ECLI:NL:RBAMS:2017:394

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:RBAMS:2017:394"

Transcriptie

1 ECLI:NL:RBAMS:2017:394 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste aanleg - meervoudig Inbreuk op het auteursrecht van CBR en IBKI door middel van heimelijk opnemen en verveelvoudigen van examenvragen met commerciële doeleinden. Diefstal in vereniging van examenvragen CBR en IBKI door midden opnemen examenvragen met een spybril. Vrijspraak medeplegen en medeplichtigheid van een partieel deel van het ten laste gelegde nu verdachte als vennoot beperkte zeggenschap en wetenschap had over hetgeen zich in de vennootschap onder firma afspeelde, niet voldaan aan Slavenburgcriterium. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM VERKORT VONNIS Parketnummer: 13/ Datum uitspraak: 25 januari 2017 Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen [verdachte] geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994, ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres [GBA-adres].

2 1 Het onderzoek ter terechtzitting Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 januari De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. E.J. de Groot en van hetgeen de raadsman van verdachte mr. R.J. Mesland naar voren heeft gebracht. 2 Tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat: 1. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 03 april 2013 tot en met 22 september 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van het CBR (Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen),immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk - tijdens een of meerdere theorie-examen(s) van voornoemd CBR (met behulp van een spybril) een of meerdere opname(s) gemaakt van een of meerdere examenvra(a)g(en) en/of - een of meerdere van voornoemde opname(s) van die examenvra(a)g(en) (vervolgens) gebruikt voor de theorieles(sen) en/of openbaar gemaakt tijdens die theorielessen van de rijschool van zijn, verdachte, en/of haar mededader(s) en/of - voornoemde opname(s) van examenvra(a)g(en) ter verveelvoudiging en/of verspreiding voorhanden gehad en/of gehouden en/of uit winstbejag bewaard, terwijl hij, verdachte, en of zijn mededader(s) van het plegen van voornoemd misdrijf haar/hun beroep heeft/hebben gemaakt en/of bovengenoemd misdrijf als bedrijf heeft/hebben uitgeoefend; en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 03 april 2013 tot en met 22 september 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans voor zich, (telkens) opzettelijk inbreuk heeft/hebben gemaakt op het auteursrecht van het CBR (Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen), immers heeft/hebben [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of zijn /hun mededader(s) opzettelijk - tijdens een of meerdere theorie-examen(s) van voornoemd CBR (met behulp van een spybril) een of meerdere opname(s) gemaakt van een of meerdere examenvra(a)g(en) en/of - een of meerdere van voornoemde opname(s) van die examenvra(a)g(en) (vervolgens) gebruikt voor de theorieles(sen) en/of openbaar gemaakt tijdens die theorielessen van de rijschool van [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of zijn/hun mededader(s) en/of - voornoemde opname(s) van examenvra(a)g(en) ter verveelvoudiging en/of verspreiding voorhanden gehad en/of gehouden en/of uit winstbejag bewaard, terwijl [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of zijn/hun mededader(s) van het plegen van

3 voornoemd misdrijf zijn/hun beroep heeft/hebben gemaakt en/of bovengenoemd misdrijf als bedrijf heeft/hebben uitgeoefend, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 03 april 2013 tot en met 22 september 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest door - actief vennoot te zijn van de rijschool van [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2], terwijl hij wetenschap had van voornoemde beroepsmatige inbreuk op het auteursrecht van het CBR door medevenno(o)t(en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of - een actieve bijdrage te leveren aan een poging diefstal van examenvragen van het CBR op of omstreeks 9 oktober 2013; 2. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 03 april 2013 tot en met 22 september 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meerdere examenvra(a)g(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het CBR (Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s); en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 03 april 2013 tot en met 22 september 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans voor zich, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft/hebben weggenomen een of meerdere examenvra(a)g(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het CBR (Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen), in elk geval aan een ander of anderen dan aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of zijn/zijn/hun mededader(s), tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 03 april 2013 tot en met 22 september 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest door - actief vennoot te zijn van de rijschool van [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2], terwijl hij wetenschap had van voornoemde diefstallen door medevenno(o)t(en) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2], alsmede van de daarmee samenhangende en in feit 1 genoemde beroepsmatige inbreuk op het auteursrecht van het CBR en/of - zelf op 3 april 2013 met een spybril opnames te maken van examenvragen van een theorie-examen van het CBR; 3. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 maart 2013 tot en met 22 september 2014 te Amsterdam en/of Zwolle en/of Zaandam en/of Best en/of Nieuwegein, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van het IBKI, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk

4 - tijdens een of meerdere theorie-examen(s) van voornoemd IBKI (met behulp van een spybril) een of meerdere opname(s) gemaakt van een of meerdere examenvra(a)g(en) en/of - een of meerdere van voornoemde opname(s) van die examenvra(a)g(en) (vervolgens) gebruikt voor de theorieles(sen) van de rijschool van zijn, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of - voornoemde opname(s) van examenvra(a)g(en) ter verveelvoudiging en/of verspreiding voorhanden gehad en/of gehouden en/of uit winstbejag bewaard, terwijl hij, verdachte, en of zijn mededader(s) van het plegen van voornoemd misdrijf zijn/hun beroep heeft/hebben gemaakt en/of bovengenoemd misdrijf als bedrijf heeft/hebben uitgeoefend; 4. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 maart 2013 tot en met 22 september 2014 te Amsterdam en/of Zwolle en/of Zaandam en/of Best en/of Nieuwegein, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meerdere examenvra(a)g(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het IBKI, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s); 5. hij op of omstreeks 9 oktober 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen een of meer examenvra(a)g(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het CBR (Centraal bureau Rijvaardigheidsbewijzen), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), tezamen met zijn mededader(s), althans alleen, met een spybril naar een theorieexamen van het CBR is toegegaan en/of (vervolgens) heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) - die spybril opgezet en/of - deel genomen aan dat theorie-examen van het CBR en/of bij voornoemd theorie-examen een of meerdere opname(s) gemaakt van de examenvra(a)g(en). 3 Voorvragen De dagvaarding is geldig en deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. Ten aanzien van het onder feit 1 en 3 ten laste gelegde: Ontvankelijkheid van de officier van justitie De raadsman heeft betoogd dat de officier van justitie ten aanzien van het onder feit 1 en 3 ten laste gelegde niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat uit de Aanwijzing intellectuele-eigendomsfraude (hierna: de Aanwijzing) volgt dat

5 bestrijding van inbreuken op intellectuele eigendomsrechten dient te geschieden via civielrechtelijk optreden van de belanghebbenden. Zowel het Centraal Bureau voor de Rijvaardigheid (hierna: het CBR) als het Innovam Branche Kwalificatie Instituut (hierna: het IBKI) hebben echter geen civielrechtelijke stappen ondernomen. Het strafrecht komt alleen in beeld als het algemeen belang in het geding is, hetgeen volgens de verdediging in de onderhavige zaak niet is gebleken. Nu het Openbaar Ministerie ondanks de Aanwijzing vervolging tegen verdachte heeft ingesteld zijn de beginselen van een behoorlijke procesorde geschonden, hetgeen dient te leiden tot nietontvankelijkheid van de officier van justitie. De rechtbank verwerpt het verweer en overweegt daartoe als volgt. Een zo vergaande sanctie als de niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie kan slechts volgen indien sprake is van een ernstige inbreuk op de beginselen van een behoorlijke procesorde, waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekort gedaan. Deze situatie is hier niet aan de orde. De Aanwijzing waar de raadsman naar verwijst is recht in de zin van artikel 79 Wet op de rechterlijke organisatie. Uit de Aanwijzing volgt dat strafrechtelijke vervolging mogelijk is wanneer het algemeen belang in het geding komt. De rechtbank stelt vast dat het systeem van theorie-examinering voor het behalen van het rijbewijs en/of van een certificaat tot rijinstructeur, is ontworpen ten behoeve van de verkeersveiligheid op de openbare weg. Hiermee wordt een algemeen belang gediend. Nu de verdenking het beroepsmatig inbreuk maken op het auteursrecht van het CBR en IBKI betreft, is de rechtbank van oordeel dat het reeds beschreven algemeen belang van de verkeersveiligheid in het geding is. Beide instellingen dragen met de examinering van de theorie-onderdelen immers bij aan het waarborgen van de verkeersveiligheid. Daarbij is het niet van belang of al dan niet komt vast te staan dat het handelen van verdachte gevaar voor de verkeersveiligheid heeft opgeleverd. Er is dus geen sprake van schending van de beginselen van een behoorlijke procesorde. Daarom is de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging. 4 Waardering van het bewijs 4.1 Het standpunt van het Openbaar Ministerie De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van het onder 1 eerste cumulatief/alternatief, 2 eerste cumulatief/alternatief, 3, 4 en 5 ten laste gelegde, en heeft hiertoe kort samengevat het volgende aangevoerd. De betrokkenheid van verdachte bij het onder feit 1 ten laste gelegde medeplegen van (dan wel medeplichtigheid tot) inbreuk maken op het auteursrecht van het CBR en het onder feit 2 ten laste gelegde (medeplichtigheid tot) diefstal in vereniging van examenvragen van het CBR, kan naar het standpunt van de officier van justitie worden bewezen, nu uit het dossier blijkt dat verdachte op de hoogte was van de gepleegde diefstallen en de inbreuk op het auteursrecht. Verdachte heeft zich immers schuldig gemaakt aan een diefstal middels een spybril en op de website van de rijschool werd openlijk geadverteerd met de aanwezigheid van de CBR-vragen. Verdachte was actief vennoot van een rijschool die zich stelselmatig en beroepsmatig bezig hield met het stelen van examenvragen, om deze vervolgens openlijk te gebruiken bij theoriecursussen. Verdachte deelde in de winst die daarmee werd behaald. De bewuste en nauwe samenwerking is daarmee vastgesteld. Indien de rechtbank tot een ander oordeel komt acht de officier van justitie de onder feit 1 tweede cumulatief/alternatief en feit 2 tweede cumulatief/alternatief ten laste legde

