Dynamische modellen VWO Een lesmodule voor Wiskunde en Natuur, Leven & Technologie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Dynamische modellen VWO Een lesmodule voor Wiskunde en Natuur, Leven & Technologie"

Transcriptie

1 Dynamische modellen VWO Een lesmodule voor Wiskunde en Natuur, Leven & Technologie Ook geschikt als startmodule voor modelleren bij natuurkunde en/of biologie Versie 1.4 februari 2012 Werkgroep Dynamische Modellen Gecertificeerde NLT module voor vwo

2 Colofon De module Dynamisch Modelleren is bestemd voor de lessen Natuur, Leven en Technologie (NLT). De module is op 11 oktober 2007 gecertificeerd door de Stuurgroep NLT voor gebruik op het vwo in domein B (Fundament van wetenschap en technologie). Het certificeringsnummer van de module is VB. De originele gecertificeerde module is in pdf-formaat downloadbaar via Op deze website staat uitgelegd welke aanpassingen docenten aan de module mogen maken, voor gebruik in de les, zonder daardoor de certificering teniet te doen. Deze module is ontwikkeld door Kees Hooyman (auteur, docent Bonifatius College, Utrecht) Elwin Savelsbergh (adviseur, vakgroep Modelleren bètafaculteit UU) Alice Veldkamp (redacteur) Aangepaste versies van deze module mogen alleen verspreid worden, indien in dit colofon vermeld wordt dat het een aangepaste versie betreft, onder vermelding van de naam van de auteur van de wijzigingen. Versie 1.2 bevat tov versie 1.1 de volgende wijzigingen: toegevoegde figuren: 5.16 blz 110 en 5.39 blz 129 Versie 1.3 is aangepast voor gebruik met Coach ipv Powersim Versie 1.4 een aantal spelfouten en andere kleine verbeterpunten zijn doorgevoerd. Bij het ontwikkelen van de module is dankbaar gebruik gemaakt van het werk van Paul Drijvers en Carel van de Giessen. Voor bronvermeldingen en copyrights: zie docentenhandleiding Materialen die leerlingen nodig hebben bij deze module zijn beschikbaar via het vaklokaal NLT: Materialen die leerlingen nodig hebben bij deze module zijn beschikbaar via het vaklokaal NLT: Op dit vaklokaal staat ook de meest recente versie van de URL-lijst Versie 1.4 Het auteursrecht op de module berust bij SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling). SLO is derhalve de rechthebbende zoals bedoeld in de hieronder vermelde creative commons licentie. De auteurs hebben bij de ontwikkeling van de module gebruik gemaakt van materiaal van derden en daarvoor toestemming verkregen. Bij het achterhalen en voldoen van de rechten op teksten, illustraties, enz. is de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. Mochten er desondanks personen of instanties zijn die rechten menen te kunnen doen gelden op tekstgedeeltes, illustraties, enz. van een module, dan worden zij verzocht zich in verbinding te stellen met SLO. 2

3 Foto voorpagina: La condition Humaine1935, René Magritte De module is met zorg samengesteld en getest. Landelijk Ontwikkelpunt NLT, Stuurgroep NLT, SLO en auteurs aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor onjuistheden en/of onvolledigheden in de module. Ook aanvaarden Landelijk Ontwikkelpunt NLT, Stuurgroep NLT, SLO en auteurs geen enkele aansprakelijkheid voor enige schade, voortkomend uit (het gebruik van) deze module. Voor deze module geldt een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk delen 3.0 Nederland Licentie Bij gebruik van de module of delen van de module dient bij de naamsvermelding te worden vermeld: dat het gaat om een gecertificeerde NLT module; de licentiehouder, zoals vermeld in dit colofon; de titel van de module, zoals vermeld in dit colofon; de instellingen die de module ontwikkeld hebben, zoals vermeld in dit colofon. 3

4 Wat gaan we doen? Beste leerlingen, Bij vrijwel al het wetenschappelijk onderzoek wordt gebruik gemaakt van computermodellen. In veel gevallen zijn dat dynamische modellen. Dit zijn modellen waarbij een situatie in de loop van de tijd verandert. In deze module maak je kennis met enkele eenvoudige modellen en leer je om zelf modellen te bouwen. Daarbij komt natuurlijk ook aan bod hoe die modellen werken. Daarbij blijkt de wiskunde een belangrijke rol te spelen. Opbouw van de module Hieronder een kort overzicht van de inhoud van de hoofdstukken. 1. Een eenvoudig model Kennismaking met modellen en dynamische modellen. Met een eenvoudig model simuleer je met een griepepidemie. Na enkele rondes testen, evalueren en aanpassen blijkt zo n eenvoudig model een griepepidemie redelijk na te bootsen. 2. Hoe werkt een model? Hierbij wordt gekeken naar de manier waarop de computer de berekeningen uitvoert en de manier waarop de verschillende variabelen invloed op elkaar hebben. 3. Zelf modellen bouwen Hier leer je hoe je zelf ingewikkelder modellen bouwen, testen en verbeteren. 4. De wiskunde in een model Om een model te bouwen is natuurlijk wat wiskunde nodig, maar ook in de resultaten van het model valt veel wiskunde te ontdekken. 5. Toepassingen Twee belangrijke gebieden waar modellen gebruikt worden zijn allerlei bewegingen (denk aan sport en verkeer) en populatiedynamica (denk aan het voorspellen van bevolkingsgroei of het uitsterven van diersoorten). Werkwijze tijdens de module Bij een groot gedeelte van de opdrachten in een computer nodig. Daarbij wordt meestal in tweetallen gewerkt. Op sommige plaatsen bestaat de mogelijkheid van differentiatie of keuzeopdrachten. Na hoofdstuk 3 en/of 4 is er een (voortgangs)toets. Hoofdstuk 5 bestaat uit keuzeopdrachten die als een praktische opdracht gebruikt kunnen worden. Leerdoelen Het beschrijven van een realistische/natuurwetenschappelijk verschijnsel met behulp van een rekenen/of computermodel. Daarbij leer je: 1. Problemen te herkennen die opgelost kunnen worden met behulp van een computermodel 2. Verschijnselen te modelleren in termen van toestandsvariabelen, stroomvariabelen, rekengrootheden en beïnvloedingsrelaties. 3. Modellen te schetsen en te bouwen in de modelleeromgeving Coach. 4. De gekozen modelvariabelen en -relaties in te vullen met waarden en formules 5. Het model door te rekenen en de juiste instellingen (tijdstap) te kiezen om bruikbare modeluitkomsten te krijgen 6. De uitkomsten te interpreteren en het model te testen door vergelijking met de werkelijkheid. (Om daarna eventueel het model te verbeteren en verder te gaan bij 2.) 7. De beïnvloedingsrelaties binnen een model te beschrijven als een recursieve betrekking en daarbij de tijdstap te betrekken. 8. De invloed van modelvariabelen op het resultaat te verklaren aan de hand van de beïnvloedingsrelaties. 9. De invloed van terugkoppeling op het proces te herkennen en te beschrijven. 4

5 10. De begrippen helling en oppervlakte te gebruiken om de relatie tussen de grafieken van de toestandsvariabelen en de stroomvariabelen te beschrijven. 11. Met behulp van differentiaalrekening het modelgedrag te verklaren en voorspellen aan de hand van de modelrelaties. 12. De beïnvloedingsrelaties binnen een model te schrijven als een differentiaalvergelijking. 13. Bij een proces van continue en evenredige groei de differentiaalvergelijking te gebruiken om een exacte oplossing te vinden. 14. Een algemeen model voor bewegingen te gebruiken om verschillende situaties te modelleren. Ook krijg je zicht op de vele studies en beroepen waarin wordt gemodelleerd. Meer informatie over modelleren in studie en beroep, kun je vinden op: Bij deze module hoort ook digitaal lesmateriaal. Vraag je docent waar deze voor jou ter beschikking staat. Noteer dat hier Voorkennis In deze module wordt de volgende kennis bekend verondersteld: - Verbanden en formules kunnen interpreteren als evenredigheid (of omgekeerd evenredigheid) en omgekeerd een eenvoudige relatie kunnen beschrijven als een formule - Basiskennis over kwadratische en exponentiële verbanden. - De afgeleide van een functie bepalen en de betekenis van de afgeleide als veranderingsgetal.toepassen. - Eenvoudig gebruik van Excel - Keuzeopdrachten mechanica: kracht, versnelling, snelheid, grafieken, (lucht)weerstand. (om de ontbrekende voorkennis bij te werken: zie bijlage 1) - Bij de keuzeopdrachten populatiedynamica wordt de benodigde voorkennis in de opdracht zelf beschreven. Voor leerlingen die geen biologie in hun vakkenpakket hebben, is op de laatste bladzijde een verklarende woordenlijst met biologische begrippen opgenomen. Succes en plezier met deze module, De auteurs 5

6 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Kennismaken met dynamische modellen 1.1 Wat is een dynamisch model? Model voor een griepepidemie Het model verbeteren Griep met een modelleerprogramma Een realistischer griepmodel 29 Hoofdstuk 2 De toestand en de verandering 2.1 Hoe rekent het model? Herhaald optellen; rekenen volgens recept Grafiek van toestand en verandering 44 Hoofdstuk 3 Modellen bouwen in een systeemdynamische modelleertaal 3.1 Waterstromen als voorbeeld Meer doen met waterstromen De toestand en de verandering 64 Hoofdstuk 4 De wiskunde in een model 4.1 Tijdstap, helling en oppervlakte De helling en de afgeleide Het gedrag voorspellen Differentiaalvergelijkingen Differentiaalvergelijkingen oplossen 96 Hoofdstuk 5 Toepassingen van dynamische modellen 5.1 Modelleren in studie en beroep Een beweging onderzoeken Een algemeen model voor bewegingen Keuze-opdrachten bij bewegingen Bevolkingsgroei in Noordwijkerhout Biologen en modelleren De vrije val van de lemming 156 Bijlage I Herhaling van de theorie van bewegingen 159 Bijlage II Verklarende woordenlijst biologische begrippen 161 Bijlage III Overzicht knoppen op de taakbalk Coach 163 6

7 Hoofdstuk 1 Kennismaken met modellen 1.1 Wat is een dynamisch model? Wat gaan we doen? Deze module gaat over dynamische modellen. Met name over dynamische modellen waarbij de computer gebruikt wordt om berekeningen aan het model uit te voeren en om met het model voorspellingen te kunnen doen. In hoofdstuk 1 wordt in drie stapjes een model opgebouwd om een griepepidemie te voorspellen. Het is een voorbeeld van de manier waarop modellen gebouwd, getest en verbeterd worden. In de eerste paragraaf zijn de centrale vragen: Wat is een dynamisch model? Welke gegevens heb je nodig om een model voor een griepepidemie te bouwen? Inleiding Wetenschappers werken aan vragen zoals: Zijn hersenen van jongeren geschikt voor planningstaken? Is te voorspellen hoe het nieuwe vogelgriepvirus eruit zal zien? En of deze variant voor mensen gevaarlijk is? De wetenschap probeert verschijnselen te beschrijven, te verklaren en te voorspellen. Het beschrijven van verschijnselen krijgt vaak de vorm van regels of wetten. Voorbeelden van dergelijke wetten zijn de wetten van Newton voor kracht en beweging. Deze wetten zijn bruikbaar om vrij eenvoudige situaties direct te verklaren. Maar in meer ingewikkelde situaties wordt dat lastiger. Dan gebruikt men modellen als hulpmiddel. Modellen zijn hulpmiddelen om de processen in de wereld om je heen en ook de wereld in jezelf te leren begrijpen. Figuur 1.1 Een schaalmodel van een havenmonding. Schaalmodellen en rekenmodellen Bij de modellen in figuur 1.1 en 1.2 gaat het om schaalmodellen; verkleinde kopieën van de werkelijkheid. Met zulke schaalmodellen is het stromingspatroon van het water bij een nieuw aan te leggen havenmonding te voorspellen, of de krachten op een nieuw type vliegtuig. Onderzoek aan zo n 7

