Ǥ Ǥ Planbureau voor de Leefomgeving, december 2009

Werkprogramma 2010 ǡ Ǥ ȋ Ȍ Ǧ ǡ Ǥ Ǥ ǡ Ǥ ȋ Ȍ ȋ Ȍ ȋ Ȍ ȋ Ȍ Ǥ Ǥ Ǥ Planbureau voor de Leefomgeving, december 2009 Werkprogramma 2010 Planbureau voor de Leefomgeving, december 2009 Werkprogramma 2010 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Uitgangspunten 5 2 Onderdelen werkprogramma 2010 9 2.1 Wettelijke taken en integrale producten

Nadere informatie

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00 1 Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00 Doel Ontwikkelen, implementeren en evalueren van beleid en adviseren op één of meerdere aandachtsgebieden/beleidsterreinen ten behoeve

Nadere informatie

Broeikasgasemissies in Nederland,

Broeikasgasemissies in Nederland, Indicator 8 september 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen

Nadere informatie

Mensen en Natuur PLANNEN MET NATUUR! Inleiding

Mensen en Natuur PLANNEN MET NATUUR! Inleiding alterra lei landbouw, natuur en voedselkwaliteit PLANNEN MET NATUUR! Groene wet- en regelgeving en decentrale overheden Inleiding De veranderende natuurwetgeving heeft grote gevolgen voor gemeenten en

Nadere informatie

Feiten en cijfers over milieu, natuur en ruimte. Laurens Brandes en Johan van der Schuit (PBL)

Feiten en cijfers over milieu, natuur en ruimte. Laurens Brandes en Johan van der Schuit (PBL) Feiten en cijfers over milieu, natuur en ruimte Laurens Brandes en Johan van der Schuit (PBL) Media, presentaties Milieubalans Compendium Emissie registratie Onderzoek gegevens Compendium in de informatiepiramide

Nadere informatie

Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland

Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland Bijlage bij Statenbrief Plan van aanpak Natuurvisie- zaaknummer 2016-012209 Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland 1. Aanleiding In 2012 hebben Provinciale Staten de Beleidsuitwerking Natuur en Landschap

Nadere informatie

Raadsbijlage Voorstel inzake duurzame ontwikkeling in Eindhoven

Raadsbijlage Voorstel inzake duurzame ontwikkeling in Eindhoven Milieudienst Regio Eindhoven Milieudienst Regio Eindhoven Raadsbijlage nummer 60 Inboeknummer 01X007818 Beslisdatum BTW 3 april 2001 Dossiernummer 114.308 Raadsbijlage Voorstel inzake duurzame ontwikkeling

Nadere informatie

Samenvatting. Belangrijkste bevindingen

Samenvatting. Belangrijkste bevindingen Samenvatting In dit rapport beoordeelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) of de milieudoelen gesteld voor 2010 en voor de periode daarna bereikt worden. De informatie in deze rapportage is mede

Nadere informatie

Brussel op afstand? Tegen deze achtergrond is het doel van deze studie is om:

Brussel op afstand? Tegen deze achtergrond is het doel van deze studie is om: Tegen deze achtergrond is het doel van deze studie is om: Brussel op afstand? Een verkenning naar mogelijkheden voor maatschappelijke diensten en ruimte voor zelfsturing bij agrarisch natuurbeheer in de

Nadere informatie

Best practices: EU Dossierteams

Best practices: EU Dossierteams Best practices: EU Dossierteams Eduard Dame Directie Internationaal Josien Stoop Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische zaken Opbouw Aanleiding / voorgeschiedenis De aanpak Uitgelicht: Quik Scan Impact

Nadere informatie

Broeikasgasemissies in Nederland,

Broeikasgasemissies in Nederland, Indicator 19 mei 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen

Nadere informatie

BIJ12. Meerjarenagenda 2015-2018 & Jaarplan 2015 Versie 0.6 (10 juli 2016)

BIJ12. Meerjarenagenda 2015-2018 & Jaarplan 2015 Versie 0.6 (10 juli 2016) BIJ12 Meerjarenagenda 2015-2018 & Jaarplan 2015 Versie 0.6 (10 juli 2016) 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord 1.2 Opzet gecombineerde Meerjarenagenda & Jaarplan Pagina 2 Thema s 2.1 Natuurinformatie

