Digital Photo Professional Versie 3.12 Instructiehandleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Digital Photo Professional Versie 3.12 Instructiehandleiding"

Transcriptie

1 NEDERLANDS Software voor het, weergeven en van RAW- Digital Photo Professional Versie. Instructiehandleiding Inhoud van deze instructiehandleiding DPP staat voor Digital Photo Professional. geeft de selectieprocedure in het menu aan. Bijvoorbeeld: menu [Digital Photo Professional] [Quit Digital Photo Professional/Digital Photo Professional afsluiten]. Verwijzingen naar menu's, knoppen of vensters die op het computerscherm worden weergegeven, staan tussen vierkante haken. Verwijzingen naar toetsen op het toetsenbord worden weergegeven tussen punthaken < >. ** verwijst naar een paginanummer. Klik hierop om naar de desbetreffende pagina te gaan. : handige informatie voor het oplossen van problemen. : tips voor geavanceerd gebruik van de software. : informatie die voor gebruik moet worden gelezen. : aanvullende informatie die voor u van nut kan zijn. Door de handleiding bladeren Klik op de pijlen rechtsonder in het scherm. : volgende pagina : vorige pagina : terug naar de laatst weergegeven pagina Klik op de hoofdstuktitels rechts op het scherm om naar de pagina met de inhoudsopgave van dat hoofdstuk te gaan. U kunt ook op het gewenste onderwerp in de inhoudsopgave klikken om naar de desbetreffende pagina te gaan. Help en sneltoetsen Raadpleeg Help in het menu [Help] voor meer informatie over het gebruik van DPP. Raadpleeg de 'Shortcut Key List' (Lijst met sneltoetsen) in de Help voor een overzicht van sneltoetsen waarmee u snel kunt uitvoeren. CANON INC. 0 CEL-ST6KA80

2 Digital Photo Professional (hierna 'DPP' genoemd) is hoogwaardige software voor het, weergeven en van RAW voor EOS-camera's. Vaak wordt gedacht dat het van RAW- lastig is in vergelijking met het van normale JPEG-, maar met DPP kunt u RAW- in een handomdraai op een geavanceerde manier. Informatie over RAW- Wat is een RAW-opname? Een RAW-opname bestaat uit opnamegegevens met uitvoergegevens die met een beeldverwerkingssensor zijn vastgelegd. Omdat de niet op het moment van opname in de camera worden verwerkt en de opname wordt vastgelegd in de speciale vorm van 'RAW-opnamegegevens + gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen op het moment van opname', is speciale software nodig om de opname weer te geven of te. * 'RAW' betekent 'in natuurlijke vorm' of 'niet verwerkt of verfijnd'. Wat is RAW-ontwikkeling? Vergeleken met film is een RAW-opname een opname die nog niet is ontwikkeld (latente opname). Bij film is het beeld voor het eerst zichtbaar wanneer de film wordt ontwikkeld. Voor RAW- geldt ook dat de opname pas als een beeld op uw computer kan worden weergegeven als de beeldsignalen zijn verwerkt. Daarom wordt dit proces, zelfs al is het digitaal, 'ontwikkeling' genoemd. Wanneer is RAW-ontwikkeling gereed? DPP voert deze 'ontwikkeling' automatisch uit wanneer RAW-bestanden worden weergegeven in DPP. Het resultaat is dat de RAW-bestanden die worden weergegeven in DPP de beelden zijn die zijn ontwikkeld. Met DPP kunt u RAW- weergeven, zonder diepgaand begrip van het ontwikkelingsproces. Wat zijn de voordelen van een RAW-opname? RAW- worden vastgelegd in de indeling 'RAWopnamegegevens + gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen op het moment van opname'. Wanneer u een RAW-bestand in DPP opent, wordt deze automatisch ontwikkeld en kunt u de opname weergeven als een opname waarop de beeldverwerkingsinstellingen op het moment van opname zijn toegepast. Zelfs als u verschillende aanpassingen voor de geopende opname uitvoert (de opname wordt bij elke bewerking automatisch bijgewerkt), worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen (ontwikkelingsinstellingen) aangepast en blijven de 'oorspronkelijke opnamegegevens' ongewijzigd. Hierdoor verliest de opname geen kwaliteit en zijn dit ideale opnamegegevens voor gebruikers die hun op een creatieve manier willen. In DPP wordt de term 'recept' gebruikt voor de 'gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen' die kunnen worden aangepast. RAW-opnamegegevens Gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen

3 Belangrijke functies van DPP Hieronder staan de belangrijkste taken die u kunt uitvoeren voor die u naar uw computer hebt gedownload. RAW- weergeven en ordenen Een RAW-opname in realtime aanpassen Verschillende elementen van een opname aanpassen terwijl de oorspronkelijke opname ongewijzigd blijft Onbeperkt beeldstijlen toepassen* De oorspronkelijke en de aangepaste versie van uw opname in hetzelfde venster weergeven Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen Het formaat van een opname wijzigen Lensaberratie corrigeren Automatisch/handmatig stof wissen Een RAW-opname converteren naar een JPEG- of TIFF-opname en deze opslaan RAW- in batches De opname overbrengen naar beeldbewerkingssoftware Een RAW-opname afdrukken JPEG- en TIFF- weergeven en ordenen JPEG- en TIFF- in realtime aanpassen Verschillende elementen van een opname aanpassen terwijl de oorspronkelijke opname ongewijzigd blijft JPEG- en TIFF-opnam Compatibel met kleurbeheersystemen CMYK-simulatie gebruiken voor commercieel drukwerk * Picture Style is in deze handleiding vertaald als Beeldstijl. Systeemvereisten Besturingssysteem Mac OS X 0.6 tot 0.7 Computer Macintosh met een van de bovenstaande besturingssystemen geïnstalleerd Processor* Intel-processor RAM-geheugen Minimaal GB Beeldscherm Resolutie: of meer Kleuren: duizenden of meer * Core Duo of hoger wordt aanbevolen Dit softwareprogramma is niet compatibel met UFS (UNIX File System) geformatteerde schijven. Raadpleeg de website van Canon voor informatie over de nieuwste systeemvereisten, ook voor ondersteunde versies van besturingssystemen. Ondersteunde Deze software ondersteunt de volgende opnametypen. RAW- Opnametype RAW-* gemaakt met EOS - camera's, met uitzondering van de EOS DCS en EOS DCS RAW-* gemaakt met PowerShot-camera's Extensie.CR.TIF.CRW Met Exif.,. of. compatibele JPEG-.JPG,.JPEG JPEG- TIFF- Met Exif compatibele TIFF-.TIF,.TIFF * Compatibel met RAW- die met de EOS D6000 of EOS D000 zijn gemaakt en met behulp van de CR Converter zijn geconverteerd naar RAW- met de extensie ".CR". Ga naar de Canon-website voor meer informatie over CR Converter. * Alleen cameramodellen waarbij Digital Photo Professional wordt vermeld onder 'Gegevenstype' in het gedeelte 'Specificaties', achter in de gebruikershandleiding van de camera. Gebruik de speciale toepassing CameraWindow om van een PowerShot-camera naar een computer te downloaden. Raadpleeg de startershandleiding voor meer informatie. Lensaberratiecorrectie kan alleen bij bepaalde camera's en objectieven worden gebruikt. Het automatisch wissen van stof en andere specifieke EOS-functies kunnen niet worden gebruikt.

4 Opnamen downloaden naar de computer Opnamen downloaden door de camera op de computer aan te sluiten pag. 7 Opnamen downloaden met een kaartlezer pag. 9 RAW- weergeven en controleren Delen van een opname snel vergroten pag. Opnamen sorteren (selectietekens, classificatie) pag. 8 en pag. 9 Een opname die gelijktijdig als RAW- en JPEGopname is opgeslagen, als één opname weergeven pag. De in de lijst met miniatuurweergaven met een hoge resolutie weergeven pag. Opname-informatie controleren (bijvoorbeeld de opnamedatum) RAW- (aanpassen) Helderheid/donkere tinten aanpassen Automatische aanpassing gebruiken De beeldstijl wijzigen pag. 0 en pag. pag. en pag. 6 pag. pag. 6 De kleurovergang en het kleurcontrast verscherpen (contrast) pag. 9 Huidskleurtinten verbeteren (kleurtoon) pag. 9 De kleuren van een opname levendiger maken (verzadiging) pag. 9 Een opname verscherpen (scherpte) pag. Een opname aanpassen voor een natuurlijkere kleurtoon (witbalans) pag. 7 Een opname veranderen in een zwart-witopname of een opname in sepiatinten (monochroom) pag. 0 Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen pag. 8 Een beeldverhouding opgeven die geschikt is voor het papierformaat waarop een opname wordt afgedrukt pag. 8 Stof uit een opname verwijderen pag. 7 en pag. 7 Ongewenste delen van een opname wissen pag. 77 RAW- automatisch corrigeren met Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) pag. 6 De helderheid van schaduwen/lichte delen aanpassen pag. 7 Ruis in een opname reduceren pag. 6 Lensaberratie corrigeren pag. 6 Digitale lensoptimalisatie gebruiken pag. 69 Een beeldstijlbestand gebruiken pag. 9 Opnamen efficiënt pag. Een opname en tegelijkertijd de bewerkte opname met het origineel vergelijken pag. Meerdere synchroniseren pag. Een gebied buiten het ingestelde gebied weergeven als waarschuwing (waarschuwing voor belichting/schaduw) pag. De instellingen van een aangepaste opname herstellen naar de instellingen op het moment van opname pag. Opnamen samenvoegen pag. 78 HDR- (High Dynamic Range) maken pag. 8 Afdrukken Goed afdrukken met een Canon-printer Onderwerpen met een getrouwe kleurreproductie afdrukken pag., pag. 88 en pag. 90 pag., pag. 88 en pag. 90 Afdrukken met de opname-informatie pag. 86 Een lijst met opnameminiatur pag. 87 De kleuren op het scherm en de kleuren op de afdrukken op elkaar afstemmen pag. 9 Opnamen converteren Een RAW-opname converteren naar een JPEG-opname pag. en pag. 0 Bewerken in Photoshop pag. 78 en pag. 0 Batchverwerkingen uitvoeren pag. 0 Een JPEG-opname (aanpassen) pag. 0

5 In dit gedeelte komen de basis aan de orde: van het naar de computer downloaden van die met een camera zijn gemaakt tot het controleren,, opslaan van een gedownloade RAW-opname. DPP starten... 6 Het hoofdvenster... 6 Opnamen downloaden naar uw computer... 7 Opnamen downloaden met een kaartlezer... 9 Een opname weergeven... 0 Opnamen als miniaturen weergeven in het hoofdvenster... 0 Het formaat van opnameminiaturen wijzigen... 0 Een opname vergroten en weergeven in het bewerkingsvenster... Een bepaald gebied vergroten en weergeven... Een opname aanpassen... Het toolpalet... Recepten... Een opname opslaan... Opslaan... Een opname afdrukken... Afdrukken... DPP afsluiten...

6 DPP starten Klik op het pictogram in het Dock. DPP wordt gestart en het hoofdvenster (venster [Folder/Map]) wordt weergegeven. Hoofdvenster (Venster [Folder/Map]) Klik hierop Het hoofdvenster U kunt de tabbladen in het hoofdvenster gebruiken om het venster [Folder/Map] of [Collection/Collectie] te selecteren. In het venster [Folder/Map] worden de weergegeven die zich in mappen op de computer bevinden. In het venster [Collection/Collectie] (pag. 6) worden weergegeven die de gebruiker willekeurig in verschillende mappen heeft geselecteerd en samengevoegd. Tenzij anders vermeld, wordt het venster [Folder/Map] vanaf nu aangeduid als het hoofdvenster. Venster [Folder/Map] Venster [Collection/Collectie] 6

7 Opnamen downloaden naar uw computer Sluit de camera met de meegeleverde kabel aan op de computer en download de die op de geheugenkaart in de camera zijn opgeslagen. Start vanuit DPP de camerasoftware 'EOS Utility' en download de met deze software. Selecteer de opslaglocatie voor de. Selecteer de opslaglocatie voor de in de mappenstructuur links in het hoofdvenster. Raadpleeg pag. 0 voor het maken van mappen. Start EOS Utility. Selecteer het menu [Tools/Extra] [Start EOS Utility/EOS Utility starten]. EOS Utility wordt gestart. EOS Utility (bepaalde weergegeven items veranderen wanneer er een EOS M-camera wordt aangesloten.) 7

8 Sluit uw camera aan op uw computer en schakel de camera in. Sluit de camera met de meegeleverde interfacekabel aan op de computer en schakel de camera in. Raadpleeg de 'EOS Utility Instructiehandleiding' (elektronische handleiding in PDF-indeling) voor meer informatie over het aansluiten van de camera op de computer. Download. Klik hierop Voordelen van het gebruik van EOS Utility voor het downloaden van Als u downloadt met EOS Utility, kunt u de gemakkelijker ordenen omdat deze op datum in mappen worden gedownload, gesorteerd en opgeslagen. U kunt EOS Utility niet starten vanuit het venster [Collection/Collectie] (pag. 6 en pag. 6). Wanneer EOS Utility is gestart vanuit DPP, kunt u de volgende functies niet gebruiken. Controlevenster (pag. 6) Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen (pag. 8 en pag. ) Digitale lensoptimalisatie (pag. 69) Opnamen samenvoegen (pag. 78) HDR- ( met een hoog dynamisch bereik) maken (pag. 8) Stof wissen (kopieerstempelfunctie) (pag. 7 t/m pag. 77 en pag. 6 t/m pag. 0) Bestandsnamen batchgewijs wijzigen (naamwijzigingsfunctie) (pag. 0) Afdrukken met opname-informatie (pag. 86) Een lijst met miniatur (afdrukken op één vel) (pag. 87) Afdrukken met Easy-PhotoPrint EX of Easy-PhotoPrint (afdrukken met plug-in) (pag. en pag. 6) Opnamen overbrengen naar Photoshop (pag. 78) Opnamen in een batch opslaan (batchverwerking) (pag. 0) Het downloaden van wordt gestart. De gedownloade worden opgeslagen in de map die in stap is geselecteerd en worden weergegeven in het hoofdvenster van DPP. De gedownloade worden op datum in mappen gesorteerd en opgeslagen. 8

9 Opnamen downloaden met een kaartlezer U kunt ook met een kaartlezer van een ander merk naar de computer downloaden. Plaats de geheugenkaart in de kaartlezer. Geef de die naar uw computer zijn gedownload weer. Open de map [DCIM] die u naar het bureaublad hebt gekopieerd en selecteer de map waarin de zijn opgeslagen. Dubbelklik in de mappenstructuur op het pictogram voor een verwisselbare schijf en verplaats de map [DCIM] naar een geschikte locatie, bijvoorbeeld het [Desktop/Bureaublad]. Opnamen in de map worden weergegeven in het hoofdvenster van DPP. De map [DCIM] wordt naar uw computer gedownload. Alle worden opgeslagen in submappen van de map [DCIM]. Opnamen controleren voordat u ze downloadt Als u de geheugenkaartmap rechtstreeks in DPP selecteert, worden de in de map in DPP weergegeven zodat u deze kunt controleren. Wanneer de geheugenkaart een groot aantal bevat, kan het even duren voordat de naar uw computer zijn gekopieerd. Raadpleeg 'Mapstructuur en bestandsnamen op de geheugenkaart' in de 'EOS Utility Instructiehandleiding' (elektronische handleiding in PDF-indeling) voor meer informatie over de [DCIM]-mappenstructuur en de bestandsnamen van. 9

10 Een opname weergeven Opnamen die naar uw computer zijn gedownload, worden in het hoofdvenster als een lijst met miniaturen weergegeven. Als u dubbelklikt op een opname, wordt het bewerkingsvenster geopend. Hierin wordt de opname vergroot weergegeven. Opnamen als miniaturen weergeven in het hoofdvenster Hoofdvenster Geselecteerde opname roteren Klik op de opname om deze te selecteren Miniaturen weergeven van alle in de map die in de mappenstructuur links in het venster is geselecteerd Opnamen met het pictogram [ ] zijn videobestanden en kunnen niet in DPP worden weergegeven. Gebruik hiervoor ImageBrowser EX, dat compatibel is met EOS-videobestanden. Indien het bericht [Insufficient memory./onvoldoende geheugen.] wordt weergegeven, staan er te veel bestanden in één map. Verlaag het aantal bestanden in één map door de bestanden bijvoorbeeld te verdelen over een aantal verschillende mappen. Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan een opname die is gemaakt met de EOS-D X, EOS-D Mark IV, EOS-Ds Mark III, EOS-D Mark III, EOS D Mark III, EOS 6D, EOS 7D, EOS 60D, EOS 60D, EOS 600D of EOS M, wordt de opname weergegeven als een bijgesneden opname (pag. 8, pag. ). Raadpleeg pag. 6 voor een overzicht van de functies van het hoofdvenster. Het formaat van opnameminiaturen wijzigen U kunt het formaat van de opnameminiaturen die in het hoofdvenster worden weergegeven wijzigen en de miniaturen met de bijbehorende opname-informatie weergeven. Selecteer het menu [View/Beeld] gewenste item. Het geselecteerde item wordt weergegeven. 0

11 Een opname vergroten en weergeven in het bewerkingsvenster Dubbelklik hierop Een bepaald gebied vergroten en weergeven Dubbelklik op het gebied dat u wilt vergroten. Het bewerkingsvenster wordt weergegeven. Bewerkingsvenster Toolpalet Dubbelklik hierop Het desbetreffende gebied wordt vergroot tot 00% (ware pixelgrootte). Na enkele ogenblikken wordt de weergave duidelijker. Dubbelklik nogmaals op het gebied om terug te keren naar de volledige schermweergave. U kunt de weergavepositie wijzigen door over de opname te slepen of door de vergrotingsweergavepositie in het toolpalet te slepen. Weergavepositie voor vergroting in het toolpalet Het kan enige tijd duren voordat de opname opnieuw is getekend. Klik op [ ] linksboven in het bewerkingsvenster om het bewerkingsvenster te sluiten. Door het menu [View/Beeld] [AF Point/AF-punt] te selecteren in het bewerkingsvenster, kunt u de AF-punten weergeven die in de camera zijn geselecteerd bij het maken van de. AF-punten worden echter niet weergegeven voor waarvan het formaat is gewijzigd en die daarna zijn geconverteerd en opgeslagen (pag. en pag. 6), voor afbeeldingen waarvoor u een effect hebt geselecteerd anders dan [Shot settings/opname-instellingen] om de vervorming/ aberratie van een fisheye-objectief te corrigeren, noch voor afbeeldingen waarvoor tijdens de ontwikkeling van de RAW-bestanden in de camera specifieke instellingen voor correctie van vervorming en chromatische aberratie zijn ingesteld. Raadpleeg pag. 9 voor een overzicht van de functies van het bewerkingsvenster. Wijzig de vergrotingsweergavepositie door te slepen Een opname weergeven met een andere vergroting dan 00% Selecteer het menu [View/Beeld] [00% view/00%-weergave] of [0% view/0%-weergave]. Dubbelklik als u de vergroting wilt wijzigen (pag. 9).

12 Een opname aanpassen U kunt verschillende elementen van een opname, zoals de helderheid of de beeldstijl, aanpassen met het toolpalet in het bewerkingsvenster. U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname gemakkelijk herstellen met de knop [ ], zelfs als u een verkeerde aanpassing hebt gedaan. Probeer de verschillende aanpassingen uit. Ter illustratie wordt hieronder de procedure voor het aanpassen van de helderheid van een opname beschreven. Toolpalet Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname Sleep de schuifregelaar naar links of rechts Het toolpalet Afhankelijk van de die u wilt uitvoeren, kunt u aanpassen met de tabbladen [RAW], [RGB], [NR/ALO/Ruisreductie/ ALO] en [LENS] van het toolpalet. Bij aanpassingen met het toolpalet (de opname wordt bij elke bewerking automatisch bijgewerkt) worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen gewijzigd en blijven de 'oorspronkelijke opnamegegevens' ongewijzigd. Hierdoor treedt bij het geen kwaliteitsverlies op en kunt u uw keer op keer aanpassen. Zie hoofdstuk en verder voor meer informatie over de verschillende die u met het toolpalet kunt uitvoeren. Recepten In DPP worden alle aanpassingen (gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen) die met het toolpalet zijn uitgevoerd in de vorm van een 'recept' bij een opname opgeslagen (pag. 98) De helderheid van de opname wordt in realtime gewijzigd op basis van de mate van aanpassing. Het toolpalet wordt niet weergegeven Selecteer het menu [View/Beeld] [Tool palette/toolpalet]. Raadpleeg pag. 0 voor een overzicht van de functies van het toolpalet.

13 Een opname opslaan Als u de opname zoals hier beschreven opslaat, kunt u alle aanpassingen die met het toolpalet zijn uitgevoerd (recept) opslaan bij de RAW-opname. Selecteer het menu [File/Bestand] [Save/Opslaan]. De aanpassingsgegevens (recept) worden opgeslagen bij de opname. Opslaan Met DPP kunt u desgewenst op de volgende manieren opslaan. Raadpleeg hoofdstuk en verder voor meer informatie over elke manier van opslaan. Save (Opslaan) (pag. ) De aanpassingen die met het toolpalet zijn uitgevoerd (recept) worden aan een RAW-opname toegevoegd en opgeslagen. Save as (Opslaan als) (pag. ) De aanpassingen die met het toolpalet zijn uitgevoerd (recept) worden aan een RAW-opname toegevoegd en de opname wordt als een aparte RAW-opname opgeslagen. De oorspronkelijke RAWopname blijft ongewijzigd. Add thumbnail to image and save (Miniatuur aan opname toevoegen en opslaan)* (pag. ) Maak een nieuwe miniatuur voor het hoofdvenster en sla de miniatuur bij de opname op. De kwaliteit van de in het hoofdvenster neemt toe en de worden sneller opnieuw getekend. Convert and save (Converteren en opslaan) (pag. ) De aangepaste RAW-opname wordt naar een JPEG- of TIFF-opname geconverteerd en opgeslagen. De oorspronkelijke RAW-opname blijft ongewijzigd. Batch process (Batchverwerking) (pag. 0) Meerdere aangepaste RAW- worden in een batch naar JPEG- of TIFF- geconverteerd en opgeslagen. De oorspronkelijke RAW- blijven ongewijzigd. * Optie beschikbaar in het hoofdvenster.

14 Een opname afdrukken U kunt opnam met een printer. Ter illustratie wordt hieronder de procedure voor het afdrukken van één opname op één vel papier beschreven. Selecteer het menu [File/Bestand] [Print/Afdrukken]. Het dialoogvenster [Print/Afdrukken] wordt weergegeven. Druk de opname af. Geef de optimale instellingen voor het afdrukken van foto's op in het dialoogvenster met afdrukinstellingen van de printer en klik op de knop [Print/Afdrukken]. Het afdrukken wordt gestart. Het papierformaat wijzigen U kunt het papierformaat e.d. opgeven in het menu [File/Bestand] [Page setup/pagina-instelling]. Afdrukken Met DPP kunt u desgewenst op de volgende manieren afdrukken. Raadpleeg hoofdstuk en verder voor meer informatie over elke manier van afdrukken. Eén opname afdrukken (pag. 9) Afdrukken met een inkjetprinter van Canon (pag. en pag. 6) Afdrukken met een professionele Canon-printer (pag. 88) Afdrukken met opname-informatie (pag. 86) Een lijst met miniatur (afdrukken op één vel) (pag. 87) DPP afsluiten Selecteer in het hoofdvenster het menu [Digital Photo Professional] [Quit Digital Photo Professional/Digital Photo Professional afsluiten]. DPP wordt afgesloten. Wanneer u DPP probeert af te sluiten zonder de aangepaste opname op te slaan, wordt een bevestigingsdialoogvenster weergegeven. Klik op de knop [Yes to all/ja op alles] om de aanpassingsgegevens (recept) bij alle aangepaste op te slaan.

15 In dit hoofdstuk worden meer geavanceerde beschreven, waaronder het op een efficiënte manier controleren van, verschillende bewerkingsmethoden, het afdrukken van een RAWopname met een Canon-printer en het sorteren van. Opnamen op een efficiënte manier controleren en sorteren... 6 Opnamen sorteren... 8 Selectietekens toevoegen... 8 Classificaties instellen... 8 Opnamen sorteren in het hoofdvenster... 9 Selectietekens toevoegen in het hoofdvenster... 9 Classificaties instellen in het hoofdvenster... 9 Opnamen rangschikken in het hoofdvenster... 0 Rangschikken op soort... 0 Onbeperkt rangschikken... Een RAW-opname en JPEG-opname als één opname weergeven... De kwaliteit van een opname in het hoofdvenster verbeteren... Opname-informatie controleren... Een opname... Het tabblad RAW van het toolpalet... Bewerkingen met het toolpalet uitvoeren in het hoofdvenster... Helderheid aanpassen... 6 Een beeldstijl wijzigen... 6 Beeldstijlbestand... 7 De kleurtoon aanpassen door de witbalans te wijzigen... 7 De kleurtoon aanpassen met behulp van automatische witbalanscorrectie... 8 Contrast aanpassen... 9 Kleurtoon en verzadiging wijzigen... 9 Monochroom aanpassen... 0 Aanpassen beeldscherpte... Gedetailleerde instelling van beeldscherpte... Helderheid en kleur automatisch aanpassen (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp)... Opnamen efficiënt... Bewerkingen uitvoeren in het beeldbewerkingsvenster... De weergavepositie van de miniaturen wijzigen en de miniaturen naast elkaar weergeven... 6 Opnamen verzamelen en in het venster Collection (Collectie)... 6 Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen... 8 Aanpassingsgegevens toepassen op andere... Bewerkingsresultaten opslaan... Bewerkingsgegevens bij een RAW-opname opslaan... Opnamen opslaan als JPEG- of TIFF-... Opnamen opnieuw... Een opname afdrukken... Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint EX... Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint... 6 Foto's afdrukken met een andere printer dan een Canon-inkjetprinter... 9 Ordenen van... 9 Een ongewenste opname verwijderen... 9 Een map maken voor het opslaan van... 0 Opnamen verplaatsen... 0 Opnamen in mappen verplaatsen... Veelgebruikte mappen vastleggen (met een bladwijzer)... Bladwijzers ordenen...

16 Opnamen op een efficiënte manier controleren en sorteren U kunt die als miniaturen in het hoofdvenster worden weergegeven, vergroten en zo elke opname op een efficiënte manier controleren. Bovendien kunt u selectietekens aan de toevoegen en in vijf groepen sorteren. Geef het controlevenster weer. Klik op de knop [Quick check/controle]. Het controlevenster wordt weergegeven. Klik op de knop [Next/Volgende] of [Previous/Vorige] om van de ene opname die u wilt controleren naar de andere te gaan. Controlevenster Dubbelklik op het gebied dat u wilt vergroten. Dubbelklik hierop Het desbetreffende gebied wordt vergroot tot 0%. U kunt de weergavepositie wijzigen door over de opname te slepen. Dubbelklik nogmaals op het gebied om terug te keren naar de volledige schermweergave. Klik op de knop [OK] om te sluiten. Alle die in het hoofdvenster worden weergegeven, kunnen in het controlevenster worden gecontroleerd. Wanneer het selectievakje [AF Point/AF-punt] is ingeschakeld, kunt u de AF-punten weergeven die bij het maken van de in de camera zijn geselecteerd. AF-punten worden echter niet weergegeven voor waarvan de grootte is gewijzigd en die vervolgens zijn geconverteerd en opgeslagen (pag. en pag. 6). Dit geldt ook voor waarvoor instellingen voor vervormingscorrectie en correctie van chromatische aberratie zijn opgegeven tijdens de verwerking van de RAW-opname op de camera, en voor HDR- ( met een hoog dynamisch bereik). 6

17 Handige functies in het controlevenster Alleen geselecteerde controleren U kunt het controlevenster gebruiken om alleen geselecteerde te controleren door de gewenste in het hoofdvenster te selecteren en vervolgens stap uit te voeren. Door de bladeren met het toetsenbord U kunt ook door de bladeren met de toetsen < > + < > of < > + < >. De schermweergave wijzigen met het toetsenbord U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen < > + <F>. Bewerkingen uitvoeren met het contextmenu U kunt elke bewerking ook uitvoeren met het menu dat wordt weergegeven wanneer u op de opname klikt terwijl u de toets <Control> ingedrukt houdt. Als u een opname vergroot, is deze vergroting de helft (0%) van 00% (ware pixelgrootte). Wanneer een opname is vergroot, kunt u de vergroting wijzigen in 00% (pag. 9). Raadpleeg pag. voor een overzicht van de functies van het controlevenster. 7

18 Opnamen sorteren U kunt sorteren door selectietekens toe te voegen of classificaties in te stellen (dit wordt aangegeven met [ ]) voor elk onderwerp of thema. Selectietekens toevoegen Geef de opname weer waaraan u een selectieteken wilt toevoegen en klik vervolgens op een van de tekens [ ] tot [ ]. Het geselecteerde selectieteken wordt linksboven in het venster weergegeven. Selectieteken Klik hierop Classificaties instellen Geef de opname weer die u wilt classificeren en klik vervolgens op een van de [ ]. De classificatie is ingesteld en er wordt een pictogram weergegeven dat overeenkomt met de geselecteerde [ ] linksboven in het venster. (Venster weergegeven met een classificatie van drie [ ]) Om [Reject/Afwijzen] in te stellen, klikt u op de knop [Reject/Afwijzen]. Klik nogmaals op de knop [Reject/Afwijzen] om te annuleren. Classificatiepictogram Klik (verandert in [ ] nadat u op [ ] klikt) Om de classificatie te annuleren, klikt u op dezelfde [ u de instelling maakte rechts van het venster. ] als toen Klik op de knop [Clear/Wissen] om het selectieteken te verwijderen. De waarden van de selectietekens die zijn toegevoegd aan in DPP versie.8 of eerder, worden behouden zoals ze zijn. U kunt selectietekens ook toevoegen in het menu dat wordt weergegeven door in het hoofdvenster op een beeld te klikken terwijl u de toets <Control> ingedrukt houdt. Omdat de bestandsstructuur van de opnamegegevens verandert wanneer er een classificatie aan een opname wordt toegevoegd, kan het zijn dat u de opname-informatie niet kunt bekijken in software van derden. U kunt ook classificaties instellen (inclusief de instelling [Reject/ Afwijzen]) in het menu dat wordt weergegeven door in het hoofdvenster op een beeld te klikken terwijl u de toets <Control> ingedrukt houdt. 8

19 Opnamen sorteren in het hoofdvenster U kunt ook sorteren door in het hoofdvenster selectietekens toe te voegen of classificaties in te stellen (dit wordt aangegeven met [ ]) voor elk onderwerp of thema. Selectietekens toevoegen in het hoofdvenster Selecteer de opname waaraan u een selectieteken wilt toevoegen en klik vervolgens op een van de tekens [ ] tot [ ] op de werkbalk. Klik hierop Maak een selectie Het geselecteerde selectieteken wordt linksboven in het opnamekader weergegeven. Classificaties instellen in het hoofdvenster Geef de opname weer die u wilt classificeren en klik vervolgens op een van de tekens [ ] op de werkbalk. Klik (verandert in [ ] nadat u op [ ] klikt) Maak een selectie De classificatie is ingesteld en er wordt een pictogram weergegeven dat overeenkomt met de geselecteerde [ ] in het opnamekader. (Venster weergegeven met een classificatie van drie [ ] als voorbeeld) Selectieteken Classificatiepictogram Om de classificatie te annuleren, klikt u op dezelfde [ ] als toen u de instelling maakte op de werkbalk. [Reject/Afwijzen] kan niet worden ingesteld op de werkbalk. Stel [Reject/Afwijzen] in met het menu [Label] of het controlevenster (pag. 8). Klik nogmaals op het selectieteken op de werkbalk en verwijder de selectietekens. 9

20 Meerdere selecteren in het hoofdvenster Houd de toets < > ingedrukt en klik op de gewenste. Als u meerdere opeenvolgende wilt selecteren, houdt u de toets <Shift> ingedrukt en klikt u op de eerste en laatste opname. Meerdere miniaturen weergeven in het hoofdvenster U kunt een groot aantal weergeven door de grootte van de miniaturen in te stellen op klein (pag. 0). Door vervolgens het menu [View/Beeld] [Rating/Classificatie] te selecteren en de selectietekens te verwijderen zodat de classificaties niet meer worden weergegeven in het opnamekader, kunt u nog meer miniaturen in het hoofdvenster weergeven. Het menu [Label] kan ook worden gebruikt om selectietekens toe te voegen en classificaties in te stellen. Door het menu [Edit/Bewerken] [Check mark/selectieteken] of [Rating/Classificatie] opnameselectiecriteria te selecteren, kunt u de criteria voor geselecteerde of geclassificeerde verfijnen. U kunt de classificatie-instellingen die in DPP zijn ingesteld weergeven of wijzigen met andere meegeleverde software of op de EOS-D X, EOS D Mark III, EOS 6D, EOS 7D (firmwareversie.0.0 of hoger), EOS 60D, EOS 60D, EOS 600D, EOS 00D of EOS M. EOS Utility versie.9 of hoger: Classificaties die in DPP zijn ingesteld, worden weergegeven. Maar [Reject/Afwijzen] wordt niet weergegeven en u kunt geen classificatie-instellingen wijzigen. Op een EOS-D X, EOS D Mark III, EOS 6D, EOS 7D (firmwareversie.0.0 of hoger), EOS 60D, EOS 60D, EOS 600D, EOS 00D of EOS M: classificaties die in DPP zijn ingesteld, worden in het weergavescherm weergegeven. U kunt ook classificatieinstellingen wijzigen. U kunt echter geen instellingen voor [Reject/Afwijzen] weergeven of wijzigen. Daarentegen kunt u de classificatie-instellingen ook met DPP weergeven en wijzigen voor foto's op een EOS-D X, EOS D Mark III, EOS 6D, EOS 7D (firmwareversie.0.0 of hoger), EOS 60D, EOS 60D, EOS 600D, EOS 00D of EOS M. Opnamen rangschikken in het hoofdvenster U kunt in het hoofdvenster rangschikken in de volgorde van de selectietekens die u aan hebt toegevoegd of op basis van de datum en tijd van opname. U kunt ook onbeperkt rangschikken door deze afzonderlijk te verplaatsen. Rangschikken op soort Selecteer het menu [View/Beeld] [Sort/Sorteren] gewenste item. De worden gerangschikt op basis van het geselecteerde item. 0

21 Sorteeritem Rating: ascending order (Classificatie: oplopende volgorde) Omschrijving Gesorteerd op volgorde van het kleinste aantal [ ]. Onbeperkt rangschikken Sleep de opname naar de gewenste locatie. Rating: descending order (Classificatie: aflopende volgorde) Gesorteerd op volgorde van het grootste aantal [ ]. File name (Bestandsnaam) Shooting Date/Time (Opnamedatum/-tijd) RAW priority (RAW prioriteit) Check mark (Selectieteken) - Check mark (Selectieteken) De worden in alfanumerieke volgorde (0 t/m 9 A t/m Z) op bestandsnaam gesorteerd. De worden in chronologische volgorde gesorteerd op basis van de opnamedatum en -tijd De worden in de volgende volgorde gesorteerd: RAW- JPEG- TIFF-. Opnamen met een selectieteken krijgen prioriteit en worden op numerieke volgorde gesorteerd. De opname wordt naar de gewenste locatie verplaatst. U kunt ook meerdere selecteren (pag. 0) en verplaatsen. De volgorde van gerangschikte blijft behouden totdat u DPP afsluit of een andere map selecteert in de mappenstructuur. Selecteer het menu [View/Beeld] [Sort/Sorteren] [File name/ Bestandsnaam] om terug te keren naar de volgorde voorafgaand aan het rangschikken. De volgorde van gerangschikte behouden Sorteervolgorde van selectietekens Wanneer de selectietekens t/m zijn ingesteld, worden de als volgt gesorteerd: Check mark (Selectieteken) geselecteerd: Check mark (Selectieteken) geselecteerd: Check mark (Selectieteken) geselecteerd: Check mark (Selectieteken) geselecteerd: Check mark (Selectieteken) geselecteerd: Zelfs als u DPP afsluit of een andere map in de mappenstructuur selecteert, kunt u de volgorde van gerangschikte behouden. De volgorde behouden zonder de bestandsnamen van te wijzigen Op het tabblad [View settings/weergave-instellingen] in [Preferences/ Voorkeuren] kunt u de volgorde van de behouden zonder de bestandsnamen te wijzigen (pag. 9). De volgorde behouden en bestandsnamen van wijzigen Met de naamwijzigingsfunctie kunt u de volgorde van behouden en in één keer alle bestandsnamen in de volgorde van de rangschikking wijzigen (pag. 0).

22 Een RAW-opname en JPEG-opname als één opname weergeven U kunt een RAW-opname en een JPEG-opname die gelijktijdig zijn gemaakt, weergeven en als één opname. U kunt ook het aantal dat in het hoofdvenster wordt weergegeven halveren en het controleren van een groot aantal die gelijktijdig zijn gemaakt, stroomlijnen. Selecteer het menu [Digital Photo Professional] [Preferences/Voorkeuren]. Selecteer het tabblad [View settings/weergaveinstellingen] en schakel [Display only CR images for CR and JPEG files of the same name/alleen CR- voor CR- en JPEG-bestanden met dezelfde naam weergeven] in. RAW- met de extensie '.CR' kunnen als één opname worden weergegeven. Opnamen die als één opname kunnen worden weergegeven, zijn die zijn gemaakt met een camera die RAW- met de extensie '.CR' en JPEG- gelijktijdig vastlegt. Opnamen die gelijktijdig zijn gemaakt met een camera die RAW- met de extensie '.CRW' of '.TIF' vastlegt, kunnen niet als één opname worden weergegeven. Wanneer één opname wordt weergegeven Weergegeven opname De RAW-opname wordt in alle vensters weergegeven. Bewerkte opname De inhoud die is aangepast met een functie van DPP (het toolpalet, enz.) wordt alleen toegepast op de RAW-opname. Als u echter de volgende functies hebt gebruikt, worden de aanpassingen op zowel de RAW-opname als de JPEG-opname toegepast. Een opname verwijderen (pag. 9) Een opname verplaatsen of kopiëren (pag. 0) Selectietekens (pag. 8 en pag. 9) Classificatie (pag. 8 en pag. 9) Een opname draaien (pag. 6, pag. en pag. ) Een miniatuur aan een opname toevoegen en opslaan (pag. ) Opnamen die zijn toegevoegd aan het venster [Collection/Collectie] Wanneer u een opname aan het venster [Collection/Collectie] toevoegt die uit een RAW-opname en een JPEG-opname bestaat, wordt de markering [ ] bij de opname weergegeven. Omdat de RAW-opname en de JPEG-opname feitelijk afzonderlijk worden toegevoegd, neemt het aantal op het tabblad [Collection/ Collectie] met toe (pag. 7). De bijgewerkte weergave in het hoofdvenster en de gelijktijdig gemaakte RAW- en JPEG-opname worden als één opname weergegeven met de markering [ ] (pag. 8). Als u in stap [Display only CR images for CR and JPEG files of the same name/alleen CR- voor CR- en JPEG-bestanden met dezelfde naam weergeven] uitschakelt, worden de RAW-opname en de JPEG-opname als aparte weergegeven.

23 De kwaliteit van een opname in het hoofdvenster verbeteren Maak een nieuwe miniatuur voor het hoofdvenster en sla de miniatuur bij de opname op. De kwaliteit van de in het hoofdvenster neemt toe en de worden sneller opnieuw getekend. Selecteer alle en selecteer het menu [File/Bestand] [Add thumbnail to image and save/miniatuur aan opname toevoegen en opslaan]. Opname-informatie controleren Selecteer de opname waarvan u de opname-informatie wilt controleren. Klik op de knop [Info]. Het venster met opname-informatie wordt weergegeven (pag. ). De mate waarin de kwaliteit toeneemt De kwaliteit van alle JPEG- en TIFF- neemt toe. Hoewel de opnamekwaliteit ongeacht de grootte van de miniatuur toeneemt (pag. 0), is de verbetering duidelijker zichtbaar wanneer u [Large thumbnail/grote miniatuur] selecteert dan wanneer u [Medium thumbnail/ Middelgrote miniatuur] of [Small thumbnail/kleine miniatuur] selecteert. Het toevoegen van een groot aantal kan enige tijd duren.

24 Selecteer een tabblad en controleer de informatie. Tabblad [Shooting Information/ Tabblad [Metadata/ Opname-informatie] Metagegevens] Opname-informatie wordt op het tabblad [Shooting Information/ Opname-informatie] weergegeven. De IPTC*-informatie die achteraf aan de opname is toegevoegd, wordt weergegeven op het tabblad [Metadata/Metagegevens]. IPTC*-informatie bestaat uit extra opmerkingen bij, zoals bijschriften en informatie over de fotograaf en de opnamelocatie. De informatie is opgesplitst in categorieën en kan worden bekeken door [Description/Beschrijving], [IPTC Contact/IPTC-contact], [IPTC Image/IPTC-opname], [IPTC Content/IPTC-inhoud] of [IPTC Status/IPTC-status] te selecteren in de keuzelijst op het tabblad [Metadata/Metagegevens]. IPTC*-informatie kan alleen aan JPEG/TIFF- worden toegevoegd met Photoshop (CS of hoger). * International Press Telecommunications Council (IPTC) De inhoud van het tabblad [Shooting Information/Opnameinformatie] verschilt per cameramodel. Handige functies in het hoofdvenster Verschil met [Thumbnail with information/miniatuur met informatie] Voor elke opname wordt in het venster met opname-informatie gedetailleerde opname-informatie weergegeven. Als u echter alleen de belangrijkste opname-informatie wilt bekijken, kunt u deze voor elke opname weergeven in het menu [View/Beeld] [Thumbnail with information/miniatuur met informatie] (pag. 0).

25 Een opname In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een opname kunt aanpassen met het toolpalet in het bewerkingsvenster. U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname gemakkelijk herstellen met de knop [ ], zelfs als u een verkeerde aanpassing hebt gedaan. Probeer de verschillende aanpassingen uit. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u met de functies op het tabblad [RAW] van het toolpalet kunt aanpassen en hoe u automatische aanpassingen kunt uitvoeren met het tabblad [RGB] van het toolpalet. Bewerkingsvenster Toolpalet De opname wordt in realtime gewijzigd op basis van de aanpassingen die zijn uitgevoerd met het toolpalet. Als u de laatste bewerking met het toolpalet ongedaan wilt maken, selecteert u [Undo/Ongedaan maken] in het menu [Edit/Bewerken] of drukt u op de toetsen < > + <Z>. U kunt een opname roteren in het menu [Adjustment/Aanpassen]. U kunt een opname aanpassen en tegelijkertijd de onbewerkte en de bewerkte versie van de opname met elkaar vergelijken (pag. ). U kunt meerdere synchroniseren en en tegelijkertijd de bewerkte met het origineel vergelijken (pag. ). Raadpleeg pag. 9 voor een overzicht van de functies in het bewerkingsvenster en pag. 0 voor een overzicht van de functies van het toolpalet. Het tabblad RAW van het toolpalet Afhankelijk van de die u wilt uitvoeren, kunt u aanpassen met de tabbladen [RAW], [RGB], [NR/ALO/Ruisreductie/ ALO] en [LENS] van het toolpalet. Met de functies op het tabblad [RAW] van het toolpalet kunt u vergelijkbare aanpassingen uitvoeren als met de camera. Als de camera tijdens de opname niet goed was ingesteld of als het resultaat van de opname niet naar verwachting is, kunt u het gewenste resultaat beter benaderen met de functies op het tabblad [RAW] van het toolpalet. De functies op dit tabblad zijn vergelijkbaar met de functies van de camera. Alle functies, met uitzondering van de functies voor automatische aanpassing op het tabblad [RGB], en alle functies op het tabblad [NR/ ALO/Ruisreductie/ALO] en [LENS] van het toolpalet komen aan de orde in hoofdstuk. Bewerkingen met het toolpalet uitvoeren in het hoofdvenster Als u op de knop [Tool palette/toolpalet] (pag. 6) klikt op de werkbalk in het hoofdvenster, wordt een toolpalet weergegeven dat gelijk is aan het toolpalet in het bewerkingsvenster. Hiermee kunt u.

26 Helderheid aanpassen U kunt de helderheid van een opname aanpassen. Sleep de schuifregelaar naar rechts om de opname helderder te maken en naar links om de opname donkerder te maken. Sleep de schuifregelaar naar links of rechts Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname Voer een numerieke waarde in Het aanpassingsbereik is -,0 t/m +,0 (in stappen van 0,0 bij het invoeren van een waarde). Een beeldstijl wijzigen Als de gemaakte opname niet naar verwachting is, kunt u de beeldstijl wijzigen en zo het beoogde resultaat beter benaderen. Zelfs als u de opname hebt opgeslagen (pag. ) terwijl [Monochrome/ Monochroom] (pag. 0) was geselecteerd, kunt u de beeldstijl op elk gewenst moment wijzigen door een andere beeldstijl dan [Monochrome/ Monochroom] te selecteren. Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname Maak een selectie Ook als de RAW-opname is gemaakt met een camera zonder beeldstijlinstellingen, kunt u nog steeds een beeldstijl instellen, mits de RAW-opname compatibel is met DPP (pag. ). U kunt de instellingen voor [Color tone/kleurtoon], [Color saturation/ Verzadiging], [Contrast], [Unsharp mask/onscherp masker] en [Sharpness/Scherpte] behouden, zelfs als u de beeldstijl (pag. 9) wijzigt. [Auto] wordt alleen toegepast op die zijn gemaakt met de EOS-D X, EOS D Mark III, EOS 6D, EOS 60D, EOS 600D of EOS M. Wanneer een beeldstijl wordt aangepast terwijl er meerdere zijn geselecteerd, kunt u [Auto] selecteren als er tussen zitten die met de EOS-D X, EOS D Mark III, EOS 6D, EOS 60D, EOS 600D of EOS M zijn gemaakt. [Auto] wordt echter alleen daadwerkelijk toegepast op die zijn gemaakt met de EOS-D X, EOS D Mark III, EOS 6D, EOS 60D, EOS 600D of EOS M. U kunt [Auto] niet selecteren voor RAW- met meervoudige belichting die met de camera zijn gemaakt. 6

27 Beeldstijl Standard (Standaard) Auto (Automatisch) Portrait (Portret) Landscape (Landschap) Neutral (Neutraal) Faithful (Natuurlijk) Monochrome (Monochroom) (In de camera vastgelegd beeldstijlbestand) [Beeldstijlbestand toegepast in DPP] Omschrijving De opname heeft levendige kleuren. Deze instelling is doorgaans geschikt voor de meeste. De kleurtoon wordt aangepast aan het onderwerp. De kleuren zien er levendig uit, vooral bij blauwe luchten, groene gebieden en zonsondergangen in de natuur, buiten en zonsondergangssituaties. Voor mooie huidskleurtinten. Gebruik deze instelling voor close-ups van vrouwen en kinderen. Door [Color tone/kleurtoon] te wijzigen, kunt u de huidskleurtint aanpassen (pag. 9). Voor levendig blauw en groen. Deze instelling is vooral geschikt voor indrukwekkende landschapsfoto's. Voor natuurlijke kleuren en ingetogen. Deze instelling is geschikt voor basis die u later wilt aanpassen. Wanneer het onderwerp wordt vastgelegd bij een kleurtemperatuur van 00 K, wordt de kleur colorimetrisch aangepast aan de kleur van het onderwerp. Deze instelling is geschikt voor basis die u later wilt aanpassen. Voor zwart-wit. U kunt de opname ook aanpassen met [Filter effect/ Filtereffect] of [Toning effect/toningeffect] (pag. 0). Wordt weergegeven wanneer u een opname selecteert die is gemaakt met het beeldstijlbestand dat in de camera is vastgelegd. De naam van het beeldstijlbestand wordt in de lijst weergegeven tussen ( ). De naam van de beeldstijl die in DPP is toegepast, wordt weergegeven tussen [ ]. Beeldstijlbestand Een beeldstijlbestand is een uitgebreid beeldstijlfunctiebestand. Raadpleeg pag. 9 voor informatie over het gebruik van beeldstijlbestanden. De kleurtoon aanpassen door de witbalans te wijzigen Als de kleurtoon van de opname niet natuurlijk oogt, kunt u de witbalans aanpassen. De kleurtoon natuurlijk laten ogen door de lichtbron in te stellen op het moment dat u bijvoorbeeld bloemen met een lichte kleur vastlegt. Maak een selectie Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname De kleurtoon wordt niet natuurlijker, ook niet als de witbalans is gewijzigd Als de kleurtoon van de opname nog steeds niet natuurlijk oogt nadat u de witbalans hebt gewijzigd, kunt u de witbalans aanpassen met automatische witbalanscorrectie (pag. 8). Afstellen met kleurtoon Nadat u de witbalans hebt aangepast, kunt u de kleurtoon desgewenst verder afstellen met [Color tone/kleurtoon] (pag. 9). U kunt de aanpassingsresultaten niet als een persoonlijke witbalans vastleggen (pag. 00) als u [Shot settings/opname-instellingen] hebt geselecteerd in de keuzelijst. U kunt de witbalans niet wijzigen of aanpassen van RAW- met meervoudige belichting die met de camera zijn gemaakt. Raadpleeg de instructiehandleiding van uw camera voor meer informatie over de witbalansinstellingen. 7

28 De kleurtoon aanpassen met behulp van automatische witbalanscorrectie U kunt de witbalans aanpassen door een bepaald gedeelte van een opname als de standaard voor wit in te stellen en zo de opname natuurlijk te laten ogen. Automatische witbalanscorrectie is effectief wanneer u deze functie gebruikt in delen van een opname waarin de witte kleurtoon door een lichtbron is veranderd. Klik hierop Klik op een punt dat u als standaard voor wit wilt instellen. De kleur van de opname wordt aangepast met het geselecteerde punt als de standaard voor wit. Als u op een ander punt in de opname klikt, wordt de witbalans opnieuw aangepast. Klik nogmaals op de knop [ ] om de automatische witbalanscorrectie te beëindigen. Als uw opname geen witte gebieden bevat Klik hierop De coördinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie) Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname Als uw opname geen witte gebieden bevat, kunt u de witbalans aanpassen door in stap op een grijs punt in de opname te klikken. Hiermee is het resultaat van de aanpassingen hetzelfde als wanneer u een wit punt selecteert. De opname wordt aangepast op basis van de gemiddelde waarde van een pixelbereik van vanaf het punt waarop u hebt geklikt. U kunt de witbalans niet wijzigen of aanpassen van RAW- met meervoudige belichting die met de camera zijn gemaakt. 8

29 Contrast aanpassen U kunt de kleurovergang en de mate van contrast aanpassen. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer contrast en naar links voor minder contrast. Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname Geeft de waarde van de instelling weer Sleep de schuifregelaar naar links of rechts (9 stappen) [Linear/Lineair] - Een functie voor geavanceerde aanpassingen Schakel [Linear/Lineair] in als u het contrast van afzonderlijke wilt aanpassen met beeldbewerkingssoftware die over geavanceerde bewerkingsfuncties beschikt. Als het selectievakje [Linear/Lineair] is ingeschakeld, wordt de opname minder scherp weergegeven. Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (pag. 6) werkt niet als u [Linear/Lineair] hebt geselecteerd. Kleurtoon en verzadiging wijzigen U kunt de huidskleurtint en verzadiging in de hele opname aanpassen. Als u Picture Style (Beeldstijl) (pag. 6) instelt op [Monochrome/Monochroom], veranderen [Color tone/kleurtoon] en [Color saturation/verzadiging] in [Filter effect/filtereffect] en [Toning effect/toningeffect] (pag. 0). Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname Geeft de waarden van de instellingen weer Color tone (Kleurtoon): Wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het aanpassen van huidskleurtinten. Sleep de schuifregelaar naar rechts om huidskleurtinten geler te maken en naar links om huidskleurtinten roder te maken. Color saturation (Verzadiging): Met verzadiging wordt de totale kleurdiepte van de opname aangepast. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer kleurdiepte en naar links voor minder kleurdiepte. Het aanpassingsbereik is t/m + (in stappen van ). Sleep de schuifregelaars naar links of rechts 9

30 Monochroom aanpassen Als u Picture Style (Beeldstijl) (pag. 6) instelt op [Monochrome/ Monochroom], kunt u monochrome foto's maken met effecten die lijken op filteren. Bovendien lijkt het alsof de foto's uit één kleur bestaan. Selecteer [Monochrome/Monochroom] in de keuzelijst [Picture Style/Beeldstijl]. Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname Sleep de schuifregelaars naar links of rechts Filter effect (Filtereffect): Hiermee maakt u een opname waarin het wit van wolken en het groen van bomen in dezelfde monochrome foto wordt benadrukt. Filter None (Geen) Yellow (Geel) Orange (Oranje) Red (Rood) Green (Groen) Voorbeeld van effect Normale monochrome opname zonder filtereffect. Blauwe lucht wordt natuurlijker weergegeven en witte wolken zien er helder uit. Blauwe lucht wordt iets donkerder. De helderheid van de ondergaande zon neemt verder toe. Blauwe lucht wordt vrij donker. Herfstbladeren worden duidelijk en helder. Huidskleurtinten en lippen worden zachter. De groene bladeren aan bomen worden duidelijk en helder. Toning effect (Toningeffect): U kunt een monochrome foto maken waaraan één kleur is toegevoegd. U kunt kiezen uit [None/Geen], [Sepia], [Blue/Blauw], [Purple/Paars] en [Green/Groen]. Geeft de waarden van de instellingen weer De waarde van [Contrast] verhogen voor een groter filtereffect Als u de schuifregelaar [Contrast] verder naar rechts verplaatst, is het filtereffect nog groter. 0

31 Aanpassen beeldscherpte U kunt de algemene sfeer van een opname verzachten of minder zacht maken. U kunt aanpassingen maken door een van deze twee modi te selecteren, [Sharpness/Scherpte] en [Unsharp mask/onscherp masker]. [Sharpness/Scherpte]: Regelt de scherpte van een beeld door de hoeveelheid nadruk op de contouren van een beeld aan te passen. Hoe verder de schuifregelaar [Sharpness/Scherpte] naar rechts wordt geschoven (hoe groter de instelling), des te meer de contouren worden benadrukt voor een scherper beeld. [Unsharp mask/ Onscherp masker]: Past de scherpte van een beeld in meer detail aan. [Strength/Sterkte]: Geeft de hoeveelheid nadruk op de contouren van het beeld aan. Hoe verder de schuifregelaar naar rechts wordt geschoven (hoe groter de instelling), des te meer de contouren van het beeld worden benadrukt voor een scherper beeld. [Fineness/Details]: Geeft de details weer van de benadrukte contouren. Hoe verder de schuifregelaar naar links wordt geschoven (hoe kleiner de instellen), des te meer detail kan worden benadrukt. [Threshold/Drempel]: Bepaalt hoeveel verschil in contrast er zou moeten zijn in vergelijking met de omgeving vóór het benadrukken van de contouren. Selecteer [Sharpness/Scherpte] in de keuzelijst en kies een instelling. Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname Selecteer [Sharpness/Scherpte] Sleep de schuifregelaar naar links of rechts Geeft de waarde van de instelling weer Het aanpassingsbereik is 0 t/m 0 (in stappen van ).

32 Gedetailleerde instelling van beeldscherpte Selecteer [Unsharp mask/onscherp masker] in de keuzelijst en kies een instelling. Geeft de waarden van de instellingen weer Selecteer [Unsharp mask/onscherp masker] Sleep de schuifregelaar naar links of rechts De effecten van de aanpassing van de scherpte komen onnatuurlijk over Pas de scherpte aan met de vensterweergave ingesteld op [00% view/ 00%-weergave], [00% view/00%-weergave] of [0% view/0%- weergave]. Als de weergave is ingesteld op [Fit to window/aanpassen aan venster] (volledige schermweergave), kan het effect van de aanpassing onnatuurlijk lijken.

33 Helderheid en kleur automatisch aanpassen (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) U maakt van de opname een optimale standaardopname door de kleurtooncurve automatisch te laten aanpassen (pag. ). U kunt de mate waarin automatische aanpassing plaatsvindt, instellen op 'Standaard' of 'Hoog'. Klik op het tabblad [RGB] en klik op de gewenste knop voor automatische aanpassing. Standaard: Standaard automatische aanpassing. Geschikt voor de meeste. Hoog: Gebruik deze instelling als het effect van de standaard automatische aanpassing niet groot genoeg is. De oorspronkelijke instellingen van de kleurtooncurve worden hersteld Hoog Standaard Opnamen die niet geschikt zijn voor automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) Bij de volgende is het resultaat van automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) mogelijk niet naar verwachting: Opnamen die zijn gemaakt met de juiste belichting Opnamen met een helderheid die niet in evenwicht is Opnamen die te donker zijn Opnamen die met zeer sterk tegenlicht zijn gemaakt Als u op de knop [ ] klikt, worden de standaardinstellingen van de kleurtooncurve en van [Hue/Tint] en [Saturation/Verzadiging] hersteld. Ga voorzichtig te werk als u [Hue/Tint] en [Saturation/ Verzadiging] afzonderlijk aanpast (pag. 09). De kleurtooncurve wordt op basis van de ingevoerde wijzigingen aangepast.

34 Opnamen efficiënt Bewerkingen uitvoeren in het beeldbewerkingsvenster De weergave van miniaturen en het bewerkingsvenster worden gecombineerd en kunnen efficiënt worden bewerkt. U kunt snel wisselen tussen de die u wilt. U selecteert de die u wilt vooraf in het hoofdvenster. Selecteer de die u wilt in het hoofdvenster. Schakel over naar het beeldbewerkingsvenster. Klik hierop In plaats van het hoofdvenster wordt nu het beeldbewerkingsvenster weergegeven. Bewerk de opname. De grootte wijzigen Beeldbewerkingsvenster Selecteer de opname die u wilt De geselecteerde opname wordt midden in het venster als een vergroting weergegeven. Het kan enige tijd duren voordat de opname opnieuw is getekend. Hetzelfde toolpalet als dat in het bewerkingsvenster wordt weergegeven en u kunt de opname. Als u de laatste bewerking met het toolpalet ongedaan wilt maken, selecteert u [Undo/Ongedaan maken] in het menu [Edit/Bewerken] of drukt u op de toetsen < > + <Z>. Door in het bewerkingsvenster het menu [View/Beeld] [AF Point/AF-punt] te selecteren, kunt u de AF-punten weergeven die op het moment van opname in de camera zijn geselecteerd. AF-punten worden echter niet weergegeven voor waarvan het formaat is gewijzigd en die daarna zijn geconverteerd en opgeslagen (pag. en pag. 6), voor afbeeldingen waarvoor u een effect hebt geselecteerd anders dan [Shot settings/opname-instellingen] om de vervorming/aberratie van een fisheyeobjectief te corrigeren, noch voor afbeeldingen waarvoor tijdens de ontwikkeling van de RAW-bestanden in de camera specifieke instellingen voor correctie van vervorming en chromatische aberratie zijn ingesteld.

35 Dubbelklik op het gebied dat u wilt vergroten. Dubbelklik hierop Het desbetreffende gebied wordt vergroot tot 00% (ware pixelgrootte). U kunt de weergavepositie wijzigen door over de opname te slepen of door de vergrotingsweergavepositie (pag. 0) in het toolpalet te slepen. Dubbelklik nogmaals om terug te keren naar de volledige schermweergave ([Fit to window/aanpassen aan venster]). Klik op de knop [Main Window/Hoofdvenster] op de werkbalk om terug te keren naar het hoofdvenster. Een opname weergeven met een andere vergroting dan 00% Klik op [0% view/0%-weergave] of [00% view/00%-weergave] op de werkbalk. U kunt de weergave van het toolpalet wijzigen (pag. 9). Dubbelklik als u de vergroting wilt wijzigen (pag. 9). In het beeldbewerkingsvenster kunt u uit slechts één map selecteren. Raadpleeg 'Opnamen verzamelen en in het venster Collection (Collectie)' om uit meerdere mappen te selecteren voor bewerking (pag. 6). Raadpleeg pag. voor een overzicht van de functies van het beeldbewerkingsvenster.

36 De weergavepositie van de miniaturen wijzigen en de miniaturen naast elkaar weergeven Selecteer het menu [View/Beeld] [Change thumbnail position/positie miniatuur wijzigen]. Als u [Change thumbnail position/positie miniatuur wijzigen] nogmaals selecteert, worden de miniaturen weer onder elkaar weergegeven. Opnamen verzamelen en in het venster Collection (Collectie) U kunt willekeurig geselecteerde verzamelen in het venster [Collection/ Collectie] om ze te bekijken, vergelijken en. U kunt uit een of meerdere mappen verzamelen, zodat u er op een efficiënte manier mee kunt werken. Selecteer in het venster [Folder/Map] in het hoofdvenster en selecteer het menu [File/Bestand] [Add to collection/toevoegen aan collectie]. De geselecteerde worden aan het venster [Collection/ Collectie] toegevoegd en het aantal geselecteerde wordt op het tabblad [Collection/Collectie] weergegeven. Wanneer u een opname toevoegt die uit een RAW- en JPEGopname bestaat (pag. ), neemt het aantal op het tabblad [Collection/Collectie] met toe. U kunt verschillende selecteren en toevoegen aan het venster [Collection/Collectie]. U kunt ook aan het venster [Collection/Collectie] toevoegen door te selecteren, hierop te klikken terwijl u de toets <Control> ingedrukt houdt en [Add to collection/toevoegen aan collectie] te selecteren in het menu dat wordt weergegeven. U kunt maximaal 000 aan het venster [Collection/Collectie] toevoegen. 6

37 Selecteer het tabblad [Collection/Collectie]. De geselecteerde worden in het venster [Collection/Collectie] weergegeven. Controleer de die in het venster [Collection/Collectie] worden weergegeven. Bewerk de. U kunt de die in het venster [Collection/Collectie] worden weergegeven nu. Opnamen in het venster [Collection/Collectie] blijven in het venster [Collection/Collectie] staan, zelfs als DPP wordt afgesloten. Opnamen uit het venster [Collection/Collectie] verwijderen Willekeurig geselecteerde verwijderen Selecteer eerst de die u wilt verwijderen in het venster [Collection/Collectie] en vervolgens [Remove from collection/ Verwijderen uit collectie] in het menu [File/Bestand]. (U kunt ook uit het venster [Collection/Collectie] verwijderen door te selecteren, hierop te klikken terwijl u de toets <Control> ingedrukt houdt en [Remove from collection/verwijderen uit collectie] te selecteren in het menu dat wordt weergegeven.) Let op: ook als u een opname uit het venster [Collection/Collectie] verwijdert, blijft de oorspronkelijke opname ongewijzigd. Alle verwijderen Selecteer [Clear collection/collectie wissen] in het menu [File/Bestand]. (U kunt ook alle verwijderen vanuit het venster [Collection/Collectie] door te klikken terwijl u de toets <Control> ingedrukt houdt en [Clear collection/ Collectie wissen] te selecteren in het menu dat wordt weergegeven.) Let op: ook als u alle uit het venster [Collection/Collectie] verwijdert, blijven de oorspronkelijke ongewijzigd. Wijzigingen in de opname worden toegepast op de oorspronkelijke opname Alle wijzigingen die u in het venster [Collection/Collectie] in aanbrengt, worden toegepast op de oorspronkelijke opname. U kunt die worden weergegeven in het venster [Collection/Collectie] op dezelfde manier rangschikken als in het venster [Folder/Map] (pag. 0 en pag. ). Zelfs als u DPP afsluit, kunt u de volgorde van gerangschikte behouden door het selectievakje [Retain sort order/sorteervolgorde behouden] in te schakelen op het tabblad [View settings/weergave-instellingen] in [Preferences/Voorkeuren] (pag. 9). De volgende kunnen niet in het venster [Collection/Collectie] worden uitgevoerd. EOS Utility starten (pag. 7) of mappen met EOS Utility synchroniseren De naam van opnamebestanden batchgewijs wijzigen (pag. 0) 7

38 Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen U kunt het bijsnijden van een opname beperken tot een bepaald gedeelte van de opname, maar u kunt ook de compositie van een opname wijzigen. Hierbij wordt een horizontaal opgenomen opname verticaal. U kunt de hoek van een opname ook aanpassen voordat u de opname bijsnijdt. Als u [Circle/Cirkel] selecteert voor [Aspect ratio/ Beeldverhouding], wordt het deel van de opname buiten het opgegeven gebied alleen zwart gemaakt en wordt de opname niet bijgesneden. Selecteer de opname die u wilt bijsnijden. Open het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. Klik op de knop [Trimming Angle/Bijsnijden Hoek]. Het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek verschijnt. Er kan worden bewerkt zodra het beeld duidelijk wordt weergegeven in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. Pas de hoek van de opname naar wens aan. Venster voor bijsnijden/aanpassen hoek Grootst mogelijk bijsnijdingskader Klik hierop (opname naar links of rechts roteren in stappen van 90 graden) Slepen* (stappen van 0,0 graad; aanpasbaar bereik: - tot + graden) Pas de hoek aan met de muis (klik op / ) of voer de aanpassingshoek direct in* (stappen van 0,0 graad; aanpasbaar bereik: - tot + graden) * U kunt de hoek van die groter zijn dan 9999 x 6666 pixels niet aanpassen. Als u op [Center on Screen/Centreren op scherm] klikt, kunt u het bijsnijdingskader in het midden van het venster weergeven. Als u lensaberraties wilt corrigeren, is het raadzaam dit te doen voordat u de hoek van de opname aanpast. Wanneer u op de knop [OK] klikt nadat u de hoek van de opname hebt aangepast, wordt de opname bijgesneden volgens het grootst mogelijke bijsnijdingskader. Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan die met de EOS-D X, EOS-D Mark IV, EOS-Ds Mark III, EOS-D Mark III, EOS D Mark III, EOS 6D, EOS 7D, EOS 60D, EOS 60D, EOS 600D of EOS M zijn gemaakt, wordt het bijsnijdingskader weergegeven op basis van deze beeldverhoudingsinformatie. 8

39 Selecteer een verhouding en sleep het bijsnijdingskader. Annuleren Selecteer een verhouding voor het bijsnijden Sleep het bijsnijdingskader U kunt het bijsnijdingskader verslepen. Als u het formaat van het bijsnijdingskader wilt aanpassen, sleept u de vier hoeken van het kader. (Niet beschikbaar als [Circle/Cirkel] is geselecteerd.) Overzicht van beeldverhoudingen (breedte : hoogte) Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het hoofdvenster. Het bijsnijdingskader wordt in de bijgesneden opname weergegeven (pag. 8). Als de bijgesneden opname in een bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster wordt weergegeven, wordt deze in de bijgesneden vorm weergegeven. [Free/Vrij]: U kunt naar ieder gewenst formaat bijsnijden, ongeacht de verhouding die u kunt selecteren. [Custom/Aangepast]: U kunt de opname bijsnijden volgens de opgegeven beeldverhouding. [Circle/Cirkel]: Het deel van de opname buiten het opgegeven gebied wordt zwart gemaakt. De opname wordt niet bijgesneden. 9

40 Bijgesneden U kunt de oorspronkelijke instellingen van het bijsnijdingskader op elk gewenst moment herstellen Een bijgesneden opname wordt als een bijgesneden opname weergegeven of afgedrukt. Aangezien de opname echter niet daadwerkelijk is bijgesneden, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door op de knop [Reset/Herstellen] te klikken in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek of door de procedure 'Opnamen opnieuw ' (pag. ) uit te voeren. Weergave van de bijgesneden opname in elk venster Hoofdvenster: Het bijsnijdingskader wordt op de opname weergegeven (pag. 8). Bewerkingsvenster: De bijgesneden opname wordt weergegeven. Beeldbewerkingsvenster: De miniatuur is gelijk aan die in het hoofdvenster en de vergrote opname is gelijk aan die in het bewerkingsvenster. Een bijgesneden opname afdrukken U kunt een bijgesneden opname afdrukken in DPP. Nadat de opname is geconverteerd en opgeslagen, is deze blijvend een bijgesneden opname De bijgesneden RAW-opname wordt blijvend een bijgesneden opname nadat deze als een JPEG- of TIFF-opname is opgeslagen (pag. ). Opnamen waarvoor een beeldverhouding is ingesteld, worden weergegeven als bijgesneden Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan RAW die met de EOS-D X, EOS-D Mark IV, EOS-Ds Mark III, EOS-D Mark III, EOS D Mark III, EOS 6D, EOS 7D, EOS 60D, EOS 60D, EOS 600D of EOS M zijn gemaakt, wordt het bijsnijdingskader weergegeven op basis van deze beeldverhoudingsinformatie. Aangezien de opname niet daadwerkelijk is bijgesneden, kunt u het bijsnijdingskader aanpassen of de niet-bijgesneden versie van de opname herstellen. Maar wanneer een JPEG-opname is gemaakt met een beeldverhouding van [:], [6:9] of [:] ingesteld met de EOS D Mark III, EOS 6D, EOS 60D, EOS 60D, EOS 600D of EOS M, kan het bijsnijdingskader niet worden gewijzigd noch worden teruggezet op de hoedanigheid vóór bijsnijden, omdat het beeld daadwerkelijk wordt bijgesneden en opgeslagen met de ingestelde verhouding.* Wanneer u wilt terugkeren naar de situatie voorafgaand aan het bijsnijden op basis van de beeldverhoudingsgegevens op het moment van de opname, klikt u op de knop [Reset/Herstellen]. Als u het hele bijsnijdingskader wilt verwijderen, klikt u op de knop [Clear/Wissen] (pag. 7). * Bij het maken van met de EOS D Mark III terwijl [Add cropping information/voeg bijsnijdinformatie toe] is ingesteld in Persoonlijke voorkeuze, wordt alleen informatie over de beeldverhouding vastgelegd en wordt de opname niet daadwerkelijk bijgesneden, zelfs niet bij JPEG-. Handige functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. De schermweergave wijzigen met het toetsenbord U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen < > + <F>. Bewerkingen uitvoeren met het contextmenu U kunt elke bewerking ook uitvoeren met het menu dat wordt weergegeven wanneer u op de opname klikt terwijl u de toets <Control> ingedrukt houdt. Het bijsnijdingskader toepassen op een andere opname U kunt het bijsnijdingskader op een andere opname toepassen door op de knop [Copy/Kopiëren] te klikken om het bijsnijdingskader te kopiëren. Geef vervolgens een andere opname weer en klik op de knop [Paste/Plakken]. Als u een gekopieerd bijsnijdingskader batchgewijs op meerdere wilt toepassen, selecteert u in het hoofdvenster de bijgesneden opname en de andere waarop u het bijsnijdingskader wilt toepassen. Ga vervolgens naar het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. Geef de bijgesneden opname weer en klik op de knop [Copy/Kopiëren] en klik op de knop [Apply All/Alles toepassen]. Het bijsnijdingskader wordt nu toegepast op alle geselecteerde wanneer het venster voor bijsnijden/ aanpassen hoek wordt weergegeven. Als u meerdere wilt selecteren in het hoofdvenster, klikt u op de beelden terwijl u de toets < > ingedrukt houdt. Als u meerdere opeenvolgende wilt selecteren, houdt u de toets <Shift> ingedrukt en klikt u op de eerste en laatste opname. Voor die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik wordt deze functie afgeraden, aangezien sterke ruis ervoor zorgt dat details van de opname moeilijk te zien zijn in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. Raadpleeg pag. 7 voor een overzicht van de functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. 0

41 Aanpassingsgegevens toepassen op andere U kunt de aanpassingsgegevens (recept) van een opname die is aangepast met het toolpalet kopiëren en toepassen op andere. U kunt op een efficiënte manier door één opname aan te passen en de resultaten hiervan toe te passen op meerdere die onder soortgelijke opnameomstandigheden zijn gemaakt. Selecteer de aangepaste opname en selecteer vervolgens het menu [Edit/Bewerken] [Copy recipe to clipboard/recept naar klembord kopiëren]. Het recept wordt gekopieerd. Selecteer de opname waarop u het recept wilt toepassen en selecteer vervolgens het menu [Edit/ Bewerken] [Paste recipe to selected image/recept toepassen op geselecteerde opname]. Het recept wordt op de opname toegepast. Bewerkingsresultaten opslaan Bewerkingsgegevens bij een RAW-opname opslaan Alle inhoud (recept) die is aangepast met het toolpalet en de informatie over het bijsnijdingskader (pag. 8) kan bij een RAW-opname of in een aparte RAW-opname worden opgeslagen. De aanpassingen die met het toolpalet zijn gedaan (pag. 6 t/m pag. 68) en de stofwisdata waarover wordt gesproken in hoofdstuk (pag. 7 t/m pag. 77), kunnen ook bij een RAW-opname worden opgeslagen. Selecteer het menu [File/Bestand] gewenste item. Uw aanpassingen worden bij de opname opgeslagen. Het recept (pag. 98) kan los van de opname als een apart bestand worden opgeslagen en worden geladen en op een andere opname toegepast (pag. 99).

42 Opnamen opslaan als JPEG- of TIFF- Als u een RAW-opname wilt weergeven, met andere software dan DPP, dient u de opname naar een meer veelzijdige JPEG- of TIFF-opname te converteren en op te slaan. De opname wordt als een aparte opname opgeslagen dus de RAW-opname blijft ongewijzigd. Selecteer de opname die u wilt converteren. Selecteer het menu [File/Bestand] [Convert and save/converteren en opslaan]. Het venster [Convert and save/converteren en opslaan] wordt weergegeven. Geef de gewenste instellingen op en klik op de knop [Save/Opslaan]. Standaard wordt de opname geconverteerd naar en opgeslagen als een JPEG-opname met de hoogste opnamekwaliteit, zonder dat het formaat van de opname wordt gewijzigd. Desgewenst kunt u de instellingen wijzigen. Voer een bestandsnaam in Selecteer de opslaglocatie Selecteer een opnametype Klik om op te slaan De RAW-opname wordt naar een JPEG- of TIFF-opname geconverteerd en als een nieuwe opname op de opgegeven locatie opgeslagen. De ontwikkel-/bewerkingsresultaten opslaan voor de versie die u momenteel gebruikt De verwerkingstechnologie van DPP voor RAW- wordt voortdurend verbeterd, zodat u de laatste verwerkingstechnieken beter kunt toepassen. Dat betekent dat bij twee verschillende DPP-versies de verwerkingsresultaten zelfs bij identieke RAW-opnamegegevens enigszins kunnen afwijken. Hetzelfde geldt voor RAW-opnamegegevens die aanzienlijk zijn gewijzigd en waaraan een recept is toegevoegd. Wanneer u de ontwikkel- of bewerkingsresultaten van uw huidige versie in de huidige staat wilt opslaan, wordt het aanbevolen om te converteren en op te slaan als JPEG- of TIFF-. Nadat de opname is opgeslagen volgens de instructies op deze pagina, wordt een bijgesneden opname (pag. 8) of een opname waaruit stof is verwijderd zoals beschreven in hoofdstuk (pag. 7 t/m pag. 77), blijvend een bijgesneden opname of een opname waaruit stof is verwijderd. U kunt de ruis reduceren die optreedt wanneer u een opname naar JPEG converteert en opslaat (pag. 9 en pag. 9). U kunt meerdere in een batch converteren en opslaan (pag. 0). Raadpleeg pag. 6 voor een overzicht van de functies in het venster [Convert and save/converteren en opslaan].

43 Opnamen opnieuw Wanneer worden bewerkt met het toolpalet (pag. t/m pag. ), worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen aangepast en blijven de 'oorspronkelijke opnamegegevens' ongewijzigd. Daarnaast wordt de informatie over het bijsnijdingskader van een bijgesneden opname (pag. 8) gewoon bij de opname opgeslagen. U kunt daarom alle wijzigingen die bij de opname zijn opgeslagen (pag. ), zoals het bijsnijdingskader, ongedaan maken en de laatst opgeslagen versie of de oorspronkelijke versie van de opname herstellen. Selecteer de opname die u opnieuw wilt. Selecteer het menu [Adjustment/Aanpassen] gewenste item. De instellingen van het geselecteerde item worden hersteld. Een opname afdrukken In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u foto's met een hoge resolutie gemakkelijk kunt afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint EX of Easy-PhotoPrint (afdruksoftware van Canon). Daarnaast komt aan de orde hoe u foto's kunt afdrukken met andere printers. Ga naar de pagina voor de printer die u gebruikt. Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint EX (deze pagina) Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint (pag. 6) Foto's afdrukken met een andere printer dan een Canon-inkjetprinter (pag. 9) Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint EX U kunt de volgende afdruk voor foto's uitvoeren met Canon-inkjetprinters die compatibel zijn met Easy-PhotoPrint EX (hierna 'EPP EX' genoemd): RAW- met eenvoudige kleur Afdrukken met getrouwe kleuren Voor deze afdrukbewerking moet EPP EX versie. of hoger op uw computer zijn geïnstalleerd.

44 Selecteer de opname die u wilt afdrukken. Start EPP EX. Selecteer het menu [File/Bestand] [Plug-in printing/afdrukken met plug-in] [Print with Easy-PhotoPrint EX/Afdrukken met Easy-PhotoPrint EX]. Selecteer in het EPP EX-venster het menu [File/Bestand] [Preferences/Voorkeuren]. Het venster [Preferences/Voorkeuren] wordt weergegeven. Selecteer in [Print Quality/Afdrukkwaliteit] de optie [Quality Priority/Hoge kwaliteit] en klik op de knop [Option/Optie]. Schakel in het volgende dialoogvenster het selectievakje [Print with the best quality when you select [Quality Priority]/Afdrukken met de beste kwaliteit wanneer [Hoge kwaliteit] is geselecteerd] in. EPP EX wordt gestart. Selecteer Quality Priority (Hoge kwaliteit) Schakel het selectievakje [Print with the best quality when you select [Quality Priority]/Afdrukken met de beste kwaliteit wanneer [Hoge kwaliteit] is geselecteerd] in.

45 6 Selecteer het tabblad [Advanced/Geavanceerd], schakel het selectievakje [Enable ICC profile/icc-profiel inschakelen] in en klik vervolgens op de knop [OK]. Het venster [Preferences/Voorkeuren] wordt afgesloten. Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken en klik op [Select Paper/Papier selecteren]. EPP EX Klik hierop Klik hierop om meer exemplaren af te drukken. 7 Selecteer het type papier en klik vervolgens op de knop [Layout/Print/Lay-out/afdrukken]. Selecteer papierformaat en -soort Klik hierop Selecteer de lay-out en klik op de knop [Print/Afdrukken]. 8 Selecteer de lay-out Klik om af te drukken Het afdrukken wordt gestart.

46 Aanvullende informatie Tot 000 tegelijk afdrukken U kunt tot 000 tegelijk in DPP selecteren. Als u meer dan 000 wilt afdrukken, dient u deze op te splitsen in meerdere afdruktaken. De kleur van de afdruk is niet naar verwachting Selecteer [Preferences/Voorkeuren] in het menu [File/Bestand] van het EPP EX-venster en klik vervolgens op het tabblad [Advanced/Geavanceerd] in het venster [Preferences/Voorkeuren] om het tabblad [Advanced/Geavanceerd] weer te geven. Selecteer [Enable ICC profile/icc-profiel inschakelen] in [Color correction for printing/kleurcorrectie voor afdrukken] op het tabblad [Advanced/Geavanceerd] en druk af met de instelling [Perceptual/Volgens waarneming] (pag. 6). DPP is tevens geschikt voor afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro (pag. 88). Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint U kunt de volgende afdruk voor foto's uitvoeren met Canon-inkjetprinters die compatibel zijn met Easy-PhotoPrint (hierna 'EPP' genoemd): RAW- met eenvoudige kleur Afdrukken van hoge kwaliteit maken met het kleurenreproductiebereik van Adobe RGB en een Canon-inkjetprinter Voor deze afdrukbewerking moet EPP versie. of hoger op uw computer zijn geïnstalleerd. Wanneer u gebruikmaakt van een inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint EX, verdient het aanbeveling af te drukken met Easy-PhotoPrint EX (pag. ). Houd er rekening mee dat afdrukken niet mogelijk is met een computer waarop Mac OS X 0.7 wordt uitgevoerd, omdat EPP niet compatibele is met Mac OS X 0.7. Selecteer de opname die u wilt afdrukken. Start EPP. Selecteer het menu [File/Bestand] [Plug-in printing/afdrukken met plug-in] [Print with Easy-PhotoPrint/Afdrukken met Easy-PhotoPrint]. EPP wordt gestart. 6

47 Selecteer in het EPP-venster het menu [Easy-PhotoPrint] [Preferences/Voorkeuren]. Het venster [Preferences/Voorkeuren] wordt weergegeven. Selecteer in [Print Quality/Afdrukkwaliteit] de optie [Quality Priority/Hoge kwaliteit]. Selecteer Quality Priority (Hoge kwaliteit) 6 Selecteer het tabblad [Advanced/Geavanceerd] en controleer of de opnamecompensatiefunctie van EPP is uitgeschakeld. Als de opnamecompensatiefunctie van EPP niet is uitgeschakeld, worden de kleuren tijdens het afdrukken van de mogelijk niet juist gereproduceerd. Schakel indien nodig het selectievakje uit Klik om het venster te sluiten Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken en klik op [Next/Volgende]. Klik hierop Klik hierop om meer exemplaren af te drukken. 7

48 7 Controleer of de opnamecompensatiefunctie is uitgeschakeld, selecteer de papiersoort en klik op [Next/Volgende]. Schakel indien nodig de selectievakjes uit Klik hierop Selecteer de papiersoort Selecteer de lay-out en klik op [Print/Afdrukken]. 8 Aanvullende informatie Tot 000 tegelijk afdrukken U kunt tot 000 tegelijk in DPP selecteren. Als u meer dan 000 wilt afdrukken, dient u deze op te splitsen in meerdere afdruktaken. De kleur van de afdruk is niet naar verwachting Stel [Rendering intents when using Easy-PhotoPrint/Rendering intents bij het gebruik van Easy-PhotoPrint] (pag. 9) in op [Perceptual/Volgens waarneming] (pag. 6) en druk de opname af. DPP is tevens geschikt voor afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro (pag. 88). Klik om af te drukken Selecteer de lay-out Het afdrukken wordt gestart. 8

49 Foto's afdrukken met een andere printer dan een Canon-inkjetprinter Het is mogelijk om één opname per vel af te drukken. Selecteer de opname die u wilt afdrukken. Selecteer het menu [File/Bestand] [Print/Afdrukken]. Ordenen van In dit gedeelte wordt beschreven hoe u ongewenste kunt verwijderen, mappen kunt maken voor het opslaan van en hoe u kunt verplaatsen, kopiëren en ordenen. Een ongewenste opname verwijderen Houd er rekening mee dat verwijderde niet kunnen worden teruggehaald. Selecteer een ongewenste opname in het hoofdvenster. Selecteer het menu [File/Bestand] [Delete/Verwijderen]. Het dialoogvenster [Print/Afdrukken] wordt weergegeven. Stel de optie voor het afdrukken van foto's in en druk de opname af. Geef de optimale instellingen voor het afdrukken van foto's op in het dialoogvenster met afdrukinstellingen van de printer en klik op de knop [Print/Afdrukken]. Het afdrukken wordt gestart. De opname wordt in de [Trash/Prullenmand] geplaatst en uit DPP verwijderd. De worden definitief verwijderd via [Finder] [Empty Trash/Prullenmand leegmaken] op het bureaublad. 9

50 Een map maken voor het opslaan van U kunt een map maken waarin u uw kunt sorteren. Selecteer in de mappenstructuur de locatie waar u de nieuwe map wilt maken. Selecteer het menu [File/Bestand] [Create new folder/nieuwe map maken]. Opnamen verplaatsen U kunt naar een aparte map verplaatsen of kopiëren en de op opnamedatum of thema sorteren. Sleep de opname die u wilt verplaatsen of kopiëren. Verplaatsen: Sleep de opname naar de gewenste map en laat de muisknop los. Kopiëren: Houd de toets <Option> ingedrukt, sleep de opname naar de gewenste map en laat de muisknop en de toets <Option> los. De worden naar de doelmap verplaatst of gekopieerd. Het dialoogvenster voor het invoeren van een mapnaam wordt weergegeven. Voer een mapnaam in en klik op de knop [OK]. De nieuwe map wordt gemaakt in de map die u in stap hebt geselecteerd. 0

51 Opnamen in mappen verplaatsen U kunt mappen met verplaatsen of kopiëren en de op map sorteren. Sleep de map die u wilt verplaatsen of kopiëren. Verplaatsen: Sleep de map naar de doelmap en laat de muisknop los. Kopiëren: Houd de toets <Option> ingedrukt, sleep de map naar de doelmap en laat de muisknop en de toets <Option> los. De mappen worden naar de doelmap verplaatst of gekopieerd. Veelgebruikte mappen vastleggen (met een bladwijzer) U kunt mappen die u vaak gebruikt vastleggen in bladwijzers. U geeft vastgelegde mappen weer door op het menu [Bookmark/ Bladwijzer] te klikken. Selecteer de map waarvoor u een bladwijzer wilt instellen. Maak een selectie Selecteer het menu [Bookmark/Bladwijzer] [Add/Toevoegen]. De map die u in stap hebt geselecteerd, wordt vastgelegd in het menu [Bookmark/Bladwijzer]. Selecteer een vastgelegde map in het menu [Bookmark/ Bladwijzer] om de in de geselecteerde map in het hoofdvenster weer te geven. Bladwijzers ordenen U kunt een map die in [Bookmark/Bladwijzer] is vastgelegd verwijderen of hernoemen. Selecteer het menu [Bookmark/Bladwijzer] [Organize/Ordenen]. Het venster [Sort bookmarks/bladwijzers sorteren] wordt weergegeven en u kunt de naam van de map wijzigen of mappen verwijderen.

52 In dit hoofdstuk komen verschillende voorkeursinstellingen aan de orde, waaronder instellingen voor geavanceerde aanpassing van, automatisch stof wissen, verschillende afdrukfuncties en kleurbeheer. Deze functies zijn bedoeld voor gebruikers met ervaring in het gebruik van commerciële beeldbewerkingssoftware. Opnamen en tegelijkertijd de bewerkte opname met het origineel vergelijken... De splitsing van het venster wijzigen... Meerdere aanpassen en met elkaar vergelijken... Een gebied buiten het ingestelde gebied weergeven als waarschuwing (waarschuwing voor belichting/schaduw) De witbalans aanpassen met de kleurtemperatuur... 6 De witbalans instellen met het kleurenwiel... 6 Het dynamisch bereik aanpassen... 7 De helderheid van schaduwen/lichte delen aanpassen... 7 Kleurtooncurve aanpassen... 8 Voorbeeld van een kleurtooncurvebewerking... 9 Een beeldstijlbestand gebruiken... 9 Het tabblad RGB van het toolpalet Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) gebruiken... 6 Ruis reduceren... 6 Lensaberratie corrigeren... 6 Compatibele camera's... 6 Compatibele objectieven... 6 Correcties aanbrengen... 6 Effecten van correctie van vervorming/aberratie voor fisheye-objectieven De schuifregelaar Shooting distance information (Informatie opnameafstand) Meerdere tegelijk corrigeren Digitale lensoptimalisatie gebruiken Compatibele camera's Compatibele objectieven Digitale lensoptimalisatie gebruiken Automatisch stof wissen... 7 Compatibele camera's... 7 Automatisch stof wissen in het hoofdvenster... 7 Handmatig stof wissen (reparatiefunctie)... 7 Ongewenste delen van een opname wissen (kopieerstempelfunctie) Een RAW-opname overbrengen naar Photoshop De te gebruiken kleurruimte instellen Opnamen samenvoegen Samenvoegmethodes... 8 HDR- (High Dynamic Range) maken... 8 Map Utility opstarten... 8 Afdrukken met opname-informatie Afdrukken van een lijst met miniaturen (afdrukken op één vel) RAW-opnam met een professionele Canon-printer Afdrukken met een professionele Canon-inkjetprinter Afdrukken met DPP en Easy-PhotoPrint Pro Afdrukken met DPP en Print Studio Pro Afdrukken met een printer voor grote formaten van Canon Voorkeuren opgeven General Settings (Algemene instellingen)... 9 View Settings (Weergave-instellingen)... 9 Tool palette (Toolpalet)... 9 Color Management (Kleurbeheer)... 9

53 Opnamen en tegelijkertijd de bewerkte opname met het origineel vergelijken U kunt de onbewerkte en de bewerkte versie van een aangepaste opname in één venster weergeven en aanpassingen uitvoeren waarvan u het resultaat direct kunt bekijken. Selecteer het menu [View/Beeld] [Before/after comparison/ Voor/na vergelijking] in het bewerkingsvenster. De opname wordt gesplitst in een linker- en een rechtervenster. In het rechtervenster wordt de bewerkte versie van de opname weergegeven. Wijzig de opnameweergave. Selecteer het menu [View/Beeld] [Change up/down/left/right/ Boven/onder/links/rechts wisselen] [Up/down/Boven/onder]. De splitsing van het venster wijzigen U kunt één opname in tweeën gesplitst weergeven. Selecteer in het bewerkingsvenster het menu [View/Beeld] [Display mode/weergavemodus] [Split single image/opname splitsen]. Eén opname wordt gesplitst en links en rechts, of onder en boven in het scherm weergegeven. Als u wilt overschakelen van boven en onder in het scherm naar links en rechts in het scherm, voert u dezelfde bewerking uit als in stap links op deze pagina. De twee worden nu onder elkaar weergegeven. De bewerkte versie van de opname wordt in het onderste venster weergegeven. Met dezelfde handeling kunnen ook in het beeldbewerkingsvenster worden weergegeven.

54 Meerdere aanpassen en met elkaar vergelijken U kunt de weergavepositie van meerdere bewerkingsvensters synchroniseren en aanpassen en tegelijkertijd de bewerkte met elkaar vergelijken. Geef de die u wilt vergelijken weer in het bewerkingsvenster. Lijn de uit. Lijn de uit zodat u ze gemakkelijk met elkaar kunt vergelijken. Selecteer het menu [Window/Venster] [Synchronize/Synchroniseren]. Vergroot de opname. Vergroot een van de bewerkingsvensters en geef dit weer. Verplaats de weergavepositie. Als u in één van de bewerkingsvensters de weergavepositie verplaatst, wordt de vergrotingsweergavepositie in de andere bewerkingsvensters ook gewijzigd. Selecteer nogmaals het menu [Window/Venster] [Synchronize/ Synchroniseren] als u het synchroniseren wilt annuleren. De overige bewerkingsvensters worden ook in dezelfde positie en met dezelfde vergrotingsverhouding weergegeven. Alleen de vergrotingsweergavepositie en de vergrotingsverhouding worden gesynchroniseerd. Aanpassingen in de worden niet gesynchroniseerd.

55 Een gebied buiten het ingestelde gebied weergeven als waarschuwing (waarschuwing voor belichting/schaduw) U kunt in zowel het belichte deel als het schaduwdeel een waarschuwing instellen. Dit is handig voor het controleren van de lichte en donkere gebieden en om te voorkomen dat een opname te veel wordt aangepast. Op plaatsen waar de opname het ingestelde bereik overschrijdt, kunt u het belichte deel in rood en het schaduwdeel in blauw weergeven. Selecteer het menu [Digital Photo Professional] [Preferences/Voorkeuren]. Selecteer het tabblad [View settings/weergaveinstellingen]. Voer de waarschuwingswaarde voor [Highlight/ Belichting] en [Shadow/Schaduw] in. 6 Geef het bewerkingsvenster weer. Selecteer het menu [View/Beeld] [Highlight/ Belichting]. Selecteer op dezelfde wijze [Shadow/ Schaduw]. Als er op de geopende opname een gebied is dat de waarde die u in stap hebt ingevoerd overschrijdt, wordt het belichte deel van dat gebied rood en het schaduwgebied blauw weergegeven. Klik op [OK] om het venster te sluiten. Met dezelfde bewerking kunt u de waarschuwing ook weergeven in het beeldbewerkingsvenster.

56 In dit gedeelte komen de toolpaletfuncties voor geavanceerde aanpassingen in het bewerkingsvenster aan de orde. In dit gedeelte komen aanpassingen aan de orde die met de geavanceerde functies op de tabbladen [RAW] en [RGB], en functies op het toolpalet [NR/ALO/Ruisreductie/ALO] en [LENS] worden uitgevoerd. De witbalans aanpassen met de kleurtemperatuur U kunt de witbalans aanpassen door een numerieke waarde voor de kleurtemperatuur in te stellen. Selecteer [Color temperature/kleurtemperatuur] in de keuzelijst [White balance adjustment/witbalans aanpassen]. Stel de kleurtemperatuur in. Geeft de waarde van de instelling weer Sleep de schuifregelaar naar links of rechts De witbalans instellen met het kleurenwiel U kunt de witbalans instellen door de cursor te verplaatsen in de richting van de kleur die in het kleurenwiel wordt weergegeven. Klik op de knop [Tune/Instellen] op het tabblad [RAW] van het toolpalet. Sleep het punt om de witbalans in te stellen. U kunt uw aanpassing bovendien nog nauwkeuriger instellen door de aanpassingswaarden rechtstreeks in te voeren. Sleep Voer de gewenste waarden in Als u aanpassingsresultaten als een persoonlijke witbalans wilt opslaan (pag. 00), selecteert u een andere instelling dan [Shot settings/opname-instellingen] in de keuzelijst [White balance adjustment/witbalans aanpassen] en stemt u de witbalans vervolgens precies af met het kleurenwiel. U kunt de aanpassingsresultaten niet als een persoonlijke witbalans opslaan als u [Shot settings/opname-instellingen] hebt geselecteerd in de keuzelijst en de witbalans hebt aangepast. U kunt de witbalans niet wijzigen of aanpassen van RAW- met meervoudige belichting die met de camera zijn gemaakt. Het aanpassingsbereik is 00 t/m K (in stappen van 00 K). Het aanpassingsbereik van de kleurtoon is 0 t/m 9 (numerieke waarden in stappen van ) en het aanpassingsbereik van de verzadiging is 0 t/m (numerieke waarden in stappen van ). 6

57 Het dynamisch bereik aanpassen U kunt het dynamische bereik (het bereik van weergegeven lichtgradaties) van donkere punten naar heldere punten in een opname aanpassen. Omlaag verplaatsen uitvoerniveau lichtpunten Naar links of rechts verplaatsen invoerniveau lichtpunten Omhoog verplaatsen uitvoerniveau schaduwpunten De helderheid van schaduwen/lichte delen aanpassen In een opname kunt u de helderheid van schaduwen en lichte delen aanpassen. Door de helderheid van schaduwen en lichte delen in een opname te beperken, kunt u het effect van afgesneden schaduwen en lichte delen verminderen. Sleep de schuifregelaars naar links of rechts Naar links of rechts verplaatsen invoerniveau schaduwpunten Op de horizontale as wordt het invoerniveau weergegeven en op de verticale as het uitvoerniveau. 7

58 Kleurtooncurve aanpassen U kunt de helderheid, het contrast en de kleur van een bepaald gebied aanpassen door de kleurtooncurve te wijzigen (pag. ). Selecteer het tabblad [RGB] in het toolpalet. Selecteer de kleurtooncurvemodus en de interpolatiemethode. Voer de gewenste aanpassingen uit. RGB wordt batchgewijs aangepast Hiermee wordt elk kanaal aangepast Klik om een [ ] (punt) toe te voegen Sleep [ ] om de opname aan te passen. Houd <Control> ingedrukt en klik in de grafiek om het menu weer te geven. Op de horizontale as wordt het invoerniveau weergegeven en op de verticale as het uitvoerniveau. Het maximale aantal [ ] is 8. Als u [ ] wilt verwijderen, dubbelklikt u op [ ]. De uitgevoerde aanpassingen worden doorgevoerd en weergegeven in het histogram. U kunt de histogramweergave ook vastzetten, zodat ingevoerde wijzigingen niet in het histogram worden weergegeven (pag. 9). De kleurtooncurvemodus en interpolatiemethode voor een kleurtooncurve kunnen ook worden gewijzigd in [Preferences/Voorkeuren] (pag. 9). 8

59 Voorbeeld van een kleurtooncurvebewerking Gemiddelde kleurtonen worden helderder Kleurtonen worden minder zacht Gemiddelde kleurtonen worden donkerder Kleurtonen worden zachter Een beeldstijlbestand gebruiken Een beeldstijlbestand is een uitgebreid beeldstijlfunctiebestand. Met DPP kunt u beeldstijlbestanden op RAW- toepassen. Bijvoorbeeld beeldstijlbestanden die u van de Canon-website hebt gedownload (verschillende scènes beschikbaar) of beeldstijlbestanden die u met Picture Style Editor hebt gemaakt. U moet een beeldstijlbestand op de computer opslaan voordat u het kunt gebruiken. Geef in het bewerkingsvenster de opname weer waarop u een beeldstijlbestand wilt toepassen (pag. ). Selecteer het tabblad [RAW] in het toolpalet en klik op de knop [Browse/Bladeren]. Het dialoogvenster [Open/Openen] wordt weergegeven. Selecteer een op de computer opgeslagen beeldstijlbestand en klik op de knop [Open/Openen]. Het geselecteerde beeldstijlbestand wordt op de opname toegepast. Als u een ander beeldstijlbestand wilt toepassen, herhaalt u de procedure vanaf stap. U kunt alleen beeldstijlbestanden met de extensie '.PF' of '.PF' toepassen op de camera. U kunt bovendien geen beeldstijlbestanden met de extensie '.PSE' toepassen op een opname. Als een dergelijk bestand echter in de camera is vastgelegd en u hebt de opname gemaakt, wordt deze goed weergegeven. 9

60 Het tabblad RGB van het toolpalet Afhankelijk van de die u wilt uitvoeren, kunt u aanpassen met de tabbladen [RAW], [RGB], [NR/ALO/Ruisreductie/ ALO] en [LENS] van het toolpalet. Op het tabblad [RGB] in het toolpalet vindt u functies die ook met normale beeldbewerkingssoftware kunnen worden uitgevoerd. Eén van deze functies is de aanpassing van kleurtooncurve, die in dit hoofdstuk aan de orde komt en waarmee u RAW- kunt aanpassen. Omdat het aanpassingsbereik van de functies op het tabblad [RGB] van het toolpalet echter groter is dan van het tabblad [RAW], is de kleur van de opname mogelijk verzadigd of neemt de kwaliteit van de opname mogelijk af als de aanpassing te groot is. Het is daarom raadzaam om voor andere functies dan aanpassing van de kleurtooncurve (pag. 8) en automatische aanpassing (pag. ) deze functies op het tabblad [RAW] van het toolpalet te gebruiken. Raadpleeg hoofdstuk voor informatie over de functies op het tabblad [RGB] van het toolpalet (met uitzondering van aanpassing van de kleurtooncurve). Het toolpalet gebruiken Het verdient aanbeveling RAW- standaard te met het tabblad [RAW] van het toolpalet. Als het aanpassingsbereik van de functies op het tabblad [RAW] van het toolpalet te beperkt is en u de speciale functies op het tabblad [RGB] van het toolpalet wilt gebruiken, is het raadzaam eerst basisaanpassingen uit te voeren met het tabblad [RAW]. Vervolgens gebruikt u de laagst mogelijke aanpassingsinstellingen op het tabblad [RGB]. Gebruik de aanpasfunctie van de tabbladen [NR/ALO/Ruisreductie/ALO] en [LENS] van het toolpalet (pag. ) wanneer u Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) toepast (pag. 6), ruis reduceert (pag. 6) of aberratie corrigeert (pag. 6) nadat u de gewenste aanpassingen met het toolpalet [RAW] en [RGB] hebt gemaakt. 60

61 Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) gebruiken Als het opnameresultaat donker of het contrast laag is, kunt u met de functie Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) de helderheid of het contrast automatisch bijstellen voor een mooiere opname. U kunt de instellingen van de gemaakte opname ook wijzigen met de functie Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) van de camera. Deze functie is alleen compatibel met RAW- die zijn gemaakt met een EOS-D X, EOS-D Mark IV, EOS D Mark III, EOS D Mark II, EOS 6D, EOS 7D, EOS 60D, EOS 0D, EOS 60D, EOS 600D, EOS 0D, EOS 00D, EOS 00D of EOS M. * ALO staat voor Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid). Selecteer het tabblad [NR/ALO/Ruisreductie/ALO] in het toolpalet van het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster. Schakel het selectievakje in. Voor die met de functie Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) van de camera zijn gemaakt, is het selectievakje al ingeschakeld. Pas de instellingen naar wens aan. Selectieteken Kies uit drie niveaus: Low (Laag)/Standard (Standaard)/Strong (Sterk) De opname wordt automatisch op basis van de instellingen gecorrigeerd. Voor die zijn gemaakt met de functie Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) van de camera, is het selectievakje al ingeschakeld. De instellingen op het moment van opname worden als standaardwaarden genomen. Als u Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) wilt annuleren, schakelt u het selectievakje uit. Wanneer [Highlight tone priority/lichte tonen prioriteit] is ingesteld op [Enable/Inschakelen] in EOS-D X, EOS D Mark III, EOS 6D, EOS 7D, EOS 60D, EOS 60D, EOS 600D, EOS 0D, EOS 00D en EOS M, kan de functie Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) niet worden ingesteld. U kunt Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) niet selecteren voor RAW- met meervoudige belichting die met de camera zijn gemaakt. 6

62 Ruis reduceren U kunt ruis reduceren in RAW- die in het donker of met een hoge ISO-snelheid zijn gemaakt. NR is een afkorting van 'noise reduction' (ruisreductie). Selecteer het tabblad [NR/ALO/Ruisreductie/ALO] in het toolpalet van het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster. Klik op de knop [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld]. Het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] wordt weergegeven. Pas een opname aan. Ruisreductiecontrolevenster Navigatievenster Vergrotingsweergavepositie Sleep de schuifregelaars U kunt een ruisreductieniveau tussen 0 en 0 instellen. Hoe hoger de instelling, hoe groter het effect van de ruisreductie. U kunt het effect van de ruisreductie controleren wanneer een opname wordt weergegeven op 00% in het ruisreductiecontrolevenster. U kunt de weergavepositie van het ruisreductiecontrolevenster wijzigen door de vergrotingsweergavepositie over het navigatievenster te slepen. Klik op de knop [Apply/Toepassen]. Ruisreductie wordt op de opname toegepast en de opname wordt opnieuw weergegeven. De functie voor ruisreductie werkt niet Ruisreductie kan niet worden toegepast als [Viewing and saving RAW images/raw- weergeven en opslaan] (pag. 9) is ingesteld op [High speed/hoge snelheid] in het venster [Preferences/Voorkeuren]. Selecteer [High quality/hoge kwaliteit] om ruis te reduceren. Dezelfde ruisreductie instellen voor verschillende Wanneer u meerdere selecteert in het hoofdvenster, kunt u hetzelfde ruisreductieniveau voor de instellen zonder het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] weer te geven. U past het ruisreductieniveau aan in het toolpalet [NR/ALO/Ruisreductie/ALO] (pag. ) met behulp van de schuifregelaars [Luminance noise reduction/ Luminantieruisreductie] en [Chrominance noise reduction/ Kleurtoonruisreductie] en klikt vervolgens op de knop [Apply/Toepassen]. U kunt het standaardniveau voor ruisreductie vooraf instellen via [Default noise reduction settings/standaardinstellingen voor ruisreductie] op het tabblad [Tool palette/toolpalet] in [Preferences/ Voorkeuren] (pag. 9). Wanneer [Apply camera settings/camera-instellingen toepassen] is geselecteerd, kunt u vooraf het ruisreductieniveau op de camera-instellingen afstemmen. Als u [Set as defaults/instellen als standaardinstellingen] selecteert, kunt u vooraf een standaardinstelling voor het ruisreductieniveau opgeven. Dit is vooral handig wanneer u ruisreductie op alle in een map tegelijk wilt toepassen, bijvoorbeeld voor met een hoge ISO-snelheid. Op waaraan een recept is toegevoegd, wordt echter het ruisniveau toegepast dat in het recept is vastgelegd. Als [Luminance noise/luminantieruis] is ingesteld, wordt de resolutie mogelijk lager naarmate u ruisreductie toepast. Als [Chrominance noise/kleurtoonruis] is ingesteld, kan kleurdoorloop optreden als u ruisreductie toepast. Raadpleeg pag. voor een overzicht van de functies in het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld]. 6

63 Lensaberratie corrigeren U kunt minder heldere randen, vervormingen in het onderwerp, kleurvervaging door de fysieke eigenschappen van de lens of een resterende lichte aberratie eenvoudig corrigeren. U kunt alleen RAW- corrigeren die zijn gemaakt met de onderstaande compatibele camera's en objectieven. U kunt geen JPEGof TIFF- corrigeren. Compatibele camera's EOS-D X EOS-D Mark IV EOS-Ds Mark III EOS-D Mark III EOS-D Mark II N EOS-Ds Mark II EOS-D Mark II EOS-Ds EOS-D EOS D Mark III EOS D Mark II EOS D* EOS 6D EOS 7D EOS 60D EOS 0D EOS 0D EOS 0D* EOS 60D EOS 600D EOS 0D EOS 00D EOS 0D EOS 00D DIGITAL EOS 00D EOS 000D EOS M * Firmwareversie.. vereist * Firmwareversie.0.6 vereist Compatibele objectieven Fisheye-, ultragroothoek- en groothoekobjectieven EF mm f/.8l USM EF mm f/.8l II USM* EF 8-mm f/l USM Fisheye* EF mm f/.8 Fisheye* EF 0mm f/.8 USM EF mm f/.l USM EF mm f/.l II USM* EF mm f/.8 EF mm f/.8 IS USM* EF 8mm f/.8 USM EF 8mm f/.8 EF 8mm f/.8 IS USM* EF mm f/.l USM EF mm f/ Standaard en middelgrote teleobjectieven EF 0mm f/.8 STM* EF 0mm f/.l USM* EF 0mm f/. USM EF 0mm f/.8 II EF 8mm f/.l II USM* EF 00mm f/ USM EF mm f/l USM EF 00mm f/l IS USM* EF 0mm f/.8 EF 8mm f/.l USM EF 8mm f/.8 USM _ Teleobjectieven EF mm f/.8 (met Softfocus-mechanisme) EF 00mm f/.8l USM EF 00mm f/.8l II USM EF 00mm f/.8l IS II USM* EF 00mm f/.8l IS USM EF 00mm f/l IS USM EF 00mm f/.8l IS USM EF 00mm f/.8l IS II USM* EF 00mm f/.6l USM EF 00mm f/ DO IS USM EF 00mm f/l IS USM EF 00mm f/l IS II USM* EF 600mm f/l IS USM EF 600mm f/l IS II USM* EF 800mm f/.6l IS USM* _ 6

64 Zoomobjectieven EF 6-mm f/.8l USM EF 6-mm f/.8l II USM* EF 7-mm f/.8l USM EF 7-0mm f/l USM EF 0-mm f/.-. USM EF -70mm f/.8l USM EF -70mm f/.8l II USM* EF -70mm f/l IS USM* EF -8mm f/.-. USM EF -0mm f/l IS USM EF 8-70mm f/.8l USM EF 8-90mm f/-.6 USM EF 8-90mm f/-.6 II USM EF 8-90mm f/-.6 EF 8-90mm f/-.6 II EF 8-90mm f/-.6 III EF 8-0mm f/.-. USM EF 8-0mm f/.-. II USM EF 8-0mm f/-.6 USM EF 8-0mm f/-.6 EF 8-mm f/.-.6 IS USM EF 8-00mm f/.-.6 EF 8-00mm f/.-.6 USM EF 8-00mm f/.-.6l IS USM EF -00mm f/.-.6 II USM EF -00mm f/-.6 USM EF 70-00mm f/.8l USM EF 70-00mm f/.8l IS USM EF 70-00mm f/.8l IS II USM* EF 70-00mm f/l USM EF 70-00mm f/l IS USM* EF 70-00mm f/-.6l IS USM* EF 70-00mm f/-.6 IS USM EF 70-00mm f/.-.6 DO IS USM EF 7-00mm f/-.6 II* EF 7-00mm f/-.6 III* EF 7-00mm f/-.6 USM EF 7-00mm f/-.6 II USM EF 7-00mm f/-.6 III USM EF 90-00mm f/.-.6 EF 90-00mm f/.-.6 USM EF 00-00mm f/.-.6 USM EF 00-00mm f/.-.6l IS USM _ Macro-objectieven EF 0mm f/. Compact Macro* EF 00mm f/.8 Macro USM EF 00mm f/.8l Macro IS USM* EF 80mm f/.l Macro USM MP-E 6mm f/.8 -x Macro _ Photo* EF-S-objectieven EF-S 60mm f/.8 Macro USM EF-S 0-mm f/.-. USM EF-S -8mm f/.-.6 IS USM* EF-S 7-mm f/.8 IS USM EF-S 7-8mm f/-.6 IS USM EF-S 8-mm f/.-.6 EF-S 8-mm f/.-.6 II EF-S 8-mm f/.-.6 III* EF-S 8-mm f/.-.6 USM EF-S 8-mm f/.-.6 II USM EF-S 8-mm f/.-.6 IS* EF-S 8-mm f/.-.6 IS II* EF-S 8-mm f/.-.6 IS* EF-S 8-mm f/.-.6 IS STM* EF-S 8-00mm f/.-.6 IS* EF-S -0mm f/-.6 IS* EF-S -0mm f/-.6 IS II* _ EF-M mm f/ STM EF-M-objectieven EF-M 8-mm f/.-.6 IS STM Aberratiecorrectie is niet mogelijk bij die met een combinatie van de objectieven * * * en de EOS D of EOS 0D met de onderstaande firmwareversies zijn gemaakt. * Op de EOS D kunt u geen EF-S-objectief bevestigen. * EOS D met firmwareversie..0 of lager, EOS 0D met firmwareversie.0. of lager * EOS D met firmwareversie..0 of lager, EOS 0D met firmwareversie.0. of lager * EOS D met firmwareversie.0. of lager, EOS 0D met firmwareversie.0. of lager U kunt ook RAW- corrigeren die zijn genomen met een compatibel objectief, ook wanneer de extender is geplaatst. U kunt ook RAW- corrigeren die met de combinatie van de EF 0mm f/. Compact Macro fitted en de Life Size Converter EF zijn gemaakt. De functie voor aberratiecorrectie kan niet worden gebruikt bij die zijn gemaakt met andere combinaties van camera en objectief dan vermeld onder 'Compatibele camera's' en 'Compatibele objectieven'. Deze worden daarom niet weergegeven en kunnen niet worden gebruikt. De functie voor lensafwijkingscorrectie kan niet worden gebruikt bij RAW- met meervoudige belichting die met de camera zijn gemaakt. 6

65 Correcties aanbrengen U kunt elke van de vier onderstaande aberraties corrigeren, zowel één voor één als gelijktijdig. Peripheral illumination (Helderheid randen) Chromatic aberration (Chromatische aberratie) (kleurranden in de buitenranden van een opname) Color blur (Kleurvervaging) (vervaging van blauw of rood die soms optreedt aan de rand van het belichte gebied van een opname) Distortions (Vervormingen) Selecteer het tabblad [LENS] in het toolpalet. Klik op [Tune/Afstellen]. Selecteer de items die u wilt corrigeren. Het venster [Lens aberration correction/lensaberratie corrigeren] wordt weergegeven. De opname wordt gecorrigeerd en opnieuw weergegeven. Controleer de resultaten van correcties aan de randbelichting of vervormingen in de volledige weergave. Controleer de resultaten van correcties aan chromatische aberratie en kleurvervaging door op het gebied van de opname te klikken dat u wilt controleren. In de rechterbovenhoek van het venster wordt het gebied met een vergroting van 00% weergegeven (pag. 8). U kunt de mate van correctie verlagen door de schuifregelaar voor het te corrigeren item naar links te slepen. Rode chromatische aberratie kunt u corrigeren met schuifregelaar [R] van [Chromatic aberration/chromatische aberratie] en blauwe chromatische aberratie met schuifregelaar [B]. Voor de correctie van vervorming/aberratie van die zijn gemaakt met een fisheye-objectief (EF 8 mm f/l USM Fisheye of EF mm f/.8 Fisheye), kan een van vier effecten worden geselecteerd in de keuzelijst [Effect] naast [Shot settings/opnameinstellingen] wat normaal wordt gebruikt bij vervormingscorrectie. Het niveau van een effect kan worden aangepast met de schuifregelaar onder [Distortion/Vervorming]. Raadpleeg "Effecten van correctie van vervorming/aberratie voor fisheye-objectieven" voor meer informatie over elk effect (pag. 66). 6

66 Voor die zijn gemaakt met een EF 8 mm f/l USM Fisheye wordt ook een verfijnende schuifregelaar weergegeven wanneer u [Emphasize Linearity/Lineariteit benadrukken] selecteert in de keuzelijst [Effect]. Pas de hoeveelheid correctie voor vervorming/aberratie aan met de schuifregelaar en gebruik de verfijnende schuifregelaar als meer aanpassing nodig is. Wanneer de keuzelijst voor het selecteren van een verlengstuk wordt weergegeven, selecteert u het verlengstuk uit de keuzelijst dat is bevestigd op het moment van opname. Klik op de knop [OK]. Het venster [Lens aberration correction/lensaberratie corrigeren] wordt gesloten, het resultaat van de correcties wordt op de opname in het bewerkingsvenster toegepast en de opname wordt opnieuw weergegeven. Het resultaat van de instellingen in het venster [Lens aberration correction/lensaberratie corrigeren] wordt ook weergegeven in het toolpalet. In het hoofdvenster wordt op de opname de markering [ ] weergegeven om de lensaberratiecorrecties aan te geven (pag. 8). Effecten van correctie van vervorming/ aberratie voor fisheye-objectieven Shot settings (Opname-instellingen) Wanneer u deze optie selecteert, wordt er alleen correctie voor vervorming/aberratie toegepast om optische vervorming te corrigeren. Emphasize Linearity (Lineariteit benadrukken) Hiermee wordt de opname geconverteerd naar een afbeelding met 'centrale projectie'. Deze projectiemethode wordt gebruikt bij algemene objectieven. Anders dan fisheye-objectieven geeft centrale projectie rechte lijnen weer als rechte lijnen. Door deze optie te selecteren kan een groothoekpanoramische opname worden verkregen. Maar de buitenrand wordt gerekt waardoor de resolutie afneemt. 66

67 Emphasize Distance (Afstand benadrukken) Hiermee wordt de opname geconverteerd naar een afbeelding met 'equidistante projectie'. Deze projectiemethode behoudt de relaties tussen afstanden. Equidistante projectie geeft dezelfde afstanden weer vanaf het centrum tot aan de buitenrand als dezelfde afstanden. Vooral bij van een hemellichaam zoals de hemelbol, wordt elke hoogte boven de horizon (declinatie) vastgelegd met een gelijk interval. Deze methode wordt daarom gebruikt bij fotografie van hemelobjecten (sterrenkaarten, diagrammen van het zonnepad, enzovoort). Emphasize Periphery (Buitenrand benadrukken) Hiermee wordt de opname geconverteerd naar een afbeelding met 'stereografische projectie'. Deze projectiemethode benadrukt de buitenrand. Stereografische projectie zorgt ervoor dat positionele relaties op een bol oppervlak, zoals N, Z, O, W op een kaart, juist worden weergegeven. Deze methode wordt daarom ook gebruikt voor wereldkaarten en bewakingscamera's. Met deze optie wordt de buitenrand gerekt en kan de resolutie afnemen. Emphasize Center (Centrum benadrukken) Hiermee wordt de opname geconverteerd naar een afbeelding met 'orthografische projectie'. Met deze projectiemethode wordt het centrum meer benadrukt. Omdat een orthografische projectie het mogelijk maakt dat een onderwerp met dezelfde helderheid wordt weergegeven alsof het hetzelfde gebied in de opname inneemt, kan deze methode goed worden gebruikt in fotografie voor hemelhelderheiddistributie en fotografie van centraal gesitueerde dieren. Met deze optie wordt het centrum gerekt en kan de resolutie afnemen. Elk van de opties [Emphasize Linearity/Lineariteit benadrukken], [Emphasize Distance/Afstand benadrukken], [Emphasize Periphery/ Buitenrand benadrukken] of [Emphasize Center/Centrum benadrukken] zal tot resultaten leiden die lijken op elk van de projectiemethoden. Maar de conversie zal de projectiemethoden niet precies zo toepassen als in hun werkelijke betekenis. Daarom moet er rekening mee worden gehouden dat deze opties niet geschikt zijn voor wetenschappelijk gebruik of soortgelijke doeleinden. 67

68 De schuifregelaar Shooting distance information (Informatie opnameafstand) Wanneer u RAW- corrigeert die met een camera uit de onderstaande tabel zijn gemaakt en waarbij informatie over de opnameafstand is opgeslagen in de opname, wordt de schuifregelaar automatisch ingesteld op basis van deze opnameafstand. Als er echter geen informatie over de opnameafstand bij de opname is opgeslagen, wordt de schuifregelaar automatisch ingesteld op oneindig en verschijnt er een [<!>] boven de schuifregelaar. Als de opnameafstand niet oneindig is, kunt u de afstand heel precies afstellen door de schuifregelaar te verslepen terwijl u naar het scherm kijkt. Bij beelden die met een EF-M-objectief worden gemaakt kan de afstand niet heel precies worden afgesteld met de schuifregelaar. (De schuifregelaar wordt niet weergegeven.) EOS-D X EOS-D Mark IV EOS-Ds Mark III EOS-D Mark III EOS D Mark III EOS D Mark II EOS 6D EOS 7D EOS 60D EOS 0D EOS 0D EOS 60D EOS 600D EOS 0D EOS 00D EOS 0D EOS 00D EOS 000D EOS M Wanneer u RAW- corrigeert die met een camera uit de onderstaande tabel zijn gemaakt, wordt de schuifregelaar automatisch op oneindig ingesteld (helemaal rechts). Als de opnameafstand niet oneindig is, kunt u de afstand heel precies afstellen door de schuifregelaar te verslepen terwijl u naar het scherm kijkt. EOS-D Mark II N EOS-Ds Mark II EOS-D Mark II EOS-Ds EOS-D EOS D EOS 0D EOS 00D DIGITAL _ Bij RAW- die met een MP-E 6mm f/.8 -x Macro Photo of EF 0mm f/. Compact Macro met Life Size Converter EF zijn gemaakt, verandert de indicatie bij de schuifregelaar in [Magnification factor/vergrotingsfactor]. De instelling voor de schuifregelaar [Shooting distance information/ Informatie opnameafstand] wordt op alle geselecteerde correctieitems toegepast. Meerdere tegelijk corrigeren Selecteer in het hoofdvenster meerdere die u wilt corrigeren. Geeft het toolpalet weer door op de werkbalk op de knop [Tool palette/toolpalet] (pag. 6) te klikken. Als u correcties aanbrengt (pag. 6) wanneer het toolpalet wordt weergegeven, kunt u dezelfde correcties toepassen op alle afbeeldingen die u hebt geselecteerd in het hoofdvenster. U kunt dezelfde correcties ook toepassen door het recept van de gecorrigeerde opname te kopiëren en in meerdere te plakken (pag. ). Aanvullende informatie Na het corrigeren van [Peripheral illumination/helderheid randen] is er ruis verschenen in de randen van een opname U kunt de ruis verminderen door luminantieruisreductie en/of chromatische ruisreductie te gebruiken (pag. 6). Als u echter een hoge correctiewaarde voor [Peripheral Illumination/Helderheid randen] hebt ingesteld voor die in het donker of met een hoge ISO-snelheid zijn gemaakt, wordt de ruis mogelijk niet gereduceerd. Na het corrigeren van de [Distortion/Vervorming] wordt de opname met een lagere resolutie weergegeven U kunt de opname afstemmen op de opname voorafgaand aan de correctie door de opname scherper te maken met de functie voor scherpteaanpassing (pag. ). Na het corrigeren van de [Color blur/kleurvervaging] is de kleurdiepte afgenomen U kunt de opname afstemmen op de opname voorafgaand aan de correctie door de kleurtoon (pag. 9) en/of de kleurverzadiging (pag. 09) aan te passen voor diepere kleuren. Het resultaat van de correctie van [Color blur/kleurvervaging] kan niet worden waargenomen Bij het corrigeren van [Color blur/kleurvervaging] wordt blauwe of rode vervaging aan de randen van het belichte gebied gecorrigeerd. Als instellingen niet met elkaar overeenkomen, is correctie niet mogelijk. De randen van de opname worden mogelijk afgekapt wanneer u de [Distortion/Vervorming] corrigeert. Raadpleeg pag. 8 voor een overzicht van de functies in het venster [Lens aberration correction/lensaberratie corrigeren]. 68

69 Digitale lensoptimalisatie gebruiken Met deze functie kunt u de resolutie van verhogen door resterende abberatie te verwijderen die samenhangt met beeldvormingsfunctionaliteit of verlies van resolutie die het gevolg is van diffractieverschijnselen, een onvermijdelijk bij-effect van licht dat door een lens valt. Deze optische verschijnselen kunnen niet worden gecorrigeerd met [Lens aberration correction/lensaberratie corrigeren] (pag. 6). Correctie wordt uitgevoerd met de ontwerpwaarden van de lens. De die kunnen worden gecorrigeerd, zijn RAW- gemaakt met een van de volgende compatibele camera's en compatibele lenzen. JPEG, TIFF, S-RAW, en M-RAW- kunnen niet worden gecorrigeerd. Als u de functie wilt gebruiken, dient u eerst [Lens data/lensgegevens] te downloaden naar de computer voor de lens waarmee u de wilt maken. Het is raadzaam om, voorafgaand aan het gebruik van digitale lensoptimalisatie, [Sharpness/Scherpte] of [Strength/Sterkte] voor [Unsharp mask/onscherp masker] voor in te stellen op 0. Compatibele camera's EOS-D X EOS-D Mark IV EOS-Ds Mark III EOS-D Mark III EOS-D Mark II N EOS-Ds Mark II EOS-D Mark II EOS-Ds EOS-D EOS D Mark III EOS D Mark II EOS D* EOS 6D EOS 7D EOS 60D EOS 0D EOS 0D EOS 0D* EOS 60D EOS 600D EOS 0D EOS 00D EOS 0D EOS 00D DIGITAL EOS 00D EOS 000D EOS M * Firmwareversie.. vereist * Firmwareversie.0.6 vereist Compatibele objectieven Groothoekobjectieven EF mm f/.8l USM EF mm f/.8l II USM EF 0mm f/.8 USM EF mm f/.l II USM EF mm f/.l USM EF mm f/.8 IS USM EF 8mm f/.8 USM EF 8mm f/.8 IS USM EF mm f/.l USM _ Standaard en middelgrote teleobjectieven EF 0mm f/.8 STM EF 0mm f/. USM EF 0mm f/.l USM EF 8mm f/.l USM EF 8mm f/.l II USM _ Teleobjectieven EF 00mm f/.8l IS II USM EF 00mm f/.8l IS II USM EF 00mm f/l IS II USM EF 600mm f/l IS II USM Zoomobjectieven EF 6-mm f/.8l USM EF 6-mm f/.8l II USM EF 7-0mm f/l USM EF -70mm f/.8l USM EF -70mm f/.8l II USM EF -70mm f/l IS USM EF -0mm f/l IS USM EF 8-70mm f/.8l USM EF 8-00mm f/.-.6 USM EF 8-00mm f/.-.6l IS USM EF 70-00mm f/.8l IS USM EF 70-00mm f/.8l IS II USM EF 70-00mm f/l USM EF 70-00mm f/l IS USM EF 70-00mm f/-.6l IS USM EF 00-00mm f/.-.6l IS USM 69

70 Macro-objectieven EF 00mm f/.8l Macro IS USM _ EF-S-objectieven EF-S 0-mm f/.-. USM EF-S -8mm f/.-.6 IS USM EF-S 7-mm f/.8 IS USM EF-S 7-8mm f/-.6 IS USM EF-S 8-mm f/.-.6 IS EF-S 8-mm f/.-.6 IS STM EF-S 8-00mm f/.-.6 IS _ EF-M-objectieven EF-M mm f/ STM EF-M 8-mm f/.-.6 IS STM Digitale lensoptimalisatie gebruiken Selecteer het tabblad [LENS] in het toolpalet en controleer de instelling voor [Lens data/ Lensgegevens] voor [Digital Lens Optimizer/Digitale lensoptimalisatie]. [Not Available/Niet beschikbaar] wordt weergegeven voor een opname die is gemaakt met een niet-compatibele camera of lens, en voor niet-compatibele, zoals een JPEG, TIFF, S-RAW of M-RAW-opname. De functie kan voor deze niet worden gebruikt. Ga naar stap als [No/Nee] wordt weergegeven. U zult [Lens data/lensgegevens] moeten downloaden voor de lens waarmee de opname is gemaakt, om de functie te kunnen gebruiken. Het verdient aanbeveling van tevoren de lens waarmee u de opname maakt, te controleren. U kunt de gebruikte lens controleren met de knop [Info] op de werkbalk in het hoofdvenster (pag. ). Als [Yes/Ja] wordt weergegeven, gaat u door met stap op de volgende pagina. Digitale lensoptimalisatie kan ook worden toegepast op die zijn gemaakt terwijl er een extender op een compatibel objectief is gemonteerd. U kunt digitale lensoptimalisatie niet selecteren voor RAW- met meervoudige belichting die met de camera zijn gemaakt. Voordat u in stap op de knop [Update/Bijwerken] klikt, wordt wellicht Lens data [No/Nee] weergegeven in plaats van [Not Available/Niet beschikbaar] voor niet-compatibele. 70

71 Klik op de knop [Update/Bijwerken]. Schakel het selectievakje in voor de lens waarmee de opname is gemaakt en klik op de knop [Start]. Het venster [Add or Remove lens data/lensgegevens toevoegen of verwijderen] wordt geopend. De lensgegevens worden naar uw computer gedownload. Als het downloaden van de lensgegevens is voltooid, verandert de instelling bij [Lens data/lensgegevens] in [Yes/Ja]. U kunt de gegevens voor maximaal 0 lenzen in één keer downloaden. Als u het selectievakje uitschakelt bij al eerder gedownloade lensnamen en vervolgens op de knop [Start] klikt, worden die lensgegevens van de computer verwijderd. Of het downloaden van de lensgegevens slaagt of mislukt, is afhankelijk van het type, de huidige status, enz., van de software op de computer. Wacht een tijdje als het downloaden mislukt, en probeer het dan opnieuw. Een omgeving met toegang tot internet (abonnement bij een provider, geïnstalleerde browsersoftware en een functionerende verbinding) is vereist om de functie te kunnen gebruiken. U kunt deze bewerking alleen uitvoeren met beheerdersrechten. 7

72 Klik op [Tune/Afstellen]. Het venster [Digital Lens Optimizer/Digitale lensoptimalisatie] wordt geopend. Schakel het selectievakje in bij [Setting/Instelling] en pas de opname aan. Het selectievakje [Setting/Instelling] zal zijn ingeschakeld als digitale lensoptimalisatie al is toegepast op de opname. Schakel het selectievakje uit en klik op de knop [Save/Opslaan] om digitale lensoptimalisatie te annuleren. Op beelden die worden weergegeven in het venster [Digital Lens Optimizer/Digitale lensoptimalisatie] worden standaard de effecten [Sharpness/Scherpte] en [Unsharp mask/onscherp masker] toegepast. Als u het selectievakje bij [Do not sharpen previews/voorbeelden niet verscherpen] inschakelt, worden de beelden weergegeven zonder dat de effecten [Sharpness/Scherpte] en [Unsharp mask/onscherp masker] zijn toegepast, waardoor u alleen het effect Digital Lens Optimizer (Digitale lensoptimalisatie) hoeft in te schakelen. Bij toepassing van digitale lensoptimalisatie, kunnen de effecten [Sharpness/Scherpte] en [Unsharp mask/onscherp masker] overdadig zijn. Het verdient aanbeveling om de effecten [Sharpness/Scherpte] of [Strength/Sterkte] voor [Unsharp mask/onscherp masker] in te stellen op 0 voordat u digitale lensoptimalisatie toepast. Pas [Sharpness/ Scherpte] en [Unsharp mask/onscherp masker] opnieuw toe nadat u digitale lensoptimalisatie hebt toegepast op een opname. 7

73 Wanneer de keuzelijst voor het selecteren van een verlengstuk wordt weergegeven, selecteert u het verlengstuk uit de keuzelijst dat is bevestigd op het moment van opname. Gebruik de schuifregelaar om het effect van digitale lensoptimalisatie aan te passen. Als [MAX] wordt weergegeven voor digitale lensoptimalisatie, verandert het effect niet meer als u de schuifregelaar verder naar rechts verplaatst. U kunt de weergavepositie van het controlevenster wijzigen door de vergrotingsweergavepositie over het navigatievenster te slepen. Zelfs als u in dit venster opnameafstand voor een lens instelt, zal de waarde aangegeven voor opnameafstand in het venster [Lens aberration correction/lensaberratie corrigeren] niet veranderen. Als er geen informatie over de opnameafstand bij de opname is opgeslagen, wordt de schuifregelaar automatisch ingesteld op oneindig en verschijnt er een [<!>] boven de schuifregelaar. Bij beelden die met een EF-M-objectief worden gemaakt kan de afstand niet heel precies worden afgesteld met de schuifregelaar. (De schuifregelaar wordt niet weergegeven.) Opnamen kunnen niet worden gecorrigeerd voor [Chromatic aberration/chromatische aberratie] bij [Lens aberration correction/ Lensaberratie corrigeren] als digitale lensoptimalisatie is toegepast. Klik op de knop [Save/Opslaan]. 6 Automatisch stof wissen De stofwisdata die aan worden toegevoegd die met een camera zijn gemaakt die deze data kan toevoegen, kunnen worden gebruikt voor het automatisch wissen van stofvlekken. Compatibele camera's EOS-D X EOS-D Mark IV EOS-Ds Mark III EOS-D Mark III EOS D Mark III EOS D Mark II EOS 6D EOS 7D EOS 60D EOS 0D EOS 0D EOS 60D EOS 600D EOS 0D EOS 00D EOS 0D EOS 00D DIGITAL EOS 00D EOS 000D EOS M _ Selecteer in het hoofdvenster een opname met stofwisdata. Klik op de knop [Stamp/Stempel]. Het venster [Digital Lens Optimizer/Digitale lensoptimalisatie] wordt gesloten en de correctieresultaten worden toegepast op de opname in het bewerkingsvenster. Correcties die zijn uitgevoerd in het venster [Digital Lens Optimizer/ Digitale lensoptimalisatie] worden ook weergegeven in het toolpalet. In het hoofdvenster wordt op de opname de markering [ ] weergegeven om aan te geven dat digitale lensoptimalisatie is toegepast (pag. 8). Nadat u op de knop [Save/Opslaan] hebt geklikt, kan het toepassen van de correcties op de opname enige tijd in beslag nemen. Het bestand van de opname zal groter zijn na toepassing van digitale lensoptimalisatie. Het kopieerstempelvenster wordt weergegeven. 7

74 Nadat de opname opnieuw is getekend, klikt u op de knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen]. Stofvlekken worden in één bewerking gewist. Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het hoofdvenster. Het teken [ ] (pag. 8) wordt weergegeven op waaruit stofvlekken zijn verwijderd. Aanvullende informatie U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname waaruit stof is verwijderd op elk gewenst moment herstellen Een opname waaruit stof is verwijderd, wordt als zodanig weergegeven of afgedrukt. Aangezien het stof op de opname echter niet daadwerkelijk is gewist, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door in het kopieerstempelvenster op de knop [Undo/ Ongedaan maken] te klikken of door de procedure 'Opnamen opnieuw ' uit te voeren (pag. ). Opnamen waaruit stof is verwijderd controleren in het kopieerstempelvenster Controleer de waaruit stof is verwijderd in het kopieerstempelvenster. De oorspronkelijke worden in andere vensters weergegeven en u kunt deze niet controleren. Opnamen waaruit stof is verwijderd afdrukken U kunt een opname waaruit stof is verwijderd afdrukken in DPP. De knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen] is niet actief Als er geen stof is die door DPP uit de opname kan worden verwijderd, is de knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen] uitgeschakeld, ook bij waaraan in de camera stofwisdata zijn toegevoegd. Stofvlekken verwijderen die niet automatisch kunnen worden verwijderd Bij automatisch stof wissen worden stofvlekken gewist op basis van informatie over de stof die is vastgelegd in de stofwisdata. Afhankelijk van het type stof, kunnen stofvlekken in bepaalde gevallen echter niet worden gewist. In dergelijke gevallen kunt u die stofvlekken wissen met de reparatiefunctie (pag. 7) of de kopieerstempelfunctie (pag. 77). Nadat de opname is geconverteerd en opgeslagen, is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd De RAW-opname waaruit stof is verwijderd, wordt blijvend een opname waaruit stof is verwijderd nadat deze is geconverteerd naar en opgeslagen als een JPEG- of TIFF-opname (pag. ). 7

75 Handige functies in het kopieerstempelvenster Plekken waaruit stof is verwijderd controleren Nadat u stap hebt uitgevoerd, kunt u de plekken waaruit stof is verwijderd weergeven en één voor één controleren door op de toets <F> te drukken. (Druk op de toets <B> om terug te keren naar de vorige stofvlek.) Het wissen van één specifieke stofvlek annuleren Nadat u stap hebt uitgevoerd, kunt u op de toetsen <F> of <B> drukken om de gewiste stofvlek weer te geven. Druk vervolgens op de toets <delete> om het wissen van die weergegeven, gewiste stofvlek te annuleren. Met sneltoetsen tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen < > + <F>. Het stofwisresultaat toepassen op een andere opname U kunt in een andere opname op dezelfde plaats stof verwijderen. Kopieer daarvoor de stofwisresultaten met de knop [Copy/Kopiëren], geef de andere opname weer waarop u de resultaten wilt toepassen en klik op de knop [Paste/Plakken]. Raadpleeg pag. voor een overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster. Automatisch stof wissen in het hoofdvenster In het hoofdvenster kunt u eveneens automatisch stofvlekken wissen uit meerdere waaraan stofwisdata zijn toegevoegd. Selecteer meerdere waaraan stofwisdata zijn toegevoegd en selecteer het menu [Adjustment/ Aanpassen] [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen]. De stofvlekken in alle geselecteerde worden in één bewerking gewist. Handmatig stof wissen (reparatiefunctie) U kunt stofvlekken in een opname wissen door ze een voor een te selecteren. Selecteer in het hoofdvenster de opname waarin u stofvlekken wilt wissen. Klik op de knop [Stamp/Stempel]. Het kopieerstempelvenster wordt weergegeven. Nadat de opname opnieuw is getekend, dubbelklikt u op het punt waar u wilt beginnen met het wissen van stof. De opname wordt in de 00%-weergave weergegeven. U kunt de weergavepositie wijzigen door te slepen. Dubbelklik hierop 7

76 6 Klik op de knop die bij de stofvlek hoort die u wilt verwijderen. Klik op de knop [ ] als de stofvlek donker van kleur is en klik op de knop [ ] als de stofvlek licht van kleur is. Wanneer u de cursor over de opname beweegt, wordt het stofwisbereik als [ ] weergegeven. Zorg ervoor dat de stofvlek die u wilt wissen, zich binnen [ ] bevindt en klik. Klik hierop De stofvlek binnen [ ] wordt gewist. Klik op een ander deel van de opname als u andere stofvlekken in de opname wilt wissen. Als u stof in een ander deel van de opname wilt wissen, klikt u nogmaals op de knop waarop u in stap hebt geklikt om het wissen van stof te annuleren en de bewerking nogmaals uit te voeren vanaf stap. Als een stofvlek niet kan worden gewist, wordt [ ] weergegeven. Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het hoofdvenster. Het teken [ ] (pag. 8) wordt weergegeven op waaruit stofvlekken zijn verwijderd. Aanvullende informatie Klik meerdere malen als stofvlekken niet volledig zijn gewist Als ongewenste stofvlekken niet worden gewist, ook niet nadat u stap hebt uitgevoerd, kunt u ze volledig wissen door meerdere malen te klikken. Stofvlekken kunnen doorgaans worden gewist met de reparatiefunctie Stofvlekken kunnen worden gewist met de reparatiefunctie. Het is mogelijk dat u stoflijnen niet kunt wissen. Gebruik in dergelijke gevallen de kopieerstempelfunctie (pag. 77). U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname waaruit stof is verwijderd op elk gewenst moment herstellen Een opname waaruit stof is verwijderd, wordt als zodanig weergegeven of afgedrukt. Aangezien het stof op de opname echter niet daadwerkelijk is gewist, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door in het kopieerstempelvenster op de knop [Undo/ Ongedaan maken] te klikken of door de procedure 'Opnamen opnieuw ' uit te voeren (pag. ). Opnamen waaruit stof is verwijderd controleren in het kopieerstempelvenster Controleer de waaruit stof is verwijderd in het kopieerstempelvenster. De oorspronkelijke worden in andere vensters weergegeven en u kunt deze niet controleren. Opnamen waaruit stof is verwijderd afdrukken U kunt een opname waaruit stof is verwijderd afdrukken in DPP. Nadat de opname is geconverteerd en opgeslagen, is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd De RAW-opname waaruit stof is verwijderd, wordt blijvend een opname waaruit stof is verwijderd nadat deze is geconverteerd naar en opgeslagen als een JPEG- of TIFF-opname (pag. ). 76

77 Handige functies in het kopieerstempelvenster Plekken waaruit stof is verwijderd controleren Nadat u stap hebt uitgevoerd, kunt u de plekken waaruit stof is verwijderd weergeven en één voor één controleren door op de toets <F> te drukken. (Druk op de toets <B> om terug te keren naar de vorige stofvlek.) Het wissen van één specifieke stofvlek annuleren Nadat u stap hebt uitgevoerd, kunt u op de toetsen <F> of <B> drukken om de gewiste stofvlek weer te geven. Druk vervolgens op de toets <Delete> om het wissen van die weergegeven, gewiste stofvlek te annuleren. Met sneltoetsen tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen < > + <F>. Het stofwisresultaat toepassen op een andere opname U kunt in een andere opname op dezelfde plaats stof verwijderen. Kopieer daarvoor de stofwisresultaten met de knop [Copy/Kopiëren], geef de andere opname weer waarop u de resultaten wilt toepassen en klik op de knop [Paste/Plakken]. Als u in verschillende op dezelfde plaats stof wilt verwijderen, kunt u dit efficiënt doen door meerdere te selecteren. Houd daarvoor in het hoofdvenster de toets < > ingedrukt terwijl u op de klikt of houd de toets <Shift> ingedrukt terwijl u eerst op de eerste en vervolgens op de laatste opname klikt. Geef daarna het kopieerstempelvenster weer. Voor die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik wordt deze functie afgeraden, aangezien sterke ruis ervoor zorgt dat stofvlekken in het kopieerstempelvenster moeilijk te zien zijn. Ongewenste delen van een opname wissen (kopieerstempelfunctie) U kunt een opname corrigeren door een ander deel van de opname te kopiëren en over een ongewenst deel van de opname te plakken. Volg stap t/m in 'Handmatig stof wissen (reparatiefunctie)' (pag. 7). Selecteer het gedeelte dat u wilt kopiëren. Houd de toets <Option> ingedrukt en klik op het gedeelte dat u als kopieerbron wilt gebruiken. Als u een ander gedeelte als kopieerbron wilt instellen, voert u de bovenstaande bewerking nogmaals uit. Als u de positie van de kopieerbron wilt vastzetten, schakelt u [Fix Copy Source position/positie van kopieerbron vastzetten] in. Corrigeer de opname. Klik op of sleep over het gedeelte van de opname dat u wilt corrigeren. De [+] in het venster geeft de kopieerbron aan en [ ] geeft het kopieerdoel aan. Het gekopieerde beeld wordt geplakt op de positie waarnaar u deze hebt gesleept. Bij [Pen type/pentype] kunt u een keuze maken uit [Brush/Kwast] (de randen van het geplakte beeld zijn uitgevaagd) en [Pencil/ Potlood] (de randen van het geplakte beeld zijn scherp). Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het hoofdvenster. Het teken [ ] (pag. 8) wordt weergegeven op een gecorrigeerde opname. Raadpleeg pag. voor een overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster. 77

78 Een RAW-opname overbrengen naar Photoshop U kunt een RAW-opname naar een TIFF-opname (6-bits) converteren en deze overbrengen naar Photoshop. Selecteer het menu [Tools/Extra] [Transfer to Photoshop/Overbrengen naar Photoshop]. Photoshop wordt gestart en de overgebrachte opname wordt weergegeven. U kunt één opname tegelijk overbrengen. U kunt slechts één opname tegelijk overbrengen. Raadpleeg pag. 0 als u meerdere tegelijk wilt overbrengen. Compatibele versies van Photoshop zijn CS of hoger. Overgebrachte worden automatisch geconverteerd naar TIFF (6-bits) waaraan een ICC-profiel (pag. ) is toegevoegd. Het ICC-profiel bevat informatie over [Preferences/Voorkeuren] (pag. 9) of de kleurruimte die voor elke opname is ingesteld (zie hieronder). De juiste kleurgegevens worden aan Photoshop doorgegeven. Wanneer u Photoshop afsluit, blijft alleen de originele RAWopname achter en verdwijnt de overgebrachte opname. Het wordt ten zeerste aanbevolen om de overgebrachte opname als een aparte opname op te slaan in Photoshop. Bij CS en hogere versies van Photoshop is deze functie niet beschikbaar als er geen -bits versie is geïnstalleerd. De te gebruiken kleurruimte instellen U kunt voor elke opname een andere kleurruimte (pag. 6) dan de standaardkleurruimte instellen (pag. 9). Selecteer het menu [Adjustment/Aanpassen] [Work color space/ Te gebruiken kleurruimte] de kleurruimte die u wilt instellen. Een apart ingestelde kleurruimte blijft ongewijzigd, ook als de standaardinstelling wordt gewijzigd. Als u voor een opname een andere kleurruimte instelt dan de standaardkleurruimte en vervolgens de instelling van de standaardkleurruimte wijzigt (pag. 9), wordt deze standaardinstelling niet toegepast en blijft de apart ingestelde kleurruimte behouden. U kunt de kleurruimte van een RAW-opname onbeperkt en zo vaak u maar wilt aanpassen. Aangezien alleen de beeldverwerkingsgegevens worden aangepast, kan de kleurruimte van een RAW-opname op elk gewenst moment worden gewijzigd. Opnamen samenvoegen U kunt twee samenvoegen tot één enkele opname. U kunt bovendien combineren door nog een opname toe te voegen aan een samengestelde opname. De oorspronkelijke blijven ongewijzigd omdat de samengestelde opname als afzonderlijke opname wordt opgeslagen. U kunt deze functie gebruiken bij alle opnametypen (pag. ) die door DPP worden ondersteund. Opnamen die groter zijn dan 6666 pixels worden echter niet ondersteund. De kleurruimte van een samengestelde opname wordt overgenomen van de achtergrondopname. Aan de samengestelde opname wordt geen opname-informatie toegevoegd. Selecteer een achtergrondopname in het hoofdvenster. U kunt ook een achtergrondopname selecteren in het bewerkingsvenster, het beeldbewerkingsvenster of het venster [Collection/Collectie]. 78

79 Selecteer het menu [Tools/Extra] [Start Compositing tool/samenvoegen starten]. Selecteer de te combineren opname. Selecteer de te combineren opname in de keuzelijst [Foreground Image/Voorgrondopname]. Het venster Samenvoegen wordt weergegeven. De geselecteerde opname wordt weergegeven in het weergavegebied voor miniaturen van de [Foreground Image/ Voorgrondopname]. Een voorbeeld van de combinatie van achtergrond- en voorgrondopname wordt weergegeven in het voorbeeld van de samenvoeging. U kunt de volgende samenvoegen. Als een achtergrondopname is geselecteerd in het hoofdvenster (venster [Folder/Map]) of bewerkingsvenster: een opname in dezelfde map als de achtergrondopname Als een achtergrondopname is geselecteerd in het venster [Collection/Collectie]: een opname in het venster [Collection/ Collectie] Als een achtergrondopname is geselecteerd in het beeldbewerkingsvenster: een opname weergegeven in het weergavegebied voor de miniaturen U kunt combineren van verschillende groottes. 79

80 Selecteer een samenvoegmethode. Selecteer een samenvoegmethode in de keuzelijst [Composite Method/Samenvoegmethode]. De samenvoegmethode die is geselecteerd in het voorbeeld van de samenvoeging wordt toegepast. U kunt kiezen uit vijf typen samenvoegmethodes: Add (Toevoegen), Average (Gemiddeld), Weighted (Gewogen), Lighten (Lichter maken) en Darken (Donkerder maken). Raadpleeg Samenvoegmethodes voor meer informatie over elk van de samenvoegmethodes (pag. 8). Als u [Weighted/Gewogen] selecteert, kunt u de helderheidsverhouding van de combinatie-opname instellen. Gebruik daarvoor de schuifregelaar [Weight/Gewicht] onder in de keuzelijst [Composite Method/Samenvoegmethode] of geef direct een waarde op voor de helderheidsverhouding. Als u op de knop [00% view/00%-weergave] klikt, wordt de opname weergegeven op 00% (ware pixelgrootte). 80

81 Zet de op de juiste positie. Grote verplaatsing (0 pixels) Kleine verplaatsing ( pixel) Het midden van de uitlijnen U kunt de coördinaten van de [Foreground Image/Voorgrondopname] ook direct invoeren om de opname uit te lijnen. Standaard worden de achtergrondopname en de [Foreground Image/ Voorgrondopname] zo weergegeven dat het midden van de is uitgelijnd. [Compose in RAW Format/Samenvoegen in RAW-indeling] Schakel zo nodig het selectievakje [Compose in RAW Format/ Samenvoegen in RAW-indeling] in. U kunt [Compose in RAW Format/Samenvoegen in RAW-indeling] onder de volgende omstandigheden instellen. Zowel de achtegrondopname als de [Foreground Image/Voorgrondopname] zijn RAW-; bovendien wordt aan alle volgende voorwaarden voldaan. Voor beide is hetzelfde model camera gebruikt Beide zijn gemaakt met dezelfde ISO-snelheid Beide zijn gemaakt met dezelfde instelling voor Lichte tonen prioriteit De beeldformaten (oorspronkelijke formaat) zijn gelijk De volgende functies zijn niet beschikbaar voor die zijn samengevoegd met [Compose in RAW Format/ Samenvoegen in RAW-indeling]. Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (pag. 6) Beeldstijl Auto (automatisch ingesteld op Standaard) (pag. 9) Selectie van [Circle/Cirkel] voor de beeldverhouding bij het bijsnijden (pag. 9) 8

82 6 Klik op de knop [Save As/Opslaan als]. Als u op de knop [Save As/Opslaan als] klikt, wordt het venster [Convert and save/converteren en opslaan] (pag. ) weergegeven. Geef de gewenste instellingen op en klik op de knop [Save/Opslaan]. Als u op de knop [Continue/Doorgaan] klikt, worden samengevoegd tot een nieuwe achtergrondopname, waar u nog weer een andere opname mee kunt combineren. Klik op de knop [Close/Sluiten] om af te ronden. Samenvoegmethodes Add (Toevoegen) De helderheid van de achtergrondopname en de [Foreground Image/ Voorgrondopname ] wordt opgeteld en er wordt een overlay van de gemaakt. Average (Gemiddeld) Er wordt een overlay van de gemaakt waarbij automatisch negatieve belichtingscompensatie wordt toegepast. Kies [Weighted/ Gewogen] als u het belichtingsaandeel van de afzonderlijke wilt wijzigen. Weighted (Gewogen) Samenvoegmethode waarbij de helderheid in verhouding wordt ingesteld voor de [Foreground Image/Voorgrondopname]. Lighten (Lichter maken) De achtergrondopname en de [Foreground Image/ Voorgrondopname] worden vergeleken en alleen de heldere delen worden gecombineerd. Darken (Donkerder maken) De achtergrondopname en de [Foreground Image/Voorgrondopname] worden vergeleken en alleen de donkere delen worden gecombineerd. HDR- (High Dynamic Range) maken U kunt maken met een groot dynamisch bereik waarin het effect van afgesneden schaduwen en lichte delen is gereduceerd, en die de indruk wekken te zijn geschilderd. Dit is geschikt voor stillevens en landschappen. Deze functie heeft het meeste effect als u drie met verschillende belichting gebruikt van dezelfde scène (negatieve belichting, standaardbelichting, positieve belichting) om een HDR-opname te maken. U kunt echter ook een HDR-opname maken van twee, en zelfs van slechts één opname. De oorspronkelijke blijven ongewijzigd omdat de HDRopname als afzonderlijke opname wordt opgeslagen. * HDR staat voor High Dynamic Range oftewel hoog dynamisch bereik. U kunt deze functie gebruiken bij alle opnametypen (pag. ) die door DPP worden ondersteund. Opnamen die groter zijn dan 6666 pixels worden echter niet ondersteund. Aan de HDR-opname wordt geen opname-informatie toegevoegd. Selecteer een opname in het hoofdvenster. 8

83 Selecteer het menu [Tools/Extra] [Start HDR tool/ HDR-tool starten]. Geef de gewenste instellingen op en klik op de knop [Start HDR/HDR starten] Het venster [Select Images/Opnamen selecteren] wordt weergegeven. U kunt het venster [Select Images/Opnamen selecteren] ook openen vanuit het bewerkingsvenster en het beeldbewerkingsvenster. Als u een andere opname wilt selecteren, of als u een opname wilt toevoegen, klikt u op de knop [Browse/Bladeren], selecteert u in het dialoogvenster [Open/Openen], dat dan wordt geopend, het opnamebestand en klikt u op de knop [Open/Openen]. Als u twee selecteert met dezelfde grootte, kunt u het selectievakje [Auto Align/Automatisch uitlijnen] inschakelen zodat de automatisch worden uitgelijnd. Automatische uitlijnen van werkt mogelijk niet goed bij zich herhalende patronen (roosters, strepen, enz.) of vlakke in één toon. Klik op de knop [Start HDR/HDR starten] om het venster [Adjust Image/Opname aanpassen] te openen. Bij toepassing van automatische uitlijning van de wordt de buitenrand van de gedeeltelijk gewist. 8

84 Voer de vereiste uit om de opname aan te passen. Schuifregelaars in [Adjust Image/Opname aanpassen] [Tone/Color/Toon/Kleur] [Brightness/Helderheid]: past de algehele helderheid van de opname aan. Sleep de schuifregelaar naar rechts om de opname helderder te maken en naar links om de opname donkerder te maken. [Saturation/Verzadiging]: past de algehele verzadiging van de opname aan. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer kleurdiepte en naar links voor minder kleurdiepte. [Contrast]: past het algehele contrast van de opname aan. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer contrast en naar links voor minder contrast. [Detail Enhancement/Detaillering] [Strength/Sterkte]: past het algehele contrast en het contrast van de details samen aan. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor een sterker effect. [Smoothness/Egaalheid]: past de algehele egaalheid van de opname aan. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor een egale en natuurlijk indruk. [Fineness/Details]: past de scherpte van details aan. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor een scherpere contour. [Presets/Vooraf ingesteld] en afwerkingseffecten Met [Presets/Vooraf ingesteld] kunt u in een keuzelijst kiezen uit de onderstaande vijf vooraf ingestelde afwerkingseffecten, (standaard is het effect [Natural/Natuurlijk] geselecteerd) en hoeft u niet de vijf schuifregelaars afzonderlijk in te stellen. Als u een vooraf ingesteld afwerkingseffecten kiest, worden de schuifregelaars in de stand geplaatst die bij dat effect hoort. U kunt de schuifregelaars ook na het kiezen van een effect verplaatsen. [Natural/Natuurlijk]: in contrastrijke scènes wordt de rendering gecorrigeerd in gedeelten waar veel licht of schaduwen gewoonlijk worden afgesneden, voor een eindresultaat met minder lichte delen en afgesneden schaduwen. [Art standard/kunst]: zorgt voor een afwerkingseffect met een schilderachtige toets voor een indrukwekkende opname. [Art vivid/kunst helder]: het resultaat wordt levendiger dan bij het effect [Art standard/kunst]. [Art bold/kunst sterk]: het resultaat wordt levendiger dan bij het effect [Art standard/kunst]; het onderwerp wordt geaccentueerd. [Art embossed/ Kunst embossed]: scherpte wordt meer weggedrukt dan bij [Art standard/kunst], met een ouderwetse uitstraling. 8

85 Klik op de knop [Save As/Opslaan als]. Map Utility opstarten Map Utility is software waarmee u kunt weergeven die zijn gemaakt met een Canon-camera met een GPS-functie, samen met de opnamelocatie en de afgelegde route. Als u Map Utility op de computer hebt geïnstalleerd, kunt u het programma starten vanuit DPP. Als u op de knop [Save As/Opslaan als] klikt, wordt het venster [Convert and save/converteren en opslaan] (pag. ) weergegeven. Geef de gewenste instellingen op en klik op de knop [Save/Opslaan]. Selecteer het menu [Tools/Extra] [Start Map Utility/ Map Utility starten]. Map Utility wordt gestart. Raadpleeg de instructies bij Map Utility of de Help van Map Utility voor meer informatie over Map Utility. Gebruik Map Utility niet op hetzelfde moment dat u bewerkt met DPP. Mogelijk worden de resultaten van dan niet correct opgeslagen. Map Utility versie..0 en hoger is compatibel. Map Utility staat niet op de EOS Solution Disk. Als Map Utility niet op de computer is geïnstalleerd, staat de optie [Start Map Utility/Map Utility starten] niet in het menu [Tools/Extra]. 8

86 Afdrukken met opname-informatie U kunt zonder beperkingen één opname op één pagina plaatsen en deze afdrukken met titels, opname-informatie, enz. Selecteer één opname die u wilt afdrukken. Selecteer het menu [File/Bestand] [Print with detailed setting/afdrukken met detailinstellingen]. Geef de gewenste instellingen voor het afdrukken op en klik op de knop [Print/Afdrukken]. Hiermee schakelt u tussen de verschillende tabbladen met instellingen De instellingen behouden De instellingen voor elk tabblad in stap (behalve de inhoud van het tabblad [Text/Tekst]) worden onthouden wanneer u op de knop [Apply/ Toepassen] klikt. De instellingen kunnen bij het afdrukken op een andere opname worden toegepast. U kunt printerprofielen instellen (pag. 9). Als CMYK-simulatie is ingesteld, wordt de opname met de ingestelde kleuren afgedrukt (pag. 9). Afdrukvoorbeeld U kunt een opname verplaatsen door de opname te slepen. Sleep de vier hoeken van de opname om het formaat van de opname te wijzigen. Als u de opname-informatie wilt weergeven, klikt u op [ ] op het tabblad [Text/Tekst] en selecteert u de gewenste items in het venster dat wordt weergegeven. 86

87 Afdrukken van een lijst met miniaturen (afdrukken op één vel) U kunt verschillende in rijen op één vel papier afdrukken. Selecteer de die u als lijst met miniaturen wilt afdrukken. Selecteer het menu [File/Bestand] [Contact Sheet Prints/Afdrukken op één vel]. Geef de gewenste instellingen voor het afdrukken op en klik op de knop [Print/Afdrukken]. Hiermee schakelt u tussen de verschillende tabbladen met instellingen De instellingen behouden De instellingen voor elk tabblad in stap (behalve de inhoud van het tabblad [Text/Tekst]) worden onthouden wanneer u op de knop [Apply/ Toepassen] klikt. De instellingen kunnen bij het afdrukken op een andere opname worden toegepast. U kunt printerprofielen instellen (pag. 9). Als CMYK-simulatie is ingesteld, wordt de opname met de ingestelde kleuren afgedrukt (pag. 9). Afdrukvoorbeeld 87

88 RAW-opnam met een professionele Canon-printer Afdrukken met een professionele Canon-inkjetprinter U kunt met DPP afdrukken via professionele Canon-inkjetprinters die compatibel zijn met de afdruksoftware Easy-PhotoPrint Pro en Print Studio Pro. Dit is eenvoudig en geschikt voor de volgende afdruk: RAW- met eenvoudige kleur Afdrukken met getrouwe kleuren Afdrukken maken van hoge kwaliteit, met een uitgebreide kleurruimte (bijvoorbeeld Adobe RGB) en het grote kleurenreproductiebereik van een professionele Canon-inkjetprinter Als u met DPP en Easy-PhotoPrint Pro wilt afdrukken, moet Easy- PhotoPrint Pro versie. of hoger op uw computer zijn geïnstalleerd. Afdrukken met DPP en Easy-PhotoPrint Pro Selecteer het menu [File/Bestand] [Plug-in printing/ Afdrukken met plug-in] [Print with Easy-PhotoPrint Pro/Afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro]. Easy-PhotoPrint Pro wordt gestart. Stem kleuren op het scherm en afdrukkleuren op elkaar af. Selecteer [Custom/Aangepast] bij [Print Quality/Afdrukkwaliteit], klik op de knop [Set/Instellen], sleep in het venster dat wordt weergegeven de schuifregelaar naar [] aan het rechteruiteinde, en klik op de knop [OK] om het venster te sluiten. Klik vervolgens op de knop [Color Adjustment/Kleuraanpassing] om het venster [Color Adjustment/Kleuraanpassing] weer te geven en ga naar het tabblad [Color Management/Kleurbeheer]. Stel [Color Mode/Kleurmodus] in op [Enable ICC Profile/ICCprofiel instellen] en [Printer Profile/Printerprofiel] op [Auto] en klik vervolgens op [OK] om het venster [Color Adjustment/ Kleuraanpassing] af te sluiten. Geef eventuele andere gewenste afdrukinstellingen op en druk de opname af. Aanvullende informatie Tot 000 tegelijk afdrukken U kunt tot 000 tegelijk in DPP selecteren. Als u meer dan 000 wilt afdrukken, dient u deze op te splitsen in meerdere afdruktaken. In DPP ingestelde functie die niet wordt toegepast op afdrukken Opgegeven CMYK-simulatie (pag. 9) wordt niet toegepast. De kleur van de afdruk is niet naar verwachting Klik in het venster Easy-PhotoPrint Pro op de knop [Color Adjustment/ Kleuraanpassing] om het tabblad [Color Management/Kleurbeheer] weer te geven. Stel [Rendering Intent/Aanpassingsmethode] in op [Perceptual/Volgens waarneming] (pag. 6) en druk af. Voordelen van het afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro Afdrukken met getrouwe kleuren Als er een kleurruimte is ingesteld (pag. 78 en pag. 9), wordt deze automatisch van DPP naar Easy-PhotoPrint Pro verzonden, zodat u met getrouwe kleuren kunt afdrukken. Afdrukken met een uitgebreide kleurenreproductie Als de kleurruimte (pag. 78 en pag. 9) is ingesteld op een kleurruimte die breder is dan srgb (bijvoorbeeld Adobe RGB), wordt de opname afgedrukt met een breder kleurenpalet dan een opname die wel een srgb-kleurruimte heeft. Groen en blauw worden bijzonder levendig gereproduceerd. 88

89 Afdrukken met DPP en Print Studio Pro Selecteer het menu [File/Bestand] [Plug-in printing/ Afdrukken met plug-in] [Print with Print Studio Pro/ Afdrukken met Print Studio Pro]. Print Studio Pro wordt opgestart. Geef de gewenste afdrukinstellingen voor foto's op en druk de opname af. Raadpleeg de instructiehandleiding van Print Studio Pro voor meer informatie over instellingen. Aanvullende informatie Tot 000 tegelijk afdrukken U kunt tot 000 tegelijk in DPP selecteren. Als u meer dan 000 wilt afdrukken, dient u deze op te splitsen in meerdere afdruktaken. In DPP ingestelde functie die niet wordt toegepast op afdrukken Opgegeven CMYK-simulatie (pag. 96) wordt niet toegepast. Voordelen van afdrukken met Print Studio Pro Afdrukken met getrouwe kleuren Als er een kleurruimte is ingesteld (pag. 78, pag. 9), wordt deze automatisch van DPP naar Print Studio Pro verzonden, zodat u met getrouwe kleuren kunt afdrukken. Afdrukken met een uitgebreide kleurenreproductie Als de kleurruimte (pag. 78 en pag. 9) is ingesteld op een kleurruimte die breder is dan srgb (bijvoorbeeld Adobe RGB), wordt de opname afgedrukt met een breder kleurenpalet dan een opname die wel een srgb-kleurruimte heeft. Groen en blauw worden bijzonder levendig gereproduceerd. 89

90 Afdrukken met een printer voor grote formaten van Canon Met DPP kunt u afdrukken via de DPP-compatibele imageprografprinter van Canon voor grote formaten. Als u met DPP wilt afdrukken, moet u eerst de imageprograf Print Plug-In voor Digital Photo Professional op uw computer installeren. Selecteer het menu [File/Bestand] [Plug-in printing/afdrukken met plug-in] de plug-in voor de printer die u gebruikt. De plug-in wordt gestart. Geef de gewenste foto's op die u wilt afdrukken en druk deze af. Aanvullende informatie U kunt één opname tegelijk afdrukken. U kunt één opname tegelijk in DPP selecteren. Als u meerdere wilt afdrukken, moet u elke opname apart afdrukken. In DPP ingestelde functies die niet worden toegepast op afdrukken De ingestelde uitvoerresolutie (pag. 9) en CMYK-simulatie (pag. 9) worden niet toegepast. Voordelen van het afdrukken met de imageprograf Print Plug-In Afdrukken met getrouwe kleuren Als er een kleurruimte is ingesteld (pag. 78 en pag. 9), wordt deze automatisch van DPP naar de plug-in verzonden, zodat u met getrouwe kleuren kunt afdrukken. Afdrukken met een uitgebreide kleurenreproductie Als er een kleurruimte (pag. 78 en pag. 9) is ingesteld die breder is dan srgb (zoals Adobe RGB), wordt optimaal gebruikgemaakt van het kleurenreproductiebereik van de imageprograf-printer en wordt de opname afgedrukt met een breder kleurenspectrum dan een opname die is gemaakt met een srgb-kleurruimte. Vooral groen en blauw worden levendig gereproduceerd. Voorkeuren opgeven U kunt de verschillende functies van DPP wijzigen in het venster [Preferences/Voorkeuren]. Controleer de inhoud van elk venster en geef de gewenste instellingen op. Afhankelijk van het item is er mogelijk ook een uitgebreide uitleg beschikbaar. Controleer daarom elk venster. Selecteer het menu [Digital Photo Professional] [Preferences/Voorkeuren]. Het venster [Preferences/Voorkeuren] wordt weergegeven. Selecteer het tabblad, geef de instellingen op en klik op de knop [OK]. 90

91 General Settings (Algemene instellingen) U kunt onder andere de map opgeven die wordt geopend wanneer DPP wordt gestart en de opnamekwaliteit van weergegeven en opgeslagen RAW-. Viewing and saving RAW images (RAW- weergeven en opslaan) U kunt een keuze maken uit twee opties voor de opnamekwaliteit waarmee RAW- worden weergegeven en opgeslagen: hoge opnamekwaliteit, waarbij reductie (pag. 6) van valse kleuren en ruisreductie worden uitgevoerd, of hoge snelheid, waarbij geen reductie van valse kleuren en ruisreductie worden uitgevoerd. [High quality/hoge kwaliteit] Valse kleuren worden automatisch gereduceerd en de opname kan als een opname van hoge kwaliteit en met gereduceerde valse kleuren worden weergegeven en opgeslagen. U kunt bovendien de functie voor ruisreductie (pag. 6) gebruiken om luminantie- en kleurtoonruis te reduceren. Omdat de effecten van valsekleurreductie en ruisreductie nauwelijks zichtbaar zijn in de weergave [0% view/0%-weergave] of [Fit to window/aanpassen aan venster] van het beeldbewerkingsvenster, kunt u deze effecten beter controleren in de [00% view/00%- weergave] of [00% view/00%-weergave]. Het is raadzaam om standaard [High quality/hoge kwaliteit] in te stellen voor een evenwichtige verhouding tussen de opnamekwaliteit en weergavesnelheid. [View images at high speed (moiré reduction off)/opnamen op hoge snelheid weergeven (moiréreductie uitgeschakeld)] van [High quality/hoge kwaliteit] Als u [View images at high speed (moiré reduction off)/opnamen op hoge snelheid weergeven (moiréreductie uitgeschakeld)] selecteert wanneer de opname wordt weergegeven in het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster, worden valse kleuren niet gereduceerd. U kunt de functie voor ruisreductie echter niet gebruiken. Omdat de instelling dezelfde is als [High quality/hoge kwaliteit] behalve voor beeldweergave, worden valse kleuren gereduceerd wanneer het beeld wordt opgeslagen. [High speed/hoge snelheid] Aangezien valse kleuren niet worden gereduceerd, neemt het weergeven en opslaan van een RAW-opname in het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster minder tijd in beslag dan bij [High quality/hoge kwaliteit]. U kunt de functie voor ruisreductie niet gebruiken (pag. 6). Afhankelijk van de opname, wordt deze mogelijk weergegeven of opgeslagen met valse kleuren of ruis. Voor die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik is het verschil in beeldkwaliteit tussen [High quality/hoge kwaliteit] en [High speed/hoge snelheid] opmerkelijk. Om de beeldkwaliteit te controleren van die zijn gemaakt met ISOsnelheidsbereik, dient u ervoor te zorgen dat [High quality/hoge kwaliteit] is ingesteld en de in het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster te controleren. 9

92 JPEG image quality (JPEG-opnamekwaliteit) [Remove block noise and mosquito noise/blokruis en Gibb-effect verwijderen] U kunt de kwaliteit van een JPEG-opname verbeteren door de ruis te reduceren die eigen is aan JPEG-. Deze instelling is ook effectief voor RAW- die zijn geconverteerd naar JPEG en met een andere naam zijn opgeslagen (pag., pag. 0) en voor JPEG- die met een andere naam zijn opgeslagen. De mate van verbetering in ruisreductie Hoe hoger het JPEG-compressieniveau, hoe meer ruis wordt gereduceerd. Wanneer het compressieniveau laag is, is het effect van ruisreductie nihil. Default value of output resolution (Standaardwaarde voor de uitvoerresolutie) U kunt de resolutie instellen voor RAW- die zijn geconverteerd naar en opgeslagen als JPEG- of TIFF- (pag. en pag. 0). View Settings (Weergave-instellingen) U kunt weergave-instellingen opgeven. 9

93 Sort order in main window (Sorteervolgorde in hoofdvenster) U kunt instellen of u de volgorde van geordende in het hoofdvenster wilt behouden of niet (pag. ). Als u het selectievakje inschakelt, blijft de volgorde van de geordende behouden, ook als u DPP afsluit of een andere map selecteert in de mappenstructuur. Als u het selectievakje uitschakelt, blijft de volgorde van de geordende niet behouden en wordt de vorige volgorde gebruikt wanneer u DPP afsluit of een andere map selecteert in de mappenstructuur. Highlight/shadow warning (Waarschuwing belichting/ schaduw) Gebieden met belichting/schaduw die het ingestelde bereik overschrijden, kunnen op de opname worden weergegeven als waarschuwingsindicators (pag. ). Tool palette (Toolpalet) U kunt instellingen opgeven voor het toolpalet. Default settings of RGB Tone curve mode (Standaardinstellingen van de RGB-kleurtooncurvemodus) U kunt de instellingen pas wijzigen nadat u de map opnieuw hebt geopend. Wijzigingen worden niet toegepast op de bewerkte opname Ook als de standaardinstelling wordt gewijzigd, wordt de nieuwe standaardinstelling niet toegepast op bewerkte ( die zijn aangepast met het toolpalet, die zijn bijgesneden of waaruit stof is verwijderd). Pas elke opname apart aan. 9

94 Modified Picture Style settings (Gewijzigde beeldstijlinstellingen) Wanneer u de beeldstijl wijzigt, kunt u selecteren of u de instellingen [Color tone/kleurtoon], [Color saturation/verzadiging], [Contrast], [Unsharp mask/ Onscherp masker] en [Sharpness/Scherpte] wilt wijzigen of behouden. Als u het selectievakje inschakelt, worden de instellingen [Color tone/ Kleurtoon], [Color saturation/verzadiging], [Contrast] en [Sharpness/ Scherpte] aangepast aan de instellingen van de camera wanneer u de beeldstijl wijzigt. Als u het selectievakje uitschakelt, blijven de instellingen [Color tone/ Kleurtoon], [Color saturation/verzadiging], [Contrast] en [Sharpness/ Scherpte] behouden, ook als u de beeldstijl wijzigt. Default noise reduction settings (Standaardinstellingen voor ruisreductie) U kunt vooraf een standaardniveau instellen voor de ruisreductie. RAW- Wanneer [Apply camera settings/camera-instellingen toepassen] is geselecteerd, kunt u vooraf het ruisreductieniveau op de camerainstellingen afstemmen. Als u [Set as defaults/instellen als standaardinstellingen] selecteert, kunt u vooraf een standaardinstelling voor het ruisreductieniveau opgeven. JPEG-/TIFF- U kunt vooraf een gewenst ruisreductieniveau opgeven als standaardinstelling. De hier ingestelde standaardwaarde voor ruisreductie wordt toegepast op waaraan geen recept is toegevoegd. Als u echter instellingen wilt toepassen op in de geopende map, dient u de map opnieuw te openen nadat u hier instellingen hebt gewijzigd. Als er een recept aan is toegevoegd, blijft het ruisniveau van het recept ongewijzigd. Het hier ingestelde niveau voor ruisreductie wordt niet toegepast. Voordelen van het instellen van een standaardniveau voor ruisreductie Wanneer het ruisniveau hetzelfde is in verschillende, zoals die zijn gemaakt met een hoge ISO-snelheid, kunt u met een geschikte standaardinstelling voor ruisreductie de ruis batchgewijs reduceren in alle die in DPP worden weergegeven (met uitzondering van waaraan een recept is toegevoegd). Zo hoeft u de ruis niet in elke afzonderlijke opname te reduceren. Als u altijd onder dezelfde omstandigheden maakt, kunt u ervoor kiezen om hetzelfde niveau voor ruisreductie op alle toe te passen. Color Management (Kleurbeheer) U kunt instellingen opgeven voor kleurbeheer, zoals instellingen voor de kleurruimte, kleurovereenstemming, enz. 9

95 Default settings of Work color space (Standaardinstellingen van de te gebruiken kleurruimte) U kunt kiezen uit vijf typen kleurruimten (pag. 6). De gekozen kleurruimte wordt als standaardinstelling in RAW- toegepast. De ingestelde kleurruimte wordt als kleurruimte toegepast wanneer een RAW-opname wordt geconverteerd en opgeslagen (pag. en pag. 0) of afgedrukt (pag., pag. 6, pag. 9 en pag. 86 t/m pag. 90). Als u de instelling hebt gewijzigd en DPP opnieuw start, wordt de nieuwe instelling toegepast als de standaardinstelling voor kleurruimte. U kunt de kleurruimte die is ingesteld in een opname controleren in het hoofdvenster (pag. 6 en pag. 7), het bewerkingsvenster (pag. 9), en het beeldbewerkingsvenster (pag. ). Wijzigingen worden niet toegepast op de bewerkte opname Ook als de standaardinstelling wordt gewijzigd, wordt de nieuwe standaardinstelling niet toegepast op bewerkte ( die zijn aangepast met het toolpalet, die zijn bijgesneden of waaruit stof is verwijderd). Pas elke opname apart aan. U kunt voor elke opname een kleurruimte instellen die afwijkt van de standaardinstellingen (pag. 78). Weergave-instelling (kleurinstelling van de monitor) Als een profiel (pag. ) is gekoppeld aan het beeldscherm dat u gebruikt, kunt u een opname met meer natuurlijke kleuren weergeven door het profiel in te stellen. Selecteer [Monitor profile/beeldschermprofiel], klik in het dialoogvenster dat wordt weergegeven op de knop [Browse/Bladeren] en selecteer een profiel voor uw beeldscherm. Printing profile (Afdrukprofiel) (kleurinstelling van de printer) instellen Als een profiel (pag. ) is gekoppeld aan de printer die u gebruikt voor het afdrukken van, kunt u een opname afdrukken en de kleuren die worden weergegeven op het scherm simuleren door het profiel in te stellen. Het ingestelde profiel wordt op alle afdruktaken toegepast (pag. 9, pag. 86 en pag. 87), behalve op taken die met een Canon-inkjetprinter (pag. en pag. 6) of via een netwerkprinter (pag. 88 en pag. 90) worden afgedrukt. Gebruik de aanpassingsfunctie van het printerstuurprogramma niet Als u de kleuraanpassingsfunctie van het printerstuurprogramma gebruikt, wordt de opname mogelijk afgedrukt in kleuren die afwijken van de kleuren op het scherm, ook als u een printerprofiel instelt. Automatische instellingen voor afdrukken met EPP EX en EPP via een netwerk Als u afdrukt met een Canon-inkjetprinter (pag. en pag. 6) of een netwerkprinter (pag. 88 en pag. 90), wordt automatisch een profiel ingesteld, ook wanneer u [Printing profile/afdrukprofiel] niet hebt ingesteld. Hierdoor kunt u gemakkelijk met getrouwe kleur. Nauwkeurige kleuren weergeven met een beeldschermkleurlezer van een andere leverancier Als u een profiel gebruikt dat is gemaakt met een beeldschermkleurlezer van een ander merk, kunt u de in nog nauwkeurigere kleuren weergeven. 9

96 CMYK simulation profile (CMYK-simulatieprofiel) instellen Als u afdrukt in de CMYK-omgeving van een afdrukapparaat, kunt u de kleur selecteren uit vier profieltypen (pag. 6) en simulatie op het scherm uitvoeren. Als CMYK-simulatie is ingesteld, wordt [CMYK] onder in het hoofdvenster, het bewerkingsvenster en het beeldbewerkingsvenster weergegeven (pag. 6, pag. 7, pag. 9 en pag. ) en kunnen kleuren worden gecontroleerd. Druk op de spatiebalk als u CMYK-simulatie tijdelijk wilt uitschakelen. Rendering intents when using Easy-PhotoPrint (Rendering intents bij het gebruik van Easy-PhotoPrint) U kunt een rendering intent (aanpassingsmethode) (pag. 6) instellen voor afdrukken met Easy-PhotoPrint (pag. 6). De rendering intent is doorgaans ingesteld op [Relative Colorimetric/ Relatief colorimetrisch]. Als de kleuren bij de instelling [Relative Colorimetric/Relatief colorimetrisch] niet naar wens zijn, wijzigt u de instelling in [Perceptual/Volgens waarneming]. 96

97 Handige functies voor het van grote aantallen RAW- In dit hoofdstuk komt de handige functie voor het batchgewijs van grote aantallen RAW- aan de orde. Het hoofdstuk is vooral nuttig voor gebruikers die veel RAW- maken. Aanpassingsgegevens (recept) gebruiken Recepten opslaan als een bestand Recepten laden en toepassen Een recept kopiëren en toepassen op een andere opname Batchgewijze toepassing van witbalans op (persoonlijke witbalans) Persoonlijke witbalans vastleggen Persoonlijke witbalans toepassen Opnamen in een batch opslaan als JPEG- of TIFF- (batchverwerking)... 0 Opnamen in een batch overbrengen naar beeldbewerkingssoftware... 0 De naam van opnamebestanden in een batch wijzigen... 0 De bestandsnaam van wijzigen volgens de opnamevolgorde in het hoofdvenster

98 Aanpassingsgegevens (recept) gebruiken De gegevens van alle aanpassingen (recept) die zijn uitgevoerd met het toolpalet kunnen als een apart receptbestand (met de extensie '.vrd') worden opgeslagen en worden geladen en toegepast op een andere opname. U kunt op een efficiënte manier door één opname te selecteren uit die in dezelfde opnameomgeving zijn gemaakt en deze opname aan te passen. Vervolgens past u de aanpassingsresultaten via een batchbewerking toe op een groot aantal. RAW-opnamegegevens Gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen Inhoud die is aangepast met het toolpalet, kan worden verwerkt als een receptbestand (met de extensie '.vrd'). Aanvullende informatie Tot de receptgegevens behoort de inhoud van het toolpalet Tot de receptgegevens behoren aanpassingen die zijn uitgevoerd via de tabbladen [RAW], [RGB], [NR/ALO/Ruisreductie/ALO] en [LENS] van het toolpalet. Andere bewerkingsgegevens, zoals gegevens over bijsnijden of stof wissen (kopieerstempel) maken dan ook geen deel uit van de receptgegevens. Recepten die zijn aangepast op het tabblad [RAW] van het toolpalet kunnen alleen worden toegepast op RAW- Aanpassingen in het tabblad [RAW] van het toolpalet kunnen alleen worden uitgevoerd voor RAW- en niet voor een JPEG- of TIFF-opname, ook niet als ze worden geplakt. De aangepaste inhoud van JPEG- of TIFF- (pag. 0) kan worden opgeslagen als een receptbestand (met de extensie '.vrd') en worden geladen en toegepast op een andere opname, op dezelfde wijze als bij RAW-. 98

99 Recepten opslaan als een bestand Selecteer een bewerkte opname en selecteer het menu [Edit/Bewerken] [Save recipe in file/recept opslaan in bestand]. Het dialoogvenster [Save/Opslaan] wordt weergegeven. Selecteer de doelmap, voer een bestandsnaam in en klik op de knop [Save/Opslaan]. Controleer de inhoud van een receptbestand door deze in een opname te plakken Als de inhoud van een receptbestand onbekend is, plakt u deze in een opname en controleert u de instellingen in het toolpalet. Als u slechts enkele instellingen wilt aanpassen, is het raadzaam om een bestandsnaam te gebruiken die de inhoud beschrijft of om de aanpassingen apart vast te leggen in een tekstbestand. Recepten laden en toepassen Selecteer de opname waarop u een recept wilt toepassen en selecteer vervolgens het menu [Edit/Bewerken] [Read and paste recipe from file/ Recept lezen uit en toepassen op bestand]. Het dialoogvenster [Open/Openen] wordt weergegeven. Selecteer een recept en klik op de knop [Open/Openen]. Het recept wordt op de opname toegepast. Een recept kopiëren en toepassen op een andere opname U kunt een recept van een bewerkte opname kopiëren en dit vervolgens op een andere opname toepassen. Selecteer de opname waarvan u een recept wilt kopiëren en selecteer vervolgens het menu [Edit/Bewerken] [Copy recipe to clipboard/recept naar klembord kopiëren]. Het recept wordt gekopieerd. Selecteer de opname waarop u het recept wilt toepassen en selecteer vervolgens het menu [Edit/Bewerken] [Paste recipe to selected image/ Recept toepassen op geselecteerde opname]. Het recept wordt op de opname toegepast. 99

100 Batchgewijze toepassing van witbalans op (persoonlijke witbalans) Witbalansaanpassingen die zijn toegepast op een RAW-opname die is gemaakt in een specifieke opnameomgeving, kunnen worden vastgelegd als een persoonlijke witbalans. U kunt de witbalans vervolgens op efficiënte wijze aanpassen door deze persoonlijke witbalans toe te passen op een groot aantal RAW- die zijn gemaakt in dezelfde opnameomgeving. Persoonlijke witbalans vastleggen Pas de witbalans aan (pag. 7, pag. 8 en pag. 6). Als u de witbalans wilt aanpassen, selecteert u een andere instelling dan [Shot settings/opname-instellingen] in de keuzelijst [White balance adjustment/witbalans aanpassen] (pag. 7). U kunt de aanpassingen niet opslaan als u [Shot settings/ Opname-instellingen] selecteert. Klik op de knop [Register/Vastleggen] op het tabblad [RAW] van het toolpalet. Het dialoogvenster [Register personal white balance/ Persoonlijke witbalans vastleggen] wordt weergegeven. Selecteer in de lijst het nummer waaronder u de instelling wilt opslaan en klik op de knop [OK]. Persoonlijke witbalans toepassen Selecteer in het hoofdvenster de opname waarop u de witbalans wilt toepassen. Klik op de knop [Tool palette/toolpalet] op de werkbalk. Het toolpalet wordt weergegeven. Klik op het nummer van de persoonlijke witbalans die u wilt toepassen. U kunt de witbalans niet wijzigen of aanpassen van RAW- met meervoudige belichting die met de camera zijn gemaakt. De persoonlijke witbalans wordt op alle geselecteerde toegepast. 00

101 Opnamen in een batch opslaan als JPEG- of TIFF- (batchverwerking) U kunt bewerkte RAW- in een batch converteren naar en opslaan als uiterst veelzijdige JPEG- of TIFF-. De worden als aparte opgeslagen dus de RAW- blijven ongewijzigd. Selecteer in het hoofdvenster meerdere die u wilt converteren. Klik op de knop [Batch process/batch ] op de werkbalk (pag. 6). Het venster [Batch settings/batchinstellingen] wordt weergegeven. Geef de gewenste instellingen op en klik op de knop [Execute/Uitvoeren]. Het is niet mogelijk om met een recept op te slaan In het venster [Batch settings/batchinstellingen] kunt u bewerkte RAW- niet opslaan met de opdracht [Save/Opslaan] of [Save As/Opslaan als] (pag. en pag. ). De ontwikkel-/bewerkingsresultaten opslaan voor de versie die u momenteel gebruikt De verwerkingstechnologie van DPP voor RAW- wordt voortdurend verbeterd, zodat u de laatste verwerkingstechnieken beter kunt toepassen. Dat betekent dat bij twee verschillende DPP-versies de verwerkingsresultaten zelfs bij identieke RAW-opnamegegevens enigszins kunnen afwijken. Hetzelfde geldt voor RAW-opnamegegevens die aanzienlijk zijn gewijzigd en waaraan een recept is toegevoegd. Wanneer u de ontwikkel- of bewerkingsresultaten van uw huidige versie in de huidige staat wilt opslaan, wordt het aanbevolen om te converteren en op te slaan als JPEG- of TIFF-. Handig opslaan in een batch Terwijl de opname wordt opgeslagen, kunt u doorgaan met uw werk in een ander venster Aangezien de functie voor het opslaan onafhankelijk op de achtergrond werkt, kunt u tijdens het opslaan doorgaan met in andere vensters, zoals het hoofdvenster of het bewerkingsvenster. Selecteer geen opname in het hoofdvenster als u alle wilt converteren en opslaan Als u stap overslaat en stap uitvoert zonder dat u een opname hebt geselecteerd in het hoofdvenster, worden alle in het hoofdvenster geconverteerd en opgeslagen. Indien het bericht [Insufficient memory./onvoldoende geheugen.] wordt weergegeven, zijn er te veel bestanden tegelijk geselecteerd. Verlaag het aantal geselecteerde bestanden. Het batchverwerkingsdialoogvenster wordt weergegeven en de worden opgeslagen. Als alle zijn opgeslagen, wordt de knop [Terminate/ Beëindigen] weergegeven in het batchverwerkingsdialoogvenster. Klik op de knop [Terminate/Beëindigen] in het verwerkingsdialoogvenster. Als u [New file name/nieuwe bestandsnaam] hebt geselecteerd in [File name/bestandsnaam], dient u [Sequence number/volgnummer] in te stellen. Nadat de opname is opgeslagen volgens de instructies op deze pagina, wordt een bijgesneden opname (pag. 8 en pag. ) of een opname waaruit stof is verwijderd (pag. 7 t/m pag. 77 en pag. 6 t/m pag. 0) permanent een bijgesneden opname of een opname waaruit stof is verwijderd. Raadpleeg pag. voor een overzicht van de functies in het venster [Batch settings/batchinstellingen]. 0

102 Opnamen in een batch overbrengen naar beeldbewerkingssoftware U kunt meerdere naar beeldbewerkingssoftware overbrengen. In tegenstelling tot bij [Transferring a RAW Image to Photoshop/Een RAW-opname overbrengen naar Photoshop] (pag. 78), brengt u over die eerst zijn geconverteerd en opgeslagen als een aparte opname. De overgebrachte opname verdwijnt dus niet nadat u de bewerkingssoftware hebt afgesloten. De software die in het voorbeeld wordt gebruikt is Adobe Photoshop CS. Selecteer in het hoofdvenster meerdere die u wilt overbrengen. Klik op de knop [Batch process/batch ] op de werkbalk (pag. 6). Het venster [Batch settings/batchinstellingen] wordt weergegeven. Geef de instellingen voor de overdracht op (bijvoorbeeld de bestandsindeling). Klik op de knop [Browse/Bladeren]. 6 7 Selecteer Photoshop CS. Selecteer in het dialoogvenster [Open/Openen] een Photoshop CS-bestand of een alias en klik op de knop [Open/Openen]. Het dialoogvenster [Open/Openen] wordt gesloten en [Image transfer settings/beeldoverdrachtsinstellingen] in het venster [Batch settings/batchinstellingen] wordt ingesteld op Photoshop CS. Selecteer [Open image using software/opname openen met software]. Klik op de knop [Execute/Uitvoeren]. Het verwerkingsdialoogvenster wordt weergegeven en het overbrengen van de batch wordt gestart. Als de eerste opname is overgebracht, wordt Photoshop CS gestart en worden de overgebrachte in chronologische volgorde weergegeven. Het dialoogvenster [Open/Openen] wordt weergegeven. Indien het bericht [Insufficient memory./onvoldoende geheugen.] wordt weergegeven, zijn er te veel bestanden tegelijk geselecteerd. Verlaag het aantal geselecteerde bestanden. 0

103 De naam van opnamebestanden in een batch wijzigen Selecteer in het hoofdvenster meerdere waarvan u de bestandsnaam wilt wijzigen. Selecteer het menu [Tools/Extra] [Start Rename tool/naam wijzigen starten]. Het naamwijzigingsvenster wordt weergegeven. Geef de gewenste instellingen op (pag. ) en klik op de knop [Execute/Uitvoeren]. De bestandsnaam van wijzigen volgens de opnamevolgorde in het hoofdvenster Wanneer u de volgorde van de in het hoofdvenster wijzigt, kunt u in één keer de naam van de opnamebestanden wijzigen volgens de gewijzigde opnamevolgorde. Wijzig de volgorde van de in het hoofdvenster (pag. ). Selecteer in het hoofdvenster meerdere waarvan u de bestandsnaam wilt wijzigen. Selecteer het menu [Tools/Extra] [Start Rename tool/naam wijzigen starten]. Selecteer [Fit to main window/aanpassen aan hoofdvenster]. De verwerking wordt gestart en de bestandsnamen worden gewijzigd. U kunt geen wijzigingen aanbrengen bij dubbele bestandsnamen Als de bestandsnaam rood wordt weergegeven in [Modified File Name/ Gewijzigde bestandsnaam], is er sprake van een dubbele bestandsnaam. Zelfs als er slechts één dubbele bestandsnaam is, kunnen de wijzigingen niet worden doorgevoerd. Wijzig de instellingen zodat er geen dubbele bestandsnamen zijn. De naam van de videobestanden kan niet in DPP worden gewijzigd. U kunt de naamwijzigingsfunctie niet starten vanuit het venster [Collection/Collectie] (pag. 6 en pag. 7). Raadpleeg pag. voor een overzicht van de functies in het naamwijzigingsvenster. 6 Geef de gewenste instellingen op (pag. ). Schakel [Copy & Rename/Kopiëren en naam wijzigen] in als u een opname wilt kopiëren. Klik op de knop [Execute/Uitvoeren]. De bestandsnamen worden gewijzigd en de volgorde in het hoofdvenster blijft behouden. Indien het bericht [Insufficient memory./onvoldoende geheugen.] wordt weergegeven, zijn er te veel bestanden tegelijk geselecteerd. Verlaag het aantal geselecteerde bestanden. 0

104 JPEG- en TIFF- DPP is software die vooral geschikt is voor geavanceerde bewerking van RAW-. De software kan echter ook worden gebruikt voor het van JPEG- en TIFF-. In dit hoofdstuk komen het en opslaan van JPEG- en TIFF- aan de orde. JPEG- en TIFF Het tabblad RGB van het toolpalet... 0 Helderheid en kleur automatisch aanpassen (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) Helderheid en contrast aanpassen De kleurtoon aanpassen met behulp van automatische witbalanscorrectie Tint, verzadiging en scherpte aanpassen Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve)... 0 Het dynamisch bereik aanpassen... Ruis reduceren... Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen... Automatisch stof wissen... 6 Compatibele camera's... 6 Automatisch stof wissen in het hoofdvenster... 7 Handmatig stof wissen (reparatiefunctie)... 8 Ongewenste delen van een opname wissen (kopieerstempelfunctie)... 0 Samenvoegen en High Dynamic Range... 0 Map Utility opstarten... 0 Bewerkingsresultaten opslaan... Bewerkingsgegevens opslaan in een opname... De opname opslaan als een aparte opname... Bewerkingsgegevens toepassen op een andere opname... Afdrukken... Opnamen opnieuw... 0

105 JPEG- en TIFF- Met DPP kunt u JPEG- en TIFF-afbeeldingen op dezelfde manier aanpassen als RAW- met de tabbladen [RGB] en [NR/ALO/Ruisreductie/ALO] van het toolpalet. Bij aanpassingen die worden uitgevoerd met het toolpalet (recept) worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen gewijzigd en blijven de 'oorspronkelijke opnamegegevens' ongewijzigd. Hierdoor treedt bij het geen kwaliteitsverlies op en kunt u uw keer op keer aanpassen. JPEG- of TIFF-opnamegegevens Gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen Inhoud die is aangepast met het toolpalet, kan worden verwerkt als een receptbestand (met de extensie '.vrd') (pag. 98 en pag. ). Het tabblad RGB van het toolpalet Met de functies op het tabblad [RGB] van het toolpalet kunt u JPEG- en TIFF- aanpassen met functies die ook beschikbaar zijn in normale beeldbewerkingssoftware. Omdat het aanpassingsbereik van de functies op het tabblad [RGB] van het toolpalet echter groter is dan van het tabblad [RAW], is de kleur van de opname mogelijk verzadigd of neemt de kwaliteit van de opname mogelijk af als de aanpassing te groot is. Pas uw dus niet te veel aan. U kunt RAW- aanpassen met de functies op het tabblad [RGB] van het toolpalet. Het is echter raadzaam om voor andere functies dan aanpassing van de kleurtooncurve (pag. 0) en automatische aanpassing (pag. 06), de functies die ook beschikbaar zijn op het tabblad [RAW] van het toolpalet te gebruiken. In DPP kunt u alle aanpassingen (gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen) die zijn uitgevoerd met het toolpalet, opslaan in de opname als een 'recept' (pag. ). U kunt de aanpassingen ook als apart receptbestand (met de extensie '.vrd') opslaan, downloaden en toepassen op andere (pag. 98 en pag. ). 0

106 Helderheid en kleur automatisch aanpassen (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) U maakt van de opname een optimale standaardopname door de kleurtooncurve automatisch te laten aanpassen (pag. ). U kunt de mate waarin automatische aanpassing plaatsvindt, instellen op 'Standaard' of 'Hoog'. Klik op de gewenste knop voor automatische aanpassing. Standaard: Standaard automatische aanpassing. Geschikt voor de meeste. Hoog: Gebruik deze instelling als het effect van de standaard automatische aanpassing niet groot genoeg is. De oorspronkelijke instellingen van de kleurtooncurve worden hersteld Hoog Standaard Opnamen die niet geschikt zijn voor automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) Bij de volgende is het resultaat van automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) mogelijk niet naar verwachting: Opnamen die zijn gemaakt met de juiste belichting Opnamen met een helderheid die niet in evenwicht is Opnamen die te donker zijn Opnamen die met zeer sterk tegenlicht zijn gemaakt Als u op de knop [ ] klikt, worden de standaardinstellingen van de kleurtooncurve, [Hue/Tint] en [Saturation/Verzadiging] hersteld. Ga voorzichtig te werk als u [Hue/Tint] en [Saturation/Verzadiging] afzonderlijk aanpast (pag. 09). De kleurtooncurve wordt op basis van de ingevoerde wijzigingen aangepast. 06

107 Helderheid en contrast aanpassen U kunt de helderheid en het contrast van een opname aanpassen. Sleep de schuifregelaars naar links of rechts Voer numerieke waarden in Brightness (Helderheid): Sleep de schuifregelaar naar rechts om een opname helderder te maken en naar links om een opname donkerder te maken. Contrast: Hiermee kunt u de kleurovergang en de mate van kleurcontrast aanpassen. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer contrast en naar links voor minder contrast. Het aanpassingsbereik is -00 t/m +00 (in te stellen in stappen van ). 07

108 De kleurtoon aanpassen met behulp van automatische witbalanscorrectie U kunt de witbalans aanpassen door een bepaald gedeelte van een opname als de standaard voor wit in te stellen en zo de opname natuurlijk te laten ogen. Automatische witbalanscorrectie is effectief wanneer u deze functie gebruikt in delen van een opname waarin de witte kleurtoon door een lichtbron is veranderd. Klik op de knop [ ]. Klik op een punt dat u als standaard voor wit wilt instellen. De coördinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie) De kleur van de opname wordt aangepast met het geselecteerde punt als de standaard voor wit. Als u op een ander punt in de opname klikt, wordt de witbalans opnieuw aangepast. Klik nogmaals op de knop [ ] om de automatische witbalanscorrectie te beëindigen. Als uw opname geen witte gebieden bevat Als uw opname geen witte gebieden bevat, kunt u de witbalans aanpassen door in stap op een grijs punt in de opname te klikken. Hiermee is het resultaat van de aanpassingen hetzelfde als wanneer u een wit punt selecteert. De opname wordt aangepast op basis van de gemiddelde waarde van een pixelbereik van vanaf het punt waarop u hebt geklikt. De uitgevoerde aanpassingen worden doorgevoerd en weergegeven in het histogram. U kunt de histogramweergave ook vastzetten, zodat ingevoerde wijzigingen niet in het histogram worden weergegeven (pag. 9). 08

109 Tint, verzadiging en scherpte aanpassen U kunt kleurtinten en de verzadiging aanpassen en de algehele sfeer van een opname verzachten of minder zacht maken. Hue (Tint): Sleep de schuifregelaar naar rechts om kleurtonen geler te maken en naar links om kleurtonen roder te maken. Saturation (Verzadiging): Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer kleurdiepte en naar links voor minder kleurdiepte. Sharpness (Scherpte): Sleep de schuifregelaar naar rechts om een opname minder zacht te maken en naar links om een opname zachter te maken. Voer numerieke waarden in Sleep de schuifregelaars naar links of rechts Onnatuurlijke scherpte Pas de scherpte aan met de vensterweergave ingesteld op [00% view/ 00%-weergave], [0% view/0%-weergave] of [00% view/00%- weergave]. Als u de weergave instelt op [Fit to window/aanpassen aan venster] (volledige schermweergave), lijkt de scherpte onnatuurlijk. Het aanpassingsbereik voor tint is 0 t/m 0, voor verzadiging 0 t/m 00 en voor scherpte 0 t/m 00 (in te stellen in stappen van ). 09

110 Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve) U kunt de helderheid, het contrast en de kleur van een bepaald gebied aanpassen door de kleurtooncurve te wijzigen (pag. ). Selecteer de kleurtooncurvemodus en de interpolatiemethode. Voer de gewenste aanpassingen uit. RGB wordt batchgewijs aangepast Hiermee wordt elk kanaal aangepast Houd <Control> ingedrukt en klik in de grafiek om het menu weer te geven. Klik om een [ ] (punt) toe te voegen Sleep [ ] om de opname aan te passen. Op de horizontale as wordt het invoerniveau weergegeven en op de verticale as het uitvoerniveau. Het maximale aantal [ ] is 8. Als u [ ] wilt verwijderen, dubbelklikt u op [ ]. De uitgevoerde aanpassingen worden doorgevoerd en weergegeven in het histogram. U kunt de histogramweergave ook vastzetten, zodat ingevoerde wijzigingen niet in het histogram worden weergegeven (pag. 9). De kleurtooncurvemodus en interpolatiemethode voor een kleurtooncurve kunnen ook worden gewijzigd in [Preferences/ Voorkeuren] (pag. 9). 0

111 Het dynamisch bereik aanpassen U kunt het dynamische bereik (het bereik van weergegeven lichtgradaties) van donkere punten naar heldere punten in een opname aanpassen. Numerieke waarde uitvoerniveau lichtpunt Naar rechts slepen invoerniveau schaduwpunten Numerieke waarde uitvoerniveau schaduwpunt Numerieke waarde invoerniveau schaduwpunten Omlaag verplaatsen uitvoerniveau lichtpunten Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname Naar links slepen invoerniveau lichtpunten Numerieke waarde invoerniveau lichtpunten Het bereik voor schaduwpunten ligt tussen 0 en 7 (in te stellen in stappen van ). Het bereik voor lichtpunten ligt tussen 8 en (in te stellen in stappen van ). De uitgevoerde aanpassingen worden doorgevoerd en weergegeven in het histogram. U kunt de histogramweergave ook vastzetten, zodat ingevoerde wijzigingen niet in het histogram worden weergegeven (pag. 9). Omhoog verplaatsen uitvoerniveau schaduwpunten Op de horizontale as wordt het invoerniveau weergegeven en op de verticale as het uitvoerniveau.

112 Ruis reduceren U kunt ruis reduceren in JPEG- en TIFF- die in het donker of met een hoge ISO-snelheid zijn gemaakt. Selecteer het tabblad [NR/ALO/Ruisreductie/ALO] in het toolpalet van het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster. Klik op de knop [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld]. Het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] wordt weergegeven. Pas een opname aan. Ruisreductiecontrolevenster Navigatievenster Vergrotingsweergavepositie Sleep de schuifregelaars U kunt een ruisreductieniveau tussen 0 en 0 instellen. Hoe hoger de instelling, hoe groter het effect van de ruisreductie. U kunt het effect van de ruisreductie controleren wanneer een opname wordt weergegeven op 00% in het ruisreductiecontrolevenster. U kunt de weergavepositie van het ruisreductiecontrolevenster wijzigen door de vergrotingsweergavepositie over het navigatievenster te slepen. Klik op de knop [Apply/Toepassen]. Ruisreductie wordt op de opname toegepast en de opname wordt opnieuw weergegeven. Dezelfde ruisreductie instellen voor verschillende Wanneer u meerdere selecteert in het hoofdvenster, kunt u hetzelfde ruisreductieniveau voor de instellen zonder het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] weer te geven. U past het ruisreductieniveau aan in het toolpalet [NR/ALO/Ruisreductie/ALO] (pag. ) met behulp van de schuifregelaars [Luminance noise reduction/ Luminantieruisreductie] en [Chrominance noise reduction/ Kleurtoonruisreductie] en klikt vervolgens op de knop [Apply/Toepassen]. Als [Luminance noise/luminantieruis] is ingesteld, wordt de resolutie mogelijk lager naarmate u ruisreductie toepast. Als [Chrominance noise/kleurtoonruis] is ingesteld, kan kleurdoorloop optreden als u ruisreductie toepast. U kunt de instellingen voor batchgewijze ruisreductie vooraf instellen via [Default noise reduction settings/standaardinstellingen voor ruisreductie] op het tabblad [Tool palette/toolpalet] in [Preferences/Voorkeuren] (pag. 9). Dit is vooral handig wanneer u ruisreductie op alle in een map tegelijk wilt toepassen, bijvoorbeeld voor met een hoge ISO-snelheid. Op waaraan een recept is toegevoegd, wordt echter het ruisniveau van het recept toegepast. Raadpleeg pag. voor een overzicht van de functies in het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld].

113 Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen U kunt het bijsnijden van een opname beperken tot een bepaald gedeelte van de opname, maar u kunt ook de compositie van een opname wijzigen. Hierbij wordt een horizontaal opgenomen opname verticaal. U kunt de hoek van een opname ook aanpassen voordat u de opname bijsnijdt. Als u [Circle/Cirkel] selecteert voor [Aspect ratio/ Beeldverhouding], wordt het deel van de opname buiten het opgegeven gebied alleen zwart gemaakt en wordt de opname niet bijgesneden. Selecteer de opname die u wilt bijsnijden. Open het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. Klik op de knop [Trimming Angle/Bijsnijden Hoek]. Het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek verschijnt. Er kan worden bewerkt zodra het beeld duidelijk wordt weergegeven in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. Pas de hoek van de opname naar wens aan. Venster voor bijsnijden/aanpassen hoek Grootst mogelijk bijsnijdings kader Klik hierop (opname naar links of rechts roteren in stappen van 90 graden) Slepen* (stappen van 0,0 graad; aanpasbaar bereik: - tot + graden) Pas de hoek aan met de muis (klik op / ) of voer de aanpassingshoek direct in* (stappen van 0,0 graad; aanpasbaar bereik: - tot + graden) * U kunt de hoek van die groter zijn dan 9999 x 6666 pixels niet aanpassen. Als u op [Center on Screen/Centreren op scherm] klikt, kunt u het bijsnijdingskader in het midden van het venster weergeven. Wanneer u op de knop [OK] klikt nadat u de hoek van de opname hebt aangepast, wordt de opname bijgesneden volgens het grootst mogelijke bijsnijdingskader. Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan die met de EOS-D X, EOS-D Mark IV, EOS-Ds Mark III, EOS-D Mark III, EOS D Mark III, EOS 6D, EOS 7D, EOS 60D, EOS 60D, EOS 600D of EOS M zijn gemaakt, wordt het bijsnijdingskader weergegeven op basis van deze beeldverhoudingsinformatie.

114 Selecteer een verhouding en sleep het bijsnijdingskader. Annuleren Selecteer een verhouding voor het bijsnijden Sleep het bijsnijdingskader U kunt het bijsnijdingskader verslepen. Als u het formaat van het bijsnijdingskader wilt aanpassen, sleept u de vier hoeken van het kader. (Niet beschikbaar als [Circle/Cirkel] is geselecteerd.) Overzicht van beeldverhoudingen (breedte : hoogte) Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het hoofdvenster. Het bijsnijdingskader wordt in de bijgesneden opname weergegeven (pag. 8). Als de bijgesneden opname in een bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster wordt weergegeven, wordt deze in de bijgesneden vorm weergegeven. [Free/Vrij]: U kunt naar ieder gewenst formaat bijsnijden, ongeacht de verhouding die u kunt selecteren. [Custom/Aangepast]: U kunt de opname bijsnijden volgens de opgegeven beeldverhouding. [Circle/Cirkel]: Het deel van de opname buiten het opgegeven gebied wordt zwart gemaakt. De opname wordt niet bijgesneden.

115 Bijgesneden U kunt de oorspronkelijke instellingen van het bijsnijdingskader op elk gewenst moment herstellen Een bijgesneden opname wordt als een bijgesneden opname weergegeven of afgedrukt. Aangezien de opname echter niet daadwerkelijk is bijgesneden, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door op de knop [Reset/Herstellen] te klikken in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek of door de procedure 'Opnamen opnieuw ' (pag. ) uit te voeren. Weergave van de bijgesneden opname in elk venster Hoofdvenster: Het bijsnijdingskader wordt op de opname weergegeven (pag. 8). Bewerkingsvenster: De bijgesneden opname wordt weergegeven. Beeldbewerkingsvenster: De miniatuur is gelijk aan die in het hoofdvenster en de vergrote opname is gelijk aan die in het bewerkingsvenster. Een bijgesneden opname afdrukken U kunt een bijgesneden opname afdrukken in DPP. Nadat de opname is opgeslagen als een aparte opname, is deze blijvend bijgesneden Nadat de bijgesneden JPEG- of TIFF-opname is opgeslagen als een aparte opname (pag. ), is deze blijvend bijgesneden. Opnamen waarvoor een beeldverhouding is ingesteld, worden weergegeven als bijgesneden Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan RAW die met de EOS-D X, EOS-D Mark IV, EOS-Ds Mark III, EOS-D Mark III, EOS D Mark III, EOS 6D, EOS 7D, EOS 60D, EOS 60D, EOS 600D of EOS M zijn gemaakt, wordt het bijsnijdingskader weergegeven op basis van deze beeldverhoudingsinformatie. Aangezien de opname niet daadwerkelijk is bijgesneden, kunt u het bijsnijdingskader aanpassen of de niet-bijgesneden versie van de opname herstellen. Maar wanneer een JPEG-opname is gemaakt met een beeldverhouding van [:], [6:9] of [:] ingesteld met de EOS D Mark III, EOS 6D, EOS 60D, EOS 60D, EOS 600D of EOS M, kan het bijsnijdingskader niet worden gewijzigd noch worden teruggezet op de hoedanigheid vóór bijsnijden, omdat het beeld daadwerkelijk wordt bijgesneden en opgeslagen met de ingestelde verhouding.* Wanneer u wilt terugkeren naar de situatie voorafgaand aan het bijsnijden op basis van de beeldverhoudingsgegevens op het moment van de opname, klikt u op de knop [Reset/Herstellen]. Als u het hele bijsnijdingskader wilt verwijderen, klikt u op de knop [Clear/Wissen] (pag. 7). * Bij het maken van met de EOS D Mark III terwijl [Add cropping information/voeg bijsnijdinformatie toe] is ingesteld in Persoonlijke voorkeuze, wordt alleen informatie over de beeldverhouding vastgelegd en wordt de opname niet daadwerkelijk bijgesneden. Handige functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. De schermweergave wijzigen met het toetsenbord U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen < > + <F>. Bewerkingen uitvoeren met het contextmenu U kunt elke bewerking ook uitvoeren met het menu dat wordt weergegeven wanneer u op de opname klikt terwijl u de toets <Control> ingedrukt houdt. Het bijsnijdingskader toepassen op een andere opname U kunt het bijsnijdingskader op een andere opname toepassen door op de knop [Copy/Kopiëren] te klikken om het bijsnijdingskader te kopiëren. Geef vervolgens een andere opname weer en klik op de knop [Paste/Plakken]. Als u een gekopieerd bijsnijdingskader batchgewijs op meerdere wilt toepassen, selecteert u in het hoofdvenster de bijgesneden opname en de andere waarop u het bijsnijdingskader wilt toepassen. Ga vervolgens naar het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. Geef de bijgesneden opname weer en klik op de knop [Copy/Kopiëren] en klik op de knop [Apply All/Alles toepassen]. Het bijsnijdingskader wordt nu toegepast op alle geselecteerde wanneer het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek wordt weergegeven. Voor die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik deze functie afgeraden, aangezien sterke ruis ervoor zorgt dat details van de opname moeilijk te zien zijn in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. Raadpleeg pag. 7 voor een overzicht van de functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek.

116 Automatisch stof wissen De stofwisdata die aan worden toegevoegd die met een camera zijn gemaakt die deze data kan toevoegen, kunnen worden gebruikt voor het automatisch wissen van stofvlekken. Compatibele camera's EOS-D X EOS-D Mark IV EOS-Ds Mark III EOS-D Mark III EOS D Mark III EOS D Mark II EOS 6D EOS 7D EOS 60D EOS 0D EOS 0D EOS 60D EOS 600D EOS 0D EOS 00D EOS 0D EOS 00D DIGITAL EOS 00D EOS 000D EOS M Selecteer in het hoofdvenster een opname met stofwisdata. Klik op de knop [Stamp/Stempel]. Nadat de opname opnieuw is getekend, klikt u op de knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen]. Stofvlekken worden in één bewerking gewist. Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het hoofdvenster. Het teken [ ] (pag. 8) wordt weergegeven op waaruit stofvlekken zijn verwijderd. Het kopieerstempelvenster wordt weergegeven. Stofwisdata worden niet aan toegevoegd met instellingen voor correctie van vervorming, correctie van chromatische aberratie enzovoort, die zijn gespecificeerd tijdens de RAW-ontwikkeling op de camera. Daardoor kunt u niet automatisch stof wissen op dit soort. 6

117 Aanvullende informatie U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname waaruit stof is verwijderd op elk gewenst moment herstellen Een opname waaruit stof is verwijderd, wordt als zodanig weergegeven of afgedrukt. Aangezien het stof op de opname echter niet daadwerkelijk is gewist, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door in het kopieerstempelvenster op de knop [Undo/ Ongedaan maken] te klikken of door de procedure 'Opnamen opnieuw ' uit te voeren (pag. ). Opnamen waaruit stof is verwijderd controleren in het kopieerstempelvenster Controleer de waaruit stof is verwijderd in het kopieerstempelvenster. De oorspronkelijke worden in andere vensters weergegeven en u kunt deze niet controleren. Opnamen waaruit stof is verwijderd afdrukken U kunt een opname waaruit stof is verwijderd afdrukken in DPP. De knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen] is niet actief Als er geen stof is die door DPP uit de opname kan worden verwijderd, is de knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen] uitgeschakeld, ook bij waaraan in de camera stofwisdata zijn toegevoegd. Stofvlekken verwijderen die niet automatisch kunnen worden verwijderd Bij automatisch stof wissen worden stofvlekken gewist op basis van informatie over de stof die is vastgelegd in de stofwisdata. Afhankelijk van het type stof, kunnen stofvlekken in bepaalde gevallen echter niet worden gewist. In dergelijke gevallen kunt u die stofvlekken wissen met de reparatiefunctie (pag. 8) of de kopieerstempelfunctie (pag. 0). Nadat de opname is opgeslagen als een aparte opname, is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd Nadat de JPEG- of TIFF-opname waaruit stof is verwijderd is opgeslagen als een aparte opname (pag. ), is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd. Handige functies in het kopieerstempelvenster Plekken waaruit stof is verwijderd controleren Nadat u stap hebt uitgevoerd, kunt u de plekken waaruit stof is verwijderd weergeven en één voor één controleren door op de toets <F> te drukken. (Druk op de toets <B> om terug te keren naar de vorige stofvlek.) Het wissen van één specifieke stofvlek annuleren Nadat u stap hebt uitgevoerd, kunt u op de toetsen <F> of <B> drukken om de gewiste stofvlek weer te geven. Druk vervolgens op de toets <delete> om het wissen van die weergegeven, gewiste stofvlek te annuleren. Met sneltoetsen tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen < > + <F>. Het stofwisresultaat toepassen op een andere opname U kunt in een andere opname op dezelfde plaats stof verwijderen. Kopieer daarvoor de stofwisresultaten met de knop [Copy/Kopiëren], geef de andere opname weer waarop u de resultaten wilt toepassen en klik op de knop [Paste/Plakken]. Raadpleeg pag. voor een overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster. Automatisch stof wissen in het hoofdvenster In het hoofdvenster kunt u eveneens automatisch stofvlekken wissen uit meerdere waaraan stofwisdata zijn toegevoegd. Selecteer meerdere waaraan stofwisdata zijn toegevoegd en selecteer het menu [Adjustment/ Aanpassen] [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen]. De stofvlekken in alle geselecteerde worden in één bewerking gewist. 7

118 Handmatig stof wissen (reparatiefunctie) U kunt stofvlekken in een opname wissen door ze een voor een te selecteren. Selecteer in het hoofdvenster de opname waarin u stofvlekken wilt wissen. Klik op de knop [Stamp/Stempel]. Het kopieerstempelvenster wordt weergegeven. Nadat de opname opnieuw is getekend, dubbelklikt u op het punt waar u wilt beginnen met het wissen van stof. De opname wordt in de 00%-weergave weergegeven. U kunt de weergavepositie wijzigen door te slepen. Dubbelklik hierop 6 Klik op de knop die bij de stofvlekken hoort die u wilt verwijderen. Klik op de knop [ ] als de stofvlek donker van kleur is en klik op de knop [ ] als de stofvlek licht van kleur is. Wanneer u de cursor over de opname beweegt, wordt het stofwisbereik als [ ] weergegeven. Zorg ervoor dat de stofvlek die u wilt wissen, zich binnen [ ] bevindt en klik. Klik hierop De stofvlek binnen [ ] wordt gewist. Klik op een ander deel van de opname als u andere stofvlekken in de opname wilt wissen. Als u stof in een ander deel van de opname wilt wissen, klikt u nogmaals op de knop waarop u in stap hebt geklikt om het wissen van stof te annuleren en de bewerking nogmaals uit te voeren vanaf stap. Als een stofvlek niet kan worden gewist, wordt [ ] weergegeven. Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het hoofdvenster. Het teken [ ] (pag. 8) wordt weergegeven op waaruit stofvlekken zijn verwijderd. 8

119 Aanvullende informatie Klik meerdere malen als stofvlekken niet volledig zijn gewist Als ongewenste stofvlekken niet worden gewist, ook niet nadat u stap hebt uitgevoerd, kunt u ze volledig wissen door meerdere malen te klikken. Stofvlekken kunnen doorgaans worden gewist met de reparatiefunctie Stofvlekken kunnen worden gewist met de reparatiefunctie. Het is mogelijk dat u stoflijnen niet kunt wissen. Gebruik in dergelijke gevallen de kopieerstempelfunctie (pag. 0). U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname waaruit stof is verwijderd op elk gewenst moment herstellen Een opname waaruit stof is verwijderd, wordt als zodanig weergegeven of afgedrukt. Aangezien het stof op de opname echter niet daadwerkelijk is gewist, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door in het kopieerstempelvenster op de knop [Undo/ Ongedaan maken] te klikken of door de procedure 'Opnamen opnieuw ' uit te voeren (pag. ). Opnamen waaruit stof is verwijderd controleren in het kopieerstempelvenster Controleer de waaruit stof is verwijderd in het kopieerstempelvenster. De oorspronkelijke worden in andere vensters weergegeven en u kunt deze niet controleren. Opnamen waaruit stof is verwijderd afdrukken U kunt een opname waaruit stof is verwijderd afdrukken in DPP. Nadat de opname is opgeslagen als een aparte opname, is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd Nadat de JPEG- of TIFF-opname waaruit stof is verwijderd is opgeslagen als een aparte opname (pag. ), is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd. Handige functies in het kopieerstempelvenster Plekken waaruit stof is verwijderd controleren Nadat u stap hebt uitgevoerd, kunt u de plekken waaruit stof is verwijderd weergeven en één voor één controleren door op de toets <F> te drukken. (Druk op de toets <B> om terug te keren naar de vorige stofvlek.) Het wissen van één specifieke stofvlek annuleren Nadat u stap hebt uitgevoerd, kunt u op de toetsen <F> of <B> drukken om de gewiste stofvlek weer te geven. Druk vervolgens op de toets <Delete> om het wissen van die weergegeven, gewiste stofvlek te annuleren. Met sneltoetsen tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen < > + <F>. Het stofwisresultaat toepassen op een andere opname U kunt in een andere opname op dezelfde plaats stof verwijderen. Kopieer daarvoor de stofwisresultaten met de knop [Copy/Kopiëren], geef de andere opname weer waarop u de resultaten wilt toepassen en klik op de knop [Paste/Plakken]. Als u in verschillende op dezelfde plaats stof wilt verwijderen, kunt u dit efficiënt doen door meerdere te selecteren. Houd daarvoor in het hoofdvenster de toets < > ingedrukt terwijl u op de klikt of houd de toets <Shift> ingedrukt terwijl u eerst op de eerste en vervolgens op de laatste opname klikt. Geef daarna het kopieerstempelvenster weer. Voor die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik wordt deze functie afgeraden, aangezien sterke ruis ervoor zorgt dat stofvlekken in het kopieerstempelvenster moeilijk te zien zijn. Raadpleeg pag. voor een overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster. 9

120 Ongewenste delen van een opname wissen (kopieerstempelfunctie) U kunt een opname corrigeren door een ander deel van de opname te kopiëren en over een ongewenst deel van de opname te plakken. Volg stap t/m in 'Handmatig stof wissen (reparatiefunctie)' (pag. 8). Selecteer het gedeelte dat u wilt kopiëren. Houd de toets <Option> ingedrukt en klik op het gedeelte dat u als kopieerbron wilt gebruiken. Als u een ander gedeelte als kopieerbron wilt instellen, voert u de bovenstaande bewerking nogmaals uit. Als u de positie van de kopieerbron wilt vastzetten, schakelt u [Fix Copy Source position/positie van kopieerbron vastzetten] in. Corrigeer de opname. Klik op of sleep over het gedeelte van de opname dat u wilt corrigeren. De [+] in het venster geeft de kopieerbron aan en [ ] geeft het kopieerdoel aan. Het gekopieerde beeld wordt geplakt op de positie waarnaar u deze hebt gesleept. Bij [Pen type/pentype] kunt u een keuze maken uit [Brush/Kwast] (de randen van het geplakte beeld zijn uitgevaagd) en [Pencil/Potlood] (de randen van het geplakte beeld zijn scherp). Klik op de knop [OK] om terug te keren naar het hoofdvenster. Het teken [ ] (pag. 8) wordt weergegeven op een gecorrigeerde opname. Samenvoegen en High Dynamic Range U kunt voor het samenvoegen JPEG- en TIFF- gebruiken op dezelfde manier als RAW-; zie hieronder. Opnamen samenvoegen (pag. 78) HDR- (High Dynamic Range) maken (pag. 8) Map Utility opstarten U kunt Map Utility opstarten met de onderstaande procedure. Map Utility opstarten (pag. 8) 0

121 Bewerkingsresultaten opslaan Bewerkingsgegevens opslaan in een opname Alle inhoud (recept) die is aangepast met het toolpalet (pag. 0 t/m pag. ) en de informatie over het bijsnijdingskader (pag. ) en het wissen van stof (pag. 6 t/m pag. 0) kan worden opgeslagen in een JPEG- of TIFF-opname of in een aparte JPEG- of TIFF-opname. Selecteer het menu [File/Bestand] gewenste item. De opname opslaan als een aparte opname Als een JPEG- of TIFF-opname is aangepast met het toolpalet (pag. 0 t/m pag. ) en, net als een RAW-opname, op de onderstaande wijze wordt opgeslagen, kan de opname worden opgeslagen als een aparte opname waarop de aanpassingen zijn toegepast. En als een bijgesneden opname (pag. ) of een opname waaruit stof is verwijderd (pag. 6 t/m pag. 0) ook op deze wijze wordt opgeslagen, wordt deze blijvend een bijgesneden opname of een opname waaruit stof is verwijderd. Opnamen opslaan als JPEG- of TIFF- (pag. ) Opnamen in een batch opslaan als JPEG- of TIFF- (batchverwerking) (pag. 0) Door de opname op de bovenstaande wijze als een aparte JPEG- of TIFFopname op te slaan, worden de aanpassingen die zijn uitgevoerd met het toolpalet toegepast. De opnamekwaliteit is iets lager nadat de opname is bewerkt/opgeslagen, net als bij normale beeldbewerkingssoftware. Bewerkingsgegevens toepassen op een andere opname U kunt de aanpassingsgegevens (recept) van JPEG- en TIFF- die zijn aangepast met het toolpalet op dezelfde wijze als bij RAW kopiëren en toepassen op andere. Hieronder vindt u de bijbehorende procedure. Aanpassingsgegevens toepassen op een andere opname (pag. ) Aanpassingsgegevens (recept) gebruiken (pag. 98) Uw aanpassingen worden bij de opname opgeslagen. Afdrukken Net als RAW- kunt u bewerkte JPEG- en TIFF- afdrukken aan de hand van de onderstaande instructies. Afdrukken (pag. ) Afdrukken met opname-informatie (pag. 86) Een lijst met miniatur (afdrukken op één vel) (pag. 87) RAW-opnam met een professionele Canon-printer (pag. 88)

122 Opnamen opnieuw Wanneer worden bewerkt met het toolpalet (pag. 0 t/m pag. ), worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen aangepast en blijven de 'oorspronkelijke opnamegegevens' ongewijzigd. Bovendien wordt de informatie over het bijsnijdingskader of het wissen van stof van een bijgesneden opname (pag. ) of een opname waaruit stof is verwijderd (pag. 6 t/m pag. 0), gewoon bij de opname opgeslagen. U kunt daarom alle wijzigingen die bij de opname zijn opgeslagen (pag. ), zoals informatie over het bijsnijdingskader en het wissen van stof, ongedaan maken en de laatst opgeslagen versie of de oorspronkelijke versie van de opname herstellen. Selecteer de opname die u opnieuw wilt. Selecteer het menu [Adjustment/Aanpassen] gewenste item. De instellingen van het geselecteerde item worden hersteld.

123 Dit referentiegedeelte is toegevoegd om uw gebruikservaring van DPP te verbeteren. Dit hoofdstuk bevat verschillende oplossingen voor problemen, instructies voor het verwijderen van DPP van uw computer, een overzicht van de functies in de verschillende vensters en een verklarende woordenlijst. Aan het einde van het hoofdstuk vindt u een index waarmee u gemakkelijk informatie kunt vinden. Problemen oplossen... De software verwijderen (installatie ongedaan maken)... Overzicht van de functies in het hoofdvenster (venster Map)... 6 Overzicht van de functies in het hoofdvenster (venster Collectie)... 7 Informatie over het opnamekader in het hoofdvenster en het beeldbewerkingsvenster... 8 Overzicht van de functies in het bewerkingsvenster... 9 Overzicht van de functies in het toolpalet... 0 Overzicht van de functies in het venster Ruisreductievoorbeeld... Overzicht van de functies in het controlevenster... Overzicht van de functies in het beeldbewerkingsvenster... Overzicht van de functies in het venster voor het converteren en opslaan van één opname... 6 Overzicht van de functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek... 7 Overzicht van de functies in het venster Lensaberratie corrigeren... 8 Overzicht van de functies in het aanpassingsvenster voor digitale lensoptimalisatie... 9 Overzicht van de functies in het venster Samenvoegen starten... 0 Lijst van functies in het venster HDR ( aanpassen)... Overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster... Overzicht van de functies in het venster voor het converteren en opslaan van meerdere (batchverwerking)... Overzicht van de functies in het naamwijzigingsvenster... Verklarende woordenlijst Over deze instructiehandleiding... Handelsmerken...

124 Problemen oplossen Raadpleeg de onderstaande onderwerpen als DPP niet correct werkt. De installatie kan niet correct worden voltooid U kunt alleen software installeren als u bent aangemeld met een account met beheerdersrechten. Meld u opnieuw aan met een account met beheerdersrechten. Voor informatie over het inloggen en opgeven van beheerdersinstellingen raadpleegt u de gebruikershandleiding voor de Macintosh-computer die u gebruikt of voor het besturingssysteem. DPP werkt niet DPP werkt niet correct op een computer die niet voldoet aan de systeemvereisten voor DPP. Gebruik DPP op een computer die voldoet aan de systeemvereisten (pag. ). Zelfs als uw computer de geheugencapaciteit (RAM) heeft die in de systeemvereisten (pag. ) wordt aangegeven, is er mogelijk onvoldoende geheugen (RAM) beschikbaar als een andere toepassing tegelijk met DPP wordt uitgevoerd. Sluit alle andere toepassingen af. De kaartlezer detecteert de SD-kaart niet. Afhankelijk van de kaartlezer en het gebruikte besturingssysteem van de computer worden SDXC-kaarten mogelijk niet correct gedetecteerd. In dat geval moet u uw camera en de computer met de meegeleverde interfacekabel op elkaar aansluiten en de overbrengen naar uw computer met behulp van EOS Utility (meegeleverde software). Opnamen worden niet goed weergegeven Opnamen die niet worden ondersteund door DPP, kunnen niet worden weergegeven. Er bestaan verschillende soorten JPEG- en TIFF. JPEG- en TIFF- die niet compatibel zijn met Exif.,. of., worden mogelijk niet goed weergegeven (pag. ). Als een opname waarop stof wissen is toegepast (pag. 7 t/m pag. 77 en pag. 6 t/m pag. 0) wordt weergegeven in een ander venster dan het kopieerstempelvenster, wordt de opname weergegeven zoals deze was voordat het stof wissen werd uitgevoerd. Controleer waaruit stof is verwijderd in het kopieerstempelvenster. Een opname kan niet worden aangepast JPEG- en TIFF- kunnen niet worden aangepast met de aanpassingsfunctie voor op het tabblad [RAW] van het toolpalet. Gebruik voor het aanpassen van deze het tabblad [RGB] in het toolpalet (pag. 0). Een recept kan niet in een andere opname worden geplakt (toegepast) U kunt het roteren (pag. 0, pag., pag. 6, pag. en pag. ), bijsnijden (pag. 8 en pag. ) en stof wissen (kopieerstempel) (pag. 7 t/m pag. 77 en pag. 6 t/m pag. 0) van een opname niet als een recept plakken in (toepassen op) een andere opname. Snijd de opname bij of verwijder stof uit de opname met de functie kopiëren/plakken die u in elk venster kunt vinden en roteer de een voor een. De aanpassingsgegevens (recept) van RAW- die zijn aangepast met het tabblad [RAW] van het toolpalet, kunnen niet worden toegepast op JPEG- of TIFF- (pag. 0). Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (pag. 6) is een functie die alleen beschikbaar is voor RAW- die zijn gemaakt met de EOS-D X, EOS-D Mark IV, EOS D Mark III, EOS D Mark II, EOS 6D, EOS 7D, EOS 60D, EOS 0D, EOS 60D, EOS 600D, EOS 0D, EOS 00D, EOS 00D en EOS M. U kunt de aanpassingen van Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) niet toepassen op RAW- die zijn gemaakt met andere camera's. Kleuren in de opname zijn vaag wanneer ze met andere software worden weergegeven Als een RAW-opname een andere kleurruimte heeft dan srgb (pag. 78 en pag. 9) en de opname vervolgens wordt geconverteerd naar en opgeslagen als een JPEG- of TIFF-opname, zijn de kleuren in de opname vaag wanneer de opname wordt weergegeven in software die alleen compatibel is met de srgb-kleurruimte. Stel in dat geval de kleurruimte van de RAW-opname in op srgb, converteer de opname opnieuw naar een JPEG- of TIFF-opname, sla de opname op en geef deze nieuwe opname weer.

125 Er bestaan verschillen tussen de kleuren van de opname op het scherm en de kleuren van de afgedrukte opname Als de kleurweergave van het beeldscherm niet goed is ingesteld of als geen profiel is ingesteld voor de printer waarop u wilt afdrukken, kunnen er grote verschillen bestaan tussen de kleuren van de opname op het scherm en de kleuren van de afgedrukte opname. Als de kleurweergave van het beeldscherm wordt aangepast (pag. 9) en het juiste profiel voor de printer wordt ingesteld (pag. 9), liggen de kleuren van een afgedrukte opname en die van de opname op het scherm dichter bij elkaar. Als u afdrukt met een Canon-printer (pag. en pag. 6) of een netwerkprinter (pag. 88 en pag. 90), worden automatisch printerprofielen ingesteld. U hoeft zo alleen de kleurweergave van het beeldscherm in te stellen om te zorgen dat de kleuren nader met elkaar overeenkomen. Wanneer wordt afgedrukt met Easy-PhotoPrint, worden kleuren niet goed afgedrukt als de functie voor automatische compensatie in Easy-PhotoPrint en de verschillende soorten aanpassingsfuncties voor zijn ingeschakeld. Schakel alle aanpassingsfuncties voor in Easy-PhotoPrint uit (pag. 7). Als u de kleuraanpassingsfunctie van het printerstuurprogramma gebruikt, wordt de opname mogelijk afgedrukt in kleuren die afwijken van de kleuren op het scherm, ook als u een printerprofiel instelt. Gebruik de kleuraanpassingsfunctie voor van het printerstuurprogramma niet. Er kunnen geen grote aantallen in batches worden afgedrukt Als een groot aantal bestanden in batches wordt afgedrukt, is het mogelijk dat het afdrukken halverwege de afdruktaak wordt gestopt of dat de niet worden afgedrukt. U kunt dit probleem oplossen door een kleiner aantal af te drukken of door het geheugen in uw computer te vergroten. Een bestand blijft achter in de map nadat zijn verwijderd Verwijder [CRW_YYYY.THM] (het beeld voor de weergave van de camera-index) als dit bestand achterblijft in de map waaruit zijn verwijderd (pag. 9). * [YYYY] in de bestandsnaam geeft een getal aan. De opname-informatie wordt niet weergegeven Bij een JPEG-afbeelding die is ingesteld op Adobe RGB en die is gemaakt met de EOS 0D of EOS 00D DIGITAL, wordt mogelijk geen afbeeldingsinformatie weergegeven (pag. 0 en pag. ). De software verwijderen (installatie ongedaan maken) Sluit alle toepassingen af voordat u de software verwijdert. Meld u aan met het account dat werd gebruikt toen de installatie werd uitgevoerd. Verplaats de mappen en de software die u wilt verwijderen naar de prullenmand, selecteer het menu [Finder] [Empty Trash/Leeg prullenmand] en maak de prullenmand leeg. De software kan pas opnieuw worden geïnstalleerd als de prullenmand is geleegd. Open de map waarin de software is opgeslagen. Open de map [Canon Utilities/Canon-hulpprogramma's]. Sleep de map voor de software die u wilt verwijderen naar de prullenmand. Selecteer het menu [Finder] op het bureaublad en klik op [Empty Trash/Leeg prullenmand]. De software wordt verwijderd. Start uw computer opnieuw op nadat de software is verwijderd. Gegevens die naar de prullenmand zijn verplaatst en daar vervolgens uit zijn verwijderd, kunnen niet worden teruggehaald. Wees dus voorzichtig met het verwijderen van gegevens.