8 schaalmodel kan leiden tot verbeteringen in het ontwerp. Voor het testen van zo n verbeterd ontwerp is dan weer een nieuw schaalmodel nodig. Figuur 1.2 Een schaalmodel van een vliegtuig in een windtunnel. In de praktijk worden de schaalmodellen steeds vaker vervangen door rekenmodellen. Het schaalmodel wordt dan als het ware virtueel in de computer gebouwd. Daardoor is zo n schaalmodel vrij gemakkelijk te wijzigen, en is snel na te gaan welk effect die wijziging heeft. Deze rekenmodellen beschrijven vooral verschijnselen waarbij grootheden in de tijd veranderen en/of elkaar beïnvloeden. In deze rekenmodellen wordt gebruik gemaakt van bekende wetten en van gegevens die in het verleden verzameld zijn. De berekeningen die hiermee worden uitgevoerd zijn vaak ingewikkeld. Bovendien gaat het meestal om een zeer groot aantal berekeningen. Door het gebruik van computers zijn rekenmodellen veel realistischer geworden. Ontwerpers willen computers verbeteren door ze informatie te laten verwerken zoals hersenen dat doen. Hersenmodellen zijn hiervoor helaas nog niet gedetailleerd genoeg. Natuurwetenschappelijk model Een model in de natuurwetenschap is een hulpmiddel bij het beschrijven, verklaren en voorspellen van natuurverschijnselen. 1 Ga bij elk van de onderstaande modellen na of het een wetenschappelijk model is.. I. Model werking lichaam van Galenus II. Model baby Triceratops (2007) ( na Chr ) III. Model ideale vrouw (2006). IV. Model DNA molecuul (1954) De robot reageert op 1000 commando s 8

9 Dynamische modellen En dan nu de weersverwachting voor morgen, overwegend zonnig.. Bij het maken van voorspellingen voor de toekomst wordt vaak gebruik gemaakt van dynamische modellen. Het woord dynamisch geeft aan dat het gaat om veranderingsprocessen. Bij een dergelijk proces hebben meer factoren invloed op de veranderingen in de bestaande situatie. Die factoren zijn bovendien vaak zelf niet constant. Neerslagradar Een vrij eenvoudig voorbeeld van het maken van een voorspelling met behulp van een model, is de neerslagradar. Deze is op internet te vinden op Figuur 1.3 Beelden van de buienradar van 10.25, en uur 2 De beelden laten eerst de neerslag van het afgelopen uur zien, met een tijdstap van 5 minuten. Daarna verschijnt een prognose van de neerslag voor het komende anderhalf uur met een tijdstap van 15 minuten. a. Bekijk de beelden van de neerslagradar op internet. Welk verschil zie je tussen de beelden van de metingen en de beelden van de prognose? De buien in de prognose veranderen niet meer van vorm, ze bewegen alleen nog over het scherm. b. Welk gegeven gebruikt de computer om de prognose op te stellen? In figuur 1.4 wordt de weerssituatie beschreven door verschillende variabelen zoals de temperatuur en de windsnelheid op verschillende plaatsen. c. Noem twee andere variabelen die de beginsituatie bepalen. De weerssituatie kan veranderen door bijvoorbeeld aanvoer van warme of koude lucht. d. Noem twee andere factoren die invloed kunnen hebben op de verandering van de weerssituatie. Figuur 1.4 De weerssituatie wordt beschreven door verschillende variabelen. De huidige computers kunnen het weer voor zeven dagen voorspellen, maar door de vele variabelen zit er altijd een onnauwkeurigheid in de voorspelling. 9

10 Dynamische modellen Een dynamisch model beschrijft hoe een bepaalde situatie verandert in de loop van de tijd. Het model wordt vaak gebruikt om te voorspellen hoe de variabelen die de situatie beschrijven in de loop van de tijd veranderen. Op allerlei terreinen wordt gebruik gemaakt van dynamische modellen en computersimulaties. Een nadeel van computermodellen is, net als bij alle andere modellen, dat het nooit een exacte weergave van de situatie is. De plaatjes uit de computer lijken heel nauwkeurig, maar schijn bedriegt. De jaarlijkse griepgolf: een dynamisch model in praktijk Afgelopen winter werd in een gerespecteerd tijdschrift het volgende advies gegeven: Alle docenten met een mondkapje voor de klas bij dreiging van een griepepidemie! Helpt zo n maatregel effectief tegen verspreiding? Hoe verloopt een epidemie eigenlijk? Welke factoren spelen een rol? Dynamische modellen worden gebruikt om dit soort vragen te beantwoorden. De overheid gebruikt ze om te voorspellen hoe de jaarlijkse griepgolf verloopt. Jaarlijks overlijden er in Nederland namelijk mensen aan het griepvirus. De overheid wil in een vroeg stadium weten hoe ernstig de situatie kan worden, zodat er nog maatregelen genomen kunnen worden. Figuur Kamagurka, De Volkskrant 1 juni 2006 Opdracht: bouw een griepmodel In dit hoofdstuk ontwikkel je een computermodel dat een realistische voorspelling doet voor het verloop van een griepgolf. Na een oriëntatie op het verschijnsel griep wordt een zeer eenvoudig model gebouwd. Het model wordt steeds getest en verbeterd totdat een realistisch model ontstaat. 3 Welke vragen wil je beantwoord hebben voordat je een model van griep kunt bouwen? Noteer een aantal vragen. Oriëntatie op de ziekte griep en het griepvirus Je model is een vereenvoudigde beschrijving van de werkelijkheid, die je kunt gebruiken voor het maken van een voorspelling. Het bouwen van een computermodel begint dan ook meestal met een oriëntatie op het verschijnsel, in dit geval griep. Markeer in de teksten op de volgende pagina de informatie die je nodig hebt voor je model. Fig 1.6 Elektronenmicroscopische foto griepvirus. Daarnaast een model van het griepvirus 10

11 Van griepgolf tot epidemie Elk jaar komt de griep in grotere of kleinere golven, treft sommigen wel en anderen niet. Gemiddeld krijgt ongeveer 10% van de mensen jaarlijks griep. In Nederland wordt het verloop van de griep de laatste jaren bijgehouden via internet. Op de website vind je gegevens over de griep in Nederland. De onderstaande grafiek laat zien hoe de griepgolf uit het seizoen verliep. Het hoogste punt in de grafiek noemt men de piek. piek op 10 februari ,6% heeft de griep Figuur Tijdens de GroteGriepMeting wordt via internet bijgehouden hoeveel procent van de deelnemers verkouden is of de griep heeft dag Figuur 1.7 De griepgolf van het seizoen Hij heeft een griepje. Het klinkt onschuldig. Griep kan levensgevaarlijk zijn. Een variant van het griepvirus heeft in het begin van de vorige eeuw miljoen slachtoffers geëist. Meer slachtoffers dan in WOI. Er wordt gesproken van een epidemie wanneer het aantal gevallen van griep in een bepaald gebied gedurende een bepaalde periode veel hoger is dan gebruikelijk. Voor Nederland is dat bij een aantal van meer dan 6 per inwoners. Buiten een griepepidemie hebben er gemiddeld 3 op de mensen griep in Nederland. Een pandemie, zoals de Spaanse griep van , is niets meer dan een epidemie die zich afspeelt in een groot gebied. Maar wat is groot? Enkele landen samen? Een heel werelddeel? Meer werelddelen? Pandemie is dus een wat vage term voor een fikse epidemie. Mogelijke maatregelen Er zijn antivirale middelen op doktersrecept te krijgen. Ze worden maar weinig gebruikt. Het werkt vaak maar bij één type griepvirus. Met welke typen virus je besmet bent, is met het blote oog niet te zien. Dit laten onderzoeken duurt te lang. De middelen moeten namelijk binnen uur na de eerste ziekteverschijnselen ingenomen worden. Alleen dan verkorten ze de ziekte met (gemiddeld) 1 dag. Sommige mensen, bijvoorbeeld ouderen, krijgen jaarlijks een oproep voor de griepprik. Dit is een vaccin dat ingespoten wordt. Het werkt na ongeveer 10 dagen. Kortom, voorkomen is beter dan genezen! 4 De overheid wil in een vroeg stadium een voorspelling hebben van het verloop van een griepepidemie. a. Geef twee redenen waarom de overheid bijtijds een voorspelling wil hebben. 11

12 Een voorspelling van het verloop van een griepepidemie zal verschillende gegevens opleveren. b. Noem twee gegevens waarin de overheid geïnteresseerd zal zijn. Griepgegevens verzamelen De overheid kan pas een voorspelling laten maken als er voldoende gegevens zijn verzameld over de situatie aan het begin van het griepseizoen. Die griepgegevens komen uit verschillende landen en gaan over vragen zoals: I. Welke type griepvirussen zijn er gesignaleerd? II. Hoe snel verandert het virus? (Oftewel hoe snel veranderen de antigenen?) III. Hoe besmettelijk zijn de virussen? IV. Welk deel van de bevolking is het meest vatbaar voor de ziekte? V. Op welke plaatsen is het virus gesignaleerd? VI. Hoeveel personen zijn er met het virus besmet? VII. Hoe groot is de kans dat een persoon die ziek is, overlijdt aan de griep? 5 Bij het begin van een griepgolf worden verschillende gegevens over de bevolking verzameld. a. Welke van de bovenstaande griepgegevens hebben betrekking op de beginsituatie van de bevolking? Noteer de nummers. Bij de beginsituatie horen ook enkele eigenschappen van het virus, die tijdens de griepepidemie meestal niet veranderen. b. Welke van de bovenstaande griepgegevens hebben betrekking op de beginsituatie met betrekking tot het virus? Noteer de nummers. Grafiek van een griepgolf Het model moet voorspellen hoe snel het aantal zieken verandert. Het aantal zieke personen verandert in de loop van de tijd. In figuur 1.9 zie je de griepgolf van het seizoen Kenmerkend voor een griepgolf is dat de grafiek eerst langzaam en daarna steeds sneller stijgt. Figuur Bij een griepepidemie neemt het aantal zieken steeds sneller toe. 12