Nadere informatie

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC),

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), 1990-2009 Indicator 26 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

VOETAFDRUKKEN VAN NEDERLANDSE CONSUMPTIE

VOETAFDRUKKEN VAN NEDERLANDSE CONSUMPTIE VOETAFDRUKKEN VAN NEDERLANDSE CONSUMPTIE De ecologische effecten van Nederlandse consumptie in het buitenland PBL-Notitie Trudy Rood, Harry Wilting en Aldert Hanemaaijer 22 januari 2016 Colofon Voetafdrukken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 21 501-08 Milieuraad Nr. 523 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 17 juli 2014 Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu

Nadere informatie

Medewerker bureau buitenland

Medewerker bureau buitenland Medewerker bureau buitenland Doel Ontwikkelen en beheren van mobiliteit- en beurzenprogramma s en samenwerkingsverbanden met andere onderwijsinstellingen op het gebied van uitwisseling en/of ontwikkelingssamenwerking,

Nadere informatie

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen S R L G S A H R R U T Y O U A E E D R A F O R A S Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Eolus Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Het programma Eolus beantwoordt

Nadere informatie

Overschrijding kritische stikstofdepositie op natuur, 2009

Overschrijding kritische stikstofdepositie op natuur, 2009 Indicator 8 april 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Circa 60 procent van het areaal

Nadere informatie

1.1 Doel en reikwijdte van de Milieuverkenning 5

1.1 Doel en reikwijdte van de Milieuverkenning 5 1 Inleiding De welvaart in Nederland neemt in de komende decennia verder toe met de globalisering en liberalisering van de wereldeconomie. Grensoverschrijdende milieuproblemen worden steeds belangrijker.

Nadere informatie

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE Klimaatakkoord Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus 20401 2500 EK 'S-GRAVENHAGE BETREFT Procesbrief Klimaatakkoord DEN HAAG ONS KENMERK 5 oktober 2018 18.34838

Nadere informatie

MNP Rapport /2007. Externe voortgangsrapportage Werkprogramma 2006 Jaaroverzicht

MNP Rapport /2007. Externe voortgangsrapportage Werkprogramma 2006 Jaaroverzicht MNP Rapport 500070005/2007 Externe voortgangsrapportage Werkprogramma 2006 Jaaroverzicht Contact: G.J. Eggink Stafbureau Coördinatie en Advisering Gert.Eggink@mnp.nl MNP, Postbus 303, 3720 AH Bilthoven,

Nadere informatie

Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma (33625, nr. 8) inzet private sector bij klimaatfinanciering

Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma (33625, nr. 8) inzet private sector bij klimaatfinanciering Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma

Nadere informatie

Scenario workshops. Stakeholder participatie in verschillende onderzoeksfasen

Scenario workshops. Stakeholder participatie in verschillende onderzoeksfasen Scenario workshops Stakeholder participatie in verschillende onderzoeksfasen Kenmerken van de methode > Met de scenariomethode kunnen voor beleid verschillende denkbare toekomsten worden geconstrueerd

Nadere informatie

Driedaagse Leergang. Kennisintensieve beleidsontwikkeling

Driedaagse Leergang. Kennisintensieve beleidsontwikkeling Driedaagse Leergang Kennisintensieve beleidsontwikkeling 6, 13 en 20 juni 2014 Den Haag Doelstellingen en doelgroep De doelgroep bestaat uit beleidsmedewerkers/stafmedewerkers bij beleidsinstanties (nationaal,

Nadere informatie

Informatiemanager. Doel. Context

Informatiemanager. Doel. Context Informatiemanager Doel Ontwikkelen, in stand houden, evalueren, aanpassen en regisseren van het informatiemanagement, de digitale informatievoorziening en de ICT-facilitering van de instelling en/of de

Nadere informatie

MNP rapport /2006. Externe voortgangsrapportage Werkprogramma 2006 Mei - augustus

