Hoe verder met de voor- en vroegschoolse educatie? Uitkomsten van een meta-analyse naar effecten op de ontwikkeling van kinderen
|
|
- Lander Janssen
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Ruben Fukkink, Lisanne Jilink & Ron Oostdam Hoe verder met de voor- en vroegschoolse educatie? Uitkomsten van een meta-analyse naar effecten op de ontwikkeling van kinderen SAMENVATTING Een meta-analyse, gebaseerd op effectstudies uitgevoerd in de periode , laat zien dat de opbrengsten van de voor- en vroegschoolse educatie in Nederland tegenvallen. Het gemiddelde effect is volgens wetenschappelijke maatstaven kleiner dan klein. De resultaten van de effectstudies laten bovendien een zeer consistent patroon zien voor de verschillende uitkomstdomeinen (taal, rekenen, cognitie algemeen en sociaal-emotioneel). Dit teleurstellende resultaat, zoals dat naar voren komt in quasi-experimenteel onderzoek, betekent dat het voor de ontwikkeling van kinderen geen wezenlijk verschil maakt of ze wel of niet hebben deelgenomen aan een programma voor de voor- en vroegschoolse educatie. Een grondige herbezinning op het huidige beleid en de besteding van beschikbare middelen lijkt daarom noodzakelijk met het oog op de toekomst. Door het ontbreken van een overzicht van alle Nederlandse effectstudies op het terrein van vve, waren vragen over de algemene effectiviteit niet goed te beantwoorden. Om in die leemte te voorzien, is een meta-analyse uitgevoerd ( ) met als centrale vraagstelling: Wat is het effect van de Nederlandse voor- en vroegschoolse educatie op de cognitieve prestaties en het sociaal-emotioneel functioneren voor jonge kinderen, vergeleken met de reguliere kinderopvang en kleutergroepen? 1 Inleiding Verschillende studies in de Verenigde Staten hebben laten zien dat investeren in het jonge kind loont (zie bijvoorbeeld Heckman, 2006) en dat early childhood education and care een positief effect kan hebben op de ontwikkeling van kinderen (Blok, Fukkink, Gebhardt & Leseman, 2005; Burger, 2010; Camilli, Vargas, Ryan & Barnett, 2010; Gorey, 2001; Nelson, Westhues & MacLeod, 2003; Nores & Barnett, 2010; Pianta, Barnett, Burchinal & Thornburg, 2009). Op grond van deze bevindingen zijn ook in Nederland programma s voor de voor- en vroegschoolse educatie (vve) ontwikkeld en geïmplementeerd die zich richten op de ontwikkeling van kinderen uit achterstandssituaties. Programma s als Piramide en Kaleidoscoop werden als eerste ingevoerd, later gevolgd door Startblokken-Basisontwikkeling en diverse andere programma s. Bij de invoering van de eerste vve-programma s in Nederland zijn evaluatiestudies gedaan naar effecten op kindniveau. Daarbij is gekeken naar de ontwikkeling van de taalvaardigheid, rekenvaardigheid, algemene cognitieve ontwikkeling, en de 203 Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 55 (2016)
2 sociaal-emotionele ontwikkeling op school. In de eerste studies zijn dergelijke effecten onderzocht in kleinschalige quasi-experimentele opzetten waarbij kinderen uit de vve-groepen en een vergelijkingsgroep zijn gevolgd van de peuter- tot en met de kleuterleeftijd (een zogenaamde prospectieve onderzoeksopzet). Later zijn de effecten van de vve ook geëvalueerd op basis van grootschalige, landelijke bestanden uit onderwijsonderzoek. In deze grootschalige studies zijn de effecten geëvalueerd door leerprestaties van kinderen in het basisonderwijs te relateren aan hun voor- en vroegschoolse activiteiten die bij intrede in de basisschool zijn bevraagd bij de ouders (een zogenaamde retrospectieve onderzoeksopzet). Door het ontbreken van een overzicht van alle Nederlandse effectstudies op het terrein van vve, waren vragen over de algemene effectiviteit niet goed te beantwoorden. Om in die leemte te voorzien, is een meta-analyse uitgevoerd (Fukkink, Jilink & Oostdam, 2015) met als centrale vraagstelling: Wat is het effect van de Nederlandse voor- en vroegschoolse educatie op de cognitieve prestaties en het sociaal-emotioneel functioneren voor jonge kinderen, vergeleken met de reguliere kinderopvang en kleutergroepen? Bij het beantwoorden van deze vraag gaat het primair om het in kaart brengen van de toegevoegde waarde van de vve op de ontwikkeling van jonge kinderen. Daarnaast is onderzocht welke variabelen de effecten van Nederlandse vve-programma s modereren: Welke kenmerken van de uitgevoerde onderzoeken hangen samen met de gerapporteerde effecten op kindniveau? Voor het beantwoorden van deze vraag wordt gekeken naar specifieke aspecten van de gehanteerde onderzoeksopzet in de verschillende studies. 2 Onderzoeksmethode Er is begonnen met een breed opgezette literatuursearch in enkele elektronische catalogi. Aanvullend zijn overzichtsartikelen van Nederlandse of Europese studies geraadpleegd (Burger, 2010; Leseman & Slot, 2014; Mulder & Meijnen, 2013; Van der Leij & Leseman, 2004). In een tweede ronde is met behulp van de zogenaamde sneeuwbalmethode gezocht naar relevante studies door de literatuurlijsten van alle geïnventariseerde artikelen door te nemen. Ook zijn de elektronische catalogi nogmaals doorzocht op namen van Nederlandse auteurs die naar voren kwamen bij de eerste thematische search. Daarnaast zijn onderzoekers uit persoonlijke netwerken gecontacteerd met de vraag of het overzicht met studies een compleet beeld geeft. Voor het onderzoek zijn uiteindelijk alle publicaties geselecteerd die voldeden aan de volgende drie criteria: 1 er wordt gerapporteerd over een effectstudie; 2 het onderzoek heeft plaatsgevonden in de Nederlandse context; 3 het betreft een vve-centrumprogramma of een combinatie van zowel een centrum- als een thuisprogramma. Na het scannen van titels en abstracts bleven er 14 publicaties over die voldeden aan alle drie de criteria. In deze publicaties wordt verslag gedaan van in totaal 11 afzonderlijke studies met 21 verschillende deelstudies waarin de effecten van een vve-programma op de ontwikkeling van kinderen zijn onderzocht. Engelstalige rapportages op basis van hetzelfde onderzoek in een Nederlandstalig rapport of artikel zijn hierbij niet dubbel geteld. Bij studies die rapporteren over verschillende cohorten en/of verschillende experimentele groepen zijn de deelstudies steeds apart geanalyseerd. 204