13 6 De grafiek van een griepgolf heeft een karakteristieke vorm; zie fig.1.9. a. Beschrijf en verklaar de vorm van de grafiek. Gebruik de begrippen besmettingen en zieken. Voor een voorspelling berekent het computermodel hoe de situatie verandert. b. Welke van de griepgegevens hebben invloed op de snelheid waarmee het aantal zieke personen verandert? Tijdstap Bij een computermodel hoort ook een tijdstap. Dat is vaak de periode waarover de computer de verandering moet berekenen, uitgaande van de beginsituatie en het tempo van verandering. De computer berekent telkens opnieuw hoe de situatie zal zijn één tijdstap later. De tijdstap wordt door de bouwers van het model zo gekozen dat het past bij het onderwerp. 7 Bij een dynamisch model van een griepepidemie is een tijdstap van een maand niet handig omdat er binnen één tijdstap erg veel kan veranderen in de situatie. Een tijdstap van een seconde of een minuut zou het model erg nauwkeurig maken, maar daar kleeft een ander nadeel aan. a. Welk nadeel kleeft er aan een te kleine tijdstap in je griepmodel? b. En welk nadeel aan een te grote? c. Welke tijdstap is voor je griepmodel een logische keuze? Licht kort toe. Leerdoelen Wat heb je nu geleerd? Na deze paragraaf moet je een antwoord kunnen geven op de volgende vragen: Wat is een dynamisch model? Welke twee soorten gegevens heb je nodig om een dynamisch model te bouwen? 13

14 Kennismaken met modellen 1.2 Een model voor een griepepidemie Wat gaan we doen? Met enkele gegevens over de griep kan een eerste model voor het verloop van de epidemie gebouwd worden. Dit eenvoudige model laat ook zien op welke manier het rekenwerk in een model loopt. In de eerste paragraaf zijn de centrale vragen: Hoe kan een eenvoudig model voor de griep gebouwd worden? Op welke manier rekent het model? Een simpel griepmodel Het bouwen van een model begint meestal met een zeer simpel model dat het basisprincipe weergeeft. Dat model wordt vervolgens net zolang verbeterd totdat de resultaten van het model redelijk overeen komen met de werkelijke resultaten uit het verleden. Dat biedt overigens nog niet de garantie dat het model goede voorspellingen voor de toekomst kan maken. Bij griep kan het basisprincipe als volgt beschreven worden: je bent gezond, je wordt ziek, je wordt beter en dan ben je, voor korte of langere termijn, immuun voor de ziekte. Dat proces is hieronder in beeld gebracht met behulp van een zogenaamd stroomschema. elke dag worden 10 mensen ziek elke dag geneest 20% van de zieken beginsituatie gezond ziek immuun na 1 dag gezond ziek immuun na 2 dagen gezond ziek immuun na 3 dagen gezond ziek immuun Figuur 1.10 Een simpel griepmodel De aantallen in de mandjes stellen de gezonde, zieke en immune mensen voor. De beginsituatie gaat uit van 990 gezonde mensen en 10 zieke mensen. Er is nog niemand immuun. 14

15 Veranderingen Een dynamisch model wordt beschreven door de veranderingen vanuit de beginsituatie. De pijlen in het schema geven deze veranderingen aan. In deze situatie beginnen we met een heel simpele aanname: - elke dag worden er 10 mensen ziek - van de zieke mensen geneest elke dag 20% 8 Met dit simpele griepmodel valt de situatie op de volgende dagen uit te rekenen. Voor de situatie na 1 dag is het stroomschema deels ingevuld. a. Leg uit dat er na één dag 18 personen ziek zijn. b. Lees af hoeveel personen na één dag immuun zijn. c. Bereken voor de situatie na 2 en 3 dagen het aantal personen dat gezond, ziek of immuun is. Reken door met de niet afgeronde getallen. Noteer de afgeronde getallen in het schema (figuur 1.10). Het verloop van een griepgolf berekenen De berekeningen bij het simpele model voor griep kunnen vrij eenvoudig gedaan worden door een programma als Excel. Figuur Let op: Excel geeft de afgeronde getallen weer, maar rekent door met de niet afgeronde getallen. 9 Bij de kolommen gezond, ziek en immuun zijn op dag 0 de aantallen voor de beginsituatie ingevuld. De aantallen op de volgende dagen worden berekend met behulp van formules. a. Open het Excel-bestand Simpel griepmodel. b. Welke inhoud (formule) staat er in cel B6, gezond op dag 1? Vul de formule in: B6 = De inhoud van elke cel is zichtbaar in de formulebalk. c. Leg uit dat je de formule voor gezond op dag 1 ook kunt lezen als: gezond(1) = gezond(0) - besmetting 15

16 d. Kopieer de inhoud van gezond op dag 3 naar beneden, naar de andere cellen van de kolom. Gebruik de vulgreep (zie fig. 1.12) of de combinatie Ctrl-C en Ctrl-V. Het model bevat 50 dagen. De inhoud van elke cel wordt berekend uit de vorige situatie. In de wiskunde wordt zoiets een recursieve betrekking genoemd. e. Noteer de formule voor het aantal gezonde personen op dag n+1 als een recursieve betrekking gezond(n+1) = Fig.1.12 Met de vulgreep kun je een formule snel naar beneden kopiëren. Klik hiervoor de cel aan, pak de rechterhoek vast en sleep deze naar beneden. 10 De variabele immuun heeft beginwaarde 0. De variabele neemt toe doordat zieke personen genezen en daarna immuun zijn geworden. a. Welke inhoud staat er in cel D6, voor immuun op dag 1? D6 = D5 + b. Schrijf deze formule op dezelfde manier als hierboven: immuun(1) = immuun(0) c. Kopieer op dezelfde manier de inhoud van ziek op dag 3 naar beneden, naar de andere cellen van de kolom, zie fig d. Kopieer op dezelfde manier de inhoud van immuun op dag 3 naar beneden, naar de andere cellen van de kolom, zie fig Ook hier is sprake van een recursieve betrekking. e. Vul aan: immuun(n+1) = immuun(n) Het aantal zieke personen groeit door besmetting van gezonde personen, maar neemt af door genezing. a. Welke inhoud staat er in cel C6, voor ziek op dag 1? C6 = C5 + b. Schrijf deze formule op dezelfde manier als hierboven: ziek(1) = ziek (0) Ook hier is sprake van een recursieve betrekking. c. Vul aan: ziek (n+1) = 16

17 Werken met het Excel-model 12 Met Excel is het eenvoudig om een grafiek van de resultaten te maken. Figuur 1.13 Selecteer de cellen voor de grafiek. Selecteer met de muis alle cellen (A4 t/m D55) waarmee je een grafiek wilt maken. a. Kies onder Invoegen voor Grafiek. b. Selecteer bij Grafiektype Spreiding. c. Kies steeds voor Volgende en tot slot Voltooien tot de grafiek op het scherm staat. d. Bij welke variabele is de grafiek een rechte lijn (vanaf het begin)? Figuur 1.14 Kies een spreidingsgrafiek met als subtype een vloeiende lijn door de punten. e. Waardoor loopt de grafiek van ziek vanaf een bepaald moment horizontaal? Wat is er dan aan de hand? f. Waardoor loopt de grafiek van immuun in het begin niet recht? 13 Met het model in Excel kan worden onderzocht wat er verandert als er sprake is van een meer besmettelijke griep of een griep waarbij mensen langer ziek zijn. a. Verander het aantal besmettingen per dag in 20. Wat zie je nu veranderen aan de tabel en aan de drie grafieken? b. Verander vervolgens het genezingspercentage in 10%. Welke grafiek verandert niet als het genezingspercentage verandert? c. Opnieuw zie je dat het aantal zieken na verloop van tijd constant wordt. Bij welk aantal zieken is dit? Licht je antwoord met een berekening toe. 17

18 Model testen en evalueren 14 Hoe realistisch is je griepmodel? Modellen worden getoetst aan de werkelijkheid. We wachten niet op de volgende griep, maar gebruiken de grafiek van het seizoen ; zie figuur Figuur 1.15 Griepepidemie in Nederland, seizoen Als je deze grafiek vergelijkt met de grafiek zieken in jouw model dan zijn er twee opvallende verschillen te zien. a. Noem deze twee verschillen. b. Geef een biologische verklaring voor de (bijna) exponentiële stijging in figuur c. Na het hoogtepunt van de griepepidemie is een daling zichtbaar (figuur 1.15). Geef twee biologische oorzaken van deze daling. De voorspelling van je model is niet realistisch genoeg. Het model is te simpel. Om het model te verbeteren, kunnen een aantal variabelen preciezer beschreven worden. d. Noem 2 variabelen die je preciezer zou beschrijven om je model betrouwbaarder te krijgen. Leerdoelen Wat heb je nu geleerd? Na deze paragraaf moet je een antwoord kunnen geven op de volgende vragen: Hoe kan een eenvoudig model voor de griep gebouwd worden? Wat is een recursieve betrekking? Op welke manier berekent een model de toestand in de nieuwe situatie? 18

19 Kennismaken met modellen 1.3 Het model verbeteren Wat gaan we doen? Het eerste model is te eenvoudig om een griepgolf na te bootsen. In deze paragraaf wordt het model aangepast door de formules waarmee de veranderingen berekend worden te verbeteren. In deze paragraaf is de centrale vraag: Hoe kun je de formules in een model verbeteren? Genezingsfactor Om het simpele model te verbeteren kijken we als eerste naar de genezing, de stroomvariabele die bepaalt hoe snel het aantal zieke personen afneemt. Fig Het genezingsproces in het model bepaalt hoe snel zieke mensen weer beter worden. In het model is de aanname gemaakt dat elke dag 20% van de zieke mensen geneest en dus immuun geworden is. De genezingsfactor is het deel dat een dag later genezen is. a. Hoe groot is de genezingsfactor? Noteer het antwoord als een decimaal getal. b. Hoe lang is iemand dan gemiddeld ziek? c. Vind je dit een realistische aanname? Gebruik indien nodig de informatie van de website Wat is griep? Griep is een acute infectie van de bovenste luchtwegen (neus, keel, longen) en wordt veroorzaakt door het influenza virus. Griep is waarschijnlijk de meest onderschatte ziekte die er is. Ieder jaar krijgt 5 tot 10% van de Nederlandse bevolking griep; dit zijn dus 1 tot 1,5 miljoen mensen. Het griepvirus ondergaat regelmatig mutaties, veranderingen. De antistoffen die het lichaam het ene jaar aanmaakt tegen het griepvirus, herkennen niet automatisch het virus van het jaar daarop. Hierdoor kan het griepvirus ons afweersysteem steeds opnieuw verrassen en kun je elk jaar opnieuw griep krijgen. Tijd tussen besmetting en begin griepklachten Na het binnenkrijgen van het griepvirus duurt het gewoonlijk 2 3 dagen voordat je ziek wordt,. Dit wordt de incubatietijd genoemd. Ondertussen kun je wel, zonder dat je het weet, weer andere mensen besmetten. Volwassenen zijn besmettelijk vanaf twee dagen voordat de symptomen zich openbaren tot 5 dagen daarna. Hoe lang duurt de griep? Bij griep zijn gezonde mensen al gauw een week ziek. De koorts (38-40 C) is binnen één dag na het begin van de klachten het hoogst en duurt 1 tot 5 dagen. Als je griep hebt, wil je het liefst gewoon in bed blijven. Griep is zeer besmettelijk Via de lucht, maar ook via direct contact (zoenen, hand geven) of indirect contact (via een deurkruk of telefoon bijvoorbeeld) kun je het griepvirus oplopen. Het inademen van maar drie griepvirussen is al genoeg om zelf besmet te raken. Bijvoorbeeld: Als een vliegtuig met één grieppatiënt 3 uur aan de grond staat met een kapot ventilatiesysteem, dan krijgt 72% van de passagiers in de daaropvolgende dagen griep. Informatie van de site 19