6 medeplichtigheid bewezen. Verdachte heeft door actief vennoot te zijn en te blijven, expliciet dan wel impliciet bijgedragen en goedkeuring verleend aan de misdrijven en de strafbare feiten bevorderd en vergemakkelijkt. Ten aanzien van de onder feit 3 ten laste gelegde inbreuk op het auteursrecht van het IBKI en de onder feit 4 ten laste gelegde diefstal in vereniging van examenvragen van het IBKI, acht de officier van justitie medeplegen bewezen. De substantiële rol van verdachte is gelegen in het feit dat hij minstens zes keer heimelijk een IBKI examen heeft gefilmd. De betrokkenheid van verdachte bij de onder feit 5 ten laste gelegde poging diefstal van examenvragen van het CBR op 9 oktober 2013 volgt volgens de officier van justitie uit de reeds genoemde omstandigheden dat verdachte actief vennoot van de rijschool was en op de hoogte moet zijn geweest van het stelselmatig en beroepsmatig plegen van strafbare feiten. Op grond daarvan kan verdachte als medepleger worden aangemerkt. 4.2 Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van alle laste gelegde feiten en heeft hiertoe kort samengevat het volgende aangevoerd. De verdediging stelt zich ten aanzien van het onder feit 1 en feit 3 ten laste gelegde op het standpunt dat er geen sprake is van een inbreuk op het auteursrecht van het CBR en IBKI. Het enkele filmen levert nog geen inbreuk op van het auteursrecht nu daarmee nog geen informatie is verspreid, verveelvoudigd of geopenbaard. De medeverdachte [medeverdachte 1] heeft voorts de informatie ten behoeve van zichzelf gebruikt teneinde een lesmethode te creëren. Met betrekking tot verdachte is er voorts geen bewijs voor betrokkenheid bij het onder 1 en 3 ten laste gelegde. Niet is vastgesteld dat verdachte op 5 april 2013 opnamen heeft gemaakt bij het CBR, en indien de rechtbank tot een andere oordeel komt, geeft dat gegeven nog geen wetenschap omtrent de overige in de ten laste gelegde periode gepleegde feiten. Ten aanzien van de beelden bij het IBKI is er alleen sprake van beeldmateriaal waarop zijn relatienummer zichtbaar is, dit is onvoldoende om de overtuiging op te kunnen baseren. Op grond van het dossier is een materiële en/of intellectuele bijdrage van voldoende gewicht niet vast te stellen. Ten aanzien van de ten laste gelegde medeplichtigheid onder feit 1 tweede cumulatief/alternatief stelt de verdediging dat wetenschap omtrent de inbreuk op het auteursrecht niet alleen kan blijken uit het gegeven dat verdachte vennoot is. Voorts dient de medeplichtigheid meer dan de wetenschap te bevatten. Ten aanzien van de onder feit 2 en 4 ten laste gelegde diefstal van examenvragen bij het CBR en IBKI herhaalt de verdediging het standpunt ten aanzien van de feiten 1 en 3, inhoudende dat uit het dossier geen betrokkenheid van verdachte kan worden herleid. Dit geldt ook voor de medeplichtigheid onder feit 2 tweede cumulatief/alternatief. Voorts merkt de verdediging op dat er indien de rechtbank tot een ander oordeel komt geen sprake is van diefstal, nu zowel het CBR als de IBKI nimmer de feitelijk heerschappij over het goed kwijt zijn geweest. Ten aanzien van het onder feit 5 ten laste gelegde herhaalt de verdediging dat er bij het maken van opnamen nog geen sprake is van diefstal. Op grond hiervan is er ook geen sprake van een poging tot diefstal en dient verdachte te worden vrijgesproken. 4.3 Het oordeel van de rechtbank Vrijspraak van het onder 5 ten laste gelegde De rechtbank acht anders dan de officier van justitie en met de raadsman het onder 5 ten laste gelegde niet bewezen. Verdachte dient daarvan te worden vrijgesproken.