3 2.1 Codering Alle gevonden (deel)studies zijn gecodeerd met een uitgebreid codeerschema voor de inhoudelijke kenmerken van de vve-programma s en de methodologische kenmerken van het onderzoek. Getracht is zo diverse kenmerken van de uitgevoerde effectstudies in kaart te brengen, zoals de structurele kwaliteit (bijvoorbeeld groepsgrootte, leidster-kind ratio, werkervaring, leeftijd en opleiding van de staf in de peuterspeelzaal en/of kleuterklas), de implementatie van de programma s (bijvoorbeeld de totale duur van het programma, de intensiteit, de getrouwheid qua uitvoering), en de proceskwaliteit (bijvoorbeeld de kwaliteit van de interacties tussen staf en kinderen en de betrokkenheid van de kinderen). Voor elke studie is tevens bepaald in welke periode de data zijn verzameld en in welk jaar er is gepubliceerd. Ook is gecodeerd of het onderzoeksverslag is gepubliceerd als rapport of als wetenschappelijk artikel. Voor elke interventie is aangegeven of deze lokaal is uitgevoerd of in een bredere regio of landelijke context. Ook is - waar mogelijk - aangegeven welke programma s zijn geëvalueerd en of er sprake is van alleen een voorschools of vroegschools traject of een combinatie daarvan. Voor de steekproef zijn, waar mogelijk, de volgende aspecten van de onderzoekspopulatie gecodeerd (apart voor de experimentele en de vergelijkingsgroep): leeftijd van de kinderen; het percentage meisjes/jongens, etnische achtergrond, thuistaal en opleidingsniveau van de ouders. Qua methodologische aspecten is geanalyseerd of er sprake is van een retrospectieve studie (een studie waarin de effecten van de vve zijn onderzocht op basis van gegevens die zijn verzameld na de voor- en vroegschoolse periode) of een quasiexperimentele prospectieve studie (een studie waarin kinderen zijn gevolgd vanaf de voor- en vroegschoolse periode). Daarnaast zijn aspecten gecodeerd als: wel of geen voormeting, nameting en/of follow-up; wel of niet random toewijzing van kinderen aan condities; het aantal kinderen bij begin en eind van de studie. Per uitkomstmaat is geanalyseerd op welk domein de maat betrekking heeft (taal, rekenen, cognitie algemeen, sociaal-emotioneel). Ook is nagegaan of de gerapporteerde statistische gegevens wel of niet zijn gecorrigeerd voor verschillen tussen de vve- en de vergelijkingsgroep. Ten slotte is de periode van de meting (voor- of vroegschool) bepaald en de periode tussen afloop van het vve-programma en de meting. 2.2 Analyses Voor elke uitkomstmaat op kindniveau is de grootte van het experimentele effect bepaald met behulp van de effectmaat Cohen s d. Een waarde van 0.20 geldt als klein, een waarde rond de.50 als middelmatig en waarden rond de 0.80 en daarboven als groot. De eenheid van analyse is de gerapporteerde effectgrootte per uitkomstmaat. De effectgroottes zijn berekend op basis van de gerapporteerde gemiddelden en standaarddeviaties, toetsgrootheden, of ze zijn overgenomen uit het verslag. In totaal zijn er 165 uitkomstmaten in kaart gebracht, verdeeld over het taaldomein (46), het rekendomein (26), cognitie algemeen (18), en het sociaalemotionele domein (75). In een aantal studies werd wel gerapporteerd dat het vveprogramma geen statistisch significante effecten opleverde, maar werden de statistische gegevens die nodig zijn voor het bepalen van een effectgrootte niet vermeld. Omdat weglating van deze niet-significante uitkomsten tot een serieuze bias kan leiden, is ervoor gekozen om in deze gevallen een geschatte effectgrootte van nul in te voeren. Dit is uiteindelijk gedaan voor 36 van de in totaal 165 uitkomstmaten. De experimentele effecten zijn geaggregeerd, zowel afzonderlijk voor de vier uitkomstdomeinen (taal, rekenen, cognitie algemeen en sociaal-emotioneel) als over- 205
4 all om de toegevoegde waarde van de vve op de ontwikkeling van jonge kinderen in kaart te brengen (eerste onderzoeksvraag). Dit is gedaan met behulp van een multi-level random effects -model, dat recht doet aan de hiërarchische structuur van de data. Daarnaast is geanalyseerd of de experimentele effecten worden gemodereerd door methodologische of inhoudelijke kenmerken van de studies (tweede onderzoeksvraag). 3 Resultaten Wanneer gekeken wordt naar de effecten van vve op de ontwikkeling van jonge kinderen dan laten de resultaten van de meta-analyse een teleurstellend beeld zien. Het ongewogen gemiddelde van de 165 effectgroottes is 0.09 en ligt dicht tegen nul aan (zie Figuur 1). Driekwart van de effectgroottes ligt tussen 0 en In die gevallen is er dus sprake van geen effect of een zeer klein effect volgens de vuistregels van Cohen (1988). Er is weliswaar enige spreiding in de gevonden effectgroottes, maar de meeste waarden liggen rond de nul Frequentie ,0000 -,8000 -,6000 -,4000 -,2000,0000,2000,4000,6000,8000 1,0000 1,2000 Effectgrootte Figuur 1 Verdeling van gerapporteerde effecten van Nederlandse vve-programma s Het gemiddelde van alle 165 effectgroottes verandert nauwelijks in een additionele analyse van de data na weglating van de geïmputeerde (nul)scores. Het geaggregeerde effect is nu (se = 0.081) in plaats van (se = 0.029), een verwaarloosbaar verschil van Ook na statistische correctie van ruwe effectgroottes die niet zijn gecorrigeerd voor achtergrondverschillen tussen de vve- en vergelijkingsgroep (6% van de effectgroottes), blijft het gemiddelde effect in de buurt van nul. Een uitsplitsing van de effecten voor de verschillende domeinen laat een vergelijkbaar beeld zien. De geaggregeerde effectgroottes voor de domeinen taal, rekenen, cognitie algemeen en sociaal-emotioneel zijn kleiner dan klein (zie voor een overzicht Tabel 1). 206