20 Een beter formule voor besmetting De volgende variabele die we bekijken is besmetting. In het eerste model worden elke dag 10 mensen besmet. Het is niet erg realistisch dat het aantal besmettingen constant is. Een meer realistische aanname is dat elke zieke voor nieuwe besmettingen zorgt. Als er meer zieke mensen zijn, zullen er ook meer mensen besmet worden. De besmettingsfactor geeft weer hoeveel nieuwe besmettingen er per dag en per zieke plaatsvinden (gemiddeld). 16 De recursieve betrekkingen voor de variabel gezond in het model wordt dan: gezond(n+1) = gezond(n) ziek(n) besmettingsfactor Figuur 1.17 Gedeelte Excel-bestand a. Open het Excel-bestand Verbeterd Griepmodel b. Noteer in de cellen C6 en D6 de formules voor ziek en immuun op dag 1 in de tabel met behulp van deze recursieve betrekking (de besmettingsfactor $F$5, de genezingsfactor is $F$6). Noteer de formules hieronder. C6 = D6 = c. Kopieer de formules voor gezond, ziek en immuun naar de cellen eronder tot dag In dit model spelen de besmettingsfactor en de genezingsfactor een vergelijkbare rol. Met Excel kan de invloed van deze factoren op de epidemie onderzocht worden. De onderstaande grafiek is gemaakt met een besmettingsfactor van 0,25 en een genezingsfactor van 0,20. Verbeterd Griepmodel 6000 personen ziek, gezond of immuun tijd in dagen gezond ziek immuun Figuur 1.18 Grafieken van de aantallen voor gezond, ziek en immuun Bekijk de grafiek met de aantallen voor gezond, ziek en immuun. Het model explodeert, de lijnen lijken op exponentiële functies. a. Kies een andere waarde voor de besmettingsfactor. Bij welke waarde(n) explodeert het model niet meer? 20

21 b. Leg kort uit hoe het komt dat in dit model het aantal zieke personen blijft toenemen als de besmettingsfactor groter is dan de genezingsfactor. c. Hoe zou je het model realistischer kunnen maken? Figuur Besmettingsbron. Besmettingsfactor en immuniteit Besmetting kan alleen optreden als zieke en gezonde mensen elkaar ontmoeten. Als het aantal gezonde mensen afneemt moet ook het aantal besmettingen afnemen. Na enige tijd is een deel van de bevolking immuun en kan niet meer besmet worden. Het aantal besmettingen daalt als het aantal gezonde mensen ten opzichte van het totaal afneemt. Een betere formule voor het aantal besmettingen is dan: gezond besmetting c ziek totale bevolking In deze formule is c de besmettingsfactor (het aantal nieuwe besmettingen per zieke per dag, gerelateerd aan de totale bevolking) 18 Bekijk de formule voor het aantal besmettingen. a. Stel dat bij 990 gezonde personen en 10 zieke personen er per dag 5 besmettingen zijn, welke waarde heeft c dan? b. In het begin van de epidemie neemt het aantal besmettingen per dag snel toe. Hoe is dat met deze formule te verklaren? Na verloop van tijd daalt het aantal besmettingen per dag. c. Hoe kun je met de formule uitleggen dat op een bepaald moment het aantal besmettingen weer daalt? Conclusie: besmetting en genezing Om het model te verbeteren moet rekening gehouden worden met de volgende verbanden: Het aantal personen dat per dag geneest hangt af van de genezingsfactor. De gemiddelde ziekteduur hangt ook van de genezingsfactor af. Het aantal personen dat per dag besmet raakt hangt af van de besmettelijkheid van het virus, het aantal personen dat ziek is én het aantal personen dat gezond is en nog niet immuun. 21

22 Symbolen Coach De symbolen in dit model zijn de toestandsvariabele, de stroomvariabele en de constante. Op weg naar een computermodel Het onderstaande schema geeft het verbeterde model weer. De figuur is afkomstig van het modelleerprogramma Coach dat net als Excel alle berekeningen kan uitvoeren. Figuur 1.20 Een verbeterd griepmodel Figuur De waarde van een toestandsvariabele verandert door instroom en uitstroom. De variabelen gezond, ziek en immuun zijn weergegeven als een rechthoek. Zo n variabele wordt een toestandsvariabele of niveauvariabele genoemd. De veranderingen in het model zijn weergegeven met stroompijlen. Elke stroompijl of stroomvariabele bevat een formule waarmee berekend wordt hoeveel personen er per dag verschuiven. In het model zijn twee constante factoren opgenomen. Het symbool voor een constante is een rondje. - de genezingsfactor is het deel van de zieken dat de volgende dag genezen is - de besmettingsfactor is de variabele c uit de formule voor het aantal gezond besmettingen: besmetting c ziek totale bevolking De dunne pijlen in het stroomschema zijn de relatiepijlen. Die pijlen geven aan welke factoren invloed hebben op de veranderingen. Figuur De waarde van de stroomvariabele geeft de verandering aan. De stroompijl bevat een formule om dit te berekenen 19 De twee constanten genezingsfactor en besmettingsfactor hebben een bepaalde waarde (een decimaal getal). a. Welke waarde heeft de constante genezingsfactor als per dag 20% van de zieke personen geneest? In de vorige opgave is voor de besmettingsfactor een waarde van 0,5 gevonden. Bij 1000 gezonde en 10 zieke personen betekent dit dat er elke dag 5 personen besmet raken. Hoeveel besmettingen zijn er per dag bij 400 gezonde personen, 100 zieken en 500 personen die immuun zijn? Figuur Het rondje stelt een constante voor. De relatiepijl geeft aan dat de genezingsfactor invloed heeft op de variabele genezing. Leerdoelen Wat heb je nu geleerd? Na deze paragraaf moet je een antwoord kunnen geven op de volgende vraag: Hoe kun je de formules in een model verbeteren? 22

23 Kennismaken met modellen 1.4 Griep met een modelleerprogramma Wat gaan we doen? In deze paragraaf wordt het verbeterde griepmodel gebouwd met behulp van het modelleerprogramma Coach. In het model zijn de verbeterde formules opgenomen waarmee de invloed van de modelvariabelen beschreven wordt. In deze paragraaf zijn de centrale vragen: Geeft het verbeterde model realistischer resultaten? Welke invloed hebben de verbeterde modelvariabelen op de resultaten? Computermodellen ophalen Bij dit lespakket horen computermodellen die via een website of schoolnetwerk beschikbaar zijn. Op de eerste pagina van deze module heb je genoteerd waar de bestanden op te halen zijn. Start het model Griepepidemie1. Je krijgt op het scherm een model voor een griepepidemie dat je kunt laten doorrekenen. Figuur 1.24 Model griepepidemie 1 20 Het model Griepepidemie1 is gereed voor gebruik. a. Open met de rechtemuisknop in het modelvenster het modeluitvoer-paneel. Plaats de schuif van de afspeelsnelheid helemaal links. Klik op de knop, de play-knop in het modeluitvoer-paneel. Dit paneel is zodanig ingesteld dat de berekening altijd start vanuit de beginsituatie en de toestand in opeenvolgende stappen doorrekent. Tevens staan de momentane toestandswaarden in het model bij de grafische elementen. b. Stop de computerberekeningen na 7 dagen door op de blauwe stop-knop in het modeluitvoer-paneel te klikken. Neem de berekende getallen over. Figuur 1.25 Afspeelbuttons in de menubalk. 23

24 c. Heeft de epidemie na een week het maximum al bereikt? Je kunt met het model verder rekenen tot 100 dagen. d. Maak eerst een voorspelling over de situatie op dag 100. e. Sluit het modeluitvoer-paneel en klik op om het model snel door te rekenen en controleer de voorspelling. f. Noteer vanaf welke dag de situatie stabiel is. 21 Belangrijke vragen die de overheid beantwoord wil zien door het gebruik van een model zijn: - Hoe wordt de piek? Met andere woorden: wat is het maximum aantal mensen dat tegelijkertijd ziek is? - Hoeveel procent van de bevolking krijgt uiteindelijk griep? Beantwoord de twee vragen met dit model. 22 Open met de rechtermuisknop in het modelvenster het modeluitvoer-paneel. Plaats de schuif van de afspeelsnelheid helemaal links. Klik op de knop, de play-knop in het modeluitvoer-paneel. Stop de computerberekeningen na 21 dagen door op de blauwe stop-knop in het modeluitvoer-paneel te klikken. Volg nu in de grafiek de waarden van gezond, ziek en immuun. 24

25 Figuur 1.26 Model griepepidemie 1 23 De grafieken in figuur 1.26 laten zien hoe het verloop van de griepgolf volgens het model Griepepidemie1 is. In het diagram is het aantal zieke, gezonde en immune personen weergegeven. a. Is de vorm van de grafiek van de griepgolf (het aantal zieke personen) realistischer dan in vraag 14? Licht toe. b. Controleer of de hoogte van de piek in de griepgolf overeen komt met de waarde die je bij de vorige opgave gevonden hebt. Noteer de waardes. c. Hoe zou je in de grafiek kunnen aflezen hoeveel procent van de bevolking uiteindelijk de griep gehad heeft? d. De grafieken van gezond en immuun hebben de vorm van een langgerekte S. Verklaar voor beide grafieken afzonderlijk het verloop van de grafiek. 25

26 Invloed van veranderingen Het model kent twee factoren die invloed hebben op de griepepidemie, de genezingsfactor en de besmettingsfactor. Met het computermodel kunnen we snel nagaan wat de invloed van deze twee factoren is, maar eerst wordt er een voorspelling opgesteld over de invloed die deze twee factoren hebben. 24 De besmettingsfactor hangt onder andere af van het type virus. Er zijn veel verschillende griepvirussen. Bij het ene virus is de kans op besmetting groter dan bij een ander virus. Voorspel hoe de griepgolf zal verlopen als de besmettingsfactor niet 0,5 maar 1,0 is. Teken je voorspelling in de grafiek van figuur Zal een grotere besmettingsfactor ook invloed hebben op het aantal personen dat uiteindelijk de griep krijgt? 25 De genezingsfactor heeft ook invloed op de griepgolf. Als mensen korter ziek zijn, kunnen ze minder personen besmetten. Door het gebruik van antivirale middelen kan de genezingsfactor groter worden. a. Voorspel hoe de griepgolf zal verlopen als de genezingsfactor 0,10 is. Teken met een andere kleur je voorspelling in figuur b. Zal een lagere genezingsfactor ook invloed hebben op het aantal personen dat de griep krijgt? Leg uit. 26