7 De rechtbank overweegt hiertoe het navolgende. Betrokkenheid verdachte Uit de registers van de Kamer van Koophandel is gebleken dat de [verkeersschool] staat ingeschreven als vennootschap onder firma (vof). De officier van justitie heeft aangevoerd dat verdachte als actief vennoot op de hoogte was van de gedurende de gehele periode ten laste gelegde inbreuken op het auteursrecht van het CBR, alsmede de diefstallen van de examenvragen bij het CBR. De rechtbank heeft voor haar oordeel aansluiting gezocht bij de jurisprudentie omtrent feitelijk leidinggeven. In de Slavenburg-arresten (HR 16 december 1987, NJ 1987, 321/322) heeft de Hoge Raad een ondergrens voor feitelijk leidinggeven vastgesteld. Van feitelijk leidinggeven aan verboden gedragingen kan onder omstandigheden sprake zijn indien de functionaris hoewel daartoe bevoegd en redelijkerwijs gehouden maatregelen ter voorkoming van deze gedragingen achterwege laat en bewust de aanmerkelijke kans aanvaardt dat de verboden gedraging zich zullen voordoen. In deze situatie wordt de functionaris geacht de verboden gedraging opzettelijk te bevorderen. De rechtbank stelt vast dat er binnen de vof van [verkeersschool] sprake is van één volledig bevoegde vennoot, te weten medeverdachte [medeverdachte 1], en twee beperkte vennoten, te weten verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2]. De constructie van de vof houdt in dat extern de vennoten gelijk zijn, maar dit laat onverlet dat de machtsverdeling intern kan verschillen. De invloed en macht tussen de vennoten is immers onderdeel van een vrije overeenkomst tussen de vennoten. Uit de verklaringen in het dossier maakt de rechtbank op dat de beslissingsmacht ten aanzien van [verkeersschool] bij medeverdachte [medeverdachte 1] lag. Voldoende aannemelijk is geworden dat de verhoudingen binnen de vennootschap zodanig waren, dat verdachte buiten de besluitvorming werd gelaten. Hij deed niet meer dan het geven van rijlessen. Gelet op zijn geringe rol binnen de vennootschap, was hij niet in de positie die hem volgens het hiervoor vermelde criterium van de Slavenburg-arresten tot ingrijpen had moeten brengen. Dat leidt ertoe dat hem niet het medeplegen aan de onder feit 5 ten laste gelegde poging tot diefstal van examenvragen mag worden verweten. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat met betrekking tot de poging diefstal van examenvragen op 9 oktober 2013 uit het dossier geen directe betrokkenheid van de verdachte volgt. Verdachte is immers niet zichtbaar op de beelden van de spybril - waarvan overigens niet kan worden vastgesteld dat het beelden van 9 oktober 2013 betreft - en [persoon] verklaart ook niet over een rol van verdachte bij het ontvangen van de spybril Partiële vrijspraak van het onder 1 en 2 ten laste gelegde De rechtbank acht anders dan de officier van justitie en met de raadsman een partieel deel van de onder 1 eerste cumulatief/alternatief en onder 2 eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde periode niet bewezen. Verdachte dient daarvan te worden vrijgesproken. De rechtbank verwijst kortheidshalve naar hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van het onder feit 5 ten laste gelegde onder In aanvulling daarop overweegt de rechtbank dat uit de enkele bewezenverklaring van de inbreuk op het auteursrecht van het CBR en de diefstal van examenvragen bij het CBR op 5 april 2013 zoals later in dit vonnis uiteen wordt gezet er geen bewuste en nauwe samenwerking bij of medeplichtigheid aan de overige gedurende de pleegperiode ten laste gelegde handelingen volgt. De rechtbank merkt voorts op dat in de tenlastelegging niet is opgenomen dat verdachte als vennoot heeft nagelaten in te grijpen in de verboden gedragingen van de vennootschap onder firma Nadere bewijsoverwegingen

8 Ten aanzien van het onder 1 eerste cumulatief/alternatief en 3 ten laste gelegde: Betrokkenheid verdachte Op een externe harde schijf, inbeslaggenomen onder medeverdachte [medeverdachte 1], zijn beelden aangetroffen met daarop een videobestand genaamd motor 1. Een medewerker fraudepreventie van het CBR herkent hierop de examenruimte van het CBR. Onderzoek wijst vervolgens uit dat het tafelnummer op de beelden in de CBR-systemen is ter herleiden naar verdachte. Als examendatum wordt 5 april 2013 aangegeven. Uit de beelden blijkt eveneens dat de persoon die de spybril draagt zich voorstelt als [medeverdachte 1]. Verdachte heeft voorts meermalen examenvragen van het IBKI opgenomen. De verdediging stelt dat uit het enkele gegeven dat zijn relatienummer in beeld is, nog niet kan worden gesteld dat verdachte ook daadwerkelijk verantwoordelijk is geweest voor de heimelijk opnames bij het IBKI. De rechtbank verwerpt dit verweer en is van oordeel dat het zichtbaar zijn van het relatienummer van verdachte op de opgenomen beelden bij het IBKI, alsmede de controle in de systemen van het IBKI aangaande de locaties en data wanneer verdachte examen bij hen heeft afgelegd, voldoende is om de betrokkenheid van de verdachte te kunnen vaststellen. Nu er sprake is van het meermalen heimelijk opnemen van examenvragen van het IBKI acht de rechtbank een significante materiële bijdrage van verdachte en daarmee de bewuste en nauwe samenwerking bewezen. Inbreuk op auteursrecht De rechtbank verwerpt het verweer dat er geen sprake is van een inbreuk door verdachte op het auteursrecht van het CBR en IBKI en overweegt hiertoe als volgt. Naar vaste rechtspraak geldt dat, wil een voortbrengsel kunnen worden beschouwd als een werk van letterkunde, wetenschap of kunst als bedoeld in art. 1 in verbinding met art. 10 Auteurswet (Aw), vereist is dat het een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Om van een werk in auteursrechtelijke zin te kunnen spreken moet dat werk door zijn maker als coherente creatie zijn geconcipieerd. Het werk moet het resultaat zijn van enige, hoe gering dan ook, scheppende activiteit van de maker. Die eis kan ook worden afgeleid uit het nog steeds maatgevende standaardarrest uit 1946, waarin de Hoge Raad heeft uitgemaakt "dat alleen de vormgeving, die de uiting is van datgene, wat de maker tot zijn arbeid heeft bewogen, de bescherming van het auteursrecht geniet" (HR 28 juni 1946, NJ 1946, 712). De rechtbank heeft deze maatstaf ook voorop gesteld en is van oordeel dat hiervan sprake is bij het creëren van examenvragen met bijhorende foto s van verkeerssituaties, gemaakt ten behoeve van het theorie-examen voor het behalen van een rijbewijs dan wel certificaat tot rijinstructeur. Bij een werk in de zin van de Auteurswet geldt dat de maker (of diens rechtverkrijgende), en dat kan ook de werkgever zijn van degene die het werk feitelijk heeft vervaardigd (artikel 7 Aw) of de rechtspersoon onder wier naam het werk wordt openbaargemaakt (artikel 8 Aw), op grond van artikel 1 Aw het uitsluitend recht heeft dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld. De rechtbank stelt vast dat het met een spybril opnemen van examenvragen van het CBR en IBKI, en deze beelden vervolgens verwerken in een theorie-cursus, zonder meer is aan te merken als een verveelvoudiging in de zin van de Auteurswet. De bij de wet gestelde beperkingen met betrekking tot het verveelvoudigen zijn onder andere neergelegd in de artikelen 16b en 16c van de Auteurswet. Van de in die artikelen omschreven beperkingen is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake. De in de artikelen 16b en 16c van de Auteurswet omschreven beperkingen gelden niet indien de verveelvoudiging direct dan wel indirect een commercieel oogmerk bevat. De rechtbank heeft vastgesteld dat van commercieel gebruik in de onderhavige zaak wel degelijk sprake is, nu de verveelvoudiging was gericht op het verbeteren van de concurrentiepositie van de rijschool, teneinde meer klanten te kunnen aantrekken die tegen betaling de theorielessen zouden gaan volgen. Naar het oordeel van de rechtbank is er dan ook sprake van een