126 Overzicht van de functies in het hoofdvenster (venster Map) (pag. 0) Toont/verbergt het toolpalet (pag. 0) De mappenstructuur weergeven/verbergen Schakelt over naar het beeldbewerkingsvenster (pag. ) Werkbalk* Tabblad [Collection/Collectie]* Tabblad [Folder/Map]* Selectieteken (pag. 9) Mappenstructuur* Opname-informatie (pag. ) Selecteert alle Annuleert de selectie van alle Geef het controlevenster weer (pag. ) Het kopieerstempelvenster wordt weergegeven (pag. ) Geeft het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek weer (pag. 7) Pad van map Converteren/opslaan in een batch (pag. 0, pag. 0 en pag. ) Opname roteren (in stappen van 90 graden) Classificatie (pag. 9) Kleurruimte van de opname en de gebruikte kleurruimte* (pag. 78 en pag. 9) Weergavemodus* Statusinformatie over recept (pag. 98) * Selecteer het menu [View/Beeld] [Toolbar/Werkbalk] om de werkbalk weer te geven of te verbergen. * De in de geselecteerde mappen worden als een lijst met miniaturen rechts op het scherm weergegeven. * Hier worden de coördinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie) van een opname weergegeven wanneer automatische witbalanscorrectie is uitgevoerd met het toolpalet. Aantal geselecteerde Aantal weergegeven Weergave van de CMYK-simulatie (pag. 9) * Het item dat is geselecteerd in [Viewing and saving RAW images/ RAW- weergeven en opslaan] (pag. 9) van het venster [Preferences/Voorkeuren], wordt weergegeven. * U kunt tussen de vensters [Folder/Map] en [Collection/Collectie] wisselen. 6

127 Overzicht van de functies in het hoofdvenster (venster Collectie) (pag. 6) Het toolpalet tonen/verbergen Schakelt over naar het beeldbewerkingsvenster Werkbalk Tabblad [Collection/ Collectie] * Tabblad [Folder/Map] Opname-informatie Selecteert alle Annuleert de selectie van alle Geeft het controlevenster weer Geeft het kopieerstempelvenster weer Converteren/opslaan in een batch Geeft het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek weer Classificatie Opname roteren (in stappen van 90 graden) Selectieteken Kleurruimte van de opname en de gebruikte kleurruimte* (pag. 78 en pag. 9) Weergavemodus Statusinformatie over recept Aantal geselecteerde Aantal weergegeven Weergave van de CMYK-simulatie * Het totale aantal dat is toegevoegd aan het venster [Collection/Collectie] wordt weergegeven tussen de ( ) op het tabblad [Collection/Collectie]. Als er een opname wordt toegevoegd die wordt weergegeven als een enkele opname (pag. ), is het totaal aantal weergegeven twee keer zo groot. * Hier worden de coördinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie) van een opname weergegeven wanneer automatische witbalanscorrectie is uitgevoerd met het toolpalet. 7

128 Informatie over het opnamekader in het hoofdvenster en het beeldbewerkingsvenster (pag. 0 en pag. ) Informatie die wordt weergegeven als [Large thumbnail/grote miniatuur] (pag. 0) is geselecteerd Selectieteken (pag. 8 en pag. 9) Classificatieteken (pag. 8 en pag. 9) Aanpassingswaarde voor de helderheid* (pag. 6) Digitale lensoptimalisatieteken (pag. 69 t/m pag. 7) Symbool voor de kopieerstempel (pag. 7 t/m pag. 77 en pag. 6 t/m pag. 0) Markering voor correctie van lensaberratie (pag. 6) Bijsnijdingskader* (pag. 8 en pag. ) Diafragma* Pictogram voor de witbalans* (pag. 7) Bestandsnaam GPS-teken* Teken voor niet-opgeslagen bewerkingsgegevens Opnametype* Sluitertijd* * Wordt niet weergegeven bij [Small thumbnail/kleine miniatuur]. * Wordt weergegeven in RAW- en JPEG-afbeeldingen die als één afbeelding worden weergegeven (pag. ). [RAW] wordt weergegeven in RAW-. (Bij [Small thumbnail/kleine miniatuur] (pag. 0) wordt [R] weergegeven.) * Wordt niet weergegeven bij [Medium thumbnail/middelgrote miniatuur] of [Small thumbnail/kleine miniatuur]. * Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan een opname die is gemaakt met de EOS-D X, EOS-D Mark IV, EOS-Ds Mark III, EOS-D Mark III, EOS D Mark III, EOS 6D, EOS 7D, EOS 60D, EOS 60D, EOS 600D of EOS M, wordt de opname weergegeven als een bijgesneden opname. * Weergegeven op die zijn gemaakt met een Canon-camera met een GPS-functie. 8

129 Overzicht van de functies in het bewerkingsvenster (pag. en pag. ) Pad en bestandsnaam van de opname Toolpalet* (pag. 0, pag. en pag. ) Weergave van informatie* Weergavemodus* Weergave van de CMYK-simulatie (pag. 9) * Selecteer het menu [View/Beeld] [Tool palette/toolpalet] om het toolpalet weer te geven of te verbergen. * Geeft de coördinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie) weer. Kleurruimte van de opname* en de gebruikte kleurruimte (pag. 78 en pag. 9) * RAW- worden weergegeven met [RAW]. * Het item dat is geselecteerd in [Viewing and saving RAW images/raw- weergeven en opslaan] (pag. 9) van het venster [Preferences/Voorkeuren], wordt weergegeven. 9

130 Overzicht van de functies in het toolpalet Tabblad RAW van het toolpalet (pag. ) Tabblad RGB van het toolpalet (pag. 60) Brightness adjustment (Aanpassing van de helderheid) (pag. 6) Witbalansaanpassing (pag. 7, pag. 8 en pag. 6) Beeldstijlinstellingen (pag. 6 en pag. 9) Aanpassing van het dynamische bereik (pag. 7) Aanpassing van het contrast (pag. 9) Aanpassing schaduwen/lichte delen (pag. 7) Instelling Linear (Lineair) (pag. 9) Aanpassing van de kleurtoon en verzadiging (pag. 9) Aanpassing van de scherpte (pag. ) Automatische aanpassing (hulpprogramma kleurtooncurve) (pag. en pag. 06) Automatische witbalanscorrectie (pag. 08) Kleurtooncurve aanpassen (pag. 8 en pag. 0) Aanpassing van het dynamische bereik (pag. ) Aanpassing van de helderheid en het contrast (pag. 07) Aanpassing van de tint en verzadiging (pag. 09) Aanpassing van de scherpte (pag. 09) Vergrotingsweergavepositie* Vergrotingsweergavepositie* * Als een opname vergroot wordt weergegeven, kunt u de positie van de vergrotingsweergave verplaatsen door deze te slepen. De vergroting van de weergavepositie wordt weergegeven wanneer [Docking display/docking-weergave] (pag. 9) is ingesteld en het beeldbewerkingsvenster (pag. ) is vergroot. 0

131 NR/ALO (Ruisreductie/ALO), tabblad in toolpalet (Als een RAW-opname is geselecteerd) Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (pag. 6) Knop voor het toepassen van ruisreductie (pag. 6) Hiermee wordt het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] weergegeven (pag. 6 en pag. ) Luminantieruisreductie voor RAW- (pag. 6) Kleurtoonruisreductie voor RAW- (pag. 6) NR/ALO (Ruisreductie/ALO), tabblad in toolpalet (Als een JPEG- of TIFF-opname is geselecteerd) Knop voor het toepassen van ruisreductie (pag. ) Hiermee wordt het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] weergegeven (pag. en pag. ) Luminantieruisreductie voor JPEG- en TIFF- (pag. ) Kleurtoonruisreductie voor JPEG- en TIFF- (pag. ) Vergrotingsweergavepositie* Vergrotingsweergavepositie* * Als een opname vergroot wordt weergegeven, kunt u de positie van de vergrotingsweergave verplaatsen door deze te slepen. De vergroting van de weergavepositie wordt weergegeven wanneer [Docking display/docking-weergave] (pag. 9) is ingesteld en het beeldbewerkingsvenster (pag. ) is vergroot.

132 Toolpalet LENS Knop voor aanpassing van digitale lensoptimalisatie (pag. 7) Hoeveelheid digitale lensoptimalisatie (pag. 70) Status lensgegevens (pag. 70) Knop voor het bijwerken van lensgegevens (pag. 7) Knop voor aanpassing van Lens aberration correction (Lensaberratie corrigeren) (pag. 6) Lensaberratie corrigeren (pag. 6)

133 Overzicht van de functies in het venster Ruisreductievoorbeeld (pag. 6 en pag. ) Vergrotingsweergavepositie Navigatievenster Opnametype* Luminance noise reduction (Luminantieruisreductie) Chrominance noise reduction (Kleurtoonruisreductie) Knop voor het toepassen van ruisreductie Ruisreductiecontrolevenster * Wanneer u een JPEG- of TIFF-opname selecteert en het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] opent, wordt [TIFF/JPEG] weergegeven en kunt u de luminantieruis en de kleurtoonruis reduceren voor JPEG- en TIFF-.

134 Overzicht van de functies in het controlevenster (pag. 6 en pag. 8) Weergave van selectietekens Weergave van classificatietekens 0% view (0%-weergave)/00% view (00%-weergave) (moiréreductie uitgeschakeld)/volledige weergave* Bestandsnaam van de opname Selectietekens (pag. 8) Geeft de opname op het volledige scherm weer* Verwijdert selectietekens (pag. 8) Classificatie (Reject/ Afwijzen) (pag. 8) Classificatie (pag. 8) Door de weergegeven bladeren Hiermee worden de AF-punten weergegeven (pag. 6) Hiermee geeft u het weergavevenster weer (pag. ) Opname roteren (in stappen van 90 graden) * U kunt 0%-weergave/00%-weergave (moiré-reductie uitgeschakeld) selecteren door [Preferences/Voorkeuren] in het menu [Digital Photo Professional] te selecteren en [Quick check tool display/weergave controlevenster] in het tabblad [View settings/weergave-instellingen] te gebruiken. U kunt de weergavepositie in de vergrote weergave ook verplaatsen door de opname te slepen. * Druk op de toets <Esc> om terug te keren naar de normale schermweergave.

135 Overzicht van de functies in het beeldbewerkingsvenster (pag. en pag. 6) Het toolpalet tonen/verbergen Het weergavegebied voor de miniaturen tonen/verbergen Het hoofdvenster weergeven (pag. 6) Werkbalk Weergavegebied voor miniaturen* Opname-informatie (pag. ) Toont/verbergt het raster* De vergrotingsverhouding van de weergegeven opname Geeft het kopieerstempelvenster weer (pag. 7 t/m pag. 77, pag. 6 t/m pag. 0 em pag. ) Geeft het venster voor bijsnijden/ aanpassen hoek weer (pag. 8, pag. en pag. 7) Pad en bestandsnaam van de opname Converteren/opslaan in een batch (pag. 0, pag. 0, pag. ) Opname roteren (in stappen van 90 graden) Door de weergegeven bladeren Toolpalet (pag. 0) Weergave van informatie* Kleurruimte van de opname* en de gebruikte kleurruimte (pag. 78 en pag. 9) * RAW- worden weergegeven met [RAW]. * Geeft de coördinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie) weer. * Geeft in het hoofdvenster geselecteerde weer. De hier geselecteerde opname is vergroot en wordt rechts weergegeven. Weergave van de CMYK-simulatie (pag. 9) Weergavemodus* * U kunt de tussenruimten van het raster instellen met [Grid pitch/ Tussenruimte raster] in [Preferences/Voorkeuren] (pag. 9). * Het item dat is geselecteerd in [Viewing and saving RAW images/ RAW- weergeven en opslaan] (pag. 9) van het venster [Preferences/Voorkeuren] wordt weergegeven.

136 Overzicht van de functies in het venster voor het converteren en opslaan van één opname (pag. ) Bestandsnaam Opnametypen Type opname Exif-JPEG Exif-TIFF 8-bits TIFF 6-bits Exif-TIFF 8-bits+Exif-JPEG TIFF 6-bits+Exif-JPEG Resolutie* Extensie.JPG.TIF.TIF.TIF/.JPG.TIF/.JPG Opslaglocatie JPEG-compressieniveau* ICC-profielen insluiten* (pag. ) Formaat wijzigen* Opslaan * Het instellingsbereik is t/m dpi. * Informatie over de kleurruimte (pag. 78, pag. 9) die is ingesteld in een opname, wordt aan een ICC-profiel toegevoegd. Ook als u het selectieteken verwijdert voor die zijn ingesteld op de kleurruimte Apple RGB, ColorMatch RGB of Wide Gamut RGB (pag. 78, pag. 9), worden de ICC-profielen automatisch ingesloten. * Het instellingsbereik is t/m 0. Hoe hoger de numerieke waarde, hoe te hoger de opnamekwaliteit. * De hoogste van de twee waarden die zijn ingesteld in [Width/Breedte] en [Height/Hoogte] wordt toegepast op de langste rand van een opname om het formaat ervan aan te passen. 6

137 Overzicht van de functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek (pag. 8 en pag. ) Annuleert alle informatie over het bijsnijdingskader (beeldverhouding) Volledige schermweergave/terugkeren naar normale schermweergave De oorspronkelijke versie van de opname wordt hersteld Verhouding van bijsnijdingskader (u kunt ook numerieke waarden invoeren als u [Custom/Aangepast] hebt geselecteerd)* Coördinaten van de linkerbovenhoek van het bijsnijdingskader (u kunt ook numerieke waarden invoeren) Formaat van het bijsnijdingskader (u kunt ook numerieke waarden invoeren) Hoek van opname aangepast (Sleep de balk, klik met de muis op / of voer numerieke waarden in om een hoek in te stellen) Hiermee kopieert u het bijsnijdingskader en past u dit toe op (plakt dit in) een andere opname* Past het gekopieerde bijsnijdingskader toe op alle andere * Door de weergegeven bladeren* Mate van opaciteit buiten een bijsnijdingskader Geeft rasterlijnen weer of verbergt ze (Sleep de balk om de afstand tussen rasterlijnen in te stellen) Geeft het bijsnijdingskader in het midden van het venster weer Bijsnijdingskader Geeft randen rond een bijsnijdingskader weer Beeldrotatie (in stappen van 90 graden) * Als u [Free/Vrij] hebt geselecteerd in de keuzelijst [Aspect ratio/ Beeldverhouding], kunt u het bijsnijdingskader ook aanpassen door de randen van het bijsnijdingskader te slepen. * Kan worden gebruikt als meerdere zijn geselecteerd en het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek wordt weergegeven. 7

138 Overzicht van de functies in het venster Lensaberratie corrigeren (pag. 6) Wanneer de keuzelijst voor het selecteren van een verlengstuk wordt weergegeven in het venster [Lens aberration correction/lensaberratie corrigeren], selecteert u het verlengstuk uit de keuzelijst dat is bevestigd op het moment van opname. Voor de correctie van vervorming/aberratie van die zijn gemaakt met een fisheyeobjectief, kan een van vier effecten worden geselecteerd in de keuzelijst [Effect] naast [Shot settings/opname-instellingen] wat normaal wordt gebruikt bij vervormingscorrectie. Sectie voor vergrotingsweergave* De oorspronkelijke versie van de opname wordt hersteld Schuifregelaar Shooting distance information (Informatie opnameafstand)* (pag. 68) Correctie helderheid randen Chromatische aberratie corrigeren Hiermee corrigeert u blauwe chromatische aberratie Kleurvervaging corrigeren Vervorming corrigeren De positie van de sectie die vergroot wordt weergegeven tonen/verbergen Positie voor vergrotingsweergave (Navigatieweergave) * Het gebied op de opname waarop u hebt geklikt (Positie voor vergrotingsweergave), wordt weergegeven op 00%. Hiermee corrigeert u rode Rasterweergave chromatische aberratie * Bij RAW- die met een MP-E 6mm f/.8 -x Macro Photo of EF 0mm f/. Compact Macro met Life Size Converter EF zijn gemaakt, verandert de indicatie bij de schuifregelaar in de zoomvergroting. De schuifregelaar wordt niet weergegeven voor die met een EF-M-objectief zijn gemaakt. 8

139 Overzicht van de functies in het aanpassingsvenster voor digitale lensoptimalisatie (pag. 69) De schuifregelaar wordt niet weergegeven in het venster [Digital Lens Optimizer/Digitale lensoptimalisatie] bij beelden die met een EF-M-objectief zijn gemaakt. Positie voor vergrotingsweergave (Navigatieweergave) Schuifregelaar Shooting distance information (Informatie opnameafstand) * (pag. 7) Aanpassing digitale lensoptimalisatie (pag. 7) [Do not sharpen previews/voorbeelden niet verscherpen] selectievakje (pag. 7) Sectie voor vergrotingsweergave* * Het gebied waarop u hebt geklikt op de opname die wordt uitvergroot (Positie voor vergrotingsweergave), wordt weergegeven op 00%. * De schuifregelaar wordt niet weergegeven in het venster [Digital Lens Optimizer/Digitale lensoptimalisatie] bij beelden die met een EF-M-objectief zijn gemaakt. 9

140 Overzicht van de functies in het venster Samenvoegen starten (pag. 78) 00%-weergave (pag. 80) Voorgrondopname selecteren (pag. 79) Miniatuurweergave van voorgrondopname (pag. 79) Samenvoegmethode selecteren (pag. 80) RAW samenvoegen gebruiken (pag. 8) Schuifregelaar voor gewicht (pag. 80) Uitlijnknoppen (pag. 8) Doorgaan met samenvoegen (pag. 8) 0

141 Lijst van functies in het venster HDR ( aanpassen) (pag. 8) Effect selecteren (pag. 8) Kleurtoon/kleur aanpassen (pag. 8) Accentuering aanpassen (pag. 8)

142 Overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster (pag. 7 t/m pag. 77 en pag. 6 t/m pag. 0) Volledige schermweergave/terugkeren naar normale schermweergave Past stofwisdata toe (pag. 7 en pag. 6) Typen stof die moeten worden gewist (pag. 7 en pag. 8) Geeft de kopieerbron aan (pag. 77 en pag. 0) Zet de positie van de kopieerbron vast (pag. 77 en pag. 0) Stempeltypen (pag. 77 en pag. 0) Stelt de grootte van het stofwisbereik (pag. 7 en pag. 8) of kopieerbereik (pag. 77 en pag. 0) in op een bereik van tot 00 (in eenheden van één pixel) (u kunt ook een numerieke waarde invoeren) Herstellen/opnieuw uitvoeren Kopieert het stofwisbereik of het kopieerbereik en past dit toe op (plakt dit in) een andere opname Door de weergegeven bladeren* * Kan worden gebruikt als meerdere zijn geselecteerd en het kopieerstempelvenster wordt weergegeven.

143 Overzicht van de functies in het venster voor het converteren en opslaan van meerdere (batchverwerking) (pag. 0) Opslaglocatie Namen van de opnamebestanden die in een batch moeten worden opgeslagen Opnametypen Type opname Exif-JPEG Exif-TIFF 8-bits TIFF 6-bits Exif-TIFF 8-bits+Exif-JPEG TIFF 6-bits+Exif-JPEG Extensie.JPG.TIF.TIF.TIF/.JPG.TIF/.JPG JPEG-compressieniveau* Resolutie* ICC-profielen insluiten* (pag. ) Formaat wijzigen* Bestandsnaam In een batch overbrengen naar andere beeldbewerkingssoftware (pag. 0) Alleen RAW- worden geconverteerd* * Het instellingsbereik is t/m dpi. * Informatie over de kleurruimte (pag. 78, pag. 9) die is ingesteld in een opname, wordt aan een ICC-profiel toegevoegd. Ook als u het selectieteken verwijdert voor die zijn ingesteld op de kleurruimte Apple RGB, ColorMatch RGB of Wide Gamut RGB (pag. 78, pag. 9), worden de ICC-profielen automatisch ingesloten. Opslaan * Het instellingsbereik is t/m 0. Hoe hoger de numerieke waarde, hoe te hoger de opnamekwaliteit. * De hoogste van de twee waarden die zijn ingesteld in [Width/Breedte] en [Height/Hoogte] wordt toegepast op de langste rand van een opname om het formaat ervan aan te passen. * Wordt weergegeven wanneer u op de knop [Batch process/batch ] (pag. 6 en pag. ) klikt zonder dat een opname is geselecteerd in het hoofdvenster of het beeldbewerkingsvenster. Als u alleen RAW- wilt converteren, kunt u op deze knop klikken in plaats van op de knop [Execute/Uitvoeren].

144 Overzicht van de functies in het naamwijzigingsvenster (pag. 0) Volgorde waarin worden gesorteerd Schakel het selectievakje in om dezelfde naam toe te passen op gelijktijdig vastgelegde RAW- en JPEG- Schakel het selectievakje in om de te kopiëren Klik op de knop [Browse/Bladeren] en geef op waar u de wilt opslaan Stelt de nieuwe bestandsnaam in Stelt de opmaak van de gegevens in de bestandsnaam in

145 Verklarende woordenlijst RAW-opname RAW- die zijn gemaakt met EOS-camera's, worden vastgelegd in een niet-gecomprimeerde -bits of -bits indeling. Aangezien RAW- speciale, niet-ontwikkelde zijn, hebt u software met ontwikkelingsfuncties, zoals DPP, nodig om deze weer te geven. Niet-ontwikkelde RAW- hebben als voordeel dat u een groot aantal aanpassingen in deze kunt maken, waarbij vrijwel geen kwaliteitsverlies in de optreedt. * 'RAW' betekent 'in natuurlijke vorm' of 'niet verwerkt of verfijnd'. JPEG-opname De meest algemene opname in niet-omkeerbare, gecomprimeerde 8-bits indeling. Een JPEG-opname wordt met een hoog compressieniveau opgeslagen zodat de bestanden klein zijn, zelfs wanneer sprake is van opnamegegevens met een groot aantal pixels. Tijdens het opslaan en comprimeren wordt een deel van de gegevens verwijderd, waardoor de bestanden kleiner worden. Dit betekent echter wel dat de kwaliteit van de opname bij elke bewerking of opslaghandeling afneemt. Met DPP worden alleen de receptgegevens aangepast en de opname zelf wordt niet overschreven of gecomprimeerd. De kwaliteit van het origineel neemt dus niet af, zelfs niet als u de opname verschillende malen bewerkt en opslaat. * JPEG is een afkorting van 'Joint Photographic Experts Group'. TIFF-opname Dit is een bitmapopname in een niet-gecomprimeerde 8-bits/6-bits indeling. Aangezien TIFF- niet worden gecomprimeerd, blijft bij het opslaan van deze de hoge kwaliteit van het origineel behouden. * TIFF is een afkorting van 'Tagged Image File Format'. Recept Voor de 'gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen' die kunnen worden bewerkt in DPP, wordt de term 'recept' gebruikt. In DPP kunt u JPEG- en TIFF- die net als RAW- een 'recept' gebruiken. Bitwaarde Binaire eenheid voor het gegevensvolume in de kleur van een opname. Met de waarde wordt het aantal bits per pixel aangegeven. Hoe groter het aantal bits, hoe geleidelijker de overgang tussen de kleuren en de gradaties. Een -bits opname is een zwart-witopname. Kleurbeheersystemen (kleurovereenstemming) Op elke digitale camera waarmee worden vastgelegd, elk beeldscherm waarop worden weergegeven en elke printer waarop worden afgedrukt, worden kleuren op een verschillende manier gecreëerd. Daarom kan er een verschil zijn tussen de kleur van een opname waneer deze wordt bekeken op een monitor en wanneer deze wordt afgedrukt. Een kleurbeheersysteem is een systeem waarmee kleuren worden beheerd en zo beter op elkaar worden afgestemd. Met DPP kunt u kleuren op verschillende apparaten beter op elkaar afstemmen met behulp van ICC-profielen op de verschillende apparaten. ICC-profielen ICC-profielen zijn bestanden die kleurgegevens bevatten, zoals de kleureigenschappen en de kleurruimte van verschillende apparaten, die zijn ingesteld door het ICC (International Color Consortium). Vrijwel alle apparaten, zoals het beeldscherm waarmee worden weergegeven of de printer waarmee worden afgedrukt, kunnen worden beheerd (kleurbeheer) met behulp van deze ICC-profielen. De kleuren op de verschillende apparaten kunnen zo nauwkeuriger op elkaar worden afgestemd. DPP beschikt over kleurbeheer waarin deze ICC-profielen worden gebruikt. Kleurtooncurve Een kleurtooncurve geeft de waarden vóór aanpassing aan (invoer) als de horizontale as van een grafiek en de waarden na aanpassing (uitvoer) als de verticale as. Omdat de waarden vóór aanpassing en na aanpassing gelijk zijn als nog geen aanpassingen zijn uitgevoerd, wordt de kleurtooncurve weergegeven als een rechte lijn die van links onder naar rechts boven in de grafiek loopt. Door deze kleurtooncurve te wijzigen, kunt u de helderheid, het contrast en de kleur van een opname in detail aanpassen. Hoe verder naar rechts op de horizontale as, hoe hoger de plus-waarde, en hoe hoger op de verticale as, hoe hoger de plus-waarde.

146 Kleurruimte Een kleurruimte is een reproduceerbare kleurenreeks (kenmerken van een kleurenspectrum). DPP ondersteunt de onderstaande vijf soorten kleurruimten. srgb: Standaardkleurruimte voor Windows. Wordt algemeen gebruikt voor de standaardkleurruimte van beeldschermen, digitale camera's en scanners. Adobe RGB: Een bredere kleurruimte dan srgb. Wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het afdrukken in een bedrijfsomgeving. Apple RGB: Standaardkleurruimte voor Macintosh. Een ColorMatch RGB: kleurruimte die iets breder is dan srgb. Een kleurruimte die iets breder is dan srgb. Wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het afdrukken in een bedrijfsomgeving. Wide Gamut RGB: Een kleurruimte die breder is dan Adobe RGB. Raadpleeg het onderstaande kleurdiagram voor het kleurgebied van elke kleurruimte. Kleurdiagram met kleurruimten voor DPP Kleurbereik dat met het oog waarneembaar is Gammawaarde Witpunt (kleurtemperatuur) srgb, 600 K (D6) Adobe RGB, 600 K (D6) Apple RGB,8 600 K (D6) ColorMatch RGB,8 000 K (D0) Wide Gamut RGB, 000 K (D0) CMYK-simulatieprofielen Een profiel dat kleuren simuleert wanneer wordt afgedrukt in een CMYK-omgeving (afdrukapparaat, enzovoort). Met DPP kunt u kleuren simuleren met vier profieltypen. Euro Standard: Profiel dat normaal wordt gebruikt voor het drukken van boeken in Europa; geschikt voor simulatie van afdrukken volgens de Europese norm. JMPA: Profiel dat normaal wordt gebruikt voor het drukken van onder andere boeken in Japan; geschikt voor simulatie van het in kleur afdrukken van tijdschriftreclame volgens de Japanse norm. U.S.Web Coated: Profiel dat normaal wordt gebruikt voor het drukken van boeken in Noord-Amerika; geschikt voor simulatie van afdrukken volgens de Noord-Amerikaanse norm. JapanColor00 type: Profiel dat zich ontwikkelt tot de meest gebruikte norm voor afdrukken in Japan; geschikt voor simulatie van afdrukken volgens de JapanColor-norm. Rendering intent Rendering intents zijn methoden voor het omzetten van kleuren bij het afdrukken van een opname. De omzetmethode van elke rendering intent wordt hieronder beschreven. Perceptual (Volgens waarneming): Voor en na het converteren worden alle kleuren geconverteerd om de verhouding tussen kleuren te handhaven. Zelfs als kleuren in enige mate zijn gewijzigd, kunt u een opname afdrukken die er natuurlijk uitziet en waarvan de kleurverhoudingen behouden zijn gebleven. Afhankelijk van de opname wordt de verzadiging echter mogelijk in de hele opname gewijzigd. Relative Colorimetric (Relatief colorimetrisch): Er is geen sprake van een grote conversie bij kleuren die voor en na het converteren niet veel van elkaar afwijken, maar kleuren die niet op elkaar lijken worden naar ratio geconverteerd. Omdat er weinig wijzigingen worden aangebracht aan kleuren die op elkaar lijken en waaruit het grootste deel van een opname bestaat, kunt u een opname afdrukken die er natuurlijk uitziet en waarvan de verzadiging niet in hoge mate is gewijzigd. Afhankelijk van de opname zijn er echter gevallen waarin de algemene kleurtoon van een opname in enige mate wordt gewijzigd, aangezien de kleuren en lichte delen die niet op elkaar lijken worden gewijzigd. 6

147 A Aanpassen (JPEG- of TIFF-opname) Automatische aanpassing (Kleurtooncurvehulp) Automatische witbalanscorrectie Contrast Dynamisch bereik... Helderheid Kleurtooncurve aanpassen... 0 Scherpte Tint Toolpalet RGB... 0 Verzadiging Aanpassen (RAW-opname) Aanpassingen kopiëren Aanpassingen opslaan Aanpassingen toepassen Automatische aanpassing (Kleurtooncurvehulp)... Automatische witbalanscorrectie... 8 Beeldstijl... 6 Beeldstijlbestand... 9 Contrast... 9 Dynamisch bereik... 7 Filtereffect... 0 Helderheid... 6 Helderheid van lichte delen... 7 Helderheid van schaduwen... 7 Kleurenwiel... 6 Kleurtemperatuur... 6 Kleurtoon... 9 Kleurtooncurve aanpassen... 8 Monochroom... 0 Persoonlijke witbalans Toningeffect... 0 Toolpalet... 0, Toolpalet RAW... 0 Verzadiging... 9 Witbalans... 7 Aanpassen van JPEG Aanpassen van RAW-... Aanpassen van TIFF Aanpassingsgegevens (recept)... 98, Adobe RGB... 6 Afdrukken Afdrukken met Canon-inkjetprinters..., 6 Afdrukken met Easy-PhotoPrint... 6 Afdrukken met Easy-PhotoPrint EX... Afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro Afdrukken met een printer van een ander merk dan Canon... 9 Afdrukken met een printer voor grote formaten van Canon Afdrukken met een professionele Canon-printer Afdrukken met opname-informatie (detailinstellingen voor afdrukken) Afdrukken met Print Studio Pro Afdrukken op één vel papier..., 9 Lijst met miniatur (afdrukken op één vel) Rendering intents bij het gebruik van Easy-PhotoPrint... 9, 96 Afdrukken met Canon-inkjetprinters..., 6 Afdrukken met Easy-PhotoPrint... 6 Afdrukken met Easy-PhotoPrint EX... Afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro Afdrukken met een printer van een ander merk dan Canon... 9 Afdrukken met een printer voor grote formaten van Canon Afdrukken met een professionele Canon-printer Afdrukken met opname-informatie (detailinstellingen voor afdrukken) Afdrukken met Print Studio Pro Afdrukken op één vel (lijst met miniatur) Afdrukken op één vel papier..., 9 Afdrukken van een lijst met miniaturen (afdrukken op één vel) Afsluiten van DPP... Apple RGB... 6 Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid)... 6 Automatisch stof wissen... 7, 7, 6, 7 Automatisch stof wissen... 7, 6 Handmatig stof wissen (reparatiefunctie)... 7, 8 Opname corrigeren (kopieerstempelfunctie)... 77, 0 Automatische aanpassing (Kleurtooncurvehulp)..., 06 Automatische witbalanscorrectie... 8, 08 7

148 B Batch settings (Batchinstellingen), venster... 0, 0, Batchgewijs converteren/opslaan van (batchverwerking)... 0 Batchgewijs overbrengen van... 0 Batchverwerking (JPEG- en TIFF- in een batch opslaan)... 0, Batchverwerking van meerdere Bestandsnaam wijzigen... 0 Converteren/opslaan (batchverwerking)... 0, Overbrengen... 0 Persoonlijke witbalans Receptgegevens Beeldbewerkingsvenster..., Beeldkwaliteit Kwaliteit van een opname verbeteren (hoofdvenster)... RAW- weergeven en opslaan... 9 Ruisreductie in een JPEG-opname (luminantieruis, kleurtoonruis)... Ruisreductie in een RAW-opname (luminantieruis, kleurtoonruis)... 6 Valse kleuren reduceren... 9 Beeldstijl... 6 Beeldstijlbestand... 9 Belicht gebied, waarschuwing... Bestandsnaam wijzigen... 0 Bewerken... Aanpassen 7 Bewerkingsvenster..., 9 Bijsnijden/aanpassen hoek, venster voor... 8,, 7 Bitwaarde... Bladwijzer... C Camera's die compatibel zijn met de functie voor het corrigeren van lensaberratie... 6 Chromatische aberratie corrigeren... 6 Classificatie... 8, 9, CMYK-simulatie... 9, 96, 6 Collection (Collectie), venster... 6, 6, 7 Color Management (Kleurbeheer) (voorkeuren)... 9 ColorMatch RGB... 6 Contrast... 9, 07 Controlevenster... 6, Converteren naar JPEG- of TIFF-opname en opslaan..., 0, 6, Converteren/opslaan van één opname, venster voor..., 6 Corrigeren van (kopieerstempelfunctie)... 77, 0 D De bestandsnaam van wijzigen volgens de opnamevolgorde in het hoofdvenster... 0 De naam van opnamebestanden in een batch wijzigen... 0 Detailinstellingen voor afdrukken (afdrukken met opname-informatie) Digitale lensoptimalisatie Downloaden van... 7 Downloaden van met een kaartlezer... 9 Downloaden van van een camera... 7 DPP starten... 6 Dynamisch bereik... 7, E Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen... 8, Een opname downloaden naar de computer Downloaden van met een kaartlezer... 9 Downloaden van van een camera... 7 EOS Utility... 7 F Filtereffect... 0 Folder (Map), venster... 6, 6 G General Settings (Algemene instellingen) (voorkeuren)... 9 H Handmatig stof wissen (reparatiefunctie)... 7, 8 HDR- (High Dynamic Range)... 8 Helderheid... 6, 07 Helderheid randen corrigeren... 6 Help... Voorblad0 Hoofdvenster... 0, 6 8

149 I ICC-profielen... J JPEG-opname... K Kleurbeheer (kleurovereenstemming)... ICC-profielen... Kleurinstelling van de printer (profielen)... 9, 9 Kleurinstelling van het beeldscherm (profielen)... 9, 9 Kleurruimte... 6 Kleurdiagram... 6 Kleurenwiel... 6 Kleurinstelling van de printer (profielen)... 9, 9 Kleurinstelling van het beeldscherm (profielen)... 9, 9 Kleurruimte... 6 Adobe RGB... 6 Apple RGB... 6 ColorMatch RGB... 6 Kleurruimte instellen voor elke opname srgb... 6 Standaardinstelling voor kleurruimte... 9, 9 Wide Gamut RGB... 6 Kleurruimte die wordt gebruikt Kleurruimte instellen voor elke opname Kleurtemperatuur... 6 Kleurtoon... 9 Kleurtooncurve... Kleurtooncurve aanpassen... 8, 0 Kleurtoonruisreductie (JPEG- en TIFF-)... Kleurtoonruisreductie (RAW-)... 6 Kleurvervaging corrigeren... 6 Kopieerstempel ( corrigeren)... 77, 0 Kopieerstempelvenster... 7, 7, 6, 8, Kopiëren en plakken (toepassen) van recepten Kwaliteit van een opname verbeteren (hoofdvenster)... L Laden en plakken (toepassen) van recepten Lens Aberration Correction (Lensaberratie corrigeren), venster... 6, 8 Lensaberratie corrigeren... 6 Lineair... 9 Luminantieruisreductie (JPEG- en TIFF-)... Luminantieruisreductie (RAW-)... 6 M Map Utility... 8 Mappen als bladwijzers vastleggen... Mappen maken... 0 Miniatuurweergave (hoofdvenster)... 0, 6 De weergave wijzigen... 0 Miniatuurweergave en vergrote weergave (beeldbewerkingsvenster)... Miniatuurweergave van (hoofdvenster)... 0 De weergave wijzigen... 0 Monochrome (Monochroom)... 0 Filtereffect... 0 Monochroom Toningeffect... 0 N Naamwijzigingsvenster... 0, NR Preview (Ruisreductievoorbeeld), venster... 6,, O Objectieven die compatibel zijn met de functie voor het corrigeren van lensaberratie... 6 Ondersteunde... Onscherp masker... Opnamekader, informatie over (tekens in opname)... 8 Opnamekwaliteit Standaardinstellingen voor ruisreductie... 9 Opnamen downloaden naar uw computer... 7 Opnamen in een batch overbrengen naar beeldbewerkingssoftware... 0 Opnamen samenvoegen Opnamen sorteren Classificaties... 8, 9 Selectietekens... 8, 9 9

150 Opnamen verplaatsen of kopiëren... 0 Opnieuw aanpassen van een opname..., Opnieuw van een opname..., Opslaan Batchgewijs converteren/opslaan van (batchverwerking)... 0, Converteren naar JPEG- of TIFF-opname en opslaan..., 6 JPEG- of TIFF-opname opslaan als aparte opname... Opslaan..., Opslaan als..., RAW- weergeven en opslaan... 90, 9 Opslaan als..., Opslaan van recepten Ordenen van... 9 Een map maken... 0 Mappen als bladwijzers vastleggen... Mappen verplaatsen of kopiëren... Opnamen verplaatsen of kopiëren... 0 Opnamen verwijderen... 9 Overbrengen Opnamen in een batch overbrengen naar beeldbewerkingssoftware... 0 Opnamen overbrengen naar Photoshop Overbrengen van naar Photoshop P Persoonlijke witbalans R Rangschikken van... 0, RAW-opname... Recept... 98, Receptbestand Rendering intent (aanpassingsmethode)... 6 Rendering intents bij het gebruik van Easy-PhotoPrint... 9, 96 Rendering intents bij het gebruik van Easy-PhotoPrint... 9, 96 Repareren (handmatig stof wissen)... 7, 8 Roteren van... 0,, 6, 7,, Ruisreductie (JPEG- of TIFF-opname)... Ruisreductie (RAW-opname)... 6 Ruisreductie in een JPEG-opname (luminantieruis, kleurtoonruis)... Ruisreductie in een RAW-opname (luminantieruis, kleurtoonruis)... 6 S Schaduwgebied, waarschuwing... Scherpte..., 09 Selecteren van... 0, 6, Selectieteken... 8, 9, 8, Sneltoetsen... Voorblad0 srgb... 6 Standaardinstelling voor kleurruimte... 9, 9 Standaardinstellingen voor ruisreductie... 9 Stofwisdata... 7, 7, 6, 7 Synchronisatie (bewerkingsvenster)... Synchroniseren van bewerkingsvensters... Synchroniseren van... Systeemvereisten... T Tekens in opname (informatie over opnamekader)... 8 TIFF-opname... Tint Tone Curve Assist (Kleurtooncurvehulp) (automatische aanpassing)..., 06 Toningeffect... 0 Tool Palette (Toolpalet) (voorkeuren)... 9 Toolpalet Toolpalet LENS... Toolpalet RAW... 0 Toolpalet RGB... 0 Toolpalet Ruisreductie/ALO... Toolpalet LENS... Toolpalet RAW... 0 Toolpalet RGB... 0 Toolpalet Ruisreductie/ALO... 0

151 V Valse kleuren reduceren... 9 Vergelijkingsfunctie, weergave met... Vergrote weergave (bewerkingsvenster)..., 9 Vergrote weergave (controlevenster)... Verplaatsen of kopiëren van mappen... Vervorming corrigeren... 6 Verwijderen De software verwijderen... Verwijderen van... 9 Verwijderen van DPP (installatie ongedaan maken)... Verwijderen van... 9 Verzadiging... 9, 09 View Settings (Weergave-instellingen) (voorkeuren)... 9 Voorkeuren Color Management (Kleurbeheer)... 9 General Settings (Algemene instellingen)... 9 Tool Palette (Toolpalet)... 9 View Settings (Weergave-instellingen)... 9 W Weergave Bewerkingsvenster synchroniseren... Miniatuurweergave (hoofdvenster)... 0, 6 Miniatuurweergave en vergrote weergave (beeldbewerkingsvenster)..., Vergelijkingsfunctie, weergave met... Vergrote weergave (bewerkingsvenster)..., 9 Vergrote weergave (controlevenster)... 6, Weergave als één opname... Weergave met opname-informatie... 0, Weergave als één opname... Weergave met opname-informatie... 0, Weergave van met opname-informatie... 0, Weergave van RAW- en JPEG-opname als één opname... Wide Gamut RGB... 6 Witbalans... 7 Automatische witbalanscorrectie... 8, 08 Kleurenwiel... 6 Kleurtemperatuur... 6 Persoonlijke witbalans Witbalans in een batch toepassen op (persoonlijke witbalans) Over deze instructiehandleiding De inhoud van deze instructiehandleiding mag niet zonder toestemming geheel of gedeeltelijk worden gereproduceerd. Canon kan de softwarespecificaties en inhoud van deze instructiehandleiding zonder voorafgaande kennisgeving wijzigen. De softwareschermen en afbeeldingen in deze instructiehandleiding kunnen enigszins afwijken van de feitelijke software. De inhoud van deze instructiehandleiding is met zorg samengesteld. Mocht u desondanks eventuele fouten of weglatingen tegenkomen, neem dan contact op met uw Canon Service Center. Ongeacht het bovenstaande, aanvaardt Canon geen aansprakelijkheid voor de resultaten van het gebruik van de software. Handelsmerken Macintosh is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Adobe en Photoshop zijn handelsmerken of geregistreerd handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. Overige namen en producten die hierboven niet worden vermeld, kunnen handelsmerken of geregistreerde handelsmerken zijn van hun respectieve ondernemingen.

Digital Photo Professional Versie 3.5 Instructiehandleiding

Digital Photo Professional Versie 3.5 Instructiehandleiding NEDERLANDS Software voor het, weergeven en van RAW- Digital Photo Professional Versie. Instructiehandleiding Inhoud van deze instructiehandleiding DPP staat voor Digital Photo Professional. De vensterafbeeldingen

Nadere informatie

Digital Photo Professional Versie 3.11 Instructiehandleiding

Digital Photo Professional Versie 3.11 Instructiehandleiding NEDERLANDS Software voor het, weergeven en van RAW- Digital Photo Professional Versie. Instructiehandleiding Inhoud van deze instructiehandleiding DPP staat voor Digital Photo Professional. In deze handleiding

Nadere informatie

Digital Photo Professional Versie 3.8 Instructiehandleiding

Digital Photo Professional Versie 3.8 Instructiehandleiding NEDERLANDS Software voor het, weergeven en van RAW- Digital Photo Professional Versie.8 Instructiehandleiding Inhoud van deze instructiehandleiding DPP staat voor Digital Photo Professional. De vensters

Nadere informatie

Digital Photo Professional Versie 3.5 Instructiehandleiding

Digital Photo Professional Versie 3.5 Instructiehandleiding NEDERLANDS Software voor het, weergeven en van RAW- Digital Photo Professional Versie. Instructiehandleiding Inhoud van deze instructiehandleiding DPP staat voor Digital Photo Professional. De vensters

Nadere informatie

Digital Photo Professional Versie 3.14 Instructiehandleiding

Digital Photo Professional Versie 3.14 Instructiehandleiding NEDERLANDS Software voor het, weergeven en van RAW- Digital Photo Professional Versie. Instructiehandleiding Inhoud van deze instructiehandleiding DPP staat voor Digital Photo Professional. In deze handleiding

Nadere informatie

Picture Style Editor Versie 1.12 Instructiehandleiding

Picture Style Editor Versie 1.12 Instructiehandleiding NEDERLANDS Software voor het maken van beeldstijlbestanden Picture Style Editor Versie 1.12 Instructiehandleiding van deze instructiehandleiding PSE staat voor Picture Style Editor. geeft de selectieprocedure

Nadere informatie

De mogelijkheden van de Image Data Converter

De mogelijkheden van de Image Data Converter De mogelijkheden van de Image Data Converter Welkom bij de Image Data Converter Ver.1.5, de software waarmee u een fotobestand in de RAW-indeling (SRF-indeling) (in deze handleiding RAW-bestand genoemd)

Nadere informatie

Picture Style Editor Versie 1.17 Instructiehandleiding

Picture Style Editor Versie 1.17 Instructiehandleiding NEDERLANDS Software voor het maken van beeldstijlbestanden Picture Style Editor Versie 1.17 Instructiehandleiding van deze instructiehandleiding PSE staat voor Picture Style Editor. De vensters die in

Nadere informatie

Picture Style Editor Versie 1.12 Instructiehandleiding

Picture Style Editor Versie 1.12 Instructiehandleiding NEDERLANDS Software voor het maken van beeldstijlbestanden Picture Style Editor Versie 1.12 Instructiehandleiding van deze instructiehandleiding PSE staat voor Picture Style Editor. De vensters die in

Nadere informatie

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren Welkom bij de Picture Package Producer 2 Picture Package Producer 2 starten en afsluiten Stap 1: Beelden selecteren Stap 2: Geselecteerde beelden controleren Stap 3: Voorbereidingen treffen om een korte

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Foto s importeren, archiveren en beheren Hoofdstuk 2: Werken met Camera Raw

INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Foto s importeren, archiveren en beheren Hoofdstuk 2: Werken met Camera Raw INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Foto s importeren, archiveren en beheren 2 Foto s van camera of kaartlezer importeren 3 Foto s uit bestanden en mappen ophalen 6 Werkruimten van Organizer 7 Foto s sorteren en

Nadere informatie

Welkom bij de Picture Package Producer 2

Welkom bij de Picture Package Producer 2 Handleiding voor Picture Package Producer2 Welkom bij de Picture Package Producer 2 Welkom bij de Picture Package Producer 2 Picture Package Producer 2 starten en afsluiten Stap 1: Beelden selecteren Stap

Nadere informatie

Sn el aan d e s l ag. Stap een: Uw foto's openen in Corel AfterShot Pro. Door uw foto's navigeren

Sn el aan d e s l ag. Stap een: Uw foto's openen in Corel AfterShot Pro. Door uw foto's navigeren Snel aan de slag In deze sectie maakt u kennis met een aantal basistaken die u in Corel AfterShot Pro kunt uitvoeren. Neem een aantal minuten de tijd om de onderstaande stappen door te nemen als u op zoek

Nadere informatie

::FOTO S IMPORTEREN, ARCHIVEREN EN BEHEREN

::FOTO S IMPORTEREN, ARCHIVEREN EN BEHEREN ::FOTO S IMPORTEREN, ARCHIVEREN EN BEHEREN 2 ::01 FOTO S IMPORTEREN, ARCHIVEREN EN BEHEREN Het gevolg van digitaal fotograferen is vaak een enorme hoeveelheid foto s die ergens ongeordend op de vaste schijf

Nadere informatie

Windows INSTRUCTIEHAND- LEIDING NEDERLANDS CEL-SE8WA280 CANON INC. 2005

Windows INSTRUCTIEHAND- LEIDING NEDERLANDS CEL-SE8WA280 CANON INC. 2005 Windows CEL-SE8WA80 CANON INC. 005 NEDERLANDS INSTRUCTIEHAND- LEIDING Inhoudsopgave Over deze handleiding... 3 Belangrijke functies en structuur... 4 Bewerkingsschema... 5 Ondersteunde afbeeldingen...

Nadere informatie

Welkom bij de Picture Package DVD Viewer

Welkom bij de Picture Package DVD Viewer Handleiding van de Picture Package DVD Viewer Welkom bij de Picture Package DVD Viewer Welkom bij de Picture Package DVD Viewer De Picture Package DVD Viewer starten en afsluiten Beelden bekijken Beelden

Nadere informatie

Picture Style Editor Versie 1.15 Instructiehandleiding

Picture Style Editor Versie 1.15 Instructiehandleiding NEDERLANDS Software voor het maken van beeldstijlbestanden Picture Style Editor Versie 1.15 Instructiehandleiding van deze instructiehandleiding PSE staat voor Picture Style Editor. De vensters die in

Nadere informatie

Welkom bij de Picture Package DVD Viewer. De Picture Package DVD Viewer starten en afsluiten. Beelden bekijken. Beelden naar een computer kopiëren

Welkom bij de Picture Package DVD Viewer. De Picture Package DVD Viewer starten en afsluiten. Beelden bekijken. Beelden naar een computer kopiëren Welkom bij de Picture Package DVD Viewer De Picture Package DVD Viewer starten en afsluiten Beelden bekijken Beelden naar een computer kopiëren Gekopieerde beelden bewerken Overbodige gedeelten van films

Nadere informatie

Map Utility Versie 1.4 Instructiehandleiding

Map Utility Versie 1.4 Instructiehandleiding NEDERLANDS Map Utility Versie.4 Instructiehandleiding Inhoud van deze instructiehandleiding De vensters die in deze handleiding ter illustratie worden gebruikt, zijn afkomstig uit Windows 7. GPS-ontvanger

Nadere informatie

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken Fiery Remote Scan Met Fiery Remote Scan kunt u scantaken op de Fiery-server en de printer beheren vanaf een externe computer. Met Fiery Remote Scan kunt u het volgende doen: Scans starten vanaf de glasplaat

Nadere informatie

Focus op Fotografie: Photoshop Elements voor fotografen

Focus op Fotografie: Photoshop Elements voor fotografen Inhoud 1: Fotobeheer met Organizer 1 Introductie 2 Foto s van camera of kaartlezer importeren 2 Foto s uit bestaande mappen ophalen 4 De indeling van de Organizer 5 Weergaven in de Organizer 8 Foto s sorteren

Nadere informatie

Handleiding voor printersoftware

Handleiding voor printersoftware Handleiding voor printersoftware (Voor Canon Compact Photo Printer Solution Disk versie 6) Windows 1 Inhoud Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen...3 Lees dit eerst...4 Handleidingen...4 Stappen van het afdrukken...5

Nadere informatie

Photohands. Retouche-/Afdruksoftware voor Windows. Handleiding. Versie 1.0 K862PSM8DMX

Photohands. Retouche-/Afdruksoftware voor Windows. Handleiding. Versie 1.0 K862PSM8DMX D Photohands Versie 1.0 Retouche-/Afdruksoftware voor Windows Handleiding K862PSM8DMX Windows is een handelsmerk van Microsoft Corporation. Andere namen van bedrijven en producten zijn in voorkomende gevallen

Nadere informatie

2 Kennismaking met het scherm

2 Kennismaking met het scherm 84 1 Inleiding Met Microsoft Office Picture Manager kan je op een eenvoudige manier jouw afbeeldingen bekijken, beheren, bewerken en delen. Paint kan je openen via Starten - Alle Programma s - Microsoft

Nadere informatie

Foto s beheren met de Organizer

Foto s beheren met de Organizer Foto s beheren met de Organizer 1 Fotograaf: Scott Kelby 00-PhotoshopElements12-boek.indb 1 Belichting: 1/500 s Brandpuntsafstand: 28 mm Diafragma: ƒ/5.6 Je foto s importeren Een van de belangrijkste doelen

Nadere informatie

Bestanden ordenen in Windows 10

Bestanden ordenen in Windows 10 Bestanden ordenen in Windows 10 Waar heb ik dat bestand ook al weer opgeslagen? Vraagt je jezelf dat ook regelmatig af, dan is het tijd om je bestanden te ordenen. Sla bestanden op in een map met een logische

Nadere informatie

Handleiding Picasa. Inleiding Verwijderen, verplaatsen en hernoemen Opzoeken Importeren Selecties maken Opslaan...

Handleiding Picasa. Inleiding Verwijderen, verplaatsen en hernoemen Opzoeken Importeren Selecties maken Opslaan... Handleiding Picasa Inleiding... 2 Verwijderen, verplaatsen en hernoemen... 2 Opzoeken... 2 Importeren... 3 Selecties maken... 3 Opslaan... 3 Markeren... 3 Bewerken... 3 Diavoorstelling... 4 Collage...

Nadere informatie

LCD MONITOR SHARP INFORMATION DISPLAY GEBRUIKSAANWIJZING

LCD MONITOR SHARP INFORMATION DISPLAY GEBRUIKSAANWIJZING LCD MONITOR SHARP INFORMATION DISPLAY DOWNLOADER Versie 1.1 GEBRUIKSAANWIJZING Inleiding Deze software Kan controleren of er nieuwe versies zijn van de gebruikte software. Indien er een nieuwe versie is,

Nadere informatie

Invoeren/importeren van digitale foto s in je computer

Invoeren/importeren van digitale foto s in je computer Invoeren/importeren van digitale foto s in je computer Foto s die je importeert worden altijd opgeslagen in: Afbeeldingen. Windows 7 beschikt daarnaast over een apart programma om digitale foto s en videoclips

Nadere informatie

Aanbevelingen voor verscherpen

Aanbevelingen voor verscherpen Aanbevelingen voor verscherpen Door de afbeelding scherper te maken verbetert u de scherpte van de randen. Of afbeeldingen nu afkomstig zijn van een digitale camera of van een scanner, de meeste afbeeldingen

Nadere informatie

Camera Raw-afbeeldingsbestanden

Camera Raw-afbeeldingsbestanden Camera Raw-afbeeldingsbestanden Een Camera Raw-bestand bevat onverwerkte afbeeldingsgegevens uit de beeldsensor van de camera. U kunt Camera Raw-bestanden beschouwen als fotonegatieven. Veel digitale camera's

Nadere informatie

2 mei 2014. Remote Scan

2 mei 2014. Remote Scan 2 mei 2014 Remote Scan 2014 Electronics For Imaging. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product. Inhoudsopgave 3 Inhoudsopgave...5 openen...5 Postvakken...5

Nadere informatie

PICASA PICASA. FOTOBEWERKING Een handleiding. 2013 Computertraining voor 50-plussers

PICASA PICASA. FOTOBEWERKING Een handleiding. 2013 Computertraining voor 50-plussers PICASA FOTOBEWERKING Een handleiding 2013 Computertraining voor 50-plussers PC50plus computertrainingen Eikbosserweg 52 1214AK Hilversum tel: 035 6213701 info@pc50plus.nl www.pc50plus.nl PICASA C O M P

Nadere informatie

EOS Utility Versie 2.12

EOS Utility Versie 2.12 NEDERLANDS Communicatiesoftware voor de camera EOS Utility Versie. D X D Mk IV Ds Mk III D Mk III 5D Mk III 5D Mk II 6D 7D 60D 50D 0D Inhoud van deze instructiehandleiding EOS Utility wordt aangeduid met

Nadere informatie

Google Drive: uw bestanden openen en ordenen

Google Drive: uw bestanden openen en ordenen Google Drive: uw bestanden openen en ordenen Gebruik Google Drive om vanaf elke gewenste locatie uw bestanden, mappen, Google-documenten, Google-spreadsheets en Google-presentaties op te slaan en te openen.

Nadere informatie

Media Settings (Media-instellingen)

Media Settings (Media-instellingen) pagina 1 van 11 Media Settings (Media-instellingen) Selecteer Media Settings (Media-instellingen) in het menu, of klik op Media Settings (Media-instellingen) op het scherm Printerstatus. Voer normaal gesproken

Nadere informatie

Foto - editors. Adobe Photoshop ~ 700 EUR Adobe Photoshop Elements ~ 100 EUR Paintshop pro ~ 100 EUR Gimp, Paint.net, = gratis

Foto - editors. Adobe Photoshop ~ 700 EUR Adobe Photoshop Elements ~ 100 EUR Paintshop pro ~ 100 EUR Gimp, Paint.net, = gratis Dig. beeldbewerking Foto - editors Adobe Photoshop ~ 700 EUR Adobe Photoshop Elements ~ 100 EUR Paintshop pro ~ 100 EUR Gimp, Paint.net, = gratis Photoshop elements 4.0 Organizer Editor Welkomstscherm

Nadere informatie

TOUCH DISPLAY DOWNLOADER GEBRUIKSAANWIJZING

TOUCH DISPLAY DOWNLOADER GEBRUIKSAANWIJZING LCD MONITOR TOUCH DISPLAY DOWNLOADER GEBRUIKSAANWIJZING Versie 1.0 Modellen waarop dit van toepassing is (sinds januari 2016) PN-60TW3/PN-70TW3/PN-80TC3/PN-L603W/PN-L703W/PN-L803C (De verkrijgbaarheid

Nadere informatie

Bedieningshandleiding Bijvoegsel

Bedieningshandleiding Bijvoegsel Bedieningshandleiding Bijvoegsel Snijmachine Product Code: 891-Z01 Lees dit document voordat u de machine gebruikt. Houd dit document bij de hand, zodat u het kunt raadplegen. Inleiding In deze handleiding

Nadere informatie

Nieuwe Functies. Versie 3.00

Nieuwe Functies. Versie 3.00 Nieuwe Functies Versie 3.00 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen in de documentatie die is meegeleverd

Nadere informatie

Gebruik van het Brother SmartUI Control Center op basis van Windows voor PaperPort 8.0 en Windows XP

Gebruik van het Brother SmartUI Control Center op basis van Windows voor PaperPort 8.0 en Windows XP Gebruik van het Brother SmartUI Control Center op basis van Windows voor PaperPort 8.0 en Windows XP Brother SmartUI Control Center Het Control Center van Brother is een hulpprogramma waarmee u gemakkelijk

Nadere informatie

I. Vorming 4-5 (3&10/05/2012)

I. Vorming 4-5 (3&10/05/2012) I. Vorming 4-5 (3&10/05/2012) 1. Windows Live Photo Gallery Om de foto s op onze computer te beheren, hebben we voor de vorming gekozen om met Windows Live Photo Gallery te werken. Photo Gallery biedt

Nadere informatie

D4600 Duplex Photo Printer

D4600 Duplex Photo Printer KODAK D4000 Duplex Photo Printer D4600 Duplex Photo Printer Handleiding printerstuurprogramma januari 2015 TM/MC/MR-licentie van Eastman Kodak Company: Kodak Kodak Alaris Inc. 2400 Mount Read Blvd., Rochester,

Nadere informatie

EOS Utility Versie 2.12

EOS Utility Versie 2.12 NEDERLANDS Communicatiesoftware voor de camera EOS Utility Versie. D X D Mk IV Ds Mk III D Mk III 5D Mk III 5D Mk II 6D 7D 60D 50D 0D Inhoud van deze instructiehandleiding EOS Utility wordt aangeduid met

Nadere informatie

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik Fiery Remote Scan Met Fiery Remote Scan kunt u scantaken beheren op de Fiery server en de printer vanaf een externe computer. Met Fiery Remote Scan kunt u het volgende doen: Scans starten vanaf de glasplaat

Nadere informatie

P-TOUCH EDITOR SOFTWAREHANDLEIDING. PJ-623/PJ-663 Mobiele printer. Versie 0 DUT

P-TOUCH EDITOR SOFTWAREHANDLEIDING. PJ-623/PJ-663 Mobiele printer. Versie 0 DUT P-TOUCH EDITOR SOFTWAREHANDLEIDING PJ-6/PJ-66 Mobiele printer Versie 0 DUT Inleiding De modellen PJ-6 en PJ-66 (met Bluetooth) zijn mobiele printers van Brother die compatibel zijn met allerlei Windows

Nadere informatie

MATHBUILDER-SOFTWARE. MathBuilder-software. MoreToMath-software in de klas. Systeemvereisten

MATHBUILDER-SOFTWARE. MathBuilder-software. MoreToMath-software in de klas. Systeemvereisten MathBuilder-software MoreToMath-software in de klas Als MathBuilder gebruikt wordt in een onderwijssituatie, kan de software ervoor zorgen dat de leerprestaties van de leerlingen erop vooruitgaan. Het

Nadere informatie

Bijsnijden U kunt twee redenen hebben om een foto bij te snijden: er staat meer op dan u wilt en de overbodige details wilt u wegsnijden.

Bijsnijden U kunt twee redenen hebben om een foto bij te snijden: er staat meer op dan u wilt en de overbodige details wilt u wegsnijden. Picasa Een goed en gratis fotobewerkingsprogramma is Picasa 2, ontwikkeld door Google. We laten u zien hoe u veelgebruikte bewerkingen, zoals bijsnijden, verscherpen of lichter maken, uitvoert. Downloaden

Nadere informatie

brug naar Photoshop DE BRUG NAAR PHOTOSHOP

brug naar Photoshop DE BRUG NAAR PHOTOSHOP q De brug naar Photoshop Als u Photoshop CS6 installeert, krijgt u er automatisch ook Bridge CS6 bij. Bridge is een browser, waarmee u snel een overzicht krijgt van uw foto s en andere bestanden, Deze

Nadere informatie

Uw persoonlijke voorkeuren aanpassen. Windows 7

Uw persoonlijke voorkeuren aanpassen. Windows 7 Uw persoonlijke voorkeuren aanpassen Windows 7 1 Uw pc aan uw persoonlijke voorkeuren aanpassen Nieuw bij Windows 7? Hoewel er veel hetzelfde is gebleven ten opzichte van uw vorige versie van Windows,

Nadere informatie

Inhoudsopgave Voorwoord 11 Nieuwsbrief 11 Introductie Visual Steps 12 Wat heeft u nodig? 13 De cd-rom 13 De website bij het boek

Inhoudsopgave Voorwoord 11 Nieuwsbrief 11 Introductie Visual Steps 12 Wat heeft u nodig? 13 De cd-rom 13 De website bij het boek Inhoudsopgave Voorwoord... 11 Nieuwsbrief... 11 Introductie Visual Steps... 12 Wat heeft u nodig?... 13 De cd-rom... 13 De website bij het boek... 13 Hoe werkt u met dit boek?... 14 Uw voorkennis... 15

Nadere informatie

1. Programma installeren Installeren van TotalMedia Studio Kopiëren van de oefenbestanden Tips... 18

1. Programma installeren Installeren van TotalMedia Studio Kopiëren van de oefenbestanden Tips... 18 Inhoudsopgave Voorwoord... 5 Nieuwsbrief... 5 Introductie Visual Steps... 6 Wat heeft u nodig?... 7 De cd-rom... 8 Uw voorkennis... 8 Hoe werkt u met dit boek?... 8 De website bij dit boek... 9 Toets uw

Nadere informatie

Fiery Driver Configurator

Fiery Driver Configurator 2015 Electronics For Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product. 16 november 2015 Inhoud 3 Inhoud Fiery Driver Configurator...5 Systeemvereisten...5

Nadere informatie

Google Drive: uw bestanden openen en organiseren

Google Drive: uw bestanden openen en organiseren Google Drive: uw bestanden openen en organiseren Met Google Drive kunt u bestanden, mappen en Google documenten opslaan en openen, waar u ook bent. Wanneer u een bestand op internet, uw computer of een

Nadere informatie

Digitale camera Softwarehandleiding

Digitale camera Softwarehandleiding EPSON digitale camera / Digitale camera Softwarehandleiding Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Afbeeldingen scannen via Intramed OnLine

Hoofdstuk 1 Afbeeldingen scannen via Intramed OnLine Hoofdstuk 1 Afbeeldingen scannen via Intramed OnLine Voortaan kunt u in Intramed OnLine gebruik maken van uw scanner U kunt van deze functionaliteit gebruik maken als u een Basic of Dynamisch account heeft,

Nadere informatie

MOPM kan je openen via Starten Alle Programma s Microsoft Office Microsoft Office hulpprogramma s Microsoft Office Picture Manager.

MOPM kan je openen via Starten Alle Programma s Microsoft Office Microsoft Office hulpprogramma s Microsoft Office Picture Manager. Gebruik van Microsoft Office Picture Manager (MOPM) Met Microsoft Office Picture Manager kan je op een eenvoudige manier jouw afbeeldingen bekijken, beheren, bewerken en delen. Als je Microsoft Office

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 9

Inhoudsopgave. Inleiding 9 Inhoudsopgave Inleiding 9 1. Bibliotheek 11 1.1 Picasa de eerste keer starten 12 1.2 Onderdelen van de bibliotheek 13 1.3 Gezichtsherkenning 13 1.4 Mappenbeheer 17 1.5 Sorteren 18 1.6 Weergave mappen 18

Nadere informatie

Nieuwe Functies BL B00

Nieuwe Functies BL B00 Nieuwe Functies Versie 2.00 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen in de documentatie die is meegeleverd

Nadere informatie

Lightroom 6 De digitale DoKa. Charlie

Lightroom 6 De digitale DoKa. Charlie Lightroom 6 De digitale DoKa Foto s Importeren Onder Bibliotheek Importeren is niet kopiëren Bibliotheek Importeren Foto s Importeren Onder Bibliotheek Foto s Toevoegen Door Pc Bladeren Foto s Importeren

Nadere informatie

Beknopte handleiding. Uw bestanden beheren Klik op Bestand om uw Word-bestanden te openen, op te slaan, af te drukken en te beheren.

Beknopte handleiding. Uw bestanden beheren Klik op Bestand om uw Word-bestanden te openen, op te slaan, af te drukken en te beheren. Beknopte handleiding Microsoft Word 2013 ziet er anders uit dan de vorige versies. Daarom hebben we deze handleiding gemaakt, zodat u sneller vertrouwd raakt met het programma. Werkbalk Snelle toegang

Nadere informatie

Handleiding IrfanView. IrfanView is een applicatie om grafische bestanden te bekijken, te bewerken en opnieuw op te slaan.

Handleiding IrfanView. IrfanView is een applicatie om grafische bestanden te bekijken, te bewerken en opnieuw op te slaan. Handleiding IrfanView IrfanView is een applicatie om grafische bestanden te bekijken, te bewerken en opnieuw op te slaan. Start IrfanView door te klikken op Start -> Programs -> IrfanView Met IrfanView

Nadere informatie

Handleiding Fotopagina

Handleiding Fotopagina Handleiding Fotopagina Leden van de Vrienden van de Pyreneese berghond kunnen een album aanmaken op onze fotopagina. Per lid/gezin is één album van maximaal 250 foto's beschikbaar. Deze handleiding bestaat

Nadere informatie

Foto s importeren in Windows 10

Foto s importeren in Windows 10 Foto s importeren in Windows 10 Verbind de camera/tablet/telefoon met de computer d.m.v. een usb kabeltje of stop de geheugenkaart in de kaartlezer. U ziet het volgende venstertje (onderin of bovenaan

Nadere informatie

INSTRUCT Samenvatting Praktijk Access 2010, H2 SAMENVATTING HOOFDSTUK 2

INSTRUCT Samenvatting Praktijk Access 2010, H2 SAMENVATTING HOOFDSTUK 2 SAMENVATTING HOOFDSTUK 2 Sorteren en filteren in een tabel Sorteren kun je met de knoppen (Oplopend) en (Aflopend). Hiermee zet je records in alfabetische of numerieke volgorde. Er wordt gesorteerd op

Nadere informatie

Photoshop CS2. Januari 2008. Jan van der Aa. Bij opstarten zetten we eerst de benodigde instellingen goed.

Photoshop CS2. Januari 2008. Jan van der Aa. Bij opstarten zetten we eerst de benodigde instellingen goed. Januari 2008 Jan van der Aa Photoshop CS2 Bij opstarten zetten we eerst de benodigde instellingen goed. Selecteer eerst Venster en zet de vinkjes ( ) zoals aangegeven. Selecteer het handje. We openen het

Nadere informatie

2. Foto s inlezen en verbeteren in de Organizer

2. Foto s inlezen en verbeteren in de Organizer 29 2. Foto s inlezen en verbeteren in de Organizer Fotograferen met behulp van digitale camera s is niet meer weg te denken. De kwaliteit van digitale camera s neemt steeds verder toe en de prijs wordt

Nadere informatie

Foto s en Videobewerking

Foto s en Videobewerking Foto s en Videobewerking Arie Noteboom Computer Huis Mijdrecht Nr. 1 Doelstellingen Begrijpen hoe digitale foto s zijn opgebouwd en kunnen worden bewerkt en bewaard. Op basis daarvan foto s kunnen uitsnijden

Nadere informatie

Met een mailing of massaverzending kunt u een groot aantal documenten verzenden naar gebruikelijke adressen, die in een gegevensbestand staan.

Met een mailing of massaverzending kunt u een groot aantal documenten verzenden naar gebruikelijke adressen, die in een gegevensbestand staan. Een mailing verzorgen Met een mailing of massaverzending kunt u een groot aantal documenten verzenden naar gebruikelijke adressen, die in een gegevensbestand staan. Voor deze techniek zijn twee bestanden

Nadere informatie

INSTRUCT Samenvatting Basis Word 2010, H1 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1

INSTRUCT Samenvatting Basis Word 2010, H1 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1 Word opstarten en afsluiten WORD kan opgestart worden via de startknop en de snelkoppeling in de lijst die boven de startknop staat: WORD kan ook worden opgestart via menu Start,

Nadere informatie

P-touch Transfer Manager gebruiken

P-touch Transfer Manager gebruiken P-touch Transfer Manager gebruiken Versie 0 DUT Inleiding Belangrijke mededeling De inhoud van dit document en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

Nadere informatie

Google products. Het gebruik van Picasa 2 is gratis. Het programma is in veel verschillende talen verkrijgbaar, waaronder Nederlands.

Google products. Het gebruik van Picasa 2 is gratis. Het programma is in veel verschillende talen verkrijgbaar, waaronder Nederlands. 1 Picasa 2 Picasa 2 is een foto-organizer van zoekmachinefabrikant Google. Het gratis programma bevat handige functies om uw foto's te beheren, te bewerken en te delen. Het gebruik van Picasa 2 is gratis.

Nadere informatie

LeesMij Aangepaste uitvoerprofielen voor de Fiery-afdrukcontroller maken met Fiery Color Profiler Suite: System 9R2

LeesMij Aangepaste uitvoerprofielen voor de Fiery-afdrukcontroller maken met Fiery Color Profiler Suite: System 9R2 LeesMij Aangepaste uitvoerprofielen voor de Fiery-afdrukcontroller maken met Fiery Color Profiler Suite: System 9R2 In dit document wordt beschreven hoe u met Fiery Color Profiler Suite een aangepast uitvoerprofiel

Nadere informatie

VERSIE 5.1/5.2 SNELSTARTKAART VOOR WINDOWS 32-BITS

VERSIE 5.1/5.2 SNELSTARTKAART VOOR WINDOWS 32-BITS VERSIE 5.1/5.2 SNELSTARTKAART VOOR WINDOWS 32-BITS TM GROUPWISE 5.2 SNELSTARTKAART GroupWise is software waarmee u berichten kunt verzenden, planningen kunt maken, uw agenda kunt bijhouden en uw documenten

Nadere informatie

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista BEKNOPTE HANDLEIDING voor Windows Vista INHOUD Hoofdstuk 1: SYSTEEMVEREISTEN...1 Hoofdstuk 2: PRINTERSOFTWARE INSTALLEREN ONDER WINDOWS...2 Software installeren om af te drukken op een lokale printer...

Nadere informatie

Advies- en BegeleidingsCentrum voor het onderwijs in Amsterdam. Beeld en geluid. Onderdelen uit de workshop Werken met multimedia

Advies- en BegeleidingsCentrum voor het onderwijs in Amsterdam. Beeld en geluid. Onderdelen uit de workshop Werken met multimedia Advies- en BegeleidingsCentrum voor het onderwijs in Amsterdam Beeld en geluid Onderdelen uit de workshop Werken met multimedia ABC Amsterdam OCA onderwijscomputercentrum maart 2002 Deze cursus is eigendom

Nadere informatie

1 normaal belicht 1 onderbelicht 1 overbelicht

1 normaal belicht 1 onderbelicht 1 overbelicht High Dynamic Range (HDR) Deze techniek zorgt ervoor dat afbeeldingen die een dynamisch bereik hebben dat niet in een digitaal fotobestand past, worden gecomprimeerd zodat er meer detail wordt weergegeven

Nadere informatie

Zorg ervoor dat u dit leest voordat u de afbeeldingsconvertor gebruikt.

Zorg ervoor dat u dit leest voordat u de afbeeldingsconvertor gebruikt. Image Converter Gebruikershandleiding Versie: 1.1.0.0 Zorg ervoor dat u dit leest voordat u de afbeeldingsconvertor gebruikt. Inhoud: Overzicht van de afbeeldingsconvertor P2 Een afbeelding converteren

Nadere informatie

27/08/2007. Lut Ronsmans www.soweb.be

27/08/2007. Lut Ronsmans www.soweb.be Lut Ronsmans www.soweb.be Picasa Met het gratis fotoprogramma Picasa kan je o.a. Alle foto's op uw computer zoeken en sorteren, een diavoorstelling maken. Foto s bewerken, corrigeren, speciale effecten

Nadere informatie

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Android )

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Android ) Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Android ) Inhoudsopgave Voordat u uw Brother-machine gebruikt... Definities van opmerkingen... Handelsmerken... Inleiding... Brother iprint&scan

Nadere informatie

Verscherpen van foto s (Adobe Photoshop CS3)

Verscherpen van foto s (Adobe Photoshop CS3) Verscherpen van foto s (Adobe Photoshop CS3) Ga je voor de beste kwaliteit van je foto, in webpresentatie of afdruk? Lees dan verder, want het verscherpen van beeldmateriaal is een kritische stap in de

Nadere informatie

Migreren naar Access 2010

Migreren naar Access 2010 In deze handleiding Het uiterlijk van Microsoft Access 2010 verschilt aanzienlijk van Access 2003. Daarom hebben we deze handleiding gemaakt, zodat u niet te veel tijd hoeft te besteden aan het leren werken

Nadere informatie

Erratum Windows 10 voor de beginnende senior computergebruiker

Erratum Windows 10 voor de beginnende senior computergebruiker 1 Erratum Windows 10 voor de beginnende senior computergebruiker In april 2018 is er een update verschenen van Windows 10. In dit aanvullende bestand leest u over de belangrijkste verschillen. Sommige

Nadere informatie

Handleiding Icespy MR software

Handleiding Icespy MR software Handleiding Icespy MR software Versie 4.40.04 Wij danken u voor de aanschaf van deze IceSpy producten en adviseren u om deze handleiding goed door te nemen. 2 INHOUDSOPGAVE: 1. Installeren van de software...

Nadere informatie

HANDLEIDING WEBCAM STATION EVOLUTION

HANDLEIDING WEBCAM STATION EVOLUTION HANDLEIDING WEBCAM STATION EVOLUTION Handleiding 1/16 INHOUDSOPGAVE Als u op een titel in deze inhoudsopgave klikt, wordt de betreffende sectie weergegeven. 1. INLEIDING... 3 2. DE MICROFOON EN HET BEELD

Nadere informatie

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (ios)

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (ios) Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (ios) Inhoudsopgave Voordat u uw Brother-machine gebruikt... Definities van opmerkingen... Handelsmerken... Inleiding... Brother iprint&scan

Nadere informatie

5. Werken met fotobestanden

5. Werken met fotobestanden 5. Werken met fotobestanden 5.1. Bestandsoverdracht Zoals je weet worden de foto s die je genomen hebt als bestanden bewaard op de geheugenkaart die in je camera zit. Uiteraard is deze geheugenkaart bedoeld

Nadere informatie

Handleiding. Faststone. Image viewer

Handleiding. Faststone. Image viewer Handleiding Faststone Image viewer Eenvoudig gratis programma om Foto s te beheren en te bewerken op de computer Begin hier met Faststone Image viewer te downloaden en installeren. Kies voor het *.Exe

Nadere informatie

De onderwerpen die voor deze avond zijn aangedragen! Maskers maken. Workflow Lightroom en Photoshop. Verschil tussen werken in RGB en srgb

De onderwerpen die voor deze avond zijn aangedragen! Maskers maken. Workflow Lightroom en Photoshop. Verschil tussen werken in RGB en srgb De onderwerpen die voor deze avond zijn aangedragen! Maskers maken Workflow Lightroom en Photoshop Verschil tussen werken in RGB en srgb Werken in 16 of 8 bits Verschil tussen RAW opslaan als PSD of TIF

Nadere informatie

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (ios)

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (ios) Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (ios) Voordat u uw Brother-machine gebruikt Definities van opmerkingen In deze gebruikershandleiding worden de volgende symbolen en conventies

Nadere informatie

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Android )

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Android ) Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Android ) Voordat u uw Brother-machine gebruikt Definities van opmerkingen In deze gebruikershandleiding worden de volgende symbolen en conventies

Nadere informatie

Geavanceerde opties. Afdrukken op deelpagina's. Phaser 5500-laserprinter. In dit onderwerp wordt het volgende besproken:

Geavanceerde opties. Afdrukken op deelpagina's. Phaser 5500-laserprinter. In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Geavanceerde opties In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Afdrukken op deelpagina's" op pagina 2-68 "Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (X op één)" op pagina 2-69 "Brochures afdrukken"

Nadere informatie

Scannen. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer

Scannen. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer Scannen Dit hoofdstuk omvat: Eenvoudige scantaken op pagina 4-2 Het scannerstuurprogramma installeren op pagina 4-4 Scanopties aanpassen op pagina 4-5 Afbeeldingen ophalen op pagina 4-11 Bestanden en scanopties

Nadere informatie

2. Wanneer moet ik een afbeelding verkleinen?

2. Wanneer moet ik een afbeelding verkleinen? Appendix B. Beeldmateriaal en Blackboard 1. Inleiding...1 2. Wanneer moet ik een afbeelding verkleinen?...1 3. Het formaat van een afbeelding wijzigen...2 4. Een afbeelding comprimeren...4 5. Een uitsnede

Nadere informatie

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server Powered by Fiery voor de Xerox igen4 Press, versie 3.0

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server Powered by Fiery voor de Xerox igen4 Press, versie 3.0 Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server Powered by Fiery voor de Xerox igen4 Press, versie 3.0 Dit document bevat belangrijke informatie over deze versie. Zorg dat deze informatie bij alle gebruikers

Nadere informatie

3. Werken met mappen en bestanden in Finder

3. Werken met mappen en bestanden in Finder 61 3. Werken met mappen en bestanden in Finder In dit hoofdstuk leert u werken met de mappen en bestanden die op uw Mac staan. Een bestand is een verzamelnaam voor alles wat op de computer is opgeslagen.

Nadere informatie

Basiskennis van PowerPoint

Basiskennis van PowerPoint Basiskennis van PowerPoint Pow erpoint is een krachtige toepassing voor presentaties. Om Pow erpoint echter zo doeltreffend mogelijk te kunnen gebruiken, hebt u eerst enige basiskennis nodig. In deze zelfstudie

Nadere informatie

9. Een fotoalbum maken

9. Een fotoalbum maken 323 9. Een fotoalbum maken PowerPoint is een programma waarmee u presentaties kunt maken. Een presentatie bestaat uit dia s. Deze dia s kunt u op een computerscherm bekijken, of met een beamer op een scherm

Nadere informatie

Handleiding muziek spelen van een tablet.

Handleiding muziek spelen van een tablet. Handleiding muziek spelen van een tablet. Wat heb je nodig: een tablet minimum 8.4 groot (8.4, 9.7, 10.1, 105, 11.6, 12.2 13.3 zijn geschikt) Wanneer je die nog moet aanschaffen kan ik wel raad geven na

Nadere informatie