27 Modelvariabelen veranderen Om de waarde van de besmettingsfactor en de genezingsfactor te veranderen moet je de eigenschappen van de variabele veranderen. Klik daarvoor dubbel op het modelsymbool waarvan de waarde veranderd moet worden. Figuur 1.28 Door dubbel te klikken op het symbool voor de besmettingsfactor opent het volgende scherm en kan de waarde van de variabele veranderd worden. 26 De getalswaarde van de constante besmettingsfactor is zichtbaar. Het scherm kan alleen geopend wordt als het model gestopt is. a. Open het eigenschappenvenster van de besmettingsfactor b. Stel de besmettingsfactor in op 1.0 en laat het model lopen. c. Klopte jouw voorspelling van de griepgolf bij opgave 24 ongeveer? Zo nee, leg dan uit waarom de grafiek anders is. d. Hoeveel % van de bevolking krijgt volgens dit model de griep? Fig De waarde van de variabelen verandert pas als het model loopt. 27 De invloed van de genezingsfactor kan op dezelfde manier veranderd worden. a. Open het eigenschappenvenster van de genezingsfactor. b. Stel de genezingsfactor in op 0.10 en laat het model lopen. c. Klopte jouw voorspelling van de griepgolf bij opgave 25 ongeveer? Zo nee, leg dan uit waarom de grafiek anders is. d. Hoeveel % van de bevolking krijgt volgens dit model de griep? 27

28 28 Bij een ernstige griepepidemie kan de overheid besluiten om op grote schaal antivirale middelen te verstrekken. (Zie blz.11 Mogelijke maatregelen) Een dergelijke aanpak is echter wel erg duur. In je model wordt de genezingsfactor 0,30. a. Verwacht je dat een dergelijk medicijn veel invloed kan hebben op de griepgolf? Wat zal die invloed dan zijn? Op welk deel van de grafiek? b. Test je antwoord bij a. door het programma te laten lopen. Noteer de uikomsten. Werken met een computermodel Een computermodel biedt veel mogelijkheden tot testen en uitproberen. Het model kan verschillende malen gerund worden onder verschillende condities. Zo kan de invloed van één onderdeel goed onderzocht worden. Enkele mogelijkheden zijn: De beginsituatie (de niveauvariabelen) kan anders gekozen worden. De invloed van de constante factoren kan vergeleken worden. De tijdsduur en de tijdstap kan aangepast worden. Model testen en evalueren Een model moet niet alleen de werkelijkheid zo goed mogelijk beschrijven, het moet ook geschikt zijn om voorspellingen te doen voor de toekomst. Dat betekent dat verschijnselen die in werkelijkheid optreden ook zichtbaar moeten zijn in het model. Daarnaast moet getest worden of het model betrouwbaar is. 29 Het model Griepepidemie 2 houdt op een bepaalde manier rekening met de genezingsfactor en de kans op besmetting. a. Noem twee eigenschappen van het model Griepepidemie 2 die goed passen bij de werkelijkheid. b. Noem één aspect aan het model dat verbeterd kan worden of waarmee het model uitgebreid kan worden. Leerdoelen Wat heb je nu geleerd? Na deze paragraaf moet je een antwoord kunnen geven op de volgende vragen: Welke invloed hebben de modelvariabelen op het resultaat? Hoe kun je de resultaten van het model verklaren aan de hand van de formules in het model? 28

29 Kennismaken met modellen 1.5 Een realistischer griepmodel Wat gaan we doen? Het model Griepepidemie1 geeft een realistischer voorspelling van een griepgolf dan de voorgaande Excel modellen. Maar enkele belangrijke biologische aspecten ontbreken nog. Hierdoor is het model nog niet goed betrouwbaar genoeg. Het derde griepmodel is een voorbeeld van een uitgebreid model waarbij veel factoren een invloed hebben. Dit model wordt getest met behulp van een échte griepgolf. In deze paragraaf zijn de centrale vragen: Welke factoren maken het griepmodel meer realistisch? Hoe test je een model testen aan de werkelijkheid? Het verbeterde griepmodel geeft al een veel realistischer beeld van een griepepidemie, maar er ontbreken nog veel factoren en verschijnselen die bij een echte epidemie een rol spelen. Het model kan dus nog verder verbeterd worden. Verbeteringen aan het griepmodel Om het model van de griepepidemie nog beter aan te laten sluiten op de werkelijkheid moeten de onderstaande verschijnselen en factoren aan het model worden toegevoegd: Personen die besmet raken zijn niet direct ziek. De virussen vermenigvuldigen zich. Na een dag of twee beginnen de eerste ziekteverschijnselen. In deze (incubatie)tijd kunnen anderen wel besmet worden. Niet iedereen die besmet raakt wordt ook ziek. Bij een behoorlijk deel van de bevolking werkt het afweersysteem goed genoeg om het virus uit te schakelen. Deze personen zijn daarna immuun (immuun_1). De griep kan ook dodelijk zijn. Elk jaar overlijden er in Nederland honderden mensen aan de griep. De kans op overlijden is sterk afhankelijk van het type virus dat de ziekte veroorzaakt. In het model Griepepidemie2 zijn deze drie verschijnselen opgenomen. Figuur 1.30 Griepepidemie 2 29

30 30 Het model Griepepidemie2 kent een nieuwe niveauvariabele besmet, het aantal personen dat al wel besmet maar nog niet ziek is. a. Hoe is in het model te zien dat een deel van de personen die besmet is geraakt niet ziek wordt? Wat gebeurt er bij deze personen? b. Welke constante in het model bepaalt welk deel van de besmette personen wel ziek wordt en welk deel niet? Bij mensen die besmet én vatbaar zijn neemt het aantal virusdeeltjes toe, waarna ze ziek worden en dus anderen kunnen besmetten. c. Welke twee niveauvariabelen zorgen voor nieuwe besmettingen? 31 Het model houdt ook rekening met het feit dat er elk jaar mensen overlijden aan de griep. De stroomvariabele sterfte is in het model afhankelijk van het aantal zieke personen en de sterftefactor (de kans per dag om te overlijden aan de griep). a. Geef in je eigen woorden aan wat de stroomvariabele sterfte voorstelt. Gebruik in je uitleg ook de eenheid van de variabele. b. Met welke formule zal de variabele sterfte berekend worden? c. Leg uit dat de constante sterftefactor een zeer klein getal moet zijn. Ontwikkelen en testen Het ontwikkelen van modellen gaat vaak op dezelfde manier. Het eerste model is vrij eenvoudig, daarna worden er steeds verbeteringen aangebracht. Verschijnselen en factoren die in de werkelijkheid een rol spelen worden aan het model toegevoegd. Dat proces gaat door totdat het model goed genoeg is voor het doel waarvoor het gebruikt moet worden. Om een verbeterd model te testen wordt de uitkomst van het model vergeleken met gegevens uit de werkelijkheid. Daarbij wordt onderzocht of het mogelijk is het model zo in te stellen dat de resultaten redelijk overeen komen met de werkelijkheid. 30

31 Open het model Griepepidemie 2. Je krijgt op het scherm het uiteindelijke model voor een griepepidemie. 32 Het model start met gezonde personen, 100 personen die besmet zijn en 10 personen die ziek zijn. Boven in het scherm vind je de menubalken waarmee je het model kunt laten werken. a. Open met de rechtemuisknop in het modelvenster het modeluitvoer-paneel. Plaats de schuif van de afspeelsnelheid helemaal links. Klik op de knop, de play-knop in het modeluitvoer-paneel. Noteer hoeveel personen er aan het einde gezond, besmet, ziek of immuun zijn. Figuur 1.31 Afspeelknoppen in de menubalk gezond: ziek: besmet: immuun: b. Hoeveel personen liggen tijdens de piek van de griepgolf in bed? c. Hoeveel personen overlijden er in totaal aan de griep? d. Vind je de resultaten van dit model realistisch? Leg uit waarom wel/niet. Het model testen Het model is nu compleet genoeg om een test uit te voeren. Bij een test wordt onderzocht of het model in staat is om een werkelijke situatie na te bootsen. Als voorbeeld worden de gegevens gebruikt van de griepgolf die in februari 2005 Zuid-Nederland trof. Lees eerst het artikel. In februari hogere sterfte in Zuid-Nederland Bron: In Zuid-Nederland zijn in februari 2005 bijna 3 duizend mensen overleden. Dit is bijna 600 meer dan in de vier weken daarvoor en ook 600 meer dan gemiddeld voor februari. De hogere sterfte in Zuid-Nederland valt vrijwel samen met een griepgolf die door het NIVEL is waargenomen. In de week van 14 tot en met 20 februari bereikte deze een piek. Toen waren er per 10 duizend inwoners van Zuid-Nederland 48 patiënten met een ziektebeeld dat op griep wijst. Week na griepgolf hoogste sterfte De sterfte in Zuid-Nederland was het hoogst in de week van 21 tot en met 27 februari, een week na de piek in de griepgolf overleden 210 personen aan de gevolgen van de griep. Uit onderzoek is bekend dat er enige tijd verstrijkt tussen het optreden van griep en het eventuele overlijden aan de gevolgen van griep. Figuur Griepepidemie in Zuid-Nederland, februari

Dynamische modellen VWO Een lesmodule voor Wiskunde en Natuur, Leven & Technologie

Dynamische modellen VWO Een lesmodule voor Wiskunde en Natuur, Leven & Technologie Dynamische modellen VWO Een lesmodule voor Wiskunde en Natuur, Leven & Technologie Ook geschikt als startmodule voor modelleren bij natuurkunde en/of biologie Versie 1.2 september 2008 Werkgroep Dynamische

Nadere informatie

Dynamische modellen VWO Een lesmodule voor Wiskunde en Natuur, Leven & Technologie

Dynamische modellen VWO Een lesmodule voor Wiskunde en Natuur, Leven & Technologie Dynamische modellen VWO Een lesmodule voor Wiskunde en Natuur, Leven & Technologie Ook geschikt als startmodule voor modelleren bij natuurkunde en/of biologie Versie 1.4G januari 2012 Werkgroep Dynamische

Nadere informatie

Dynamische modellen Een lesmodule voor Wiskunde D en Natuur, Leven en Technologie

Dynamische modellen Een lesmodule voor Wiskunde D en Natuur, Leven en Technologie Dynamische modellen Een lesmodule voor Wiskunde D en Natuur, Leven en Technologie Hoofdstuk 1 Kennismaken met dynamische modellen (Coach versie) Versie 1 oktober 2006 bron: Inleiding gedeeltelijk uit module

Nadere informatie

Dynamische modellen Een lesmodule voor Wiskunde D en Natuur, Leven en Technologie

Dynamische modellen Een lesmodule voor Wiskunde D en Natuur, Leven en Technologie Dynamische modellen Een lesmodule voor Wiskunde D en Natuur, Leven en Technologie Hoofdstuk 1 Kennismaken met dynamische modellen Versie 1 oktober 2006 bron: Inleiding gedeeltelijk uit module Een Sportieve

Nadere informatie

A. Wat is een dynamisch model? CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/45406

A. Wat is een dynamisch model? CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/45406 Auteur Its Academy Laatst gewijzigd Licentie Webadres 08 mei 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/45406 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van

Nadere informatie

Compex wiskunde A1-2 vwo 2003-I

Compex wiskunde A1-2 vwo 2003-I Epidemie Men spreekt van een epidemie als in korte tijd minstens 2% van de bevolking een besmettelijke ziekte oploopt. Een voorbeeld van zo n ziekte is griep. Rond 930 hebben twee Schotse wiskundigen,

Nadere informatie

Grafieken veranderen met Excel 2007

Grafieken veranderen met Excel 2007 Grafieken veranderen met Excel 2007 Hoe werkt Excel? Eerste oefening Hieronder zie je een gedeelte van het openingsscherm van Excel. Let op hoe we alle onderdelen van het werkblad noemen! Aantal decimalen

Nadere informatie

Dynamische modellen Subdomein 1: Dynamische Systemen Experimenteel lesmateriaal Wiskunde D vwo

Dynamische modellen Subdomein 1: Dynamische Systemen Experimenteel lesmateriaal Wiskunde D vwo Dynamische modellen Subdomein 1: Dynamische Systemen Experimenteel lesmateriaal Wiskunde D vwo Hoofdstuk 3 De wiskunde in een model (Coach-versie) Versie 1 oktober 2006 CTWO-werkgroep Dynamische Modellen

Nadere informatie

3 Veranderende krachten

3 Veranderende krachten 3 Veranderende krachten B Modelleren Een computermodel van bewegingen in SCYDynamics NLT-module Het lesmateriaal bij deze paragraaf vormt een onderdeel van de NLT-module Dynamische Modellen VWO. Wat gaan

Nadere informatie

HANDLEIDING MODEL EDITOR

HANDLEIDING MODEL EDITOR HANDLEIDING MODEL EDITOR Mei 2012 Yvonne Mulder en Ard Lazonder Universiteit Twente HOOFDSTUK 1: EEN MODEL SCHETSEN Met deze handleiding leer je werken met de SCYDynamics Model Editor. Dat doe je in 2

Nadere informatie

VAARDIGHEDEN EXCEL. MEETWAARDEN INVULLEN In de figuur hieronder zie je twee keer de ingevoerde meetwaarden, eerst ruw en daarna netjes opgemaakt.

VAARDIGHEDEN EXCEL. MEETWAARDEN INVULLEN In de figuur hieronder zie je twee keer de ingevoerde meetwaarden, eerst ruw en daarna netjes opgemaakt. VAARDIGHEDEN EXCEL Excel is een programma met veel mogelijkheden om meetresultaten te verwerken, maar het was oorspronkelijk een programma voor boekhouders. Dat betekent dat we ons soms in bochten moeten

Nadere informatie

Een model voor een lift

Een model voor een lift Een model voor een lift 2 de Leergang Wiskunde schooljaar 213/14 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Inleiding... 5 Model 1, oriëntatie... 7 Model 1... 9 Model 2, oriëntatie... 11 Model 2... 13

Nadere informatie

Voorbeeld lesplan: Modelleren van de glucose-insuline regulatie

Voorbeeld lesplan: Modelleren van de glucose-insuline regulatie - DOCENTMATERIAAL - Voorbeeld lesplan: Modelleren van de glucose-insuline regulatie 1 Organisatie Domein Onderwerp Aansluitend bij Leerjaar / niveau Voorkennis Lesomschrijving Leerdoelen Biologie Modelleren

Nadere informatie

EPIDEMIOLOGIE - LEERLING. SuccesformulesVoorkant_Opmaak :08 Pagina 1 EPIDEMIOLOGIE. Naam: Klas: Datum:

EPIDEMIOLOGIE - LEERLING. SuccesformulesVoorkant_Opmaak :08 Pagina 1 EPIDEMIOLOGIE. Naam: Klas: Datum: EPIDEMIOLOGIE - LEERLING SuccesformulesVoorkant_Opmaak 1 06-10-14 10:08 Pagina 1 EPIDEMIOLOGIE 1 anigap 80:01 41-01-60 1 kaampo_tnakroovselumrofseccus Naam: Klas: Datum: INLEIDING Wiskunde speelt een belangrijk

Nadere informatie

Grafieken maken met Excel

Grafieken maken met Excel Grafieken maken met Excel Mooie plaatjes met Microsoft Excel 4 HAVO en 5 VWO Grafieken maken met Excel. Inleiding. Bij de practica moet je regelmatig een grafiek tekenen. Tot nu toe deed je dat waarschijnlijk

Nadere informatie

Basistechnieken Microsoft Excel in 15 minuten

Basistechnieken Microsoft Excel in 15 minuten Basistechnieken Microsoft Excel in 15 minuten Microsoft Excel is een rekenprogramma. Je kan het echter ook heel goed gebruiken voor het maken van overzichten, grafieken, planningen, lijsten en scenario's.

Nadere informatie

Rekenen aan wortels Werkblad =

Rekenen aan wortels Werkblad = Rekenen aan wortels Werkblad 546121 = Vooraf De vragen en opdrachten in dit werkblad die vooraf gegaan worden door, moeten schriftelijk worden beantwoord. Daarbij moet altijd duidelijk zijn hoe de antwoorden

Nadere informatie

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter Voorbereidende opgaven VWO Examencursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan

Nadere informatie

Griepepidemie. Modelleren B. Javiér Sijen. Janine Sinke

Griepepidemie. Modelleren B. Javiér Sijen. Janine Sinke Javiér Sijen Janine Sinke Griepepidemie Modelleren B Om de uitbraak van een epidemie te voorspellen, wordt de verspreiding van een griepvirus gemodelleerd. Hierbij wordt zowel een detailbenadering als

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde

Nadere informatie

Examen VWO - Compex. wiskunde A1,2

Examen VWO - Compex. wiskunde A1,2 wiskunde A1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 14 tot en met 23 In dit deel staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

Leerlinghandleiding allergie, 2014 1

Leerlinghandleiding allergie, 2014 1 Leerlinghandleiding allergie, 2014 1 Colofon Documenttitel: Leerlinghandleiding allergie Auteur: Deelnemer van het DOT 2013/2014 van Bètasteunpunt Wageningen: Annemieke Gemmink, Christelijk Lyceum Veenendaal

Nadere informatie

Informatica College Blaucapel/KS Handelingsdeel IV. Basis Excel

Informatica College Blaucapel/KS Handelingsdeel IV. Basis Excel blaucapel Basis Excel Excel is een rekenprogramma: een elektronisch rekenvel. Het wordt ook wel een spreadsheet (een verspreid veld) genoemd. Wat kun je bijvoorbeeld maken met excel: Prijsberekeningen

Nadere informatie

Praktische opdracht: modelleren met Coach

Praktische opdracht: modelleren met Coach Praktische opdracht: modelleren met Coach VWO 5 wiskunde B Mei 00 Hieronder zie je een ketting waaraan vijf gelijke gewichten hangen. Daarnaast een schematische tekening van ketting en gewichten. Aan de

Nadere informatie

Basisvaardigheden Microsoft Excel

Basisvaardigheden Microsoft Excel Basisvaardigheden Microsoft Excel Met behulp van deze handleiding kun je de basisvaardigheden leren die nodig zijn om meetresultaten van een practicum te verwerken. Je kunt dan het verband tussen twee

Nadere informatie

Computerlessen voor Senioren. Themacursus. Basis Excel. Uitgave Samenstelling: Lucien Delchambre Paul Derycke. Werken met mappen 1

Computerlessen voor Senioren. Themacursus. Basis Excel. Uitgave Samenstelling: Lucien Delchambre Paul Derycke. Werken met mappen 1 & Computerlessen voor Senioren Themacursus Basis Excel Uitgave 2010 Samenstelling: Lucien Delchambre Paul Derycke Werken met mappen 1 HANDLEIDING BASIS EXCEL 3 1 Inleiding 3 2 Belangrijke functies 8 3

Nadere informatie

Hoofdstuk 26: Modelleren in Excel

Hoofdstuk 26: Modelleren in Excel Hoofdstuk 26: Modelleren in Excel 26.0 Inleiding In dit hoofdstuk leer je een aantal technieken die je kunnen helpen bij het voorbereiden van bedrijfsmodellen in Excel (zie hoofdstuk 25 voor wat bedoeld

Nadere informatie

Stoeien met Statistiek

Stoeien met Statistiek Stoeien met Statistiek Havo 4: Statistiek op grote datasets 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Docentenhandleiding... 5 Inleiding voor leerlingen... 6 Opdracht 1... 7 Opdracht 2... 8 Opdracht 3...

Nadere informatie

Maken van een practicumverslag

Maken van een practicumverslag Natuur-Scheikunde vaardigheden Maken van een practicumverslag Format Maken van een tabel met word 2010 2 Havo- VWO H. Aelmans SG Groenewald Maken van een diagram Inleiding. Een verslag van een practicum

Nadere informatie

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken LOPUC Een manier om problemen aan te pakken LOPUC Lees de opgave goed, zodat je precies weet wat er gevraagd wordt. Zoek naar grootheden en eenheden. Schrijf de gegevens die je nodig denkt te hebben overzichtelijk

Nadere informatie

Dynamische modellen HAVO Petrus Canius College Alkmaar

Dynamische modellen HAVO Petrus Canius College Alkmaar Dynamische modellen HAVO Petrus Canius College Alkmaar Een dynamisch model? 2 Colofon De module Dynamische modellen is bestemd voor de lessen Natuur, Leven en Technologie (NLT). De module is nog niet gecertificeerd,

Nadere informatie

Excel. Inleiding. Het meest gebruikte spreadsheet programma is Excel.

Excel. Inleiding. Het meest gebruikte spreadsheet programma is Excel. Excel Inleiding Het woord computer betekent zoiets als rekenmachine. Daarmee is is eigenlijk aangegeven wat een computer doet. Het is een ingewikkelde rekenmachine. Zelf voor tekstverwerken moet hij rekenen.

Nadere informatie

Stoomcursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO ( ) = = ( ) ( ) ( ) = ( ) ( ) = ( ) = = ( )

Stoomcursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO ( ) = = ( ) ( ) ( ) = ( ) ( ) = ( ) = = ( ) Voorbereidende opgaven VWO Stoomcursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan

Nadere informatie

Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen.

Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen. Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen. Opmerking vooraf. Een netwerk is een structuur die is opgebouwd met pijlen en knooppunten. Bij het opstellen van

Nadere informatie

Een functie is een kant en klare formule. Via de knop Som in de groep Bewerken van het tabblad Start kun je een aantal veelgebruikte functies kiezen:

Een functie is een kant en klare formule. Via de knop Som in de groep Bewerken van het tabblad Start kun je een aantal veelgebruikte functies kiezen: SAMENVATTING HOOFDSTUK 6 De functies Gemiddelde en Afronding Een functie is een kant en klare formule. Via de knop Som in de groep Bewerken van het tabblad Start kun je een aantal veelgebruikte functies

Nadere informatie

Module 10: docentenhandleiding. Experimenteel lesprogramma nieuwe economie

Module 10: docentenhandleiding. Experimenteel lesprogramma nieuwe economie Module 10: docentenhandleiding Experimenteel lesprogramma nieuwe economie Verantwoording 2010 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Het auteursrecht op de modules voor Economie berust bij SLO.

Nadere informatie

Compex wiskunde A1-2 vwo 2003-I

Compex wiskunde A1-2 vwo 2003-I Levensduur van koffiezetapparaten Enkele jaren geleden is onderzocht hoe lang nieuw aangeschafte koffiezetapparaten meegaan. Op basis daarvan is een kansmodel gemaakt zoals weergegeven in figuur 1. Hierin

Nadere informatie

Hoe moet je een prachtige presentatie maken?

Hoe moet je een prachtige presentatie maken? Hoe moet je een prachtige presentatie maken? www.meestermichael.nl Geef de presentatie een titel. Klik dit vak aan om jouw presentatie een ondertitel te geven. Hier kun je je presentatie een titel geven

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 14 tot en met 19. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 14 tot en met 19. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Examen VWO 2007 tijdvak 1 vrijdag 1 juni totale examentijd 3,5 uur wiskunde A1 Compex Vragen 14 tot en met 19 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Het gehele

Nadere informatie

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven HAVO kan niet korter

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven HAVO kan niet korter Voorbereidende opgaven HAVO Kerstvakantiecursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk

Nadere informatie

Compex wiskunde A1-2 vwo 2005-I

Compex wiskunde A1-2 vwo 2005-I Zalm Wanneer van een vissoort te veel gevangen wordt, kan de populatie zich niet herstellen en valt er op den duur niets meer te vangen. Visserijbiologen streven dan ook naar een evenwichtssituatie waarbij

Nadere informatie

Statistiek met Excel. Schoolexamen en Uitbreidingsopdrachten. Dit materiaal is gemaakt binnen de Leergang Wiskunde schooljaar 2013/14

Statistiek met Excel. Schoolexamen en Uitbreidingsopdrachten. Dit materiaal is gemaakt binnen de Leergang Wiskunde schooljaar 2013/14 Statistiek met Excel Schoolexamen en Uitbreidingsopdrachten 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Schoolexamen Wiskunde VWO: Statistiek met grote datasets... 5 Uibreidingsopdrachten vwo 5... 6 Schoolexamen

Nadere informatie

Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2)

Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2) Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2) Onderdelen Een verslag van een experiment bestaat uit vier onderdelen: - inleiding: De inleiding is het administratieve deel van je verslag. De onderzoeksvraag

Nadere informatie

5. Functies. In deze module leert u:

5. Functies. In deze module leert u: 5. Functies In deze module leert u: - Wat functies zijn; - Functies uitvoeren; - De verschillende functies van Calc kennen. - Naar een ander werkblad verwijzen. U kunt eenvoudige berekeningen, zoals aftrekken,

Nadere informatie

Het tsv-bestand gaan we nu inlezen in Coach. Open Coach; log in als docent; kies nieuwe activiteit ; meten. (Je hoeft geen meetpaneel te kiezen.

Het tsv-bestand gaan we nu inlezen in Coach. Open Coach; log in als docent; kies nieuwe activiteit ; meten. (Je hoeft geen meetpaneel te kiezen. Data analyse HiSPARC Analyse met Coach C.G.N. van Veen 1 Inleiding Dit werkblad helpt leerlingen en docenten om data analyse van HiSPARC met het software pakket Coach (6 of 7) te doen. Coach (6 of 7) is

Nadere informatie

Voor de extra kijk- en luisteropdracht: voor iedere leerling een kopie van het Stappenplan Luisteren en Kijken (verderop in deze handleiding).

Voor de extra kijk- en luisteropdracht: voor iedere leerling een kopie van het Stappenplan Luisteren en Kijken (verderop in deze handleiding). Handleiding niveau B Vanaf deze week maakt KlasseTV weer wekelijks filmpjes bij de lessen van Nieuwsbegrip. Deze filmpjes zijn een maand lang gratis toegankelijk voor al onze abonnees. Daarna kunt u kiezen

Nadere informatie

Meten met de ultrasoon afstandsensor:

Meten met de ultrasoon afstandsensor: Meten met de ultrasoon afstandsensor: Belangrijk!!!!!! 1. Om zo goed mogelijk met de sensor te kunnen meten moeten de ultrasoon geluiden (de klikjes die je hoort) zo goed mogelijk worden weerkaatst. Wij

Nadere informatie

Een formule is een berekening die jij zelf maakt in Excel. Een formule begint met het isgelijkteken en bevat celverwijzingen.

Een formule is een berekening die jij zelf maakt in Excel. Een formule begint met het isgelijkteken en bevat celverwijzingen. Formules Een formule is een berekening die jij zelf maakt in Excel. Een formule begint met het isgelijkteken en bevat celverwijzingen. Figuur 1. Elke formule begint met = Stappen bij het maken van een

Nadere informatie

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Theorie In werkblad 1 heb je geleerd dat krachten een snelheid willen veranderen. Je kunt het ook omdraaien, als er geen kracht werkt, dan verandert

Nadere informatie

Griep. Cindy Postma ; Cindy Postma; Meijer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/26217

Griep. Cindy Postma ; Cindy Postma; Meijer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/26217 Auteurs Laatst gewijzigd Licentie Webadres Cindy Postma ; Cindy Postma; Meijer 19 februari 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/26217 Dit lesmateriaal is gemaakt met

Nadere informatie

Dynamische modellen Experimenteel lesmateriaal Wiskunde D vwo

Dynamische modellen Experimenteel lesmateriaal Wiskunde D vwo Dynamische modellen Experimenteel lesmateriaal Wiskunde D vwo Hoofdstuk 2 Modellen bouwen in een systeemdynamische modelleertaal Versie 1 oktober 2006 CTWO-werkgroep Dynamische Modellen Paul Drijvers Carel

Nadere informatie

Het uiterlijk lijkt erg op Word, een paar belangrijke verschillen geven we aan in de schermafdruk hieronder.

Het uiterlijk lijkt erg op Word, een paar belangrijke verschillen geven we aan in de schermafdruk hieronder. Inleiding Rekenen is een onderdeel van iedere opleiding. Het programma waar je mee kunt rekenen op de computer is het programma Excel, onderdeel van Microsoft Office. Excel is een krachtig rekenprogramma.

Nadere informatie

Een grafiek maken in Excel

Een grafiek maken in Excel Een grafiek maken in Excel [Paul De Meyer] 1 Microsoft Excel starten Ga naar start en kies in Alle programma s voor Microsoft Excel of Dubbelklik op het bureaublad het icoontje Microsoft Excel Automatisch

Nadere informatie

Examen VWO - Compex. wiskunde A1

Examen VWO - Compex. wiskunde A1 wiskunde A1 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 14 tot en met 21 In dit deel staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

SNELLE INVOER MET EXCEL

SNELLE INVOER MET EXCEL SNELLE INVOER MET EXCEL Naam Nr Klas Datum Het is de bedoeling dat je de gegevens van een tabel op efficiënte wijze invoert, dat betekent: correct en snel! Microsoft Excel biedt verscheidene mogelijkheden

Nadere informatie

Handleiding aanpassen Cito-excelbestanden

Handleiding aanpassen Cito-excelbestanden Handleiding aanpassen Cito-excelbestanden M. van den Berg GION Februari 2015 Analyse Cito-opgaven 1) Neem het blad Analyse Cito-toetsopgaven voor u; 2) Pak de Cito-toets die u wilt invoeren voor u; 3)

Nadere informatie

www.digitalecomputercursus.nl 6. Reeksen

www.digitalecomputercursus.nl 6. Reeksen 6. Reeksen Excel kan datums automatisch uitbreiden tot een reeks. Dit betekent dat u na het typen van een maand Excel de opdracht kan geven om de volgende maanden aan te vullen. Deze voorziening bespaart

Nadere informatie

Uitwerkingen Vacuümpomp, 3HV, 1: Onderzoeken: theorieën, modellen en experimenten.

Uitwerkingen Vacuümpomp, 3HV, 1: Onderzoeken: theorieën, modellen en experimenten. Uitwerkingen Vacuümpomp, 3HV, 1: Onderzoeken: theorieën, modellen en experimenten. 1.1 C. B 2. Als een goed uitgevoerd experiment en een goed rekenmodel daarbij niet dezelfde uitkomsten geven, zal de onderliggende

Nadere informatie

Significante cijfers en meetonzekerheid

Significante cijfers en meetonzekerheid Inhoud Significante cijfers en meetonzekerheid... 2 Significante cijfers... 2 Wetenschappelijke notatie... 3 Meetonzekerheid... 3 Significante cijfers en meetonzekerheid... 4 Opgaven... 5 Opgave 1... 5

Nadere informatie

Opdrachtenblad COACH - UITWERKINGEN

Opdrachtenblad COACH - UITWERKINGEN Opdrachtenblad COACH - UITWERKINGEN 1 Introductie In deze activiteit leer je hoe je de verspreiding van een virus kunt analyseren met een grafisch Coach model. We beginnen met een eenvoudig versie van

Nadere informatie

Basisvaardigheden Microsoft Excel

Basisvaardigheden Microsoft Excel Basisvaardigheden Microsoft Excel Met behulp van deze handleiding kun je de basisvaardigheden leren die nodig zijn om meetresultaten van een practicum te verwerken. Je kunt dan het verband tussen twee

Nadere informatie

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011 Het maken van een verslag voor natuurkunde, vwo versie Deze tekst vind je op www.agtijmensen.nl: Een voorbeeld van een verslag Daar vind je ook een po of pws verslag dat wat uitgebreider is. Gebruik volledige

Nadere informatie

Het maken van grafieken met Excel

Het maken van grafieken met Excel Het maken van grafieken met Excel Hoe vaak gebeurt het niet dat je bij een natuurkunde practicum een hele reeks meetgegevens verzameld hebt en dat je deze in een tabel en een grafiek in je verslag wilt

Nadere informatie

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter Voorbereidende opgaven VWO Kerstvakantiecursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk

Nadere informatie

Compex wiskunde A1-2 vwo 2004-I

Compex wiskunde A1-2 vwo 2004-I KoersSprint In deze opgave gebruiken we enkele Excelbestanden. Het kan zijn dat de uitkomsten van de berekeningen in de bestanden iets verschillen van de exacte waarden door afrondingen. Verder kunnen

Nadere informatie

Afweer en Immuniteit

Afweer en Immuniteit Afweer en Immuniteit Foto: Wim van Egmond over drie linies van afweer en vaccinatie Je lichaam wordt gedurende je leven voortdurend aangevallen door ziekteverwekkers. Meestal merk je daar niets van omdat

Nadere informatie

Het csv bestand gaan we nu inlezen in Coach. Open Coach; log in als docent; kies nieuwe activiteit ; meten. (Je hoeft geen meetpaneel te kiezen.

