Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Zomergem. Definitief Ontwerp. In opdracht van : Gemeentebestuur van Zomergem. Deel 3 : Bindend gedeelte

Transcriptie

1 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Zomergem Definitief Ontwerp In opdracht van : Gemeentebestuur van Zomergem Deel 3 : Bindend gedeelte Oktober 2003

2 GEZIEN EN VOORLOPIG AANGENOMEN DOOR DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN: OP BEVEL:... DE BURGEMEESTER DE SECRETARIS ZEGEL DER GEMEENTE HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN BEVESTIGT DAT ONDERHAVIG PLAN TER INZAGE VAN HET PUBLIEK OP HET GEMEENTEHUIS WERD NEERGELEGD VAN: TOT:. OP BEVEL:... DE BURGEMEESTER DE SECRETARIS ZEGEL DER GEMEENTE GEZIEN EN DEFENITIEF AANGENOMEN DOOR DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN. OP BEVEL:... DE BURGEMEESTER DE SECRETARIS ZEGEL DER GEMEENTE GEZIEN EN GOEDGEKEURD DOOR DE MINISTER OP.. DE MINISTER VERANTWOORDELIJK VOOR RUIMTELIJKE ORDENING VOOR STUDIEBUREAU VANSTEELANDT BVBA... TOM VANSTEELANDT ZAAKVOERDER i

3 Inhoud 1 RUIMTELIJKE KERNBESLISSINGEN MET BETREKKING TOT DE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR RUIMTELIJKE KERNBESLISSSINGEN MET BETREKKING TOT DE RUIMTELIJK - ECONOMISCHE STRUCTUUR RUIMTELIJKE KERNBESLISSINGEN MET BETREKKING TOT DE NATUURLIJKE STRUCTUUR RUIMTELIJKE KERNBESLISSINGEN MET BETREKKING TOT DE RECREATIEVE STRUCTUUR RUIMTELIJKE KERNBESLISSINGEN MET BETREKKING TOT DE AGRARISCHE STRUCTUUR RUIMTELIJKE KERNBESLISSINGEN MET BETREKKING TOT DE VERKEERSKUNDIGE STRUCTUUR...11 ii

4 INLEIDING Overeenkomstig het decreet betreffende de ruimtelijke ordening van 23 juli 2001 art.18, bevat het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Zomergem ook een bindend gedeelte. De bindende bepalingen of ruimtelijke kernbeslissingen zijn de spil tussen de gewenste ruimtelijke structuur en de realisatie ervan. Hun functie bestaat erin het dwingend kader aan te geven voor de uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan via uitvoerende instrumenten. Te vermelden zijn o.a. gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen. Het bindend gedeelte van een structuurplan is daarom in essentie een duidelijke prioriteitenbepaling van waar het beleid de volgende jaren aan wil werken. De bindende bepalingen of ruimtelijke kernbeslissingen leveren een actieprogramma en zijn aldus verifieerbaar of toetsbaar wat de uitvoering ervan betreft (omzendbrief 97/02). Zij binden de gemeentelijke overheid en de instellingen die eronder ressorteren voor een minimale periode van vijf jaar. Om dezelfde redenen dienen de bindende bepalingen zich strikt te beperken tot de uitspraken binnen de eigen gemeentelijke bevoegdheid inzake het ruimtelijk beleid, geen rechtstreeks verband hebben met het vergunningenbeleid en gebruik maken van de kwantitatieve behoeften berekend in het informatief gedeelte.