MNP rapport /2006. Externe voortgangsrapportage Werkprogramma 2006 Mei - augustus MNP rapport 500070003/2006 Externe voortgangsrapportage Werkprogramma 2006 Mei - augustus Contact: G.J. Eggink Stafbureau Coördinatie en Advisering gert.eggink@mnp.nl MNP, Postbus 303, 3720 AH Bilthoven,

Nadere informatie

Rol PBL in het natuurbeleid Netwerk Land en Water. Petra van Egmond 21 maart 2014

Rol PBL in het natuurbeleid Netwerk Land en Water. Petra van Egmond 21 maart 2014 Rol PBL in het natuurbeleid Netwerk Land en Water Petra van Egmond 21 maart 2014 Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) Het PBL draagt bij aan de kwaliteit van de politiek-bestuurlijke afweging door het

Nadere informatie

Functieprofiel: Controller Functiecode: 0304

Functieprofiel: Controller Functiecode: 0304 Functieprofiel: Controller Functiecode: 0304 Doel Bijdragen aan de formulering van het strategische en tactische (financieel-)economische beleid van de instelling of onderdelen daarvan, alsmede vorm en

Nadere informatie

Natura 2000: Vogel- en Habitatrichtlijngebieden in Nederland, 2012

Natura 2000: Vogel- en Habitatrichtlijngebieden in Nederland, 2012 Natura 2000: Vogel- en Habitatrichtlijngebieden in Nederland, 2012 Indicator 12 oktober 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Algemene Rekenkamer..,

Algemene Rekenkamer.., Algemene Rekenkamer.., BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070 3424344 070 3424130 E voorlichting@rekenkamer.nl

Nadere informatie

Meer grip op klimaatbeleid

Meer grip op klimaatbeleid Meer grip op klimaatbeleid Klimaatbeleid voeren is complex. Het is interdisciplinair en omgeven met onzekerheid. Hoe zorg je als overheid dat je klimaatbeleid aansluit bij je ambities? En waarmee moet

Nadere informatie

Beleidsdoorlichting Luchtvaart. Verslag onafhankelijke deskundige

Beleidsdoorlichting Luchtvaart. Verslag onafhankelijke deskundige Beleidsdoorlichting Luchtvaart Verslag onafhankelijke deskundige In opdracht van: Decisio BV 17 augustus 2017 Aanleiding In de offerte-uitvraag voor het uitvoeren van de Beleidsdoorlichting Luchtvaart

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Ingenieur Technische Regulering

Functiebeschrijving: Ingenieur Technische Regulering Functiebeschrijving: Ingenieur Technische Regulering 1 1. Context van de functie 1.1. Missie en waarden VREG De Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) staat in voor de regulering,

Nadere informatie

Medewerker administratieve processen en systemen

Medewerker administratieve processen en systemen processen en systemen Doel Voorbereiden, analyseren, ontwerpen, ontwikkelen, beheren en evalueren van procedures en inrichting van het administratieve proces en interne controles, rekening houdend met

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 664 Besluit van 12 december 2005, houdende regels met betrekking tot de instelling van een nationaal inventarisatiesysteem voor broeikasgassen

Nadere informatie

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument SPP als pijler van hr-beleid Om als organisatie in een dynamische omgeving met veel ontwikkelingen en veranderingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2113 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

ROL beschrijving : MANAGEMENT Directeur A4a-A4b

ROL beschrijving : MANAGEMENT Directeur A4a-A4b ROL beschrijving : MANAGEMENT Directeur A4a-A4b Directeur personeel en organisatie Directeur vrijetijdsbeleving Directeur burgerzaken, sociale zaken en preventie Wat is het doel/de bestaansreden van de

Nadere informatie

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie: Conferentie over Biodiversiteit in een veranderende wereld 8-9 september 2010 Internationaal Conventiecentrum

Nadere informatie

Doorontwikkeling KRW-Verkenner. Bijeenkomst voor de waterschappen, georganiseerd door STOWA, DGW, Deltares en RWS Waterdienst