9 inbreuk op het auteursrecht van het CBR en IBKI. Het verweer wordt verworpen. Ten aanzien van het onder 2 eerste cumulatief/alternatief en 4 ten laste gelegde: Bestanddelen diefstal De verdediging stelt zich op het standpunt dat er geen sprake is van diefstal. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe het volgende. Examenvragen zijn een goed waarvan de exclusiviteit en de economische waarde wordt bepaald naar aanleiding van de functie in het maatschappelijk verkeer. Het theorie-examen van het CBR en IBKI verschaft bepaalde rechten, te weten de mogelijkheid tot het behalen van een rijbewijs en een rijinstructeurcertificaat. Binnen de functie die een theorie-examen in het maatschappelijk verkeer heeft, is het wezenskenmerk dat de inhoud daarvan, voor degene die daaraan moeten deelnemen, geheim blijft tot aan het moment dat het examen moet worden gemaakt. Het is dit kenmerk, dat als een intrinsiek element van het examen moet worden aangemerkt, dat maakt dat het examen een economische waarde vertegenwoordigt. Op het moment dat vragen van theorie-examens worden opgenomen en op voorhand terechtkomen bij deelnemers aan die examens, verliest de rechthebbende ook dit intrinsieke element en daarmee de economische waarde van het examen. Het is dit intrinsieke element dat in wezen aan de feitelijke heerschappij van de rechthebbende wordt onttrokken en waar ook het opzet van degene die wegneemt steeds op is gericht. De exclusiviteit van de vragen van het CBR volgt tevens uit de regels die de instantie ten aanzien van de theorie-examens heeft opgesteld. Voor rijschoolhouders is een vademecum opgesteld waaruit volgt dat opleiders geen theorie-examens mogen bijwonen. Kandidaten van de examens dienen akkoord te gaan met de examenregels, waarin expliciet is vermeld dat in de examenruimte het gebruik van opnameapparatuur is verboden. In de huisregels van het CBR is eveneens vermeld dat het in gebouwen van het CBR niet is toegestaan om zonder toestemming opnamen te maken. De huisregels worden bij elke ingang van de gebouwen van het CBR kenbaar gemaakt. Elke examenkandidaat krijgt omschreven regels ook nog persoonlijk uitgelegd en bij examens hangen er voorts posters met waarschuwingen om geen opnamen te maken. Ten aanzien van het IBKI geldt dat er door werknemers een geheimhoudingsverklaring moet worden ondertekend. Kandidaten is op grond van het examenreglement niet toegestaan gebruik te maken van opnameapparatuur. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het maken van opnames van de vragen van het theorie-examen moet worden aangemerkt als wegneming van een goed door middel van onttrekking aan de feitelijke heerschappij van de rechthebbende. 5 Bewezenverklaring De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Indien tegen dit verkort vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort vonnis. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort vonnis gehecht. Ten aanzien van het onder 1 eerste cumulatief / alternatief bewezen verklaarde dat hij op 5 april 2013 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van het CBR (Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen), immers