5 1 RUIMTELIJKE KERNBESLISSINGEN MET BETREKKING TOT DE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR KERNBESLISSING 1 : WOONPROGRAMMATIE De verdeelsleutel van het aantal te realiseren (nieuwbouw) woningen is een taak van de Provincie. Om aan de behoefte te voldoen wordt door de gemeente naar de woonprogrammatie in het richtinggevend gedeelte verwezen. Hierbij staan volgende uitgangspunten voorop: - de gefaseerde ontwikkeling van de diverse woongebieden dient zoveel mogelijk vanuit het centrum te gebeuren; - indien er moeilijk omzeilbare obstakels opduiken dient er voldoende flexibiliteit ingebouwd te worden ten aanzien van de woonprogrammatie; - bij het aansnijden van nieuwe woongebieden wordt er aandacht besteed aan de waterhuishouding en de verkeersafwikkeling. KERNBESLISSING 2 : REALISEREN EN BEGELEIDEN VAN SOCIALE BOUWPROJECTEN Gelet op een toenemende gezinsverdunning en vergrijzing van de bevolking zal de gemeente een actief sociaal huisvestingsbeleid voeren, in samenwerking met de sociale partners. Deze sociale woonbehoefte kan worden beschouwd als een deel van de globale woonbehoeften en zal als volgt opgevangen worden : Bij de realisatie van de binnengebied te Beke en te Zomergem centrum zal minimaal één vijfde van het totaal aantal wooneenheden voorzien worden voor kleinere woningen met als doelgroep bejaarden, mindervaliden, éénoudergezinnen. Bij het aansnijden van het woonuitbreidingsgebied in Zomergem zal eveneens één vierde van het totaal aantal wooneenheden voorzien worden voor kleinere woningen met als doelgroep bejaarden, mindervaliden en éénoudergezinnen. De nadruk wordt hierbij gelegd op het realiseren van sociale koopkavels. Voorts zal er in het bestaand woonweefsel gezocht worden naar mogelijkheden voor het realiseren van sociale koopwoningen. In elk geval dient voldaan te worden aan de provinciale taakstelling inzake de invulling van het aantal sociale woningen in verkavelingen van meer dan 1 ha. 1

6 KERNBESLISSING 3 : OPTIMALISEREN VAN DE BESTAANDE WONINGVOORRAAD Renovatie van woningen zal gestimuleerd worden en leegstand zal tegengegaan worden. Hiervoor zal de gemeente een beleid voeren met volgende taakstellingen: Opmaak van een jaarlijkse inventaris van onbebouwde percelen gekoppeld aan een GIS systeem; Opmaak inventaris leegstaande woningen; De belasting op leegstaande en ongezonde woningen wordt verder onderzocht en in functie van gewestelijke richtlijnen doorgevoerd; Opzetten van een beperkt aankoop- en renovatieprogramma. KERNBESLISSING 4 : OPMAAK BPA VOOR WOONUITBREIDINGSGEBIED KLEITSTRAAT RIJVERS De gemeente opteert duidelijk voor het aansnijden van een deel van het woonuitbreidingsgebied Kleitstraat Rijvers om de toekomstige woonbehoeften te kunnen opvangen. De gemeenteraad besliste reeds op en op om hiervoor een BPA op te maken. Dit BPA wordt beschouwd als een voorafname aan het GRS, waarbij terdege rekening zal gehouden worden met volgende randvoorwaarden : het BPA betreft een uitvoering van de vooropgestelde woonprogrammatie het aansnijden van het gebied dient steeds vanuit het centrum te gebeuren (kerngericht) de wooneenheden worden best gefaseerd op de markt gebracht er wordt een algemene woondichtheid van 15 woningen per ha vooropgesteld aan de overgang tussen de bebouwde en onbebouwde ruimte moet op een kwalitatieve manier vorm gegeven worden (eenvormigheid in beplanting, eenvormigheid in architectuur) architectuur en schaal moeten aansluiten op het bestaand woonweefsel de ontsluiting voor auto s kan gebeuren via Rijvers, de Kerkstraat, K.L. Ledeganckstraat of Kleitstraat. Voor fietsers en voetgangers dient gezocht te worden naar alternatieve ontsluitingsmogelijkheden die rechtstreeks toegang geven tot het centrumgebied. de aanwezigheid van kwalitatief versterkende groenelementen geeft kleur aan de verkaveling er dienen voldoende speelruimten te worden voorzien KERNBESLISSING 5 : OPMAAK RUP VOOR BINNENGEBIED ZOMERGEM CENTRUM In uitvoering van de vooropgestelde woonprogrammatie wordt er voor het gebied tussen Dreef, Kerkhofstraat, Dekenijstraat en Zandstraat een RUP opgemaakt. Bij het realiseren van een woonproject in dit gebied staan volgende randvoorwaarden voorop: het RUP betreft een uitvoering van de vooropgestelde woonprogrammatie men dient rekening te houden met het beschermd statuut van de tuin van de dorpsbrouwerij. Een voorstel tot bebouwing in dit gebied zal steeds dienen rekening te houden met de typische eigenschappen en kenmerken van de tuin. de ontsluiting voor auto s kan gebeuren via de Kerkhofstraat, Zandstraat, Dekenijstraat of Dreef. Voor fietsers en voetgangers dient gezocht te worden naar alternatieve ontsluitingsmogelijkheden die rechtstreeks toegang geven tot het centrumgebied. er wordt een algemene woondichtheid van 20 woningen per ha vooropgesteld. voor de uitvoering wordt er gepleit voor een architectuurwedstrijd. 2