Het csv bestand gaan we nu inlezen in Coach. Open Coach; log in als docent; kies nieuwe activiteit ; meten. (Je hoeft geen meetpaneel te kiezen. Data analyse HiSPARC Analyse met Coach C.G.N. van Veen 1 Inleiding Dit werkblad helpt leerlingen en docenten om data analyse van HiSPARC met het software pakket Coach (6 of 7) te doen. Coach (6 of 7) is

Nadere informatie

Examen VWO-Compex. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO-Compex. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Examen VWO-Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 27 mei 13.30 16.30 uur 20 03 Voor dit examen zijn maximaal 87 punten te behalen; het examen bestaat

Nadere informatie

Grafieken in Word. Soort 1 2 5 10 12 15 20 30 Leven 4,8 4,9 5,1 5,5 5,6 5,8 6,0 6,2 Annuïteiten 4,9 5,1 5,3 5,7 5,8 6,0 6,2 6,5

Grafieken in Word. Soort 1 2 5 10 12 15 20 30 Leven 4,8 4,9 5,1 5,5 5,6 5,8 6,0 6,2 Annuïteiten 4,9 5,1 5,3 5,7 5,8 6,0 6,2 6,5 Les 16 Grafieken in Word In deze les leert u hoe u gegevens weergeeft in de vorm van een grafiek. Ook past u het uiterlijk, de schaal en het type grafiek aan. Een grafiek maken Eén plaatje zegt meer dan

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 1 Beweging in beeld Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 1.1 Beweging vastleggen Het verschil tussen afstand en verplaatsing De verplaatsing (x) is de netto verplaatsing en de

Nadere informatie

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje Vandaag gaan jullie een natuurkundig experiment doen in een hele andere vorm dan je gewend bent, namelijk in de vorm van een wedstrijd. Leerdoelen

Nadere informatie

Antwoorden NLT Dynamische modellen

Antwoorden NLT Dynamische modellen Antwoorden NLT Dynamische modellen Antwoorden door een scholier 3517 woorden 28 april 2009 7,2 192 keer beoordeeld Vak NLT NLT Dynamische Modellen 1 Kennismaking met dynamische modellen 1. Figuur 2: Dit

Nadere informatie

Voortoets SE1 5HAVO MLN/SNO

Voortoets SE1 5HAVO MLN/SNO Opgave 1 - Een mengkraan (2,3,4,4) De kraan van een douche mengt koud en heet water. Per minuut wordt X liter koud water van 5 o C gemengd met Y liter heet water van 65 o C. De mengkraan levert dan elke

Nadere informatie

Excel reader. Beginner Gemiddeld. bas@excel-programmeur.nl

Excel reader. Beginner Gemiddeld. bas@excel-programmeur.nl Excel reader Beginner Gemiddeld Auteur Bas Meijerink E-mail bas@excel-programmeur.nl Versie 01D00 Datum 01-03-2014 Inhoudsopgave Introductie... - 3 - Hoofdstuk 1 - Databewerking - 4-1. Inleiding... - 5-2.

Nadere informatie

Examen VWO Compex deel 2. Natuurkunde

Examen VWO Compex deel 2. Natuurkunde Natuurkunde Examen VWO Compex deel 2 Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 22 mei (na deel 1) Maximaal 75 minuten 20 00 Attentie! Dit is het deel van het examen, waarbij je gebruik

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1 compex vwo 2007-I

Eindexamen wiskunde A1 compex vwo 2007-I Gemeenteraadsverkiezingen Op 2 maart 1994 vonden er in Nederland gemeenteraadsverkiezingen plaats. In de gemeente Enschede werden 67 787 stemmen uitgebracht. Open GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN.XLS Vraag 14,15.

Nadere informatie

6. Absolute en relatieve celadressering

6. Absolute en relatieve celadressering 6. Absolute en relatieve celadressering In deze module leert u: - Wat absolute en relatieve celadressering is; - De relatieve celadressering toepassen; - De absolute celadressering toepassen; - De absolute

Nadere informatie

1. Het werken met een rekenblad: een inleiding

1. Het werken met een rekenblad: een inleiding 1. Het werken met een rekenblad: een inleiding In onderstaand figuur is een rekenblad weergegeven Celinhoud CEL A4 Actieve Cel RIJEN RIJEN, KOLOMMEN EN CELLEN Figuur 1 CEL B6 Zoals je ziet bestaat een

Nadere informatie

Experiment: massadichtheid

Experiment: massadichtheid Inleiding In deze workshop willen we aan de hand van een praktijkvoorbeeld voor de lessen fysica in het derde jaar aangeven hoe de TI-83 plus een handig hulpmiddel kan zijn bij het verwerken van meetresultaten.

Nadere informatie

Examen VWO 2015. wiskunde C. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO 2015. wiskunde C. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2015 tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur wiskunde C Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Griep. Cindy Postma; Cindy Postma; Meijer; D van Oort. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Griep. Cindy Postma; Cindy Postma; Meijer; D van Oort. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteurs Laatst gewijzigd Licentie Webadres Cindy Postma; Cindy Postma; Meijer; D van Oort 19 february 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/26217 Dit lesmateriaal is

Nadere informatie

Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief

Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief Hellinggrafieken a. Maak instap opgaven I-a en I-b (zonder de formules van instap opgave I- te gebruiken). snelheid (m/s) tijd (seconden) b. Hoe kun je met de

Nadere informatie

Hoofdstuk 20: Wiskundige functies

Hoofdstuk 20: Wiskundige functies Hoofdstuk 20: Wiskundige functies 20.0 Introductie Er is een uitgebreid aanbod aan wiskundige functies in Excel, variërend van het simpele + teken tot de esoterische statistiek functies voor een correlatie

Nadere informatie

INKIJKEXEMPLAAR WERKEN MET EXCEL. Werken met excel. Hoe? Zo!

INKIJKEXEMPLAAR WERKEN MET EXCEL. Werken met excel. Hoe? Zo! Werken met excel 1 WERKEN MET EXCEL In dit boek leer je werken met Excel. Met Excel maak je berekeningen. Het is een soort uitgebreide rekenmachine. Het boek bestaat uit 4 hoofdstukken. De eerste hoofdstukken

Nadere informatie

Grieppandemie. Wat moet u weten over een grieppandemie (wereldgriep)?

Grieppandemie. Wat moet u weten over een grieppandemie (wereldgriep)? Grieppandemie Wat moet u weten over een grieppandemie (wereldgriep)? Grieppandemie 2 Wat leest u in deze folder? Deze folder gaat over een grieppandemie (wereldgriep). U leest de antwoorden op 10 belangrijke

Nadere informatie

Basis Excel cursus 2013

Basis Excel cursus 2013 Basis Excel cursus 2013 Learnit Training Gratis cursus Excel 2013 Deze Learnit cursus is ontwikkeld om u een indruk te geven van het rekenprogramma Excel 2013 en haar mogelijkheden. In zes lessen leert

Nadere informatie

Praktische toepassing van functies

Praktische toepassing van functies Excellerend Heemraadweg 21 2741 NC Waddinxveen 06 5115 97 46 richard@excellerend.nl BTW: NL0021459225 ABN/AMRO: NL72ABNA0536825491 KVK: 24389967 Praktische toepassing van functies De laatste twee functies

Nadere informatie

Introductie Coach 6 videometen. 1 Eerste oefening

Introductie Coach 6 videometen. 1 Eerste oefening Introductie Coach 6 videometen 1 Eerste oefening Open het programma coach6. Het pictogram vind je op het bureaublad van je pc. Je krijgt dan het onderstaande scherm te zien. Verander docent in student.

Nadere informatie

Deze stelling zegt dat je iedere rechthoekige driehoek kunt maken door drie vierkanten met de hoeken tegen elkaar aan te leggen.

Deze stelling zegt dat je iedere rechthoekige driehoek kunt maken door drie vierkanten met de hoeken tegen elkaar aan te leggen. Meetkunde Inleiding We beginnen met het doorlezen van alle theorie uit hoofdstuk 3 van het boek. Daar staan een aantal algemene regels goed uitgelegd. Waar je nog wat extra uitleg over nodig hebt, is de

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 7. 1. Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17

Inhoud. Inleiding 7. 1. Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17 Inhoud Inleiding 7 1. 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17 2. Zorgvraag verhelderen 23 - Recepten 24 - Zelfzorgvragen 30 3. Geneesmiddelen 37 - Medicijnen tegen griep en verkoudheid 38 - De

Nadere informatie

Inleiding tot de natuurkunde

Inleiding tot de natuurkunde OBC Inleiding tot de Natuurkunde 01-08-2010 W.Tomassen Pagina 1 Hoofdstuk 1 : Hoe haal ik hoge cijfers. 1. Maak van elke paragraaf een samenvatting. (Titels, vet/schuin gedrukte tekst, opsommingen en plaatsjes.)

Nadere informatie

Syllabus Leren Modelleren

Syllabus Leren Modelleren Syllabus Leren Modelleren Januari / februari 2014 Hervormd Lyceum Zuid Klas B1B SCHRIJF HIER JE NAAM: LES 1 Syllabus Modelleren; Les 1: Zoekproblemen Klas B1B Inleiding In de lessen voor de kerstvakantie

Nadere informatie

SNEL WERKEN MET EXCEL

SNEL WERKEN MET EXCEL SNEL WERKEN MET EXCEL 2013 Computertraining voor 50-plussers PC50plus computertrainingen Eikbosserweg 52 1214AK Hilversum tel: 035 6213701 info@pc50plus.nl www.pc50plus.nl Snel werken met Excel C O M P

Nadere informatie

Docentenhandleiding. AaBeeCee-Digitaal. Rekenen met Excel

Docentenhandleiding. AaBeeCee-Digitaal. Rekenen met Excel Docentenhandleiding AaBeeCee-Digitaal Rekenen met Excel 2005-2012 Instruct, Postbus 38, 2410 AA Bodegraven Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een

Nadere informatie

De dynamica van een hertenpopulatie. Verslag 1 Modellen en Simulatie

De dynamica van een hertenpopulatie. Verslag 1 Modellen en Simulatie De dynamica van een hertenpopulatie Verslag Modellen en Simulatie 8 februari 04 Inleiding Om de groei van een populatie te beschrijven, kunnen vele verschillende modellen worden gebruikt, en welke meer

Nadere informatie

Ruitjes vertellen de waarheid

Ruitjes vertellen de waarheid Ruitjes vertellen de waarheid Opdracht 1 Van fouten kun je leren Van fouten kun je leren, jazeker. Vooral als je héél goed weet wat er fout ging. Vandaag leer je handige formules begrijpen door kijken

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 11 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 11 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Examen VWO 2008 tijdvak 1 maandag 19 mei totale examentijd 3 uur wiskunde A1,2 Compex Vragen 11 tot en met 17 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Bij dit

Nadere informatie

Leren over het leerdoel van de praktische opdracht en de komende lessen.

Leren over het leerdoel van de praktische opdracht en de komende lessen. Klas Lesonderwerp Beginsituatie Leskern Leerdoelen Docentendoelen Lesmateriaal Practicummaterialen Ondersteuning Organisatie 5 vwo wiskunde D Praktische opdracht Deel I (eerste lesblok van ongeveer 50

Nadere informatie

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a Samenvatting wiskunde h4 hoofdstuk 3 en 6, h5 hoofdstuk 4 en 6 Hoofdstuk 3 Voorkennis Bij het rekenen met machten gelden de volgende rekenregels: - Bij een vermenigvuldiging van twee machten met hetzelfde

Nadere informatie

Minder bekende functies in Excel

Minder bekende functies in Excel Minder bekende functies in Excel Handleiding van Auteur: CorVerm Maart 2011 Datum/tijd plaatsen in een cel Om de datum van vandaag in een cel weer te geven gebruik je de functie =VANDAAG(), weergeven van

Nadere informatie