10 hebben verdachte en zijn mededader opzettelijk - tijdens een theorie-examen van voornoemd CBR met behulp van een spybril opnames gemaakt van examenvragen en - voornoemde opnames van die examenvragen vervolgens gebruikt voor de theorielessen en openbaar gemaakt tijdens die theorielessen van de rijschool van hem, verdachte, en zijn mededader en - voornoemde opnames van examenvragen ter verveelvoudiging en verspreiding voorhanden gehad en gehouden en uit winstbejag bewaard, terwijl zijn mededader van het plegen van voornoemd misdrijf zijn beroep heeft gemaakt en bovengenoemd misdrijf als bedrijf heeft uitgeoefend; Ten aanzien van het onder 2 eerste cumulatief / alternatief bewezen verklaarde dat hij op 5 april 2013 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen examenvragen, toebehorende aan het CBR (Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen). Ten aanzien van het onder 3 bewezen verklaarde dat hij in de periode van 19 maart 2013 tot en met 22 september 2014 te Amsterdam en Zwolle en Zaandam en Best en Nieuwegein, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van het IBKI, immers hebben verdachte en zijn mededaders opzettelijk - tijdens theorie-examens van voornoemd IBKI met behulp van een spybril opnames gemaakt van examenvragen en - voornoemde opnames van die examenvragen vervolgens gebruikt voor de theorielessen van de rijschool van hem, verdachte, en één van zijn mededaders en - voornoemde opnames van examenvragen ter verveelvoudiging en verspreiding voorhanden gehad en gehouden en uit winstbejag bewaard, terwijl hij, verdachte, en één van zijn mededaders van het plegen van voornoemd misdrijf hun beroep hebben gemaakt en bovengenoemd misdrijf als bedrijf hebben uitgeoefend; Ten aanzien van het onder 4 bewezen verklaarde dat hij in de periode van 19 maart 2013 tot en met 22 september 2014 te Amsterdam en Zwolle en Zaandam en Best en Nieuwegein, tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen examenvragen, toebehorende aan het IBKI. Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad. 6 De strafbaarheid van de feiten De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

11 7 De strafbaarheid van verdachte Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar. 8 Motivering van de straf 8.1. De eis van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren met aftrek van voorarrest, met bevel, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen, almede een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met een proeftijd van 3 jaren. De officier van justitie heeft daarbij rekening gehouden met een overschrijding van de redelijke termijn en daarvoor een strafkorting toegepast van 5% Het standpunt/strafmaatverweer van de verdediging De verdediging heeft primair vrijspraak en subsidiair een deels voorwaardelijke taakstraf bepleit Het oordeel van de rechtbank De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van inbreuk maken op het auteursrecht van het CBR en IBKI, evenals de diefstal in vereniging van examenvragen bij deze instellingen. De diefstal en de daarmee gepaard gaande inbreuk op het auteursrecht is gepleegd met een commercieel oogmerk en daarmee gepaard gaand geldelijk gewin. Voorts heeft het handelen van verdachte bijgedragen aan het ondermijnen van het stelsel van examinering. Zowel voor het behalen van een rijbewijs, alsmede voor een certificaat tot rijinstructeur is toetsing van kennis met betrekking tot regels en verkeerssituaties vereist. Met de diefstal en het gebruik van gestolen vragen kan aan deze toetsing worden ontkomen. Dit levert risico s op met betrekking tot de verkeersveiligheid en daarmee het algemeen belang. Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de rol van de verdachte bij de bewezen strafbare feiten. Ten aanzien van de inbreuk op het auteursrecht van het CBR en de diefstal bij het CBR betreft het, anders dan de officier van justitie, alleen het bewezenverklaarde op 5 april Voor de bewezenverklaarde feiten met betrekking tot het IBKI geldt dat er wel sprake is geweest van meerdere strafbare feiten gedurende een langere periode. Uit het verhandelde ter terechtzitting en het dossier is echter gebleken dat de rol van verdachte van ondergeschikte betekenis is geweest. De rechtbank houdt eveneens rekening met de leeftijd van

12 de verdachte, die ten tijde van het bewezenverklaarde de leeftijd van negentien jaar had. De rechtbank heeft acht geslagen op een verdachte betreffend Uittreksel uit de justitiële documentatie van 6 december 2016, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder in Nederland is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. De rechtbank is van oordeel dat gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden aanleiding bestaat bij de straftoemeting af te wijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd, en acht oplegging van een taakstraf een passende en geboden reactie. De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat de redelijke termijn is overschreden. De rechtbank stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn vangt aan op het moment dat door de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het Openbaar Ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. De rechtbank sluit zich aan bij de thans geldende jurisprudentie van de Hoge Raad. In zijn arrest van 17 juni 2008 (ECLI:NL:HR:2008:BD2578) heeft de Hoge Raad een aantal uitgangspunten ten aanzien van de redelijke termijn en de consequenties van overschrijding daarvan weergegeven. De rechtbank geeft deze, voor zover relevant, hieronder weer en zal daar de navolgende conclusies aan verbinden. Regel is dat overschrijding van de redelijke termijn wordt gecompenseerd door vermindering van de straf. Naar het oordeel van de rechtbank was de inverzekeringstelling van verdachte op 28 oktober 2014 een handeling waaraan hij in redelijkheid de verwachting kon ontlenen dat tegen hem een strafvervolging zou worden ingesteld. De redelijke termijn is daarmee op die dag aangevangen en wordt met een uitspraak op 25 januari 2017 met drie maanden overschreden. De rechtbank is van oordeel dat er in deze zaak geen sprake is van bijzondere omstandigheden. Bij een overschrijding van de redelijke termijn van zes maanden of minder is uitgangspunt dat de straf met vijf procent wordt gekort. In de onderhavige zaak acht de rechtbank -alles overwegende- derhalve een taakstraf voor de duur van honderdtwintig uren passend, waarbij rekening is gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn. 9 Toepasselijke wettelijke voorschriften De op te leggen straf is gegrond op de artikelen: 22c, 22d, 47, 55, 57, 63, 311 van het Wetboek van Strafrecht; 31, 31a en 31b van de Auteurswet. De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing. 10 Beslissing