7 KERNBESLISSING 6 : OPMAAK RUP VOOR BINNENGEBIED IN BEKE In uitvoering van de vooropgestelde woonprogrammatie wordt er voor het aansnijden van het binnengebied (tussen Paterstraat en Oude Staatsbaan) een RUP opgemaakt. KERNBESLISSING 7 : OPMAAK ALGEMEEN RUP ZONEVREEMDE WONINGEN Voor alle zonevreemde woningen wordt er een RUP opgemaakt. Zij kunnen ofwel opgenomen worden in een algemeen RUP, of in een RUP van het betrokken deelgebied. Volgende randvoorwaarden dienen hierbij gerespecteerd te worden: - het RUP kan geen aanleiding geven tot bijkomende woningen; - een herbestemming mag de toekomst van de omliggende landbouwbedrijven niet hypothekeren; - nieuwe functies moeten passen bij de aard van het buitengebied; - voor de ontwikkelingsmogelijkheden en de differentiatie wordt er verwezen naar het richtinggevend gedeelte. Zonevreemde lokale bedrijven die niet opgenomen zijn in het sectoraal BPAzonevreemde bedrijven of in het sectoraal RUP-zonevreemde bedrijven kunnen eveneens in bovenvermelde RUP's worden opgenomen. Dit is eveneens het geval voor de zonevreemde horeca- en kleinhandelszaken van lokaal belang. KERNBESLISSING 8 : OPMAAK RUP / BOUWVERORDENING VOOR HISTORISCHE DORPSKERN ZOMERGEM De gemeente geeft in een uitvoeringsplan (bouwverordening of bestemmingsplan) de beeldbepalende gebouwen en straten van de historische dorpskern een bijkomende bescherming o.a. door er een bestemming woongebied met culturele, historische en of esthetische waarde aan te geven. De niet beschermde beeldbepalende gebouwen dienen bij verbouwing hun aanwezige globale uitzicht en karakteristieke elementen te behouden. Eigentijdse en vernieuwende interpretaties hiervan zijn welkom. Ook vervangende nieuwbouw is mogelijk wanneer daarvoor aantoonbaar een hogere kwaliteit wordt geboden. Voor de beoordeling van verbouwingsprojecten en van vervangende nieuwbouw wordt een deskundige adviesgroep Architectuur of Dorpsbeeld opgericht. Ook de lijst met karaktervolle gebouwen wordt tijdens de opmaak van het uitvoeringsplan aan deze adviesgroep voorgelegd. Daarenboven wordt er voor de belangrijkste straatwanden een plan met een te respecteren stratengabariet opgemaakt. Hierbij wordt de procedure voor een gemeentelijke verordening gevolgd. 3

8 2 RUIMTELIJKE KERNBESLISSSINGEN MET BETREKKING TOT DE RUIMTELIJK - ECONOMISCHE STRUCTUUR KERNBESLISSING 9 : VERWEVING VAN FUNCTIES BINNEN DE WOONKERNEN De gemeente ondersteunt de verwevingsdoelstelling in de woongebieden, nl. het verweven van de woonfunctie en de ambachtelijke en commerciële activiteiten voor zover het bedrijven betreft die verenigbaar zijn. De gemeente organiseert een goede en strikte begeleiding van de betrokken ambachtelijke en commerciële bedrijven en ziet actief toe op de naleving van de VLAREM-voorwaarden. Zij kan een overleg organiseren met elk bedrijf in de woonzone om te peilen naar de toekomstperspectieven en om eventuele afspraken te maken voor herlokalisatie. Ook omwonenden worden op een gepaste wijze bij een dergelijk overleg betrokken. KERNBESLISSING 10 : OPMAAK BPA NR. 3 AMBACHTELIJKE ZONE KRUISSTRAAT Op werd het BPA nr.3 "Ambachtelijke zone Kruisstraat" bij ministerieel besluit goedgekeurd. Volgende principes stonden hierbij voorop : - De overheid zal zelf de realisatie in handen nemen zodat er uitgeruste bedrijfspercelen onder aanvaardbare verkoopsvoorwaarden en stedenbouwkundige voorschriften ter beschikking kunnen worden gesteld. - Herschikken en herinrichten van de bestaande ambachtelijke bedrijvenzones teneinde tot een optimaal ruimtegebruik en een ruimtelijk kwalitatieve invulling te komen. De bestaande residentiële woningen, kleinhandelszaken evenals de bestaande gemeenschapsvoorziening en het landbouwbedrijf kunnen ter plaatse bestendigd worden en verkrijgen de hun geëigende bestemming. - Een beperkte uitbreiding van de ambachtelijke bedrijvenzone Kruisstraat Rechts en Links - Op het bedrijventerrein kunnen aparte zones voorzien worden voor het herlokaliseren van een aantal openbare voorzieningen. - Er dient aandacht te worden besteed aan de toegankelijkheid en de bereikbaarheid met het openbaar vervoer. - Het optimaliseren van het bedrijventerrein mag géén bijkomende verkeerslast veroorzaken voor de woonstraten Overdam, Moerstraat en Langeboeken. - De grootte van de nieuwe percelen wordt afgestemd op het lokaal karakter van de bedrijven. - Een harmonische integratie in de omgeving wordt nagestreefd. Dit betekent dat de inkleding van de bedrijven en de randen van de ambachtelijke zones de plaatselijke identiteit moeten versterken. 4

9 KERNBESLISSING 11 : OVERLEG MET PROVINCIE OMTRENT WOONLINT LANGS GROTE BAAN (N9) Rond de verkeersproblematiek van de N9 Grote Baan, maar ook omtrent het woonlint en de bijhorende activiteiten langs deze weg, zal overleg gepleegd worden met de provincie of het Vlaams Gewest (in het kader van een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan en/of de opmaak van een streefbeeld voor het ganse traject van de N9). Na dit overleg zal blijken of de gemeente, dan wel de provincie een ruimtelijk uitvoeringsplan opmaakt, teneinde tot een herstructurering van het gebied te komen. Hierbij staan volgende uitgangspunten voorop : de bestaande horecazaken kunnen slechts bestendigd worden indien ze ruimtelijk geïntegreerd kunnen worden in het woonlint én indien uit een analyse van milieu- en mobiliteitsaspecten blijkt dat ze verweefbaar zijn met de woonfunctie. indien blijkt dat de bestaande horecazaken ter plaatse kunnen bestendigd worden, dienen de nodige maatregelen genomen te worden teneinde de bestaande situatie van de horecazaken te verbeteren (bvb. verbeteren van ontsluitings- en parkeermogelijkheden). er dient vermeden te worden dat er zich nieuwe horecazaken met regionale uitstraling komen vestigen. er dienen maatregelen genomen te worden teneinde tot een landschappelijke integratie van het woonlint te komen. de bestaande (al dan niet zonevreemde) ambachtelijke bedrijven die gelegen zijn in het woonlint worden eveneens behandeld in het RUP Het RUP kan eventueel gecombineerd worden met het RUP voor de landbouwovergangszone tussen Paterstraat, De Baetsstraat, Oude Staatsbaan en De Stijne (zie micro niveau Beke) KERNBESLISSING 12. BEHANDELEN ZONEVREEMDE AMBACHTELIJKE BEDRIJVIGHEID IN RUP S Bestaande, gedeeltelijk zonevreemde bedrijven die aansluiten op een bestaand woongebied (met landelijk karakter) kunnen opgenomen worden in een tweede uitvoeringsfase van het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. De zonevreemde ambachtelijke bedrijven die gelegen zijn in een gebied waarvoor een RUP wordt opgemaakt, zullen in dit RUP behandeld worden. In het uitvoeringsplan dient afgewogen te worden of het bedrijf al dan niet ter plaatse kan bestendigd en / of uitgebreid worden. De afweging gebeurt op basis van de gewenste ruimtelijke structuur. KERNBESLISSING 13. BEHANDELEN ZONEVREEMDE HORECA- EN KLEINHANDELSZAKEN IN RUP S De zonevreemde horecazaken die gelegen zijn in een gebied waarvoor een RUP wordt opgemaakt, zullen in dit RUP behandeld worden. In het uitvoeringsplan dient afgewogen te worden of de activiteit al dan niet ter plaatse kan bestendigd en / of uitgebreid worden. De afweging gebeurt op basis van de gewenste ruimtelijke structuur. 5

10 3 RUIMTELIJKE KERNBESLISSINGEN MET BETREKKING TOT DE NATUURLIJKE STRUCTUUR KERNBESLISSING 14 : OPMAAK RUP WEIDEGEBIEDEN RO EN VERWEVINGSGEBIED SCHIPDONK De gemeente zal een ruimtelijk uitvoeringsplan opmaken voor de weidegebieden tussen de Rostraat, het Schipdonkkanaal en het kanaal Gent Oostende. Dit RUP voorziet de uitvoering van volgende beleidselementen : weidegebieden Ro : het blijven agrarische gebieden waarvoor de teeltwijze niet wordt opgelegd. verwevingsgebied Schipdonk. Lijkstraatwaterloop als waterloop met groenaccenten waarvoor een ondersteuningsbeleid op vrijwillige basis wordt gevoerd, gericht op het behoud van de bestaande KLE's. het Sas te Schipdonk als recreatieve introductie : plaatsen van recreatieve en natuur-educatieve infrastructuur Eventueel kunnen ook de aangrenzende woningen opgenomen worden in dit gebiedsgericht RUP. KERNBESLISSING 15 : OPMAAK RUP VERWEVINGSGEBIED HUIZEGAVER Voor de uitvoering van het beleidselement verwevingsgebied Huizegaver zal een RUP opgemaakt worden. Het verwevingsgebied zal afgebakend worden. In het gebied wordt een optimale verweving beoogd tussen de functies natuur en landbouw. 6

11 4 RUIMTELIJKE KERNBESLISSINGEN MET BETREKKING TOT DE RECREATIEVE STRUCTUUR KERNBESLISSING 16 : OPMAAK RUP MOTJE EN AZALEASTRAAT Dit RUP voorziet de uitvoering van de beleidselementen groen recreatief integratiegebied en Recreatiepool Motje. Bij de uitvoering van het beleidselement 'groen-recreatief integratiegebied' wordt een optimale verwerving beoogd tussen de functies natuur en recreatie. Hierbij wordt verwezen naar de gewenste natuurlijke structuur. Bij de uitvoering van het beleidselement recreatiepool Motje staan volgende uitgangspunten voorop : de nadruk ligt op de buitensporten. Voor deze buitensporten kan de nodige accommodatie voorzien worden (kantine, clublokalen), maar de bebouwing dient in oppervlakte beperkt te blijven. In beperkte mate kan ruimte geboden worden voor een aantal binnensporten zoals krulbollen; meervoudig ruimtegebruik staat voorop. de aanwezige recreatieve activiteiten dienen complementair te zijn met de activiteiten in Den Boer. een uitbreiding van de huidige site in de richting van het ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied dient vermeden te worden het complex dient voldoende landschappelijk ingekleed te worden de terreinen dienen op een veilige en comfortabele manier toegankelijk te zijn vanuit het centrum van Zomergem. Belangrijk hierbij zijn het creëren van veilige en comfortabele voetgangers- en fietsersverbindingen met de kern van Zomergem. In het kader van beide beleidselementen is het evenwel aangewezen om ook de bebouwing langs de Azaleastraat en Stoktevijver op te nemen in het RUP, en dit vanuit het perspectief van een kwalitatieve randafwerking. Het RUP kan tevens uitgebreid worden met het gebied rond Motjesbrug teneinde een oplossing te kunnen bieden aan de zonevreemdheidsproblematiek van een aantal woningen, ambachtelijke en aan de landbouw gerelateerde bedrijven in groengebied en in de reservatiestrook voor de verbreding van het Schipdonkkanaal en voor de uitvoering van het beleidselement recreatiepool Motje. KERNBESLISSING 17 : KLEINSCHALIG VERBLIJFSTOERISME Inzake het verblijfstoerisme moet het hoeve- en plattelandstoerisme kansen krijgen. Hiertoe zal er aan de regionale organisatie- en promotiestructuren gevraagd worden de lokale mogelijkheden te onderzoeken en de kandidaten bij hun initiatieven te begeleiden. 7

12 KERNBESLISSING 18 : HET GEBIED VOOR DAGRECREATIE Van zodra het gebied voor dagrecreatie niet meer gebruikt wordt voor telegeleide vliegtuigjes wordt bij de hogere overheid aangedrongen om de bestemming te wijzigen naar agrarisch gebied. De hogere overheid is immers bevoegd voor het aanduiden van de terreinen voor geluidsproducerende sporten in provinciale of gewestelijke RUP's. 8

13 5 RUIMTELIJKE KERNBESLISSINGEN MET BETREKKING TOT DE AGRARISCHE STRUCTUUR KERNBESLISSING 21 : OPMAAK RUP VOOR RUIMTELIJK FUNCTIONEEL SAMENHANGEND LANDBOUWGEBIED VAN DE CUESTA Van het ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied op de cuesta zal een gemeentelijk RUP opgemaakt worden. Dit ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied strekt zich uit vanaf het kruispunt Veldhoek Leischoot, via de noordoostelijke flank van de cuesta tot tegen Leischoot om dan rond de woonkorrel Rijvers via de Mottebossen de zuidelijke flank van de cuesta te bereiken. Het voorziet de uitvoering van volgende beleidselementen : ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied van de cuesta weidegebied Steenberg : het blijft een agrarisch gebied waarvoor de teeltwijze niet wordt opgelegd. het Mottebos als prioritair gebied voor natuur op lokaal niveau waterlopen met groenaccenten: Vijverloop en Diepenbeek zonevreemde woningen in het ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied van de cuesta Bij de uitvoering van het beleidselement ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied staan volgende uitgangspunten voorop : de gebieden die momenteel bouwvrij zijn, dienen bouwvrij gehouden te worden de aanleg en het onderhoud van kleine landschapselementen dienen sterk te worden gestimuleerd rond de bestaande agrarische bedrijven wordt een perimeter aangeduid waarbinnen een uitbreiding van de bedrijfsinfrastructuur mogelijk is. Dit gebeurt in overleg met de betrokken bedrijven. de mogelijke functiewijzigingen van bestaande agrarische bedrijfszetels dienen nader omschreven te worden in de stedenbouwkundige voorschriften Lokaal herstel van het aanwezige drevenpatroon (o.m. door aanplanten van streekeigen boomsoorten langs de openbare wegen) Aan het RUP kan eveneens een beplantingsplan worden toegevoegd, waarbij concrete maatregelen worden voorgesteld : voor het realiseren van erfbeplanting op de agrarische bedrijfszetels voor het voorzien van de nodige buffering rond het knooppunt aardgas voor het realiseren van de nodige laanbeplanting langsheen openbare wegen KERNBESLISSING 22 : OPMAAK RUP LANDBOUWOVERGANGSZONE BEKE Voor de landbouwovergangszone tussen de Paterstraat, De Baetsstraat, Oude Staatsbaan en De Stijne zal een ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt worden. Dit RUP voorziet de uitvoering van volgende beleidselementen : 9

14 landbouwovergangszone (geheel of gedeeltelijk) zonevreemde ambachtelijke bedrijven in landbouwovergangszone Beke Bij de uitvoering van het beleidselement landbouwovergangszone staan volgende uitgangspunten voorop : rond de bestaande agrarische bedrijven wordt een perimeter aangeduid waarbinnen een uitbreiding van de bedrijfsinfrastructuur mogelijk is. de mogelijke functiewijzigingen van bestaande agrarische bedrijfszetels dienen nader omschreven te worden in de stedenbouwkundige voorschriften 10

