BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet."

Transcriptie

1 Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4988 / 23 Betreft zaak: 4988/Oosterlengte - Thuiszorg Groningen - Sensire I. MELDING 1. Op 4 mei 2005 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: NMa) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Stichting Thuiszorg Groningen en Stichting Sensire 1 enerzijds, en Stichting Oosterlengte anderzijds, voornemens zijn te fuseren, in de zin van artikel 27, onder a, van de Mededingingswet. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 90 van 12 mei Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen. II. PARTIJEN 2. Stichting Thuiszorg Groningen (hierna: TZG) en Stichting Sensire (hierna: Sensire) zijn stichtingen naar Nederlands recht. TZG/Sensire verleent diensten op het gebied van thuiszorg, intramurale zorg, jeugdgezondheidszorg, kraamzorg, alsmede op het gebied van een aantal aanpalende activiteiten, waaronder uitleen van hulpmiddelen, voedings- en dieetadvies, thuisalarmering en bemiddeling bij levering van andere diensten aan huis. 3. Stichting Oosterlengte (hierna: Oosterlengte) is een stichting naar Nederlands recht. Oosterlengte verleent diensten op het gebied van thuiszorg, intramurale zorg, alsmede op het gebied van een aantal aanpalende activiteiten, waaronder thuisalarmering en bemiddeling bij levering van andere diensten aan huis. 1 In het besluit van 31 december 2004 in zaak 4295/Stichting Icare Sensire Thuiszorg Groningen heeft de directeurgeneraal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit reeds zijn goedkeuring gegeven voor het totstandbrengen van een (bestuurlijke) fusie tussen Stichting Thuiszorg Groningen en Stichting Sensire. Deze fusie is op 2 juni 2005 tot stand gebracht. De aldus gefuseerde onderneming wordt in het vervolg van dit besluit aangeduid als TZG/Sensire. 1 Openbare versie

2 III. DE GEMELDE OPERATIE 4. De gemelde operatie behelst de totstandkoming van een juridische fusie per 1 januari Deze juridische fusie zal resulteren in een nieuwe organisatie, waarbij de activiteiten van TZG en Oosterlengte in een divisie/werkmaatschappij zullen worden georganiseerd. De voorgenomen concentratie is vastgelegd in de bij de melding overgelegde Intentieverklaring Oosterlengte Thuiszorg Groningen, d.d. 29 april IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder a, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat twee voorheen van elkaar onafhankelijke ondernemingen fuseren. 6. Betrokken ondernemingen zijn TZG/Sensire en Oosterlengte (hierna samen: partijen). 7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING 8. De activiteiten van TZG/Sensire en Oosterlengte overlappen op het gebied van intramurale en extramurale zorg uit hoofde van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (hierna: AWBZ). Op het gebied van niet-awbz-gefinancierde zorg geldt daarnaast dat er overlap is op het gebied van overige diensten, te weten thuisalarmering en bemiddeling bij levering van overige diensten aan huis. A. RELEVANTE MARKTEN Relevante productmarkten 9. Evenals in eerdere besluiten 2 zal ook in onderhavige zaak worden uitgegaan van een onderscheid tussen intramurale AWBZ-zorg en extramurale AWBZ-zorg. Gelet op de activiteiten van partijen zijn de intramurale AWBZ-activiteiten die in onderhavige zaak van belang zijn met 2 Zie bijvoorbeeld het besluit van 13 mei 2005 in zaak 4267/Zorg en Welzijngroep Thuiszorg Nieuwe Waterweg Noord Maatzorg De Werven Kraamzorg Delfland, punt 15, het besluit van 9 maart 2005 in zaak 3244/Thuiszorg Den Haag Stichting GDVV Groep, punt 8 en het besluit in zaak 4295/Stichting Icare Sensire Thuiszorg Groningen, reeds aangehaald, punt Openbare versie

3 name intramurale verpleging en verzorging (met als voornaamste doelgroep ouderen) 3, terwijl de relevante extramurale activiteiten op het gebied van thuiszorg liggen. (i) Intramurale verpleging en verzorging 10. TZG/Sensire en Oosterlengte zijn beide actief op het gebied van zowel verzorgingshuiszorg als verpleeghuiszorg. Evenals in een recent besluit 4 zal ook in onderhavige zaak worden uitgegaan van afzonderlijke markten voor verzorgingshuiszorg en verpleeghuiszorg. (ii) Thuiszorg 11. TZG/Sensire en Oosterlengte zijn beide actief op het gebied van thuiszorg. Op overige activiteiten die vallen onder de definitie van extramurale zorgverlening, zoals bijvoorbeeld ondersteunende of activerende begeleiding is geen sprake van overlap tussen de activiteiten van partijen. 12. Thuiszorg omvat de volgende in de AWBZ omschreven functies: verpleging thuis, persoonlijke verzorging thuis en huishoudelijke verzorging thuis. 5 In eerdere besluiten 6 is aangegeven dat extramurale instellingen doorgaans al deze drie functies aanbieden. In deze besluiten is in het midden gelaten of sprake is van één markt voor AWBZ-thuiszorg dan wel dat sprake is van meerdere markten voor thuiszorg, nader onderverdeeld naar functie. Bezien vanuit de vraagzijde van de markt is het niet aannemelijk is dat huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging en verpleging substituten voor elkaar zijn. De vraag is of de markt voor thuiszorg nader onderverdeeld dient te worden op basis van de mate van aanbodsubstitutie. 13. In bovengenoemde besluiten is aangegeven dat de drie genoemde functies enigszins afwijkende concurrentieverhoudingen kennen. Met name bestaan er aanwijzingen dat toetreding tot de functie huishoudelijke verzorging thuis eenvoudiger is dan toetreding tot de andere twee functies. 3 In het besluit van 7 maart 2005 in zaak 4245/Vizier De Wendel, punt 29, is geconcludeerd dat intramurale AWBZ-zorg voor verstandelijk gehandicapten niet tot de markt voor intramurale AWBZ-zorg voor andere doelgroepen (met name ouderen) behoort. Partijen zijn niet actief op het gebied van AWBZ-zorg voor verstandelijk gehandicapten. Verder is in het besluit van 1 september 2004 in zaak 3865/Rijngeest Robert Fleury de intramurale geestelijke gezondheidszorg als een afzonderlijke markt beschouwd. Partijen zijn ook op dit gebied niet actief. 4 Zie het besluit van 11 augustus 2005 in zaak 4198/Proteion TML LvGG, punt Zie beleidsregel II-624/III-803, Definities extramurale zorg, 6 Zie het besluit in zaak 3244/Thuiszorg Den Haag Stichting GDVV Groep, reeds aangehaald, punt 9, het besluit van 17 januari 2005 in zaak 4161/De Runne Kruiswerk Mark en Maas Thebe, punt 12, het besluit in zaak 4295/Stichting Icare Sensire Thuiszorg Groningen, reeds aangehaald, punt 16 en het besluit van 15 november 2004 in zaak 4177/Stichting Evean Zorg De Weeren, punt Openbare versie

4 a. Huishoudelijke verzorging 14. Partijen zijn van mening dat de huishoudelijke verzorging niet tot dezelfde markt behoort als verpleging en persoonlijke verzorging thuis, aangezien het omschakelen vanuit huishoudelijke verzorging naar persoonlijke verzorging of verpleging meer dan een jaar zou kosten vanwege de benodigde investeringen in erkenningen, kennis, infrastructuur en contacten met verwijzers. Concurrenten die in het kader van onderhavige zaak zijn bevraagd hebben bevestigd dat het voor aanbieders van huishoudelijke verzorging niet eenvoudig is persoonlijke verzorging en verpleging aan te bieden. 15. Partijen hebben voorts gewezen op de gevolgen van de inwerkingtreding van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 7 (hierna: WMO) voor de markt voor huishoudelijke verzorging. De WMO is een kaderwet die regelt dat gemeenten verantwoordelijk worden voor Maatschappelijke ondersteuning 8. Een aantal wetten op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, zoals de Algemene Welzijnswet en de Wet Voorzieningen Gehandicapten, zal in de WMO worden ondergebracht. Ook de huishoudelijke verzorging die nu op grond van de AWBZ wordt gefinancierd zal binnen het kader van de WMO gaan vallen, waarmee de verantwoordelijkheid voor de inkoop daarvan bij de gemeenten zal komen te liggen. Als gevolg van de waarschijnlijke inwerkingtreding van de WMO houden partijen rekening met grootschalige toetreding van marktpartijen buiten de zorgwereld, zoals schoonmaakbedrijven en uitzendbureaus. Deze verwachting wordt gedeeld door het merendeel van de thuiszorgaanbieders die in het kader van onderhavige zaak zijn bevraagd. Een aantal schoonmaakbedrijven heeft desgevraagd aangegeven in de invoering van de WMO een stimulans te zien om toe te treden tot de markt voor huishoudelijke verzorging. Enkele schoonmaakbedrijven hebben aangegeven nu reeds actief te zijn op deze markt, zij het vaak in samenwerking met of in onderaanneming van thuiszorginstellingen. Van de schoonmaakbedrijven die nu in onderaanneming actief zijn, sluit een aantal niet uit na de invoering van de WMO ook zelfstandig actief te worden op het gebied van huishoudelijke verzorging. 16. Op grond van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat op het gebied van huishoudelijke verzorging afwijkende concurrentieverhoudingen gelden ten opzichte van persoonlijke verzorging en verpleging thuis. Na invoering van de WMO zullen deze concurrentieverhoudingen nog verder uiteen gaan lopen. Aangezien het niet aannemelijk is dat aanbieders van huishoudelijke verzorging op korte termijn door middel van beperkte investeringen en met beperkte risico s hun activiteiten kunnen verleggen naar persoonlijke 7 Deze inwerkingtreding is op dit moment voorzien voor 1 juli 2006, maar is nog afhankelijk van goedkeuring door het Parlement. 8 Zie 4 Openbare versie

5 verzorging en verpleging, zal in het hiernavolgende worden uitgegaan van een afzonderlijke markt voor huishoudelijke verzorging. b. Persoonlijke verzorging en verpleging 17. Partijen hebben aangegeven dat het voor thuiszorginstellingen die reeds actief zijn op het gebied van persoonlijke verzorging thuis vrij eenvoudig is om tevens actief te worden op het gebied van verpleging thuis. Partijen schatten dat binnen een half jaar kan worden toegetreden. De benodigde investeringen in kennis, infrastructuur en naamsbekendheid zijn gering. Een instelling dient enkel voldoende wijkverpleegkundigen aan te nemen. 18. Ook het omschakelen van verpleging thuis naar verzorging thuis is volgens partijen vrij eenvoudig. Partijen schatten dat binnen een half jaar kan worden toegetreden. De benodigde investeringen zijn gering. Een instelling dient enkel voldoende personeel in dienst te hebben dat gekwalificeerd is om persoonlijke verzorging te verlenen. 19. Marktpartijen hebben aangegeven dat de (tijds)investering voor de overgang van persoonlijke verzorging naar verpleging en vice versa vooral gelegen is in het aantrekken van het juist geschoolde personeel. Benodigde investeringen in organisatorische veranderingen en marktbewerking zijn beperkt, aldus marktpartijen. Eén marktpartij die ervaring heeft met het omschakelen van persoonlijke verzorging naar verpleging heeft aangegeven deze dienst binnen drie maanden na aanvang van de voorbereidingen te kunnen starten. 20. Gezien de beperkte tijd en investeringen die benodigd zijn voor een overstap van persoonlijke verzorging naar verpleging en vice versa, is het aannemelijk dat aanbodsubstitutie in voldoende mate aanwezig is om uit te gaan van één markt voor persoonlijke verzorging en verpleging. Tussenconclusie 21. Samenvattend zal in het hiernavolgende op het gebied van thuiszorg worden uitgegaan van aparte markten voor persoonlijke verzorging en verpleging enerzijds en huishoudelijke verzorging anderzijds. (iii) Niet-AWBZ-gefinancierde zorg 22. Op het gebied van niet-awbz-gefinancierde zorg overlappen de activiteiten van partijen op het gebied van thuisalarmering en bemiddeling van diensten aan huis. Op deze overige 5 Openbare versie

6 diensten zal in het vervolg van dit besluit, in lijn met eerdere besluiten 9, niet nader worden ingegaan, gezien de geringe omzetten in vergelijking met thuiszorg, de sterke verbondenheid met de thuiszorgactiviteiten en het feit dat er op elk van deze activiteiten meer concurrenten actief zijn dan op het gebied van thuiszorg. Relevante geografische markten (i) Intramurale verpleging en verzorging a. Verzorgingshuiszorg 23. In een recent besluit 10 is, op basis van opnamegegevens, geconstateerd dat de geografische omvang van de markt voor verzorgingshuiszorg beperkt is. In de betreffende zaak werd uitgegaan van de gemeente waar een verzorgingshuis is gevestigd plus omliggende gemeenten. In lijn met eerdere besluiten 11 wordt in onderhavige zaak uitgegaan van geografische markten voor intramurale verpleging en verzorging die in elk geval niet groter zijn dan de zorgkantoorregio s waarin partijen actief zijn, in casu de zorgkantoorregio s Arnhem, Apeldoorn/Zutphen en Groningen. In onderhavige zaak is alleen sprake van overlap tussen de activiteiten van Oosterlengte en TZG/Sensire 12 in de zorgkantoorregio Groningen. b. Verpleeghuiszorg 24. In lijn met eerdere besluiten 13 wordt in onderhavige zaak uitgegaan van geografische markten voor verpleeghuiszorg die in elk geval niet groter zijn dan de zorgkantoorregio waarin partijen actief zijn, in casu de zorgkantoorregio s Arnhem, Apeldoorn/Zutphen en Groningen. 9 Zie onder andere het besluit in zaak 4161/De Runne Kruiswerk Mark en Maas Thebe, reeds aangehaald punt 17 en het besluit in zaak 4295/Stichting Icare Sensire Thuiszorg Groningen, reeds aangehaald, punt Besluit in zaak 4198/Proteion TML LvGG, reeds aangehaald, punt Zie bijvoorbeeld het besluit in zaak 4267/Zorg en Welzijngroep Thuiszorg Nieuwe Waterweg Noord Maatzorg De Werven Delfland, reeds aangehaald, punt 24 en het besluit in zaak 4177/Evean De Weeren, reeds aangehaald, punt TZG is als gevolg van een bestuurlijke fusie met de intramurale zorginstelling Stichting Algemene huisvesting voor Ouderen Hoogezand-Sappemeer (hierna: Stichting Voor Anker) sinds 1 januari 2005 actief op het gebied van verzorgingshuiszorg. TZG is voorts voornemens om per 1 januari 2006 een bestuurlijke fusie tot stand te brengen met de Rooms Katholieke Stichting tot exploitatie van Bejaardencentra Ludgerus (hierna: Ludgerus), die ook actief is op het gebied van verzorgingshuiszorg. Op basis van de door Ludgerus behaalde omzet behoeft deze voorgenomen concentratie niet afzonderlijk bij de NMa te worden gemeld op basis van de Mededingingswet. Bij de beoordeling van de gevolgen voor de mededinging van de transactie met betrekking tot Oosterlengte zal wel rekening worden gehouden met het feit dat TZG/Sensire eveneens zeggenschap zal verkrijgen over Ludgerus. 13 Zie bijvoorbeeld het besluit in zaak 4267/Zorg en Welzijngroep Thuiszorg Nieuwe Waterweg Noord Maatzorg De Werven Delfland, reeds aangehaald, punt 24 en het besluit in zaak 4177/Evean De Weeren, reeds aangehaald, punt Openbare versie

7 Aangezien TZG/Sensire uitsluitend in de zorgkantoorregio s Arnhem en Apeldoorn/Zutphen actief is op het gebied van verpleeghuiszorg en Oosterlengte uitsluitend in de zorgkantoorregio Groningen, is in onderhavige zaak geen sprake van geografische overlap op de markt voor verpleeghuiszorg. In het vervolg van dit besluit zal dan ook niet nader op deze markt worden ingegaan. (ii) Huishoudelijke verzorging en persoonlijke verzorging en verpleging 25. Partijen zijn van mening dat de geografische markt voor thuiszorg 14 Nederland omvat. Zij verwijzen in dit verband naar hetgeen hierover door TZG/Sensire naar voren is gebracht in zaak 4295/Icare Sensire Thuiszorg Groningen Uit onderzoek in eerdere zaken 16 is gebleken dat er drempels bestaan voor spelers om vanuit het werkgebied actief te worden in het werkgebied van een andere gevestigde speler. De aard en omvang van deze toetredingsdrempels in de werkgebieden van gevestigde partijen kunnen per regio verschillen en dienen dus in elke zaak specifiek te worden onderzocht. 27. Voorts is gebleken dat de drempels om actief te worden in een andere zorgkantoorregio in vergelijking met toetreding in een ander werkgebied binnen één en dezelfde zorgkantoorregio hoger zijn. Een specifieke drempel om toe te treden tot een andere zorgkantoorregio is gelegen in de financieringssystematiek van de AWBZ, die ertoe leidt dat zorgaanbieders moeilijk productieafspraken kunnen maken voor zorg aan cliënten buiten de eigen zorgkantoorregio, aangezien zij uitsluitend productieafspraken moeten maken met het zorgkantoor in de regio waar zij statutair gevestigd zijn. 17 In een recent onderzoek van het College van Toezicht Zorgverzekeringen (hierna: CTZ) naar de inkoop door zorgkantoren 18 wordt bevestigd dat zorgaanbieders die zorg willen bieden in een regio waar zij niet statutair gevestigd zijn hinder ondervinden, omdat het zorgkantoor met wie zij moeten onderhandelen niet geneigd is om regiobudget ter beschikking te stellen voor zorg aan cliënten buiten de eigen regio. Evenals in eerdere besluiten komt de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) tot de conclusie dat er geen reden is om uit te gaan van geografische markten voor 14 In het licht van de punten 14, 17 en 18 kan de opvatting van partijen geacht worden betrekking te hebben op de binnen thuiszorg te onderscheiden markten voor huishoudelijke verzorging enerzijds en persoonlijke verzorging en verpleging anderzijds. 15 Reeds aangehaald, punt Zie bijvoorbeeld het besluit in zaak 4161/De Runne Kruiswerk Mark en Maas Thebe, reeds aangehaald, punt 25 en het besluit in zaak 4295/Stichting Icare Sensire Thuiszorg Groningen, reeds aangehaald, punt Zie het besluit in zaak 4295/Stichting Icare Sensire Thuiszorg Groningen, reeds aangehaald, punt Conceptrapport zorginkoop zorgkantoren 2005, CTZ, juli Openbare versie

8 huishoudelijke verzorging en voor persoonlijke verzorging en verpleging die ruimer zijn dan de zorgkantoorregio In dit besluit wordt, evenals in bovengenoemde eerdere besluiten, uitgegaan van geografische markten voor huishoudelijke verzorging en voor persoonlijke verzorging en verpleging die ten minste het werkgebied van een grote, gevestigde speler omvat en ten hoogste de zorgkantoorregio. 20 De specifieke mogelijkheden en belemmeringen om toe te treden tot werkgebieden van gevestigde spelers zullen bij de beoordeling van de gevolgen van de concentratie worden betrokken. De exacte afbakening van de geografische markt kan in onderhavige zaak in het midden worden gelaten, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 33 tot en met 89). B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE (i) Verzorgingshuiszorg 29. Zoals aangegeven in punt 23 beperkt de overlap tussen de activiteiten van TZG/Sensire en Oosterlengte zich tot de zorgkantoorregio Groningen. Oosterlengte heeft verzorgingshuizen in de gemeenten Winschoten, Scheemda, Reiderland en Pekela. TZG heeft, sinds de fusie met Stichting Voor Anker, een verzorgingshuis in Hoogezand-Sappemeer. De verzorgingshuizen van beoogd fusiepartner Ludgerus bevinden zich in de gemeente Groningen. Op lokaal niveau bestaat er derhalve geen overlap. Aangezien de gemeenten waar de locaties van partijen zijn gevestigd niet aan elkaar grenzen is er evenmin sprake van overlap indien wordt uitgegaan van afzonderlijke markten die worden gevormd door gemeenten waar verzorgingshuizen zijn gevestigd en hun omliggende gemeenten. 30. Partijen hebben gegevens aangeleverd over de marktpositie in het totale gebied dat wordt gevormd door de gemeenten waar de verpleeg- en verzorgingshuizen van partijen zijn 19 Zie bijvoorbeeld het besluit in zaak 4198/Proteion TML LvGG, reeds aangehaald, punt 35, het besluit in zaak 4161/De Runne Kruiswerk Mark en Maas Thebe, reeds aangehaald, punt 25 en het besluit in zaak 4295/Stichting Icare Sensire Thuiszorg Groningen, reeds aangehaald, punt In het recente besluit in zaak 4198/Proteion TML LvGG, reeds aangehaald, punt 39, is geconcludeerd dat de geografische markt voor thuiszorg niet groter was dan het werkgebied van de gevestigde speler, TML. Aangezien de concurrentieverhoudingen tussen thuiszorgaanbieders in de desbetreffende regio verschillen van die in onderhavige zaak, met name doordat het werkgebied van TZG de hele zorgkantoorregio omvat, is er op voorhand geen reden om ook in onderhavige zaak uit te gaan van afzonderlijke markten voor diverse werkgebieden van gevestigde spelers. 8 Openbare versie

9 gevestigd tezamen en hun omliggende gemeenten. 21 Partijen behalen op deze mogelijke markt een marktaandeel van circa [10-20] %. 31. Uitgaande van een geografische markt die de gehele zorgkantoorregio omvat wordt het gezamenlijke marktaandeel van partijen aanzienlijk kleiner. 32. Gezien het feit dat de verzorgingshuizen van partijen niet in dezelfde of aangrenzende gemeenten zijn gevestigd en gezien de marktaandelen op de mogelijk ruimer dan lokale markten is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie een machtspositie kan ontstaan of worden versterkt op het gebied van verzorgingshuiszorg die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. (ii) Huishoudelijke verzorging en persoonlijke verzorging en verpleging Aard van de overlap 33. Het werkgebied van Oosterlengte betreft het oostelijk gedeelte van de zorgkantoorregio Groningen. In dit gebied is zij actief op de markten voor zowel huishoudelijke verzorging als persoonlijke verzorging en verpleging. TZG/Sensire is in de gehele zorgkantoorregio Groningen actief. In het werkgebied van Oosterlengte is TZG niet actief op het gebied van huishoudelijke verzorging, derhalve is er op dit gebied geen overlap van activiteiten binnen dit werkgebied. 34. Partijen stellen dat Oosterlengte primair een intramurale instelling is en dat Oosterlengte zich op het terrein van huishoudelijke verzorging en persoonlijke verzorging en verpleging voornamelijk richt op het aanbieden van zorg aan ouderen die wonen in de aanleunwoningen gesitueerd in de buurt van de verzorgings- en verpleeghuizen van Oosterlengte (hierna: blokzorg). Circa [50-60]% van het totale aantal uren huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging en verpleging tezamen, geleverd door Oosterlengte, betreft blokzorg. Stichting Oosterlengte is vijf jaar geleden ontstaan uit een fusie tussen een intramurale zorginstelling en een thuiszorginstelling. De extramurale activiteiten die Oosterlengte naast de blokzorg verricht benoemen partijen als een erfenis uit het verleden. Deze activiteiten zijn dan ook niet ondergebracht in een aparte divisie maar worden aangestuurd vanuit de verschillende verzorgings- en verpleeghuizen. Partijen zijn van mening dat Oosterlengte als aanbieder van 21 Dit gebied omvat de gemeenten Bellingwedde, Pekela, Reiderland, Scheemda, Winschoten, Appingedam, Bellingwedde, Delfzijl, Slochteren, Groningen, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Menterwolde, Veendam, Stadskanaal en Vlagtwedde. In deze openbare versie van het besluit zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken aangegeven. In het geval van getallen of percentages kan de vervanging hebben plaatsgevonden in de vorm van vermelding van bandbreedtes. 9 Openbare versie

10 blokzorg niet als daadwerkelijk of potentieel voldoende daadkrachtige concurrent van een traditionele aanbieder van thuiszorg als TZG kan worden gezien. Gelet hierop dienen de activiteiten van Oosterlengte met betrekking tot blokzorg naar de mening van partijen bij de beoordeling van de gevolgen van de beoogde fusie op de markten voor huishoudelijke verzorging en persoonlijke verzorging en verpleging buiten beschouwing te worden gelaten of in elk geval naar verhouding van de daadwerkelijke concurrentiekracht te worden bezien. 35. In eerdere zaken op het gebied van thuiszorg 22 zijn de extramurale activiteiten van intramurale instellingen volledig meegewogen in de beoordeling. Uit gesprekken met zorgaanbieders en zorgkantoren in onderhavige en eerdere zaken blijkt dat er ten aanzien van het leveren van blokzorg steeds vaker concurrentie plaatsvindt tussen thuiszorginstellingen en intramurale instellingen. Een toenemend aantal intramurale instellingen biedt tevens extramurale zorg, met name in de directe omgeving van hun instellingen. 23 In een eerder besluit 24 is aangegeven dat de straal waarin de extramurale zorg aangeboden wordt steeds meer wordt vergroot. 36. Uit het voorgaande blijkt dat intramurale instellingen zich steeds meer op de extramurale markt begeven. Zorgaanbieders geven desgevraagd aan deze activiteiten ook daadwerkelijk tot de extramurale markt te rekenen. Zij geven aan dat thuiszorgaanbieders en intramurale instellingen met extramurale activiteiten elkaar als concurrent zien. Om deze reden zullen de activiteiten van Oosterlengte op het gebied van blokzorg worden meegewogen als extramurale activiteiten. Overigens kan worden opgemerkt dat de materiële beoordeling van deze zaak niet tot een andere conclusie zou leiden indien blokzorg buiten beschouwing zou worden gelaten (zie ook punt 40). 37. Wel is voorstelbaar dat de lokale verankering van intramurale instellingen met zich meebrengt dat zij een ander type concurrent zijn dan pure thuiszorgaanbieders. Dit dient in beschouwing te worden genomen bij de bespreking van de concurrentiekracht van Oosterlengte en andere intramurale spelers met extramurale activiteiten in het betrokken gebied. Bij de beoordeling zal hier nader op worden ingegaan (zie punt 45). 38. In het hiernavolgende zullen de gevolgen van de concentratie worden beoordeeld voor een drietal scenario s omtrent de geografische markt, te weten (a) de gehele zorgkantoorregio Groningen; (b) het werkgebied van Oosterlengte; en (c) het potentiële werkgebied van Oosterlengte, zoals door partijen geformuleerd. 22 Zie bijvoorbeeld het besluit in zaak 4295/Stichting Icare Sensire Thuiszorg Groningen, reeds aangehaald en het besluit in zaak 4161/De Runne Kruiswerk Mark en Maas Thebe, reeds aangehaald. 23 Zie bijvoorbeeld het besluit in zaak 4295/Stichting Icare Sensire Thuiszorg Groningen, reeds aangehaald, punt 57 en het besluit in zaak 4161/De Runne Kruiswerk Mark en Maas Thebe, reeds aangehaald, punt Zie het besluit in zaak 4161/De Runne Kruiswerk Mark en Maas Thebe, reeds aangehaald, punt Openbare versie

11 a. Gehele zorgkantoorregio Groningen 39. In onderstaande tabel worden de (gezamenlijke) marktaandelen van partijen in 2004 weergegeven uitgaande van een geografische markt die de zorgkantoorregio Groningen beslaat. 25 Zorgkantoorregio Groningen Oosterlengte TZG/Sensire Gezamenlijk Huishoudelijke verzorging [0-10]% [60-70]% [60-70]% Persoonlijke verzorging en verpleging [10-20]% [60-70]% [70-80]% 40. Uit deze tabel volgt dat het gezamenlijke marktaandeel van partijen, zowel op het gebied van persoonlijke verzorging en verpleging als op het gebied van huishoudelijke verzorging, hoog is. Indien de blokzorg die Oosterlengte levert buiten beschouwing wordt gelaten, is sprake van ongeveer een halvering van het marktaandeel van Oosterlengte. Ook in die situatie is echter nog steeds sprake van hoge gezamenlijke marktaandelen, waarbij de toevoeging van Oosterlengte aan het marktaandeel ook significant is. Concurrentiedruk Actuele concurrentie 41. Partijen wijzen er op dat in de zorgkantoorregio Groningen verscheidene concurrenten actief zijn, waarvan Zorggroep Meander (ontstaan uit een recente fusie tussen Meander en Zorggroep Zuid-Groningen) de belangrijkste is. Andere thuiszorginstellingen die actief zijn in deze regio zijn bijvoorbeeld SamenZorg en U Christelijke Thuiszorg. Partijen wijzen voorts op enkele landelijk opererende thuiszorgaanbieders, waaronder ZorgBedrijf Nederland en Versatility Thuiszorg. Partijen geven tot slot aan dat zij in toenemende mate concurrentie ondervinden van enkele intramurale instellingen die ook huishoudelijke verzorging, alsmede persoonlijke verzorging en verpleging aanbieden in de zorgkantoorregio Groningen. Zij noemen in dit verband onder andere Zorggroep Fivelland (hierna: Fivelland) en Stichting Zorginstellingen De Hoven (hierna: De Hoven). 42. Uit gesprekken met marktpartijen in onderhavige zaak en uit gegevens van zorgkantoor Groningen is gebleken dat de overige concurrenten van partijen veelal kleine spelers zijn. Uitzondering vormt Zorggroep Meander, die qua omvang de tweede speler is in de zorgkantoorregio Groningen met marktaandelen van 15% tot 20%, zowel op het gebied van 25 De cijfers zijn aangeleverd door partijen en zijn afkomstig uit de database van Linkincare. De marktaandelen zijn gebaseerd op verrichte werkzaamheden in uren. 11 Openbare versie

12 persoonlijke verzorging en verpleging als op het gebied van huishoudelijke verzorging. Alle overige spelers hebben marktaandelen van minder dan 3%. 43. Uit de gegevens van het zorgkantoor blijkt derhalve dat partijen na de concentratie [ ] op het gebied van huishoudelijke verzorging, alsmede persoonlijke verzorging en verpleging (inclusief blokzorg) ruim drie keer zo groot worden als de nummer twee en ruim 20 keer zo groot worden als de overige spelers die actief zijn in deze zorgkantoorregio. 44. Een aantal kleinere (landelijke) thuiszorginstellingen heeft desgevraagd aangegeven te willen uitbreiden, maar ervaart dat dit in de praktijk heel moeizaam gaat. Juist in gebieden waar een grote speler actief is, zoals ook in de zorgkantoorregio Groningen, is het moeilijk om naamsbekendheid bij cliënten, verwijzers en het zorgkantoor op te bouwen. Vanwege het bestaan van deze belemmeringen hebben diverse marktpartijen aangegeven dat uitbreiding van activiteiten vaak niet plaatsvindt door autonome groei, maar met name door middel van overnames van en fusies met andere instellingen. 45. Uit het onderzoek onder marktpartijen volgt dat de intramurale instellingen in de zorgkantoorregio Groningen die eveneens extramurale zorg aanbieden, zoals Fivelland en de Hoven, slechts beperkte concurrentiedruk uitoefenen. De uitbreiding van de extramurale activiteiten van deze intramurale instellingen blijft vaak beperkt tot schillen rondom hun intramurale instelling. Als er al sprake is van verdere uitrol van activiteiten, dan gaat het steeds maar om een beperkt gebied. Dit is een bewuste keuze van deze instellingen. Het marktaandeel van deze spelers op het niveau van de zorgkantoorregio bedraagt in alle gevallen dan ook minder dan 1%. Uit gesprekken met deze spelers volgt dat het niet aannemelijk is dat de intramurale instellingen in Groningen binnen een termijn van enkele jaren hun extramurale activiteiten substantieel zullen uitbreiden. Concurrentiekracht Oosterlengte 46. Partijen hebben naar voren gebracht dat de concurrentiekracht van Oosterlengte op het gebied van huishoudelijke verzorging, alsmede persoonlijke verzorging en verpleging in de zorgkantoorregio Groningen beperkt is, omdat (i) Oosterlengte volgens partijen primair actief is als intramurale aanbieder, wier extramurale activiteiten sterk verbonden zijn met de intramurale activiteiten; en (ii) Oosterlengte, vanwege haar zorgelijke financiële positie niet in staat is om haar marktaandelen op het gebied van huishoudelijke verzorging, alsmede persoonlijke verzorging en verpleging in de toekomst uit te breiden of te consolideren. 47. Wanneer Oosterlengte echter wordt vergeleken met andere intramurale spelers met extramurale activiteiten binnen de zorgkantoorregio Groningen, dan valt op dat de omvang van de extramurale activiteiten van Oosterlengte vele malen groter is en dat deze activiteiten zich niet beperken tot de directe omgeving van hun verpleeg- en verzorgingshuizen. Oosterlengte is 12 Openbare versie

13 daarom eerder te kenschetsen als een aanbieder van zowel intra- als extramurale zorg, dan als intramurale speler met (secundaire) extramurale activiteiten. 48. De financiële positie van Oosterlengte kan van invloed zijn op haar huidige concurrentiekracht. Door een fusie met TZG wordt echter de huidige concurrentie die uitgaat van Oosterlengte volledig weggenomen, terwijl ook de potentiële concurrentiekracht voor de toekomst wordt weggenomen. Het kan immers niet zonder meer worden aangenomen dat de financiële positie van Oosterlengte, en daarmee haar concurrentiekracht, in de toekomst niet zou kunnen verbeteren. Bovendien is het aannemelijk dat TZG, als financieel krachtige partner, na de fusie wel in staat zal zijn de marktaandelen, die toe te schrijven zijn aan de activiteiten van Oosterlengte, te consolideren. Tussenconclusie 49. Gezien het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat als gevolg van de voorgenomen fusie een belangrijke bron van actuele concurrentie op het gebied van huishoudelijke verzorging en persoonlijke verzorging en verpleging wordt weggenomen, terwijl de actuele concurrentiekracht van zowel intramurale instellingen als thuiszorginstellingen op dit moment beperkt is. Toetredingsmogelijkheden en potentiële concurrentie 50. In een eerdere zaak is door de NMa uitgebreid onderzoek gedaan naar toetredingsdrempels in onder meer de zorgkantoorregio Groningen. 26 Uit dat onderzoek is gebleken dat de belemmeringen voor toetreding tot een andere zorgkantoorregio gelegen zijn in investeringen in een regionale organisatie, naamsbekendheid en contacten met doorverwijzende instanties. Daarnaast vormt het financieringssysteem van de AWBZ (zie ook punt 27) een belangrijke belemmering voor toetreding. Door markpartijen en zorgkantoren is tijdens het onderzoek in genoemde zaak voorts aangegeven dat een bepaalde grootte vereist is om betekenisvol te kunnen concurreren met grote gevestigde aanbieders. 51. Partijen stellen echter dat de toetredingsbelemmeringen niet van dien aard zijn dat alleen partijen met een substantiële omvang betekenisvol kunnen toetreden. Zij stellen dat ook kleinere spelers, bijvoorbeeld door samenwerking, of door onderaannemingsrelaties met commerciële thuiszorgaanbieders, kunnen toetreden. Partijen stellen dat er geen wezenlijke investeringsdrempels zijn, aangezien contacten met verwijzende instanties, tenminste voor de functies huishoudelijke verzorging en persoonlijke verzorging, niet van essentieel belang zijn. Tevens zou een speler zijn bestaande organisatie (inclusief systeem voor 24-uurs bereikbaarheid) 26 Zie het besluit in zaak 4295/Stichting Icare Sensire Thuiszorg Groningen, reeds aangehaald, punt 48 tot en met Openbare versie

14 kunnen inzetten voor activiteiten in een andere regio. Tot slot stellen partijen op basis van een voorbeeld dat zorgkantoren wel hun regiobudgetten ter beschikking stellen voor zorg aan cliënten buiten de regio. 52. Uit gesprekken met marktpartijen in onderhavige zaak zijn geen aanwijzingen naar voren gekomen dat toetreding tot de zorgkantoorregio Groningen makkelijker is geworden vergeleken met de situatie ten tijde van het besluit in zaak 4295/Stichting Icare Sensire Thuiszorg Groningen. Diverse marktpartijen hebben aangegeven dat met name de investeringen in naamsbekendheid en de relaties van bestaande gevestigde spelers met verwijzende instanties een belangrijke drempel vormen om toe te treden. Daarnaast wordt met name de financieringssystematiek veelvuldig genoemd als toetredingsdrempel tot een andere zorgkantoorregio. Zoals reeds aangegeven in punt 27 is dit ook in een recent onderzoek van het CTZ bevestigd. Eén marktpartij heeft wel aangegeven inmiddels bezig te zijn om werkmaatschappijen in circa 20 zorgkantoorregio s op te richten, om hiermee de onderhandeling met zorgkantoren te vergemakkelijken. 53. Op grond van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat er voor thuiszorgaanbieders aanzienlijke belemmeringen zijn om toe te treden tot een nieuwe zorgkantoorregio. Potentiële concurrentie van Icare 54. Partijen wijzen er op dat sprake is van potentiële concurrentie. Zij wijzen hierbij op de aanwezigheid van Icare in de aangrenzende zorgkantoorregio Drenthe, op het feit dat Icare reeds actief is in de gemeente Haren en op de samenwerking tussen het Universitair Medisch Centrum Groningen en Icare. Voorts heeft Icare volgens partijen gesprekken gevoerd met woningcorporaties in Zuid-Groningen om te komen tot een samenwerkingsverband op het gebied van wonen en zorg. Zij sluiten niet uit dat Icare daarnaast in gesprek is met andere partijen binnen de zorgkantoorregio Groningen. In het licht van het bovenstaande achten partijen de potentiële concurrentiedruk die uitgaat van Icare op de extramurale zorgmarkt in Groningen zeer groot. 55. In lijn met een voorgaand besluit 27 kan worden geconcludeerd dat de meest aannemelijke kandidaat voor toetreding tot een zorgkantoorregio een speler van grote omvang uit een aangrenzende regio is. In dat besluit is voorts aangegeven dat Icare, een zeer grote speler in de zorgkantoorregio Drenthe, en TZG de twee meest waarschijnlijke potentiële concurrenten zijn in het gebied Groningen, Drenthe en Friesland en dat er naast Icare buiten de zorgkantoorregio Groningen geen andere krachtige potentiële concurrenten aanwezig zijn. Uit gesprekken met 27 Zie het besluit in zaak 4295/Stichting Icare Sensire Thuiszorg Groningen, reeds aangehaald, punt Openbare versie

15 marktpartijen in het kader van onderhavige zaak is gebleken dat de potentiële concurrentiekracht van Icare reëel is. 56. Het is echter niet aannemelijk dat de concurrentiekracht die uitgaat van Icare als potentiële concurrent voldoende is om het verlies van actuele concurrentie voor TZG, die zich voordoet als gevolg van de fusie met Oosterlengte, teniet te doen. Zoals reeds aangegeven in punt 49 is de kracht van de resterende actuele concurrenten beperkt. Het is aannemelijk dat als gevolg van de fusie een situatie ontstaat waarin het tegenwicht tegen de marktmacht van partijen vrijwel uitsluitend bestaat uit potentiële concurrentie van één aanbieder, namelijk Icare. De Raad acht dit onvoldoende om de conclusie te rechtvaardigen dat er als gevolg van de voorgenomen fusie geen economische machtspositie zal kunnen ontstaan of worden versterkt. Potentiële concurrentie op gebied van huishoudelijke verzorging 57. Partijen zijn van mening dat op het gebied van huishoudelijke verzorging een grote potentiële concurrentiedruk uitgaat van schoonmaakbedrijven als gevolg van de ontwikkelingen rondom de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Bovendien hebben zij aangegeven dat enkele schoonmaakbedrijven nu reeds actief aan het worden zijn op dit gebied. In de zorgkantoorregio Groningen zou reeds een schoonmaakbedrijf actief zijn op het gebied van AWBZ-gefinancierde huishoudelijke verzorging. Verder wijzen partijen op het feit dat er reeds schoonmaakbedrijven zijn die een AWBZ-erkenning hebben aangevraagd. 58. Zoals reeds aangegeven in punt 15 zal de invoering van de WMO, die nog afhankelijk is van goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer, tot veranderende concurrentieverhoudingen in de huishoudelijke verzorging leiden. Een aantal thuiszorgaanbieders heeft desgevraagd aangegeven te verwachten dat schoonmaakbedrijven geïnteresseerd zullen zijn in toetreding tot de markt voor huishoudelijke verzorging na invoering van de WMO. Uit gesprekken met schoonmaakbedrijven blijkt dat zij belangstelling hebben om toe te treden tot deze markt na invoering van de WMO. Een deel van de bevraagde schoonmaakbedrijven heeft echter aangegeven deze markt bij voorkeur te willen betreden in samenwerking met een thuiszorginstelling. Als reden hiervoor gaven deze bedrijven aan dat de organisatie van schoonmaakbedrijven in het algemeen niet is ingericht op relaties met particuliere cliënten. De bevraagde schoonmaakbedrijven die nu reeds actief zijn op het gebied van huishoudelijke verzorging doen dit alle in samenwerking met een thuiszorginstelling. Enkele schoonmaakbedrijven hebben aangegeven niet uit te sluiten dat zij na invoering van de WMO de markt voor huishoudelijke verzorging zelfstandig zullen betreden. 59. Hoewel het duidelijk is dat bij invoering van de WMO de concurrentieverhoudingen zullen veranderen, is nog onduidelijk in hoeverre schoonmaakbedrijven als onafhankelijke concurrenten van thuiszorgaanbieders zullen willen optreden, en in hoeverre gemeenten bestaande marktverhoudingen willen doorkruisen. Gezien deze onzekerheid met betrekking tot 15 Openbare versie

16 de invoering van de WMO is de Raad van mening dat de mogelijke toekomstige toename van concurrentie door schoonmaakbedrijven onvoldoende zeker is om in deze zaak een belangrijk gewicht te worden toegekend. Tussenconclusie 60. Gelet op het voorgaande kan worden geconcludeerd dat als gevolg van de voorgenomen fusie hoge gezamenlijke marktaandelen ontstaan op het gebied van persoonlijke verzorging en verpleging en huishoudelijke verzorging in de zorgkantoorregio Groningen. Voorts geldt dat de concurrentiedruk van actuele en potentiële concurrenten beperkt is. b. Werkgebied Oosterlengte 61. In onderstaande tabel worden de (gezamenlijke) marktaandelen van partijen in 2004 weergegeven die betrekking hebben op het werkgebied van Oosterlengte. Werkgebied Oosterlengte Oosterlengte TZG/Sensire Gezamenlijk Huishoudelijke verzorging [90-100]% - Geen overlap Persoonlijke verzorging en verpleging [70-80]% [10-20]% [90-100]% 62. In het werkgebied van Oosterlengte verkrijgen partijen als gevolg van onderhavige voorgenomen concentratie een zeer hoog marktaandeel op de markt voor persoonlijke verzorging en verpleging. Op de markt voor huishoudelijke verzorging is geen sprake van overlap in dit gebied. Concurrentiedruk Actuele concurrentie 63. In het werkgebied van Oosterlengte zijn nauwelijks andere aanbieders op het gebied van persoonlijke verzorging en verpleging en huishoudelijke verzorging zorg actief. Partijen geven aan dat ook Zorggroep Meander en SamenZorg actief zouden zijn op de markt voor persoonlijke verzorging en verpleging in het werkgebied van Oosterlengte. SamenZorg heeft desgevraagd echter aangegeven niet actief te zijn in dit gebied. Meander heeft aangegeven slechts in een zeer beperkt deel van het werkgebied van Oosterlengte actief te zijn Het betreft de kern Oude Pekela in de gemeente Pekela. 16 Openbare versie

17 64. Geconcludeerd kan worden dat TZG/Sensire en Oosterlengte op het gebied van persoonlijke verzorging en verpleging in het werkgebied van Oosterlengte nauwelijks actuele concurrentie van derde partijen ondervinden. Toetreding en potentiële concurrentie 65. Partijen geven aan dat toetreding tot andere gemeenten binnen een zorgkantoorregio eenvoudiger zou zijn dan toetreding tot een andere zorgkantoorregio. Dit blijkt ook uit onderzoek door de NMa in eerdere zaken. 29 De aard en omvang van toetredingsbelemmeringen tot het werkgebied van een gevestigde zorgaanbieder kunnen echter per regio verschillen en dienen dus in elke zaak specifiek te worden onderzocht. 66. Enkele marktpartijen hebben aangegeven dat toetreding tot het werkgebied van Oosterlengte moeilijk is, vanwege het feit dat het een dunbevolkt gebied betreft. In een eerder besluit 30 is al genoemd dat het bedrijfseconomisch niet aantrekkelijk is om in relatief dunbevolkte gebieden een beperkt aantal verspreide adressen te hebben, aangezien hierdoor de kosten per cliënt hoog zijn in vergelijking met de kosten van reeds aanwezige grote spelers. Andere marktpartijen hebben aangegeven dat zij wel in staat zouden zijn hun werkgebied uit te breiden naar dat van Oosterlengte. 67. Marktpartijen geven aan dat de belangrijkste drempel om toe te treden tot het werkgebied van een gevestigde speler niet zozeer gelegen is in investeringen in infrastructuur. Met name voor spelers die actief zijn in regio s die direct grenzen aan het werkgebied van Oosterlengte, zoals Zorggroep Meander en SamenZorg, geldt dat zij hun bestaande infrastructuur zouden kunnen benutten om toe te treden. Zoals echter reeds opgemerkt in punt 50 en 52 vormen de naamsbekendheid en de contacten met verwijzende instanties wel een belangrijke toetredingsdrempel. Marktpartijen geven aan dat het, als gevolg van het bestaan van deze drempel, moeilijk is om in een relatief korte tijd een substantieel aantal cliënten te verkrijgen, waardoor toetreding op een betekenisvolle schaal wordt belemmerd. Dit geldt des te meer in die regio s waar een grote gevestigde speler actief is (zoals in het onderhavige gebied), die immers van oudsher al over de benodigde contacten beschikt en een grote naamsbekendheid onder cliënten geniet. 31 Marktpartijen geven dan ook aan dat toetreding, gezien de bovengenoemde belemmeringen, in de praktijk veelal plaats vindt door middel van fusies met of overname van bestaande spelers. 68. Partijen beschikken in het werkgebied van Oosterlengte van oudsher reeds over benodigde contacten en over een grote naamsbekendheid. Daar komt bij dat Oosterlengte, door 29 Zie met name het besluit in zaak 4295/Stichting Icare Sensire Thuiszorg Groningen, reeds aangehaald, Zie het besluit in zaak 4295/Stichting Icare Sensire Thuiszorg Groningen, reeds aangehaald, punt Zie ook het besluit in zaak 4295/Stichting Icare Sensire Thuiszorg Groningen, reeds aangehaald, punt Openbare versie

18 haar activiteiten op het gebied van verpleeghuiszorg, ook toegang heeft tot cliënten die huishoudelijke verzorging, dan wel persoonlijke verzorging of verpleging nodig hebben na een tijdelijk verblijf in een verpleeghuis. Gelet op het voorgaande kan niet worden aangenomen dat de genoemde potentiële concurrenten voldoende druk uitoefenen om partijen in het werkgebied van Oosterlengte te disciplineren. 69. Op het gebied van huishoudelijke verzorging geldt dat geen sprake is van overlap tussen de activiteiten van partijen. Het is echter aannemelijk dat TZG vrij makkelijk en op korte termijn deze functie zou kunnen gaan aanbieden in dit gebied, aangezien TZG al actief is in dit gebied met de functie verpleging en net buiten het gebied al actief is op huishoudelijke verzorging. Aangenomen kan worden dat TZG als potentiële concurrent druk uitoefent op Oosterlengte, en dat deze concurrentiedruk gezien de aanwezigheid van TZG in het werkgebied van Oosterlengte alsmede gezien de omvang van TZG, krachtiger is dan die van Zorggroep Meander en SamenZorg. Tussenconclusie 70. Gelet op het voorgaande kan worden geconcludeerd dat als gevolg van de voorgenomen fusie een hoog gezamenlijk marktaandeel ontstaat op het gebied van persoonlijke verzorging en verpleging in het werkgebied van Oosterlengte en dat er op het gebied van huishoudelijke verzorging een belangrijke bron van potentiële concurrentie van Oosterlengte wegvalt. Voorts geldt dat de concurrentiedruk van actuele en potentiële concurrenten beperkt is. c. Potentieel werkgebied Oosterlengte zoals beschouwd door partijen 71. Partijen betogen dat werkgebieden eenvoudig kunnen worden uitgebreid, aangezien de omvang van de verzorgingsgebieden wordt bepaald door de bereidheid van zorginstellingen om hun medewerkers te laten reizen naar klanten buiten het bestaande verzorgingsgebied. Naar schatting van partijen reizen hun werknemers gemiddeld ongeveer [ ] kilometer om zorgbehoevenden van zorg te voorzien. Uitgaande van een reisbereidheid van werknemers van [ ] kilometer stellen partijen dat het potentiële werkgebied van Oosterlengte alle gemeenten omvat die binnen een straal van [ ] kilometer van dit werkgebied liggen 32. In de volgende tabel zijn de (gezamenlijke) marktaandelen van partijen in 2004 in dit gebied weergegeven. Potentieel werkgebied Oosterlengte Oosterlengte TZG/Sensire Gezamenlijk Huishoudelijke verzorging [20-30]% [30-40]% [60-70]% Persoonlijke verzorging en verpleging [20-30]% [30-40]% [50-60]% 32 Het potentiële werkgebied omvat volgens partijen de gemeenten Reiderland, Scheemda, Winschoten, Bellingwedde, Pekela, Vlagtwedde, Stadskanaal, Veendam, Menterwolde, Hoogezand-Sappemeer, Slochteren, Delfzijl en Appingedam. 18 Openbare versie

19 72. Uitgaande van het potentiële werkgebied van Oosterlengte blijven de gezamenlijke marktaandelen op het gebied van huishoudelijke verzorging en persoonlijke verzorging en verpleging hoog. Hoewel, uitgaande van deze markt, het gewicht van SamenZorg en Zorggroep Meander relatief zwaarder wordt, verschilt de conclusie ten aanzien van actuele en potentiële concurrentie niet wezenlijk van de situatie waarin is uitgegaan van een geografische markt die de zorgkantoorregio Groningen omvat. 73. Tot slot hebben partijen gewezen op de regio-indeling die het Zorgkantoor Groningen hanteert bij de inkoop van zorg. Hierin wordt een gebied onderscheiden bestaande uit het werkgebied van Oosterlengte 33 en Zorggroep Meander 34. Volgens partijen is het zorgaanbod binnen deze regio volledig substitueerbaar. Het zorgkantoor heeft echter desgevraagd aangegeven dat de regio-indeling die zij hanteert volledig is ingegeven door beheersoverwegingen. Er is geen enkele aanwijzing dat deze indeling een uit mededingingsrechtelijk oogpunt geografisch relevante markt vertegenwoordigt. Tussenconclusie 74. Gelet op het voorgaande kan worden geconcludeerd dat als gevolg van de voorgenomen fusie hoge gezamenlijke marktaandelen ontstaan op het gebied van persoonlijke verzorging en verpleging en huishoudelijke verzorging in het potentiële werkgebied van Oosterlengte. Voorts geldt dat de concurrentiedruk van actuele en potentiële concurrenten beperkt is. Mogelijke relativerende factoren 75. Op 30 juni 2005 heeft de NMa een brief van het zorgkantoor Groningen ontvangen, naar aanleiding van eerdere contacten van de NMa met het zorgkantoor. In deze brief geeft het zorgkantoor haar visie op de gevolgen van de voorgenomen fusie en op haar rol als inkoper van zorg. Inhakend op de brief van het zorgkantoor hebben partijen op 6 juli 2005 een memorandum overgelegd waarin zij naar voren brengen dat het zorgkantoor over compenserende afnemersmacht beschikt. Daarnaast hebben zij naar voren gebracht dat als gevolg van de fusie efficiëntieverbeteringen zullen worden behaald. Op de rol van het zorgkantoor en de te behalen efficiëntievoordelen zal hieronder nader worden ingegaan. (i) Compenserende afnemersmacht zorgkantoor 76. In de brief van 30 juni 2005 heeft het zorgkantoor aangegeven te verwachten dat er na de fusie voldoende keuzemogelijkheden zijn voor de zorgvragers. Met name Zorggroep Meander en SamenZorg worden in dit verband genoemd. Tevens geeft het zorgkantoor aan dat er voldoende 33 Bestaande uit de gemeenten Winschoten, Scheemda, Pekela, Bellingwedde en Reiderland. 34 Bestaande uit de gemeenten Menterwolde, Veendam, Pekela, Stadskanaal en Vlagtwedde. 19 Openbare versie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5518/ 16 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5440/8 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4267 / 39 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6247 / 42 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5129 / 20 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3244 / 25 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 6255 / 20 Betreft zaak: 6255/De

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5705 / 10 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6774 / 105. Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet. Nummer 4120/23 Betreft zaak:

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5924/15 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6155 / 17 Betreft

Nadere informatie

Openbare zienswijze. Voorgenomen concentratie Stichting Amstelring, Stichting Osiragroep en stichting SHDH

Openbare zienswijze. Voorgenomen concentratie Stichting Amstelring, Stichting Osiragroep en stichting SHDH Voorgenomen concentratie Stichting Amstelring, Stichting Osiragroep en stichting SHDH Inhoud 1. Inleiding 4 2. Conclusie 5 3. Algemene ontwikkelingen in de markt 6 4. Gevolgen voor de marktstructuur 4.1

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 5178/14 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 7534 / 24 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4220/14 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 4177 / 16 Betreft zaak: 4177/

Nadere informatie

Openbare zienswijze. Concentratie. Stichting Lentis Prof. dr. G. Heymansstichting

Openbare zienswijze. Concentratie. Stichting Lentis Prof. dr. G. Heymansstichting Openbare zienswijze Concentratie Stichting Lentis Prof. dr. G. Heymansstichting Inhoud 1. Inleiding 4 2. Conclusie 5 3. Algemene ontwikkelingen in de markt 6 4. Gevolgen voor de marktstructuur 4.1 Afbakening

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6334/17 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6786 / 68 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6140 / 17 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3827/7 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5990/7 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5171/14 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5133/11 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5903/ 14 Betreft

Nadere informatie

Openbare zienswijze. Zorggroep Noordwest Veluwe - Het Baken

Openbare zienswijze. Zorggroep Noordwest Veluwe - Het Baken Zorggroep Noordwest Veluwe - Het Baken Inhoud Inleiding 4 Conclusie 5 1. Marktstructuur 6 1.1 Afbakening van de relevante markt 6 1.1.1 Relevante productmarkt 1.1.2 Relevante geografische markt 6 7 1.2

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6850 / 28. Betreft

Nadere informatie

Openbare zienswijze. Concentratie. Stichting Woonzorgconcern IJsselheem - Isala Ouderenzorg

Openbare zienswijze. Concentratie. Stichting Woonzorgconcern IJsselheem - Isala Ouderenzorg Openbare zienswijze Concentratie Stichting Woonzorgconcern IJsselheem - Isala Ouderenzorg Inhoud 1. Inleiding 4 2. Conclusie 5 3. Algemene ontwikkelingen in de markt 6 4. Gevolgen voor de marktstructuur

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4212/56 Betreft

Nadere informatie

Stichting Pleyade - Stichting Catharina

Stichting Pleyade - Stichting Catharina Openbare zienswijze Stichting Pleyade - Stichting Catharina Versie 1, 7 april 2009 A/102/bijl Openbare zienswijze Inhoud Inleiding 5 Conclusie 7 1. Algemene ontwikkelingen in de markt 9 1.1 Invoering

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5777/10 Betreft:

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5574/ 64 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5082 / 47 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Zaaknummer 2097/Amicon - Geov RZG I. MELDING 1. Op 13 september

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 4666 / 4 Betreft zaak: 4666

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 5617 / 11.BT265

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1902/ Woonzorg Nederland - LKBB I. MELDING

Nadere informatie

Openbare zienswijze. Concentratie Stichting voor Regionale Zorgverlening (SVRZ) en Stichting Allévo

Openbare zienswijze. Concentratie Stichting voor Regionale Zorgverlening (SVRZ) en Stichting Allévo Openbare zienswijze Concentratie Stichting voor Regionale Zorgverlening (SVRZ) en Stichting Openbare zienswijze zaak 5882 stichting voor Regionale Zorgverlening (SVRZ) Stichting Inhoud 1. Inleiding 4 2.

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 3683 / 13 Betreft zaak: Com-Wonen

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet. Nummer 3549 / 15 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6271 / 32 Betreft

Nadere informatie

Openbare zienswijze. Gewijzigde concentratie zaak Evean- Philadelphia-Woonzorg Nederland

Openbare zienswijze. Gewijzigde concentratie zaak Evean- Philadelphia-Woonzorg Nederland Openbare zienswijze Gewijzigde concentratie zaak Evean- Philadelphia-Woonzorg Nederland Inhoud 1. Inleiding 3 2. Conclusie 4 3. Gewijzigd voornemen tot concentratie 5 4. Mogelijke gevolgen voor de publieke

Nadere informatie

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 3108/ 14 Betreft zaak: 3108/Gilde - RTD I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6382 / 25 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 7068 / 86 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 6976 / 123 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5691 / 11 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 5603 / 23 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5684 / 4 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5206/104 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1872/Dura Vermeer - Proverko I. MELDING 1.

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. ZaakNummer 1678/BDO CampsObers-Walgemoed I. MELDING 1. Op 3 december

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4072 / 11 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3833 / 15 Betreft

Nadere informatie

Openbare zienswijze. Concentratie De Kwadrantgroep en Stichting Palet

Openbare zienswijze. Concentratie De Kwadrantgroep en Stichting Palet Openbare zienswijze Concentratie De Kwadrantgroep en Stichting Palet Openbare zienswijze Zienswijze concentratie De Kwadrantgroep - Stichting Palet Inhoud 1. Inleiding 4 2. Conclusie 5 3. Afbakening van

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5979/13 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4295 / 37 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5688 / 13 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 3392/15 Betreft zaak: 3392/

Nadere informatie

Openbare zienswijze. Concentratie Stichting Amerpoort Stichting Sherpa

Openbare zienswijze. Concentratie Stichting Amerpoort Stichting Sherpa Openbare zienswijze Concentratie Stichting Amerpoort Stichting Sherpa Inhoud 1. Inleiding 3 2. Conclusie 4 3. Algemene ontwikkelingen in de markt 5 4. Gevolgen voor de marktstructuur 4.1 Afbakening van

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4660/9 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3747 / 18 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 2877/17 Betreft zaak: Sint

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1139/CSS-CCN I. MELDING 1. Op 10 november 1998

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5727/7.BT928 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5162/9 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1159: Brouwer - Neroc I. MELDING 1. Op 10 december

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4198 / 32 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5470/20 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1848/ABN AMRO Bouwfonds - Proverko I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4161 / 30 Betreft

Nadere informatie

ACM/TFZ/2016/404574_OV Stichting AriënsZorgpalet - Stichting Bruggerbosch

ACM/TFZ/2016/404574_OV Stichting AriënsZorgpalet - Stichting Bruggerbosch Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/TFZ/2016/404574_OV 16.0552.22 Stichting AriënsZorgpalet - Stichting Bruggerbosch Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0425-9805.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0425-9805.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 425 / Internatio-Müller - Roderland

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BARE VERSIE BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 955/Rofisco - Merkx - Roelofsen -

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 7375 / 24 Betreft zaak: 7375

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 1541/11 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5768/6 Betreft

Nadere informatie

Openbare zienswijze. Concentratie Vivre en stichting Groenekruis Domicura

Openbare zienswijze. Concentratie Vivre en stichting Groenekruis Domicura Openbare zienswijze Concentratie Vivre en stichting Groenekruis Domicura Inhoud 1. Inleiding 4 2. Conclusie 5 3. Afbakening van de relevante markt 6 3.1 Relevante productmarkt 3.2 Relevante geografische

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1932/ Heijmans Van Hees I. MELDING 1. Op 22

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4143/14 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2280/Thomson - Harcourt General Inc. I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6169 / 418 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 7018 / 114 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3885 / 20 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1677/CRH-Monoliet I. MELDING 1. Op 3 december

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5649/ 7 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2626/Yamaha Motor Europe - Motori Minarelli

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4251 / 10 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6320 / 115 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5716/24 en 5735/25

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2189/ Aalberts - Hartman I. MELDING 1. Op 7

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Zaaknummer 2281/ISS Europe - Randstad Holding I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3903/21 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1069-9810.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1069-9810.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1069/Low & Bonar-Waddington

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3237/10 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Zaaknummer 1790/ ENCI - Beamix Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. I. MELDING 1. Op 11 februari

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2218/ Hofka + Sampermans - Stoof I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 6027/12 Betreft zaak: 6027/Bage

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 1035/Pon Holdings - Century Auto Groep Nummer:

Nadere informatie