5 Tabel 1 Effectgroottes (en standaardfout) van vve-programma s per domein en overall Taal Rekenen Cognitie- Algemeen Sociaal-emotioneel K (effectgroottes) Totaal 165 Effectgrootte (0.041) (0.058) (0.088) (0.036) (0.029) Random effects Studieniveau (.008) (0.015) (0.020) (0.036) (0.004) Deelstudie-niveau (0.000) (0.000) (0.016) (0.001) (0.001) Als nader gekeken wordt naar kenmerken van de uitgevoerde onderzoeken die samenhangen met de gerapporteerde effecten op kindniveau dan vallen twee zaken op. In de eerste plaats is het jaar waarin een studie is verschenen een voorspeller van de gevonden effecten van de vve: in meer recent verschenen publicaties worden kleinere effecten gerapporteerd dan in publicaties van eerdere datum. De afname (van gemiddeld standaarddeviatie per jaar) in de periode vanaf 2000 tot en met 2014 is klein, maar wel systematisch van aard. Een tweede voorspeller van methodologische aard is de eventuele correctie van de statistische gegevens voor achtergrondkenmerken tussen de vve-groep en de vergelijkingsgroep. Niet gecorrigeerde effectgroottes zijn gemiddeld kleiner (zie verder Fukkink, Jilink & Oostdam, 2015). Al met al geven de tegenvallende resultaten van deze meta-analyse opnieuw steun aan het toenemende besef dat het gevoerde vve-beleid van de afgelopen jaren niet het gewenste fundament heeft opgeleverd waarop we met vertrouwen verder kunnen bouwen. Regelmatig wordt gewezen op de problematiek van het huidige complexe stelsel met diverse voorzieningen die samen leiden tot een gesegregeerde en ondoorzichtige praktijk 4 Discussie Het resultaat van deze meta-analyse laat zien dat het gemiddelde effect van de vve in Nederland kleiner dan klein is en volgens statistische maatstaven zelfs niet significant afwijkt van nul. Dit betekent dat het voor de ontwikkeling van jonge kinderen op cognitief noch op sociaal-emotioneel vlak, geen wezenlijk verschil maakt of ze hebben deelgenomen aan een vve-programma, vergeleken met deelname aan de reguliere kinderopvang en de reguliere kleutergroepen. Het in deze meta-analyse gevonden resultaat heeft betrekking op ruim kinderen en in totaal zo n 62,5 miljoen uren voor- en vroegschoolse educatie (uitgaande van een gemiddelde ruwe schatting van 2500 uur per kind). Het gevonden resultaat is bovendien robuust en laat een consistent patroon zien voor de verschillende uitkomstdomeinen, in verschillende onderzoeksopzetten, in verschillende periodes van vve-beleid, en in publicaties van verschillende onderzoekers. Opmerkelijk is dat de effectgroottes van uitgevoerde onderzoeken in de periode vanaf de eeuwwisseling licht afnemen. Een sluitende verklaring voor dit verschijnsel is lastig te geven. Wellicht was de toegevoegde waarde van de vve nog relatief groot 207
6 208 toen de eerste programma s werden geïmplementeerd, maar is deze hierna geslonken doordat de reguliere kinderopvang en kleuterklassen steeds opbrengstgerichter zijn gaan werken. De waargenomen dalende trend is in ieder geval niet goed te rijmen met de veronderstelling dat allerlei aanpassingen in het beleid na 2000 de vve sterk hebben verbeterd. De teleurstellende uitkomst van deze meta-analyse staat in schril contrast tot succesvolle interventies in het buitenland, zoals de eerste early intervention -studies uit de Verenigde Staten, waarnaar regelmatig wordt verwezen in de Nederlandse discussie. In meta-analytische studies naar vve-programma s in het buitenland worden effectgroottes gerapporteerd die liggen in de range van small tot medium (zie Blok et al., 2005; Burger, 2010; Camilli et al., 2010; Gorey, 2001; Nelson et al., 2003; Nores & Barnett, 2010; Pianta et al., 2009). Uitgaand van een klein tot middelgroot effect (oftewel een effect van d = 0.35), is het gemiddelde effect van de vve op de ontwikkeling van jonge kinderen in Nederland 13 maal kleiner dan in buitenlandse studies. Wanneer de programma s in Nederland worden vergeleken met het buitenland dan zijn er soms grote verschillen. Zonder deze verschillen uitputtend te benoemen, is het duidelijk dat de Nederlandse vve-programma s minder intensief zijn dan de eerste early intervention -programma s, die vaak een center-based -aanpak combineerden met een home-based -aanpak. Andersom lijkt de Nederlandse controlegroep in een betere uitgangspositie te verkeren dan veel gezinnen uit de eerste Amerikaanse studies. In die zin is de marge voor succes van de vve in Nederland veel smaller dan in de Amerikaanse situatie. Een directe toepassing van de inspirerende Heckman-hypothese (Heckman, 2006) - en de daarmee verbonden Amerikaanse effectstudies - is in de huidige Nederlandse context eigenlijk niet goed mogelijk en resulteert bovendien in te hoge verwachtingen. Het tegenvallende resultaat van deze meta-analyse sluit wel goed aan op de uitkomsten van de review van Camilli en collega s (2010), waarin studies naar de effecten van een speciaal voorschools programma zijn afgezet tegen een vergelijkingsgroep zonder interventie en een vergelijkingsgroep met een alternatief curriculum. De gerapporteerde effecten van een speciaal voorschools programma in vergelijking met een alternatief programma zijn praktisch nul op zowel het cognitieve als het sociaalemotionele vlak. Net als het resultaat van de onderhavige meta-analyse lijkt de review van Camilli en collega s in eenzelfde richting te wijzen: specifieke programma s gericht op de bestrijding van achterstanden laten onvoldoende toegevoegde waarde zien ten opzichte van de reguliere praktijk voor de ontwikkeling van jonge kinderen. Vanuit dit perspectief kunnen de nul-effecten van vve op twee manieren worden beschouwd. Enerzijds kan men teleurgesteld concluderen dat vve niet leidt tot superieure resultaten, anderzijds kan men ook met een positieve blik kijken naar de reguliere kinderopvang en kleuterklassen. Recent peilingsonderzoek heeft duidelijk gemaakt dat het verschil in pedagogische proceskwaliteit tussen peuterspeelzalen en kleutergroepen die met een regulier dan wel een vve-programma werken klein is. Er is wel een licht verschil ten gunste van de vve-groepen als het gaat om instructiekwaliteit, maar zowel de reguliere kinderopvang als de vve-groepen scoren een onvoldoende op dit onderdeel. Dit geldt voor de stimulering van de taalontwikkeling, alsook voor de ontluikende geletterdheid en rekenvaardigheid (zie Veen et al., 2014). Dit is opvallend, omdat er juist een sterker verschil ten gunste van de vve-conditie had mogen worden verwacht, gelet op de vele investeringen van de afgelopen jaren. Recente reviewstudies laten zien dat een verbetering van de pedagogische proceskwaliteit hand in hand gaat met een positieve ontwikkeling van het jonge kind op
7 het cognitieve en sociaal-emotionele vlak (Egert, 2015; Fukkink & Lont, 2007). Dit onderstreept dat een interventie eerst moet leiden tot een significante verhoging van de proceskwaliteit op de groep voordat gunstige effecten op de ontwikkeling van kinderen mogen worden verwacht. De meta-analyse van Egert (2015) wijst bovendien uit dat de pedagogische proceskwaliteit fors beter moet zijn voordat deze zich vertaalt in gunstige effecten op de ontwikkeling van kinderen. Het verschil in proceskwaliteit tussen vve en reguliere groepen in Nederland is feitelijk gewoon te klein om serieuze effecten te mogen verwachten op de ontwikkeling van kinderen. Dit roept de kritische vraag op of in de vve in Nederland wel voldoende wordt ingezet op effectieve interventies zoals gerichte, evidence-based trainingen (Egert, 2015; Fukkink, 2014; Werner, Linting, Vermeer & Van IJzendoorn, 2015). Feit is dat geen van de Nederlandse vve-programma s evidence-based is volgens de landelijke criteria voor jeugdinterventies (zie de Databank Effectieve Interventies) en hetzelfde geldt voor de vve-trainingsprogramma s. De programma s zijn wel theoretisch onderbouwd, maar niet bewezen effectief. Dit is betreurenswaardig omdat experimenteel onderzoek naar leidster- en leerkrachttrainingen bij early childhood education and care laat zien dat goede trainingen succesvol kunnen zijn, maar dat slechte trainingen nul-effecten kunnen opleveren en in voorkomende gevallen zelfs negatieve effecten (Egert, 2015; Fukkink & Lont, 2007). Al met al geven de tegenvallende resultaten van deze meta-analyse opnieuw steun aan het toenemende besef dat het gevoerde vve-beleid van de afgelopen jaren niet het gewenste fundament heeft opgeleverd waarop we met vertrouwen verder kunnen bouwen. Regelmatig wordt gewezen op de problematiek van het huidige complexe stelsel met diverse voorzieningen die samen leiden tot een gesegregeerde en ondoorzichtige praktijk. Organisaties als de PO-raad, het Landelijk Platform Peuterspeelzalen, de brancheorganisaties voor de kinderopvang, Welzijn en Maatschappelijke Ontwikkeling, en de Belangenvereniging voor Ouders in de Kinderopvang, hebben om die reden al eerder gepleit voor een ingrijpende wijziging van het huidige bestel en het opheffen van de schotten tussen het basisonderwijs, de kinderopvang, peuterspeelzalen en de buitenschoolse opvang. Meer en meer gaan stemmen op om te komen tot één basisvoorziening met een samenhangend dagarrangement voor kinderen, waarmee een basis wordt gelegd voor het jonge kind. Uitgangspunt van zo n integrale basisvoorziening of integraal kindcentrum is dat onderwijs, opvoeding en opvang, vanuit één visie, met één team en onder gezamenlijke leiding worden verzorgd (Doornenbal, 2012; Oostdam, Tavecchio, Huijbregts, Nøhr & Ex, 2014; Studulski, 2010; Taskforce Kinderopvang-Onderwijs, 2010). Centraal staat het aanbieden van een breed en uitdagend dagprogramma met aandacht voor het hele kind om versmalling van kinderopvang tot zorg en van onderwijs tot leren te overstijgen (zie voor verschillende visies Roetman & Schepers, 2011). Zoals uit de resultaten van onderzoek naar voren komt, is voor het succesvol stimuleren van de ontwikkeling van het jonge kind een adequate pedagogische proceskwaliteit van essentieel belang. In geval van een onvoldoende proceskwaliteit kunnen positieve effecten op leerlingniveau simpelweg niet zonder meer worden verwacht. Daarbij is het eveneens van belang om meer te differentiëren qua instructie, begeleiding en leermaterialen, zodat goed wordt ingespeeld op het leerproces en de ontwikkeling van het jonge kind. Resultaten uit (inter)nationaal onderzoek laten zien dat niet elk kind in gelijke mate ontvankelijk is voor programma s binnen de voor- en vroegschoolse educatie en dat het inspelen op individuele verschillen tussen kinde- 209
8 ren noodzakelijk is (Hamerslag, Oostdam & Tavecchio, 2015; McWayne, Fantuzzo & McDermott, 2000; McDermott, Watkins, Rovine & Rikoon, 2013; 2014; Tavecchio & Oostdam, 2013). Het inrichten van een basisvoorziening beoogt meer bij te dragen aan de ontwikkeling van alle kinderen door passende kinderopvang en passend onderwijs aan te bieden voor alle kinderen. Bovendien kan een dergelijke voorziening, met een goede balans tussen pedagogiek en onderwijs, een goed fundament bieden om met alle kinderen van jongs af aan te werken aan hun brede ontwikkeling. Met het oog op de toekomst moet misschien niet segregatie maar juist integratie van voorzieningen een sterke basis gaan vormen voor de brede ontwikkeling van jonge kinderen in Nederland. Dat vereist echter een ingrijpende herbezinning op het huidige vve-beleid en in het verlengde daarvan een herziene besteding van beschikbare middelen. NOOT Het complete onderzoeksrapport Met een blik op de toekomst: Een meta-analyse van de effecten van vve op de ontwikkeling van kinderen in Nederland is te downloaden via de website van het Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding van de Hogeschool van Amsterdam. Zie: - publicaties -. GERAADPLEEGDE LITERATUUR Zie hiervoor: - mei - Artikelen, Columns, Mededelingen. OVER DE AUTEURS Prof. dr. Ruben G. Fukkink is lector De pedagogische functie van onderwijs en opvoeding, bij het Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding van de Hogeschool van Amsterdam. Hij is tevens hoogleraar Kinderopvang en educatieve voorzieningen voor het jonge kind aan de Universiteit van Amsterdam. Lisanne Jilink, MSc, houdt zich binnen de Hogeschool van Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam bezig met verschillende onderzoeksprojecten op het gebied van kinderopvang (o.a. training van pedagogisch medewerkers en de beroepsopleiding). Daarnaast is zij medewerker onderzoek bij Bureau Kwaliteit Kinderopvang. Prof. dr. Ron J. Oostdam is hoogleraar-onderzoeksdirecteur van het Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding van de Hogeschool van Amsterdam. Hij is daar tevens lector Maatwerk in Leren en Instructie. Daarnaast is hij hoogleraar Onderwijsleerprocessen bij de Universiteit van Amsterdam. 210
MET EEN BLIK OP DE TOEKOMST
MET EEN BLIK OP DE TOEKOMST EEN META-ANALYSE VAN DE EFFECTEN VAN VVE OP DE ONTWIKKELING VAN KINDEREN IN NEDERLAND Ruben Fukkink, Lisanne Jilink & Ron Oostdam Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding Hogeschool
Nadere informatieOntwikkeling van kinderen en relatie met kwaliteit van voorschoolse instellingen
Ontwikkeling van kinderen en relatie met kwaliteit van voorschoolse instellingen Presentatie pre-cool cohortonderzoek Bijeenkomst G37 30 juni 2016 Annemiek Veen Pre-COOL cohortonderzoek Kohnstamm Instituut
Nadere informatieLoont VVE? Paul Leseman
Loont VVE? Paul Leseman Waar gaat VVE over? Extra kindplaatsen in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven voor kinderen die anders niet aan zo n voorziening zouden deelnemen. Verbetering van de structurele
Nadere informatieTussen de opvang en ontwikkeling van kinderen staan wetten in de weg en praktische bezwaren
Tussen de opvang en ontwikkeling van kinderen staan wetten in de weg en praktische bezwaren Presentatie voor de bijeenkomst Van nul tot twaalf in 2024; De toekomst van de kinderopvang en de relatie met
Nadere informatieFactsheet Pedagogische kwaliteit kinderopvang. Ruben Fukkink & Ellen van Reemst (2013)
Factsheet Pedagogische kwaliteit kinderopvang Ruben Fukkink & Ellen van Reemst (013) In deze factsheet zijn recente gegevens opgenomen over de pedagogische kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang. In
Nadere informatieDe inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg:
De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg: Een systematische review en meta-analyse van de uitkomsten van studies naar de effectiviteit van familienetwerkberaden Universiteit van Amsterdam, Forensische
Nadere informatieEFFECTEN VAN VIB EN VVE IN DE KINDEROPVANG
Kenniscentrum Onderwijs en Ontwikkeling Hogeschool van Amsterdam EFFECTEN VAN VIB EN VVE IN DE KINDEROPVANG Ruben Fukkink 1951: DE ALLEREERSTE VIDEO EFFECTEN VIDEO-FEEDBACK OP GEZINNEN 0,8 0,7 Meta-analyse
Nadere informatiePreview. Kwaliteit van VVE in de Kinderopvang. Pedagogische doelen. Wat is kwaliteit?
Kwaliteit van VVE in de Kinderopvang Preview Wat is kwaliteit? Stand van zaken anno 2009 Waarom VVE in de kinderopvang? Doelgroepen Professionalisering Kwaliteit van VVE: wat werkt? Wat voegt VVE toe?
Nadere informatieBijlage hoofdstuk 2. Trend: Stijging van de kwaliteit tov eerdere jaren. Veel variaties in kwaliteit, binnen en tussen instellingen
Bijlage hoofdstuk 2 8 januari 2016 Bijlage behorende bij hoofdstuk 2 van het SER advies Kindvoorzieningen: Evaluaties van (de kwaliteit van) Nederlandse kindvoorzieningen Fukkink et al. (2013); Veen et
Nadere informatieDe effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden
De effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden Mei 2011 Nederlandse samenvatting door TIER op 28 juni 2011 Dit overzicht beoordeelt
Nadere informatieSamenvatting. BurcIn Ünlü Ince. Recruiting and treating depression in ethnic minorities: the effects of online and offline psychotherapy
Samenvatting 194 Dit proefschrift start met een algemene inleiding in hoofdstuk 1 om een kader te scheppen voor de besproken artikelen. Migratie is een historisch fenomeen die vaak resulteert in verbeterde
Nadere informatieLiteratuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters
Literatuuronderzoek Systematische Review Meta-Analyse KEMTA Andrea Peeters Waarom doen? Presentatie 1. Begrippen systematische review en meta-analyse 2. Hoe te werk gaan bij het opzetten van een review
Nadere informatie04/04/2017. IntervenTOS Cohortstudie 219 kinderen met TOS Gevolgd in
Cohortstudie 219 kinderen met TOS Gevolgd in 2014-2015 Kwaliteitskenmerken van logopedie en speciaal en regulier onderwijs bij kleuters met TOS Gerda Bruinsma MSc Siméacongres Inzicht Uitzicht 6 april
Nadere informatieDeze brochure is een uitgave van het Programmabureau Onderwijs Bewijs in samenwerking met het Ministerie van OCW.
Deze brochure is een uitgave van het Programmabureau Onderwijs Bewijs in samenwerking met het Ministerie van OCW. Programmabureau Onderwijs Bewijs Agentschap NL Postbus 93144 2509 AC Den Haag onderwijsbewijs@agentschapnl.nl
Nadere informatieOntwikkelingen rond VVE in kort bestek
Ontwikkelingen rond VVE in kort bestek Inleiding De Voor- en Vroegschoolse Educatie en de daarmee te behalen opbrengsten in de ontwikkeling van kinderen staan volop in de belangstelling vanwege het maatschappelijk
Nadere informatie28 BELEID BESTUUR MANAGEMENT & PEDAGOGIEK IN DE KINDEROPVANG
De relatie tussen structurele en proceskwaliteit is geen lineaire relatie. Er wordt geen ondubbelzinnige ondersteuning gevonden voor de veronderstelling dat als er voldaan wordt aan de voorwaarden voor
Nadere informatieKinderen profiteren van trainingen. Kinderen profiteren van training pm ers
Bron: website Kinderopvang totaal d.d. 28 mei 2015 Kinderen profiteren van trainingen Zoals u misschien wel weet, zijn pedagogisch medewerkers nooit uitgeleerd. Maar hebben die trainingen zin? En hebben
Nadere informatieSamenvatting (Dutch summary)
Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.
Nadere informatieProfessionaliteit in de zorg voor de jeugd
Professionaliteit in de zorg voor de jeugd Professionals in de jeugdzorg Jo Hermanns Met de professionaliteit van de werkers in de jeugdzorg is weinig mis Hoog opleidingsniveau Aanvullende trainingen Werkbegeleiding/supervisie
Nadere informatieDe Akkers. Kwaliteitsonderzoek. vroegschoolse educatie
De Akkers Kwaliteitsonderzoek vroegschoolse educatie Datum vaststelling: 15 maart 2019 Samenvatting De inspectie heeft op 6 november 2018 een onderzoek uitgevoerd in groep 1 en 2 van basisschool OBS De
Nadere informatieDr. Geert Driessen ITS, Radboud Universiteit Nijmegen
Dr. Geert Driessen ITS, Radboud Universiteit Nijmegen g.driessen@its.ru.nl www.geertdriessen.nl Policy seminar CPB, 17 september 2015 Doel Voorkomen en bestrijden onderwijsachterstanden t.g.v. sociale,
Nadere informatieThe Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands
The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands Proefschrift Marieke Heers (gepromoveerd 3 oktober in Maastricht; promotoren prof.dr. W.N.J. Groot en prof.dr. H. Maassen van den Brink)
Nadere informatieSystematische reviews op het gebied van complementaire en alternatieve geneeskunde: belang, methoden en voorbeelden uit de acupunctuur
Samenvatting Systematische reviews op het gebied van complementaire en alternatieve geneeskunde: belang, methoden en voorbeelden uit de acupunctuur Dit proefschrift heeft ten doel bij te dragen aan het
Nadere informatieKeeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit
Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Dutch summary De financiële en maatschappelijke kosten van jeugdcriminaliteit zijn
Nadere informatieDe inzet van familienetwerkberaden in de preventieve jeugdbescherming. Samenvatting
De inzet van familienetwerkberaden in de preventieve jeugdbescherming Samenvatting Universiteit van Amsterdam, Forensische Orthopedagogiek S. Dijkstra, MSc dr. H. E. Creemers dr. J. J. Asscher prof. dr.
Nadere informatieRAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE UITERTON
VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE UITERTON Locatie Brinnr. 11OD Plaats Dronten Onderzoeksnummer. 1125 Datum onderzoek 08-11-2012 Datum
Nadere informatieChild Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst
Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst Samenvatting en Conclusies Samenvatting van het onderzoeksproject De studies die in dit proefschrift worden
Nadere informatieOntwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk. Spelen in het belang van talentontwikkeling!
Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk Spelen in het belang van talentontwikkeling! Peuterspeelzalen en gemeente Sinds zestiger jaren vorige eeuw Vrijwilligersinitiatief soms met gemeentelijke stimuleringsubsidie,
Nadere informatieDEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE SLEUTELBLOEM
VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE SLEUTELBLOEM Locatie : De Brinnr. : 17QS-2 Plaats : 2324 ER Leiden Regnr. : 3011610 Onderzoeksnummer
Nadere informatieRAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL NIJNTJE BASISSCHOOL OBS BOEKHORST
VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL NIJNTJE BASISSCHOOL OBS BOEKHORST Locaties :Nijntje :Boekhorst Brinnr. :15AO Plaats :8431 CW Oosterwolde
Nadere informatieDraagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?
Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:
Nadere informatieDE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM IN 2012
DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM IN 2012 Utrecht, november 2012 3426545 Pagina 1 van 15 Pagina 2 van 15 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 7 1 VVE op gemeentelijk niveau 9 2 De oordelen over
Nadere informatieRAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE
RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE Pareltje de Schatkaart Plaats : Delft LRKP nummer : 198321922 BRIN nummer : 13QZ C2 Onderzoeksnummer : 288192
Nadere informatiebehandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.
Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan
Nadere informatieDe gemeente als aanjager van de doorgaande lijn
Frank Studulski De gemeente als aanjager van de doorgaande lijn Gemeenten kunnen een doorgaande lijn van voorschools naar vroegschools bevorderen. Als voorbeeld kijken we naar de gemeente s-hertogenbosch,
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.
Nadere informatieVoorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011
Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011 Gemeente Purmerend Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling Juli 2011 INHOUDSOPGAVE Samenvatting.....2 1 Inleiding. 2 2. Begrippenkader...2 3. Aanleiding........3
Nadere informatieDEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE KINDERDAGVERBLIJF DE KLEINE WERELD
VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE KINDERDAGVERBLIJF DE KLEINE WERELD Locatie Kinderdagverblijf De Kleine Plaats Sassenheim Reg.nr. 3485176
Nadere informatieDEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE EENDJES BASISSCHOOL DE MEER
VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE EENDJES BASISSCHOOL DE MEER Locatie : PSZ De Eendjes : BS De Brinnr. : 12KZ Plaats
Nadere informatieNederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek (NCKO)
Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek (NCKO) dr. Ruben Fukkink dr. Mirjam Gevers Deynoot-Schaub drs. Katrien Helmerhorst workshops ABVAKABO FNV 7 oktober 2009 STRUCTURELE KENMERKEN PROCESKWALITEIT
Nadere informatieWERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?
WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE
Nadere informatieMASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE
FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en
Nadere informatieDe doorgaande leerlijn
Welkom De doorgaande leerlijn gevorderden Presentatie door: Suze van de Pol & Anja de Rooij 22-04-2014 Omschrijving workshop Wetenschappelijk onderzoek naar het effect van de doorgaande lijn op de ontwikkeling
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 31 322 Kinderopvang Nr. 342 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieSamenvatting Samenvatting
Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal
Nadere informatieEffectiviteit van voor- en vroegschoolse programma s in Nederland
Effectiviteit van voor- en vroegschoolse programma s in Nederland Hans Meij, Karen Mutsaers en Toon Pennings 2009, Nederlands Jeugdinstituut / NJi Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of
Nadere informatieCulemborgs VVE beleid 2011-2014
Culemborgs VVE beleid 2011-2014 Wat is VVE? VVE staat voor voor- en vroegschoolse educatie. VVE is een programmatisch aanbod dat er op gericht is om taal- en ontwikkelingsachterstanden bij kinderen te
Nadere informatieBehartigen van professionele kwaliteit in kinderopvang, onderwijs en zorg voor jonge kinderen. Pauline Slot Universiteit Utrecht
Behartigen van professionele kwaliteit in kinderopvang, onderwijs en zorg voor jonge kinderen Pauline Slot Universiteit Utrecht Vroege ontwikkeling van kinderen Voorschools Groep 1-3 Interacties van kinderen:
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 27 020 Aanpak onderwijsachterstanden Nr. 90 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA Aan de Voorzitter van de Tweede
Nadere informatieDit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.
Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met
Nadere informatieDEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE KINDERVRIEND
VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE KINDERVRIEND Locatie(s) :Basisschool De Brinnr. :08KA Plaats :2802 EM Gouda Reg.nr. :25784
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Betreft Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang - resultaten
Nadere informatieRZO-advies nr. 10. Onderzoeksvoorstel Plasticiteit van aversieve herinneringen, ingediend door prof. dr. I. M. Engelhard, Universiteit Utrecht
RZO-advies nr. 10. Onderzoeksvoorstel Plasticiteit van aversieve herinneringen, ingediend door prof. dr. I. M. Engelhard, Universiteit Utrecht Relevante feiten Met een sterke mondeling toelichting presenteert
Nadere informatieFout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico
Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico Wynand van de Ven en Erik Schut Wederreactie op Douven en Mannaerts In ons artikel in TPEdigitaal (Van de Ven en Schut 2010) hebben wij uiteengezet
Nadere informatieDatum 29 november 2018 Uitwerking Regeerakkoordmaatregel versterking voorschoolse educatie
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
Nadere informatieAutobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief
Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,
Nadere informatieEarly Arts 23 mei 2018
Early Arts 23 mei 2018 Els Rienstra & Maaike Vaes Het Kinderopvangfonds PACT, Kindcentra 2020 Vandaag eerst een schets van de Nederlandse context Daarna inzoomen op kindcentra en cultuur en sport Kinderopvang
Nadere informatieDe beantwoordbare vraag (PICO)
4. Interpretatie effect (relevantie) 5. Toepassen in de praktijk De beantwoordbare vraag (PICO) Welke patiënten? P Welke interventie? Welk alternatief (comparison)? Welke uitkomst (outcome)? I C O P I
Nadere informatiePedagogische Kwaliteit & De NCKO-Kwaliteitsmonitor
Pedagogische Kwaliteit & De NCKO-Kwaliteitsmonitor Regionale bijeenkomsten voor pedagogisch medewerkers 2010 NCKO Prof. dr. Louis Tavecchio Dr. Ruben Fukkink Dr. Mirjam Gevers Deynoot-Schaub Drs. Katrien
Nadere informatieRapport Nulmeting pedagogische kwaliteit bij Altijd Lente NCKO-Kwaliteitsmonitor
Rapport Nulmeting pedagogische kwaliteit bij Altijd Lente NCKO-Kwaliteitsmonitor Iris Bollen o.l.v. Mirjam Gevers Deynoot-Schaub Maart 2012 1. Inleiding In januari en februari 2012 is de Kwaliteitsmonitor
Nadere informatieDEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL KETELBINKIE BASISSCHOOL DE WINDROOS
VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL KETELBINKIE BASISSCHOOL DE WINDROOS Locatie : Ketelbinkie : De Windroos Brinnr. : 10OD
Nadere informatieHoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het
Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Inleiding Het doel van dit proefschrift was het beantwoorden van vijf vragen over rouwinterventies voor weduwen en weduwnaars in het algemeen en over een bezoekdienst voor oudere
Nadere informatieAdvies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak
Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak De Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak is in 2010 ingesteld door de Minister van Wonen, Wijken en Integratie met als opdracht de Minister te adviseren
Nadere informatieOnderwijs in Amsterdam
Onderwijs in Amsterdam Verslag van het symposium van de dienst Onderzoek en Statistiek op 25 november 2010 Verbeteraanpak voor zwarte vmbo s? Goed onderwijs is goed voor de sociaal-economische ontwikkeling
Nadere informatieRAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ermelo
RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Ermelo Plaats : Ermelo Gemeentenummer : 0233 Onderzoeksnummer : 278180 Datum onderzoek : 23 september 2014 Datum
Nadere informatieErkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie
Interventie: Families First Deelcommissie: 1 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 11 april 2014 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie De commissie
Nadere informatieRAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE. ELMO - Kinderopvang
RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE ELMO - Kinderopvang Plaats : Herwen LRKP nummer : 199804138 Onderzoeksnummer : 290351 Datum onderzoek : 12 september 2016
Nadere informatieFeitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven
Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven 1 Onderzoek en Business Intelligence Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder
Nadere informatieILLUSTRATIE STEFANIE KAMPMAN 32 BELEID BESTUUR MANAGEMENT & PEDAGOGIEK IN DE KINDEROPVANG APRIL 2014
ILLUSTRATIE STEFANIE KAMPMAN 32 BELEID BESTUUR MANAGEMENT & PEDAGOGIEK IN DE KINDEROPVANG APRIL 2014 BELEID BESTUUR MANAGEMENT & PEDAGOGIEK IN DE KINDEROPVANG APRIL 2014 33 WETENSCHAP KWALITEIT DOET ERTOE!
Nadere informatieinfo over de voorschool Voor- en Vroegschoolse educatie
info over de voorschool Voor- en Vroegschoolse educatie Voorwoord Partou Kinderopvang Beste ouders/verzorgers, U heeft uw kind aangemeld voor een voorschool. In dit boekje vindt u alle informatie over
Nadere informatieErkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie
Interventie: Taallijn Deelcommissie: 3 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 8 oktober 2015 / 2 juni 2016 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT)
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 4 1 Toelichting bij de criteria voor
Nadere informatieVerschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan
Verschillenanalyse effect nieuwe BKR datum 15-8-2018 aan van Directie Kinderopvang, Ministerie SZW Lucy Kok en Tom Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2018-78 Copyright 2018 SEO Amsterdam. Alle
Nadere informatieDEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL HET MOZAÏEK LOCATIE DE BONGERD
VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL HET MOZAÏEK LOCATIE DE BONGERD Locatie : Het Mozaïek - Brinnummer : 12DF Plaats : Veenendaal
Nadere informatieDEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL HAASJE WIP
VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL HAASJE WIP Locatie : Plaats : Veenendaal Registratienummer : 3271143 Onderzoeksnummer
Nadere informatieGROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek. Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine
GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine GROEPSSAMENSTELLINGSEFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20890 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Koelewijn, Hennie Title: Quality of work and well-being of health care employees
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 31 293 Primair Onderwijs 31 322 Kinderopvang Nr. 325 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de
Nadere informatieDEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL OP DE RODE PADDESTOEL
VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL OP DE RODE PADDESTOEL Locatie : Peuterspeelzaal Op de Rode Plaats : Haarlem Reg.nr.
Nadere informatieStill going strong? Uitkomsten van de vierde peiling EIBO in toekomstig perspectief. Symposium PPON 25 jaar, 7 november Prof. Dr.
Still going strong? Uitkomsten van de vierde peiling EIBO in toekomstig perspectief Symposium PPON 25 jaar, 7 november 2013 Prof. Dr. Ron Oostdam Hoogleraar-onderzoeksdirecteur Kenniscentrum Onderwijs
Nadere informatieRotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen.
Februari 2013 Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen. In Rotterdam heeft een kwart van de basisschoolkinderen overgewicht, met alle gezondheidsrisico
Nadere informatieLokaal Educatieve Agenda Breda samenvatting
Lokaal Educatieve Agenda Breda samenvatting LEA en partners LEA staat symbool voor de Bredase jeugd van 0 tot 23 jaar die alle kansen krijgt om een goede schoolloopbaan te doorlopen: een kind van 0 tot
Nadere informatiesine limite voor ieder kind
Opbrengsten en bereik nog beter in beeld VVE: resultaten 2016-2017 Deze vijfde VVE Monitor brengt de resultaten van VVE in schooljaar 2016-2017 in kaart. Dankzij ons VVE-beleid kunnen peuters in Deventer
Nadere informatieSymposiumvoorstel Onderwijs Research Dagen 2013
Symposiumvoorstel Onderwijs Research Dagen 2013 1. Auteurs Jaap Roeleveld, Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam (jroeleveld@kohnstamm.uva.nl) Ed Smeets, ITS, Radboud Universiteit Nijmegen (e.smeets@its.ru.nl)
Nadere informatieSummery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers
ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatieHogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag
Nadere informatieHet LOVS rekenen-wiskunde van het Cito
Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Marian Hickendorff & Jan Janssen Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode De LOVS-toetsen rekenen-wiskunde
Nadere informatieDEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL HET KLEINE AVONTUUR BASISSCHOOL AVONTURIJN
VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL HET KLEINE AVONTUUR BASISSCHOOL AVONTURIJN Locatie(s) :Peuterspeelzaal Het :Basisschool
Nadere informatieCooperative learning during math lessons in multi-ethnic elementary schools
Hoe kan de leerkracht het leerproces van leerlingen tijdens een coöperatief leren (CL) curriculum op multiculturele basisscholen optimaliseren? Moet de leerkracht de leerlingen zoveel mogelijk aansturen
Nadere informatieAanvulling op. Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen
Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006 Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006 Praktikon maakt deel uit van de Stichting de Waarden te Nijmegen en
Nadere informatieDe inzet van familienetwerkberaden. jeugdbescherming. Sharon Dijkstra, MSc Dr. Hanneke Creemers Dr. Jessica Asscher Prof. dr.
Sharon Dijkstra, MSc Dr. Hanneke Creemers Dr. Jessica Asscher Prof. dr. Geert Jan Stams Universiteit van Amsterdam Forensische Orthopedagogiek De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdbescherming
Nadere informatieIn het eerste deel van dit proefschrift staan drie onderzoeksvragen (OV) centraal. Deze zijn schematisch weergegeven in onderstaand figuur.
Samenvatting Introductie Het doel van dit proefschrift is om inzicht te krijgen in wat bijdraagt aan goed toegeruste zorgmedewerkers werkzaam in de verpleeghuiszorg voor mensen met dementie. Een sterke
Nadere informatieEvaluatie Onderwijstijdverlenging. Drs. Erik Meyer Dr. Chris van Klaveren Prof. dr. Wim Groot Prof. dr. Henriëtte Maassen van den Brink
Evaluatie Onderwijstijdverlenging Drs. Erik Meyer Dr. Chris van Klaveren Prof. dr. Wim Groot Prof. dr. Henriëtte Maassen van den Brink Inleiding Doel onderwijstijdverlenging: verbeteren leerprestaties
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie
Nadere informatieRAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE DOERAK BASISSCHOOL OBS DRIEMASTER (LOCATIE SPERKHEM)
VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE DOERAK BASISSCHOOL OBS DRIEMASTER (LOCATIE SPERKHEM) Locaties :De Doerak :Driemaster (locatie
Nadere informatieX X X B. en W. d.d. 25 oktober 2016 Nr. 11B Onderwerp: Onderwijsachterstandenbeleid
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS-ADVIES Zaaknr.: 052316520 Par. coördinator: Par. afdelingshfd: Par. PH : Documentnr.: 052355650 Van afdeling: BOO Opgesteld door: J. Quartel Datum: 17 oktober 2016 Overleg gepleegd
Nadere informatieNeurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie
Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het bestuderen van de aard en de mate van veranderingen op meerdere domeinen van het neurocognitief
Nadere informatie