15 6 RUIMTELIJKE KERNBESLISSINGEN MET BETREKKING TOT DE VERKEERSKUNDIGE STRUCTUUR KERNBESLISSING 23 : GEMEENTELIJK MOBILITEITSBELEID Voor het voeren van het gemeentelijk verkeersbeleid vormt het gemeentelijk verkeersplan, dat op door de Staatssecretaris voor Veiligheid werd goedgekeurd, de basis voor mogelijke verkeersingrepen. Een aantal maatregelen voorgesteld in het Verkeersplan dienen verder uitgevoerd te worden, o.a. de herinrichting van een aantal onveilige kruispunten. Bij prioriteit dienen er dan ook rooilijnplannen te worden opgemaakt om te voorkomen dat onveilige toestanden door de besluitvorming, o.a. door het afleveren van bouwvergunningen, bestendigd worden. De in dit verkeersplan vermelde maatregelen worden verder geïmplementeerd in het mobiliteitsplan dat op door de gemeenteraad werd goedgekeurd. KERNBESLISSING 24 : SELECTIE LOKALE WEGEN De definiëring van de lokale wegen dient te gebeuren door de gemeente. Er worden drie types van lokale wegen onderscheiden : - Gemeentelijke ontsluitingswegen (lokale wegen type 1): De gemeentelijke ontsluitingswegen zijn : Kruisstraat - Motje Dreef, Kerkstraat Nekke, Korteboeken - Paterstraat - Oude Staatsbaan, Kleitstraat - Ronselestraat Leischoot en de Durmstraat. De N461 is eveneens een lokale weg type 1. - Gebiedsontsluitingswegen (lokale weg type II): Hoekstraat Stoktevijver, Zandstraat - H. Claeysstraat, Azaleastraat - Stoktevijver, evenals de as Lt. Dobbelaerestraat - Stoktevijver en Daalmstraat Stoktevijver, Moerstraat - Langeboeken. - Erfontsluitingswegen (lokale weg type III): Alle andere wegen of straten die een loutere erffunctie hebben, hetzij woonstraten (binnen verblijfsgebieden), hetzij landelijke wegen (buiten verblijfsgebieden). KERNBESLISSING 25 : VERBLIJFSGEBIEDEN De dorpskernen dienen verder ingericht te worden als verblijfsgebieden (zone 50 en zone 30), wat zowel ruimtelijke als verkeerstechnische ingrepen implementeert. Deze maatregelen en (her)inrichtingen binnen de verblijfsgebieden dienen verder in een mobiliteitsplan te worden uitgewerkt. 11

16 KERNBESLISSING 26 : ROOILIJNPLANNEN Teneinde onveilige knelpunten in het wegengabariet, veroorzaakt door verkeerd ingeplante woningen en gebouwen, weg te werken worden er door de gemeente rooilijnplannen opgemaakt en operationeel gemaakt. In dergelijke gevallen zal het mogelijk zijn van de door de rooilijn getroffen woningen en gebouwen op de achteruitgeschoven bouwlijn her in te planten. KERNBESLISSING 27 : OPENBAAR VERVOER De gemeente dringt bij de Lijn aan op een reorganisatie van het busvervoer, waaronder een betere verbinding met Eeklo en Aalter een bijkomende verbinding met de stations van Landegem en Hansbeke. Voorts is de frequentie van de busdiensten naar de woonkernen Oostwinkel en Beke ondermaats. KERNBESLISSING 28 : SCHIPDONKKANAAL De gemeente verzet zich uitdrukkelijk tegen de verbreding van het Schipdonkkanaal. Dit zal gestoffeerd worden met een aantal te nemen acties o.a. zal er bij de bevoegde overheden aangedrongen worden tot behoud van de groene slagader. Van zodra de beslissing tot niet verbreding door de hogere overheid is genomen zal de gemeente constructief meewerken aan de invulling van een provinciale of gewestelijke RUP. Opgesteld te Eke - Nazareth, oktober 2003 Ruimtelijke Planners: Irmine Vermandere Bart Willaert 12