Doorontwikkeling KRW-Verkenner. Bijeenkomst voor de waterschappen, georganiseerd door STOWA, DGW, Deltares en RWS Waterdienst Doorontwikkeling KRW-Verkenner Bijeenkomst voor de waterschappen, georganiseerd door STOWA, DGW, Deltares en RWS Waterdienst 14 april 2009 Programma 13.00u: 13.05u: 13.20u: 13.50u: 14.00u: 14.30u: 15.15u:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 21 501-08 Milieuraad Nr. 469 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Broeikasgasemissies in Nederland,

Broeikasgasemissies in Nederland, Indicator 4 juni 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen

Nadere informatie

klimaatatelier voor de raad van Rheden

klimaatatelier voor de raad van Rheden klimaatatelier voor de raad van Rheden 11 november 2015 Beeldverslag door GrondRR foto 1 foto 2 foto 3 foto 4 foto 5 foto 6 De gemeente Rheden is bezig met het opstellen van een ruimtelijke klimaatagenda.

Nadere informatie

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE MANAGEMENT & BESTUURSONDERSTEUNING DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING VERSIE 3 APRIL 2017

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE MANAGEMENT & BESTUURSONDERSTEUNING DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING VERSIE 3 APRIL 2017 Directeur bedrijfsvoering Doel Zorgdragen voor de beleidsontwikkeling en, na vaststelling van het te voeren beleid door anderen, voor beleidsimplementatie en -evaluatie van (deel)processen in de bedrijfsvoering

Nadere informatie

De gebruikte modellen en het rekenschema. Een integrale uitwerking van de thema s uit de leefomgeving

De gebruikte modellen en het rekenschema. Een integrale uitwerking van de thema s uit de leefomgeving Bijlage H 4 Bijlage 1 De gebruikte modellen en het rekenschema Een integrale uitwerking van de thema s uit de leefomgeving De ontwikkelingen, knelpunten en dilemma s die samenhangen met onze fysieke leefomgeving

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

R Land e bouw sultaten per thema

R Land e bouw sultaten per thema Resultaten Landbouwper thema H 5.1 Resultaten per thema Resultaten per thema De ontwikkelingen, knelpunten en dilemma s die samenhangen met onze fysieke leefomgeving worden in deze studie uitgewerkt aan

Nadere informatie

Monitor Landschap: naar een landsdekkend systeem. Advies bij de verkenning monitor landschap. Advies Monitor Landschap: naar een landsdekkend systeem

Monitor Landschap: naar een landsdekkend systeem. Advies bij de verkenning monitor landschap. Advies Monitor Landschap: naar een landsdekkend systeem Monitor Landschap: naar een landsdekkend systeem Advies bij de verkenning monitor landschap Advies Monitor Landschap: naar een landsdekkend systeem 2 1. Inleiding 2. Relatie met het huidige rijksbeleid

Nadere informatie

Arbo- en Milieudeskundige

Arbo- en Milieudeskundige Arbo- en Milieudeskundige Doel Ontwikkelen van beleid, adviseren, ondersteunen en begeleiden van management, medewerkers en studenten, alsmede bijdragen aan de handhaving van wet- en regelgeving, binnen

Nadere informatie

Structurele samenwerking tussen kennis en beleid: een WRR-perspectief

Structurele samenwerking tussen kennis en beleid: een WRR-perspectief Structurele samenwerking tussen kennis en beleid: een WRR-perspectief Functies en taken WRR Functies: 1. het denken voor en over beleid 2. het wetenschappelijk onderzoeken 3. het uitdragen van kennis en

Nadere informatie

Vermestende depositie,

Vermestende depositie, Indicator 4 juni 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De depositie van vermestende stoffen

Nadere informatie

Pilot Omgevingsvisie Nijmegen Green City

Pilot Omgevingsvisie Nijmegen Green City Pilot Omgevingsvisie Nijmegen Green City De Omgevingswet meer ruimte voor initiatief Huidige omgevingsrecht: opeenstapeling van wetten, regels en procedures Onzekerheid en onduidelijkheid bij initiatiefnemers

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland ` Voordracht Haarlem, Onderwerp: Kaderstelling Europabeleid door Provinciale Staten Inleiding Op 11 juni 2007 jl. is door de commissie FEPO de werkgroep Europa ingesteld.

Nadere informatie

Wettelijk kader voor adaptatiemaatregelen

Wettelijk kader voor adaptatiemaatregelen Wettelijk kader voor adaptatiemaatregelen bij kustverdediging Workshop Kustverdediging, visserij en toerisme : klimaatadaptatie warm aanbevolen?, Bredene 25 mei 2011 Overzicht 1. Internationaal adaptatiebeleid

Nadere informatie

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk?

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk? Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk? Conclusie Er zijn veel ontwikkelingen in het natuurbeleid sinds 2010 Er zijn aanpassingen doorgevoerd of noodzakelijk Natuurbeleid in

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG. Geachte mevrouw Arib,

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG. Geachte mevrouw Arib, Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070-342 43 44 E voorlichting@rekenkamer.nl W www.rekenkamer.nl D A T U M 20 december

Nadere informatie

Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie

Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie; mededeling bij

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directie Europese en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen.

Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen. Open klimaatlezingen 2009 Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen. Hans Bruyninckx De eerste stappen in internationaal klimaatbeleid 1979: 1ste World Climate Conference

Nadere informatie

Externe Voortgangsrapportage Werkprogramma 2005

Externe Voortgangsrapportage Werkprogramma 2005 Rapport 500030001 Externe Voortgangsrapportage Werkprogramma 2005 Januari April 2005 MNP, Postbus 303, 3720 AH Bilthoven, telefoon: 030-274 274 5; www.mnp.nl Milieu- en Natuurplanbureau pag. 2 van 26 Milieu-

Nadere informatie

Voorstel voor nieuwe verordening

Voorstel voor nieuwe verordening Voorstel voor nieuwe verordening LIFE-programma 2014-20202020 EU financiering voor milieu en klimaatactie Publ. 12 December 2011 Structuur van presentatie 1. Context 2. Doelstellingen 3. Structuur 4. Typen

Nadere informatie

Scenariobenadering Sport Toekomstverkenning

Scenariobenadering Sport Toekomstverkenning Scenariobenadering Sport Toekomstverkenning Om te komen tot een (wetenschappelijk) gefundeerde toekomstverkenning voor de Sport passen we een scenariobenadering toe. In zo n benadering worden alle stappen

Nadere informatie

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202 Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202 Doel Zorgdragen voor de vorming van beleid voor de eigen functionele discipline, alsmede zorgdragen voor de organisatorische en personele aansturing van een of

Nadere informatie

Plan van aanpak uitwerking gebiedsgerichte risicobenadering of MLV

Plan van aanpak uitwerking gebiedsgerichte risicobenadering of MLV memo Opdrachtgever: DPNH, DPV, STOWA Plan van aanpak uitwerking gebiedsgerichte risicobenadering of MLV Voorstel voor uitwerking in de regionale deltaprogramma s Auteurs: B. Kolen (HKV) R. Ruijtenberg

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 15 februari 2018 U Lbr. 18/004. Stand van zaken Interbestuurlijk Programma.

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 15 februari 2018 U Lbr. 18/004. Stand van zaken Interbestuurlijk Programma. Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 15 februari 2018 Ons kenmerk COS/U201800112 Lbr. 18/004 Telefoon 070 373 83 93 Bijlage(n) 1 Onderwerp Stand van zaken Interbestuurlijk Programma Samenvatting

Nadere informatie

Klimaatbeleid na Kyoto

Klimaatbeleid na Kyoto Klimaatbeleid na Kyoto Martin Scheepers ECN Beleidsstudies Euroforum CO 2 -Reductie Scheveningen, 27 september 2006 www.ecn.nl Inhoud 1. Wat is nodig voor effectief klimaatbeleid? 2. Wat is er veranderd

Nadere informatie

Rapport 500070002/2006 Externe voortgangsrapportage Werkprogramma 2006 Januari - april

Rapport 500070002/2006 Externe voortgangsrapportage Werkprogramma 2006 Januari - april Rapport 500070002/2006 Externe voortgangsrapportage Werkprogramma 2006 Januari - april Contact: G.J. (Gert) Eggink Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) Gert.Eggink@mnp.nl MNP, Postbus 303, 3720 AH Bilthoven,