13 Verklaart het onder 1 tweede cumulatief/alternatief, 2 tweede cumulatief/alternatief en 5 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 eerste cumulatief/alternatief, 2 eerste cumulatief/alternatief, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld. Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Het bewezen verklaarde levert op: Ten aanzien van feit 1 eerste cumulatief/alternatief, feit 2 eerste cumulatief/alternatief, feit 3 en feit 4: eendaadse samenloop van: medeplegen van het als beroep of bedrijf uitoefenen van het opzettelijk inbreuk maken op eens anders auteursrecht, meermalen gepleegd en diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd; Veroordeelt verdachte tot een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van 120 (honderdtwintig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 (zestig) dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag. Dit vonnis is gewezen door mr. F. Wieland, voorzitter, mrs. D.J. Cohen Tervaert en B.M. van Heemst, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.F. van Lier, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 januari 2017.

14

ECLI:NL:RBAMS:2017:380

ECLI:NL:RBAMS:2017:380 ECLI:NL:RBAMS:2017:380 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 25-01-2017 Datum publicatie 27-01-2017 Zaaknummer 13/702843-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 25-11-2015 Datum publicatie 23-06-2017 Zaaknummer 13/845106-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-02-2016 Datum publicatie 25-02-2016 Zaaknummer 05/840508-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733 ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 07-06-2012 Datum publicatie 11-03-2013 Zaaknummer 13/666528-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:RBROT:2016:10161 ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2011 Datum publicatie 26-07-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/600081-11; 16/600434-10 (tul)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2017:1898 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer 23-002215-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 23-000918-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:978

ECLI:NL:GHSHE:2017:978 ECLI:NL:GHSHE:2017:978 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 10-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003836-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 Instantie Datum uitspraak 16-08-2016 Datum publicatie 17-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 16/652521-15 (P) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 07-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer 14.701344-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

1. Het onderzoek ter terechtzitting Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 mei 2013.

1. Het onderzoek ter terechtzitting Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 mei 2013. ECLI:NL:RBMNE:2013:CA2571 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 06-06-2013 Datum publicatie 10-06-2013 Zaaknummer 16/661190-13 (P) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1622

ECLI:NL:RBOVE:2016:1622 ECLI:NL:RBOVE:2016:1622 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 10-05-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer 08/760127-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016. ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003352-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578 ECLI:NL:RBNHO:2015:7578 Instantie Datum uitspraak 03-09-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 15/871690-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 21-07-2006 Datum publicatie 21-08-2006 Zaaknummer 03/703565-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 18-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005986-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-12-2005 Datum publicatie 01-12-2005 Zaaknummer 16/501029-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655

ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655 ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655 Instantie Datum uitspraak 24-11-2009 Datum publicatie 16-12-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zwolle-Lelystad 07.620221-08 (P) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782 ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 27-04-2011 Datum publicatie 27-04-2011 Zaaknummer 14.701108-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis ECLI:NL:GHARL:2015:10200 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 01-12-2015 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer 21-001318-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:3394, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis ECLI:NL:GHARL:2016:10657 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 15-05-2017 Zaaknummer 21-002071-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:789, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 12-05-2010 Zaaknummer 24-002146-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2011:BU4938

ECLI:NL:RBHAA:2011:BU4938 ECLI:NL:RBHAA:2011:BU4938 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 17-11-2011 Datum publicatie 17-11-2011 Zaaknummer 15-801142-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 Instantie Datum uitspraak 20-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18/830019-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416 ECLI:NL:RBOBR:2017:4416 Instantie Datum uitspraak 17-08-2017 Datum publicatie 17-08-2017 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/860063-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:GHAMS:2014:264 ECLI:NL:GHAMS:2014:264 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-01-2014 Datum publicatie 22-04-2014 Zaaknummer 23-003557-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 10-10-2001 Datum publicatie 10-10-2001 Zaaknummer 05.096060-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 22-04-2014 Datum publicatie 31-10-2014 Zaaknummer 23-003653-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656

ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656 ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 21-02-2012 Datum publicatie 24-02-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/512509-11; 16/602702-08 (tul)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:1193

ECLI:NL:GHDHA:2015:1193 ECLI:NL:GHDHA:2015:1193 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 13-05-2015 Datum publicatie 18-05-2015 Zaaknummer 22-005458-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472

ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472 ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-02-2008 Datum publicatie 12-03-2008 Zaaknummer 16-604030-07 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-12-2006 Datum publicatie 11-01-2007 Zaaknummer 15/645076-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2014:10059

