ReadyToProcess WAVE 25

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ReadyToProcess WAVE 25"

Transcriptie

1 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing Vertaald uit het Engels

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding Over deze handleiding Belangrijke informatie voor gebruikers Informatie over regelgeving EU-richtlijnen Voorschriften voor de Verenigde Staten en Canada Andere voorschriften en normen Belangrijke concepten Gebruikersdocumentatie... 2 Veiligheidsinstructies Veiligheidsmaatregelen Labels Instrumentlabels Veiligheidslabels Bijkomende labels Noodprocedures Recycling-informatie... 3 Systeembeschrijving Systeemoverzicht ReadyToProcess WAVE 25 rocker ReadyToProcess CBCU ReadyToProcess Pump Cellbag-bioreactor beschreven UNICORN-softwareoverzicht Algemene UNICORN werking Administratie Systeemcontrole Evaluatie... 4 Installatie Locatievoorbereiding Levering en opslag Locatievereisten Klantcomputerspecificaties Hardware-installatie Pak de systeemeenheden uit De systeemonderdelen aansluiten Software-installatie De UNICORN-software installeren Configureer een e-licentie Het systeem definiëren ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

3 Inhoudsopgave 5 Gebruik Het systeem instellen De lade en Cellbag-bioreactor selecteren De lade bevestigen en losmaken ph- en DO-sensoren voorbereiden Bevestig de Cellbag-bioreactor Voorbereiden van de pomp Gas aansluiten op het systeem Het systeem starten en configureren Start het systeem en log in op UNICORN Aansluiten op het systeem Systeemeigenschappen configureren Systeeminstellingen configureren Een run starten Voorbereiden op celcultuur De Cellbag-bioreactor oppompen Pompparameters instellen Het kweekmedium toevoegen en equilibreren De sensoren voorbereiden Een cultuur uitvoeren De cultuur enten Bewaken van de run Een cyclus beëindigen... 6 Onderhoud Kalibratie Reinigen Reiniging vóór gepland onderhoud/service... 7 Problemen oplossen ReadyToProcess WAVE 25 -systeem ReadyToProcess WAVE 25 rocker ReadyToProcess CBCU ReadyToProcess Pump UNICORN Systeemcontrole... 8 Referentiegegevens Chemische weerstand Formulier inzake Verklaring van veiligheid en gezondheid... Index ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 3

4 1 Inleiding 1 Inleiding Over dit hoofdstuk Dit hoofdstuk bevat belangrijke informatie voor de gebruikers, het bedoeld gebruik van de ReadyToProcess WAVE 25, beschrijving van veiligheidsmeldingen en informatie m.b.t. regelgeving. In dit hoofdstuk Dit hoofdstuk bevat de volgende paragrafen: Paragraaf 1.1 Over deze handleiding 1.2 Belangrijke informatie voor gebruikers 1.3 Informatie over regelgeving 1.4 Belangrijke concepten 1.5 Gebruikersdocumentatie Zie pagina ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

5 1 Inleiding 1.1 Over deze handleiding 1.1 Over deze handleiding Doel van deze handleiding De gebruiksaanwijzing verschaft de gebruiker de informatie die nodig is voor het installeren, bedienen en onderhouden van het product op een veilige manier. Doel van dit document Deze handleiding beslaat het gehele ReadyToProcess WAVE 25-systeem, inclusief de hoofdeenheid (schudder), CBCU, de pomp en de accessoires. Typografische conventies Software-items in de tekst worden aangegeven door middel van bold italic tekst. De verschillende menu-niveaus worden van elkaar gescheiden door een dubbele punt. Zo verwijst File:Open naar de opdracht Open in het menu File. Hardware-bedieningsknoppen, controlelampjes en connectors worden in de tekst aangegeven door middel van vetgedrukte tekst (bijvoorbeeld Power-schakelaar). Tekstinvoer die de UNICORN genereert of die de gebruiker moet intypen, wordt aangegeven door een lettertype met vaste tekenafstand (bijvoorbeeld \Program Files\GE Healthcare\UNICORN\). ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 5

6 1 Inleiding 1.2 Belangrijke informatie voor gebruikers 1.2 Belangrijke informatie voor gebruikers Lees, alvorens de eenheid te gebruiken, de gebruiksaanwijzing Alle gebruikers moeten de volledige afzonderlijke gebruiksaanwijzing lezen voordat het product wordt geïnstalleerd, gebruikt of onderhouden. Houd de Gebruiksaanwijzing altijd bij de hand tijdens het bedienen van het product. Gebruik het product niet op een andere wijze dan beschreven in de gebruikersdocumentatie. Doet u dit wel, dan wordt u mogelijk blootgesteld aan gevaren die kunnen leiden tot persoonlijk letsel, en kunt u de apparatuur beschadigen. Beoogd gebruik Het ReadyToProcess WAVE 25-systeem is bedoeld voor gebruik als laboratorium- en productieapparatuur voor celcultuur. Het systeem mag niet worden gebruikt voor klinische of diagnostische doeleinden. Vereisten Om deze handleiding te volgen en het systeem te gebruiken op de manier waarop het is bedoeld, is het belangrijk dat: u een algemeen begrip hebt van hoe de client-computer en de Microsoft Windows -besturingssystemen werken. U vertrouwd bent met het gebruik van algemene laboratoriumapparatuur en met de verwerking van biologisch materiaal. u de veiligheidsvoorschriften in de Gebruiksaanwijzing hebt gelezen en begrepen. het systeem geïnstalleerd is in overeenstemming met de instructies in deze Gebruiksaanwijzing. er een gebruikersaccount is aangemaakt volgens de UNICORN Administration and Technical manual. 6 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

7 1 Inleiding 1.2 Belangrijke informatie voor gebruikers Veiligheidsinformatie Deze gebruikersdocumentatie bevat veiligheidsinformatie (WAARSCHUWING, LET OP en AANWIJZING) met betrekking tot het veilige gebruik van het product. Zie onderstaande definities. WAARSCHUWING WAARSCHUWING geeft een gevaarlijke situatie aan; als deze niet wordt vermeden, kan dit leiden tot ernstige verwondingen of de dood. Het is belangrijk dat u pas verder gaat als aan alle genoemde voorwaarden is voldaan en de voorwaarden goed zijn begrepen. LET OP LET OP geeft een gevaarlijke situatie aan. Als deze situatie niet wordt vermeden, kan dit leiden tot lichte of gematigde verwondingen. Het is belangrijk dat u pas verder gaat als aan alle genoemde voorwaarden is voldaan en de voorwaarden goed zijn begrepen. AANWIJZING AANWIJZING geeft instructies aan die moeten worden opgevolgd om schade aan het product of andere apparatuur te voorkomen. Opmerkingen en tips Opmerking: Tip: Een opmerking wordt gebruikt om informatie aan te geven die belangrijk is voor een probleemloos en optimaal gebruik van het product. Een Tip bevat nuttige informatie waarmee u uw procedures kunt verbeteren of optimaliseren. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 7

8 1 Inleiding 1.3 Informatie over regelgeving 1.3 Informatie over regelgeving Inleiding Deze paragraaf vermeldt de richtlijnen en normen die op de ReadyToProcess WAVE 25 van toepassing zijn. Informatie over de fabricage De onderstaande tabel geeft een samenvatting van de vereiste productie-informatie. Vereiste Naam en adres van fabrikant Informatie GE Healthcare Bio-Sciences AB, Björkgatan 30, SE Uppsala, Sweden In deze paragraaf Paragraaf EU-richtlijnen Voorschriften voor de Verenigde Staten en Canada Andere voorschriften en normen Zie pagina ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

9 1 Inleiding 1.3 Informatie over regelgeving EU-richtlijnen EU-richtlijnen Overeenstemming met EU-richtlijnen Dit product voldoet aan de onderstaande Europese Richtlijnen. Zie de EU-conformiteitsverklaring voor de richtlijnen en voorschriften die gelden voor de CE-markering. Een kopie van de EU-conformiteitsverklaring is op aanvraag verkrijgbaar als deze niet met het product is meegeleverd. Richtlijn 2006/42/EG 2014/30/EU 2014/35/EU 2011/65/EU Titel Richtlijn Machines (MD) Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) Richtlijn Lage Spanning (LVD) Richtlijn voor beperking van gevaarlijke stoffen (RoHS) CE-markering De CE-markering en de bijbehorende EU-conformiteitsverklaring zijn geldig voor het instrument wanneer: gebruikt in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing of gebruikershandleidingen en gebruikt in dezelfde staat als waarin het is geleverd door GE, met uitzondering van de wijzigingen beschreven in de gebruiksaanwijzing of gebruikershandleidingen. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 9

10 1 Inleiding 1.3 Informatie over regelgeving Voorschriften voor de Verenigde Staten en Canada Voorschriften voor de Verenigde Staten en Canada NRTL-certificatie Dit symbool geeft aan dat de Ready to Process bioreactor is gecertificeerd door Intertek, een door de US Occupational Safety and Health Administration erkend Nationally Recognized Testing Laboratory (NRTL). Dit product is conform UL en is gecertificeerd volgens CAN/CSA-C22.2 nr CAN ICES/NMB-naleving Geeft aan dat dit product in overeenstemming is met de Canadese norm ICES-001/NMB- 001 betreffende elektromagnetische compatibiliteit. FCC-conformiteitsverklaring Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) dit apparaat moet alle ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die een ongewenste werking kan veroorzaken. Opmerking: De gebruiker wordt gewaarschuwd dat wijzigingen of aanpassingen die niet expliciet goedgekeurd zijn door GE de bevoegdheid van de gebruiker om de apparatuur te gebruiken nietig kunnen verklaren. Deze apparatuur is getest en voldoet aan de limieten van een Klasse A digitaal apparaat, volgens deel 15 van de FCC-regels. Deze limieten zijn bedoeld als redelijke bescherming tegen schadelijke storing wanneer de apparatuur in een commerciële omgeving wordt gebruikt. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze ook uitstralen. Als deze apparatuur niet wordt geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructiehandleiding, kan dit schadelijke storing aan radiocommunicatie tot gevolg hebben. De bediening van deze apparatuur in een woonomgeving veroorzaakt waarschijnlijk schadelijke storingen. In dat geval moet de gebruiker de storing op eigen kosten corrigeren. 10 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

11 1.3.3 Andere voorschriften en normen 1 Inleiding 1.3 Informatie over regelgeving Andere voorschriften en normen Conformiteitsverklaring m.b.t. het milieu Dit product voldoet aan de volgende milieuvereisten. Vereiste China RoHS Titel Beheermethoden voor de beperking van het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische producten. Normen, machines en elektrische apparatuur De standaardvereisten waar dit product aan voldoet, worden in de onderstaande tabel samengevat. Norm EN ISO EN , IEC , UL , CAN/CSA- C22.2 nr IEC/EN EN Omschrijving Veiligheid van machines Algemene designbeginselen. Risicobeoordeling en risicoreductie. Veiligheidsvereisten voor elektrische apparatuur voor meting, controle en gebruik in laboratoria - Deel 1: Algemene eisen. Specifieke vereisten voor laboratoriumapparatuur voor het verwarmen van materialen Elektrische apparatuur voor meting, besturing en laboratoir gebruik - EMC-vereisten - deel 1: Algemene eisen (Emissie conform CISPR 11, groep 1, klasse A) AANWIJZING Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt in een woonomgeving en biedt mogelijk niet voldoende afscherming tegen radiosignaalontvangst in zulke omgevingen. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 11

12 1 Inleiding 1.3 Informatie over regelgeving Andere voorschriften en normen Norm ICES-001/NMB-001 Omschrijving Industriële, wetenschappelijke en medische (ISM) radiofrequentiegeneratoren (Canada) Conformiteitsverklaring software UNICORN 6.3, 7.0 en latere versies zijn technisch compatibel met alle relevante gedeeltes van FDA 21 CFR Deel 11. De lokale GE-vertegenwoordiger verstrekt op verzoek een controlelijst voor de beoordeling van het systeem volgens deel ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

13 1 Inleiding 1.4 Belangrijke concepten 1.4 Belangrijke concepten De concepten en afkortingen die gebruikt worden in deze handleiding worden uitgelegd in de onderstaande tabel. Concept/ afkorting Cellbag -bioreactor DO DO sensor Enkele modus Dubbele modus ph-sensor ReadyToProcess CBCU ReadyToProcess Pump 25 ReadyToProcess WAVE 25 rocker Lade (Tray) ReadyToProcess WAVE 25 Het ReadyToProcess WAVE 25-systeem Het bioreactorsysteem UNICORN Uitleg De wegwerpbare container waarin de cellen gekweekt worden. Opgeloste zuurstof. Optische sensor voor meting van opgeloste zuurstof. Bevestigd aan DO geconfigureerde Cellbag-bioreactoren. Bedieningsmodus met één Cellbag-bioreactor op de schudder. Bedieningsmodus met twee Cellbag-bioreactoren op dezelfde schudder. De cultuur wordt onafhankelijk gecontroleerd en bestuurd in de twee bioreactoren. Optische sensor voor ph-meting. Bevestigd aan phgeconfigureerde Cellbag-bioreactoren. Regeleenheid voor gasmengsel-, ph- en DO-controle. De pomp. De schudeenheid. Lade voor Cellbag, gemonteerd op de schudder. Er zijn verschillende maten lades verkrijgbaar voor verschillende celcultuurcapaciteiten. Het totale bioreactorsysteem, inclusief schudder, CB- CU('s) en pomp(en), samen met Cellbag-bioreactor(en) en filterverwarmer(s). De software die gebruikt wordt voor het besturen en controleren van het systeem. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 13

14 1 Inleiding 1.5 Gebruikersdocumentatie 1.5 Gebruikersdocumentatie De onderstaande tabel omschrijft de gebruikersdocumentatie voor ReadyToProcess WAVE 25, die verkrijgbaar is via het Help menu in UNICORN of op de CD met gebruikersdocumentatie. Document ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing ReadyToProcess WAVE 25 System Handbook ReadyToProcess WAVE 25 Cue Card UNICORN Administration and Technical manual UNICORN Online hulp Gebruikersdocumentatie CD Hoofdinhoud De nodige instructies voor het installeren, bedienen en behouden van ReadyToProcess WAVE 25 op een veilige manier. Omvat basis UNICORN 7.0 systeemcontrolefuncties. Gedetailleerde systeembeschrijvingen en instructies over het activeren, onderhouden en probleemoplossen bij ReadyToProcess WAVE 25. Omvat UNICORN 7.0 systeemcontrolefuncties, methodecreatie en behandeling, samen met evaluatie en prestatie van gegevens. Korte instructies die een overzicht verschaffen van de manier om het systeem te activeren. Overzicht en gedetailleerde omschrijving van netwerkinstelling en volledige software-installatie. Beheer van de UNICORN- en UNICORN-database. Dialoogvensterbeschijvingen voor UNICORN 7.0. CD met de opgesomde handleidingen en vertaalde versies van ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing. 14 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

15 2 Veiligheidsinstructies 2 Veiligheidsinstructies Over dit hoofdstuk Dit hoofdstuk beschrijft veiligheidsmaatregelen, etiketten en symbolen die op het apparaat zijn aangebracht. Bovendien beschrijft dit hoofdstuk de nooduitschakelprocedures en geeft het informatie over recycling. Belangrijk WAARSCHUWING Voordat de gebruiker het product installeert, bedient of er onderhoud aan pleegt, moet hij of zij de volledige inhoud van dit hoofdstuk lezen en begrijpen om zich bewust te worden van de gevaren die zich hierbij kunnen voordoen. In dit hoofdstuk Dit hoofdstuk bevat de volgende paragrafen: Paragraaf 2.1 Veiligheidsmaatregelen 2.2 Labels 2.3 Noodprocedures 2.4 Recycling-informatie Zie pagina ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 15

16 2 Veiligheidsinstructies 2.1 Veiligheidsmaatregelen 2.1 Veiligheidsmaatregelen Inleiding De ReadyToProcess WAVE 25 wordt gevoed door de netspanning en verwerkt materialen die gevaarlijk kunnen zijn. Voordat u het systeem installeert, gebruikt of onderhoudt, dient u zich bewust te zijn van de gevaren die in deze handleiding worden beschreven. Volg de voorschriften om persoonlijke verwondingen, schade aan de celculturen, aan het product of aan andere personen of apparatuur in de buurt te voorkomen. De voorzorgsmaatregelen in dit deel zijn onderverdeeld in de volgende categorieën: Algemene voorzorgsmaatregelen Ontvlambare vloeistoffen en explosieve omgeving Persoonlijke bescherming De uitrusting installeren en verplaatsen Stroomvoorziening Systeembediening Onderhoud Bepaalde veiligheidsvoorschriften in dit hoofdstuk zijn van toepassing op situaties die beschreven zijn in andere handleidingen. Algemene voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING Gebruik het product niet op een andere wijze dan is beschreven in de gebruikersdocumentatie. WAARSCHUWING Alleen goed getraind personeel mag het product bedienen en onderhouden. WAARSCHUWING Gebruik geen accessoires die niet zijn geleverd of die niet worden aanbevolen door GE. 16 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

17 2 Veiligheidsinstructies 2.1 Veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING Gebruik de ReadyToProcess WAVE 25 niet als deze niet goed werkt of als er enige schade is opgetreden, bijvoorbeeld: schade aan het netsnoer of de stekker schade veroorzaakt door het laten vallen van de apparatuur schade veroorzaakt doordat er vocht op is terechtgekomen AANWIJZING Computers die met de apparatuur worden gebruikt, moeten voldoen aan EN/IEC , en moeten worden geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructies van de fabrikant. Ontvlambare vloeistoffen en explosieve omgeving WAARSCHUWING ReadyToProcess WAVE 25 is niet ontworpen voor ontvlambare vloeistoffen. WAARSCHUWING ReadyToProcess WAVE 25 is niet goedgekeurd voor werk in een mogelijk explosieve atmosfeer. Persoonlijke bescherming WAARSCHUWING Gebruik altijd de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen tijdens het gebruik en het onderhoud van dit product. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 17

18 2 Veiligheidsinstructies 2.1 Veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING Gevaarlijke stoffen. Wanneer u gevaarlijke chemische en biologische agentia gebruikt, dient u alle gepaste beschermende maatregelen te nemen, zoals het dragen van een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen die bestand zijn tegen de gebruikte stoffen. Volg de plaatselijke en/of nationale voorschriften op voor een veilige bediening, onderhoud en buitengebruikstelling van het systeem. WAARSCHUWING Verspreiding van biologische agentia. De operator moet alle nodige maatregelen nemen om de verspreiding van gevaarlijke biologische stoffen te vermijden. De faciliteit moet voldoen aan de nationale praktijkrichtlijn voor bioveiligheid. De uitrusting installeren en verplaatsen LET OP Zwaar object. Vanwege het aanzienlijke gewicht van de ReadyToProcess WAVE 25 rocker, wordt het ten zeerste aanbevolen om de hulp van een andere persoon in te roepen bij het tillen of verplaatsen van de apparatuur. Gebruik indien mogelijk de handgrepen aan de zijkanten van de schudder. Til de ReadyToProcess WAVE 25 rocker niet op met de lade bevestigd. LET OP Door de afmetingen en het gewicht van Tray 50 moet deze lade door minimaal twee personen worden geïnstalleerd. LET OP Vallende uitrusting. Stapel niet meer dan één ReadyToProcess CBCU en/of ReadyToProcess Pump 25 eenheden op elkaar. 18 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

19 2 Veiligheidsinstructies 2.1 Veiligheidsmaatregelen Stroomvoorziening WAARSCHUWING Voedingsspanning. Controleer voor u het netsnoer aansluit of de voedingsspanning van het stopcontact overeenkomt met de markering op het instrument. WAARSCHUWING Randaarde. Onafhankelijk werkende bioreactor-instrumenten moeten altijd worden aangesloten op een geaard stopcontact. WAARSCHUWING Gebruik alleen geaarde netsnoeren die door GE zijn geleverd of goedgekeurd. WAARSCHUWING Toegang tot de aan/uit-schakelaar en het netsnoer met stekker. De toegang tot de aan/uit-schakelaar en het netsnoer niet blokkeren. De aan/uit-schakelaar moet altijd goed toegankelijk zijn. Het netsnoer met stekker moet altijd gemakkelijk los te halen zijn. WAARSCHUWING De stroom uitschakelen. De stroom van de uitrusting altijd uitschakelen alvorens de ReadyToProcess WAVE 25-eenheden aan te sluiten op een ander instrument. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 19

20 2 Veiligheidsinstructies 2.1 Veiligheidsmaatregelen Systeembediening WAARSCHUWING Verstikkingsgevaar. ReadyToProcess WAVE 25-uitrusting mag enkel gebruikt worden op locaties met goede ventilatie. Wanneer N 2 en/of CO 2 aangesloten zijn, dient u ervoor de zorgen dat: de druk op de gasaansluitingen niet hoger is dan 1,5 bar. de gasaansluitingen stevig afgedicht zijn. De toevoerslang en aansluitingen moeten regelmatig visueel geïnspecteerd worden. Hogere druk of losse verbindingen kunnen veroorzaken dat gasbuizen loskomen, wat kan resulteren in gevaarlijke lekken. WAARSCHUWING Gaslekkage voorkomen.om gaslekken te voorkomen schakelt u alle gastoevoer uit wanneer het systeem niet in gebruik is. WAARSCHUWING Brandgevaar. O 2 -lek in combinatie met hitte kan leiden tot ontsteking. Om O 2 -lekken te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat: de druk op de gasaansluitingen niet hoger is dan 1,5 bar. de gasaansluitingen stevig afgedicht zijn. Inspecteer de toevoerslang regelmatig. LET OP Alleen Cellbag-bioreactoren die zijn goedgekeurd door GE voor de ReadyToProcess WAVE 25 op de apparatuur gebruikt mogen worden. LET OP Zwaar object. De gevulde Cellbag-bioreactor is zwaar en moet voorzichtig worden opgetild. Dit geldt ook voor optionele apparatuur, zoals kalibratiegewichten. 20 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

21 2 Veiligheidsinstructies 2.1 Veiligheidsmaatregelen LET OP Risico op lekken van biologische stoffen. Controleer vóór elk gebruik, de integriteit van alle buizen en aansluitingen. LET OP Risico op lekken van biologische stoffen. Voer in de instellingen van de systeemsoftware altijd de juiste afmeting van de Cellbag-bioreactor in. Als dit niet wordt gedaan, kan er overdruk ontstaan waardoor de Cellbag-bioreactor kan scheuren. LET OP Beknellingsgevaar. Lichaamsdelen kunnen vast komen te zitten tussen de basis en de lade van de schudder. LET OP Beknellingsgevaar. Zorg dat er geen vingers vast komen te zitten tussen het schudplatform en de lade bij het verplaatsen van Tray 10 vanuit de schuine stand. Verplaats de lade door beide kanten van de lade stevig vast te pakken. LET OP Beknellingsgevaar. Bewegende delen in [[ProductName7]]. Open geen pompkopklappers tijdens gebruik. LET OP Vallende apparatuur. Om te voorkomen dat de bioreactorsysteemeenheden van de werktafel getrokken worden, dient u ervoor te zorgen dat alle slangen zich binnen het gebied van de tafel bevinden. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 21

22 2 Veiligheidsinstructies 2.1 Veiligheidsmaatregelen AANWIJZING Als de UniNet-kabels worden losgemaakt tijdens een cyclus, dan wordt de cyclus onderbroken en moet deze opnieuw worden gestart. Zorg ervoor dat de kabels goed vastzitten voordat u een cyclus start en verplaats systeemeenheden niet tijdens een cyclus. Onderhoud WAARSCHUWING Gevaar van elektrische schokken. Alle reparaties dienen te worden uitgevoerd door onderhoudspersoneel dat is goedgekeurd door GE. Open geen beschermkappen, of vervang geen onderdelen, tenzij dit uitdrukkelijk in de gebruikersdocumentatie wordt vermeld. WAARSCHUWING De stroomtoevoer uitschakelen. Sluit altijd de stroomtoevoer van het instrument af voordat u een onderhoudstaak uitvoert. WAARSCHUWING Reinig de apparatuur altijd in een goed geventileerde ruimte. Dompel geen enkel onderdeel van de apparatuur onder in vloeistof en sproei geen vloeistof op de apparatuur. Controleer altijd of de apparatuur volledig droog is voordat u deze aansluit op de netvoeding. Zorg dat u alle milieu-, gezondheids- en veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de gebruikte stoffen opvolgt. WAARSCHUWING Gebruik uitsluitend goedgekeurde onderdelen. Er mogen voor het onderhoud en de reparatie van het product uitsluitend reserveonderdelen worden gebruikt die door GE zijn goedgekeurd of geleverd. 22 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

23 2 Veiligheidsinstructies 2.1 Veiligheidsmaatregelen LET OP Vallende uitrusting. Door knel- en verplettergevaren mogen kalibratiegewichten niet op elkaar gestapeld worden. Verwijder de kalibratiegewichten voordat de stroom uitgeschakeld wordt. LET OP Gevaarlijke stoffen. Reinig vóór elk onderhoud, elke reparatie en buitendienststelling het ReadyToProcess WAVE 25-systeem met een geschikt reinigingsmiddel om alle gevaarlijke stoffen te verwijderen. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 23

24 2 Veiligheidsinstructies 2.2 Labels 2.2 Labels Over deze paragraaf In dit deel worden de diverse labels beschreven die zijn bevestigd aan de onderdelen van het systeem. De afbeeldingen in dit deel zijn voorbeelden van etiketten die op verschillende delen van het systeem zijn te vinden. Kijk voor meer informatie over de etiketten op de computerapparatuur van de klant in de instructies van de fabrikant. In deze paragraaf Paragraaf Instrumentlabels Veiligheidslabels Bijkomende labels Zie pagina ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

25 2 Veiligheidsinstructies 2.2 Labels Instrumentlabels Instrumentlabels ReadyToProcess WAVE 25 rocker-label De volgende afbeelding toont een voorbeeld van het etiket dat zich op de achterkant van de schudder en onder het schudplatform bevindt. Filterverwarmerslabel De volgende afbeelding is een voorbeeld van het etiket dat aan de filterverwarming is bevestigd Filter Heater Code no: Voltage: 32 V DC Mfg Year: YYYY/MM Max Power: 4 W Made in Sweden GE Healthcare Bio-Sciences AB Uppsala Sweden ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 25

26 2 Veiligheidsinstructies 2.2 Labels Instrumentlabels Lade- en deksellabels De volgende afbeeldingen zijn voorbeelden van de etiketten die aan de lades en deksels zijn bevestigd. Ladelabel Deksellabel ReadyToProcess CBCU-label Het instrumentlabel op de CBCU bevindt zich op de onderkant van de eenheid. De illustratie hieronder is een voorbeeld van het label aan de CBCU met volledige configuratie. Overeenkomende labels zijn bevestigd aan de CBCU-eenheden met alternatieve configuraties. 26 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

27 ReadyToProcess Pump 25-label 2 Veiligheidsinstructies 2.2 Labels Instrumentlabels De volgende afbeelding is een voorbeeld van het etiket dat op het achterpaneel van de pomp is aangebracht. Symboolbeschrijving De volgende veiligheidssymbolen zijn op de labels gebruikt: Label Omschrijving Waarschuwing! Lees de gebruikersdocumentatie voordat u het systeem gebruikt. Open geen afdekkingen of vervang geen onderdelen, tenzij dit uitdrukkelijk in de gebruikersdocumentatie wordt vermeld. Dit symbool geeft aan dat afval van elektrische en elektronische apparatuur niet mag worden verwijderd als ongesorteerd gemeentelijk afval, en dat het apart moet worden ingezameld. Neem contact op met een geautoriseerde vertegenwoordiger van de fabrikant voor informatie betreffende de buitengebruikstelling van apparatuur. Dit symbool geeft aan dat het product gevaarlijke materialen bevat die de grenzen overschrijden die zijn vastgelegd in de Chinese norm GB/T Vereisten voor concentratielimieten van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische Producten. Dit symbool geeft aan dat het systeem voldoet aan de toepasselijke Europese richtlijnen. Dit symbool geeft aan dat het systeem voldoet aan de voorschriften die gelden in Australië en Nieuw-Zeeland. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 27

28 2 Veiligheidsinstructies 2.2 Labels Instrumentlabels Label Omschrijving Euraziatisch conformiteitsmerk: het conformiteitsmerk geeft aan dat het product is goedgekeurd voor verspreiding op de markt van de lidstaten van de Euraziatische douane-unie. Dit symbool geeft aan dat de ReadyToProcess WAVE 25 is gecertificeerd door een Nationally Recognized Testing Laboratory (NRTL). Dit product is conform UL en is gecertificeerd volgens CAN/CSA-C22.2 nr Voltage Frequency Max. Power Elektrische vereisten: Spanning (wisselspanning ) Spanning (gelijkspanning ) Frequentie (Hz) Max. vermogen (VA) Protection Class Mfg. Year CAN ICES-1/NMB- 1 Mate van bescherming geleverd door de behuizing. Jaar (JJJJ) en maand (MM) van productie CAN ICES-1/NMB-1 geeft aan dat dit product in overeenstemming is met de Canadese norm ICES-001 betreffende technische vereisten m.b.t. uitgestraalde ruisemissie afkomstig van industriële, wetenschappelijke en medische radiofrequentiegeneratoren. 28 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

29 2 Veiligheidsinstructies 2.2 Labels Veiligheidslabels Veiligheidslabels Veiligheidslabels op ReadyToProcess WAVE 25 rocker De volgende symbolen kunnen gevonden worden op de schudeenheid. Label Omschrijving Waarschuwing! Lees de gebruikersdocumentatie voordat u het systeem gebruikt. Open geen afdekkingen of vervang geen onderdelen, tenzij dit uitdrukkelijk in de gebruikersdocumentatie wordt vermeld. Geeft aan dat er risico bestaat dat lichaamsdelen tussen twee onderdelen van het systeem vast kunnen komen te zitten en dat moet worden opgelet, zodat letsel wordt voorkomen. Veiligheidslabels op ReadyToProcess Pump 25 De volgende symbolen kunnen gevonden worden op de pomp. Label Omschrijving Waarschuwing!Geeft aan dat er risico bestaat dat vingers tussen twee bewegende onderdelen van de pomp vast kunnen komen te zitten en dat moet worden opgelet, zodat letsel wordt voorkomen. Veiligheidslabels op filterverwarmer De volgende symbolen kunnen gevonden worden op de filterverwarmer. Label Omschrijving Waarschuwing! Geeft aan dat het oppervlak heet kan zijn en dat er voorzorgen moeten worden genomen om letsel te voorkomen. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 29

30 2 Veiligheidsinstructies 2.2 Labels Veiligheidslabels Veiligheidslabels op lade De volgende symbolen kunnen gevonden worden op de lade. Label Omschrijving Waarschuwing! Geeft aan dat het oppervlak heet kan zijn en dat er voorzorgen moeten worden genomen om letsel te voorkomen. LEFT wijst op de linkerkant van de lade. Waarschuwing! Geeft aan dat het oppervlak heet kan zijn en dat er voorzorgen moeten worden genomen om letsel te voorkomen. RIGHT wijst op de rechterkant van de lade. 30 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

31 2 Veiligheidsinstructies 2.2 Labels Bijkomende labels Bijkomende labels Illustratie van Cellbag -label De volgende foto is een voorbeeld van het label dat aan de cellbag hangt. Illustratie van DO-sensorlabel De volgende afbeelding is een voorbeeld van het DO-sensorlabel, bevestigd aan de cellbag naast de DO-sensor. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 31

32 2 Veiligheidsinstructies 2.2 Labels Bijkomende labels Illustratie van ph-sensorlabel De volgende afbeelding is een voorbeeld van het ph-sensorlabel, bevestigd aan de cellbag naast de ph-sensor. Illustratie van vezelkabellabels De volgende foto toont het label om aan de optische vezelkabel van de DO-sensor te bevestigen. De volgende foto toon het label om te bevestigen aan de optische vezelkabel van de ph-sensor. Illustratie van het pompkoplabel De volgende afbeelding toont het label dat aan de pompkop bevestigd is. Het label geeft de pomprichting van de pomp aan. 32 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

33 2 Veiligheidsinstructies 2.3 Noodprocedures 2.3 Noodprocedures Inleiding In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe een noodstop van het ReadyToProcess WAVE 25 wordt uitgevoerd. In deze paragraaf wordt ook het gevolg van een stroomstoring of netwerkonderbreking beschreven. WAARSCHUWING Toegang tot de aan/uit-schakelaar en het netsnoer met stekker. De toegang tot de aan/uit-schakelaar en het netsnoer niet blokkeren. De aan/uit-schakelaar moet altijd goed toegankelijk zijn. Het netsnoer met stekker moet altijd gemakkelijk los te halen zijn. Noodstop In een noodsituatie volgt u de onderstaande stappen om de run te stoppen op een van de volgende manieren: Stop de run van System Control door op het Stop-icoon te klikken, wanneer UNICORN het systeem bestuurt. Resultaat: De huidige run wordt beëindigd en het instrument gaat naar de Ready-status, daardoor aangevend dat hij klaar is voor een volgende run.. of Schakel de voeding uit door op de Power-schakelaar aan de voorzijde van de schudder te drukken. Resultaat: De run wordt onderbroken. Het lampje in de Power-schakelaar gaat uit. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 33

34 2 Veiligheidsinstructies 2.3 Noodprocedures Groen licht: voeding is AAN. Geen licht: voeding is UIT. Normale en geforceerde uitschakeling Als de Power-schakelaar één keer wordt ingedrukt, wordt een normale uitschakeling uitgevoerd. Als de schakelaar ingedrukt blijft, wordt een geforceerde uitschakeling uitgevoerd. De volgende tabel beschrijft de normale uitschakeling en de geforceerde uitschakeling. Soort uitschakeling Normale uitschakeling: druk één keer op de Power-schakelaar. Geforceerde uitschakeling: houd de Power-schakelaar ingedrukt. Omschrijving Alle processen worden gestopt. Het systeem wacht op terugmelding van de processen voordat het instrument wordt uitgeschakeld. Alle processen worden gestopt. Het instrument wordt onmiddellijk uitgeschakeld. 34 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

35 2 Veiligheidsinstructies 2.3 Noodprocedures Stroomstoring of nooduitschakeling is afhankelijk van het systeem waarin de storing zich voordoet. Stroomstoring in... ReadyToProcess WAVE 25 resulteert in... De run wordt onmiddellijk onderbroken. De gegevens die zijn verzameld voorde stroomstoring plaats vond, worden opgeslagen in het instrument en kunnen worden verwerkt als de voeding terug is. Klantcomputer De celcultuurcyclus gaat zonder onderbreking door. De bediener zal echter niet in staat zijn om de systeemstatus te bekijken, instellingen te wijzigen of handmatige instructies te versturen tijdens een stroomstoring op de client-computer. De software behoudt de cyclusinstellingen wanneer de stroom wordt hersteld. Herstarten na noodstop of stroomstoring Als System Settings:Auto start:rocker en System Settings:Auto start:cbcu zijn ingesteld op Resume activity, dan gebeurt het volgende zodra de systeemvoeding weer terug is: De schudder en de CBCU('s) zullen weer starten met dezelfde waarden als voor de stroomonderbreking. UNICORN zal u vragen of u de gegevens, die waren verzameld voor de stroomonderbreking, wilt opslaan of weggooien. Opmerking: Gegevensverzameling, mediacontrole en regeling van ph en DO dienen handmatig opnieuw opgestart te worden door deze opnieuw te verbinden met het systeem en een nieuwe run te starten. Noodstroomvoeding (UPS) Een UPS kan een stroomtoevoer uitstellen, waardoor er tijd vrijkomt voor een gecontroleerde uitschakeling van het systeem en gegevensverlies voorkomen wordt. Voor stroomvereisten van de UPS, raadpleeg de systeemspecificaties in de ReadyToProcess WAVE 25 System Handbook. Houd rekening met de specificaties voor de klantcomputer en -monitor. Raadpleeg de documentatie van de fabrikant. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 35

36 2 Veiligheidsinstructies 2.4 Recycling-informatie 2.4 Recycling-informatie Inleiding Deze paragraaf bevat informatie over het ontmantelen van ReadyToProcess WAVE 25. Ontsmetting Het product moet worden ontsmet voordat het buiten bedrijf wordt gesteld. Alle plaatselijke voorschriften met betrekking tot afvoer van de apparatuur moeten worden opgevolgd. Afvoer van het product Wanneer het product buiten bedrijf wordt gesteld, dienen de verschillende materialen te worden gescheiden en gerecycled in overeenstemming met de nationale en plaatselijke milieuvoorschriften. Recycling van gevaarlijke stoffen Het product bevat gevaarlijke substanties. Precieze informatie is beschikbaar via uw GE vertegenwoordiger. Afvoer van elektrische componenten Afval in de vorm van elektrische en elektronische apparatuur mag niet worden verwijderd als ongesorteerd gemeentelijk afval en moet apart moet worden ingezameld. Neem contact op met een geautoriseerde vertegenwoordiger van de fabrikant voor informatie betreffende de buitengebruikstelling van de apparatuur. 36 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

37 3 Systeembeschrijving 3 Systeembeschrijving Over dit hoofdstuk Dit hoofdstuk geeft een beknopt overzicht van ReadyToProcess WAVE 25. Raadpleeg ReadyToProcess WAVE 25 System Handbook voor uitgebreide informatie. In dit hoofdstuk Dit hoofdstuk bevat de volgende paragrafen: Paragraaf 3.1 Systeemoverzicht 3.2 ReadyToProcess WAVE 25 rocker 3.3 ReadyToProcess CBCU 3.4 ReadyToProcess Pump Cellbag-bioreactor beschreven 3.6 UNICORN-softwareoverzicht Zie pagina ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 37

38 3 Systeembeschrijving 3.1 Systeemoverzicht 3.1 Systeemoverzicht Inleiding De ReadyToProcess WAVE 25 is bedoeld voor celkweek. Een wegwerp-cellbag-bioreactor wordt geplaatst op een schudder en wordt gevuld met gas, gedeeltelijk gevuld met kweekmedium en wordt vervolgens beënt met cellen. Gasuitwisseling en het mengen van de cultuur worden bereikt door de golfbeweging die wordt opgewekt door de schudeenheid. Het celcultuurvolumebereik per Cellbag-bioreactor is 0,3 à 25 l, afhankelijk van de grootte van de bioreactor, en het werkvolume kan tot 10 maal worden uitgebreid tijdens één cultuur. Het systeem, dat bestaat uit de schudeenheid, ReadyToProcess CBCU en ReadyToProcess Pump 25, maakt meting en controle van ph, DO, gewicht en mediadistributie mogelijk en verschaft verschillende gasdebiet- en gasvermengingsmogelijkheden. In de enkele modus ondersteunt het systeem cultuur in één Cellbag-bioreactor tegelijk. De schudder wordt aangesloten op één ReadyToProcess CBCU en op maximaal drie ReadyToProcess Pump 25 eenheden. In de dubbele modus ondersteunt het systeem cultuur in twee Cellbag-bioreactoren die op dezelfde lade geplaatst zijn. De schudder is aangesloten op maximaal twee ReadyToProcess CBCU eenheden en op maximaal drie ReadyToProcess Pump 25-eenheden voor onafhankelijke regeling van cultuurcondities in de twee bioreactoren. Het systeem wordt bestuurd via een pc met UNICORN softwareversie 7 of hoger. Het systeem kan tevens worden bestuurd vanaf een controlerend besturings- en gegevensacquisitie- (SCADA-) systeem, zoals het Emerson DeltaV besturingssysteem via de geïntegreerde OPC-server. Neem contact op met GE voor instructies en richtlijnen over OPC. 38 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

39 3 Systeembeschrijving 3.1 Systeemoverzicht Illustratie van het systeem De onderstaande afbeelding laat de belangrijkste onderdelen van het systeem zien, voor gebruik in de enkele modus met één ReadyToProcess Pump 25. In de dubbele modus worden twee ReadyToProcess CBCU-eenheden gebruikt voor het onafhankelijk regelen van de twee Cellbag-bioreactoren. Zowel de enkele als de dubbele modus kunnen maximaal drie ReadyToProcess Pump 25-eenheden ondersteunen Onderdeel Omschrijving Luik Filterverwarming Cellbag-bioreactor beschreven ReadyToProcess Pump 25 ReadyToProcess CBCU ReadyToProcess WAVE 25 rocker Lade Deksel ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 39

40 3 Systeembeschrijving 3.2 ReadyToProcess WAVE 25 rocker 3.2 ReadyToProcess WAVE 25 rocker Inleiding De schudder is het hoofddeel van het systeem. Door de schudder wordt het gewicht gemeten, en worden temperatuur, schudsnelheid, schudhoek en schudbeweging bestuurd. De schudder bevat vier laadcellen voor het bewaken van het gewicht van de Cellbag-bioreactor en zijn inhoud. De plaatsing van de laadcellen biedt een onafhankelijke gewichtsmeting van de twee Cellbag-bioreactoren in dual mode. De schudder omvat een ingebouwde microprocessor, die ervoor zorgt dat het systeem, onafhankelijk van de prestaties van het aangesloten netwerk en de computer van de klant kan worden bestuurd. Raadpleeg voor specificaties van de schudder het ReadyToProcess WAVE 25 System Handbook of het gegevensbestand voor ReadyToProcess WAVE 25, dat gedownload kan worden vanaf Vooraanzicht van de schudder De afbeelding hieronder toont het vooraanzicht van de schudder ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

41 3 Systeembeschrijving 3.2 ReadyToProcess WAVE 25 rocker Onderdeel Omschrijving Schudplatform Temperatuursensoren Schudbasis Power-schakelaar Locatie van de aanpasbare voet Power-schakelaar De Power-schakelaar geeft de status van de schudder overeenkomstig onderstaande lijst aan. Indicatorlamp Geen lamp Beeld Omschrijving De stroom is uitgeschakeld. Knipperend groen lampje Constant groene lamp De schudder wordt opgestart. De stroom is ingeschakeld en de schudder is actief. Knipperend rood lampje Constant rode lamp De schudder kon geen verbinding maken met andere onderdelen van het systeem. Wijst op een fout van de schudder. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 41

42 3 Systeembeschrijving 3.2 ReadyToProcess WAVE 25 rocker Verstelbare voet De verstelbare voet bevindt zich in de hoek rechtsvoor van de schudbasis, vanaf de voorkant gezien. Deze wordt gebruikt om het gewicht gelijk over de vier voeten van de schudder te verdelen. Gebruik de bijgeleverde sleutel om de verstelbare voet af te stellen. Achteraanzicht van de schudder De afbeelding hieronder toont het achteraanzicht van de schudder Onderdeel Omschrijving 15-pins D-subconnector, gebruikt voor digitale en analoge I/O-signalen Filterkopkoppelstukken Ladeaansluiting UniNet-9 poorten USB-poorten Ethernetconnector Stroomaansluiting Opmerking: De schudder is voorzien van interne elektrische zekeringen die niet door de gebruiker kunnen worden vervangen. 42 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

43 3 Systeembeschrijving 3.2 ReadyToProcess WAVE 25 rocker Lade- en dekselmaten Lades en deksels zijn verkrijgbaar in verschillende maten die hieronder opgesomd worden: Lades Lade 10 Lade 20 Lade 50 Deksels Deksel 10 Deksel 20 Deksel 50 Afbeeldingen van lade en deksel De onderstaande afbeelding toont de schudder met lade 50 bevestigd Onderdeel Omschrijving Zakklem (bovenste) Zakklemopener (één in elke bovenhoek) Zakklemopener (één in elke onderhoek) Zakklem (onderste) De onderstaande afbeelding toont de schudder met lade 50 en deksel 50 bevestigd. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 43

44 3 Systeembeschrijving 3.2 ReadyToProcess WAVE 25 rocker Onderdeel Omschrijving Schudbasis Deksel Lade Buisuitlaat Luik 44 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

45 3 Systeembeschrijving 3.2 ReadyToProcess WAVE 25 rocker Voorbereiden op schuine stand Wanneer het systeem in de END-modus komt, bereidt de lade zich voor op de schuine stand als System Settings:Rocker:Prepare for tilt at END is ingesteld op Yes. Hierdoor wordt de schudder in de mechanische eindpositie geplaatst, namelijk 14 graden van de horizontale stand. Deze positie kan ook worden ingesteld door de handmatige instructie Rocker:Prepare for tilt uit te voeren. Zie de afbeelding hieronder. Schuine stand Om het verwisselen van lades bij het instellen van het systeem en monstername en oogsten tijdens en na celcultuur te vergemakkelijken, kan de lade met de bevestigde Cellbag-bioreactor(en) in een omhoogstaande positie worden gezet. Dit wordt de schuine stand genoemd. Volg de stappen hieronder om de lade in de schuine stand te zetten. In de onderstaande afbeeldingen wordt de lade zonder bevestigde Cellbag-bioreactor weergegeven. AANWIJZING Wees voorzichtig wanneer u de lade van de schudder in de schuine stand zet met volle Cellbag-bioreactor(en) bevestigd. Stap 1 Werkzaamheden Bereid de eenheid voor op de schuine stand zoals hierboven beschreven of selecteer de grootst mogelijk hoek in UNICORN. Zet de lade niet schuin vanuit een hoek van minder dan 12. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 45

46 3 Systeembeschrijving 3.2 ReadyToProcess WAVE 25 rocker Stap 2 Werkzaamheden Houd het gebied met reliëfgreep aan elke kant van de lade vast en trek de lade naar boven en naar u toe. De onderstaande illustratie toont de schuine stand. Filterverwarming De filterverwarmer voorkomt condensatie en verstopping van het afvoerluchtfilter op de Cellbag-bioreactor ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

47 3 Systeembeschrijving 3.2 ReadyToProcess WAVE 25 rocker Onderdeel Omschrijving Filterverwarming Connector voor aansluiting op de schudeenheid Filterverwarmersteun ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 47

48 3 Systeembeschrijving 3.3 ReadyToProcess CBCU 3.3 ReadyToProcess CBCU Inleiding De regeleenheid, ReadyToProcess CBCU, wordt aangesloten op de schudder via een UniNet-9 connector. De volledige configuratie mengt lucht/n 2, O 2 en CO 2 -gas en bevat O 2 - en CO 2 -sensoren, een massastromingsregelaar, een optische ph-sensorlezer en een optische DO-sensorlezer. Er zijn drie configuraties beschikbaar: ReadyToProcess CBCU ph: CO 2, O 2 en ph. ReadyToProcess CBCU DO: CO 2, O 2 en DO. ReadyToProcess CBCU Volledig: CO 2, O 2, ph en DO. Raadpleeg voor specificaties van de CBCU het ReadyToProcess WAVE 25 System Handbook of het gegevensbestand voor ReadyToProcess WAVE 25, dat gedownload kan worden vanaf Vooraanzicht van de ReadyToProcess CBCU Onderstaande illustratie toont het voorpaneel van een volledig geconfigureerde CBCU. De configuratie van uw CBCU kan verschillen van de hieronder getoonde configuratie ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

49 3 Systeembeschrijving 3.3 ReadyToProcess CBCU Onderdeel Onderdeel ph-poort GAS MIX OUT Status LED s DO-poort Omschrijving Verbindingsstuk voor ph-sensorvezelkabel. Gasuitlaat voor aansluiting op Cellbag-bioreactor. Geeft de CBCU-besturingsstatus aan. Verbindingsstuk voor DO-sensorvezelkabel. Status LED s Het led-verklikkerlichtje geeft de CBCU besturingsstatus aan overeenkomstig de volgende tabel. Indicatorlamp Constant groene lamp Knipperend groen lampje Knipperend rood lampje Constant rode lamp Omschrijving De CBCU is klaar voor gebruik. De CBCU is in werking. Wijst op een interne fout, maar de CBCU is nog in werking. Wijst op een interne fout, en de CBCU is niet in werking. Achteraanzicht van ReadyToProcess CBCU Onderstaande illustratie toont het achterpaneel van een volledig geconfigureerde CBCU ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 49

50 3 Systeembeschrijving 3.3 ReadyToProcess CBCU Onderdeel Onderdeel UniNet-9 poort CAN indicatie-led CAN ID schakelaar O2 IN CO2 IN AIR/N2 Omschrijving Stroomverbinding op de schudder. Wijst op de systeemverbindingsstatus. Schakelaar voor het instellen van het CBCU-eenheidnummer voor systeemherkenning. Inlaatkoppelstuk voor O 2 -toevoer. Inlaatkoppelstuk voor O 2 -toevoer. Inlaatkoppelstuk voor lucht of N 2 -toevoer. CAN ID De CAN ID is een eenheidnummer dat gebruikt wordt door UNICORN om de CBCU te herkennen die verbonden is met het systeem. Het CAN ID wordt ingesteld door aan een schakelaar te draaien op het achterpaneel van de CBCU (zie de afbeelding hierboven). Het CAN ID moet altijd worden ingesteld op positie 1 voor gebruik in de enkele modus. Voor de dubbele modus stelt u het CAN ID in op 1 voor de CBCU die aangesloten is op de linker Cellbag-bioreactor, en op 2 voor CBCU die ingesteld is op de rechter Cellbag-bioreactor. Slangen en stekkers Slangen en aansluitingen voor gasstroom, zoals hieronder vermeld, worden meegeleverd met de ReadyToProcess CBCU. Slangen en aansluitingen voor vloeistofstroom moeten apart worden aangeschaft. Leidingen Onderdeel Binnendiameter Buitendiameter Lengte Tygon E3603 1/8" (3,2 mm) 1/4" (6,4 mm) 147,6" (375 cm) Siliconen 3/16" (4,8 mm) 3/8" (9,5 mm) 7,9" (20 cm) Connectors Onderdeel Verloopaansluiting, gasslangen Binnendiameter 1/8" tot 3/16" (3,2 à 4,8 mm) 50 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

51 3 Systeembeschrijving 3.3 ReadyToProcess CBCU Onderdeel Connector, CBCU Binnendiameter 1/8" (3,2 mm) ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 51

52 3 Systeembeschrijving 3.4 ReadyToProcess Pump ReadyToProcess Pump 25 Inleiding De ReadyToProcess Pump 25 is een peristaltische pompeenheid die twee rollerpompkoppen bevat. De functie van een bepaalde pompkop wordt ingesteld in de UNICORN-software. Er worden maximaal drie pompeenheden ondersteund in de enkele en dubbele modus. Raadpleeg voor specificaties van de pomp het ReadyToProcess WAVE 25 System Handbook of het gegevensbestand voor ReadyToProcess WAVE 25, dat gedownload kan worden vanaf Vooraanzicht van de pomp De onderstaande illustratie geeft het voorpaneel van de pomp weer Onderdeel Omschrijving Pompkopklapper Pompkop Statusleds voor pompfunctie per pompkop 52 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

53 3 Systeembeschrijving 3.4 ReadyToProcess Pump 25 Status LED s Het led-verklikkerlichtje geeft de pompfunctiestatus overeenkomstig volgende tabel aan. Indicatorlamp Constant groene lamp Knipperend groen lampje Knipperend rood lampje Constant rode lamp Omschrijving De pompfunctie is klaar voor gebruik. Bezig met pompen. Wijst op een interne fout, maar de pomp is nog in werking. Wijst op een interne fout, maar de pomp is niet in werking. Achteraanzicht van de pomp De onderstaande illustratie geeft het achterpaneel van de pomp weer Onderdeel Onderdeel UniNet-9 poort CAN-indicator-led CAN ID-schakelaar Omschrijving Stroomverbinding op de schudder. Wijst op de systeemverbindingsstatus. Toont het eenheidnummer van de pomp voor herkenning door het systeem. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 53

54 3 Systeembeschrijving 3.4 ReadyToProcess Pump 25 CAN ID Het CAN ID is een eenheidnummer dat door UNICORN gebruikt wordt om de betreffende aangesloten pompeenheid te herkennen. Als er meer dan één pompheid is aangesloten, worden de pompen van elkaar onderscheiden door hun CAN ID's. Het CAN ID wordt ingesteld door aan een schakelaar te draaien op het achterpaneel van de pomp (zie de afbeelding hierboven). De schakelaar heeft vier CAN ID-posities, die respectievelijk gemarkeerd zijn met 1, 2, 3 en 4. Het CAN ID moet worden ingesteld op positie 1 voor de eerste pomp, positie 2 voor de tweede pomp enzovoort. Tip: De pompen worden in UNICORN herkend aan hun CAN ID. Label elke pompeenheid met het bijbehorende CAN ID om het herkennen van de fysieke pomp te vergemakkelijken. 54 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

55 3 Systeembeschrijving 3.5 Cellbag-bioreactor beschreven 3.5 Cellbag-bioreactor beschreven Voorstelling Celcultuur vindt plaats in de Cellbag-bioreactor. De Cellbag-bioreactor wordt gammabestraald en gebruiksklaar geleverd. De bioreactor is bedoeld voor eenmalig gebruik en moet na gebruik worden weggegooid. Cellbag bioreactoropties De Cellbag bioreactoren zijn beschikbaar in verschillende configuraties van verschillende maten en uitgerust met verschillende poorten. Cellbag bioreactororen met interne celretentiefilter zijn beschikbaar voor perfusiecultuur. Indien vereist is het mogelijk om de Cellbag-bioreactoren op maat te maken. De volgende zakmaten zijn beschikbaar voor ReadyToProcess WAVE 25: 2 liter 10 liter 20 l (alleen enkele modus) 22 liter 50 l (alleen enkele modus) ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 55

56 3 Systeembeschrijving 3.5 Cellbag-bioreactor beschreven Illustratie van Cellbag-bioreactor De illustratie toont een algemene Cellbag-bioreactor. De configuratie van uw Cellbag-bioreactor kan verschillen van de hieronder getoonde configuratie Onderdeel Omschrijving ph-zaksensorpoort, bevindt zich aan de onderkant van de zak Afvoerluchtfilter met drukregelventiel Toevoerluchtfilter Aanvulpoort DO-zaksensorpoort, bevindt zich aan de onderkant van de zak Cellbag-stang Clave -monsterpoort Aanvulpoort Aanvul-/oogstpoort Opmerking: De toevoer- en afvoerluchtfilters worden van elkaar onderscheiden door het drukregelventiel op het afvoerfilter. 56 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

57 3 Systeembeschrijving 3.5 Cellbag-bioreactor beschreven ph- en DO-sensoren De Cellbag-bioreactor kan worden uitgerust met optische sensoren voor het bewaken van de ph en opgeloste zuurstof (DO). De sensoren zijn lichtgevoelig en moeten worden beschermd tegen overmatig licht. De sensoren bevinden zich in het midden van een sensorpoort op de Cellbag-bioreactor en moeten worden gekoppeld aan een sensoradapter, zie de onderstaande tabel. Onderdeel Omschrijving De sensorpoort bevindt zich aan de onderkant van de Cellbag-bioreactor. De eigenlijke sensor (wit/geel voor ph, roze/zwart voor DO) bevindt zich in het midden (1) van de sensorpoort, zie onderstaande afbeelding. De zakadaptor wordt met de vier pennen (2) aan de sensorzakpoort aangesloten. 1 2 Zaksensorpoort Sensoradapter De sensoradapter bevindt zich aan één uiteinde van een optische vezelkabel. De optische lens van de vezelkabel zit in het midden van de sensoradaptor. De vezelkabel is verbonden met een sensorlezer in de CBCU. De vezelkabel is verbonden met de ph- of DO-poort op het voorpaneel van de CBCU. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 57

58 3 Systeembeschrijving 3.6 UNICORN-softwareoverzicht 3.6 UNICORN-softwareoverzicht In deze paragraaf Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de algemene werking van de UNICORN-software: een volledig pakket voor bediening, toezicht en evaluatie van celkweekruns. Er wordt ook beschreven hoe u toegang krijgt tot het hulpprogramma dat is meegeleverd met de UNICORN. Deze paragraaf bevat de volgende subparagrafen: Paragraaf Algemene UNICORN werking Administratie Systeemcontrole Evaluatie Zie pagina Opmerking: De software-illustraties in deze instructies zijn voorbeelden en kunnen in bepaalde details verschillen van uw eigen software. 58 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

59 3 Systeembeschrijving 3.6 UNICORN-softwareoverzicht Algemene UNICORN werking Algemene UNICORN werking UNICORN-modulesoverzicht UNICORN bestaat uit vier modules: System Control, Evaluation, Administration en Method Editor. De hoofdfuncties van de modules worden in de onderstaande tabel beschreven. Module System Control Evaluation Administration Method Editor Hoofdfuncties Starten, bekijken en regelen van runs. Openen van resultaten, evalueren van runs en maken van rapporten. Uitvoeren van gebruikers- en systeeminstelling, systeemlog en databasebeheer. Aanmaken en bewerken van methodes. Naar een UNICORN-module gaan Naar een module gaan: klik op de Taskbar-knop van de betreffende module, of kies de betreffende module in het Tools menu in een van de andere softwaremodules. De onderstaande illustratie geeft het Tools-menu van de Evaluation-module weer. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 59

60 3 Systeembeschrijving 3.6 UNICORN-softwareoverzicht Algemene UNICORN werking Vraag het helpprogramma op De UNICORN-software bevat een uitgebreid hulpprogramma. Onderstaande tabel beschrijft hoe u de verschillende delen van het hulpprogramma opent. Als u wilt... informatie wilt zoeken over een UNICORN-module dan... selecteer Help:Help for... in de betreffende UNICORN-module informatie wilt zoeken over het onderdeel dat op dat moment is geselecteerd en in focus is (b.v. een weergavescherm, een dialoogvenster of een methodefase) navigeren door de online help zoeken naar een specifieke term in de online help druk op def1-toets met het betreffende onderdeel geselecteerd en in focus of klik op het Help-pictogram in het open dialoogvenster selecteer Help:Help for... in een van de UNICORN-modules (zie bovenstaande illustratie) in het TOC (Inhoudsopgave) weergavescherm, vouw de betreffende titels uit om door de inhoudsstructuur te bladeren klik op de betreffende titel om een onderdeel te openen selecteer Help:Help for... in een van de UNICORN-modules (zie bovenstaande illustratie) voer de betreffende term in het invoerveld in het Search weergavescherm in klik op de Search-knop 60 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

61 3 Systeembeschrijving 3.6 UNICORN-softwareoverzicht Algemene UNICORN werking Als u wilt... Bekijk de handleidingen in PDF-formaat vindt informatie over een instructie dan... selecteer Help:Help for... in een van de UNICORN-modules (zie bovenstaande illustratie) in het TOCweergavescherm, vouw de titel uit UNICORN 7.0 online documentation portal en selecteer Documentation overview klik op een van de tekstlinks in de PDF manuals paragraaf In de Method Editor-module: open een methode selecteer de betreffende instructie in de Instruction box in het Text instruction weergavescherm druk op de F1-toets In de System Control-module: selecteer Manual:Execute Manual Instructions vouw een titel uit en selecteer de betreffende instructie druk op de F1-toets of klik op het Help-pictogram in het dialoogvenster ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 61

62 3 Systeembeschrijving 3.6 UNICORN-softwareoverzicht Administratie Administratie Inleiding Pictogrammen in de Administratie-module Onderstaande tabel geeft de pictogrammen van de Administration-module weer. De Administration-module wordt gebruikt om alle functies van de UNICORN-software te beheren. Raadpleeg UNICORN Administration and Technical manual voor meer informatie. Pictogram Functie User Setup wordt gebruik voor het beheer van gebruikerstoegang tot UNICORN. Access Groups and Network Users wordt gebruikt voor het beheer van toegangsgroepen en netwerkgebruikers. Setup wordt gebruikt om een account in te stellen voor automatische systeemberichten. UNICORN and System Log geeft de systeembeheerder een overzicht van het gebruik en de activiteiten. System Properties wordt gebruikt om het systeem te bepalen en systeemeigenschappen te bewerken. Database Management wordt gebruikt voor onderhoud van de database. 62 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

63 3 Systeembeschrijving 3.6 UNICORN-softwareoverzicht Systeemcontrole Systeemcontrole Inleiding De System Control-module wordt gebruikt om een handleiding of methode-run te starten, te bekijken en te bedienen. Weergaveschermen systeemcontrole In de System Control -module zijn twee tabbladen beschikbaar, zoals hieronder geïllustreerd. Op het tabblad Process Picture is handmatige interactie mogelijk met het systeem en wordt voorzien in feedback over runparameters. Op het tabblad Chart wordt een grafische presentatie gegeven van gegevens gedurende de run. Verwerkingsafbeelding, grafieken, runlogboeken en rungegevens kunnen als afzonderlijke tabbladen of gekoppelde panelen in hetzelfde venster worden weergegeven. Raadpleeg Paragraaf 5.4 Een cultuur uitvoeren, op pagina 143 voor informatie over het uitvoeren van een cyclus. Tip: Om meer informatie te krijgen dan wordt weergegeven in de Process Picture, selecteert u View:Run Data om het deelvenster Run Data te openen, waarin de actuele gegevens in numerieke waarden worden gepresenteerd. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 63

64 3 Systeembeschrijving 3.6 UNICORN-softwareoverzicht Systeemcontrole De onderdelen in de verwerkingsafbeelding weerspiegelen de onderdelen van het systeem (in de bovenstaande afbeelding wordt bijvoorbeeld een systeem in de enkele modus weergegeven, uitgerust met drie pompen). In de dubbele modus toont de verwerkingsafbeelding twee Cellbag-bioreactoren op de afbeelding van de schudder, met aparte besturingspictogrammen voor de afzonderlijk bestuurde parameters in elke bioreactor. Pictogrammen voor de linker bioreactor bevinden zich in de bovenste helft van de verwerkingsafbeelding en pictogrammen voor de rechter bioreactor in de onderste helft. 64 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

65 3 Systeembeschrijving 3.6 UNICORN-softwareoverzicht Systeemcontrole Systeemonderdelen herkennen in de verwerkingsafbeelding In deze paragraaf wordt beschreven hoe u de eenheden in de verwerkingsafbeelding herkent met betrekking tot de Cellbag-bioreactoren in de enkele en dubbele modus. De linker en rechter Cellbag-bioreactoren in de dubbele modus worden bestuurd door de CBCU-eenheden met respectievelijk CAN ID 1 en 2. Deze worden aan de linker- en rechterzijde van de lade weergegeven in de verwerkingsafbeelding. Om verwarring te voorkomen, plaatst u de fysieke CBCU-eenheden aan de linker- en rechterzijden van de lade, gezien vanaf de voorkant de schudder. Aansluitingen tussen de Cellbag-bioreactor(en) en de betreffende bewakings- en actieve besturingseenheden worden aangegeven met verbindingslijnen in de verwerkingsafbeelding. Pompeenheden worden in de verwerkingsafbeelding aangegeven met 1, 2 of 3, afhankelijk van hun CAN ID-instelling, en de pompkoppen op iedere eenheid worden aangeduid met A (links) en B (rechts). In de dubbele modus worden pomprollen voor de linker en rechter Cellbag-bioreactoren gelabeld met respectievelijk L en R. Voorbeelden: Pump 25: 1B verwijst naar de rechter pompkop op de pompeenheid met CAN ID 1. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 65

66 3 Systeembeschrijving 3.6 UNICORN-softwareoverzicht Systeemcontrole Pump 25: 2A verwijst naar de linker pompkop op de pompeenheid met CAN ID 2. Tip: Label de CBCU en de pompeenheden met de bijbehorende CAN ID-instellingen om het relateren van de fysieke apparaten aan de verwerkingsafbeelding te vereenvoudigen. In de dubbele modus moeten de pompen die aangesloten zijn op de linker en rechter Cellbag-bioreactoren respectievelijk aan de linker- en rechterkant van de schudder worden geplaatst. Acties in het Process Picture-weergavescherm Interactie met het Process Picture-weergavescherm is mogelijk op de volgende manieren: Als u wilt... ph- en DO-meting en - regeling activeren of deactiveren dan... Houd de cursor boven de rechterkant van de knop en schakel Reading en/of Control in of uit, zoals vereist. U kunt de Control-instelling alleen in- of uitschakelen als Reading ingeschakeld is, en u kunt Reading niet uitschakelen als Control ingeschakeld is. Andere functies activeren of deactiveren Klik op de rechterkant van de knop. De tekst op de knop toont de huidige waarde van de functie. 66 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

67 3 Systeembeschrijving 3.6 UNICORN-softwareoverzicht Systeemcontrole Als u wilt... De instellingen voor een functie openen dan... Klik op de linkerkant van de knop. Onderstaand voorbeeld toont de instellingen voor opgeloste zuurstof, DO. De instellingen aanpassen Voer de gewenste waarden in het dialoogvenster Settings in en klik op OK of druk op Enter. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 67

68 3 Systeembeschrijving 3.6 UNICORN-softwareoverzicht Systeemcontrole Systeeminstellingen Elk geïnstalleerd instrument heeft een serie standaard parameterwaarden, die de systeeminstellingen worden genoemd. Het dialoogvenster System Settings in System Control wordt gebruikt om de systeeminstelling voor het huidige geselecteerde instrument te bekijken en te wijzigen voordat de cyclus wordt gestart. Volg de onderstaande instructies om de System Settings te veranderen. Stap 1 Werkzaamheden In de module System Control selecteert u System:Settings. Resultaat: Het dialoogvenster System Settings wordt geopend met de Instructions weergegeven. Hieronder ziet u een voorbeeld Selecteer de te bewerken instructie in de lijst. Klik op het + symbool om de instructies voor elke categorie te tonen. De instructies in elke categorie verschillen naargelang de instrumentconfiguratie. Selecteer instellingen en kies parameterwaarden voor de geselecteerde instructie. Klik op OK.. De instellingen blijven van kracht tot ze veranderd worden. Om de standaardwaarden van de instrumentconfiguratie te herstellen, klik op Set Parameters To Strategy Default Values. Handleidinginstructies Handmatige interactie met een lopende run is mogelijk met Manual instructions. Volg de onderstaande instructies om handmatige instructies uit te voeren. Opmerking: Het is mogelijk om handmatig in wisselwerking te staan met het systeem, rechtstreeks vanop Process Picture. 68 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

69 3 Systeembeschrijving 3.6 UNICORN-softwareoverzicht Systeemcontrole Stap 1 Werkzaamheden In de System Control-module: selecteer Manual:Execute Manual Instructions of gebruik de snelkoppeling Ctrl+M. Resultaat:Het dialoogvenster Manual instructions wordt geopend. 2 In het dialoogvenster Manual instructions: Klik op het + symbool om de instructies weer te geven voor de instructiegroep die u wenst aan te passen. Selecteer de instructie die u wilt wijzigen. Voer de nieuwe waarden voor de instructie in. 3 Om meerdere instructies uit te voeren op hetzelfde breekpunt, selecteer en bewerk een instructie en klik op Insert. Herhaal voor meerdere instructies. Opmerking: Om parametervelden up te daten tijden de methoderun, vinkt u het vakje Auto update... aan. 4 Om de instructies uit te voeren, klik op Execute. Rungegevens Het deelvenster Run Data toont de huidige waarden van bijvoorbeeld de schudbeweging en verstreken tijd. Om het Run Data-venster te wijzigen, selecteert u View:Run Data, klikt u met rechts in het Run Data-paneel en: selecteer Run Data Groups:Detailed om meer details weer te geven of ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 69

70 3 Systeembeschrijving 3.6 UNICORN-softwareoverzicht Systeemcontrole selecteer Customize om de weergave van het deelvenster Run Data te veranderen. 70 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

71 3.6.4 Evaluatie 3 Systeembeschrijving 3.6 UNICORN-softwareoverzicht Evaluatie De Evaluation -module wordt gebruikt om de resultaten van de bioreactorcycli te evalueren. Evaluatie wordt uitgebreid beschreven in het ReadyToProcess WAVE 25 System Handbook en de UNICORN Online hulp. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 71

72 4 Installatie 4 Installatie Over dit hoofdstuk Dit hoofdstuk geeft de benodigde informatie om gebruikers en service-personeel in staat te stellen om: het bioreactorsysteem, dat bezorgd wordt vanuit de fabriek, uitpakken installeer de systeemeenheden installeer UNICORN 7.0-software systeemeigenschappen bewerken Lees de gehele installatiegids voordat u start met het installeren van het ReadyToProcess WAVE 25-systeem. AANWIJZING De schudder bevat laadcellen voor het uitvoeren van wegingen en moet extra voorzichtig worden behandeld. Plaats de schudder niet op onderdelen die kunnen bewegen. Stel de laadcellen niet bloot aan zijwaartse krachten, zoals het opzij duwen van het apparaat op de werktafel, omdat dit verstoringen in de meting kan veroorzaken of de laadcellen kan beschadigen. In dit hoofdstuk Dit hoofdstuk bevat de volgende paragrafen: Paragraaf 4.1 Locatievoorbereiding 4.2 Hardware-installatie 4.3 Software-installatie Zie pagina ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

73 4 Installatie 4.1 Locatievoorbereiding 4.1 Locatievoorbereiding Over deze paragraaf Dit hoofdstuk beschrijft de planning van de site en de noodzakelijke voorbereidingen voor de installatie van ReadyToProcess WAVE 25. Het doel ervan is om planners en technisch personeel de gegevens te verschaffen die nodig zijn om het laboratorium voor te bereiden voor de installatie. In deze paragraaf Paragraaf Levering en opslag Locatievereisten Klantcomputerspecificaties Zie pagina ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 73

74 4 Installatie 4.1 Locatievoorbereiding Levering en opslag Levering en opslag Wanneer u de leveringsdozen ontvangt Als de leveringsdozen zichtbaar beschadigd zijn, noteer dit dan op de pakbon. Breng uw GE-vertegenwoordiger op de hoogte van dergelijke schade. Verplaats de leveringsdozen naar een beschermde locatie binnenshuis. Opslagvereisten De leveringsdozen moeten in een inpandige beschermde omgeving worden opgeslagen. Er moet aan de volgende opslagcondities worden voldaan voor de ongeopende dozen. Parameter Omgevingstemperatuur, opslag Vochtigheid, opslag Toegestaan bereik -25 C tot 50 C 5% à 95% (niet-condenserend) 74 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

75 4 Installatie 4.1 Locatievoorbereiding Locatievereisten Locatievereisten Ruimtevereisten Zorg voor een schone werkomgeving op een stabiele laboratoriumtafel. De werktafel moet aan de volgende vereisten voldoen: Aanbevolen minimale afmeting van de werktafel: 80 x 180 cm. De werktafel moet schoon, waterpas, vlak en voldoende stabiel zijn zodat deze bestand is tegen de trillingen van het schudden. Plaats geen andere trillende uitrusting op dezelfde bank, aangezien trillingen de gewichtsbepaling kunnen aantasten. De werktafel moet geschikt zijn voor het ondersteunen van het totale gewicht van het systeem, inclusief de gevulde Cellbag-bioreactor. Zie Afmetingen en gewicht van de apparatuur, op pagina 77. Als er andere optionele instrumenten zijn geïnstalleerd, moeten deze gewichten ook worden opgenomen. Plaats geen zacht materiaal, papier of gelijkaardig onder het systeem, daar dit de ventilatie-inlaat kan blokkeren. WAARSCHUWING Toegang tot het netsnoer. De toegang tot het netsnoer niet blokkeren. Het netsnoer moet altijd gemakkelijk los te halen zijn. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 75

76 4 Installatie 4.1 Locatievoorbereiding Locatievereisten Illustratie van systeemopstelling in single mode De onderstaande afbeelding toont de aanbevolen opstelling van het bioreactorsysteem op de laboratoriumtafel bij gebruik in de enkele modus. Illustratie van systeemopstelling in dual mode In de dubbele modus plaatst u de ReadyToProcess CBCU- en ReadyToProcess Pump 25-eenheden aan beide zijden van de schudder, overeenkomend met de aanduidingen L en R in de software. 76 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

77 Afmetingen en gewicht van de apparatuur 4 Installatie 4.1 Locatievoorbereiding Locatievereisten In de onderstaande tabel worden de buitenste afmetingen en het gewicht van de bioreactorsysteemheden gegeven. Systeemeenheid Schudder CBCU Pomp Lade 10 Lade 20 Lade 50 Deksel 10 Deksel 20 Deksel 50 Afmetingen, B x D x H (mm) 404 x 560 x x 360 x x 280 x x 430 x x 480 x x 610 x x 430 x x 480 x x 610 x 260 Gewicht (kg) 24,0 4,8 3,8 4,5 7,3 9,5 1,7 3,3 3,9 Omgevingscondities Er moet aan de volgende algemene vereisten worden voldaan: De kamer dient over een afzuiging te beschikken, die aangepast is voor het gebruik van CO 2, O 2 en N 2. Het instrument mag niet worden blootgesteld aan warmtebronnen, zoals direct zonlicht De installatielocatie moet voldoen aan de volgende specificaties. Omgevingsvereisten Parameter Toegestane locatie Omgevingstemperatuur, bediening Relatieve vochtigheid, bediening Vereiste Alleen binnengebruik 15 C tot 32 C 20% à 80%, niet-condenserend ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 77

78 4 Installatie 4.1 Locatievoorbereiding Locatievereisten Parameter Atmosferische druk Hoogte, werking Vervuilingsgraad van de bedoelde omgeving Vereiste 800 à 1060 mbar Tot 2000 m Vervuilingsscore 2 Opmerking: Opmerking: Om voldoende temperatuurregeling te krijgen moet de omgevingstemperatuur minimaal 5 C lager zijn dan de gewenste temperatuur voor de cultuurkweek. De laadcellen in de schudder zijn gevoelig voor veranderingen in temperatuur. De omgevingstemperatuur moet zo constant mogelijk worden gehouden voor betrouwbare wegingen. Elektrische stroomvereisten In de onderstaande tabel worden de stroomvereisten gespecificeerd: Parameter Voedingsspanning frequentie Tijdelijke overspanningen Max. vermogen Aansluiting op de netvoeding Lengte van de voedingskabel Specificatie 100 tot 120 V ±10% 200 tot 240 V ±10% 50/60 Hz Overspanningscategorie II 1500 VA Europese of Amerikaanse stekker, uitgang gezekerd of beveiligd door een vergelijkbare stroomonderbreker. Voedingskabels voor Groot-Brittannië zijn op verzoek verkrijgbaar. 2 m. Indien nodig kunnen verlengkabels worden gebruikt. WAARSCHUWING Beschermende aarding. Het product moet altijd op een geaard stopcontact worden aangesloten. 78 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

79 4 Installatie 4.1 Locatievoorbereiding Locatievereisten Geluidsniveau Het geluidsniveau van het werkende bioreactorsysteem is lager dan 65 dba. Hoorbare waarschuwingssignalen maken meer lawaai dan het werkende systeem. Warmteproductie De warmteproductiegegevens staan in de onderstaande tabel. Onderdeel Bioreactorsysteem, inclusief schudeenheid, CBCU en pomp. Warmteproductie Maximaal 1500 W Gastoevoer In onderstaande tabel wordt de benodigde gastoevoer voor elke geïnstalleerde CBCU vermeld. Gas Druk (bar) Stroomsnelheid (l/min) Normale modus Stroomsnelheid (l/min) Snelle vulmodus Gecomprimeerde lucht/n 2 1,0 à 1,5 1,3 3,5 CO 2 1,0 à 1,5 0,2 0,5 O 2 1,0 à 1,5 0,7 1,7 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 79

80 4 Installatie 4.1 Locatievoorbereiding Klantcomputerspecificaties Klantcomputerspecificaties Inleiding In de onderstaande tabel worden de specificaties van de client-computer gegeven voor een UNICORN 7.0-systeem voor gebruik met ReadyToProcess WAVE 25. ReadyToProcess WAVE 25 wordt geleverd met UNICORN 7.0, waarbij Windows 7 wordt vereist. Als u ReadyToProcess WAVE 25 met een oudere versie van UNICORN wilt gebruiken, neemt u contact op met GE voor assistentie. Algemene computerspecificaties De installatie wordt ondersteund voor Windows 7 Professional, 32-bit of 64-bit, met Service Pack 1 of Windows 10 Professional 64-bit. Zie voor informatie over de compatibiliteit tussen de UNICORN-versies en de ondersteunde besturingssystemen en database-versies, de UNICORN compatibiliteitsmatrix op UNICORN Cliënt Databaseserver Installatie van het werkstation E-Licentie Server Minimale vrije schijfruimte 6 GB 6 GB 12 GB 500 MB Minimaal beschikbare RAM 3 GB 3 GB 3 GB 2 GB Schijfformaat NTFS NTFS NTFS NTFS Architectuur Intel Dual Core (of sneller) Intel Dual Core (of sneller) Intel Dual Core (of sneller) Intel Dual Core (of sneller) Opmerking: UNICORN is getest met gebruikmaking van de taalversie English (U.S.) Code 1033 van het besturingssysteem. Het gebruik van andere taalversies van het besturingssysteem kan leiden tot fouten. Een schermresolutie van 1280x1024 of hoger wordt aanbevolen. Delen van de UNICORN gebruikersinterface worden mogelijk niet correct weergegeven wanneer een lagere resolutie gebruikt wordt. Wijzigen van het standaardlettertype en lettergrootte van 100% in Windows kan problemen veroorzaken in de UNICORN-gebruikersinterface. 80 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

81 4 Installatie 4.1 Locatievoorbereiding Klantcomputerspecificaties Het basiskleurenschema van Windows wordt aanbevolen 1. Gebruik maken van het Windows 7 Auro kleurenschema wordt niet aanbevolen. Stroombesparende functies van Windows dienen uitgeschakeld te worden om conflicten met de systeemoperaties te voorkomen. UNICORN is niet compatibel met de Windows 7 functie High DPI Awareness, welke de grafische gebruikersinterface in staat stelt aan te passen. De interfaceschaal dient op 100% te blijven om problemen met verkorting en verkeerde uitlijning van onderdelen van de UNICORN-gebruikersinterface te voorkomen. Normaal staat de schaal standaard op 100%. 1 UNICORN moet afgesloten zijn wanneer het kleurenschema gewijzigd wordt. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 81

82 4 Installatie 4.2 Hardware-installatie 4.2 Hardware-installatie Over deze paragraaf Deze paragraaf beschrijft de installatieprocedure voor ReadyToProcess WAVE 25. In deze paragraaf Paragraaf Pak de systeemeenheden uit De systeemonderdelen aansluiten Zie pagina ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

83 4 Installatie 4.2 Hardware-installatie Pak de systeemeenheden uit Pak de systeemeenheden uit Instructie voor het uitpakken Volg de onderstaande instructies om elke doos uit te pakken en de systeemheden op de werktafel te tillen. Stap Werkzaamheden Plaats de doos op een glad en vlak oppervlak met de juiste zijde naar boven. Open de verpakking met een mes en verwijder de stukken piepschuim van ronde de systeemeenheid. Til de systeemeenheid op bij de handgrepen aan de lange zijden en zet het systeem op de werktafel. Opmerking: Houd elke eenheid rechtop tijdens het uitpakken. Bescherm eenheden tegen stoten tegen andere voorwerpen. AANWIJZING De schudder heeft een schaalfunctie (laad cellen) en dient daarom met extra zorg bediend te worden. De schudder mag niet geplaatst worden op onderdelen die kunnen bewegen. Voorkom het blootstellen van de lading cellen aan laterale krachten, zoals deze opzij duwen op de bank, wat verstoringen van de meting kan veroorzaken of de lading cellen kan beschadigen. LET OP Zwaar object. Door het aanzienlijke gewicht van ReadyToProcess WAVE 25 rocker, wordt het ten zeerste aanbevolen iemands hulp in te roepen bij het tillen of verplaatsen van de uitrusting. Gebruik wanneer mogelijk de handvaten aan de zijkant van de schudeenheid, en hijs ReadyToProcess WAVE 25 rocker niet op wanneer de lade bevestigd is. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 83

84 4 Installatie 4.2 Hardware-installatie Pak de systeemeenheden uit Installeren van de computeruitrusting Installeer de client-computerapparatuur volgens de instructies van de fabrikant. De computer wordt ofwel geleverd als onderdeel van het bioreactorsysteem, of moet apart worden aangeschaft. IP-instellingen voor op zichzelf staande installatie Voor op zichzelf staande installatie dient de netwerkkaart van de klantcomputer die aangesloten is op de schudder het stabiele IP te hebben. Zie UNICORN Administration and Technical manual, bijlage D voor instructies over hoe deze instellingen gewijzigd dienen te worden. AANWIJZING Computers die met de apparatuur worden gebruikt, moeten voldoen aan IEC en worden geïnstalleerd in overeenstemming met de instructies van de fabrikant. 84 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

85 4.2.2 De systeemonderdelen aansluiten 4 Installatie 4.2 Hardware-installatie De systeemonderdelen aansluiten Systeemeenheden aansluiten op de schudder ReadyToProcess Pump 25- en ReadyToProcess CBCU-eenheden worden op de schudder aangesloten met UniNet-kabels. De eenheden ontvangen stroom vanuit de schudder. Volg onderstaande instructies om de systeemeenheden aan te sluiten op de schudder. AANWIJZING Als de UniNet-kabels worden losgemaakt tijdens een cyclus, dan wordt de cyclus onderbroken en moet deze opnieuw worden gestart. Zorg ervoor dat de kabels goed vastzitten voordat u een cyclus start en verplaats systeemeenheden niet tijdens een cyclus. Zie Achteraanzicht van de schudder, op pagina 42 voor de plaats van de aansluitingen op het achterpaneel van de schudder. Stap 1 Werkzaamheden De ReadyToProcess CBCU-eenheden aansluiten op de schudder. 1 Sluit de meegeleverde UniNet-kabel aan tussen de UniNet-9-poort op het achterpaneel van de CBCU (zie Achteraanzicht van ReadyToProcess CBCU, op pagina 49) en de eerste beschikbare UniNet-9 port-poort op het achterpaneel van de schudder. Er worden maximaal twee ReadyToProcess CBCU-eenheden gebruikt voor bediening in de dubbele modus. 2 Voor de enkele modus stelt u de CAN ID-schakelaar op de CBCU in op positie 1. Voor de dubbele modus met twee CBCU-eenheden stelt u de CAN ID-schakelaars op de twee CBCU-eenheden in op respectievelijk positie 1 en 2. Tip: In de dubbele modus dient u de CBCU-eenheden te labelen met het bijbehorende CAN ID om ze makkelijker te kunnen herkennen in de UNICORN-software. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 85

86 4 Installatie 4.2 Hardware-installatie De systeemonderdelen aansluiten Stap 2 Werkzaamheden De ReadyToProcess Pump 25-eenheden aansluiten op de schudder. 1 Sluit de meegeleverde UniNet-kabel aan tussen de UniNet-9-poort op het achterpaneel van elke pomp (zie Achteraanzicht van de pomp, op pagina 53) en de volgende beschikbare UniNet-9-poort op het achterpaneel van de schudder. 2 Stel het CAN ID van de pomp in op positie 1 voor de eerste pomp, positie 2 voor de tweede pomp en positie 3 voor de derde pomp. Tip: Label de pompeenheden met het bijbehorende CAN ID om ze makkelijker te kunnen herkennen in de UNICORN-software. 3 De filterverwarmer(s) aansluiten op de schudder. Sluit de kabel van de filterverwarmer aan op de filterverwarmerpoort op het achterpaneel van de schudder. In de dubbele modus worden er twee filterverwarmers nodig, elk aangesloten op een filterverwarmerpoort. Opmerking: De connector van de filterverwarmer klikt op zijn plaats in het contact om te voorkomen dat hij losraakt door een plotselinge trekbeweging. Om de connector los te maken trekt u de connectorhuls uit het contact. Doorverbindingen Plaats jumpers in alle ongebruikte UniNet-9-poorten op de schudder. Jumpers worden meegeleverd bij het systeem. 86 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

87 Aansluiten op netwerk of computer 4 Installatie 4.2 Hardware-installatie De systeemonderdelen aansluiten Het systeem kan worden aangesloten op een autonome computer, of op een netwerk via een ethernet- of draadloze verbinding. Volg de betreffende instructie in onderstaande tabel. Aansluiting Stand-alone computer Ethernet Draadloos Instructie Sluit een netwerkkabel aan tussen de ethernetaansluiting op het achterpaneel van de schudder en de ethernetpoort op de computer. Sluit een netwerkkabel aan tussen de ethernetaansluiting op het achterpaneel van de schudder en het netwerk. Sluit de computer aan op het netwerk. Neem contact op met uw GE-vertegenwoordiger voor ondersteuning bij het tot stand brengen en configureren van de netwerkverbinding. Sluit een WiFi USB-adapter aan op de USB-poort op het achterpaneel van de schudder. Neem contact op met uw GE-vertegenwoordiger voor ondersteuning bij het tot stand brengen en configureren van de netwerkverbindingen. Extra I/O-aansluitingen De 15-pins D-subconnector op het achterpaneel van de schudder biedt twee analoge ingangen, vier digitale ingangen en vier digitale uitgangen voor het besturen en controleren van extra apparatuur. Zie het ReadyToProcess WAVE 25 System Handbook voor meer informatie. Aansluiten op de netvoeding Stap 1 2 Werkzaamheden Sluit het meegeleverde stroomsnoer aan op de stroomingang op het achterpaneel van de schudder en op een geaard stopcontact. Volg de instructies van de fabrikant om de computer, monitor en plaatselijke printer (indien gebruikt) onder stroom te zetten. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 87

88 4 Installatie 4.2 Hardware-installatie De systeemonderdelen aansluiten Gasleidingen voorbereiden Slangen voor gasaansluitingen (Tygon E3603 en silicone, zie Slangen en stekkers, op pagina 50) worden meegeleverd bij de ReadyToProcess CBCU. Voor gasdistributie met volledige gasmengfunctionaliteit (N 2 /lucht, CO 2 en O 2 ) zijn vier stukken gasslang nodig voor elke ReadyToProcess CBCU. Drie stukken worden gebruikt om de gasbronnen aan te sluiten op de toevoeringangen op het achterpaneel van de CBCU, en één stuk wordt gebruikt om de gasmengseluitgang op het voorpaneel van de CBCU aan te sluiten op de Cellbag-bioreactor. Volg de onderstaande instructies om de leidingen voor te bereiden voor de gasdistributie. Stap 1 2 Werkzaamheden Snijd de Tygon-slang in stukken van de juiste lengte, één stuk voor het aansluiten van de gasdistributie van de CBCU op de Cellbag-bioreactor, en zoveel stukken als nodig zijn voor het aansluiten van de gasmengselbronnen op de CBCU. Plaats een CPC -slangconnector in één uiteinde van elk stuk. 3 Bij de slang die gebruikt wordt om de CBCU aan te sluiten op de Cellbag-bioreactor sluit u het uiteinde zonder de CPC-connector aan op de siliconenslang met behulp van de meegeleverde verloopaansluiting. 88 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

89 4 Installatie 4.3 Software-installatie 4.3 Software-installatie Over deze paragraaf Dit hoofdstuk beschrijft hoe u een volledige UNICORN 7.0-installatie uitvoert op een op zichzelf staand werkstation (Volledige installatie). Instructies over het configureren van een e-licentie, het definiëren van een systeem en instellen van een systeemprinter maken hier ook deel van uit. Opmerking: Neem voor andere typen installaties contact op met uw GE-vertegenwoordiger voor ondersteuning. Dit zijn bijvoorbeeld netwerkinstallaties als u toegang wilt hebben tot het ReadyToProcess WAVE 25-systeem vanaf verschillende client-computers of meer dan één systeem wilt besturen vanaf één computer, of als u het systeem wilt gebruiken vanaf een controller van een andere fabrikant. Bijkomende informatie over de installatie en configuratie van de software vindt u in de UNICORN Administration and Technical manual. In deze paragraaf Paragraaf De UNICORN-software installeren Configureer een e-licentie Het systeem definiëren Zie pagina ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 89

90 4 Installatie 4.3 Software-installatie De UNICORN-software installeren De UNICORN-software installeren Inleiding De volledige UNICORN-installatie bevat alle softwareonderdelen, waaronder de UNICORN-database, die noodzakelijk is om de UNICORN en een aangesloten lokaal systeem te gebruiken. De UNICORN-software die geïnstalleerd is op de client-computer moet overeenkomen met de versie van de ReadyToProcess WAVE 25-schudder. Neem bij twijfel contact op met uw GE-vertegenwoordiger. De installatie bevat de onderdelen die beschreven worden in de onderstaande tabel. Softwareonderdeel UNICORN Software Databaseserver Licentieserver Kenmerken De UNICORN-software bevat de vier modules: Administration, Method Editor, System Control en Evaluation. De serversoftware die noodzakelijk is voor het gebruik van de database waarin alle UNICORN-gegevens worden opgeslagen. Hiervoor wordt Microsoft SQL Server Express Edition gebruikt. De licentieserversoftware wordt gebruikt om goed te keuren dat de UNICORN-softwareinstallatie de juiste licentie heeft. Opmerking: Raadpleeg voor algemene technische specificaties voor UNICORN 7.0-computers Paragraaf Klantcomputerspecificaties, op pagina 80. Installatieprocedure Stap 1 2 Werkzaamheden Plaats de installatieschijf in uw dvd-station. Als het installatieprogramma niet automatisch start, open de dvd dan in Windows Explorer en dubbelklik op het Setup.exe-bestand om het programma te starten. 90 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

91 4 Installatie 4.3 Software-installatie De UNICORN-software installeren Stap 3 Werkzaamheden Gebruik de toets Next> om door de installatieprocedure te lopen. Tip: U kunt de installatie op elk gewenst moment afsluiten door op de toets Cancel te klikken. Als u dit doet, zal de installatie echter niet compleet zijn en kan de software niet worden gebruikt. U kunt ook op de toets Back klikken bij sommige installatiestappen om terug te keren naar een vorige stap en selecties te veranderen. 4 Voer gegevens in of maak selecties zoals gevraagd. Zie de onderstaande opmerkingen voor meer informatie. Stap Licentieovereenkomst Type installatie Type systeem Doelmap Opmerkingen Lees en accepteer de licentieovereenkomst. Gewoonlijk moet u kiezen voor het uitvoeren van een Full installation. Voer alleen een Custom installation uit als dit geadviseerd wordt door een GE-vertegenwoordiger. Selecteer Cell cultivation als het type systeem. Als u UNICORN selecteert voor Chromatography, kunt u de software niet gebruiken met de ReadyToProcess WAVE 25. Kies ervoor om de software te installeren in de geselecteerde map of verander de doelmap indien gewenst. Er moet voldoende ruimte beschikbaar zijn in de doelmap. Opmerking: De algemene UNICORN installatiemapstructuur zal worden opgeslagen in de in deze stap geselecteerde map. De SQL Serversoftware en e-licentieserversoftware zullen standaard op de C- drive worden geïnstalleerd. Wanneer de beschikbare ruimte hiervoor onvoldoende is, kan de installatie mislukken. De vereiste ruimte zal variëren afhankelijk van wat voorheen op de computer werd geïnstalleerd, maar minstens 2 GB zou beschikbaar moeten zijn om ervoor te zorgen dat de installatie correct zal worden voltooid. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 91

92 4 Installatie 4.3 Software-installatie De UNICORN-software installeren Stap Gegevensopslag Wachtwoordinstellingen Opmerkingen Selecteer gegevensopslaglocaties voor back-up en archivering. De back-upmap wordt gebruikt voor reservekopieën van de database, die automatisch iedere avond worden gemaakt. Back-upmateriaal kan worden teruggezet naar elke willekeurige UNICORN-celcultuurdatabase. De archiefmap wordt gebruikt om oude gegevens te verplaatsen en ruimte vrij te maken in de database. Gearchiveerd materiaal kan alleen worden teruggezet naar de oorspronkelijke database. UNICORN stelt standaard een Backup-map voor in dezelfde map als de installatie. Indien mogelijk moeten back-ups echter worden opgeslagen op een andere fysieke schijf dan de actieve database, om het risico van gegevensverlies bij een crash van de schijf te verkleinen. Dit station moet op dezelfde computer worden geïnstalleerd als waarop de database geïnstalleerd is. Netwerkmappen kunnen hiervoor niet worden gebruikt. Voor extra bescherming wordt aanbevolen om de back-up- en de archiefmappen regelmatig naar een andere servercomputer of een ander opslagmedium te kopiëren of te verplaatsen. De back-up- en archiefmappen kunnen na installatie worden gewijzigd met de UNICORN Configuration Manager. Kies of toegang tot de UNICORN-software met een wachtwoord moet worden beveiligd. De wachtwoordinstelling kan na installatie worden gewijzigd met de UNICORN Configuration Manager. Wanneer de installatie voltooid is, kunt u op Show Report klikken om een installatieoverzichtsrapport te bekijken. Voordat het systeem gebruikt kan worden, moet u een e-licentie configureren en een systeem definiëren. Deze functies worden geopend via de toetsen Configure elicense en Define System in het dialoogvenster Installation completed, en worden beschreven in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. 92 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

93 4 Installatie 4.3 Software-installatie Configureer een e-licentie Configureer een e-licentie Inleiding Een e-licentie is een licentiebestand dat opgehaald wordt van de GE e-licentiewebsite en opgeslagen wordt op de lokale computer. In deze paragraaf wordt beschreven hoe een e-licentie wordt opgehaald en geconfigureerd. Om een e-licentie direct na het installeren van de software te configureren, klikt u op Configure elicense in het laatste dialoogvenster van de installatieprocedure. U kunt op een later moment toegang krijgen tot de configuratie van de e-licentie via de UNICORN Configuration Tools, die geïnstalleerd zijn onder Windows-programma's. Soorten e-licenties In onderstaande tabel worden de verschillende soorten e-licenties voor UNICORN 7.0 vermeld. Type Werkstationlicentie Licentie op afstand Droge licentie Omschrijving Een werkstationlicentie is een node-vergrendelde licentie die slechts voor één client-computer wordt gebruikt. Een licentie op afstand is een zwevende licentie die op elk werkstation in een netwerk kan worden gebruikt. Een droge licentie is een zwevende licentie die op elke computer in een netwerk voor alle functionaliteit kan worden gebruikt, behalve voor aansluiting op een instrument. Voordat u begint Toegangscode Voor u een e-licentie kunt ophalen van de GE-software e-licentie website, moet u een Access Code ontvangen hebben met uw software of per koerier. Zonder deze code zult u de e-licentie niet kunnen configureren. Neem contact op met uw GE vertegenwoordiger als u de code niet hebt ontvangen. Internetverbinding Voor het activeren van de e-licentie, moet u toegang hebben tot het Internet. Als u de e-licentie configureert voor een losstaand werkstation zonder externe netwerktoegang, haal dan het e-licentiebestand op met behulp van een andere computer en verplaats dan het bestand naar de werkstationcomputer met behulp van bijvoorbeeld, een USBgeheugenstick. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 93

94 4 Installatie 4.3 Software-installatie Configureer een e-licentie Computer-ethernetadres U heeft het fysieke adres voor de netwerkkaart die gebruikt wordt voor communicatie met het instrument nodig om de configuratie van de e-licentie te voltooien. Dit adres wordt normaal gesproken weergegeven in het dialoogvenster Configure e-license. Als het adres om enige reden niet wordt weergegeven in het dialoogvenster, volg dan onderstaande stappen om het adres op te zoeken. Opmerking: Als de computer uitgerust is met twee interfacekaarten, moet u verifiëren of het correcte adres wordt gebruikt. Stap Werkzaamheden Open een Command Prompt venster 1 en voer de opdracht ipconfig/all in. Zoek de lijst voor de netwerkinterfacekaart op (ook wel ethernetadapter genoemd) die gebruikt wordt om verbinding te maken met het instrument. Noteer het Physical Address. Opmerking: Het fysieke adres is een 6-delige hexadecimale code, met de cijfers gescheiden door streepjes (bv. F0-1F-AF-3E-42-1A). U kunt de streepjes weglaten als u dat wilt. Tip: Als u het adres intypt in een teksteditor of vergelijkbaar programma, kunt u het kopiëren naar het Windows-klembord (u kunt geen tekst kopiëren uit het venster Command Prompt). 1 Klik in Windows XP op de Start toets en kies Programs:Accessories:Command Prompt. Klik in Windows 7 op het Windows-pictogram en kies All Programs:Accessories:Command Prompt. U kunt ook de Windows-toets ingedrukt houden en vervolgens op letter R drukken. Typ 'cmd' in het invoerveld en klik op OK of druk op Enter. 94 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

95 4 Installatie 4.3 Software-installatie Configureer een e-licentie De e-licentieconfiguratie starten Volg onderstaande stappen om de e-licentieconfiguratie te starten. Stap 1 Werkzaamheden In het dialoogvenster Configure e-license: Klik op Copy to Clipboard om het weergegeven ethernetadres te kopiëren naar het Windows-klembord. Opmerking: Als het adres niet wordt weergegeven, of als er meerdere netwerkkaarten in de computer zitten, volg dan de stappen die beschreven worden in Computer-ethernetadres, op pagina 94 om het juiste adres te vinden. Klik niet op Copy to Clipboard. Opmerking: Als u nog meer licenties activeert, gebruik dan altijd het ethernetadres voor de netwerkkaart op de computer waarop de licentieserversoftware geïnstalleerd is. Gebruik niet de ethernetadressen van andere client-computers. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 95

96 4 Installatie 4.3 Software-installatie Configureer een e-licentie Stap 2 Werkzaamheden Klik op de hyperlink in het dialoogvenster om toegang te krijgen tot de e- licentiewebsite. Resultaat: De GE Healthcare software elicensing web site wordt in uw webbrowser geopend. 3 Voer uw toegangscode in (zie Toegangscode, op pagina93) en klik op Login. Resultaat: De Operations Portal wordt geopend. 96 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

97 Haal de e-licentie op 4 Installatie 4.3 Software-installatie Configureer een e-licentie Volg onderstaande stappen om de e-licentie op te halen. Ga voor hulp bij het ophalen van een e-licentie naar Help & FAQ op het Operations Portal. Stap 1 Werkzaamheden Klik op de link naar Collect License. Resultaat: De pagina manage entitlements wordt geopend met de e-licentie(s) waarop u recht heeft. 2 3 Selecteer het vakje voor uw UNICORN-licentie en klik op Activate. Resultaat: De pagina manage entitlements voor het invoeren van gegevens wordt geopend. Voer de gevraagde gegevens in. Items met een rode stip zijn verplicht. Als de e-licentie om enige reden niet kan worden opgeslagen naar een bestand tijdens de configuratie, selecteer dan de optie Ship to of Ship to Address. Gewoonlijk is dit niet nodig. Vink aan of u software-updates en informatie over gerelateerde producten wilt ontvangen. Klik op de Next-knop om naar de volgende pagina te gaan. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 97

98 4 Installatie 4.3 Software-installatie Configureer een e-licentie Stap 4 Werkzaamheden Klik op Add New Host onder het kopje Nodelocked Hosts. Resultaat: Het dialoogvenster create license host wordt geopend. 5 6 Plak of typ het ethernetadres van de computer in het veld Nodelocked Hosts. Het adres wordt ofwel gekopieerd naar het klembord zoals beschreven in De e-licentieconfiguratie starten, op pagina 95 of wordt verkregen zoals beschreven in Computer-ethernetadres, op pagina 94. Klik op de OK-knop om verder te gaan. Controleer of de informatie op de pagina manage entitlements correct is, en klik vervolgens op Generate. Resultaat:De License summary-pagina wordt geopend. 7 8 Selecteer op de pagina License summary het vakje voor uw licentie en klik op Save to File. Sla het licentiebestand op in een veilige locatie. Klik op Complete en Logout om de e-licentiewebsite van de software te sluiten. 98 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

99 De e-licentie verbinden met de software 4 Installatie 4.3 Software-installatie Configureer een e-licentie Volg onderstaande stappen om de e-licentie met de software te verbinden. Stap 1 Werkzaamheden In het dialoogvenster Configure e-license: Klik op Browse en navigeer naar de locatie van uw opgeslagen e-licentie en klik op Open om het zoekpad over te brengen naar het bestand in het dialoogvenster e-license Configuration. 2 3 Klik op de Configure e-license-knop. Resultaat: Een bevestigingsdialoogvenster wordt geopend, dat weergeeft dat de configuratie is geslaagd. Klik op OK in het bevestigingsvenster en sluit het dialoogvenster Configure e-license. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 99

100 4 Installatie 4.3 Software-installatie Het systeem definiëren Het systeem definiëren Instructies Op de laatste pagina in het UNICORN-installatieprogramma kunt u kiezen om door te gaan met het definiëren van een systeem. Om het systeem te kunnen controleren en besturen vanaf de UNICORN-client moet u het systeem definiëren in de UNICORN-database. Dit wordt beschreven in de onderstaande tabel. Opmerking: Om aansluittests mogelijk te maken moet het instrument ingeschakeld zijn tijdens de systeemdefinitie. Stap 1 Werkzaamheden In het dialoogvenster Define System: Selecteer de gewenste instrumentconfiguratie uit het keuzemenu Instrument Configuration. Tip: De lijst bevat alle instrumentconfiguraties die momenteel aanwezig zijn in de UNICORN-database. Als uw configuratie er niet bij staat: Plaats de instrumentconfiguratieschijf in uw cd-rom-station. Klik op de knop Import en navigeer naar het configuratie-zip-bestand op de schijf. Selecteer het geschikte configuratiebestand. Het Define System dialoogvenster wijzigt en de Connect by optie verschilt afhankelijk van het gekozen Instrument Configuration. 2 Geef een naam op in het System name-veld. Opmerking: Denk goed na over welke naam u het systeem geeft. De naam kan niet meer worden veranderd nadat het systeem is gedefinieerd. 100 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

101 4 Installatie 4.3 Software-installatie Het systeem definiëren Stap 3 Werkzaamheden Voer het serienummer voor het instrument in het veld Instrument serial no in. Dit nummer vindt u op het systeemlabel op de achterkant van het schudplatform. Zet het platform in de schuine stand om het label zichtbaar te maken. De InstrumentServer is standaard EPC-<serienummer > voor bioreactor Selecteer om te verbinden door Fixed IP address.. Voer het IP-adres voor de instrumentbedieningseenheid in ( ). 1 Zorg ervoor dat de schudder ingeschakeld en aangesloten is op de clientcomputer. 2 Klik op de Connection Test-knop. Resultaat:De aansluiting tussen het station van de instrumentserver en het instrument wordt gecontroleerd. Klik op de Define System-knop. Resultaat: De systeemdefinitie-instellingen worden opgeslagen en het nieuwe systeem wordt als actief systeem toegevoegd in het dialoogvenster System Properties. Geadviseerd wordt om de schudder opnieuw op te starten voordat u het systeem gebruikt. Opmerking: Voor de UNICORN-klant kan aangesloten worden op het systeem dient de ledlamp van de schudder constant groen te zijn. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 101

102 5 Gebruik 5 Gebruik Over dit hoofdstuk Dit hoofdstuk beschrijft de bediening van de ReadyToProcess WAVE 25. In dit hoofdstuk Dit hoofdstuk bevat de volgende paragrafen: Paragraaf 5.1 Het systeem instellen 5.2 Het systeem starten en configureren 5.3 Voorbereiden op celcultuur 5.4 Een cultuur uitvoeren Zie pagina ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

103 5 Gebruik 5.1 Het systeem instellen 5.1 Het systeem instellen Over deze paragraaf In deze paragraaf wordt beschreven hoe het bioreactorsysteem voor celcultivatie moet worden voorbereid. Voor illustraties en beschrijvingen van het systeem, raadpleeg Hoofdstuk 3 Systeembeschrijving, op pagina 37. In deze paragraaf Paragraaf De lade en Cellbag-bioreactor selecteren De lade bevestigen en losmaken ph- en DO-sensoren voorbereiden Bevestig de Cellbag-bioreactor Voorbereiden van de pomp Gas aansluiten op het systeem Zie pagina ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 103

104 5 Gebruik 5.1 Het systeem instellen De lade en Cellbag-bioreactor selecteren De lade en Cellbag-bioreactor selecteren Selecteer de maat Cellbag-bioreactor en de bijbehorende lade volgens de toepassingsvereisten en de systeemconfiguratie. Zie de onderstaande tabel voor richtlijnen. Cultuurvolume/ bioreactor (l) Cellbag bioreactorgrootte (L) Lade Enkele modus Dubbele modus 0,3 à 1 2 Tray 10, Tray 20 Tray 20 0,5 à 5 10 Tray 10, Tray 20 Tray 20 1 à Tray 20 N.v.t. 1 à Tray 50 Tray 50 5 à Tray 50 N.v.t. Opmerking: Opmerking: Het systeem moet zijn geconfigureerd voor de enkele modus om een Cellbag-bioreactor van 20 l of 50 l te gebruiken. Afhankelijk van de toepassing en configuratie kan het mogelijk zijn om te kweken onder het aanbevolen minimumvolume. Het wordt echter ten zeerste aanbevolen boven dit volume te blijven voor toepassingen die hoge golving en ph- en DO-controle vereisen. Om correct te functioneren dienen de temperatuur-, ph- en DO-sensoren ondergedompeld te zijn in vloeistof gedurende de volledige schudcyclus. 104 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

105 5.1.2 De lade bevestigen en losmaken 5 Gebruik 5.1 Het systeem instellen De lade bevestigen en losmaken In deze paragraaf wordt beschreven hoe u een lade bevestigt aan en losmaakt van het schudplatform. Deze handelingen moeten bij voorkeur worden uitgevoerd zonder Cellbag-bioreactor op de lade. LET OP Door de afmetingen en het gewicht van Tray 50 moet deze lade door minimaal twee personen worden geïnstalleerd. Bevestig lade De lade kan in de schuine en normale stand aan het schudplatform vastgemaakt worden. De schuine stand wordt aanbevolen, zoals beschreven in onderstaande instructies. Stap 1 Werkzaamheden Kantel het schudplatform door de bovenste rand naar u toe te trekken. 2 Til de lade in dezelfde hoek als het schudplatform. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 105

106 5 Gebruik 5.1 Het systeem instellen De lade bevestigen en losmaken Stap 3 Werkzaamheden Bevestig de lade op het schudplatform. De bevestigingspinnen op de lade passen in de gaten in het platform. Bevestig de pinnen eerst op de bovenste rand, schuif de lade vervolgens omlaag en zorg ervoor dat de onderste pinnen in de overeenkomstige gaten vallen. Opmerking: Zorg ervoor dat de gaten voor de temperatuursensoren op het schudplatform in de gaten in de lade passen. 4 Zorg ervoor dat de connector op de lade in de ladeconnector op de achterkant van het schudplatform wordt gestoken. 106 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

107 5 Gebruik 5.1 Het systeem instellen De lade bevestigen en losmaken Losmaken lade De lade kan in de schuine en normale stand losgemaakt worden van het schudplatform. De schuine stand wordt aanbevolen, zoals beschreven in onderstaande instructies. Stap 1 Werkzaamheden Houd het gedeelte met de reliëfgreep aan de zijkanten van de lade vast en schuif de lade naar boven, zodat de bevestigingspinnen op de lade losgemaakt worden uit de gaten in het schudplatform. 2 Trek de lade naar u toe. Opmerking: Als de lade losgemaakt wordt met de schudder in de normale positie, moet u de lade bij de bovenste rand optillen voordat u deze van u af schuift. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 107

108 5 Gebruik 5.1 Het systeem instellen ph- en DO-sensoren voorbereiden ph- en DO-sensoren voorbereiden Instructies Volg de onderstaande instructies om de sensoradapters aan te sluiten op de ph- en DO-zaksensorpoorten. AANWIJZING Sluit de sensoren op de juiste poorten op ReadyToProcess CBCU aan. Er worden identificatiestickers bijgeleverd om de aansluitingen te labelen. AANWIJZING Let er in de dubbele modus op dat u de sensoren voor de linker en rechter Cellbag-bioreactoren op de juiste ReadyToProcess CBCU aansluit. Dit gaat makkelijker als de betreffende ReadyToProcess CBCU-eenheden respectievelijk aan de linker- en rechterkant van de schudder worden geplaatst. Stap 1 Werkzaamheden Haal de Cellbag-bioreactor uit zijn beschermende zak. AANWIJZING Blootstelling aan intens licht veroorzaakt achteruitgang van de optische sensoren op de Cellbag-bioreactor. Om onnodige blootstelling aan licht te voorkomen, dient u de beschermende zak pas vlak voor gebruik te verwijderen. 2 Plaats de Cellbag-bioreactor op een stevig oppervlak met de zaksensorpoorten naar boven. De stippen op de optische sensoren hebben verschillende kleuren. De stip op de ph-sensorzakpoort is wit/geel en de stip op de DO-sensorpoort is roze/zwart. Als zowel de ph- als de DO-sensor wordt gebruikt, is er een aparte vezelkabel voor elke sensor nodig. 108 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

109 5 Gebruik 5.1 Het systeem instellen ph- en DO-sensoren voorbereiden Stap 3 Werkzaamheden Bevestig de sensoradaptor, met de optische lens naar de sensorpoort toe, door de vier pennen van de zakpoort in de overeenkomstige gaten van de adapter te steken. Opmerking: De sensoradapter kan in elk van de vier orthogonale richtingen worden bevestigd. Selecteer de meest geschikte richting. 4 Draai de sensoradapter naar rechts om de pennen op de sensorpoort van de adapter vast te zetten. Een duidelijke "klik" geeft aan dat de adapter veilig is bevestigd. Opmerking: Zorg er bij het draaien van de sensoradaptor voor dat u geen kracht uitoefent op de vezelkabel. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 109

110 5 Gebruik 5.1 Het systeem instellen ph- en DO-sensoren voorbereiden Stap 5 Werkzaamheden Plaats de Cellbag-bioreactor op de lade met de optische sensors naar beneden. AANWIJZING Zorg ervoor dat de optische vezelkabels niet tussen de Cellbag-bioreactor en de temperatuursensor op de lade geplaatst worden. Dit zou kunnen leiden tot onjuiste temperatuur aflezing en controle, wat resulteert in oververhitting Markeer de kabels met de meegeleverde stickers om bij te houden waarvoor de optische vezelkabels dienen. Bundel de optische vezelkabels aan één zijde van de lade. Plaats het deksel en zorg ervoor dat de slang en kabels in het slanguiteinde zijn aangebracht. Zie Afbeeldingen van lade en deksel, op pagina 43. Sluit de ph-sensorkabel aan op de ph-poort op het voorpaneel van de CBCU. 9 Sluit de DO-sensorkabel aan op de DO-poort op het voorpaneel van de CBCU. 110 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

111 5 Gebruik 5.1 Het systeem instellen Bevestig de Cellbag-bioreactor Bevestig de Cellbag-bioreactor Instructies Volg onderstaande instructies om de Cellbag-bioreactor vast te maken aan de lade. Opmerking: Opmerking: Wanneer u een Cellbag-bioreactor gebruikt die slechts de helft van de lade in de enkele modus in beslag neemt, zoals een 10 l-zak op Lade 20, plaats de zak dan op de linkerkant van de lade. Zorg er in de dubbele modus voor dat elke Cellbag-bioreactor in het midden op het betreffende grijze verwarmingskussen gepositioneerd is. De resolutie van wegingen wordt aangetast als de bioreactor niet correct geplaatst is. Stap 1 Werkzaamheden Duw de zakklemopeners in de bovenste hoeken van de lade omlaag. Hierdoor worden de bovenste zakklemmen geopend. Opmerking: Bij een Cellbag-bioreactor die de hele lade in beslag neemt, opent u beide zakklemmen. In de dubbele modus of bij een bioreactor die slechts de helft van de lade in beslag neemt, hoeft maar één klem geopend te worden. 2 Steek de bovenste Cellbag-stang in de geopende zakklem. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 111

112 5 Gebruik 5.1 Het systeem instellen Bevestig de Cellbag-bioreactor Stap 3 Werkzaamheden Als de klem niet automatisch sluit, duw de zakklemopener dan voorzichtig omhoog om het bovenste uiteinde van de Cellbag-bioreactor vast te zetten. Gebruik geen kracht. Trek voorzichtig aan de bioreactor om te controleren of hij bevestigd is. 4 5 Herhaal de bovenstaande stappen om de onderste Cellbag-stang om de Cellbag-bioreactor volledig vast te maken aan de lade. Monteer het deksel bovenop de lade. AANWIJZING Houd de Cellbag-bioreactor afgedekt met het deksel tijdens de cultivatie om de optische sensors te beschermen tegen overmatige lichtblootstelling. 112 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

113 5 Gebruik 5.1 Het systeem instellen Voorbereiden van de pomp Voorbereiden van de pomp Slanghouderposities De pompkop heeft twee verschillende houderposities om plaats te bieden aan slangen met verschillende maten. De binnenste positie is voor kleine slangen en de buitenste positie voor grote slangen (zie Pompslangmaten, op pagina 113). Binnenste positie voor kleine slang. Buitenste positie voor kleine slang Pompslangmaten In onderstaande tabel staan de slangmaten die ondersteund worden door ReadyToProcess Pump 25, met het bereik van stroomsnelheden bij elke maat. De wanddikte van de slang moet 1,6 mm (1/16") zijn. Opmerking: Pompslangen worden niet bijgeleverd bij het systeem. Geschikte slangen moeten apart worden aangeschaft. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 113

114 5 Gebruik 5.1 Het systeem instellen Voorbereiden van de pomp Binnendiameter slang Millimeter Inch Buishouderpositie Bereik stroomsnelheid (ml/min) 1 0,5 1/50 Binnen 0,01 à 4,6 0,8 1/32 Binnen 0,02 à 8,6 1,6 1/16 Binnen 0,07 à 28 2,4 3/32 Binnen 0,15 à 58 3,2 1/8 Binnen 0,24 à 95 4,0 5/32 Buiten 0,34 à 135 4,8 3/16 Buiten 4,3 à Stroomsnelheden worden beperkt in mediumcontrole. De maximale stroomsnelheden kunnen bereikt worden in handmatige controle. AANWIJZING Door het gebruik van grotere slangen met de slanghouder in de binnenste positie wordt de stroomsnelheid verlaagd en de levensduur van de verkort. Als de kleinere slang wordt gebruikt met de slanghouder in de buitenste positie, dan wordt de slang niet stevig aangesloten; dit kan leiden tot breuk. Aanpassen van de slanghouderpositie Gebruik een puntig voorwerp zoals een balpen om de posities van de slanghouders aan beide zijden van de pompkop aan te passen. Volg de onderstaande instructies om de positie van de slanghouder te veranderen. Stap 1 2 Werkzaamheden Zorg ervoor dat de pomp uitgeschakeld is. Open de klapper van de pompkop volledig. 114 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

115 5 Gebruik 5.1 Het systeem instellen Voorbereiden van de pomp Stap 3 Werkzaamheden Plaats het puntige voorwerp in de kleine holte in de slanghouder aan één kant van de pompkop. 4 Druk omlaag en verplaats de slanghouder naar de gewenste positie tot deze op zijn plaats klikt. 5 Laat de druk los. De slanghouder komt omhoog in de nieuwe positie. 6 Herhaal de bovenstaande stappen om de slanghouder aan te passen aan de andere kant van de pompkop. AANWIJZING Zorg ervoor dat de positie van de slanghouder aan beide kanten van de pompkop gelijk is. AANWIJZING Zorg ervoor dat de slanghouderpositie niet tussen de binnenste en buitenste positie klem komt te zitten; dit kan onjuiste stroomsnelheden en abnormale slijtage van de leidingen veroorzaken. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 115

116 5 Gebruik 5.1 Het systeem instellen Voorbereiden van de pomp Laad leidingwerk Volg de onderstaande instructies om de slang in de pompkop te plaatsen en sluit de slang aan op de Cellbag-bioreactor. Stap 1 2 Werkzaamheden Zorg ervoor dat de pomp uitgeschakeld is. Open de klapper van de pompkop volledig. 3 4 Controleer of de slanghouder in de juiste positie staat voor uw maat slang. Zie de bovenstaande instructies. Plaats de slang tussen de rotorrollers en de baan, tegen de binnenwand van de pompkop gedrukt. 116 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

117 5 Gebruik 5.1 Het systeem instellen Voorbereiden van de pomp Stap 5 Werkzaamheden Breng de klapper naar beneden tot deze in de volledig gesloten positie klikt. 6 Sluit de toevoer- en afvoerslang op de Cellbag-bioreactor aan, bijvoorbeeld zuur, base, voeding en oogst. Opmerking: De pomprichting is aangegeven met de pijl op de pompkop. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 117

118 5 Gebruik 5.1 Het systeem instellen Gas aansluiten op het systeem Gas aansluiten op het systeem Gasmenging De Cellbag-bioreactor heeft gasstroom nodig om opgeblazen te blijven en om te zorgen voor ventilatie. De CBCU biedt verschillende mogelijkheden voor gasmenging. Gecomprimeerde lucht of N 2 kan gemengd worden met CO 2 en/of O 2 om het gewenste gasmengsel te verkrijgen. Gecomprimeerde lucht of N 2 wordt aangesloten op AIR/N2 op de CBCU. CO 2 en O 2 worden respectievelijk aangesloten op CO2 IN en O2 IN op het achterpaneel van de CBCU. AANWIJZING Let er in de dubbele modus op dat u lucht en gas voor de linker en rechter Cellbag-bioreactoren op de juiste CBCU aansluit. Dit gaat makkelijker als de betreffende CBCU-eenheden respectievelijk aan de linker- en rechterkant van de schudder worden geplaatst. 118 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

119 5 Gebruik 5.1 Het systeem instellen Gas aansluiten op het systeem Ventilatie en gastoevoer instellen Volg de onderstaande instructies om het bioreactorsysteem van gas te voorzien. Stap 1 Werkzaamheden Bevestig de filterverwarmer op het afvoerluchtfilter van de Cellbag-bioreactor. Zorg bij de dubbele modus dat de filterverwarmers correct worden geplaatst ten opzichte van de linker en rechter bioreactoren. Opmerking: De toevoer- en afvoerluchtfilters worden van elkaar onderscheiden door het drukregelventiel op het afvoerfilter (aangegeven door een pijl in onderstaande illustratie). Bevestig de filterverwarmer niet op het toevoerluchtfilter. De onderstaande afbeelding toont de filterverwarmer op de steun op de Cellbag-bioreactor. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 119

120 5 Gebruik 5.1 Het systeem instellen Gas aansluiten op het systeem Stap 2 Werkzaamheden Sluit de slang van GAS MIX OUT op het voorpaneel van de CBCU aan op het toevoerluchtfilter van de Cellbag-bioreactor. 3 Sluit de gewenste gasbron, lucht of N 2 met 1,0 à 1,5 bar aan op AIR/N2 op het achterpaneel van de CBCU. 4 Sluit indien van toepassing de CO 2 -gasbron met 1,0 à 1,5 bar aan op CO2 IN op het achterpaneel van de CBCU. 5 Sluit indien van toepassing de O 2 -gasbron met 1,0 à 1,5 bar aan op O2 IN op het achterpaneel van de CBCU. 120 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

121 5 Gebruik 5.1 Het systeem instellen Gas aansluiten op het systeem AANWIJZING Zorg ervoor dat de toevoerdruk binnen de vermelde limieten blijft (1,0 à 1,5 bar). Te hoge druk kan ertoe leiden dat de interne slangen losraken. AANWIJZING Een instabiele toevoerdruk zal de snelheid van de gasstroom en het gasmengsel beïnvloeden. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 121

122 5 Gebruik 5.2 Het systeem starten en configureren 5.2 Het systeem starten en configureren Over deze paragraaf In deze paragraaf wordt beschreven hoe het systeem gestart wordt, hoe u zich aanmeldt bij UNICORN, het systeem aansluit op UNICORN en het systeem configureert in de software. In deze paragraaf Paragraaf Start het systeem en log in op UNICORN Aansluiten op het systeem Systeemeigenschappen configureren Systeeminstellingen configureren Een run starten Zie pagina ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

123 5.2.1 Start het systeem en log in op UNICORN 5 Gebruik 5.2 Het systeem starten en configureren Start het systeem en log in op UNICORN Volg onderstaande instructies om het systeem op te starten en aan te melden op UNICORN. Het werkstation dient over een geldige e-license te beschikken. Zie Paragraaf Configureer een e-licentie, op pagina 93 voor meer informatie over e-licenties. Stap Werkzaamheden Schakel de client-computer in. Start de UNICORN-software. Voer uw User Name en Password in om u aan te melden bij UNICORN. Toegangsgegevens worden verstrekt door uw UNICORN-beheerder. Afhankelijk van de eigenschappen van uw gebruikersaccount kunt u een Access Group selecteren. Opmerking: Als Use Windows Authentication geselecteerd is, kunt u zich aanmelden met uw Windows gebruikersnaam en wachtwoord. 4 Druk op de Power-schakelaar om de schudder te starten. Resultaat: De Power-schakelaar knippert groen tijdens het opstarten, en brandt daarna continu als de schudder operationeel is. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 123

124 5 Gebruik 5.2 Het systeem starten en configureren Aansluiten op het systeem Aansluiten op het systeem Volg de onderstaande instructies om het systeem met de UNICORN te verbinden. Stap 1 Werkzaamheden Wanneer het verklikkerlampje op het voorpaneer van de schudder groen blijft oplichten (niet knipperen), klikt u op het Connect to Systems icoon in de System Control-module. Resultaat: De Connect to Systems dialoog gaat open. 124 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

125 5 Gebruik 5.2 Het systeem starten en configureren Aansluiten op het systeem Stap 2 Werkzaamheden In het dialoogvenster Connect to Systems: Selecteer het systeem. Selecteer Control modus. Klik op OK. Resultaat: De Process Picture verschijnt. Opmerking: Het gedetailleerde aanzicht van de afbeelding van het proces verschilt afhankelijk van uw systeeminstelling. Tip: Als UNICORN geen verbinding kan maken met het geselecteerde instrument, raadpleeg dan Paragraaf 7.5 UNICORN Systeemcontrole, op pagina 164. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 125

126 5 Gebruik 5.2 Het systeem starten en configureren Systeemeigenschappen configureren Systeemeigenschappen configureren Verander de systeemeigenschappen telkens wanneer de configuratie van het systeem veranderd is, bijvoorbeeld om over te schakelen tussen de enkele en dubbele modus. de systeeminstelling te veranderen, bijvoorbeeld als een CBCU of pomp is toegevoegd of verwijderd. de Instrument Configuration van het systeem te wijzigen. De Instrument Configuration is de systeemspecifieke besturingssoftware. Deze wordt op een dvd bij het systeem geleverd, en kan ook gedownload worden. Neem contact op met uw GE-vertegenwoordiger als u hulp nodig heeft bij het downloaden van de Instrument Configuration. Volg de instructies hieronder om de systeemeigenschappen te bewerken. Stap 1 2 Werkzaamheden Open de Administration-module in het menu Tools. Klik op System Properties. Selecteer uw systeem in het dialoogvenster System Properties en klik op Edit. Opmerking: Alleen systemen die ingeschakeld en aangesloten zijn op de computer kunnen bewerkt worden. 126 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

127 5 Gebruik 5.2 Het systeem starten en configureren Systeemeigenschappen configureren Stap 3 Werkzaamheden Alle beschikbare onderdelen worden weergegeven in de lijst Component selection. Klik op de selectievakjes om onderdelen te selecteren of deselecteren. Zorg ervoor dat de geselecteerde componenten bij de aan het systeem aangesloten eenheden passen. 4 Klik op OK om de veranderingen toe te passen. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 127

128 5 Gebruik 5.2 Het systeem starten en configureren Systeeminstellingen configureren Systeeminstellingen configureren Er moeten pomprollen aan de afzonderlijke pompkoppen worden toegewezen alvorens een run te starten. Dit wordt uitgevoerd in System Settings, waar tevens andere parameters kunnen worden gedefinieerd zoals: of de verwarming automatisch moet worden ingeschakeld als het schudden start (IC en lager) of de verwarming automatisch moet worden uitgeschakeld als het schudden start (IC en hoger) of kalibratiewaarden voor ph- en/of DO-sensoren moeten worden gereset aan het eind van de run of schudden, gasvermenging en temperatuurinstelling moeten worden hervat bij opnieuw starten na een stroomstoring of spanning of stroom moet worden gebruikt voor analoge invoer Volg onderstaande instructies om pomprollen toe te wijzen. Zie Systeeminstellingen, op pagina 68 voor algemene instructies voor het configureren van het systeem. Stap 1 2 Werkzaamheden Selecteer System:Settings in de System Control-module. Selecteer Pump setup in de lijst en klik op het +-symbool om de beschikbare pompkoppen te bekijken. 128 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

129 5 Gebruik 5.2 Het systeem starten en configureren Systeeminstellingen configureren Stap 3 Werkzaamheden Wijs rollen toe aan pompkoppen volgens de vereisten van het cultivatieproces. In de enkele modus zijn de beschikbare rollen Acid, Base, Feed1, Harvest, Feed2, Feed3 en Feed4. In de dubbele modus zijn de beschikbare rollen Acid, Base, Feed1, Harvest, Feed2, Feed3 voor de linker en rechter functies afzonderlijk, aangegeven door het achtervoegsel L en R. Opmerking: Toevoegen van medium in mediacontrole en perfusiemodus maken alleen gebruik van Feed1 van de beschikbare Feed-rollen. Selecteer geen andere Feed-rollen voor pompkoppen met dit beoogde doel. Voorbeelden: Wijs voor ph-controle met zuur en base in de enkele modus Acid toe aan de ene pompkop en Base aan de andere. Wijs voor ph-controle met zuur en base in de dubbele modus Acid L en Base L toe aan afzonderlijke pompkoppen voor de linker Cellbag-bioreactor, en Acid R en Base R aan afzonderlijke pompkoppen voor de rechter bioreactor. Wijs voor mediumtoevoeging in de dubbele modus Feed1 L toe aan een pompkop voor de linker Cellbag-bioreactor en Feed1 R aan een pompkop voor de rechter bioreactor. 4 5 Een gegeven pomprol kan niet aan meer dan één pompkop worden toegewezen. Als een rol die reeds is toegewezen aan een pompkop aan een tweede pompkop wordt gegeven, dan geldt de tweede toewijzing en wordt de eerste pompkop ingesteld op Not defined. Controleer de toewijzing van alle pompkoppen om ervoor te zorgen dat er geen conflicten zijn alvorens op OK te klikken. Om de standaardwaarden van de instrumentconfiguratie te herstellen, klik op Set Parameters To Strategy Default Values. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 129

130 5 Gebruik 5.2 Het systeem starten en configureren Een run starten Een run starten Inleiding In deze paragraaf wordt beschreven hoe u een handmatig of methode-bestuurde cyclus start. Gegevensverzameling begint wanneer de cyclus start. Raadpleeg voor verdere informatie over methodes ReadyToProcess WAVE 25 System Handbook. Opmerking: Door op de Power-schakelaar te drukken terwijl de schudder aan staat, wordt het systeem uitgeschakeld en wordt een actieve cyclus gestopt. 130 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

131 Een handmatige run starten 5 Gebruik 5.2 Het systeem starten en configureren Een run starten Volg de onderstaande instructies om een handmatige run te starten. Stap 1 Werkzaamheden Verander de Cellbag-instellingen zoals vereist. In de dubbele modus dient u ervoor te zorgen dat de instellingen correct zijn ingevoerd voor beide bioreactoren. 1 Klik op het Cellbag-pictogram. Klik in de dubbele modus op de juiste kant van het pictogram. 2 Als de ph- en/of DO-regeling wordt gebruikt, voer dan de betreffende sensorkalibratiegegevens in (afgedrukt op het label van de Cellbag). 3 Klik op OK. Resultaat: Het Start Protocol-dialoogvenster voor de handmatige run opent. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 131

132 5 Gebruik 5.2 Het systeem starten en configureren Een run starten Stap Werkzaamheden 2 Op de weergegeven pagina in Start Protocol: 1 Typ de Result name en klik op Browse om indien nodig de Location te veranderen waarin het resultaat wordt opgeslagen. 2 Selecteer de correcte Bag size (in de dubbele modus zijn er twee maten). 3 Klik op OK. Resultaat: De handmatige run start. Start een methode-run Volg de onderstaande instructies om een methoderun te starten. Tip: Het systeem kan handmatig worden bestuurd vanaf de Process Picture nadat de methodecyclus is gestart. Stap 1 Werkzaamheden Open de System Control-module en klik op het Open Method Navigator-pictogram. Resultaat: Het weergavescherm Method Navigator wordt geopend. 2 Selecteer de uit te voeren methode en klik op het Run-pictogram. Resultaat: Het Start Protocol-dialoogvenster voor de methoderun opent. 132 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

133 5 Gebruik 5.2 Het systeem starten en configureren Een run starten Stap 3 Werkzaamheden Op de weergegeven pagina in de Start Protocol, voegt u de verzochte input toe en brengt u indien noodzakelijk passende wijzigingen aan. Klik op Start. Resultaat: De methoderun start. De run aanhouden of stoppen Om een methode te onderbreken tijdens een run kunt u de Hold- of End-iconen in System Control gebruiken. Een aangehouden methoderun kan voortgezet worden met behulp van het Continue-icoon. Zie de instructies in onderstaande tabel. Aan het einde van een methode stopt de run automatisch. Alle functies stoppen, inclusief schudden en gegevensregistratie, en er weerklinkt een eindsignaal en Endverschijnt in de Run Log. Dit geldt ook voor het beëindigen van een handmatige run. Als u wilt... stop de methode tijdelijk dan... klik op het Hold-pictogram. Opmerking: Wanneer een methode gepauzeerd wordt, wordt de systeembesturing behouden, maar worden er geen nieuwe instructies gegeven. Een methodecyclus hervatten klik op het pictogram Continue. Opmerking: Er kan niet verder worden gegaan met een beëindigde methode. beëindig de run permanent klik op het pictogram End. Opmerking: Wanneer u een methodecyclus voortijdig beëindigt, krijgt u het verzoek om het gedeeltelijke resultaat op te slaan of weg te gooien. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 133

134 5 Gebruik 5.3 Voorbereiden op celcultuur 5.3 Voorbereiden op celcultuur Over deze paragraaf In deze paragraaf wordt beschreven hoe het systeem voorbereid moet worden voor celcultuur. Raadpleeg voor illustraties en beschrijvingen van het systeem het deel Hoofdstuk 3 Systeembeschrijving, op pagina 37. In deze paragraaf Paragraaf De Cellbag-bioreactor oppompen Pompparameters instellen Het kweekmedium toevoegen en equilibreren De sensoren voorbereiden Zie pagina ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

135 5.3.1 De Cellbag-bioreactor oppompen 5 Gebruik 5.3 Voorbereiden op celcultuur De Cellbag-bioreactor oppompen Volg de onderstaande instructies om de Cellbag-bioreactor op te pompen. Stap Werkzaamheden Zorg ervoor dat alle poorten op de Cellbag-bioreactor gesloten zijn en dat de toevoer- en afvoerfilters open zijn. Open Settings:Gas control:gas flow vanaf de Process Picture in System Control. Schakel Fast fill in. Hierdoor wordt de gasstroom gedurende de eerste 20 minuten gemaximaliseerd. Opmerking: Snel vullen is uitgeschakeld in onderstaande afbeelding. 4 Schakel Gas flow in vanaf de Process Picture door op de rechterkant van de toets Gas flow te drukken. Resultaat: De Cellbag wordt opgeblazen. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 135

136 5 Gebruik 5.3 Voorbereiden op celcultuur Pompparameters instellen Pompparameters instellen Volg de onderstaande instructies voor het instellen van de pompparameters. Stap 1 Werkzaamheden Stel de pompparameters voor elke pomp in onder Settings:Cellbag pumps. Voer de Tube inner diameter in en als de pompfunctie zuur of base is, voer dan de molariteit in. Opmerking: De zuur-/baseregeling wordt afgestemd op NaOH en HCl. Als u zuur of base met een andere pk-waarde gebruikt, dan moet u de parameter Molarity instellen op de equivalente molariteit van NaOH of HCl voor een optimale phregeling. 2 Als u een perfusiekweek voorbereidt, schakel dan automatische kalibratie in of kalibreer de voedings- en oogst-/afvalpompen om optimale precisie te bereiken. 136 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

137 5 Gebruik 5.3 Voorbereiden op celcultuur Het kweekmedium toevoegen en equilibreren Het kweekmedium toevoegen en equilibreren De weegschaal tarreren Tarreer de weegschaal met alle apparatuur op de lade, zoals het deksel, de Cellbag-bioreactor en de filterverwarmer voordat u een cyclus start. Voor een optimale regeling moet het gemeten gewicht hetzelfde zijn als het gewicht van de cultuur. De weging wordt gebruikt als invoer voor de temperatuur- en ph-regeling en mediumcontrole. In de dubbele modus is het voor een correcte weging van belang om de weegschaal te tarreren, ook als de verdeling van het gewicht gelijkmatig lijkt te zijn. Opmerking: Laadcellen zijn temperatuurgevoelig. Houd de omgevingstemperatuur constant om effecten op de weging zo klein mogelijk te houden. Volg de onderstaande instructies om de weegschaal te tarreren. Stap 1 2 Werkzaamheden Stel de stophoek van de schudder in op 0 en controleer of de lade in de horizontale stand staat. Open Settings:Weight van de Process Picture in System Control. In de dubbele modus wordt het gewicht van de twee bioreactoren apart weergegeven. 3 4 Controleer of de gewichtsverdeling gelijk is door de gewichtspercentagewaarde voor de schuddervoet te lezen. De waarden mogen niet met meer dan ±5% verschillen en de optimale gewichtsdistributie bedraagt 25% op elke ladingscel. Draai de verstelbare voet indien noodzakelijk, zie Verstelbare voet, op pagina 42. Zorg ervoor dat het deksel en alle andere apparatuur die gebruikt zal worden tijdens de cyclus op de lade geplaatst worden en dat er geen slangen op de lade rusten. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 137

138 5 Gebruik 5.3 Voorbereiden op celcultuur Het kweekmedium toevoegen en equilibreren Stap 5 Werkzaamheden Klik op Tare. Kweekmedium toevoegen Volg de onderstaande instructie om de Cellbag-bioreactor te vullen met cultuurmedium. Opmerking: Het hogedrukalarm kan afgaan terwijl de bioreactor wordt gevuld, afhankelijk van de gas- en vloeistofstroomsnelheden. Het alarm kan genegeerd worden, mits het niet langer actief is wanneer het vullen voltooid is. Stap 1 Werkzaamheden Open Rocking van het Process Picture. Stel de Stop Angle in op 12.0 en klik op OK. Opmerking: Het risico dat er luchtbellen vast komen te zitten door de optische sensoren wordt tot een minimum beperkt als de lade in een hoek wordt geplaatst. De hoek kan worden ingesteld om te zorgen dat het medium alle optische sensoren bereikt tijdens het vullen. Het gebruik van medium op kamertemperatuur of kweektemperatuur vermindert het risico op vorming van luchtbellen. 2 Breng het gewenste mediumvolume traaf over in de Cellbag-bioreactor met een pomp of vrijvervalstroming. Tip: Om de zak automatisch te vullen tot een gewenst gewicht, gebruikt u de Media Addition-modus van Settings:Media control in Process Picture. 3 Controleer of er zichtbare gasbellen aanwezig zijn op de optische sensoren. Zie respectievelijk ph-aflezing en DO-aflezing in Paragraaf 7.3 ReadyToProcess CBCU, op pagina162 voor advies inzake het verwijderen van luchtbellen. Opmerking: Dergelijke luchtbellen zijn vaak moeilijk te zien. Voor de ph-sensor is een indicatie voor gasbellen dat de eerste ph-aflezing meer dan ongeveer 0,5 eenheden afwijkt van een referentiemeting. 138 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

139 5 Gebruik 5.3 Voorbereiden op celcultuur Het kweekmedium toevoegen en equilibreren Equilibreren voor de bedrijfscondities Volg onderstaande instructies om het medium voor de bedrijfscondities te equilibreren. Voor aanbeveling over de bedrijfsvoorwaarden, raadpleegt u de ReadyToProcess WAVE 25 System Handbook. Stap 1 Werkzaamheden Stel de gewenste schudsnelheid en hoek in Settings:Rocking in het Process Picture. Start de schudbeweging door op de rechterkant van de Rocking-knop te drukken. Opmerking: Wanneer u Tray 50 gebruikt, mag de waarde van de schudsnelheid vermenigvuldigd met de schudhoek niet hoger zijn dan 240 (bv. bij een schudhoek van 12 is de schudsnelheid beperkt tot 20 tpm) Stel het gewenste gasdebiet in Settings:Gas control:gas flow in de Process Picture. Start de gasstroom door op de rechterkant van de Gas flow-knop te klikken. Indien van toepassing schakelt u de CO 2 -vermenging in door op de rechterkant van de CO2-knop te klikken in de Process Picture. Stel het gewenste temperatuurinstelpunt in. Klik op de rechterkant van de Temp-knop om de verwarming te starten. Equilibreer het medium minimaal 2 uur. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 139

140 5 Gebruik 5.3 Voorbereiden op celcultuur De sensoren voorbereiden De sensoren voorbereiden Belangrijk Start de ph- of DO-lezing niet voordat het medium volledig geëquilibreerd is op de bedrijfscondities. Eerder geven de sensoren geen betrouwbare metingen. Equilibreer het kweekmedium met 100% lucht om de DO-sensoren te kalibreren op 100% luchtverzadiging. Als u lucht gemengd met 0% à 10% CO 2 gebruikt, kunnen de sensoren gekalibreerd worden binnen het bereik 100% à 90% luchtverzadiging. Kalibreer DO-sensoren niet voor 100% luchtverzadiging als N 2 wordt gebruikt in plaats van lucht. Opmerking: CO 2 -regeling is traag, het duurt dus even voor de CO 2 -concentratie het instelpunt bereikt. AANWIJZING Verplaats de schudder niet tijdens een run, aangezien dit de weegschaalwerking kan beschadigen en de gewichtsmeting kan verstoren. De DO-sensor voorbereiden Volg de onderstaande instructies om de DO-sensor voor te bereiden. Opmerking: In de dubbele modus dient u de sensorkalibratie op iedere Cellbag-bioreactor apart in te stellen. Stap Werkzaamheden Wanneer het medium geëquilibreerd is voor de bedrijfscondities, beweegt u de cursor over het DO-sensorpictogram in de Process Picture en stelt u Reading On in in het menu dat verschijnt. Wacht tot de waarde stabiel is. Selecteer System:Calibrate in System Control. Selecteer DO sensor in het keuzemenu Monitor to calibrate. Voer het percentage luchtverzadiging (90% à 100%, afhankelijk van de CO 2 -concentratie) in het veld Enter reference DO in. Klik op Calibrate. Sluit het Calibration-dialoogvenster. 140 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

141 5 Gebruik 5.3 Voorbereiden op celcultuur De sensoren voorbereiden Stap Werkzaamheden Selecteer Settings:DO in Process Picture. Voer de gewenste waarden voor Control en Setpoint in. Controleer het Deviation Alarm en stel indien gewenst de alarmlimieten in. Klik op OK. De ph-sensor voorbereiden Volg de onderstaande instructies om de ph-sensor voor te bereiden. Opmerking: In de dubbele modus dient u de sensorkalibratie op iedere Cellbag-bioreactor apart in te stellen. Stap 1 2 Werkzaamheden Wanneer het medium geëquilibreerd is voor de bedrijfscondities, beweegt u de cursor over het ph-sensorpictogram in de Process Picture en stelt u Reading On in in het menu dat verschijnt. Wacht tot de waarde stabiel is. Klik op de rechterkant van de Sampling-knop om de monstername voor te bereiden. Resultaat: Het systeem komt in de monsternamemodus. Opmerking: Het systeem zal zoveel minuten als ingesteld in Settings:Rocking:Sampling:Pause in de monsternamemodus blijven en op een hoek die ingesteld werd in Settings:Rocking:Sampling:Stop angle in het Process Picture Neem een monster om te controleren of de ph-waarde die weergegeven wordt door het systeem overeenkomt met de ph-waarde die gemeten is met een gekalibreerd referentie-instrument. Als de afwijking groter dan ongeveer 0,5 ph-eenheden is, controleer dan of er geen luchtbellen aanwezig zijn. Zie probleemoplossing in ReadyToProcess WAVE 25 System Handbook voor instructies voor het verwijderen van luchtbellen. Ga alleen door met het instellen van de kalibratie als de afwijking minder dan 0,5 ph-eenheden bedraagt. Selecteer System:Calibrate in System Control. Selecteer ph sensor in het keuzemenu Monitor to calibrate. Voer de huidige ph-waarde in in het Enter reference ph-veld. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 141

142 5 Gebruik 5.3 Voorbereiden op celcultuur De sensoren voorbereiden Stap Werkzaamheden Klik op Calibrate. Sluit het Calibration-dialoogvenster. Selecteer Settings:pH in de Process Picture. Voer de gewenste waarden voor Control en Setpoint in. Controleer het Deviation Alarm en stel indien gewenst de alarmlimieten in. Klik op OK. 142 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

143 5 Gebruik 5.4 Een cultuur uitvoeren 5.4 Een cultuur uitvoeren Over deze paragraaf Dit gedeelte beschrijft de grondbeginselen bij het uitvoeren van een cultuur. Tijdens de cultuur worden de hoofdparameters bewaakt en kunnen de instellingen worden aangepast. In deze paragraaf Paragraaf De cultuur enten Bewaken van de run Een cyclus beëindigen Zie pagina ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 143

144 5 Gebruik 5.4 Een cultuur uitvoeren De cultuur enten De cultuur enten Instructies Volg de onderstaande instructie om de Cellbag-bioreactor te inoculeren. Opmerking: Zorg dat de belangrijkste cultuurparameters ph, DO en temperatuur stabiel zijn voordat u met het enten begint. Stap Werkzaamheden Zorg dat de toevoerslang en de slang die aangesloten is op de inoculumcontainer goed zijn vastgeklemd. Sluit de slang van de inoculumcontainer met behulp van een steriele techniek aan op de toevoerslang, bijvoorbeeld met behulp van slangsmeltapparatuur of een ReadyMate -connector. Haal de klem van de inlaatslang en de slang van de inoculumcontainer. Breng het gewenste inoculumvolume naar de zak over met behulp van een pomp of vrijvervalstroming. 144 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

145 5 Gebruik 5.4 Een cultuur uitvoeren Bewaken van de run Bewaken van de run Inleiding U kunt de lopende cyclus volgen en besturen in de System Control-module. De actuele status van het systeem wordt weergegeven in het paneel System state in het deelvenster Run Data. Hier kan bijvoorbeeld Ready, Manual Run of Method Run staan. Verwerkingsbeeld (Process Picture) De Process Picture geeft de realtime verwerkingsparameters tijdens een cyclus weer, en kan worden gebruikt om de cyclus te besturen. De onderstaande afbeelding is een voorbeeld van de Process Picture. De details verschillen afhankelijk van de systeemconfiguratie. De kleuren van de toetsen geven de huidige status van de betreffende functie aan, zoals weergegeven in onderstaande tabel. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 145

146 5 Gebruik 5.4 Een cultuur uitvoeren Bewaken van de run Kleur Wit Grijs Groen Oranje Rood Indicatie De functie is inactief. De functie werd uitgeschakeld door controle van hoger niveau De functie is actief en werkt normaal. De functie heeft aandacht nodig. Klik op de knop om de gerelateerde instellingen te openen en meer informatie te zien. De functie werkt niet naar behoren. Klik op de toets om de gerelateerde instellingen te openen en een uitleg van het probleem te zien. 146 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

147 5 Gebruik 5.4 Een cultuur uitvoeren Een cyclus beëindigen Een cyclus beëindigen Een cultuur beëindigen en de cultuur oogsten Volg onderstaande instructies om de run te beëindigen en de cultuur te oogsten. Stap 1 2 Werkzaamheden Bereid het oogstvat voor. Klik op de stopknop in de werkbalk in System Control om de run te stoppen. Wanneer u gevraagd wordt of u de run wilt stoppen, klikt u op OK. Opmerking: De lade wordt standaard voorbereid op de schuine stand aan het einde van de cyclus. Deze instelling kan worden veranderd in System Settings:Rocker:Prepare for tilt at END Houd het gebied met de reliëfgreep aan beide zijden van de lade vast en trek de lade in één beweging naar boven en naar u toe om de lade in de schuine stand te plaatsen. Sluit de slang aan op de oogstvat van de Cellbag-bioreactor. Maak de Cellbag-bioreactor leeg met behulp van de pomp of vrijvervalstroming. Maak de slang tussen de Cellbag-bioreactor en het oogstvat los. Procedures na het oogsten Volg de onderstaande instructies wanneer de cultuur gereed is en geoogst wordt. Stap Werkzaamheden Klem de toevoer- en afvoerluchtfilters van de Cellbag-bioreactor af. Maak de slang van het toevoerluchtfilter op de Cellbag-bioreactor los. Ontkoppel alle andere buizen en kabels die nog op de Cellbag-bioreactor zijn aangesloten. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 147

148 5 Gebruik 5.4 Een cultuur uitvoeren Een cyclus beëindigen Stap Werkzaamheden Maak de lege Cellbag-bioreactor los en verwijder deze van de lade door de zakklemopener naar beneden te drukken. Volg de geldende nationale en/of plaatselijke voorschriften voor het afvoeren van de Cellbag-bioreactor. Sluit alle gastoevoer af. Schakel het systeem uit Volg de onderstaande instructies om het systeem uit te schakelen. Stap 1 2 Werkzaamheden Koppel de software los van het systeem in UNICORN. Druk op de hoofdschakelaar op het voorpaneel van de schudder. Het lampje knippert groen tijdens het uitschakelen. Opmerking: Indien de schudder er niet in slaagt uit te schakelen, houdt u de power-knop meer dan 4 seconden ingedrukt om een uitschakeling te forceren. 3 Reinig de bioreactorsysteemeenheden. 148 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

149 6 Onderhoud 6 Onderhoud Over dit hoofdstuk Dit hoofdstuk beschrijft de vereiste onderhoudsprocedures voor ReadyToProcess WAVE 25. Het geeft ook een overzicht van de kalibratieprocedures van het systeem. Onderhoudsmanager De onderhoudsmanager in UNICORN houdt de slijtage van de verschillende onderdelen bij en toont waarschuwingen wanneer het tijd is voor onderhoud en reparatie. Voor gedetailleerde informatie over de onderhoudsmanager, zie UNICORN Administration and Technical manual. In dit hoofdstuk Dit hoofdstuk bevat de volgende paragrafen: Paragraaf 6.1 Kalibratie 6.2 Reinigen 6.3 Reiniging vóór gepland onderhoud/service Zie pagina ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 149

150 6 Onderhoud 6.1 Kalibratie 6.1 Kalibratie Kalibratieschema Opdat het systeem correct zou werken dienen verschillende kalibraties uitgevoerd te worden. Zie ondertaande tabellen. Vóór elke cultuur Voer de volgende kalibraties en instellingen uit voor elke cultuur Kalibratie Pomp DO sensor ph-sensor Instructie Voer de binnendiameter van de slang in het dialoogvenster Settings:Cellbag pumps in. Schakel voor perfusiekweek automatische kalibratie in of kalibreer de voedings- en oogstpompen. Zie Paragraaf Pompparameters instellen, op pagina 136. Stel de kalibratie in, zie Paragraaf De sensoren voorbereiden, op pagina 140. Stel de kalibratie in, zie Paragraaf De sensoren voorbereiden, op pagina 140. Herhaal de kalibratie-instelling indien nodig tijdens de cultuur. Indien vereist Voer de volgende kalibraties uit wanneer dit nodig is, of tenminste eenmaal per jaar. Kalibratie Schaal Instructie Neem indien nodig contact op met GE-servicepersoneel voor assistentie. Opmerking: Kalibratie van de weegschaal wordt aanbevolen na beweging van de schudder, of wanneer de belasting aanzienlijk wordt gewijzigd. Gebruik voor Calibrate High point een gewicht dat zo dicht mogelijk bij de belasting ligt die wordt toegepast op de lade tijdens gebruik. Temperatuur Neem indien nodig contact op met GE-servicepersoneel voor assistentie. Servicepersoneel maakt gebruik van speciale apparatuur voor een nauwkeurigere kalibratie. 150 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

151 6 Onderhoud 6.1 Kalibratie Kalibratie CO 2 - en O 2 -sensoren Instructie Voor de kalibratie van CO 2 - en O 2 -sensoren is speciale deskundigheid nodig; de systeemprestaties kunnen negatief beïnvloed worden als deze onjuist wordt uitgevoerd. Neem contact op met GE-servicepersoneel voor assistentie. Kalibratie-instructie Volg onderstaande instructies om de kalibratie uit te voeren. Het voorbeeld is een weegschaalkalibratie Opmerking: Voor OPC-gebruikers is kalibratie toegankelijk vanaf het handmatige instructiedialoogvenster door selectie van het OPC-onderdeel. Stap 1 Werkzaamheden Selecteer System:Calibrate in System Control. Resultaat:Het dialoogvenster Calibration wordt geopend Selecteer de passende monitor in het Monitor to calibrate uitklappende keuzemenu. Volg de instructies in het rechterveld en voer de correcte waarden in in het Calibration procedure-veld en klik op Calibrate voor elke waarde. Sluit het Calibration-dialoogvenster. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 151

152 6 Onderhoud 6.2 Reinigen 6.2 Reinigen Reinigingsprocedure Om bacteriële verontreiniging of kruisbesmetting te voorkomen moet de ReadyToProcess WAVE 25 worden gereinigd na elke cultuur. Het systeem moet worden uitgeschakeld en de stekker moet uit het stopcontact worden gehaald voordat u begint met reinigen. Reinig de buitenkant van de systeemeenheden met een vochtige doek en een geschikt reinigingsmiddel. Zorg ervoor de temperatuursonde-armen aan de onderkant van het schudderplatform te reinigen. Indien er zich vuil opstapelt op deze armen, is het mogelijk dat ze niet correct functioneren, wat zou kunnen leiden tot onjuiste temperatuurregeling. Aanbevolen reinigingsmiddelen Alle systeemeenheden kunnen gereinigd worden met ethanol, isopropanol en Virkon met geschikte concentraties. Zie Paragraaf 8.1 Chemische weerstand, op pagina ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

153 6 Onderhoud 6.3 Reiniging vóór gepland onderhoud/service 6.3 Reiniging vóór gepland onderhoud/service Reinigen vóór gepland onderhoud/service Om de bescherming en veiligheid van het servicepersoneel te garanderen, moeten alle uitrustingen en werkgebieden proper en vrij van gevaarlijke contaminanten te zijn alvorens een Servicetechnicus aanvangt met de onderhoudswerkzaamheden. Vul de checklist in de Gezondheids- en veiligheidsverklaring voor service ter plaatse of de Gezondheids- en veiligheidsverklaring voor onderhoud aan of retourzending van het product in, afhankelijk van het feit of het instrument ter plaatse wordt onderhouden of wordt teruggezonden voor onderhoud. Kopieer het formulier dat u nodig heeft van de Paragraaf 8.2 Formulier inzake Verklaring van veiligheid en gezondheid, op pagina168 of druk het af vanaf het PDF-bestand dat op de cd met gebruikersdocumentatie staat. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 153

154 7 Problemen oplossen 7 Problemen oplossen Over dit hoofdstuk Dit hoofdstuk beschrijft probleemoplossing en corrigerende acties voor ReadyToProcess WAVE 25. ReadyToProcess WAVE 25 System Handbook bevat verdere stappen voor probleemoplossing en correcties. Als de in deze handleiding aanbevolen handelingen en ReadyToProcess WAVE 25 System Handbook het probleem niet oplossen, of als het probleem niet wordt behandeld in deze handleiding, neemt u contact op met uw vertegenwoordiger bij GE voor advies. In dit hoofdstuk Dit hoofdstuk bevat de volgende paragrafen: Paragraaf 7.1 ReadyToProcess WAVE 25 -systeem 7.2 ReadyToProcess WAVE 25 rocker 7.3 ReadyToProcess CBCU 7.4 ReadyToProcess Pump UNICORN Systeemcontrole Zie pagina ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

155 7 Problemen oplossen 7.1 ReadyToProcess WAVE 25 -systeem 7.1 ReadyToProcess WAVE 25 -systeem Alarmmeldingen Voor vele van de problemen die kunnen voorvallen, toont UNICORN een alarmbericht op het scherm. Volg de getoonde instructies om het probleem op te lossen. Systeemeenheden worden niet herkend Foutsymptoom CBCU wordt niet herkend door UNICORN. Pomp wordt niet herkend door UNICORN. Mogelijke oorzaak Onjuist CBCU CAN ID. CBCU is niet geselecteerd als een onderdeel. Onjuist CAN ID van pomp. Pomp is niet geselecteerd als een onderdeel. Correctieve actie Controleer en wijzig indien nodig CAN ID met de schakelaar op het achterpaneel van de CBCU. Zie CAN ID, op pagina 50 voor meer informatie. Het systeem moet worden uitgeschakeld voordat de CAN ID wordt gewijzigd, en vervolgens weer worden opgestart. Klik op Edit in System Properties in de Administration-module en voeg de CBCU als een onderdeel. Controleer en verander indien nodig het CAN ID met behulp van de schakelaar op het achterpaneel van de pomp. Zie CAN ID, op pagina 54 voor meer informatie. Elke pomp moet een unieke CAN ID-waarde hebben. Het systeem moet worden uitgeschakeld voordat het CAN ID wordt veranderd, en vervolgens opnieuw opgestart. Klik op Edit in System Properties in de Administration-module en voeg de pomp toe als een onderdeel. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 155

156 7 Problemen oplossen 7.1 ReadyToProcess WAVE 25 -systeem Foutsymptoom CBCU en/of pomp worden niet herkend door UNICORN. Mogelijke oorzaak Opening tussen bezette UniNet-9-poorten op het achterpaneel van de schudder. Eén of meer aangesloten pompen zijn niet gedefinieerd in de UNICORN. Correctieve actie Verplaats de koppelstukken of steek doorverbindingen in de ongebruikte posities tussen de bezette poorten. Zie Systeemeenheden aansluiten op de schudder, op pagina 85. Lees het weergegeven bericht wanneer u verbinding maakt met het systeem in System Control. Zorg ervoor dat alle beschikbare onderdelen geselecteerd zijn voor het systeem. Zie Paragraaf Systeemeigenschappen configureren, op pagina ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

157 7 Problemen oplossen 7.2 ReadyToProcess WAVE 25 rocker 7.2 ReadyToProcess WAVE 25 rocker Schudden Symptoom Schudder start niet correct op. Bij het opstarten van de run, beweegt de schudder traag tijdens de eerste cyclus. De schudder schommelt niet. Schudder stopt met schudden. Foutieve schudhoek. De schudsnelheid varieert. Mogelijke oorzaak Foutieve systeemzekeringen Het duurt een tijdje voor de schudder opstart na het inschakelen van de stroom. De schudder bevindt zich in een foutstatus. Lade in de schuine stand. Schudder wordt mechanisch verhinderd te bewegen. DO-regeling met snelheid is geregeld. Als de DO afwijkt van het instelpunt, verandert de schudsnelheid. Correctieve actie Probeer het systeem een paar keer opnieuw te starten. Als het systeem nog steeds niet goed initialiseert, schakel het dan uit en neem contact op met de technische dienst van GE. Geen. Dit is normaal. Controleer de huidige alarmen. Zet de eenheid opnieuw onder stroom Als u nu nog een motoralarm krijgt, neemt u contact op met de Technische Ondersteuning van GE. Zorg ervoor de de lade in de normale positie staat. Als dat niet helpt, neemt u contact op met de onderhoudsdienst GE. Zoek het object dat de belemmering veroorzaakt en verwijder dit. Dit is normaal als DO-regeling is ingeschakeld. Indien dit niet nodig is, schakelt u DO-regeling uit in de verwerkingsafbeelding. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 157

158 7 Problemen oplossen 7.2 ReadyToProcess WAVE 25 rocker Symptoom Stroomknop knippert rood. Systeem schakelt niet uit wanneer op de power-knop gedrukt wordt. Schudden start bij het verzenden van een commando dat verschilt van Start rocking. Mogelijke oorzaak De schudder heeft geen verbinding met de UNICORN-database. Systeemeenheden zoals CBCU of pomp bepaald in de systeeminstelling in UNICORN zijn niet aangesloten op de schudder. Er is een interne fout opgetreden in de ingebouwde computer van de schudder. De ingebouwde computer van de schudder slaagt er niet in uit te schakelen. Wanneer het eerste commando naar het system gestuurd wordt, komt het systeem in de Run-status en wordt de schudder opgestart en maakt deze enkele bewegingen. Correctieve actie Controleer de verbinding tussen de schudder en de client-computer of het netwerk. Deactiveer de ontbrekende onderdelen in UNICORN. Zie Paragraaf Systeemeigenschappen configureren, op pagina 126. Sluit de ontbrekende onderdelen aan op de schudder. Zie Systeemeenheden aansluiten op de schudder, op pagina 85. Controleer op nauwgezet op waarschuwingsberichten en volg de instructies. Indien het probleem aanhoudt, neem contact op met de Serviceafdeling van GE. Wacht één minuut. Wanneer het systeem nog steeds niet afsluit, blijft u op de power-knop drukken om het systeem te verplichten uit te schakelen. Indien het probleem aanhoudt, neem contact op met de Serviceafdeling van GE. Geen. Dit is normaal. 158 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

159 7 Problemen oplossen 7.2 ReadyToProcess WAVE 25 rocker Temperatuur Symptoom Geen verwarming hoewel de verwarming geactiveerd is in UNICORN. Venster rond de temperatuurknop is oranje. Te trage of te snelle verwarming. De temperatuurregeling werkt niet of de weergegeven temperatuur lijkt fout te zijn. Mogelijke oorzaak De schudder schommelt niet. De maat van de lade wordt niet herkend. Zakmaat is niet ingesteld. De verwarmer bevindt zich in een foutstatus. Zakmaatinstelling is foutief. Foutieve gewichtsmeting. Temperatuursensor staat niet in contact met het cultuurmedium. De temperatuursensor dient gekalibreerd te worden. Correctieve actie Zorg ervoor dat de schudder schudt. De verwarming wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het schudden uitgeschakeld worden. Neem contact op met GE-servicepersoneel. Stel de zakmaat in in Settings:Cellbag in Process Picture. Neem contact op met GE-servicepersoneel. Controleer de zakmaat en reset indien noodzakelijk. Bij het veranderen van de zakmaat dient het schudden uitgeschakeld te worden. Zorg ervoor dat de schudder zich in een horizontale positie bevindt. Controleer of het gewicht dat getoond wordt in de Process Picture overeenkomt met het eigenlijke gewicht van het kweekmedium. Wanneer dit niet het geval is, tarreert u de weegschaal met het gewicht van de inhoud in de Cellbag ingevoerd als Net Weight. Zorg ervoor dat er voldoende medium in de Cellbag-bioreactor zit om de temperatuursensor te bedekken, ook wanneer de schudder niet schudt. Controleer dat geen plooi met resulterende luchtzakken gevormd werden op de Cellbag-bioreactorfilm die de sensor bedekt. Zorg ervoor dat de ph- of DO-kabels niet in contact komen met de temperatuursensor. Kalibreer de temperatuursensor. Zie Paragraaf 6.1 Kalibratie, op pagina 150. Indien het probleem aanhoudt, neem contact op met de Serviceafdeling van GE. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 159

160 7 Problemen oplossen 7.2 ReadyToProcess WAVE 25 rocker Gewicht Symptoom Geen gewichtsaflezing. Onjuist gewicht weergegeven. Onjuiste uitlezingen in de dubbele modus. De gewichtsuitlezing fluctueert of zakt weg. Mogelijke oorzaak De weegschaal werkt niet correct De verdeling van het gewicht op de voet van de schudder is niet gelijkmatig. De schudder is niet op een horizontaal oppervlak geplaatst. De tarrering is niet uitgevoerd voor het plaatsen van de lading (Cellbag-bioreactor etc.). Mechanische obstructies van de schudder. De weegschaal moet gekalibreerd worden. Cellbag Bioreactoren niet gecentreerd op de betreffende helften van de lade. Tarrering is niet of onjuist uitgevoerd. De steun van de schudder is instabiel. Correctieve actie Neem contact op met GE-servicepersoneel. Gebruik de tarreerfunctionaliteit en maak de gewichtsverdeling gelijk volgens de instructies in Paragraaf Het kweekmedium toevoegen en equilibreren, op pagina 137. Plaats de schudder op een horizontaal oppervlak. Voer het correcte netto gewicht in en druk op Tarreren. Als het correcte gewicht onbekend is, verwijder dan alle lading (de Cellbag-bioreactor etc.) van de lade en tarreer de weegschaal (zet deze op nul). Controleer of de lade stevig op zijn plaats bevestigd is. Controleer of er geen slangen aan de Cellbag-bioreactor trekken tijdens het schudden. Controleer of de beweging van de schudder niet gehinderd wordt. Kalibreer de weegschaal. Zie Paragraaf 6.1 Kalibratie, op pagina 150. Neem indien nodig contact op met GE-servicepersoneel. Controleer de plaatsing van de bioreactoren. Tarreer de weegschaal voor of na het vullen van de Cellbag-bioreactoren. Zie De weegschaal tarreren, op pagina 137. Controleer of de tafel hard, vlak en horizontaal is. 160 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

161 7 Problemen oplossen 7.2 ReadyToProcess WAVE 25 rocker Overige componenten Het oplossen van problemen bij ph- en DO-meting en -regeling en mediumregeling wordt beschreven in de ReadyToProcess WAVE 25 System Handbook. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 161

162 7 Problemen oplossen 7.3 ReadyToProcess CBCU 7.3 ReadyToProcess CBCU Zie voor uitgebreidere hulp voor het oplossen van problemen het ReadyToProcess WAVE 25 System Handbook. Foutsymptoom Statusled knippert rood. Statusled toont een constant groen licht. CAN-indicator-led knippert. Mogelijke oorzaak Er is een interne fout opgetreden, maar de CBCU is nog in werking. Er is een interne fout opgetreden en de CB- CU is niet meer in werking. Er is een interne fout opgetreden en de CB- CU werkt niet langer correct. Opmerking: Dit is normaal tijdens de eerste seconden van de opstart. Correctieve actie Controleer op waarschuwingsberichten en volg de instructie. Indien het probleem aanhoudt, neem contact op met de Serviceafdeling van GE. Controleer op waarschuwingsberichten en volg de instructie. Indien het probleem aanhoudt, neem contact op met de Serviceafdeling van GE. Neem contact op met GE-servicepersoneel. 162 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

163 7 Problemen oplossen 7.4 ReadyToProcess Pump ReadyToProcess Pump 25 Foutsymptoom Statusled op de het achterpaneel van de pomp knippert rood. Statusled op het achterpaneel van de pomp toont een constant rode lamp. CAN-indicator-led knippert. Mogelijke oorzaak Wijst op een interne fout, maar de pomp is nog in werking. Wijst op een interne fout en de pomp is niet meer in werking Er is een interne fout opgetreden en de pomp werkt niet langer correct. Opmerking: Dit is normaal tijdens de eerste seconden van de opstart. Correctieve actie Controleer op waarschuwingsberichten en volg de instructie. Indien het probleem aanhoudt, neem contact op met de Serviceafdeling van GE. Controleer op waarschuwingsberichten en volg de instructie. Indien het probleem aanhoudt, neem contact op met de Serviceafdeling van GE. Neem contact op met GE-servicepersoneel. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 163

164 7 Problemen oplossen 7.5 UNICORN Systeemcontrole 7.5 UNICORN Systeemcontrole Gebruikerstoegang Probleembeschrijving Gebruikersnaam en wachtwoord niet aanvaard. Het aanmelddialoogvensters is inactief en er kan geen wachtwoord ingevoerd worden. Oplossing De UNICORN-administrator dient te controleren of het gebruikersaccount vergrendeld is (bijvoorbeeld na te veel onsuccesvolle aanmeldpogingen). De UNICORN-administrator kan proberen een nieuw wachtwoord in te stellen. Wanneer een wachtwoordreset niet werkt, kan het gebruikersprofiel verwijderd moeten worden en dient een nieuw profiel aangemaakt te worden. 1 Controleer dat er geen UNICORN-venster of -module geopend is. 2 Afmelden bij Windows en opnieuw inloggen. Toegang tot UNICORN-functies Probleembeschrijving Het Execute manual instruction-menucommando in de System Control module is grijs. Dit betekent dat u verbinding kunt maken, maar het systeem niet kunt bedienen. Het helpvenster kan niet geopend worden met de help-knoppen of de F1-toets. Oplossing Controleer of er geen andere gebruiker een bedieningsmodusverbinding heeft. Controleer of u toegangsrechten heeft om het systeem handmatig te bedienen. 1 Open het MadCap helpvenster vanuit het Windowsbureaubladicoon. Dit wordt beschreven in De helpvenstertoepassing in UNICORN Administration and Technical manual. 2 Probeer de help-knop of F1-toets opnieuw. 164 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

165 7 Problemen oplossen 7.5 UNICORN Systeemcontrole Systeemverbindingen Probleembeschrijving De verbindingen zijn niet beschikbaar, d.w.z. het aanvinkvakje is grijs. Oplossing Controleer of het systeem gedeactiveerd werd. Controleer of het systeem onder stroom staat. Controleer of het lampje van de schudder constant groen is. Controleer de verbinding tussen de klantcomputer en het systeem. Controleer de firewall-instellingen op de klantcomputer. Raadpleeg UNICORN Administration and Technical manual. De verbindingen zijn niet beschikbaar, hoewel. de verbinding tussen de PC en het systeem lijken correct te zijn en de stroom is ingeschakeld. Een systeem is niet beschikbaar wanneer u probeert verbinding te maken 1 Schakel het systeem uit. 2 UNICORN afsluiten. 3 Start het systeem opnieuw op. 4 Meld u aan in UNICORN. Controleer of u toegangsrechten heeft om het systeem handmatig te bedienen. Toegangsrechten worden niet automatisch toegekend voor een nieuw gedefinieerd systeem. Het kan zijn dat het systeem niet actief is. Meldt u af en opnieuw aan voor het toepassen van wijzigingen aan toegangsrechten. U ontvangt het bericht 'Kan geen verbinding maken met systeem..." in een netwerkinstallatie. U ontvangt het foutbericht 'Waarschuwing, systeem is bezet' wanneer u verbinding probeert de maken. Controleer of het lampje van de schudder constant groen is. Controleer of de computer van waarop u verbinding probeert te maken aangemeld is op het netwerk. Controleer dat de limiet van vijf gelijktijdige verbindingen met het systeem niet overschreden werd. Controleer de firewall-instellingen op de klantcomputer. Raadpleeg UNICORN Administration and Technical manual. Dit foutbericht wordt weergegeven wanneer een systeem gedefinieerd worden en actief is in twee verschillende UNICORN-databankinstanties en reeds verbonden is met de andere instantie. Het wordt niet aanbevolen een systeem te hebben dat gedefinieerd is en actief is in meer dan één UNICORN-databankinstantie. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 165

166 8 Referentiegegevens 8 Referentiegegevens Over dit hoofdstuk Dit hoofdstuk bevat een gids voor chemische bestendigheid van de ReadyToProcess WAVE 25 en geeft formulieren voor gezondheid- en veiligheidverklaring voor service. Kijk voor specificaties van het systeem en zijn onderdelen, informatie over bevochtigde materialen en chemische bestendigheid in het ReadyToProcess WAVE 25 System Handbook, de ReadyToProcess WAVE 25 Product Documentation en de datafile voor ReadyToProcess WAVE 25, die kan worden gedownload op In dit hoofdstuk Dit hoofdstuk bevat de volgende paragrafen: Paragraaf 8.1 Chemische weerstand 8.2 Formulier inzake Verklaring van veiligheid en gezondheid Zie pagina ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

167 8 Referentiegegevens 8.1 Chemische weerstand 8.1 Chemische weerstand De chemicaliën die hieronder opgesomd worden, werden goedgekeurd voor gebruik met het bioreactorsysteem. Chemische Concentratie Gebruik CAS nr./ EU nr. Alconox N.v.t. Reiniging/desinfectie N.v.t. DesiDos N.v.t. Reiniging/desinfectie N.v.t. Ethanol 70% Reiniging/desinfectie / Zoutzuur 1 M ph-regeling / Isopropanol 70% Reiniging/desinfectie / Klercide N.v.t. Reiniging/desinfectie N.v.t. PBS oplossing 10 Testen N.v.t. Natriumbicarbonaat 7,5% ph-regeling / Natriumcarbonaat 1 M ph-regeling / Natriumchloride 5 M Testen / Natriumhydroxide 1 M ph-regeling / Natriumhypochloriet 1% Reiniging/desinfectie / Virkon 1% Reiniging/desinfectie N.v.t. ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 167

168 8 Referentiegegevens 8.2 Formulier inzake Verklaring van veiligheid en gezondheid 8.2 Formulier inzake Verklaring van veiligheid en gezondheid 168 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

169 8 Referentiegegevens 8.2 Formulier inzake Verklaring van veiligheid en gezondheid Service ter plekke On Site Service Health & Safety Declaration Form Service Ticket #: To make the mutual protection and safety of GE service personnel and our customers, all equipment and work areas must be clean and free of any hazardous contaminants before a Service Engineer starts a repair. To avoid delays in the servicing of your equipment, please complete this checklist and present it to the Service Engineer upon arrival. Equipment and/or work areas not sufficiently cleaned, accessible and safe for an engineer may lead to delays in servicing the equipment and could be subject to additional charges. Yes No Please review the actions below and answer Yes or No. Provide explanation for any No answers in box below. Instrument has been cleaned of hazardous substances. Please rinse tubing or piping, wipe down scanner surfaces, or otherwise ensure removal of any dangerous residue. Ensure the area around the instrument is clean. If radioactivity has been used, please perform a wipe test or other suitable survey. Adequate space and clearance is provided to allow safe access for instrument service, repair or installation. In some cases this may require customer to move equipment from normal operating location prior to GE arrival. Consumables, such as columns or gels, have been removed or isolated from the instrument and from any area that may impede access to the instrument. All buffer / waste vessels are labeled. Excess containers have been removed from the area to provide access. Provide explanation for any No answers here: Equipment type / Product No: Serial No: I hereby confirm that the equipment specified above has been cleaned to remove any hazardous substances and that the area has been made safe and accessible. Name: Position or job title: Company or institution: Date (YYYY/MM/DD): Signed: GE and GE monogram are trademarks of General Electric Company. GE Healthcare Bio-Sciences Corp, 800 Centennial Avenue, P.O. Box 1327, Piscataway, NJ General Electric Company All rights reserved. First published April DOC / AC 05/2014 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD 169

170 8 Referentiegegevens 8.2 Formulier inzake Verklaring van veiligheid en gezondheid Productretournering of onderhoud Health & Safety Declaration Form for Product Return or Servicing Return authorization number: and/or Service Ticket/Request: To make sure the mutual protection and safety of GE personnel, our customers, transportation personnel and our environment, all equipment must be clean and free of any hazardous contaminants before shipping to GE. To avoid delays in the processing of your equipment, please complete this checklist and include it with your return. 1. Please note that items will NOT be accepted for servicing or return without this form 2. Equipment which is not sufficiently cleaned prior to return to GE may lead to delays in servicing the equipment and could be subject to additional charges 3. Visible contamination will be assumed hazardous and additional cleaning and decontamination charges will be applied Yes No Please specify if the equipment has been in contact with any of the following: Radioactivity (please specify) Infectious or hazardous biological substances (please specify) Other Hazardous Chemicals (please specify) Equipment must be decontaminated prior to service / return. Please provide a telephone number where GE can contact you for additional information concerning the system / equipment. Telephone No: Liquid and/or gas in equipment is: Water Ethanol None, empty Argon, Helium, Nitrogen Liquid Nitrogen Other, please specify Equipment type / Product No: Serial No: I hereby confirm that the equipment specified above has been cleaned to remove any hazardous substances and that the area has been made safe and accessible. Name: Position or job title: Company or institution: Date (YYYY/MM/DD) Signed: To receive a return authorization number or service number, please call local technical support or customer service. GE and GE monogram are trademarks of General Electric Company. GE Healthcare Bio-Sciences Corp, 800 Centennial Avenue, P.O. Box 1327, Piscataway, NJ , US General Electric Company All rights reserved. First published April DOC / AC 05/ ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing AD

Xuri Cell Expansion System W25

Xuri Cell Expansion System W25 Xuri Cell Expansion System W25 Gebruiksaanwijzing Vertaald uit het Engels Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1.1 Over deze handleiding... 1.2 Belangrijke informatie voor gebruikers... 1.3 Informatie

Nadere informatie

ReadyToProcess WAVE 25

ReadyToProcess WAVE 25 ReadyToProcess WAVE 25 Gebruiksaanwijzing Vertaald uit het Engels Pagina opzettelijk leeg gelaten Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1.1 Over deze handleiding... 1.2 Belangrijke informatie voor

Nadere informatie

Xuri Cell Expansion System W25

Xuri Cell Expansion System W25 Xuri Cell Expansion System W25 Gebruiksaanwijzing Vertaald uit het Engels Pagina opzettelijk leeg gelaten Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1.1 Over deze handleiding... 1.2 Belangrijke informatie

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

Amersham Eraser. Gebruiksaanwijzing. Vertaald uit het Engels

Amersham Eraser. Gebruiksaanwijzing. Vertaald uit het Engels Amersham Eraser Gebruiksaanwijzing Vertaald uit het Engels Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1.1 Belangrijke informatie voor gebruikers... 1.2 Informatie over regelgeving... 2 Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

AR280P Clockradio handleiding

AR280P Clockradio handleiding AR280P Clockradio handleiding Index 1. Beoogd gebruik 2. Veiligheid o 2.1. Pictogrammen in deze handleiding o 2.2. Algemene veiligheidsvoorschriften 3. Voorbereidingen voor gebruik o 3.1. Uitpakken o 3.2.

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

GEBRUIKSAANWIJZING (NL) Gebruiksaanwijzing GEBRUIKSAANWIJZING (NL) Lees de handleiding goed door vóór gebruik en bewaar hem goed voor later gebruik Mill HT5512 Gebruiksaanwijzing Belangrijke veiligheidsinformatie Wanneer u elektrische

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

GEBRUIKSAANWIJZING (NL) Gebruiksaanwijzing GEBRUIKSAANWIJZING (NL) Lees de handleiding goed door vóór gebruik en bewaar hem goed voor later gebruik. Mill HT600 Gebruiksaanwijzing Belangrijke veiligheidsinformatie Wanneer u elektrische

Nadere informatie

Inhoudstabel. Wat zit er in de doos... 3 Stroomvereisten... 4 Snelle setup... 5 Verlichtingsgids With Ring, you re Always home.

Inhoudstabel. Wat zit er in de doos... 3 Stroomvereisten... 4 Snelle setup... 5 Verlichtingsgids With Ring, you re Always home. Chime Setup-gids Inhoudstabel 2 Wat zit er in de doos... 3 Stroomvereisten... 4 Snelle setup... 5 Verlichtingsgids... 6 With Ring, you re Always home. Wat zit er in de doos 3 1. Ring Chime 2. Stekker (VS,

Nadere informatie

ResponseCard AnyWhere Display

ResponseCard AnyWhere Display ResponseCard AnyWhere Display ResponseCard AnyWhere Display-gebruiksaanwijzing Productoverzicht....................... 1 Technische vereisten.................... 2 Installatie in drie minuten................

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding nl 1 Suunto Cadence POD................................................... 3 2 Over Suunto Cadence POD.............................................. 5 2.1 INLEIDING.....................................................

Nadere informatie

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11 Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT Condensaat management waarschuwingssysteem ALGEMENE WERKING 03/11 De WARNER-LT is een condensaat management waarschuwingssysteem. Condensaat management speelt

Nadere informatie

Handleiding. AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond

Handleiding. AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond Handleiding AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond ... Copyright 2014 QleanAir Scandinavia 2 DEEL 1 Informatie over de veiligheid 1.1. Inleiding Dit hoofdstuk bevat informatie over

Nadere informatie

Register your product and get support at SBA3010/00. Gebruiksaanwijzing

Register your product and get support at   SBA3010/00. Gebruiksaanwijzing Register your product and get support at www.philips.com/welcome SBA3010/00 Gebruiksaanwijzing 1 Belangrijk Veiligheid Belangrijke veiligheidsinstructies Let op waarschuwingen. Volg alle instructies.

Nadere informatie

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107 Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT Modelnr.: *688.107 GEBRUIKSAANWIJZING Om volledig gebruik te maken van de mogelijkheden en storingen tot het minimum te beperken raden wij u aan om de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

UniFlux-systeem en op maat gemaakt membraansysteem

UniFlux-systeem en op maat gemaakt membraansysteem GE Healthcare UniFlux-systeem en op maat gemaakt membraansysteem Addendum bij Handleiding voor veilig gebruik De oorspronkelijke taal is Engels Belangrijke informatie voor gebruikers Alle gebruikers moeten

Nadere informatie

MINI INBOUW SCHAKELAAR

MINI INBOUW SCHAKELAAR START-LINE AWS-3500S GEBRUIKERSHANDLEIDING Item 70230 Versie 1.0 Op www.klikaanklikuit.nl vindt u altijd de meest recente gebruiksaanwijzingen MINI INBOUW SCHAKELAAR Lees deze eenvoudige instructies. Bij

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. WorkCentre C2424 copier-printer

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. WorkCentre C2424 copier-printer Gebruikersveiligheid Het systeem en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

FLA Image Eraser. Gebruiksaanwijzing. Vertaald uit het Engels

FLA Image Eraser. Gebruiksaanwijzing. Vertaald uit het Engels FLA Image Eraser Gebruiksaanwijzing Vertaald uit het Engels Pagina opzettelijk leeg gelaten Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1.1 Belangrijke informatie voor gebruikers... 1.2 Informatie over

Nadere informatie

COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR

COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR START-LINE ACC-2300 GEBRUIKERSHANDLEIDING Item 70181 Versie 5.0 Op www.klikaanklikuit.nl vindt u altijd de meest recente gebruiksaanwijzingen COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR Lees deze eenvoudige instructies.

Nadere informatie

SPCE120 Indication Expander Gebruikershandleiding

SPCE120 Indication Expander Gebruikershandleiding SPCE120 Indication Expander Gebruikershandleiding 3.4 Copyright Copyright Technische specificaties en beschikbaarheid kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Copyright Alle rechten op

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION W5000

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION W5000 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor HP PAVILION W5000. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de HP PAVILION W5000 in de gebruikershandleiding

Nadere informatie

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat INLEIDING Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor Rapid 100E. Lees ze eerst grondig door alvorens u het apparaat in gebruik neemt. Deze gebruiksaanwijzing bevat de veiligheidsvoorschriften, de voorschriften

Nadere informatie

TTS is er trots op deel uit te maken van

TTS is er trots op deel uit te maken van Garantie & ondersteuning Dit product heeft een eenjarige garantie voor problemen die zich voordoen tijdens normaal gebruik. Het verkeerd gebruik van Easi-Speak docking station of het openen van de eenheid

Nadere informatie

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN START-LINE GEBRUIKERSHANDLEIDING Op www.klikaanklikuit.nl vindt u altijd de meest recente gebruiksaanwijzingen Lees deze eenvoudige instructies. Bij onjuiste installatie vervalt de garantie op dit product.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding ProfiDrum ph Meter

Gebruikershandleiding ProfiDrum ph Meter i Gebruikershandleiding ProfiDrum ph Meter Juni 2016 Versie 1.00 ProfiDrum BV Lopikerkapel Nederland ii Copyright 2016 van ProfiDrum BV Lopikerkapel Alle rechten voorbehouden. Dit document of enig deel

Nadere informatie

USER MANUAL VOORZICHTIG RISICO OP ELEKTRISCHE SCHOKKENNIET OPENEN THE SOUND AND LIGHT TIME MACHINE

USER MANUAL VOORZICHTIG RISICO OP ELEKTRISCHE SCHOKKENNIET OPENEN THE SOUND AND LIGHT TIME MACHINE VOORZICHTIG RISICO OP ELEKTRISCHE SCHOKKENNIET OPENEN De in de driehoek getekende bliksemflits en pijlpunt is een waarschuwingsteken. Dit waarschuwt u voor "gevaarlijke spanning" in het product. WAARSCHUWING:

Nadere informatie

Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing

Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing CECH-ZHD1 7020228 Compatibele hardware PlayStation 3-systeem (CECH-400x-serie) Voorzorgsmaatregelen Lees om veilig gebruik van dit product te garanderen

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

GEBRUIKSAANWIJZING (NL) Gebruiksaanwijzing GEBRUIKSAANWIJZING (NL) Lees de handleiding goed door vóór gebruik en bewaar hem goed voor later gebruik. Belangrijke veiligheidsinformatie Wanneer u elektrische producten gebruikt,

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. SILVERCREST MD-20 http://nl.yourpdfguides.com/dref/3256215

Uw gebruiksaanwijzing. SILVERCREST MD-20 http://nl.yourpdfguides.com/dref/3256215 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

ES-S7B. Buitensirene.

ES-S7B. Buitensirene. ES-S7B Buitensirene www.etiger.com Inhoud van de verpakking 1 x ES-S7B 1 x 12V adapter 1 x back-upbatterij (ingebouwd) 1 x siliconen frame Schroeven, pluggen en siliconen doppen Documentatie Belangrijke

Nadere informatie

Switch. Handleiding 200.106.110117

Switch. Handleiding 200.106.110117 Switch Handleiding 200.106.110117 Hartelijk dank voor uw aanschaf van deze uitbreiding van uw Plugwise systeem. Met de Switch kunt u draadloos de elektrische stroom naar de apparaten in uw Plugwise netwerk

Nadere informatie

Data Safe I (Serial ATA) Externe vaste schijf met USB 2.0. Handleiding

Data Safe I (Serial ATA) Externe vaste schijf met USB 2.0. Handleiding Data Safe I (Serial ATA) Externe vaste schijf met USB 2.0 Handleiding Versie 1.1 Inhoudsopgave 1 Om te beginnen 1.1 Veiligheidsmaatregelen 1.2 Systeemvereisten 1.3 Inhoud verpakking 2 Handleiding driver

Nadere informatie

COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR

COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR START-LINE ACC-3500 GEBRUIKERSHANDLEIDING Item 70198 Versie 1.0 Op www.klikaanklikuit.nl vindt u altijd de meest recente gebruiksaanwijzingen COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR Lees deze eenvoudige instructies.

Nadere informatie

Installatiehandleiding Smart-UPS 1200/1500 VA 100/120/230 Vac in rek te monteren 1U

Installatiehandleiding Smart-UPS 1200/1500 VA 100/120/230 Vac in rek te monteren 1U Installatiehandleiding Smart-UPS 1200/1500 VA 100/120/230 Vac in rek te monteren 1U Belangrijke veiligheidvoorschriften Lees de instructies aandachtig zodat u het apparaat leert kennen voordat u het probeert

Nadere informatie

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL Elektrische Infrarood Verwarming Model 93485 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL 1 Algemene veiligheidsinstructies LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING Alvorens de radiateur in bedrijf te nemen, moet u deze gebruiks

Nadere informatie

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud Voor installatie moeten deze instructies volledig zijn gelezen en begrepen Inhoud 1 Optionele module 13: driedraads module.. 1 2 Installatie... 2 3 OM13-module instellen en configureren... 8 4 OM13-pakketten...

Nadere informatie

Handleiding. TPS Power Press Plus

Handleiding. TPS Power Press Plus Handleiding TPS Power Press Plus Inhoudsopgave 1. Introductie 3 2. Technische gegevens 4 3. Product omschrijving 5 4. Temperatuur, tijd en drukinstelling 6 4.1 Temperatuur instelling 7 4.2 Tijd instelling

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK JB SYSTEMS 1/5 M-DMX TRANSCEIVER

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK JB SYSTEMS 1/5 M-DMX TRANSCEIVER Hartelijk dank voor de aankoop van dit JB SYSTEMS product. Lees deze gebruiksaanwijzing zeer zorgvuldig door, om volledig van alle mogelijkheden te kunnen profiteren. EIGENSCHAPPEN Dit apparaat is ontstoord.

Nadere informatie

5/8-poorts Gigabit Ethernet Switch

5/8-poorts Gigabit Ethernet Switch 5/8-poorts Gigabit Ethernet Switch Gebruikershandleiding Certification FCC-verklaring: Dit is getest en in overeenstemming bevonden met de grenzen van een klasse B gegevensverwerkende apparaat in overeenstemming

Nadere informatie

RollerMouse Free3 Wireless. Gebruikershandleiding

RollerMouse Free3 Wireless. Gebruikershandleiding RollerMouse Free3 Wireless Gebruikershandleiding Inhoud van de doos 1. RollerMouse Free3 Wireless 2. Twee korte toetsenbordsteunen 3. Twee lange toetsenbordsteunen 4. Draadloze ontvanger 5. USB 2.0-kabeladapter

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding 2 3 In de verpakking 1. RollerMouse Red plus 2. 2 korte toetsenbordsteunen 3. 2 lange toetsenbordsteunen 4. Polssteun 5. Sleutel voor de verwijdering van polssteun 5 1 4 /1 RollerMouse

Nadere informatie

* /1 * /1 * x40

* /1 * /1 * x40 Item: *710.020 1/1 *710.021 2/1 *710.022 60x40 1. Inhoud 1. Instructie waarschuwingen... 2 2. Waarschuwingen voor een veilig en juist gebruik... 2 3. Garantie... 2 4. Installatie... 3 4.1 Technische eigenschappen...

Nadere informatie

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING SBM3 / 125.505 SBM4 / 125.510 SBM6 / 125.520 INHOUDSOPGAVE 1. DOEL en BEREIK 2. AANSPRAKELIJKHEID 3. AANWIJZINGEN 4. BASISEIGENSCHAPPEN

Nadere informatie

installatiehandleiding CO2 SENSOR MCOHome MH9-CO2-WD MH9-CO2-WA

installatiehandleiding CO2 SENSOR MCOHome MH9-CO2-WD MH9-CO2-WA installatiehandleiding CO2 SENSOR MCOHome MH9-CO2-WD MH9-CO2-WA V02022017 MCOHOME CO2 Monitor MH9-CO2-WD MH9-CO2-WA Introductie De MCOHome CO2 Monitor is een Z-Wave compatibele lucht kwaliteit detector,

Nadere informatie

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator Bestnr. 53 73 73 Toerentalregelaar voor ventilator Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar

Nadere informatie

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE SbS_Inst_102_00286_NL 23-04-2007 10:43 Pagina 20 AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE ALVORENS DE KOELKAST TE INSTALLEREN WATERAANSLUITING ELEKTRISCHE AANSLUITING NIVELLEREN VAN DE KOELKAST INSTALLATIE VAN

Nadere informatie

voordat u zal de aansprakelijkheid zijn van de eigenaar. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door service monteurs van Baumatic.

voordat u zal de aansprakelijkheid zijn van de eigenaar. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door service monteurs van Baumatic. OPMERKING: Deze gebruikers handleiding bevat belangrijke informatie, zoals veiligheid & installatie punten, die u er toe zal leiden om het beste uit uw apparaat te halen. Hou het op een veilige plaats,

Nadere informatie

FCC-verklaring. Veiligheidsvoorzorgen. Handleiding 02

FCC-verklaring. Veiligheidsvoorzorgen. Handleiding 02 Handleiding FCC-verklaring Dit apparaat is getest en bevonden te voldoen aan de limieten voor een digitaal apparaat van klasse B, overeenkomstig deel 15 van de FCC-regels. Deze beperkingen zijn ontwikkeld

Nadere informatie

De informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden.

De informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. i -1 Opmerking De informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. DE FABRIKANT OF DE VERDELER IS NIET VERANTWOORDELIJK VOOR FOUTEN OF OMISSIES IN DEZE HANDLEIDING

Nadere informatie

GA-1 Alarmtoestel vetafscheider Installatie- en bedieningsinstructies

GA-1 Alarmtoestel vetafscheider Installatie- en bedieningsinstructies Labkotec Oy Myllyhaantie 6 FI-33960 PIRKKALA FINLAND Tel: +358 29 006 260 Fax: +358 29 006 1260 19.1.2015 Internet: www.labkotec.com 1/11 GA-1 Alarmtoestel vetafscheider Auteursrecht 2015 Labkotec Oy INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

TOSTI APPARAAT GEBRUIKSAANWIJZING

TOSTI APPARAAT GEBRUIKSAANWIJZING Professional Supplies TOSTI APPARAAT GEBRUIKSAANWIJZING (*680.100 /*680.200) Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig alvorens het apparaat in gebruik te nemen. -1- INDEX Hoofdstuk Omschrijving Blz 1 Inleiding...2

Nadere informatie

Veiligheid afwasautomaat 4. Vereisten installatie 5. Instructies installatie 7

Veiligheid afwasautomaat 4. Vereisten installatie 5. Instructies installatie 7 Montageinstructies Veiligheid afwasautomaat 4 Vereisten installatie 5 Instructies installatie 7 Veiligheid afwasautomaat De veiligheid van uzelf en van andere personen is erg belangrijk. We hebben een

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing BullDuster

Gebruiksaanwijzing BullDuster Gebruiksaanwijzing BullDuster 1 Inhoudsopgave Pagina Introductie / Algemeen 2 Bediening / Filters 3 Accessoires 4 Vervangtabel filters 4 Garantie 4 Probleemoplossing 4 Conformiteitsverklaring 4 Introductie

Nadere informatie

Professional Supplies BORDENWARMKAST. Modelnr.: *688.050 - *688.050 - *688.050. CaterChef 60

Professional Supplies BORDENWARMKAST. Modelnr.: *688.050 - *688.050 - *688.050. CaterChef 60 Professional Supplies Modelnr.: *688.050 - *688.050 - *688.050 CaterChef 120 CaterChef 60 CaterChef 30 GEBRUIKSAANWIJZING Lees deze instructies aandachtig door alvorens het apparaat te gebruiken. 688050-51-52

Nadere informatie

Ga voor registratie van uw product en ondersteuning naar TCP320/00. Gebruiksaanwijzing

Ga voor registratie van uw product en ondersteuning naar   TCP320/00. Gebruiksaanwijzing Ga voor registratie van uw product en ondersteuning naar www.philips.com/welcome TCP320/00 Gebruiksaanwijzing 1 Belangrijk Veiligheid Belangrijke veiligheidsinstructies Lees deze instructies. Volg alle

Nadere informatie

Charging base handleiding

Charging base handleiding Charging base handleiding Hartelijk dank Hartelijk dank dat u voor deze oplaadbare oplossing hebt gekozen. Uw charging base Uw hoorspecialist: Introductiejaar: 2017 Telefoonnummer: Serienummer: Garantie:

Nadere informatie

9 RollerMouse functies

9 RollerMouse functies Product Manual In de verpakking 2 3 7 5 9 RollerMouse functies 1. 2. 2 korte toetsenbordsteunen 3. 2 lange toetsenbordsteunen 4. Polssteun 5. Sleutel voor de verwijdering van polssteun 6. Dongle (draadloze

Nadere informatie

USB Tablet. Installatiegids

USB Tablet. Installatiegids USB Tablet Installatiegids Inhoudsopgave Inleiding...3 Kenmerken...3 Veiligheidsinstructies...4 Controleer de inhoud van de verpakking...4 Hoofdstuk 1: Installatie...5 Software...5 Installatieprocedure:...5

Nadere informatie

Byzoo Sous Vide Turtle

Byzoo Sous Vide Turtle Byzoo Sous Vide Turtle ZAT01 Handleiding 220-240V, 50Hz 1300W BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LEES ALLE INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK EN BEWAAR VOOR TOEKOMSTIGE REFERENTIE Bij het gebruik van elektrische

Nadere informatie

All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260

All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260 All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260 Installatie & Instructie Handleiding Editie 2008 15.07.2008 Rev. 1.0 Inhoudstafel 1. Handleiding voor de installatie...3 1.1 Aansluiting...3 1.2 Installatie

Nadere informatie

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België www.fujitsu-airco.be

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België www.fujitsu-airco.be Module voor redundantie/omschakelen GEBRUIKS- EN MONTAGEAANWIJZINGEN UTD-USM 208 Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België www.fujitsu-airco.be Inhoud 1. Inleiding en veiligheidsvoorschriften...

Nadere informatie

PowerMust 400/600/1000 Offline UPS - Uninterruptible Power System

PowerMust 400/600/1000 Offline UPS - Uninterruptible Power System NL GEBRUIKERSHANDLEIDING PowerMust 400/600/1000 Offline UPS - Uninterruptible Power System 1 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES BEWAAR DEZE INSTRUCTIES Deze handleiding bevat belangrijke instructies voor

Nadere informatie

Register your product and get support at www.philips.com/welcome RWSS5510 RWSS9500 EN User manual DE Benutzerhandbuch ZH-TW 使用手冊 ZH-CN 用户手册 ES Manual del usuario FR Mode d emploi IT Manuale utente Gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

vetvrije gezinsmaaltijden Handleiding

vetvrije gezinsmaaltijden Handleiding Handleiding vetvrije gezinsmaaltijden Inhoud Veiligheidswaarschuwingen Veiligheidswaarschuwingen 2 Veiligheidsinstructies 4 Productgegevens 5 Productbeschrijving 6 Gebruiksinstructies 7 Algemene Reinigings-

Nadere informatie

Boiler Control. Installatiehandleiding. duco.tv. Stap voor stap instructies NEDERLANDS NEDERLANDS. L (Revisie C )

Boiler Control. Installatiehandleiding. duco.tv. Stap voor stap instructies NEDERLANDS NEDERLANDS. L (Revisie C ) Boiler Control Installatiehandleiding duco.tv Stap voor stap instructies L2000020 (Revisie C 19.07.2019) 1 Inhoudstafel 01 Inleiding...3 01.A Werking...3 01.B Leveromvang...4 01.C Afmetingen...5 02 Voorschriften

Nadere informatie

Bluetooth Audio-Ontvanger met USB-Laadpoort Handleiding 50002

Bluetooth Audio-Ontvanger met USB-Laadpoort Handleiding 50002 Bluetooth Audio-Ontvanger met USB-Laadpoort Handleiding 50002 LEES DEZE GEBRUIKSHANDLEIDING A.U.B. VOLLEDIG DOOR VOORDAT U DIT APPARAAT IN GEBRUIK NEEMT EN BEWAAR DEZE DOCUMENTATIE ALS EVENTUEEL NASLAGWERK.

Nadere informatie

Nokia Extra Power DC-11/DC-11K /2

Nokia Extra Power DC-11/DC-11K /2 Nokia Extra Power DC-11/DC-11K 5 2 4 3 9212420/2 2008-2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Met de Nokia Extra Power DC-11/ DC-11K (hierna DC-11 genoemd) kunt u de batterijen van twee compatibele

Nadere informatie

Gebruikershandleiding 3 fase test adapter

Gebruikershandleiding 3 fase test adapter Gebruikershandleiding 3 fase test adapter Leverancier: Specificaties van het apparaat Specificaties van de handleiding Nieaf-Smitt B.V. Vrieslantlaan 6 3526 AA Utrecht Postbus 7023 3502 KA Utrecht T: 030-288

Nadere informatie

Timer TI 100. Nederlandse Handleiding. w w w. b i t n e d e r l a n d. n l

Timer TI 100. Nederlandse Handleiding. w w w. b i t n e d e r l a n d. n l Timer TI 100 Nederlandse Handleiding w w w. b i t n e d e r l a n d. n l Inhoudsopgave 1. Introductie 2. Veiligheidssymbolen 3. Algemene regels 4. Technische omschrijving 4.1 Functie 5. Installatie 5.1

Nadere informatie

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op   Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18 GPRS-A Universele monitoringsmodule Quick start De volledige handleiding is verkrijgbaar op www.osec.nl Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18 SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk POLAND

Nadere informatie

Fractiecollector F9-C en F9-R

Fractiecollector F9-C en F9-R Fractiecollector F9-C en F9-R Bedieningsinstructies Vertaald uit het Engels Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1.1 Over deze handleiding... 1.2 Belangrijke informatie voor gebruikers... 1.3 Informatie

Nadere informatie

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden. NETVOEDINGEN AC-1200 1200.190813 1201EL, 1202EL, 1203EXL, 1205EXL ALGEMENE INFORMATIE Deze netvoedingen zijn alleen bedoeld voor installatie door gekwalificeerde installateurs. Er zijn geen door de gebruiker

Nadere informatie

Montagebeugel voor harde schijf Gebruiksaanwijzing

Montagebeugel voor harde schijf Gebruiksaanwijzing Montagebeugel voor harde schijf Gebruiksaanwijzing CECH-ZCD1 7020229 Compatibele hardware PlayStation 3-systeem (CECH-400x-serie) Voorzorgsmaatregelen Lees om veilig gebruik van dit product te garanderen

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding LC-Products B.V. tel. (+31) 088-8111000 email: info@lc-products.nl website: www.lc-products.nl LC-Products. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced in any form or by any means

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING. 9. Balpunt pen. Alvorens gebruik, laad uw nieuwe camera pen alstublieft gedurende 4 uur op voor optimale prestatie.

GEBRUIKSAANWIJZING. 9. Balpunt pen. Alvorens gebruik, laad uw nieuwe camera pen alstublieft gedurende 4 uur op voor optimale prestatie. EP535/MP948 CAMERA PEN GEBRUIKSAANWIJZING LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING ALSTUBLIEFT VOOR HET EERSTE GEBRUIK, BEWAAR DEZE GEBRUIKSAANWIJZING OP EEN VEILIGE PLEK VOOR TOEKOMSTIGE REFERENTIE! PRODUCT OMSCHRIJVING

Nadere informatie

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften POM ( MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 4 OPERATIONELE DIAGRAMMEN

Nadere informatie

Installatie instructies

Installatie instructies 1 Installatie instructies 04-2016 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen. Uw garantie

Nadere informatie

SPRAAK MODULE INT-VG. 1. Eigenschappen. 2. Specificaties

SPRAAK MODULE INT-VG. 1. Eigenschappen. 2. Specificaties SPRAAK MODULE INT-VG int-vg_nl 12/11 De INT-VG module werkt samen met de INTEGRA en VERSA alarmsystemen en maakt implementatie van spraakberichten mogelijk (deze module vervangt de CA-64 SM spraak synthesizer

Nadere informatie

Belangrijke veiligheidsinstructies

Belangrijke veiligheidsinstructies 1 nl Megapixel IP Camera s Belangrijke veiligheidsinstructies Typenummers: NWC-700, NWC-800, NWC-900 Lees, volg en bewaar alle onderstaande veiligheidsvoorschriften. Neem alle waarschuwingen op het apparaat

Nadere informatie

Ga voor registratie van uw product en ondersteuning naar SBT50/00. Gebruiksaanwijzing

Ga voor registratie van uw product en ondersteuning naar  SBT50/00. Gebruiksaanwijzing Ga voor registratie van uw product en ondersteuning naar www.philips.com/welcome SBT50/00 Gebruiksaanwijzing a b c d e f BEEP PHILIPS SBT50 1 Belangrijk Veiligheid Belangrijke veiligheidsinstructies

Nadere informatie

HP UPS R3000 ERM Installatie-instructies

HP UPS R3000 ERM Installatie-instructies HP UPS R3000 ERM Installatie-instructies Overzicht De ERM bestaat uit twee accu s in een 2U-chassis. De ERM staat direct in verbinding met een UPS R3000 of een andere ERM. Er kunnen maximaal twee ERM-eenheden

Nadere informatie

Instructies voor gebruik

Instructies voor gebruik Instructies voor gebruik Introductie van het product..3 Voorzorgsmaatregelen. 3 Inhoud 3 Onderdelen en functies.4 Deurbel installeren 5 Muziek toon..6 App Downloaden 7 Het product is gebaseerd op het Wi-Fi-netwerk

Nadere informatie

2015 Multizijn V.O.F 1

2015 Multizijn V.O.F 1 Dank u voor de aanschaf van de gloednieuwe SJ5000 Camera. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera gaat gebruiken en wij hopen dat u snel vertrouwd zal zijn met de camera en u veel spannende

Nadere informatie

2015 Multizijn V.O.F 1

2015 Multizijn V.O.F 1 Dank u voor de aanschaf van de gloednieuwe SJ5000 Camera. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera gaat gebruiken en wij hopen dat u snel vertrouwd zal zijn met de camera en u veel spannende

Nadere informatie

Ga voor registratie van uw product en ondersteuning naar www.philips.com/welcome NL Gebruiksaanwijzing SPA7355 1 Belangrijk Veiligheid Weet wat deze veiligheidssymbolen betekenen Deze bliksemschicht waarschuwt

Nadere informatie

Bedieningen Dutch - 1

Bedieningen Dutch - 1 Bedieningen 1. Functieschakelaar Cassette/ Radio/ CD 2. Golfband schakelaar 3. FM antenne 4. CD deur 5. Schakelaar om zender af te stemmen 6. Bass Boost toets 7. CD skip/ voorwaarts toets 8. CD skip/ achterwaarts

Nadere informatie

Schijfeenheden. Artikelnummer van document:

Schijfeenheden. Artikelnummer van document: Schijfeenheden Artikelnummer van document: 405759-331 Mei 2006 In deze handleiding worden de vaste schijf van de computer en optionele externe schijfeenheden beschreven. Inhoudsopgave 1 Onderhoud van schijfeenheden

Nadere informatie

08/2005. Mod: HS1(inox grid) Production code: GCV/SX. The catering program

08/2005. Mod: HS1(inox grid) Production code: GCV/SX. The catering program 08/2005 Mod: HS1(inox grid) Production code: GCV/SX The catering program ELEKTRISCHE WATERGRILL HS-1, HS-1½, HS-2 HS1-S70, HS1/2-S70, HS2-S70 SPECIFICATIES De onderstaande tabel verwijst naar de specificaties

Nadere informatie

50 meter wireless phone line. User Manual

50 meter wireless phone line. User Manual 50 meter wireless phone line User Manual 50 meter wireless phone line Gebruikershandleiding Plug-en-play installatie in 1 minuut BESTE KLANT Hartelijk dank voor de aankoop van onze draadloze telefoonaansluiting

Nadere informatie

HANDLEIDING ICR-232 WEKKERRADIO

HANDLEIDING ICR-232 WEKKERRADIO HANDLEIDING ICR-232 WEKKERRADIO www.-ices-electronics.com VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Uitleg van symbolen: Dit symbool geeft aan dat er belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies zijn opgenomen in de

Nadere informatie

Waarschuwing Ga als volgt te werk als u tijdens het bedienen van de printer ongebruikelijke geluiden of geuren waarneemt:

Waarschuwing Ga als volgt te werk als u tijdens het bedienen van de printer ongebruikelijke geluiden of geuren waarneemt: Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding In de verpakking 2 3 1. RollerMouse Free3 2. 2 korte toetsenbordsteunen 3. 2 lange toetsenbordsteunen 1 /1 RollerMouse functies A. Rollerbar. Cursorsnelheids LED C. Kopiëren D. Plakken

Nadere informatie

Wij beschermen mensen

Wij beschermen mensen Wij beschermen mensen SafetyTracer handleiding Mopas Lite 1. Functies en eigenschappen 2 2. Veiligheidsinstructies 2 3. Gebruik 3 4. Alarmeren 4 5. Oproep 4 6. Statusoverzicht van de Mopas Lite 4 7. Technische

Nadere informatie