Nadere informatie

Agendapunt 6: Op weg naar KP8

Agendapunt 6: Op weg naar KP8 Agendapunt 6: Op weg naar KP8 Consultatie ten behoeve van de Nederlandse inzetbepaling Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap Waar staan we KP6 is afgerond (2002-2006) Document: Evaluatie achteraf

Nadere informatie

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012 Rekenkamercommissie Onderzoekprogramma vanaf 2012 1. Inleiding De gemeenteraad van Brummen heeft een Rekenkamercommissie. De Rekenkamercommissie voert onderzoeken uit betrekking hebbende op de doelmatigheid,

Nadere informatie

Onderzoeksplan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018

Onderzoeksplan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018 splan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018 Gemeente Groningen Oktober 2017-1 - 1. Algemeen Op grond van artikel 213a Gemeentewet moet ons college periodiek onderzoek doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid

Nadere informatie

AERIUS. Christiaan Langezaal Mark Wilmot. Ministerie van EL&I Programma Directie Natura 2000 Programma Stikstof (PAS)

AERIUS. Christiaan Langezaal Mark Wilmot. Ministerie van EL&I Programma Directie Natura 2000 Programma Stikstof (PAS) AERIUS Christiaan Langezaal Mark Wilmot Ministerie van EL&I Programma Directie Natura 2000 Programma Stikstof (PAS) m.j.wilmot@mineleni.nl @AERIUSapp Introductie Ervaring is vaak belangrijker dan kennis

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Wijdemeren

Rekenkamercommissie Wijdemeren Rekenkamercommissie Wijdemeren Protocol voor het uitvoeren van onderzoek 1. Opstellen onderzoeksopdracht De in het werkprogramma beschreven onderzoeksonderwerpen worden verder uitgewerkt in de vorm van

Nadere informatie

INHOUD. Werkwijze maken PRODOC. Strategie & Begeleidende Principes. Inhoud PRODOC

INHOUD. Werkwijze maken PRODOC. Strategie & Begeleidende Principes. Inhoud PRODOC INHOUD Werkwijze maken PRODOC Strategie & Begeleidende Principes Inhoud PRODOC WERKWIJZE MAKEN PRODOC Internationale (Fabien Monteils) & Nationale Consultant (Lisa Best) Kader Studie (Terms of Reference/ToR)

Nadere informatie

Begrenzing van het Natuurnetwerk en de Natura 2000-gebieden

Begrenzing van het Natuurnetwerk en de Natura 2000-gebieden Begrenzing van het Natuurnetwerk en de Natura 2000-gebieden Indicator 26 september 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

STRATAEGOS CONSULTING

STRATAEGOS CONSULTING STRATAEGOS CONSULTING EXECUTIE CONSULTING STRATAEGOS.COM WELKOM EXECUTIE CONSULTING WELKOM BIJ STRATAEGOS CONSULTING Strataegos Consulting is een strategie consultancy met speciale focus op strategie executie.

Nadere informatie

Managementsamenvatting

Managementsamenvatting Managementsamenvatting Erasmus Universiteit Rotterdam: CSR paper De route naar Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in algemene ziekenhuizen. De strategische verankering van MVO in de dagelijkse activiteiten

Nadere informatie

Aardrijkskunde inhouden (PO-havo/vwo)

Aardrijkskunde inhouden (PO-havo/vwo) Aardrijkskunde inhouden (PO-havo/vwo) Sectoren kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden Kernen 1. Burgerschap 36: hoofdzak de Nederlandse

Nadere informatie

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board n.v.t.

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board n.v.t. Fiche 6: Mededeling Nieuwe EU Consensus on Development 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Communication from the Commission to the European Parliament, the Council, the European Economic and Social

Nadere informatie

Programma van Eisen - Beheerplannen

Programma van Eisen - Beheerplannen Programma van Eisen - Beheerplannen Eisen voor de inhoud Inventarisatie 1. Het beheerplan geeft allereerst een beschrijving van de natuurwaarden in het Natura 2000-gebied (de actuele situatie en trends,

Nadere informatie

SETIS VOOR EEN KOOLSTOFARME TOEKOMST

SETIS VOOR EEN KOOLSTOFARME TOEKOMST E u r o p e s e Commissie INFORMATIESYSTEEM VOOR STRATEGISCHE ENERGIETECHNOLOGIEËN SETIS VOOR EEN KOOLSTOFARME TOEKOMST http://setis.ec.europa.eu Europese Commissie Informatiesysteem voor strategische

Nadere informatie

ASN Bank Issuepaper. Staatsobligaties

ASN Bank Issuepaper. Staatsobligaties ASN Bank Issuepaper Staatsobligaties ASN Bank Issuepaper Staatsobligaties november 2012 2 A Samenvatting In deze ASN Bank Issuepaper Staatsobligaties komen aan bod: A Samenvatting B Inleiding C Selectiecriteria

Nadere informatie

BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES

BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES 26 APRIL 2006 CONTEXT EN AANLEIDING Sinds maart 2003 is de Wet dualisering provinciebestuur van kracht. Mede in dit kader heeft het Presidium van

Nadere informatie

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020. Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020. Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020 Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding Wil Zuidoost-Nederland als top innovatie regio in de wereld meetellen, dan zal er voldoende en goed

Nadere informatie

Beschikbaarheid openbaar groen binnen 500 meter van de woning in nieuwbouwwijken,

Beschikbaarheid openbaar groen binnen 500 meter van de woning in nieuwbouwwijken, Beschikbaarheid openbaar groen binnen 500 meter van de woning in nieuwbouwwijken, 2001-2006 Indicator 20 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie

Nadere informatie

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie Regionale Energie Strategie Regionaal samenwerken voor realisatie van de Klimaatopgave Een historische opgave Om de opwarming van de aarde te beteugelen, zijn drastische maatregelen nodig. Dit jaar wordt

Nadere informatie

Basisgegevens. Algemene karakteristieken

Basisgegevens. Algemene karakteristieken Basisgegevens Functiebenaming: Beleidsmedewerker Dienstonderdeel/post: Ambassade Washington Functieniveau: 09 Aantal uren: Min/Max AO 2040 uur per week Formatieplaatsnr: bovenformatief (tijdelijke functie

Nadere informatie

Statenmededeling. Implementatie Wet natuurbescherming: uitgangspunten voor Verordening natuurbescherming. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant,

Statenmededeling. Implementatie Wet natuurbescherming: uitgangspunten voor Verordening natuurbescherming. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Statenmededeling Onderwerp Implementatie Wet natuurbescherming: uitgangspunten voor Verordening natuurbescherming PS: 4045048 Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van De uitgangspunten

Nadere informatie

EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa

EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa DEFINITIE, DOELSTELLINGEN EN VOORDELEN VAN EIR De Evaluatie uitvoering milieubeleid (EIR)

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 30 825 Ecologische hoofdstructuur 29 717 Plattelandsontwikkelingsprogramma Nr. 63 Verslag van de Rapporteurs Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 9 november 2010 De vaste

Nadere informatie

AuditchArter VAn het AGentSchAp Audit VLAAnderen 1 / 9

AuditchArter VAn het AGentSchAp Audit VLAAnderen 1 / 9 Auditcharter Van HET AGENTSChap AUDIT VLAANDEREN 1 / 9 Inhoudsopgave MISSIE VAN HET AGENTSCHAP AUDIT VLAANDEREN... 3 ONAFHANKELIJKHEID... 4 OBJECTIVITEIT EN BEKWAAMHEID... 5 KWALITEIT VAN DE AUDITWERKZAAMHEDEN...

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro en Directie en Biodiversiteit Bezoekadres Bezuidenhoutseweg

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de energievoorziening,

Emissies naar lucht door de energievoorziening, Indicator 29 april 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van een aantal belangrijke

Nadere informatie

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie Regionale Energie Strategie Regionaal samenwerken voor realisatie van de Klimaatopgave Een historische opgave Om de opwarming van de aarde te beteugelen, zijn drastische maatregelen nodig. Dit jaar wordt

Nadere informatie

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2019 (OR. en) 10997/19 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 8 juli 2019 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 9233/19 Betreft:

Nadere informatie