ECLI:NL:RBROT:2014:10059 ECLI:NL:RBROT:2014:10059 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 11-12-2014 Datum publicatie 11-12-2014 Zaaknummer 10/700365-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Zaaknummer 23-003649-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2007:BB2790

ECLI:NL:RBMAA:2007:BB2790 ECLI:NL:RBMAA:2007:BB2790 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 01-08-2007 Datum publicatie 04-09-2007 Zaaknummer 03-700214-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:6214

ECLI:NL:RBROT:2017:6214 ECLI:NL:RBROT:2017:6214 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 22-06-2017 Datum publicatie 14-08-2017 Zaaknummer 10/996524-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:3968

ECLI:NL:RBAMS:2016:3968 ECLI:NL:RBAMS:2016:3968 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 30-06-2016 Datum publicatie 30-06-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 13/993032-16 (Promis) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351 ECLI:NL:GHDHA:2014:2351 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 14-07-2014 Datum publicatie 14-01-2015 Zaaknummer 22-003067-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042 ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 11-11-2008 Datum publicatie 12-11-2008 Zaaknummer 21-001909-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:3315

ECLI:NL:RBMNE:2014:3315 ECLI:NL:RBMNE:2014:3315 Instantie Datum uitspraak 29-07-2014 Datum publicatie 01-08-2014 Zaaknummer 16/659378-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

onder parketnummer 01/ dat: hij in of omstreeks de periode van 12 december 2005 tot en met 19 december 2005 te Helmond, in elk geval in Neder

onder parketnummer 01/ dat: hij in of omstreeks de periode van 12 december 2005 tot en met 19 december 2005 te Helmond, in elk geval in Neder ECLI:NL:RBSHE:2007:BR3371 Instantie Datum uitspraak 07-03-2007 Datum publicatie 05-08-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Rechtbank 's-hertogenbosch 01/835241-05 en 01/820049-07 (ttz. gev.) Strafrecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:7744

ECLI:NL:RBMNE:2016:7744 ECLI:NL:RBMNE:2016:7744 Instantie Datum uitspraak 22-11-2016 Datum publicatie 07-08-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 16.705352.15 en 16.702009.13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2003:AH9598

ECLI:NL:RBZUT:2003:AH9598 ECLI:NL:RBZUT:2003:AH9598 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 03-06-2003 Datum publicatie 09-07-2003 Zaaknummer 06/080083-03 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2007:AZ9968

ECLI:NL:RBAMS:2007:AZ9968 ECLI:NL:RBAMS:2007:AZ9968 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 04-01-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 13/525150-06 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:6331

ECLI:NL:RBROT:2017:6331 ECLI:NL:RBROT:2017:6331 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/049808-15 en 10/231146-15

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:3358

ECLI:NL:GHDHA:2015:3358 ECLI:NL:GHDHA:2015:3358 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 03-12-2015 Datum publicatie 03-12-2015 Zaaknummer 22-005649-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015. ECLI:NL:RBROT:2015:7773 Instantie: Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 29-10-2015 Datum publicatie: 02-11-2015 Zaaknummer: 11/870399-12.ov Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht. Hof Amsterdam 19 januari 2011, nr. 23-001234-09 VERKORT ARREST VAN HET GERECHTSHOF AMSTERDAM gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Haarlem van 16 december 2008 in de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2015:6365

ECLI:NL:RBOBR:2015:6365 ECLI:NL:RBOBR:2015:6365 Instantie Datum uitspraak 04-11-2015 Datum publicatie 04-11-2015 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/879450-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2013:320

ECLI:NL:RBOVE:2013:320 ECLI:NL:RBOVE:2013:320 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 22-04-2013 Datum publicatie 11-07-2014 Zaaknummer 07-681022-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx LJN: BK6789, Gerechtshof 's-gravenhage, 22-000700-08 Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: 16-12-2009 16-12-2009 Straf Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Computercriminaliteit.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830

ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830 ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 12-02-2010 Datum publicatie 19-02-2010 Zaaknummer 16/604126-08 [P] Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1284

ECLI:NL:RBDHA:2014:1284 ECLI:NL:RBDHA:2014:1284 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 04-02-2014 Datum publicatie 04-02-2014 Zaaknummer 09/715710-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALM:2010:BM0983

ECLI:NL:RBALM:2010:BM0983 ECLI:NL:RBALM:2010:BM0983 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 13-04-2010 Datum publicatie 13-04-2010 Zaaknummer 08.720098-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:13684

ECLI:NL:RBDHA:2016:13684 ECLI:NL:RBDHA:2016:13684 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 25-10-2016 Datum publicatie 17-11-2016 Zaaknummer 09/797308-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-03-2016 Datum publicatie 19-04-2016 Zaaknummer 23-002670-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694 ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 16-08-2006 Datum publicatie 22-08-2006 Zaaknummer 15/500918-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Verkort vonnis van de rechtbank 's-hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

Verkort vonnis van de rechtbank 's-hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen: ECLI:NL:RBSHE:2003:AN9844 Instantie Rechtbank 's-hertogenbosch Datum uitspraak 02-12-2003 Datum publicatie 11-12-2003 Zaaknummer 01/025326.03 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie